![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/f1eb46e4ed7b087cbb4711ce38486854.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
94 minute read
9.10 Begrippen
Bron: www.apartwonen.nl/.
<<Begrippen uit de theorie, inclusief definities>> COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
THEMA 10 HET SPORTAANBOD IN NEDERLAND 1 Inhoud thema • de georganiseerde sport • sportbonden en sportkoepels • anders georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport • verdiepingsstof • begrippen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Sport is stevig verankerd in onze samenleving. Ruim de helft (56%) van de Nederlanders sport wekelijks. Dat zijn in totaal ongeveer 9 miljoen mensen. Deze 9 miljoen mensen hebben allemaal hun eigen sportwensen. Wil je tegemoetkomen aan al deze wensen, dan moet er sprake zijn van een heel verschillend sport- en beweegaanbod. Dat is een hele uitdaging voor de sporten bewegingsleider. Dat geldt zowel voor het aanbieden van lessen en trainingen als voor het aanbod bij een toernooi of evenement. Het sportaanbod in Nederland kun je als volgt onderscheiden: 1. georganiseerd sportaanbod (sportverenigingen) 2. anders georganiseerde sport (commerciële sportaanbieders) 3. ongeorganiseerde sport. Dit thema bespreekt deze drie vormen van sportaanbod. Aangezien de meeste sportverenigingen aangesloten zijn bij een sportbond, wordt ook hier aandacht aan besteed. Vervolgens zijn sportbonden weer aangesloten bij een sportkoepel. Ook dat komt (in paragraaf 2) aan de orde. Daarnaast zijn er nog sportaanbieders vanuit het onderwijs en zorg en welzijn. Deze komen in het volgende thema aan de orde. Relatie met werkproces Het thema ‘het sportaanbod in Nederland 1’ heeft vooral een relatie met werkproces B1-K2-W1: Bereidt het toernooi of evenement voor. Leerdoelen • Je kunt de belangrijkste kenmerken van een sportvereniging omschrijven. • Je kunt het takenpakket van een sportbond beschrijven. • Je kent de grootste sportbonden van Nederland. • Je kunt de twee afdelingen van NOC*NSF beschrijven. • Je kunt de belangrijkste sportorganisaties van de anders georganiseerde sport beschrijven. • Je kunt het belang aangeven van de ongeorganiseerde sport. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
10.1 Casus
Opdracht 1 Casus Evenement racketspelen Salim en Emma hebben gehoord dat het aantal leden van de plaatselijke tennisvereniging terugloopt. Sinds kort heeft de vereniging twee padelbanen, maar blijkbaar is padel nog redelijk onbekend. Ze willen een racketspelenevenement organiseren om het aantal leden omhoog te krijgen. Het moet een sportstimuleringsproject worden gericht op racketspelen. Er is best wel wat geld voor nodig, onder andere voor de aanschaf van padelrackets. Ze willen graag een gesprek aangaan met de tennisvereniging, maar weten niet goed bij wie ze moeten zijn. Ze kunnen moeilijk zomaar op de voorzitter afstappen. En als die het goed vindt, is dan de hele club het ermee eens? Gaat de vereniging wel over het stimuleren van de tennissport? Hebben ze daar wel geld voor of moeten Salim en Emma elders zijn? Suggesties voor het gebruik van de casus Een casus kan op verschillende manieren vormgegeven worden en je kunt er op verschillende manieren gebruik van maken. In dit voorbeeld zijn de vormgeving en aanpak min of meer afgeleid van wat gangbaar is binnen het probleemgestuurd onderwijs. Je kunt gebruikmaken van een binnen dit concept passende aanpak, zoals de achtbaan of de zevensprong. Globale aanpak van de casus 1. Bespreek en bepaal de kern (centrale probleemstelling) van de casus. 2. Verhelder onduidelijke begrippen (door opzoeken, discussiëren). 3. Wat wil jij leren van deze casus? Bepaal een aantal voor jou belangrijke leerdoelen. 4. Werk de leerdoelen uit. 5. Rapporteer de gevonden resultaten. Voorbeelden van sturende vragen bij deze casus Eventueel kun je kiezen voor een meer gestructureerde aanpak en kun je gericht kennisdoelen (reproductief, toepassen) of vaardigheidsdoelen aan de COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) casus koppelen.
Kennis
a. Wat is padel? Wat zijn de belangrijkste regels? Met hoeveel spelers speel je het? b. Hoe ziet de structuur van een sportvereniging eruit? c. Waar staat een sportvereniging voor (doel) en wat doet een bond precies (in dit geval de KNLTB)? d. Waar kunnen Salim en Emma aankloppen om tot een redelijk budget te komen voor dit evenement? 10.2 De georganiseerde sport Sportverenigingen in Nederland De georganiseerde sport wordt in Nederland aangeboden door ruim 28.000 sportverenigingen, waarvan er ongeveer 23.000 aangesloten zijn bij sportkoepel NOC*NSF. Het aantal sportverenigingen neemt de afgelopen jaren langzaam maar zeker af. Er verdwijnen sportverenigingen en er fuseren sportverenigingen. Nederland kent ruim 5 miljoen georganiseerde sporters. De bonden hadden in 2021 ongeveer 4.5 miljoen leden. Een aantal beoefent dus meerdere sporten. De georganiseerde sport maakt in Nederland maar ongeveer 25% uit van de totale sportbeoefening. Bijna 50% bestaat uit ongeorganiseerde sportbeoefening. Het aantal mensen dat lid is van een sportvereniging heeft jarenlang rond de 35% gelegen. In 2012 lag het percentage nog op 32. In 2020 was 29% van de Nederlanders lid van een sportvereniging. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Lidmaatschap sportvereniging (CBS). Er zijn allerlei initiatieven om het percentage rond de 30 te houden. De overheid en NOC*NSF voeren campagne om het aantal leden van sportverenigingen rond de 30% te houden. Men is van mening dat sportverenigingen in Nederland een grote sociale en economische waarde hebben voor de samenleving en dat dit behouden moet blijven. Bij veel sportverenigingen kun je nu ook lid worden zonder wedstrijden te spelen. Je komt alleen lekker trainen. Steeds meer bonden introduceren een individueel lidmaatschap. Dit type lidmaatschap kan direct bij de bond worden afgesloten, zonder tussenkomst van een sportvereniging. Sporters die los van een vereniging hun sport willen beoefenen, zoals hardlopers en toerfietsers, kunnen zo voor een relatief laag bedrag profiteren van wedstrijddeelname, verzekeringen of informatie die de betreffende sportbond aanbiedt. Aandacht voor de sportvereniging Vrijwel elke sportleider krijgt op een of andere manier te maken met een sportvereniging. Vrijwel elke sportvereniging is een vereniging in juridisch opzicht, ze kennen namelijk de vereniging als rechtsvorm. Omdat je als sportleider op de hoogte moet zijn van de formele kanten van een sportvereniging, besteden we aandacht aan een paar belangrijke aspecten van de sportvereniging: • de statuten en het huishoudelijk reglement COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • de verenigingsstructuur • de financiën van de vereniging
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/d17713633d4e01dfc9cd6588d960ebb6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
• het kader van de vereniging.
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=62109222&page=2&pos=53&title= Vrijwel elke sportleider krijgt te maken met een sportvereniging. De statuten en het huishoudelijk reglement De statuten en het huishoudelijk reglement zijn te beschouwen als de spelregels voor de (sport)vereniging. In de zin van de wet hebben ze dezelfde rechtskracht. In de statuten staan de regels voor de langere tijdsperiode en in het huishoudelijk reglement voor de kortere, zoals het clubtenue, de contributie voor dat jaar of de taak van een commissie voor een eenmalige activiteit. De wet schrijft voor dat de volgende punten altijd in de statuten vermeld moeten zijn: • naam van vereniging • vestigingsplaats in Nederland • doelstelling • verplichtingen van leden • bijeenroepen algemene ledenvergadering COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • benoeming en ontslag leden van bestuur • bestemming batig saldo bij ontbinding.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/d87aeb279353e744b4b9b129f4e57660.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Het vaststellen van de statuten en het huishoudelijk reglement gebeurt door de Algemene Leden Vergadering (ALV) met een verzwaarde meerderheid; bijvoorbeeld tweederde van de stemmen vóór. Het huishoudelijk reglement is na de vaststelling meteen van kracht; de statuten pas nadat ze zijn veranderd in de akte bij de notaris en deze verandering is opgenomen in het Verenigingsregister bij de KvK. Naast de verplichte punten kan een vereniging alle andere punten die ze wil opnemen in de statuten zelf kiezen. Het is wel zo verstandig om alleen langetermijnzaken op te nemen, omdat elke wijziging bij de notaris moet worden vastgelegd en dus geld kost. Belangrijke zaken die wel kunnen veranderen binnen niet al te lange tijd worden opgenomen in het huishoudelijk reglement. Doelstelling Het doel van een (sport)vereniging mag niet in strijd zijn met de Nederlandse wet en de vereniging is verplicht zich te houden aan de beschreven doelstelling in de statuten. Daarom zijn die doelstellingen meestal ruim omschreven, zodat er wat meer armslag ontstaat. De omschrijving bevat bewoordingen als: het bevorderen van de (voetbal-, tennis-, zwem-, gymnastiek)sport in de regio (plaatsnaam). De vereniging mag winstgevende activiteiten ontplooien, maar niet met het doel deze winst vervolgens uit te keren aan de leden. In dat geval zou er sprake zijn van een onderneming. De ALV kan wel besluiten om de contributie te verlagen. Ook kan de vereniging werknemers in dienst nemen, die uiteraard salaris of loon ontvangen. Naast de officiële doelstelling, die altijd terug te vinden is in de statuten, kent een vereniging een aantal onofficiële doelstellingen. Dit zijn plannen en ideeën van leden, vrijwilligers of beroepskrachten binnen de vereniging. Een trainer wil het komend seizoen alles op alles zetten om kampioen te worden, de kantinebaas en de penningmeester vinden dat de omzet in de kantine minstens 20% omhoog moet. Zodra deze plannen onderdeel worden van formeel beleid binnen de vereniging, zijn ze onderdeel van bestuurlijke doelen. Om een vereniging goed te leren kennen, is het belangrijk te weten wat de officiële, maar ook wat de onofficiële doelstellingen zijn. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Ontbinding Ook als een vereniging ophoudt te bestaan (de ontbinding van de vereniging) zijn er voorgeschreven regels.
Een vereniging wordt ontbonden als: • de ALV met verzwaarde meerderheid hiertoe besluit • er minder dan twee leden zijn • de vereniging door de rechter failliet wordt verklaard • de rechter hiertoe beslist, omdat de doelstelling van de vereniging niet meer van toepassing is • aan de duur van de vereniging een einde is gekomen wanneer dit zo in de statuten is opgenomen.
Is er bij de ontbinding nog geld in kas, dan komt dat de leden ten goede, tenzij de statuten daarvoor een andere bestemming aangeven.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/a2585ffcd22e5b1d5ca0951d9750dcad.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
De verenigingsstructuur
Afhankelijk van het beleid (wat, hoe en wanneer je iets wilt) en de grootte van de vereniging, kan men voor een bepaalde structuur kiezen. Een veelvoorkomend model is de zogenaamde rafelstructuur.
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. De kern van dit model is dat de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van de vereniging door meerdere personen wordt gedragen en dat de taken kunnen worden verdeeld. De ALV heeft dus de hoogste macht in de vereniging, dan volgen het Algemeen Bestuur (AB) en het Dagelijks Bestuur (DB) en uiteindelijk de commissies. Het dagelijks bestuur regelt de dagelijkse of lopende zaken en komt vaker bij elkaar COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) dan het algemeen bestuur. Het AB houdt zich alleen met hoofdzaken bezig. Niet elke vereniging heeft een DB, het is geen verplichting. Iedere commissie
heeft een aparte taak met eigen commissieleden. Sommige functionarissen zitten in meerdere commissies tegelijk. Een penningmeester zit in het DB, in het AB en in de sponsorcommissie, zodat vrijwel altijd meteen de financiële aspecten besproken en geregeld kunnen worden. De financiën van de vereniging Geld speelt binnen een vereniging een belangrijke rol. Zonder geld is het lastig om de doelstellingen te bereiken. Hoewel iedere vereniging een andere financiële situatie kent, is het belangrijk om goed te kijken naar de verschillende geldstromen van een sportvereniging. Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Inkomsten en uitgaven Aan de pijltjes zie je dat sommige gelden naar de vereniging toegaan (inkomsten) en sommige van de vereniging afgaan (uitgaven). En omdat de vereniging geen winst hoeft te maken, moet men proberen de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht te brengen. Blijft er wat over, dan heeft de vereniging enige reserves voor moeilijkere tijden. Een goede penningmeester zorgt altijd voor voldoende reserves. Bij overige inkomsten kun je denken aan inkomsten uit de kantine, acties (Grote Clubactie, oud papier) en nevenactiviteiten. De hoogste uitgavenposten zijn voor de meeste verenigingen de accommodatie en de technische staf (de trainers). Een zaalsportvereniging (volleybal, gymnastiek) is nogal wat geld kwijt aan de zaalhuur, terwijl er meestal geen COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) kantine-inkomsten zijn, want vaak hoort de kantine bij de sporthal. Uit onderzoek van het CBS blijkt dat slechts 1% van de teamzaalsportverenigingen
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/95847ec8c7d398eacbfd7dce5794ebfb.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
de accommodatie in eigendom heeft. Bij golf ligt dit percentage op 25 en bij voetbal op 13. In 2022 kregen de sportverenigingen met een andere hoge kostenpost te maken, namelijk de energierekening. Clubs overwegen om leden niet meer te laten douchen of helemaal te sluiten tijdens de winter. Vooral ijsbanen maken zich grote zorgen. Dreigende sluiting door hoge energiekosten Ruim een kwart van de amateursportclubs overweegt de deuren komende winter deels of volledig te sluiten vanwege de torenhoge energiekosten. Vrijwel alle bestuurders van deze verenigingen maken zich er zorgen om, maar het kabinet laat sportclubs volgens de PvdA ‘aan hun lot over’. De partij vindt daarom dat er nu actie nodig is. Bron: RTL Nieuws november 2022. De vereniging ontvangt geld van de overheid (gemeentesubsidie) en sponsorgeld van particulieren, bijvoorbeeld van de slager uit het dorp. Wat is het verschil tussen beide geldstromen? De subsidiegever heeft geen direct belang; de vereniging hoeft niet echt iets terug te doen voor bijvoorbeeld de gemeente. Waarschijnlijk heeft de gemeente wel een reden om dit te doen en draagt een sportvereniging bij aan het welzijn van de inwoners. De slager heeft echter wel een direct belang: hij wil naamsbekendheid door reclame te maken en hij wil goodwill kweken. Leden en donateurs Wat is het verschil tussen een lid en een donateur? Een lid is meestal een actieve sportbeoefenaar en betaalt voor die mogelijkheid zijn contributie. Een donateur steunt de club zonder zelf actief te zijn. De vereniging levert geen tegenprestatie. Het kader van de vereniging Omdat er binnen een vereniging allerlei taken moeten worden uitgevoerd, zijn er veel mensen nodig. Deze mensen noem je het kader. Het kader van een sportvereniging kun je omschrijven als: betaalde of onbetaalde medewerkers COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) (vrijwilligers) die een min of meer vast omschreven taak met een bepaalde regelmaat binnen de vereniging uitvoeren.
De verzamelnaam ‘het kader’ omvat dus alle personen die, betaald of onbetaald, werk verrichten voor de vereniging. Het kader bestaat meestal voor een klein gedeelte uit betaalde krachten en voor een groot gedeelte uit vrijwilligers. Zij zijn verantwoordelijk voor een bepaald deel van de verenigingstaken. Je kunt het kader van een sportvereniging op verschillende manieren indelen: • op basis van betaling: – vrijwillig kader: mensen die hun functie gratis uitoefenen of tegen een kleine onkostenvergoeding – semiberoepskader: mensen die wel betaald worden, maar niet van deze inkomsten hoeven te leven, zoals de meeste trainers in de amateursport (bijbaan) – beroepskader: mensen die kunnen leven van hun baan in de verenigingssport (bij de meeste sporten is dat niet mogelijk; tennis, golf, judo, skiën en voetbal vormen een uitzondering). • op basis van functie: – bestuurskader: houdt zich bezig met bestuursfuncties (voorzitter, lid van het jeugdbestuur) – sporttechnisch kader: houdt zich bezig met het begeleiden en trainen van de sporters (trainer, coach, jeugdleider) – verzorgend kader: houdt zich bezig met de verzorging (verzorger, masseur, fysiotherapeut) – wedstrijdkader of arbitrair kader: houdt zich bezig met het leiden van wedstrijden (jurylid, scheidsrechter, grensrechter, wedstrijdleider) – administratief en organisatorisch kader: ondersteunt het bestuur en commissies (wedstrijdsecretaris, competitieleider) – overig kader: houdt zich bezig met overige taken (beheerder van het clubhuis, materiaalfunctionaris, redactielid clubblad). COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/f88352c25534918c70dc36bbf3f7f8ad.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
De toekomst van de sportvereniging
Breder aanbod
Een tijd heeft men gedacht dat de sportvereniging het model van de supermarkt zou moeten volgen. Een compleet aanbod waaruit de klanten of leden zelf kunnen kiezen. Omniverenigingen zouden de toekomst hebben. In een aantal gevallen zijn dergelijke verenigingen succesvol geworden. Op die manier weet men het zapgedrag op te vangen en houdt men de leden toch binnen de vereniging. Vooral fitnesscentra en verschillende turn-/gymnastiekverenigingen maken hier goed gebruik van. Fitnesscentra lijken maandelijks met iets nieuws te komen en bieden zowel individuele activiteiten als groepslessen. Turn-/gymnastiekverenigingen hebben hun ledenaantal min of meer weten te handhaven door aandacht voor acrogym, airtumbling, trampolinespringen en freerunning. Toch blijft een belangrijke drijfveer (onderzoek Mulier Instituut) voor het lidmaatschap van een sportvereniging de passie voor een bepaalde tak van sport. Voor deze mensen is het plezier om ergens mee bezig te zijn, doorgaans met anderen, belangrijker dan goede prestaties. Zo kiezen mensen heel gericht voor voetbal en is dit het spelletje dat hen bindt en waar ze in willen investeren, ook als vrijwilliger. Toch hebben de leden verschillende voorstellingen en belevingen van bijvoorbeeld voetbal. De een wil hard trainen en zo hoog mogelijk 11 tegen 11 spelen, de ander wil alleen recreatief een potje voetballen en de derde voelt zich vooral happy in de voetbal- of pannakooi. Blijkbaar is een variatie aan en binnen sportverenigingen belangrijk. Variatie in de zin van groot tot klein, van wit tot zwart, van tak- van sportgericht tot omnivereniging en van recreatief tot prestatief. Verbreding van het aanbod betekent niet altijd dat één vereniging meerdere sporten aan moet bieden. De verbreding kan ook gezocht worden binnen dezelfde tak van sport, maar dan in meerdere variaties (formeel, informeel, traditioneel en vernieuwend). Vergroten van de maatschappelijke functie De laatste jaren is er een duidelijke verschuiving waar te nemen van sport als doel naar sport als middel. Het gaat al lang niet meer alleen om het belang van een lekker potje korfballen, honkballen of tennissen. Sport wordt steeds vaker ingezet in het kader van normen en waarden (fair play), integratie en gezondheid. De druk op sportverenigingen om ook hun maatschappelijke functie waar te maken wordt steeds groter. Subsidies worden niet langer toegekend op basis van aantal leden of prestaties, maar zijn gekoppeld aan COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) het al dan niet bijdragen aan allerlei beleidsagenda’s. Zeker voor kleine sportverenigingen die vrijwel uitsluitend gerund worden
door vrijwilligers is het lastig om hieraan te voldoen. Een rol moeten spelen binnen ingewikkelde maatschappelijke problemen als agressie, integratie en een gezonde leefstijl, is voor veel sportverenigingen te veel van het goede. De gevraagde maatschappelijke functie kan wellicht beter vervuld en gedragen worden door wat grotere sportverenigingen. Gezondere sportomgeving Sportverenigingen creëren in kleine stapjes een gezondere sportomgeving. Steeds meer sportverenigingen zijn bezig de sportomgeving gezonder te maken. Zo zijn steeds meer verenigingen rookvrij en zijn er steeds vaker gezondere opties in de sportkantine. In maatregelen tegen problematisch alcoholgebruik zit minder ontwikkeling. Dat blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut. Veel draagvlak voor rookvrije sportomgeving Het aandeel rookvrije sportverenigingen is in de afgelopen jaren flink gestegen (van 17% in 2019 naar 60% in 2022). Een grote meerderheid van de verenigingsbestuurders (82%) vindt dat iedere sportvereniging rookvrij moet zijn. Van de verenigingen die nog niet rookvrij zijn, wil de helft (45%) dat binnen twee jaar worden. Vaker gezonde optie in kantines, maar ongezond overheerst nog Bij ruim de helft van de verenigingen (55%) is in de kantine meer ongezond dan gezond aanbod. Wel zijn er veel minder kantines met bijna alleen ongezond aanbod (van 31% in 2019 naar 9% in 2022). Het aandeel sportkantines met evenveel gezond als ongezond aanbod in de sportkantine is in die periode gestegen van 22% naar 34%. Weinig ontwikkeling in maatregelen tegen problematisch alcoholgebruik In de maatregelen op het gebied van alcoholgebruik is sinds 2019 weinig veranderd. Dat betekent dat bijvoorbeeld iets minder dan de helft van de verenigingen geen alcohol schenkt aan dronken bezoekers (43%) en op leeftijd controleert (42%). COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Weinig draagvlak voor gezonder aanbod en meer alcoholbeleid
Veel verenigingsbestuurders weten niet of ze in de komende twee jaar een gezonder aanbod willen creëren of meer maatregelen willen nemen op het gebied van alcoholgebruik. Meningen van verenigingsbestuurders zijn verdeeld over in hoeverre zij verantwoordelijk zijn voor het tegengaan van overgewicht of verantwoord alcoholgebruik. Bron: Mulier Instituut december 2022. Opdracht 2 Lidmaatschap sportvereniging (theorieopdracht) Bron - De georganiseerde sport a. Hoeveel procent van de Nederlanders is lid van een sportvereniging? b. Neemt dit percentage binnen nu en 10 jaar toe of af? Geef argumenten voor een eventuele toename en voor een eventuele afname. c. De overheid stimuleert het lidmaatschap van een sportvereniging. Bedenk waarom de overheid dit doet. Opdracht 3 De sportvereniging (groepsopdracht) Bron - De georganiseerde sport Deze opdracht kun je het beste in een twee- of drietal maken. Het gaat erom dat er in elk groepje minstens één student zit die lid is van een sportvereniging. a. Vraag de statuten en het huishoudelijk reglement op van jouw sportvereniging. b. Check of de statuten voldoen aan de richtlijnen. c. Bespreek met elkaar het verschil tussen de statuten en het huishoudelijk reglement. d. Controleer of dit in grote lijnen klopt bij jouw vereniging. e. Vraag de verenigingsstructuur op van jouw sportvereniging. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) f. Leg aan elkaar de structuur uit en bepaal wat voor structuur het is.
g. Vraag bij jouw vereniging naar de grootste kostenposten en de grootste bronnen van inkomsten.
10.3 Sportbonden en sportkoepels Sportbonden Verenigingen regelen voor een groot deel hun eigen zaakjes. Maar verenigingen hebben ook een gezamenlijk belang. Zo heeft een korfbalvereniging andere korfbalverenigingen nodig om competitie te kunnen spelen. Om dit en ook andere zaken te regelen hebben ze het Nederlands Korfbal Verbond (KNKV) opgericht. Zo heeft iedere sporttak zijn eigen sportbond en regelt men op deze manier zijn eigen zaken. Een sportbond is een nationale organisatie die alle zaken regelt binnen een of meerdere takken van sport en die de aangesloten sportverenigingen en/of individuele leden ondersteunt. KNKV Het KNKV telt zo’n negentigduizend leden bij circa vijfhonderd aangesloten verenigingen, waar maatschappelijke vaardigheden worden opgedaan en sprake is van een veilig sportklimaat. Korfbal heeft zich internationaal en als topsport ontwikkeld. De sport wordt inmiddels in 69 landen gespeeld en TeamNL Korfbal vormt de absolute wereldtop. Korfbal heeft in Nederland de hoogste status in de sport. Zowel het nationaal team (TeamNL Korfbal) als U21 (Talent TeamNL Korfbal) worden door NOC*NSF erkend als focusprogramma en vanuit de Topsportmiddelen gefinancierd. De internationals van TeamNL Korfbal hebben de A-status en hun resultaten dragen bij aan de Top 10-ambitie van NOC*NSF en de sportbonden. Hoofdambities Zo veel mogelijk mensen laten genieten van korfbal. Én: korfbal naar olympisch niveau. Dat zijn de twee hoofdambities van het KNKV. Bron: www.knkv.nl/. De sportbonden in Nederland hebben een uitgebreid takenpakket: COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • organiseren van wedstrijden voor de algemene wedstrijdsport • organiseren van recreatieve sportactiviteiten
• organiseren van landelijke activiteiten • ondersteunen in het kader van sportstimulering • verzorgen opleidingen en bijscholing • rechtspraak • ontwikkelen veiligheidsbeleid. Nederland kent ongeveer 5,2 miljoen georganiseerde sporters, die actief zijn in zo’n 23.000 sportverenigingen en verenigd zijn in ongeveer 100 sportbonden. 77 bonden zijn aangesloten bij NOC*NSF. De top 5 van sportbonden wordt gevormd door de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond, Sportvisserij Nederland, de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond, de Nederlandse Golf Federatie en de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond. De verschillen in geslacht en leeftijd zijn groot. Als je kijkt naar meisjes dan is de volgorde: • KNGU (turnen) • KNHB (hockey) • KNVB (voetbal) • KNHS (paardrijden) • KNLTB (tennis). Bij jongens staat uiteraard voetbal op de eerste plaats, gevolgd door vissen en tennis. In 2013 is Sportvisserij Nederland lid geworden van NOC*NSF. Met bijna 600.000 leden komt deze sportbond op de tweede plaats. Hockey is de afgelopen jaren de sterkst stijgende teamsport. In 1996 had de KNHB 126.000 leden. In 2004 was dit ledental opgelopen naar 172.000. In 2021 waren 244.000 mensen lid van de hockeybond. Van de individuele sporten is golf een opvallende stijger. In 1996 had deze federatie 78.000 leden, in 2004 waren dat er al 228.000 en in 2021 telde Nederland ruim 400.000 officiële golfers. Veel bonden hebben te maken met een dalend aantal leden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de KNGU (turnen), KNHS (paardrijden), KNZB (zwemmen) en Atletiekunie. Sterke stijgers zijn de Nederlandse Wandelbond, NTFU (toerfietsen) en de KNLTB (tennis). Het aantal leden zegt niet alles over hoeveel mensen een sport beoefenen. Zwemmen, wandelen en fietsen zijn heel populair, maar worden vooral ongeorganiseerd beoefend. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=449639472&page=1&pos=28&title= Het aantal hockeyers is de afgelopen jaren sterk gestegen. De top tien van sportbonden ziet er als volgt uit (NOC*NSF 2021): 1. KNVB: 1.150.00 2. Sportvisserij Nederland: 595.000 3. KNLTB (tennis): 576.000 4. NGF (golf): 407.000 5. KNHB (hockey): 244.000 6. KNGU (turnen): 232.000 7. KNHS (paardrijden): 136.000 8. KWBN (wandelen): 133.000 9. Bridge Bond: 120.000 10. Atletiekunie: 119.000. Sportkoepels Soms zijn er gemeenschappelijke belangen waardoor de verschillende COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) sportbonden elkaar nodig hebben. Daarom zijn sportbonden aangesloten bij sportkoepels. Een sportkoepel is een bundeling van de georganiseerde
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/c61f1aa9f2f827a04eb71d4fb292e40f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Nederlandse sport die zich sterk maakt voor sportbonden en sportverenigingen, door service te verlenen, krachten te bundelen, belangen te behartigen en informatie te geven.
Nederland kent drie belangrijke sportkoepels: 1. NOC*NSF = Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sportfederatie 2. NKS = Nederlandse Katholieke Sportbond 3. NCS = Nederlandse Culturele Sportbond.
De sportkoepels, vooral NOC*NSF, zijn een belangrijke factor in de samenleving. Op alle niveaus praten zij met de overheid mee over de ontwikkelingen van de sport in al haar facetten, maar ook over de rol die de sport kan spelen in het beïnvloeden en oplossen van allerlei maatschappelijke problemen. Denk hierbij aan supportersgeweld, vandalisme, fair play, het wegwerken van achterstanden en blokkades voor verschillende bevolkingsgroepen en het tegengaan van bewegingsarmoede onder de jeugd.
NOC*NSF
De grootste Nederlandse sportkoepel is NOC*NSF. Deze sportkoepel is ontstaan uit een fusie tussen de NSF, de Nederlandse Sportfederatie en het NOC, Nederlands Olympisch comité. NOC*NSF is de koepelorganisatie van de georganiseerde sport in Nederland. Momenteel zijn bijna tachtig takken van sport in NOC*NSF-verband georganiseerd. Enkele nieuwe leden van de afgelopen jaren zijn Holland Surfing Association, de Nederlandse DrakenBoot Federatie en Sportvisserij Nederland. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
De missievan NOC*NSF is Nederland te verbinden en te inspireren met de kracht van sport. Die missie vraagt om uiteenlopende inzet, op sportgebied en daarbuiten, nationaal maar ook internationaal. Internationaal worden er in de sport immers besluiten genomen die van invloed (kunnen) zijn op onze ambities. Een goede relatie met internationale organisaties en sportbestuurders is dus van groot belang. NOC*NSF wil meer invloedrijke Nederlandse sportbestuurders, meer prestigieuze internationale evenementen en bijeenkomsten in Nederland. NOC*NSF bestaat uit twee aparte afdelingen: 1. NOC*NSF Breedtesport 2. NOC*NSF Topsport. Breedtesport De afdeling breedtesport houdt zich bezig met de sportverenigingen. De sportvereniging vormt het kloppende hart van de breedtesport. NOC*NSF Breedtesport helpt de verenigingen, samen met de sportbonden, om de COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/6f7acb93d52cdb1818415dda5e57a999.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
belangrijke rol in de maatschappij te kunnen blijven vervullen. Zij ondersteunt vooral op die punten waar verenigingen de meeste knelpunten ervaren: het werven en behouden van leden en het tekort aan kader.
De missie van NOC*NSF Breedtesport luidt: “Het versterken van de georganiseerde sport, zodat zo veel mogelijk inwoners van Nederland sportief actief zijn.”
Enkele voorzieningen en diensten van NOC*NSF zijn: • wet- en regelgeving – Drank- en horecawet • accommodatie en beheer – kantinebeheer – hygiënecode sportkantines – zwembaden. • beleid en organisatie – beleidsplannen – oprichten vereniging. • financiën – ledenadministratie – fondswerving – subsidies. • gezondheid – blessurepreventie – doping. • ledenwerving – mensen met een migratieachtergrond – jeugd. • overheid en sport – gemeente en sport • sponsoring en communicatie – marketing – sponsoring. • waarden en normen – sportiviteit en respect – seksuele intimidatie. • werk en sport
– deskundigheidsbevordering – vergoedingen en contracten.
Topsport Het beleid van NOC*NSF Topsport is gericht op het creëren van optimale omstandigheden voor topsporters en topsportcoaches, een professionele organisatie van de Nederlandse topsport, marketing en de financiering van topsport. NOC*NSF Topsport heeft de ambitie om Nederland op een plaats bij de eerste tien landen van de internationale sportwereld te krijgen. Zo ondersteunt NOC*NSF zowel financieel als maatschappelijk de zogenaamde A- en B-topsporters.
Topsportbeleid Het topsportbeleid van NOC*NSF richt zich op een vaste positie bij de tien beste landen van de wereld. Een van de voorwaarden daarvoor is dat topsporters zich optimaal kunnen voorbereiden op topsportprestaties. Aanvullend op de investeringen van je bond biedt NOC*NSF ter ondersteuning verschillende financiële en materiële voorzieningen. Het Ministerie van VWS en de NOC*NSF Partners in Sport verlenen hieraan hun medewerking. Wanneer ben je topsporter? Binnen de sport in Nederland wordt de volgende definitie van topsporter gehanteerd: “Je bent topsporter als je internationaal op het hoogste seniorenniveau (EK’s, WK’s en Olympische Spelen) meedoet binnen een erkend topsportprogramma.” NOC*NSF is verantwoordelijk voor de voorbereiding, samenstelling en uitzending van Nederlandse teams voor Olympische en Paralympische spelen. Met de Olympische topsportbonden stelt NOC*NSF de nominatie- en kwalificatie-eisen op. Een andere belangrijke activiteit van de afdeling Topsport is het herkennen en ontwikkelen van talenten tot topsporters. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
NSA
Sportadviesbureau NSA heeft ruim tachtig jaar ervaring met het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van projecten op het gebied van (breedte)sport en beweging in verschillende maatschappelijke contexten. Het landelijke sportadviesbureau is gevestigd in Bilthoven en maakt deel uit van Sportservice Noord-Brabant. In totaal werken ruim zestig medewerkers samen in multidisciplinaire teams vanuit zes locaties. De NSA werkt in opdracht van overheden, zoals ministeries, provincies en gemeenten, lokale sportverenigingen en landelijke organisaties zoals NOC*NSF en sportbonden. Daarnaast zijn ze in toenemende mate actief binnen onderwijs, zorginstellingen en andere maatschappelijke organisaties. De NSA zet zich in voor een sport-, beweeg- en leefomgeving waarin je je veilig voelt, waar het leuk is, je jezelf kunt zijn en waar voor iedereen een plek is; binnen verenigingen, in de buurt en op school. Dit realiseert de NSA met een uitgebreid portfolio aan diensten en producten waarmee opdrachtgevers worden ondersteund bij hun vraagstukken op het terrein van onder andere sportkader, vrijwilligers, professionals, leefbaarheid, diversiteit, gezondheid en waarden en normen. NKS De Nederlandse Katholieke Sportstichting is als federatie van katholieke sportbonden opgericht in 1946. Aanvankelijk kenden veel takken van sport een eigen katholieke bond. Zo bestond er de NKS-Voetbal. Tot 1941 organiseerde deze bond haar eigen wedstrijden. Daarna sloot men zich aan bij de KNVB. Zo ging het ook in andere takken van sport. Geleidelijk is de NKS een instituut geworden voor vooral ondersteuning aan sportverenigingen, sportbonden, gemeenten en scholen. Sinds kort is sport COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) en ontwikkelingssamenwerking daaraan toegevoegd.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/9fb774125601f8903acf0249dd3a6c27.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Een van de speerpunten van de NKS is het programma Train de Trainer. De NKS verzorgt jaarlijks verschillende clinics en bijscholingen om de kwaliteit van de trainers te vergroten.
NCS
De NCS is de humanistische levensbeschouwelijke sportkoepel van Nederland. Maar de NCS is bovenal een ledenorganisatie. De leden vormen de kracht en het bestaansrecht van de NCS.
De NCS heeft als doel het ontwikkelen, vernieuwen en uitvoeren van een recreatieve sport- en bewegingscultuur. Zij bevordert sport voor iedereen (ongeacht geslacht, seksuele voorkeur, cultuur, leeftijd en validiteit). Sporters ervaren vrijheid, zingeving of vorming in hun sport. De NCS werkt daarom aan een sociale en humanistische bestuurs- en sportstijl. De NCS biedt ruimte aan iedere sport- en beweegorganisatie die op eigen wijze bijdraagt aan een sociale en gezonde leefstijl.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/f03757b79d06591d8c5d2bf411cb9149.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Doelstellingen: • Het bevorderen van de fysieke gesteldheid, zowel van jongeren als van volwassenen, door het organiseren van ook op het sociaal contact gerichte amateuristische sportbeoefening in zijn veelsoortige vormen, onder nadrukkelijke afwijzing van alle middelen en methoden gericht op kunstmatig en ongezond opvoeren van de sportieve prestaties. • Het bevorderen en het hooghouden van morele waarden in de sportbeoefening, die middel moeten zijn tot vorming en ontspanning, met als grondslag democratische gezindheid, solidariteit en gemeenschapszin. • Het bevorderen van de veelzijdige en culturele uitingen die bij de NCS zijn ontstaan, zoals jeugd- en jongerenwerk, kampwerk en activiteiten van de aangesloten korpsen, alsmede van alle andere activiteiten die gericht zijn op een positieve en sportieve vrijetijdsbesteding.
• Het als erkende, zelfstandige sportkoepel en sportbond nationaal en internationaal samenwerken met gelijkgerichte organisaties op democratische grondslag, teneinde daardoor de sport, de lichamelijke opvoeding en de algemene vorming in de ruimste zin te dienen. • Om in het kader van haar doelstelling haar leden faciliteiten en diensten te verlenen. Opdracht 4 Sportbond (groepsopdracht) Bron - Sportbonden en sportkoepels Deze opdracht kun je het beste in een groepje doen. Maak een keuze voor een bepaalde sportbond. Sluit dit kort met de overige groepjes in de klas, zodat er geen overlap is. Ga naar de website van de gekozen sportbond en beantwoord de volgende vragen: a. Hoeveel leden heeft de bond nu? b. Hoeveel leden had de bond ongeveer tien jaar geleden? c. Wat zijn de missie, visie en doelstellingen van de bond? (Mogelijk is dat niet allemaal te vinden.) d. Met welke taken houdt de bond zich bezig? Opdracht 5 De KNHB (theorieopdracht) Bron - Sportbonden en sportkoepels COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) a. Sportbonden hebben een uitgebreid takenpakket. Wat zijn belangrijke taken van een sportvereniging?
Filmpje - Samenwerking Jeugd Sport Fonds
b. Tot welke taak van een vereniging hoort de samenwerking met het
Jeugdsportfonds? c. Geef argumenten waarom de KNHB deze samenwerking belangrijk vindt.
Opdracht 6 De bondspuzzel (groepsopdracht) Bron - Sportbonden en sportkoepels Deze opdracht kun je in een groepje doen. Knipvel Bondspuzzel a. Op het knipvel staan tien stroken met de tien grootste sportbonden en tien stroken met ledenaantallen. Koppel het aantal leden aan de bijbehorende sportbond. b. Geef voor elke bond aan of het aantal leden de afgelopen jaren gegroeid, gelijk gebleven of gedaald is. c. Zoek de juiste combinatie op in dit thema. Opdracht 7 NOC*NSF (theorieopdracht) Bron - Sportbonden en sportkoepels Website - NOC*NSF a. NOC*NSF heeft de Academie voor Sportkader (ASK). Waarom heeft NOC*NSF deze afdeling en wat heeft ASK te bieden aan bonden? b. NOC*NSF houdt zich ook bezig met gehandicaptensport. Een van de aspecten is de classificatie. Wat houdt dit in en wat is de rol van NOC*NSF hierin? c. Op de website zie je een grote knop met ‘sportparticipatie’. In welke zes onderdelen is de sportparticipatie opgedeeld? Licht ieder onderdeel toe. d. Klik op de knop ‘A t/m Z’ en kies drie onderwerpen uit die je kort toelicht. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Opdracht 8 NSA (theorieopdracht)
Bron - Sportbonden en sportkoepels Website - NSA a. Wat is de visie en missie van de NSA? b. Wat is de werkwijze van de NSA? c. Wat zijn de producten en diensten van de NSA? 10.4 Anders georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport Anders georganiseerde sport Anders georganiseerde sport is alle sportaanbod dat georganiseerd aangeboden wordt buiten de sportverenigingen om. Je kunt hier denken aan: • sportaanbod via abonnementen of entreegelden bij commerciële sportaanbieders, zoals fitnesscentra, zwembaden en maneges • sportaanbod bestaande uit (eenmalige) evenementen, zoals wandeltochten, fietstochten en hardloopwedstrijden, waarvoor geen lidmaatschap nodig is • instanties die niet uitsluitend gericht zijn op aanbieden van sport, maar sport ter aanvulling van de reguliere activiteiten aanbieden (onder andere scholen, wijken, buurten, werkgevers). Hier wordt vooral ingegaan op het aanbod van de commerciële sportaanbieders. De laatstgenoemde sportaanbieders komen in het volgende thema aan de orde. Commerciële organisaties noemen we ook wel profitorganisaties. Dit zijn alle organisaties die een commercieel doel hebben, die gericht zijn op het maken van winst. Organisaties die geen winstdoel hebben, maar een maatschappelijk doel, noemen we non-profitorganisaties. De belangrijkste commerciële sportorganisaties in Nederland zijn: • maneges • sportscholen • zeil- en surfscholen COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • buitensportaanbieders • fitnesscentra
• sportaccommodaties.
Maneges
Nederland telt ongeveer 1000 maneges met een kleine 200.000 klanten. Daarnaast telt Nederland ongeveer 1500 paardensportverenigingen (rijverenigingen). Niet iedereen rijdt in een manege of bij een vereniging, een groot gedeelte rijdt in de vrije natuur. Volgens de laatste gegevens zijn er ongeveer 400.000 mensen die paardrijden. Ongeveer 70% van de paardensporters rijdt recreatief, zo’n 10% rijdt alleen in wedstrijdverband en de rest doet beide. Jarenlang is het aantal paardensporters gestegen, maar de afgelopen jaren is er sprake van een daling. Opvallend is de leeftijd van de mensen die een manege bezoeken: 64% van de bezoekers is jonger dan 30 jaar en de meesten zijn meisjes (82%).
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/ac8b87ae23a1a9aaf4a041bb65b5b431.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
https://www.shutterstock.com/nl/image-photo/riding-girl-training-her-horse-equestrian-1755676148 Paardrijden is een populair tijdverdrijf. Het verhaal van de KNHS Jij en je paard verdienen een eigen bond. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
De KNHS is er voor iedere paardensporter. Of je regelmatig bij de manege rijdt, geniet van alle prachtige ruiterpaden door het Nederlandse landschap, af en toe met een aanspanning rondrijdt, fanatiek wedstrijden rijdt of bezig bent met de voorbereidingen voor de Olympische Spelen in 2028: de KNHS is er voor jou. Omdat er zo veel verschillende paardensporten zijn met nog meer verschillende paardenvragen, werken we vanuit de gedachte dat iedere paardensporter uniek is en recht heeft op zijn of haar eigen KNHS. Bij jouw KNHS vind je de informatie die jou en je paard helpen om op een mooie, veilige en gezonde manier van je sport te genieten. Samen? Samen delen we onze liefde voor paarden. En dat gunnen we iedereen. Bron: www.knhs.nl. Sportscholen Het aantal sportscholen is niet heel gemakkelijk te bepalen. Het hangt ervan af wat je allemaal meetelt als sportschool. Als je de fitnesscentra en dansscholen meerekent, kom je tot een veel groter aantal. Dan heb je het over tussen de 4500 en 5000 sportscholen. In elk geval behoren tot de sportscholen organisaties voor krachtsport, vechtsport, duiksport, zwemmen, tennis en skiën. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) kwam in 2020 tot een totaal van 1315 sportscholen (géén fitnesscentra) met in totaal 350.000 klanten. Zeil- en surfscholen Het aantal zeil- en surfscholen is de afgelopen 15 jaar fors toegenomen. In 2007 telde Nederland 170 zeil- en surfscholen en in 2022 waren dat er al 365. Het aantal klanten is moeilijk te bepalen. Sommige komen voor een cursus, maar veel klanten komen ook voor bijvoorbeeld een bedrijfsuitje. Vooral het kitesurfen doet het de laatste jaren heel goed. Er is een aparte vereniging voor, de NKV (Nederlandse Kitesurf Vereniging). COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Moeten hiervoor rechten worden aangevraagd? Anders bron vermelden: https://www.firmfocus.biz/NL/BI/branche/zeil-en-surfscholen Toename aantal zeil- en surfscholen. De Nederlandse Kitesurf Vereniging (NKV) is de vereniging die zich al tien jaar bezighoudt met de belangenbehartiging van de kitesurfers in Nederland. Waar het kitesurfen zo’n zes jaar geleden als zeer riskant en extreem te boek stond, is door de enorme technische ontwikkelingen, goede scholing en mede het werk van de NKV, de sport voor een breed publiek toegankelijk geworden. De vereniging zag het aantal leden de laatste jaren sterk stijgen. Als vereniging is de NKV uniek. Veel andere watersportverenigingen werken lokaal, het werkgebied van de NKV is heel Nederland! COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/972126feacb6bba666095ffb9c07c7cd.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
https://www.shutterstock.com/nl/image-photo/professional-kiter-makes-difficult-trick-on-1320889664 Buitensportondernemingen Onder de buitensportondernemingen vallen verschillende bedrijven. Sommige bedrijven zijn gespecialiseerd in bijvoorbeeld klimmen of kanovaren. Zo kent Nederland ongeveer 120 klimhallen. Ongeveer de helft is sportgericht en de andere helft recreatief. Andere buitensportbedrijven kennen een breed aanbod van activiteiten. De meeste bedrijven richten zich op drie marktsegmenten: bedrijven, scholen en particulieren. Voor bedrijven verzorgen zij teambuilding, vergaderbreaks of bedrijfsuitjes, voor scholen buitensportactiviteiten of kampen en voor particulieren dagarrangementen of een survivalweekend in de Ardennen. Naast deze drie marktsegmenten onderscheiden buitensportbedrijven zich nog op een ander vlak van elkaar. Binnen de buitensport kan het accent liggen op: • recreatieve buitensport (bedrijfsuitjes, steppen, gps-tochten) COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • instructie en training (klimmen, kanovaren, duiken) • avontuur (hike-survival, canyoning, speleo)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/e87c53200c5153a995a17de1c116a5cd.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
• buitensport als middel (teambuilding, groepswerk).
Strandheem
De mooiste outdoor locatie met heel veel leuke buitenactiviteiten. Een uitje in de buitenlucht begint logischerwijs bij Strandheem, het kloppend hart van de uitjesbranche. Met het aanbod hier beleef je heel wat humor, sensatie en plezier. Van actieve spellen tot rondritten en van sport tot festival, Partycentrum Strandheem biedt uitmuntend vermaak.
Bron: www.hetstrandheem.nl/outdoor/. De brancheorganisatie voor de buitensport is de VeBON (Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland). Volgens de VeBON zijn er ongeveer 750.00 mensen die met regelmaat buitensport beoefenen. In de branche zijn zo’n 150 bedrijven actief, waarvan er 60 aangesloten zijn bij de VeBON. De buitensport had een omzet van ongeveer 90 miljoen euro in 2019. Er zijn ongeveer 3.000 personen werkzaam bij de organisaties die buitensport faciliteren zoals door de VeBON aangegeven. Hierna wordt nog uitgebreider ingegaan op de VeBON. Fitnesscentra Fitness is de meest beoefende sport van ons land. Ongeveer 20% van de bevolking van 12 jaar en ouder doet aan fitness. In 2020 telde Nederland ongeveer 2250 fitnesscentra (CBS). Basic-Fit is met 220 vestigingen de grootste keten in Nederland. In totaal doen ruim 3 miljoen Nederlanders (23% van de Nederlanders van 12 jaar en ouder) aan fitness, waarvan ongeveer 2.4 miljoen lid is van een fitnesscentrum. Bij vrouwen is fitness nog populairder dan bij mannen. Fitness is vooral populair bij jongvolwassenen. Bijna een derde van de klanten is tussen de 19 en 25 jaar en ongeveer een kwart is tussen de 25 en 35 jaar. Slechts 10% van het aantal leden is jonger dan 18 jaar. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Ongeveer 20% doet aan fitness! Aanvankelijk boden de fitnesscentra alleen de mogelijkheid voor krachttraining en training van het uithoudingsvermogen. Er werd gewerkt met allerlei halters en aan allerlei fitnessapparaten. De fitnesscentra hebben zich echter enorm ontwikkeld. Een deel van de ondernemingen is uitgegroeid tot een multifunctioneel bewegingscentrum waar ook andere sporten beoefend kunnen worden en aandacht is voor wellnessactiviteiten. Het aanbod bestaat onder meer uit vrije sporturen voor cardio- en krachtfitness, groepslessen in bijvoorbeeld spinning, bodypump, pilates, poweryoga en bootcamp. Ook is er een wellnessaanbod in de vorm van saunaruimtes, ruimtes met zonnebanken en infraroodcabines. Tot slot neemt de populariteit van mindfulness toe. Yoga is een van de snelst groeiende sporten in Nederland. Voortdurend komen er nieuwe trends bij, zoals piloxing, hathayoga, soulcycle, CXworx, virtuagym en gamification. Fitnesscentra proberen zich in deze concurrerende markt van anderen te onderscheiden: COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/5359d04a74a622da838b914802c21d8c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Urban Gym Group
Keuze als kracht Oprichtster en mede-eigenaar Marjolijn Meijer: “Onze gyms en activiteiten richten zich vooral op de jongere doelgroep. Daar ligt onze kracht: we durven te kiezen voor jongvolwassenen en vormen zo een niche. We zitten op unieke locaties in de grote steden, hebben onze clubs heel vet ingericht en werken met jonge enthousiaste medewerkers die zorgen voor een goede sfeer. De komende tijd willen we vanuit deze kracht verder doorgroeien.” Fitnesstrends 2022 1. bewegen als medicijn 2. onlinetraining 3. draagbare technologie 4. mindfulness 5. high-intensity intervaltraining 6. personal training 7. trainen met eigen lichaamsgewicht 8. buiten trainen 9. hormonaal evenwicht 10. schone, nette sportscholen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
https://www.shutterstock.com/nl/image-photo/highintensity-interval-training-workout-hiit-group-535360561 High-intensity interval training. Op heel veel plaatsen wordt fitness aangeboden, niet alleen in fitnesscentra. Veel recreatiebedrijven, gezondheidsinstellingen, scholen en bedrijven hebben een fitnesscentrum. De branchevereniging voor de fitnessbedrijven is NL Actief. Het is de branchevereniging van de erkende en ondernemende sport- en beweegbedrijven in Nederland. Bij NL Actief zijn zo’n 1000 locaties met in totaal 4,3 miljoen fitnessconsumenten aangesloten. Evenals de buitensportsector richt de fitnessbranche zich op verschillende leeftijdscategorieën en zowel op particulieren als bedrijven. Steeds meer bedrijven in Nederland kiezen voor bedrijfsfitness. Dit gebeurt vooral vanuit economisch oogpunt. Men gaat ervan uit dat een fitte medewerker beter presteert en minder vaak ziek en absent is. Zieke werknemers kosten werkgevers en de overheid jaarlijks miljarden euro’s. Investeren in een gezonde COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) en actieve levensstijl loont, zo blijkt uit onderzoek.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/e764a13bed357335d81660229478810c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Gezonde en fitte werknemers
Fit!Ned bedrijfsfitness is hét netwerk voor gezonde en fitte werknemers. Ontdek het unieke en enige landelijk dekkende netwerk van rijkserkende sport- en bewegingscentra met de beste fitnessprogramma’s. Fit!Ned is een onafhankelijk opererend netwerk van ruim 400 rijkserkende sport- en bewegingscentra in heel Nederland. Deze centra bevinden zich dus altijd in de nabijheid van uw werknemers. Hierdoor zijn zij vrij in hun keuze te sporten en te bewegen in de directe nabijheid van hun werkplek of juist dicht bij in hun woonplaats. Verdiepingsstof - Fitnessbranche Sportaccommodaties Ook sportaccommodaties hebben een breed aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten. Bij sportaccommodaties moet je onder andere denken aan zwembaden, ijsbanen, jachthavens, skihallen en kegel- en bowlingbanen. De sportaccommodaties zijn de laatste jaren flink veranderd. De openluchtbaden zijn vrijwel verdwenen en hebben plaatsgemaakt voor zwemparadijzen. In de zwembaden kun je diverse zwemsporten beoefenen, zoals wedstrijdzwemmen en waterpolo. Naast zwemlessen bieden de meeste zwembaden allerlei fitnessachtige activiteiten aan, zoals aquarobics en aquajoggen. Bovendien kennen zwembaden een uitgebreid programma voor specifieke doelgroepen, zoals baby’s/peuters, senioren, mensen met een beperking en mensen met een migratieachtergrond. De huidige zwembaden zijn geschikt voor recreatief gebruik. Tegenwoordig betekent het zwembad voor veel mensen een dagje uit naar het zwemparadijs, inclusief waterglijbanen, whirlpools, jetstreams, zonnebanken en een sauna. Nederland kent ongeveer 1900 zwembaden, waarvan er 625 openbaar zijn. Het aantal mensen dat maandelijks zwemt is de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven. In 2008 zwommen 1,5 miljoen mensen maandelijks. In 2018 was dat 1.55 miljoen. Vooral ouderen zwemmen maandelijks. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Brancheorganisaties
Zoals bonden belangrijk zijn voor sportverenigingen, zo zijn brancheorganisatiesbelangrijk voor een bepaald commercieel sportaanbod. Als voorbeeld worden twee belangrijke brancheorganisatie besproken: NL Actief (voorheen Fit!vak) en VeBON. NL Actief is de brancheorganisatie voor erkende sport- en bewegingscentra, waarbij je vooral aan fitnessorganisaties moet denken. VeBON is de brancheorganisatie voor buitensportondernemingen. NL Actief NL Actief is de brancheorganisatie voor erkende sport- en bewegingscentra. NL Actief behartigt de belangen van een groot aantal aangesloten fitnesscentra. NL Actief biedt onder andere de volgende diensten aan haar leden aan: • helpdesk financiële, juridische en personeelszaken • landelijke fit- en gezondheidscampagnes • landelijk bedrijfsfitness • rijkserkende opleidingen • belangenbehartiging op politiek en maatschappelijk niveau • marktinformatie fit- en gezondheidsbranche • Fit!magazine. NL Actief NL Actief is de branchevereniging van de erkende en ondernemende sporten beweegbedrijven in Nederland. Bij NL Actief zijn zo’n 1000 locaties met in totaal 2.5 miljoen fitnessconsumenten aangesloten. Daarmee is NL Actief de grootste sportorganisatie van Nederland. NL Actief ontwikkelt en borgt de kwaliteit in de fitnessbranche en draagt eraan bij dat meer mensen aan fitness gaan doen. Doel is om de ontwikkeling, de kwaliteit, de maatschappelijke positie en het succes van de fitnesscentra verder te bevorderen. Om dit te kunnen realiseren, beheert NL Actief de kwaliteitsregisters FITNED.NL (fitnessprofessionals) en VindFitness.NL (sport- en beweegbedrijven). Bron: nlactief.nl. De fitnessbranche heeft zich ontwikkeld tot een professionele en dynamische COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) bedrijfstak. Het vak van fitnesstrainer is meegegroeid met de branche. Er worden steeds hogere eisen gesteld aan de fitnesstrainer. Daarom ziet NL
Actief het als een van haar belangrijkste taken om professionele fitnesstrainers op te leiden. Om de kwaliteit van de fitnesscentra te bewaken, werkt men nauw samen met Stichting LERF. LERF staat voor Landelijke ErkenningsRegeling Fitness. Stichting LERF is een onafhankelijke, door de branche en het Ministerie van VWS opgerichte stichting. Een van deze stichting onafhankelijk keuringsbureau stelt vast of een fitnesscentrum voldoet aan de eisen die aan professionele bedrijven in deze branche gesteld mogen worden. Afhankelijk van het resultaat geeft de stichting twee keurmerken af: keurmerk fitness basis (voldaan aan de minimale eisen) en keurmerk fitness totaal. VeBON De VeBON (Vereniging van Buitensport Ondernemingen Nederland) is de brancheorganisatie voor buitensportondernemers. Aangesloten zijn onder meer bedrijven met activiteiten in Nederland en de Ardennen, sportieve evenementenbureaus, klimcentra en organisaties met actieve reizen. VeBON adviseert en ondersteunt haar leden bij het organiseren van activiteiten of bij het uitvoeren van hun bedrijf. Ook is de VeBON belangenvertegenwoordiger en gesprekspartner voor diverse overheden, veiligheidsinstituten, sportbonden en onderwijsinstellingen. Daarnaast heeft de VeBON het doel om de kwaliteit en veiligheid van de buitensport te verhogen. Aangesloten bedrijven zijn verplicht om te werken volgens vastgestelde afspraken en richtlijnen, die regelmatig worden gecheckt. VeBON-bedrijven hebben klantvriendelijkheid en service hoog in hun vaandel staan. Deelnemers aan buitensportactiviteiten krijgen uitgebreide instructie over het programma, materiaal en de technieken. Veiligheid is hierbij van zeer groot belang. Elk lid is verplicht om met een speciaal veiligheidssysteem te werken dat jaarlijks getoetst wordt door TÜV (onafhankelijke, erkende veiligheidsinstantie). In het belang van de veiligheid zijn alle leden verplicht COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) te beschikken over een deugdelijke ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering. Tot slot werken VeBON-bedrijven zo veel
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/1f96f00e2a03a0d09ee15fda0f1f1eab.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
mogelijk met professionele en deskundige begeleiders. VeBON heeft meegewerkt aan het opstellen van competentieprofielen voor buitensportinstructeurs. Momenteel spant de VeBON zich in om tot internationaal erkende diploma’s te komen. Ongeorganiseerde sport Meeste mensen sporten ongeorganiseerd Ongeorganiseerd sporten is de meest beoefenende manier van sporten voor wekelijkse sporters in Nederland. Bijna de helft (46,9%) van de wekelijkse sporters in Nederland sport een of meer keer per maand via ongeorganiseerd aanbod in de openbare ruimte. Dalende ledenaantallen sportvereniging Mensen die graag sporten doen dat minder vaak via de sportvereniging. Deze ‘anders georganiseerde’ sporters zoeken hun heil bij fitnesscentra, andere commerciële sportaanbieders, wijkcentra, het bedrijf waar ze werken, organiseren het zelf met vrienden en familie en sporten zo alleen op momenten dat het hen goed uitkomt. Vooral volwassenen sporten steeds vaker op deze manier. 14% van de volwassenen sport bij een fitnessaanbieder, 65% sport ongeorganiseerd, alleen of met familie en vrienden. Zo’n 15% sport nog bij de sportvereniging, zo blijkt uit cijfers van het Mulier Instituut. Nog steeds gaan veel kinderen vanaf jonge leeftijd naar een sportvereniging, maar het aantal leden van sportverenigingen daalt. Bron: https://www.allesoversport.nl/thema/beleid/het-veranderende-sportlandschap-en-wat-gemeenten-daarmee-kunnen/ Ongeorganiseerde sport is sportaanbod in de openbare ruimte, waarbij geen sprake is van georganiseerde accommodatie, begeleiding en/of competitie: • aanbod van sportspecifieke faciliteiten in de openbare ruimte, zoals openbare sportvelden van gemeenten of instanties zoals de Johan NL Actief en Krajicek Foundation COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • aanbod van generieke faciliteiten in de openbare ruimte, zoals parken, recreatiegebieden, wandelpaden en fietspaden
• ongeorganiseerde sport kan zowel individuele sportactiviteiten betreffen als sportactiviteiten in groepen zonder formele organisatiestructuur.
Het ongeorganiseerd sporten is de meest laagdrempelige manier van sporten. De overheid wil dan ook graag deze vorm van sporten stimuleren. In het Nationaal Sportakkoord valt het onder de ambitie van een duurzame sportinfrastructuur. Het gaat hierbij niet alleen om zwembaden, sporthallen en clubhuizen, maar ook om het stadspark en het trapveldje in de wijk. Overal waar mensen sporten en bewegen, moeten de voorzieningen op orde zijn.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/6e858ed5f5e0d72be984d4fcbc303662.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B, Ongeorganiseerd sporten groeit. Beweegvriendelijke omgeving Een beweegvriendelijke omgeving (BVO) is een leefomgeving die mensen faciliteert, stimuleert en uitdaagt om te bewegen, spelen en te sporten. Het is een belangrijke taak van gemeenten om de omgeving op deze manier in te richten. Dat kan door wandelpaden, fietspaden, trapveldjes, skatebanen, Cruyff Courts, speeltuinen, beweegtuinen voor ouderen, parken en dergelijke. Er zijn al gemeenten met een buitenfitnesspark. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=88740306&page=1&pos=11&title= Beweegpark in Kesteren. Hierbij is het belangrijk dat deze voorzieningen zowel in fysiek als in sociaal opzicht veilig zijn. Dat betekent onder andere dat ze goed verlicht zijn, waardoor mensen er ook ’s avonds gebruik van maken. Onlangs is een dergelijke beweegvriendelijk inrichting van de omgeving in wetgeving vastgelegd. Omgevingswet In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. Centraal daarin staat het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Het instrumentarium van de Omgevingswet biedt ons veel kansen om de ambities op gezondheidsbevordering te vertalen naar een beweegvriendelijke omgeving. Een belangrijke vraag die een lokale overheid aan zichzelf moet stellen is dan ook: hoe kunnen we onze leefomgeving zo inrichten, dat onze inwoners verleid worden om meer te lopen, fietsen, spelen en sporten? Bron: www.kenniscentrumsportenbewegen.nl/producten/e-book-bouwstenen-van-de-beweegvriendelijke-omgeving/. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/537844949a0c44bf7edb42c59a06ea90.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Er zijn allerlei hulpmiddelen ontwikkeld om tot een beweegvriendelijke omgeving te komen. Zo is er een stappenplan ontwikkeld, een e-boek en een BVO-scan:
Krijg met de BVO-scan op een snelle en simpele manier inzicht in de beweegvriendelijkheid van een buurt, wijk, stadsdeel of schoolplein. Onder de BVO-scan vallen meerdere scans, zoals de Wijkscan en Schoolpleinscan, die antwoord geven op de vraag of inwoners in hun directe leefomgeving voldoende worden gefaciliteerd en uitgedaagd om te lopen, fietsen, spelen en sporten.
Voor de sport- en bewegingsleider is het belangrijk om bij de organisatie van een evenement ook te denken aan het gebruik van de omgeving, zoals schoolpleinen, parken en uiteenlopende gemeentelijke sportveldjes. Op die manier worden deze accommodaties onder de aandacht van de inwoners gebracht.
Opdracht 9 Presentatie commerciële sportorganisatie (groepsopdracht) Bron - Anders georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport Deze opdracht kun je het beste in een groepje doen. a. Bedenk een aantal commerciële sportorganisaties. Verdeel deze organisaties over de groepjes in de klas. b. Elk groepje bereidt een presentatie voor over een commerciële sportaanbieder. Besteed onder andere aandacht aan: • de grootte van de sportaanbieder (bijvoorbeeld aantal maneges, aantal klanten, aantal mensen dat paardrijdt) • het aanbod van de sportaanbieder (bijvoorbeeld recreatie, dressuur of springen) • doelgroepen of kenmerken van doelgroepen waarop de sportorganisatie zich richt (bijvoorbeeld: ruim 80% van de bezoekers van de manege is vrouw/meisje) • trends en ontwikkelingen (nieuwe ontwikkelingen binnen de paardensport, hoe ziet de paardensport er over tien jaar uit, gaat het COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) aantal ruiters in de toekomst stijgen of dalen?).
Bron - Anders georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport Filmpje - Sportcoördinator a. Met welke doelgroepen kun je als trainer/coach (vooral gericht op fitness) werken? b. Wat zijn de belangrijkste werkzaamheden van de trainer/coach? c. Wat spreekt jou aan in deze richting en wat niet? Opdracht 11 NL Actief (theorieopdracht) Bron - Anders georganiseerde sport en ongeorganiseerde sport Website - NL Actief
a. Op de website vind je ‘ondernemersinfo’ ,
‘consumenteninfo’ en ‘opleidingeninfo’. Geef van een van deze drie onderwerpen kort de belangrijkste informatie.
Filmpje - NL Actief b. Waar maakt het filmpje promotie voor? Opdracht 12 Leerdoelen (reflectieopdracht) a. Kijk naar de leerdoelen van dit thema. Beschrijf kort of je de leerdoelen bereikt hebt. Als je niet alle leerdoelen volledig bereikt hebt, geef dan aan op welke manier je dit alsnog kunt doen. b. Vul de beoordeling in. Je kunt de belangrijkste kenmerken van een sportvereniging omschrijven. 1. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) 2. Je kunt het takenpakket van een sportbond beschrijven. 3. Je kent de grootste sportbonden van Nederland.
Je kunt de twee afdelingen van NOC*NSF beschrijven.4. Je kunt de belangrijkste sportorganisaties van de anders georganiseerde sport beschrijven. 5. Je kunt het belang aangeven van de ongeorganiseerde sport. 6. 10.5 Verdiepingsstof - Ontwikkelingen fitnessbranche De vraag naar fitness en sport is groot Opvallend is dat vooral mensen boven de 65 jaar en hogeropgeleiden vaker sporten (bron: Mulier Instituut). Tegelijkertijd neemt het aanbod ook toe, wat zorgt voor verzadiging van de markt en dus druk op de marges. Nu steeds meer buitenlandse fitnessketens onze kant op komen, verwachten we dat deze druk alleen maar toeneemt. Om gezonde marges en dus genoeg winst te behouden, helpt het om te denken in schaalgrootte. Bijvoorbeeld door meerdere vestigingen te openen en daarmee de kosten kunt drukken, door deals te sluiten met leveranciers. We zien dan ook dat het aantal ketens (met meerdere vestigingen) toeneemt. Veel fitnesscentra concurreren voornamelijk op prijs. Slechts enkele bedrijven zijn in staat om op service onderscheidend te zijn. Wel zijn er mogelijkheden voor kleinere boetiekconcepten, waarbij persoonlijke aandacht de onderscheidende factor is. Toekomstbestendige fitnessbedrijven bieden een totaalconcept aan van sporten, voedingsadvies en fysio. Bij voorkeur werken ze dan samen met partners uit de gezondheidszorg, om zo toegevoegde waarde te leveren. Al met al is het belangrijk voor fitnesscentra dat ze een duidelijke positionering hebben. “De vraag naar sport blijft altijd. Daardoor zal de sector zich in 2021 weer volledig herstellen.” Duurzaam fitnessen: hoe doe je dat? COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Fitness is al jaren de meest beoefende sport waarbij de apparatuur natuurlijk het belangrijkste is. Fabrikanten van fitnessapparatuur zijn steeds beter in het
hergebruiken van oude apparaten en materialen voor nieuwe. Ook is er tegenwoordig fitnessapparatuur die alle opgewekte energie van sportende mensen samen direct gebruikt voor bijvoorbeeld de verlichting en airco van het pand. Een win-win: duurzamere energie en lagere energiekosten. Ook is het verduurzamen van vastgoed in de fitnessbranche steeds belangrijker. Duurzame gebouwen zorgen natuurlijk voor minder CO₂-uitstoot en efficiënter gebruik van gas, water, stroom en onderhoud. Veel van de panden zijn echter gehuurd. Een oplossing is dan om met de verhuurder te kijken hoe het pand duurzamer kan. Consumenten zijn tegenwoordig minder trouw aan een fitnesscentrum, waardoor het des te belangrijker is om de juiste afwegingen te maken. Zodra er een goedkoper alternatief is dat makkelijker bereikbaar is, betere apparatuur heeft of meer bij de laatste trends past, stappen mensen over. Voldoe aan de wensen van je leden: optimale service & snel resultaat Aandacht voor gezond leven en meer bewegen is een maatschappelijke trend Een trend waar sportscholen van profiteren. Om aan te sluiten bij de wensen van je leden, is het belangrijk dat je als sportschool inspeelt op sporttrends. Zo zijn outdoor bootcamps en crossfit tegenwoordig helemaal hip. Zorg dat je deze sporten ook aanbiedt om te voorkomen dat je leden overstappen. Ook verwachten consumenten sneller resultaat van het sporten. Vernieuwde apparatuur of individuele trainingsschema’s kunnen hierbij helpen. Verder zien we dat mensen graag willen sporten wanneer het hen uitkomt. Daarom worden ruime openingstijden en flexibele lidmaatschappen of strippenkaarten gewaardeerd. Gemak dient de mens: een app om je sportles te boeken is iets wat je leden verwachten. Net als een overzichtelijke website met informatie over de groepslessen. Gemakkelijke boekingssoftware is essentieel voor sportscholen: het moet simpel en snel zijn. Goed om te weten: automatisch verlengen mag niet meer De afgelopen jaren was er veel ophef over het automatisch verlengen van een abonnement. Met de komst van de Wet Van Dam in 2011 mogen fitnesscentra abonnementen niet meer automatisch en stilzwijgend met dezelfde periode COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) verlengen. Na de eerste contractduur van maximaal een jaar is het abonnement maandelijks opzegbaar.
De Rabobank zit bovenop de cijfers en trends in de fitnessbranche en helpt graag ondernemers bij hun volgende stap. Benieuwd naar die van jou? Neem gerust contact op. Bron: www.rabobank.nl/kennis/s011078817-fitnesscentra-staan-onder-druk-door-corona. 10.6 Verdiepingsstof - Sport en gemeenten WIE ZIJN WIJ Vereniging Sport en Gemeenten ondersteunt gemeenten bij de integrale vormgeving, ontwikkeling en uitvoering van sportbeleid en accommodatievraagstukken. ALS LANDELIJK PLATFORM DOET VSG DIT DOOR: • gemeentelijke belangen te behartigen en in te brengen bij de rijksoverheid, de georganiseerde sport en andere landelijke partners; • een laagdrempelig, rijk geschakeerd en actief netwerk aan te bieden. Gemeenten kunnen elkaar en andere deskundigen op het gebied van sport en bewegen ontmoeten en informatie en kennis uitwisselen; • algemene en innovatieve kennis en informatie over sport en bewegen te bevorderen, ontwikkelen en ontsluiten; • ondersteuning bij de integrale vormgeving, ontwikkeling en uitvoering van sport en beweegbeleid en accommodatievraagstukken te bieden. Vereniging Sport en Gemeenten is een landelijke organisatie, gevestigd in Den Haag. MISSIE Vereniging Sport en Gemeenten is hét platform van gemeenten voor doorontwikkeling en positionering van sport en bewegen als bindend element in de samenleving. Het beleidsterrein ‘Sport en bewegen’ is van groot belang voor het algemeen welzijn van burgers. Sport- en beweegactiviteiten bieden mogelijkheden tot talentontwikkeling, een zinvolle vrijetijdsbesteding, actieve deelname aan de maatschappij en het bevorderen van de gezondheid. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Gemeenten vervullen een belangrijke rol als het om sport en bewegen in Nederland gaat. Als regisseur met voorwaardenscheppend beleid en als financier van de vele sportaccommodaties die ons land rijk is.
Zorgen dat sport- en beweegactiviteiten voor alle burgers toegankelijk, in de buurt aanwezig en veilig zijn, vormen samen met het stimuleren van een gezonde levensstijl, speerpunten. Ook is ‘Sport en bewegen’ een waardevolle partner om doelstellingen op andere beleidsvelden te realiseren, zoals onderwijs, zorg, stedelijke ontwikkeling en citymarketing.
Het brede belang van sport en bewegen vergt blijvende en specifieke aandacht van onze gemeenten. Of het nu gaat om breedtesport of topsport, om georganiseerde of ongeorganiseerde activiteiten, om sport als doel of om sport- en beweegactiviteiten als middel.
Filmpje - Wie of wat is de Vereniging Sport en Gemeenten?
Bron: www.sportengemeenten.nl. 10.7 Begrippen <<Begrippen uit de theorie, inclusief definities>> COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
THEMA 11 HET SPORTAANBOD IN NEDERLAND 2 Inhoud thema • buurt • sportieve recreatie • onderwijs • zorg en welzijn • verdiepingsstof • begrippen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/f73fe02954234ab65f01992353a1a8be.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Nederland kent een veelheid aan organisaties die met elkaar voor een heel divers aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten zorgen. In het vorige thema is het sportaanbod vanuit de vereniging en vanuit een aantal commerciële sportaanbieders aan de orde gekomen. In dit thema worden vier verschillende sportaanbieders besproken die onder de anders georganiseerde sport vallen. Op de eerste plaats komt het lokale sportaanbod aan de orde, dat vanuit de gemeente aangeboden wordt. Dit kun je ook het buurtsportaanbod of het wijkgerichte sportaanbod noemen. De buurtsportcoach speelt hierbij een belangrijke rol. Het werkveld van de recreatie kent eveneens een breed sporten beweegaanbod. Tot slot wordt ingegaan op het aanbod vanuit het onderwijs en vanuit zorg en welzijn.
Relatie met werkproces
Het thema ‘het sportaanbod in Nederland 2’ heeft vooral een relatie met werkproces B1-K2-W1: Bereidt het toernooi of evenement voor.
Leerdoelen
• Je kunt het sportaanbod vanuit de buurt beschrijven. • Je kunt het belang van buurtsport beschrijven. • Je kunt de indeling van sport beschrijven. • Je kunt de aanbieders van sportief-recreatieve activiteiten beschrijven. • Je kunt de kerndoelen en leerlijnen van het bewegingsonderwijs beschrijven. • Je kunt het sportaanbod vanuit zorg en welzijn besschrijven.
11.1 Casus
Opdracht 1 Casus
Sport in de wijk
Breng sport naar de mensen. Dat is het idee achter beweegaanbod in de wijk. “We denken bij sportaanbod snel aan het traditionele verenigingsmodel of commerciële aanbieders als fitnesscentra”, zegt Rita van Driel, voorzitter van de alliantie ‘Sporten en bewegen voor iedereen’ . “Maar voor wie sporten en
bewegen niet vanzelfsprekend is, zijn dat vaak te grote stappen. Het helpt enorm als activiteiten dichterbij komen. Letterlijk: met structureel aanbod in de wijk.” Max, student van de opleiding Sport & Bewegen wordt gevraagd het initiatief te nemen voor het organiseren van een evenement voor de wijk Opperdam in de gemeente Sallingerberg. Hij krijgt het voorgaande stukje tekst over sport in de wijk te lezen. Uiteindelijk moet het evenement hiertoe leiden: een sportaanbod in de wijk. Een groot gedeelte van de wijk Opperdam sport niet of nauwelijks en voelt zich blijkbaar niet aangetrokken tot het huidige sportaanbod en komt ook niet tot zelf georganiseerd sporten. Max mag zelf weten op welke doelgroep hij zich bij dit evenement richt. Filmpje - Sportplezier Suggesties voor het gebruik van de casus Een casus kan op verschillende manieren vormgegeven worden en je kunt er op verschillende manieren gebruik van maken. In dit voorbeeld zijn de vormgeving en aanpak min of meer afgeleid van wat gangbaar is binnen het probleemgestuurd onderwijs. Je kunt gebruikmaken van een binnen dit concept passende aanpak, zoals de achtbaan of de zevensprong. Globale aanpak van de casus 1. Bespreek en bepaal de kern (centrale probleemstelling) van de casus. 2. Verhelder onduidelijke begrippen (door opzoeken, discussiëren). 3. Wat wil jij leren van deze casus? Bepaal een aantal voor jou belangrijke leerdoelen. 4. Werk de leerdoelen uit. 5. Rapporteer de gevonden resultaten. Voorbeelden van sturende vragen bij deze casus Eventueel kun je kiezen voor een meer gestructureerde aanpak en kun je gericht kennisdoelen (reproductief, toepassen) of vaardigheidsdoelen aan de casus koppelen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Kennis
a. Wat is het doel van het wijkgerichte aanbod uit het filmpje? b. Welke takken van sport worden in het filmpje aangeboden? Geef bovendien je mening over dit aanbod. c. In het stukje tekst aan het begin wordt gesteld dat voor veel mensen het een te grote stap is om te gaan sporten of bewegen. Wat zijn denk jij de grootste belemmeringen om deze stap te nemen? d. Wat wordt er bedoeld met ongeorganiseerd sporten? e. Welke groepen sporten het meest ongeorganiseerd? f. Max mag zelf weten op welke doelgroep hij zich richt. Voor welke doelgroep(en) zou jij kiezen? Motiveer je antwoord. g. Met welk aanbod zou jij komen tijdens dit evenement? 11.2 Buurt Sport en bewegen in de buurt In het hele sportbeleid van de afgelopen jaren speelt de buurt een steeds belangrijkere rol. Zo is er het programma Sport en Bewegen in de Buurt en ook uit het Nationaal Sportakkoord blijkt dat de buurt een centrale rol speelt. In dit akkoord gaat het vooral om de inzet van de buurtsportcoach. Het programma Sport en Bewegen in de Buurt stimuleert een actieve leefstijl voor iedereen. De centrale doelstelling van het programma is dat voor iedere Nederlander passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is dat veilig en toegankelijk is. Het stimuleren van mensen tot sport en bewegen moet vooral in de buurt, in de wijk vorm krijgen. Net als gezondheid (Nationaal Preventieakkoord) moet sport en bewegen dichtbij en dus in de buurt te vinden zijn. Doelgroepen Het buurtsportwerk richt zich op alle burgers, maar legt de nadruk op mensen in een achterstandssituatie. Dit kunnen achterstanden zijn op het gebied van gezondheid, onderwijs, opvoeding, sportdeelname en op sociaal-economisch vlak. De activiteiten van de buurtsportcoach zijn dan ook zeker gericht op groepen die van nature minder gericht zijn op sport en bewegen. Zo komen mensen met een chronische aandoening en gezondheidsrisico’s meestal niet uit zichzelf tot bewegen. Ze hebben een duwtje in de rug nodig. Dat kan door hen enthousiast te maken voor een passend sport- en beweegaanbod op de hoek van de straat. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Er worden nog wel doelgroepen onderscheiden. Zo richt de buurtsportcoach zich bijvoorbeeld op ouderen, mensen met een beperking en/of chronische
aandoening en kinderen/jeugdigen uit achterstandswijken. In grote gemeenten is er vaak een bepaalde buurtsportcoach die op komt voor de belangen van een bepaalde doelgroep.
Het aanbod in de buurt
Het aanbod in de buurt is heel divers. Je kunt denken aan schoolpleinen waar vanuit de gemeente na schooltijd sportactiviteiten aangeboden worden. Dit kunnen recreatieve spelen zijn, maar ook sportspelen. In sommige gevallen kunnen de kinderen min of meer elke keer zelf kiezen wat ze willen doen, maar soms is er ook een gestructureerd aanbod. Een aantal weken achterelkaar staat er een bepaalde sport centraal waar de kinderen kennis mee kunnen maken. De bedoeling hiervan is doorstroom naar reguliere sportverenigingen te stimuleren. Vandaar dat dit meestal samen met die verenigingen georganiseerd wordt.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/c0d58694dffbcc3325ef732d374d0efd.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=324372048&page=1&pos=29&title=Christelijke-Jongerenwerk Buurtsport. Sommige gemeenten nemen het initiatief tot het oprichten van een buurtsportvereniging, al dan niet in samenwerking met andere sportaanbieders. Het aanbod is heel divers, van voetbal tot freerunning en COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) yoga. Een belangrijk kenmerk is dat de bewoners zelf meeorganiseren.
Buurtsportvereniging
Mensen met een laag inkomen sporten en bewegen veel minder dan mensen met een hoger inkomen. Ook ligt het percentage mensen dat nog nooit aan sport heeft gedaan in die eerste groep een stuk hoger. Dit terwijl sporten en bewegen juist mensen met een laag inkomen veel voordelen kan opleveren. Omdat zij het liefst in de buurt sporten of bewegen, is het zaak om te komen tot duurzaam aanbod in de wijk, bijvoorbeeld met de BuurtSportVereniging. Bron: Alles over sport (2022). Tot slot richten veel gemeenten zich op ouderen en op mensen met een beperking en/of chronische aandoening. Hier hebben ze dan een gericht aanbod voor. Deze activiteiten kunnen vormgegeven worden vanuit het wijkgebouw, de plaatselijke sporthal, een zorginstelling of op de locatie van een sportaanbieder. In dit geval gaat het meestal om het aanbieden van erkende interventies, zoals Sociaal Vitaal of Elke stap telt. Vrijwel altijd worden deze programma’s samen met andere partners uitgevoerd. De gemeente (buurtsportcoach) kan hierbij de regie hebben. Samenwerking Om het doel te bereiken dat er voor iedereen een passend sportaanbod in de buurt is, moet er goed samengewerkt worden. Bij de bespreking van het aanbod is dit al naar voren gekomen. Het gaat om een goede samenwerking tussen gemeente, de sport, het onderwijs, zorg en welzijn, commerciële sportaanbieders en het bedrijfsleven. Samen met het bedrijfsleven kan de gemeente zich bijvoorbeeld inzetten om werknemers op de fiets naar het werk te krijgen. Het programma Fietsen Scoort is hier een voorbeeld van. Bij de pleintjesactiviteiten is het belangrijk dat deze samen georganiseerd worden met lokale sportverenigingen. Bij activiteiten voor ouderen is het belangrijk om dit samen te doen met bijvoorbeeld een zorginstelling, fysiotherapiepraktijk en fitnesscentrum. De gezonde sportvereniging COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Bij sportvereniging HSV Bravo in Nootdorp komt jong en oud samen om te bewegen. De vereniging heeft bewust gekozen om het nuttige met het aangename te verenigen onder de noemer ‘gezond sporten’ . Koen is als sportbuurtcoach in dienst van de HSV Bravo en gemeente Nootdorp. Hij heeft met steun van het bestuur afspraken gemaakt met de lokale woonzorggroep, het gezondheidscentrum, de cateraar van de kantine, de gemeente en scholen in de buurt. Ook met de ouders van jonge leden zijn afspraken gemaakt over gezond en sportief gedrag op de vereniging. De vereniging heeft drie sportvelden en een gymnastieklokaal waar slim gebruik van wordt gemaakt. Het is Koen gelukt met partijen een gevarieerd sport- en beweegaanbod te verzorgen zodat de velden en de gymzaal eigenlijk nooit leeg zijn. In de ochtend komt de activiteitenclub van woonzorggroep oefeningen doen, in de middag komt de buitenschoolse opvang met kinderen beweegspelletjes doen en’s avonds trainen de oudere kinderen en hun ouders. En in de weekenden vinden de reguliere activiteiten plaats. Samen met de fysiotherapeut en diëtist van het gezondheidscentrum organiseert Koen vier keer per jaar een programma gezond sporten om mensen met overgewicht te begeleiden naar een regulier patroon van gezond eten en bewegen. In samenwerking met de scholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin organiseert Koen ook regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten over sportief en voorbeeldgedrag, pubertijd en weerbaarheid voor jongeren of blessurepreventie. Dit is voor ouders van kinderen, de leden, de partners van HSV Bravo en de verenigingstrainers. Bij HSV Bravo gaan gezelligheid en gezondheid goed samen. Daarom is er ook aandacht voor het serveren van gezonde snacks in de kantine, is water gratis en wordt er langs de lijn en in de kantine niet gerookt. Bron: Aanbiedingsbrief Programma sport en bewegen in de buurt. Opdracht 2 Woordspin buurtsport (groepsopdracht) Bron - Buurt COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Deze opdracht kun je in een groepje doen.
a. Maak een woordspin met in het midden het woord ‘buurtsport’. Om de beurt bedenken jullie woorden die met buurtsport te maken hebben. Zet deze woorden rondom het woord buurtsport en trek lijnen tussen buurtsport en de andere woorden. Als je niets meer weet, mag je passen en gaat je beurt over naar de volgende. b. Bespreek de termen in de woordspin en kom tot een lijstje met onderwerpen die met buurtsport te maken hebben. c. Vergelijk dit lijstje met de lijstjes van je medestudenten. Opdracht 3 Belang buurtsport (theorieopdracht) Bron - Buurt a. Waarom vindt de overheid buurtsport zo belangrijk? Geef zo veel mogelijk argumenten. b. Een van de doelen van buurtsport is het vergroten van de leefbaarheid in een wijk of in een buurt. Op welke manier kan sport en bewegen een bijdrage leveren aan de leefbaarheid? Filmpje - Sportdorp c. Op welke manier probeert Oostkapelle de leefbaarheid te vergroten volgens het filmpje? Opdracht 4 Buurtsport en doelgroepen (theorieopdracht) Bron - Buurt a. Buurtsport richt zich vooral op groepen die te weinig deelnemen aan sporten bewegingsactiviteiten. Welke (doel)groepen zijn dat? b. Kies een doelgroep uit en zoek op internet naar een programma dat gericht is op deze groep. Beschrijf kort het programma. Opdracht 5 Buurtsport meiden (theorieopdracht) COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Bron - Buurt
Filmpje - Buurtsport meiden
a. Voor wie is Buurtsport meiden bedoeld en welke activiteiten worden aangeboden? b. Geef je mening over Buurtsport meiden.
11.3 Sportieve recreatie Het aanbod aan recreatieve vormen van bewegen is groot in Nederland en wordt door uiteenlopende organisaties aangeboden. Je kunt onderscheid maken tussen sportief-recreatieve bewegingsvormen en vormen vansportieve recreatie. Sportief-recreatieve bewegingsvormen Sportief-recreatieve bewegingsvormen kun je als volgt omschrijven: alle sporten bewegingsactiviteiten die tot de recreatiesport en de bewegingsrecreatie behoren, waarbij mensen uit vrije wil en in hun vrije tijd matig tot intensief bewegen vanuit verschillende motieven (plezier, ontspanning, sociale contacten, compensatie, gezondheid). Dominante betekenis sportieve recreatie • ontspanning • ongedwongen • sfeer • zonder (prestatie)druk. Bron: A. Buisman, Sportieve recreatie. Sport- en bewegingsactiviteiten kun je op verschillende manieren indelen. Heel gangbaar is de indeling in topsport, wedstrijdsport en recreatiesport. Soms onderscheidt men ook nog bewegingsrecreatie en spel. De recreatiesport en bewegingsrecreatie vat men ook wel samen in het begrip sportieve recreatie. Deze vormen van sportieve recreatie kun je op een lijn plaatsen met aan de ene kant topsport en aan de andere kant spel. In het volgende schema is dit COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) duidelijk gemaakt.
Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Indeling van de sport. Al deze sport- en bewegingsactiviteiten uit het schema verschillen van elkaar in bijvoorbeeld: • het hanteren van (spel)regels en reglementen • het belang van winnen (wedijvermoment, prestatie-element) • de mate van intensiteit • de samenstelling van de groep (heterogeen, homogeen) • de manier van begeleiden en leidinggeven (ongeleid, met scheidsrechter) • de motieven van sportdeelname • de organisatiegraad (georganiseerd, ongeorganiseerd). Recreatiesporters In Nederland is er een grote groep mensen die sport voor het plezier, de ontspanning, om anderen te ontmoeten, om gezond te blijven of gezonder te worden. Deze groep sporters noemen we de recreatiesporters. Het sporten voor de prestatie en competitie is minder of in het geheel niet belangrijk. Deze sporters hebben niet zozeer de behoefte om beter te worden in een bepaalde sport of hun prestaties te meten met anderen. In veel gevallen staat de beleving centraal. Voor sommigen is dit de beleving van ontspanning, voor anderen kan dat ook juist spanning of inspanning betekenen. Het aanbod van activiteiten loopt enorm uiteen van bewegingsvormen geschikt voor baby’s (zwemmen) tot kwetsbare ouderen. De motieven, wensen en behoeften van de recreanten kunnen behoorlijk uiteenlopen. Het ene groepje wil tijdens het mountainbiken heel rustig aan doen en vooral genieten van de natuur. Het andere groepje zoekt de ontspanning in lekker moe worden op een helling. Voor een passend aanbod COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) is het belangrijk dat de sport- en bewegingsleider inspeelt op de wensen en behoeften van de SB-deelnemers.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/39b370c5cd13039fc46557ea299af384.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
https://www.shutterstock.com/nl/image-photo/women-on-nature-riding-bike-581231557 Moutainbiken voor het plezier. Een belangrijk kenmerk van recreatiesport is dat er geen verplichting is om de officiële spel- en wedstrijdregels te volgen, maar dit kan natuurlijk wel. Bij een recreatief volleybaltoernooi kan volgens de officiële regels gespeeld worden, maar het doel van het toernooi is meer het meedoen dan het winnen. Steeds meer sportverenigingen hebben een recreatieafdeling. Je kunt daarbij denken aan het recreatieteam bij de basketbalvereniging of de recreatielopers bij de atletiekvereniging. Het kan zijn dat recreatiesporters op een door hen gekozen moment willen sporten, al of niet onder begeleiding van een sportleider. Hierbij kun je denken aan fitness, zwemmen maar ook aan pleintjesvoetbal en schaatsinstuiven. Er zijn recreatiesporters bij wie het plezier van het spel en het bewegen centraal staat. Het goed aanleren van een techniek van een bepaalde sport is dan vrijwel niet aan de orde. Ook zijn er geen verplichtingen in de zin van trainingen en competities. Instuif Elke eerste woensdagmiddag van de maand worden in de sporthal door het welzijnswerk in samenwerking met de gemeente skate-instuiven georganiseerd voor kinderen van groep 7 en 8 van de basisschool. Tijdens de skate-instuif kunnen de kinderen op muziek vrij rondskaten. In het midden van de zaal is rollerhockey. En er is een vaardigheidscircuit. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/dee39eefeb53edbb2415a200bcebf525.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Verdiepingsstof - Belevingswerelden van de recreant
Aanbieders van sportief-recreatieve activiteiten
Het werkveld van de sportieve recreatie is heel breed. Vrijwel elke sportaanbieder heeft ook een recreatief aanbod. Je vindt hier een opsomming van deze aanbieders en welke activiteiten ze aanbieden op recreatief gebied. Daarna wordt ingegaan op twee belangrijke, nog niet besproken aanbieders: de dag- en verblijfsrecreatie en evenementenorganisaties.
Recreatieaanbieders:
• sportverenigingen (meestal een uitgebreid aanbod voor vooral de jongste en de oudste leeftijdsgroepen, denk aan het grote aantal loopgroepen bij atletiekverenigingen) • gemeenten, buurt (spelinstuiven, pleintjesactiviteiten, recreatievoorzieningen als playgrounds, trapveldjes en beweegtuinen) • zwembaden (vrijzwemmen, subtropische zwembaden, aqua leisure-activiteiten) • buitensportbedrijven (mountainbiken, boogschieten, high rope-parcours, hikesurvival) • maneges (recreatief paardrijden in of buiten de manage) • wintersportorganisaties (ijshallen en skibanen met een recreatief aanbod variërend van vrij schaatsen en skiën tot gericht recreatief aanbod) • watersportbedrijven (recreatief zeilen, surfen, kitesurfen, kanovaren). COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=408294269&page=2&pos=36&title= Dag- en verblijfsrecreatie Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen dag- en verblijfsrecreatie. Het verschil zit in de tijdsduur. Bij verblijfsrecreatie is sprake van minimaal één overnachting. Een veelgebruikte omschrijving van verblijfsrecreatie is: verblijfsrecreatie of verblijfstoerisme is een vorm van recreatie waarbij de recreant voor een bepaalde tijd, maar minstens een nacht, in het recreatiegebied of de toeristische plaats verblijft. Dagrecreatie is een vorm van recreatie die niet langer duurt dan een dag. Personen die deze vorm van recreatie doen, noemen we dagjesmensen. Aanbieders van dagrecreatie: • attractieparken • dierentuinen • zwembaden • buitensportbedrijven • wintersportorganisaties • watersportbedrijven COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • gemeenten (recreatiegebieden, wandelpaden, fietsroutes)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/60c697abde32f1dca7d024a7a48e54d0.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
• musea.
Aanbieders van verblijfsrecreatie: • campings • bungalowparken, vakantieparken • attractieparken • hotels, pensions.
Nederland kent een aantal grote organisaties die een groot aantal recreatieparken in beheer hebben. Roompot, Center Parcs en Landal GreenParks zijn de grootste aanbieders. De afgelopen jaren hebben deze bedrijven nog fors geïnvesteerd in uitbreiding. Er is een groeiende vraag naar groepshuizen, bijzondere accommodaties (bijvoorbeeld woonboten en boomhutten) en luxe (zwembad, sauna en kinderanimatie).
Overname?
Ruim een jaar geleden (2021) kondigde Roompot aan dat het Landal GreenParks wilde overnemen. Roompot heeft 214 parken en beheert 17.000 vakantieaccommodaties en Landal heeft 120 parken en beheert 15.000 vakantieaccommodaties. Roompot realiseert circa 13 miljoen overnachtingen en Landal ongeveer 11 miljoen. Qua omzet gaat het bij beide partijen om ongeveer 400 miljoen euro.
Het merendeel van deze parken kent een uitgebreid aanbod van recreatieactiviteiten voor jong en oud. Je kunt hierbij denken aan zwembadactiviteiten, buitensportactiviteiten, fitness en wellness.
Roompot Beach Resort Op Roompot Beach Resort zijn talloze Leisure & Entertainment activiteiten te ondernemen, zowel binnen als buiten. Zo kun je met het hele gezin een potje minigolf spelen of samen bowlen op de bowlingbaan. Er is een trampoline en diverse speeltuinen. Binnen is er een indoor speeltuin en een recreatieruimte COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) voor kinderen van alle leeftijden. Hier vinden ze onder andere een Chill-ruimte,
pooltafel en dartborden. Natuurlijk is Koos ook aanwezig op ons park voor de kleine gasten en er worden diverse sport- en spelactiviteiten georganiseerd waaraan je gratis kunt deelnemen. Bovendien bevindt zich op het strand Movement Sports; een wind- en kitesurfschool die een breed aanbod aan watersport- en strandactiviteiten biedt, zoals natuurlijk windsurfen en kitesurfen maar ook activiteiten zoals Bumperball, SUPPEN of wakeboarden. Bron: www.roompotbeachresort.nl/het-park/faciliteiten/leisure-entertainment. Rechten voor aanvragen. Bron: https://www.roompotbeachresort.nl/het-park/faciliteiten/leisure-entertainment Evenementenorganisaties Nederland kent tal van evenementenorganisaties. Op sommige terreinen, zoals de organisatie van dancefestivals, is Nederland in de wereld toonaangevend. Hier gaat het alleen om de bureaus die zich met sportieve evenementen bezighouden. Het merendeel van deze evenementenorganisaties richt zich op drie doelgroepen: • bedrijven • onderwijs COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) • particulieren.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/729b73d184bff663de5d7ed5cc84519e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Voor deze drie groepen is er een gericht aanbod. Bij bedrijven kun je denken aan sportieve bedrijfsuitjes (beachvolleybaltoernooi, stadswandeling, quadrijden, kitebuggyen).
Voor het onderwijs kan het gaan om een kennismaking met nieuwe recreatiesporten als bossaball, stepcrossen en BMX. Daarnaast zijn voor het onderwijs recreatieve watersport- en buitensportactiviteiten nog steeds interessant.
Tot slot is er een aanbod voor particulieren. Hier gaat het om feestjes en verjaardagen. Zo hebben veel recreatieve sportaanbieders een speciaal programma voor kinderfeestjes. Bij verschillende wintersportaanbieders kun je bijvoorbeeld een arrangement boeken bestaande uit skiën, sleetjerijden en iets eten.
Nog een activiteit van de meeste sportevenementenbureaus is de verhuur van sport- en spelmaterialen, zoals luchtkussens, spelpakketten en zeskampmateriaal.
Event Team Event Team is een sportief evenementenbureau dat sportieve evenementen organiseert voor bedrijven en particulieren. Event Team verzorgt het evenement van a tot z. Neem meteen contact met ons op en vraag naar de mogelijkheden. Wat doen wij als sportief evenementenbureau zoal? Event Team is een sportief evenementenbureau dat zich gespecialiseerd heeft in het organiseren van sportieve activiteiten die voornamelijk aan de Nederlandse kust plaatsvinden. Bovendien kunnen wij ook sportieve evenementen organiseren in de Belgische Ardennen. Als sportief evenementbureau staan wij voor leuke, spannende en spectaculaire evenementen die naadloos aansluiten bij uw wensen. Wij organiseren sportieve evenementen voor groepen vanaf 5 personen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Event Team is jong, flexibel, enthousiast en bovenal klantgericht is. Bij ons is het belangrijk dat wij organiseren wat u zoekt en wij als sportief evenementenbureau proberen altijd het ‘wauweffect’ te vinden of te creëren. Bron: www.event-team.nl. De recreant als eigen ondernemer Een steeds groter wordende groep mensen geeft de voorkeur aan ongeorganiseerd sporten. Ze hebben hier geen sportaanbieder voor nodig. Een groot aantal sporten wordt in toenemende mate ongeorganiseerd beoefend: wandelen, fietsen, hardlopen, zwemmen, skaten, skiën, surfen, zeilen en paardrijden. Brancheorganisatie recreatie Tot voor kort was de brancheorganisatie voor de recreatie de RECRON. De RECRON en de HISWA (watersport) zijn een aantal jaren geleden samengegaan en vormen nu HISWA-RECRON. Het is een brancheorganisatie voor bedrijven in de watersport- en recreatiesector. Deze organisatie is er dus voor bedrijven, ondernemers en niet voor consumenten. HISWA-RECRON is de ondernemersorganisatie van bedrijven in de watersport en recreatie. HISWA-RECRON ondersteunt, verbindt en promoot haar leden: watersportbedrijven en recreatiebedrijven in Nederland. Als ondernemersorganisatie behartigen we de belangen van deze bedrijven op regionaal, nationaal en internationaal niveau. HISWA-RECRON: Is een resultaat- en klantgerichte netwerkorganisatie met persoonlijke aandacht voor leden Is de woordvoerder en belangenbehartiger voor leisure, recreatie, jachtbouw en watersport Is een kenniscentrum voor ondernemers maar ook voor overheid en onderwijs COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Is een kwaliteitsmerk voor overheid, ondernemers, consumenten en werknemers Werkt aan professionalisering van de arbeidsmarkt Onze speerpunten Wat zijn onze beleidsthema’s? Die hebben we gevat in vijf speerpunten: leefomgeving, duurzaamheid, wet- en regelgeving, kwaliteit en positionering. Opdracht 6 Uitingsvormen sport en bewegen (groepsopdracht) Bron - Sportieve recreatie Knipvel - Sporten en Bewegen COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/3ed9b415735c788b4977d4d4c8a50eb1.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Graag aanpassen in stijl van flexibele pipeline S&B en elk woord met een hoofdletter plaatsen. En toevoegen als pdf. Op het knipvel staan vijf kaartjes met daarop: wedstrijdsport, bewegingsrecreatie, topsport, spel en recreatiesport. a. Leg deze vijf kaartjes in een logische volgorde. b. Bedenk met elkaar argumenten waarom dit een logische volgorde is. c. Deze vijf vormen van sport en bewegen verschillen op een groot aantal COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) punten van elkaar. Wat zijn de verschillen? d. Wat zijn de kenmerken van sportieve recreatie?
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/102afa37211f2dc2bf6260a4594662db.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Opdracht 7 Recreatieaanbieders (theorieopdracht)
Bron - Sportieve recreatie a. Maak een lijstje met recreatieaanbieders. b. Vergelijk dit lijstje met het lijstje van een of meerdere medestudenten en vul eventueel je eigen lijstje aan. c. Maak een keuze voor een van de recreatieaanbieders en beschrijf van deze aanbieder zo compleet mogelijk het recreatieaanbod. d. Vergelijk de recreatieaanbieder die je hebt uitgewerkt met een of meer medestudenten die een andere aanbieder uitgewerkt hebben. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen in het aanbod? Opdracht 8 Verblijfsrecreatie (theorieopdracht) Bron - Sportieve recreatie a. De verblijfsrecreatiebranche in Nederland kent een groot aantal ketens. Noteer drie bekende parkketens in Nederland. b. Beschrijf van een van de parkketens uitgebreid het recreatieaanbod. c. Binnen elke branche zie je bepaalde trends en ontwikkelingen. Stel dat je door een van de ketens benaderd wordt met de vraag met welke trends en ontwikkelingen de parken te maken krijgen. Wat is dan je antwoord? Opdracht 9 Sportieve recreatie in jouw gemeente (theorieopdracht) Bron - Sportieve recreatie Gemeente Assen en sportieve recreatie De gemeente Assen wil meer sportieve recreatieactiviteiten, ook voor mensen die nog weinig of niet sporten. Sportactiviteiten voor allerlei doelgroepen (jongeren, ouderen, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een beperking) en in de wijken (sportbuurtwerk) zijn heel belangrijk. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
a. Wat vind jij van het aanbod en de mogelijkheden van sportieve recreatieactiviteiten in jouw gemeente? b. Wat is het aanbod in jouw gemeente? c. Voor welke doelgroepen is er wel of niet voldoende aanbod? d. Hoe zou je de sportieve recreatieactiviteiten binnen jouw gemeente kunnen stimuleren? Waar liggen binnen jouw gemeente mogelijkheden? 11.4 Onderwijs Het sport- en beweegaanbod binnen het onderwijs Binnen het onderwijs wordt op de eerste plaats bewegingsonderwijs aangeboden. Maar dat is niet het enige sportieve aanbod wat de meeste scholen bieden. Veel scholen kennen ook een sportaanbod. Dit kan tijdens de reguliere lesssen aangeboden worden, maar ook naschools. Er bestaan tal van initiatieven, zowel in het primair onderwijs (basisonderwijs) als binnen het voortgezet onderwijs. Binnen het voortgezet onderwijs kennen veel scholen zogenaamde sportklassen. Dit wordt ook wel door scholen gebruikt om sportieve kinderen aan te trekken. Er bestaan geen duidelijke kaders voor de inrichting van deze sportklassen. Het gebeurt dan ook op verschillende manieren. In veel gevallen maken de jongeren kennis met een veelheid van sporten waarbij samengewerkt wordt met lokale sportaanbieders, zoals sportverenigingen. Ook doen veel scholen mee aan programma’s als de Sportiefste School of de Gezonde School. Ieder jaar organiseert de KVLO samen met NOC*NSF en Kenniscentrum Sport & Bewegen de verkiezing ‘Sportiefste School van Nederland’. Dit initiatief moet scholen aanzetten om extra aandacht aan sport en bewegen te bieden. Sporten op eigen beweegniveau Elk kind zich laten ontwikkelen, past goed in de montessorivisie. Zoals schoolleider Stephan Haukes de jury vertelt: “We willen gezonde burgers afleveren aan de maatschappij en sport en bewegen is daar een heel onderdeel in. We willen dat onze leerlingen hun hele leven lang graag bewegen. En daarom kijken we goed samen naar wat goed bij elk kind past. Zodat ze blijven sporten en niet allemaal op hun 14e en 15e de sport inwisselen voor een bijbaantje.” COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Sporten op het eigen beweegniveau helpt daarbij, legt Wilbert uit. “Ook sluiten we daarmee beter aan op de sportwereld, die overal naar niveau is georganiseerd. Het bewegingsonderwijs op school was georganiseerd naar cognitieniveau. Wij vroegen ons af: kan dat ook anders? En dat kon.” Wat niet wil zeggen dat het geen uitdaging is. Wilbert: “Wij gaan hiermee dwars door alle roosters heen. Het bleek te ingewikkeld om leerlingen alléén maar gymles op hun eigen niveau te geven.” Binnen het programma van de Gezonde School is er naast aandacht voor gezonde voeding ook aandacht voor bewegen. In totaal kent het programma vijf thema’s. Het basisonderwijs kent allerlei programma’s gericht op een extra aanbod aan sport en bewegen, zoals de Gezonde School, de Gezonde Basisschool van de Toekomst, Fit & Vaardig op school. Daarnaast zijn er allerlei initiatieven om kinderen meer te laten sporten en bewegen. Gelukkig gebeurt dit steeds meer, zowel tijdens als na schooltijd. Na schooltijd kan dit ook ingevuld worden met een sportieve buitenschoolse opvang. Dit gebeurt onder andere door de Sport bso. Binnen de zogenaamde Brede scholen en de Integrale Kindcentra (IKC) wordt er samengewerkt met andere sectoren, waaronder de sport en is hier extra aandacht voor. Sport en bewegen naast het bewegingsonderwijs Scholen kunnen sport en bewegen voor de leerlingen aanbieden tijdens schooltijd en buiten schooltijd. De meeste schoolleiders zijn van mening dat alle scholen naast de lessen bewegingsonderwijs andere beweegvormen moeten stimuleren (90%). 6% vindt dat geen verantwoordelijkheid voor scholen en 4% heeft geen mening. Tijdens schooltijd organiseren nagenoeg alle scholen (96%) beweegmomenten/energizers tussen of tijdens de lessen, hoewel de frequentie nogal uiteenloopt (figuur 6.1). Ruim een derde past vrijwel dagelijks beweegmomenten in het lesrooster in (36%). Het aandeel scholen dat wekelijks COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) of dagelijks beweegmomenten inpast (73%) is duidelijk gestegen ten opzichte
van 2017 (58%, niet in figuur). De meeste scholen nemen deel aan de Koningsspelen (94%) en organiseren minimaal jaarlijks sportkennismakingslessen of sportclinics (93%). Beweeginterventies op school, zoals The Daily Mile of Beweegwijs, worden relatief weinig gebruikt en weinig frequent uitgevoerd. Drie op de tien scholen maken gebruik van beweeginterventies (30%), een op de tien minimaal wekelijks (10%). Graag namaken in de stijl van de flexibele pipeline S&B. Rechten aanvragen. Anders bron vermelden: Bron: https://www.kennisbanksportenbewegen.nl/ Bewegingsonderwijs Kerndoelen Als leraar of docent bewegingsonderwijs kun je in het onderwijs niet doen waar je zin in hebt of alleen doceren wat jou belangrijk lijkt. Er zijn voor het primair en het voortgezet onderwijs doelen beschreven waaraan gericht gewerkt moet worden. Dit zijn de zogenaamde kerndoelen. Met kerndoelen worden in het onderwijs de hoofdlijnen aangegeven van een bepaald onderdeel van bijvoorbeeld rekenen of bewegingsonderwijs. Een kerndoel geeft aan COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) waar het onderdeel over gaat en wat het belangrijkste daarbij is. Vervolgens
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/9844e853f300194eeff6c325c53c28b3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
worden de kerndoelen uitgewerkt in leerlijnen. Een leerlijn is een uitwerking van de algemene kerndoelen naar concrete doelen die omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen.
Voor de volgende leergebieden zijn er kerndoelen aangegeven: • Nederlands • Engels • rekenen en wiskunde • oriëntatie op jezelf en de wereld • kunstzinnige oriëntatie • bewegingsonderwijs • Fries (geldt alleen voor scholen in Friesland).
Bewegingsonderwijs
Voor het bewegingsonderwijs op de basisschool zijn de volgende kerndoelen beschreven: 1. De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 2. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden.
Om deze doelen te bereiken doen leerlingen in het bewegingsonderwijs diverse bewegingsactiviteiten, zodat ze een ruim bewegingsrepertoire opbouwen. Om dit brede scala te garanderen, werken de meeste basisscholen volgens twaalf leerlijnen: • balanceren • klimmen • zwaaien • over de kop gaan • springen • hardlopen • mikken • jongleren • doelspelen • tikspelen • stoeispelen • bewegen op muziek.
https://www.anpfoto.nl/search.pp?pictureid=442524228&page=1&pos=9&title= Bewegingsonderwijs op de basisschool. Karakteristiek van het bewegingsonderwijs op de basisschool Kinderen bewegen veel en graag. Dat zien we bijvoorbeeld op het schoolplein tijdens het buitenspelen van de kleuters. Het behouden van die actieve leefstijl is een belangrijke doelstelling van dit leergebied. Om dat doel te bereiken leren kinderen in het bewegingsonderwijs deelnemen aan een breed scala van bewegingsactiviteiten, zodat ze een ruim‘bewegingsrepertoire’opbouwen. Dat repertoire bevat motorische aspecten, maar ook sociale vaardigheden. Leerlingen ervaren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen in aansprekende bewegingssituaties. Het gaat daarbij om bewegingsvormen als balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek. En om spelvormen als tikspelen, doelspelen, spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken, jongleren en stoeispelen. Vanuit dit aanbod zullen kinderen zich ook kunnen oriënteren op de buitenschoolse bewegings- en sportcultuur en de meer seizoengebonden bewegingsactiviteiten. De meeste bewegings- en sportactiviteiten worden COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) gezamenlijk ondernomen en dus is het nodig om te leren afspreken wat de
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/d19ddaba8fd5ce5123339909665df8f7.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
regels zijn, hoe die na te leven en wie welke rol speelt. Verder hoort daarbij elkaar helpen, op veiligheid letten, elkaars mogelijkheden respecteren en eigen mogelijkheden verkennen. Het is eigen aan ‘bewegen’ dat er plezier aan te beleven valt. Dat plezier is van groot belang voor een blijvende deelname aan bewegingsactiviteiten. Bron: De Koninklijke Vereniging voor Lichamelijke Opvoeding (KVLO). Voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs zijn zes kerndoelen geformuleerd voor bewegen en sport. Hierbij gaat het om een brede oriëntatie op verschillende soorten bewegingsactiviteiten: 1. De leerling leert zich, mede met het oog op buitenschoolse beoefening, op praktische wijze te oriënteren op veel verschillende bewegingsactiviteiten uit gevarieerde gebieden als spel, turnen, atletiek, bewegen op muziek, zelfverdediging en actuele ontwikkelingen in de bewegingscultuur, en daarin de eigen mogelijkheden te verkennen. 2. De leerling leert met uitdagende bewegingssituaties zijn bewegingsrepertoire uit te breiden. 3. De leerling leert de hoofdbeginselen van de bewegingsactiviteiten op eigen niveau toe te passen. 4. De leerling leert tijdens bewegingsactiviteiten sportief te zijn, rekening te houden met de mogelijkheden en voorkeuren van anderen, en respect en zorg te hebben voor elkaar. 5. De leerling leert eenvoudige regelende taken te vervullen die het mogelijk maken zelfstandig en samen met andere leerlingen bewegingsactiviteiten te beoefenen. 6. De leerling leert door deel te nemen aan praktische bewegingsactiviteiten de waarde van het bewegen voor de gezondheid en het welzijn kennen en ervaren. Waarschijnlijk komt er in 2023 een herziening van deze kerndoelen. Consequentie sportaanbod De leerdoelen geven aan dat leerlingen binnen het basisonderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs kennis moeten maken met een COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) veelheid aan sport- en bewegingsvormen. De bewegingscultuur in Nederland is heel divers. Er worden de meest uiteenlopende sport- en bewegingsvormen
beoefend. Hier moeten kinderen op voorbereid worden. Ook bij de kerndoelen van het voortgezet onderwijs gaat het om een brede oriëntatie. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die kennis hebben gemaakt met een veelheid aan sporten bewegingsvormen in hun latere leven meer blijven sporten dan kinderen die dat niet hebben. Verdiepingsstof - Sport in de brede school Opdracht 10 Kerndoelen (groepsopdracht) Bron - Onderwijs Deze opdracht kun je in een groepje doen. Het onderwijs heeft drie belangrijke functies: het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor participatie in de samenleving. De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving, staan vastgelegd in de zogenaamde kerndoelen. De kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Scholen mogen zelf bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen. Kerndoelen zorgen ervoor dat kinderen zich in hun schoolperiode blijven ontwikkelen en ze garanderen bovendien een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. Daarnaast dienen de kerndoelen als referentiekader voor (publieke) verantwoording. a. Wat zijn de drie functies van onderwijs? b. Op welke manier kan het bewegingsonderwijs een bijdrage leveren aan alle drie deze functies? c. Wat zijn kerndoelen? d. Wat zijn de voor- en nadelen van het werken met kerndoelen? COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Opdracht 11 Leerlijnen (theorieopdracht)
Bron - Onderwijs a. Binnen het bewegingsonderwijs wordt gewerkt met leerlijnen. Wat is een leerlijn? b. Welke leerlijnen zijn er? c. Wat is het voordeel van het werken met leerlijnen? Filmpje - Gymles Filmpje - Touwzwaaien en mikken d. Aan welke leerlijnen wordt in dit filmpje gewerkt? Opdracht 12 Kerndoelen bewegingsonderwijs (groepsopdracht) Bron - Onderwijs Deze opdracht kun je in een groepje doen. De kerndoelen van het bewegingsonderwijs zijn: 1. De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 2. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Leg aan elkaar uit wat deze twee kerndoelen betekenen in de praktijk. a. Wat betekent‘op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur’? COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) b. Wat zijn de ‘hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen’?
c. Hoe bereik je dat leerlingen op een respectvolle manier deelnemen aan bewegingsactiviteiten? d. Wat wordt bedoeld met ‘reguleren’? Opdracht 13 Kerndoelen in de praktijk (theorieopdracht) Bron - Onderwijs Website - Leraar 24 Op de website van Leraar 24 kun je lezen dat in het bewegingsonderwijs vier elementen belangrijk zijn: 1. bewegen verbeteren 2. bewegen regelen 3. gezond bewegen 4. bewegen beleven. Op de website kun je van elk element een filmpje vinden. Kies een element uit dat jij belangrijk vindt. Bekijk het filmpje en geef een korte omschrijving van dit element. 11.5 Zorg en welzijn Veel sportaanbieders binnen zorg en welzijn Sport en bewegen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de gezondheid en het welzijn van mensen. Daarom wordt aan vrijwel iedereen, dus ook ouderen of mensen met een beperking, de mogelijkheid geboden om deel te nemen aan sport- en bewegingsactiviteiten. Vanuit verschillende zorg- en welzijnsorganisaties wordt sport en bewegen aangeboden. Dat varieert van een zorginstelling voor mensen met een verstandelijke beperking tot bijvoorbeeld een stichting maatschappelijke werk en welzijn. De zorg- en welzijnsorganisaties worden apart besproken, maar in feite is dat onderscheid niet meer zo scherp. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Bij het organiseren van een evenement is de kans groot dat je samenwerkt met een of meerdere zorg- en welzijnsorganisaties. Daarom is het handig om te weten wat voor sportaanbod deze organisaties kennen.
Het werkveld van de zorg Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking
Mensen met een verstandelijke beperking maken gebruik van verschillende werk- en/of dagbestedingsvormen en van verschillende woonvormen (van zorginstelling tot begeleid zelfstandig wonen). Meestal wordt er onderscheid gemaakt tussen het aanbod wat de bewegingsagogie biedt en wat er aan meer recreatieve sport- en bewegingsactiviteiten wordt gedaan. Veel instellingen beschikken over zowel een gymzaal of sporthal als een zwembad.
Sporten Het is zaterdagmiddag. Je doet je sportkleren aan, want je gaat sporten. Elke week doe je een andere sport. Vandaag is het basketbal. Lekker rennen. Je scoort 2 keer. Je hebt lol met de andere spelers. Moe en tevreden ga je weer naar huis. Welke sport jij wil doen in je vrije tijd spreken we af met jou en jouw ouders. Woon je bij ons dan staan die afspraken in jouw persoonlijk plan. Via telefoon of e-mail houden we contact met je ouders. Natuurlijk kunnen ze bij het sporten komen kijken. Minimaal één keer per jaar praten we samen over jouw persoonlijk plan. Als jij dat goedvindt, kunnen jouw ouders jouw dossier bekijken. Zo weten ze altijd hoe het met je gaat. Bron: www.sheerenloo.nl/vrije-tijd/sporten. Zorg voor mensen met een lichamelijke beperking Voor mensen met een lichamelijke beperking geldt ongeveer hetzelfde. Je hebt zowel dagopvang (activiteitencentra) als 24-uurs zorg. Revalidatiecentra bieden meestal beide mogelijkheden. Het aanbod is breed en afhankelijk van de problematiek van de revalidant. Er zijn speciale sportprogramma’s om mensen die revalideren door te laten stromen naar het reguliere sportaanbod. Een voorbeeld hiervan is het programma Revalidatie, Sport en Bewegen. Dit is een beweeg- en sportstimuleringsprogramma voor mensen met een lichamelijke beperking en/of chronische ziekte. Het programma richt zich op COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) het structureel aanbieden van beweeg- en sportactiviteiten aan revalidanten
tijdens en na het revalidatieproces. Hiermee wordt de revalidant vanaf het revalidatieproces gestimuleerd om bewegen en sporten tot een vast en blijvend onderdeel van zijn/haar dagelijkse leven te maken.
Filmpje - Revalidatie, Sport en Bewegen
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/4d432cf53187ca85ac2b036ce0d02cec.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Revalidatie, Sport en Bewegen. Zorg voor mensen met een psychiatrische aandoening Binnen de sector Geestelijke Gezondheidszorg heb je te maken met mensen met psychiatrische aandoeningen. Deze mensen kunnen depressief, angstig of verward zijn en kunnen hun problemen zelf niet oplossen. Vrijwel elke psychiatrische instelling heeft bewegingsagogen en/of sportleiders in dienst die een uiteenlopend aanbod van sport- en bewegingsactiviteiten bieden. Je kunt hierbij denken aan spelsporten, racketspelen en fitness. Een deel van de instellingen beschikt over een zwembad. Ouderenzorg Verpleeg- en verzorgingshuizen kun je indelen in instellingen die gericht zijn op ouderen met een lichamelijke (somatische) aandoening en op instellingen die gericht zijn op ouderen met dementie. Door de vergrijzing is dit is een sterk groeiende groep. Je ziet steeds meer de combinatie van wonen en zorg. Zo heb je onder andere serviceflats, zorgappartementen, verpleeghuizen, zorghotels, aanleunwoningen en kangoeroewoningen. Ook deze instellingen kennen een breed aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten. Steeds meer instellingen beschikken bovendien over een beweegtuin voor ouderen. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
60+ fitness
Dat bewegen gezond is, weten we allemaal. Maar hoe doe je dat op een goede en prettige manier? Als je ouder wordt of je lichamelijke gezondheid wat achteruitgaat, is het soms moeilijk om een passende beweegactiviteit te vinden. Bij ons kunt u deelnemen aan fitnessgroepen in een veilige omgeving en onder begeleiding van een gediplomeerd therapeut. Bewegen is gezond Wanneer u regelmatig beweegt, voelt u zich fitter en energieker. Het draagt bij aan uw gezondheid en u verbetert uw balans. Daarnaast kunt u gemakkelijker ontspannen en bent u beter bestand tegen stress. 60+ fitness is er voor iedereen die graag in beweging wil zijn. Onder begeleiding van een fysiotherapeut of oefentherapeut, beweegt u met leeftijdsgenoten op uw eigen niveau en werkt u aan uw persoonlijke doelen. Graag rechten aanvragen. Bron: https://magentazorg.nl/revalidatie-behandeling/behandeling-therapie/60+fitness COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/97c1f9d23823b8062070a4daf3a30125.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Jeugdzorg
In Nederland wordt het stelsel van de jeugdzorg geregeld in de Jeugdwet. Die wet bepaalt dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor alle vormen van jeugdzorg en jeugdhulp. De jeugdzorg moet zich richten op: • het versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en jongeren, hun ouders en sociale omgeving • het bevorderen van de opvoedcapaciteiten van ouders en de sociale omgeving • preventie en vroegsignalering • het tijdig bieden van de juiste hulp op maat • effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen. Tot de jeugdzorg behoren: • Jeugd & Opvoedhulp • Jeugdbescherming • Jeugdreclassering • Geestelijke gezondheidszorg voor jeugd (jeugd-ggz) • Zorg voor jeugd met een licht verstandelijke beperking (jeugd-lvb). Dergelijke organisatie kennen meestal geen specifiek sport- en beweegaanbod. Dat behoort ook niet direct tot de taken. In een jeugd-ggz-instelling is er meestal wel een dergelijk aanbod. Overige zorginstellingen Tot de zorginstellingen horen ook fysiotherapiepraktijken (paramedische zorg) en ziekenhuizen. Ook deze organisaties kennen een breed aanbod aan sporten bewegingsactiviteiten. Ze richten zich met name op mensen met bepaalde (chronische) aandoeningen. Zo kennen veel fysiotherapiepraktijken programma’s voor mensen met obesitas. Het werkveld van welzijn Ook op dit terrein zijn veel organisatie werkzaam. Welzijnsorganisaties zijn (gemeentelijke/gesubsidieerde) organisaties die diensten leveren aan ouderen en andere doelgroepen in wijken en buurten, bijvoorbeeld via opbouwwerk, ouderenwerk, jeugdwerk, mantelzorgondersteuning of algemeen maatschappelijk werk. Welzijnszorg richt zich op personen of groepen die omwille van een of ander probleem onvoldoende mee kunnen doen COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) (participeren) in de samenleving. Bij welzijn gaat het niet om zorg, maar om ondersteuning.
Sport en bewegen bij SMWO
SMWO levert verschillende diensten op het gebied van sport en bewegen. In samenwerking met de gemeente Goes, het CIOS, sportverenigingen, het onderwijs en verzorgingscentra organiseert SMWO allerlei activiteiten voor jong en oud. Het doel is mensen (weer) in beweging te krijgen, te verbinden en te inspireren, zodat ze in hun eigen sportieve kracht komen te staan! Naast bewegen is vooral het plezier om samen bezig te zijn belangrijk. Breedtesport is zeer divers en laagdrempelig: het is iedere vorm van sport en spel die niet onder topsport valt. Bijvoorbeeld: • naschoolse activiteiten • organiseren van evenementen voor jong en oud • advies op maat en begeleiding bij sportkeuze • sport kennismakingsactiviteiten • valpreventie voor ouderen. Jeugd en jongeren Met de sport- en beweegactiviteiten van‘Plezier in de buurt’ben je in beweging, maak je kennis met verschillende sporten, leg je contact met anderen en ontwikkel je jouw talenten. De activiteiten vinden na schooltijd of in de avond plaats op vrije inloop. Deelname is geheel gratis en op eigen risico. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
Graag rechten aanvragen. Bron: https://www.smwo.nl/dienstverlening/sport-en-bewegen Opdracht 14 Zorgorganisatie (groepsopdracht) Bron - Zorg en welzijn Verdeel de verschillende zorgorganisaties over een aantal groepjes in de klas. Bestudeer één zorgorganisatie en ga daarbij vooral in op het aanbod aan sporten bewegingsactiviteiten. Opdracht 15 Welzijnsorganisatie (theorieopdracht) Bron - Zorg en welzijn a. Ga op zoek naar een welzijnsorganisatie uit jouw woonplaats, gemeente die ook een sportaanbod verzorgt. Noteer het belang van sport en bewegen die de organisatie heeft. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) b. Beschrijf het aanbod aan sport- en bewegingsactiviteiten van deze welzijnsorganisatie.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/8d9eb2fcbafc306d5da7874a8ff20c59.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Opdracht 16 Leerdoelen (reflectieopdracht)
a. Kijk naar de leerdoelen van dit thema. Beschrijf kort of je de leerdoelen bereikt hebt. Als je niet alle leerdoelen volledig bereikt hebt, geef dan aan op welke manier je dit alsnog kunt doen. b. Vul de beoordeling in. Je kunt het sportaanbod vanuit de buurt beschrijven.1. Je kunt het belang van buurtsport beschrijven.2. Je kunt de indeling van sport beschrijven.3. Je kunt de aanbieders van sportief-recreatieve activiteiten beschrijven. 4. Je kunt de kerndoelen en leerlijnen van het bewegingsonderwijs beschrijven. 5. Je kunt het sportaanbod vanuit zorg en welzijn beschrijven. 6. 11.6 Verdiepingsstof - Belevingswerelden van de recreant Recreanten laten zich niet simpel meer indelen op grond van bijvoorbeeld leeftijd of achtergrond. Een aantal jaren geleden heeft de brancheorganisatie voor de recreatie, RECRON, de zogenaamde leefstijlsegmentatie bedacht. Uit onderzoek blijkt dat deelnemers aan recreatieve activiteiten in te delen zijn in vier categorieën of vier belevingswerelden. Deze vier belevingswerelden hebben een eigen kleur: rood, blauw, groen en geel. De vier werelden zijn ontstaan door alle recreanten in te delen op basis van twee assen (horizontaal en verticaal). 1. De sociologische dimensie (horizontale as) geeft aan in welke mate men op zichzelf (individu of ego) of op zijn/haar omgeving (groep) is gericht. Mensen aan de egokant zijn meer individualistisch: de eigen doelen en ambities worden als het belangrijkste gezien, en zijn de leidraad voor hun COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
gedrag. Ze hebben behoefte aan waardering, erkenning of goedkeuring door anderen. Mensen aan de groepkant passen zich makkelijker aan en richten zich op de sociale omgeving. Erbij horen geeft voldoening. 2. Met de psychologische dimensie (de verticale as) wordt onderscheid gemaakt tussen een meer extraverte of open houding naar de samenleving en een meer introverte of afsluitende houding. Graag rechten aanvragen. Bron: https://beroepsonderwijs.hiswarecron.nl/ De vier belevingswerelden van de recreant. De vier belevingswerelden • rode wereld: zoekt avontuur, cultuur en sportiviteit. Men wil eropuit trekken, actie en avontuur beleven en de eigen horizon verbreden. • blauwe wereld: zoekt rust en ontspanning, wil nieuwe dingen zien en bijkomen. Genieten in een luxe omgeving is noodzakelijk voor een doelgroep die graag pronkt en showt. • groene wereld: zoekt rust en ontspanning en wil door een dagje weg de dagelijkse sleur doorbreken en zich terugtrekken uit de dagelijkse beslommeringen. • gele wereld: stelt dagjes weg gelijk aan lekker eten en genieten. Tijdens de vrijetijdsbesteding wil men gezellig samen zijn met vrienden. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Bron: www.recron.nl.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230120080002-0b080fc6e6875ec4c2e56bcd4491017e/v1/2667420f1037ab6d9a56a5961466ddc3.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
11.7 Verdiepingsstof - Sport in de brede school
Brede school en sportverenigingen kunnen elkaar versterken, denkt het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Dayenne L’abée en Dorien Dijk, medewerkers van het NISB, leggen uit waarom en hoe. Gemeenten hebben zowel goede argumenten als sturende mogelijkheden om sportverenigingen te betrekken bij bredeschoolactiviteiten. We noemen er drie: 1. Groot, nieuw publiek Het belangrijkste argument voor sportverenigingen om bij te dragen aan bredeschoolactiviteiten is dat zij daardoor in korte tijd een groot aantal potentiële belangstellenden bereiken. Bovendien komen sportverenigingen dankzij de brede school in contact met andere bevolkingsgroepen, voor wie bijvoorbeeld atletiek of honkbal nog onbekende fenomenen zijn. In het kader van de sportpromotie zijn zulke contacten nuttig. Sport vanuit de bredeschoolgedachte bereikt bovendien jongeren die anders verstoken zouden blijven van sport. Vooral islamitische meisjes krijgen over het algemeen niet snel toestemming bij een club te sporten. Tegen activiteiten op school hebben hun ouders vaak geen bezwaar. Sport binnen de schoolcontext lijkt de enige weg om die meisjes aan het sporten te krijgen. Wel moet benadrukt worden dat sportactiviteiten op scholen niet zozeer op korte termijn veel nieuwe leden opleveren, maar meer op lange termijn dat effect hebben. 2. Imago De actieve deelname aan bredeschoolactiviteiten draagt bij aan de naamsbekendheid van een vereniging. Voor een aantal sportverenigingen voert dat belang zelfs verder. Die vinden het hun maatschappelijke plicht om iets terug te doen voor de gemeenschap, die via gemeentelijke subsidies de sportvereniging steunde. Voor sportverenigingen is het nuttig direct of indirect bij gemeentelijke activiteiten betrokken te zijn. In de praktijk blijken contacten tussen brede scholen en sportverenigingen via bijvoorbeeld gemeentelijke sportconsulenten te verlopen. 3. Ondersteuning van de gemeente Het belangrijkste knelpunt voor deelname van sportverenigingen aan bredeschoolactiviteiten blijkt de beschikbaarheid van sporttechnisch kader. COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Sportverenigingen draaien voor het overgrote deel op vrijwilligers, die vaak pas na 18.00 uur beschikbaar zijn. Brede scholen zoeken juist naar activiteiten
meteen na schooltijd of zelfs tijdens de gewone schooluren. Gemeenten beschikken over middelen om de beschikbaarheid van het benodigde sporttechnische kader te vergroten, bijvoorbeeld door bij te dragen aan de opleidingskosten van sporttechnisch kader in ruil voor regelmatig terugkerende activiteiten voor brede scholen. In Groningen en Enschede worden id-baners, die in dienst van sportverenigingen zijn, bijgeschoold tot recreatiesportleiders. Gemeenten kunnen ook de bijdragen van sporttechnisch kader van sportverenigingen‘kopen’, door in ruil lagere huurprijzen voor accommodaties te berekenen of meer subsidie toe te kennen voor de aanschaf van nieuw materiaal. Verenigingen kunnen zelf ook creatief zijn met het beschikbaar stellen van sporttechnisch kader aan scholen, bijvoorbeeld door gebruik te maken van ALO- of SB-stagiairs die namens een sportclub activiteiten voor scholen ontwikkelen. Binnen een aantal sportbonden kunnen verenigingen met te weinig eigen kader gebruikmaken van zogenaamde STK-medewerkers. Dit SportTechnisch Kader wordt door bonden uitgezonden en helpt als vliegende keeper her en der in het land namens sportverenigingen bij onder meer schoolactiviteiten. 11.8 Begrippen <<Begrippen uit de theorie, inclusief definities>> COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
INDEX
A
Acceptabel .................................. 336 Actief luisteren ............................ 245 Afvalsysteem ................................. 27 Agenda ........................................ 282 AIDA-formule .............................. 138 Allergie ........................................ 345 Appellerend aspect. ................... 240 Arbeidsomstandighedenwet ..... 366 Arbeidsovereenkomst ................ 364 Arbowet ....................................... 366 Argumenten ................................ 287 Autoriteit ..................................... 287
B
Begroting .................................... 387 Betoog ......................................... 287 Betrekkingsniveau ...................... 234 Beweegrichtlijnen ...................... 202 Brancheorganisatie .................... 455 Brede school ............................... 487 Briefing ........................................ 370 Budget ......................................... 390 Buurtsport ........................................ Buurtsportcoach ........................ 469 Buurtsportvereniging ................. 470
C
Cao .............................................. 365 Causaal ....................................... 289 Cliché .......................................... 289 Clusteren ..................................... 152 Coderen ...................................... 223 Collectieve arbeidsovereenkomst ............ 364 Commercieel ......................... 56, 421
Communicatie ............................ 221 Competitiesysteem ...................... 36 Complementair .......................... 346 Consensus ................................... 302 D Dagdraaiboek ............................. 114 DAU-formule ............................... 336 Decoderen .................................. 224 Delegatie ..................................... 302 Delegeren .................................... 372 Democratisering ......................... 185 Demografische ontwikkelingen .. 175 Doelgroepsegmentatie .............. 137 Donateur ..................................... 429 Doorvragen ................................. 255 Dubbele vraag ............................ 254 E Economische impact .................. 120 Educatief ..................................... 192 Enquête ....................................... 117 Evenement .................................... 52 Expressie ..................................... 231 Expressieve aspect ..................... 240 F Factuur ........................................ 395 Feedback .................................... 221 G Generaliseren ............................. 289 Gesloten vragen .......................... 253 Groepscohesie ............................ 352 COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie)
H
Halve competitie .......................... 36 Hele competitie ............................ 36 Huishoudelijk reglement ........... 425
I
Ik-boodschap .............................. 264 IKC ............................................... 487 Imago .......................................... 134 Immigratie .................................. 178 Inclusief ....................................... 197 Individualisering ......................... 183 Inhoudsniveau ............................ 234 Integraal Kindcentrum ............... 487 Integratie .................................... 183 Interview ..................................... 116
K
Kerndoelen ................................. 488 Kernkwaliteit .............................. 344 Klantgerichtheid ......................... 399 Klantvriendelijkheid ................... 398 KVLO ............................................ 486
L
Leerlijn ........................................ 489 Lichaamstaal .............................. 231
M
Marktsegment ............................ 449 Migratieachtergrond .................. 172 Missie ........................................... 438 Multiculturele samenleving ....... 172
N
Netwerken .................................. 315 Niet-wedstrijdgerichte vormen .... 15 Non-verbale communicatie ....... 229 Notuleren .................................... 282
O
Offerte ......................................... 393 Ontgroening ................................ 177 Ontvanger ................................... 221 Open instuif .................................. 22 Open vragen ............................... 253 Overdrachtsrapportage ............. 378 P Papegaaien ................................. 258 Parafraseren ............................... 258 Persbericht ................................. 137 Poulesysteem ............................... 31 Pr ................................................. 134 Pr-doelen .................................... 136 Pr-middelen ................................ 137 Primair onderwijs ....................... 486 Prioriteiten .................................. 193 Profitorganisatie ........................ 445 Promotie ....................................... 54 Public relations ........................... 134 Publieksgroepen ........................ 137 R Raamagenda .............................. 283 Reflecterende vraag ................... 254 Relationele aspect ...................... 240 Ridiculiseren ............................... 289 Rondvraag .................................. 284 Roulatiesysteem ........................... 34 RSO-norm ................................... 204 Ruis .............................................. 225 S Seksuele intimidatie .................. 439 Selectief luisteren ....................... 226 Social media ............................... 146 Sociale kaart ............................... 310 COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Spin-off ....................................... 120 Sportbond ................................... 434
Sportcultuur. .............................. 198 Sportieve recreatie ..................... 474 Sportinfrastructuur .................... 197 Sportkoepel ................................ 423 Sportraad .................................... 153 Statuten ...................................... 425 Suggestieve vraag ...................... 254 T Teamrol ....................................... 345 Tevredenheidsonderzoek .......... 113 Traditie .......................................... 54 U Uitdaagsysteem ............................ 24 Unanimiteit ................................. 302 Urgent ......................................... 371 V Valkuil ......................................... 344 Verbale communicatie ............... 228 Verblijfsrecreatie ........................ 478 Vergrijzing ................................... 176 Verkleuring .................................. 178 Visualiseren ................................. 335 W W.v.t.t.k. ...................................... 284 Wat verder ter tafel komt ........... 284 Websurvey .................................. 115 Wedstrijdformaliteiten ............... 374 Wedstrijdgerichte vormen ........... 15 Werkbespreking .......................... 369 Z Zakelijke aspect .......................... 239 Zapgedrag ................................... 186 Zender ......................................... 221 COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (met conceptbeelden en zonder taalredactie) Zondebok .................................... 350