2 minute read
De anatomie van de bloem
O’Keeffes close-up schilderijen van kleurrijke bloemen in bloei
sara kers - Wie aan de lente denkt, denkt aan bloemen. Kleurrijke bloemen die in bloei staan. Tijdens de lente wordt het warmer, de dagen langer, de bomen groener en de insecten komen weer tevoorschijn. Lammetjes worden geboren en er worden nestjes gebouwd, de natuur toont haar vruchtbaarheid. Ook mensen krijgen last van lentekriebels en als de zon begint te schijnen zet men graag de bloemetjes buiten. De lente wordt gevierd. En door de effecten die de lente heeft op de natuur en de mens wordt de lente geassocieerd met vruchtbaarheid. De bloemenschilderijen van Georgia O’Keeffe werden ook geassocieerd met de vruchtbaarheid en het vrouwelijk geslachtsdeel. Echter, dit was nooit O’Keeffe’s intentie.
Advertisement
De Amerikaanse kunstenaar Georgia O’Keeffe (1887-1986) is vooral bekend om haar close-up en grootschalige bloemenschilderijen, die ze vanaf het midden van de jaren twintig tot de jaren vijftig schilderde. Alfred Stieglitz, de echtgenoot van O’Keeffe die haar kunstwerken bekend maakte onder het brede publiek, ging voor het eerst in de jaren 1920 in op de theorie dat de schilderijen de vulva van een vrouw vertegenwoordigen. O’Keeffe ontkende met klem de Freudiaanse interpretaties van haar bloemenschilderijen, maar Stieglitz bleef zijn vrouw tegenspreken in de betekenis van haar schilderijen. O’Keeffe experimenteerde met het afbeelden van bloemen in haar middelbare schooltijd. Haar leraar legde uit hoe belangrijk het was om de bloem te onderzoeken voordat je hem tekende. Dus O’Keeffe hield de bloem op verschillende manieren vast, legde verschillende perspectieven van de bloemen vast en creëerde ook studies van slechts een deel van de bloem. Tijdens dit proces tekende ze de bloem eenvoudig. Na haar middelbare schooltijd stopte ze een tijdje met tekenen en schilderen, maar de technieken die ze had geleerd kwamen van pas toen ze weer begon. Ze had geleerd dingen op een andere manier te zien en vanuit verschillende perspectieven te kijken. Dit is duidelijk terug te zien in haar werk. Halverwege de jaren twintig begon O’Keeffe met het maken van grootschalige schilderijen van natuurlijke vormen van dichtbij, alsof ze door een vergrootglas werden gezien. Het strand in Maine was vooral invloedrijk in haar ontwikkeling van bijgesneden close-upbeelden. Ze kreeg een ongekende acceptatie als vrouwelijke kunstenaar uit de beeldende kunstwereld vanwege haar krachtige grafische afbeeldingen. Afbeeldingen van kleine bloemen die het canvas vullen, suggereren de onmetelijkheid van de natuur en moedigen kijkers aan om anders naar bloemen te kijken. Zelf zegt o’Keeffe in het voorwoord van de catalogus voor een tentoonstelling van haar werk dat een iedereen veel associaties heeft met een bloem. “You put out your hand to touch the flower — lean forward to smell it — maybe touch it with your lips almost without thinking — or give it to someone to please them. Still — in a way — nobody sees a flower — really — it is so small — we haven’t time — and to see takes time, like to have a friend takes time.” Ook zegt ze dat als ze de bloem zou schilderen precies zoals ze hem ziet, het niemand zou opvallen. Daarvoor is het te klein, daarom schildert ze wat ze ziet, maar dan groot en opvallend. Het zal mensen verbazen, volgens O’Keeffe, en zelfs de drukke New Yorker zal de tijd nemen om te kijken naar de bloemen zoals zij ze ziet.
Desondanks O’Keeffe’s manifestatie werd haar visie op de bloemenschilderijen verworpen door feminis-