3 minute read
Lastige lentekriebels
haye heida – De lente is weer begonnen, en wat is het toch fijn! Wakker worden met het getjilp van vogels, de zon die ’s ochtends door de ramen naar binnen gluurt en ’s avonds nog een poosje langer blijft; dikke winterjassen die we steeds vaker aan de kapstok kunnen laten hangen wanneer we naar buiten gaan. Helaas gaat deze lentekoorts voor velen ook gepaard met minder aangename symptomen. Wanneer de temperaturen stijgen en de natuur in bloei staat, hebben miljoenen mensen jaarlijks last van prikkende ogen, afgeknepen luchtwegen en onophoudelijke niesbuien. Je zou denken dat de naam van de pollenallergie, hooikoorts, al zeer oud is en dat er op het platteland al eeuwen over de aandoening wordt gesproken. Opvallend genoeg had niemand er tot op twee eeuwen geleden van gehoord.
Op 16 maart 1819 gaf Dr. John Bostock (1773-1846) in Londen een lezing aan de Royal Medical and Chirurgical Society over zijn onderzoek naar ‘‘a periodical affection of the eyes and chest’’, waarbij hij de leden van het medische genootschap inlichtte over de geschiedenis en de symptomen de seizoensgebonden aandoening. De 46-jarige arts had al sinds zijn kindertijd last van de aandoening, en zijn onderzoek waarin hij de casus behandelde van een patiënt genaamd ‘‘JB’’ ging dan ook duidelijk over hemzelf. Alle behandelingen die hij had geprobeerd om de pijn van ‘‘zijn patiënt’’ te verlichten, waaronder het nemen van een koud bad, zelfopgewekt braken, bloeden en zelfs het gebruiken van opium kwamen aan de orde in de
Advertisement
verhandeling. Niets had gewerkt.
Bostocks onderzoek werd zodoende gedreven door een zeer persoonlijke motivatie. Naast het verlangen naar een remedie had hij ook de behoefte om kennis te verspreiden over de aandoening waar hij aan leed. De komende negen jaar hieropvolgend ging Bostock op zoek naar lotgenoten, waarbij hij 28 gevallen tegenkwam die voldeden aan de criteria (aanzienlijk weinig gevallen dus, vergeleken met het huidige aantal hooikoortspatiënten). In 1828 kwam hij met een meer gedetailleerd verslag van de aandoening, waarin hij het de vrijblijvende naam catarrhus aestivus gaf, ‘zomer catarre’. Bostock was er namelijk van overtuigd dat de aandoening werd veroorzaakt door iets dat in de zomer gebeurde. Andere medici bleven sceptisch. Huisartsen uit Londen, Edinburgh en Liverpool deden Bostocks ondervindingen van de hand als een ‘‘abnormale reeks van symptomen’’. Niemand van hen was soortgelijke symptomen tegengekomen tijdens hun werk.
Het onderzoek van Bostock uit 1819 had in de afgelopen negen jaar echter grote belangstelling gewekt bij het grote publiek, waardoor de aandoening bekend kwam te staan als ‘hooikoorts’. Zo merkte de dokter op dat ,,With respect to what is termed the exciting cause of the disease, since the attention of the public has been turned to the subject […] an idea has very generally prevailed, that it is produced by the effluvium [geur] from new hay.’’ Bostock was het hier niet mee eens. Hij legde de oorzaak van de terugkerende aandoening bij het verblindende zonlicht en de uitputtende hitte van de zomer. Toen hij drie zomers op rij een huis op een klif in de buurt van Ramsgate nabij Kent huurde, verminderde zijn symptomen zodanig dat het was alsof hij de ziekte had overwonnen.
In de negentiende eeuw waren zeelucht en zeebaden langzamerhand een modieuze remedie aan het worden voor zo ongeveer alle denkbare kwalen, en velen volgden het voorbeeld van Bostocks jaarlijkse uitstapjes naar de kust. In 1873 zou Dr. Charles H. Blackley uit Manchester, ook een hooikoortspatiënt, na vele experimenten uiteindelijk tot de conclusie dat hooikoorts ontstaat door het inademen van pollen. Op zijn patiënten en op zichzelf bracht hij door inademing of inenting in de huid, het stuifmeel van maar liefst 35 verschillende plantensoorten aan, waarbij meerdere soorten de typische hooikoortssymptomen produceerden. Door op zichzelf te experimenteren ondervond Blackley dat zonlicht en hitte niet hetzelfde resultaat teweegbrachten. Hoewel allerlei allergiepillen de klachten dezer dagen enigszins kunnen verminderen, is er tot op heden nog geen definitieve remedie tegen hooikoorts ontdekt. Een paar weekjes vertoeven aan het strand daarentegen, zal voor de meesten niet verkeerd klinken. d