Zien (Mei 2022)

Page 3

OPTISCHE ILLUSIE - 3

De filosofie van de optische illusie

Indie Rood - We weten allemaal wat een illusie is, een schijnbare werkelijkheid of een onjuist beeld van werkelijkheid. Je ziet iets wat er niet is, of toch wel? Als we aan illusies denken, denken we meestal aan een illusionist, de truc met de duif die uit de hoed komt kennen we allemaal. Het is toch fascinerend hoe illusies werken, maar hoe kwam het eigenlijk tot stand? Filosofen hebben al in het jaar 450 voor christus geprobeerd het fenomeen uit te leggen met mogelijke theorieën. Je denkt er niet snel bij na, maar ook illusies hebben een geschiedenis dat begint met twee Griekse filosofen.

Dit is een optische illusie waar onze zintuigen de illusie creëren. Het lijkt alsof het beeld beweegt, maar dit is niet zo.

H

et fenomeen waar we iets zien wat er eigenlijk niet is was bekend in het Oude Griekenland. De verklaringen van waarom het fenomeen gebeurde startte een debat tussen de filosofen in die tijd; het werd een groot debat waar veel theorieën werden gediscussieerd. Sommigen waren het eens met elkaar, zoals Protagoras en Aristoteles, anderen hadden hun eigen theorie om het fenomeen op een andere manier te verklaren. Het zou nog vele eeuwen duren voor er overeenstemming ontstond over de werking van de optische illusie. Er zijn twee filosofen die het debat van de illusie voeren, Protagoras en Epicharmus. Deze twee mannen hebben allebei een idee over hoe een illusie werkt, maar verklaren het op een andere manier. De filosoof Protagoras legde uit dat de zintuigen worden gebruikt om een plaatje te krijgen van de realiteit. Ze zorgen ervoor dat we de omgeving kunnen zien. Hierdoor kan de omgeving iets laten zien wat er niet is. Luchtspiegelingen zijn een voorbeeld hiervan; als het erg warm is buiten, zijn er vaak golven te zien boven het asfalt. Het lijkt erop alsof er verderop een plas water is, maar het zijn hittegolven die van het asfalt omhoogkomen. Dit komt door het verschil in temperatuur, waardoor het zonlicht anders gereflecteerd wordt door de lucht. Protagoras zegt hierbij dat we illusies zien omdat de omgeving ons voor de gek houdt. Aristoteles, een bekende Griekse filosoof, is het eens met Protagoras. Het vertrouwen op onze zintuigen is groot, omdat we zo de activiteiten kunnen doen die we elke dag uit voeren. Aristoteles voegt er wel aan toe dat het makkelijk is om onze zintuigen te verwarren, zoals de illusie van het plas water op het asfalt in de hitte. Deze theorie van Aristoteles geeft meer steun aan de theorie van de filosoof Epicharmus. Hij legt uit dat de zintuigen hun eigen illusie creëren, en dat de omgeving er niks mee te maken heeft. Dit gaat in op de theorie van Protagoras. De Griekse geleerde

Plato had een middengrond gevonden in de theoriën van de anderen. Hij verklaart dat de geest van de mens en de zintuigen samen moeten werken voor de illusie om te werken. Deze vier filosofen hadden moeite met het accepteren van elkaars theorie over de optische illusie. Aristoteles heeft uiteindelijk besloten dat zowel Epicharmus en Protagoras gelijk hadden; het was zowel de omgeving als de zintuigen die de illusie creëren. Beide filosofen hadden een waarheid in hun theorieën van een optische illusie zitten. De zoektocht naar een verklaring voor de optische illusie lag na het debat onder de Griekse filosofen eeuwenlang stil. Het werd weer opgepakt rond de 19e eeuw door psycholoog Johannes Müller. Johannes Müller was een Duitse psycholoog die experimenteerde met de zintuigen, dat sensorische fysiologie genoemd word. Hij was vooral bezig met de zintuigen van mensen en dieren; in zijn boek Handbuch verklaarde Müller dat de verschillen tussen sensorische kwaliteiten niet ligt aan de omgeving, maar aan de situatie waar de zintuigen zich in bevinden. Hiermee ligt Müller dichter bij de theorie van Epicharmus, waar de illusie word gecreëerd door de zintuigen zelf. De Engelse filosoof George Berkelyhad dezelfde theorie ook onderzocht, maar ging het niet verder onderzoeken zoals Müller en had het alleen als een theorie verklaard. Optische illusies is nog steeds een lastig onderwerp in de wetenschap. Er zijn veel theorieën en essays geschreven met mogelijke verklaringen. Door de jaren heen heeft de technologische vooruitgang het makkelijker gemaakt om illusies te onderzoeken en experimenten uit te voeren. Hierdoor is flinke vooruitgang geboekt in het debat dat al begon in het jaar 450 voor christus. Veel wetenschappers en filosofen, hebben dezelfde theorie ondersteund, namelijk dat de zintuigen zelf een illusie creëren, en niet de omgeving. Dit zou een mogelijke definitie zijn van wat een illusie is; onze zintuigen creëren een beeld, een illusie. d EINDELOOS JAARGANG 25, NR. 7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.