Inhoudsopgave
COLOFON
Haye Heida
Rutger Hoekstra
Silvio Algra
Suzanne Nellestijn
Opmaak
Lauren Hermans
Drukwerk
Speed-o-Print, Amsterdam
Redactie
Anna van Schouten
Bart van Oostrom
Christiaan Velzeboer
Emma van Benthem
Gina Verhagen
Iris
Isabel Linnartz
Isabelle Mouissie
HOOFDREDACTIONEEL
Lieve lezers, Brood, het schijnt al te bestaan sinds de prehistorie en kan daarom gerust het oer-voedsel van de mens worden genoemd. Nog altijd is brood een essentieel onderdeel in ons dagelijks leven. Je kauwt erop tijdens het ontbijt, je ziet in de pauze een medestudent eentje van de AH verorberen of je slaat na het uitgaan er een met kroket achterover. Om die reden staat dit thema al een heel lang op het verlanglijstje van Eindeloos. Speciaal voor deze maanden van bezinning, met feesten als Pesach, Pasen, Suikerfeest en hemelvaart, zal Eindeloos rijkelijk het brood uitdelen.
Brood wordt niet alleen al sinds mensenheugenis gegeten, maar ook het religieuze aspect van brood is al eeuwen oud.
Isabel Linnartz geeft deze maand een overzicht van de betekenis van brood in de Bijbel. Aansluitend mag natuurlijk de traditie van de feeststol niet ontbreken. Constantijn
Bolscher vertelt het verhaal achter dit feestelijke brood. Iets minder heilig, maar wel met een traditie, is ons eigenste broodje kroket. Is deze wel zo Hollands als we denken?
Christiaan Velzeboer legt het je allemaal uit. Wie liever geen kroket wilt en zich eerder onder de zoetekauwers schaart kan zijn of haar hart ophalen bij het artikel van
Petra Cselényi. Zij zal licht schijnen op de bekende uitspraak van Marie Antoinette: ‘Laat ze taart eten!’. De levensstijl van de Franse koningin staat in schril contrast met het de mislukte graanoogsten van 1795 en de daarmee samenhangende broodopstanden, waarover Bart van Oosterom deze maand schrijft. Ruim een eeuw later kwam er onder leiding van de nazi’s een volkorenbroodcampagne. In het artikel van Ole Lechner lees je hier meer over. Dat brood zelfs samenhangt met de recente oorlog in Oekraïne lees je in het artikel van Koen van Raaij. Hij kruipt achter het nieuws en maakt duidelijk waarom Oekraïne zo belangrijk is voor Europa’s graanproductie. Een nog onbekendere geschiedenis komt aan bod in het artikel van Gina Verhagen. Wil je weten wat een baobabboom met brood te maken heeft, blader dan snel naar haar stuk. Tot slot gaat de centerfold over de ultieme vervanger van brood: bier! Want zeg nou zelf, je ziet toch bijna geen verschil. En de achterkant maakt speciaal voor dit broodnummer plaats voor een unieke Utrechtse bakkerij. Constantijn Bolscher heeft de “zingende bakker” van deze bakkerij voor deze gelegenheid geïnterviewd.
Veel leesplezier en eetsmakelijk!
Iris Jocker & Lauren HermansKoen van Raaij
Lauren Hermans
Ole Lechner
Petra Cselényi
Redactieraad
Dr. Jouke Turpijn
Dr. Willem Melching
Prof. dr. Wyger Velema
Dr. Wendelien van Welie
Uitgever: Stichting EindElooS Eindeloos is een onafhankelijk periodiek van en voor de studierichtingen Geschiedenis en Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het blad wordt uitgegeven door de Stichting Eindeloos.
Eindeloos ligt iedere maand in de bladenbakken van het P. C. Hoofthuis, het Bushuis en Oudemanhuispoort. Reacties, ingezonden stukken, liefdesverklaringen en hatemail kunt u sturen naar eindeloosamsterdam@gmail. com.
Deze uitgave kwam tot stand met subsidie van de Universiteit van Amsterdam.
Stichting Eindeloos
Postbus 1626
Het land dat de wereld wilt voeden
Koen van Raaij - Iedereen zal het zeer waarschijnlijk wel gehoord hebben: het is oorlog in Oekraïne. Rusland is het land binnengevallen om er een ‘speciale militaire operatie’ uit te voeren. De echte reden achter de aanval is echter nog steeds niet achterhaald. Wil Poetin een deel van de Sovjet-Unie herstellen of zijn er andere redenen? Als je kijkt naar de betekenis van de Oekraïense vlag, wordt het iets duidelijker. Het blauw in de vlag staat namelijk voor de blauwe lucht en het geel voor de gouden graanvelden. Oekraïne is de graanschuur van Europa (misschien zelfs van de wereld) en dit is het voor de afgelopen vijfduizend jaar al geweest.
Elk wereldrijk heeft graan nodig om het volk mee te voeden. Van graan wordt natuurlijk brood gemaakt: een rijke voedingsbron en niet duur. De oude Grieken en Romeinen voedden hun bevolking al met voornamelijk graan waar dan broden van gebakken werden. Dat graan kwam, ook toen al, uit het gebied wat nu Oekraïne heet. Dit komt door wat de Oekraïners Tjernozem noemen wat vertaald naar: zwarte aarde. Het is de vruchtbaarste grondsoort ter wereld en in Oekraïne ligt er heel erg veel. Het is een grondsoort die duizenden jaren nodig heeft om te vormen. Het werd gevormd toen löss (fijn zand) werd afgezet in het gebied na een droge periode. Daarna werd het klimaat natter en kwam er een steppe met heel veel gras, wat vervolgens doodging. Zo ontstond er dus een hele vruchtbare laag ‘humus’ met een enorme dikte. Hierdoor is de grond in Oekraine dus zo vruchtbaar, na een proces van duizenden jaren. In de geschiedenis heeft dit gebied een enorm belangrijke rol gespeeld voor de graanproductie, zeker toen het brood werd uitgevonden. In de klassieke oudheid werd er al graan naar Griekse aanvoerhavens vervoerd, om zo de bevolking te voeden. De Romeinen en de Byzantijnen konden ook niet zonder het graan uit het gebied boven de Zwarte Zee. ‘Brood en spelen’, is de bekende uitspraak uit die tijd: het volk hield je onder de duim met brood (voedsel) en spelen (entertainment). Dit brood was er dus niet zonder de grond in het huidige Oekraïne, daarom hadden de Grieken zelfs al in de achtste eeuw voor Christus stenen handelsposten op plekken waar nu steden als Odessa liggen (wordt nu aangevallen door de Russen). Van Zweden tot China, allemaal hebben ze
in de geschiedenis te maken gehad met graan uit Oekraïne. Rusland heeft een speciale relatie met Oekraïne als je naar de geschiedenis kijkt. Samen bezitten de landen een heel groot aandeel in de wereldwijde productie van graan. Rusland is in de achttiende eeuw al eens heel erg rijk geworden door het Oekraïense graan, onder leiding van Catharina de Grote. Op dit moment heeft Rusland het zwaar op economisch gebied en ook het eten is heel duur. Met de graanvelden in Oekraïne erbij zouden de Russen naast meer eten ook nog een belangrijke troef hebben (naast het gas). Er zijn namelijk veel landen die het graan importeren, waaronder Nederland. Experts wijzen nu al op een stijging van de prijzen van vooral brood, maar ook van andere graanproducten als bijvoorbeeld koekjes. Het is dus mogelijk dat de Russen een graantje mee komen pikken in Oekraïne. Natuurlijk kunnen er ook andere verklaringen zijn, maar als je kijkt naar de positie van Rusland is het slim om hun hoeveelheid graan te vergroten. Het zou de zoveelste keer zijn dat een land of grootmacht Oekraïne bezet voor hun graan. Ze hebben er eigenlijk alleen maar last van gehad in de geschiedenis, omdat ze telkens weer onder het gezag van een ander vielen. Zelfs nu Oekraïne onafhankelijk is (sinds de val van de Sovjet-Unie) zie je dat er nog steeds enorme belangstelling is in de ‘graanschuur van Europa’. Naast Rusland proberen ook Westerse en Chinese bedrijven land te pachten om zo onderdeel uit te gaan maken van de graanhandel vanuit Oekraïne. Graan is dus na ruim vijfduizend jaar nog steeds een van de meest belangrijke grondstoffen om te hebben. Alle paasbroden moeten er natuurlijk ook elk jaar van worden gebakken. d
Broodje aap of apenbroodboom?
Gina veRhaGen - Heb je ooit een kruiswoordpuzzel gemaakt? Ben je toen “verticaal, ‘apenbroodboom’, 6 letters” tegengekomen? Goed om te weten dat het hier om de baobab-boom gaat! Deze boom dankt zijn meer ‘broodrijke’ naam aan het feit dat sommige apen graag de vruchten ervan eten. Misschien doet de naam geen belletje bij je rinkelen, maar je hebt er ongetwijfeld ooit een afbeelding van gezien. Denk aan een ‘normale’ boom die uit de grond is geplukt en toen ondersteboven weer is neergezet, met zijn wortels in de lucht. Deze bomen decoreren ook het meest iconische en meest gefotografeerde plekje van Madagaskar, namelijk het Allée de baobabs-pad. Dit roodkleurige, zanderige pad met gigantische dikke stammen langs de rand moet weleens je blik zijn gepasseerd. Maar wat zijn deze ietwat vreemde creaties van de natuur precies en wat maakt hen zo speciaal?
Volgens de Nederlandse Vereniging voor baobab-bomen (baobabbomen.nl) is baobab de gemeenschappelijke naam voor negen soorten dikstammige bomen uit droge, warme gebieden. Zes van deze soorten stammen uit Madagaskar, twee uit het vasteland van Afrika en één soort uit Australië. De wetenschappelijke naam voor de baobab is Adansonia digitata en is genoemd naar de Franse natuuronderzoeker Michel Adanson, die de boom rond 1750 voor het eerst gezien zou hebben in Senegal. Alle baobabs variëren in hoogte van vijf tot wel twintig meter, met een uitzonderlijke diameter van 11 tot 34 meter. Tijdens het natte seizoen kan de boom zo’n 100.000 liter opslaan in zijn dikke stam. Zo kan deze het droge seizoen overleven en kan zij een belangrijke waterbron vormen voor zijn omgeving. Daarnaast heeft koolstofdatering aangetoond dat de bomen zo’n 3000 jaar oud kunnen worden.
Helaas worden de meeste bomen met uitsterven bedreigd, waardoor de planten zeer uniek zijn en niet overal meer voorkomen. De baobab is nog te vinden op enkele plekken, zoals in Centraal-, Zuidelijk- en Oostelijk-Afrika, het Arabisch schiereiland, Madagaskar en Australië. Ondanks het uitsterven wordt de boom op veel fit- en healthblogs aangeprezen als superfood. Met name de vruchten zouden ontzettend voedzaam zijn en veel Vitamine C en vezels bevatten. Baobabpoeder wordt ook steeds populairder als ingrediënt voor een smoothie en valt ook gewoon te bestellen op bol.com (een grote zak kost 14 euro). In werkelijkheid is er eigenlijk maar weinig onderzoek gedaan naar de vermeende superkrachten van de baobab: er valt dus niet met zekerheid te zeggen of zo’n zakje gemalen boomstam echt een grote aanwinst is voor je keuken. Koop het liever maar niet, zodat wij nog iets langer kunnen genieten van deze bijzondere bomen.
Zo’n gekke boom zorgt natuurlijk ook voor de nodige mystiek en mysterie. Er gaan meerdere legendes rond over de baobab. Volgens één daarvan groeien de bomen daadwerkelijk verkeerd om: het San-volk beweert dat de goden ooit de bomen op aarde hebben teruggegooid. Hierbij kwamen zij ondersteboven terecht, met als resultaat dat de wortels nu naar boven staan en de top van de boom vastzit in de grond. Volgens een andere legende zou de baobab de allereerste boom op aarde zijn geweest. Deze boom wilde toen de allergrootste zijn en besloot daarom zo hard te gaan groeien. Andere mythes beweren dat de
De
harde groei van de bomen dient om de goden te kunnen bereiken. Vanuit de hemel kunnen de bomen zo goddelijke wijsheden en advies ontvangen en weer doorgeven aan de mensen. Wat waarheid is en wat fictie valt natuurlijk nooit te achterhalen, maar de vele legendes getuigen wel van de heilige status die de baobab heeft voor vele mensen. Zoals gezegd is het een zorgelijk feit dat de prach-
tige baobab-bomen met uitsterven worden bedreigd. De klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de oude bomen, omdat hun leefgebied steeds droger wordt, waardoor zij minder water kunnen opslaan om te overleven. De zeer schokkende waarheid is dat in de afgelopen twaalf jaar negen van de alleroudste baobab-bomen zijn doodgegaan en onze aarde niet meer sieren. Nog schrijnender hierbij is het feit dat de bomen ook bekend staan als de ‘bomen des levens’. Deze eer danken zij aan het feit dat de bomen onderdak, kleding, voedsel en water bieden aan dieren en mensen. Zo zijn volwassen bomen vaak hol waardoor zij
een nagenoeg perfecte ruimte bieden aan ieder die hier behoefte aan heeft. De bladeren en wortels worden weer gebruikt voor het maken van kleding. De baobab voorziet de wereld dus in zoveel behoeften, maar zelfs deze bombastische boom kan de toenemende klimaatverandering niet aan. Het is dus duidelijk, dat deze geweldige boom des levens een beter lot verdient dan deze. d
Feestbrood met een rijke historie
Constantijn BolsCheR - Nog niet zo lang geleden was het Pasen en om die reden kan een stukje geschiedenis over de feeststol in Eindeloosnatuurlijk niet ontbreken. Dit feestelijke brood is immers onmisbaar tijdens de christelijke feestdagen, of je nu gelovig bent of niet. Tegenwoordig heet zo’n rijkgevuld krentenbrood met bakkersspijs erin een ‘feeststol’, maar in de volksmond staat het altijd nog bekend als ‘kerst- of paasstol’. Nu is er wel een verschil tussen deze twee varianten. In de basis zijn de twee broden hetzelfde: beide zijn rijkelijk gevuld met rozijnen, amandelspijs en eventueel nootjes. Kenmerkend voor een paasbrood zijn de sinaasappelschilletjes, amandelschaafsels of gebroken hazelnootjes, terwijl bakkers kerstbrood juist bedekken onder een laagje poedersuiker. Wat is eigenlijk het verhaal achter dit feestelijke brood?
De feeststol, ook wel Weihnachtsstollenof Christstollen genoemd, kent een lange geschiedenis. De voorloper van de stol is het Klobebrot , een offerbrood voor het zonnewendefeest van de Germanen waarmee de goden gunstig gestemd moesten worden. Een heidense geschiedenis dus. Het zonnewendefeest – ook wel het midzomerfeest genoemd – verwijst naar de feestelijkheden op 21 juni en de voor-christelijke feestelijkheden die hiermee gepaard gingen in voornamelijk Noord-Europa. Oorspronkelijk werd dit feest gevierd op 24 juni, dus drie dagen na de feitelijke zonnewende. Het midzomerfeest vindt zijn oorsprong in de tijd van de Vikingen, die grotendeels uit Scandinavische landen als Zweden en Denemarken kwamen. In de zevende eeuw werd het midzomerfeest een christelijk feest, doordat geestelijken het feest koppelden aan de geboorte van Johannes de Doper op 24 juni. Ondanks de heidense achtergrond past de feeststol eigenlijk prima bij de chris-
telijke symboliek. De kerf of kloof die in het brood aangebracht is, sluit aan bij de oorsprong van het klobebrood als vruchtbaarheidssymbool wat weer past bij de christelijke feestdagen Kerstmis en Pasen waarin het nieuwe leven gevierd wordt. De langwerpige vorm van de stol, die het brood ook al in de voorchristelijke traditie had, stond nu symbool voor het in doeken gewikkelde kindje Jezus. In de veertiende eeuw ontstond de traditie van de feeststol zoals we die vandaag de dag kennen, eerst voornamelijk gebakken voor edelen en kerkelijke hoogheden en vanaf de vijftiende eeuw, zo blijkt uit de archieven van Dresden, tijdens de feestdagen verkocht op de markt voor het grote publiek. Het is 1329 als bisschop Heinrich von Naumburg († 16 juli 1335) een nieuw gildeprivilege gaf met de opdracht om voor hem en zijn opvolgers voortaan met Kerstmis en Pasen twee stollen te bakken. In dit gildeprivilege is de oudste schriftelijke vermelding van het woord Stollen te vinden, de oorsprong van dit woord is echter
baobab voorziet de wereld dus in zoveel behoeften, maar zelfs deze bombastische boom kan de toenemende klimaatverandering niet aan.
onderwerp van discussie. De meest voorkomende theorie gaat er vanuit dat het woord uit de mijnbouw komt, waar ‘Stollen’ (Oudhoogduits: Stollo) ‘steunpaal’ betekent, wat de ondersteunende kracht van Jezus in het christelijk geloof zou symboliseren. Het document, dat oorspronkelijk in het Latijn geschreven was, verplichtte de Naumburg-bakkers in elk geval om in natura te betalen, evenals verschillende belastingen die contant moesten worden betaald. Hoewel in het document niet precies een recept vermeld wordt, zou dit het begin zijn van een lange traditie om rond de feestdagen een heerlijke kerst- of paasstol op tafel te zetten. Niet zo ver ten westen van de stad Dresden ligt het kleine plaatsje Siebenlehn, wederom een belangrijke stad in de geschiedenis van de feeststol. De bakkers uit deze plaats stonden bekend om de kwaliteit van de stollen die ze maakten en daarom gebeurde het dat aan het begin van de zeventiende eeuw elk raadslid uit Dresden twee stollen uit Siebenlehn voor Kerstmis cadeau kreeg van de stad Dresden. Dit kon natuurlijk niet lang goed gaan omdat de bak-
kers uit Dresden zich benadeeld voelden door de concurrerende bakkers uit Siebenlehn. Een ware ‘stollenoorlog’ zou volgen die voor een groot deel tijdens de Dertigjarige Oorlog (1618 tot 1648) uitgevochten werd. In 1648 verleende de keurvorst de bakkers uit Dresden het monopolie op stollen. Vanaf dat moment mochten bakkers van buiten Dresden ten tijde van de Striezelmarkt – ook wel beschouwd als de eerste echte kerstmarkt ter wereld – de stad niet meer in. De bakkers van Dresden kregen ook het recht om de electorale en later de koninklijke hoven te voorzien van hun fijne bakwaren. Door de geschiedenis heen bleven bakkers uit Dresden beducht voor concurrentie. Tijdens de onderhandelingen over de Duitse eenheid in 1989/1990 konden de vertegenwoordigers van de DDR met succes afdwingen dat de naam ‘Dresdner Stollen’, die voorheen wijdverspreid was onder alle bakkers in Duitstalige landen, alleen gebruikt kon worden door bakkers in en rondom Dresden. Ook in Nederland is de feeststol natuurlijk ingeburgerd geraakt. De eerste Amsterdamse vermelding van de feeststol komt uit december 1871, toen een Amsterdamse bakker genaamd A. Katterfield de ‘Sächsische Thüringer Weihnachts stollen ’ aanprees in de Opregte Haarlemsche Courant . Overigens werd in de eerste advertentie op 21 december ‘Weisenachs Stollen ’ geschreven, waardoor er in de krant van 23 december een correctie kwam te staan dat het toch echt ‘Weihnachts Stollen ’ betrof. Ondanks de typefout leek de reclame een succes. Gedurende de jaren daarop zouden opnieuw advertenties voor de Duitse stollen in verschillende kranten worden geplaatst. Uiteindelijk zou de stol als feestelijk brood ook in Nederland gegeten worden tijdens Pasen en ja, ook tijdens Pinksteren. Binnenkort is het Pinksteren en wellicht is dat een goede gelegenheid om het tijdens de pinksterbrunch maar eens te hebben over de geschiedenis van de feeststol. d
Laat ze wel of geen taart eten?
PetRa Cselényi- ‘S’ilsn’ontpasdepainqu’ilsmangentdelabrioche!’ Dit is een beroemde uitspraak dat Marie Antoinette vermoedelijk tegen de lagere klasse had gedaan. Hoewel historici vandaag ervan overtuigd zijn dat zij dit niet heeft gezegd, geloofden Fransen dat ze dat wel deed. Dus hoe ontstond het gerucht van deze uitspraak en waarom geloofden de Fransen dat de koningin van Frankrijk dit heeft gezegd?
Marie Antoinette was geboren in Oostenrijk in 1755 als dochter van Maria Theresia van Oostenrijk en keizer Frans I Stefan. Op veertienjarige leeftijd trouwde zij met Lodewijk XVI en toen ze achttien was, werd zij koningin van Frankrijk. In Oostenrijk was zij haar hele leven gewend aan luxe en die leefomstandigheden heeft zij ook naar het hof in Versailles meegenomen. Zo schafte zij dure sieraden en luxe kleding aan en organiseerde vaak feesten. De kosten van haar luxe levensstijl droegen alleen maar bij aan de schuld van
Frankrijk. Bovendien was de reputatie van Marie Antoinette op die manier in heel Frankrijk verpest. Historici beschrijven haar als egoïstisch, humeurig en oppervlakkig. Een van de oorzaken voor de Franse Revolutie, die in 1789 uitbrak, was dat de laagste stand van de bevolking veel belasting moest betalen aan de overheid. Zo betaalden boeren een groot deel van hun inkomsten aan de staat zodat de dure levensstijl van het hof en kosten van oorlogvoering betaald konden worden. Het citaat ‘S’ils n’ont pas de pain qu’ilsmangentdelabrioche!” of in andere woorden “Laat ze taart eten!” verscheen voor het eerst in de autobiografie van
Jean-Jacques Rousseau, Les Confessions , in 1782. Rousseau was een filosoof en schrijver die een belangrijk rol speelde in de Verlichting. De boeken van Rousseau inspireerden revolutionairen en vermoedelijk hebben die mensen ook het citaat aan Marie Antoinette gekoppeld. De reden hiervoor is dat in
het boek wordt beschreven hoe een “grootse prinses” heeft gehoord dat het volk honger leed en vervolgens reageerde met ‘Laat ze taart eten!’. Rousseau heeft nooit bekend welk prinses hij bedoelde met de uitspraak. Dus in hoeverre kunnen we ervan uitgaan dat Marie Antoinette dit heeft gezegd?
Om antwoord te geven op die vraag, moeten wij rekening houden met een paar factoren. Zo moet er worden gekeken naar wanneer het boek van Rousseau is geschreven, of het boek op feitelijke gebeurtenissen berust en wat de omstandigheden in Frankrijk in die tijd waren. Hoewel het boek in 1782 werd gepubliceerd, was het boek zelf geschreven in 1769. Dit was een jaar voordat Marie Antoinette op haar veertiende naar Versailles ging. Dus Rousseau heeft waarschijnlijk niet Marie Antoinette bedoeld met “grootse prinses”. Verder is het belangrijk om te weten dat het boek van Rousseau, Les Confessions , vol met anekdotes staat die niet echt gebeurd zijn. Om die reden kan het boek niet als feitelijk worden aangenomen. Als laatst, in de tijd dat Marie Antoinette aanwezig was in Versailles, was er geen echte hongersnood, hoewel er wel twee periodes waren waarin brood tekort voorkwam. Die twee incidenten vonden plaats een paar jaren voor de revolutie. Om de bovenstaande redenen kunnen we ervan uitgaan dat Marie Antoinette ‘S’ils n’ont pasdepainqu’ilsmangentdelabrioche!” niet heeft gezegd. Het was dus Jean-Jacques Rousseau die het citaat ‘Laat ze taart eten!’ bedacht. Het werd al snel gekoppeld aan Marie Antoinette omdat zij een luxe levensstijl aanhield aan het hof van Versailles en die zwaar op de schatkist drukte. In de publieke opinie klonk het geloofwaardig dat zij dit daarom gezegd kon hebben. Maar uiteindelijk is het aan te tonen dat Marie Antoinette deze uitspraak niet heeft gedaan. d
Het heeft een goudgele kleur, is gemaakt van graan en wordt bijna dagelijks genuttigd. bier. De schuimende substantie heeft ook, net als brood, een lange geschiedenis. Want zeg nou zelf, brood en bier, het
De allereerste bierreclame ooit?
ChRistiaan velzeBoeR - Het ambacht van bierbrouwen is te herleiden naar het oude Mesopotamië. Doorgaans wordt de uitvinding ervan toegeschreven aan de Sumeriërs. Zij zouden zo’n 5500 jaar geleden het eerste pilsje geserveerd hebben. Bier moet al snel een dusdanige grote rol zijn gaan spelen, want er zijn wetteksten over de bereiding ervan op zuilen teruggevonden en kleitabletten die wijzen op de handel erin ontdekt. Daarnaast wordt bier genoemd in een van de oudste literaire werken ter wereld: het Gilgamesj-epos uit circa 1700 v. Christus. Dit heldengedicht vertelt het verhaal van de Sumerische koning Gilgamesj. Middenin zijn avontuur spreekt een kasteleinse genaamd Sidoeri hem toe: ‘Je zult niet vinden wat je zoekt. De goden hebben bepaald dat ieder mens moet sterven. Je tocht is tevergeefs. Gilgamesj, geniet van het leven, dans, eet en drink dag en nacht. Houd van je kinderen en omhels de vrouwen. Wees vrolijk en blij onder de mensen.’ Is dit dan de eerste bierreclame ooit?
Het Reinheitsgebot
ole leChneR - Als er iets is dat Duitsers bijna unaniem belangrijk vinden, dan is het wel goed bier drinken. Dat blijkt als we kijken naar de geschiedenis van het zogenaamde Reinheitsgebot (‘zuiverheidsgebod’). Deze maatregel, die de Beierse hertog Willem IV in 1516 afkondigde, hield in dat bier alleen gerst, water en hop mocht bevatten. Hiermee wilde hij voorkomen dat brouwers rogge of tarwe zouden gebruiken. Met het oog op hongersnoden en graantekorte, kon dat namelijk beter gebruikt worden voor brood. Het gebod werd in de negentiende eeuw echter de basis voor een ware nationale mythe, namelijk dat de Duitsers al honderden jaren de zuiverheid van hun vaderlandse drank bewaarden. Bier drinken was een essentieel onderdeel van het Duits-zijn geworden. Dit blijkt ook uit het feit dat Beieren in 1871 alleen deel wilde worden van een Duits Rijk als het Reinheitsgebot landelijk zou worden ingevoerd. Maar ook daarna bleef het gebod in de Duitse cultuur verankerd. Nog in 1990 was er juridisch geschil over een brouwer die suiker als ingrediënt gebruikte, wat tegen het Reinheitsgebot indruiste. De rechtszaak duurde welgeteld tien jaar.
Ook hedendaagse brouwers maken bier volgens het gebod.
Deoorsprongvanbierpong
emma van Benthem - Je hebt het drankspel vast al eens gespeeld of op tv gezien. Spelers verdelen zich in twee teams en proberen een pingpongballetje over de tafel te gooien in de bekeropstelling van het andere team. Maar waar komt dit populaire spel vandaan? Op de campus van het Dartmouth College in New Hampshire, VS, ontstond ergens tussen 1950 en 1960 een drankspel die leek op een echt pingpongspel. Een of twee glazen bier stonden aan elke kant van de pingpongtafel en de spelers moesten met een pallet de bal over het net in de glazen proberen te spelen. Het spel sloeg enorm aan en verspreidde zich snel naar andere campussen in Amerika. Uiteindelijk ontstond in de jaren 80 een versie zonder palletten en dit is de versie die nu wereldwijd het meest gespeeld wordt.
genuttigd. Nee het is geen brood, maar het favoriete goedje van elke student: geschiedenis. Onze redactie zet daarom jou als lezer op een rantsoen van bier en brood. het is toch een gouden combinatie!
Bier met een vreemd hoesje
BaRt van oostRom - Het zonnetje begint weer te schijnen en de terrassen zijn weer open. Dat betekent voor veel mensen dat het tijd is om er volop van te genieten en biertjes te nuttigen. Een wel heel bijzonder goudgele rakker, die heel wat wenkbrauwen heeft doen opgaan, is van de brouwerij Brewdog, ‘the end of history’. Dit drankje staat buiten zijn bijzonder hoge percentage aan alcohol (55%) bekend om het flesje waar het in komt. Dit flesje krijg je mee in een opgezette eekhoorn met een keurig pakje aan. De brouwer zegt zelf dat hij dit graanbrouwsel op de markt heeft gebracht als kritiek op de hoeveelheid alcohol die wij gemiddeld tot ons nemen. Het is alleen te hopen dat de gemiddelde consument dit niet in dezelfde hoeveelheden tot zich neemt als een normale gerstensmoothie. Dan zou het nog wel eens echt kunnen gaan om het einde van de geschiedenis…
Aan het pak van de eekhoorn te zien was hij onderweg en hopen we dat er niet een bruid op hem staat te wachten.
Hongaarse bier Dreher
PetRa Cselényi - Als je ooit in Hongarije bent geweest, heb je waarschijnlijk van het biermerk Dreher gehoord (of het gedronken). Dreher is namelijk vandaag de dag een van de beroemdste biermerken in Hongarije. De Dreher Brouwerij opende zijn deuren in 1844 onder de naam “Kóbányai Serház”. Naam van de brouwerij veranderde in 1862 toen Anton Dreher het kochte. Vóór de Eerste Wereldoorlog telde de Brouwerij al 800 medewerkers en na de oorlog werd het biermerk wereldwijd populair. Dreher bier domineerde ook de Hongaarse biermarkt tot aan de Tweede Wereldoorlog. Na de val van het communisme viel de brouwerij in handen van South African Breweries en vervolgens in 2016 in handen van Asahi Group Holdings.
In het echt ziet het biertje er gelukkig niet zo pixelachtig uit
Hij is gerezen:
Brood als het Lichaam van Christus
isaBel linnaRtz - ‘Neem en eet, dit is mijn lichaam.’ Met deze woorden deelde Jezus tijdens het laatste avondmaal het brood met zijn discipelen. Binnen de Christelijke kerk is ieders favoriete drager-van-beleg-symbool komen te staan voor het goddelijke op aarde. De semiotiek van het brood binnen onze cultuur heeft zo een interessante tweedeling. Enerzijds hebben we te maken met dagelijks brood als de meest basale vorm van voeding, leven op brood en water of juist voor brood en spelen. Anderzijds heeft het een belangrijke Bijbelse betekenis: een eetbaar stukje Jezus op aarde. De Eucharistie, het uitdelen van de hostie tijdens de kerkdienst, vormt een brug tussen het alledaagse en hemelse brood. Waar komt dit glutenrijke gebruik eigenlijk vandaan?
Het Laatste Avondmaal door Vincente Juan Macip: Jezus pronkt met de originele hostie.
Al voordat een verse Christus uit zijn onbevlekte oven trad was brood een populair item in het oude testament. Brood wordt meer dan tweehonderd keer genoemd in de Bijbel, om te beginnen met Genesis: ‘In het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten’. God draagt Adam en Eva op te werken voor hun brood nu ze uit het paradijs zijn verbannen. Het afnemen van het brood is een straf voor de erfzonde, terwijl Gods offer in de vorm van Jezus de erfzonde juist wegneemt. Het vinden van connecties tussen het oude en nieuwe testament was voor de vroege Christenen een manier om Jezus te legitimeren als ultieme opvolger van de canonieke Joodse koningen. Dit fenomeen staat bekend als prefiguratie: elementen uit de geschiedenis die het leven van jezus voorspellen of afspiegelen.
Een andere broodachtige prefiguratie in het oude testament is het manna. Toen Mozes door de woestijn trok
wist God zijn gekozen volk gevoed te houden door broodkruimels uit de lucht te laten dwarrelen. Net als onze Messias was dit brood een reddend geschenk en teken van liefde dat neerdaalt vanuit de hemel. Jezus vergeleek zichzelf met manna, hij was immers ook ‘het brood dat leven geeft’. Net zoals brood ons lichaam voedt, voedt Christus onze geest. Om zijn hemelse macht te benadrukken deelde Jezus ook nog eens echt brood uit tijdens de miraculeuze vermenigvuldiging van de broden. In de handen van de discipelen lijkt het voedsel dat Jezus aan hen doorgeeft nooit op te houden. Met hulp van zijn volgers weet Jezus even snel magen als harten te vullen. Tijdens het laatste avondmaal vereenzelvigt Jezus zich nogmaals met brood en wijn. Het breken van brood is in verschillende culturen een symbool voor solidariteit: Jezus offert zich op en vraagt zijn vrienden om hem bij zich te houden. Bovendien is het ritueel een belangrijk onderdeel van
de Christelijke liturgie. Eigenlijk wordt hier het typische offergebruik omgedraaid: in plaats van voedsel of geschenken achter te laten aan het altaar, ontvangen de gelovigen juist brood en wijn van God. Door een deel te nemen van het lichaam van Christus accepteer je namelijk ook zijn offer voor de mensheid. Hostie komt dan ook van het Latijnse woord voor slachtoffer, terwijl Eucharistie afgeleid is van het oud-Griekse woord voor dankzeggen.
De consecratie is het moment tijdens de dienst waarop normale brood en wijn plotseling een fysiek hapje Jezus worden, een magische transformatie. Als klein kind was ik dan ook vrij teleurgesteld toen ik voor het eerst een hostie kreeg en merkte dat het een soort smaakloos plakje eetpapier was, dat niet eens vergezeld werd door plotseling engelengezang of een sprankelende staal heilig licht. Door de eeuwen heen trokken meerdere gelovigen de werkelijke aard van de consecratie in twijfel. Paus Innocentius III droeg in 1215 het officiële standpunt van de Katholieke kerk aan: transsubstantiatie. Brood en wijn veranderen tijdens de consecratie in werkelijke stukjes Jezus, gewoon op een manier die de gemiddelde mens niet zintuiglijk kan waarnemen. Protestanten opereren juist dat we te maken hebben met consubstantiatie, waarin het brood en de wijn geen transformatie doormaken, maar wel een metafysische connectie hebben met het werkelijke lichaam van Christus. De discussie raast vandaag de dag nog door: in 2013 gaf de paus een officieel persstatement om duidelijk te maken dat de eucharistie geen magie bevat.
Wellicht klinkt de tegenstelling tussen Christelijke spiritualiteit en het esoterische idee van magie vandaag de dag logisch, we kennen immers allemaal de verhalen van heksenvervolging. Weber’s theorie over onttovering rond de opkomst van het protestantisme is hier echter relevant: in de middeleeuwen heerste een algemeen geloof in de mogelijkheid van mirakels en magische gebeurtenissen als de consecratie, terwijl moderne theologie eerder de nadruk legt op symbolische spirituele betekenis. De typische toverspreuk ‘hocus pocus’ zou zelfs een verbastering zijn van ‘hic corpus est’, de aankondiging van het lichaam van Christus die in de kerkdienst de consecratie vergezelt.
Naast de toverachtige transformatie van brood naar goddelijk vlees spelen hosties een hoofdrol in een scala van middeleeuwse mirakelen, waarvan een van de meest iconische plaatsvond hier in ons goede oude Amsterdam. Stel je voor: een schimmi-
ge avond, Kalverstraat, 1345, geen toerist of H&M in zicht. Een doodzieke man krijgt van zijn priester de Viaticum, de allerlaatste hostie op het sterfbed, die hij helaas niet binnen weet te houden. Wanneer zijn braaksel in het vuur gegooid wordt, wat zelfs bij middeleeuwse standaarden een bijzonder onprettige geur moet hebben voortgebracht, blijft deze hostie echter onaangetast. De hete hostie kon het haardvuur pas verlaten onder toezicht van een priester en een plechtige processie. Deze heilige wandeling staat bekend als de Stille Omgang en wordt jaarlijks herhaald. Voor de inwoners van Amsterdam werd dit mirakel een teken dat Jezus door vuur, vlam, en gal bij hen zou blijven. We hebben gekeken naar allerhande complexe betekenissen rond brood als symbool, maar hoe zit het met brood als werkelijke eetbare substantie in de kerk? Zoals ik al eerder noemde is het in de moderne katholieke kerk gebruikelijk om hosties te maken van ouwel, een eetpapier van
Het Mirakel van Amsterdam door Johannes Walter. Naast een immuniteit voor vuur had deze hostie de kracht om uit zichzelf te bewegen. Aan de gezondheid van de steven de man wist het bijzondere broodje echter niks te verbeteren.
De typische toverspreuk ‘hocus pocus’ zou zelfs een verbastering zijn van ‘hic corpus est’.
water en zuiver tarwemeel. Deze moderne hosties worden in grote getallen geproduceerd, al is er wereldwijd steeds minder vraag naar. Vorig jaar sloot de laatste hostiebakkerij in Nederland. Het Vaticaan houdt zich nog steeds bezig met het hostiebeleid, zo hebben ze het gebruik van volledig glutenvrije hosties verboden, al zijn glutenarme opties sinds kort geen ketterij meer. In vroegere tijden maakten kerken gebruik van allerhande soorten brood. Voor veel protestantse stromingen geldt vandaag nog hetzelfde: sommigen gebruiken normaal gerezen brood, terwijl an-
deren de voorkeur geven aan traditionele Joodse matse. Orthodoxe christenen ontvangen in het algemeen vaak een voorgesneden blokje tarwebrood. De priester lepelt de bloederige wijn hier ook je mond binnen, niet heel coronavriendelijk, maar misschien wel gezellig. Het belangrijkste deel van het broodritueel is de overgave van liefde: deel met dit lekkere weer vooral met je vrienden een stuk brood en een fles wijn in het park en dan maar hopen dat het nog lang niet ons laatste avondmaal zal zijn! d
Bruin brood voor het witte ras
De nazi’s en de strijd voor het volkorenbrood
ole leChneR - ‘De strijd voor het volkorenbrood is een strijd om de volksgezondheid,’ zo stelde de nationaalsocialistische ReichsgesundheitsführerLeonardo Conti. De nazi’s zijn natuurlijk vooral bekend om hun andere radicale beleidsmaatregelen, maar ook in de wereld van het brood voerden zij grote hervormingen door. Onder leiding van de Reichsvollkornbrotausschuss trachtte het naziregime een ‘definitieve oplossing te vinden voor het volkorenbroodvraagstuk’.
De volksgezondheid speelde sinds de machtsovername in 1933 al een belangrijke rol in de politiek van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP). Al snel werden bijvoorbeeld grote campagnes opgezet tegen alcoholisme en het gebruik van tabak. Ook het overmatige gebruik van suiker werd aan banden gelegd en sport en beweging werden bevorderd. Dit alles in het kader van het creëren van gezonde, sterke Volkskörper . Dat wil zeggen, de
Duitse bevolking moest gezond zijn om een grote werkdruk aan te kunnen, veel kinderen te kunnen maken en strijdvaardig op te kunnen treden ten tijden van oorlog. Het begrip Volkskörperwas eigenlijk een metafoor om de Duitse bevolking als een pure en superieure raciaal-biologische eenheid te beschrijven. Bij een gezond Duits ras hoorde daarom ook gezonde voeding en hierin speelde brood een belangrijke rol.
Brood was echter al veel eerder dan de opkomst van de nazi’s een kwestie in de Duitse samenleving. In de jaren 1890 ontwikkelden de zogenaamde ‘broodhervormers’ steeds nieuwe, gecompliceerde productieprocessen om natuurlijk, gezond brood te produceren. Dit deden ze als een verzet tegen de commercialisering van witbrood. Door de industrialisering van de maalindustrie werd het namelijk veel makkelijker en dus goedkoper om zemelen uit het meel te verwijderen. Zemelen zijn de buitenste laagjes van de graankorrel, die vrijkomen bij het tot meel malen van de korrel. Bij witbrood zijn deze zemelen uit het meel gehaald. Dit vonden de broodhervormers zonde, omdat zemelen rijk zijn aan voedingsvezels en dus gezond zijn. Al snel produceerden zij daarom nieuwe broodsoorten, die wel zemelen bevatten. Soortgelijke broodhervormingen vonden ook in andere westerse landen plaats, maar in het Duitse Rijk werd de broodmarkt echt grondig getransformeerd. Hierdoor kent Duitsland vandaag de dag een rijk aanbod aan verschillende broodsoorten.
De broodhervormingen pasten bij het sociaal-darwinistische discours van die tijd. Het bevorderen van een gezond wit of Duits ras, door middel van de juiste voeding, was een cruciaal onderdeel van de consolidering van de nationale macht. Daarnaast was het een strijd tegen modernisering; de industrialisatie zou de Duitsers namelijk beroven van hun traditionele kost. Deze denkwijzen sluiten duidelijk aan bij het nationaal-socialistische gedachtegoed. Het is dus geen wonder dat brood ook in het volksgezondheids-
De broodconsumptie werd door de nazi’s nauwkeurig bijgehouden.
beleid van de NSDAP een rol ging spelen. In hun beleid plaatsten de nazi’s echter ras en volk op een veel prominentere plaats dan de broodhervormers. De nazi’s zagen het als de taak van de staat en de partij om een sterk en gezond volk te scheppen. Al snel werd daarom het doel opgesteld om het eten van volkorenbrood te bevorderen. Dit betekende niet dat het opeens verboden werd om witbrood te eten. Tot 1939 beperkte het volkorenbroodbeleid zich in feite tot oproepen in de media om volkorenbrood te eten en scholing over de gezondheidsvoordelen van volkorenbrood. De volkorenbroodpropaganda van deze jaren deed echt zijn werk: gemiddeld steeg het relatieve aandeel van roggebrood tussen 1937 en 1939 bijvoorbeeld van 10,8% naar 13,8% van de gehele broodconsumptie. In de aanloop naar de oorlog voerden de nazi’s het vol-
korenbroodbeleid op. Dit was niet alleen ingegeven door het gezondheidsbeleid, maar als voorbereiding op een oorlogsdieet. In de zomer van 1939 werd daarom de Reichsvollkornbrotausschuss (RVBA) opgericht, met het ambitieuze doel om de volkorenbroodconsumptie met dertig procent te verhogen. De RVBA zette in op het wijzer maken van consumenten door middel van de pers, radio en film, maar ook op de standaardisatie en kwaliteitscontrole van volkorenbrood, door bakkers en broodproducenten op te leiden. Toen in september 1939 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zette de RVBA hun campagne rustig voort. Uit het rantsoeneringsbeleid in de oorlog blijkt ook weer welke rol ras speelde in de broodkwestie. In het systeem van distributiebonnen waarmee mensen voedsel konden verkrijgen waren Joden namelijk uitgesloten van het kopen van volkorenbrood; dit was immers bestemd voor het Herrenvolk. De resultaten van de RVBA-maatregelen waren niet zo glansrijk als gehoopt. Midden 1940 werd duidelijk dat grootschalige propaganda haar werk niet goed had gedaan en de productie van volkorenbrood niet voldoende was toegenomen. Gedurende de oorlog werd het steeds lastiger om het kwaliteit brood te produceren waar de RVBA naar streefde. In de propaganda werd echter nog steeds gesproken van de successen van de scholing en kwaliteitscontrole. Ondanks het falende beleid was de RVBA actief tot het einde van de oorlog. Ook na de oorlog bleven artsen en voedingsdeskundigen pleiten voor volkorenbrood. Het waren dezelfde mensen als voorheen, met dezelfde argumenten, zij het met iets minder nadrukkelijke nazi-retoriek. Tot op heden is de strijd voor het volkorenbrood niet gewonnen. Soms is een wit broodje nu eenmaal lekkerder. d
Het broodnodige tegengeluid
BaRt van oostRom - In 1795 mislukte de graanoogst in Engeland. De graanprijzen gingen omhoog en brood werd schaars, waardoor het spreekwoord ‘brood op de plank brengen’ ging slaan op mensen met een hoog inkomen. De tekorten de hoge prijzen van brood leidden tot groot ongenoegen en protesten onder diegenen de samenleving die zich geen brood meer konden veroorloven.
De graan schaarste als gevolg van de mislukte oogst was een groot probleem aan het einde van de achttiende eeuw. Boeren die nog wel graan hadden probeerden hier een extra slaatje uit te slaan door de prijzen te verhogen. De tussenpersonen, handelaren en molenaars, vonden dit geen gek idee en deden mee aan het kunstmatig hooghouden van de prijzen. Als gevolg van
de vorming van dit broodkartel werd het voor de gewone burger vrij duur om brood te kopen of zelf te bakken. Bovendien was er weinig vertrouwen in het brood dat nog wél verkrijgbaar was op de markt. Er gingen geruchten dat het brood niet zuiver zou zijn en dat het zou bestaan uit vermalen botten, stront en verdere onkuise ingrediënten. Hoogstwaarschijnlijk vermengde molenaars enkel nieuw graan met oud graan en resten om zo-
doende goedkoper brood te maken. Het probleem echter is dat wanneer een verhaal eenmaal de wereld in is geslingerd, het lastig is je goede naam te herwinnen. Het ongenoegen van de burger werd zodoende steeds groter.
De stijgende prijzen en de verhalen rondom het maken van smerige broden zorgden voor opstanden. De burgers waren klaar met het bedrog en besloten in opstand te komen tegen deze afzetterij. Zij wilden het kunstmatig hooghouden van prijzen voor graan en brood tegengaan; en wederom brood op de plank kunnen leggen. In deze tijd was er nog geen internet, een petitie starten op www.change.org was daarom geen optie. Wat zij wel deden was flink rellen in de straten en bij de bakkers, molenaars en handelaren om hun ongenoegen luid en duidelijk te uiten. Wat wij tegenwoordig over deze rellen weten is dat vrouwen vaak de eerste steen wierpen en de menigte hen daarna volgde met brandende fakkels.
Na de eerste grote rellen werd het wat rustiger in Engeland. Er was nog steeds sprake van geweldpleging, maar verkopers van graan of brood kregen nu eerst een waarschuwing. Als zij een betaalbare prijs zouden aanhouden, dan zouden de relschoppers niet op bezoek komen om te gaan slopen. Je zou het bijna kunnen zien als hoe de maffia in moderne media afgebeeld wordt; als je betaalt krijg je bescherming en als je dat niet doet heb je problemen. Groot verschil is wel dat de Engelse opstandelingen niet rijk wilden worden, maar simpelweg producten uit het basisdieet voor iedereen toegankelijk wilden hebben.
Autoriteiten wilden eigenlijk ingrijpen, maar wisten niet hoe. Nieuws ging niet zo snel als dat nu en mobilisatie van het leger kostte enkele dagen. Voordat er eenmaal versterking was, waren de relschoppers al ondergedoken en niet meer te vinden. Verder konden bestuurders van kleine lokale gemeenschappen waarin de opstanden neergeslagen moesten worden zich niet meer vertonen nadat het leger was opgeroepen tegen de eigen bevolking. De enige optie was toegeven en brood betaalbaar houden. Zo geschiedden de graanopstanden te Engeland en werd het in de gaten gehouden dat de prijzen van brood in het vervolg degelijk bleven. Prijzen van levensmiddelen zijn tegenwoordig betaalbaar voor het merendeel van de bevolking. De oorlog in Oekraïne zorgt echter wel voor problemen op de markt, waardoor op het moment minder graan te koop is. Of dit effect zal hebben op onze broodmarkt is niet direct te zeggen, maar of er weer broodrellen zullen plaatsvinden…? De tijd zal het leren.
Wil je meer weten over deze graan opstanden? Lees dan het artikel ‘the moral economy of the English crowd in the eighteenth century’ van E. P. Thompson. d
Van croquet naar ‘broodje kroket’
De geschiedenis van een van de bekendste ‘Nederlanders’
ChRistiaan velzeBoeR - Over wat nu precies de Nederlandse identiteit is bestaat nogal een discussie. Antwoorden variëren van de Nederlandse taal en Koningsdag tot een relatief moeilijk te duiden begrip als ‘vrijheid’. Hoewel er wereldwijd allerlei varianten op bestaan is er toch weinig zo Nederlands als het broodje kroket. Alleen wat is nu precies het verschil tussen croquetten en kroketten? Hoe werd het broodje kroket een allemansvriend? En: hoe Nederlands is hij nu eigenlijk? Een zoektocht die begint in een van de hôtelsparticuliers, ofwel stadspaleizen van de ‘Zonnekoning’ Lodewijk XIV.
Wanneer we spreken over een ‘kroket’, bedoelen we doorgaans een vleeskroket. De oorsprong hiervan ligt vermoedelijk in Frankrijk. De uitvinding ervan wordt doorgaans toegeschreven aan François
Massialot, een Franse chef-kok die banketten verzorgde voor de Franse adel. In tegenstelling tot wat vaak beweerd wordt is Massialot nooit toegetreden tot de officiële hofhouding van Lodewijk XIV. Hij werkte zelfstandig en verwierf later ook faam als schrijver van twee kookboeken. Het is dan ook in
Wat zij wel deden was flink rellen in de straten en bij de bakkers, molenaars en handelaren om hun ongenoegen luid en duidelijk uiten.Een idyllisch graanveld, waar gelukkig niets verkeerds mee is.
een herdruk uit 1705 van zijn debuut Lecuisinierroïalet bourgeois(eerste druk 1691) dat voor het eerst het recept voor de croquetopduikt. In dit kookboek staan daarnaast enkele van de oudst bekende recepten voor erwtensoep en crème brûlée . De croquet van Massialot verschilde echter nog een hoop van de hedendaagse variant die zo geliefd is in Nederland. Hij had ongeveer de afmeting van een ei en werd bereid zonder bechamelsaus.
Naast een krokante korst heeft de croquet dus een royaal randje. Ook zijn introductie in Nederland heeft een koninklijke link. Het oudste Nederlandse krokettenrecept dateert uit 1830, maar verscheen pas in 1851 voor het eerst in een kookboek. Dit was in Dehedendaagsche kookkunst van Maria Haezebroek. De recepten in dit boek kreeg Haezebroek van J.P. Gros, de kok van koning Willem I. Vervolgens zou het nog ongeveer een eeuw duren voordat de croquet iets van zijn koninklijke status zou verliezen. Het gewone volk maakte het recept zich eigen met lang gegaard restvlees. Onbedoeld was dit de uitvinding van de draadjesvleeskroket, nog altijd de meeste populaire variant in het zuiden van ons land.
Toch begint de échte carrière van de kroket rond het begin van de twintigste eeuw. Langzaam maar zeker ont-
Inmiddels ligt hij al decennia achter een betaalmuur, ver voordat nieuwsberichten, longreads en podcasts daar terecht kwamen.
staan er dan kleine zaakjes waar men terecht kan voor een snelle hap. Een van de eerste die zo’n zaakje begint is Herman Kwekkeboom. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog volgen de patisserieën van Holtkamp en van Dobben. Deze namen zouden dusdanig veel furore maken met hun croquetten dat er vandaag de dag sprake is van merkverwatering. Wie een croquet wil, kan deze
Culturele tip van de maand:
Amsterdam Ferry Festival
Amsterdam Ferry Festival
simpelweg bestellen aan de hand van de merknaam. Nederlanders na de oorlog hebben daarbij steeds meer te besteden en weten de weg naar de croquetten dan ook makkelijk te vinden. De vraag wordt zo groot dat sommige makers de productie ervan uit handen geven aan grote snackfabrikanten. Het hoogtepunt is dan nog altijd niet bereikt, want de kroket krijgt wederom een boost bij de introductie van de snackautomatiek. Inmiddels ligt hij al decennia achter een betaalmuur, ver voordat nieuwsberichten, longreads en podcasts daar terecht kwamen.
Het laatste zetje naar een onbetwiste sterrenstatus krijgt de kroket in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Vanaf dat moment is hij ook (ingevroren) beschikbaar om thuis gemaakt te worden. Tot diep in de jaren negentig is het de meest bestelde snack van Nederland. Daarna moet hij helaas het stokje overdragen aan de frikandel. Wie weet verovert hij deze ooit wel weer terug. De kroket gaat goed met zijn tijd mee, is immers beschikbaar in talloze varianten en bovenal het lekkerste op een broodje. d
Op verschillende momenten in het jaar worden de ponten van Amsterdam overgenomen door beeldende kunst, fotografie en performance art.
Morning Ritual 12 mei t/m 22 mei 2022. Samengesteld door curator Inez Piso.
Opstapplaatsen: Centraal Station, NDSM en Buiksloterweg.
Zie voor meer informatie het gehele artikel van Maryse Dekker op onze website: https://eindeloosweblog.wordpress.com/
Brood moet zingen!
Constantijn BolsCheR - Tijdens de coronapandemie verkeerde de operawereld in moeilijke tijden. Het was voor operazanger Maurice Rommers (30) reden voor een bijzondere carrièreswitch. Hij gooide het roer om en verruilde het podium voor een oeroud beroep. Het zou het begin worden van zijn eigen bakkerij, Bakkerij Amadeus, de eerste artisanale bakkerij van Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern. Op de website van Bakkerij Amadeus tref je de leus ‘Brood moet zingen’ aan. ‘De obsessie met tijd en tempo blijft. Ons brood heeft namelijk een langzaam tempo.
Bakkerij Amadeus is gevestigd in een prachtig oud pand, de Metaal Kathedraal in Utrecht. Vroeger was hier de rooms-katholieke Onze-Lieve-Vrouw-ten-Hemelopnemingkerk van de buurtschap Oudenrijn bij De Meern gevestigd, gebouwd in 1857. Vanaf 1941 was in het gebouw de zijspanfabriek Hollandia gevestigd en vanaf 1977 werd het een metaalfabriek. Sinds 2011 is het in gebruik als ecologisch cultureel centrum en sinds vorig jaar ook als bakkerij. Het is een karakteristieke buurtbakkerij die je eigenlijk alleen terugvindt in Italië of Frankrijk en waar je iedere dag (zuurdesem) brood kunt halen. Maurice laat zich inspireren door Poilane, een wereldberoemde bakkerij uit Parijs.
‘Deze bakkerij staat bekend om zijn vakmanschap en verbinding met de gemeenschap’, zegt hij.
‘Dat moet Amadeus ook zijn: een bakkerij die in het midden van de gemeenschap staat, waar de bewoners op kunnen bouwen.’ Het signatuur brood van Amadeus is een robuust basisbrood, een hommage aan de Franse bakkerij. Het is een voedzaam, licht volkoren brood, bestaande uit molengemalen meel, zout en Utrechts water. Zeker een bezoekje waard.
Voor meer informatie, zie: https:// bakkerijamadeus.nl/