De jeugd van tegenwoordig: minder alcohol, minder cannabis? Resultaten van de jaarlijkse VAD-bevraging bij 12- tot 18-jarigen Auteurs ❯ Johan Rosiers en Tom Defillet zijn verbonden aan het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD).
Inleiding Elk jaar maakt het Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs cijfers bekend over het gebruik van tabak, alcohol, medicatie en illegale drugs en over het goken gamegedrag bij jongeren die in een secundaire school van de Vlaamse Gemeenschap schoollopen. Dit gebeurt op basis van een representatieve steekproef (n=7532) in de 12tot 18-jarige schoolpopulatie. Dit onderzoek loopt al meer dan twintig jaar, zodat trends kunnen worden opgevolgd. De resultaten en evoluties bieden aanknopingspunten om preventief te werken met deze jonge doelgroep. Deze cijfers kunnen nuttig zijn bij het aanreiken van beschrijvende normen (wat is gebruikelijk gedrag) in het kader van gepersonaliseerde normatieve feedback. Het kaderen van hoeveel en hoe vaak de doorsneeleerling drinkt, corrigeert de vaak naar overschatting nijgende perceptie over drinknormen bij de peers. Zo voelt de jongere minder druk om veel of vaak te ‘moeten’ drinken om aan de gepercipieerde norm te voldoen.
Alcoholgebruik bij jongeren neemt af De resultaten van de VAD-leerlingenbevraging in 2020 bevestigen het gekende patroon van alcoholgebruik bij jongeren (figuur 1). Een meerderheid van de scholieren (56,7%) heeft ‘ooit’ alcohol gedronken; de helft dronk in de twaalf voorgaande maanden alcohol (51,2%). Maar regelmatig gebruik van alcohol, gedefinieerd als minstens één keer drinken per week, komt al duidelijk minder voor (12,2%). Zowel prevalenties als frequenties van alcoholgebruik stijgen met de leeftijd, waarbij vooral de sprong tussen 12-14 jaar en 15-16 jaar opvalt. Tussen 15-16 jaar en 17-18 jaar is enkel de stijging van regelmatig gebruik duidelijk zichtbaar. Onder 15- tot 16-jarigen in een klas van twintig leerlingen is te verwachten dat drie leerlingen minstens eens per week alcohol drinken.1 116
huisartsnu huisarts nu mei - juni 2021 #3
Wat is bekend? ❯ De samenleving heeft snel een oordeel klaar over het druggebruik van jongeren. ❯ De (foutieve) indruk bestaat dat het gebruik van alcohol en cannabis bij jongeren toeneemt en problematisch is.
Wat is nieuw? ❯ Het aantal jonge gebruikers van alcohol neemt progressief af. ❯ De meeste jongeren hebben ‘ooit’ alcohol gebruikt, terwijl een minderheid regelmatige gebruikers zijn. ❯ De meeste jongeren hebben nooit cannabis gebruikt en een kleine fractie is regelmatig gebruiker.
Wat zegt de bevraging over het fenomeen ‘bingedrinking’? We hanteren daarvoor de genderspecifieke definitie ‘minstens vier standaardglazen alcohol drinken in een tijdsspanne van twee uur’ (meisjes), respectievelijk ‘minstens zes standaardglazen alcohol drinken in een tijdsspanne van twee uur’ (jongens). Dit komt bij een gemiddelde volwassene overeen met een bloedalcoholconcentratie van 0,8 promille. Drie op de tien scholieren hebben ooit aan bingedrinking gedaan (31,1%). Slechts 3,5% doet dit (gemiddeld) minstens één keer per week. In de oudste leeftijdsgroep ligt dat aandeel hoger: 10,5% of naar schatting twee leerlingen in een doorsneeklas. Gelukkig vertoont het gebruik van alcohol, net als dat van tabak trouwens, een dalende trend en dit even sterk voor jongens als voor meisjes. Terwijl tien schooljaren eerder bijna twee derde van de Vlaamse scholieren in het voorgaande jaar alcohol dronk, is dat over de jaren heen gedaald naar ongeveer de helft. In diezelfde periode is het regelmatig gebruik van alcohol zelfs bijna gehalveerd van 20,4% naar 12,2% (figuur 2).