8 minute read

Jonge aspirant-politicus krijgt raad van oudgediende: ‘Beter sterven voor eigen principes dan die van een ander’

Jonge aspirant-politicus krijgt raad van oudgediende ‘BETER STERVEN VOOR EIGEN PRINCIPES DAN VOOR DIE VAN EEN ANDER’

© Sofie Peeters ©Sofie Peeters

Advertisement

Basile Moyaerts is nog maar 17 jaar en bruist nu al van de politieke ambitie. Zo wil hij ooit eerste minister worden. Hij zit in zijn laatste jaar Wetenschappen-Wiskunde en stelt zich verkiesbaar op de lijst van CD&V Sint-Truiden. ‘Waarom zouden we met hem niet eens langsgaan bij een oud-premier?’ dachten wij. Erwin Vandenbosch, Kaat Monsieur en Sofie Peeters

‘Hij staat al op ons te wachten’, fluistert een zenuwachtige Basile. Voor ons staat Herman Van Rompuy strak in het pak en klaar om de jonge politicus in spe te ontvangen. ‘Welkom’, zegt hij wanneer hij ons de hand schudt en ons voor gaat naar zijn bureau in de Brusselse Handelsstraat. Wij nemen plaats in een van de zwarte leren zetels, terwijl Basile vol trots in de zetel naast Herman Van Rompuy mag gaan zitten.

Erasmix: Basile, kan jij je even voorstellen?

Basile: ‘Ik ben een enorme fan van u. Toen ik elf jaar was, kregen wij op school de opdracht om te schrijven over een project. Ik heb toen voor de Europese Unie gekozen en tijdens mijn opzoekwerk kwam ik u tegen, want de voorzitter van de Europese Raad bleek een Belg te zijn.’ Van Rompuy: ‘You make my day. Was jij toen nog maar elf jaar? Je ziet er echt ouder uit.’ Basile: ‘Ik heb mijn best gedaan om er goed uit te zien (lacht). Zo ben ik geïnteresseerd geraakt in politiek. Vorig jaar in september ben ik gevraagd door Veerle Heeren (CD&V-burgemeester van Sint-Truiden) om met haar op de lijst te staan voor de lokale verkiezingen. Dat was voor mij de start.’

Erasmix: Meneer Van Rompuy, hoe was u op die leeftijd?

Van Rompuy: ‘Toen ik zestien jaar was, richtte ik samen met vier anderen de lokale ploeg van de CVP-jongeren op. Omdat ik te jong was om voorzitter te worden, hadden ze van mij de secretaris gemaakt. Jaren later kwam ik die toenmalige voorzitter tegen om te praten over the good old days, en hoe hij toen als voorzitter de meest bekende secretaris had die je je maar kon inbeelden. Niet dat we dat al wisten in 1963 (lacht). Op zeventienjarige leeftijd was ik veel minder zelfverzekerd dan jij nu bent. Ik heb toen al mijn moed bijeen moeten rapen om naar een congres voor de CVP-jongeren in Brugge te gaan. Zo kwam ik in aanraking met de groten in de politiek zoals Wilfried Martens, die toen voorzitter was, en Jean-Luc Dehaene. Dankzij die contacten ben ik in 1968 verkozen voor het nationaal bureau van de jongeren. De voorzitter was toen opnieuw Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene was ondervoorzitter. Ongelofelijk, als je er nu over nadenkt, maar uit dat groepje zijn er uiteindelijk drie eerste ministers voortgekomen. Maar om verder te gaan met mijn verhaal: na vier maanden ben ik er opgestapt. Niet omdat het te zwaar werd, maar omdat ik niet akkoord ging met hun strekking. Voor mij was die te links, ik beschouw mezelf eerder als een centrumfiguur. Ik keerde pas in 1973 terug. Ik heb er geen spijt van als ik nu terugblik. Mocht ik gebleven zijn in 1968, dan was ik misschien voorzitter van de CVP geworden, maar het was me toen te veel. Ik ging echt niet akkoord. Je moet niet voor elk probleem gaan lopen. In deze situatie ging het over de globale strategie, maar dat was vijftig jaar geleden (lacht).

Erasmix: Zijn er dingen die u uit die periode heeft geleerd die een hulp kunnen zijn voor jonge politici?

Van Rompuy: ‘“Het is beter te sterven voor uw eigen principes,

dan voor die van een ander” schreef Shakespeare in zijn laatste tragedie Coriolanus. Je moet dus voor jezelf gaan kijken wat het zwaarste doorweegt. Dat kan gaan over iets kleins, maar daarvoor mag je jezelf niet terugtrekken. Politiek moet zijn als thuiskomen, je moet jezelf de vraag stellen: “Voel ik mij hier wel thuis?” Heb je dat gevoel niet, dan moet je daar conclusies uit trekken. Dat heb ik ook gedaan, maar dat is iets wat ieder voor zich moet leren uitmaken.’

Erasmix: Basile, jij gaat nu je eerste stappen zetten. Is er iets waar je van droomt op lange termijn?

Basile: ‘Dromen in de politiek betekent voor mij: “Wat wil ik realiseren?”. Op dit moment ben ik geïnteresseerd in het onderwijs. Zo vind ik het M-decreet een stap in de juiste richting, omdat je op die manier zo veel mogelijk kinderen uit het buitengewoon onderwijs in een gewone school zet en hen kansen geeft die ze anders niet krijgen. Ze krijgen hierdoor de mogelijkheid om hun toekomst uit te bouwen en misschien zelfs na het middelbaar verder te gaan. Of neem de Europese Unie. Die geeft ons de mogelijkheid om van alle andere landen te leren hoe zij over onderwijs denken en hoe wij kunnen groeien.’ Van Rompuy: ‘Los van het onderwerp onderwijs, ga ik niet akkoord met de stelling dat dromen in de politiek gelijk staat aan realisaties. Er moet altijd een mix zijn van ideeën en idealen, maar je mag nooit ontkennen dat je eigen ambities hebt. Niet alleen maak je hiermee jezelf iets wijs, maar ook anderen. Enerzijds moet je voor je ideeën vechten. Je moet jezelf nog bewijzen en aan de mensen tonen dat je ze kan overtuigen. Jonge mensen moeten zichzelf nog op de kaart zetten en daar kruipt veel energie in, wat dus betekent dat ze meer op zichzelf gericht zijn dan op hun eigen ideeën. Anderzijds ben je idealistisch en wil je van alles realiseren. Dan komt het ego op de tweede plaats natuurlijk.’ Basile: ‘Komt die ambitie dan niet voort uit het willen realiseren van idealen?’ Van Rompuy: ‘Ambitie komt voort uit zelfontplooiing. De een krijgt dat mee, de ander moet daaraan werken en dat geldt voor de meesten. Zij die het meegekregen hebben, moeten dan weer regelmatig kletsen krijgen zodat ze met hun beide voetjes op de grond landen.’ Basile: ‘U maakt een opdeling in het ambitieuze en het idealistische. Ik denk dat het nog iets meer in het midden ligt, want u bent van de oudere garde. Ik denk dat de waarheid meer in het midden ligt. Je bent natuurlijk altijd ambitieus hé, zoiets ga je niet onder stoelen of banken steken.’

Erasmix: Welke lessen leerde u uit het moment dat uw ambities waren vervuld?

Van Rompuy: ‘In een loopbaan zullen er altijd momenten zijn waarop je zegt: “Ondanks dat er fouten zijn gemaakt en ik de verwachte steun verloren heb, wil ik verder gaan”. Dan is het aan jezelf om je af te vragen of je verder wil gaan of je leven een andere wending wil geven. Zo’n moment kende ik toen ik veertig jaar was. Er waren dingen gebeurd die mij ten onrechte kwalijk werden genomen. Als ik toen mijn carrière een andere wending had gegeven, zat ik hier nu niet meer.’

Erasmix: Is er dan een soort van juiste ingesteldheid die iemand moet hanteren?

Van Rompuy: ‘Natuurlijk, maar dat is niet alleen in de politiek zo. Deels hangt het er ook van af hoe je zelf bent. Want je kan aan jezelf werken, maar negentig procent is wat in je karakter zit. Zo heb ik al vaak mensen gezien van wie ik dacht: “Die heeft het”. Maar dan kunnen ze het nog altijd verknoeien of kan het lang duren vooraleer ze doorbreken. Zo was ik in 1975 adviseur van de eerste minister, Leo Tindemans. Na enkele weken zeiden mensen tegen mij: “Jij komt hier nog binnen, maar niet om in dit bureau te zitten, maar in dat van Tindemans”. Niet dat ik daar toen nog niet aan had gedacht, maar ik had nooit verwacht dat ze gelijk gingen hebben. Want mensen kennen je soms beter dan je jezelf kent. Dus wat je zelf realiseert hangt af van de omstandigheden én van wie je bent. Vandaar dat het belangrijk is om te blijven wie je bent. Als je voelt dat je ergens geen talent voor hebt, stop er dan mee. Maar jij mag je zeker niet laten ontmoedigen als je dit jaar niet verkozen wordt. Bij een tegenslag mag je niet gaan lopen, maar als je na een tijd toch twijfelt, dan moet je iets doen waar je gelukkig van wordt. In je latere beroepsleven is niets zo erg als met hangende pootjes naar je werk te trekken, want dat houd je niet vol.’ Basile: ‘U zegt dat je vooral gelukkig moet zijn in je beroep, ook in de politiek. Of dat zo is, dat is altijd een beetje trial and error. Maar u zit natuurlijk al 45 jaar in de politiek, hé (lacht). Het is heel belangrijk om geen vertekend beeld van mezelf op te hangen in de politiek. Dat is ook niet dat wat u gedaan hebt.’ Basile: ‘Om nog een laatste vraag uit nieuwsgierigheid te stellen, wat was uw spannendste moment tijdens uw periode als voorzitter?’ Van Rompuy: ‘Moeilijk te zeggen. Het mooiste moment was toen ik in het stadhuis in Oslo stond namens de Europese Unie voor de Nobelprijs voor de Vrede. Dat ik daar ooit zou staan voor die plechtigheid, had ik me nooit kunnen inbeelden. Dat is natuurlijk le moment suprême. En toen heb ik er de beste toespraak van mijn leven gehouden.’ Basile: ‘Als dank hebben wij nog een mand met Truiense streekproducten voor u!’ Van Rompuy: ‘Hartelijk dank.’

© Sofie Peeters

Basile Moyaerts

Ambitie komt voort uit zelfontplooiing. De een krijgt dat mee, de ander moet daaraan werken.”

© Sofie Peeters

This article is from: