2 minute read
Mei 1968 - mei 2018: van de barricades naar het web
from Jg21nr2 juni 2018
by Erasmix
© Kevin Van den Panhuyzen
De mythische maand mei ’68. Studenten komen wereldwijd op straat tegen autoriteit, met als hoogtepunt de bijna-revolutionaire toestand in Parijs. Ook Leuven kende zijn eigen ‘mei ’68’, al vond die enkele maanden eerder plaats, in januari. Historicus en soixante-huitard Louis Vos blikt terug. Kevin Van den Panhuyzen en Jules Desmet
Advertisement
© Kevin Van den Panhuyzen
Louis Vos
‘Het hele jaar was er mobilisatie en elke week wel een betoging. Als de manifestatie niet werd toegestaan, trok iedereen naar de Bondgenotenlaan en trad de rijkswacht hard op. Er werd stevig geknuppeld.’ Historicus en emeritus professor Louis Vos (72 destijds 22) stond als student geschiedenis op de eerste rij van de Leuvense protesten. ‘Die hele periode was er voortdurend agitatie en vele studenten voelden zich geroepen, ook ik.’ Ze protesteerden tegen het gezag en de traditionele moraal. Het studentenprotest in Leuven bereikte zijn hoogtepunt in januari 1968, na een strijd die al in december 1965 begonnen was. Op het eerste gezicht was het een communautaire strijd. De Vlaamse studenten scandeerden ‘Leuven Vlaams!’. Ze waren uit op een splitsing van hun universiteit, die op dat moment nog tweetalig was. Toch was er meer aan de hand volgens Louis Vos. ‘Er brak een antiklerikale beweging uit, tegen de autoriteit van de katholieke kerk, want die ging radicaal in tegen de democratie. Daarmee was de toon gezet.’ Vier maanden later, in mei, galmde het in Parijs.
Rebels without a cause
Dat de studenten zo massaal de straat op trekken, lijkt vandaag bijna ondenkbaar. Hoe was het mogelijk dat het studentenprotest uitgroeide tot een brede, antiautoritaire beweging? Hoewel de Leuvense studentenbeweging een sterk antiklerikale inslag had, legt Louis Vos een ironisch verband met de katholieke traditie, waaruit de protesterende studenten voortkwamen. ‘De katholieke jeugd was geëngageerd in verenigingen en kende een maatschappelijk engagement’, legt Vos uit. ‘In Leuven waren er alleen katholieke studenten en zij voelden zich erg aangesproken door sociale rechtvaardigheid. Je kreeg zo een in elkaar vloeien van Vlaamse en sociale eisen.’ De stelling dat de soixante-huitards toen rebels without a cause waren, roept verontwaardiging op bij Vos. ‘We deden dat niet voor ons plezier’, klinkt het stellig. ‘We waren verontwaardigd en er was een gedrevenheid die voortkwam uit een ethisch bewustzijn, dat we omzetten van een individuele naar een collectieve moraal.’
Studentenverantwoordelijkheid
Naast de katholieke achtergrond van de studenten, speelde ook de rol mee die zij in de maatschappij opnamen. De studenten maakten toen nog een minderheid van de jeugd uit en hadden een soort van voorhoederol. ‘Zij waren niet meteen bezig met de prijzen in het studentenrestaurant Alma’, aldus Vos. ‘Maar zij droegen een verantwoordelijkheid voor de bredere samenleving. Studenten wierpen zich plotseling op als leiders van een ruimere emancipatiebeweging.’ Deels had dit te maken met wat Vos de ‘totaalrol’ van de studenten noemt, een concept van de Duitse