Globe Magazine - februari 2015

Page 1

GLOBE MAGAZINE

Februari 2015 / Nr. 395

1



Magazine voor internationaal ondernemen

GLOBE MAGAZINE

Op de cover Colofon Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen is het maandblad van Fenedex en richt zich op exporterende en internationaliserende Nederlandse bedrijven. Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen verschijnt 11x per jaar. Redactie Bart Jan Koopman (hoofdredacteur) Elmar Otten (eindredacteur) Marianne Elissen (redacteur) Frannie Flinterman (redacteur) Willemijn Gwanmesia (redacteur) Dorine Noordam (redacteur)

Rob Kiers en Koen Laagland Respectievelijk Manager Director Nutreco Africa en Senior Legal Counsel Nutreco Nutreco verkoopt diervoeding en visvoer in meer dan honderd landen. Daarbij is Nutreco’s rol als dieet­ adviseur essentieel. Lees het interview op pagina 12.

Contact redactie Fenedex Postbus 90409, 2509 LK DEN HAAG T 070 – 330 56 20 F 070 – 330 56 56 E redactie@globemagazine.nl Vormgeving Silo, Den Haag Druk Veenman+, Rotterdam Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt milieuvriendelijk en op chloorvrij papier (TCF) gedrukt. Advertenties Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS DEN HAAG T 070 – 323 40 70 E dm@mooijmanmarketing.nl Abonnementen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt verspreid onder leden van Fenedex. Ontvangt u het magazine nog niet? Neem dan contact op met de redactie. Overige verspreiding Relaties van Fenedex in de politiek, bij ambassades en consulaten in het buitenland, werkgeversorganisaties, branche­ organisaties en docenten internationaal ondernemen in het HBO en MBO kunnen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen toegestuurd krijgen. Verspreiding vindt plaats in controlled circulation. Overname Overname van artikelen en andere informatie is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie, mits met bronvermelding. Disclaimer Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Fenedex en haar auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden noch voor de gevolgen hiervan. De inhoud van de artikelen hebben een informatieve strekking, zijn globaal en beschrijvend van opzet en kunnen niet worden gezien als juridisch advies. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

“Precies weten hoe je de samen­ stelling van het voer moet wijzigen om optimale gezondheid en groei van het dier te bereiken, dat is onze toegevoegde waarde.”

ISSN: 2352-5843 Februari 2015 / Nr. 395

3



GLOBE MAGAZINE

Voorwoord

De (BR)IC’s en een reset voor 2015? Na 1 januari staat de teller weer op nul voor het nieuwe ondernemingsjaar. Uitgerust en vol goede moed gaan we het nieuwe jaar met onze ambitieuze plannen te lijf. Ziet onze wereld er in 2015 opeens anders uit? Misschien toch wel! Allereerst de koers van de euro ten opzichte van de dollar. Voor de zaken die u doet in typische dollarlanden en -markten is de concurrentie­positie opeens fors verbeterd. Van een wisselkoers van rond de 1,40 zijn we al onder de 1,20 gezakt. Als we dit beeld voegen bij de enorme val die de olieprijs de afgelopen maanden heeft laten zien, dan is duidelijk dat er fors lagere kosten gaan ontstaan voor bedrijven met oliegebaseerde of energie-intensieve productieprocessen. Tel daar bij op dat de kosten in Nederland naar verhouding weinig stijgen: het deflatie­spook waart zelfs rond als we de autoriteiten moeten geloven. Geld lenen was nog nooit zo goedkoop en de loon- en grondstofkosten zijn laag. Samengevat: we hebben de wind in de rug, als “storm” niet een betere woordkeuze is. Daar tegenover staat misschien de politieke storm die onverminderd door waait als het gaat om de stabiliteit en de groeiperspectieven in de grote groeimarkten van de wereld. Rusland en grote delen van het Midden-Oosten baren grote zorgen en via de aanslagen in Parijs komt ook het extremisme (niet alleen gevoelsmatig) erg dicht bij. Ook Brazilië lijkt naast Rusland uit de BRIC-vergelijking weg te vallen, als groeibelofte op de kortere termijn. Zijn we dan alleen terug bij IC en ligt de rest van de wereld op de intensive care? Misschien moet u dus voor de eigen onderneming even nadenken uit welke hoek de wind waait. Staan de grote landen China en India bij u inderdaad wel op de radar als potentiële (groei) markt en doet u daar voor de korte en middellange termijn wel genoeg? En heeft u wellicht andere groeilanden nog onvoldoende in de plannen meegenomen? Of had u juist ingezet op groei in Europa? Dit en nog veel meer vragen wij ook aan u in ons nieuwe onderzoek Trends in Export. We zijn er van overtuigd dat we met elkaar de juiste antwoorden weten te vinden tijdens de presentatie op 31 maart aanstaande. Wij danken u bij voorbaat voor het invullen van de enquête maar denken nu al dat 2015 een winderig jaar zal worden. Stuurmanskunst is dus opnieuw vereist. Gelukkig hebben we elkaar om de koers uit te zetten!

Bart Jan Koopman Directeur Fenedex Februari 2015 / Nr. 395

5


GLOBE MAGAZINE

Inhouds opgave Voorwoord 05 De (BR)IC’s en een reset voor 2015?

Het betalingsbevel in Polen

Heeft u een vordering op uw Poolse afnemer? Of moet u uw Poolse leverancier nog betalen? Denk dan aan de korte incassoprocedures in het Poolse recht. Snel reageren is essentieel want de termijnen zijn kort. 

42

Column 09 Geen plaats... Ervaringen 12 Nutreco: voerproducent van de wereld 32 Bugaboo: marktentree Rusland Verkenningen 18 Belang BRIC’s voor uitvoer stijgt 28 Marokko: kruispunt van de wereld Thema: juridische en fiscale zaken 22 Voorkom fiscale ontdekkingsreizen 25 Blauwe enveloppen in het buitenland 34 TAMARA: geschillenbeslechtiging in internationale handel 36 Compliance: goed zakendoen 39 Export van medische hulpmiddelen in Europa 42 Het betalingsbevel in Polen 44 Distributie en agentuurovereenkomsten in Japan Elke maand 03 Colofon 11 Expats 10 Kort 47 Fenedex Member Benefits 47 Verenigingsnieuws 48 Export matters: Q&A 50 Agenda 52 Ontmoetingen 54 Fenedex contact 6

Februari 2015 / Nr. 395

Zaken doen in Japan

Samenwerking is voor Japanners gebaseerd op vertrouwen. Dat heeft ook zijn weerslag op juridisch gebied, waar overeenkomsten bijvoorbeeld alleen op hoofdlijnen worden uitgewerkt. 

44


GLOBE MAGAZINE

Blauwe enveloppen in het buitenland

Welke fiscale aspecten komen om de hoek kijken wanneer een werkgever werknemers voor korte of langere tijd uitzendt naar het buitenland? 

18

25

Belang BRIC’s groter dan gedacht

De ranglijst van belangrijkste exportbestemmingen blijkt met een modernere manier van meten er anders uit te zien. Moeten we ons wereldbeeld aanpassen? 

Voerproducent van de wereld

Met productie in dertig landen en verkoop in meer dan honderd landen is de beursgenoteerde diervoedingsen visvoerproducent Nutreco een bedrijf waar iedereen wel een aandeel in wil hebben. 

12 36 Goed zakendoen

Omkoping is strafbaar. Een simpel feit waar desondanks nog niet elk bedrijf van doordrongen is. Het OM deelt recordboetes uit. En dat terwijl goed zakendoen zo eenvoudig is. 

Februari 2015 / Nr. 395

7



GLOBE MAGAZINE

HEIN SCHOTSMAN

Geen plaats…

Column

Vanuit zijn optiek als econoom geeft Hein Schotsman commentaar op internationale handels­ ontwikkelingen.

De associatie met het kerstverhaal gaat te ver, maar ook wij mochten er niet in. Half december bezocht ik met een groep Europese bankeconomen de ECB in Frankfurt. Het was niet de eerste keer. Altijd werden we op het hoofdkantoor aan de Kaiserstraße met alle egards ontvangen, als we eenmaal door de security heen waren. Maar deze keer waren we niet welkom in het ECB-gebouw. Mijn Duitse collega had een pico bello alternatief geregeld, maar toch… De reden was een hele simpele: de verhuizing van de ECB Frankfurt naar een uit de kluiten gewassen splinternieuw hoofdkantoor. Wat mij betreft staat dit nieuwe gebouw symbool voor wat er de afgelopen jaren is gebeurd in Europa. De eurozone verkeerde een paar jaar geleden in een crisis. Op de beslissende tweesprong aangekomen, hebben de eurolanden ervoor gekozen om samen verder te gaan. Ze zijn niet teruggekeerd naar het verleden van voor de euro. Dat vroeg en vraagt enorm veel van de Europese instituten, vooral van de ECB. De centrale bank heeft deze slopende periode glansrijk doorstaan. De ECB heeft een vooraanstaande rol gespeeld bij het tackelen van de eurocrisis. Door een slim gedoceerde mix van beloften en concrete maatregelen is voorkomen dat de financiële markten op slot zijn geraakt. In 2014 is nog een monsterklus geklaard. Het toezicht op de grote banken is overgehe­ veld van nationale toezichthouders naar de ECB zelf. Dat ging gepaard met een inhoudelijk, maar ook operationeel gezien loodzware test. De grote banken zijn door een soort MRI-scanner gehaald, om te zien of ze een Europese licentie verdienden. In november is het ECB-toezicht van start gegaan. Maar voordat dit op rolletjes loopt, zal er nog heel wat water door de Main stromen. Ik vraag me soms af of we de ECB niet overvragen. Volgens een recent bericht in het FD zou een derde deel van de ECB-ers verschijnselen heb­ ben die op een burn-out wijzen. Dat is een stevig signaal dat je niet on­ begrensd grote organisaties kunt omtoveren. Ik denk soms dat er ook op monetair gebied teveel toverkunst van de ECB wordt verwacht. Draghi cum suis hebben de rente naar ongekende laagtes gemanoeuvreerd. Heerlijk voor landen met schulden, maar werkt het ook disciplinerend? Of geeft het die landen een excuus om broodnodige hervormingen te vertragen? Ik heb mijn twijfels. Niet alles wat er gebeurt in Frankfurt maakt me enthousiast. Wel dat we daar een instituut hebben dat van wanten weet.

Hein Schotsman is Senior Economist bij ABN-AMRO

Februari 2015 / Nr. 395

9


GLOBE MAGAZINE

Kort nieuws

Kort EVO en Fenedex pleiten voor vrij­ handel en één in­ terne markt EVO en Fenedex pleitten half januari in de Tweede Kamer voor een verdere integratie van de economieën van Europa en een open vizier naar de wereld. Het werk­programma dat de Europese Commissie onlangs presenteerde, biedt daar volgens de belangenorganisaties voor handelsbedrijven, exporteurs en productiebedrijven veel aanknopings­punten voor.

Handelsverdragen maken handel tussen landen makkelijker. Wanneer +4,8% regels voor internationale handel op elkaar zijn afgestemd, vermindert dit administratieve en nalevingskosten voor bedrijven. De groeiende oppositie, ook in de Tweede Kamer, tegen bijvoorbeeld een handelsakkoord met de Verenigde Staten baart EVO en Fenedex dan ook zorgen. Eenvoudiger procedures in handel tussen Europa en de Verenigde Staten betekenen minder handelsbelemmeringen, zodat er meer groeikansen ontstaan voor Nederlandse mkb-bedrijven. Dat is goed voor de economie, de werkgelegenheid en welvaart. Ook binnen Europa zijn er nog stappen te zetten. Ondanks het verdrag van Maastricht, voor een vrije Europese zone voor het goederenvervoer, gelden er nog steeds vele verschillende regels voor vervoer in Europa. Van 10

Februari 2015 / Nr. 395

één markt met open grenzen is dan ook nog steeds geen sprake. EVO en Fenedex vinden het dan ook noodzakelijk dat de Europese Commissie transport als prioriteit opneemt in haar plannen om de eenwording van de Europese markt verder te stutten. 

binnen bereik van kleinere bedrijven die bijvoorbeeld een exportorder voor machines van een paar miljoen willen financieren. Wij hebben de eerste aanvragen hiervoor al ontvangen. En we zijn aan het kijken naar een volgende uitbreiding die nog verder de deur opent naar het mkb.” 

Bron: Fenedex, EVO Volledig bericht: http://ow.ly/ Hr3Yu

Bron: Atradius Volledig bericht: http://ow.ly/Hr0Ee

CBS: export groeit Exportkrediet­ gestaag verder garantie uitgebreid De exportkrediet­ garantie, een tijdelijke maatregel waarmee Atradius Dutch State Business beleggers in exportkredieten wist aan te trekken, is in januari flink uitgebreid. Tot nu toe konden institutionele beleggers met de garantie alleen de exportleningen van banken overnemen. Sinds kort zijn ook eigen leningen van institutionele beleggers aan de bank gegarandeerd. Daarnaast is er een garantie ontwikkeld speciaal voor Duitse pandbriefbanken als die Nederlandse export gaan financieren. Deze pandbriefbanken hebben veel vermogen dat nu ook beschikbaar komt voor Nederlandse exporteurs.

+4,8%

Bert Bruning, algemeen directeur van Atradius Dutch State Business: “Met de uitbreiding van de garantie is deze niet alleen geschikt voor grote transacties van bijvoorbeeld 50 of 100 miljoen euro, maar komt deze ook

Het volume van de export van goederen was in november 4,8 procent groter dan in november 2013. Een maand eerder bedroeg de stijging van de export 5,1 procent. Vooral de export van transportmiddelen, landbouwproducten, metaal, machines en apparaten groeide in november. De wederuitvoer was opnieuw hoger dan een jaar eerder, maar de uitvoer van Nederlands product groeide niet of nauwelijks.

+4,8%

De omstandigheden voor de export in januari 2015 zijn volgens de Export­ radar van het CBS per saldo hetzelfde als in december. Nederlandse ondernemers in de industrie waren een stuk minder negatief over hun buitenlandse orders dan een maand eerder. Daartegenover staat dat de meest recente productie­cijfers van de Duitse indus­ trie aanzienlijk slechter waren.  Bron: CBS Volledig bericht: http://ow.ly/Hzv38


GLOBE MAGAZINE

WILLEMIJN GWANMESIA, ELMAR OTTEN

Expats Globe Magazine laat iedere editie een expat aan het woord over de opgedane ervaringen in het buitenland. Ditmaal Abel Smulders vanuit Spanje.

Wat voor werk doe je? ‘Ik woon sinds mei 2004 in Logroño, in de streek La Rioja. Daar ben ik werkzaam als zelfstandig, freelance accountmanager/sales engineer voor MAGNETO special anodes B.V., een Nederlandse fabrikant van speciale titaan elektrodes voor verschillende elektrochemische toepassingen in de metallurgische industrie (metal plating), corrosiebescherming (ICCP) en waterbehandeling.’ Was het lastig om je aan te passen? ‘De overgang is niet zo groot. Het enige merkbare verschil tussen Spanje en Nederland als het gaat om het werk zijn de etenstijden. Typisch in Spanje rond ca. 14.00 het diner, de belangrijkste maaltijd, zodat de werktijden zich veel meer over de dag uitstrekken t.o.v. Nederland. Aangezien ik klanten zowel in Spanje als buiten Spanje heb maakt het niet zoveel uit, het is een kwestie van aanpassen aan het “ritme” van de klanten. Ik heb privé vooral contact met de lokale bevolking, in Logroño zijn zover ik weet geen andere Nederlandse expats. Het contact met mijn collega’s in Nederland loopt voornamelijk telefonisch en per e-mail. Daarnaast breng ik zo’n vier tot zes keer per jaar een bezoek aan ons hoofdkantoor in Schiedam.’

Hoe kijkt de bevolking tegen jou aan? ‘Ik voel me volledig geïntegreerd, betaal immers ook alle belasting in Spanje :-), en volgens mij ervaart mijn omgeving dat ook zo. Ik blijf natuurlijk wel Nederlander en probeer de positieve aspecten van onze cultuur ook in Spanje te bewaren.’ Wat maakt een buitenlands avontuur tot een succes? ‘Alles. Destijds heb ik bewust de keuze gemaakt om Nederland te verlaten en me in Spanje te vestigen en heb er nooit spijt van gehad. Hopelijk blijf ik de rest van mijn leven woonachtig in Spanje. Het is een prettig land om te wonen, met een aantrekkelijke en gemoedelijke sfeer.’

Abel Smulders Bedrijf: MAGNETO special anodes B.V. Functie: Global Product Manager ICCP/Account Manager Land, plaats: Spanje, Logroño

42° 27’ NB, 2° 26’ OL

Welke tips heb je voor collega-exporteurs? ‘Bereid zijn om te improviseren en niet alles te kunnen controleren. Nederlanders willen graag structuur aanbrengen en anticiperen, Spanjaarden zijn meesters in improviseren en zaken te regelen wanneer het er echt op aan komt. Als het voor ons Nederlanders al lang geregeld had moeten zijn. Betalingstermijnen die in Spanje als “regel” voorkomen, zijn volstrekt niet meer van deze tijd. 90 dagen is nog steeds heel gebruikelijk in de Spaanse cultuur. Dus intelligent opereren en een zekere flexibiliteit is ook hier op zijn plaats. Besteedt ook echt aandacht aan een klant, een broodje en een kopje koffie op zijn Nederlands kan echt niet!’   Februari 2015 / Nr. 395

11


GLOBE MAGAZINE

 Rob Kiers en Koen Laagland “We ondersteunen de boer en viskweker in het maken van de juiste keuzes.” 12

Februari 2015 / Nr. 395


GLOBE MAGAZINE

MARIANNE ELISSEN, ELMAR OTTEN IVO VAN DER BENT

Met productie in dertig landen en verkoop in meer dan honderd landen is de beursgenoteerde diervoedings- en visvoerproducent Nutreco een bedrijf waar iedereen wel een aandeel in wil hebben. Globe Magazine bezocht de multinational midden in de overnamestrijd, die sinds eind 2014 speelt.

Voerproducent van de wereld Het zeer fraaie maar bescheiden pand van Nutreco in een Amersfoortse villawijk doet niet direct vermoeden dat hier het hoofdkantoor van een multinational met meer dan tienduizend werknemers is gevestigd. De keuze voor een zeer slanke ‘corporate’ is kenmerkend voor het bedrijf, zal later in ons gesprek blijken. We worden ontvangen door Manager Corporate Communication Mark Woldberg en Manager Director Nutreco Africa Rob Kiers. Senior legal counsel Koen Laagland zal zich later bij ons voegen.

Kippen en garnalen ‘Je ziet met name in de opkomende markten dat de grens tussen diervoeding en visvoer vervaagt,’ legt Rob uit. ‘Omdat de grondstoffen voor beide productgroepen voor een groot deel hetzelfde zijn, zijn er steeds meer fabrieken die beide producten maken. Van een boer die zowel garnalen als kippen houdt, kijken we ook niet meer op. Daarom is het praktischer om als bedrijf in regio’s te werken: Americas, EMEA en Azië. Voor zalmvoer hebben we nog steeds een aparte wereldwijde unit, omdat die markt uit een beperkt aantal spelers bestaat die zelf ook wereldwijd opereren. En ook onze feed additives business is apart georganiseerd.’

“Van een boer die zowel kippen als garnalen houdt, kijken we niet meer op.”

Nutreco is een wereldwijd opererende producent van diervoeding en visvoer met wortels die voor de diervoedertak teruggaan tot 1931, het jaar waarin het huidige bedrijfsonderdeel Trouw Nutrition werd opgericht. De visvoerkant loopt zelfs terug tot 1899, het oprichtingsjaar van Skretting. De tweedeling visvoer en diervoeding bepaalde tot voor kort ook de organisatie van het bedrijf. Begin vorig jaar is het bedrijf overgestapt op een regio-indeling.

In een groot aantal landen heeft Nutreco eigen productielocaties met bijhorende verkooporganisatie. Voor de overige landen wordt de export aangestuurd en afgehandeld vanuit drie hubs: Afrika (vanuit Boxmeer), Azië (vanuit Bangkok) en Latijns-Amerika (vanuit Guatemala). Februari 2015 / Nr. 395

13


GLOBE MAGAZINE

‘Hier in Amersfoort doen we alle corporate zaken, zoals legal, communicatie, HR, finance. We hebben bewust veel verantwoordelijkheid lokaal neergelegd. Zelf ben ik verantwoordelijk voor alle export naar Afrika en onze fabrieken in Egypte, Nigeria. Verder doe ik Oekraïne en momenteel ad-interim ook nog Guatemala.’ Dieetadviseur Op dit punt in het interview excuseert de communicatiemanager Mark Woldberg zich omdat hij een dringend telefoontje moet afhandelen. Achteraf blijkt dat Cargill zijn interesse in Nutreco die dag publiek bekend heeft gemaakt. Senior legal counsel Koen Laagland is inmiddels bij ons aangeschoven. We vragen hem naar de kracht van het bedrijf. Koen: ‘Waar onze klanten mee geconfronteerd worden

is dat de kwaliteit van grondstoffen niet altijd gelijk is en ook prijzen en beschikbaarheid variëren. Onze nutritionele kennis en producten zijn nodig om altijd op een goede voersamenstelling uit te komen. Soms maakt onze voeding in de vorm van premixen maar 1% uit van het totaal, de rest bestaat uit eiwitrijk krachtvoer zoals maïs en soja. Die ene procent moet voor de boer het verschil maken. Precies weten hoe je de samenstelling van het voer moet wijzigen om optimale gezondheid en groei van het dier te bereiken, dat is onze toegevoegde waarde. Wat dat betreft zijn we niet alleen producent maar vooral dieetadviseur. We leveren ook de achterliggende wetenschappelijke kennis en de modellen voor boeren om die toe te passen. We ondersteunen de boer of viskweker in het maken van de juiste keuzes. Met tien onderzoekscentra wereldwijd investeren we fors in kennis en innovatie.’ Afrika We zijn benieuwd naar de ervaringen van Rob in zijn rol als unit manager met het zaken doen in Afrika. Rob: ‘Mensen praten altijd over Afrika alsof het net zo groot als België is. Ik verdeel het voor mezelf in vier grove delen, die allemaal hun eigen dynamiek hebben. Afrika is een fantastisch continent. Je komt er veel ondernemende mensen tegen, die iets willen maken van hun land en snelle vooruitgang kunnen boeken. Als je kijkt naar de verwachte wereldbevolkingsgroei tot 2050 van 7 naar 9 miljard, dan zal de helft van die groei in Afrika plaatsvinden. Dat is gigantisch. Hoe voed je die extra mensen, als er nu al een probleem is? In principe moet dat kunnen. Afrika heeft de grondstoffen, er is vruchtbare grond, sub-sahara is er voldoende water en de meeste regeringen hebben een goede focus op landbouw. Ze kunnen op termijn volledig zelfvoorzienend zijn en concurreren met grote agrarische grootmachten. Eigenlijk is kennis het enige waarin geïnvesteerd moet worden, maar Afrikanen leren snel en zijn veranderingsgezind. Landen die er uit springen zijn Egypte, vanwege de Tilapiaaquacultuur in de Nijldelta. Nigeria is belangrijk voor ons. Het land is veel negatief in het nieuws geweest, maar je hebt het over een gigantisch land. De probleemgebieden liggen meer dan duizend kilometer van het economische hart. Van Nigeria wordt verwacht dat het, met vijfhonderd tot zeshonderd miljoen mensen, het derde land ter wereld gaat worden qua inwoneraantallen. Het heeft nu al Zuid-Afrika ingehaald als grootste economie van Afrika. We hebben er sinds dit jaar een joint-venture. Dan is er Zuid-Afrika. Dat heeft een heel andere dynamiek en kan zich meten met West-Europa. We passen ons aan in de producten maar ook in het kennisniveau dat we daar brengen. In West-Afrika gaat het om kleine boerderijen en de toepassing van voer. In Zuid-Afrika praten we met klanten die vijf miljoen kippen per week slachten. Ook Oost-Afrika, zeg maar

14

Februari 2015 / Nr. 395


GLOBE MAGAZINE

minder dan vroeger. Corruptie is in de agrarische industrie gelukkig minder erg aanwezig. In de West-Afrikaanse landen leveren we veelal aan kleine boeren waar dit nauwelijks een rol speelt. Corruptie is toch vooral gekoppeld aan contacten met overheden en daar hebben we weinig mee van doen. Voor wat betreft het voldoen aan douaneformaliteiten, daarvoor werken we samen met andere westerse bedrijven waarvan we weten dat ze op een integere manier handelen. In onze distributiecontracten nemen we expliciet op dat omkoping en facility payments niet toegestaan zijn. Deze partijen tekenen ook voor onze code of business ethics.’ Koen: ‘We kijken ook naar de praktijk. Momenteel nemen we al onze distributeurs onder de loep om vast te stellen met welke distributeurs we een verhoogd risico lopen in dit kader. Factoren waar we naar kijken zijn bijvoorbeeld het corruptieniveau in het desbetreffende land en of we de distributeur productregistraties laten doen. De distributeurs met een verhoogd risicoprofiel bieden we een ontwikkeltraject aan waarin we hen onder meer aanvullend trainen. Het kan ook zijn dat we op basis van het risicoprofiel besluiten afscheid te nemen van een distributeur. Eigenlijk is het een stukje due diligence, dat je van je partners iets meer te weten wilt komen. Business wise kennen we ze goed maar belangrijk is ook om te weten hoe bijvoorbeeld de eigendomsstructuur eruit ziet. Daarnaast screenen we alle partijen met het ICT-systeem Amber Road op onder meer geldende handelssancties.’ Kenia, Oeganda, Tanzania, is interessant en kan zich redelijk meten met West-Afrika. Alleen de grondstoffenpotentie is wat slechter. Kenia is bijvoorbeeld droger en kent daardoor relatief veel extensieve veehouderij. De verschillen tussen de regio’s maken ook uit voor de marktbewerking. In West-Afrika werken we bijvoorbeeld alleen met distributeurs. Onze veevoerproducten daar hebben wat meer volume. We werken sterk op de boer, doen veel samen. Voor visvoer zien we twee modellen. In de grote meren zitten een aantal grote producenten, die beleveren we direct via export. In Nigeria leveren we via distributiepunten. OostAfrika is wat verder ontwikkeld dan het westen. Daar werken we met een aantal grotere lokale producenten, die we ook in hun verkoopkanaal ondersteunen.’

Rob: ‘Ik ben ervan overtuigd dat het kopen van klanten nooit werkt. Het komt voor dat partijen zich in eerste instantie van je afwenden als ze merken dat je niet bereid bent aan bepaalde praktijken mee te werken. Vervolgens komen ze vaak toch weer naar je terug vanwege de kwaliteit van je product en advisering; de aanhouder wint. In Azië bijvoorbeeld snapt men goed dat het corporate policy is. We moeten soms “nee” zeggen, dat is even vervelend maar daarna is het geen punt meer.’

“Onze medewerkers krijgen wereld­ wijd dilemma­ trainingen.”

Corruptie ‘Ondanks de mooie ontwikkelingen, is Afrika natuurlijk óók een lastig continent’, geeft Rob aan. ‘Vanwege red tape, vanwege conflicten die altijd op de loer liggen. Al zijn dat er

Ethiek Koen: ‘Onze code of business ethics geldt wereldwijd. Dat is veel helderder en makkelijker te communiceren dan iets landspecifieks. Onze medewerkers krijgen wereldwijd zogenaamde dilemma-trainingen. Veel ethische kwesties zijn immers niet zwart/wit. Zo is een van onze regels dat er geen geld aan klanten mag worden gegeven. Toen we dit uitlegden tijdens een training werd door iemand aangegeven dat hij was uitgenodigd voor een bruiloft van een van zijn klanten en dat het lokale gebruik was om geld te geven. Februari 2015 / Nr. 395

15


GLOBE MAGAZINE

“Ook in landen waar corruptie normaal is, begrijpt iedereen onze ethiek.”

Hoe ga je hier dan mee om? Hiervan hebben we gezegd dat dit binnen afgesproken grenzen toegestaan is; het moet wel redelijk blijven en in de context bezien worden. Wat mij opviel tijdens de trainingen is dat iedereen onze ethiek prima begrijpt, ook medewerkers in landen waar corruptie aan de orde van de dag is; culturele verschillen op dit vlak zijn er eigenlijk niet. Toen we tijdens onze training in China bijvoorbeeld aangaven dat ze volgens onze Westers geörienteerde code zaken moeten doen, was dat helemaal geen probleem.’ Kunnen medewerkers zich nog bij een centraal punt melden? Koen: ‘Onze general counsel hier op het hoofdkantoor in Amersfoort is eindverantwoordelijk, maar medewerkers richten zich in eerste instantie tot hun directe leidinggevende. Bovendien is bij elke vestiging een medewerker verantwoordelijk gemaakt voor compliance, zodat rekening wordt gehouden met de locale cultuur en gebruiken; zij kunnen de vertaling goed maken. Juridische afdeling Koen: ‘De vestigingen in Rusland en Spanje hebben net als het hoofdkantoor eigen juristen in dienst. In de andere landen doet men een beroep op ons of op locale advocatenkantoren’. De bedrijfsjuristen zitten dicht bij de business. Ze verzorgen regelmatig trainingen en elke vestiging wordt één keer per jaarregelmatig door hen bezocht. De samenwerking tussen de juristen en de business wordt als zeer positief ervaren. Rob: ‘De drempel om bij Legal binnen te lopen is laag, je krijgt nooit een document terug met alleen maar rode strepen; er wordt goed meegedacht met het ondernemen. Koen: ‘ Veel contracten zijn gestandaardiseerd; de business kan zelf het sjabloon aanpassen. Daardoor is 80% van het contractenwerk afgedekt en hoeft het niet via ons te lopen. Voor wat betreft algemene voorwaarden werken we met één sjabloon voor de verschillende jurisdicties, die is gecontroleerd door advocaten in de diverse landen.’ 16

Februari 2015 / Nr. 395

Acquisities Nutreco is sinds september zelf doel van een overname. De Nederlandse ondernemersfamilie Fentener van Vlissingen heeft zijn oog op Nutreco laten vallen en heeft via het handels­conglomeraat SHV inmiddels bijna 30% van de aandelen in handen. Aandeelhouders hebben tot eind februari de tijd om hun stukken aan te bieden. Het Amerikaanse Cargill was ook geïnteresseerd, maar haakte eind december af. Zelf doet het concern regelmatig ook acquisities. Welke rol speelt Legal bij acquisities? Koen: ‘Naast de begeleiding vanuit onze afdeling, halen we er altijd een locale advocaat bij. Laatst hadden we twee overnames in Brazilië en dan heb je echt iemand nodig die de taal machtig is. Onze begeleiding is essentieel omdat wij kunnen fungeren als een liaison voor de eigen mensen en wij de risico’s voor de business goed snappen. Laatst hadden we de situatie dat de overgenomen partij al met exclusieve distributeurs werkte terwijl wij in onze bestaande business ook al exclusieve distributeurs hadden. De locale advocaat wist hier niet van en stond zodoende niet stil bij de consequenties. Eigen kennis is dan echt noodzakelijk om alles goed te kunnen integreren’.



GLOBE MAGAZINE

RAOUL LEERING

De ranglijst van belangrijkste exportbestemmingen blijkt met een modernere manier van meten er anders uit te zien. Moeten we ons wereldbeeld aanpassen?

Export minder afhankelijk van Duitse en Belgische eindgebruiker dan gedacht.

Belang BRIC’s voor uitvoer stijgt China en India zijn belangrijkere exportmarkten dan de gebruikelijke exportcijfers laten zien. Ook Groot Brittannië en de VS leggen meer gewicht in de schaal als beter wordt gemeten. Onderzoek laat zien dat het veel uit­ maakt of de export op traditionele wijze wordt gemeten of op moderne wijze. Door te kijken naar de waarde die de export toevoegt en de plaats waar het product of de dienst uiteindelijk gebruikt wordt, komt de ranglijst van belangrijk­ ste afnemers van onze export er anders uit te zien. Hoeveel exporteert Nederland? Het belang van de export en ex­ portpartners voor Nederland wordt doorgaans gemeten aan de hand van de omzetcijfers van de export, zoals 18

Februari 2015 / Nr. 395

het CBS die naar buiten brengt. De omzet van de totale Nederlandse goederenuitvoer bedraagt ruim twee derde van onze nationale productie (BBP). Exportstatistieken op basis van omzetcijfers geven echter een vertekend beeld van het belang van de uitvoer voor de Nederlandse economie en ook de ranglijst van de belangrijkste exportbestemmingen is misleidend. De eerste vertekening betreft de import die Nederlandse bedrijven gebruiken voor de productie van hun export. Bij de zogenaamde ‘wederuitvoer’ gaat het om export van producten die eerst bijna in de zelfde staat geïmporteerd zijn. De waarde die Nederlandse bedrijven toevoegen is gemiddeld maar acht cent per euro en bestaat bijvoorbeeld uit het verpakken, verhandelen en/ of vervoeren van het product naar het

buitenland. De andere groep export­ producten is de zogeheten ‘binnen­ lands geproduceerde uitvoer’. Bij deze uitvoer wordt in sommige gevallen veel en in sommige gevallen weinig gebruik maakt van buitenlandse grondstoffen en halffabricaten. Maar in ieder geval voegen de Nederlandse bedrijven sub­ stantieel waarde toe aan de geïmpor­ teerde grondstoffen en halffabrikaten (gemiddeld 56%). Rekening houdend met de geïmpor­ teerde grondstoffen en halffabrikaten blijkt de bijdrage van de export aan de het Nederlandse BBP aanzienlijk minder dan de 67% die berekend wordt op basis van de omzetcijfers voor de export. Van de nationale productie blijkt in werkelijkheid 38% samen te hangen met vraag vanuit het buiten­ land en 62% toe te schrijven aan vraag


GLOBE MAGAZINE

vanuit Nederland. Het belang van het buitenland halveert dus nagenoeg. Dit wil niet zeggen dat Nederland geen open economie meer is. Ook op basis van toegevoegde waarde cijfers behoort Nederland tot de meest open economieën van de wereld. Voor andere landen geldt dat ze - in meer of mindere mate - eveneens gebruik maken van importen voor het ver­ vaardigen van hun eigen export. Waar gaat export heen? De tweede vertekening bij de tradi­ tionele wijze van meten betreft de bestemming. Importeurs van Neder­ landse export zijn vaak een tussen­ station. Zij bewerken de importen uit Nederland en exporteren deze weer naar de eindbestemming van het product. Zo levert de Nederlandse ‘automotive’ onderdelen aan Duitse autoproducenten. Als Duitsland die auto’s vervolgens uitvoert naar China, is China eigenlijk de (eind) bestemming van het Nederlandse ex­

portproduct. Op deze wijze profiteert Nederland op indirecte wijze mee van de vraag uit China naar auto’s. Ook hier bieden de toegevoegdewaardestatistieken, ontwikkeld door de Rijksuniversiteit van Groningen, uitkomst. Deze statistieken naar eindbestemming laat de werkelijke invloed op de Nederlandse export zien van de directe en indirecte vraag uit verschillende landen. Figuur 1 toont dat als er op moderne wijze gemeten wordt het beeld van de belangrijkste landen voor onze export er duidelijk anders uit komt te zien dan de traditionele ranglijst. Duitsland blijkt minder dominant als afzetmarkt. Het is nog wel de belangrijkste afnemer maar het aandeel van de Oosterburen halveert. Ook valt op dat België flink zakt op de ranglijst. De export naar Italië draagt zelfs meer bij aan de Nederlandse economie dan de uitvoer naar België.

Figuur 1: belangrijkste landen voor Nederlandse export Op basis van de omzet en eerste bestemming

Op basis van de toegevoegde waarde en de eindbestemming

Verder springt in het oog dat opko­ mende economieën belangrijker zijn dan vaak gedacht: China stijgt van de 9e naar de 4e plek en Rusland komt de top-10 binnen. Brazilië en India staan lager, maar stijgen wel flink op de ranglijst. Het gezamenlijk aandeel van Brazilië, Rusland, India en China (BRIC’s) in de totale Nederlandse export, is op basis van toegevoegde waarde, ongeveer 10%. Dat is grofweg 2,5 maal zo veel als op basis van de traditionele meetmethode. Ook blijken de VS, met een derde plek, belangrijker dan veelal wordt aangenomen en het VK stijgt eveneens op de ranglijst. Samengevat tonen deze cijfers aan dat Nederland minder op Duitsland en België leunt dan veelal wordt aangenomen. Snelst groeiende exportbestemmingen Het belang van de BRIC-landen voor de Nederlandse export is door de tijd toegenomen. In 1995 was het aandeel van deze vier grote landen 2,5 maal kleiner dan nu. Vooral China is daarvoor verantwoordelijk. Sinds 1995 is de export (gemeten in toegevoegde waarde) met gemiddeld 17% per jaar toegenomen. Ook Rusland laat een duidelijke stijging zien. De toegevoeg­ de waarde van de Nederlandse export die in Brazilië en India terecht komt is eveneens toegenomen, maar het aan­ deel van deze twee landen in de totale Nederlandse export hebben is grofweg gelijk gebleven. Een andere duidelijke stijger op de ranglijst van belangrijkste export­ landen voor Nederland is Centraal- en Oost-Europa. De Baltische staten, Bulgarije en Hongarije spannen de kroon met jaarlijkse stijgingen van meer dan 10%, maar ook de export naar de voor Nederland al langer belangrijke handelspartners als Polen en Tsjechië, laten hoge groeicijfers zien Februari 2015 / Nr. 395

19


GLOBE MAGAZINE

De export van halffabrikaten naar Centraal- en Oost Europese landen heeft volop geprofiteerd van de val van de muur. Onder invloed van de directe investeringen door Westerse bedrijven zijn deze economieën gemoderniseerd en draaien ze volop mee in de internationale productieketens die de afgelopen twee decennia zijn ontstaan. De wederzijdse participatie in elkaars productie­ processen gaat gepaard met veel in- en uitvoer van halffabrikaten en diensten. Als groep neemt Centraal en Oost-Europa 6% van de Nederlandse export voor zijn rekening, evenveel als China. Iets verder naar het Oosten, trekt Turkije de aandacht met een jaarlijkse groei van 9%. Het aandeel in de export van Nederland is nog klein, maar wel verdubbeld sinds 1995. Kansen komende jaren Ook bij de magere groeivooruitzichten blijft de eurozone in omvang de belangrijkste afzetmarkt voor Nederland, vanwege de relatief grote markt­ aandelen die Nederland heeft in de eurolanden. Maar er liggen volop kansen buiten de eurozone. Die kansen hangen samen met de omvang van bepaalde markten en/ of de groei van markten. De VS en VK zijn grote afzetmarkten voor Nederland met groeivooruitzichten die beter zijn dan die voor de eurozone. Het toenemende belang van de BRIC’s voor de Nederlandse economie is gunstig vanwege de om­ vang van deze markten, maar de groeivooruitzich­ ten zijn niet voor alle BRIC-landen gunstig. Brazilië en Rusland laten geen of nauwelijks groei zien. In China is de groei inmiddels aanzienlijk lager dan de tien procent die tot enkele jaren geleden gebruike­ lijk was. ING verwacht voor 2015 en 2016 een groei van 7%. In India zal de groei in 2015 aantrekken tot 6% en 7% in 2016, maar dat legt onvoldoende gewicht in de schaal om de terugval in de andere BRIC- landen te compenseren. Dichterbij huis valt op dat Turkije en Polen in 2015 naar verwachting wederom groeivoeten zullen laten zien die de eurozone ver achter zich laten en ook hoger zijn dan de groei van de wereldecono­ mie (2,8%). Voor Turkije raamt ING een groei van 4% en ook Polen blijft het goed doen met 3,3%. Deze landen bieden dan ook volop mogelijkheden 20

Februari 2015 / Nr. 395

voor Nederlandse exporteurs. Bij exportkansen gaat het uiteraard niet alleen om de omvang en groei van potentiële afzetmarkten en de vraag of de landen dichtbij liggen of niet. Ondernemers kijken ook naar de risico’s. De stabiliteit van de groei, het gemak waarmee zaken gedaan kan worden en de betrouwbaarheid van de zakenpartners zijn risicofactoren die onderne­ mers meewegen.

Raoul Leering is hoofd Internationaal Handelsonderzoek bij ING. Met dank aan collega Dimitry Fleming.

Figuur 2, laat voor de vijftien belangrijkste export­ landen zien welke landen er positief uitspringen als kansen en risico’s gewogen worden. Vanuit een voorzichtige invalshoek bezien lonken de landen met een hoge groei en beperkte risico’s, zoals de VS en het VK. Voor ondernemers die bestemmingen zoeken met een hoger rendement en bereid zijn meer risico te accepteren is vooral China interessant. Weer andere ondernemers zullen zich willen richten op het voordeel als eerste aanwezig te zijn in markten die snel groeien als exportland maar in omvang nog niet tot de belangrijkere exportlanden behoren. Voor hen zijn landen als Turkije, Mexico, Colombia en India interessant.

Figuur 2: kansen en risico’s voor de vijftien belangrijkste exportlanden

Potentie* 

met jaarlijkse gemiddelden van respectievelijk 10% en 7%.

BRA DEN AUS

SPA

Risico** 

ITA


Bent u al AGS-proof? Wij wel! De douanemodules van CustomsController®, direct duidelijk AGS is de nieuwe standaard voor uw douaneaangiften. Bestaande aangiftesystemen als Sagitta Invoer en Sagitta Uitvoer komen te vervallen. Bent u nog niet klaar voor AGS? Of heeft u uw douaneaangifte uitbesteed en wilt u in de toekomst meer grip op uw aangiften en écht in control zijn? Met CustomsController bent u optimaal voorbereid op de komst van AGS. Profiteer van onze direct duidelijke aanpak en dito support. Kijk voor meer informatie over AGS en de mogelijkheden van CustomsController op www.beurtvaartadres.nl/douane.

Over CustomsController® Met CustomsController doet u gemakkelijk en snel uw douaneaangifte. CustomsController is een webbased applicatie met een scala aan functionaliteiten. Een efficiënt online loket waarbij u zich nooit zorgen hoeft te maken over updates. Daar zorgen wij namelijk voor. CustomsController biedt onder andere de volgende modules: • AGS • Sagitta • Transit (Doorvoer) • EMCS • Trader at Exit • Portbase • E-Balie (APCS Antwerpen) • Management • Koppeling ERP/WMS/TMS • Automatische aangifteverwerking

Postbus 24023, 2490 AA Den Haag E info@beurtvaartadres.nl I www.beurtvaartadres.nl T 088 55 22 152 F 088 55 22 103


GLOBE MAGAZINE

DICK VAN SPRUNDEL

Al vanaf oudsher zijn Nederlanders ondernemende handelaren en ontdekkingsreizigers geweest. Nu de globalisering en internationale handel verder toenemen, moet voorkomen worden dat het internationaal zakendoen een ontdekkingsreis wordt. Op welke fiscale zaken moet u letten?

Voorkom fiscale ontdekkingsreizen Al vanaf oudsher zijn Nederlanders ondernemende handelaren en ontdekkingsreizigers geweest. Barentsz, Tasman en Van der Putte, wie kent deze ontdekkers niet? Ook vandaag de dag staat Nederland bekend om haar ondernemende instelling. Zo huisvest Nederland diverse bedrijven die een leidende rol spelen in de wereldeconomie, bijvoorbeeld bedrijven die actief zijn in de veelzijdige offshore- en transportindustrie.

In het rapport ‘The Netherlands in 2030; How changes in the international context will affect the Dutch economy’ geeft Ecorys (onderzoeksbureau) aan dat ze verwacht dat de Nederlandse economie blijft groeien met gemiddeld 1,6% tot 2030. Opkomende markten worden steeds belangrijker. Velen van u zoeken naar nieuwe mogelijkheden en nieuwe markten: BNR’s “Wereldveroveraars” illustreert dit. Invloed Nederlandse overheid De Nederlandse overheid probeert zoveel mogelijk te doen 22

Februari 2015 / Nr. 395

om de Nederlandse bedrijven te faciliteren bij het internationaal zaken doen. Bijvoorbeeld door extra handelsmissies te organiseren en de persoonlijke banden met opkomende economieën aan te halen. Ook helpt ze bij het verminderen van de administratieve lasten en het verlagen van fiscale drempels. Fiscaal kent Nederland de deelnemings­ vrijstelling waardoor economische dubbele belasting wordt voorkomen. Winsten die al bij een entiteit in het buitenland zijn belast, worden, als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, niet nogmaals in Nederland bij een andere entiteit belast. Het verkrijgen van een ruling – een afspraak tussen de belastingplichtige en de Belastingdienst – levert zekerheid vooraf op. Daarnaast heeft Nederland vele gunstige investeringsbeschermingsverdragen en belastingverdragen afgesloten. Belastingverdrag Een belastingverdrag is voornamelijk bedoeld om te voorkomen dat bedrijven of burgers dubbel belasting betalen. Dit wordt bewerkstelligd door de heffingsrechten tussen


GLOBE MAGAZINE

Nederland en het desbetreffende andere land te verdelen. Door belastingverdragen wordt twee keer heffing bij dezelfde belastingplichtige beperkt en dubbele juridische belasting voorkomen. Nederland heeft ongeveer negentig belastingverdragen afgesloten en onderhandelt regelmatig met landen om nieuwe verdragen af te sluiten of bestaande belastingverdragen te verbeteren. Nederland heeft onder andere verdragen met de BRICS-1 en TIMPSlanden2 gesloten. Door deze verdragen wordt de bronbelasting – de beloning voor het gebruik van de bronnen eigen vermogen, intellectueel eigendom (IP) en geldverstrekkingen – op dividenden, royalty’s en rentebetalingen aan Nederland behoorlijk verlaagd. Zie ook de overzichtstabel op de volgende pagina.

vaste inrichting in het buitenland ontstaat om te zorgen dat aan bepaalde juridische en fiscale verplichtingen in het buitenland kan worden voldaan. Kort samengevat zijn als hoofdregel drie vaste inrichtingsvormen te onderkennen; (1) de fysieke,(2) de temporele en (3) de vaste vertegenwoordiging. De fysieke betreft een vaste bedrijfsinrichting – bijvoorbeeld een kantoor – door middel waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uit­geoefend. Er kan dus al heel snel sprake zijn van een vaste inrichting. Bij de temporele variant wordt aangenomen dat een vaste inrichting aanwezig is als de uitvoering van een bouwwerk of bepaalde constructie- of montagewerkzaamheden langer dan bijvoorbeeld zes of twaalf maanden duurt.

Vaste inrichting Als een Nederlandse ondernemer activiteiten gaat ontplooien in het buitenland worden de gemaakte winsten als hoofdregel in de Nederlandse belastbare winst meegenomen, de wereldwinst. Het kan echter zijn dat de werkzaamheden in het buitenland aldaar als een vaste inrichting worden gezien. Deze vaste inrichtingswinsten worden in het buitenland veelal eveneens in de heffing betrokken. Er kan dan dubbele belasting ontstaan. Ook in die gevallen biedt het van toepassing zijnde belastingverdrag dan soelaas. Wel dient een ondernemer te weten wanneer een

Reputatie Momenteel is de discussie over belastingontwijking populair. Landen mogen afspraken maken met bedrijven over ‘gunstige’ belastingvoorwaarden bij vestiging. Fiscale faciliteiten zijn toegestaan zolang dat binnen de regels blijft. Een optimaal vestigingsklimaat heeft namelijk een positieve invloed op de economie en internationaal concurreren wordt binnen bepaalde grenzen alleen maar toegejuicht. De vraag is natuurlijk hoe een bedrijf binnen de toegestane paden en in lijn met haar ethische waarden en normen met belasting­ planning moet omgaan. Het aanpakken van belasting­

“Momenteel is de discussie over belasting­ontwijking populair. De roep om transparantie neemt ook toe.”

Februari 2015 / Nr. 395

23


GLOBE MAGAZINE

tingafdracht anders ingevuld dan tegenwoordig ontwijking en het opsporen van zwart geld staat het geval is. Voor Nederlandse bedrijven die steeds nadrukkelijker op de agenda’s. Diverse in het buitenland investeren wordt economiinstanties – de OESO, G20 en de Europese sche dubbele belasting veelal voorkomen door Unie – zijn met deze vragen bezig. De roep om transparantie neemt toe. De Europese spaarren- het gebruik van de deelnemingsvrijstelling. De grote hoeveelheid belastingverdragen die terichtlijn, de administratieve bijstandsrichtlijn Nederland heeft gesloten dragen verder bij en de Common Report Standard dragen hieraan een vermindering aan bij. Met ingang van “Belastingplanning blijft van de buitenlandse 1 januari 2017 wordt de nog steeds geoorloofd. bronbelasting waardoor zogenaamde country-byde juridische dubbele becountry reporting ingeDeze dient wel op voerd. In deze rapportage economische relevantie lasting wordt tegengaan. wordt onder andere een en aan de houdbaarheid Door de toegenomen transparantie zal het voloverzicht van het aantal te worden getoetst.” ledig achterwege blijven werknemers, omzet, winst van winstbelasting lastiger worden. Echter, en te betalen belasting in een land weergegeven. Hierdoor wordt alles nog inzichtelijker! belasting­planning blijft nog steeds geoorloofd. Deze dient wel op economische relevantie en Afsluiting aan haar houdbaarheid (op langere termijn) te Toen Barentsz naar Azië voer, Tasman de worden getoetst; maak hier geen ontdekkingsnoordkust van Australië ontdekte en Van der reis van! Putte over land naar India reisde, waren onder 1. Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. andere de sociale media en de maatschappelijke 2. Turkije, Indonesië, Mexico, Polen en Zuid-Korea. invulling van het begrip verantwoorde belas-

Overzicht voor BRICS en TIMPS – betalingen naar Nederland Land

Verdrag Dividend Rente

Royalty

Brazilië Ja

0%

15%

15%

Rusland

5% – 15%

0%

0%

Ja

India Ja 0% 10% 10% China

Ja

10%

10%

6% – 10%

Zuid-Afrika

Ja

5% – 10%

0%

0%

Turkije

Ja

5% – 10%

10% – 15%

10%

Indonesië

Ja

10%

0% – 10%

10%

Mexico

Ja

0% – 5% – 10%

5% – 10%

10%

Polen

Ja

0% – 5% – 15%

0% – 5%

5%

Zuid-Korea

Ja

10% – 15%

15%

10% – 15%

24

Februari 2015 / Nr. 395

Dick van Sprundel is International Tax Partner bij Mazars Accountants en Belastingadviseurs/ Assistent Professor Internationaal en Europees Belastingrecht aan de Erasmus Universiteit. Hij richt zich met name op Nederlandse bedrijven die in het buitenland willen ondernemen.


GLOBE MAGAZINE

Wanneer een werkgever werknemers voor korte of langere tijd uitzendt naar het buitenland komen een aantal fiscale aspecten om de hoek kijken. Is de werkgever bijvoorbeeld gehouden het gemis aan aftrek van hypotheekrente te compenseren?

ARMAND LAHAIJE, RUUD BLAAKMAN

Buitenlandse detachering

Blauwe enveloppen in het buitenland Meer en meer wordt internationaal gewerkt. Wanneer vervolgens werknemers naar het buitenland worden uitgezonden moet dat goed verzorgd worden. De “schijf van vijf” biedt hiervoor een goed handvest. De schijf van vijf bestaat uit de volgende onderdelen:   Migratie: mag er legaal gewerkt worden in het buitenland?;   Sociale verzekering: hoe kan de Nederlandse sociale verzekering worden voortgezet?;   Arbeidsrecht/arbeids­voorwaarden: welk arbeidsrecht is van toepassing wanneer in een ander land wordt gewerkt, welk contract en welk pakket arbeidsvoorwaarden hoort

daarbij?;   Fiscaal: waar is het loon belast?;   Aanvullend bedrijfspensioen: kan het pensioen worden voortgezet?; Hierna wordt met name ingegaan op de fiscale aspecten van de tijdelijke tewerkstelling in het buitenland. Het is van belang vast te stellen in welk land belasting betaald moet worden bij grensoverschrijdende tewerkstelling. Daarbij zijn de door Nederland gesloten verdragen ter voorkoming van dubbele belasting, maar is ook de Nederlandse belastingwetgeving van belang. Daarnaast is het van belang om rekening te houden met de gevolgen voor de werknemer.

Woonplaats Het is allereerst belangrijk de fiscale woonplaats van de werknemer te bepalen. Een fiscaal inwoner van een land is in dat land belastingplichtig voor zijn gehele wereldinkomen, waar ook ter wereld genoten. Een niet-inwoner wordt in het bronland belast voor bepaalde bronnen van inkomen, bijvoorbeeld een baan. In Nederland zijn de feiten en om­ standigheden bepalend, waarbij de plaats waar de echtgenoot en kinderen wonen in de jurisprudentie een belangrijke plaats inneemt. In het werkland kan eenzelfde regel gelden, maar dat hoeft niet. Als twee landen iemand als fiscaal inwoner aanmer­ ken, dan ontstaat een situatie van dubbele belastingheffing. In dat geval Februari 2015 / Nr. 395

25


GLOBE MAGAZINE

bepaalt het belastingverdrag van welke land de werknemer inwoner is. Doorgaans is bepalend in welk land het centrum van levensbelangen van de werknemer ligt. Belastingheffing over het inkomen uit dienstbetrekking van de werknemer Om te bepalen welk land bevoegd is het loon van de werknemer gedu­ rende de uitzending te belasten zijn de gesloten belastingverdragen van belang. Voor loon uit dienstbetrek­ king bepaalt het belastingverdrag normaliter het volgende. Het inkomen uit dienstbetrekking dat een inwoner van Nederland verdient is belast in Nederland, het woonland, tenzij de werkzaamheden fysiek in een ander land (het werkland) worden verricht (werklandbegin­ sel). Om te voorkomen dat bij elke grensover­schrijding het heffingsrecht over het loon wisselt, is tevens een uitzondering op het werklandbeginsel

opgenomen. De uitzondering luidt, dat zelfs al worden de activiteiten in dienstbetrekking fysiek in het werk­ land verricht, het loon in het woon­ land (Nederland) mag worden belast als tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: het verblijf van de werknemer in het werkland bedraagt niet meer dan 183 dagen per belastingjaar / kalenderjaar /12 maandsperiode; en het salaris wordt niet betaald door of namens een werkgever die inwoner is van het werkland; en het salaris komt niet ten laste van een vaste inrichting van de werk­ gever in het werkland. Indien tegelijkertijd aan alle drie de voorwaarden wordt voldaan mag het woonland (Nederland) het loon belasten. Maar, als aan één van de voorwaarden niet wordt voldaan, dan mag het werkland het loon vanaf de eerste dag van de tewerk­ stelling belasten.

Internationaal uitzenden en de schijf van vijf

Pensioen

Arbeidsmigratierecht

Sociaal zekerheidsrecht

Fiscaal recht

Arbeidsrecht en arbeidsvoorwaarden

26

Februari 2015 / Nr. 395

Materiële werkgever De zogenaamde “183-dagenregeling” is vaak bekend en in incidentele gevallen zien wij dat het uitzendbeleid voorna­ melijk stoelt op deze regeling. Echter, ook de aanwezigheid van een materiele werkgever is relevant bij het bepalen van het land waar het loon van de werknemer mag worden belast. Immers, bij aanwezigheid van een (materiële) werkgever in het werkland is het loon van de werknemer niet pas na 184 dagen in het werkland belast, maar per dag één van de uitzending. De 183-dagenregeling is dan niet van toepassing. Vanuit Nederlandse optiek is sprake van een materiële werkgever als de werkne­ mer een gezagsverhouding heeft met de inlenende (groeps)vennootschap, als de salariskosten geïndividualiseerd worden doorbelast en als de werknemer zijn werkzaamheden voor rekening en risico van de inlenende vennootschap verricht. De belastingverdragen bevatten geen definitie van het begrip werkgever en dat kan er in resulteren dat in het werkland een andere definitie wordt gehanteerd. De gezagsverhouding is een criterium dat in veel omschrijvingen van de materi­ ële werkgever terugkeert. Om de gevolgen van de belastingheffing in het werkland te voorkomen wordt met de werknemer vaak een netto­loon­ afspraak gemaakt. In dat geval maakt het voor de werknemer niet uit of de belasting in het werkland hoger of lager is dan die in het woonland, want die komt voor rekening van de werkgever. Wij noemen dit het zogenaamde “no gain, no loss” beginsel. Een werknemer die gedurende de uitzen­ ding fiscaal inwoner van Nederland blijft, is in Nederland belastingplichtig over het wereldinkomen. Als het belastingverdrag vervolgens aanwijst dat het werkland belasting mag heffen over het loon, dan ontstaat een situatie van dubbele belastingheffing. Het woonland heft deze dubbele belasting op door een aftrek ter voorkoming van dubbele belasting


GLOBE MAGAZINE

Luchthaven Madrid-Barajas. Voor veel Nederlandse expats het startpunt van hun verblijf. (door LordFerguson) https://creativecommons.org/licenses/by-nd/2.0/)

toe te kennen. Daarmee worden de gevolgen van deze dubbele belastingheffing in beginsel voorkomen. De aftrek van hypotheekrente gedurende de detachering Een heikel punt bij het detacheren van werk­ nemers met een eigen woning in Nederland is de aftrek van hypotheekrente. Met name als de werknemer in het buitenland belasting moet be­ talen over het loon, dan komt de vraag op of de werkgever het gemis aan aftrek van hypotheek­ rente moet compenseren. Allereerst is de vraag of de werkgever über­ haupt iets moet met de aftrek van hypo­ theekrente tijdens detachering. Immers, de werk­gever zou het een privékeuze van de werknemer kunnen vinden om een woning te kopen of te huren. De aftrek van hypotheekrente drukt financieel zo zwaar dat een werknemer vaak van de werkgever verwacht daarvoor een voorziening te treffen. Voor het beheer van de aangehouden woning in Nederland tijdens een detachering bestaan twee mogelijkheden, namelijk dat de werkne­ mer de woning verhuurt of dat de woning tijdens de detachering niet ter beschikking van derden staat, waaronder onder voorwaarden ook de situatie dat de kinderen van de werknemer in de woning blijven wonen. Als de werknemer de woning verhuurt, dan is de woning tijdens detachering niet langer een eigen woning. Dat betekent dat het recht op aftrek van hypotheek­ rente niet langer van toepassing is. De woning

is belast in box 3. Als de werknemer de woning niet verhuurt of ter beschikking stelt van derden, dan kan de woning gedurende de detachering wel een eigen woning zijn, waarvoor het recht op aftrek van hypotheekrente gedurende de detachering in beginsel blijft bestaan. In beide gevallen is er geen reden voor de werkgever om het gemis aan aftrek van hypotheekrente aan de werknemer te compenseren. Eventueel kan de werkgever een rentevergoeding geven voor het voorfinancieren van de hypotheekrente onder het ‘no gain, no loss’- beginsel.

Mr. Armand Lahaije is senior adviseur Internationaal / Fiscaal en belastingadviseur bij AWVN. Mr. Ruud Blaakman is hoofd Internationaal / Fiscaal bij AWVN.

Conclusie Bij een detachering van een werknemer naar het buitenland is de werknemer in veel gevallen belastingplichtig over het loon in het werkland. De 183-dagenregeling is niet de enige regeling waarop moet worden gelet, maar ook de vraag of in het buitenland een (materiële) werkgever van de werknemer aanwezig is, is van uitermate groot belang voor het recht op belastingheffing onder de belastingverdragen. Bij aanwezigheid van een materiële werkgever is de werknemer per dag één in het buitenland belast voor het loon. Ter bescherming van de werknemer kan onder toepassing van het zogenaamde ‘no gain, no loss’-beginsel met de werknemer een nettoloonafspraak worden gemaakt. De werk­ nemer heeft dan geen last van de belasting­ heffing in het buitenland. Tijdens detachering kan de woning onder voorwaarden een eigen woning blijven, waardoor het recht op aftrek van hypotheekrente blijft bestaan. Er is dan voor de werkgever geen reden om de aftrek hypotheek­ rente te compenseren.

Kijk voor meer informatie op: www.awvn.nl/themas/internationale-arbeidsmobiliteit

Februari 2015 / Nr. 395

27


GLOBE MAGAZINE

RON STRIKKER

Terwijl vele Europese landen nog in zwaar economisch weer verkeren, hebben delen van Afrika de wind in de zeilen met economische groei. Marokko is hierbij geen uitzondering en heeft al 15 jaar een gemiddelde groei van 4,5% laten zien. Begin februari brengt een economische missie onder leiding van minister Ploumen een bezoek aan Marokko.

Marokko

Kruispunt van de wereld Marokko maakt gebruik van zijn gunstige ligging tussen Europa, Afrika en de Arabische wereld en biedt zich aan als poort naar de opkomende Afrikaanse markten. Het land is de woelingen in de Arabische wereld en de financiĂŤle crisis zonder ernstige kleerscheuren doorgekomen. Zijn geografische ligging en zijn stabiel politiek, economisch en sociaal klimaat waarin hervormingen niet worden geschuwd, maken Marokko tot een interessante plek voor buitenlandse investeringen. Deze inspanningen van Marokko zijn opgemerkt door diverse internationale instellingen waaronder de Wereldbank. Zo is het land in de afgelopen tien jaar vijftig posities in de Doing Business ranking van de Wereldbank gestegen naar plaats 68. Marokko kent een duidelijke langetermijnontwikkelingsstrategie, die op belangrijke sectoren van de economie gericht is, zoals de havens en infrastructuur (bv. Tanger-Med), de financiĂŤle sector (Casablanca Finance City), duurzame energie en de land- en tuinbouw (het Plan Maroc Vert).

Hervormingen Sinds zo’n vijftien jaar geleden heeft Marokko de economische politiek voor onder andere landbouw, industrie en toerisme herzien en grote infrastructurele projecten gelanceerd. Dit beleid heeft onder andere geleid tot de bouw van meer dan 2000 km snelweg en de opkomst van de goederenhaven Tanger-Med, waar het in Nederland gevestigde bedrijf APMTerminals een van de containerterminals beheert. Het Tanger-Med-project speelt een sleutelrol in het ambitieuze investeringsprogramma om 28

Februari 2015 / Nr. 395

economische bedrijvigheid in Noord-Marokko te stimuleren en het land een draaischijf tussen andere werelddelen en Afrika te maken. De haven stelt zich ten doel de grootste van Afrika te worden, als knooppunt voor internationale handel. Om dit te bereiken heeft Marokko zich sterk ontwikkeld richting een vrije markteconomie en heeft het de laatste jaren vele tientallen vrijhandelsovereenkomsten ondertekend (waaronder met de VS, EU, Afrikaanse landen en Golfstaten) en ook anderszins belemmeringen weggenomen. Sinds 2007 zorgt dit voor een toenemende


GLOBE MAGAZINE

Essaouira, Marokko

stroom buitenlandse investeringen van jaarlijks gemiddeld 1.5 tot 2 miljard USD. Het Marokkaanse miljardenbedrijf OCP, ‘s-werelds grootste producent van fosfaat (voor kunstmest), ondergaat eenzelfde transformatie. Het bedrijf deed in 2014 een record obligatie-uitgifte in Afrika van 1.8 miljard USD voor de verbetering en verduurzaming van zijn industrie en de bouw van kunstmestfabrieken voor Afrika en grote voedselproducerende landen in de wereld. Uit Marokko’s ambitieuze economische programma voor modernisering verrijzen nieuwe interessante projecten zoals Casablanca Finance City, de E-Medina, Zenata en de eerste groene en duurzame stad in Afrika. Casablanca Finance City (CFC) Volgens de Global Financial Centers Index staat Casablanca op de tweede plaats van meest belangrijke financiële dienstverlenende hubs in Afrika. Casablanca heeft zichzelf een soortgelijk doel gesteld als

Tanger-Med; zij wil binnen enkele jaren de belangrijkste financiële hub van Noord-, West- en Centraal-Afrika worden. Dankzij CFC kunnen buitenlandse investeerders en partners van Marokko in Europa, Noord-Amerika en Azië, gemakkelijker zaken doen met Afrikaanse landen. CFC werkt daarbij samen met Londen, Parijs, Luxemburg en Singapore. Om de oversteek zo aantrekkelijk mogelijk te maken biedt Casablanca een pakket aan voor financiële instellingen dat onder andere belastingvoordelen, concurrerende wet- en regelgeving, zakelijke dienstverleners en regionale hoofdkantoren van multinationals bevat. Diverse multinationals hebben al hun intrek genomen in CFC, zoals Vivo Energy (distributeur van Shell producten in Afrika), kredietbeoordelaar Experian (VS) en verzekeraar Trust Re (Bahrein). De Marokkaanse SmartCity: E-Medina Aan een initiatief als E-Medina kunnen de politieke en economische hervormingen

Feiten Stabiele valuta: is gelieerd aan de EURP-USD GDP (official exchange rate): $104.8 billion (2013 est.) GDP - real growth rate: 5.1% (2013 est.) Country comparison to the world: 55 Beroepsbevolking: 11.73 miljoen (2013 est.) Country comparison to the world: 46 Werkloosheidspercentage: 9.5% (2013 est.) Country comparison to the world: 103 Staatsschuld: 76.9% of GDP (2013 est.) Country comparison to the world: 31 71.2% of GDP (2012 est.) Inflation rate (consumer prices): 2,5% (2013 est.) Country comparison to the world: 95 Exports: $16.78 billion (2013 est.) country comparison to the world: 76 $16.99 billion (2012 est.) Imports: $38.66 billion (2013 est.) country comparison to the world: 62 $38.88 billion (2012 est.)

Tanger-Med goederenhaven

Februari 2015 / Nr. 395

29


GLOBE MAGAZINE

afgelezen worden. Marokkaanse steden worden door de snelle ontwikkelingen op sociaaleconomisch gebied veelal geconfronteerd met problemen die betrekking hebben op stedenbouw en stedelijk bestuur. De E-Medina biedt op een creatieve en duurzame wijze oplossingen om de behoefte van de burgers aan het licht te brengen. Het biedt een adequaat platform waarop burgers met plaatselijke overheden kunnen communiceren en andersom. Hierdoor wordt stedelijke problematiek direct onder de aandacht gebracht van de juiste mensen. Zodoende verbeteren E-Medina’s tegelijkertijd de collectieve ervaring van de openbare diensten en creëren ze economische toegevoegde waarde. Zenata, een ecostad in de maak Zenata is een concreet voorbeeld uit de Marokkaanse duurzaamheidsagenda (plan ‘Groen Marokko’), die is gericht op het gebruik van meer duurzame energie (40%) en op een efficiënter en effectiever waterbeheer. Ongeveer 30% van Zenata zal worden bedekt met parken en ecologische corridors om de biodiversiteit te bevorderen en een betere regulering van de omgevingstemperatuur te realiseren. Deze groene ruimtes met haar vijvers verfraaien niet alleen het landschap, maar dienen ook als plaats waarin het regenwater, afkomstig van het natte seizoen, kan worden vastgehouden. Het stedelijk mobiliteitsplan voor Zenata streeft er naar het gebruik van auto’s te beperken door een efficiënt mobiliteitsnetwerk, waarin bus, tram, trein en taxidiensten op elkaar aansluiten, te bewerkstelligen. Verder zullen er voet­ paden en fietspaden worden aangelegd, zodat de verschillende wooneenheden, elk voorzien van de gemeenschappelijke voorzieningen als onderwijs, gezondheidszorg, bedrijvigheid en vrijetijdfaciliteiten, op een milieuvriendelijke en gemakkelijke manier kunnen worden bereikt. Gevraagd: Nederlandse duurzame tuinbouwinnovatie Net als veel andere landen kampt Marokko met structurele problemen in haar tuinbouw zoals het tweezijdig waterprobleem: te weinig om met regenwater de grootschalige productie gaande te houden en bij vlagen teveel regen, wat weer leidt tot overstromingen. Bovendien zit het plastictunnelkassen-complex aan de top van zijn productie en is een duurzame doorstart met 30

Februari 2015 / Nr. 395

Hassan toren in Rabat

aangepaste technologie noodzakelijk. De watervoorziening is cruciaal voor de Marokkaanse tuinbouw en indirect voor ons. Tijdens onze wintermaanden draait de Marokkaanse tuinbouw, die voornamelijk gelegen is in de regio Agadir met zijn milde winterklimaat, overuren om Europa te voorzien van sinaasappels, mandarijnen en andere vitaminerijke producten. Kortom, Marokko biedt absoluut veel investerings- en handelsmogelijkheden, zeker ook voor het Nederlands bedrijfsleven. De ambassade helpt u graag om u als geïnteresseerde wegwijs te maken. Ron Strikker is Nederlands Ambassadeur te Rabat.

Contact Nederlandse Ambassade te Rabat Economische Afdeling Telefoon: +212 537 219 616 E-mail: rab-ea@minbuza.nl Website: http://marokko. nlambassade.org

Nuttige links www.invest.gov.ma www.casablancafinancecity.com/ www.zenataecocity.ma/ www.tmpa.ma/ www.e-madina.org/ www.amdi.ma/


Streamlines Logistics • Stroomlijnt de logistiek met geïntegreerde oplossingen ontworpen voor industriële verzenders, logistieke dienstverleners en douane-agenten • Levert geïntegreerde oplossingen die uw zakelijke processen stroomlijnen, uw management ondersteunen en een platform bieden voor de toekomst

DOUANE EN ACCIJNZEN De Customs Streamliner® is de one-stop oplossing voor douanetechnische en fiscale optimalisatie van douaneagentschappen en departementen in de Benelux: GC, Fiscale Vertegenwoordiging, douane entrepots, economische regimes, PLDA, NCTS, EMCS, Sagitta en GPA in één high-tech communicatie omgeving.

LOGISTIEKE DIENSTVERLENERS Expediteurs en groupage bedrijven, scheepsagenten en logistieke dienstverleners hebben specifieke behoeften in automatisering. Stream Software is gespecialiseerd in deze zaken en biedt bedrijfsomvattende en flexibele oplossingen.

INDUSTRIELE VERZENDERS Industriële bedrijven hebben core ERP, maar wat met de logistiek? Stream Software brengt een oplossing om de logistieke departementen van de industriële bedrijven volledig te stroomlijnen en te integreren met ERP systemen zoals SAP.

STREAM SOFTWARE POTVLIETLAAN 4 | B-2600 BERCHEM | T +32 3 825 77 74 | F +32 3 830 19 28 | INFO@STREAMSOFTWARE.BE | WWW.STREAMSOFTWARE.BE

Rahofer.

www.mic-cust.com

Denkt u aan verlaging van invoerrechten? Wij bieden u de oplossing door integratie van de voordelen van “free trade agreements” in uw processen! Free Trade Agreements (FTAs) bieden enorme kansen om kosten te besparen en het internationale speelveld te vergroten. Veel bedrijven zijn zich er niet van bewust dat er op dit gebied geld te verdienen valt. Door preferentiële oorsprongsbepalingen binnen Free Trade Agreements juist toe te passen in uw bedrijfsprocessen, kunt u de kosten voor invoerrechten drastisch terugbrengen en daarmee uw concurrentiepositie vergroten. MIC’s Origin Calculation System (OCS) biedt u de voordelen van FTA’s te benutten om uw marktpositie te versterken. MIC OCS biedt u: · eenvoudig en juist beheer van leveranciersverklaringen · juiste toepassing van alle free trade agreements · optimale berekening en vaststelling van de oorsprong van uw product · reductie van handmatige werkzaamheden (data entry) en transparantie in processen · gedetailleerde documentatie Wilt u een persoonlijke voorlichting over onze producten, aarzel dan niet om rechtstreeks contact met ons op te nemen! MIC Customs Solutions | Austria | Tel.: +43 (0)7 32 - 77 84 96 | sales@mic-cust.com | www.mic-cust.com

AZ_FendexPress_175x135_RZ.indd 1

03.07.13 10:04


GLOBE MAGAZINE

STEFFEN SMEENK

U oriënteert zich om de Russische markt te betreden. Dit leidt direct tot praktische vragen als: Moet ik dat nu wel doen? Hoe pakken we dit aan? Waar zitten onze klanten? Waar lopen we tegenaan? Blind varen is geen optie, handelen op basis van goede informatie maakt het verschil op weg naar succes.

Bugaboo

Marktentree Rusland Rusland kent een relatief stabiele groei van bijna 4% per jaar op de lange termijn. Ondanks de huidige economische stagnatie groeien de consumentenbestedingen nog steeds (in 2013 met 13%). Dit maakt Rusland buitengewoon interessant voor Nederlandse exporteurs. Net als in ieder andere opkomende economie, brengt het betreden van de Russische markt ri­ sico’s met zich mee. Ondanks de nabijheid, drie uur vliegen naar Moskou, zijn er grote verschil­ len qua cultuur, mentaliteit van zakendoen, taal, wet en regelgeving. Ook spelen de ingestelde en mogelijk nieuwe sancties een rol zowel in negatieve als positieve zin. Met een goede voorbereiding en praktische ondersteuning zijn echter veel valkuilen te omzeilen en kan er snel geschakeld worden. Onderstaande case illustreert hoe kinderwagen­fabrikant Bugaboo een succes­ volle entree maakte in Rusland. 32

Februari 2015 / Nr. 395

Op verkenning Na wat contacten in het verleden te hebben gehad, krijgt de sales director van Bugaboo in 2011 de opdracht om de start van Bugaboo Russia voor te bereiden. Bij een eerste bezoek blijkt dat de kinderwagens van Bugaboo al worden aangeboden in Moskou; Detskiy Mir, een prestigieuze winkelketen, heeft zelfs een speciale hoek met promotiemateriaal! Speur­ werk toont aan dat de kinderwagens in kleine hoeveelheden via Duitsland naar Rusland gebracht worden; de Russen hebben Bugaboo al ontdekt! Er is echter geen systematische aanpak om het merk in de markt te zetten en het prijsniveau ligt erg hoog. Bugaboo’s strategie is om de verkoop en mar­ keting van zijn kinderwagens in alle belang­ rijke markten zelf ter hand te nemen. Hiermee wordt een werkelijk uniforme positionering en uitstraling bereikt horende bij een internationaal topmerk. Dit betekent dat er in principe niet gewerkt wordt met distributeurs en agenten.


GLOBE MAGAZINE

De vraag is of een dergelijke ambitie te realiseren is in een land als Rusland. Business plan Op basis van een inschatting van de totale markt en de omvang van het premium segment wordt een businessplan gemaakt. De voornaamste onderdelen van het plan zijn: • Een meerjarige verkoopprognose • De opzet van een verkooporganisatie en de kosten daarvan • Marketingbudget • Logistieke opzet en kosten Er zijn veel vragen met betrekking tot de logistiek. Hoe krijgt Bugaboo de kinderwa­ gens, die in China geproduceerd worden, het meest efficiënt naar Rusland? In overleg met de logistieke serviceprovider wordt gekozen voor levering vanuit Neder­ land. Tevens gaat de logistieke provider op zoek naar een Russische partner. Dilemma’s Bugaboo wil graag een eigen verkoop­ organisatie in Rusland; marketing is de sleutel tot succes gebleken in de meeste landen waar men actief is. Anderzijds vindt

men het van nul af opbouwen van een eigen organisatie in een totaal onbekende markt een enorme uitdaging. Moskou is de voor de hand liggende plaats om te beginnen; een wereldstad van meer dan 14 miljoen inwoners, met een grote hogere en midden-inkomensklasse. Het kosten­ niveau in Moskou valt echter tegen: kosten van personeel liggen op Nederlands niveau en kantoorhuur blijkt het dubbele te zijn. Keuzes maken In een vroeg stadium selecteert Bugaboo haar toekomstige countrymanager, een Russische met goede ervaring bij twee inter­nationale bedrijven, die door de adviseur wordt aanbevolen. Ze wordt op tijdelijke basis aangenomen en betrokken bij de verdere voorbereidingen en het verzamelen van marktgegevens. Haar man is een logistiek specialist en dat komt goed van pas. Hierdoor kan het marktentreeplan in detail worden uitgewerkt en een realistische inschatting van de verkopen worden gemaakt. Er wordt besloten om een Local Limited Company op te zetten (een LLC of in het

Russisch een OOO). De LLC geeft de mogelijkheid om zelf te importeren en te handelen in Rusland. Het beheer (functie van algemeen directeur) en de administratie wordt uitbesteed aan een service company, zodat het lo­ kale team zich volledig kan richten op sales en marketing. Voorlopig wordt besloten om geen lokale voorraden aan te houden. Wat is er bereikt? Bugaboo heeft inmiddels een goed draaiende vestiging in Rusland en het lokale team is uitgebreid met een drietal mensen, bestaande uit sales, marketing, en een service­ medewerker. De outsourcing van beheer en administratie is goed bevallen en heeft men in stand gehouden. Ondanks de huidige onrust in de markt ligt er een goede basis voor flinke groei in de komende jaren. Na Moskou wordt Sint Petersburg veroverd. De komende jaren wordt het team verder uitgebreid en zal het merk stevig gepositioneerd worden in Rusland.

Steffen Smeenk is Partner Russia & Ukraine bij Larive International. Larive ondersteunt sinds 1975 bedrijven in internationale groeimarkten in Azië, Centraal & Oost Europa, Rusland, Turkije en Oost-Afrika. Steffen geeft leiding aan de lokale vestiging in Rusland, Larive RF. In Rusland is Larive ruim 20 jaar actief. www.larive.com

Winkelcentrum Detskiy Mir (Kinderwereld) in Moskou, waar het Bugaboo-merk al voor de marktentree te koop was Februari 2015 / Nr. 395

33


GLOBE MAGAZINE

NIELS VAN DER NOLL

Duidelijke keuzes vooraf voorkomen langdurige en kostbare procedures in onbekende jurisdicties. Een goede geschillenbeslechting is ook van belang voor de commerciĂŤle relaties. Nederland beschikt over modern arbitragerecht dat per 1 januari 2015 volledig is geactualiseerd.

TAMARA-arbitrage

Effectieve geschillen­beslechting in internationale handel Ondernemers die internationaal opereren krijgen soms te maken met geschillen die niet door overleg kunnen worden opgelost. Geschillen met leveranciers of handelspartners kunnen een blok aan het been worden als niet goed is afgesproken hoe het probleem zal worden opgelost en als onderling overleg niets heeft opgeleverd.

Arbitrage Arbitrage is een vorm van particuliere geschillenbeslechting, die vrijwillig tussen partijen wordt overeengekomen. In algemene (leverings-)voorwaarden of contracten, maar ook in een aparte afspraak (een zogenaamd compromis, vastgelegd in een Akte van Compromis) kan worden afgesproken dat disputen tussen partijen die niet 34

Februari 2015 / Nr. 395

door overleg kunnen worden opgelost, worden onderworpen aan arbitrage. Argumenten om bij internationaal ondernemen te kiezen voor het opnemen van arbitrage als methode van geschillenbeslechting in contracten of algemene voorwaarden zijn onder meer de invloed die partijen hebben op de keuze van arbiters en de voortgang van de procedure, deskundigheid van arbiters, snelheid van de procedure en vertrouwelijkheid. Daarbij is het ook van belang dat onder het Verdrag van New York (1958) arbitrale vonnissen in vrijwel alle landen ter wereld ten uitvoer kunnen worden gelegd. Dat is bij vonnissen van overheidsrechters beslist anders. Dan is vaak een tweede procedure nodig om in een ander land dan waar het vonnis is


GLOBE MAGAZINE

gewezen dat vonnis ten uitvoer te kunnen leggen. Dit geldt in het bijzonder voor landen buiten de Europese Unie. Rechtskeuze Als partijen bij voorbaat vastleggen hoe mogelijke toekomstige problemen onderling zullen worden opgelost is dat ook van belang voor het in stand houden van de commerciële relatie. Immers, er hoeft niet eerst te worden getwist over de vraag hoe een dispuut zal worden opgelost. Hierdoor wordt de commerciële relatie niet onnodig extra onder druk gezet. Het is van belang behalve een keuze voor bijvoorbeeld arbitrage ook een rechtskeuze vast te leggen. Maak duidelijk welk recht van toepassing is en onder welke arbitrageregels een geschil zal worden beslecht.

procedures. Sinds 2008 biedt TAMARA-arbitrage de mogelijkheid procedures via electronische weg te voeren (E-arbitrage). Juist in internationale kwesties biedt dit een voordeel, omdat stukken niet in veelvoud hoeven worden gekopieerd en gedistribueerd en omdat iedere arbiter en betrokken partij tegelijkertijd over nieuwe informatie kan beschikken. E-arbitrage heeft bovendien een gunstig effect op de kosten van de procedure.

Met de invoering van nieuw arbitragerecht in Nederland hebben arbitrage-instituten ook hun reglementen geactualiseerd. Het nieuwe reglement van TAMARA-arbitrage kenmerkt zich door onder meer nog meer zeggenschap voor partijen over de procedure, verkorting van termijnen om snelheid van de procedure te bevorderen en een regeling voor snelle en goedkope beslechting Arbitrage in Nederland Er zijn in Nederland meer- “Arbitrageprocedures van geschillen met een financieel belang dere mogelijkheden om in Nederland sneller van minder dan EUR onder goede arbitrageregels en goedkoper” 25.000,00. Ook is door professionele arbiters E-arbitrage niet langer internationale geschillen te alleen een optie, maar de standaardprocedure laten beslechten. In veel gevallen zijn arbitragevoor arbitrage onder TAMARA-regels. procedures in Nederland sneller en goedkoper dan vergelijkbare procedures in het buitenland. Bovendien beschikt Nederland over modern Ten slotte arbitragerecht, dat per 1 januari 2015 volledig is Veel internationaal opererende ondernemingen geactualiseerd. kiezen voor arbitrage en nemen in hun contracten of algemene voorwaarden een arbitraal beding op. Keuze voor arbitrage in Voor geschillen op de terreinen internationale Nederland is niet voor alle ondernemingen handel, transport en logistiek biedt de stichting vanzelfsprekend, maar zou beslist vaker kunnen Transport and Maritime Arbitration Rotterdam worden overwogen. Nederlands recht is Amsterdam (ook bekend onder de afkorting bovendien bij uitstek geschikt om toe te passen TAMARA-arbitrage) al meer dan 25 jaar bij internationaal zakendoen. een platform voor het voeren van arbitrage­

Drs. Niels van der Noll is secretaris van het bestuur van de stichting Transport and Maritime Arbitration Rotterdam Amsterdam, die is gespecialiseerd in arbitrage op het gebied van internationale handel en de verwante terreinen van transport en logistiek. www.tamara-arbitration.nl

Februari 2015 / Nr. 395

35


GLOBE MAGAZINE

ROLAND NOTERMANS

Wanneer wordt een beleefd geschenk gezien als omkoping? Wanneer bent u verantwoordelijk voor het wangedrag van uw agent? Wanneer maakt u zich zorgen over exportvergunningen?

Compliance

Goed /slecht zakendoen? Indien je als bedrijf zaken wil gaan doen naar of direct in verre landen denk je vooral in termen van kansen in plaats van risico’s. En dat is maar goed ook. Want bij compliance moeten we vooral niet vergeten dat we in de eerste plaats zaken willen doen. Maar medewerkers hebben wel recht op duidelijkheid over de grenzen die een werkgever trekt met betrekking tot de vraag hoe zaken te doen. Zodat de mede­ werkers “verantwoord” zaken kunnen blijven doen zonder het risico zelf achter tralies te zitten met Kerstmis. In dit artikel probeer ik het vage begrip “compliance” in begrijpelijke taal terug te brengen naar de essentie en uit te leggen waarom compliance een normaal onderdeel van “verantwoord zaken­doen” is. 36

Februari 2015 / Nr. 395

Wat is compliance eigenlijk? Com­ pliance is eigenlijk niets anders dan verstandig, goed, verantwoord zakendoen. Zaken doen zodanig dat het bedrijf ook over acht en twaalf jaar nog succesvol is en door klanten wordt gekozen vanwege een uitste­ kende prijs/kwaliteit­ verhouding en goede reputatie.

in gedragscodes terugkomen: “hier gebruiken we bedrijfs-eigendommen zorgvuldig voor zakelijke doelen (dus niet privé en we stelen niet), gaan we professioneel om met vertrouwelijke informatie (daar verdienen we privé dus geen geld mee), waarderen we elkaars talenten (en discrimineren we dus niet), geloven we in eerlijke, transparante concurrentie (en maken we dus geen kartelafspraken), willen we winnen op prijs-kwaliteit in plaats van te winnen dankzij envelopjes met geld (we kopen dus niet om).

“Weet met wie u zaken doet!”

Elke (groot)aandeelhouder wil graag een gezond rendement op zijn investering zonder een onnodig groot risico te lopen. Daar hoort dus bij dat iedere medewerker van het bedrijf begrijpt wat de tien of twaalf basisregels zijn waar elke medewerker zich aan moet houden. Denk dan aan de (vroegere) tien geboden waarvan er een aantal vaak

Zo moeilijk is compliance eigenlijk niet. Het gaat vooral over reputatieen risico-management.


GLOBE MAGAZINE

“Communicatie over huisregels is essentieel.”

“Dat is toch vanzelfsprekend?” Tsja, was dat maar zo. Vraag tien medewerkers hoe vaak zij kadootjes mogen uitdelen, voor welk bedrag en op welk moment tijdens onder­ handelingen (hetzij met ambtenaren, hetzij met commerciële partijen) en je begrijpt dat die basisregels toch ietsje ingewikkelder liggen. En hoe dichter je op het hoofdkantoor van een bedrijf werkt, hoe duidelijker waarschijnlijk die huisregels zijn. Maar verder weg is de communicatie daarover soms niet zo duidelijk. Het laatste wat een bedrijf wil, is zo vaak negatief in de krant komen als SBM Offshore, Imtech en de aannemerij. Dus is communicatie over die “huisregels” essentieel. En als je communiceren over tien onderwerpen uit een Gedragscode iets teveel van het goede vindt, begin dan bij de grootste drie compliance risico’s bij export (er van uitgaande dat alle documentatie in orde is en de producten het land in mogen). Deze zal ik achtereen­ volgens – in willekeurige volgorde – kort bespreken: geschenken en ongeoorloofde betalingen; agenten/ commissionairs; en tenslotte export­vergunningen.

Geschenken en ongeoorloofde betalingen “Zo zijn onze manieren” zongen we vroeger. ’s-Lands wijs, ’s-lands eer. Tot een aantal jaren geleden waren smeergelden gewoon aftrekbaar voor de belastingen. Die tijden zijn voorbij. Omkoping in welke vorm dan ook is gewoon strafbaar. Dat geldt ook voor kleine smeergelden (of “facility payments”): betalingen van geringe omvang aan (meestal) een ambtenaar om iets sneller gedaan te krijgen (bijvoorbeeld een vergun­ ning of de aanleg van gas/water/ elektriciteit en dergelijke). Sinds dit jaar zijn de Nederlanders opgeschrikt doordat het Openbaar Ministerie veel actiever omkopingszaken opspoort en aanpakt. Kwam Philips Healthcare nog weg met een boete van ongeveer 4 miljoen euro wegens omkoping in Polen, SBM Offshore betaalde recentelijk bijna 200 miljoen euro. Los van het boetegevaar: medewerkers verdwijnen soms achter tralies. En dat kan nooit de bedoeling zijn van goed werkgeverschap. Want goed werkgeverschap brengt met zich mee dat het bedrijf duide­

lijkheid verschaft over geschenken, entertainment, sponsoring en goede doelen: wanneer is dat prima; be­ doeld om goodwill op te bouwen en zakelijke relaties te versterken? Wan­ neer slaat het om naar omkoping? Hoe vaak, hoe luxueus, op welk mo­ ment en met welke intenties. Dat zijn de vier kernvragen die elk bedrijf zelf moet beantwoorden als het gaat om geschenken, entertainment, sponso­ ring en goede doelen. Zodat mede­ werkers duidelijke grenzen leren, of in ieder geval leren hun mond open te doen en vragen te stellen. Want de praktijk is lang niet altijd zwart-wit. Zodat medewerkers “verantwoord” zaken kunnen blijven doen. En met Kerstmis thuis kunnen zijn. Agenten/commissionairs Het is heel gebruikelijk om de hulp van lokale experts in te roepen indien u nieuwe markten wilt betreden. Zeker indien u daar nog geen eigen mensen hebt. Die lokale experts willen graag een percentage ontvangen van de omzet die ze voor uw bedrijf genere­ ren. Klinkt redelijk en logisch. Mits de percentages die worden betaald in re­ delijke verhouding tot de daadwerke­ lijke inspanningen staan. En de expert het geld niet gebruikt om lokaal men­ sen om te kopen. Want inmiddels is wetgeving in een groot aantal landen zodanig aangepast dat HUN gedrag voor UW rekening en risico komt. Met andere woorden: koopt u de lokale expert om, dan kan dat uw bedrijf worden aangerekend. En zeker ook de leden van de Raad van Bestuur. Namelijk indien zij geen proportioneel, Februari 2015 / Nr. 395

37


GLOBE MAGAZINE

adequaat, actief anti-omkopingsbeleid hebben doorgevoerd. De oplossing van dit risico ligt bij het nemen van een aantal maatregelen zodat u kunt aantonen dat u “adequate procedures” hebt. Dat vereist helder beleid en een risico-analyse van het land en de markt waar u zaken wilt doen. Afhankelijk van de manier van zaken doen leidt dat tot een oppervlakkig, diepgaander of zeer vergaand due diligence onderzoek naar de beoogde zakenpartners in die landen. Zodat u vermijdt zaken te doen met corrupte zakenpartners of stromannen van (hoge) ambtenaren en politici. Weet met wie u zaken doet. Kan deze expert zelf de diensten leveren of is hij slechts een soort doorgeefluik? Weet u wie de eigenaren en de mensen achter de schermen zijn? Zijn er te nauwe banden met ambtenaren of politieke figuren? Blijf de reputatie van uw “experts” in de gaten houden. Doe geen zaken met dubieuze figuren. Sluit vervolgens overeenkomsten waarin u uw bedrijf beschermt en de expert duidelijk maakt dat u op een integere manier zaken wilt doen. Verbied omkoping op welke manier dan ook. En train de expert en zijn personeel zoals u uw eigen medewerkers ook traint. Geef grenzen aan. Betaal alleen een redelijk en gebruikelijk percentage dat op de voorpagina van elke krant gepubliceerd mag worden. Exportvergunningen In internationaal verband is afgesproken dat we met sommige landen, mensen en bedrij­ ven helemaal geen zaken meer mogen doen. Overtreding van internationale en nationale sanctieregels kan fataal zijn voor een bedrijf. Zo betaalde BNP Paribas eerder dit jaar een recordboete van bijna 9 miljard dollar vanwege het overtreden van Amerikaanse sanctieregels. Bij het exporteren zal het bedrijf altijd de vol­ gende vier vragen moeten stellen: Wat exporteer ik? (zit er Amerikaanse tech­ nologie in, analyseer dan of u het zonder vergunning mag verschepen); Naar welke eindgebruiker exporteer ik? (want indien de eindgebruiker op een zwarte lijst van verboden personen staat mag ik niet exporteren); 38

Februari 2015 / Nr. 395

Naar welk land exporteer ik? (want naar sommige landen mag ik niet exporteren, of niet zonder vergunning) Waarvoor wordt mijn product of onderdeel gebruikt? (indien het bijvoorbeeld gaat om onderdelen of producten die zowel een civiele alsook een militaire toepassing hebben dan moet je extra oppassen en maatregelen treffen). Training van personeel dat offertes uitbrengt of export-documentatie begeleidt is essentieel om rode vlaggen te gaan herkennen en aan de bel te trekken bij het management voordat verschep­ ingen plaatsvinden. Voorkomen is nog beter dan achteraf de rommel proberen op te ruimen.

Roland Notermans heeft jarenlang als hoofd juridische zaken en compliance gewerkt bij diverse onderdelen van het Philips concern. In 2010 richtte hij NUX Compliance Consultancy op: hij adviseert ondernemingen over hun compliance programma’s. Daarnaast publiceert hij regelmatig en geeft hij maandelijks workshops en cursussen, onder andere aan De Compliance Academie.

Tot slot Er is natuurlijk heel veel meer te vertellen over compliance. Maar eigenlijk is het allemaal niet zo heel moeilijk want het gaat over goed zaken doen. Over de business principes van het be­ drijf. Kiest het bedrijf voor korte termijnwinsten en navenant risico. Of kiest het voor een lange termijnaanpak waarbij alle medewerkers begrij­ pen wat de kernwaarden zijn en hoe dit bedrijf zaken wil doen. Op een verantwoorde, duur­ zame manier. Zodat aandeelhouderswaarde niet per ongeluk verloren gaat door teveel rotte appels of door naïef met zakenpartners in zee te gaan die de reputatie van het bedrijf onderuit kunnen halen. Compliance is van en voor iedere medewerker. Want die willen met Kerstmis ook liever thuis zitten en op de lange termijn bij een integer, duurzaam, succesvol bedrijf werken!

“Koopt u de lokale expert om, dan kan dat uw bedrijf worden aangerekend.”


GLOBE MAGAZINE

THEO NUSSELDER

In Europa gelden voor het op de markt brengen van medische hulpmiddelen Europese richtlijnen. Wat omvatten deze richtlijnen, die in de wetgeving van alle lidstaten zijn geïmplementeerd, zodat het vrije verkeer van deze producten overal in Europa gewaarborgd zou zijn?

Export van medische hulp­middelen in Europa In de negentiger jaren zijn in Europa richtlijnen vast­ gesteld, op grond waarvan het vrije verkeer van producten gewaarborgd werd. Er kwam een eind aan nationale wet- en regelgeving die tot dan toe in afzonderlijke lidstaten van toepassing was en waardoor fabrikanten, importeurs en distributeurs vaak voor ieder land afzonderlijke toelatingsprocedures moesten volgen. Ook de veiligheid en bescherming van de gezondheid van patiënten en gebruikers werd vanaf dat moment op eenzelfde niveau vastgelegd.

Inmiddels zijn we circa twintig jaar verder en kunnen we evalueren of de uitgangspunten van destijds inderdaad het gewenste resultaat hebben opgeleverd: beëindiging van nationale toelatingen en controles, met afdoende bescherming van patiëntenveiligheid. In Europa is sinds 1992 de “interne markt” van kracht, hetgeen betekent dat producten die aan essentiële eisen voldoen, zonder handelsbelemmeringen in alle 32 landen van de EU, EFTA en Turkije op de markt kunnen worden geplaatst. Nationale wet- en regelgeving zijn vervangen door Europese voorschriften voor talrijke artikelen, die zijn te herkennen aan de CE-markering op het product. Enkele voorbeelden:

machines, elektrische apparatuur, telecommunicatie, speelgoed en medische hulpmiddelen. Voor medische hulpmiddelen omvatten de Europese richtlijnen eisen voor de producten en de fabricage daarvan, en controle op handhaving en naleving. De eisen hebben vooral betrekking op essentiële aspecten van veiligheid, gezondheid en prestaties. Er zijn drie medische richtlijnen: voor actieve, implanteerbare hulpmiddelen, voor in-vitro-diagnostica en voor overige hulpmiddelen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de mate van toezicht voor een belangrijk deel wordt bepaald door het risico van kwetsbaarheid van het menselijk lichaam: hoe hoger het risico, des te strenger is de beoordeling. De fabrikant (= het bedrijf dat onder eigen naam producten in de handel brengt, dus niet een distributeur) draagt de verantwoordelijkheid voor het voldoen aan de wettelijke eisen. Hij mag werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld ontwerp, fabricage, sterilisatie, verpakking en distributie weliswaar uitbesteden aan derden, maar de fabrikant zelf blijft daarvoor verantwoordelijk en zal daarom de gemaakte afspraken in overeenkomsten duidelijk omschrijven en vastleggen. Met een distributeur bijvoorbeeld over Februari 2015 / Nr. 395

39


GLOBE MAGAZINE

systeem zijn uitgewerkt in kwaliteitsnormen, en omvatten samengevat beschrijvingen voor: • kwaliteitsdoelstellingen; • de organisatie van het bedrijf (zoals de organisatiestructuur en de bevoegdheden van medewerkers); • controleprocedures voor de werking van het kwaliteitssysteem; • procedures voor het ontwerp, de productie, testen en vrijgave.

• Risicoanalyse, waaruit blijkt hoe de fabrikant risico’s van product beheerst. • De klinische onderbouwing. • Informatie voor gebruikers (met vertaald productlabel en gebruiks­ instructies). Op het label hoort o.a. de naam en Europees adres van de fabrikant te staan, en (voor een niet-Europese fabrikant) de naam van de Europese contactpersoon: de Gevolmachtigde. • De wijze waarop de fabrikant alle ervaringen blijft verzamelen o.a. tijdens distributie, gebruik en afvalverwijdering. • De procedure waarin staat omschreven hoe eventuele incidenten worden afgehandeld.

Conformiteitsbeoordeling Omdat de wettelijke eisen algemeen zijn en van toepassing op allerlei, vaak uiteenlopende medische hulpmiddelen, wordt veel gebruik gemaakt van internationale (en in Europa geharmoniseerde) normen, van toelichtingen door de Europese Commissie (bijv. MEDDEV-documenten), van standpunten en besluiten van Aangemelde Instanties (zgn. NB-Med documenten), diverse EU-overheden (bijv. de Engelse MHRA, de Nederlandse IGZ of de Duitse ZLG), of van aanbevelingen van de internationale werkgroep IMDRF (voormalig GHTF). Voor producten uit de laagste risicoklassen mag de fabrikant zelf vaststellen of aan alle wettelijk eisen is voldaan, voordat op producten de CE-markering wordt aangebracht en in de handel worden gebracht. Voorbeelden: ziekenhuisbedden, rolstoelen, eenvoudig gipsverband, eenvoudige in-vitro-diagnostica testen, etc. De fabrikant verklaart dat producten aan gestelde eisen voldoen en registreert deze producten bij de nationale overheid. Hij moet de wettelijke documentatie voor inspectie­doeleinden ter beschikking houden. De nationale overheid (in Nederland IGZ: de Inspectie voor Gezondheidzorg) kan dan op een willekeurig moment deze documentatie beoordelen.

Eisen aan de productie Voor producten met een verhoogd risico geldt doorgaans dat de productie onder een systeem van kwaliteitsborging moet plaatsvinden. Zo’n kwaliteitssysteem is niet alleen vereist voor de werkzaamheden bij de fabrikant zelf, maar ook voor toeleveranciers van grondstoffen, materialen, onderdelen, diensten en/of andere activiteiten. De eisen voor een dergelijk kwaliteits-

Voor producten met een middelmatig of hoog risico moet de fabrikant eerst goedkeuring aanvragen bij een zogenaamde Aangemelde Instantie, AI (of: Notified Body, NB). Zulke risicovolle producten zijn o.a. implantaten, chirurgisch invasieve hulpmiddelen, elektrische therapeutische en diagnostische apparatuur, steriele hulpmiddelen, bloedzakjes, chemicaliën voor bloedgroeptesten, bloedsuikermeters, etc. Aangemelde Instanties worden in iedere lidstaat door de overheid aangewezen en vervolgens

Gebruik van middelen t.b.v. pijn-medicatie tijdens een operatie (door Official U.S. Navy Page) https://creativecommons.org/licenses/by-nd/2.0/)

het doorgeven van alle informatie met betrekking tot productlabels en bijsluiters, opslag, traceerbaarheid, gebruikerstrainingen, klantenervaringen, klachten, etc. Omgekeerd kan een distributeur of importeur bij de fabrikant de wettelijk verplichte ‘Verklaring van Overeenstemming’ opvragen. In deze verklaring tekent de fabrikant ervoor dat producten voldoen aan de wettelijke eisen. Deze verklaring bevat tevens het Europese adres van de fabrikant of de Gemachtigde (wanneer de fabrikant niet in Europa is gevestigd). Producteigenschappen Voor medische hulpmiddelen van alle risicoklassen legt de fabrikant in een technische file de productgegevens vast, waaronder: • De productspecificaties (o.a. producttekeningen, materiaalbeschrijving, fabricagemethoden). • Documentatie waarin is opgenomen hoe aan wettelijke, essentiële producteisen is voldaan en hoe producten in overeenstemming zijn gebracht met de algemeen erkende “state-of-the-art”, zoals bijvoorbeeld omschreven in normen. 40

Februari 2015 / Nr. 395


GLOBE MAGAZINE

aangemeld bij de Europese Commissie. Zo’n AI onderzoekt of de fabrikant aan de eisen voldoet volgens in de regelgeving opgenomen procedures. Na conformiteitsbeoordeling en goedkeuring ontvangt de fabrikant van de AI dan een CE-certificaat, en wordt naast de CE-markering op het product bovendien het nummer van de betrokken AI geplaatst. De duur en de aard van de AI-beoordeling hangt onder meer af van de risicoklasse van het medisch hulpmiddel: hoe hoger het risico, des te strenger is de conformiteitsbeoordeling. De beoordeling beperkt zich niet tot documentatie en activiteiten bij de fabrikant in huis, maar ook uitbestede werkzaamheden bij toeleveranciers kunnen deel uitmaken van het onderzoek. Daarbij wordt niet alleen documentatie opgevraagd en geverifieerd, maar beoordeelt een auditteam ook veelal ter plekke het kwaliteitssysteem bij uitgevoerde werkzaamheden. Eventuele tekortkomingen moeten dan door de fabrikant (of bij een toeleverancier) worden gecorrigeerd, alvorens de AI een certificaat uitreikt. Dergelijke conformiteitsbeoordelingen worden periodiek, meestal jaarlijks herhaald, zodat de continuïteit van product- en productiekwaliteit gewaarborgd blijft.

digers van de lidstaten in de Raad (“Europese molens malen langzaam”). Daarom kunnen veranderingen doorgaans sneller gerealiseerd worden door andere documenten te wijzigingen, bijvoorbeeld het aanpassen van normen door een internationale normalisatie-commissie. In 2005, circa tien jaar jaar nadat in Europa de richtlijnen voor medische hulpmiddelen van kracht waren geworden, zijn de tot dan toe opgedane ervaringen geëvalueerd en op sommige onderdelen is daarom in 2007 de EU-regelgeving herzien en aangescherpt. Enkele belangrijke veranderingen, die sinds maart 2010 van kracht zijn geworden: • meer uniforme en strengere conformiteitscontroles door Aangemelde Instanties (o.a. meer audits bij toeleveranciers en meer beoordelingen van technische documentatie); • van fabrikanten wordt een bredere en meer aangescherpte onderbouwing van klinische gegevens verlangd, die ook systematisch moet worden bijgehouden aan de hand van verkregen gebruikservaringen; • meer toezicht van fabrikanten en Aangemelde Instanties op de werkzaamheden die door de fabrikant aan derden worden uitbesteed; • verdergaande eisen voor ergonomische aspecten en het reduceren van eventuele risico’s. • In 2012 zijn vervolgens door de Europese Commissie nieuwe Aanbevelingen gepubliceerd naar aanleiding van ernstige incidenten met medische hulpmiddelen van hoog risico (o.a. heupimplantaten en borstprothesen). Deze Aanbevelingen zijn vooral gericht op verscherping van het toezicht op

“Hoe hoger het risico des te strenger de conformiteits­ beoordeling”

Aanpassingen in Europese regelgeving Op grond van opgedane ervaring en voortschrijdend inzicht worden richtlijnen en ondersteunende documenten (zoals normen en toelichtingen) regelmatig aangepast. Voor de wijziging van een EU-richtlijn is veelal omslachtig en tijdrovend overleg nodig tussen de Commissie, het Parlement en vertegenwoor-

en door Aangemelde Instanties en op de hele productieketen tijdens de vervaardiging van medische hulpmiddelen. Onder meer worden tijdens onaangekondigde controlebezoeken de productiefaciliteiten bij fabrikanten en toeleveranciers beoordeeld. In 2015 (of wellicht 2016) zullen in Europa nog veel verdergaande aanpassingen en strengere eisen voor medische hulpmiddelen worden vastgesteld en in circa 2019 van kracht worden. Volgens een algemeen en nieuw Europees “Gemeenschappelijk Kader” uit 2008 worden verantwoordelijkheden dan niet langer alleen aan de fabrikanten van producten toegewezen, maar worden ook aan andere “marktdeelnemers” zoals importeurs en distributeurs verplichtingen opgelegd. Zij moeten dan bijvoorbeeld erop toezien dat uitsluitend producten op de markt worden aangeboden die overeenkomen met wettelijke eisen en dat fabrikanten aan hun wettelijke verplichtingen hebben voldaan. Ir. T. Nusselder is board member bij CEpartner4U, een onafhankelijk bureau dat is gespecialiseerd in advisering over de Europese richtlijnen voor medische hulpmiddelen. CEpartner4U begeleidt fabrikanten, distributeurs, toeleveranciers en andere belanghebbenden bij het interpreteren en toepassen van deze Europese regels en treedt op als Gemachtigde voor nietEuropese fabrikanten.

Februari 2015 / Nr. 395

41


GLOBE MAGAZINE

REMCO VAN DER KROFT

Heeft u een vordering op uw Poolse afnemer? Denk dan aan de korte incassoprocedures in het Poolse recht.

Effectieve incasso of groot risico?

Het betalings­ bevel in Polen Het Poolse recht kent, in tegenstelling tot Nederland, twee vereenvoudigde juridische procedures voor incasso van vorderingen. Dit zijn de zogenaamde “bevels­procedure” en de “vermaningsprocedure”. Als je als schuldeiser je administratie op orde hebt, kan vooral de eerste van de twee de incasso van vorderingen in Polen aanzienlijk vereenvoudigen. Omgekeerd, als je als Nederlandse handelspartner in een dergelijke procedure wordt betrokken, is het zaak snel te reageren want de termijnen zijn kort. De bevelsprocedure (“postępowanie nakazo­ we” in het Pools) is een procedure waarbij een betalingsbevel wordt verleend wanneer de schuldeiser de schuld en de erkenning daarvan door de schuldenaar onomstotelijk kan aantonen. Als de recht­ bank overtuigd is dat de schuld bestaat en opeisbaar is, geeft deze een betalingsbevel af waarin de schuldenaar gedwongen wordt de schuld met rente en kosten binnen twee weken te voldoen. Belangrijk is dat de rechtbank besluit zonder de schuldenaar te horen. Een betalings­ bevel is uitvoerbaar bij voorraad en vormt de basis tot het 42

Februari 2015 / Nr. 395

nemen van executiemaatregelen, waaronder beslag. Dat laatste is belangrijk omdat conservatoir beslag in Polen niet zo makkelijk te leggen is als in Nederland. Om gebruik te kunnen maken van de bevelsprocedure heb je goede papieren nodig, waaruit blijkt dat de schuld door de schuldenaar onomstotelijk is erkend. Als zodanig worden bijvoorbeeld de volgende documenten geaccepteerd: een door de schuldenaar voor acceptatie getekende rekening; een aanmaning gevolgd door een schulderkenning door de schuldenaar; een door de bank geweigerde betalingsopdracht van de schuldenaar wegens gebrek aan geld op de rekening; of een wissel of cheque op de juiste manier door de schuldenaar getekend. De meest voorkomende vorm in handelsrelaties is de aanmaning gevolgd door een schulderkenning. Vaak zal dit in de vorm van een e-mailwisseling zijn, waarin de schuldenaar op een betalingsoproep reageert met zoiets


GLOBE MAGAZINE

als: “Natuurlijk betaal ik, maar ik zit een beetje krap” of “Volgende week betaal ik” en vervol­ gens gebeurt er niets. Het betalingsbevel wordt betekend samen met een kopie van de dagvaarding en de daarbij behorende producties. Bezwaar aantekenen De schuldenaar die het niet eens is met het betalingsbevel kan binnen twee weken bezwaar maken (letterlijk “verwijten” indienen). Een dergelijk bezwaar kan het hele betalings­ bevel betreffen of een deel daarvan. Bij het bezwaar moeten de feiten en omstandigheden goed worden beschreven en worden voorzien van bewijzen. Dit maakt de termijn van twee weken ook zo verraderlijk kort. De bevelsprocedure kenmerkt zich verder door verlaagd griffierecht. Dit verlaagde griffierecht is 25% van het normale griffierecht, dat wil zeggen 1,25% (maximaal PLN 25.000) in plaats van de gebruikelijke 5%. Degene die het bezwaar aantekent, betaalt de ontbrekende 75%. Dit is in de praktijk een effectief middel om de schuldenaar die weet dat hij uiteindelijk toch moet betalen er van te weerhouden om bezwaar te maken met als enig doel uitstel van betaling te krijgen. Door het aantekenen van bezwaar wordt de uitvoerbaarheid niet opgeschort en met name

kan worden doorgegaan met het door de deurwaarder laten leggen van beslagen of als het onroerend goed betreft het inschrijven van “dwanghypotheken”. Het verlaagde griffierecht bij de bevelsprocedu­ re en de kans dat een Nederlandse schuldeiser pas begrijpt wat er gebeurd is als de 14-dagen termijn al voorbij is, maakt de Poolse bevels­ procedure dan ook een stuk aantrekkelijker voor de Poolse schuldeiser dan bijvoorbeeld het Europese betalingsbevel. Immers tegen een Europees betalingsbevel kan gemakkelijk zon­ der al te veel vormvereisten bezwaar worden aangetekend binnen een termijn van 30 dagen. Ik heb in mijn praktijk een paar keer mee­ gemaakt dat een Nederlandse partij een dergelijk betalingsbevel in de bus kreeg met een volstrekt onbegrijpelijke Nederlandse vertaling erbij (helaas zijn er in Polen te veel niet al te goede beëdigde vertalers van Pools naar Nederlands) en dat hij na een week zijn advocaat in Nederland belde, die weer een week later bij mij aanklopte. Helaas zijn dan alle termijnen verlopen. Een verdediging wordt dan een stuk gecompliceerder en in sommige ge­ vallen zelfs onmogelijk. Het devies is dan ook, wanneer je als Nederlands bedrijf een schrijven van een Poolse rechtbank binnen krijgt, zoek dan zo snel mogelijk contact met een advocaat in Polen.

DBLA-serie Dit artikel is de vijfde in een serie van tien artikelen die geschreven worden door verschillende leden van de Dutch Business Lawyers Abroad (DBLA). DBLA is een uniek samenwerkingsverband van onafhankelijke Nederlandse advocaten en juristen in het buitenland. Voor meer informatie: www.dbla.nl

Remco van der Kroft is advocaat in Warschau bij ‘Olczak-Klimek van der Kroft Węgiełek’ en is lid van Dutch Business Lawyers Abroad (DBLA)

Februari 2015 / Nr. 395

43


GLOBE MAGAZINE

PHILIP W.M. TER BURG, NORIMICHI SHIMIZU

Samenwerking is voor Japanners gebaseerd op vertrouwen. Dat heeft ook zijn weerslag op juridisch gebied, waar overeenkomsten bijvoorbeeld alleen op hoofdlijnen worden uitgewerkt.

Regels voor distributie en agentuurovereenkomsten

Zaken doen in Japan In Japan is Philipp F.B. von Siebold een bekend met Nederland geassocieerd persoon. Tot in de 19de eeuw was het enkel Chinese handelaren en de Nederlandse handelspost op het eiland Dejima in de baai van Nagasaki toegestaan met Japan te handelen. Philipp von Siebold was van 1823 tot 1829 als arts en wetenschapper gestationeerd op Dejima en is bekend vanwege zijn introductie van westerse producten en wetenschappen in Japan.

Inmiddels is Japan een vooraanstaande vrijemarkteconomie. Japan heeft met ruim 125 miljoen inwoners en een Bruto Binnenlands Product van bijna USD 40.000 per persoon een grote binnenlandse markt met consumenten met een hoog besteedbaar inkomen. Door de economische stagnatie in Japan, gepaard aan de sterke economische groei in omrin44

Februari 2015 / Nr. 395

gende landen, lijkt Japan op dit moment echter over het hoofd te worden gezien door buitenlandse investeerders. Dit terwijl Japan nog steeds veel kansen biedt voor buitenlandse en vanwege de historische relaties ook voor Nederlandse investeerders. Japans overeenkomstenrecht Wanneer u een overeenkomst wilt sluiten met een Japanse partner, kunt u zich er oncomfortabel bij voelen dat uw Japanse partner meent te kunnen volstaan met een simpele overeenkomst op hoofdlijnen of zelfs voorstelt van start te gaan zonder schriftelijk contract. Dit is niet ongebruikelijk in Japan en is een van de meest evidente verschillen tussen het zakendoen met Japanners en andere nationaliteiten. Samenwerking is voor Japanners gebaseerd op vertrouwen tussen partijen. Nu Japanners bij het aangaan

van een samenwerking uitgaan van een wederzijdse vertrouwensrelatie, en een belangrijk element van de Japanse cultuur is dat ook naar dat vertrouwen wordt gehandeld, wordt in Japanse overeenkomsten vaak volstaan met het enkel schetsen van de uitgangspunten van de samenwerking. Anders dan bij overeenkomsten in Amerikaanse en Europese stijl, waarin vaak uitgebreid wordt stilgestaan bij de gevolgen van niet-nakoming en toekomstige risico’s, wordt in Japanse overeenkomsten vaak volstaan met de simpele bepaling dat in geval van niet-nakoming of onvoorziene omstandigheden de partijen te goeder trouw een oplossing zullen uitonderhandelen. Het is een typerend aspect van de Japanse ‘juridische cultuur’ dat vaak niet vooraf bij het aangaan van een overeenkomst (ex ante) een risicoverdeling met betrekking tot toekomstige onzekerheden wordt overeengekomen, maar


GLOBE MAGAZINE

dat partijen er de voorkeur aan geven dit open te laten tot zich concreet een probleem voordoet om daar dan in goed onderling overleg een oplossing voor overeen te komen (ex post). Natuurlijk voldoen niet alle Japanse ondernemers en overeenkomsten aan deze stereotypen. Voor Nederlandse ondernemers die zaken willen doen in Japan is het echter wel aan te raden om zelf het initiatief te nemen en een relatief gedetailleerde ‘Europese stijl’ overeenkomst op te stellen, in plaats van uit te gaan van de summiere ‘Japanse stijl’ overeenkomst waar uw Japanse partner waarschijnlijk mee komt. Culturele verschillen kunnen gemakkelijk tot misverstanden leiden en onbekendheid met de relevante Japanse wetten en regels kan tot problemen leiden, in het bijzonder wanneer Japans recht al dan niet dwingend op de overeenkomst van toepassing is. Het is derhalve aan te raden u niet ex post, maar ex ante te verdiepen in het op de overeenkomst met uw Japanse partner toepasselijke recht. Distributie- en Agentuur­ overeenkomsten Indien u producten of diensten wilt gaan aanbieden in Japan, kunt u

voor dat doel een Japanse agent of distributeur contracteren. Het is dan belangrijk u te informeren omtrent de wettelijke regels met betrekking tot distributie- en agentuurovereenkomsten in Japan. In de Europese Unie is op de rechten van handelsagenten Richtlijn 86/653/ EEG inzake de coördinatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake zelfstandige handelsagenten van toepassing. Deze Richtlijn is geïmplementeerd in het recht van de EU-lidstaten, waaronder Nederland. Een handelsagent bemiddelt bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen zijn of haar opdrachtgever (principaal) en derden. Dit in tegenstelling tot een distributeur die producten of diensten inkoopt van de principaal met als doel om deze zelf te wederverkopen. Gezien de bescherming die handelsagenten genieten, is in de EU de vraag of een contractspartij kwalificeert als agent of als distributeur van groot belang. Zo kan de overeenkomst met een agent slechts met inachtneming van

een bepaalde minimum opzegtermijn worden opgezegd en kan de agent bij beëindiging van de overeenkomst in beginsel aanspraak maken op een goodwillvergoeding. Indien de agent gevestigd is in de EU zijn de regels van de Richtlijn van toepassing ongeacht of de principaal in de EU is gevestigd en het recht dat partijen op de overeenkomst van toepassing hebben verklaard. Omgekeerd zijn de regels van de richtlijn zoals geïmplementeerd in het Nederlands recht ook van toepassing indien de agent weliswaar in Japan is gevestigd, doch partijen in de overeenkomst hebben gekozen voor de toepassing van het Nederlands recht. Het is dus zeker niet altijd wenselijk Nederlands recht op de overeenkomst met uw Japanse partner van toepassing te verklaren.

“Agentuurovereen­ komsten worden in Japan slechts beperkt gebruikt.”

Agentuurovereenkomsten worden in Japan slechts beperkt gebruikt. Indien een buitenlandse leverancier producten of diensten wenst te verkopen in Japan is het gebruikelijk om daarvoor een lokale distributeur te contracteren. Een distributieFebruari 2015 / Nr. 395

45


GLOBE MAGAZINE

aangaan van de overeenkomst. Een Europese stijl overeenkomst leent zich daartoe beter dan een summiere Japanse stijl overeenkomst.

“De distributie­ overeenkomst is in Japan niet wettelijk geregeld.”

overeenkomst bevat gebruikelijk bepalingen inzake al dan niet exclusieve vertegenwoordiging door de distributeur, minimum afname, merkgebruik door de distributeur en niet-concurrentiebepalingen. Anders dan in de EU bestaan er in Japan geen wettelijke regels met betrekking tot agentuurovereenkomsten, en is ook de distributieovereenkomst niet wettelijk geregeld. De toepasselijke regels van Japans recht dienen derhalve te worden gedestilleerd uit de omvangrijke Japanse rechtspraak over agentuur- en distributieovereenkomsten. Japanse regels voor distributieen agentuurovereenkomsten De meeste geschillen betreffende distributie- en agentuurovereenkomsten ontstaan in verband met de beëindiging van de overeenkomst. Indien u een nieuwe markt betreedt, kunt u behoefte hebben aan een lokale agent of distributeur die de markt kent en deuren voor u en uw producten weet te openen. De aangezochte agent of distributeur kan echter niet aan uw verwachtingen voldoen, of u kunt nadat er een markt voor uw producten of diensten is ontwikkeld, er de voorkeur aan geven een eigen lokale verkooporganisatie op te zetten. Om in die gevallen de overeenkomst met de agent of distributeur voordelig en zonder geschil te kunnen beëindigen, vergt het een goede strategie bij het 46

Februari 2015 / Nr. 395

Eén van de belangrijkste aspecten van een overeenkomst is of deze wordt aangegaan voor bepaalde of onbepaalde tijd. De keuze voor bepaalde of onbepaalde tijd leidt naar Japans recht tot verschillende gevolgen bij beëindiging van de overeenkomst: Een overeenkomst voor onbepaalde tijd kan door beide partijen in beginsel op ieder moment worden opgezegd. De opzeggende partij zal echter op grond van de goede trouw aan de andere partij een schadevergoeding hebben te betalen indien de opzeggende partij geen redelijke inspanningen heeft betracht de schade voor de andere partij zoveel mogelijk te beperken. Dit bijvoorbeeld door op te zeggen op een gunstig moment en/of door een redelijke opzegtermijn te hanteren. Een voor bepaalde tijd aangegane overeenkomst eindigt in beginsel aan het einde van de overeen­ gekomen tijd en een partij mag zonder tot schadevergoeding te zijn gehouden een aanbod van de andere partij tot verlenging van de overeenkomst weigeren. Dit kan tot uitzondering leiden indien bijvoorbeeld een niet-concurrentie­ beding is overeengekomen of de overeengekomen duur van de overeenkomst te kort is om de agent of distributeur in staat te stellen gepleegde investeringen terug te verdienen. Ondanks dat de agentuur- en distributie­overeenkomst in Japan niet wettelijk zijn geregeld kunt u dus door de Japanse rechter gehouden worden een naar de omstandigheden redelijk opzegtermijn te hanteren en/ of schadevergoeding te betalen. Nu naar Japans recht de lengte van de vereiste opzegtermijn en de eventu-

eel verschuldigde schadevergoeding moeilijk voorspelbaar zijn, vallen de Japanse regels voor agentuur- en distributieovereenkomsten in het algemeen wel uit in het voordeel van de (buitenlandse) principaal. Overigens bestaat er geen verdrag tussen Japan en Nederland dat voorziet in de erkenning en tenuitvoer­ legging van gerechtelijke uitspraken. Dit betekent dat een Nederlands vonnis in beginsel niet in Japan tegen uw Japanse partner ten uitvoer kan worden gelegd en een Japans vonnis niet tegen u in Nederland. Een uitzondering hierop vormen arbitrale vonnissen, die krachtens de VN Conventie van New York in alle bij die conventie aangesloten landen, waaronder Nederland en Japan, ten uitvoer kunnen worden gelegd. Conclusie Ondanks dat Japan een met Europa overeenkomend sociaal, politiek en economisch stelsel heeft, zijn er afwijkende culturele en commerciële gebruiken waar u rekening mee dient te houden wanneer u handel wilt drijven in Japan. Om onaangename verrassingen te voorkomen verdient het aanbeveling om u te verdiepen en te laten adviseren over deze verschillen en het toepasselijke Japanse recht en over hoe u de overeenkomst met uw Japanse partner het beste in kunt richten.

Philip W.M. ter Burg is Associate Partner bij Buren N.V. Advocaten, Belastingadviseurs, Notarissen. Collega Norimichi Shimizu is Associate Lawyer.


Member Benefits Fenedex Member Benefits zijn diensten en producten die uw export versterken. Omdat Fenedex een grote groep exporteurs vertegenwoordigt, hebben wij bij diverse aanbieders scherpe prijzen en voorwaarden onderhandeld voor onze leden. De kortingen kunnen oplopen van 10% tot 75% ten opzichte van de reguliere prijzen. Sommige diensten zijn zelfs gratis voor onze leden. Exclusief Fenedex-leden kunnen gebruik maken van de acties binnen Fenedex Member Benefits. Het Fenedex Membership Benefits-programma wordt mede mogelijk gemaakt door:

Btw-advisering 20% korting op het uurtarief en een half jaar gratis toegang tot BTW-PLAZA.

Douaneopleidingen en AEO-advisering 15% korting op douane­ vakopleidingen en op het uurtarief voor AEO-advisering.

Expresszendingen 20% tot 75% korting op de Expressvervoer.

Innovatie en subsidies Kosteloos en vrij­blijvend subsidie- en financierings­ onderzoek.

Int.bedrijvendatabase 25% korting op de online B2B adressendatabase.

Kredietmanagement Tot 70% korting op krediet­ informatie­rapporten.

L/C-advies Kosteloze risico-inventarisatie van geopende Letters of Credit.

Legalisatie- & Visumdienstverlening Twee gratis opdrachten voor legalisatie van export­ documenten en aanvraag van visa.

Persondersteuning Tot 15% korting op support bij uw internationale persbeleid en -benadering.

Reizen & overnachtingen Kosteloos exclusieve toegang tot de Fenedex Travel Portal.

Taaltrainingen 10% tot 15% korting op individuele of groeps­ taaltrainingen.

Werving & selectie 20% Verlaging van de wervings­ kosten voor het invullen van een exportmanager vacature.

GLOBE MAGAZINE

Verenigings nieuws Dhaka en Dakar winnen de Ambassadeprijs 2014 Op 27 januari zijn tijdens de Ambassadeurs­ conferentie de winnaars van de Ambassadeprijs 2014 bekend gemaakt. In de categorie grote posten mocht ambassadeur Gerben Sjoerd de Jong van de Nederlandse Ambassade in Bangladesh de prijs in ontvangst nemen. In de categorie kleine posten won de Nederlandse ambassade in Senegal, onder leiding van ambassadeur Pieter Jan Kleiweg de Zwaan. De winnaars zijn verkozen door het Nederlandse bedrijfsleven. De Ambassadeprijs is in 1983 ingesteld door Fenedex en VNO-NCW om meer aandacht te vragen voor het belang van het economisch werk op de diplomatieke posten, en om de waardering voor dat werk tot uitdrukking te brengen. 

Uw persoonlijke export update Maak opnieuw kennis met My Export Network en ontvang wekelijks uw persoonlijke export update in de mail. My Export Network is de online community van Fenedex en exclusief toegankelijk voor werknemers bij aangesloten leden. In twee stappen ontvangt ook u de wekelijkse update op basis van uw persoonlijke interesses in de mail. Met daarin o.m. exportnieuws en artikelen uit Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen! Wat moet u doen? 1. Ga naar http://my.fenedex.nl; 2. Vraag via de groene knop een account aan; 3. Vink in uw profiel de landen en export­onderwerpen aan die uw interesse hebben. De updates worden elke maandag verstuurd. Makkelijker is niet om op de hoogte blijven! 

Kijk voor het complete aanbod op www.fenedex.nl/ memberbenefits

Februari 2015 / Nr. 395

47


GLOBE MAGAZINE

Q&A

Export matters EKAER-nummer verplicht in Hongarije ‘Het kwam onder onze aandacht dat per 1 januari 2015 het verplicht is in Hongarije om een zogenoemd EKAER-nummer te hebben. Dit is bedoeld om BTW-fraude te minimaliseren. Nu zien wij dit voor het eerst en we kunnen niet echt duidelijke informatie vinden anders dan de website http://ekaer.hu/en/. Hebben jullie hier meer informatie over en wat voor impact heeft dit voor ons en wat moeten wij doen van onze kant?’

► Finn van Naamen Accountmanager bij het Kennis- en Adviescentrum van Fenedex. “Het geeft mij en mijn collega’s veel energie om onze leden met elkaar te verbinden. Door te sparren met collegaexporteurs, hebben aangesloten leden de mogelijkheid om kennis en ervaring van buitenlandse markten, opgedaan uit de praktijk, met elkaar uit te wisselen.” 48

Februari 2015 / Nr. 395

Het klopt dat deze wetgeving sinds kort bekend is gemaakt. Al het goederenvervoer over de weg moet met ingang van 1 januari 2015 voorafgaand aan vertrek gemeld wor­ den in het EKAER-systeem van de Hongaarse Belastingdienst. Ook de aankomst moet weer worden gemeld. Hongarije introduceert met ingang van 1 januari 2015 het zogenaamde “Electronic Road Transport Control System” (EKAER). De Hongaarse overheid heeft deze wet ingevoerd in de strijd tegen corruptie en om BTWfraude te voorkomen. Het doel van het EKAER-systeem is om toezicht te houden op alle goederen en om er­ voor te zorgen dat er geen goederen in omloop worden gebracht die nog


GLOBE MAGAZINE

Q&A

niet eerder werden gerapporteerd aan de Hongaarse Belastingdienst. De meldplicht geldt overigens niet indien het totale gewicht van het vervoersmiddel minder is dan 3,5 ton. Andere modaliteiten zoals rail- en luchtvervoer vallen tevens buiten het toepassingsgebied van deze wet en de daarbij behorende meldingsplicht. Daarnaast is het zo dat de Hongaarse partij (ladingbelangenhebbende) zich voor elke zending moet registreren. Een niet-Hongaarse entiteit kan het EKAER-nummer niet aanvragen. Dit nummer moet de chauffeur kunnen overleggen bij controle in Hongarije. Indien de procedure niet wordt nage­ leefd, is de Hongaarse “btw-verant­ woordelijke” richting de autoriteiten verantwoordelijk. Deze partij riskeert een boete van 40% van de waarde van de goederen en/of de betreffende goederen kunnen in beslag worden genomen. In de uitvoering luistert dit dus heel nauw dat de exporteur de juiste ge­ gevens vooraf bij de Hongaarse klant aanlevert. De Hongaarse klant vraagt het nummer voor elke zending aan. Dit nummer moet weer gecommuniceerd worden naar de chauffeur die het op de CMR of ander document zet. 

Gebruik van een EORI-nummer ‘Een zending naar Zwitserland blijft nu bij onze transporteur hangen, die vraagt naar een EORInummer. Kunt u me laten weten wat dit inhoudt? En waar ik dit nummer op moet vermelden?’

Het EORI-nummer (Economic Operators Registration and Identi­ fication-nummer) bent u verplicht te (laten) gebruiken bij alle douane­ handelingen als identificatienummer in de gegevensuitwisseling met de Nederlandse Douane. Dit heeft u dus nodig als het gaat om zendingen van en naar landen buiten de EU. Waarschijnlijk heeft u van de Douane al eens brief hierover ontvangen met vermelding van uw nummer. U kunt dit echter ook zelf afleiden. Let op dat dit NIET het btw-nummer is, hoewel het er wel erg op lijkt. Meer informatie over opbouw van het EORI-nummer is te vinden bij de Belastingdienst (http://ow.ly/HeLgX). Naar aanleiding van een eerste ver­ melding van het EORI-nummer in een aangifte ontvangt u vervolgens verdere informatie over het gebruik ervan. 

vorm van voordracht of benoeming van arbiters afspreken. De meeste arbitrage­reglementen bieden daar­ voor ruimte. De klassieke methode is dat ieder der partijen een arbiter benoemt en dat deze twee arbiters gezamenlijk een derde benoemen. Daarnaast kunnen partijen afspreken dat arbiters over specifieke kwalitei­ ten of deskundigheden beschikken. Dit heeft natuurlijk alleen zin als vooraf duidelijk is welk soort geschil­ len in het verschiet ligt. Gedacht kan worden aan ingenieurs, accountants of octrooideskundigen, of bekendheid met een specifieke tak van handel of industrie. Vaak wordt gekozen voor het model van twee ‘deskundi­ gen’ en een ervaren jurist/arbiter als voorzitter om te voorkomen dat een scheidsgerecht wel geleerd is, maar onvoldoende ervaring heeft met arbitrage. 

Benoeming arbiters ‘In onze internationale contracten kiezen we voor arbitrage als bevoegde instantie om geschillen door te laten beslechten. Hoe werkt het aanstellen van arbiters en kunnen wij daar zelf nog invloed op uitoefenen?’ De reglementen van internationale arbitrage-instituten bieden een rege­ ling voor de benoeming van arbiters. Partijen kunnen invloed uitoefenen op de keuze van arbiters en de gewenste kwaliteiten of deskundig­ heid. Soms gaat dit partijen niet ver genoeg. Partijen kunnen een andere Februari 2015 / Nr. 395

49


GLOBE MAGAZINE

Agenda Februari

Maart

do 5

di 10

di 3

Letter of Credit (L/C) bij export

Masterclass Letter of Credit

Export Binnendienst

Workshop · Arnhem

Intensieve verdiepingstraining · Eindhoven

Douaneplanning Workshop · Utrecht

Internetverkopen de     douane- en BTW aspecten Workshop · Eindhoven

Optimaliseer uw eigen L/C processen, door deelname aan deze Masterclass. Een unieke kans om met ervaren vak­ genoten te sparren om uw eigen L/C proces naar een hoger plan te tillen.

vr 6

di 24

Export Sales for young professionals

Documenten bij export Cursus · Eindhoven

Workshop · Vianen

Wil jij als young professional je profileren in export sales? Laat je dan inspireren en informeren tijdens onze workshop. Leer van andere ambi­ tieuze young professionals hoe zij de exportgroei in hun bedrijf realiseren. Wees er snel bij, want het aantal plaatsen is beperkt!

Cursus · Eindhoven

E-commerce is niet meer weg te denken. U verkoopt net zo makkelijk in China als in Nederland. Naast een enorme kans, betekent dit voor menig bedrijf ook een uitdaging om hun bedrijfsprocessen op aan te passen. Onze experts informeren u in korte tijd over de ins en outs van douane en btw bij internet verkopen. Zo krijgt u inzichtelijk wat u eventueel nog dient aan te passen in uw administratieve processen bij e-commerce.

vr 27

wo 4

Export Binnendienst

Export van A t/m Z

Cursus · Zwolle

Cursus · Eindhoven

do 5 Certificaten van Oorsprong Training · Veenendaal

Marktentreemogelijkheden in Mexico Workshop · Leidschendam 50

Februari 2015 / Nr. 395


GLOBE MAGAZINE

di 11 BTW en intracommunautaire transacties

di 31     Trends in Export 2015 Evenement · Fort Voordorp

Training · Utrecht

wo 12 Documenten bij export Cursus · Rotterdam

Export van A t/m Z

Bent u benieuwd naar de huidige export­trends? Wilt u weten waar komend jaar de kansen voor uw onderneming liggen? Kom dan op 31 maart naar de presentatie van het jaarlijkse onderzoek Trends in Export. In deze editie speciale aandacht voor het thema geopolitiek.

di 14 Logistiek en Transport Cursus · Nijkerk

Cursus · Arnhem

do 13

wo 15

Selecteren en managen van exportpartners

Risicovolle Douanezaken

Training · Den Bosch

Herkent u dat ook, het gevoel dat er toch meer te halen valt uit een export­ markt? Meer omzet, maar ook een effi­ ciëntere marktbewerking en aansturing van zakenpartners in het buitenland? Onze trainers gaan graag hierover met u in gesprek. Zij doen dat met hun jaren­ lange praktijk­ervaring, theorie en een aantal praktische modellen en cases.

Bijeenkomst · Ermelo

April wo 8

vr 17

Douanezaken in de praktijk!

Export van A t/m Z

Cursus · Rotterdam

Cursus · Nijkerk

do 19

do 9

do 23

Juridische aspecten bij export

Documenten bij Export

Exportcontrole & Sanctiebeleid

Basiscursus · Apeldoorn

do 26 Leveranciersverklaringen Workshop · Utrecht

Cursus · Arnhem

Training · Zoetermeer

Meer info over de trainingen of inschrijven: www.exporttrainingen.nl Vragen: per e-mail oet@fenedex.nl of telefonisch 070-330 56 60

Februari 2015 / Nr. 395

51


GLOBE MAGAZINE

MARIANNE ELISSEN

De bedrijfsjurist van Marel Stork Poultry Processing en die van Wavin Overseas zijn benieuwd naar elkaars ervaringen bij internationaal contracteren.

Ontmoetingen

Ontmoetingen Speciaal voor dit themanummer bevragen de bedrijfsjuristen Henrieke Kingma van Wavin Overseas en Bernard van den Beld van Marel Stork Poultry Processing elkaar over juridische aspecten die spelen bij het internationaal zakendoen. Welke tips & tricks hebben zij?

Henrieke: ‘Jullie verkopen wereldwijd machines en hebben wereldwijd ook eigen vestigingen. Hebben jullie per land een aparte set algemene verkoopvoorwaarden?’ Bernard: ‘Dat was voor ons een lastig

vraagstuk. Voor ieder land een aparte set algemene voorwaarden opstellen, heeft het voordeel dat je zaken meer kunt fine-tunen. Nadeel is dat je wel heel veel sets algemene voorwaarden krijgt (die overigens uiteindelijk voor een aanzienlijk gedeelte gelijkluidend zijn) met alle administratieve problemen van dien. Wij hebben er dan ook voor gekozen om één set algemene leverings­voorwaarden te maken die we vrijwel over de hele wereld gebruiken. Door daarbij als geschillenbeslechting voor ICC-arbitrage te kiezen en het Weens Koopverdrag van toepassing te verklaren, los je een aantal van de problemen waar je tegenaan loopt (bijvoorbeeld de lokale overheidsrechter willen vermijden en beperkte kennis van het lokale recht 52

Februari 2015 / Nr. 395

hebben) op een redelijke manier op. Vanzelfsprekend hebben wij deze algemene voorwaarden wel door een aantal advocaten in onze grote afzetmarkten laten beoordelen en hebben we voor bepaalde onderwerpen moeten terugvallen op de “grootste gemene deler”. Hoe gaan jullie binnen jullie Europese vestigingen om met algemene voorwaarden?’ Henrieke: ‘Ook wij hebben met dit vraagstuk geworsteld. Omdat onze Europese vestigingen veelal alleen in eigen land verkopen (dus geen export) heeft elke Europese vestiging eigen algemene voorwaarden naar lokaal recht. Deze zijn uiteraard wel zoveel mogelijk geharmoniseerd. Wij hebben recent onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van aansprakelijkheidsbeperking in algemene voorwaarden in verschillende Europese landen. We hebben geconstateerd dat de verschillen erg groot zijn. Eigenlijk is dit vreemd, aangezien de regels allemaal op Europees recht uit Brussel

De Wavin Compact Pipe in gebruik in Hong Kong


GLOBE MAGAZINE

zijn gebaseerd… Hoe dan ook, in veel landen mag je de aansprakelijkheid maar gedeeltelijk beperken of worden er bijzondere formaliteiten voorgeschreven. Soms zijn de formaliteiten zo omslachtig dat proces­matige aansprakelijkheidsbeperking via algemene voorwaarden in de praktijk eigenlijk niet mogelijk is.’ Bernard: ‘Jullie exporteren veel naar

allerlei regio’s buiten Europa. In al die regio’s gelden natuurlijk weer hele andere wetten en regels. Hoe gaan jullie daar mee om in jullie contracteerproces?’

Henrieke: ‘Wij sluiten veel

distributie­contracten met partners buiten Europa. Daarvoor gebruiken wij een standaard contractvoorstel naar Nederlands recht. Het lokale recht van de klant is dan niet van toepassing. Uiteraard zijn onze internationale klanten meestal niet bekend met Nederlands recht. Daarom is het een uitgebreid contractvoorstel waarin voor allerlei mogelijke situaties wordt beschreven wat de rechten en verplichtingen over en weer zijn. Dat geeft klanten al veel duidelijkheid. Bovendien hebben we in het contract­voorstel rekening gehouden met juridische principes die in Angel­saksische landen gebruikelijk zijn. Op deze wijze proberen we tot een set met afspraken te komen die voor beide partijen helder en herkenbaar zijn en waarvan we bovendien zeker weten dat deze naar het toepasselijke Nederlandse recht zijn toegestaan. Ook leidt dit er toe dat we met onze distributeurs zo veel mogelijk gelijke afspraken hebben. Daar hebben de distributeurs zelf ook weer belang bij. Bijvoorbeeld om te waarborgen dat de ene Wavin distributeur in zijn gebied niet onnodig beconcurreerd wordt door de andere Wavin distributeur. Op het gebied van conflictbeslechting hebben we een voorkeur voor arbitrage. Het voordeel van een arbitraal vonnis

boven een gerechtelijk vonnis is dat in de meeste landen de lokale deurwaarder een buitenlands arbitraal vonnis direct mag executeren. Een buitenlands gerechtelijk vonnis moet vaak eerst nog door een lokale rechter worden getoetst. Dit brengt uiteraard weer vertraging en extra kosten met zich mee. Mocht het mis gaan dan kun je met een arbitraal vonnis in het buitenland dus sneller je recht halen.’ Henrieke: ‘Jullie verkopen veel

machines in de Amerikaanse markt. Is het contracteren met Amerikaanse klanten nu veel lastiger dan klanten elders in de wereld? Amerikaanse contracten zijn vaak erg lijvig.’

Bernard: ‘Extra zorgen niet maar het

heeft zeker onze aandacht. Bij het ontwerpen van machines en het opstellen van handleidingen wordt er natuurlijk rekening gehouden met wat in Amerika wel en niet mag. Met name voor wat betreft handleidingen en waarschuwingsstickers gelden er soms afwijkende eisen. Van belang is wel je te realiseren dat de hoogte van de claims en de advocaat­ kosten bij productaansprakelijkheidszaken in Amerika een veelvoud kunnen zijn van wat je in Europa ziet. De soep wordt echter meestal niet zo heet gegeten als die wordt opgediend, maar een goede verzekering blijft een noodzaak.’

Bernard: ‘Onze ervaring is dat

dit eigenlijk best meevalt. Je ziet wel dat Amerikaanse klanten veel meer zaken willen uitschrijven dan wij in Nederland doen en dat Amerikaanse klanten moeite hebben met de flexibiliteit van bijvoorbeeld de redelijkheid en billijkheid, maar in zijn algemeenheid kun je veel zaken bespreken en is men in contractsonderhandelingen oplossingsgericht. Dit geldt ook voor de grote Amerikaanse klanten, waarbij je natuurlijk wel ziet dat die wat vaker hun eigen document als uitgangspunt willen gebruiken. Opvallend is wel dat Amerikaanse klanten vrijwel altijd “indemnities” (vergelijk dit maar met de Nederlandse “vrijwaring”) in het contract willen opnemen. Juridisch is dit niet noodzakelijk, maar het geeft hun wel meer zekerheid over de verdeling van aansprakelijkheden. Dat is altijd een stevig onderhandelingspunt. Maar ook daar is er bereidheid om naar een redelijke oplossing te zoeken en zijn redelijke aansprakelijkheids­ beperkingen bespreekbaar.’ Henrieke: ‘Maken jullie je qua

productaansprakelijkheidsrisico extra zorgen om de Amerikaanse markt?’

Distributielijn van Marel Stork Poultry Processing

Wavin Overseas: Wavin is Europees marktleider op het gebied van kunststof leiding­ systemen en heeft vestigingen in meer dan 25 landen in Europa. Buiten Europa werkt Wavin met een netwerk van licentienemers, distributeurs en agenten. Wavin Overseas is de centrale exportor­ ganisatie van de Wavin Groep.

Marel Stork Poultry Processing: Marel Stork Poultry Process­ ing richt zich op het ontwerpen, produceren en installeren van machines voor de pluimveeverwerkende industrie. In Boxmeer vindt een groot deel van de wereldwijde productie en assemblage plaats. Februari 2015 / Nr. 395

53


GLOBE MAGAZINE

Komend nummer In het maartnummer van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen kunt u lezen over o.m. de volgende onderwerpen:

Fenedex Fenedex heeft 1200 leden en duizenden klanten die zij dagelijks verbindt, adviseert, opleidt en waarvan zij de belangen behartigt. Kortom een branche-overschrijdende partner voor expansie in het buitenland. Postadres Postbus 90409 2509 LK Den Haag

Culturele verschillenNoord- en Zuid-Duitsland

Visum aanvragen

Bezoekadres Raamweg 14 2596 HL Den Haag T 070-330 56 00 F 070-330 56 56 E info@fenedex.nl Bestuur Ir. A.M.G. van Hamburg (Voorzitter) Oud-managing director DHV Holding B.V.

Agent of distributeur in het VK

Interview winnaars Ambassadeprijs

Online www.globemagazine.nl Website met het archief van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen en Fenedexpress. www.export.nl Al jaren hĂŠt startpunt voor exporterende ondernemers. twitter.com/fenedex Volg Fenedex op Twitter voor het laatste nieuws over Fenedex en internationaal ondernemen. www.linkedin.com/groups?gid=42534 Discussieer mee met meer dan 1500 betrokkenen in de LinkedIn groep Export en Internationaal Ondernemen. www.fenedex.nl/exportnieuwsbrief Gratis nieuwsbrief met het laatste nieuws en artikelen over export en internationaal ondernemen. 54

Februari 2015 / Nr. 395

A.C.G.M Bastiaansen President iLoc Group B. Bruning Director Atradius Dutch State Business Drs. J.J. Cramer Directeur Grolsch International Mw. M.A.C. van Dijk Algemeen directeur Royal Duyvis Wiener B.V. C.E. van Esch Managing Director B&S Bosman Global Supply D.P. Schuilwerve Managing Director ABN AMRO Bank N.V. Mr. E.W. Mehring (Vice-voorzitter) Rechtsanwalt, Advocaat en Partner Van Till Advocaten C.H.M. Ruijgrok Managing Director FrieslandCampina Export R.R.J. Smeets RA (Penningmeester) Partner KPMG Accountants B. van de Vrie Head of Marketing for Business Clients ING Netherlands Ere-Leden Jhr. H.J.M. van der Wyck E.Th. Vroom N.P. Knape Jhr. Mr. A.W.G. van Riemsdijk J.P. Kostense

Mr. C.W.H. van Dam F. Hauwert Organisatie Bart Jan Koopman Directeur Directie- en Bestuurszaken 070-330 56 20 directie@fenedex.nl Kennis- en adviescentrum 070-330 56 80 keac@fenedex.nl Juridische desk 070-3305690 juridischedesk@fenedex.nl Ledenservice en -werving 070-330 56 80 accountmanagers@fenedex.nl Opleiding en training 070-330 56 60 oet@fenedex.nl Communicatie 070-330 56 70 communicatie@fenedex.nl FinanciĂŤle administratie 070-330 56 40 administratie@fenedex.nl China Desk 070-330 56 83 chinadesk@fenedex.nl Rusland Desk 070- 330 56 88 ruslanddesk@fenedex.nl Turkije Desk 070-330 56 82 turkijedesk@fenedex.nl




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.