Globe Magazine - juni 2014

Page 1


Globe magazine

2

Juni 2014 / Nr. 388


Magazine voor internationaal ondernemen

Globe magazine

Op de cover Colofon Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen is het maandblad van Fenedex en richt zich op exporterende en internationaliserende Nederlandse bedrijven. Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen verschijnt 11x per jaar. Redactie Bart Jan Koopman (hoofdredacteur) Elmar Otten (eindredacteur) Marianne Elissen (redacteur) Frannie Flinterman (redacteur) Willemijn Gwanmesia (redacteur) Dorine Noordam (redacteur)

Igor Gieltjes Commercieel directeur HGG Group HGG is een stoer bedrijf uit de Hollandse maakindustrie, waar de vonken er letterlijk vanaf vliegen. Het bedrijf exporteert buizensnijmachines en robotprofileerlijnen. Lees ons interview op pagina 12.

Contact redactie Fenedex Postbus 90409, 2509 LK DEN HAAG T 070 – 330 56 20 F 070 – 330 56 56 E redactie@globemagazine.nl Vormgeving Silo, Den Haag Druk Veenman+, Rotterdam Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt milieuvriendelijk en op chloorvrij papier (TCF) gedrukt.

Abonnementen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt verspreid onder leden van Fenedex. Ontvangt u het magazine nog niet? Neem dan contact op met de redactie. Overige verspreiding Relaties van Fenedex in de politiek, bij ambassades en consulaten in het buitenland, werkgeversorganisaties, branche­ organisaties en docenten internationaal ondernemen in het HBO en MBO kunnen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen toegestuurd krijgen. Verspreiding vindt plaats in controlled circulation. Overname Overname van artikelen en andere informatie is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie, mits met bronvermelding. Disclaimer Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Fenedex en haar auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden noch voor de gevolgen hiervan. De inhoud van de artikelen hebben een informatieve strekking, zijn globaal en beschrijvend van opzet en kunnen niet worden gezien als juridisch advies. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Foto: Ivo van der Bent

Advertenties Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS DEN HAAG T 070 – 323 40 70 E dm@mooijmanmarketing.nl

“Een grote valkuil voor ondernemers is dat je je laat opzuigen door dagelijkse zaken. Om een goede strategie te kunnen formuleren moet je een stapje terug doen en het bedrijf van een afstand observeren. Dat kost tijd. Die nemen wij.”

Juni 2014 / Nr. 388

3


Globe magazine

4

Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

Voorwoord

De wereld is (niet) plat Onlangs werd ik getroffen door een interview met hoog­ leraar Pankaj Ghemawat (54) in het Financieel Dagblad over het thema globalisering, voor een blad als Globe Magazine vanzelfsprekend core business. In zijn visie is de wereld niet zo geglobaliseerd als wij veelal denken, niet plat en vooral bezaaid met hobbels en schotten. We zijn economisch veel minder verweven dan vaak wordt aangenomen. Zijn kernthema is dat de wet van de geografischemaar ook cultuur-historische afstand er wel degelijk toe doet. Nu weten we ook al langer - zeker vanuit de gegevens van het CBS - dat naarmate de afstand langer wordt, de exportwaarde afneemt. Niet voor niets is Duitsland onze grootste handelspartner en zijn België, Frankrijk en de UK de volgende in de rij. Ghemawat heeft met die wetenschap op zak nog een paar interessante adviezen voor Nederland: Mijd stemmingmakerij. Europa vergrijst dus los uw demografische problemen op en verwelkom migranten die kennis hebben en graag willen werken. Koester uw rol als poort van Europa; als er een land profiteert van Europa is het Nederland toch wel, en tot slot: focus op Europa. Nederland heeft veel baat bij de verdere integratie van de interne markt. Ook groeigoeroe Verne Harnish heeft een prikkelend inzicht voor ons paraat: de meest succesvolle groeiondernemingen zijn geen start up’s zijn maar juist ondernemingen met een bewezen businessmodel, vaak op de thuismarkt, en een groeifocus op internationalisatie (en denk dan wel ambitieus en groot). In feite heb je hiermee een deel van de groeistrategie voor Nederland te pakken. Met de Europese verkiezingen voor de deur is de keuze snel gemaakt: vanuit de geweldige, mooie en grote thuismarkt Europa de wereld veroveren. Nederland is overigens de meest geglobaliseerde natie ter wereld dus laten we die voorsprong behouden.

Bart Jan Koopman Directeur Fenedex Juni 2014 / Nr. 388

5


Globe magazine

Inhouds opgave

Online naar China

Via één van de online e-commerce platforms blijkt de Chinese markt verrassend dichtbij. Maak kennis met sites als Taobao, Tmall en Alibaba. 

26

Voorwoord 05 De wereld is (niet) plat Column 09 Corruptiedossiers als machtmiddel Expertise 12 HGG: De kunst van het metaalsnijden 20 Transfer pricing: kredietgaranties 22 Vernieuwd recept tegen namaak 26 Online naar China 30 Exportvergunningen: overwegingen CDIU en minister 32 Efficiënt AEO-onderhoud Verkenningen 16 Kenia: de poort van Oost-Afrika 28 In de rij voor Iran Elke maand 03 Colofon 10 Kort 11 Vreemde zaken 36 Ontmoetingen 38 Export matters: Q&A 40 Vereniging 6

Juni 2014 / Nr. 388

Een nieuw recept tegen namaak

De nieuwe Anti-Piraterij Verordening vormt de juridische basis van de Europese strijd tegen de internationale handel in namaak. Een omslag is het niet, wel bevat het verfrissende elementen. 

22


Globe magazine

Efficiënt AEO-onderhoud

Een AEO-certificaat behalen is een uitdaging op zich, maar het werk is daarmee niet gedaan. De Douane ziet er op toe dat u aan de geldende voorwaarden en criteria blijft voldoen. 

32 28 In de rij voor Iran

Iran en sancties, het lijkt een vanzelfsprekendheid. Toch komt hier eind juli mogelijk een einde aan en gaat de economie weer open voor buitenlandse ondernemers. 

HGG: De kunst van het metaalsnijden

Van loonsnijbedrijf tot wereldwijde machinebouwer: Globe Magazine op bezoek bij HGG Group. 

09 11 Vreemde zaken

Boomkwekerij Gebr. van den Berk verkoopt en exporteert bomen. Bijzonderheid: ze zijn zo groot als een huis. Of twee op elkaar.  Juni 2014 / Nr. 388

7


Globe magazine

8

Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

Alexander de Nerée tot Babberich

Schandalig! “Prosecutors accused a former senior military official on Monday of a litany of crimes, including bribery, embezzlement and abuse of power, presenting a first glimpse of what could be the biggest corruption scandal to ever engulf the Chinese armed forces.” New York Times 31 March 2014

Column

Alexander de Nerée tot Babberich is advocaat in Hongkong bij Stibbe. Hij schrijft een wisselcolumn met Hein Schotsman.

Het bovenstaande stukje, uit een artikel over de arrestatie van de voormalige Luitenant Generaal Gu Junshan, lijkt een van de vele berichten die je leest over corruptieschandalen in China. Dat het echter om een arrestatie gaat van een generaal in de People’s Liberation Army (PLA) is bijzonder en een teken. Waarvan het een teken is, is in China altijd moeilijk te zeggen maar tussen de regels door, valt er wel wat over te zeggen. Het is in ieder geval géén teken van verscherpt toezicht op corruptie in China. In China wordt de aanklacht wegens corruptie gebruikt als politiek middel. Kort gezegd: als je van iemand af wilt ‘trek’ je het corruptiedossier dat je uiteraard hebt opgebouwd en je kunt diegene vervangen. Het is minder eenvoudig dan het lijkt, want er is ook een corruptiedossier over jezelf. Je moet dus wel zeker weten dat je de strijd kunt winnen. Wat het geval van Gu zo bijzonder maakt, is dat hij een bevelhebber in het leger is. De PLA is een organisatie die – meer dan in andere landen – een pilaar van macht op zichzelf is. Een machtige groep binnen China met eigen scholen, universiteiten, huizen maar ook eigen budgetten, privileges en dus hun eigen corruptie. De Chinese president Xi heeft bij zijn aantreden in 2012 direct de macht over het leger naar zich toe getrokken. Dat is uitzonderlijk. Zijn voorgangers wachtten meestal in ieder geval een jaar. In samenhang met de arrestatie van Gu, lijkt het erop dat de PLA wat van haar zelfstandigheid gaat verliezen. Dat zal haar dus meer een ‘normaal’ leger maken dat in dienst staat van de Staat en in mindere mate ter meerdere eer en glorie van zichzelf bestaat. Wat Xi van plan is met dat leger, is dan natuurlijk wel weer de vraag.

Juni 2014 / Nr. 388

9


Globe magazine

Kort

Kort CBS: Export omhoog

Het volume van de uitvoer van goederen was in februari 1,4 procent groter dan een jaar eerder. In januari groeide de uitvoer met 0,2 procent. De waarde van de goederenuitvoer bedroeg in februari 34,8 miljard euro. Dat is 1,0 procent minder dan een jaar eerder.

De uitvoerwaarde van minerale brandstoffen was fors lager dan een jaar eerder. De handelswaarde van industriële producten was daarentegen duidelijk hoger. De waarde van de handel met EU-landen was vergelijkbaar met die in februari 2013. De waarde van de handel met landen buiten de EU nam af. De uitvoerprijzen waren in februari 2,3 procent lager dan een jaar eerder.  Bron: cbs.nl Volledig bericht: ow.ly/wwAbK

Een derde kleinbedrijf internationaal actief Een derde van de ondernemers in het kleinbedrijf is internationaal actief. Dat blijkt uit een enquête van ING onder 778 kleine ondernemers. 10

Juni 2014 / Nr. 388

Het kleinbedrijf (tot 50 man personeel) is daarmee iets minder internationaal georiënteerd dan het middelgrote bedrijfsleven (50 tot 250 man personeel), waar ongeveer de helft internationaal zakendoet.

Het grootste knelpunt voor kleine ondernemers die de grens overgaan is het betalingsrisico, de kans dat een afnemer niet volgens afspraak betaalt. Met name in Zuid-Europa hanteert men dikwijls een beduidend langere betalingstermijn dan in Nederland. Als tweede knelpunt noemen de onder­nemers de afwijkende regel­ geving in het buitenland. Dit zorgt vaak voor extra kosten. 

beeld Chinese computers, voeren deze via de Rotterdamse haven in, en verkopen ze daarna door aan andere Europese landen. In 2013 bestond ongeveer de helft van de totale Nederlandse uitvoer (Europese definitie) uit wederuitvoer en quasidoorvoer van eerder ingevoerde goederen.  Bron: cbs.nl Volledig bericht: ow.ly/wwAYJ

Convenanten ondersteunen IMVO-beleid

Bron: fd.nl Volledig bericht: ow.ly/wwAIq

Nederland tweede exportland van Europa

Nederland was in 2013 het tweede exportland in de EU. Dat is voor het zesde jaar op rij. Duitsland is het enige Europese land dat in 2013 meer goederen exporteerde dan Nederland. De totale Nederlandse uitvoer van goederen (Europese definitie) kwam uit op 500 miljard euro.

De hoge positie op de ranglijst is onder meer toe te schrijven aan de belangrijke distributiefunctie van Nederland naar het Europese achter­ land. Handelaren kopen bijvoor-

De SER bepleit dat sectoren en bedrijven het initiatief nemen convenanten over internationaal MVO te sluiten met de overheid en maatschappelijke organisaties. Daarmee ontstaat een nieuw instrument om risico’s op schendingen van mensenrechten en schade aan milieu in de keten substantieel aan te pakken. Voor werknemers en lokale gemeenschappen leidt dit tot betere bescherming tegen nadelige effecten. En bedrijven worden geholpen bij problemen die zij alleen niet kunnen oplossen. Partijen binnen de SER hebben de ambitie dat in 2016 een 10-tal convenanten over internationaal MVO gesloten zijn, voortbouwend op bestaande initiatieven.  Bron: ser.nl Volledig bericht: ow.ly/wwBQa


Globe magazine

Vreemde zaken

Elmar Otten

Te koop: boom, 100 jaar Boomkwekerij Gebr. van den Berk verkoopt en exporteert bomen. Bijzonderheid: ze zijn zo groot als een huis. Of twee huizen op elkaar. Daar willen we meer van weten. Hoe groot is groot? We zijn gespecialiseerd in middelgrote tot zeer grote bomen, heesters en rhododendrons. De oudste boom is ongeveer 100 jaar en heeft een stamomtrek van meer dan 4 meter, maar dat is een uitzondering. De meeste van onze bomen zijn tussen de 5 en 18 meter hoog en tussen de 10 en 30 jaar oud. Ze hebben in het buitenland toch ook bomen? Het blijft een specialisme. De keuze voor de bomen komt vaak tot stand in samenwerking met een landschaps- of tuinarchitect. Onze afnemers zitten door heel Europa en soms ook daarbuiten. We leveren aan gemeenten, grote groenaanleggers, hoveniers, bedrijven, dag­ recreatie­parken en particuliere tuinbezitters. Het transport zal niet eenvoudig zijn. Nee, dat klopt. Het is een heel secure klus omdat je met levend materiaal te maken hebt. Daarom laden we de bomen altijd zelf. Meestal organiseren we ook het transport, maar de afnemer kan dat ook zelf verzorgen. Onze logistieke afdeling geeft dan een opgave voor het laadvolume. Planten jullie de bomen ook? Dat is niet onze core-business, we werken

daarvoor samen met gerenommeerde groen­ aanleggers. We hebben wel iemand die des­gewenst mee gaat op locatie en gespecialiseerd is in het planten van grote bomen. Overigens kennen we ook veel goede gespecialiseerde plantbedrijven en kunnen we altijd bemiddelen of de regie van een project op ons nemen. We hebben in samenwerking met een grote groenaannemer ook een concept uitgewerkt onder de naam Clever Green Solutions, waarbij we de verantwoordelijkheid voor een heel groen­project op ons nemen. Van soortkeuzeadvies tot en met 10 jaar beeldgarantie op de bomen. Hoe komen jullie aan klanten? Internet speelt naast beurzen een belangrijke rol. We hebben onze website inmiddels in elf talen online. Verder staan we op de belangrijkste Europese beurzen en sturen we nieuwsbrieven in acht verschillende talen. In nieuwe markten zoeken we naar samenwerking met een lokale partner en bekijken we gezamenlijk wat er moet worden ondernomen. Welke bomen lopen eigenlijk het beste? Platanen, eiken en lindes zijn eigenlijk al decennia lang de meest verkochte bomen. Toch zijn er ook wel trends. In de jaren 70 waren coniferen populair maar de laatste twintig jaar is dat minder geworden. Wij denken dat dat wel weer terug gaat komen maar dan met wat andere soorten. Ook is er een trend naar meer natuur­ lijke groeiwijzen en meerstammige bomen. Het mag allemaal wat losser en natuurlijker zijn. www.vdberk.nl

Boomkwekerij Gebr. van den Berk Opgericht in: 1940 Hoofdkantoor: Sint-Oedenrode Aantal medewerkers: 105 Belangrijkste producten: bomen, heesters en rhododendrons in middel­ grote tot zeer grote maten Actief in: 35 landen in Europa en soms ook daarbuiten Exportomzet (%): 60% Juni 2014 / Nr. 388

11


Globe magazine

Arlette van der Vliet, Bart Jan Koopman Ivo van der Bent

Bij HGG is snijden in de onderneming aan de orde van de dag. Het bedrijf snijdt in opdracht profielen uit buizen, kokers en balken én levert wereldwijd de machines hiervoor.

De kunst van het metaalsnijden Midden in de Noord Hollandse polder ligt het hoofdkantoor van de HGG Group. Op het bedrijfsterrein staan opleggers met enorme buizen te wachten om gesneden te worden. Fenedex sprak met commercial director Igor Gieltjes over hoe HGG van loonsnijbedrijf tot wereldwijde machinebouwer is geworden. ‘Sinds de oprichting heeft HGG haar strategie al meerdere malen herzien’, vertelt Igor. ‘Wij zijn niet bang om zaken die onvoldoende resultaat geven aan te passen. Dit heeft ons geen wind­ eieren gelegd. HGG heeft een continue groei doorgemaakt, ook tijdens de laatste crisis. Sterker nog we hebben ons doel om de omzet in 5 jaar te verdubbelen in 2,5 jaar tijd kunnen realiseren.’ De begin jaren Hoe is het allemaal begonnen? ‘Begin jaren 80 ontwikkelden de drie oprichters van het bedrijf een computergestuurde buizenprofileermachine. Met deze machine was het mogelijk om elk wiskundig te beschrijven profiel uit een dikwandige buis te snijden om daarmee het daaropvolgende lasproces sterk te vergemakkelijken. Met deze machine besloten ze een loonsnijbedrijf op te richten. Buizen werden in opdracht van andere bedrijven door HGG gesneden. Het bedrijf groeide flink. Nadat een klant informeerde of hij een machine bij ons kon kopen, werd besloten om ook een 12

Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

machinebouw tak op te richten. De eerste grote groeispurt voor deze divisie kwam toen Reliance-India zeven machines tegelijkertijd bestelde. Vanaf dat moment werd er zwaarder ingezet op de machine­bouw en kwam ook de export van de grond. Dit was in feite de eerste grote strategiewijziging binnen HGG.’ ‘In 2003 ging ik bij HGG aan de slag als Area Sales manager,’ vervolgt Igor. ‘Ik kwam bij Boon Edam vandaan en had daar al de nodige exportervaring opgedaan. Dit bedrijf had toen een traditioneel exportmodel. Er werd gewerkt met distributeurs in verschillende landen die aangestuurd en ondersteund werden door de area managers in Nederland. Dit werkte voor Boon Edam heel goed en daarom dacht ik deze zelfde strategie te gaan implementeren bij HGG en zo de export nog een stapje volwassener te maken. Ik heb hier een aantal jaren veel tijd en moeite ingestopt. Hoewel er groei werd gerealiseerd merkte ik toch dat dit voor HGG niet de juiste weg was. In onze tak van sport verkoop je maar enkele machines per jaar, het zijn langdurige trajecten. Veel distributeurs en agenten verloren na enige tijd interesse en stopten niet de energie in het verkopen van onze machines die nodig was om onze doelen te bereiken. Kortom de route naar succes is voor elk bedrijf anders en je zult deze zelf moeten ontdekken.’

verkopers zijn aan ons verbonden middels een consultancy agreement. Het zijn ondernemers met een eigen B.V., maar wel “volledig in dienst” bij HGG. Dit werkt voor ons ontzettend goed.’

“We praatten te veel over techniek.”

Local for Local ‘In 2010 heb ik samen met Mark Helder, Jack Kistemaker en Marco Karman een management buy-out gedaan waardoor wij samen een meerderheidsaandeel in het bedrijf kregen. Dit gaf ons de kans om de strategie nog weer eens onder de loep te nemen en aan te passen. In eerste instantie kozen we er voor om eigen mensen de hele wereld over te sturen en te laten verkopen. Dit betekende dat er meer dan 60% van de tijd moest worden gereisd, niet veel verkopers houden dit lang vol. Terwijl continuïteit wel belangrijk is voor het opbouwen en behouden van een klantrelatie. Ook culturele aspecten speelden een rol. Nederlanders kunnen goed verkopen, maar we ontdekten dat een local vaak nog meer kon. Wij Nederlanders kunnen veel van deze mensen leren! We hebben daarom besloten om met lokale mensen te gaan werken en dan niet in de vorm van een agent, distributeur of eigen vestiging. Deze

De producten van HGG zijn zeer innovatief en hightech. Hebben de verkopers en lokale mensen allemaal een technische achtergrond? ‘Nee, je zou denken van wel. HGG heeft uiteraard fantastische techneuten in dienst, echter dit zijn niet altijd goede verkopers. Het bleek soms juist een struikelblok te zijn. We praatten te veel over techniek met de klant. Men vond ons eigenwijs en zelfs betweterig, dit stond het opbouwen van een relatie in de weg. Onze verkopers hebben nu een bepaalde basiskennis en dat is voldoende. Juist relatiemanagement bleek de sleutel tot succes. Dit was voor ons wel een eye-opener.’

HGG Group Opgericht in: 1984 Hoofdkantoor: Wieringerwerf Aantal medewerkers: 120 waarvan 80 in Nederland Product: CNC snijmachines & loon­ snijdiensten Toepassingen: offshore, scheepsbouw, staalbouw, procesindustrie Referenties: Saipem, Samsung, COOEC, Wembley stadion, Multipurpose stadion Quatar Actief in: wereldwijd Info: www.hgg-group.com

Nieuwe fase Wat zijn de plannen voor de komende jaren? ‘Wij maken een plan voor vijf jaar. Op dit moment zijn we bezig het nieuwe plan voor de komende jaren te formuleren. Een grote valkuil voor ondernemers is dat je je laat opzuigen door dagelijkse zaken. Om een goede strategie te kunnen formuleren moet je een stapje terug doen en het bedrijf van een afstand observeren. Dit kost tijd, en die nemen wij. Ik voorzie dat HGG wederom een nieuwe fase in gaat. Ons marktaandeel is de afgelopen jaren hard gegroeid ten koste van onze concurrenten. Op dit vlak valt niet veel meer te winnen. We zien binnen onze bestaande product-marktcombinatie ook niet direct mogelijkheden voor overnames en acquisities. Onze groei moet dus elders vandaan komen. We denken hierbij aan een aantal zaken. Innovatie is en blijft belangrijk maar we gaan ook op zoek naar een goede balans tussen standaardisatie en maatwerkoplossingen.’

“Durf te delen!”

Innovatie en standaardisatie ‘Dat verdient wellicht wat toelichting’, vervolgt Igor. ‘Ik zal beginnen met innovatie. De kracht van onze snijmachines zit hem in innovatie. Wij zijn goed in omdenken. Klanten leggen bij ons een probleem neer en wij zijn in staat een Juni 2014 / Nr. 388

13


Globe magazine

‘Het vinden van een balans tussen standaardisatie en maatwerkoplossingen is een heel andere uitdaging. HGG biedt een aantal machines aan welke een hogere afzetsnelheid hebben. Doordat we de afgelopen jaren veel aandacht hebben besteed aan standaardisatie van juist deze machines, zit hier nu een ruimere marge op. Die helpt ons verder te groeien en te investeren in de maatwerkoplossingen. We gaan kijken wat we nog meer kunnen standaardiseren. Maar, te veel standaardisatie betekent wellicht een verlies aan innovatiekracht. Onze maatwerkoplossingen, wij noemen dat de “specials” of “meervoudige speciaaloplossingen”, moeten we daarom niet uit het oog verliezen. Dit zijn de projecten waarbij ons gevraagd wordt een oplossing te vinden voor een probleem, kortom innovatief te zijn. Echter de marges zijn hier kleiner. Sterker nog, door alle ontwikkelingskosten is het eerste project vaak verlieslijdend, het tweede project is break-even en vanaf het derde project maken we winst. De truc is dus om deze oplossingen te kunnen inzetten bij meerdere klanten. Dit betekent dat deze business unit eigenlijk een eigen business development afdeling moet krijgen, die op zoek gaat naar de afzetmogelijkheden voor deze specials. Beide productgroepen zijn van vitaal belang voor HGG en we moeten dus een balans zien te vinden.’ Igor sluit af met de woorden: ‘Ik denk dat we met HGG opnieuw een paar spannende jaren tegemoet gaan. Ik denk dat als we ons blijven concentreren op waar we goed in zijn we wederom ons internationale succes zullen vergroten.’

14

Juni 2014 / Nr. 388

“Relatiemanagement is de sleutel tot succes.”

Foto: HGG Group

om hier een technische oplossing voor aan te dragen. Denk hierbij aan nieuwe toepassingen maar de meeste vraag is er naar automatisering en koppeling van deelprocessen. Hier zullen we in blijven investeren. De manier van innoveren verandert wel. Vroeger deden we alles zelf. Maar het ontwikkelen van nieuwe technologie kost tijd. Vaak hebben anderen al een stuk van de oplossing die jij zoekt in handen. Zoek daarom partners. Durf te delen! Wees niet bang voor het delen van kennis. Ja, een deel van je know-how komt misschien op straat te liggen maar het levert meer kansen op.’


Globe magazine

Advertentie

Juni 2014 / Nr. 388

15


Globe magazine

Nederlandse ambassade in Nairobi

Bij Kenia denken velen als eerste aan prachtige landschappen, wilde dieren en witte stranden. Maar Kenia is ook in economisch opzicht een bijzondere bestemming. Het is een van de grotere economieën in Sub-Sahara Afrika en een regionale draaischijf voor Oost-Afrika.

De poort van Oost-Afrika De Keniaanse economie maakte in de afgelopen periode een jaarlijkse groei door van gemiddeld 4,8 procent. Het land is rijk aan natuurlijke hulpbronnen en heeft een jonge koop- en werklustige bevolking. Risicoloos is het zakendoen natuurlijk niet, maar kansen in verschillende sectoren met mogelijk hoge opbrengsten maken het land aantrekkelijk voor bedrijven.

Kenia vormt met Tanzania, Uganda, Rwanda en Burundi de OostAfrikaanse Gemeenschap, met een gezamenlijke markt van 150 miljoen consumenten met een toenemende koopkracht. Kenia heeft van deze landen de sterkste maakindustrie, beste infrastructuur en meest ondernemende bevolking. Via de haven van Mombasa komt een groot deel van de geïmporteerde goederen voor de 16

Juni 2014 / Nr. 388

omliggende regio binnen. Met het netwerk van KLM-partner Kenya Airways is vanuit Nairobi het hele continent te bereizen. Het verbaast dan ook niet dat multinationals als Philips, IBM, Google en binnenkort ook Rabobank, in Nairobi hun regionale hoofdkwartier hebben. Kenia, ‘rijk’ land met jonge bevolking Klimatologisch is Kenia divers en het strekt van de tropische kust via de koele, goed bevloeide hooglanden, tot uitgestrekte droge savannes. Dit maakt Kenia niet alleen een toeristische trekpleister, er is ook enorm landbouwpotentieel. De afgelopen jaren zijn bovendien olie en gas, titanium, steenkool en grote grondwater reserves gevonden. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor zon- en windenergie.

De Kenianen vormen een andere kracht van het land. De bevolking is jong en het opleidingsniveau is redelijk. Engels is de belangrijkste voertaal en 87% van de bevolking kan lezen en schrijven. Kenia heeft relatief veel academici: juristen, financieel specialisten en IT-ers. Wel is er een tekort aan gespecialiseerde vaklieden. Met een groeiende internationaal georiënteerde middenklasse is Nairobi het centrum van innovatie, ondernemerschap en koopkracht in de regio. Net als in de rest van Afrika kent zaken doen in Kenia uitdagingen. De verkiezingen in 2013 waren spannend maar verliepen relatief vreedzaam. Criminaliteit blijft vooral in steden een probleem en in september 2013 was er een terroristische aanslag op winkelcentrum Westgate in Nairobi. De Keniaanse regering weet dat veiligheid een belangrijke randvoor-


Globe magazine

Thee-oogst in Kericho, Kenia

waarde is voor het aantrekken van buitenlandse investeringen. Goede lokale partners De Keniaanse overheid verwelkomt investeringen, en geeft daarvoor vaak ook gunstige voorwaarden. Maar het web van regels, heffingen en belastingen is vaak ondoorzichtig. Ook worden buitenlandse bedrijven soms onaangenaam verrast bij de toepassing van inkoopregels door de overheid en dubbele agenda’s. Het is daarom belangrijk met goede lokale partners te werken en deze zorgvuldig te selecteren. Rechtszekerheid is verbeterd, ook dankzij hervorming van de rechterlijke macht. Land- en tuinbouw en voedsel­ verwerking Kenia is een aantrekkelijke vestigingslocatie voor Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven. Dankzij ideale hoogteniveaus, gunstig klimaat en de nabijheid tot de evenaar produceren deze bedrijven tegen lage kostprijzen het hele jaar door bloemen, groente

en fruit. Sommige bedrijven werken nauw samen met Keniaanse boeren, die als toeleveranciers getraind worden in het verbouwen van hoogwaardige exportgewassen zoals boontjes, avocado’s en chilipepers. Er zijn ook goede mogelijkheden voor export vanuit Nederland naar Kenia. Pootaardappelen zijn een mooi voorbeeld. In 2011 startte de Nederlandse ambassade een dialoog met de Keniaanse overheid om de import van Nederlandse pootaardappelen mogelijk te maken. Nederland en Kenia tekenden daarop een handelsovereenkomst, waarna Kenia de import van dertien geschikte rassen pootaardappelen goedkeurde. Nederlandse bedrijven zijn van plan vanaf 2015 op grote schaal pootaardappelen naar Kenia te exporteren.

van de boeren is nog kleinschalig en onvoldoende marktgericht. Ook leidt inadequate infrastructuur tot veel verlies na de oogst, is het pesticidegebruik niet altijd in lijn met de EUnormen en zijn loonkosten toegenomen ten opzichte van buurlanden. De ambassade wil de komende jaren samen met de private sector enkele van deze uitdagingen aanpakken. De ambassade investeert vanuit hulp- en handelsperspectief in publiek-private samenwerking rond de veelbelovende waardeketens zuivel, vlees, visteelt en groenten. Nederlandse bedrijven hebben toegevoegde waarde vanwege hun mondiale concurrentie­kracht en voorsprong in logistiek.

“Kenia is de ideale plek voor tuinbouw.”

Uitdagingen in de agrarische- en voedselsector zijn er ook. Het gros

Water Kenia heeft nogal wat uitdagingen als het om water gaat. Het land heeft een snelgroeiende bevolking die schoon Juni 2014 / Nr. 388

17


Globe magazine

water nodig heeft, niet alleen om te drinken, maar ook voor land- en tuinbouw, veeteelt, industrie en toerisme. Grote delen van het land zijn droog en de verstedelijking en industrie vervuilen de beschikbare watervoorraden. De Keniaanse regering wil dat in 2030 alle inwoners toegang hebben tot schoon drinkwater en veilige sanitaire voorzieningen. Het areaal ge誰rrigeerde landbouw moet tegelijk fors uitbreiden met behoud van bestaande biodiversiteit. Ook moet het land zich beter wapenen tegen een veranderend klimaat. Om dit aan te pakken kijkt Kenia over de grenzen. Nederland heeft in Kenia een goede naam als het gaat om waterbeheer en drinkwatervoorziening. Voorbeelden van succesvolle bedrijven op watergebied zijn er in irrigatie en waterzuivering, zoals Hatenboer, Bosman en Hoogendoorn. Vitens Evides International is ook actief in Kenia en dat leidt tot verdere mogelijkheden voor Nederlandse watertechnologiebedrijven. Ook is er een markt voor Nederlandse kennis op het gebied van waterbeheer,

waar Nederlandse adviesbureaus en kennisinstellingen al op inspelen. De Keniaanse overheid is zeker ge誰nteresseerd in meer samenwerking met Nederlandse bedrijven die innovatieve en slimme oplossingen kunnen bieden. Samen met het Nederlands Water Partnerschap helpt de Nederlandse ambassade zoeken naar nieuwe handels- en investeringsmogelijkheden voor Nederlandse bedrijven in waterbeheer, ook in relatie tot tuinbouw en de bloemensector. Daarnaast liggen er kansen in waterzuivering en in ontzilting van brak en zout water voor drinkwater. Infrastructuur en logistiek Kenia heeft de afgelopen jaren flink ge誰nvesteerd in opwaardering van de sterk verwaarloosde infrastructuur. Er is enige voortgang geboekt met de modernisering van luchthavens, havens en pijpleidingen, maar er moet nog veel gebeuren: renovatie en uitbreiding van de haven van Mombasa, van Jomo Kenyatta International Airport,

Minister Ploumen kijkt toe hoe werkneemsters van het Keniaanse bedrijf Hillside boontjes doppen en klaarmaken voor de export

18

Juni 2014 / Nr. 388

onderhoud van vliegvelden en uitbreiding van het wegennet. Er liggen zeker kansen voor Nederlandse bedrijven. Tegelijk ervaart deze sector problemen rond aanbestedingen en politieke corruptie. Er zijn grote plannen voor de haven van Mombasa. De overheid wil de haven verdiepen en verbreden om ook postpanamax schepen toe te kunnen laten. Er moeten nieuwe kades komen en een tweede containerterminal. Er is behoefte aan moderne opslag voor vloeibare en vaste stoffen. Ook kan het interessant zijn voor Nederlandse bedrijven als de geplande nieuwe transportcorridor naar Zuid-Soedan en Ethiopi谷 via de te ontwikkelen haven bij Lamu van de grond komt. Sinds een jaar of vijftien speelt Nederlandse expertise een belangrijke rol in de ontwikkeling van (lucht-) havens. Actuele projecten zijn de supervisie van het dreggen van de haven van Mombasa en de uitbreiding van de internationale luchthaven in Nairobi. Er liggen verdere kansen in de publiek-private samenwerking op het gebied van op- en overslag en gerelateerde diensten, en ook op het gebied van agro-logistiek. Met de juiste kennis en infrastructuur kan zeevracht van tuinbouwproducten een alternatief vormen voor luchtvracht. Duurzame energie Kenia heeft slechts 1600 megawatt capaciteit voor energieopwekking, waarvan ongeveer de helft waterkracht en 35% warmtekracht. Slechts 2,5 miljoen mensen zijn aangesloten op het lichtnet, en bijna 80% van de bevolking heeft geen vaste elektriciteit. Duurzame energieopwekking wordt steeds belangrijker, zowel voor het elektriciteitsnet als voor individuele consumenten. De Nederlandse


Globe magazine

Amboseli National Park

overheid steunt energieopwekking in landelijke gebieden zoals met een biogasprogramma dat al tienduizend huishoudens heeft voorzien van goedkope en schone energie. Ook steunt Nederland de ontwikkeling van het grootste Afrikaanse windmolenpark bij het Turkanameer. De start van de bouw wordt dit jaar verwacht. Het nieuwe Keniaanse energiebeleid onderkent de centrale rol van het bedrijfsleven in duurzame energie. Dat biedt mogelijkheden in de energieopwekking, maar ook op het gebied van distributie en management. Ook voor deze sector laat de ambassade een marktstudie uitvoeren om kansen voor Nederlandse bedrijven te identificeren. Stedelijke ontwikkeling Stedelijke en regionale ontwikkelingen staan in Kenia in de schijnwerpers. De volkstelling van 2009 voorspelt dat het percentage Kenianen dat in stedelijke gebieden woont, toeneemt van de huidige 32% naar 54% in 2030. Deze verstedelijking kent flinke uitdagingen, maar biedt tegelijkertijd economische kansen.

aan goede stedelijke plannings- en uitvoerings­instrumenten, sectordoorsnijdende en integrale ontwikkelingsbenaderingen, en aan gedegen bestuurlijke systemen om talloze problemen aan te pakken. Denk aan de explosieve toename van sloppenwijken, verkeersopstoppingen, ineffectief landgebruik en ongecontroleerde stedelijke groei. Sinds de verkiezingen van 2013 kent Kenia een gedecentraliseerd bestuur met 47 lokale overheden. Deze lokale overheden moeten integrale stedelijke ontwikkelingsplannen formuleren en uitvoeren. Nederlandse expertise kan goed van pas komen op het gebied van transport, water, energie, afval, land, milieu, klimaatverandering, (betaalbare) woningbouw, financiering, landbouw en goed bestuur. De Nederlandse overheid steunt het consortium DASUDA om hierop in te spelen. Tot slot Nederland heeft Kenia belangrijke expertise te bieden, zoveel is duidelijk. Nederland doet dan ook al goed zaken met Kenia, maar er is zeker ruimte voor groei. De ambassade hoopt het succes van Nederlandse ondernemers in Kenia verder te bevorderen met de ‘hulp en handel’agenda: door de inzet van hulpen bedrijfsleveninstrumenten worden zowel duurzame ontwikkeling als het Nederlandse bedrijfsleven ondersteund. In de toekomst hoopt de ambassade nog veel innovatieve ideeën van ondernemers te kunnen steunen. Hakuna matata!

Feiten Kenia Nederland staat al sinds jaar en dag in de top 5 van de grootste handelspartners van Kenia, en voor bloemen en groenten is Nederland met stip de nummer 1 exportbestemming. Export vanuit Nederland naar Kenia bestaat voor een belangrijk deel uit input voor land- en tuinbouw. Bevolkings­aantal Kenia: 44 miljoen Nederlanders in Kenia: Ongeveer 3500, waarschijnlijk grootste Europese gemeenschap na VK en Italië Belangrijkste steden: • Hoofdstad Nairobi (3,4 miljoen) • Havenstad Mombasa (1,2 miljoen) • Kisumu aan het Victoriameer (410.000) • Nakuru in de Riftvallei (310.000) • Eldoret in de Riftvallei (290.000) Groei BNP: Van 2004 tot 2013 gemiddeld 4,8%

“De regering wil dat in 2030 iedereen toegang heeft tot schoon drinkwater en veilige sanitaire voorzieningen.”

Verstedelijking kan economische groei stimuleren en armoede terugdringen. Maar daarvoor is wel goede planning nodig. Er is behoefte

Juni 2014 / Nr. 388

19


Globe magazine

DANIËLLE Veenhuijzen

Transfer pricing

Krediet­ garanties De externe financiering van multinationals staat onder druk als gevolg van de economische en financiële crisis. Multinationals maken steeds vaker gebruik van kredietgaranties binnen groepsverband, bijvoorbeeld om externe financiering tegen lagere kosten aan te kunnen trekken of om überhaupt in aanmerking te komen voor externe financiering. Het kan zijn dat de geldverstrekker (een bank) aan de betreffende groepsvennootschap geen lening wil verstrekken zonder garantie van bijvoorbeeld de moedermaatschappij. Het kan ook zijn dat de geldverstrekker wel een lening zou willen verstrekken, maar dat de leningsvoorwaarden gunstiger zijn indien een groepsmaatschappij voor de lening garant wil staan. De staatssecretaris geeft in het nieuwe Verrekenprijzenbesluit van 14 november 2013 aan dat, indien de vennootschap niet zelfstandig in staat is een lening aan te trekken zonder garantstelling binnen de groep, de garantie in dat geval is toe te rekenen aan de zogenoemde aandeelhoudersrelatie. Er is in dat geval géén sprake van een dienst waarvoor een vergoeding in rekening gebracht dient te worden.

In het meinummer van Globe Magazine schreef Daniëlle Veenhuijzen al over transfer pricing. Deze keer gaat ze in op de specifieke situatie van kredietgaranties in groepsverband.

laatste is door de staatssecretaris expliciet vastgelegd in het Verrekenprijzenbesluit. Indien toch een garantievergoeding tussen de groepsvennootschappen wordt betaald, dan kan deze vergoeding in genoemde omstandigheden niet ten laste van het fiscale resultaat van de inlener worden gebracht.

“De vergoeding moet een benadering zijn van het rente­voordeel dat de gegarandeerde partij dankzij de garantie geniet.”

Het gevolg van deze kwalificatie zal zijn dat eventuele verliezen die voortvloeien uit het aanspreken van de garantie niet aftrekbaar zijn bij de garantsteller. Tegelijkertijd kan gesteld worden dat in een dergelijk geval een garantievergoeding achterwege dient te blijven. Dit

In de 2010 OESO Transfer Pricing-richtlijnen en lokale regelgeving in het buitenland wordt nog niet of nauwelijks ingegaan op de behandeling van kredietgaranties binnen groepsverband. Dit zou kunnen betekenen dat indien de garantieverstrekker een buitenlandse groepsmaatschappij is, het maar de vraag is of de vergoeding in de woonstaat van de garantieverstrekker óók buiten het fiscale resultaat wordt gehouden. In deze situatie kan dubbele belastingheffing ontstaan! Een dergelijke correctie kan grote gevolgen hebben voor belanghebbenden, terwijl er mogelijk geen sprake is geweest van ‘misbruik’, maar belanghebbenden juist in de overtuiging waren dat zij door het in rekening brengen van een garantievergoeding, zakelijk handelden.

20

Lees ook het artikel Transfer Pricing op pagina 27 in Globe Magazine mei 2014.

Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

Het BEPS-rapport van de OESO adresseert in ‘Actie 4’ specifiek financieringstransacties binnen groepsverband, waaronder kredietgaranties, als onderwerp waar binnen twee jaar (nieuwe) richtlijnen voor moeten komen. Indien hieraan binnen de OESO en in verschillende belasting­jurisdicties op gelijke wijze gevolg wordt gegeven, zou het risico van dubbele belasting op termijn niet of nauwelijks meer aanwezig moeten zijn. Zoals hiervoor geschetst, bestaat ook de mogelijkheid dat de garantie is afgegeven ter verkrijging van gunstigere leningsvoorwaarden. In dat geval is de staatssecretaris van mening dat wél sprake is van een dienst waarvoor een zakelijke vergoeding in rekening moet worden gebracht. Met betrekking tot de vraag wat als een zakelijke vergoeding kan worden aangemerkt kan een volledige transfer pricing-studie inclusief benchmark worden gemaakt. Hoogte zakelijke garantievergoeding De vergoeding zal in de praktijk een benadering moeten zijn van het rentevoordeel dat de gegarandeerde partij als gevolg van de garantie geniet (‘benefit approach’). Bij het bepalen van de hoogte van een zakelijke garantievergoeding spelen zowel de kredietwaardigheid van de garantieverstrekker als van de gegarandeerde partij in de beoordeling mee. Dit betreft de zogenoemde ‘stand-alone’ credit rating, waarmee wordt bedoeld de kredietwaardigheid van de onderneming zonder rekening te houden met het feit dat de vennootschap

onderdeel uitmaakt van een groep. Kredietbeoordelaars kijken ook naar het concern als geheel, waarmee de zogenoemde ‘afgeleide credit rating’ wordt bedoeld. Op grond van onze ervaringen uit de belastingadviespraktijk kan worden geconcludeerd dat er nog geen inter­ nationale consensus bestaat over hoe de zakelijkheid van kredietgaranties en de hoogte van de zakelijke garantievergoeding dient te worden bepaald. De verwachting is dat de nieuwe richtlijnen ingevolge Actieplan 4 van het BEPS rapport hier meer duidelijkheid zullen brengen. Wel blijkt dat over het algemeen de hiervoor genoemde ‘benefit-approach’, de meest praktische benadering is. Deze benadering wordt ook als zodanig in het Verrekenprijzenbesluit door de staatssecretaris uitgedragen.

Daniëlle Veenhuijzen is sinds 1 januari 2000 werkzaam als belastingadviseur bij Baker Tilly Berk N.V. Zij is gespecialiseerd in het internationale belastingrecht, lid van de kennisgroep Internationaal Belastingrecht en de kennisgroep Transfer Pricing bij Baker Tilly Berk.

Masterfile Gezien de onduidelijkheid in internationaal verband is het grensoverschrijdende ondernemingen aan te bevelen om binnen groepsverband een consistente benadering te hanteren, hetgeen kan worden vastgelegd in een zogenoemde ‘masterfile’. In de masterfile wordt op groepsniveau het beleid uiteengezet ten aanzien van het behandelen van kredietgaranties, met specifieke aandacht voor de zakelijke beweegredenen van beide partijen om de garantie te verstrekken. Tevens dient in de masterfile een vaststelling van de creditrating van betrokken partijen, en een vaststelling en onderbouwing van de zakelijke garantie­ vergoeding te worden opgenomen.

Leningsvoorwaarden kunnen gunstiger zijn als de groepsmaatschappij garant wil staan. Juni 2014 / Nr. 388

21


Globe magazine

Thera Adam-Van Straaten en Jikke Biermasz

De nieuwe Anti-Piraterij Verordening vormt de juridische basis van de Europese strijd tegen de internationale handel in namaak. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

Anti-Piraterij Verordening

Verbeterd recept tegen namaak De internationale handel in namaak blijft een heikel probleem. Inbreuk makende goederen veroorzaken schade aan de houders van intellectuele eigendomsrechten die investeringen hebben gedaan om een krachtig merk te bouwen of een technologische doorbraak te realiseren. Daarnaast misleiden namaakgoederen de consument, bedreigen de werkgelegenheid en soms staan zelfs de gezondheid en veiligheid op het spel.1 De juridische basis voor het optreden van de Europese douaneautoriteiten is sinds 1 januari 2014 te vinden in een nieuwe Anti-Piraterij Verordening 2. Europa handhaaft het beproefde recept, maar met toevoeging van nieuwe ingrediënten. Wij bespreken de meest in het oog springende wijzigingen 3.

Aanleiding wetswijziging Europa staat internationaal bekend om haar strijd tegen de handel in namaak. De douaneautoriteiten vervullen hierbij een belangrijke, faciliterende rol. Een evaluatie van de bestaande APV heeft uitgewezen dat vanwege economische, commerciële en juridische ontwikkelingen verbeteringen mogelijk zijn. Vandaar een 22

Juni 2014 / Nr. 388

nieuwe APV, die beoogt “de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douaneautoriteiten te versterken en passende rechtszekerheid te garanderen”. 4 Systematiek Het systeem is goeddeels gelijk gebleven. Wanneer de douaneautoriteiten niet-communautaire goederen aantreffen waarvan vermoed wordt dat deze inbreuk maken op een intellectuele-eigendomsrecht in de EU, schorsen zij de vrijgave en houden de producten vast. De grondslag hiervoor is in beginsel een ‘verzoek tot optreden’ van de houder van het recht. De douane kan evenwel ook ambtshalve handelen. Daarna volgt een kennisgeving aan de betrokken partijen, die binnen korte termijnen moeten reageren. Afhankelijk van de reacties (of het uitblijven daarvan), volgt vernietiging, een inbreukprocedure of vrijgave. De nieuwe APV benadrukt dat slechts in procedurele voorschriften wordt voorzien. De verordening bevat geen

criteria voor de vaststelling van het bestaan van de inbreuk. 5 Of sprake is van een inbreuk wordt bepaald door het toepasselijke intellectuele eigendomsrecht. Echter, toepassing van de ‘vereenvoudigde procedure’ kan wel de vernietiging van de goederen tot gevolg hebben zonder dat de inbreuk wordt bevestigd. Reikwijdte Opnieuw verwijst de APV naar het Communautair Douanewetboek 6. De douaneautoriteiten kunnen optreden wanneer zij niet-communautaire goederen, die zich onder hun controle of toezicht (hadden moeten) bevinden en die vermoedelijk inbreuk maken op een intellectueleeigendomsrecht in de EU, aantreffen. 7 Reizigersbagage, illegale parallelhandel en hoeveelheidsoverschrijdingen vallen buiten het bereik. Europa wil niet dat de douaneautoriteiten hun inspanningen mede richten op als authentieke goederen vervaardigde producten8. Tot dusver, niets nieuws. Wel is het aantal intellectuele-

“Douaneautoriteiten vervullen belangrijke rol bij strijd tegen handel in namaak.”


Globe magazine

Namaak designtassen op de Spaanse Trappen in Rome.

eigendomsrechten uitgebreid. Handels­benamingen, gebruiksmodellen 9 alsook topografieën van halfgeleiderproducten vallen nu onder de dekking. De introductie van het ‘chips-recht’, dat de unieke lay-out van halfgeleiderproducten beschermt, is een knipoog naar het digitale tijdperk.

Kring ‘verzoekers’ verruimd De categorie verzoekgerechtigden is uitgebreid met organisaties voor de verdediging van groepsbelangen10, (producenten)groeperingen, marktdeelnemers alsook controlediensten en autoriteiten die rechten hebben ten aanzien van (het gebruik van) geografische aanduidingen.

Unieverzoek Voorheen moest de houder van een intellectuele-eigendomsrecht het verzoek richten tot alle afzonderlijke lidstaten waar optreden werd verlangd en bovendien in de desbetreffende taal. Om handhaving in de gehele EU te garanderen, introduceert de nieuwe APV een ‘Unieverzoek’. Het Unieverzoek wordt in één lidstaat ingediend en geldt tegelijkertijd als verzoek tot optreden aan de douaneautoriteiten van één of meer andere lidstaten. Het Unieverzoek moet gebaseerd zijn op een recht dat in de hele EU geldig is, zoals een Gemeenschaps­merk.

Verplichte toepassing Een ingrijpende wijziging is dat de nieuwe APV de ‘succesformule’ van de vereenvoudigde procedure verplicht stelt. Voor de Nederlandse praktijk is dit overigens geen verandering omdat de douane deze procedure al gebruikte. De procedure houdt in dat vermoedelijk inbreuk makende goederen onder douanecontrole vernietigd kunnen worden zonder dat de inbreuk daadwerkelijk vastgesteld wordt. Drie cumulatieve voorwaarden moeten zijn vervuld: • de houder van het recht heeft de douaneautoriteiten binnen een termijn van tien werkdagen 11 na

kennisgeving van de vasthouding van de goederen schriftelijk laten weten overtuigd te zijn van de inbreuk; én • heeft binnen dezelfde termijn schriftelijk zijn akkoord met de vernietiging bevestigd; terwijl, • de aangever of de houder van de goederen binnen tien werkdagen na de kennisgeving ook schriftelijk heeft ingestemd met de vernietiging. Blijft een (tijdige) reactie uit dan geldt ‘wie zwijgt stemt toe’. De termijnen zijn kort en het resultaat van de vereenvoudigde procedure is onomkeerbaar. Oplettendheid is geboden. De houder van het recht kan aansprakelijk zijn als achteraf blijkt dat geen sprake was van inbreuk, terwijl de aangever of de houder van de goederen die niet tijdig reageert zijn rechten kan verspelen. Als hij überhaupt geïnformeerd wordt overigens. De douane mag kiezen of zij de kennisgeving aan de aangever of de houder van de goederen stuurt. Als meerdere personen als houder kunnen worden aangemerkt, volstaat een kennisgeving aan één van hen.12 Juni 2014 / Nr. 388

23


Globe magazine

Kleine zendingen Een stap verder nog gaat de voor goederen 13 in kleine zendingen voorgeschreven procedure. Dat zijn per post of expresvervoer verstuurde pakketten die maximaal drie artikelen bevatten of minder dan twee kilo wegen. Heeft de houder van het intellectuele-eigendomsrecht in zijn nationale of Unieverzoek aangegeven dat de kleine zendingenprocedure gebruikt mag worden, informeert de douane enkel nog de aangever of de houder van de vermoedelijke namaakgoederen. Laat deze na tijdig te protesteren of wordt expliciet ingestemd, dan vindt vernietiging plaats buiten de houder van het intellectuele-eigendomsrecht om. Een aanzienlijk percentage van de border detentions betreft, veelal via internet bestelde, kleine zendingen. Verwacht wordt dat de procedure de administratieve lasten reduceert. Transit nog altijd niet getackeld Voor transitogoederen blijft het criterium van het Nokia-arrest onverkort gelden. 14 Afgezien van de niet al te concrete suggestie dat de douaneautoriteiten informatie zouden moeten uitwisselen met de relevante autoriteiten van derde landen, brengt de APV niets nieuws. Inbreuk makende transitogoederen zijn in beginsel niet bestemd voor het vrije verkeer en worden niet enkel vanwege hun plaatsing onder een schorsingsregeling geacht inbreuk te maken op hier geldende intellectuele-eigendomsrechten. Er is tenminste een gefundeerd vermoeden nodig dat de goederen op de Europese markt terecht zullen komen om een douaneoptreden te rechtvaardigen. In Nederland grijpt de douane niet in wanneer zij namaakgoederen in transit aantreft. De houder van het intellectuele-eigendomsrecht blijft in het ongewisse. De nieuwe APV lijkt de lat zelfs hoger te leggen. Bij generieke medicijnen geldt een strenger toetscriterium. De douane dient zich bij de beoordeling van het inbreukrisico af te vragen of er een hoge mate van waarschijnlijkheid is dat de medicijnen worden afgeleid naar de Europese markt. 15

24

Juni 2014 / Nr. 388

“Nieuwe Anti-Piraterij Verordening beoogt handhaving van intellectuele eigendomsrechten door douane­ autoriteiten te versterken.”

In de toekomst kunnen merkhouders mogelijk wel optreden op grond van de Merkenrichtlijn en de Gemeenschapsmerkenverordening. Geeft het Europees Parlement groen licht voor deze wetswijzigingen, dan wordt voorzien in de mogelijkheid van een bezwaar van merkhouders met een omkering van de bewijslast. Het is dan aan de partij die de goederen doorvoert om aan te tonen dat géén gevaar van afleiding naar de Europese markt bestaat. Centrale databank Er wordt een centrale databank ingesteld waarin informatie over besluiten met betrekking tot verzoeken tot optreden en inbeslagnemingen wordt opgenomen. Deze databank moet de noodzakelijke veiligheidswaarborgen bieden. Conclusie De nieuwe APV is een ‘look-a-like’ met verfrissende elementen. De verplichte toepassing van de vereenvoudigde en de kleine zendingenprocedure vergroten de slagkracht. De uitbreiding van het toepassingsbereik met het chips-recht doet recht aan het digitale tijdperk. Het is een gemiste kans dat de APV geen adequate oplossing biedt voor de problematiek rondom namaak-transitogoederen. Hier blijft behoefte bestaan aan een grensoverschrijdende aanpak, die uit meer bestaat dan (het stimuleren van) informatie-uitwisseling met de autoriteiten in derde landen. Hopelijk zullen de aanpassingen van de Merkenrichtlijn en Gemeenschaps­ merkenverordening succesvol zijn en doet daarna goed voorbeeld goed volgen.

Thera Adam-Van Straaten en Jikke Biermasz zijn advocaat bij Kneppelhout & Korthals, een Rotterdams advocatenkantoor met een sterke focus op haven en handel. Thera is gespecialiseerd in het intellectueel eigendomsrecht; Jikke in het internationale handels-, douane- en transportrecht.

1 t/m 15: notenapparaat opvraagbaar bij de redactie.



Globe magazine

Thijs van der Toom

China’s e-commerce markt groeit razendsnel. Kennis van deze markt helpt exporteurs om kosten-effectief producten aan te bieden.

1

Online naar China

Clear

Copy

De spelers De grootste en bekendste e-commerce speler in China is zonder twijfel de Alibaba Groep. Dit bedrijf uit Hangzhou is met haar portals Taobao, Tmall en Alibaba.com markleider in respectievelijk de C2C, B2C en B2B e-commerce markt in China. “De grootste groeibriljant is echter Tmall. Deze portal, waar retailers hun eigen shop kunnen openen (compleet voorzien van customerdesk, betaalsysteem, reviewfunctie en marketingmogelijkheden), In 2013 vertegenwoordigde de e-commerce markt een Maak slim gebruik van neemt zo’n 50% van de online B2C verkogeschatte waarde van 1,84 China’s e-commerce Chinese pen voor haar rekening,” biljoen yuan. Oftewel: bijna platforms! geeft Kemp aan. Van de $296 miljard ! Een stijging nieuwste Nike gympen van 39,4% ten opzichte tot Franse kazen, de online winkels op Tmall van 2012. “De online verkopen in China vormen verkopen het allemaal. Voor bijna 200 miljoen nu een kleine 10% van de totaal verkoop in Chinezen vormt dit platform inmiddels de ideale de retail”, aldus Kemp. “En de verwachting is plek om te winkelen. dat tegen 2015 China’s e-commerce markt de grootste ter wereld zal zijn met een geschatte Kansen voor Nederlandse exporteurs waarde van 3,3 biljoen yuan.” Het afgelopen jaar heeft de Alibaba Group het E-commerce is dus booming business in China. stukken eenvoudiger gemaakt voor Westerse “Dat dit ook volop kansen biedt voor Nederlandbedrijven om ook een online winkel te openen se bedrijven is dus klip en klaar. Temeer omdat op Tmall. “Het aantal restricties waar men eerst het lang niet allemaal Chinese producten zijn aan moest voldoen is aanzienlijk teruggebracht die via de online kanalen hun weg vinden naar waardoor het platform veel toegankelijker is de Chinese huiskamer.” Dat de Chinezen de afgelopen jaren steeds meer zijn gaan consumeren weet iedereen. En dat een groeiend aantal van deze verkopen in China via internet plaatsvinden zal ook niemand verbazen. “Toch weten slechts weinigen hoe gigantisch hard deze e-commerce markt de afgelopen jaren is gegroeid”, vertelt Quinten Kemp, partner bij NextportChina.

26

Juni 2014 / Nr. 388

Label

Label

NextportChina is een volledig op China gericht online marketingkantoor. Het bedrijf helpt westerse firma’s om zichtbaar en toegankelijk te worden op het Chinese Internet. Samen met haar Chinese partners benut NextportChina China’s grootste social en e-commerce platformen om zo de producten en/of diensten van haar klanten te promoten bij de juiste Chinese doelgroep.


Globe magazine

geworden,” vervolgt Kemp. Door deze ontwikkeling is het veel aantrekkelijker geworden voor Nederlandse exporteurs om hun producten via dit B2C kanaal af te zetten. Hier komt volgens Kemp bij dat de vraag naar juist Westerse producten blijft groeien onder de Chinezen. “En dit zijn lang niet alleen de grote merken. Een steeds groter wordende groep Chinese consumenten ontwikkeld een meer geraffineerde smaak en wil zich júist onderscheiden door de aanschaf van minder bekende buitenlandse producten van hoogwaardige kwaliteit.” Succesverhalen Inmiddels zijn er dan ook meer en meer Westerse bedrijven die met succes zaken doen op Tmall. “Een schitterend voorbeeld dat de potentie van Tmall voor (Nederlandse) bedrijven aangeeft, vormt de recente campagne van de U.S. Meat Export Federation,” vertelt Kemp. Deze organisatie startte vorige maand een weeklange promotie op Tmall om Amerikaans varkensvlees onder de aandacht te brengen. Binnen vijf dagen hadden de drie participerende bedrijven meer dan 3000 ‘1 kilo’ orders verkocht. De volgende vijf dagen steeg dit aantal naar 7000 orders. Na de Amerikanen zijn nu ook hun Australische en Nieuw-Zeelandse concurrenten aan het onderzoeken hoe ze Tmall kunnen inzetten voor marketing en verkoopdoeleinden.

Lokale expertise Het klinkt dus ook niet gek als Kemp vertelt dat zijn bedrijf NextportChina de laatste tijd steeds vaker benaderd wordt door Nederlandse exporteurs die op zoek zijn naar specifieke kennis van de Chinese e-commerce markt en begeleiding bij het opzetten van een online winkel op Tmall. Toch plaatst hij ook een kritische noot: “Met enkel het opzetten van een online shop op Tmall ben je er nog niet. De promotie en de daaraan gekoppelde online marketing campagnes zijn van cruciaal belang voor een succesvolle winkel op Tmall.” Kemp geeft tevens aan dat kennis van de cultuur en taal evenals inzicht in hoe het Chinese online ecosysteem zich aan het ontwikkelen is zeer belangrijk is. “Daarom werken wij ook nauw samen met onze Chinese partner in Nanjing,” vervolgt hij. “En met een bevolking van 1,3 miljard in de een na grootste economie in de wereld zijn er altijd wel een paar duizend mensen die een goed Nederlands product zoeken en willen kopen,” sluit Kemp af.

Thijs van der Toom is oprichter van InnovativeChina.com, een online blog dat schrijft over de nieuwste ontwikkelingen op interneten innovatiegebied in China.

“De e-commerce markt in China is 296 miljard dollar groot.”

Juni 2014 / Nr. 388

27


Globe magazine

Sico van der Meer

Zakendoen met Iran is al jarenlang ingewikkeld of onmogelijk door strenge internationale sancties. Daar komt mogelijk binnenkort een einde aan. Staan ondernemers straks in de rij om het land te betreden?

Einde sancties in zicht

In de rij voor Iran Iran is een land met grote economische mogelijkheden; het land is ontwikkeld, kent een relatief hoog opleidingsniveau en zou zomaar een regionale grootmacht kunnen zijn als het bewind niet minder controversieel zou zijn.

De Nederlandse handel met Iran was traditioneel redelijk omvangrijk, maar sinds een aantal jaren is deze grotendeels opgedroogd. Dit is geheel te wijten aan de internationale sancties die tegen Iran zijn ingesteld wegens verdenkingen dat het land illegaal kernwapens ontwikkelt. De internationale onderhandelingen hierover lijken de laatste tijd echter positief te verlopen. Er is afgesproken dat er eind juli een definitief akkoord moet zijn. Als dat lukt, zou de Iraanse economie ineens weer kunnen opengaan voor buitenlandse bedrijven. Amerikaanse sancties Terwijl veel mensen denken dat de sancties tegen Iran door de Verenigde Naties zijn ingesteld, is dat niet het geval. De Veiligheidsraad van de VN is sterk verdeeld en heeft slechts enkele vrij lichte sancties ingesteld. De algemene lijn van de VN is dat er 28

Juni 2014 / Nr. 388

weliswaar verdenkingen zijn tegen Iran, maar dat er geen hard bewijs is dat het land momenteel internationale verdragen over kernwapens overtreedt.

Iran is vrijwel onmogelijk nadat alle internationale banken zich uit het land hebben teruggetrokken. Ook in Nederland is het vrijwel onhaalbaar om financiële transacties met Iraanse partners uit te voeren.

De Verenigde Staten hebben de in hun ogen besluiteloze VN daarom Onderhandelingen gepasseerd en hebben eigenhandig Vooral sinds vorig jaar een nieuwe sancties ingesteld. Daarbij gebruiken president werd gekozen in Iran, de Amerikanen hun eigen econoHassan Rohani, zijn de internationale mische macht om andere landen onderhandelingen over het Iraanse te dwingen om mee te doen: ieder nucleaire programma in een stroombedrijf dat zaken doet met Iran, versnelling geraakt. Eind 2013 werd komt de VS niet meer in. Finaneen interim-overeenkomst gesloten, ciële instellingen die ook in de VS waarbij Iran concessies deed in ruil actief zijn (en dat is zo’n beetje elke voor tijdelijke verlichting van de bank die internationaal zaken doet) sancties. Dit betreft echter vooral kunnen enorme het vrijgeven boetes krijgen financiële “Als er een akkoord van opgelegd door tegoeden en het de Amerikaanse komt, zou de Iraanse tijdelijk mogeeconomie weer open lijk maken van financiële autoriteiten als olie-export. Voor kunnen gaan” zij (onbewust) andere economibetalingsverkeer met Iran mogelijk sche activiteiten blijft Iran zo goed als maken dat op een of andere manier gesloten. het regime ten goede kan komen. De interim-overeenkomst geldt tot Op deze manier hebben de VS efeind juli aanstaande. Op dat moment fectief de internationale handel met moet er een echte overeenkomst Iran stilgelegd; betalingsverkeer met liggen waarmee Iran het nucleaire


Globe magazine

Noord-Teheran tegen het decor van het Alborz gebergte

programma inperkt en de Verenigde Staten de sancties beëindigen. Of het de onderhandelaars lukt om tot een definitieve doorbraak te komen is nog onzeker, maar de eerste tekenen zijn positief.

de opgeschorte sancties gebruik wil maken moet aan zoveel regeltjes voldoen dat het zomaar kan dat er later alsnog strafmaatregelen van de Amerikaanse financiële autoriteiten worden ingesteld.

Kansen en risico’s Stel dat er deze zomer een akkoord wordt bereikt, en de meeste economische sancties tegen Iran worden ingetrokken, dan liggen er grote kansen voor de internationale handel. Ook Nederlandse bedrijven kunnen hiervan gebruik maken.

Een tweede waarschuwing: er zijn meer kapers op de kust. Al meteen nadat de interim-overeenkomst bekend werd, stroomden handelsdelegaties uit de hele wereld richting Iran. Niet alleen in Nederland wordt Iran als een potentiële groeimarkt gezien, dus wie er zaken wil doen kan er beter vroeg bij zijn – mits alert op het niet per ongeluk overtreden van de Amerikaanse sanctieregels tijdens het leggen van contacten.

Toch zijn twee waarschuwingen nodig. Ten eerste is het belangrijk om goed te bekijken wat de Amerikanen precies voor veranderingen in het sanctiebeleid toepassen. Waarschijnlijk blijven er sancties van kracht tegen organisaties die worden gelinkt met steun aan terrorisme of anti-Amerikaanse activiteiten. En in hoeverre zijn risico’s voor de toekomst afgedekt? Dit laatste is belangrijk omdat deze risico’s tijdens de interim-overeenkomst van een paar maanden geleden groot bleven: wie momenteel van

Conclusie Hopelijk lukt het de diplomatieke onderhandelaars om in de komende weken of maanden tot een overeenkomst te komen over het Iraanse nucleaire programma. Dit zou de noodlijdende Iraanse economie verlossen van de pijnlijke sancties die met name door de Verenigde Staten zijn opgelegd en waaraan ook de rest van de wereld min of meer gedwongen meedoet.

Een definitieve overeenkomst zou ook het Nederlandse bedrijfsleven toegang geven tot een markt die veel kansen kan bieden. Zomaar Iran binnenspringen is echter niet aan te bevelen: deskundig advies over de mogelijke risico’s van overblijvende sanctieregeltjes is aan te raden. Bovendien is het waarschijnlijk achter in de rij aansluiten zodra de Iraanse economie opengaat; wat dat betreft is het voorzichtig aanhalen van contacten nu al handig.

Sicco van der Meer is onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’.

Juni 2014 / Nr. 388

29


Globe magazine

Voor bepaalde goederen is een exportvergunning nodig. Wat zijn eigenlijk de afwegingen die de minister het CDIU bij de beoordeling maken?

gert Demmink

Serie Exportvergunningen (slot)

Afwegingen door CDIU en de minister Dit is het vijfde en laatste artikel in een serie over het aanvragen van exportvergunningen voor strategische goederen. In dit artikel ga ik in op het beleidsmatige afwegingskader van het CDIU en de Minister bij het afgeven of weigeren van exportvergunningen. In onderstaande tekst zal ik ingaan op de hoofdlijnen van de afwegingen, te maken door de Minister. Daarbij baseer ik mij op algemeen toegankelijke brieven van de Minister aan de Tweede Kamer, beleidsstukken en publicaties.

vergunning (niet) te verlenen gedragen moet kunnen worden door de feiten. Deze moeten op zorgvuldige wijze worden vastgesteld. De rapportages van AIVD en MIVD die soms een rol spelen de weigering een vergunning te verlenen of de ‘catch-all’ in te roepen (zie vorige artikelen), kunnen vanwege de vertrouwelijkheid van die feiten, daarmee op gespannen voet staan. Tegen een besluit van CDIU of de Minister kan men bezwaar aantekenen en vervolgens beroep (bij de rechter) instellen. Rol en taak CDIU Het CDIU voert zelf geen beleid. Wanneer de vergunningverlening zelfstandig door de CDIU wordt afgehandeld, is de toetsing vooral gericht op aanwezigheid van alle verplichte informatie en documentatie.

Serie Export­ vergunningen: van identificatie benodigde vergunning naar aanvraag. Algemeen inleiding en overzicht Soorten vergunningen, registratieplicht, indelingsverzoeken & sondages Het interne compliance programma Het vergunningsproces Afwegingen door CDIU en het ministerie van Buitenlandse Zaken

Minister beslist over afgifte vergunning Vooraf: de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) en de Minister handelen in de uitvoering van hun taak als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Daaruit vloeit voort dat CDIU en Minister gebonden zijn aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb) als onpartijdigheid, zorgvuldigheid, verbod van willekeur en misbruik van bevoegdheid maar vooral: het motiveringsbeginsel. Dit laatste houdt in dat de motivering om een

Aanvragen voor de uitvoer van militaire goederen naar de NAVO- en EU-lidstaten en Australië, Japan, Nieuw Zeeland en Zwitserland1 worden in beginsel door de CDIU afgehandeld op

30

Meer weten over exportcontrole? Ga naar: www.fenedex.nl/dossier-exportcontrole.html

Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

basis van een door Buitenlandse Zaken opgestelde werkinstructie. Het CDIU is het primaire uitvoerings­orgaan van de Minister. Bij de meest gevoelige categorieën dual use goederen is dit niet anders, ongeacht het land van bestemming. Ook deze taakverdeling is vastgelegd in een werkinstructie. Zo worden bijvoorbeeld de aanvragen voor verrijkt uranium en de meest giftige chemicaliën in alle gevallen voorgelegd ter beslissing aan de Minister. Dual use goederen, diensten en data Nederland hanteert de volgende uitgangs­ punten voor het dual use exportcontrolebeleid:

Militaire goederen, diensten en data Toetsing vindt plaats aan de hand van de criteria van het Europese Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB. Voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie vraagt de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking advies (inzake buitenlandse politieke aspecten) aan de minister van BZ. Dat advies neemt bij de besluitvorming een centrale plaats in. Het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU omvat de volgende 8 criteria in de afweging dat de goederen mogen geen bedreiging vormen voor: 1. de internationale verplichtingen van de lidstaten; 2. de mensenrechten en het internationaal humanitair recht in het ontvangende land; 3. de interne situatie in het ontvangende land; 4. de regionale vrede, veiligheid en stabiliteit; 5. de nationale veiligheid van de lidstaten en hun bondgenoten; 6. het gedrag van het ontvangende land tegenover de internationale gemeenschap; 7. het risico dat de goederen binnen het ontvangende land worden omgeleid of ongewenst verder worden geëxporteerd; 8. het sociale en economische beleid van het ontvangende land.

1. Nederland draagt niet bij aan het ontwikkelen of vervaardigen van massavernietigingswapens, waar dan ook ter wereld; 2. Conventionele wapens dienen het recht op zelfverdediging, maar Nederland is vastbesloten de uitvoer van militaire goederen en technologie te voorkomen als er een reëel risico bestaat dat die voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie zullen worden gebruikt, dan wel bijdragen aan regionale instabiliteit; 3. In de afweging tussen veiligheid en handelsbelangen ligt de nadruk op veiligheid, ook als dit betekent dat het Nederlandse bedrijfs­ leven daarvan hinder ondervindt; Wij hebben hierboven op hoofdlijnen de afwe4. Aan bedrijven moet een gelijk speelveld gingskaders van de ministers van Buitenlandse worden geboden. Wanneer toch een gebrek Handel en Ontwikkelingszaken en van Buitenaan gelijk speelveld wordt geconstateerd, landse Zaken weergegeven. Een probeert het kabinet ‘level concrete beslissing wordt binnen playing field’ te herstellen. Als Het CDIU kaders voorbereid en genodit niet lukt, ligt het niet voor de voert zelf geen die men. De toegankelijkheid van de hand om de minder strenge lijn beleid. feiten of omstandigheden waarop over te nemen; het besluit stoelt, kan beperkt zijn 5. Exportcontrole vindt plaats vanwege de aard van de informatie (AIVD, voorafgaand aan de export. Per geval wordt MIVD) en indien sprake is van een besluit in het een beoordeling gemaakt van de risico’s kader van de catch-all bepaling, kan sprake omtrent goederen, exporteur, eindgebruiker zijn van enkele ‘aannemelijkheid’ dat bepaalde en het eindgebruik. data, goederen en/of diensten naar een zekere eindbestemming gaan. De minister kan dan Indien bekend is dat de dual use goederen volstaan met een lichtere motivering. Win dus in het land van bestemming een militaire advies in als u een transactie voorbereid. toepassing zullen krijgen, wordt de vergunningaanvraag, net als aanvragen voor militaire goederen, getoetst aan de acht criteria van het Gemeenschappelijk Standpunt.

Gert Demmink is Managing Director van The Eagle Compliance Company, voorzitter van de Expertgroep Exportvergunningen van de Stichting Nederlandse Industrie Defensie & Veiligheid (NIDV) en vertegenwoordigt namens de NIDV het MKB in de Export Control Committee van de The AeroSpace and Defence Industries Association of Europe (ASD).

1 Het is belangrijk om regelmatig te checken of bepaalde landen zijn uitgezonderd. Zo golden/gelden momenteel uitzonderingen voor Cyprus en Turkije.

Juni 2014 / Nr. 388

31


Globe magazine

Arjo Groenendijk

Veel bedrijven zijn bezig met het verplichte onderhoud van het AEOcertificaat. Vaak blijkt dat er heel wat werk verzet moet worden om het certificaat op het juiste niveau te brengen. Door middel van een risicoanalyse kun je het onderhoud echter efficiënt benaderen.

Drielaagse risicoanalyse

Efficiënt AEOonderhoud vaststellen welke procedures en werkinstructies (nog) van De Douane ziet er op toe dat een geautoriseerde toepassing zijn en welke beheersmaatregelen zijn genomarktdeelnemer blijft voldoen aan de voor hem men om deze procedures te borgen. De wereld ten tijde geldende voorwaarden en criteria. Vrij vertaald: de van de oorspronkelijke certificering is echter in de meeste Douane toetst of de houder van het AEO-certificaat, gevallen niet de wereld van nu: het certificaat ook daadwerkelijk onderhoudt. De • De AEO-Guidelines zijn gewijzigd. Voorheen waren vraag die we vaak horen is hoe een bedrijf het beste de Guidelines van 29 juni 2007 van toepassing, terwijl vorm kan geven aan dit onderhoud. Hét antwoord nu de versie'Document TAXUD/B2/047/2011 - Rev.3' op deze vraag is het inrichten van een AEO-Control gepubliceerd op 5 december 2012 Framework waarbij de van toepassing is. Dit brengt met bestaande procedures in “De wereld ten tijde zich mee dat op bepaalde onderkaart zijn gebracht en waarbij delen de accenten net even anders inzichtelijk wordt gemaakt van de oorspronkelijke welke beheersmaatregelen zijn certificering is niet meer liggen. • De Nederlandse Douane legt genomen om deze procedures de wereld van nu.” de afgelopen tijd, en zeker het te borgen. Vaak is het uitgangspunt van een AEO-onderhoudsplan het oorspronkelijk uitgevoerde self-assessment. Het uitvoeren van een jaarlijks self-assessment is overigens een verplichting die voortvloeit uit de douanewetgeving. Een bedrijf kan aan de hand van dit self-assessment eenvoudig 32

Juni 2014 / Nr. 388

afgelopen jaar, meer nadruk op zaken als beheersmaatregelen, inzage in de werking van de beheersmaatregelen en de risicoanalyse. Bij een door de Douane uitgevoerde veldtoets wordt in dit kader ook gecontroleerd of procedures, werkinstructies en beheersmaatregelen ook nog daadwerkelijk functioneren en hoe


Globe magazine

invulling is gegeven aan de risicoanalyse. • Bij veel gecertificeerde bedrijven is er de afgelopen jaren vaak het een en ander gewijzigd. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan veranderingen in logistieke stromen en processen, het personeelsbestand en de IT-omgeving. Risicoanalyse gerichte aanpak Enerzijds zal een bedrijf er naar streven om zo efficiënt mogelijk gebruik te kunnen maken van de reeds beschikbare informatie. Anderzijds zal men ook rekening moeten houden met kenmerkende wijzigingen die hebben plaats gevonden binnen de eigen organisatie. Een en ander vraagt om een aanpak op basis van risicoanalyse. Deze risicogerichte aanpak kenmerkt zich door een benadering waarbij alle elementen van het self-assessment hernieuwd de revue passeren. Er wordt daarbij echter uitsluitend gefocust op de onderwerpen en de elementen waarbij niet zonder meer kan worden vastgesteld dat het AEO-gecertificeerde bedrijf voldoende 'in control' is. Drielaagse Risicoanalyse Een doeltreffende manier om de hiervoor genoemde aanpak vorm te geven is de drielaagse risicoanalyse: Laag 1 Er wordt vastgesteld welke onderdelen van het self-assessment primair aandacht behoeven. Daarbij wordt, voornamelijk op hoofdlijnen, aangesloten bij de verschillende certificeringen, compliance- en veiligheidsprogramma's. Laag 2 Binnen de geselecteerde onderdelen van het self-

assessment wordt vastgesteld welke onderwerpen relevant zijn. Zo zijn ten aanzien van bijvoorbeeld 'douaneroutines' niet alle onderwerpen bij ieder bedrijf even relevant en een even groot risico. Laag 3 Tenslotte vindt een risicovaststelling plaats met bijbehorende maatregelen om het risico inzichtelijk te maken en te beperken. Een en ander wordt daarbij gericht op de onderwerpen die voortvloeien uit de in laag 2 uit­ gevoerde analyse. Ten aanzien van de eerste laag en het aansluiten bij bestaande programma's en certificeringen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: • SOX-Compliance wetgeving ten aanzien van de financieel administratieve aspecten. • ISPS wetgeving ten aanzien van de beveiliging van haveninstallaties en schepen. • ISO 27001:2013 in het kader van informatiebeveiliging. Een voorbeeld uit de praktijk Bedrijf X is AEO-Full gecertificeerd en is binnen de logistieke keten aan te merken als producent, exporteur, expediteur, douane-expediteur en importeur. Het bedrijf is ISPS-gecertificeerd en beschikt over diverse douanevergunningen maar heeft geen douane-entrepot omdat er slechts sprake is van opslag van communautaire goederen. Onderdeel 2 van de samenvatting van het AEO-selfassessment heeft de titel: 'Een deugdelijke financiële en logistieke administratie'. Dit hoofdstuk is, bezien van uit Juni 2014 / Nr. 388

33


Globe magazine

“Het bedrijf moet kritisch naar de eigen procedures en controles kijken.” de eerste laag van de risicoanalyse, van toepassing op de processen van bedrijf X. Er is sprake van een boekhouding, een goederenstroom, douaneroutines en een computeromgeving. Paragraaf 3 van onderdeel 2 'Logistiek systeem met onderscheid tussen communautaire en niet-communautaire goederen' kan vanuit de tweede laag van de risicoanalyse als minder of niet-relevant worden aangemerkt omdat er geen sprake is van opslag van niet-communautaire goederen. Er kan en hoeft in dit opzicht geen onderscheid te worden gemaakt in het logistiek systeem. Binnen dit voorbeeld zal paragraaf 2.3 van het self-assessment op basis van een gedocumenteerde risicoanalyse binnen laag 1 en laag 2 niet verder worden uitgewerkt in laag 3. Eenzelfde benadering kan worden toegepast op de veiligheideisen van onderdeel 4 van de samenvatting van het AEO-self-assessment. De paragrafen 2 en 3 van dit onderdeel zien op de toegang tot bedrijfsruimten en de fysieke beveiliging. Bedrijf X is ISPS gecertificeerd en wordt vanuit dat oogpunt jaarlijks extern gecontroleerd door de overheid. Bij deze controles wordt ook de interne risicobeheersing ten aanzien van de

34

Juni 2014 / Nr. 388

fysieke veiligheid en de toegang tot de haven­ faciliteit getoetst. Een positief resultaat van deze toetsing is de opmaat naar de conclusie dat zich ook in de context van AEO waarschijnlijk geen groot risico manifesteert. Laag drie van de risicoanalyse Uiteindelijk zullen in de derde laag van de risicoanalyse slechts de door het bedrijf vastgestelde risico's overblijven. Deze risico's zal men zoveel mogelijk moeten beperken door het nemen van de juiste beheersmaatregelen. Binnen de derde laag zal dus kritisch gekeken moeten worden naar de eigen procedures en controlemaatregelen en zal veelal het meeste werk verzet moeten worden om het AEOcertificaat up-to-date te houden. In dit kader valt te denken aan het actualiseren (versiebeheer), onderhouden of herschrijven van bestaande procedures, het uitvoeren van interne controles en audits op de vastgestelde risico's en het analyseren van genomen correctieve en preventieve maatregelen. Conclusie Het onderhouden van het AEO-certificaat is een proces dat qua intensiteit niet alleen afhankelijk is van de omvang van en de kennis over de eigen bedrijfsprocessen. Een goed ingericht AEO-Control Framework en het gebruik van de drielaagse risicoanalyse dragen zorg voor een meer efficiënte benadering van het onderhoud.

Korting op douane­ opleidingen en AEOadvisering Als lid van Fenedex kunt u voordelig gebruik maken van de dienstverlenening van onze partner Customs Knowledge. Denk bijvoor­ beeld aan 15% korting op douane­opleidingen of 15% korting op de de implementatie van een AEOControl Framework. Kijk op: www.fenedex.nl/ memberbenefits Arjo Groenendijk is adviseur douane en internationale handel bij Customs Knowledge. Hij heeft een achtergrond op het gebied van logistiek, douanewetgeving en kwaliteits­­management en hij adviseert onder meer middelgrote bedrijven en multinationals.


Globe magazine

Juni 2014 / Nr. 388

35


Globe magazine

Ontmoetingen

Elmar Otten

Ontmoetingen

Agio Cigars en Priva: twee familiebedrijven en allebei actief in China. Wat kunnen deze bedrijven van elkaar leren?

Ontmoetingen

Agio Cigars is in Nederland een begrip onder sigaren­rokers en wie in de (glas)tuinbouw­ sector actief is, kent ongetwijfeld de oplossingen voor klimaat- en procesautomatisering van Priva. Beide familie­bedrijven zijn al meerdere jaren actief in China en delen graag hun ervaringen met elkaar. Globe Magazine bracht Marcel Michels, chief sales officer voor Agio en Meiny Prins, algemeen directeur van Priva met elkaar in contact voor een dubbelinterview.

Agio Cigars vraagt aan Priva “Is China voor Priva alleen een afzetmarkt of ook een productieland?” “Voor Priva is China van het allereerste begin al interessant geweest als afzetmarkt. Al in 2008 hebben we een kantoor in Beijing geopend, omdat wij kansen zagen om onze oplossingen voor de tuinbouw in China te verkopen. Priva produceert in Nederland, maar veel van de componenten komen natuurlijk uit China. Wel hebben we twee jaar geleden geïnvesteerd in het lokaal kunnen produceren van een water­ unit met een Chinese partner van Priva. De aanleiding was dat we op die manier op een (inmiddels opgeheven) subsidielijst terecht zouden kunnen komen, zodat het voor de telers interessanter kan zijn om een waterunit te kopen. De lijst voor subsidies wordt opgesteld per provincie en varieert qua inhoud. Het duurt dus erg lang en ik ben benieuwd of het echt een bijdrage zal leveren.” “Waarin verschilt het zakendoen in China met Nederland?” “De Chinese markt verschilt enorm van de Nederlandse of Europese markt en vraagt zijn eigen aanpak. De markt is veel groter, dus focus is noodzakelijk, de tuinbouw zit in een andere fase en de cultuur vraagt meer aandacht voor het opbouwen van een persoonlijke relatie. Het duurt vijf a zes jaar, voordat je het vertrouwen van Chinese ondernemers hebt gewonnen, voordat 36

Juni 2014 / Nr. 388

ze weten dat je een ‘blijvertje’ bent. En dan pas wordt er echt zaken met je gedaan. Daarnaast is training en opleiding ongelooflijk belangrijk in China. Ze willen het heel graag zelf kunnen, en terecht. Daarom investeren we in kennis­ overdracht door middel van opleidings­instituten, maar ook in software waardoor er minder teeltkennis nodig is om toch een beter rendement te halen op een meer duurzame manier.” “Wat betekent het nieuwe beleid van President Xi Jinping voor Priva?” “Het beleid van China is heel ambitieus, binnen zeven jaar willen ze de twee grootste ergernissen van de bevolking aanpakken: milieuverontreiniging en corruptie. De aanpak van corruptie maakt zakendoen in China natuurlijk gemakkelijker, alhoewel wij er nooit direct mee geconfronteerd zijn. Het kan ook betekenen dat je dan minder met overheids­functionarissen te maken hebt en eerder met alleen de onder­ nemers aan tafel zit. En de strenge aanpak van lucht- water- en bodem­verontreiniging is goed voor ons: onze oplossingen helpen de Chinezen om met minder gebruik van energie en maximaal hergebruik van water hun voedsel­ productie een stuk efficienter te maken. Er moet voor enorme grootstedelijke gebieden voedsel geproduceerd worden en daarvoor worden grote agroparken ontwikkeld. Wij kunnen daar met onze kennis en ervaring en met ons productportfolio een grote bijdrage aan leveren.”

Royal Agio Cigars Agio Cigars in een van de leidende sigarenfabrikanten in Europa met merken als Mehari’s, Panter, Balmoral en De Huifkar. Het bedrijf maakt jaarlijks zo’n 750 miljoen sigaren en exporteert naar meer dan honderd landen.

Marcel Michels


Globe magazine

Rubriek

Priva Priva creëert duurzame oplossingen voor de groeiende vraag naar schaarse hulpbronnen als energie en water door met zorg voor welzijn te streven naar optimaal rendement. Priva is met oplossingen voor klimaaten proces­automatisering actief in de tuinbouw en gebouwen­beheer.

Meiny Prins

Priva vraagt aan Agio Cigars “In hoeverre helpt het Agio in China om een familiebedrijf te zijn?” “Dit is een enorm voordeel. In China werkt Agio Cigars samen met Great Wall Cigars, de grootste sigarenfabriek in China. Zij maken al sinds 1918 sigaren en zochten een Europese partner om de productie en kwaliteit naar een Westers niveau te brengen. Het feit dat we een familiebedrijf zijn met continuïteit hoog in het vaandel, een nauw betrokken eigenaar, korte communicatielijnen en het vermogen tot snelle beslissingen heeft zeker bijgedragen aan onze succesvolle samenwerking.” “China is nog een groeimarkt voor de tabaks­industrie. Heeft dat gevolgen voor uw productie­faciliteiten in Europa?” “Onze sigaren worden in België en op de Dominicaanse Republiek vervaardigd, en vanuit Nederland voor transport klaar­gezet en verstuurd naar de hele wereld. Dus ook naar China. We zetten nu weliswaar de eerste stappen richting het produceren van sigaren in China zelf, maar deze sigaren zijn enkel bestemd voor de Chinese markt. Een mooie extra dus, die geen invloed zal hebben op onze productie­faciliteiten in Europa.” “Uw bedrijf richt zich op de consument. Wat zijn de grootste verschillen voor uw marketing-

en salesbeleid in China met Nederland?” “Agio Cigars richt zich met haar sigaren op de consument. Maar een onderdeel van Agio Cigars is ATD Machineries. Zij ontwikkelen en maken machines om sigaren te produceren en in te pakken. Vanuit de wens om de sigarenproductie en kwaliteit op een hoger niveau te brengen, hebben we enorm veel machines kunnen af zetten in China, zowel aan onze partner maar ook aan de drie andere sigarenfabrieken in China. Ons marketing- en salesbeleid in China verschilt sterk met onze aanpak in Nederland of Europa. De Chinese sigarenmarkt is relatief klein en er is nog geen sprake van een echte sigarencultuur. We richten ons dus vooral op het in kaart brengen van de markt en het continue uitleggen van het specifieke karakter van de sigaar. Onze informatie wordt altijd zeer goed ontvangen en het kennisniveau is duidelijk groter geworden ten opzichte van de start. “In de Westerse wereld is de verkoop van uw product aan strenge wet- en regelgeving gebonden. Hoe is dat in China?” “Dat is in China uiteraard niet anders. Maar vergeet niet dat wij naar meer dan honderd landen exporteren en dat ieder land zijn eigen regelgeving heeft omtrent de marketing voor tabaksproducten. De Chinese overheid begrijpt dat de doelgroep voor sigaren niet jonge mensen zijn. Wij richten ons juist op de verstandige levensgenieters van deze wereld.” Juni 2014 / Nr. 388

37


Globe magazine

Q&A

Export matters

Certificate of Conformity Wij exporteren ondermeer naar Saudi-Arabië en krijgen van onze klanten het verzoek om onze exportzendingen vergezeld te laten gaan van een zogenaamd Certificate of Conformity (CoC) op basis van een verplichte preshipmentinspectie. Kunt u ons hier meer over vertellen en kent u een partij die de inspecties mag doen? Saudi-Arabië vereist dat alle partijen die naar het land worden geëxporteerd zijn voorzien van een Certificaat van Conformiteit. Dit certificaat getuigt van overeenstemming met relevante standaarden en technische reguleringen. Meer informatie vind je via de Market Access Database1.

► Anneke Huybens Accountmanager bij het Kennis- en Adviescentrum Fenedex. “Samen met mijn collega’s beantwoord ik jaarlijks meer dan duizend vragen van aangesloten leden. Ik help u graag om de juiste gesprekspartner bij collega-exporteurs te vinden of u in contact te brengen met een specialist uit ons netwerk.”

38

Juni 2014 / Nr. 388

Een erkende certificeringsinstelling is o.a. SGS, een partij die wij goed kennen. Deze organisatie biedt verschillende soorten dienstverlening om klanten te assisteren tijdens het beoordelingsproces van conformiteit met de reguleringen. Tot de controle kan horen: fysieke inspectie, controle en analyse van monsters, audit van productieprocessen, documentcontroles en beoordelingen van conformiteit met de eisen van relevante technische regels en normen.  Workshop Productcertificering en Compliance Volg deze interessante workshop op het Fenedex Exportbinnendienst Event op 19 juni a.s. Kijk voor meer informatie op: www.fenedex.nl/exportbinnendienst_ event.


Globe magazine

Q&A

nen zelf de apparaten verpakken of dit de fabriek in Amerika laten doen. Wie is dan verantwoordelijk voor de CE-markering en waar moeten we op letten?

Digitale gezondheids­ certificaten afgewezen Wij krijgen berichten van klanten in Turkije en Marokko dat door VWA afgegeven verklaringen niet worden geaccepteerd. Deze zijn digitaal afgegeven. Volgens internationale afspraken zouden deze wel geaccepteerd moeten worden. Wat kan Fenedex hierover zeggen? De VWA heeft brieven verstuurd aan de douaneinstanties dat per 1 maart alleen nog digitaal ondertekende gezondheids­certificaten worden verstrekt. Marokko en Turkije hebben hier bezwaar tegen aangetekend waardoor er sinds 17 maart voor deze twee landen weer ‘ouderwetse’ handmatig gestempelde gezondheids­certificaten worden afgegeven. Tip: Fytosanitaire en veterinaire eisen Sinds begin maart is op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit een uitgebreid overzicht van exportlanden beschikbaar met informatie over de fytosanitaire en veterinaire eisen van elk land. Ook biedt de site inzicht in de verschillende exportprocedures. http://www.nvwa.nl/onderwerpen/ export-landenoverzicht. 

CE-markering Onze klant (retailer) wil dat wij als distributeur gehoorapparaten gaan leveren in Europa. Wij kun-

Groothandelaars en distributeurs zijn verplicht te controleren of het product de vereiste CE-markering draagt en de nodige documentatie aanwezig is. Wordt het product geïmporteerd van buiten de EER, dan moet de importeur nagaan of de fabrikant alle noodzakelijke stappen heeft genomen. En of hij op aanvraag de vereiste documentatie kan leveren. Importeurs of distributeurs die een product onder eigen naam of handelsmerk verhandelen, nemen feitelijk de verantwoordelijkheden van de fabrikant over. Zij moeten zorgen dat zij beschikken over voldoende informatie over het ontwerp en de vervaardiging van het product. Het is aan te raden om de vraag ook de aan de Amerikaanse fabrikant voor te leggen. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op de website van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO)2. 

Boekingsproces containers Tot voor kort boekten wij altijd onze containers zelf en gaven wij ook de bill of ladinginstructies door aan de diverse scheepvaartmaatschappijen. Tot zover geen problemen. Nu maken wij gebruik van een tussenpersoon die voor ons de containers boekt. Wat is nu de formele weg met

de BL-instructies? Kunnen wij deze nog zelf naar de diverse scheepvaartmaatschappijen sturen of moet dit via de tussenpersoon gebeuren? Wij hebben deze vraag voorgelegd aan een transport­specialist uit ons netwerk en hieronder zijn reactie: “Er is geen ‘formele’ weg, het is maar net wat je afspreekt. Zelf blijven doen heeft zo zijn voordelen: rechtstreeks versturen verkleint de kans op ruis, fout en dure vertraging. Alles verloopt dan wel digitaal, maar het blijven mensen die de BL moeten doorsturen. Hoe meer schakels, hoe meer vertraging, zeker als er ook nog wijzigingen in de Draft moeten worden aangebracht. U voorkomt graag een te veel aan ‘storage-dagen’ dus demurragekosten in de loshaven. Bottom line: vertraging en fouten kosten geld. Als u weet waar u mee bezig bent, lekker zelf blijven doen. Graag verwijs ik nog naar het boek Havenlogistiek, hoofdstuk “Boekingsproces”. Hier wordt stapsgewijs en aan de hand van een schema alles uitgelegd.”  1 http://madb.europa.eu/madb/indexPubli. htm (zie ‘Procedures and formalities’) 2 http://www.rvo.nl/onderwerpen/hoi/wet-enregelgeving/eu-wetgeving/ce-markering

Leden van Fenedex kunnen kosteloos exportvragen voorleggen aan het Kennisen Adviescentrum. Kijk op fenedex.nl/keac

Meer weten over het lidmaatschap? Kijk op fenedex.nl/lidmaatschap.html

Juni 2014 / Nr. 388

39


Globe magazine

Juridische scan De juridische afdeling van Fenedex biedt u de mogelijkheid uw bedrijf juridisch door te lichten.

Tijdens een bedrijfsbezoek nemen we de verschillende aspecten van uw juridische bedrijfsvoering onder de loep, zoals het gebruik van contracten en algemene voorwaarden, inhoud van uw offertes, gebruik van Incoterms en beperking aansprakelijkheid. Neem voor meer informatie contact op met mr. M. Elissen (me@fenedex.nl / 070 330 56 90). 

Member Benefits Fenedex Member Benefits zijn diensten en producten die uw export versterken. Omdat Fenedex een grote groep exporteurs vertegenwoordigt, hebben wij bij diverse aanbieders scherpe prijzen en voorwaarden onderhandeld voor onze leden. De kortingen kunnen oplopen van 10% tot 75% ten opzichte van de reguliere prijzen. Sommige diensten zijn zelfs gratis voor onze leden. Exclusief Fenedex-leden kunnen gebruik maken van de acties binnen Fenedex Member Benefits. Het Fenedex Membership Benefits-programma wordt mede mogelijk gemaakt door: Ambassadediensten Twee gratis opdrachten voor legalisatie van export­ documenten en aanvraag van visa.

Certificaten van Oorsprong Certificaten van Oorsprong, EUR.1, Leveranciers- en factuurverklaringen. U kent deze begrippen wel maar u mist de vereiste kennis op dit gebied.

Herkent u de volgende vragen? • Wanneer worden oorsprongsdocumenten gebruikt? • Hoe wordt de oorsprong bepaald en welk bewijs hoort daarbij? • Wat is een leveranciersverklaring? • Wanneer is een oorsprongsdocument correct ingevuld Fenedex verzorgt graag een adviesssessie over deze onderwerpen. Voor informatie kunt u contact opnemen met Hans Kokje (hk@fenedex.nl/ 070 330 56 65).  40

Juni 2014 / Nr. 388

Btw-advisering 20% korting op het uurtarief en een half jaar gratis toegang tot BTW-PLAZA.

Douaneopleidingen en aeo-advisering 15% korting op douane­ vakopleidingen en op het uurtarief voor AEO-advisering.

Expresszendingen 20% tot 75% korting op de Expressvervoer.

Innovatie en subsidies Kosteloos en vrij­blijvend subsidie- en financierings­ onderzoek.

Kredietmanagement Tot 70% korting op krediet­ informatie­rapporten.

L/C-advies Kosteloze risico-inventarisatie van geopende Letters of Credit.

Persondersteuning Tot 15% korting op support bij uw internationale persbeleid en -benadering.

Reizen & overnachtingen Kosteloos exclusieve toegang tot de Fenedex Travel Portal.

Taaltrainingen 10% tot 15% korting op individuele of groeps­ taaltrainingen.

Werving & selectie 20% Verlaging van de wervings­ kosten voor het invullen van een exportmanager vacature.

Int.bedrijvendatabase 25% korting op de online B2B adressendatabase. Kijk voor het complete aanbod op www.fenedex.nl/ memberbenefits


Globe magazine

Fenedex Rubriek

Agenda Juni Opleidingen & Evenementen

03 Documenten bij export, Utrecht

03 Workshop Documentair krediet bij export (L/C), Amsterdam

05 Workshop Douane en Logistieke zaken naar Brazilië , Den Bosch

05 Workshop Het effectief managen van agent/ importeur in het buitenland, Epe

10 Cursus Logistiek en Transport, Eindhoven

10 Training Certificaten van Oorsprong, EUR.1 en Leveranciers­ verklaringen, Hoenderloo

13 Training Sales across cultures Africa, Den Bosch Rosmalen

17 Workshop Contracten met agenten/ distributeurs in het buitenland, Den Bosch Rosmalen

19 Event Uitdagingen van de Export Binnendienst 2014, Rotterdam

24 Training BTW en intra­ communautaire transacties: De praktijk!, Den Bosch - Rosmalen

26 Workshop Contracten en Financiële aspecten in het Midden-Oosten, Nijkerk

11 Masterclass Incoterms 2010, Noordwijk

12 Training Exportcontrole & Sanctiebeleid, Zoetermeer

www.exporttrainingen.nl

10 juni 2014

19 juni 2014

Training Certificaten van Oorsprong, EUR.1 en Leveranciers­ verklaringen

Export Binnendienst Event

Het invullen van een document is niet lastig maar heeft u de kennis waarom u het document invult en wat u mag invullen? Aan het einde van de training bent u bekend met het begrip oorsprong, weet u hoe de oorsprong voor een product wordt bepaald, welke bewijsstukken er nodig zijn en hoe de documenten worden ingevuld. Locatie: Hoenderloo Duur: 1 middag Prijs: Leden: € 313,00 en niet-leden: € 392,00

Net zo als voorgaande jaren organiseren wij ter afsluiting van ons cursusseizoen een dag speciaal voor exportbinnendienst­ professionals. Kom luisteren naar inspirerende keynote sprekers, volg workshops en discussieer mee over actuele thema’s. Dit event is bestemd voor professionals werkzaam in de export binnendienst, customer service, customs en logistiek. Locatie: SS Rotterdam Duur: 1 dag Toegang: kosteloos

13 juni 2014

Training Sales across cultures Africa Tijdens deze training zullen de trainers op interactieve wijze ingaan op: Cultuur en communicatie m.b.t. Afrikaanse markten, belangrijke waarden / drijvers / koopgedrag vanuit Afrikaans perspectief, Crosscultural marketing en USP’s vanuit ander cultureel perspectief. U leert beter te anticiperen op de Afrikaanse manier van zakendoen en beschikt u over direct toepasbare kennis om verkoopresultaten te verbeteren. Fenedex organiseert dit in samenwerking met Culture Inc. Locatie: Den Bosch Duur: 1 dag Kosten: Leden: € 476,00 en niet-leden: € 595,00

26 juni 2014

Workshop Contracten en financiële aspecten in het Midden-Oosten Wilt u een contract afsluiten met een agent/distributeur in het Midden-Oosten? Wilt u weten wat de gebruikelijke betalingsmogelijk­heden en zekerheden zijn? Na deze workshop kent u de belangrijkste tegenstellingen van de Nederlandse Wet ten opzichte van de lokale wetgeving in de hierboven genoemde landen. U bent bekend met de rechten en plichten van uw lokale agent/distributeur en hun zakelijke gebruiken. Locatie: Nijkerk Duur: 1 middag Kosten: Leden € 319,en niet-leden € 399,Juni 2014 / Nr. 388

41


Globe magazine

Komend nummer In het juli/augustus-nummer van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen kunt u lezen over o.a. de volgende onderwerpen:

Fenedex

Fenedex heeft 1200 leden en duizenden klanten die zij dagelijks verbindt, adviseert, opleidt en waarvan zij de belangen behartigt. Kortom een branche-overschrijdende partner voor expansie in het buitenland. Postadres Postbus 90409 2509 LK Den Haag

Voorkom wanbetaling

Zaken doen in Saoedi-ArabiĂŤ

Bezoekadres Raamweg 14 2596 HL Den Haag T 070-330 56 00 F 070-330 56 56 E info@fenedex.nl Bestuur Ir. A.M.G. van Hamburg (Voorzitter) Oud-managing director DHV Holding B.V.

Arbitrage Turkije

Vreemde zaken: geprinte tanden

Online www.globemagazine.nl Website met het archief van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen en Fenedexpress. www.export.nl Al jaren hĂŠt startpunt voor exporterende ondernemers. twitter.com/fenedex Volg Fenedex op Twitter voor het laatste nieuws over Fenedex en internationaal ondernemen. www.linkedin.com/groups?gid=42534 Discussieer mee met meer dan 1500 betrokkenen in de LinkedIn groep Export en Internationaal Ondernemen. www.fenedex.nl/exportnieuwsbrief Gratis nieuwsbrief met het laatste nieuws en artikelen over export en internationaal ondernemen. 42

Juni 2014 / Nr. 388

Rubriek

A.C.G.M Bastiaansen President iLoc Group B. Bruning Director Atradius Dutch State Business Drs. J.J. Cramer Directeur Grolsch International Mw. M.A.C. van Dijk Algemeen directeur Royal Duyvis Wiener B.V. C.E. van Esch Managing Director B&S Bosman Global Supply D.P. Schuilwerve Managing Director ABN AMRO Bank N.V. Mr. E.W. Mehring (Vice-voorzitter) Rechtsanwalt, Advocaat en Partner Van Till Advocaten C.H.M. Ruijgrok Managing Director FrieslandCampina Export R.R.J. Smeets RA (Penningmeester) Partner KPMG Accountants B.C.L.M. Stelder Directeur Stelder Verspeeck Software B. van de Vrie Head of Marketing for Business Clients ING Netherlands Ere-Leden Jhr. H.J.M. van der Wyck E.Th. Vroom N.P. Knape

Jhr. Mr. A.W.G. van Riemsdijk J.P. Kostense Mr. C.W.H. van Dam F. Hauwert Organisatie Bart Jan Koopman Directeur Directie- en Bestuurszaken 070-330 56 20 directie@fenedex.nl Kennis- en adviescentrum 070-330 56 80 keac@fenedex.nl Juridische desk juridischedesk@fenedex.nl 070-3305690 Ledenservice en -werving 070-330 56 80 accountmanagers@fenedex.nl Opleiding en training 070-330 56 60 oet@fenedex.nl Communicatie 070-330 56 70 communicatie@fenedex.nl Financiele administratie 070-330 56 40 administratie@fenedex.nl China Desk 070-330 56 83 chinadesk@fenedex.nl Rusland Desk 070- 330 56 88 ruslanddesk@fenedex.nl Turkije Desk 070-330 56 82 turkijedesk@fenedex.nl


Juni 2014 / Nr. 388


Globe magazine

44

Juni 2014 / Nr. 388


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.