Globe Magazine - november 2015

Page 1



Magazine voor internationaal ondernemen

GLOBE MAGAZINE

Op de cover Colofon Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen is het maandblad van Fenedex en richt zich op exporterende en internationaliserende Nederlandse bedrijven. Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen verschijnt 11x per jaar. Redactie Bart Jan Koopman (hoofdredacteur) Elmar Otten (eindredacteur) Marianne Elissen (redacteur) Frannie Flinterman (redacteur) Willemijn Gwanmesia (redacteur) Dorine Noordam (redacteur)

Hilarius Haarlem Holland Paul Roukema, managing director Johan Reemer, financial director Het lastoevoegmaterialenbedrijf Hilarius, beter bekend als Hilco, bestaat al 100 jaar. Eind september ontving het bedrijf uit handen van de burgermeester van Haarlem het predicaat ‘Hofleverancier’.

Contact redactie Fenedex Postbus 90409, 2509 LK DEN HAAG T 070 – 330 56 20 F 070 – 330 56 56 E redactie@globemagazine.nl Vormgeving Silo, Den Haag Druk Veenman+, Rotterdam Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt milieuvriendelijk en op chloorvrij papier (TCF) gedrukt.

Abonnementen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt verspreid onder leden van Fenedex. Ontvangt u het magazine nog niet? Neem dan contact op met de redactie. Overige verspreiding Relaties van Fenedex in de politiek, bij ambassades en consulaten in het buitenland, werkgeversorganisaties, branche­ organisaties en docenten internationaal ondernemen in het HBO en MBO kunnen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen toegestuurd krijgen. Verspreiding vindt plaats in controlled circulation. Overname Overname van artikelen en andere informatie is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie, mits met bronvermelding. Disclaimer Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Fenedex en haar auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden noch voor de gevolgen hiervan. De inhoud van de artikelen hebben een informatieve strekking, zijn globaal en beschrijvend van opzet en kunnen niet worden gezien als juridisch advies. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Foto: Ivo van der Bent

Advertenties Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS DEN HAAG T 070 – 323 40 70 E dm@mooijmanmarketing.nl

“Onze klanten en distributeurs voelen zich begrepen door ons. Het zijn vrienden. Met veel distributeurs werken we al 45 jaar samen. We zijn één grote Hilco familie.”

ISSN: 2352-5843 November 2015 / Nr. 403

3



GLOBE MAGAZINE

Voorwoord

The Great Collider Recent las ik in een mooie column van Robbert Dijkgraaf, een van ­Nederlands meest vooraanstaande wetenschappers. Een intrigerend verhaal over samenwerking; diplomatie met kleine deeltjes. Na alle bijzondere experimenten in het Europees laboratorium CERN met onder andere de grote deeltjesversneller zijn er nu plannen om een nog veel grotere deeltjes­versneller te bouwen. Toepasselijke naam: “The Great Collider”. Welk land heeft de capaciteit en vernuft om een dergelijk groot infrastructureel werk binnen tijd en budget te bouwen? Dijkgraaf’s suggestie: China. Bovendien zou het in de eeuw van Azië goed zijn als de regio een wereldformaat labora­ torium krijgt, niet alleen vanuit wetenschappelijk perspectief maar ook vanuit diplomatieke redenen. Samen projecten doen, wetenschap en handel bedrijven is namelijk een ideale manier om de spanningen niet te hoog te laten oplopen. Iets wat we in de huidige volatiele wereld met veel geopolitieke spanningen goed kunnen gebruiken. Eén Rusland is meer dan genoeg. Laten we onze hernieuwde groei en langzaamaan terugkerend vertrouwen en elan in Europa en in Amerika niet verloren laten gaan door het laten ontstaan van steeds weer nieuwe conflicten. Ik benoem de zaken hier als zodanig omdat ze ook van toepassing zijn op onszelf. Neem nu de discussie over TTIP. Wat in potentie een handelsover­ eenkomst zou moeten zijn die de welvaart bevordert, wordt op dit moment neergezet als een nieuw conflictgebied. Onderdelen als handelsfacilitatie, oorsprongsregels en exportcontrole kunnen de administratieve lasten voor alle im- en exporteurs verlagen. Fenedex en ook partner EVO zijn niet doof voor meer controversiële onderdelen zoals ISDS of andere thema’s waar zorg over bestaat, maar pleiten er voor de discussie wel op feiten te voeren. We zien nu veel standpunten die diametraal tegenover elkaar staan, waarbij TTIP bijna als een soort Great Collider fungeert. Hoe laten we, op zich soms kleine onderdelen in de discussie, zo hard mogelijk botsen. Wij zouden graag zien dat de modus van samenwerking weer wordt gevonden met als uitkomst een goed verdrag. In een open economie als de onze zijn we zeer gebaat bij open grenzen en constructieve samenwerking.

Bart Jan Koopman Directeur Fenedex November 2015 / Nr. 403

5


GLOBE MAGAZINE

Inhouds opgave

Dringend gezocht: Nederlandse technici

Veel productiebedrijven zijn genoodzaakt om hun technisch personeel in het buitenland te werven. Twee HR-managers vertellen hoe zijn hier mee omgaan.ď Ź

34 Voorwoord 05 The Great Collider Column 09 Vluchteling Ervaringen 12 Hilarius: de verbindende factor Expertise 18 Drop shipments: Project ZERO 22 Freight Forwarders Settlement: meedoen of niet? 24 10 gouden regels: bescherm uw product 26 Mededingingswet: verboden informatieuitwisseling 30 Kansen in de gezondheidszorg 31 Coachingtraject SIB: een exportstrategie nader bekeken 32 Zicht op uw exportdocumenten Elke maand 10 Kort 11 Vreemde zaken 34 Ontmoetingen: technisch personeel 36 Q&A: Export matters 38 Agenda 41 Fenedex Member Benefits 41 Verenigingsnieuws 42 Fenedex contact 6

November 2015 / Nr. 403

Mededingingswet: verboden informatieuitwisseling

Uitwisseling van informatie tussen ondernemingen is aan strenge regels gebonden. Zorg dat u niet in botsing komt met de ACM. ď Ź

26


GLOBE MAGAZINE

Bescherm uw product

Globe Magazine geeft u 10 gouden regels voor het omgaan met Intellectueel Eigendom. Bescherm uw innovaties! 

24 12 De verbindende factor

Hilarius staat sinds 2011 los van het voormalig moederbedrijf. Globe Magazine praat met de nieuwe eigenaren van de honderdjarige firma over lassen, export en het predicaat Hofleverancier. 

Project ZERO

Ron van der Gaarden vertelt hoe Woodward Nederland dropshipments heeft ontarmd en nu geen eigen voorraad meer nodig heeft. 

18 22 Freight Forwarders Settlement

Veel Nederlandse internationale ondernemers hebben een brief inzake het ‘Freight Forwarders Settlement’ ontvangen. Moet u daar aan meedoen of niet?  November 2015 / Nr. 403

7



GLOBE MAGAZINE

HEIN SCHOTSMAN

Vluchteling

Column

Vanuit zijn optiek als econoom geeft Hein Schotsman commentaar op internationale handels­ ontwikkelingen.

Ebola, MH 17, Piketty, Sochi, Waylon. Ik herinner me nog allerlei flarden van 2014. Maar ziet u hoe onderwerpen van de voor- naar de achtergrond verschuiven? Zou dat in 2015 anders gaan? In de eerste helft van 2015 opende het journaal vaak op het Atheense Syntagmaplein. In de maand waarin ik dit stukje schrijf, verschoof het vizier naar Aylan Kurbani en zijn mede-vluchtelingen. Ik realiseerde me dat de vluchteling naadloos aansluit bij mijn andere favoriete onderwerpen in deze column. Meestal gaat het over hoe Nederland verweven is met haar omgeving en over de vruchten die we daarvan plukken. Kijk maar naar uw smartphone, roep ik dan, en vraag u af welk onderdeeltje uit welk land komt. Internationale handel en welvaart zijn moeder en kind. Ik zie de buitenwereld voortdurend terug in analyses van collega’s over conjuncturele ontwikkelingen. Aan de lopende band schrijven ze dat het goed gaat met de economie van een land omdat de uitvoer (the engine of growth) de boel aanjaagt. Vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen: het lost niet alle problemen op, maar wel een heleboel. Zet een hek om ons land en we vliegen terug naar de middeleeuwen. U voelt hem al aankomen. Mijn worsteling met de vraag hoe de vluchte­ ling in dit plaatje past. Met de verkramping als niet iPhones of dollars ons land binnenkomen maar wanhopige mensen. Is het niet sportief om, als je de lusten wilt, de lasten ook te accepteren? En moet je hier überhaupt (zelfs onze woordenschat zou krimpen zonder buitenland) wel spreken van lasten? Is het historisch gezien niet omgekeerd? Is diversiteit geen zegen omdat het geestverruimend (in de goede zin) werkt? En waarom hoor ik op het journaal eerst over onhanteerbare vluchtelingenstromen en een paar minuten later dat aan steeds bredere randen van ons land ontvolking dorpen om zeep helpt? In Duitsland krimpt de autochtone beroepsbevolking. Is dit geen win-winsituatie? Ben ik tussen haakjes zelf geen economische vluchteling: ooit van Groningen naar Noord-Holland verhuisd om daar een baan van een autochtone westerling in te pikken? En is het ten slotte niet verstandig om zo nu en dan over de grenzen van de hype heen te kijken? Wat zou volgend jaar september het nieuws do­ mineren? Weet u dan nog waar het in september 2015 over ging? Want ik heb gelogen. Het was geen herinnering: ik moest googelen om mijn eerste zin op papier te krijgen. Zo makkelijk verschuiven onderwerpen van de voor- naar de achtergrond, althans bij mij.

Hein Schotsman is Senior Economist bij ABN-AMRO

November 2015 / Nr. 403

9


GLOBE MAGAZINE

Kort nieuws

Kort Latijns-Amerika: de vette jaren zijn voorbij Voor de meeste LatijnsAmerikaanse landen zal de groei­vertraging van 2016 de afgelopen jaren in 2015 doorzetten. Vooral de lagere grondstofprijzen zijn hier debet aan. Voor 2016 wordt een mild herstel verwacht, 84% 58% maar de economische NL DE vooruitzichten voor de langere termijn hangen af van de mate waarin de regio erin slaagt de structurele 1,5% problemen aan de aanbod­zijde van de economie op te lossen en de 2017 productiviteit te verbeteren.

De meeste Latijns-Amerikaanse landen zijn kleine, open economieën en dus kwetsbaar voor externe ontwikkelingen, hoewel een sterke instroom van directe buitenlandse investeringen en voldoende valutareserves op de korte termijn genoeg bescherming moeten bieden. In Argentinië en Venezuela is de situatie momenteel echter kritiek.  Bron: Rabobank Volledig bericht: http://ow.ly/TamHj

Nederland positiever over 2016 handelsrelatie dan Duitsland Nederlandse ondernemers zijn enthousiaster 84% 58% over de handelsrelatie NL DE 10

1,5%

November 2015 / Nr. 403

met Duitsland dan de Duitsers over de handelsrelatie met Nederland. Twee derde van de BV Nederland noemt de samenwerking in zijn sector tussen Nederland en Duitsland succesvol en kan daar ook voorbeelden van noemen. Dat geldt omgekeerd voor slechts een kwart van de Duitse ondernemers. Ook zijn Nederlanders positiever over het gemak waarmee de relatie verloopt: 84 procent van de Nederlanders tegenover 58 procent van de Duitse ondernemers blijkt uit onderzoek.  Bron: Brisk Magazine Volledig bericht: http://ow.ly/TapUz 2016

Afkoeling Chinese economie slecht 84% 58% NL DE voor Nederland Een verdere afkoeling van de Chinese economie heeft flinke 2017 gevolgen voor de eurolanden, en raakt daarbij vooral exporteurs als Nederland en Duitsland hard. 1,5%

Daarin bekijkt het ratingbureau de gevolgen van een afzwakking van de economische groei in China naar ongeveer 4 procent in de komende twee jaar, in plaats van de plussen van ruim 6 procent die nu worden voorzien. De Nederlandse economie zou in dat geval eind 2017 1,5 procent kleiner zijn dan nu wordt voorspeld. De Duitse economie zou bijna 1 procent kleiner uitvallen. Vooralsnog wordt verwacht dat de Nederlandse

2016

economie dit jaar met 1,9% groeit, gevolgd door 2,2% en 1,8% in 2016 en 2017.  84% Bron:58% Telegraaf NL DE

Volledig bericht: http://ow.ly/Taq24 1,5%

Veel fouten met douaneafgiftes 2017

Uit een uitgebreide expertise blijkt dat bedrijven veel fouten maken met de douane-­aangifte. Soms onbewust omdat ze hun data niet op orde hebben. Maar ook onvoldoende opgeleid personeel speelt een rol. Daardoor worden er bij exportzendingen fouten gemaakt in het classificeren van producten. Deze fouten kunnen leiden tot vertragingen in het transport bij een controle door de douane of zelfs financiële schade door boetes.

Daarom vertrouwen veel bedrijven op de kennis en ervaring van expediteurs. Echter schuilt ook hier een risico. Expediteurs werken vaak met Fenexvoorwaarden, waardoor ze bij fouten beperkt financieel aansprakelijk zijn. De kans is groot dat de klant dan opgezadeld wordt met extra financiële kosten. Door EVO is speciaal voor dit soort situaties een logistieke polis ontwikkeld.  Bron: EVO Volledig bericht: http://ow.ly/TaqLD


GLOBE MAGAZINE

Vreemde zaken

ELMAR OTTEN

Vreemde Zaken

De vogellaser Bird Control Group biedt oplossingen om vogels weg te houden van commerciële activiteiten. Hun Aerolaser Groundflex weert zelfstandig vogels met behulp van laserlicht en is bedoeld voor luchthavens.

Een lasersysteem om vogels te verjagen. Hoe werkt dat? “De vogels zien de laserstraal als een fysiek ob­ ject waarvoor ze op de vlucht slaan. Aerolaser technologie is een diervriendelijke verjaagme­ thode die geen overlast voor de omgeving met zich meebrengt. En mede door het grote bereik heeft het veel voordelen ten opzichte van con­ ventionele technieken om vogels te verjagen. Het gebruik van laserlicht vormt een potentieel gevaar voor het vliegverkeer, maar niet in geval van de Groundflex.” Hoe zijn jullie op het idee van gekomen? “Sinds 2012 leveren we al handlasers aan vliegvelden. De bird controllers zijn hier erg enthousiast over. Toch blijven er locaties op een luchthaven die moeilijk te zien of te bereiken zijn. Bijvoorbeeld sloten of plassen, waar veel watervogels op af komen. Het controleren van deze locaties kost te veel inzet van mankracht. We leverden al automatische systemen voor de industrie en agrarische sector, dus dat bood een mooi uitgangspunt.” Zoveel grote vliegvelden telt Nederland niet. Veel klanten in het buitenland? “We verkopen in meer dan 70 landen en hebben een bijzonder groot netwerk binnen deze niche. We zetten extra in op communicatie, ook om ons te onderscheiden van de huidige, vaak conservatieve, spelers in de markt. Onze kleine producten verkopen we via resel­

lers, complexe producten zoals de Groundflex verkopen we rechtstreeks. Voordat we zo’n systeem verkopen, moet er eerst door ons on­ derzoek worden gedaan op locatie en training worden gegeven aan het personeel, zodat het systeem veilig en effectief kan worden ingezet.” Lukt het om lasers langs de douane te krijgen? “In elk land zijn de regels anders en dat maakt het lastig. Onze lasers voldoen aan internationale normen, maar het gebeurt nog steeds dat we tegen problemen aanlopen. Er wordt al snel een connectie gelegd met wapens en dan heb je als trainer bij de douane toch echt even wat uit te leggen als je met vier lasers het land in wilt. We leren steeds beter om te gaan met de importrestricties en krijgen nu ook ondersteuning vanuit Fenedex.”

Bird Control Group Locatie hoofdkantoor: Delft Aantal medewerkers: 14 Belangrijkste exportproduct: elk product Belangrijkste exportlanden: UK, USA, Canada, Australië Exportomzet: 40%

Onze redactie heeft nog al eens last van meeuwen. Hebben jullie daar iets voor? “Toevallig hebben we veel ervaring met meeuwen. We hebben een door het WNF bekroonde laser ontwikkeld die achterop vissersschepen wordt geïnstalleerd om meeuwen en albatrossen bij de netten vandaan te houden. Dat spaart heel veel vogels een verdrinkingsdood. Inmiddels hebben we zoveel ervaring met onze producten dat we er bijna zeker van kunnen zijn dat we een strategie kunnen bepalen om het territorium voor Globe terug te claimen. November 2015 / Nr. 403

11


GLOBE MAGAZINE

 Paul Roukema en Johan Reemer “We zijn al honderd jaar een betrouwbare zakenpartner.”

12

November 2015 / Nr. 403


GLOBE MAGAZINE

ELMAR OTTEN IVO VAN DER BENT

Sinds 2011 opereert het lastoevoegmaterialenbedrijf Hilarius niet meer onder de vleugels van het voormalig moederbedrijf. Globe Magazine praat met de nieuwe eigenaren van de honderdjarige firma over lassen, export en het predicaat Hofleverancier.

De verbindende factor Bezoekers staan bij Hilarius Haarlem Holland, beter bekend onder hun merknaam Hilco, altijd voor een gesloten deur. Het pand is namelijk AEO-gecertificeerd, wat betekent dat de toegang bewaakt wordt door een systeem van camera’s en passcanners. Zelfs als journalist van Globe Magazine zit er niets anders op dan even te wachten in een beveiligde entree, tot we hartelijk welkom worden geheten door Paul Roukema, managing director en één van de twee huidige eigenaren van Hilarius. Zijn compagnon Johan Reemer, financial director, sluit later aan bij het gesprek.

In de ontvangsthal staat het productassortiment van Hilco in glanzende vitrines uitgestald. We zien lashelmen, een kleine lasmachine, slijpschijven, maar het belangrijkste product prijkt in de laatste vitrine. Hier liggen de las­ elektrodes, die tijdens het lasproces langzaam versmolten worden met de basismaterialen en dus telkens vernieuwd moeten worden. Het magazijn van Hilco ligt er vol mee, ze gaan met containers tegelijk de deur uit. Paul: “Onze jongens kunnen een container laden in de helft van de tijd die er voor de transporteurs voor staat.” Voor we naar de eerste etage gaan om verder te praten, neemt Paul me nog mee naar een kamer waar op een verder lege tafel een grote platte doos ligt. Er in ligt een ornament

in de vorm van het Nederlandse wapen met het bekende ‘Je maintiendrai’ en daaronder de tekst ‘Hofleverancier’. Het honderdjarige bedrijf zal het Koninklijk predicaat op hun jubileumfeest officieel uitgereikt krijgen door de burgemeester van Haarlem. Management buy-out Paul vertelt wat er bij Hilco sinds ons vorige bezoek allemaal veranderd is. In 2009 zijn we namelijk ook al eens langs geweest. Hilco was toen nog onderdeel van de Duitse moedermaatschappij Böhler Welding Group, met meerdere, vergelijkbare, merken onder hetzelfde dak. “Elk merk had zijn eigen exportafdeling. In zo’n situatie is het voor hen al snel verleidelijk, om in de Hilco-vijver naar ‘nieuwe’ klanten te vissen, in plaats van de wereldmarkt op te gaan. Daar hebben we veel last van gehad. Het Duitse moederbedrijf wist ook niet zo goed, wat ze binnen de groep met ons aan moesten. We presenteerden altijd mooie cijfers, maar in de totale mix was onze rol altijd wat onduidelijk. Je merkte dat er iets knelde. Na negen maanden onderhandelen hebben Johan en ik in maart 2011 Hilarius overgekocht via een management buyout. ‘Getrennt ist getrennt’ was de afspraak, dus we staan nu echt op eigen benen. Desondanks werken we nog steeds samen met het moeder­ bedrijf. Het is een beetje als volwassen worden: je staat November 2015 / Nr. 403

13


GLOBE MAGAZINE

100 jaar Hilarius 1915 – Oprichting door Watze Hilarius. 1918 – De eerste producten – draadnagels en dakleien – worden naar Duitsland en de Verenigde Staten geëxporteerd. 1926 – Hilarius bouwt een fabriek aan het Spaarne in Haarlem. 1930 – Export naar de rest van Europa, ZuidAmerika en Indonesië. 1955 – De naam HILCO wordt geïntroduceerd, een acroniem van Hilarius Company. 1976 – De eerste producten naar Afrika worden geëxporteerd. 1995 – Bangladesh wordt als 100ste land aan de exportlijst toegevoegd. 2010 – Hilco is AEO-gecertificeerd. 2015 – Hilarius viert het honderdjarig bestaan en mag het predicaat Hofleverancier voeren. 14

November 2015 / Nr. 403

IJkpunten Intussen is Johan bij ons aan tafel aangeschoven. “Een belangrijke drempel die we na de buy-out moesten nemen, was het inrichten van ons informatiesysteem,” vertelt hij. “Al onze informatie, alle geschiedenis, alle technische know-how zat allemaal in het managementsysteem van de groep. Volgens afspraak zouden we daar op een gegeven moment geen gebruik meer van kunnen maken. Je wordt dan toch losgesneden van je basis. Daar zat best spanning op. We hebben hard moeten werken om dat opnieuw in te richten, zonder dat de klant iets van de overgang zou merken. Verder was het ook spannend om te zien of we onze bestaande omzet konden vasthouden. Juridisch was dat allemaal goed geregeld, maar het is toch wel even je adem inhouden. Een mooi ijkpunt is, wat dat betreft, onze eerste jaarrekening op 31 december 2011. Toen konden we elkaar aankijken en echt zien dat de management buy-out een goede stap was geweest. We stonden financieel gelijk op eigen benen. Nog steeds vinden we het belangrijk om zo min mogelijk met vreemd geld te financieren. Dan groei je misschien wat minder snel, maar we zitten ook

niet in een markt die snel groter wordt. En er zijn altijd voldoende andere verbetermogelijkheden. Van het product, de verpakking, de logistiek. De service met betrekking tot track & trace, het kan altijd nóg een niveau hoger. Allemaal meetpunten, waardoor groei gerealiseerd kan worden. Prettig zaken doen De laselektroden die door de diverse West-Europese producenten worden gemaakt, benaderen elkaar in kwaliteit en dan hebben wij het nog niet eens over de Aziatische producenten. De concurrentie is dus moordend op de elektrodenmarkt. Hoe slaagt Hilarius er als kleine speler dan toch in om zo populair te blijven in de markt? Paul: “Om te beginnen bestaan wij al 100 jaar. De kwaliteit van onze producten en onze betrouwbaarheid staat buiten enige discussie. We voeren indien gewenst alle documenten uit in de taal van het ontvangende land. Het Hilarius-team spreekt Engels, Duits, Frans, Portugees en Spaans en er is een native speaker (Mexico) onder ons. Onze klanten of distributeurs voelen zich begrepen en gewaardeerd door ons. Het zijn vrienden. Wij herkennen de professionaliteit en toewijding van hen. We hebben een zeer hechte relatie met onze distributeurs opgebouwd, veel van hen zijn al meer dan 45 jaar met ons verbonden. Beide partijen werken hard, maar wij hebben ook heel veel plezier samen. Humor is de beste basis van het

Bart Jan Koopman presenteert exportontwikkelingen tijdens het jubileumsymposium van Hilarius in Teylers Museum.

Foto: Hilarius Haarlem Holland

“‘Getrennt ist getrennt’, was de afspraak.”

weliswaar op jezelf maar je hebt altijd nog ouders waar je langs kunt om te praten. En niet onbelangrijk: wij nemen meer dan een derde van de elektrodenproductie, in Duitsland, af en zijn dus een strategische klant.”


GLOBE MAGAZINE

zaken doen. Kortom het is één grote ­Hilco-familie.” “Nog even terugkomend op onze distributeurs: wij werken met sole distributors. Toen ik net bij Hilarius kwam, was dat nog niet zo. Dan kon je in een land best drie distributeurs hebben, die alle drie een container met elektroden kochten. Op het eerste gezicht lijkt dat mooie omzet. Maar wat er gebeurt is dat de eindklant fijn gaat rondshoppen en er aan het eind van de dag niemand wat verdiend heeft. Uiteindelijk is er niet één distributeur nog geïnteresseerd om onze producten te verkopen. Daar zijn we dus zo snel mogelijk mee gestopt en je ziet dan de omzet direct stijgen.” Johan: “Als een klant bij ons inkoopt, krijgt hij vaak de goederen voorafgaand aan de betaling. Mits er een kredietverzekering op zit natuurlijk. In vergelijking met China, waar andere normen en waarden worden gehanteerd, is het minder prettig zaken doen dan met ons.” Kansen Paul: “De komende vijf tot tien jaar zullen we draaien zoals we nu draaien, als wij in onze comfortzone blijven zitten. Daarom zullen wij proberen om nog meer landen aan ons rijtje van 103 landen toe te voegen. Hoe meer spreiding je hebt van je landen, hoe meer spreiding je hebt van je risico’s. En natuurlijk kun je potentieel meer verkopen. Een voorbeeld: Jemen en Libië doen momenteel niet zo heel veel, maar dat wordt opgevangen door andere landen. Syrië staat gek genoeg weer aan de deur te trappelen, nadat het een paar jaar stil heeft gelegen.” Paul geeft aan dat wij het ook nog over Cuba moeten hebben. “De Nederlandse regering bevordert het zaken doen met Cuba. Met succes, want heel veel ondernemers zijn er heen gegaan. Het is vreselijk lastig om er daadwerkelijk iets te verkopen. Maar stel, het is gelukt, dan zegt de bank alsnog ‘dat mag niet.’ Die bank

heeft namelijk ook vestigingen in Amerika en dat land verbiedt het. Einde verhaal. Dat is toch...” Paul maakt zijn zin maar niet af. “We hebben het dan wel over dollars. Zijn de betalingen in euro’s, dan is er meer mogelijk. Maar goed, er komt in november een beurs, waar we toch heen gaan, omdat – zoals het er nu uitziet – de markt over drie à vier jaar open is.” “Terug naar de strategie,” vervolgt Paul. “We gaan kijken of we nog

andere producten op de markt kunnen brengen waar we een toegevoegde waarde aan kunnen geven. Dat er toch een bepaalde innovatie in te vinden is. En misschien moeten we wat verder kijken dan de lastechnische wereld. We hebben toch een netwerk in meer dan honderd landen. Denk bijvoorbeeld aan de slijpschijven die we hebben geïntroduceerd. Die kunnen gewoon in dezelfde dozen in dezelfde containers mee. De logistiek is exact gelijk.”

De magazijnmedewerkers van Hilarius laden een container in de helft van de gebruikelijke tijd. November 2015 / Nr. 403

15



GLOBE MAGAZINE

zitten veel goede mensen, maar het komt ook voor dat ze jouw markt totaal niet begrijpen. Onze eindklanten zijn mensen van de straat, onze distributeurs hebben soms een ander onderwijsniveau dan de gemiddelde Ambassademedewerker. Er ontbreekt daardoor een stuk inlevingsvermogen bij de ambassades, het zijn geen ondernemers, het heeft te maken met de klok en de klepel. Ook in de uitvoerende organisatie van de missies zit een beperkt aantal mensen die een bedrijf gerund hebben. Daardoor mis je wel een stuk ervaring. Trends Wat vindt Hilarius van de stelling ‘waar gelast wordt, gaat het goed in de wereld?’ Johan: “Waar gelast wordt, wordt aan de toekomst gewerkt. Dat is in ieder geval waar.” Paul: “Soms gaat het om vooruitgang. Dus nieuwe schepen, nieuwe bouwconstructies. Maar het kan ook gaan om reparatie. In Jemen, waar we veel elektroden verkochten, is geen geld om nieuwe motoren te kopen. Daar wordt de boel tot op het laatst aan elkaar gelast, maar het is niet direct een voorbeeld van een plek waar het bijzonder goed gaat. Je zou wel kun-

Ruimtevaarder André Kuipers en Fenedex-directeur Bart Jan Koopman tijdens de uitreiking van het predicaat hofleverancier aan Hilarius.

nen stellen, dat waar niet gelast wordt de economie stil ligt.” Johan en Paul concluderen: waar met “kwalitatief hoogwaardige lasmaterialen” gelast wordt, gaat het beter met de economie. Paul verduidelijkt: “In Nicaragua ging het bijvoorbeeld jarenlang slecht en was er geen geld om kwaliteitsproducten aan te schaffen. De elektroden werden in China aangeschaft. Nu zie je dat het met het land weer beter begint te gaan en mensen opeens weer merkkleding gaan kopen, van de fiets naar de auto overstappen et cetera. Ze betalen weer voor kwaliteit. En dat zien wij dan ook weer in onze verkoop terug. Als ik dan op die manier naar de wereld kijk, dan valt Costa Rica op. Ghana gaat die kant op. Daar krijg je een betere middle class. Europa verlaagt nooit zijn standaard, die wil altijd kwaliteit hebben.” “Maar wel tegen Chinese prijzen,” merkt Johan droogjes op. “Terwijl China zelf ook steeds meer voor kwaliteit gaat,” vervolgt Paul. “Latijns-Amerika is voor ons toch de groeiregio. Daar heb je echter wel een lange adem nodig. Je bent zo twee, drie jaar verder voor de grote revenuen komen. Het is investeren, investeren, investeren. In principe doen we dat allemaal uit eigen zak. Alleen in Brazilië kunnen we weinig. Er staat een heel groot hek om dat land. Alleen wat ze zelf niet hebben, mag er in.” Johan: “Je hoort veel ondernemers tegenwoordig zeggen dat de groeibriljantjes in Afrika zitten. Of dat dan ooit global players gaan worden, weet ik niet.” “Voor onze expansie richten wij ons op de landen die in een groeifase zitten, dat zijn voor ons meestal de gecompliceerde landen in Afrika en Latijns-Amerika.Van vele kleine borrels word je ook erg gelukkig.” besluit Paul.

“Wij richten ons op landen in een groeifase.”

Foto: Hilarius Haarlem Holland

Handelsmissies Op de vensterbank van de vergaderkamer waar we zitten, staat een ingelijste foto van de deelnemers aan de handelsmissie naar Brazilië in 2012. Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima, toen nog prins en prinses, staan tussen het gezelschap. Heeft de missie Hilarius veel gebracht? “Die missie was de grootste missie ooit,” begint Paul. “En ons Koninklijk paar is de beste vertegenwoordiger van Nederland die je je kunt voorstellen. Het idee om je klanten mee te nemen naar borrels waar ook het Koninklijk paar aanwezig is, is fantastisch. Je moest alleen al een maand vóór de matchmakingdag doorgeven wie je wilde meenemen. Dat heeft natuurlijk geen zin. Er waren ook veel te veel deelnemers, als het vliegtuig met alle deelnemers zou neerstorten zou de Nederlandse economie een probleem hebben gehad. Het zou veel beter zijn als de matchmaking een half jaar tot een jaar vóór de missie zou plaatsvinden. Dan kun je op tijd de eerste contacten leggen. Als je mensen dán uitnodigt voor de receptie tijdens de handelsmissie krijg je enorme respons. Naar zo’n potentiële klant neem je graag iemand van de ambassade mee. Dat straalt vertrouwen uit. Daar

November 2015 / Nr. 403

17


GLOBE MAGAZINE

RON VAN DER GAARDEN

Fenedex ontvangt regelmatig vragen over dropshipments: leveringen die rechtstreeks van een buitenlandse producent of leverancier naar een eveneens buitenlandse klant gaan. Ron van der Gaarden, winnaar van de Frank Hauwert Trofee, vertelt hoe dropshipments binnen Woodward zijn georganiseerd.

Dropshipments bij Woodward

Project ZERO Woodward is een internationale speler in de wereld van Energy Control Systems. Aan het begin van ons fiscaal jaar 2013 hadden we ons voorgenomen om meer inzage in de logistieke kosten van de wereld­ wijde Woodward-vestigingen te verkrijgen en deze waar mogelijk te reduceren. Dit zette voor ons een veranderingsproces in gang, dat uitmondde in het besluit om bij ons in Hoofddorp geen voorraad meer in beheer te hebben.

bouw in Hoofddorp over een lege productiehal (1200 m2) inclusief een los/laadstation beschikten. Na gedegen onderzoek bleek dat het veel voordeliger zou zijn om de stockroom voor eindproducten en reserveon­ derdelen intern te plaatsen en de goederen op FCA-basis door de door onze klant geselecteerde transporteurs op te laten halen. Hierdoor waren er geen onnodige externe handling- & opslagkosten, hadden we geen onvoorziene of extra transport­ kosten tussen Schiphol-Nieuw-Vennep en Hoofddorp en kon de import/export door drie personen in plaats van vijf uitgevoerd worden. In 2009 hebben wij dan ook het contract met K+N beëindigd. Na een periode van drie jaar ervaring opgedaan te heb­ ben op dit vlak, besloten wij in 2012 nog een stapje verder te gaan. We wilden alle onnodige handelingen en kosten

“We wilden toe naar nul voorraadbeheer.”

Inzage in logistieke kosten krijgen, dat was ons uitgangspunt. Onze vestiging in Hoofddorp ging al snel een stap verder en bekeek ook hoe het magazijn beter en eenvoudiger kon, zonder afbreuk te doen aan de toegevoegde waarde voor de klant. Destijds was ons magazijn in beheer bij Kuehne+Nagel in Nieuw-Vennep, terwijl we in ons ge­ 18

November 2015 / Nr. 403


GLOBE MAGAZINE

“We leveren nu drie tot vier weken sneller.”

Ron van der Gaarden, manager commercial operations bij Woordward.

(‘waste’ in termen van Lean Management) zoveel moge­ lijk reduceren. In wezen waren we namelijk slechts bezig met het bekende ‘dozen schuiven’. We importeerden goederen uit Amerika, Azië en enkele Europese landen naar Nederland, waarvan vervolgens ongeveer 80% weer als export naar onze klanten binnen de EMEA ging. Project zero: nul voorraad in beheer Na drie maanden van gedegen voorbereidende onder­ zoeken werd in februari 2013 het plan Project ZERO voor het Hoofddorp personeel uit de doeken gedaan. Project ZERO behelst: nul voorraad in beheer in Hoofddorp. In maart brachten we onze productievestigingen, toeleve­ rancier en klanten binnen de EMEA op de hoogte: we zou­ den geen interplant verschepingen meer naar Hoofddorp doen en dus ook geen aansluitende verschepingen vanuit Hoofddorp naar onze klanten en distributeurs.

Onze exportbinnendienst zou de volledige orderstroom blijven opzetten en begeleiden, maar de daadwerkelijke uitlevering moest voortaan plaatsvinden op basis van “FCA Woodward Factory” met indicatie van de plaats­ naam van de productievestiging. Voor Project Zero waren en zijn een aantal punten zeer belangrijk. Het is zaak dat de juiste HS-goederencode en land van oorsprong (COO) gehanteerd worden, zodat de klant de juiste invoerrechten betaalt volgens de douane­ richtlijnen in het ontvangende land. De douane moet eenvoudig kunnen zien welke ap­ paratuur of (reserve-)onderdelen zich in een zending bevinden. Deze informatie krijgen we via de leveranciers­ verklaringen die onze afdeling inkoop ontvangt of opvraagt. Voor de bij ons in huis vervaardigde producten raadplegen wij onze wereldwijde eigen engineerafdelingen, die gede­ gen technische kennis hebben van de diverse regulateurs en controlesystemen. Onze verkoopafdeling moet over al deze gegevens kunnen beschikken, zodat op de interne verkooporder en de uiteindelijke factuur de correcte gege­ vens van het te verzenden product staan. Een nieuw en fris logistiek proces De daadwerkelijke stop op de interplant-transactie startte in mei en liep uiteindelijk tot september toen de laatste zeevracht uit Tianjin-China in Rotterdam arriveerde. Daarmee is op 1 oktober 2013 Project ZERO tot een eind gekomen en waren de dropshipments voor onze 124 klanten gerealiseerd. Klanten als General Electric, RollsRoyce, Dresser-Rand, Wartsila, MAN-groep, CATerpillargroep werden door ons exportbinnendienstteam begeleid in de nieuw ontstane situatie. Nieuwe verkoopprijzen, scherpere levertijden en vernieuwde verschepingsafhan­ delingen brachten een geheel nieuw fris logistiek proces voor zowel Woodward wereldwijd als voor al onze klanten teweeg. Dit alles is gerealiseerd in een tijdsbestek van negen maanden. November 2015 / Nr. 403

19


GLOBE MAGAZINE

Besparingen Voor Woodward leverde dat de volgende be­ sparingen en de op LEAN-principes gebaseer­ de winsten op. Door rechtstreeks onze klant te bevoorraden vanuit onze fabrieken op de drie continenten, konden we gemiddeld drie tot vier weken sneller leveren aan de klant. Immers we ontvingen geen zendingen meer van externe leveranciers en ook geen interplant zendingen vanuit de VS (luchtvracht), China (met name zeevracht) en vanuit de diverse vestigingen in Europa (wegvervoer). Op diverse punten viel er opeens een last voor ons weg: het boeken en betalen van interplant-facturen, de inklaringsafhandelingen, transporten via Schiphol, het uitpakken van de ontvangen goederen, stockhandling in- en outbound, voorraadbeheer, herverpakken, export­documenten opstellen etcetera. Tijd en geld speelden hier een grote rol, maar ook een meer klantgerichte aanpak. We konden dankzij Project ZERO ook onze forecast optimaliseren. De vraag van de klant werd direct zichtbaar bij de diverse wereldwijde productielijnen, waardoor er sneller op inge­ speeld kon worden. Er ontstond een veel be­ trouwbaardere leveringssituatie dan voorheen 20

November 2015 / Nr. 403

mogelijk was. Grote fluctuaties werden duide­ lijker waardoor een pro-actieve samenwerking met de klant voor de bouw van de motoren en turbines mogelijk werd. Winst voor de klant Voordelen voor de klant zijn onder andere een snellere beschikbaarheid van de goederen, rechtstreekse levering vanaf de daadwerkelijke fabriek op FCA-basis, zonder tussenkomst van andere vestigingen. Direct de juiste verpak­ king met correcte markeringen waardoor geen herverpakkingen nodig zijn. Tekorten op grote batches kunnen nu gelijk vanuit de fabriek aangevuld worden en deelleveringen behoren nagenoeg tot het verleden. Als Woodward sluiten we met deze vernieu­ wende opzet perfect aan op de supply chain van onze klant. Ons volgende project heet “Project ZERO 2.0” en betreft onze Duitse vestiging in Aken aan de Elbe. Daar gaan we op dezelfde manier kijken wat voor voorde­ len we daar voor zowel Woodward als voor de klanten kunnen bewerk­stelligen op het gebied van de levering van de brandstof­ injectieonderdelen en pompen. Een mooi project voor fiscaal jaar 2016!

Serie dropshipments In deze serie zullen ook nog verschijnen, dropshipments en...: • Logistiek • Incoterms • Douanezaken en oorsprong • Exportdocumenten • BTW



GLOBE MAGAZINE

ESTHER GLERUM-VAN AALST, FLIP VAN DER KRAAN

“Onlangs ontving ik een brief van het Freight Forwarders Settlement. Hierin werd mij verzocht een claim in te dienen. Wat houdt dit in? En is dit verstandig om te doen?”

Freight Forwarders Settlement: meedoen of niet? Misschien heeft u ook een brief inzake het “Freight Forwarders Settlement” ontvangen. In dat geval staat u waarschijnlijk in het klanten­bestand van de expediteurs die in de Verenigde Staten zijn aangesproken op deelname aan een wereldwijd kartel. Dit kartel zou hebben bestaan uit het maken van prijsafspraken en/of het in rekening brengen van toeslagen ten aanzien van verzendingen binnen, naar of uit de Verenigde Staten. Naar aanleiding van deze procedure besloten de expediteurs om een schikking te treffen en een bedrag van $197.6 miljoen in een fonds te storten teneinde hun gedupeerde klanten te compenseren. Via www.freightforwardcase.com vindt u alle expediteurs die deelnemen aan de schikking, evenals andere informatie en FAQ.

Wanneer concurrenten hun prijzen op elkaar afstemmen is er sprake van een kartel. Dit is in veel landen streng verboden omdat de prijs kunstmatig hoog wordt gehouden. Toezichthouders houden streng toezicht en aan karteldeelnemers kunnen enorm hoge boetes worden opgelegd. Daarnaast is het mogelijk dat gedupeerden (concurrenten, afnemers, consumenten) gezamen­ lijk de karteldeelnemers aanspreken op de schade die zij als gevolg van het kartel hebben geleden. Dit wordt ook wel een class action genoemd. Dit laatste is ook gebeurd in de Freight Forward Case. Uiteindelijk is die zaak geschikt door middel van een zogenaamde class action settlement. Als gevolg van deze schikking worden potentieel gedupeerde partijen nu benaderd om hun claim in te dienen

“Kom hoe dan ook in actie.”

22

November 2015 / Nr. 403

en informatie te overleggen. Vervolgens wordt beoordeeld welk bedrag zal wor­ den uitgekeerd. Dit is afhankelijk van het bedrag dat in het fonds is gestort. Naast de mogelijkheid om deel te ne­ men aan de schikking is het ook moge­ lijk om te kennen te geven dat u daarvan afziet, een zogenaamde opt out, of om helemaal niet te reageren op het voor­ stel. Maar dat laatste raden wij u af. Waarom deelnemen aan een schikking? Wanneer u van 2001 tot 4 januari 2011 diensten heeft afgenomen van de expediteurs die deelnemen aan de schikking (zie www. freightforwardcase.com) dan heeft u daar mogelijk teveel voor betaald. U kunt de expediteurs dan aanspreken tot betaling van uw schade. Deelname aan de Freight Forwarders Settlement heeft veel voordelen. Het scheelt veel tijd en kosten aangezien


GLOBE MAGAZINE

u geen lange en kostbare procedures hoeft te voeren. De afhandeling gebeurt in principe tussen u, de expediteur en een team van vier aangewezen Amerikaanse advocaten. Een Amerikaanse rechter houdt toezicht op het verloop hiervan. Daarnaast biedt de schik­ king het gemak dat u in één keer uw schade bij meerdere expediteurs tegelijk kunt verhalen. Door de schikking wordt dus voorkomen dat u procedures zal (moeten) beginnen tegen meerdere partijen in verschillende landen met allemaal weer andere nationale regels. Tot slot is een voordeel dat de schikking wordt afgedaan volgens de beginselen van Ameri­ kaans recht. De class action settlement heeft zijn oorsprong in de Verenigde Staten en is door de jaren heen regelmatig beproefd. Het Amerikaanse recht is in principe een goede keuze voor de afhandeling van een grootscha­ lige schikking. Daarnaast lijkt de kans groot dat iedere deelnemer die een claim indient daad­ werkelijk een bedrag uitgekeerd krijgt, al dienen de claims wel goedgekeurd te worden. Deelname biedt dus snelheid, lage kosten, eenvoud en redelijk veel zekerheid.

Waarom eventueel niet deelnemen aan de schikking? En moet ik dan ook actie ondernemen? Het feit dat claims goedgekeurd moeten wor­ den biedt enige onzekerheid. Zo is het ons niet duidelijk hoe de hoogte van het bedrag wordt vastgesteld. Ook is niet duidelijk of de expedi­ teurs in voorkomende gevallen nog individuele bezwaren kunnen aanvoeren. Ook speelt mee dat de schikking zich op afstand afspeelt waar­ door er minder transparantie is. Tenslotte dient u zich er van bewust te zijn dat, indien u deelneemt aan de schikking, u in principe afstand doet van uw recht om een schadevergoedingsactie in te stellen tegen de karteldeelnemers. U zult actief moeten afzien van de schikking om dit recht te behouden. Later kunt u alsnog deelnemen, maar dan zal er een lager bedrag uitgekeerd worden.

Esther Glerumvan Aalst en Flip van der Kraan zijn beiden advocaat bij Kneppelhout & Korthals en gespecialiseerd in het mededingingsrecht. Kneppelhout & Korthals beschikt over gedegen juridische kennis en ervaring in onder meer kartelzaken en schadeclaims en een wereldwijd netwerk aan advocaten in onder andere de Verenigde Staten.

Wanneer u besluit niet te reageren op de u ­ itnodiging, dan zult u geen schade­ vergoedingsactie meer kunnen instellen in de VS. U heeft dus hoe dan ook een belang om ten minste iets te doen.

November 2015 / Nr. 403

23


GLOBE MAGAZINE

Laat uw innovatie optimaal renderen! Ga strategisch om met Intellectueel Eigendom.

V.O. PATENTS & TRADEMARKS

10 gouden regels

Bescherm uw product Werken aan hoogwaardige technologie betekent continu innoveren om te voldoen aan de vraag van de markt en om concurrentie voor te blijven. Dit vergt visie, durf en doorzettingsvermogen. Maar ook flinke investeringen en onderhandelingen met partners. Door strategisch om te gaan met uw intellectueel eigendom (hierna ‘IE’) versterkt u uw positie en laat u uw innovatie optimaal renderen. IE versterkt niet alleen uw concurrentiepositie, het maakt u ook aantrekkelijker voor partners en biedt mogelijkheden voor licenties of verkoop. Bovendien voorkomt u dat anderen met uw technologie of naam aan de haal gaan. Zo creëert u zekerheid in een fase waarin het er voor uw bedrijf op aan komt.

Hieronder hebben we de 10 gouden regels voor de be­ scherming van uw product op een rijtje gezet.

Bescherming? Maak een bewuste keuze. Wanneer u high-tech producten ontwikkelt met grote investeringen en de bijbehorende risico’s, kan de beslissing om IE-rechten te registreren een no-brainer zijn. Echter, de manier waarop u uw IE beschermt, hoeft niet altijd evident te zijn. Allereerst moet u een keuze maken tussen het beschermen van uw IE, geheimhouden of bewust openbaar maken van uw technologie. De keuze is afhankelijk van uw bedrijfs­ doelstelling; een expert kan u helpen bij het maken van deze keuze.

24

November 2015 / Nr. 403

Bepaal het juiste moment van bescherming. De bewustwording van IE-bescherming is al belang­ rijk bij het begin van uw innovatieproject. Het kiezen van de juiste timing voor het registreren van IE-rech­ ten is minstens zo belangrijk. Een goed moment voor het indienen van een octrooiaanvraag is wanneer een prototype of proof-of-concept is bereikt. Voor merken kunt u een aanvraag indienen bij het betre­ den van de markt. Houd je idee geheim tot IE-bescherming is geregeld. Voor een aantal IE-rechten is het belangrijk dat het product nog geheim is op het moment dat een


GLOBE MAGAZINE

”IE versterkt uw concurrentiepositie en maakt u aantrekkelijker voor partners.”

aanvraag wordt ingediend. Een nondisclosure overeenkomst kan hierbij helpen maar is niet zonder risico’s. En wat te denken van uw medewerkers? Zijn ze zich bewust van de vertrouwelijkheid? Is er een clausule in hun arbeidsovereenkomst op niet-openbaarmaking van bedrijfsgeheimen?

Budgetteer IE-bescherming in uw ondernemingsplan. Het verkrijgen van IE-bescherming vergt een investering. Budgettering van dit onderdeel helpt u bij het effectief uitvoeren van uw IE-strategie. Bovendien bevestigt u hiermee aan investeerders dat u bewust en strategisch omgaat met hun investering: een goed beschermd product vermindert de beleggingsrisico’s. Raadpleeg een octrooi- of merkengemachtigde. Een octrooi- of merkengemachtigde helpt u met alle vragen over hoe u uw IE kunt beschermen, wat het kost, en welke soorten bescherming mogelijk zijn. Maak een teamlid verantwoordelijk voor IE-beleid. Als innovatie onderdeel is van uw bedrijfs­ beleid, is het raadzaam een teamlid ver­ antwoordelijk te maken voor het IE-beleid. Diegene kan worden belast met het bewust worden, bewaken en verhogen van uw inhouse IE-kennis. Versterk uw IE-bescherming door het beschermen van verschillende type IE-rechten. Door verschillende aspecten van uw IE

vast te leggen verhoogt u de sterkte van de bescherming. Denk daarbij aan aspecten die essentieel zijn voor het idee. Elk IE-recht - octrooi, merk, ontwerp of copyright - is een individuele economische troef die waarde kan toevoegen aan uw innovatie.

Raadpleeg online octrooi- en merkdatabases. Online octrooi- en merkendatabases zijn vrij beschikbaar via het internet. Het is raad­ zaam om de kennis uit deze databases te gebruiken tijdens de verschillende fasen van het innovatieproject. Bijvoorbeeld als een bron van inspiratie of om de activiteiten van uw concurrenten te volgen. Onderzoek naar handelsmerken vermindert ook het risico van conflicten na marktintroductie van het product. Bescherm uw IE-rechten actief. De registratie van uw IE-rechten houdt uw concurrentie op afstand, maar inbreuk is hierdoor niet altijd te voorkomen. Als houder van het recht is het uw verantwoordelijkheid om uw IE-rechten te handhaven. Ook dit moet onderdeel zijn van uw IE-strategie. Voorkom inbreuk op IE-rechten van derden. Het beschermen van uw IE is net zo be­ langrijk als het voorkomen van inbreuk door uw bedrijf. In het geval dat u beschuldigd wordt van inbreuk is het raadzaam juridisch advies in te winnen bij een expert.

Checklist Intellectueel Eigendom Deze maand verschijnt de geactualiseerde juridische checklist Intellectueel Eigendom van Fenedex, i.s.m. V.O. Patents & Trademarks en advocaten­ kantoor Buren. Download uw exemplaar op www.exportpublicaties.nl.

 V.O. Patents & Trademarks is een van de grotere dienstverleners in Europa op het gebied van octrooien, merken en modellen. Meer dan zestig specialisten ondersteunen onze cliënten met het maximaliseren van de waarde van hun intellectueel eigendom. www.vo.eu November 2015 / Nr. 403

25


GLOBE MAGAZINE

JOS GIELEN EN MARTIJN VAN DE HEL

Het uitwisselen van informatie tussen ondernemingen is aan strenge regels gebonden. Zorg dat u niet in botsing komt met de ACM.

Mededingingswet

Verboden informatieuitwisseling Mededingingsautoriteiten, zoals de Europese Commissie en de Autoriteit Consument & Markt (“ACM”) hebben steeds meer belangstelling voor de uitwisseling van informatie tussen ondernemingen. Dit betreft zowel informatie-uitwisseling tussen concurrenten als informatie-uitwisseling tussen niet-concurrerende bedrijven, zoals leveranciers en afnemers. In beide gevallen kan dit soms in strijd zijn met het kartelverbod zoals bepaald in artikel 6 Mededingingswet en artikel 101 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Mededingingsautoriteiten kunnen hiervoor hoge (persoonlijke) boetes opleggen, tot maximaal 10% van de (concern) jaaromzet.

Een voorbeeld van verboden informatie-uitwisseling is de boete van meer dan 60 miljoen euro die de Europese Commissie heeft opgelegd aan bananenimporteurs Dole en Del Monte/Weichert. De importeurs wisselden bilateraal referentieprijzen voor bananen in het noordelijke deel van Europa uit. Een vergelijkbare zaak is de boete van meer dan 600 miljoen euro die de Europese ­Commissie aan deelnemers in het badkamersanitair­ kartel heeft opgelegd. Gedurende dit kartel zouden di26

November 2015 / Nr. 403

verse deelnemers tijdens een vergadering van de branche­ organisatie gedetailleerde zakelijke informatie hebben bekendgemaakt. Zo had Villeroy & Boch medegedeeld dat haar uitvoer toenam, er een extra groei van 5% in Duitsland werd verwacht en dat haar omzet in het afgelopen boekjaar met 5,5 procent was gestegen. De overige deelnemers maakten vergelijkbare informatie bekend tijdens de vergadering. De wijze waarop mededingings­ autoriteiten omgaan met informatie-uitwisseling is sterk aan verandering onderhevig. In dit artikel worden de laatste ontwikkelingen en belangrijkste tips besproken. Uitgangspunt

Uitwisseling van informatie tussen bedrijven is in beginsel niet verboden. Sterker nog, het is vaak nodig in het kader van een handelsrelatie, zoals een distributiecontract tussen een producent en een distributeur of retailer. Zelfs de uitwisseling van informatie tussen concurrenten wordt in beginsel geacht pro-competitief en efficiëntiebevorderend te zijn. Zo kan het bedrijven bijvoorbeeld toegang geven tot informatie die daarvoor niet voor hen toegankelijk was (waardoor zij beter kunnen presteren). Ook kunnen bedrijven wellicht beter inspelen op marktontwikkelingen (zoals nieuwe


GLOBE MAGAZINE

technologieën). Tevens kan informatie-uitwisseling tot efficiëntieverbeteringen of kostenbesparingen leiden doordat bedrijven zich kunnen vergelijken met anderen (via een benchmark) en bepaalde kosten kunnen vermijden. Risico’s

Uitwisseling van informatie kan de concurrentie echter ook beperken. Dit is het geval indien het inzicht geeft in (individuele) marktstrategieën van concurrerende bedrijven, waardoor de gewenste onzekerheid over het marktgedrag kan verdwijnen. Hierbij moet u denken aan de uitwisseling van concurrentiegevoelige (lees: (bedrijfs)strategische) informatie over bijvoorbeeld prijzen en klanten. Deze uitwisseling kan op verschillende manieren plaatsvinden: rechtstreeks, via een gezamenlijke instantie (zoals een branchevereniging) of via een derde (een onderzoeksbureau of een leverancier/afnemer). Zelfs het eenzijdig of eenmalig doorgeven van informatie kan al verboden zijn. Een bedrijf dat concurrentiegevoelige informatie van zijn concurrent ontvangt wordt geacht dit te hebben aanvaard en zijn marktgedrag te hebben aangepast, tenzij hier expliciet afstand van is genomen. Benchmark

Het is ondernemingen toegestaan hun prestaties met elkaar te vergelijken (benchmarking) en hiervoor informatie uit te wisselen, mits deze informatie niet herleidbaar is tot individuele bedrijven of de informatie niet actueel is (ouder dan 1 jaar). Het is bedrijven ook toegestaan informatie bij derden, zoals

een marktonderzoeksbureau in te kopen. Dit kan ook gezamenlijk, mits andere concurrenten niet worden benadeeld (bijvoorbeeld omdat de informatie essentieel is om op de markt actief te zijn) en de gezamenlijk inkoop geen doorgeefluik van concurrentiegevoelige informatie betreft. Bedrijven moeten wel terughoudend zijn bij het gezamenlijk bespreken en verwerken van de resultaten. Zo mag er bijvoorbeeld geen gezamenlijke conclusie getrokken worden over het gewenste prijsbeleid. Commerciële samenwerking

Voor bedrijven die op legitieme wijze met elkaar samenwerken, zoals in het geval van distributie, franchise of een productiesamenwerking (joint venture) is het veelal noodzakelijk om informatie met elkaar te delen. Dit is toegestaan, zelfs als de bedrijven concurrenten van elkaar zijn. In dit laatste geval is het wel verstandig alleen die informatie te delen die noodzakelijk is voor de samenwerking. De informatieuitwisseling mag niet tot een heimelijke afstemming of concurrentieverstoring leiden (zoals een afspraak over de verkoopprijs of een verdeling van klanten). Om ieder risico te vermijden kan worden overwogen een geheimhoudingsclausule of samenwerkingsprotocol op te stellen om te verzekeren dat de informatie niet voor andere doeleinden mag worden gebruikt. Hub and spoke

Het is concurrenten (ook) niet toegestaan om concurrentiegevoelige informatie via derden uit te wisselen. Denk hierbij aan prijsinformatie van November 2015 / Nr. 403

27


GLOBE MAGAZINE

een concurrent die via een klant of leverancier wordt gedeeld. Een voorbeeld is een “belrondje” van een leverancier naar zijn distributeurs over de voorgenomen verkoopprijzen van andere distributeurs (of andersom). Ook dit kan de onzekerheid over het marktgedrag tussen concurrenten wegnemen en wordt een hub and spoke (spaakwiel) kartel genoemd. Dit betreft een (meer) subtiele en effectieve vorm van collusie zonder dat er rechtstreeks contact tussen concurrenten is. Deze samenspanning is juridisch complexer dan de “klassieke kartels” waarbij rechtstreeks prijsafspraken worden gemaakt. Contact tussen een leverancier en een distributeur is in beginsel legitiem. Het doorgeven van prijsinformatie kan ook onderdeel van gebruikelijke (inkoop)onderhandelingen (“leuren met offertes”) en juist pro-competitief zijn. De grens tussen het verzamelen van marktinformatie en afstemming van gedrag is hierdoor niet altijd eenvoudig te trekken. Van doorslaggevend belang om te spreken van een hub and spoke kartel is dan ook de wetenschap van de bedrijven en de context van de uitwisseling. Het moet voldoende aannemelijk zijn dat partij A informatie aan partij B geeft met het oog op doorgifte aan partij C (concurrent van partij A). Ook moet vaststaan dat partij B de informatie heeft doorgegeven en dat partij C van de achtergrond hiervan op de hoogte is. Tevens moet vaststaan dat partij C de informatie ook heeft gebruikt. Dit is een relatief zware toets. Signalling

Een relatief nieuw fenomeen is het zogenoemde signalling (vlaggen). Het is bedrijven in beginsel toegestaan publieke uitlatingen te doen over hun beleid of marktstrategie (bijvoorbeeld via de pers of vakbladen). Dit ligt echter genuanceerder indien concurrenten hierop reageren en de uitlatingen onderdeel uitmaken van een mogelijke strategie om (alsnog) tot coördinatie van marktgedrag te komen. Ook signalling is juridisch complex. Uit de wet en rechtspraak vloeit voort dat voor een overtreding van het kartelverbod (wederkerig) contact tussen bedrijven is vereist dat tot een beïnvloeding van marktgedrag kan leiden. Het is de vraag of het verbod wel van toepassing kan zijn als van (echte) coördinatie of afstemming van gedrag geen sprake is geweest. Ook is nog 28

November 2015 / Nr. 403

onduidelijk welke informatie hier precies onder kan vallen en wat onder publieke uitlatingen moet worden verstaan. Tevens is nog onduidelijk of en hoe concurrenten geacht worden afstand van publieke uitlatingen te moeten nemen. De Europese Commissie is een onderzoek gestart naar signalling in de containerlijnvaart, wellicht dat deze zaak meer duidelijkheid zal brengen in dit vraagstuk.

Martijn van de Hel is partner bij Maverick Advocaten. Jos Gielen is advocaat bij Maverick Advocaten.

Prijsindexen

Toezichthouders hebben de laatste tijd ook veel belangstelling voor prijs­indexen en prijsnoteringen. Steeds vaker worden er boetes opgelegd aan bedrijven die proberen dergelijke indexen of noteringen te manipuleren. Een voorbeeld zijn de boetes die door de Europese Commissie aan verschillende banken zijn opgelegd voor het beïnvloeden van de interbancaire rentetarieven (o.a. Libor en E ­ uribor). Ook loopt er een onderzoek van de Europese Commissie naar mogelijke manipulatie van prijsindexen in de olie- en biobrandstofsector. Daarnaast onderzoekt ACM momenteel verschillende prijsindexen, waaronder in de agrarische sector. Of hierbij sprake is van een overtreding van de mededingings­regels zal onder meer afhangen van de opzet van de prijsindex, de informatie die wordt gedeeld en vooral het doel of effect van de prijsindex.

“Wissel alleen noodzakelijke informatie uit en bouw waarborgen in om verboden uitwisseling tegen te gaan.”

Tips

Om het risico op overtreding van het kartelverbod en een boete te voorkomen is het verstandig voorzichtig te zijn met het verstrekken van concurrentiegevoelige informatie aan concurrenten (ook via derden). Verstrek alleen informatie voor zover noodzakelijk en bouw indien mogelijk waarborgen in om verboden uitwisseling tegen te gaan (bijvoorbeeld door een non-disclosure agreement te sluiten). Neem direct en expliciet afstand van concurrentiegevoelige informatie die onnodig van een concurrent (ook via derden) wordt verkregen. Leg dit indien mogelijk schriftelijk vast (in ieder geval intern).


GLOBE MAGAZINE

4 november 2015 Spant! Bussum

  Schrijf

u in voor het Nationaal Export Event 2015. Dé dag voor iedereen die internationaal zaken doet.

Graag nodigen wij u voor het Nationaal Export Event 2015 op 4 november aanstaande. Een evenement om niet te missen! Stel uw eigen programma samen U heeft de mogelijkheid uw eigen programma samen te stellen. Op het inschrijfformulier kunt u aangeven aan welke onderdelen van het Event u deel wilt nemen, welke workshops u wilt volgen en of u adviesgesprekken met de aanwezige Ambassades en specialisten wilt aangaan. U kunt zich inschrijven via www.nationaalexportevent.nl Workshoprondes Tijdens het Event kunt u twee verschillende workshops volgen. Tijdens deze interactieve sessies staat de dagelijkse praktijk centraal. De sprekers hebben stuk voor stuk een voortrekkersrol binnen hun vakgebied. U heeft de keuze uit de volgende onderwerpen:

Onderwerpen workshops 1. Kansen in de internationale groothandel 2. Hoe betrek ik de locale economie in mijn marktonderzoek 3. Exponentieel groeien door een klantgerichte in plaats van landgerichte aanpak 4. Nieuwe Europese douane wetgeving: consequenties voor uw bedrijf 5. Onderhandelen met Spaanstalig Latijns-Amerika 6. Ken je de spelregels van verantwoord internationaal zaken doen? Speel mee met de Hoezo-OESO?-spelshow 7. Groeikansen in Centraal- en Oost-Europa 8. Gezonde voeding en internationalisatie 9. Samen grenzen verleggen Programma 09:30 uur 10:30 uur 10:45 uur 11:00 uur 11:15 uur 11:45 uur 12:45 uur 14:00 uur 15:30 uur 17:00 uur 17:15 uur 10:00 -17:30 uur

Ontvangst Welkom met Rens de Jong Verrassende Keynotespreker Uitdagingen voor Nederland handelsland door Marieke Blom, ING Uitreiking DHL Export Trophy Workshopronde 1 Lunch Workshopronde 2 Export Draait Door Show Finale Exportmanager Award Netwerkborrel Internationaal Ondernemen De gehele dag individuele gesprekken met medewerkers Nederlandse Ambassades en specialisten internationale handel

Doelgroep Het Nationaal Export Event is uitsluitend bedoeld voor exporterende ondernemingen, zowel startend als ervaren. Informatie en inschrijven www.nationaalexportevent.nl Toegang Kosteloos (wij werken voor dit event met een no-show fee van 225 euro)

November 2015 / Nr. 403

29


GLOBE MAGAZINE

ERIK PENTINGA

De gezondheidszorg is wereldwijd een belangrijke groeisector. Wat zijn de trends en waar liggen de kansen?

Kansen in de gezond­heidszorg Wereldwijd is er steeds meer aandacht voor gezondheidszorg. De World Health ­Organisation (WHO) schat de wereldwijde uitgave aan zorg op 6,5 triljoen US dollar in 2014. De verwachting is dat deze uitgave de komende jaren zal blijven stijgen. Reden hiervoor is dat elk land ter wereld, ongeacht de welvarendheid, wordt geconfronteerd met uitdagingen in de zorg. Hierdoor is er een enorme behoefte aan innovatieve en duurzame oplossingen die bijdragen aan de toegang, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg.

Ontwikkelde landen staan voor de uitdaging om de stijgende zorgkosten te beheersen zonder dat de vooruitgang in de kwaliteit van zorg daaronder leidt. In bijvoorbeeld Duitsland, Denemarken, de Verenigde Staten en ook Nederland zien we ontwikkelingen zoals vergrijzing en een toename in chronische aandoeningen. Hierdoor is er een concrete vraag naar kennis en oplossingen binnen bijvoorbeeld Medische Technologie en E-Health, om efficiënt en effectief om te kunnen gaan met de zorgbehoefte en zorgprocessen. In opkomende landen zien we twee belangrijke trends. Enerzijds zorgt een toenemende welvaart en opkomende middenklasse voor de vraag naar kwalitatief hoogwaardige zorg. In China, India en Indonesië investeren zowel de overheid als private partijen stevig om te kunnen voldoen aan deze vraag. Anderzijds is toegang tot zorg voor alle inwoners van een 30

November 2015 / Nr. 403

land (Universal Health Coverage) een belangrijke prioriteit voor overheden. Indonesië heeft bijvoorbeeld dit doel gesteld voor 2019. Dit creëert een vraag naar kennis en expertise op beleidsniveau en voor het bouwen, inrichten en operationeel krijgen van de zorginfrastructuur. Populaire exportbestemmingen Uit onderzoek van Task Force Health Care naar populaire exportbestemmingen en groeimarkten blijkt dat de Europese buurlanden Duitsland, Verenigd Koninkrijk en België al jaren de traditionele top 3 vormen. Buiten Europa gelden de Verenigde Staten en China als de belangrijkste exportmarkten. Het overgrote deel van de bedrijven exporteert naar meer dan één land. Startende exporteurs tasten vaak eerst de buurlanden af. De exportgroei wordt met name verwacht in alle genoemde populaire exportmarkten. Zakendoen in gezondheidszorg De gezondheidszorg wordt in ieder land op een eigen wijze georganiseerd. Het vinden van de juiste partijen om zaken mee te kunnen doen vormt an sich vaak al een uitdaging door verschillen in de structuur en werking van zorg­ systemen, vergoedingsstelsels en aanbestedingen. In veel landen zien we daarnaast een scheiding tussen publieke en private zorgverlening met verschillende prioriteiten en manier van zakendoen. Een goede marktverkenning en in snel contact komen met relevante zakenrelaties is van belang om uw kansen in te kunnen schatten.

Cursus Export in Healthcare Task Force Health Care en Fenedex organiseren 10 en 11 december en bijzondere cursus, gericht op kansen, keuzes en exportaanpak voor de healthcare-sector. Meer info: www.exporttrainingen.nl

Erik Pentinga is als Project en Programma Manager werkzaam voor de Task Force Health Care, hét Nederlandse platform voor de Life Sciences & Health sector. Hij houdt zich voornamelijk bezig met de ontwikkeling en uitvoering van exportbevorderende activiteiten in Nederland en het buitenland.


GLOBE MAGAZINE

ARLETTE VAN DER VLIET

Na een aantal jaren exporteren rijst bij ondernemers vaak de vraag hoe het bedrijf op een verantwoorde wijze verder kan groeien. Doen we het wel goed? Een SIBtraject helpt de juiste antwoorden te vinden.

SIB

Een export­strategie nader bekeken HC Barcol-Air, onderdeel van de HC Groep (sinds kort deel van SIG Air Handling), exporteert al ruim 20 jaar luchtverdeel­producten voor het regelen van een optimaal binnenklimaat. Als vakspecialist geniet HC Barcol-Air in zowel het binnen- als buitenland een goede reputatie. Kortom, geen reden tot klagen. Het werd echter tijd om de huidige exportstrategie klaar te stomen voor de toekomst. Globe Magazine sprak met Lars Wiersma, Technical Director & Export Manager, over de wijze waarop HC ­­Barcol-Air dit proces heeft aangepakt. Waarom is besloten om de exportstrategie onder de loep te nemen? Lars: “Onze export was op een dusdanig punt aangekomen, dat er weloverwogen, nieuwe stappen nodig zijn om deze op een juiste en gezonde manier verder te kunnen laten groeien. Een evaluatie van de huidige strategie was daarbij wenselijk. Door een onafhankelijke partij onderzoek te laten plegen, wilden wij inzicht krijgen in de vraag of het huidige exportproces op de juiste wijze wordt uitgevoerd. De uitnodiging van Fenedex of om mee te doen aan het kosteloze coachingstraject van RVO.nl ‘Starters International Business (SIB)’ kwam precies op het juiste moment. Tijdens een interessante bespreking zijn de

mogelijkheden van een dergelijk traject met ons doorgesproken.”

SIB

“Aansluitend heeft Fenedex ons in contact ge­ bracht met SIB-coach Eric Oving van Business Boost International. Eric geniet veel ervaring de export, is duidelijk in zijn communicatie en heeft een proactieve houding, kortom een prettig iemand om mee samen te werken. Na een aantal gespreksessies bij ons op kantoor, ontvingen wij hiervan een korte samenvat­ ting. Vervolgens heeft Business Boost verder zelfstandig onderzoek gedaan. Denk hierbij aan deskresearch, het afnemen van interviews en informatievergaring via www.rvo.nl. Ongeveer een maand later ontvingen wij de eerste versie van zijn rapportage inclusief conclusies en waardevolle aanbevelingen. Dit plan geeft een duidelijk onderbouwde strategie weer. Tevens is er een partnerprofiel opgesteld, zijn de market drivers in kaart gebracht en is het aangevuld met een stukje marktonderzoek.”

De regeling Starters International Business is een coachingtraject van RVO.nl dat in drie stappen naar een internationale aanpak leidt. RVO.nl werkt hiervoor samen met verschillende organisaties, waaronder Fenedex. Met een adviseur onderzoekt u de mogelijkheden en risico’s in het buitenland. Samen werkt u naar een actieplan toe. Bent u ook geïnteresseerd in wat het SIB-traject voor uw organisatie kan betekenen? Neem dan contact op met Frank Peterse op 070-330 56 86.

Kortom, het SIB-traject levert een toegevoegde waarde? “Als bedrijf kunnen wij onder meer op basis van de ontvangen rapportage onze stra­ tegie voor de komende jaren verder formuleren. Wij gaan hier op korte termijn actief mee aan de slag, zodat HC Barcol-Air zeker klaar is voor de toekomst.” November 2015 / Nr. 403

31


GLOBE MAGAZINE

FRANNIE FLINTERMAN

Globe Magazine spreekt met Nadine Woord van Lehnkering Logistics over de papierwinkel bij export. Lehnkering is actief gebruiker van de poster exportdocumenten, die Fenedex heeft ontwikkeld met trainer Ivo Veraart.

Zicht op uw export足 documenten Nadine Woord is teamleader export en samen met haar achtkoppige team verantwoordelijk voor exportzendingen van klanten van Imperial Supply Chain Solutions. Van het eerste klantcontact, de planning, de logistieke operatie tot de bijbehorende documentatie. Nadine Woord, teamleader export

Over Lehnkering L 足 ogistics B.V. Lehnkering Logistics is een logistiek dienstverlener, met name actief in de chemische industrie. Sinds 1 juli 2015 maakt zij onderdeel uit van de divisie Imperial Supply Chain Solutions binnen het wereldwijde concern Imperial Logistics International. Zij biedt haar klanten complete supply chain solutions, van vervoer via alle modaliteiten, warehousing, tot het verzorgen van de douane-aangiftes en alle formaliteiten. 32

November 2015 / Nr. 403

Fenedex ontvangt praktisch dagelijks vragen van exporteurs over exportdocumenten, ook onze training over exportdocumenten is al sinds jaar en dag goed bezocht. Wat is jullie ervaring met de papierwinkel bij export, is deze complex? Op zich is het werken met exportdocumenten niet zo complex, mits je je van te voren goed voorbereid! De juiste kennis moet wel in huis zijn. Wij stellen aan onze medewerkers dan ook een minimumopleidingseis zodat zij in ieder geval beschikken over de eerste exportkennis, en met aanvullende trainingen wordt deze

kennis dan verder verdiept en continu up to date gehouden. Deze kennis is voor ons belangrijk om onze klanten goed te kunnen informeren en adviseren. Lopen jullie wel eens tegen ingewikkelde exporttransacties van klanten aan? Het wordt ingewikkelder wanneer er meerdere partijen uit verschillende landen binnen en buiten de EU bij een transactie betrokken zijn. Bijvoorbeeld een handelaar die inkoopt in Zwitserland, zelf assemblage doet in Nederland en verkoopt aan een Chinees bedrijf. Dan krijg je te maken met veel variatie in de exportdocumenten, van douane- en transportdocumenten tot de oorsprongsbepaling en oorsprongsdocumenten. Dan kost het een stuk meer tijd om uit te zoeken welke documenten precies nodig zijn. Het is van belang dat je van te voren op een rijtje hebt welke documenten in het traject vereist zijn, zodat je


GLOBE MAGAZINE

De poster ‘Documenten bij export’ is door auteur Ivo Veraart samen met Fenedex ontwikkeld.

niet voor verrassingen komt te staan tijdens het logistieke traject. Daarom lopen wij al bij de opmaak van de offerte samen met de klant het hele traject langs. Wat is de aard van de goederen, waar komen ze precies vandaan, wat is de oorsprong en waar gaan ze precies naartoe? Hiermee kunnen we missers voorkomen. Wat zijn de consequenties als er toch een keer documenten ontbreken of niet goed zijn opgemaakt? Het grootste gevaar zit in foutief opgemaakte of ontbrekende exportdocumenten. Als dit het geval is, leidt dit praktisch altijd tot vertraging in de haven van bestemming, wat een financieel risico met zich meebrengt. Het laatste wat je wilt, is dat de vertraging leidt tot het stil komen liggen van het productieproces van je klant. Goed ingerichte systemen kunnen je daarbij helpen, maar het blijft mensenwerk!

De exportdocumentenposter van Fenedex hangt bij jullie aan de wand, is hij onmisbaar in jullie werk? De exportdocumentenposter is voor ons een hele praktische tool die we dagelijks gebruiken. Hij geeft een duidelijk en visueel sterk weergegeven overzicht van het hele exportproces en de belangrijkste documenten die daarbij voorkomen. Hij geeft je dan ook goed inzicht in waar je rekening mee moet houden en wat wanneer nodig is. De poster bestaat uit 4 fases: het sluiten van de koopovereenkomst, export, transport en import. Daarnaast worden ook een aantal logistieke dienstverleners beschreven. Hiermee wordt hun rol in de logistieke keten verduidelijkt. De poster hangt inderdaad op de afdeling aan de wand zodat iedereen er zicht op heeft. Dagelijks checken we wel even: hoe zat het ook alweer?

“Export­ documenten zijn mensenwerk”

Auteur Ivo Veraart over de export­documenten­poster “In het verleden heb ik gewerkt bij een adviesbureau op het gebied van douanezaken en diverse functies vervuld bij de exportafdeling van Heineken. Ik heb daar ervaren dat het ontzettend lastig is om te doorzien wat er allemaal nodig is aan documenten en papieren bij export. In trainingen die ik regelmatig voor de Fenedex verzorg heb ik gemerkt dat mensen het in het algemeen sneller oppikken als je dit soort onderwerpen uitlegt in eenvoudige taal, en met behulp van visuele ondersteuning (schema’s). Zo kwam ik op het idee om de papierwinkel te structureren in de vorm van een wallchart, en een aantal documenten te behandelen aan de hand van eenvoudige voorbeelden.”

Ook de poster op kantoor? Wilt u ook meer overzicht krijgen in de stroom aan exportdocumenten? Bestel dan onze handige poster en hang hem op kantoor! www.exportpublicaties.nl November 2015 / Nr. 403

33


GLOBE MAGAZINE

ELMAR OTTEN, MARIANNE ELISSEN

Hoewel Nederland met een aanzienlijke werkeloosheid kampt, wijken veel productiebedrijven voor het werven van technisch personeel uit naar het buitenland. Waarom: in Nederland zijn ze vrijwel niet meer te vinden.

Ontmoetingen

Ontmoetingen Nog altijd is ‘made in the ­Netherlands’ een aanbeveling in de wereld, maar Nederlandse productie­bedrijven hebben het steeds moeilijker om goed technisch personeel te verwerven. Globe Magazine nodigde Dick ­Pelskamp, HR-manager bij ­Kinkelder, en Jeroen Hofstra, Vice President Global HR bij VMI, om met elkaar in gesprek te gaan. Dick: “De hoofdactiviteiten van

Kinkelder zijn hardsolderen en profielslijpen. Het technisch productiepersoneel daarvoor werven we in Duitsland. Daar zijn nog mensen met enigszins relevante kennis en ervaring te vinden. Het Nederlandse publieke opleidingsysteem schiet hopeloos te kort.” Jeroen: “Ook VMI heeft moeite met het vinden van technisch personeel. Niet alleen voor productie, maar met name ook voor R&D en Order Engineering. Wij ontwikkelen, maken en installeren complexe productiemachines, met name voor de bandenindustrie. Voor productie in Nederland kunnen we over het algemeen nog steeds voldoende capaciteit vinden 34

November 2015 / Nr. 403

op de Nederlandse arbeidsmarkt. Daarnaast hebben we ook productievestigingen in China en Polen. Dat is enerzijds om dichter bij klanten en leveranciers te zitten maar anderzijds ook omdat we daar nog voldoende goede werknemers kunnen vinden tegen de juiste kosten. Voor goed opgeleide en ervaren engineers kijken we wel actief over de landsgrenzen. Op ons hoofdkantoor in Epe werken inmiddels meerdere medewerkers uit landen zoals Polen, Spanje en zelfs uit Mexico. Wat het bij ons wel lastig maakt, is dat VMI relatief onbekend is op de arbeidsmarkt. We maken geen consumentenproducten en produceren vrijwel volledig voor de export in nichemarkten.” Dick: “Dat herken ik wel. Ik probeer het probleem op bescheiden schaal met employerbranding te aan te pakken. Zo draait er bij ons in de bioscoop in Zevenaar bij geselecteerde films een reclamespotje van ons, we adverteren in lokale bladen en gebruiken onze site. Verder, omdat we tegenover station Zevenaar zitten, maak ik gebruik van banners op onze gebouwen waarin we melden personeel te zoeken en grijp ik iedere kans aan om via media-

uitingen als werkgever in beeld te komen.” Jeroen: “Onze ervaring is dat techneuten vooral na persoonlijk contact enthousiast worden voor een baan bij VMI. We proberen dus het netwerk van onze eigen medewerkers in te zetten, maar dat komt slechts mondjesmaat van de grond. Herken je dat?” Dick: “Ik herken dit en maak ook zeker gebruik van de eigen mede­ werkers. We bieden regelmatig aanbreng­premies aan, communiceren alle vacatures ook intern. Voor de productie­functies levert dit best redelijke resultaten op. Met HBO-functies hebben we, ook vanwege de beperkte aantallen, tot op heden weinig resultaten via de eigen medewerkers.”

Uitgestalde zaagbladen bij Kinkelder.


GLOBE MAGAZINE

Ontmoetingen

Productielijn voor banden van VMI.

Jeroen: “We hebben gemerkt dat

technisch ervaren mensen in de afgelopen jaren van recessie nog minder geneigd zijn om van baan te wisselen. Lukt het jullie om deze groep te interesseren?” Dick: “Senior techneuten zijn – in voetbaltermen – geen ‘lopers’. Als we ze toch kunnen overhalen is dat dankzij onze goede reputatie als werkgever (high-tech productieapparaat, goede werksfeer, dat we een ronduit gezond bedrijf zijn die een meer duurzame job kan bieden). We bereiken de productiemensen via lokale wervingsacties en de hoger opgeleide mensen via geselecteerde searchbureaus.” Dick: “Wij hebben onze beloningsstructuur aangepast om de intern opgeleide, betere, medewerkers te behouden. Hebben jullie dat ook gedaan?” Jeroen: “Ons productieproces is steeds meer mechatronisch ingericht. Medewerkers die de (interne) opleiding daarvoor afronden, hebben ook een hoger salarisperspectief. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan het ‘boeien en binden’ van onze medewerkers door het creëren van een zo goed mogelijke werksfeer en het bieden van een aantrekkelijk totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden.” Jeroen: “Bij VMI zijn uitzend- en detacheringsbureaus de afgelopen jaren een steeds grotere rol gaan spelen. We hebben bewust een grote flexibele schil, die door de bureaus

wordt ingevuld. Voor de vaste vacatures vinden we het echter vaak jammer en onnodig kostbaar als kandidaten ons via een bureau weten te vinden. We hebben daarom besloten een eigen recruitmentafdeling op te zetten en veel energie te stoppen in contacten met hoge scholen en universiteiten.” Dick: “Ik maak momenteel nauwelijks gebruik van uitzend- en detacheringsbureaus. Wij zoeken over het algemeen MBO-opgeleide mensen in de productietechniek (BBL-ers). De bureaus kunnen slechts zeer beperkt mensen met voldoende startkwaliteiten aanbieden en bovendien vinden wij ze dan voor de uitzendperiode veel te duur, gelet op hun bijdrage aan onze productie. Maar ik herken jullie probleem wel degelijk en verwacht dat we in de toekomst ook zeker oplossingen zoals een recruitmentafdeling, die ook internationaal zoekt, moeten overwegen. Ondertussen hebben we onze interne opleidingsorganisatie flink opgetuigd. We hebben een eigen Bedrijfsleermeester, die onze BBLers (red: studenten van de beroeps­ begeleidende leerweg) begeleidt, opleidingsdocumentatie samenstelt en opleidingsworkshops geeft.” Jeroen: “Wij zijn mede-initiatiefnemer van De Techniek Academie in Harderwijk. Dit is een samenwerkingsverband van verschillende bedrijven in de regio, die samen met ROC Landstede diverse BBL-

leertrajecten aanbiedt aan jonge mensen. Feitelijk een bedrijfs­school, maar dan voor meerdere bedrijven. Wij zijn erg tevreden over dit initiatief. Het geeft ons de mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het opleidingstraject en al in een vroegtijdig stadium een beeld te krijgen van de potentie van de leerling. Hierdoor is de aansluiting tussen opleiding en latere werkpraktijk veel beter.” Dick: “BBL-ers hebben wel héél intensieve begeleiding van onze kant nodig om ze te laten slagen voor hun diploma. Hoe vinden jullie de samenwerking met het ROC gaan?” Jeroen: “Bij ons loopt dat via de Techniek ­Academie. Leerlingen treden in eerste instantie daar in dienst en worden bij ons gedetacheerd. We besteden veel aandacht aan werving en selectie en hanteren ook een proefperiode. Desondanks kost het veel tijd en aandacht, maar we geloven dat het de moeite waard is om deze energie te investeren. ‘Eigen kweek’ levert vaak goed inzetbare en betrokken werknemers op.” Jeroen: “De instroom in het technische onderwijs is ondanks alle inspanning van overheid en bedrijfsleven nog steeds lager dan de toekomstige behoefte aan technisch personeel. Als VMI proberen wij hier wat aan te doen door op grote schaal kinderen al op de lagere school kennis te laten maken met ons bedrijf en werken in de techniek. Wij zien dit als een langetermijninvestering.” Dick: “Helemaal mee eens. We doen met Kinkelder mee aan Techniekdagen, sponsoren ROC-acties om studenten aan te trekken, houden regelmatig excursies en bieden (snuffel) stages aan voor leerlingen van verschillende basisopleidingen.”

Kinkelder Als producent van industriële cirkelzaagbladen biedt Kinkelder op maat gesneden oplossingen voor iedere verspaningsprofessional. www.kinkelder.com

VMI Group VMI ontwikkelt, maakt en installeert complexe productiemachines, met name voor de bandenindustrie. www.vmi-group.com November 2015 / Nr. 403

35


GLOBE MAGAZINE

Q&A

Export matters Btw-vraagstuk Canarische Eilanden “Wij hebben een order waarbij de containers van Nederland naar de Canarische Eilanden gaan (Incoterm® is FOB Rotterdam). Echter, de Canarische Eilanden zijn een uitzonderingsgebied binnen de EU. Nu wil de klant dat wij aan hun Engelse B.V. met Engels btw-nummer factureren. Het bedrijf op de Canarische eilanden is nog in oprichting en nog niet statutair klaar voordat wij gaan leveren. Kunnen wij gewoon factureren aan het Engelse bedrijf? En betreft het hier een intracommunautaire levering?”

► Yoan Chung Accountmanager bij het Kennisen Adviescentrum Fenedex. “Samen met mijn collega’s beantwoord ik jaarlijks meer dan duizend vragen van aangesloten leden. Regelmatig met de hulp van andere leden. Het verrast me telkens weer dat zoveel bedrijven hun exportervaringen willen delen.” 36

November 2015 / Nr. 403

De Canarische eilanden worden voor de heffing van btw als niet-EU-land be­ schouwd. Derhalve is het geen intracom­ munautaire levering en is de vraag wel / geen Brits btw-nummer niet relevant. Het enige dat telt is: kan de leveran­ cier de export aantonen aan de hand van vervoersbescheiden? Omdat FOB Rotterdam wordt geleverd zal de koper het vervoer regelen. Je bent dus afhankelijk van de koper of die de documenten achteraf verstrekt. Wanneer FOB Rotterdam is afgesproken moet de verkoper de uitvoerformaliteiten (zelf of een d.m.v. een douane-expediteur) verzorgen en daarmee kan de status van export worden aangetoond. Is dat het geval, dan geldt 0% ter zake van export. Btw-technisch kan er gewoon worden gefactureerd aan een Engels bedrijf, ook al gaan de goederen naar een ander


GLOBE MAGAZINE

Q&A

land. Als uit de factuur maar duidelijk blijkt dat het 0%-tarief ter zake van export wordt toegepast. TIP: Voor btw informatie en/of advies heeft Fenedex een samen­ werking met BTW-PLAZA / Van Driel Fruijtier btw-specialisten. Fenedexleden kunnen gratis toegang krijgen voor het onderdeel Internationaal en Logistiek op het online platform BTW Plaza. Voor meer informatie, kijk op: http://www.fenedex.nl/van-drielfruijtier-ledenvoordeel.html.

Statistische waarde bij uitvoer “Wij hebben een FCA-zending van zo’n 10.000 kg aan materialen naar Rusland. Deze zijn tijdens een fysieke controle geïnspecteerd door de douane. Bij het afhandelen van de aangifte na de inspectie kwam een douanebeambte erachter dat de statistische waarde niet zou kloppen. De statistische waarde was namelijk gelijk aan de factuurwaarde, wat niet zou kunnen bij een FCA-zending. Volgens de beambte zouden de eventuele transportkosten tot aan de Nederlandse grens hier ook bij opgeteld moeten worden omdat het een FCA-zending betreft. Zoals ik het zie, hebben voor ons de goederen dezelfde waarde in ons magazijn als aan de Nederlandse grens. Wij maken namelijk geen kosten voor het transporteren van de goederen. Het argument van de Douane is dat hier met het oog op AGS3

voortaan strenger naar gekeken gaat ­worden, omdat het dan wel verplicht ingevuld zou moeten worden. Klopt dit? Kan Fenedex hier een licht op schijnen en laten weten of wij het al jarenlang verkeerd doen?” De douane-ambtenaar heeft helemaal gelijk! De statistische waarde bij uitvoer is gelijk aan de waarde van de goederen op de plaats en op het tijdstip waarop zij het statistische registratiegebied van de lidstaat van uitvoer verlaten. In de statistische waarde worden alleen de bijkomende kosten, zoals vervoer- en verzekerings­kosten, begrepen die betrekking hebben op het traject dat bij uitvoer zich op het statistische registratiegebied van de lidstaat van uitvoer bevindt (bron: Communautair Douane Wetboek). Praktisch wordt dit inderdaad wel lastig, maar er wordt toegestaan om met vaste uplift percentages te werken, dat wil zeggen bijvoorbeeld 1% van de factuurwaarde bij de FCAlocatiewaarde op te tellen en dat als statistische waarde in te geven. In de praktijk wordt er niet streng ge­ controleerd op de statische waarde, in het geval van uitvoer, maar strikt gezien heeft de douane gelijk. Bij de invoering van AGS3 wordt het wel een verplichting om de statistische waarde consequent en correct door te geven in de aangiftes. TIP: Fenedex en EVO gaan dit najaar gezamenlijk ‘roadshows’ organiseren over de belangrijkste wijzigingen van AGS3 en de nieuwe Europese douanewetgeving UCC. 

Bronbelasting “We blijken verplicht te zijn over service(installatie)activiteiten in Maleisië 8% bronbelasting af te dragen. Kunnen jullie ons adviseren over de mogelijkheden de belasting terug te vorderen?” De in Maleisië in te houden bron­ belasting is in principe verrekenbaar met de door u in Nederland ver­ schuldigde vennootschaps­belasting. Indien de Nederlandse vennoot­ schap zich in een (­fiscale) verlies­ positie bevindt, kan de bronbelasting worden gestald en in latere (winst) jaren alsnog worden ­verrekend. Let wel, alleen het bedrag aan bron­ belasting ingehouden tegen het laagste tarief van de standaard lo­ kale bronbelasting in Maleisië (10%), dan wel het tarief op grond van het belasting­verdrag tussen N ­ ederland en Maleisië (8%), mag worden verrekend in de aangifte vennoot­ schapsbelasting. Dit betekent dus dat 8% bronbelasting in Nederland verrekenbaar is. De eventueel te veel ingehouden bronbelasting is het verschil tussen het standaard lokale tarief en het tarief op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en Maleisië. Deze 2% bronbelasting (10% -/- 8%) kan in principe worden teruggevraagd bij de belastingdienst in Maleisië. In de praktijk (buiten de EU) is dit echter zeer lastig. Daarom is het belangrijk altijd direct bij beta­ ling het lagere bronbelastingtarief toe te laten passen. Hiervoor moet, voorafgaand aan de betaling, aan bepaalde formaliteiten worden vol­ daan, zoals het aanleveren van een woonplaatsverklaring.  November 2015 / Nr. 403

37


GLOBE MAGAZINE

Agenda November di 3

do 5

vrij 13

Documenten bij export

Dag van de Declarant

Cursus · Zwolle

Evenement · Vianen

Export Manager

Export van A t/m Z

Valutarisico bij export, de vertaling naar de praktijk

Cursus · Eindhoven

Cursus · Den Bosch

Workshop · Arnhem

wo 4     Nationaal Export Event Evenement · Bussum

The place to be voor elke exporteur. Op 4 november vindt het jaarlijkse Nationaal Export Event weer plaats! Breid uw netwerk uit, laat u bijpraten over de laatste trends en ontwikkelin­ gen en stel uw vraag aan de top van het bedrijfsleven en medewerkers van de Nederlandse Ambassades.

vrij 6

wo 18

Export van A t/m Z

Risicovolle Douanezaken

Cursus · Utrecht

Voorlichtingsbijeenkomst · Utrecht

Douanezaken in de praktijk Cursus · Utrecht

Leg in drie dagen een goede basis neer op het gebied van Douaneza­ ken. Ook al heeft u uw douanezaken uitbesteed, als exporteur blijft u verantwoordelijk. Ons trainersteam daagt u uit kritisch te kijken naar uw eigen douaneprocessen om risico’s en kosten optimaal te kunnen managen.

wo 11 Documenten bij export Cursus · Alkmaar

38

November 2015 / Nr. 403

di 24 Douaneplanning Workshop · Rotterdam

Contracten met agenten/ distributeurs in het buitenland Workshop · Nieuwegein


GLOBE MAGAZINE

do 26 Leergang BTW – basisbeginselen in intracommunautaire BTW Training · Utrecht

BTW in logistiek en internationaal ondernemen Training · Utrecht

do 10

Het Sales Contract en de Letter of Credit

Masterclass Leveranciersverklaringen

Workshop · Nijkerk

Masterclass · Eindhoven

December Order gescoord? Het succes is pas compleet als u ook daadwerkelijk betaald krijgt. Deze workshop reikt u als salesverantwoordelijke enkele must-have tools aan. Tegelijkertijd is deze workshop een mooie gelegenheid om te ‘sparren’ met collega-exportmanagers.

vrij 27     Export Manager Cursus · Nijkerk

wo 2 Documenten bij export Cursus · Utrecht

do 3 Agentuur en distributierelaties in de VS

Basisbeginselen samenloop BTW en Douane Training · Utrecht

Export in Healthcare Cursus · regio Utrecht

Ambitie om uw kansen in de interna­ tionale healthcare te verzilveren? De training Export in Healthcare biedt u kennis, inzicht én het netwerk om goed voorbereid nieuwe exportmarkten te betreden.

Training · Vianen Ga samen met andere exportmanagers de uitdaging aan om uw eigen exportaanpak aan te scherpen. In twaalf modules diepen experts onderwerpen uit, zoals het bepalen van de grootte van de markt of de financiële haalbaarheid van een exportplan. Maar ook culturele en juridische aspecten. Een intensief traject, waarbij u, naast de kennisinvestering, ook werkt aan een exportbeleidsplan.

BTW en ABC-transacties Training · Utrecht

Inkoop – BTW (basisbeginselen)

wo 16

Training · Utrecht

Export van A t/m Z Cursus · Zwolle

di 8 Verdieping in de BTW en internationaal ondernemen Training · Den Bosch

Meer info over de trainingen of inschrijven: www.exporttrainingen.nl Vragen: per e-mail oet@fenedex.nl of telefonisch 070-330 56 60

November 2015 / Nr. 403

39



Member Benefits Fenedex Member Benefits zijn diensten en producten die uw export versterken. Omdat Fenedex een grote groep exporteurs vertegenwoordigt, hebben wij bij diverse aanbieders scherpe prijzen en voorwaarden onderhandeld voor onze leden. De kortingen kunnen oplopen van 10% tot 75% ten opzichte van de reguliere prijzen. Sommige diensten zijn zelfs gratis voor onze leden. Exclusief Fenedex-leden kunnen gebruik maken van de acties binnen Fenedex Member Benefits. Het Fenedex Membership Benefits-programma wordt mede mogelijk gemaakt door:

Btw-advisering 20% korting op diverse diensten van BTW-PLAZA.

Douaneopleidingen en AEO-advisering 15% korting op douane­ vakopleidingen en op het uurtarief voor AEO-advisering.

Expresszendingen 20% tot 75% korting op de Expressvervoer.

Innovatie en subsidies Kosteloos en vrij­blijvend subsidie- en financierings­ onderzoek.

Kredietmanagement Tot 70% korting op krediet­ informatie­rapporten.

L/C-advies Kosteloze advisering en scan van uw L/C.

Legalisatie- & Visumdienstverlening Twee gratis opdrachten voor legalisatie van export­ documenten en aanvraag van visa.

Persondersteuning Tot 15% korting op support bij uw internationale persbeleid en -benadering.

Reizen & overnachtingen Kosteloos exclusieve toegang tot de Fenedex Travel Portal.

Taaltrainingen 10% tot 15% korting op individuele of groeps­ taaltrainingen.

Vertalingen 15 tot 20% korting op vertalingen.

GLOBE MAGAZINE

Verenigings nieuws Pal voor aanjagers economie EVO en Fenedex hebben bij premier Rutte aangedrongen op speciale aandacht voor handel en logistiek bij de behandeling van de kabinets­ plannen voor 2016 in de Tweede Kamer. De verenigingen willen samen met het kabinet voorkomen dat de aanjagers van het herstel in Nederland, de handel met het buitenland en slimme logistiek, door verkeerde keuzes in turbulente tijden, onnodig worden geschaad. In een brief benadrukken EVO en Fenedex het belang om ook in 2016 vast te houden aan het opengrenzenbeleid voor het bedrijfsleven. Dat het kabinet dit jaar bleef vasthouden aan het Verdrag van Schengen, handelsverdragen met de Ver­ enigde Staten en Japan en het vervolmaken van de Europese interne markt, verdient alle lof volgens de organisaties. Tegelijkertijd waarschuwen zij ook voor een toene­ mend protectionisme in en om Europa. Voorbeelden zijn Hongarije, Duitsland en Turkije die hun eigen markt afschermen door administratieve barrières op te werpen. EVO en Fenedex waarderen de samenwerking met de Rijksoverheid en willen die ook komend jaar voortzetten. Bijvoorbeeld via het programma ‘Trade en Invest’, dat de handelspositie van Nederlandse bedrijven moet versterken. Daarnaast vragen EVO en Fenedex nadrukkelijk aandacht voor het samen oplossen van de regel­ druk, het meer concurrerend maken van het spoor, de aanpak van het weer groeiende fileleed en het wegnemen van nodeloze wachttijden voor bruggen en sluizen in de binnenvaart. 

Werving & selectie 20% Verlaging van de wervings­ kosten voor het invullen van een exportmanager vacature.

Kijk voor het complete aanbod op www.fenedex.nl/ memberbenefits

November 2015 / Nr. 403

41


GLOBE MAGAZINE

Komend nummer In het decembernummer van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen kunt u lezen over o.m. de volgende onderwerpen:

Fenedex Fenedex heeft 1200 leden en duizenden klanten die zij dagelijks verbindt, adviseert, opleidt en waarvan zij de belangen behartigt. Kortom een branche-overschrijdende partner voor expansie in het buitenland. Postadres Postbus 90409 2509 LK Den Haag

Ondernemen in Iran

Made in Germany

Dropshipments & logistiek

Kapitaalgoederen

Online www.globemagazine.nl Website met het archief van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen en Fenedexpress. www.export.nl Al jaren hĂŠt startpunt voor exporterende ondernemers. twitter.com/fenedex Volg Fenedex op Twitter voor het laatste nieuws over Fenedex en internationaal ondernemen. www.linkedin.com/groups?gid=42534 Discussieer mee met meer dan 1500 betrokkenen in de LinkedIn groep Export en Internationaal Ondernemen. www.fenedex.nl/exportnieuwsbrief Gratis nieuwsbrief met het laatste nieuws en artikelen over export en internationaal ondernemen. 42

November 2015 / Nr. 403

Bezoekadres Raamweg 14 2596 HL Den Haag T 070-330 56 00 F 070-330 56 56 E info@fenedex.nl Bestuur Ir. A.M.G. van Hamburg (Voorzitter) Oud-managing director DHV Holding B.V. J.C.M. Albers Managing director export FrieslandCampina A.C.G.M Bastiaansen President iLoc Group B. Bruning Director Atradius Dutch State Business Drs. J.J. Cramer Directeur Grolsch International Mw. M.A.C. van Dijk Algemeen directeur Royal Duyvis Wiener B.V. C.E. van Esch Managing Director B&S Bosman Global Supply Mr. E.W. Mehring (Vice-voorzitter) Rechtsanwalt, Advocaat en Partner Van Till Advocaten D.P. Schuilwerve Managing Director ABN AMRO Bank N.V. R.R.J. Smeets RA (Penningmeester) Partner KPMG Accountants B. van de Vrie Head of Marketing for Business Clients ING Netherlands Ere-Leden Jhr. H.J.M. van der Wyck E.Th. Vroom N.P. Knape Jhr. Mr. A.W.G. van Riemsdijk

Mr. C.W.H. van Dam F. Hauwert Organisatie Bart Jan Koopman Directeur Directie- en Bestuurszaken 070-330 56 20 directie@fenedex.nl Kennis- en adviescentrum 070-330 56 80 keac@fenedex.nl Juridische desk 070-3305690 juridischedesk@fenedex.nl Ledenservice en -werving 070-330 56 80 accountmanagers@fenedex.nl Opleiding en training 070-330 56 60 oet@fenedex.nl Communicatie 070-330 56 70 communicatie@fenedex.nl FinanciĂŤle administratie 070-330 56 40 administratie@fenedex.nl China Desk 070-330 56 83 chinadesk@fenedex.nl Rusland Desk 070- 330 56 88 ruslanddesk@fenedex.nl Turkije Desk 070-330 56 82 turkijedesk@fenedex.nl




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.