Globe Magazine - april 2016

Page 1



Magazine voor internationaal ondernemen

GLOBE MAGAZINE

Op de cover Colofon Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen is het maandblad van Fenedex en richt zich op exporterende en internationaliserende Nederlandse bedrijven. Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen verschijnt 11x per jaar. Redactie Bart Jan Koopman (hoofdredacteur) Elmar Otten (eindredacteur) Marianne Elissen (redacteur) Frannie Flinterman (redacteur) Willemijn Gwanmesia (redacteur) Dorine Noordam (redacteur)

Patricia Brehler-Dupain en Jos Brehler Financial & HR-manager; Sales director Totech EU B.V. Totech EU komt bij alle grote elektronicafabrikanten over de vloer. Hun droogkasten zijn onmisbaar om componenten voor te bereiden voor assemblage. Lees het interview op pagina 12.

Contact redactie Fenedex Postbus 90409, 2509 LK DEN HAAG T 070 – 330 56 20 F 070 – 330 56 56 E redactie@globemagazine.nl Vormgeving Silo, Den Haag Druk Veenman+, Rotterdam Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt milieuvriendelijk en op chloorvrij papier (TCF) gedrukt.

Abonnementen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen wordt verspreid onder leden van Fenedex. Ontvangt u het magazine nog niet? Neem dan contact op met de redactie. Overige verspreiding Relaties van Fenedex in de politiek, bij ambassades en consulaten in het buitenland, werkgeversorganisaties, branche­ organisaties en docenten internationaal ondernemen in het HBO en MBO kunnen Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen toegestuurd krijgen. Verspreiding vindt plaats in controlled circulation. Overname Overname van artikelen en andere informatie is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie, mits met bronvermelding. Disclaimer Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Fenedex en haar auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden noch voor de gevolgen hiervan. De inhoud van de artikelen hebben een informatieve strekking, zijn globaal en beschrijvend van opzet en kunnen niet worden gezien als juridisch advies. Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Foto: Ivo van der Bent

Advertenties Mooijman Marketing & Sales, Julius Röntgenstraat 17 2551 KS DEN HAAG T 070 – 323 40 70 E dm@mooijmanmarketing.nl

“Dankzij onze innovatieve droogkast hebben we een sterke omzetgroei. Ik durf wel te zeggen dat we in de top 3 van de wereld meedraaien. In bijna elke high tech fabriek ter wereld staat wel een product van ons.”

ISSN: 2352-5843 April 2016 / Nr. 408

3



GLOBE MAGAZINE

Voorwoord

“Very interesting” Het eerste wat opvalt aan de uitkomsten van Trends in Export 2016 is de groei van de export naar ons eigen zo geplaagde Europa en daarnaast de hernieuwde belangstelling voor de VS. Terugkijkend lijkt 2015 in veel opzichten te breken met het voorafgaande decennium. De BRIC-landen zijn uit beeld verdwenen, het belang van Europa ten opzichte van de opkomende economieën in onze export is weer toegenomen en het aantal conflicthaarden rondom de Europese grenzen stapelt zich op en doet op onderdelen denken aan de trauma’s in Joegoslavië van de jaren ‘90. Gelukkig tast dit de goede stemming onder exporteurs niet aan. Over 2015 is de verwachting van 9% exportgroei keurig waargemaakt, maar voor 2016 verwacht men zelfs een double digit groeipad met een licht stijgende stemmingsbarometer! Geografisch, als het gaat om de ontwikkeling van bestaande exportmarkten en ook de continue zoektocht naar nieuwe bestemmingen, zijn er absoluut interessante trends waar te nemen. Brazilië lijkt steeds verder weg te zakken in het moeras en ook Rusland heeft veel te lijden onder sancties en de algemene recessie plus lage olieprijs. India daarentegen neemt weliswaar de koppositie over van China als het gaat om het groeipercentage van het BBP maar niet als het gaat om de top exportbestemmingen. China staat voor het eerst in de top 5 van belangrijkste exportbestemmingen buiten de EU terwijl de VS zijn comeback voortzet! Als belangrijke (nieuwe) groeimarkten voor 2016 staan nu ook Duitsland en Iran hoog op het lijstje. Met het lopende voorzitterschap van Nederland van de EU konden een paar vragen hierover niet uitblijven. Zo krijgt de interne markt een ruime voldoende maar is er nog veel winst te boeken. Zeker op het gebied van regelgeving, tenslotte een van de speerpunten van onze eigen eurocommissaris Frans Timmermans, is er nog een wereld te winnen. Opvallend is de stoïcijnse, haast ongeïnteresseerde reactie op het referendum over het associatieverdrag met de Oekraïne en ook TTIP. Zelfs een mogelijke reële dreiging van een Brexit wordt op Engels onderkoelde wijze afgedaan: “Very interesting”. Dat is tegelijk ook de charme van de exportsector: nuchter, positief, overal kansen zien en – zonder enige twijfel – zeer interessant.

Bart Jan Koopman Directeur Fenedex April 2016 / Nr. 408

5


GLOBE MAGAZINE

Inhouds opgave

Privacywetgeving Rusland

Rusland heeft eind vorig jaar haar wetgeving op het omgaan met persoonlijke gegevens en informatie gewijzigd. Dat kan ook bedrijven in Nederland raken. 

34 Voorwoord 05 “Very interesting…” Column 09 Navigatie Ervaringen 12 Totech: een droge visie op export Verkenningen

De vijf belangrijkste trends in export

18 De vijf belangrijkste trends in export

Ook dit jaar hebben Fenedex en Atradius weer uitgebreid onderzoek gedaan naar de stand van zaken in exporterend Nederland. Globe Magazine noemt de vijf belangrijkste trends uit het onderzoeksrapport. 

Expertise 24 Dropshipments en douane 26 Iran: interessante mogelijkheden voor investeerders 30 Grijze import in de Verenigde Staten 33 India: PAN Card en TDS 34 Russische privcaywetgeving 10 36 Subsidieprogramma INTERREG

Elke maand 10 Kort 11 Vreemde zaken 37 Verenigingsnieuws 37 Fenedex Member Benefits 38 Q&A: Export matters 40 Agenda 42 Fenedex contact 6

April 2016 / Nr. 408

2009

10

10

10

9

9

9

9

8

8

8

8

7

7

7

6

6 6,1

5,6

5

4

18 10

10

10

10

9

9

9

9

8

8

8

8

7

7

6,7

6,6

6,0

6,2

6

6,5

6,6

5

5

5

5

5

5

4

4

4

4

4

4

4

3

3

3

3

3

3

3

3

2

2

2

2

2

2

2

2

1

1

1

1

1

1

1

1

0

0

0

0

0

0

0

0

2010

2011

2012

2013

2014

6

2015

6

2016


GLOBE MAGAZINE

Totech: een droge visie op export Totech maakt voor elektronicafabrikanten opslagsystemen die componenten zeer snel droogt. Want goed solderen kan alleen droog. 

12 24 Dropshipments en douane

Ken uw keten: misschien wel het belangrijkste advies als u gaat werken met dropshipments. Want het afhandelen van douanedocumenten wordt dan ingrijpend anders. 

Grijze import in de Verenigde Staten

De angst voor aansprakelijkheidsclaims houdt veel exporteurs weg uit de Verenigde Staten. Maar wat als uw producten via een omweg toch in het land verkocht blijken te worden? 

26

30

Investeren in Iran

Met het afbouwen van de sancties dromen veel exporteurs van de veelbelovende handel met Iran. Hoe zit het eigenlijk met de lokale investeringsmogelijkheden?  April 2016 / Nr. 408

7



GLOBE MAGAZINE

HEIN SCHOTSMAN

Navigatie Regelmatig steek ik vanuit Noord-Holland de Afsluitdijk over, door Friesland naar de provincie waar niets boven gaat. Mijn GPS wijst mij de weg. Keurig meldt het beeldscherm welke route ik moet rijden en hoe laat ik aankom. Fraaie schijnzekerheid want als de brug bij Kornwerderzand of Gaarkeuken weer eens kuren heeft, arriveer ik later (of niet). En van de nieuwe Haak bij Leeuwarden heeft mijn navigatiesysteem nog nooit gehoord.

Column

Vanuit zijn optiek als econoom geeft Hein Schotsman commentaar op internationale handels­ ontwikkelingen.

Macro-economische prognoses functioneren op dezelfde manier. Wij (de ABN AMRO-economen) hebben ze eind vorig jaar voor 2016 gemaakt. Wij waren optimistisch over de Nederlandse economie. Er is al enkele jaren sprake van een opwaartse spiraal. Sinds een dieptepunt in 2012 trekt de Nederlandse conjunctuur voortdurend aan. Interessant is dat het herstel over de volle breedte plaatsvindt. In het verleden was de uitvoer vaak de grote aanjager. We verwachten dat in 2016 ook de consumptie en de investeringen mooie groeicijfers laten zien. Vorig jaar was hier ook al sprake van. Onze economie profiteert van gunstige binnenlandse ontwikkelingen. Dankzij de lage inflatie en dalende werkloosheid stijgen de reële lonen. De huizenmarkt is opgeveerd en de overheid komt met lastenverlichting. Dat prikkelt de consument om het geld te laten rollen. Ondernemers zien bezettingsgraden oplopen en gaan weer meer investeren, de arbeidsmarkt trekt aan en daardoor stijgen de lonen enzovoort…. Daar komt nog een stel externe meevallers bij: de lage rente in de eurozone, de lage olieprijs en de tegenover de dollar verzwakte euro. Als je dit allemaal hebt bedacht, weet je één ding zeker. “Life is what happens while you are busy making other plans”, om John Lennon te citeren. Zo hebben we toch weer een zachte winter. Dat is goed voor de Duitse en slecht voor de Nederlandse economie: doorwerkende bouwvakkers versus lagere omzet van aardgas. En goedkope olie blijkt minder leuk te zijn dan het lijkt: deflatiegevaar doemt op en bedrijven in de energiesector worden kwetsbaar. Al met al zijn we nu somberder dan toen we de ramingen opstelden.

Hein Schotsman is Senior Economist bij ABN-AMRO

Onze macro-economische prognoses geven een indruk van wat er zou gebeuren in een heel saai 2016, als verrassingen uitblijven. U weet dat zulke jaren niet voorkomen. En dat onze raming daarom niet zal uitkomen. Is voorspellen daarom zinloze tijdsverspilling? Daar geloof ik niks van. Onze prognoses zijn niet boven alle twijfel verheven. Ze vormen wel een mooi startpunt. Het is net als met mijn GPS. Gezond verstand en aanpassingsvermogen blijven nodig om van de start naar de finish te komen. April 2016 / Nr. 408

9


GLOBE MAGAZINE

Kort nieuws

Kort Veel vragen over nieuw aangifte­ systeem AGS Het nieuwe aangiftesysteem AGS3 is begin maart in gebruik genomen, wat tot veranderingen leidt op het gebied van uitvoer en invoer. +5,6% Bij bedrijven leven veel vragen over al de wijzigingen. Bijvoorbeeld over de rollen in de aangifte, de ‘te laden situatie’ en de ‘credibility checks’.

?

i

2013

Om bedrijven goed voor te bereiden hebben EVO en Fenedex een dossierpagina ingericht. Ook worden in mei verschillende bijeenkomsten door het land georganiseerd. De bijeenkomsten gaan over uitvoer en de vervanging van DSU door AGS 3. In de bijeenkomst bespreekt de Douane de belangrijkste veranderingen en de fasegewijze overgang van DSU naar AGS3. Fenex, EVO en Fenedex vertellen hoe bedrijven zich het beste op deze wijzigingen kunnen voorbereiden door middel van praktische tips.

10

April 2016 / Nr. 408

?

Meer info: www.evo.nl/site/informatie-over-ags Bron: EVO-Fenedex ?

i

Export groeit fors In januari verkochten we 5,6 procent meer aan het buitenland. Vooral schepen en auto’s deden het goed. De export steeg veel meer dan in december, toen de 2013 groei maar 1,5 procent was. +5,6%

In januari werden er in vergelijking met een jaar eerder niet alleen meer schepen en auto’s verkocht, maar we voerden ook meer aardolie- en chemische producten en elektrotechnische machines uit. Volgens het CBS zijn de omstandigheden voor de export in ieder geval in februari en maart minder gunstig dan in januari. Dat komt doordat de euro wat sterker is geworden ten opzichte van sommige andere munten. Bron: RTL Nieuws Volledig artikel: http://ow.ly/ZNmFj

i

+5,6% Handelsbelang EU en Oekraïne

Voor de Europese Unie en N ­ ederland 2013 is Oekraïne een zeer kleine, maar veelbelovende handels­partner. Slechts 0,3 procent van de EU-­export in 2015 ging naar Oekraïne. Daarentegen was 37 procent van de Oekraïense export vorig jaar bestemd voor de EU.

Van 2000 tot het uitbreken van de economische crisis groeide de handel met Oekraïne jaarlijks met bijna 20 procent. Na het dieptepunt in 2009 herstelde de handel snel. Sinds de politieke en economische spanningen tussen Rusland en Oekraïne eind 2013 oplaaiden is de handel tussen de EU en Oekraïne echter flink gedaald. Bron: CBS Volledig artikel: http://ow.ly/ZNnbB


GLOBE MAGAZINE

Vreemde zaken

ELMAR OTTEN

Vreemde Zaken

Het afscheur­ zaagje U kent ongetwijfeld de aluminium- en huishoudfolierollen uit de supermarkt. En dan vast ook de kartelrandjes waar u de folie mee af moet scheuren. Die worden gemaakt bij Daka Trading in Oss. We spreken met directeur Ton Kennis. Wat is eigenlijk de correcte term voor uw product? “Wij noemen het afscheurzaagjes. Die leveren we onder het merk Jiggi.” Speelt innovatie nog wel een rol bij een product als dit? “Ja, wel degelijk! De plastic Jiggi-zaagjes onderscheiden zich door de 3D-vorm van de tandjes, waardoor ze scherp zijn in elke richting. De tandjes zitten niet onder de lijm zoals bij concurrenten. Door die lijm blijft de folie aan het zaagje plakken en het houdt stof vast. Ons productieprocedé is daardoor gecompliceerder. De nieuwste ontwikkeling is het ‘kromme zaagje’. Deze is door Duitse testpanels verkozen boven het rechte zaagje. Prijs­technisch zijn ze gelijk. Met het nieuwe zaagje willen wij nu extra marktaandeel verkrijgen in de Verenigde Staten naast of als vervanging van het traditionele rechte, metalen zaagje. Onze veiligheids- en milieu­ argumenten moeten ons daarbij steunen.” Is het mogelijk om in een nichemarkt als deze alle potentiële afnemers te kennen? “Wij kennen de grote merken in Europa,

Rusland en de Verenigde Staten. Er zijn nog vele huismerken van bijvoorbeeld supermarkten, die via vouwkartonproducenten beleverd worden. Onze doelgroepen zijn dus vouwkartonproducenten en huishoud­folie­ producenten. Via verpakkingsbeurzen en een rechtstreekse, persoonlijke benadering introduceren wij ons Jiggi-systeem. Onze nieuwe Jiggi-website en brochure ondersteunen ons daarbij.”

Daka Trading BV Hoofdkantoor: Oss Aantal medewerkers: 6 Belangrijkste export­ product: afscheurzaagjes Belangrijke exportlanden: EU, VS, Japan Exportomzet: 20%

Waar zijn jullie al actief? “In nagenoeg alle Europese landen zijn onze zaagjes op vouwkartons te verkrijgen via enkele grote huishoudfolieproducenten en vouwkartonnagebedrijven. Daarnaast hebben wij ons standaardproduct al in de VS gepresenteerd en in Noord-Afrika zijn wij eveneens aanwezig.” Waar vindt jullie productie plaats? “De ontwikkeling van de machines en het produceren van de zaagjes vindt plaats in Gendt, Nederland, waar wij met een productiebedrijf een exclusieve overeenkomst hebben.” Bij mij mislukt het afscheuren van een stuk folie altijd, wat doe ik fout? “Waarschijnlijk niets, maar het is natuurlijk belangrijk een doosje met Jiggi-zaagje te kopen (bijvoorbeeld Toppits met ‘Easy-cut-system’. Dan zijn alle problemen voorbij.” April 2016 / Nr. 408

11


GLOBE MAGAZINE

 Patricia Brehler-Dupain en Jos Brehler “We zijn van een klein kastje naar een complete logistieke droogoplossing gegaan.”

12

April 2016 / Nr. 408


GLOBE MAGAZINE

ELMAR OTTEN IVO VAN DER BENT

Het onderzoek Trends in Export biedt een inzicht over de hele breedte van exporterend Nederland. Globe Magazine zoomt in op één van die bedrijven: droogkastenfabrikant Totech EU B.V.

Een droge visie op export Globe Magazine is met de resultaten van het onderzoek Trends in Export in de achterzak naar Dronten afgereisd om een bezoek te brengen aan het innovatieve bedrijf Totech EU B.V. Het bedrijf maakt droogkasten voor de printplaatverwerkende industrie. We zitten aan tafel bij sales director Jos Brehler, financial & HR manager Patricia Brehler-Dupain en head of sales office Dries van de Wetering. Samen met hen bespreken we de uitkomsten van het onderzoek.

De afgelopen jaren heeft Totech EU een indrukwekkende groei neer weten te zetten. Waar exporterend Nederland over 2015 gemiddeld een groei van 9% realiseerde, scoorde Totech EU een stuk hoger. Patricia: “Als we onze orders van de Dry Tower meerekenen, zitten we al snel boven de 40%. Maar dat is een nieuw product voor ons, dat vanwege het aantal en de omvang van de projecten een grillig beeld kan geven. Eentje meer of minder geeft gelijk een heel ander plaatje.”

Jos: “Innovatie is de sleutel bij ons. We hebben een product dat nog niemand heeft. Ik zal wat over onze geschiedenis vertellen. De oorsprong van ons bedrijf ligt in de elektronica­ sector, samen met een ander bedrijf leverden we soldeerapparatuur. In 2004 kwam er echter uit milieuoverwegingen een overgang naar loodvrij solderen. Je kreeg een andere legering op basis van tin, zilver en koper. Deze samenstelling heeft twee nadelen: het smeltpunt ligt veel hoger en doordat er veel koper in zit, oxideert het makkelijker waardoor het component slecht hecht op de printplaat. Kijk, als je op een printplaat losse componenten wilt solderen, moet alles zo droog mogelijk zijn. Componenten en printplaten zijn hygroscopisch. Bij de hoge smelttemperatuur van de tin-zilver-koper-legering ontstaat een dampdruk die drie keer zo hoog is als bij de oude tinlood-legering. Het risico op beschadigingen is veel groter. Dus moet je drogen. Voor 2004 gebeurde dat ook al, maar in een oven op 125⁰C. Met de nieuwe legering kon dat niet meer; door het hoge kopergehalte oxideerde het te snel. Er moest dus een systeem komen die kon drogen zonder extreem te verwarmen en gelijk als opslag diende.

“Om te solderen, moet alles droog zijn.”

Innovatie Totech EU schaart zich bij de 37% van exporterende bedrijven die een verbeterd product als reden voor omzetstijging noemt.

April 2016 / Nr. 408

13


GLOBE MAGAZINE

De oplossing kwam uit Japan, dat in die tijd een aantal jaar voor liep met loodvrij solderen. Op een internationale beurs zag ik een droogkast van een Japans bedrijf die de relatieve luchtvochtigheid terugbracht zonder sterk te verwarmen. Dat leek mij aardig om als extra product in ons assortiment op te nemen en Internationaal te gaan verkopen. Wij leveren veel aan de automotive, en medische industrie waar de eisen met betrekking tot drogen zeer hoog zijn. Dit vraagt veel van de performance van zo’n droogkast. Wij moeten kunnen waarborgen dat onze kasten bij veel deuropeningen een gemiddelde van 1% RH (relatieve vochtigheid) haalt. Onze Japanse leverancier kon hier niet meer aan voldoen waardoor wij besloten hebben dit product door te ontwikkelen en hebben wij de stap van handels­bedrijf naar assemblagebedrijf gemaakt.”

14

April 2016 / Nr. 408

Buitenlandse vestiging 40% van alle exporterende bedrijven heeft een vestiging in Duitsland, dat daarmee het meest populaire land is. Jos: “Wij hebben een eigen Totech GmbH opgericht die verantwoordelijk is voor de verkoop in dat land en de ontwikkeling en productie verzorgt van de droogunits, het hart van de machine zeg maar. Door onze innovatie zijn wij nu in staat om binnen 6 minuten onder de 1 procent relatieve luchtvochtigheid te komen. Dit is toch wel spectaculair te noemen. Die ontwikkeling hebben we door­ gevoerd in allerlei modellen en kasten. We zijn van een klein kastje van 100 liter gegaan naar complete logistieke oplossingen om de componenten droog op te slaan; opslagdroog­kamers, die met rollenbanen en liften de componenten op de juiste plek in de fabriek brengen. Deze zogenaamde Dry Towers zijn maatwerkprojecten tussen de 400K en 1500K. Dankzij deze innovatie hebben we een sterke omzetgroei. Ik durf wel te zeggen dat we een sterke marktpositie hebben opgebouwd en dat we in de top 3 van de wereld meedraaien. In bijna elke high tech fabriek ter wereld staat wel een product van ons. Van de aerospace tot de automotive, overal waar elektronica wordt geproduceerd, zijn wij aanwezig.” Patricia: “Duitse producten stralen wereldwijd kwaliteit uit en dat is natuurlijk ook een goed verkoop­ argument.” Jos: “Precies, wij zeggen dat ook zo: ‘German built’.” Patricia: “Onze droogkasten verkopen we via een zelf opgezet wereldwijd dealernetwerk, dus nooit rechtstreeks aan de klant. Voor de Dry Tower hebben we een Duitse verkoper in dienst genomen; dat is zo specialistisch, dat kan niet via een dealer.” Jos: “Voor de Aziatische markt zijn we ons aan het oriënteren hoe we deze markt snel kunnen penetreren met onze eigen German built producten.

We hebben een internationaal opererend bedrijf voor ogen die deze markt zeer goed kent.” Succeslanden Voor 2016 verwacht twee derde van de exporteurs in Duitsland en Iran een omzetstijging te halen, wat zijn de succeslanden van Totech? Dries: “Duitsland en Amerika zijn stijgers bij ons. Oostbloklanden zijn altijd stijgers, op Rusland na. Ook Spanje is bij ons weer op de terugweg. Iran speelt voor ons nu nog niet. Het opheffen van de sancties gaat in drie fases en wij zitten met onze producten waarschijnlijk in fase twee, dus dan kunnen we pas over acht jaar wat doen. Er zijn ook wel markten waar wij het wat lastiger hebben. Engeland was een paar jaar terug wat minder, dat zag je terug in het algemene productieniveau van het land. Nu gaat het wel weer. Rusland is een stuk minder geweest, al pakt dat ook wel weer op. Vanwege de restricties kunnen we niet aan iedereen leveren. En betalingen lopen heel stroef, het is voor hen heel lastig om geld lost te krijgen, daar gaat gerust een paar maanden overheen. En wij geven de producten pas vrij na betaling.”


GLOBE MAGAZINE

Nieuwe markten Bij de rest van Nederland staan de Verenigde Staten bovenaan het lijstje van nieuw te betreden markten. Totech geeft aan dat zij al ruim 6 jaar in dat land actief zijn en wil nu met haar nieuwe product Dry Tower voet aan de grond krijgen. Jos: “ We zijn er mee begonnen in Duitsland, om ervaring te verzamelen. Daarna kwam Nederland en de rest van Europa en nu willen we de stap naar Amerika doen. Azië in het algemeen is ook een wens. Naar drogen zonder te sterk te verwarmen is gewoon veel vraag. Verwarmen is slecht voor vrijwel elk product, je veroudert het er mee als het ware. Dus je kunt in elke sector wel terecht. Maar als we alles willen doen wat mogelijk is, dan komen we gewoon personeel te kort. Elektronica is voor ons booming business, daar zetten we op in.” Patricia: “We leveren wel eens aan andere sectoren hoor. Een paar jaar terug hebben we hele grote droog­ kamer aan een betonmaker verkocht.” Jos: “Of het Nederland Forensisch Instituut.” Dries: “En het National History Museum in Engeland. Maar dat zijn allemaal uitstapjes, het zijn geen markten die we actief ingaan.” Patricia: “Maar mensen weten ons blijkbaar wel te vinden.”

gen we sowieso 30% vooruit, ook aan de dealers. Maar onze dealers zitten al jaren bij ons, die kennen we goed.” Jos: “Met de Dry Tower is het anders. Daar werken we met betalingstermijnen, waarbij de laatste termijn direct na de factory acceptance test betaald wordt. Grote bedrijven accepteren dat niet altijd. Dan moeten we samen met onze eigen leverancier zo’n project voorfinancieren. De leverancier vraagt ons dan natuurlijk ook een bepaald bedrag vooruit te betalen. Afhankelijk van onze liquiditeitsplanning gebrui-

“Onze omzetstijging danken we aan innovatie.”

Betalingen Sinds 2012 is het aantal exporteurs dat zijn betalingscondities heeft aangescherpt aan het teruglopen, als is het nog altijd een aanzienlijke 44%. Patricia: “Wij zijn niet minder of meer strikt dan vroeger. Even in het algemeen: Rusland en Zuid-Europa betalen 100% vooruit. Onze dealers hebben een betalingstermijn van 30 dagen, maar daar zitten we wel boven op. Als ze de termijn te vaak overschrijden, dan kunnen we de volgende keer 50% vooruitbetaling vragen. Bij bedragen boven de 20.000 EUR vraApril 2016 / Nr. 408

15



GLOBE MAGAZINE

ken we een bankgarantie of financieren het zelf.” Vooruitbetaling is in Nederland verreweg het meest populair, blijkt uit het onderzoek Trends in Export, daarna komen opties als kredietverzekering, de letter of credit en het eigendomsvoorbehoud. Dries: “Eigendomsvoorbehoud werkt voor ons niet. Als je dan een probleem hebt en je beroept je op het eigendomsvoorbehoud, dan moet je naar het land zelf toe om de zaak te regelen.” Patricia: “En bovendien werken wij met een dealernetwerk. Als die in een extreem geval niet doorkomt met de betaling, heeft het toch geen zin om naar de eindklant te gaan. Die heeft gewoon betaald.” Dries: “L/C’s gebruiken we in India om dat het geëist wordt, maar het is nog steeds een ingewikkeld product.

een derde maakt het onder de streep niet uit. Jos: “Wij kopen in in dollarlanden en we verkopen ook in dollarlanden, dus voor ons heeft het zowel een voordeel als een nadeel. Maar onze meeste afzet op dit moment zit in Europa. We hebben vanwege de dure dollar wel een inkoopvoordeel bedongen. Gelukkig laat ons product dit wel toe maar als je vanwege concurrentie heel scherp door de bocht moet komt de marge erg onder druk te staan. Het effect valt voor ons mee, maar wel omdat we telkens bijsturen.” Europa In het kader van het Europees voorzitterschap van Nederland nemen we nog even de stand van zaken in Europa samen door. Wat te denken van de mogelijke Brexit? Jos: “Het hangt er denk ik vooral vanaf wat het pond gaat doen. Als die ineens heel duur wordt...” Dries: “We zijn niet sterk afhankelijk van Engeland, dus - goed of slecht – ik geloof niet dat dat op ons heel veel effect zou hebben. Maar ga er maar niet vanuit dat het gaat gebeuren, ze

“De lage euro werkt voor ons twee kanten op.”

Euro’s De euro staat ten opzichte van de dollar nog altijd laag, maar dat zorgt slechts bij een derde van alle bedrijven voor een feest­ stemming. Een derde geeft aan hier juist last van te hebben, voor nog eens

zijn er toch wel bang voor. Zeker in het bedrijfsleven.” Het associatieverdrag met Oekraïne? Jos: “We hebben daar weinig omzet. Dat verdrag is voor ons niet zo spannend, we zijn daar nooit heel groot geweest. Voor het land zelf maakt het natuurlijk wel een groot verschil.” TTIP? Jos: “Heel veel is al goed geregeld. Het CE-certificaat wordt al goed in USA geaccepteerd.” Dries: “AEO en C-TPAT zijn wederzijds erkend.” Jos: “Ik weet dus niet of het veel gaat toevoegen. Ik zie weinig handels­ belemmeringen, ook binnen Europa niet. De kansen zijn overal ongeveer gelijk, misschien in Nederland zelfs wel iets beter vanwege ons fiscale klimaat.”

April 2016 / Nr. 408

17


GLOBE MAGAZINE

FRANNIE FLINTERMAN

‘Turbulent’ is misschien wel het beste woord om de politiekeconomische situatie in de wereld te typeren. Gelukkig zien Nederlandse exporteurs ook in het huidige klimaat nog voldoende kansen.

Trends in Export 2016

De vijf belangrijkste exporttrends in 2016 Exporteurs kijken met een positieve blik vooruit! Dit blijkt uit het jaarlijkse onderzoek Trends in Export van Fenedex en Atradius. In veel opzichten lijkt 2015, terugkijkend, een jaar van breuklijnen met het daaraan voorafgaande decennium. De BRIC-landen zijn niet meer, het aandeel van onze export naar Europa versus de opkomende economieën groeit weer en we moeten constateren dat het aantal conflicthaarden rondom de Europese grenzen zich opstapelt. Reden genoeg, zou je denken, om de goede stemming onder exporteurs aan te tasten? Niets is echter minder waar. In dit artikel vatten we de belangrijkste resultaten uit dit onderzoek samen in vijf exporttrends.

Groei exportomzet 2012-2016

Groei exportomzet 2016 (t.o.v. 2015) 10%

2016 verwacht

Groei exportomzet 2015 (t.o.v. 2014)

9% 2015 gerealiseerd 9%

2015 verwacht

Groei exportomzet 2014 (t.o.v. 2013)

8% 2014 gerealiseerd 11%

2014 verwacht

Groei exportomzet 2013 (t.o.v. 2012) Trend 1: Hoge groeiverwachtingen exporteurs Exporteurs geven aan dat hun exportomzet in 2015 met gemiddeld 9% is gegroeid. Dit percentage is conform de verwachting die zij begin 2015 uitspraken, en is iets hoger dan de in 2014 gerealiseerde groei van 8,5%. Voor 2016 spreken Nederlandse exporteurs een gemiddelde groei18

April 2016 / Nr. 408

8% 2013 gerealiseerd 9%

2013 verwacht

Groei exportomzet 2012 (t.o.v. 2011)

7% 2012 gerealiseerd 7%

2012 verwacht


GLOBE MAGAZINE

Top 10 export­bestemmingen binnen de EU

10

5 4

2

1

1

1

België

2

2

2

Frankrijk

3

3

3

Verenigd Koninkrijk

4

4

4

Denemarken

5

5

5

Spanje

6

7

6

Polen

7

8

7 8

Italië

8

6

Oostenrijk

9

10 10

Zweden

10

9

9

7

1

3

2015 ‘14 ’13 Duitsland

9

8

6

verwachting van 10% uit. Bedrijven zijn dus zeer positief over hun exportkansen. Dit goede nieuws wordt nog versterkt door positieve groeiprognoses vanuit alle sectoren. De tien grootste branches binnen het onderzoek hebben in 2015 hun export allemaal zien groeien. Ook voor 2016 zijn zij positief gestemd. Evenals vorig jaar heeft de bouwproductenbranche de grootste groei gerealiseerd (18%). Ook voor 2016 zijn zij het meest positief met een groeiverwachting van 17%. Het algehele vertrouwen in het wereldwijde economische klimaat is dit jaar iets hoger dan vorig jaar, het gemiddelde exporteursvertrouwen komt dit jaar uit op een 6,6.

“Exporteurs rekenen voor 2016 op een indrukwekkende groei van 10%.”

Trend 2: Europa van toenemend belang voor de Nederlandse export Het aandeel exportomzet dat in de EU wordt behaald neemt toe, en is dit jaar gestegen van 66% naar 69%. De verhouding exportomzet binnen en buiten de EU wordt door Trends in Export sinds 2009 onderzocht. Niet eerder was het percentage exportomzet dat binnen de EU behaald wordt zo groot. Vooral bedrijven met een kleinere omzet hebben meer export naar de EU. Bedrijven met een omzet groter dan 150 miljoen exporteren aanzienlijk meer naar verder weg gelegen markten. Duitsland is en blijft onze belangrijkste handelspartner (78% van de Nederlandse exporteurs geeft aan te handelen met ons buurland), gevolgd door België (74%), Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. Denemarken staat nu al enkele jaren op de vijfde positie. Hiermee is de top 5 van exportbestemmingen binnen Europa al vier jaar ongewijzigd. 67% van de respondenten denkt in 2016 een omzetgroei te kunnen realiseren in Duitsland, daarmee voert het ook de top 10 van verwachtte groeimarkten aan. In deze top 10 komen ook Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk voor (plaats 4 en 5), 59% van de exporteurs verwacht groei in deze landen. In de top 5 van nieuw te betreden markten staan voor het eerst sinds 2011 EU-landen: Denemarken, Polen en het Verenigd Koninkrijk. April 2016 / Nr. 408

19


GLOBE MAGAZINE

Exporteursvertrouwen 2010 - 2016

10

10

10

10

10

10

10

10

9

9

9

9

9

9

9

9

8

8

8

8

8

8

8

8

6,5

6,6

7

7

7

7

7

6,7

6

6 6,1

6,6

6,0

6,2

6

5,6

5

5

5

5

5

5

5

4

4

4

4

4

4

4

4

3

3

3

3

3

3

3

3

2

2

2

2

2

2

2

2

1

1

1

1

1

1

1

1

0

0

0

0

0

0

0

2009

2010

2011

2012

2013

2014

6

2015

6

0

2016

Trend 3: Verenigde Staten en Iran, belangrijkste groeimarkten buiten Europa Een van de opvallende trends die niet onvermeld mag blijven, is de opkomst van de Verenigde Staten in de top van de belangrijkste exportmarkten. De Verenigde Staten zijn aan een langzame comeback bezig en staan voor het eerst sinds 2009 weer bovenaan de lijst van belangrijkste exportmarkten buiten Europa (37% van de respondenten is hier actief). Voor 2016 zijn ook de groeiverwachtingen van exporteurs voor de VS opvallend positief. 64% van de respondenten verwacht namelijk een groei te kunnen realiseren op deze markt. Nog iets meer respondenten (66%) verwachten groei in Iran. Nu de sancties tegen dit land worden afgebouwd ziet een groot deel van de exporteurs dus hier kansen. De Verenigde Staten en Iran staan ook hoog genoemd in de top 5 van nieuwe markten voor 2016. Deze wordt aangevoerd door de Verenigde Staten, Iran staat op de tweede plek. Hierna volgen Taiwan, 足Denemarken, Polen en Turkije.

Top 10 verwachte stijgers in 2016 Duitsland 67%

28%

5%

Iran 66%

27%

7%

Verenigde Staten 64%

30%

6%

55%

Frankrijk 59%

33%

Verenigd Koninkrijk 59%

54%

8%

35%

6%

64%

Japan 58%

34%

8%

Taiwan 56%

33%

11%

Canada 55%

5%

40%

China 55%

31%

14%

Denemarken 54%

40%

6%

Mexico 52%

38%

% Stijging

20

% Gelijk

% Daling

April 2016 / Nr. 408

10%

52%

59%

67% 59%

66%

55%

58%

56%


GLOBE MAGAZINE

Top 5 markt exit

1. Rusland 16%

2. Griekenland

16%

11%

3. Polen

11%

11%

4. Oekraïne 9%

5. Brazilië

11%

5%

9%

5%

Trend 4: BRIC-landen Rusland en Brazilië definitief van de groeilijsten af De BRIC-landen, die jarenlang de lijsten van groeimarkten aanvoerden, nemen al een aantal jaren in belangstelling van de ondernemers af. Wanneer we kijken naar de lijst met belangrijkste exportmarkten buiten Europa dan zakken BRIC-landen Brazilië en India daar verder op weg. India gaat van plaats 13 terug naar plaats 16 en Brazilië zakt van positie 14 naar 18. Rusland en China staan nog wel in de top 5 van belangrijkste exportmarkten buiten de EU, China op plaats 5 (vorig jaar plaats 6) en Rusland op plaats 3 (vorig jaar plaats 2). De sancties die in de zomer van 2014 door en tegen Rusland zijn ingesteld, hebben echter hun weerslag op de export naar dit land. Nog steeds is Rusland de markt waar de meeste exporteurs (26%) een daling van hun exportomzet verwachten in 2016, hoewel dit percentage veel lager ligt dan de afgelopen twee jaar. Brazilië staat ook in de top 5 van markten waarop de meeste exporteurs een exportdaling verwachten, 18% van de bedrijven die actief is in Brazilië verwacht een dalende omzet daar in 2016. Rusland en Brazilië staan eveneens in de top 5 van markten waar de meeste respondenten zich uit terug getrokken hebben; 16% heeft zijn activiteiten stopgezet in Rusland en 5% in Brazilië. Veel van de landen in de top 5 hebben te kampen met een verslechterde economische situatie of politieke onrust. Dit is door respondenten ook de meest gegeven reden voor terugtrekking uit een markt.

“BRIC-land Brazilië staat tegenwoordig in de top 5 daalmarkten.”

April 2016 / Nr. 408

21


Cursus Export Manager De cursus Export Manager van Fenedex brengt exportmanagers verder. Een compacte, intensieve training met persoonlijke begeleiding leidt beslist tot (nog) betere exportresultaten. Informatie & aanmelden: exporttrainingen.nl

Cursus Export Manager Vanaf april 2016 ► Den Bosch ► ►


GLOBE MAGAZINE

Methodes afdekking betalingsrisico’s 2011-2015

Vooruitbetaling

Letter of Credit

Eigen voorzieningen

Factoring

64% 2015

32% 2015

17% 2015

64%

2014

35%

2014

18%

2014

4%

2014

66%

2013

37%

2013

30%

2013

4%

2013

64%

2012

32%

2012

24%

2012

3%

2012

62%

2011

37%

2011

19%

2011

4%

2011

Kredietverzekering

Eigendomsvoorbehoud

Niet

2% 2015

Anders

49% 2015

31% 2015

12%

2015

6% 2015

51%

2014

25%

2014

9%

2014

5%

2014

43%

2013

23%

2013

8%

2013

4%

2013

41%

2012

20%

2012

10%

2012

6%

2012

44%

2011

19%

2011

10%

2011

6%

2011

Trend 5: Risicoperceptie exporteurs ligt lager De trend dat steeds minder exporteurs hun betalingscondities verscherpen, lijkt door te zetten. Dit jaar geeft minder dan de helft (44%) aan strikter te zijn geworden, nooit eerder was dit percentage zo laag. Tegelijk is het percentage exporteurs dat aangeeft niet strikter te zijn geworden boven de 30% gestegen. Vorig jaar kwam dit getal al boven de 20% uit. Het is opvallend dat het aantal bedrijven dat betalings­ risico’s niet afdekt voor het eerst sinds jaren boven de 10% uitkomt. Ondanks de volatiele omgeving waarin exporteurs opereren is binnen deze groep blijkbaar voldoende reden om minder vaak de betalingsrisico’s af te dekken. Gevraagd is waarom zij dit niet doen. In de meeste gevallen (27%) geven de respondenten aan dat hun klanten stabiel en bekend zijn. Opvallend is dat fors meer exporteurs, 25% ten opzichte van 19% vorig jaar, de risico’s te klein vinden in verhouding tot de totale omzet. Verder geeft 11% aan in het algemeen vertrouwen in hun afnemers te hebben en zegt 4% te exporteren naar markten met weinig risico. Het merendeel van de bedrijven (60%) geeft aan dat de kredietwaardigheid van buitenlandse klanten in 2015 gelijk is gebleven. Toch ziet 16% de kredietwaardigheid van zijn klanten verslechteren.

Geïnteresseerd in alle onderzoeksresultaten? Download dan het volledige rapport Trends in Export 2016 op: www.trendsinexport.nl

013 2014 2015 2016 2017

April 2016 / Nr. 408

23


GLOBE MAGAZINE

Uw klanten rechtstreeks door uw eigen leverancier laten beleveren, is steeds gebruikelijker in de b2b-omgeving. Maar met welke douaneaspecten moet u rekening houden bij de afhandeling van dergelijke zendingen?

JAN PLENDER

Douane en dropshipments

Ken uw keten In de logistieke keten is een groot aantal partijen werkzaam, welke allen een rol kunnen spelen in uw internationale aan- en verkopen. Bij luchtvracht zijn bijvoorbeeld een transporteur, expediteur, douane­ agent en afhandelaar te noemen (bij im- en export). Hoewel veel bedrijven een (gedeeltelijke) geautomatiseerde gegevensuitwisseling in de logistieke keten hebben, zullen nog veel fysieke documenten nodig zijn ten behoeve van de export en import. Het beheren van deze gegevens- en documentenstroom is dan ook van cruciaal belang. Met betrekking tot gelieerde bedrijven is het van belang na te gaan welke andere interne afdelingen moeten worden betrokken bij de besluitvorming om logistieke ketenwijzigingen door te voeren.

Consequenties

Stel uw klant krijgt uw producten geleverd op basis van een ‘D’-leveringsconditie van u. In dit geval zullen alle handelsdocumenten de relatie tussen u en uw klant weergeven. Uw factuur heeft de juiste verkoop gegevens om de douanewaarde te bepalen. Uw goederen­codes en andere gegevens zullen bekend zijn bij de relevante partijen. Gegevensuitwisseling tussen de partijen in de logistieke keten werkt goed, al dan niet geautomatiseerd. Kortom, uw export is de import van uw klant. Wanneer u nu uw klant de producten bij uw leverancier laat ophalen, of u door uw leverancier deze producten rechtstreeks laat afleveren bij uw klant, verandert er nog al wat in de keten. Ten eerste zal er een andere leveringsconditie moeten worden overeengekomen. Als u uw klant de goederen laat ophalen, moet u nagaan waar uw klant toe bereid is en de consequenties hiervan begrijpen. U kunt FCA afspreken met uw klant en uw leverancier. Uw leverancier wordt exporteur, met daardoor gewijzigde gegevens voor de douane, onder andere in de waarde. De export is nu niet meer gelijk aan de import. U moet ervoor zorg dragen dat de uitvoerfactuur en andere commerciële gegevens worden achtergehouden door uw leverancier en

“Is uw export gelijk aan de import van de klant?”

Voor de bepaling van de consequenties van dropshipments van goederen die door een Nederlands bedrijf worden gekocht bij een leverancier in Duitsland, welke vervolgens worden doorverkocht naar Zuid-Afrika. Daarbij wordt zijdelings gekeken naar leveringen tussen gelieerde (bijvoorbeeld moeder-dochter) en niet-gelieerde partijen. Voor dit artikel zijn specifieke situaties voor bijvoorbeeld restitutiegoederen of uitvoervergunningen buiten beschouwing gelaten. 24

April 2016 / Nr. 408


GLOBE MAGAZINE

dat u een verkoopfactuur stuurt aan de agent van uw klant. Overigens zal uw leverancier op de exportaangifte uw klant als geadresseerde moeten opnemen. Fysieke goederen

Uw factuur zal mogelijk niet in overeenstemming zijn met andere bescheiden die uw leverancier heeft opgemaakt, bijvoorbeeld het Certificaat van Oorsprong. Op het dataniveau van het certificaat kan een link worden gelegd met de leveranciersgegevens (factuur) en niet met uw gegevens. Dit kan voor oponthoud zorgen bij de douane bij export of in het bestemmingsland. Douaneautoriteiten controleren immers op de overeenkomsten tussen de fysieke goederen, de documenten en de overeenstemming van de data. Om een en ander te stroomlijnen is een goede communicatie van belang (vertrouwen). U moet uw contracten aanpassen om de nieuwe overdrachtsstructuur te regelen. De contracten kunnen door de douane worden opgevraagd als bewijs, dan wel door een van de partijen worden gebruikt om de gewijzigde leveringsafspraken in overeenstemming met de documenten te bewijzen. Als uw klant het vervoer regelt, heeft hij de beschikking over de gegevens om te komen tot de juiste douanewaarde: denk aan de betaalde prijs aan uw bedrijf en kosten voor vracht en verzekering. Maar wanneer uw leverancier het vervoer regelt, heeft uw klant deze gegevens niet, en u wellicht ook niet, zodat uw factuur mogelijk niet de juiste gegevens kan weergeven. Het is de vraag of uw leverancier dit met u wil delen. Risicoprofielen

Douanediensten wereldwijd zijn ook volop bezig met het toepassen van betere automatisering, waardoor ge-

wijzigde logistieke patronen kunnen worden opgemerkt voor nader onderzoek. De prijs van uw goederen aan uw klant zal terecht anders zijn en dit kan worden opgemerkt en tot vragen leiden op basis van douanerisicoprofielen. Wanneer de gegevens volledig geautomatiseerd worden uitgewisseld moet een goede analyse van dit berichtenverkeer plaatsvinden. In het geval van gelieerde ondernemingen kan worden afgevraagd of de Nederlandse vestiging nog wel van belang is in de keten. Immers, contracten zouden ook rechtstreeks tussen de fabriek en de klant gesloten kunnen worden. Natuurlijk zijn er ook andere overwegingen, zoals tax planning. Conclusie

Dropshipping is zeker een kans, maar ken uw keten: • Zorg voor een goede analyse van de huidige situatie ten opzichte van de gewenste situatie en breng de consequenties in kaart, met name ook voor de handelsdocumenten en douaneregelingen.

• Analyseer de noodzakelijke gegevensstromen tussen partijen en breng de noodzakelijke wijzigingen aan. Zorg voor een juist gebruik van gegevens en documenten in alle onderdelen van uw logistieke keten. • Bepaal de nieuwe kostenstructuur en de consequentie daarvan intern en extern. • Zorg voor goede procedurebeschrijvingen en communicatie daarvan met uw partners in de logistieke keten; Spreek manieren af om de compliance-performance te meten. • En, niet onbelangrijk, wat is de toegevoegde waarde voor uw klant.

Jan Plender is eigenaar van Customs2trade en adviseert ten behoeve van douane en internationale handel in de logistiek.

April 2016 / Nr. 408

25


GLOBE MAGAZINE

MAHMOUD E. TABRIZI

MAHMOUD TABRIZI

Iran heeft de weg geëffend voor buitenlandse investeerders. Met welke wetten en regels moeten investeerders, die een aanwezigheid in Iran overwegen, rekening houden?

Iran

Interessante mogelijkheden voor investeerders Na de Iraanse Revolutie in 1979 werden verschillende wetswijzigingen doorgevoerd, sommige op basis van wijzigingen in het economische beleid, andere als gevolg van technologische ontwikkelingen. De nieuwe situatie vroeg om nieuwe wetten die het voor buitenlandse ondernemingen interessant moesten maken om de opkomende Iraanse markt te betreden, met veilige investeringen en hoge winsten. In het postrevolutietijdperk zijn er verschillende wetten en regels waar buitenlandse investeerders die een aanwezigheid in Iran overwegen rekening mee moeten houden. Dit zijn in het bijzonder de wet inzake bevordering en bescherming van buitenlandse investeringen (Foreign Investment Promotion and Protection Act - FIPPA) en 26

April 2016 / Nr. 408

de wet inzake vrijhandelszones (Free Trade Zones Law). De eerstgenoemde wet werd van kracht in 2002, ter vervanging en uitbreiding van de Foreign Investment ­Attraction and ­Protection Act uit 1955. De nieuwe wet heeft de weg geëffend voor buitenlandse investeerders in infrastructuren, terugkoopprojecten, projectfinanciering, BOT (Build, Operate, Transfer)transacties en soortgelijke projecten. Dankzij deze wet is het aanvraag- en goedkeuringsproces voor buitenlandse investeringen aanzienlijk vereenvoudigd en verkort. Er werd een nieuwe organisatie opgericht voor investerings-, economische en technische ondersteuning (Organization for Investment, Economic and Technical Assistance of Iran - OIETAI) die buitenlandse investeringen en FOREX-


GLOBE MAGAZINE

Ongeveer 30% van Iran’s publieke sector en 45% van de industriële bedrijven zijn gevestigd in Teheran (2008).

transacties moet vergemakkelijken en een juridisch kader heeft geschetst waarbinnen de betrekkingen tussen de overheid en buitenlandse investeerders gestalte krijgen. Volgens de wet mogen buitenlandse investeerders Iraanse ondernemingen oprichten en 100% van de aandelen bezitten. Eigen vestiging in Iran Het Iraanse kabinet heeft een uitvoeringsbesluit van de wet goedgekeurd die buitenlandse ondernemingen toestaat om vestigingen en vertegenwoordigingskantoren te openen in Iran. Volgens artikel 1 van het besluit mogen ondernemingen die beschouwd worden als rechtspersonen in hun land van oprichting vestigingen en vertegenwoordigingskantoren opzetten in Iran. Daarom kunnen buitenlandse ondernemingen nu direct investeren in alle gebieden waar activiteiten van particuliere ondernemingen zijn toegestaan. En ze kunnen investeren in alle sectoren in het kader van een maatschap, of terugkoopen BOT-transacties, waarbij de vergoeding over geïnvesteerd vermogen en opgelopen winst afkomstig is van de economische resultaten van het project waarin is geïnvesteerd. Feitelijk kunnen buitenlandse ondernemingen investeren in alle sectoren behalve de wapen-, munitieen nationale veiligheidssector.

verteerbare valuta overgemaakt naar Iran via het bankwezen of andere wijzen van overmaking geaccepteerd door de Iraanse Centrale Bank, installaties en machines, gereedschap en onderdelen, CKD-onderdelen en gronden hulpstoffen, octrooirechten, know how, handelsmerken en -namen, gespecialiseerde diensten, overdraagbare dividenden van buitenlandse investeerders en al hetgeen verder is toegestaan en goedgekeurd door het Iraanse kabinet. Het doel van deze maatregelen is om investeerders aan te trekken voor de Iraanse markt, waarbij de overheid garant staat voor de terugbetaling van het geïnvesteerde bedrag en het rendement daarop. Indien wetten of regeringsbesluiten bekend worden gemaakt die de uitvoering van goedgekeurde financiële overeenkomsten in het kader van de nieuwe wet verbieden of verhinderen, dan vergoedt de overheid de opgelopen verliezen tot maximaal het bedrag van de verschuldigde termijnen. Feitelijk hebben buitenlandse investeringen toegang “Buitenlandse tot meer rechten, beinvesteerders mogen scherming en voorzieIraanse ondernemingen ningen dan beschikbaar oprichten en 100% van zijn voor binnenlandse de aandelen bezitten.” investeringen. Onteigening of nationalisering De wet heeft de internationale normen inzake onteigening of nationalisering ten algemenen nutte op een niet-discriminerende manier toegepast, onder betaling van een passende vergoeding op basis van de effectieve waarde van de investering onmiddellijk vóór de onteigening. De investeerders mogen hun kapitaal geheel of gedeeltelijk overdragen aan binnenlandse investeerders en/of - na

Een dienstencentrum genaamd Investment, Economic & Technical Assistance maakt onderdeel uit van de organisatie. Bij dit centrum kunnen potentiële investeerders terecht voor de benodigde informatie en andere diensten met betrekking tot investeringsprojecten. Het centrum ondersteunt investeerders bij de eerste stappen op weg naar een succesvol project, zoals het verkrijgen van de benodigde vergunningen en het treffen van de noodzakelijke voorbereidingen. Alle vormen van kapitaal Buitenlandse investeringen kunnen alle vormen van kapitaal omvatten, contanten of anderszins, waaronder con-

De historische bazaar in Teheran.

April 2016 / Nr. 408

27



GLOBE MAGAZINE

goedkeuring van het betreffende bestuur en de Minister van Economische Zaken en Financiën - aan andere buitenlandse investeerders, die de voormalige investeerder kunnen vervangen en/of een partner kunnen worden. Feitelijk gelden er geen beperkingen voor de buitenlandse investeerders als het gaat om de bedragen en vormen van investering, de verhouding en de afspraken die de partners onderling overeenkomen. Als een investeerder niet op zoek is naar overheidsbescherming en -garanties, dan heeft hij niet eens een vergunning nodig om de markt te betreden.

Iraanse partijen. Opgemerkt moet worden dat buitenlandse ingezetenen geen onroerend goed mogen aankopen in Iran; maar door dergelijke ondernemingen op te richten wordt het wel mogelijk om onroerend goed te verwerven. Eigenaren van dergelijke ondernemingen kunnen bedrijfskaarten aanvragen om de toegestane goederen in- en uit te voeren, in het bijzonder voor de invoer van goederen benodigd voor hun projecten. Bovendien mogen dergelijke ondernemingen buitenlanders in dienst nemen als managers en deskundigen.

Investeerders kunnen - na aftrek van winstbelasting - hun oorspronkelijke kapitaal en de opgelopen winst, betalingen met betrekking tot de aflossing van de hoofdsom en gerelateerde kosten, overeenkomsten voor octrooirechten, know how, engineering en technische ondersteuning, handelsmerken en -namen, management en soortgelijke overeenkomsten in het kader van de betreffende buitenlandse investering overbrengen naar het buitenland. Als er een ‘meest begunstigde natie’-verdrag is tussen de Iraanse regering en de regering van het land waar de investeerder onderdaan van is, dan heeft de investeerder dus recht op dezelfde behandeling en voordelen. Voor investeringen in vrijhandelszones zijn gewoonlijk meer voorzieningen en gelden minder beperkingen, ze zijn vaak aantrekkelijker voor de investeerders. Investeerders in de vrijhandelszone zijn voor een periode van 15 jaar vrijgesteld van winstbelasting.

Een van de problemen waarmee buitenlandse investeerders de afgelopen jaren werden geconfronteerd waren de financiële sancties tegen Iran. De meeste sancties zijn onlangs opgeheven. Dit maakt de weg vrij voor overmaking van gelden via het SWIFT-systeem.

Boetiekjes in de oude bazaar van Teheran.

Rechtsvormen Vermeld moet worden dat in Iran hoofdzakelijk zaken worden gedaan via ondernemingen die kunnen worden ingeschreven bij het ‘Ondernemingsregistratiekantoor’. De naamloze en besloten vennootschap zijn de meest voorkomende rechtsvormen in Iran. Deze ondernemingen kunnen eenvoudig worden ingeschreven, de aandelen kunnen worden overgedragen, en samenwerkingen kunnen worden aangegaan met andere Iraanse of niet-­

“Buitenlandse investeringen hebben toegang tot meer rechten, bescherming en voorzieningen.”

Belastingtarieven Een ander obstakel voor investeerders zijn de belastingtarieven van het gastland. De winstbelasting voor ondernemingen bedraagt 25% in Iran, ongeacht de behaalde winst. De inkomstenbelasting voor personen varieert tussen 10% en 50%, afhankelijk van het nettoinkomen. Enig deel van het buitenlandse kapitaal overgebracht naar Iran maar niet gebruikt, kan zonder enige inhouding of beperking worden overgemaakt, en de Iraanse C ­ entrale Bank is verplicht de tegenwaarde van dit kapitaal in vreemde valuta beschikbaar te stellen aan buitenlandse investeerders. Wat betreft visa, werkvergunningen en verblijfsvergunningen vraagt de OIETAI bij de betreffende uitvoerende organen visa, verblijfs- en werkvergunningen aan voor investeerders, managers en deskundigen betrokken bij buitenlandse investeringen, evenals voor hun gezinsleden, om te waarborgen dat de investeerders zeggenschap houden over het beheer van hun investeringen.

Mahmoud E. Tabrizi is oprichter en senior partner van M. Ebadi Tabrizi & Associates.

April 2016 / Nr. 408

29


GLOBE MAGAZINE

CARL VAN DER ZANDT

De vrees voor grote (product) aansprakelijkheidsclaims weerhoudt sommige Nederlandse ondernemers om producten naar de Verenigde Staten te exporteren. Wat nu als producten die u verkocht had aan een Europese partij opeens opduiken op de Amerikaanse markt?

Grijze import in de Verenigde Staten Het exporteren van producten vanuit Nederland naar andere landen is meestal een weloverwogen beslissing. Als gevolg van andere regels en wetgeving, maar ook andere maten of andere technische standaarden, kunnen de eisen voor een product in het ene land heel anders zijn dan in het andere land. Een goede ondernemer houdt hier rekening mee en kan daar soms ook zijn voordeel mee doen; bijvoorbeeld door verschillende configuraties en prijzen aan te bieden in verschillende landen kan er ingespeeld worden op valutaverschillen en verschillen in aansprakelijkheidsrisico’s.

De vrees voor grote (product)aansprakelijkheidsclaims en dure gerechtelijke procedures weerhoudt sommige Nederlandse ondernemers om producten naar de Verenigde Staten (hierna ´V.S.´) te exporteren. Andere ondernemers kiezen ervoor om alleen een deel van het productassortiment te exporteren naar de V.S. Maar wat nu als producten die u bestemd had voor bijvoorbeeld de Europese of Afrikaanse markt, opeens opduiken op de Amerikaanse markt? Als blijkt dat zo’n product schade heeft veroorzaakt in de V.S., bent u dan daarvoor aansprakelijk? Kunt u iets doen om te voorkomen dat uw producten onbedoeld toch in de V.S. worden verhandeld? Dit artikel gaat in op deze vragen en geeft aan het eind een lijstje met tips om Amerikaanse parallelle import tegen te gaan, en de daaruit voortvloeiende mogelijke productaansprakelijkheidsrisico’s te beperken. Grijze markt

Bij parallelle import of gray market import in de V.S. gaat het om echte of originele producten die een fabrikant bui30

April 2016 / Nr. 408

ten de V.S. op de markt heeft gebracht en die door toedoen van andere partijen naar de V.S. zijn gehaald. Diezelfde fabrikant exporteert ook vaak zelf rechtstreeks soortgelijke producten naar de V.S. De meeste fabrikanten en ondernemers houden niet van parallelimport omdat er weinig of geen controle meer bestaat op de supply chain, en omdat deze producten vaak op prijs concurreren met de eigen export/import van producten. Intellectuele eigendomsrechten

Om grijze import tegen te gaan, werpen fabrikanten vaak hun intellectuele eigendomsrechten in de strijd. Een product kan bijvoorbeeld auteurs- of octrooirechtelijk beschermd zijn, of onder een beschermd merk verhandeld worden. Alle intellectuele eigendomsrechten zijn per land apart geregeld. U moet dus een in de V.S. gevestigd merk-, auteurs- of octrooirecht bezitten, om deze in de V.S. te kunnen inroepen. U kunt dan anderen in de Amerikaanse


GLOBE MAGAZINE

markt ervan weerhouden om producten die onder deze intellectuele eigendomsrechten vallen, te importeren of te verhandelen. Maar daar zitten grenzen aan die vaak kortweg worden aangeduid met de term first sale doctrine. First Sale Doctrine

De first sale doctrine betekent in dit verband dat als producten eenmaal met uw toestemming buiten de V.S. op de markt zijn gebracht, u de import en handel van diezelfde producten in de V.S. niet meer kunt tegenhouden. Dit geldt ook als u de moeite heeft genomen om ook in de V.S. uw intellectuele eigendomsrechten te laten registreren. Maar ook de first sale doctrine heeft zijn grenzen en er bestaat een belangrijke uitzondering waardoor in bepaalde situaties parallelle of grijze import in de V.S. wel degelijk kan worden tegengegaan. Om voor die uitzondering in aanmerking te komen moet u in ieder geval een Amerikaans merkrecht hebben. Material Differences

De Amerikaanse rechter heeft

uitgemaakt dat een houder van Amerikaanse merkrechten de parallelle import van zijn eigen producten mag en kan tegenhouden op voorwaarde dat er material differences (­belangrijke verschillen) bestaan tussen de Amerikaanse en niet-­ Amerikaanse producten die onder het merk worden verhandeld. In de praktijk blijkt dat er al vrij snel sprake kan zijn van material differences. Verschillen in verpakking, labels, kwaliteits­controle, technische keuringen of certificeringen (TNO / TÜV versus UL), maatgeving (centimeters versus inches, liters versus gallons), en/of verschillen in garantie-voorwaarden of garantietermijnen, kunnen al voldoende zijn.

verpakking vermeld, en geeft u alleen in de V.S. een volledige garantie om gedurende één jaar het product kosteloos en zonder vragen om te ruilen, mocht er iets mis mee zijn. De consumentenprijs voor de hoor­ apparaten ligt mede daardoor hoger in de V.S. dan in Europa. Een (tussen) handelaar in Europa besluit daarop H-ear producten te exporteren naar de V.S. en daar goedkoper aan te bieden. Die producten bevatten echter niet uw extra waarschuwing en bovendien wordt volgens de ingesloten voorwaarden slechts drie maanden garantie gegeven. U kunt nu met een beroep op uw Amerikaanse merkrecht deze goedkopere Europese gehoorapparaten van de Amerikaanse markt weren. Maar zelfs met een geldig merkrecht en een duidelijk verschil tussen Europese en Amerikaanse producten, zal het in de praktijk niet altijd mogelijk zijn om parallelle of grijze import te voorkomen. Er kunnen (en zullen) altijd partijen zijn die door het net slippen en er in slagen om toch grijze import producten op de markt te brengen. Kunt u als Nederlandse fabrikant dan worden aangesproken als iets met die producten mis blijkt te zijn?

“Parallelle import is niet altijd te voorkomen.”

Een voorbeeld kan verduidelijken wat dit in praktijk betekent. Stel u brengt zowel in Europa als de V.S. gehoor­ apparaten onder het merk “H-ear” op de markt. Uit vrees voor product­ aansprakelijkheidsclaims heeft u extra waarschuwingen op de Amerikaanse

Product­ aansprakelijkheid

Het Amerikaanse product­ aansprakelijkheids­recht geeft de mogelijkheid om in geval van schade alle partijen in de supply-chain aan te spreken. De ontwerper/fabrikant van een product heeft daarbij de grootste zorgplicht ten aanzien van de veiligheid van zijn product. Hij moet zorgen dat het ontwerp van het product goed in elkaar zit, dat de productie op een verantwoorde wijze April 2016 / Nr. 408

31


GLOBE MAGAZINE

geschiedt, en dat er adequate waarschuwingen op of bij het product worden vermeld. In geval van een niet-Amerikaanse fabrikant geldt in het algemeen dat de Amerikaanse importeur dezelfde verhoogde zorgplicht met bijhorende verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden heeft, als de buitenlandse fabrikant. Dit betekent dat de “grijze importeur” een aanzienlijke extra juridische verantwoordelijkheid neemt. In de praktijk is het vaak deze ongeautoriseerde importeur die voor eventuele schade zal moeten opdraaien, met weinig kans op verhaal op de Nederlandse fabrikant. Er zijn maar weinig voorbeelden te vinden in de Amerikaanse rechtspraak waarbij de vraag aan de orde is gekomen of een buitenlandse fabrikant verantwoordelijk kan worden gehouden voor schade veroorzaakt door een fout in een parallel geïmporteerd product. Omdat bovendien het antwoord op deze vraag per staat kan verschillen (elke staat heeft zijn eigen productaansprakelijkheidsrecht), is het onmogelijk om een klip en klaar antwoord voor de gehele V.S. te geven. Maar een veilige conclusie is dat het eerder uitzondering dan regel is dat een buitenlandse fabrikant aansprakelijk kan worden gesteld voor gebrekkige producten die grijs zijn geïmporteerd. Bovendien wordt dit risico nog kleiner naarmate de niet-Amerikaanse fabrikant er meer aan heeft gedaan om parallelle import tegen te gaan. Het actief tegengaan van parallelle import heeft dus als belangrijk neveneffect dat ook het productaansprakelijkheidsrisico voor deze grijze producten wordt verkleind. Wat u zelf kunt doen…

Hieronder worden een aantal voorbeelden gegeven van maatregelen die u zelf kunt nemen om parallelimport van uw producten in de V.S. zoveel mogelijk te beperken: • Zorg voor een duidelijk onderscheid tussen producten voor de Amerikaanse markt en voor andere markten. • Indien mogelijk, vermeldt op het product of de verpakking “Not for (re) sale / use in the U.S.A.”. • Verbiedt afnemers van niet-Amerikaanse producten schriftelijk om die producten direct of indirect naar de V.S. te exporteren. • Registreer uw merken niet alleen in Nederland 32

April 2016 / Nr. 408

De Amerikaanse keten Pier1 importeert woondecoraties uit de hele wereld.

of Europa, maar ook in de V.S. • Registreer uw auteursrechten in de V.S. en vraag ook een Amerikaans octrooi aan, indien van toepassing. • Registreer Amerikaanse merk- en ­auteursrechten bij de U.S. Customers and Border Protection (CBP) (online: ­ https://iprr.cbp.gov/). De CBP controleert producten die de V.S. voor import bereiken en kan zelfstandig import tegenhouden indien er een verdenking van merk- of auteursrechtelijke inbreuk bestaat. • Ga zoveel mogelijk actief achter partijen aan in de gray market: van Amerikaanse importeur(s), tot distribiteur(s), tot detailhandel. Waarschuw ze schriftelijk en indien nodig stap naar de Amerikaanse rechter. Alhoewel procederen in de V.S. erg kostbaar kan zijn, zijn veel Amerikaanse rechters wel bereid om snel een verbod (injunction) te geven als de eiser een geregistreerd Amerikaans merk-, auteurs-, of octrooirecht kan laten zien. • Overweeg een klacht in te dienen bij United States International Trade Commission (ITC). Deze klachtenprocudure heeft betrekking op het voorkomen van inbreuk op Amerikaanse intellectuele eigendomsrechten, op het moment van import van producten in de V.S. Naar aanleiding van een schriftelijk klacht kan de ITC een onderzoek instellen en de import van bepaalde producten verbieden. Zie voor meer informatie hierover: https://www.usitc. gov/intellectual_property.htm.

Carl M.R. van der Zandt is Amerikaans advocaat en partner bij het New Yorkse advocatenkantoor Hand Baldachin & Amburgy LLP.


GLOBE MAGAZINE

BART HERGAARDEN

Belasting in India

TDS en PAN Card uitgelegd Wanneer u zaken doet met Indiase bedrijven stuit u vroeg of laat op twee belastingtechnische begrippen: TDS en PAN Card. In dit artikel leggen we uit wat TDS betekent en waarvoor u eventueel een PAN Card nodig heeft. Wat betekent TDS? TDS is een afkorting voor Tax Deducted at Source. TDS is een voorbelasting die Indiase bedrijven die buitenlandse dienstverleners inhuren, moeten inhouden op de facturen van deze buitenlandse dienstverleners en afdragen aan de Indiase belastingdienst. De Indiase klant is verplicht om TDS in te houden indien de buitenlandse dienstverlener geen eigen vestiging in India heeft. Behalve voor technische dienstverleners (onderhoud en installatie), geldt dit bijvoorbeeld ook voor design- en advieswerkzaamheden. Wat is een PAN Card? PAN staat voor Permanent Account Number. Net als in Nederland wil de Indiase belastingdienst graag zien welke

Wat betekent TDS? Wat zou een PAN Card zijn? Als u zaken doet op India zijn dit begrippen die u vroeg of laat tegenkomt.

bedrijven zakendoen met elkaar. Een PAN nummer is in feite het Indiase equivalent van het Nederlandse omzetbelastingnummer. Een PAN-registratie is verplicht voor Indiase bedrijven en optioneel voor buitenlandse exporteurs en dienstverleners die zakendoen met India. Heb ik een PAN-registratie nodig? Het is verstandig om een PAN-registratie aan te vragen wanneer u diensten verkoopt aan Indiase klanten. Zonder PAN Card moet uw Indiase klant namelijk 20% TDS inhouden en afdragen aan de Indiase belastingdienst. U krijgt dan slechts 80% van uw factuurbedrag betaald door uw Indiase klant. Indien u wel in het bezit bent van een PAN-registratie bedraagt het TDS-tarief nog 10%. Let op: dit geldt alleen voor dienstverlening, niet voor de verkoop en export van fysieke producten of goederen. Hoe kom ik aan een PAN Card? Een PAN Card wordt verkregen na PAN-­ registratie bij de Indiase belastingdienst.

Zijn er nadelen aan het hebben van een PAN-registratie in India? Nee, deze registratie heeft geen nadelen of invloed op andere zaken. Hoe lang duurt een PAN-aanvraag? Pakweg een maand, afhankelijk van hoe snel u alle benodigde documenten aanlevert. Ik heb een PAN-registratie, en nu? - Vermeld het PAN nummer op alle facturen aan uw Indiase klant. - Stuur uw Indiase klant een scan van uw PAN kaart. - Vraag na afloop van het Indiase financieel jaar (eindigt op 31 Maart) een TDS-certificaat op bij uw Indiase klant. Hierop staat vermeld hoeveel TDS uw klant namens u heeft afgedragen. Dit certificaat kunt u als aftrekpost gebruiken bij de VPB-aangifte of inkomstenbelasting in Nederland. U hoeft immers geen belasting te betalen over de TDS die u al heeft afgedragen in India. Dit is allemaal vastgelegd in de DTAA (­Double Taxation Avoidance Agreement) die Nederland en India met elkaar overeen zijn gekomen.

Bart Hergaarden is partner van IndiaConnected en als India-trainer verbonden aan Fenedex.

April 2016 / Nr. 408

33


GLOBE MAGAZINE

ARALTAN MANDZHIEV, LODEWIJK SCHLINGEMANN

Nieuwe Russische wetgeving rondom persoonlijke gegevens kan direct gevolgen hebben voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Rusland.

Russische privacywetgeving kan ook uw bedrijf raken Recente wetswijzigingen in Rusland kunnen invloed hebben op de activiteiten van Nederlandse bedrijven of zij in Rusland gevestigd zijn of niet. Het betreft de op 1 september 2015 in werking getreden wijzigingen in twee Russische wetten: de wet “Op persoonlijke gegevens” (No. 152-FZ) en de wet “Op informatie, informatie­ technologie en bescherming van informatie” (No. 149-FZ). De eerstgenoemde wijziging introduceerde het nieuwe vereiste dat “bij het vergaren van persoonlijke gegevens, ook via internet, de operator ervoor moet zorgen dat het opnemen, systematiseren, accumuleren, opslaan, rectificeren (updaten, wijzigen) en het inzage geven in persoonlijke gegevens betreffende personen met de Russische nationaliteit wordt uitgevoerd met gebruik van databases welke zich bevinden op het grondgebied van Rusland”. Dit wordt ook wel aangeduid als het ‘lokaliteits­vereiste’. Deze wet gaf het overheidsorgaan belast met het toezicht op persoonlijke gege34

April 2016 / Nr. 408

vens bovendien de nieuwe bevoegdheid om “de toegang tot informatie die is totstandgekomen met overtreding van de Russische wetgeving op het gebied van persoonlijke gegevens te beperken”. Aan de als tweede genoemde wet werd een artikel toegevoegd dat de procedure beschrijft tot het beperken van de toegang tot informatie die is totstand­gekomen met overtreding van de Russische wetgeving op het gebied van persoonlijke g ­ egevens. Het gaat hier dus om de ‘straf’ voor het niet voldoen aan het ­lokaliteits­vereiste. Compliance vragen Hoewel deze kleine wijzigingen versneld en zonder enige uitleg of discussie werden ingevoerd, leidden zij in de zaken­gemeenschap tot vele vragen over de implementatie en de toepassing ervan. Het Russische ministerie van tele­communicatie (hierna ‘ministerie’) geeft op zijn officiele website zijn eigen interpretatie van de nieuwe bepalingen en beantwoordt er vragen van bedrijven, wetenschappelijke organisaties en

overheidsagentschappen. Wij zullen hier de belangrijkste en meest interessante daarvan weergeven. Op dit moment is de genoemde website de beste bron van informatie. Ten eerste omdat zij afkomstig is van het orgaan dat belast is met de uitvoering van deze wet en ten tweede omdat de wetgeving nog zo nieuw is dat er nog geen jurisprudentie over bestaat. • Volgens de interpretatie van het ministerie is het nieuwe vereiste ook van toepassing op buitenlandse organisaties die geen fysieke aanwezigheid hebben in Rusland, als hun activiteiten gericht zijn op Rusland. De vraag of een website gericht is op Rusland kan aan de hand van de volgende omstandigheden worden beantwoord: 1) het gebruik van een domeinnaam, die verband houdt met Rusland of een deel van Rusland (.ru, рф., .su, .moscow, .москва., en dergelijke) en/ of 2) aanwezigheid van een Russische taalversie op de site in combinatie met a) de mogelijkheid om betalingen te doen in Russische roebels of ii) andere omstandigheden die duidelijk wijzen op


GLOBE MAGAZINE

de intentie om de Russische markt in de business strategie op te nemen. Persoonlijke gegevens die per ongeluk ontvangen (niet opgevraagd) zijn door een operator, bij voorbeeld door de ontvangst van een email met persoonlijke gegevens van de afzender, vallen niet onder het lokaliteitsvereiste. Hetzelfde geldt voor bedrijven die tijdens het uitvoeren van hun normale activiteiten persoonlijke informatie ontvangen in de vorm van contactinformatie van werknemers of van vertegenwoordigers van andere bedrijven. De vraag hoe de nationaliteit moet worden vastgesteld van iemand wiens persoonlijke gegevens het betreft wordt niet beantwoord in de wet. Het ministerie is van mening dat de wetgever de operators de mogelijkheid heeft gelaten om deze vraag onafhankelijk te beantwoorden met inachtneming van de specifieke aspecten van hun activiteiten. Het ministerie adviseert om in het geval dat de operator de nationaliteitskwestie niet onafhankelijk kan beslissen het nieuwe vereiste toe te passen op alle persoonlijke gegevens welke de operator heeft verzameld op het grondgebied van Rusland. Volgens het ministerie is het lokaliteitsvereiste niet van toepassing op de activiteiten van Russische en buitenlandse luchtvaartmaatschappijen indien deze de persoonlijke gegevens van Russische burgers (passagiers) verzamelen en verwerken in het kader van boekingen voor de uitgifte van vliegtickets, baggage checks en andere vergelijkbare documenten. Naar onze mening was de meest interessante vraag die aan het ministerie werd gesteld of het is toegestaan om

persoonlijke gegevens van Russische burgers in het buitenland op te slaan indien er een kopie van de database wordt bijgehouden op het grondgebied van Rusland (of omgekeerd, als de persoonlijke database in het buitenland een kopie is van een database in Rusland) of dat het verwerken en opslaan van persoonlijke gegevens op het grondgebied van een andere staat principieel verboden is. Het ministerie verklaarde dat de wet geen onderscheid maakt tussen een ‘hoofd database’ en een ‘kopie’ daarvan, en dat de wet ook geen algemeen verbod bevat om persoonlijke gegevens van Russische staatsburgers te verwerken op databases buiten Rusland. Het ministerie concludeert dan ook dat de opslag en verwerking van persoonlijke gegevens van Russische staatsburgers gedaan kan worden met behulp van een database welke zich bevindt buiten Russisch grondgebied mits er tegelijk een database is in Rusland welke gebruikt wordt voor de opslag en verwerking van persoonlijke gegevens en de zich in Rusland bevindende database niet minder gegevens bevat dan de database buiten Rusland.

“Nieuwe vereis­ te mogelijk ook toepasselijk op organisaties zonder fysieke aanwezigheid in Rusland”

En in geval van non-compliance... De procedure voor het limiteren van de toegang tot informatie die is totstandgekomen met overtreding van de Russische wetgeving op het gebied van persoonlijke gegevens bestaat uit verschillende stappen. Het uiteindelijke resultaat van de procedure is blokkering van de toegang van internetgebruikers tot de domeinnaam of de internetsite van de overtreder, zijn netwerkadres en site-indexpagina’s. Het goede nieuws

is dat het overheidsagentschap alleen tot die actie kan overgaan op basis van een onherroepelijk gerechtelijk besluit waarbij de overtreding van deze wet is vastgesteld. Deze procedure is natuurlijk vooral erg belangrijk voor bedrijven die hun geld verdienen door middel van internetsites, zoals internetshops of sociale netwerken. Maar let op! Bedrijven die andere business strategieën hebben en die niet afhankelijk zijn van het internet moeten ook oppassen. Er staan allerlei boetes op overtreding van wetgeving op persoonlijke data die al bestond voordat de recente wijzingen ingingen. Deze reeds bestaande boetes zouden ook best van toepassing kunnen worden verklaard op overtreding van het nieuwe lokaliteitsvereiste. Met vragen over de toepasselijkheid van het beschreven lokaliteitsvereiste of de reikwijdte van mogelijke aansprakelijkheid in dit verband kunt u altijd bij ons terecht.

Araltan Mandzhiev, Senior Lawyer en Lodewijk Schlingemann, Partner bij Juralink www.juralink.nl

April 2016 / Nr. 408

35


GLOBE MAGAZINE

BRAM DE VRIES

Financieringsmogelijkheden

Innoveren in de grensregio Het buitenland is niet alleen een interessante afzetmarkt, maar biedt ook kansen voor samenwerking rondom innovatie. Vaak is zo’n samenwerking de voorloper van een nieuwe joint venture. Partners leren elkaar namelijk goed kennen in een innovatieproject en groeien zo op natuurlijke wijze naar een formele strategische samenwerking. Er bestaan diverse financiële Europese middelen om innovatieve en duurzame samenwerkingsprojecten in de R&D-fase te stimuleren. Eén van deze middelen is specifiek gericht op samenwerking in de Nederlandse grensregio’s: Interreg.

Met Interreg wil de Europese Unie samenwerking in Europa stimuleren en bijdragen aan innovatiekracht, een beter milieu en het verkleinen van economische verschillen tussen regio’s onderling. Tot en met 2020 ontvangt Nederland honderden miljoenen, specifiek bedoeld voor projecten in grensregio’s. Onze economische activiteiten en ontwikkelingen hebben namelijk vaak raakvlakken met die in buurlanden. Nederland besteedt het geld onder meer aan projecten gericht op (1) innovatie in het MKB en (2) koolstofarme economie (duurzame energie). Er zijn drie in het oog springende programma’s geopend waarin bedrijven grensoverschrijdend kunnen samenwerken: • Interreg Duitsland – Nederland (www.deutschland-nederland.eu) • Interreg Vlaanderen – Nederland (www.grensregio.eu/) • Interreg Twee Zeeën (www.interreg4a-2mers.eu/nl) Crossroads

Een kenmerkend Interreg-project was Crossroads, dat duurzame samenwerking stimuleerde tussen productiebedrijven en kennisinstellingen in de NederlandsVlaamse grensregio. Het leverde nieuwe, 36

April 2016 / Nr. 408

duurzame producten en processen op die bedrijven rechtstreeks op de markt konden brengen. Een voorbeeld is een druppelanalyse-instrument om het printgedrag van een printkop precies te kunnen bepalen en aansturen. Ook werd geïnvesteerd in proeftuinexperimenten, waarbij docenten en studenten van hogescholen projectopdrachten van beperkte omvang en looptijd voor een bedrijf uitvoerden. Hierdoor haalden bedrijven op een laagdrempelige manier kennis in huis en konden innovatieve ideeën eenvoudig aan een eerste realiteitstest worden onderworpen. In elk innovatieproject werkten bedrijven aan beide kanten van de grens samen. Hoewel Crossroads uit vele samenwerkingspartners bestond, zijn er ook mogelijkheden voor consortia bestaande uit slechts twee samenwerkingspartners. Indien u op het gebied van innovatie samenwerkt met bedrijven en/of kennisinstellingen direct over de grens, dan raden we aan ondersteuningsmogelijkheden vanuit Interreg verder te onderzoeken. Wie weet is dit ook voor u een mooie opstap naar een nieuwe afzetmarkt of joint venture.

Dankzij Interreg kon een druppelanalyseinstrument voor printkoppen ontwikkeld worden.

Belangrijkste INTERREG-kenmerken • Subsidie loopt op tot 50% van de projectkosten. • Samenwerking met minimaal 1 of meerdere partners uit andere grensgebieden is noodzakelijk. • Voorkeur voor MKB-onder­ nemingen (<250 medewerkers, < € 50 miljoen omzet en/of € 43 miljoen balans­totaal). • Projecten zijn gericht op innovatie en koolstofarme economie. • Voorkeurssectoren zijn: Agribusiness/Food, Health & Life Sciences, High Tech Systems & Materials, Logistiek, Energie/CO2-reductie.

Bram de Vries is Managing Consultant bij Leap. The Innovation Agency


Member Benefits Fenedex Member Benefits zijn diensten en producten die uw export versterken. Omdat Fenedex een grote groep exporteurs vertegenwoordigt, hebben wij bij diverse aanbieders scherpe prijzen en voorwaarden onderhandeld voor onze leden. De kortingen kunnen oplopen van 10% tot 75% ten opzichte van de reguliere prijzen. Sommige diensten zijn zelfs gratis voor onze leden. Exclusief Fenedex-leden kunnen gebruik maken van de acties binnen Fenedex Member Benefits. Het Fenedex Membership Benefits-programma wordt mede mogelijk gemaakt door:

Btw-advisering 20% korting op diverse diensten van BTW-PLAZA.

Douaneopleidingen en AEO-advisering 15% korting op douane­ vakopleidingen en op het uurtarief voor AEO-advisering.

Expresszendingen 20% tot 75% korting op de Expressvervoer.

Innovatie en subsidies Gratis subsidieadvies inzake internationaal ondernemen.

Kredietmanagement Tot 70% korting op krediet­ informatie­rapporten.

L/C-advies Kostelozeadvisering en scan van uw L/C.

Legalisatie- & Visumdienstverlening Twee gratis opdrachten voor legalisatie van export­ documenten en aanvraag van visa.

Persondersteuning 15% korting op het All-in-PR pakket.

Reizen & overnachtingen Kosteloos exclusieve toegang tot de Fenedex Travel Portal.

Taaltrainingen 10% tot 15% korting op individuele of groeps­ taaltrainingen.

GLOBE MAGAZINE

Verenigings nieuws Fenedex en EVO verstevigen samenwerking Als ondernemer wilt u grenzeloos ondernemen. Letterlijk en figuurlijk. Dit doet u in een wereld die snel verandert. Wat elders in de wereld gebeurt, van Europese regelgeving tot vrijhandelsverdragen, heeft een steeds grotere invloed op uw werk. Ook zijn steeds meer ondernemers als u internationaal actief en leidt de almaar toenemende globalisering tot een innige verwevenheid van handel en logistiek. EVO en Fenedex kennen deze dynamiek. Het is precies daarom dat EVO en Fenedex, uw experts in logistiek en internationaal ondernemen, de handen ineen slaan en vanaf 17 maart 2016 vanuit één werkorganisatie in Zoetermeer opereren. EVOFenedex behartigt daarmee zowel de logistieke – als de exportbelangen van ondernemend Nederland. Dat stelt ons in staat u optimaal te helpen bij het verwezenlijken van uw ambities. We houden u onder meer op deze plek regelmatig op de hoogte van onze samenwerking. Heeft u op dit moment vragen? Neem dan contact met ons op via de vertrouwde telefoonnummers en e-mailadressen, die u altijd op de laatste pagina van Globe Magazine kunt raadplegen. U kunt ons voortaan ook bereiken via het centrale nummer van EVO-Fenedex in Zoetermeer: 079 – 346 7346. 

Vertalingen 15 tot 20% korting op vertalingen.

Werving & selectie 20% Verlaging van de wervings­ kosten voor het invullen van een exportmanager vacature. Ad van Hamburg (bestuursvoorzitter Fenedex) en Chris Bruggink (bestuursvoorzitter EVO) formaliseren de samenwerking tussen EVO en Fenedex.

Kijk voor het complete aanbod op www.fenedex.nl/ memberbenefits

April 2016 / Nr. 408

37


GLOBE MAGAZINE

Q&A

Export matters E-mailadres van een handelsagent

Betalingen uit Argentinië

“Wij krijgen steeds vaker het verzoek van verschillende agenten of zij het e-mailadres ‘naamagent@naam van ons bedrijf.com’ kunnen krijgen. Indien ze met hun eigen adres werken, moeten ze vaak uitleggen wat hun rol is. Wat zouden de juridische consequenties kunnen zijn als we ingaan op hun verzoek?”

“We zijn, sinds enige tijd, weer begonnen met export naar Argentinië. Onze klant vertelt ons dat hij volgens de regels van de centrale bank pas mag betalen als de goederen door de Argentijnse douane zijn vrijgegeven. Klopt dit verhaal?”

“Indien u hiermee akkoord gaat, zou de indruk kunnen ontstaan dat de handelsagent (als werknemer) onderdeel uitmaakt van uw onderneming. Dit kan ook gevolgen hebben voor discussies over de vraag of een order al dan niet is geaccepteerd door u. Beter lijkt het om voor de desbetreffende agenten e-mailadressen aan te laten maken, die bijvoorbeeld als volgt zouden kunnen luiden: ‘naamagent@naam van uw bedrijfagencies.com’. Het is dan wel zaak er op toe te zien dat duidelijke afspraken worden gemaakt dat de agent bij beëindiging van de agentuurovereenkomst het gebruik van dat e-mailadres (en dus ook van de naam van uw bedrijf) staakt. Het mooiste zou zijn als u zelf het beheer heeft over die e-mailadressen.” 

38

April 2016 / Nr. 408

“In 2012 heeft de Argentijnse overheid een regel ingevoerd voor geldtransacties in vreemde valuta. Alle geldtransacties in vreemde valuta moeten door de importeurs aangemeld worden bij de autoriteiten onder de zogeheten Prior Notification of Imports (DJAI). Vervolgens kunnen zij hiermee bij hun bank aanspraak maken op de vreemde valuta. Waarschijnlijk heeft uw klant het niet goed uitgelegd, want dit betekent dat de goederen nog niet zijn ingeklaard, maar dat ze wel vooraf bij de autoriteiten gemeld zijn met alle gevraagde specificaties. Wellicht goed om met uw klant hier overeenstemming over te krijgen. Op de website van de Market Access Database (madb.europa.eu) staat bij Argentinië ook deze regelgeving uitgelegd.” 


GLOBE MAGAZINE

Q&A

Erkenning AEO ­certificaat “Wij zijn aan het kijken of het rendabel is om een gecombineerd AEO-certificaat te behalen. Nu zijn de voordelen van het certificaat bekend, maar ik wil graag nog even weten of er ontwikkelingen zijn wat betreft de erkenning van het AEO-certificaat in het buitenland. Zo weet ik dat de Verenigde Staten en Japan het AEO certificaat erkennen, maar zijn er ook al andere landen die dit doen? Mocht dat zo zijn, dan zal het erg helpen in mijn ‘verkoopverhaal’ naar het management toe.” “Er bestaat een lijst met landen die AEO vergunningen erkennen. Landen zoals China, Japan, Noorwegen, Zwitserland en de Verenigde Staten hebben afspraken gemaakt om het AEO-certificaat vanuit de EU te erkennen.” De details van deze afspraken zijn te vinden op: http://ow.ly/Z9mz1. 

ATR voor Turkije “Wij faciliteren diverse onderzoeksprojecten ten behoeve van windenergie in Nederland en Duitsland. Nu gaan wij een contract afsluiten met een Turkse klant. Er is overeengekomen dat zij via ons een model laten maken en dat vervolgens op basis van FCA Luchthaven in Duitsland versturen. Zij dienen dan te zorgen voor het verdere transport naar Turkije. Nu hebben wij ook begrepen dat wij een ATRdocument voor Turkije moeten laten opmaken. Waar of bij wie kunnen wij dit aanvragen en wat is de procedure hiervan.”

Maak kennis met: Marianne Elissen Jurist bij het Kennis- en Advies­centrum van Fenedex

Binnen het Kennis- en Adviescentrum houd ik mij bezig met het behandelen van bedrijfsjuridische kwesties. Voor al uw verschillende bedrijfsjuridische kwesties kunt u contact opnemen met de Juridische Desk. Als Fenedex-lid kunt u al uw juridische vraagstukken bij mij neerleggen. Ik los deze in principe kosteloos voor u op, al dan niet met behulp van ons internationale netwerk van juristen en advocaten. Daarnaast kan ik u van dienst zijn met het opstellen of beoordelen van onder meer algemene voorwaarden en van distributie-en agentuurovereenkomsten voor internationaal gebruik. Bieden mijn algemene voorwaarden ook voor export wel voldoende bescherming? Welke zaken moet ik schriftelijk afspreken met mijn buitenlandse agent of distibuteur? Hoe kan ik mijn aansprakelijkheid zoveel mogelijk beperken? Contactinformatie Kennis- en adviescentrum Fenedex 070-3305680 keac@fenedex.nl

“Als u de exporteur bent dan vraagt u het ATRcertificaat aan bij de KvK. Dit is een document dat verklaart dat de goederen de herkomst EU hebben. De douane maakt bij uitvoer dit certificaat geldig, gelijktijdig met de aangifte ten uitvoer. Hierdoor hoeft de klant in Turkije geen invoerrechten te betalen.” Zie voor meer info over het ATR: http://ow.ly/Z9qIW.  April 2016 / Nr. 408

39


GLOBE MAGAZINE

Agenda

di 19 Export Binnendienst Cursus · Leiden

April

07

33

211

090 11 100

21

0

00

10

80 19 11 28 560 21 011

00 90 20 48 010 22 941

Verdiepingssessie · Amersfoort

90

00

Bindende Inlichtingen en Douanewaarden: de wijzigingen van het DWU

00

Verdiepingssessie · Amersfoort

16

Bijzondere Regelingen en de AEO: de wijzigingen van het DWU

73

di 5

Bindende Inlichtingen en Douanewaarden: de wijzigingen van het DWU

di 12     Indeling douanetarief Workshop · Utrecht

do 7   Trends in export Event · Nieuwegein

Benieuwd naar de laatste exporttrends? Wilt u weten waar de kansen in 2016 liggen? Kom naar de presentatie van ons jaarlijkse onderzoek Trends in Export.

Kom naar de workshop Indeling Douane­tarief. Naast de theorie krijgt u de kans om samen met onze trainers uw eigen producten in te delen in het juiste douanetarief. Door het correct toepassen van de tariefindeling, voorkomt u vertragingen, boetes, het intrekken van vergunningen en niet te vergeten; ontevreden klanten!

do 14 Export van A t/m Z

vrij 8

ma 18

Documenten bij export

Zakendoen in Oekraïne

Cursus · Zwolle

Workshop · Zoetermeer

Workshop · Leidschendam

40

April 2016 / Nr. 408

Bijzondere Regelingen en de AEO: de wijzigingen van het DWU Verdiepingssessie · Eindhoven

Weet u al wat voor u de consequenties zijn van de de nieuwe Douane­wetgeving per 1 mei 2016? EVO-Fenedex laat u tijdens de verdiepings­sessies ervaren wat de mogelijke consequenties kunnen zijn voor uw organisatie.

do 21 Het effectief selecteren en managen van je zakenpartner in het buitenland Training · Nijkerk

Cursus · Alkmaar

Zakencultuur Verenigde Staten

Verdiepingssessie · Eindhoven

vrij 22     Export Manager Cursus · Den Bosch

Ga samen met andere exportmanagers de uitdaging aan om uw eigen exportaanpak aan te scherpen. In 12 modules diepen experts onderwerpen uit, zoals het bepalen van de grootte van de markt of de financiële haalbaarheid van uw exportplan. Maar ook culturele en juridische aspecten. Een intensief traject, waarbij u investeert in kennis en werkt aan een export­ beleidsplan.


GLOBE MAGAZINE

Mei

wo 18

vr 27

Certificaten van Oorsprong, EUR.1 en Factuurverklaringen

Leveranciersverklaringen Masterclass

Training · Eindhoven

di 10

do 19

di 31

Risicovolle douanezaken

Douane en logistiek in Brazilië

Incoterms

Workshop · Utrecht

Training · Rotterdam

Workshop · Zoetermeer

wo 11

di 24

Basisbeginselen in de BTW

Douaneplanning

Leergang · Utrecht

Workshop · Amersfoort

Documenten bij export Cursus · Alkmaar

Export van A t/m Z Cursus · Utrecht

wo 25 BTW en ABC-transacties Training · Utrecht

Sales in de UK Workshop · Bunnik

do 12     Export controle en sanctiebeleid Training · Den Bosch

Laat u informeren en inspireren over het optimaliseren van compliance processen. Onze experts geven u tools om zelf aan de slag te gaan met het opzetten van procedures m.b.t. exportcontrole en sanctiebeleid.

Tijdens deze workshop geven wij u inzicht in het commerciële, zakelijke proces en besluitvorming in het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast bevat deze workshop een interactief taalonderdeel, waarbij u leert pitchen voor de Britse markt.

do 26 Het verkoopcontract en L/C Workshop · Apeldoorn

Meer info over de trainingen of inschrijven: www.exporttrainingen.nl Vragen: per e-mail oet@fenedex.nl of telefonisch 070-330 56 60

April 2016 / Nr. 408

41


GLOBE MAGAZINE

Komend nummer In het meinummer van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen kunt u lezen over o.m. de volgende onderwerpen:

Fenedex Fenedex heeft 1200 leden en duizenden klanten die zij dagelijks verbindt, adviseert, opleidt en waarvan zij de belangen behartigt. Kortom een branche-overschrijdende partner voor expansie in het buitenland. Fenedex is onderdeel van EVO-Fenedex B.V.

Postadres Postbus 90409 2509 LK Den Haag

Zaken doen in Oezbekistan

BTW fraudebestrijding EU

Bezoekadres Den Haag Raamweg 14 2596 HL Den Haag T 070-330 56 00 F 070-330 56 56 E info@fenedex.nl Bezoekadres Zoetermeer Signaalrood 60 2718 SG Zoetermeer T 079-346 73 46

ASEAN-regio

E-commerce

Online www.globemagazine.nl Website met het archief van Globe Magazine voor Internationaal Ondernemen en Fenedexpress. www.export.nl Al jaren hĂŠt startpunt voor exporterende ondernemers. twitter.com/fenedex Volg Fenedex op Twitter voor het laatste nieuws over Fenedex en internationaal ondernemen. www.linkedin.com/groups?gid=42534 Discussieer mee met meer dan 1500 betrokkenen in de LinkedIn groep Export en Internationaal Ondernemen. www.fenedex.nl/exportnieuwsbrief Gratis nieuwsbrief met het laatste nieuws en artikelen over export en internationaal ondernemen. 42

April 2016 / Nr. 408

Bestuur Ir. A.M.G. van Hamburg (Voorzitter) Oud-managing director DHV Holding B.V. J.C.M. Albers Managing director export FrieslandCampina A.C.G.M Bastiaansen President iLoc Group B. Bruning Director Atradius Dutch State Business Drs. J.J. Cramer Directeur Grolsch International Mw. M.A.C. van Dijk Algemeen directeur Royal Duyvis Wiener B.V. C.E. van Esch Managing Director B&S Bosman Global Supply Mr. E.W. Mehring (Vice-voorzitter) Rechtsanwalt, Advocaat en Partner Van Till Advocaten D.P. Schuilwerve Managing Director ABN AMRO Bank N.V. R.R.J. Smeets RA (Penningmeester) Partner KPMG Accountants B. van de Vrie Head of Marketing for Business Clients ING Netherlands

Ere-Leden Jhr. H.J.M. van der Wyck N.P. Knape Jhr. Mr. A.W.G. van Riemsdijk Mr. C.W.H. van Dam F. Hauwert Organisatie Bart Jan Koopman Directeur Directie- en Bestuurszaken 070-330 56 20 directie@fenedex.nl Kennis- en adviescentrum 070-330 56 80 keac@fenedex.nl Juridische desk 070-3305690 juridischedesk@fenedex.nl Ledenservice en -werving 070-330 56 80 accountmanagers@fenedex.nl Opleiding en training 070-330 56 60 oet@fenedex.nl Communicatie 070-330 56 70 communicatie@fenedex.nl FinanciĂŤle administratie 070-330 56 40 administratie@fenedex.nl China Desk 070-330 56 83 chinadesk@fenedex.nl Rusland Desk 070- 330 56 88 ruslanddesk@fenedex.nl Turkije Desk 070-330 56 82 turkijedesk@fenedex.nl




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.