4 minute read

Wijnen: Een familie die Philips ademt

Nelis Wijnen was de allereerste werknemer bij Philips. Als leerling koperslager was hij vanaf het begin betrokken bij het bedrijf dat al snel uitgroeide tot een multinational. Kleinzoon Cor en achterkleinzoon Jan traden in zijn voetsporen.

Jan Wijnen (1963) doet de voordeur open. „Treed binnen”, roept hij hartelijk. Achter de deur bevindt zich een walhalla voor Philips aficionado’s: één van de allereerste radio’s uit 1924, een rijtje draagbare transistorradio’s van het eerste uur… „Wat nog ontbreekt”, grapt Jan, „is een wc-bril. Ja, op een goed moment maakte Philips ook wc-brillen.” Zijn vader

Advertisement

Cor (1932) valt in: „De fabriek waar plastic onderdelen werden gemaakt, had een flinke overcapaciteit. Dus wat doe je dan? Dan ga je andere producten maken. Eerst voor je eigen gebouwen, maar later ook voor de markt.” Cor en Jan zijn echte Philipsmannen uit een familie die al vier generaties lang bij het Eindhovense bedrijf betrokken is. Het is een erfenis die zij met liefde koesteren. Hun (over)grootvader Nelis Wijnen (18741948) was de eerste werknemer van de op 15 mei 1891 opgerichte firma Philips & Co die kooldraadgloeilampen ‘en andere elektrotechnische artikelen’ ging maken.

EERSTE WERKNEMER

„Een week na de oprichting van Philips & Co trad mijn grootvader als eerste in dienst”, aldus Cor. „Philips vestigde zich in Brabant omdat daar de lonen heel laag waren. Het is tekenend dat hij mijn grootvader aannam in plaats van een meester koperslager of een dure ingenieur. Mijn grootvader was amper zes- tien, maar hij was handig met machines en niet te beroerd om de werkplaats aan te vegen.” Philips nam de jongen een aantal keren mee naar Oostenrijk, waar hij machines voor de productie van gloeilampen kocht. Aan de Emmasingel assisteerde Nelis dan bij het installeren van de machines. Cor laat een foto uit 1892 zien, toen de productie al redelijk op gang was: een groepsportret van alle 28 werknemers. „Kijk, dat is mijn grootvader. Hij is duidelijk de jongste, de enige die bewogen op de foto staat - hij kon niet zolang stil zitten!” Ook twee zussen van Nelis staan op de foto; zij werkten als lampenmaaksters in de fabriek.

Afdeling Fabricagevoorschriften Licht

Als Eerste Met Pensioen

Nadat Anton Philips, de jongere broer van Gerard, tot Philips & Co was toegetreden, maakte het bedrijf een stormachtige groei door. „Anton sleepte orders binnen in het buitenland. De grootste order kwam in 1898 uit Petersburg, toen de Tsaar 50.000 gloeilampen bestelde voor het Winterpaleis. Toen de bestelling doorkwam, telegrafeerde Gerard terug dat Anton zich zeker een paar nullen vergist had. Anton bevestigde nogmaals dat het écht om 50.000 lampen ging.” Deze enorme order betekende de doorbraak van Philips als speler op de wereldmarkt. Nelis werd al snel hoofd van de technische dienst bij de lichtdivisie. Zijn beide zoons gingen bij Philips werken, bij dezelfde technische dienst. „Maar mijn vader, Jan, hield het snel voor gezien”, zegt Cor. „Als hij iets fout had gedaan, kreeg hij van zijn vader, die zijn baas was, op zijn donder. En thuis werd hij er nóg eens op aangesproken: Nelis vond dat zijn zoons een voorbeeldfunctie hadden. Mijn vader is toen vertrokken en bij Baekers & Raaijmakers, de textielfabriek, gaan werken. Mijn oom en een paar tantes zijn wel bij Philips blijven werken.” In 1939 was Nelis Wijnen de eerste die een Philipspensioen kreeg. „Mevrouw Philips was bij die eerste uitkering aanwezig - mijn grootvader vond dat een hele eer. Naderhand werd Nelis nog regelmatig opgehaald als er iets met de machines was. Die oude machines zijn heel lang voor bijzondere klussen in gebruik gebleven. Anton Philips liet dan zijn auto met chauffeur voorrijden aan de Lijmbeekstraat, waar mijn grootvader woonde.”

Cor vertelt met gusto over Philips. Zelf is hij in 1953 bij Philips in dienst getreden. „Ik had geen technische opleiding: na de HBS ben ik in dienst gegaan, daarna wilde ik werken. Ik kwam op de afdeling Fabricagevoorschriften Licht terecht. Philips had ondertussen heel wat fabrieken, en die moesten geïnformeerd worden over hoe nieuwe producten gemaakt moesten worden. Liet je dat iemand van de ontwerpafdeling doen, dan was ‘ie met een paar woorden klaar, maar voor de mensen die er in de fabriek mee aan de slag moesten, was het onbegrijpelijk. Daarom was er een afdeling om begrijpelijke handleidingen te schrijven. Wij moesten dan de ontwerper interviewen over alle details, en een verhaaltje schrijven.” Al met al heeft Cor dit werk tot zijn pensioen in 1989 gedaan. Hij was betrokken bij het standaardiseren en implementeren van codes voor onderdelen. „De verschillende fabrieken ontwikkelden ook zelf producten, maar hanteerden daarbij vaak hun eigen codes. Dat die codes regelmatig gestandaardiseerd werden en dat daar een coherent systeem voor ontwikkeld werd, was hard nodig.” Cor bleef ook na zijn pensioen bij Philips betrokken. Al snel werd er een beroep gedaan op zijn kennis van oude apparatuur toen besloten werd de oude lampenfabriek voor het eeuwfeest na te bouwen. Maar gloeilampen zijn sinds het verbod uit 2012 geschiedenis, de opstelling maakt nu deel uit van het Philips Museum dat in 2013 zijn deuren opende in de eerste Philipsfabriek aan de Emmasingel.

SPIN-OFF

Ook Jan heeft veel aan Philips te danken. Hij heeft gebruik gemaakt van het studiefonds Philips-Van der Willigen. Jan: „Ik heb aan de hts gestudeerd en ben na wat omzwervingen bij Philips Digital & Computational Pathology gaan werken. Met het Philips Incubator Program ondersteunt Philips al jaren kleine startups binnen het bedrijf en bevordert zo productinnovatie. Dat is heel slim: vaak zie je dat in een bedrijf met de omvang van Philips, nieuwe ideeën vermorzeld worden in de bureaucratie. Met het incubatieprogramma worden startups op de rails gezet, zonder in zwaar weer te komen als iets niet meteen lukt of een commercieel succes is.” Jan maakt sinds 2021 deel uit van de directie van Xyall. De spin-off van Philips Healthcare heeft met behulp van het incubatieprogramma een vliegende start gemaakt en is nu één van de leidende bedrijven voor apparatuur ten behoeve van weefselonderzoek voor diagnostische doeleinden. Jan: „En zo is wat mij betreft de cirkel rond. Mijn overgrootvader begon in 1891 bij Philips met een groot avontuur, en met Xyall ben ik aan eenzelfde soort avontuur begonnen: een startup waar wetenschappelijk innovatie een kans krijgt.”

This article is from: