13 minute read
‘Actief verbinding zoeken houdt ons fris en alert’
STEFAN ROSU
Tien jaar alweer zijn ze samen, Het Brabants Orkest (HBO) en het Limburgs Symfonie Orkest (LSO). En waar heel wat mensen dachten ‘die fusie gaat nooit lukken’ is het toch goed gekomen. Stefan Rosu, intendant van het orkest dat vanaf 2013 philharmonie zuidnederland heet, kijkt al met al tevreden terug op het afgelopen decennium.
Advertisement
Een half jaar na de fusie aangetreden viert hij dit j aar ook zijn eigen tienjarige verbond met het orkest. En nee, ze waren niet gemakkelijk, die eerste twee jaren. Het was zoeken en wennen op alle fronten. Van twee identiteiten één maken valt immers niet mee, hoe goed voorbereid ook. Het op en neer pendelen tussen Maastricht (vestigingsplaats van het LSO) en Eindhoven (HBO) was voor iedereen wennen. De culturele verschillen tussen Brabant en Limburg waren groot en het samenvoegen van twee verschillende speeltradities tot één klank ging niet gemakkelijk.
„Maar we hebben elkaar gelukkig vrij snel gevonden. Van bezoekers weet ik dat ze tijdens concerten nog jaren naar de ‘eigen’ musici hebben gezocht, maar dat is nu wel voorbij.” Bovenop de artistieke en logistieke kant kwam dan natuurlijk nog de zakelijke en administratieve rompslomp, om de vele handelingen achter de schermen maar even samen te vatten. „Als iemand me in een soortgelijke situatie nu zou vragen ‘zou je een fusie adviseren’ zou ik ‘nee’ zeggen. Philharmonie zuidnederland heeft het goed gedaan, maar het risico dat zo’n samenvoeging verkeerd gaat is groot.” Nee zeggen was tien jaar geleden voor het Brabantse en Limburgse orkest, opgericht in respectievelijk 1950 en 1883, overigens geen optie; de fusie werd afgedwongen door het rijk als bezuinigingsmaatregel op het budget voor cultuur. Als extraatje kreeg het nieuwe orkest de provincie Zeeland als speelgebied erbij.
Overzicht en afweging
Rosu (Osnabrück, 1960) trad aan toen de fusie een half jaar een feit was. Hij is zowel artistiek als zakelijk leider van philharmonie zuidnederland en dat is in het Nederlandse orkestlandschap niet gebruikelijk, daar doe je het een of het ander. Rosu, die onder meer cultureel management en musicologie studeerde, directeur was van het Mozarteumorchester Salzburg, manager bij het Radio Filharmonisch Orkest in Hilversum en de fusie van het Orchestre Philharmonique du Luxembourg met de concertzaal Philharmonie Luxembourg begeleidde, was thuis op beide terreinen.
„Ik heb die rol gekregen maar ik heb hem ook gepákt. De praktijk heeft uitgewezen dat het goed is dat overzicht en afweging bij één persoon liggen. En ook dat die persoon als gezicht van het orkest naar buiten treedt om op belangrijke momenten het verhaal van het orkest te vertellen. We doen het natuurlijk samen, ik probeer dan ook de lof dáár neer te leggen waar die hoort.”
Competenties
De functie van een symfonieorkest lijkt duidelijk. Simpel gezegd: mooie muziek maken in liefst mooie zalen voor zoveel mogelijk mensen. Maar, zegt Rosu, „we zijn steeds meer ‘makers’ geworden. We stappen steeds vaker het podium af om met kleine inventieve en innovatieve producties muziek bij de mensen te brengen. Theater speelt daarbij een grote rol. We moeten wel, want voor onze subsidiegevers is maatschappelijke relevantie de laatste jaren net zo’n belangrijk criterium als artistieke kwaliteit.” Dit geeft aan de voorkant meer werk en heeft invloed op de organisatie, maar Rosu is daar niet rouwig om, hij ziet meer voor- dan nadelen.
„Mijn insteek is vanaf dag één geweest dat orkestmusici veel meer competenties hebben dan het bespelen van hun instrument in orkestverband. Meer ook dan ze van zichzelf weten. Door die competenties aan te spreken houden ze voor zichzelf hun vak levendig en bieden we als orkest onze bezoekers een bredere en gevarieerdere muzikale beleving. Mooie muziek in mooie zalen blijven we natuurlijk maken, dat is onze kerntaak, maar het concept van ‘concertmachine’, van één of twee weken werken aan een bepaald programma, een paar concerten geven en óp naar het volgende project, hebben we losgelaten. Door zelf actief op zoek te gaan naar verbinding, ook, en misschien wel júist met jonge mensen, houden we onszelf fris en actueel. Educatie is een van onze speerpunten, daar hebben we een naam in opgebouwd. Andere professionele orkesten komen bij ons kijken hoe we onze veelzijdige educatie- programma’s ontwikkelen. We gaan naar scholen toe, of scholen zoeken ons op, de kinderen maken kennis met de musici - die ook mensen blijken te zijn, maar wel mensen die iets speciaals doen - en krijgen een kijkje achter de schermen. Muziek brengt plezier, oogst verwondering, geeft ook troost waar nodig en spreekt de creativiteit aan. Muziek drukt uit waar we - en zeker kinderen - geen woorden voor kunnen vinden.” In het educatieproject ‘Hoor je mij’ komen vragen van kinderen aan bod. Kun je varen in een contrabas, was zo’n vraag. „Dat hebben wij uitgezocht! En nee, het kan niet!” Voor die educatieprojecten werken stafleden en musici van het orkest samen met tal van creatievelingen van al dan niet culturele disciplines, denk aan theater en dans.
Hij is booming, er zijn veel kapers op de kust. Ik ben dan ook heel blij dat we zijn contract onlangs hebben kunnen verlengen tot zomer 2026.”
Opus 9
Sociale domein
Verbinding, beleving, het zijn woorden waarmee je om je oren wordt geslagen in deze tijd. Maar dat is niet voor niets weet Rosu, live meemaken draagt daartoe bij. „De bureaus Berenschot en Blueyare hebben in opdracht van de Nederlandse Orkesten onderzocht of het bijwonen van concerten inderdaad verbindend werkt. En ja, wat wij al wisten: ‘Concertbezoek draagt aantoonbaar bij aan gevoelens van verbondenheid’. Daarmee stellen de bureaus wat mij betreft vast dat de orkesten niet alleen binnen het culturele, maar ook op het sociale domein van betekenis zijn. Bij een goed concert worden muziek, musici en luisteraar één, ontstaat er iets dat boven de noten uitstijgt en dat een sterk gevoel van verbondenheid geeft, zeker in een zaal met twaalfhonderdvijftig mensen zoals in Muziekgebouw Eindhoven. Daar deel van te mogen uitmaken ervaar ik na al die jaren nog steeds als een voorrecht.” Die beleving is met de komst van de jonge en energieke Duncan Ward (33) toegenomen bij jong en oud. „Duncan is een topdirigent. Met zijn innemende en toegankelijke persoonlijkheid weet hij iedereen voor zich te winnen en het beste in de musici aan te spreken.
Behalve door het rijk wordt philharmonie zuidnederland financieel gesteund door de provincies Limburg en Noord-Brabant. Limburg is met een subsidie van twee miljoen euro guller dan Brabant, dat anderhalf miljoen voor het orkest uittrekt. Dit terwijl het speelgebied van het orkest voor twee derde in Brabant ligt. „Willen we de brede maatschappelijk functie kunnen blijven vervullen die men van ons verwacht, dan zou Brabant met minimaal een half miljoen meer over de brug moeten komen”, zegt Rosu. Liefst zag hij dat de provincie de subsidie optrok naar twee punt zes miljoen én indexatie toepast. Is het om die reden dat het orkest steeds meer domicilie in Maastricht kiest? „Nee, dat heeft te maken met de goede huisvestingsvoorwaarden die Maastricht biedt. Tot voor kort repeteerden wij in de grote zaal van Theater aan het Vrijthof, maar vanwege verbouwingsplannen en de beschikbaarheid van de theaterzaal zaten we daar min of meer in de weg. Begin van dit jaar zijn we, met ondersteuning van de gemeente Maastricht, verhuisd naar een eigen ruimte in de voormalige Theresiakerk, die is verbouwd en aangepast aan de eisen van een modern symfonieorkest. In Opus 9, zoals we de verbouwde kerk hebben genoemd, is ook plek voor kantoren. Het is niet nodig om op twee locaties volledige kantoren te hebben.” En voor de goede orde: de orkestrepetities blijven gelijkelijk verdeeld over Eindhoven en Maastricht. De brochure van seizoen 2023-2024 is uit, de kaartverkoop is gestart, de achterstand die corona de kunstenwereld toebracht wordt langzaam maar zeker ingelopen. Een hoogtepunt noemen voor het komende jaar? Nee dat kan hij niet, dat zijn er teveel! Nou, vooruit, één dan: „Ik verheug me erg op de uitvoeringen van onze eigen productie van Lord of the Rings in september, in Den Bosch en Rotterdam. Met deze film met livemuziek in een gigantische bezetting gaan we twintigduizend bezoekers gelukkig maken!”
CARLO VAN KEMENADE ALS CEO WEER THUIS BIJ DLL
Carlo van Kemenade is bijna anderhalf jaar chief executive officer van DLL. De Eindhovenaar keerde vorig jaar op Valentijnsdag terug bij zijn tweede liefde, zoals hij de financiële dienstverlener noemt. Wat hem betreft gaat DLL (voorheen De Lage Landen) weer een rol van betekenis spelen in zijn stad, zowel bedrijfsmatig als maatschappelijk. ,,We willen zeer actief meedraaien. Ik ben trots op de mensen hier en die moeten vooral een podium krijgen.”
TEKST: HANS MATHEEUWSEN | FOTO’S: EDDIE MOL
Carlo van Kemenade barst van de energie. Gedurende het gesprek over zijn terugkeer, zijn persoonlijke ambities en de doelen van DLL wipt hij voortdurend op zijn stoel. De lunch slaat hij over, met een hint naar zijn sportieve figuur, maar hij heeft ook geen tijd om te eten. Met een zekere gretigheid maakt hij duidelijk dat DLL onder zijn voorganger, de Amerikaan Bill Stephenson, wat uit beeld verdwenen is in Eindhoven en dat dit weer gaat veranderen, als het aan hem ligt. Het hoofdkantoor staat in Eindhoven, tegenover Hotel Cocagne en de Paterskerk, zijn sociale leven speelt zich af in de stad; hij is er geboren en getogen - in Acht, ging er naar school. DLL is een bedrijf van verbinding en verbinden zegt de CEO, en dat is precies wat hij voorstaat, wat hemzelf betreft én alle medewerkers. Dat zijn er 6.500 wereldwijd, van wie 900 in Eindhoven. „Er is genoeg te doen. En wij krijgen alle ruimte. Wij hebben het hier naar ons zin. Met name wat betreft de sociale ontwikkeling van de stad hebben we nog een been bij te trekken. Daar wil ik mij ook persoonlijk sterk voor maken.” Wat die ruimte betreft: DLL is een volle dochter van Rabobank, een van de pijlers onder de coöperatie. De ambitie is om eind dit jaar uit te komen op een omzet van zestien miljard euro, rekent Carlo voor, en de winst op zo’n 500 miljoen. De internationale ‘vendor finance’ organisatie is dus een factor van betekenis, verklaart hij. DLL is een bank - met een banklicentie - en financiert producten en technologiën. Philips is een grote klant, maar ook Cisco, Konika Minolta, Jungheinrich, Microsoft en AGCO, een wereldwijde fabrikant van landbouwapparatuur, om maar wat grote namen te noemen.
SAMEN STERK
Leasing is het bekendste product van DLL. De multinational biedt financieringsoplossingen in de sectoren agri, food, gezondheidszorg, clean technology, bouw, transport, industrie, kantoorapparatuur en hightech. Duurzaamheid staat hoog in het vaandel.
DLL is actief in 25 landen. Carlo is na zijn aanstelling als CEO de wereld rondgegaan om zich opnieuw voor te stellen en dit jaar heeft de nieuwe board op negen locaties in de wereld de nieuwe strategie gelanceerd en aan teambuilding gedaan. „We zijn door het aanwezige personeel met enthousiasme ontvangen”, aldus Carlo. „Samen zijn we sterk”, voegt hij toe. „De negen kick-offs waren super gaaf om te doen. De successen vieren met elkaar maar ook laten zien wat onze toekomst is. Dat geldt voor DLL wereldwijd. Hoe krijgen we iedereen mee? We werken aan een nieuwe topstructuur die eenvoudiger is en tot meer effectiviteit leidt. Alles in het belang van de klant. Verdere digitalisering is een uitgangspunt van beleid. Ten behoeve van een betere dienstverlening. We willen commercieel doorgroeien. We hebben aandacht voor het klimaat en de energietransitie.”
De cijfers van het eerste kwartaal zijn goed. DLL loopt voor op de targets, medewerkers- en klanttevredenheidsonderzoeken noteren alleen maar hoge scores. „Niet normaal! Terwijl we midden in de reis zitten, zitten we al aan de goede kant. Dát had ik nog niet verwacht. Goede scores zijn het doel maar pas aan het einde van de reis en wanneer iedereen op zijn plek zou zitten, was mijn inschatting. Het eerste kwartaal is zowel commercieel als financieel super goed.”
DORP
Hij had zich geen betere start kunnen wensen. En dat doet de gedreven CEO goed. Hij is mede gevormd door DLL, en heeft moeten knokken om überhaupt bij de financiële dienstverlener aan de slag te kunnen. Carlo is de jongste van een drieling, in een gezin met vijf kinderen. Zijn vader was de middelste van een groot gezin met vijftien kinderen in Acht - de bekende familie Van Kemenade - en zijn moeder was één van elf kinderen van een gezin in Son. Beide families hadden een boerenachtergrond en zo ontmoetten zijn ouders elkaar. Carlo groeide op in Acht, voetbalde bij de VV - waar hij nog steeds een bestuursfunctie vervult, ging er naar school. Hij volgde de havo op het Bisschop Bekkerscollege in Eindhoven. Ging daarna naar de meao, slaagde met vlag en wimpel, en studeerde in de avonduren MBA Boekhouden. Zijn vader was actief in de dorpspolitiek en daarom was het logisch dat Carlo bij de gemeente Eindhoven ging werken. Het werd centraal woningbeheer bij de Technische Dienst. Ondertussen haalde hij in de avonduren een hbo-diploma. Kennissen maakten hem warm voor een baan bij DLL. Dankzij zijn vasthoudendheid werd zijn derde sollicitatie een succes. Het tekent zijn winnaarsmentaliteit. „Het is wel hoe ik in de wedstrijd zit: waar een wil is, is een weg. Ik was binnen. En twee jaar later kwam ik in een talentenklasje terecht.” Hij wist toen al, 31 jaar geleden, dat hij de top van het bedrijf wilde bereiken. „Ik had een gesprek met toenmalig CEO Ton Toebosch. Hij zei: ‘Eerst het dorp uit de man, en dan de man uit het dorp’.”
Carlo ging vervolgens in diverse managementfuncties de halve wereld over. Werkte jaren in het buitenland, waaronder de Verenigde Staten. Om in aanmerking te komen voor een topfunctie studeerde hij, wederom in de avonduren, met succes voor een dubbele masters (Executive MBA en International Management) aan de Nyenrode Business University. In 2013 werd hij lid van de executive board van DLL als chief operational officer. In
2018 vertrok hij naar Heerlen om daar CEO en voorzitter van de raad van bestuur te worden van Obvion Hypotheken, een andere dochter van de Rabobank.
Thuiskomen
„DLL is een bedrijf dat onder de huid gaat zitten”, motiveert hij zijn drive. „Op een positieve manier. Het voelt nooit als werk. Wij noemen onze mensen ook geen employees maar members. Members van de DLL-family. Waarbij DLL een familie is die weliswaar resultaatgedreven is, maar waar mensen ook fouten mogen maken. Werknemers blijven hier gemiddeld veel jaren. Ik ben daar zelf het beste voorbeeld van. Dat kan goed zijn, en soms moeten we meer en beter doorselecteren. Continu bezig zijn met de volgende stap. Zelf wilde ik in de board, linksom of rechtsom. Dat is me gelukt.”
En hij is blij dat hij weer om de hoek werkt, bijna op loopafstand. „Het voelde als thuiskomen”, grijnst Carlo. „Ik ben hier groot gegroeid en heb hier veel meegemaakt, veel mooie dingen. Door de oude banden met Impact040 wil ik ook daar weer instappen. Marathonlopen was een grote passie van mij, ik loop nog drie keer in de week. De Marathon Eindhoven willen we ook weer dichter naar ons toe halen. Daar zijn we vorig jaar al mee begonnen via interne activatie. Wij hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Overal waar we zijn, zijn we maatschappelijk actief en hier doen we daar een schep bovenop. De banden worden aangehaald, bijvoorbeeld met Samen voor Eindhoven, en we stappen graag in nieuwe partnerschappen waaronder met Brainport voor elkaar. Ik ben commissaris bij Eindhoven Airport namens de gemeente Eindhoven, voor zover een commissaris mag vertegenwoordigen. Alle mensen bij DLL krijgen al jarenlang twee dagen in het jaar betaald verlof om vrijwilligerswerk te doen. Dat geeft voldoening, en werkt als een sneeuwbal in de organisatie. In Eindhoven maakte afgelopen jaar 57 procent volledig gebruik van de mogelijkheid om iets terug te doen voor de regio.”
Vuist
En welke rol denkt DLL binnen Brainport te gaan spelen?
„Dat is een goede. Ik ben op bezoek geweest bij directeur Paul van Nunen van Brainport Development. We zijn in gesprek. Ik denk dat wij een rol kunnen spelen op het gebied van elektrificatie. Wat dat vraagt van een energienetwerk. Hebben we hier nog genoeg energie voor de komende jaren, of niet? Hebben we een uitdaging en zo ja, hoe gaan we dat oplossen? Is die financierbaar? We richten ons op climate and energy, één van onze groeipilaren in de toekomst. Commercieel kunnen we daarin best veel betekenen, maar we willen ook goed doen in de wereld en zeker in deze regio. Dus kijken we naar onze positionering binnen Brainport, ja. Maar we willen onszelf niet een te grote broek aanmeten. We kennen onze plek, we willen bescheiden blijven. We snappen het succes van ASML en VDL, maar wellicht blijken wij in Eindhoven een goed bewaard geheim... Aan de andere kant worden de verschillen in de stad steeds groter. Eindhoven kent achterstandswijken, op sociaal-economisch gebied. Als bedrijven hebben wij de verantwoordelijkheid om daar wat aan te doen. Wij hebben veel kennis over financiën. Ik denk dat wij via Brainport voor elkaar een bijdrage kunnen leveren. Door mensen met financiële problemen te helpen. Armoedebestrijding, hulpverlening, maar ook leerachterstanden; dit zijn thema’s die we als stad moeten beetpakken, samen met de gemeente en andere instanties en dan kijken hoe we een vuist kunnen maken én het verschil kunnen maken.”
ONT-MOETEN
Carlo werkt graag met en voor mensen. Hij is een people manager, beaamt hij. Een aantal coaches is van invloed geweest op zijn mindset. „Ont-moeten is cruciaal. Je bepaalt als mens zelf wat je ‘moet’. Die coaches hebben mij wel geleerd het fanatisme vast te houden, maar er ‘moet’ niks. Omdat je niet moet, wordt wie je bent en waar je voor staat herkenbaarder. Het heeft ook te maken met opvoeding. De jongste van vijf zijn en de jongste van een drieling, thuis opgevoed met ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’, ‘je bent goed voor de omgeving, je hoeft voor niemand uit te blinken’ en dienstbaar zijn. Ik heb geleerd interesse te hebben in de mensen om mij heen. De club verwacht leiderschap, waar sta jij voor? Dat was in mijn ontwikkeling belangrijk. Ik wilde CEO worden van DLL, maar als het niet zo had mogen zijn, was ik niet een minder gelukkig persoon geweest. Dan zou er wel iets anders op mijn weg zijn gekomen. DLL is mijn tweede liefde, thuis is het dan weleens lastig want je wil het voor iedereen goed doen. Ik ben dertig jaar getrouwd en heb gelukkig iemand thuis die op enig moment zegt: ‘Tot hier en niet verder’. Dat heb ik af en toe nodig. Een medewerker achter de koffiecorner verloor een jaar of zeven geleden een zoon bij een ongeluk. Ik heb hem een dag later gebeld, dat vond hij fijn. De volgende dag zat ik bij hem in de keuken. Mijn agenda was niet relevant. Niet uit effectbejag, nooit over nagedacht, maar ik zat er wel. Toen ik vertrok naar Obvion huilde hij als een klein jong. Toen ik terugkeerde en hem weer ontmoette, huilde ík als een klein jong. Dat is een band..., die we nooit vergeten. Het is maar een voorbeeld. Als mensen vervelende dingen meemaken, zijn we er ook als board. Wij zijn zeker oprecht geïnteresseerd in mensen; het maakt niet uit wie.”