5 minute read
De kip én het ei, zonder transport
De hele wereld komt naar Nederland voor land- en tuinbouwinnovatie en om de kunst van het boeren af te kijken. Vlak daarin de regionale Brainport niet uit. De slimme metropoolregio heeft tenslotte niet alleen de meeste patenten per vierkante meter, maar herbergt ook de meest efficiënte voedselproductie per vierkante meter. Daarom gaat FRITS met boerenclub ZLTO de boer op om het GBBV in de praktijk te peilen bij de boer en de nerd.
In Grubbenvorst staat de slimste kippenboerderij van Nederland, t(j)okvol hightech oplossingen van onder meer de Vencomatic Group in Eersel.
Advertisement
TEKST: MARIE-JOSÉ DEKKERS | FOTO’S: LÉ GIESEN, VENCOMATIC GROUP
Kloeke Kip En Vencomatic Group
VENCOMATIC GROUP werd in 1983 opgericht door Cor en Han van de Ven, ouders van huidig algemeen directeur Lotte. Basis van het familiebedrijf was Cor’s vinding voor pluimveehuisvesting: het automatische legnest. Op dat fundament werd verder gebouwd met eigen productontwikkeling voor kalkoenen, leghennen, eenden en vleeskuikens en met overnames van Prinzen (eierbehandeling), Agro Supply (klimaatoplossingen) en Van Gent (legnesten). Eivormig en superduurzaam hoofdkantoor is de Venco Campus in Eersel.
Marcel Kuijpers is die slimme kippenboer: „Nederland is wereldkampioen in gebouwgebonden hoogproductieve landbouw. In gebouwen kun je alles sturen; zo kun je juist optimaal rekening houden met emissies en klimaat. Bovendien is het voor veel dieren niet verkeerd om onder een dak te zitten. Wij zijn wel degelijk bezig met transitiedenken maar de maatschappij begrijpt het niet meer.”
Marcel is niet alleen boer maar ook een beetje nerd: „Ik geef elk jaar gastcolleges bij Wageningen University &
KLOEKE KIP in Grubbenvorst bij Venlo is het familieen pluimveebedrijf van Marcel Kuijpers, zijn oudste broer en diens twee zoons. Het wil de gehele keten - van moederhen tot bord - onder controle houden. De aanpak moet beter zijn voor milieu, dier en mens. De gasvrije stal wordt verwarmd door de diertjes zelf, mestverbranding, zonnepanelen en warmtewisselaars en is nagenoeg CO2-vrij. De ter plekke geboren kuikens groeien gemonitord op met natuurlijke voeding uit de regio. Door de slachterij aan de stal te bouwen, wil Kloeke Kip alle diertransporten elimineren.
Research. Een student vroeg me: ‘Marcel, dat is toch niet natuurlijk’. Een veel voorkomende vergissing; natuur en cultuur door elkaar halen. De samenleving vraagt ons om voeding te maken voor acht miljard mensen. Op een natuurlijke manier? Dat is een romantisch idee van buiten lopende dieren dat niet gebaseerd is op enige realiteit. Zolang meer dan de helft van de eiwitconsumptie in de wereld van dieren komt, kunnen we niet zeggen dat we stoppen met dierlijke eiwitten eten. Maar je moet die dieren wel duurzaam en diervriendelijk houden.”
Kloeke Keten
Dat probeert hij ook in de praktijk te brengen, met het Kloeke Kip-concept. Hij schetst - letterlijk - de keten, inclusief de bloemetjes en de bijtjes: kuikens, opfokbedrijf, vermeerderingsbedrijf met hanen en hennen, bevruchte eieren naar de broedmachine, kuikentjes naar de vleeskuikenbedrijven, slachterij, verwerkingsbedrijf, supermarkten en consumenten. „Dat is de oude keten, met telkens weer diertransport. Wij zeiden 25 jaar geleden al: transport is klote. We willen zelf een keten maken zonder transporten; minder energie, minder tijd, minder kans op kruisbesmettingen, volledige traceerbaarheid van je product, geen verlies van dierwelzijn, kwantiteit en kwaliteit. Dat zijn we gaan ontwerpen: een keten zonder kruispunten waar grote botsingen kunnen gebeuren. Daarom besloten we zelf broedeieren te produceren – de vermeerdering in het moederdierenbedrijf staat even verderop - en die uit te broeden. We zijn onze eigen leverancier en onze eigen klant.” Of de slachterij er komt, de laatste stap, is de vraag. Daar moeten wel klanten voor zijn en de maatschappij is er niet klaar voor, vindt hij: „Dus moeten onze kippen nog steeds op vrachtwagens, helaas.” Logisch en simpel; waarom had niemand anders dat al bedacht? „De keten was zo sterk geschakeld.” De oude keten is dus een hele zuil van leveranciers, afnemers en marges. CEO van het Eerselse agritechbedrijf Vencomatic Group Lotte van de Ven: „En van levende dieren, hé.” Dan zijn ze in die zuil niet blij met Marcel? „Vooren achterwaarts integreren in de keten is het meest risicovol en geeft heibel met leveranciers en afnemers. De weerstand is supergroot. We hebben vijftien jaar verloren met regelgeving en rechtszaken voor de vergunningen. Innovatie is altijd vervanging voor een bestaande situatie die daar moeite mee heeft. We doen het toch, omwille van de kwaliteit, dierwelzijn en lekker eten voor iederéén, omdat we medeverantwoordelijk zijn voor wat op een bord belandt.”
Energie Produceren
De nieuwe keten kwam tot stand in samenwerking met meerdere nerds maar de kiem werd gelegd met de
Vencomatic Group, vertelt Marcel: „De samenwerking en band zijn hecht. Goed vertrouwen, makkelijk werken, creatieve geesten en écht ondernemerschap. Op z’n Brainports dus.” Ook andere partijen werden betrokken: „Voor warmte en verlichting, dus energie. En net zo bot als dat we geen diertransport meer wilden; geen fossiele brandstoffen meer. Groeiende kippen produceren warmte die normaal via ventilatie verdwijnt. We wilden bovendien géén emissies; stikstof, geur, fijnstof. We bedachten om de warmte van de luchtwasser naar het waswater te leiden. Daar halen we weer de warmte uit voor de broeierij en het kantoor. We hebben dan ook geen gasaansluiting. Maar die gaan we volgend jaar wel eentje aanleggen.” Huh? „In de te bouwen bio-energiecentrale gaan we alle reststromen verwerken. We gaan 1,4 miljoen kuub biogas produceren. Dan produceren we méér energie dan we gebruiken.”
Dan is hij - na al die jaren - wéér een stap dichter bij zijn einddoel: „Klimaatneutraal, geen diertransporten, beter leven voor de dieren. En toch, hoe de maatschappij daarop reageert; negatief. Je krijgt alleen maar weerstand als je iets met dieren doet.” Hij doelt daarmee op de ‘gewonnen’ Liegebeest-verkiezing van Wakker Dier – in hetzelfde jaar dat hij was genomineerd voor Agrarisch Ondernemer van het jaar: „Ik heb dierenbeschermers zo vaak gebeld om hier te komen kijken maar ze willen niet met me praten. Volgens mij reageerden we goed door transparant te zijn, en dat vonden onze klanten ook. Maar die liepen onder druk wel allemaal weg. Nu exporteren we onze duurzame kippen naar het VK. Een pyrrhusoverwinning,” wil hij erover kwijt. Lotte is het met hem eens: „Ik heb veel dierwelzijnsorganisaties in de stal rondgeleid, zo’n stapel onderzoeken laten zien van de effecten van het uit het ei komen van de kuikens in de stal. De reactie: ‘we denken dat het beter is maar krijgen het niet uitgelegd aan de achterban’. Feitelijk onderbouwen dat dit een stap voorwaarts is voor dieren, heeft dus geen zin. Ik denk dat de familie Kuijpers kringlooplandbouw realiteit maakt én tien jaar voorloopt op een komend verbod op transport van eendagskuikens maar daar worden ze niet voor beloond en gewaardeerd.”
Geen Dure Machines
Vencomatic Group-CEO Lotte werkt allang met de Kuijpersen samen: ,,In 2008 waren we aan het experimenteren met on farm hatching, en dat is hun idee. De kuikens komen daarbij uit het ei in de stal, niet in een broedmachine.”
Ze snapt Marcels’ frustratie: „Pluimveehouders zijn tientallen jaren ‘geconditioneerd’, dat ze broedmachines nodig hebben waarin eieren in 21 dagen worden uitgebroed op precies 100˚ Fahrenheit (37,8˚ Celsius - red.). Na zeven dagen gaat een broedei warmte produceren en nog een paar dagen later moet een broedmachine dan koelen. Bij oververhitting overleven de embryo’s het niet. Ik had vijf jaar gewerkt bij een broedmachinefabrikant en was opgeleid met vooral oog op die 37,8˚ Celsius. De Kuijpersen legden gewoon eieren in een stal waar ze hun warmte kwijt konden. En de kuikens kunnen uitkomen op het moment dat het hen schikt; daar hoef je niet op te sturen.”
GEBOORTES
Marcel: ,,Dus ging Lotte onderzoeken wat er gebeurt in het kuikentje, de fysiologie.” Lotte: „Tijdens mijn promotieonderzoek stond ik al met één been in het familiebedrijf en het andere in Wageningen. Uit het onderzoek bleek dat de kuikens het goed hebben; hoe minder je ingrijpt, hoe beter het voor de dieren is. Wij zijn ontwerper en producent van diervriendelijke en duurzame pluimvee-huisvestingssystemen. Daarvoor wegen wij alle argumenten mee: buitenuitloop, ja, is een belangrijk argument voor dierwelzijn, maar ook daglicht, transport, huisvesten op strooisel, contact met soortgenoten. Aan de ontwikkeling van het systeem voor de familie Kuijpers werkten we met heel ons hart mee, net zo goed als aan een eco-unit van een biologische leghennenhouder in Zeeland die stikstof uit de lucht haalt. Bij de Kloeke Kip drogen de kuikens na uitkomst ergens tussen dagen 18 en 21 op, vinden dan water, strooisel en soortgenoten. Diertransport, met prikkels, is overbodig geworden. Ze gaan zich ontwikkelen, in plaats van wachten tot al hun broertjes en zusjes uitgekomen zijn.” Marcel: „Dat is het mooiste moment in ons bedrijf; die explosie van geboortes.”