4 minute read

Het vliegwiel van sociaal ondernemerschap

Next Article
Indomo

Indomo

Het is steeds meer vanzelfsprekend dat een organisatie verder kijkt dan dat haar eigen muren dik zijn. In dat kader wordt er vaak gesproken over maatschappelijk verbeterend ondernemen als overtreffende trap van MVO: concreet waarde toevoegen dus. Daarin gaat het niet alleen over duurzaamheid en het behoud van ons milieu in globale zin, maar juist ook over de meer nabije omgeving en de mensen die daarin bewegen. Op het gebied van dit ‘sociaal ondernemerschap’ gebeurt er veel bij de Gemeente Arnhem, specifiek ook in het bedrijfsrestaurant waar VITAM de dienstverlening verzorgt.

Binnen die samenwerking speelt social return een belangrijke rol. Momenteel werken er twee mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en wordt geparticipeerd in meerdere projecten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Maar ook in de keuze van leveranciers is sociaal ondernemerschap bepalend. Een voorbeeld is Oregional, een Nijmeegse groothandel die versproducten van lokale boeren levert in de regio.

Aan tafel zitten: John Kemper, accountmanager social return bij de Gemeente Arnhem; Jan Brouwer, VITAM restaurantmanager bij de Gemeente Arnhem; Paul Roelofsen, directeur van Oregional en Martijn Schrok, operationeel manager bij VITAM. Ze gaan met elkaar in gesprek over het onderwerp.

Jan vertelt over de dagelijkse praktijk: ‘Ik zie het allerminst als een verplichting om me als sociaal ondernemer op te stellen. Het maakt mijn werk extra leuk. Specifiek voor social return- medewerkers is het belangrijk dat je de juiste begeleiding biedt. Met zo concreet mogelijke instructies en adequaat reageren als de samenwerking niet conform afspraak verloopt. Als er dan ook nog een match is met de medewerker, dan krijg je daar heel veel voor terug. Je moet je ook realiseren dat het voor de medewerker echt een opstap is. Het is jammer om na een jaar weer afscheid te nemen, maar dat hij dat met een flinke dosis ervaring en soms zelfs met een diploma doet, geeft een heel goed gevoel. Zo worden er in ons restaurant nieuwe vakmannen en - vrouwen geboren, die zich bij een volgende werkgever weer verder ontplooien.’

Diverse initiatieven Martijn ziet de social return aanpak bij veel gemeentes terug: ‘We worden steeds vaker betrokken bij regionale oriëntatiecarrousels’, vertelt hij. John legt uit: ‘Mensen kunnen daarin snuffelstages lopen om kennis te maken met ander soort werk dan dat ze ooit hadden. Dat kan in de keuken zijn, maar ook op de bouwplaats, in de zorg, de wegenbouw, noem maar op. Zo ontmoet je als werkgever mensen die nog nooit in jouw branche hebben gewerkt, maar daar wel geschikt voor zijn. Dat biedt ook kansen binnen een krappe arbeidsmarkt.’ Jan: ‘We hebben ook iemand kunnen aannemen binnen het Gastvrij Talent-

project. Jonge mensen die door gebrek aan een geschikte vooropleiding weinig kans hebben op de arbeidsmarkt, ontwikkelen hun talent binnen de horeca. Ook personen in een taal- leertraject kunnen bij ons aan de slag. Zo vernieuwen wij ook weer in onze wereldkeuken, een win-win situatie.

Lokaal ondernemerschap Paul: ‘Ook bij Oregional werken we met mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Dat past naadloos in onze visie op hoe je je maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. Onze toeleveranciers komen allemaal uit de buurt, grofweg in een straal van 50 kilometer rond Arnhem en Nijmegen. We creëren een dicht regionaal netwerk dat boer en burger aan elkaar verbindt. Dat geeft een boost aan lokaal ondernemerschap, met minder food miles. Ook stemmen we vraag en aanbod volledig op elkaar af waardoor er zo goed als geen verspilling is. Jan voegt toe: ‘Binnen onze missie om gasten te verleiden tot een gezonde en verantwoorde levensstijl, is communicatie in het restaurant een belangrijke toevoeging. Door te vertellen dat een appel van een nabij gelegen boer komt, krijgt diezelfde appel een verhaal en daarmee een betekenis. Eigenlijk net zoals een social return- medewerker meer is dan een medewerker die simpelweg een andere benadering vraagt, er net wat anders uitziet of de taal minder goed spreekt.’

Met elkaar wordt geconcludeerd dat je door sociaal te ondernemen de maatschappij binnen de organisatie brengt, waardoor deze daar automatisch een sterker onderdeel van wordt. En dat werkt als een vliegwiel, omdat er steeds meer mogelijkheden ontstaan. Martijn: ‘Ook binnen andere organisaties. Een groot advocatenkantoor in Arnhem heeft nu bijvoorbeeld ook een medewerker met een afstand tot de arbeidsmarkt in ons bedrijfsrestaurant staan. Gaaf als het zo werkt!’

VITAM werkt op verschillende manieren aan sociaal ondernemerschap. Zo staan op steeds meer locaties, waaronder de Hogeschool Utrecht en de Nationale Politie, zogenaamde Gebarista’s. Omdat ze doof zijn, bestel je bij hen je kopje koffie in gebarentaal.

Een ander voorbeeld is VITAM’s productlijn Good Food. De vezelrijke koeken worden bijvoorbeeld gemaakt in Koekenbakkerij ’t Möpke, een werk- en dagbestedingsonderdeel van Philadelphia (ook opdrachtgever van VITAM). Nieuw is de Good Food pastasaus: een ‘kidsproof’ pastasaus van tomaten van Zorgboerderij Kwekerij Osdorp. Van iedere pot saus die verkocht wordt gaat er 1 euro naar Stichting Vitam Doet Goed, die in het leven is geroepen om juist ook de jongere generatie te leren dat gezond eten en drinken van groot belang is voor een vitaal leven.

This article is from: