8 minute read

Column Wim Ghijsen

GENERATIE Y IS NIET NIX!

Deze generatie is grootgebracht in de tijd van wederopbouw, en wordt doorgaans neergezet als rijk en egoïstisch. Zij wordt in de Tweede Kamer vertegenwoordigd door ene meneer Krol, en wordt zogezegd bedolven door hun schandalig hoge pensioeninkomsten waar zij vaak al van vanaf hun 55e van genieten, en verdoen hun tijd voornamelijk met luxe cruises naar verre oorden met lezingen van bekende pensionado’s. En dat allemaal om hun verveling te temperen.

Advertisement

Ik wist eerlijk gezegd niet meteen wat de Generatie Y eigenlijk omvatte. Ik kende alleen de Generatie X die na de babyboomers kwam en ook wel Verloren Generatie wordt genoemd. De generatie die in weelde is opgegroeid, zich niet echt maatschappelijk betrokken zou voelen, en zo gezegd alleen voor de t.v. hing en vaak niet eens wist wie onze Ministerpresident was. Na X komt Y, en dan hebben we dus de huidige 15-30 jarigen. Zij zijn opgegroeid in een tijd van digitale technologische vooruitgang en economische welvaart, en worden getypeerd als zelfverzekerd, optimistisch, en “gewend altijd hun zin te krijgen”.

Dan hebben we het over de huidige studentenpopulatie die Gymnorhina lezen. Ik sta dus vrijwel dagelijks voor matig gevulde collegezalen met Generatie Y- genoten. Het merendeel van de studenten maakt kennelijk van de gelegenheid gebruik om de video opnames van mijn colleges elders te consumeren. Ik moet eerlijk toegeven dat deze babyboemelende docent daar moeite mee heeft, maar heb tegelijkertijd ook diep respect voor die studenten die mijn colleges integraal op hun computer (moeten) bekijken, een megaprestatie. Ikzelf houd dat hooguit een half uur vol!

Maar zijn die ouderwetse massale hoorcolleges nog wel van deze tijd? Enerzijds is het nog steeds een uitgelezen kans om als docent echt contact te hebben met de studenten en vice-versa. Want zeg nou eerlijk, thuis college kijken kan dan

Je moet eigenlijk een 60 plusser nooit vragen om iets te schrijven over generaties, en al helemaal niet als hij tot de zogenaamde Babyboom generatie behoort, de geboortegolf van na de Tweede Wereld oorlog tussen 1945 en 1955.

efficiënter zijn, maar je bent er veel minder bij betrokken en mist toch het enthousiasme van de docent over het onderwerp? Anderzijds, voor het zich eigen maken van de stof zouden meer activerende werkvormen dan ellenlange colleges te verkiezen zijn. Een mix van beiden biedt naar mijn idee dan ook de beste academische opleiding. Maar ook in de collegezaal moet ik talloze malen wedijveren met het gebruik van de sociale media die de Generatie Y zo typeren. De sociale media die de multi-taskende toehoorders regelmatig met beide duimen bedienen om maar zoveel mogelijk in contact te blijven met de buitenwereld, in plaats van zich geheel te focussen op de enge wereld van Celbiologie of Neurofysiologie! Ik troost me dan maar met de gedachte: beter twee duimen op het touchscreen van de smartphone, dan één middelvinger omhoog!

Omdat naar schatting momenteel ruim eenderde (!) van de wereldbevolking sociale media gebruikt, en daarvan een belangrijk deel ook nog eens zo vaak dat je van een soort verslaving kunt spreken, dringt zich natuurlijk de vraag op wat dit met je doet? Duidelijk is in ieder geval dat veelvuldig twitteren of whatsappen de concentratieboog, zeg maar de gemiddelde tijd van aandacht,

flink beïnvloedt. Deze is gedaald van 12 seconden in 2000 tot 8 seconden in 2013. Even voor het begrip, de aandachtsboog van een goudvis is 9 seconden, dus kijk even waar je staat in de dierenwereld! Die sociale media verslaving leidt er ook toe dat men regelmatig denkt dat de telefoon trilt terwijl dat helemaal niet het geval is. Onderzoek bij Bachelor studenten in de Verenigde Staten wees uit dat zo’n 90% van de studenten dit soort vergissingen geregeld maakte en dat dit het gewone functioneren ook aardig beïnvloedde. Men spreekt dan ook wel van het Fantoom Trillings Syndroom, naast Repetitive Strain Injury (RSI) een echte i-Ziekte dus.

In feite hunkert men voortdurend naar contact, en dit geliked worden is dus een soort verslaving die door de hersenen wordt gestuurd. Inderdaad blijkt die hunkering gepaard te gaan met een verhoging van het dopamine gehalte, dé stof in de hersenen die bij verslaving een belangrijke rol speelt. Wanneer men vervolgens via Facebook of andere sociale media contact heeft stijgt de concentratie van opiaten die een prettig gevoel geven en ervoor zorgen dat men dat gevoel zo lang en zo vaak mogelijk wil oproepen. Echte verslaving dus! Bij veelvuldig gebruik van sociale media blijkt de hoeveelheid witte stof, oftewel de zenuw bedrading, in een gedeelte van onze hersenschors te zijn afgenomen, wat zou kunnen verklaren waarom de concentratieboog korter is. Daarentegen is het gebied in de somatosensorische hersenschors, dat geactiveerd wordt door de duimen die voortdurend het touch screen aanraken, juist sterk vergroot.

Door internet en het gebruik van sociale media is het cognitieve gedrag, zeg maar de strategie om te leren en onthouden, gigantisch beïnvloed. Uit studies blijkt dat de huidige studenten veel meer geïnteresseerd zijn in waar ze informatie zo nodig kunnen terugvinden dan in de informatie zelf. Ze zijn ontzettend creatief in het snel vinden van informatiebronnen, en

onthouden bij voorkeur alleen die feiten waarvan ze denken dat die niet zo gemakkelijk op te sporen zijn. Hier zou je dus bij het onderwijs meer op moeten inspelen, door alleen een algemeen kenniskader aan te bieden, en de student daarna grotendeels zoveel mogelijk zelf de feiten en toepassingen te laten opsporen. Het geheugen is dus sterk afhankelijk geworden van wat te vinden is op internet of gecommuniceerd wordt via de sociale media. Een nieuwe manier van transactive memory, oftewel een belangrijke externe geheugen bron die onmisbaar is geworden. Al moet men er natuurlijk wel voor waken dat belangrijke basiskennis nodig blijft en niet volledig vervangen wordt door digitale vaardigheidsoefeningen zonder dat de opgezochte informatie echt beklijft!

Generatie Y op de UvA heeft sinds februari internationale faam verworven. Zelfverzekerd zoals ze behoren te zijn hebben ze in een mum van tijd de bestuurders van de steeds meer op een onderwijsfabriek lijkende universiteit op de knieën gekregen. Hiermee stellen ze in feite het eenzijdig rendementsdenken ter discussie waar onze huidige maatschappij momenteel zo van doordrenkt is. Denk daarbij aan de allesoverheersende bankenwereld, het daardoor opgelegde dramatische regeerakkoord wat systematisch wordt afgevinkt door het kabinet daarbij geholpen door een machteloos parlement, en de bezuinigende verzekeraars die in feite steeds meer grip beginnen te krijgen op zorgverlener en patiënt. Generatie Y is bepaald niet Nix!

“Ik troost me maar met de gedachte: beter twee duimen op het touchscreen van de smartphone, dan één middelvinger omhoog!” Wim Ghijsen

Presteren om de prestatie

Voor deze editie van de Gymno werd me gevraagd een stuk te schrijven over prestatiedrang, een van de meest prominente eigenschappen van onze Generatie Y. Deze kans grijp ik maar al te graag aan voor een waar stuk onderzoeksjournalistiek en om mezelf een confronterende spiegel voor te houden: naast het schrijven voor Gymno, schrijf ik voor twee andere bladen, zit ik bij een journal club, doe ik een selectieve master met extra vakken op weg naar cum laude, sport ik en ben ik minimaal 50 uur per week te vinden in het lab waar ik stage loop. En dan is er ook nog zoiets als een sociaal leven. Waarom ziet mijn agenda eruit als een rijpe witkoppige puist op het voorhoofd van een puber?

Het eerlijke antwoord is dat ik het niet precies weet. Ik vind schrijven fantastisch, krijg energie van adembenemende alliteraties en ik hou van het ontwerpen van bladen. Daarnaast schieten superlatieven tekort voor het omschrijven van mijn stageproject: het bevindt zich op de rand van het verwerven van nieuwe kennis, met de gaafste en innovatiefste technieken uit de neurowetenschap, en even hard werkende leuke collega’s. Maar, moet dit allemaal tegelijk? Waarom?

Het is kenmerkend voor onze generatie: hard werken is een must, de schroom van de zesjescultuur wordt afgeschud en als je iets niet kan, dan leer je het maar. En snel.

Als ik op vrijdagavond om half acht het lab verlaat (nadat ik overigens om acht uur ’s ochtends was begonnen), ben ik niet degene die daar het licht uit doet. Het vreemde is, dat mijn stagebegeleider het mij niet oplegt om zulke ellenlange dagen te maken in het lab. Geen ouder, docent of vriend: niemand vertelt me dat ik mijn agenda dagelijks tot de nok toe moet vullen. Zelf schrijf ik het toe aan mijn onmogelijk te onderdrukken competitiedrang vanuit de sport. Sport werd met de paplepel ingegoten: ik was amper twee lentes jong toen ik al in het voetbalstadion te vinden was, trainde jarenlang vijfmaal per week en had wedstrijden in het buitenland. Nooit moest ik sporten van iemand: ik vond het gewoon hartstikke leuk en wilde zoveel mogelijk meemaken en leren. Ben ik een prototype van Generatie Y aan het worden?

Onze hele generatie doet zijn uiterste best om onderscheidend te zijn. We leven in een wereld met meer dan zeven miljard soortgenoten. Hoe zorg je er dan voor dat jij er uit springt? Door krapte op de arbeidsmarkt wordt de drang, of misschien wel noodzaak, om jezelf te onderscheiden steeds groter, zij het door topsport, goede studieresultaten, buitenlandervaringen of relevante werkervaring. De intrinsieke behoefte om de beste te willen zijn, vind ik terug bij veel klasgenoten en collega’s. Zelfs mijn oppasmeisje van acht jaar (ik herhaal ACHT jaar), was laatst teleurgesteld omdat ze een negen had op een spreekbeurt en iemand anders een negeneneenhalf. I kid you not. Waar zijn we mee bezig?

Daarnaast is het zo dat met de opkomst van sociale media de prestatiedrang nog een nieuwe dimensie heeft gekregen. Immers, alle leuke dingen in andermans leven worden gedeeld, getweet of geinstagrammed en daarmee in jouw vizier geplaatst. Het volhouden van een enorm bruisend sociaal leven met bijbehorende ‘gohkijk-mij-het-eens-leuk-hebben’ foto’s brengt nog meer druk in het leven van de Generatie Y.

Wanneer prestatiedrang voortkomt uit een passie om iets te doen: iets wat je echt heel erg leuk vindt en waar je graag tijd aan besteedt, is het louter een positieve eigenschap die je in staat stelt tot nog betere prestaties op dat gebied. Echter, wanneer prestatiedrang iets is wat

“We leven in een wereld met meer dan zeven miljard soortgenoten. Hoe zorg je er dan voor dat jij er uit springt?”

This article is from: