ITAA-Zine | Nummer 4 - augustus 2020

Page 14

14

Werkelijke beroepskosten cumuleren met forfaitaire kosten voor inkomsten uit auteursrechten: standpunt fiscus en weerlegging Volgens een interne instructie van de fiscus kan een belastingplichtige (natuurlijk persoon) die zowel artistieke als technische werkzaamheden verricht, zijn kosten niet volledig verhalen op die beroepswerkzaamheden alleen, maar moet hij ze verdelen over de beide activiteiten. Als de kosten verbonden aan de artistieke activiteit niet worden bewezen, is het volgens dat standpunt ‘arbitrair’ om de kosten volledig toe te wijzen aan de technische activiteit alleen. Omdat de bepalingen van artikel 17, §1, 5° van het WIB92 afwijken van de bepalingen van artikel 22 van het WIB92, is de belastingplichtige die zich erop wil beroepen, verplicht het percentage te bewijzen van de kosten die nodig zijn om de inkomsten uit auteursrechten te verkrijgen. Als dat bewijs niet wordt geleverd, acht de fiscus het gerechtvaardigd de kosten in verhouding te verdelen. De administratie gelast haar ambtenaren bijgevolg om voor natuurlijke personen geen cumulatie toe te laten van de werkelijk betaalde kosten (artikel 49 van het WIB92) en het wettelijke forfait voor auteursrechten van vijftig procent tot 10.000 euro, niet geïndexeerd (artikel 4 van het KB/WIB92). Dat argument, dat op het eerste gezicht heel eenvoudig lijkt, kan niet worden gevolgd, omdat de rechtsgrond waarop het is gebaseerd, niet correct is. We kunnen tegen dit standpunt verschillende argumenten inbrengen.

1. In de eerste plaats mogen we beroepskosten gekoppeld aan een beroepswerkzaamheid niet verwarren met de forfaitaire kosten voor een roerende activiteit. In een arrest van 10 november 2017 (rolnr. F.14.0076.F_F.14.0079.F) herinnerde het Hof van Cassatie eraan (vrij vertaald) dat de fiscale aard van de inkomsten die de eiser uit de toekenning van zijn auteursrechten verkrijgt, tot gevolg heeft dat de forfaitaire kosten waarvan sprake in de artikels 3 en 4 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betrekking hebben op de in hoofde daarvan belastbare roerende inkomsten, met Maandelijks tijdschrift van het ITAA | Nr. 4 | Augustus 2020

uitsluiting van de in artikel 37 van dat wetboek bedoelde roerende inkomsten met beroepsmatig karakter. De structuur van het KB/WIB92 is op dat punt heel duidelijk, aangezien het vaste bedrag aan auteursrechten is vastgelegd in afdeling 3 van het KB/WIB92 (forfaitaire raming van de kosten die aftrekbaar zijn van het bruto-inkomen uit verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen en auteursrechten – artikel 3 tot 5), terwijl de regels met betrekking tot beroepskosten zijn opgenomen in afdeling 4 (vaststelling van het nettobedrag van de beroepsinkomsten – artikel 6 tot 11). Essentieel is dat de regel die de fiscus aanhaalt, namelijk de mogelijkheid van proratisering, enkel is voorzien in het kader van afdeling 4. Zoals we immers kunnen lezen in artikel 7, §4 van KB/WIB92: «Werkelijke beroepskosten die gemeen zijn aan verschillende beroepswerkzaamheden of die tegelijkertijd op in verschillende landen behaalde inkomsten drukken, worden op een verantwoorde wijze omgedeeld.» Verder stelt §6: «Wanneer de belastingplichtige verschillende werkzaamheden uitoefent waarvan de inkomsten tot eenzelfde (in de artikelen 27 en 31 tot 33), van hetzelfde Wetboek vermelde inkomstencategorie behoren, worden de ermede verband houdende forfaitaire beroepskosten berekend op het geheel van de uit die werkzaamheden voortkomende inkomsten, maar met uitzondering van de vergoedingen waarvan sprake in artikel 51, eerste lid, van hetzelfde Wetboek.» Uit die wetteksten blijkt dat: 1. er geen proratisering is tussen beroepsinkomsten en niet-beroepsinkomsten, aangezien artikel 7, §4 deze regel enkel voor beroepsactiviteiten heeft ingevoerd. De fiscus verwijst in zijn berichten van wijziging naar het begrip artistieke en technische activiteit. In de wettekst is echter uitsluitend sprake van het begrip ‘beroepswerkzaamheid’. Die nuance is allesbehalve verwaarloosbaar; 2. artikel 7, §6 proratisering enkel toestaat voor de inkomsten bedoeld in artikel 27 van het WIB92 (winst) of 31 tot


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.