InZicht Tijdschrift voor non-dualiteit en zelfonderzoek
InZicht over identificatie
Het universum is mijn lichaam Francis Lucille
Post Advaita
Jan Kersschot
De essentie van yoga Ellen Emmet
Jaargang 18 . nummer 1 . februari 2016 . b 7,50
InZicht wegen van radicaal zelfonderzoek
Redactie Han van den Boogaard Amandelboomstraat 8, 6523 GL Nijmegen e-mail: j.boogaard12@chello.nl Raf Pype Zilvermolenstraat 21 B-8800 Roeselare, België e-mail: raf.pype@telenet.be Justus Kramer Schippers Vaste medewerkers Hans Laurentius Jan van Delden Marcel Messing Mieke Berger Philip Renard Prajnaparamita Ton Lathouwers Dick Sinnige Hans Knibbe
InZicht is een tijdschrift voor allen die op weg zijn naar een groter inzicht in zichzelf en in de eigen situatie. Het biedt materiaal dat bij dit onderzoek behulpzaam kan zijn: suggesties voor te nemen stappen, voorbeelden, stimulansen en verwijzingen. InZicht is niet gebonden aan een bepaalde traditie en geeft verschillende zienswijzen een plaats om de lezer te prikkelen tot een verdere bewustwording.
Woord vooraf Het open lichaam Het universum is mijn lichaam Francis Lucille - interview door Lars Overhaus
Abonnementen en advertenties Uitgeverij InZicht Maurick 20, 2181 LB Hillegom email: info@inzicht.org internet: www.inzicht.org
Post-advaita
Afbeelding omslag: © Peter van Mierlo
3 4
Rupert Spira
Vormgeving/opmaak Ivar Hamelink Tekstcorrectie Geerta Pluut
Jaarabonnement voor vier nummers euro 26,90. Losse nummers euro 7,50 Postbank NL42 INGB 0009 1853 58 België Bank van de Post BE43 0003 0017 6301 onder vermelding van uw abonnementsnummer. U kunt uw abonnement opzeggen tot 1 oktober van het lopende abonnementsjaar. Na 1 oktober wordt uw abonnement automatisch verlengd met 1 jaar. Verschijnt in februari, mei, september en november. ISSN 1389-5400 www.inzicht.org
InZicht is gericht op het laten wegvallen van beperkingen, op bevrijding door zelfkennis. Een verdiept inzicht in zichzelf betekent een relativering van beperkende factoren, een sterkere werking van ontgrenzende liefde, en de ontplooiing van de ervaring dat er in het geheel geen beperkende grenzen zijn. Het ontstaan van dit inzicht in de nondualiteit is de Bevrijding, de Verlichting, die grote consequenties heeft voor het leven en samenleven.
Dit is dat
10 16
Wim van de Laar
20
Jan Kersschot
De essentie van yoga: het ontdekken van ons ware lichaam 26 Ellen Emmet
Identificatie en gewaarzijn
30
Greg Goode
Identificatie: fusie van betekenissen
32
Annette Raaijmakers
Identificatie
38
Mieke Berger
Makkelijk of eenvoudig
42
Joey Lott
Ik ben niet Catherine
46
Catherine Harding
Radicale overgave aan het moment
50
Pieter Bijwaard
Rubrieken Column
37
paul vd sterren
Column
45
hans laurentius
Reacties van lezers Klassieke tekst Boeken Recente uitgaven Wat is advaita? 37 Mededelingen
49 53 54 56 60 62
© pochoir, Vormen. Witte torso en blauwe torso (Jazz), 1944
Colofon
l woord
vooraf l
IDENTIFICATIE
I
edereen herinnert zich wel eens een droom. Iedereen weet dus dat je tijdens de droom aanwezig bent als een persoon die van alles denkt, voelt en meemaakt. Je bent, zo lijkt het althans zolang de droom duurt, die persoon. Die identificatie is nodig, want zonder ‘iemand’ die de droom beleeft kan er geen droom zijn. Pas als we wakker worden, beseffen we dat de hele droom een illusie was, inclusief jijzelf als belever van en deelnemer aan de droom. In ons waakleven is het eigenlijk niet anders. We identificeren ons met het lichaam, en leren ‘onszelf’ (het lichaam) in leven te houden en relaties met ‘anderen’ te onderhouden. Daarvoor lijkt die identificatie in zekere zin nodig. Toen Ramana Maharshi als jongen van zestien tot de ontdekking kwam dat hij niet het lichaam was, maar datgene waarin het lichaam (en alle andere dingen) verscheen, reageerde hij, na naar Tiruvannamalai te zijn afgereisd, niet meer op zijn omgeving. Hij voelde zelfs geen behoefte meer om te eten en te drinken, zo groot was de schok van zijn ontwaken en zo volledig was de desidentificatie met het lichaam. Hij werd door verschillende mensen gevoed en in leven gehouden. Het duurde vele maanden voor hij weer uit zichzelf in beweging kwam en jaren voor hij weer sprak en op het noemen van zijn naam reageerde. Pas veel later in zijn leven was zijn ontwaken dusdanig geïntegreerd dat hij at, dronk, liep en sprak zoals de mensen om hem heen en zelfs dagelijks de krant las, terwijl uit zijn contacten met zijn leerlingen altijd weer zonneklaar bleek dat hij zich nergens mee identificeerde. “Identificatie met het lichaam,” zei hij ooit, “is de sterkste conditionering en het grootste struikelblok voor ontwaken tot het Zelf.”
InZicht . 1 . 2016
Ook in het onderricht van een andere grote Indiase leraar, Atmananda Krishna Menon, is er veel aandacht voor dit thema, evenals in dat van de leraren na hem, onder wie Wolter Keers, Jean Klein en diens leerling Francis Lucille. Met deze laatste had InZicht een interview over het thema van dit nummer. Veel mensen, zegt hij, zijn geneigd “te geloven dat het genoeg is om intellectueel te begrijpen dat ik niet het lichaam ben, terwijl het veel belangrijker is om het te voelen. Niet voelen dat ik niet het lichaam ben, maar voelen dat ik het universum ben.” Met name een spirituele stroming als neo-advaita gaat er volgens Francis van uit “dat als je intellectueel begrijpt dat je niet het lichaam bent, dat dat de desidentificatie is met het lichaam. Maar het intellectueel begrijpen dat je niet het lichaam bent, valt binnen het domein van omgaan met het geloofssysteem.” Twee leerlingen van Francis Lucille hebben in dit nummer vanuit dezelfde traditie hun licht laten schijnen op het thema identificatie: Rupert Spira en zijn vrouw Ellen Emmet. Ook in de ogen van Rupert bestaat er vaak nog een discrepantie tussen wat we begrijpen en wat we voelen. Iemand kan weliswaar heel helder weten en begrijpen dat hij of zij onbegrensde openheid is, maar de aan het lichaam gekoppelde gevoelens en gewaarwordingen kunnen dan nog steeds een begrensd en eindig ‘ik’ suggereren. Niet vreemd ook, gezien de conditionering van vele jaren die daaraan ten grondslag ligt. In zijn visie kunnen de restanten van dat lichamelijk gevoelde ‘ik’ “geleidelijk aan blootgelegd worden door, overgegeven worden aan en uiteindelijk oplossen in het licht van Bewustzijn” via de weg van het traditionele tantrisch shivaïsme, of die van
een moderne variant daarvan, de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming. Want we willen niet alleen weten dat we onbegrensde openheid zijn, we willen het ook voelen. Ellen Emmet probeert in haar op yoga gebaseerde onderricht voelbaar te maken waar haar leraar en haar echtgenoot over spreken. Ze neemt het lichaam als kooi waarin het ‘ik’ lijkt te leven als uitgangspunt, om via geleide meditatie uit te komen bij de gevoelde openheid van onbegrensd Bewustzijn die we zijn. Deze belichaamde herkenning kan vervolgens naar de relatieve wereld van het dagelijks bestaan overgebracht worden. Betekent dit dat we dan toch iets kunnen doen om de identificatie met geest en lichaam definitief los te laten? Nee, want loslaten is niet iets wat je kunt doen. Maar net als bij iedere verslaving kan ook de haast lachwekkende nodeloosheid van de ik-verslaving spontaan worden doorzien. En net als bij (bijna) iedere verslaving is er vervolgens nog een vaak lange fase van ‘ontgifting’ nodig om werkelijk en definitief te weten en te voelen dat er helemaal geen ‘ik’ nodig is om het geschenk van het leven te kunnen leven.
Han van den Boogaard
3
Š mark rothko, untitled, 1968
D
4
Het
open lichaam TEKST Rupert Spira
De kern van de vedantische weg wordt gevormd door een omkering van de aandacht in de richting van haar bron. Die omkering kan teweeggebracht worden door vragen als ‘Wie ben ik?’, ‘Wat is zich bewust van mijn ervaring?’, ‘Ben ik bewust aanwezig?’, ‘Waar komen mijn gedachten vandaan?’, ‘Welk ervaringselement kan niet zonder mij bestaan?’ of ‘Wat is de kern, de niet te herleiden aard van de geest?’ Zulke vragen zijn in staat de geest weg te lokken van zijn gebruikelijke interesses - gedachten, beelden, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen - in de richting van zijn bron, de subjectieve ervaring van bewust zijn, of Bewustzijn zelf, waardoor Bewustzijn zijn eigen eeuwige, oneindige natuur kan herkennen. Die weg wordt soms zelfonderzoek genoemd. Maar deze term - een vertaling van de Sanskrietuitdrukking atma vichara - kan misleidend zijn. Ze impliceert een activiteit van de geest, in plaats van, zoals Ramana Maharshi het beschreef, een verzinken of ontspannen van de geest in ‘het hart’, dat wil zeggen, in zijn bron van zuiver Bewustzijn. De term kan daarom beter vertaald worden als ‘zelfverblijf’ of ‘zelfrust’ en vormt de kern van wat in allerlei spirituele tradities gebed genoemd wordt of meditatie, zelfherinnering, Hesychasme in de Grieks-orthodoxe kerk of de aanwezigheid van God in de mystieke christelijke traditie.
Zelfverblijf of zelfrust Om die ‘naar binnen gekeerde’ weg te kunnen gaan, dien je jezelf eerst los te maken van alles wat geen onderdeel uit-
InZicht . 1 . 2016
maakt van je wezenlijke Zijn, dat wat in iedere geest straalt als ‘Ik’ of ‘Ik ben’. Om de aanwezigheid en het allerhoogste belang van onze kernidentiteit van zuiver Bewustzijn te grondvesten, moeten we ons losmaken van die ervaringsaspecten die niet wezenlijk voor ons zijn: onze gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen. Door dat te doen, komen we tot de conclusie: ‘Ik ben niets wat gedacht, gevoeld of waargenomen kan worden; dat wil zeggen, ik ben niets, geen ding of welke soort objectieve ervaring dan ook. Ik ben de altijd aanwezige getuige van de ervaring, maar zelf ben ik geen object van de ervaring.’ In de vedantische traditie wordt die weg van losmaking van alles wat niet tot je wezenlijke Zijn of Bewustzijn behoort vaak in gang gezet door een proces dat neti neti - ‘ik ben niet dit en niet dit’ - genoemd wordt en leidt tot de herkenning ‘Ik ben Bewustzijn zelf’. Die herkenning is op zichzelf geen verlichting, ook al wordt het ten onrechte vaak zo gezien in uitingen van non-duaal onderricht in deze tijd, maar het maakt de weg er wel voor vrij. Er is een diepere verkenning van de aard van Bewustzijn voor nodig die zijn hoogtepunt bereikt in de herkenning door Bewustzijn van zijn eigen eeuwige, oneindige natuur. In die herkenning wordt niets nieuws geleerd of ervaren. Wel wordt Bewustzijn dan verlost van vroegere overtuigingen, waardoor zijn wezenlijke, ondeelbare, niet te herleiden aard gezien kan worden. De overtuigingen die de indruk wekken dat Bewustzijn iets tijdelijks en eindigs is, dat wil zeggen, die de indruk
Rupert Spira was al jong geïnteresseerd in drie dingen: waarheid, liefde en schoonheid. Advaita vedanta bood hem een kader daarvoor. Hij ontving onderricht van Shatananda Saraswati in Londen en werd geraakt door de geschriften van Ramana Maharshi. Op zijn 35e ontmoette hij zijn uiteindelijke leraar, Francis Lucille, die hem liet kennismaken met het onderricht van Atmananda Krishna Menon en die hem, belangrijker nog, de ultieme werkelijkheid van de ervaring rechtstreeks liet ervaren.
ß
D
Door de rechtstreekse weg van het inzicht te gaan, kunnen we wel begrijpen dat alles verschijnt in Bewustzijn, gekend wordt door Bewustzijn en bestaat uit Bewustzijn, maar als dat inzicht niet gevoeld wordt in het lichaam, is er nog een proces van integratie nodig. Dit proces noemt Rupert Spira de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming.
5
wekken dat Bewustzijn dezelfde bestemming en beperkingen kent als het lichaam, worden in de vedantische traditie herleid tot ‘onwetendheid’. Onwetendheid is geen object dat de aard van Bewustzijn verhult, maar veeleer een denk- of voelactiviteit. Het ophouden van die verhullende activiteit is het proces waarbij Bewustzijn zich niet langer voor zichzelf verbergt in de vorm van een geest en zichzelf herkent als dat wat het is. Het neti neti-proces is daarom een voorspel tot de diepere verkenning van zelfonderzoek, die leidt tot zelfverblijf of zelfrust. In zelfverblijf wordt Bewustzijn in de meeste gevallen geleidelijk, maar soms plotseling, ontdaan van zijn beperkingen en wordt het aan zichzelf onthuld als dat wat het in wezen is.
© henri matisse
De Rechtstreekse Weg
Onze gedachten kunnen min of meer vrij zijn van het afzonderlijke zelf, maar onze gevoelens en waarnemingen, en de activiteiten en relaties die daaruit voortvloeien, kunnen nog restanten vertonen van een ogenschijnlijk afzonderlijk zelf dat nog steeds in de diepere, meer verborgen lagen van de ervaring aanwezig is
6
De herkenning door Bewustzijn van zijn eigen eeuwige, oneindige aard kent men in de spirituele tradities als verlichting, ontwaken, illuminatie, of de simpele herkenning van je wezenlijke, zich van zichzelf bewuste Zijn - zijn herkenning van zichzelf. Het is waar de Innerlijke Weg naar leidt, de Weg van de Uitsluiting, de Weg van het Onderscheid, de Weg der Kennis, jnana yog,a of, zoals het bekend staat in de zentraditie, de Grote Dood. Naar deze benadering wordt soms collectief verwezen als de Rechtstreekse Weg, wat aangeeft dat de geest zijn weten of aandacht rechtstreeks richt op zijn bron, ongeacht de inhoud of toestand van de objectieve ervaring. Deze benadering vereist geen voorbereiding, manipulatie of zuivering van lichaam of geest. In feite worden alle voorgaande benaderingen beschouwd als voorbereidingen op deze laatste fase van de naar binnen gerichte weg. Alle spirituele tradities brengen hetzelfde kerninzicht tot uitdrukking, want de aard der werkelijkheid is niet iets wat van cultuur tot cultuur varieert, maar de vorm waarin het wordt uitgedrukt komt wel voort uit de cultuur waarin het zijn uitdrukking vindt. Onderricht wordt bepaald, maar niet wezenlijk veranderd, door de lokale en tijdgebonden tradities van die cultuur. De Rechtstreekse Weg is, naar mijn mening en ervaring, de weg die het best past bij ons tijdsgewricht en onze cultuur en het duidelijkst tot uitdrukking komt in de vedantische weg van zelfonderzoek en zelfverblijf. Maar dit jezelf afwenden van de objectieve elementen van de ervaring - gedachten, gevoelens, gewaarwordingen en waarnemingen - om zo de aanwezigheid, het allerhoogste belang en de aard van Bewustzijn te grondvesten, suggereert een onderscheid tussen Bewustzijn en zijn objecten. In sommige traditionele uitingen van deze wijsheid kan zo’n onderscheid een negatieve houding ten aanzien van de objectieve ervaring teweegbrengen en dat wordt beschouwd als een belemmering voor Bewustzijn om zijn eigen Wezen te herkennen. Vanuit deze context vinden we dan ook uitdrukkingen als ‘het verachtelijke lichaam’ of ‘het vieze ego’ terug binnen sommige traditionele en zelfs hedendaagse non-duale teksten. Voor een volledige integratie
Yoga van de Gewaarwording en Waarneming
Zelfs nadat onze wezenlijke aard van eeuwig, oneindig Bewustzijn herkend is, ervaren velen van ons nog vaak een discrepantie tussen wat we begrijpen en wat we voelen. We kunnen wel begrijpen dat alles verschijnt in Bewustzijn, gekend wordt door Bewustzijn en bestaat uit Bewustzijn, maar toch kunnen we het lichaam nog steeds voelen als iets wat compact, stevig en beperkt is en wat zich ergens bevindt. Evenzo, en als een onvermijdelijk bijproduct van dat gevoel, kunnen we de wereld waarnemen als iets wat los en op een afstand van ons staat. Onze gedachten kunnen dus min of meer vrij zijn van het afzonderlijke zelf, maar onze gevoelens en waarnemingen, en de activiteiten en relaties die daaruit voortvloeien, kunnen nog restanten vertonen van een ogenschijnlijk afzonderlijk zelf dat nog steeds in de diepere, meer verborgen lagen van de ervaring aanwezig is. De benadering die ik de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming noem, is erop gericht om die discrepantie ongedaan te maken. Die benadering begint bij de herkenning van onze ware natuur en gaat vervolgens over tot een volledige verkenning van de relatie tussen Bewustzijn en de objectieve ervaring. Die relatie is weliswaar impliciet aanwezig binnen de vedantische traditie, maar werd pas expliciet gemaakt binnen de tantrische tradities, met name die van het Kashmir shivaïsme. Ramana Maharshi zat vaak vele uren in stilte bij zijn leerlingen, en in die stilte werden hun gevoelens blootgelegd en tenietgedaan. Binnen de tantrische tradities, waarvan de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming een hedendaagse uiting is, wordt een proactievere benadering gehanteerd bij het verkennen van het gevoel van afgescheidenheid in het lichaam. De twee tradities van vedanta en Kashmir shivaïsme vormen zo elkaar aanvullende aspecten van een allesomvattende benadering van de ervaringsverkenning en staan niet, zoals we vaak zien in scholastische commentaren op die twee tradities, in tegenstelling tot elkaar. Jammer genoeg hebben veel hedendaagse westerse uitingen van de tantrische traditie zich niet in voldoende mate weten aan te passen aan de cultuur waarin ze zich momenteel bevinden. Als gevolg daarvan wordt er vaak vastgehouden aan de vorm van dit onderricht, ten koste van de betekenis ervan. In de culturen waarin dit onderricht is ontstaan, werd de vorm ervan toegesneden op wat de mensen daar nodig hadden, evolueerde en veranderde die vorm spontaan en werden er steeds nieuwe wegen ontwikkeld die zeer nauw overeenstemden met hun vragen, moeilijkheden en weerstanden. In die zin was de ware tantrische traditie een levende, groeiende vlam die van generatie op generatie werd doorgegeven en geen serie gecodificeerde praktijken
InZicht . 1 . 2016
die door leraren verspreid en door leerlingen automatisch toegepast konden worden.
De levende vlam van het tantrisch onderricht
In onze cultuur maskeert, in afwezigheid van die levende traditie, een surrogaattraditie van dogma’s, codes en praktijken die nog sterk doen denken aan de landen waarin ze ontstaan zijn, het ware onderricht met elementen die vreemd zijn aan de cultuur waarin ze zich nu bevindt en verhult ze zich achter een waaier van mysterie, vaagheid en esoterie die door het zoekende ego wordt aangezien voor diepzinnigheid en authenticiteit. Daar zoekt ze onderdak. Ik beschouw mezelf gelukkig dat ik de levende vlam van het tantrisch onderricht van mijn leraar Francis Lucille heb mogen ontvangen, die hem weer ontving van Jean Klein, die hem zelf uit India meebracht naar het Westen aan het eind van de twintigste eeuw. De tantrische weg, waarvan de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming een hedendaagse uiting is, heeft te maken met je aandacht toekeren naar de ervaring. Het is een verkenning van de objectieve ervaring in het licht van ons verhelderde inzicht, in plaats van dat je jezelf afwendt van de ervaring ten gunste van zijn achtergrond van zuiver Bewustzijn. Als de vedantische weg de weg is van ‘ik ben iets’ - een lichaam en geest - naar ‘ik ben niets’, kan van de tantrische weg gezegd worden dat het de weg is van ‘ik ben niets’ naar ‘ik ben alles’. De vedantische weg is er een van uitsluiting of onderscheid, terwijl de tantrische weg er een is van insluiting of liefde. In de zentraditie staat hij bekend als de Grote Wedergeboorte. Die weg van insluiting of liefde gaat gepaard met het op één lijn brengen van gevoelens, gewaarwordingen, waarnemingen, activiteiten en relaties met de herkenning van onze eeuwige, oneindige natuur van zuiver Bewustzijn. Het is de tweede fase in het spirituele proces, waarin de restanten van het afzonderlijke zelf in het lichaam geleidelijk aan blootgelegd worden door, overgegeven worden aan en uiteindelijk oplossen in het licht van Bewustzijn. Het lichaam wordt uitgenodigd om gevoeld te worden en de wereld om waargenomen te worden op een manier die overeenstemt met het inzicht dat Bewustzijn de enige en uiteindelijke werkelijkheid is van iedere ervaring. We willen niet alleen simpelweg weten dat ik eeuwig, oneindig Bewustzijn ben; we willen het voelen en we willen leven op een manier die op alle ervaringsgebieden overeenstemt met dat gevoelsinzicht. De manier waarop we denken, voelen, handelen, waarnemen en met anderen omgaan is tientallen jaren lang geconditioneerd geweest door de fundamentele aanname van onze wereldcultuur, namelijk dat onze wezenlijke identiteit als Bewustzijn een tijdelijke, eindige entiteit is die leeft in het lichaam en de beperkingen en bestemming ervan met dat lichaam deelt. Dit geeft aanleiding tot de overtuiging en, belangrijker nog, het gevoel dat je een tijdelijke, eindige
ß
van dit nieuwe inzicht in alle onderdelen van ons leven dient de relatie tussen Bewustzijn en zijn objecten volledig verkend en uiteindelijk ongedaan gemaakt te worden.
7
entiteit of zelf bent. Omdat het tijdelijk zou zijn, is het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf of ego bang voor de dood of bang om te verdwijnen; omdat het eindig zou zijn, voelt het zich onvolledig en heeft het daarom voortdurend het gevoel dat er iets ontbreekt.
Een netwerk van spanningen en gevoelens
© henri matisse
Die twee gevoelens - de angst voor de dood en het gevoel van gemis - vormen de twee elementen die het ogenschijnlijk afzonderlijke zelf bepalen, waar de levens van de meeste mensen om draaien en op basis waarvan onze angsten, verlangens, onzekerheden, neurosen en zorgen ontstaan. Het afzonderlijke zelf is geen entiteit; het is een activiteit - de activiteit van het denken, voelen, handelen, waarnemen en relaties onderhouden namens een denkbeeldig, tijdelijk, eindig bewustzijn. Die activiteit is tientallen jaren lang herhaald en komt niet ten einde als onze ware natuur wordt herkend. De bron van de activiteit komt droog te staan, maar de effecten ervan op de manier waarop we voelen, handelen, waarnemen en relaties onderhouden blijven bestaan. Met andere woorden, het gevoel van afgescheidenheid in het lichaam overleeft de verlichting - net zoals het plukken van een bloem haar afsnijdt van haar voedingsbron in de aarde, maar haar niet onmiddellijk doet sterven.
Als de vedantische weg de weg is van ‘ik ben iets’ - een lichaam en geest naar ‘ik ben niets’, kan van de tantrische weg gezegd worden dat het de weg is van ‘ik ben niets’ naar ‘ik ben alles’
8
De diepere gevoelens die de kern van het afzonderlijke zelf vormen, ontstaan vaak vroeg in de kindertijd, en omdat ze te pijnlijk zijn om onder ogen te zien of te verdragen, worden ze weggestopt in het lichaam. Daar liggen ze, laag op laag, buiten bereik van het rationele denken, als een netwerk van spanningen en gevoelens die zich later in het leven laten gelden als weerstands- en vermijdingsstrategieën die vaak totaal niet stroken met onze diepste liefde en ons diepste inzicht. Lang nadat onze ware natuur herkend is, kan die grote put van gevoelens vlak onder de oppervlakte van onze waakervaring aanwezig blijven, maar ontvlamt hij bij de minste of geringste provocatie in onze relaties en omstandigheden. Het zijn niet slechts tijdelijke, lokale gevoelens die opkomen als reactie op bepaalde omstandigheden, zoals ‘Ik ben overstuur door dit’ of ‘Ik ben geïrriteerd door dat’. Het zijn de subtielere, chronische gevoelens waarvan onze ervaring doordrenkt is, zoals het gevoel dat je niet lief, onwaardig, bang, ongeschikt of schuldig bent, of dat je je zou moeten schamen. Die gevoelens liggen begraven onder de drempel van het rationele denken en vallen buiten het bereik ervan. Als gevolg daarvan zijn ze aanwezig als een netwerk van gewaarwordingen in het lichaam. Door dat netwerk van gewaarwordingen hebben we het gevoel, ondanks ons waarachtige inzicht dat het niet zo is, dat we een compact, stevig, beperkt en afzonderlijk ‘ding’ zijn dat zich ergens bevindt.
Infiltratie, doordeseming en verzadiging
Het was in relatie tot dergelijke gevoelens dat de zenmeester die op zijn doodsbed gevraagd werd hoe het ging, antwoordde: ‘Het gaat prima, maar mijn lichaam kan het nauwelijks bijbenen!’ De zenmeester erkende in alle nederigheid en eerlijkheid dat zijn geest weliswaar helder was, maar dat er nog restanten in zijn lichaam aanwezig waren die niet overeenstemden met zijn diepe inzicht. Dat is de situatie waarin de meeste mensen op de non-duale weg zich bevinden. Carl Jung schijnt over Ramana Maharshi gezegd te hebben dat hij te vergelijken was met ‘een witte vlek op een wit stuk papier’. De meesten van ons bestaan echter uit verschillende tinten grijs! Is het absoluut noodzakelijk om de tweede fase van het proces, de Yoga van de Gewaarwording en Waarneming, in te gaan? Nee, dat is niet nodig voor de herkenning van onze ware natuur; daarvoor hoeft Bewustzijn zijn eigen Wezen slechts te kennen, en dat is niet afhankelijk van de inhoud of kwaliteit van de geest of het lichaam. Het gaat erom dat Bewustzijn zichzelf herkent. Maar als we toegang willen krijgen tot de vrede en vervulling die eigen zijn aan onze ware natuur van zuiver Bewustzijn en dat in ons leven tot uitdrukking willen brengen, dat wil zeggen, in onze activiteiten, vriendschappen, intieme relaties en waarnemingen, dan is het wel nodig om dat tweede deel van het proces te ondergaan. Onder normale omstandigheden is onze ware natuur van eeuwig, oneindig Bewustzijn zo volledig versmolten met de objecten van de ervaring, dat die er identiek aan lijkt te zijn geworden. In deze vorm van yoga wordt het onderscheid tussen Bewustzijn en zijn objecten, dat de bedoeling had de aanwezigheid en het allerhoogste belang van Bewustzijn te benadrukken, tenietgedaan. Er is sprake van een toenemende infiltratie, doordeseming en verzadiging van de kennis- en ervaringsobjecten met de vrede en het geluk die eigen zijn aan het kennen door Bewustzijn van zijn eigen Wezen. Dat wil zeggen, in plaats van dat Bewustzijn samensmelt met de ervaring, smelt de ervaring samen met Bewustzijn. In mijn onwetendheid lijk ik, Bewustzijn, de bestemming en beperkingen van het lichaam met dat lichaam te delen en er als zodanig mee samen te vallen. In zijn wijsheid en inzicht herkent Bewustzijn zijn eigen eeuwige, oneindige Wezen. In zijn liefde deelt het lichaam de eigenschappen van Bewustzijn en wordt het gevoeld als iets wat open is, leeg, doorzichtig, licht, liefdevol en nauw verbonden met alle anderen en met zijn omgeving.
ogenschijnlijke beperkingen en zichzelf herkent als eeuwig en oneindig. Op de tantrische weg zeggen we, als we onze wezenlijke natuur van eeuwig, oneindig Bewustzijn ontdekt hebben, niet meer: ‘Ik ben niet dit; ik ben niet dit’; in plaats daarvan zeggen we: ‘Ik ben dit; ik ben dit.’ We keren ons naar de ervaring toe, niet ervan af. Heel bewust zijn we aanwezig als de open, lege, doorzichtige, liefdevolle aanwezigheid van Bewustzijn, laten we de ervaring volledig toe in onszelf en zien we die met onvoorwaardelijke openheid onder ogen. Dit is niet langer iets wat we moeten doen of toepassen. Het is onze natuur. Dit onvoorwaardelijk openstaan voor iedere ervaring is wat we zijn, niet wat we doen. We laten iedere ervaring - met name die ervaringen die we in het verleden het liefst hadden willen vermijden door het gebruik van genotsmiddelen, activiteiten, bewustzijnstoestanden en relaties - volledig toe in onszelf. We blijven bij de ervaring tijdens alle veranderingen die hij doormaakt en geven hem daarmee de ruimte om geleidelijk aan steeds meer doordrenkt en verzadigd te raken van het licht van Bewustzijn, tot uiteindelijk op ervaringsniveau duidelijk wordt dat iedere ervaring daar een modulatie van is. Iedere ervaring is als een stroming in de oceaan van Bewustzijn. De twee wegen van vedanta en tantra zijn geen tegengestelde wegen die dingen naar de ultieme waarheid, zoals zoveel traditionele en hedendaagse commentatoren ons willen doen geloven. Het zijn benaderingen die elkaar aanvullen en die, verlost van de culturele verpakking die zoveel mensen vervreemd heeft van de eenvoud en onmiddellijkheid van de Grote Traditie, onze generatie voorziet van een ervaringsweg die bestand is tegen ieder rationeel onderzoek en die alle aspecten van de ervaring omvat. Het is daarom een weg die optimaal tegemoet komt aan de eisen van de eenentwintigste eeuw. ß
De liefdevolle aanwezigheid van Bewustzijn
Iemand die de vedantische weg gaat, begint met ‘Ik ben niet dit, ik ben niet dit’ en ontdekt de aanwezigheid en het allerhoogste belang van Bewustzijn, dat vervolgens, in het proces van zelfverblijven, bevrijd wordt van zijn
InZicht . 1 . 2016
9
Het
F
Als kind hebben we ooit geleerd ons te identificeren met het lichaam. Vanaf die tijd houden onze fysieke gewaarwordingen het bedrieglijke gevoel in stand dat we afgescheiden zijn van de wereld om ons heen. Intellectueel begrijpen dat je niet het lichaam bent, is niet voldoende om dat gevoel van afgescheidenheid teniet te doen. Dat gebeurt pas als we werkelijk voelen dat ons lichaam het hele universum is. Francis Lucille - interview door Lars Overhaus
Francis, wat is identificatie met het lichaam? Om dat te kunnen beantwoorden moet je eerst bewustzijn definiëren. Bewustzijn is de realiteit die alles werkelijk waarneemt. De identificatie van bewustzijn met het lichaam heeft twee verschillende aspecten: 1. Het geloof dat we het lichaam zijn. Dat is het conceptuele aspect van identificatie. 2. De identificatie met fysieke gewaarwordingen. Deze identificatie wordt vaak niet gekend en over het hoofd gezien door neo-advaita-leraren. Het is geen identificatie met het concept van het lichaam, maar een identificatie met de fysieke gewaarwordingen ervan. Het creëert het gevoel ‘ik ben hier en niet daar’. Ik ben dan afgescheiden van het universum dat mijn lichaam omgeeft. Deze identificatie is meer direct, het is een fysieke gewaarwording die ‘mij’ is, zelfs voordat je eraan denkt. De identificatie met fysieke gewaarwordingen is niet rationeel. We hebben deze geleerd van onze ouders en van de mensen in onze directe omgeving.
10
En wat is dan identificatie met ‘de geest’? Globaal zijn er twee visies. In de ene visie geloven mensen dat de geest afhankelijk is van het lichaam en dat de hersenen onze gedachten creëren. De andere visie is iets minder materialistisch. Men gelooft dan dat de geest het lichaam creëert. Maar in beide visies zijn lichaam en geest begrensd, dus het maakt uiteindelijk niet uit of het identificatie met het lichaam of met de geest is. Het punt is dat in beide gevallen identificatie plaatsvindt met een object, dat dus begrensd en beperkt is en dat afgescheiden is van de rest van het universum - een object dat in de tijd bestaat, een begin en een eind heeft. Wat is het verschil tussen denken en voelen dat je een afgescheiden entiteit bent? Je zou kunnen zeggen dat ze op verschillende plaatsen ‘opgeslagen’ zijn. Het geloof dat je een afgescheiden entiteit bent, komt van je persoonlijke geschiedenis die ‘opgeslagen’ ligt in het geheugen, zoals datum en plaats
ß
Francis Lucille is afkomstig uit Frankrijk. Hij woont al vele jaren in de VS, waar hij onderricht geeft in traditionele advaita vedanta. Hij was een leerling van Jean Klein en had contact met vele bekende leraren als Atmananda Krishna Menon, Wolter Keers, Robert Adams, J. Krishnamurti en Wei Wu Wei. Tot zijn eigen leerlingen mag hij o.a. Rupert Spira rekenen. In lijn met het onderricht van zijn leraar ligt de nadruk bij Francis op het lichaam en de gevoelens en gewaarwordingen van het lichaam. Hij houdt met regelmaat bijeenkomsten in zijn huidige woonplaats, in de vorm van traditionele advaitadialogen en meditatie- en yogasessies die geïnspireerd zijn op tantra en hatha yoga. Daarnaast zijn er met regelmaat webcasts (live satsangs via internet), waarbij er via de mail vragen aan hem gesteld kunnen worden. HYPERLINK “http:// www.advaitachannel. francislucille.com” www.advaitachannel. francislucille.com
universum is mijn lichaam
InZicht . 1 . 2016
11
Š marinus johannes hack, mens en machine, ca. 1913
van geboorte, nationaliteit, de etnische en religieuze groep waar je toe behoort, et cetera. Als een van die opgeslagen geloofssystemen wordt bedreigd, voelen we ons bedreigd in ons bestaan. We voelen immanent gevaar, een dodelijk gevaar.
(in de tijd) in stand. Je zou de identificatie ermee ook wel het somatisch geheugen kunnen noemen. De identificatie met onze geloofssystemen zou je onze intellectuele identiteit kunnen noemen. We identificeren bewustzijn met beide.
Het somatisch geheugen
Ik heb de indruk dat in de meeste satsangs de gesprekken voornamelijk gaan over de identificatie met onze geloofssystemen. Identificatie met het lichaam lijkt dan nauwelijks aan bod te komen. Hoe zou dat komen? Daar zouden twee redenen voor kunnen zijn. Als de leraar wetend gestabiliseerd is in zijn of haar ware aard, dan wordt ‘de kennis’ over identificatie met het lichaam overgedragen door meditaties en ‘aanwezigheid’ en hoeft deze niet mondeling benoemd te worden. Want ook het benoemen van deze identificatie bevrijdt ons er nog niet van. Het kan ook zijn dat de leraar niet volledig gestabiliseerd is in zijn of haar ware aard en misschien wel een intellectueel authentiek besef heeft van de waarheid, maar niet gestabiliseerd is in vrede en geluk. Anders gezegd, ze genieten niet van de vruchten van de bevrijding doordat er nog resten van onwetendheid overblijven. Dat gebeurt vaak als mensen niet vanuit een traditie spreken.
De identificatie met het lichaam is directer. Het is de identificatie met fysieke gewaarwordingen. Het lichaam verschijnt aan ons als een web van fysieke gewaarwordingen. Sommige daarvan lijken intiemer dan andere. Ze lijken een gevoel van ‘ik, mij, mijn’ met zich mee te dragen. Om ze te vinden hoeven we ons alleen maar de vraag te stellen: ‘Wat is dat ik-gevoel? Hoe manifesteert het zich?’ Je zult dan zien dat er favoriete locaties zijn voor dit gevoel, bijvoorbeeld rondom de zonnevlecht, het voorhoofd of het gebied achter de ogen. Over het algemeen wordt het dus gelokaliseerd in het centrum van het lichaam en het hoofd. Alleen in heel zeldzame gevallen is er het gevoel ‘ik ben mijn rechterhand’. Dat wil zeggen dat gewaarwordingen in de rechterhand over het algemeen niet hetzelfde niveau van identificatie met zich meedragen. Er zijn dus fysieke gewaarwordingen die intiemer zijn en meer een gevoel van ‘ik, mij, mijn’ met zich meedragen dan andere. Op die manier houdt de identificatie zichzelf
Het intellectueel begrijpen dat je niet het lichaam bent, valt binnen het domein van omgaan met het geloofssysteem. Je haalt dan het geloofssysteem dat je het lichaam bent weg en vervangt het door de overtuiging ‘ik ben bewustzijn’ 12
Gestabiliseerd zijn in geluk In de tradities is het bekend dat er twee stappen zijn. Allereerst is er de ingang naar de weg. Voordat je bij die ingang bent, ben je onderweg ernaartoe. Daarna is er de weg die uiteindelijk leidt tot stabilisatie in geluk. De ingang van de weg wordt door neo-advaita-leraren vaak gezien als het einde ervan. Die zeggen bijvoorbeeld zoiets als ‘geluk is niet het doel van de weg’. Dat zeggen ze omdat ze niet gestabiliseerd zijn in geluk. Het is niet hun eigen ervaring. Daarom zeggen ze dingen als ‘ongelukkig zijn en je niet prettig voelen, dat hoort er nou eenmaal bij’. Ik heb eens onder vier ogen aan zo’n leraar gevraagd of hij
© J.P. kleiweg de zwaan, gezichtsmaskers van de bewoners van nias, na 1910
InZicht . 1 . 2016
ben bewustzijn’. Je bevrijdt je dan dus van een geloofssysteem, maar doet dan niets met het gevoelssysteem. We noemen het ‘het lichaam’, maar het woord lichaam is niet het lichaam. Het woord lichaam is niet de ervaring van een gevoel, het is de ervaring van een concept. Dus daar misleidt men zichzelf door te geloven dat het genoeg is om intellectueel te begrijpen dat ik niet het lichaam ben, terwijl het veel belangrijker is om het te voelen. Niet voelen dat ik niet het lichaam ben, maar voelen dat ik het universum ben. Anders gezegd, het universum is mijn lichaam.
Resten van onwetendheid Nu gebruik ik woorden, maar de yoga- en tantrische technieken die hiervoor worden toegepast draaien niet alleen om woorden. Samenvattend: het om kunnen gaan met de resten van onwetendheid op het niveau van het lichaam is een noodzakelijke stap om gestabiliseerd te kunnen raken in vrede en geluk, te weten wat we zijn. In traditioneel onderricht word je daarin begeleid door iemand die zelf door dat proces is gegaan. Daarin word je je volledig bewust van het verschil tussen het begin van de weg en het eind van de weg. Is het mogelijk om met de geest te beseffen wie ik ben en toch nog het gevoel te hebben een afgescheiden identiteit te zijn? Het beseffen wie je bent overstijgt altijd het mentale. Maar het is mogelijk om de waarheid - door een proces dat Atmananda ‘higher reasoning’ noemt - te beseffen door de woorden van een leraar of woorden gelezen in een boek, of door het zien van een video, zoals tegenwoordig ook wel gebeurt. Op zeker moment kan de gedachte over de waarheid verdwijnen in het herkennen van de waarheid. Dan is het een authentieke waarheidservaring waarin een bevrijdende glimp van de waarheid gezien wordt. Daarmee is de waar-
ß
gelukkig was. Een heel eenvoudige vraag. Hij antwoordde niet met ‘Ja, ik ben gelukkig’. Hij ontweek de vraag en bleef maar om het antwoord heen draaien. Die leraar is nu overigens heel populair. Ik vond dat heel vreemd. Want waarom zou je iets anders zoeken dan gelukkig zijn? Deze vorm van neo-advaita zou je ook wel intellectuele advaita kunnen noemen. Zelfs in India heb je advaitastromingen waarin het lichaam compleet wordt genegeerd. Het wordt beschouwd als een zak stront zonder enige waarde. Alle focus is gericht op het conceptuele aspect, en ze muggenziften in hele lange discussies over de ware natuur van bijvoorbeeld maya of lila. Er is afgescheidenheid van het lichaam en ze hebben alleen maar aandacht voor de intellectuele elementen. Het gaat hier overigens niet alleen om neo-advaita. Er zijn meer van dat soort stromingen, maar die zijn niet zo zichtbaar omdat we in het Westen leven. Na Shankaracharya werd het allemaal steeds filosofischer en intellectueler. Diezelfde tendens was er ook in het boeddhisme. Boeddhisten in China waren oeverloos aan het conceptualiseren en verloren de ware verlichting uit het oog. Dat is ook waarom Bodhidharma - die een werkelijk verlicht leraar was - zei: “Woorden maken je niet gelukkig. Het is beter om gelukkig te zijn zonder al die woorden, dan al die woorden te hebben zonder het geluk.” In die tijd ontstond het zenboeddhisme. Men ging in China terug naar de werkelijke overdracht van geluk, waar het uiteindelijk allemaal echt om gaat. Maar goed, terug naar stromingen als neo-advaita. Die gaan ervan uit dat als je intellectueel begrijpt dat je niet het lichaam bent, dat dat de desidentificatie is met het lichaam. Maar het intellectueel begrijpen dat je niet het lichaam bent, valt binnen het domein van omgaan met het geloofssysteem. Je haalt dan het geloofssysteem dat je het lichaam bent weg en vervangt het door de overtuiging ‘ik
13
heidszoeker het begin van de weg opgegaan en bevindt hij of zij zich dus niet langer op de weg die leidt naar het begin van de weg. Maar door de resten van onwetendheid die zowel in de geest (als herinneringen) en in het lichaam (als gevoelspatronen) zijn ‘geprent’, is de ervaring van waarheid en geluk niet stabiel. Ze trekken je ogenschijnlijk weer terug in de onwetendheid. Het verschil is dat de waarheidszoeker die zijn ware natuur heeft ervaren niet meer in onwetendheid kan blijven vastzitten. Hij zal aanvankelijk lijden ervaren door zijn terugval in onwetendheid, maar omdat de waarheidszoeker zijn ware natuur ervaren heeft, blijft de uitweg beschikbaar. Maar er zal regelmatig sprake zijn van terugvallen, waardoor er weer afgescheidenheid en een gebrek aan vervulling ervaren wordt. Het punt is: bevrijding is de realisatie dat bewustzijn dat is wat deze woorden hoort. Dat is onze echte identiteit. Dit bewustzijn, waarvan we vroeger geloofden dat het afhankelijk was van dit beperkte lichaam, blijkt dus universeel te zijn. Het is de realiteit van alles en hetzelfde bewustzijn dat straalt in alle mensen. Het is ook dezelfde realiteit die het universum creëert waarin het lichaam zich beweegt. Die realisatie maakt een eind aan ons lijden zolang we haar niet uit het oog verliezen.
Het feit dat bewustzijn universeel is, impliceert dat het universum ons werkelijke lichaam is. We kunnen onszelf dan de vraag stellen: ‘Ben ik me van het universum bewust als mijn werkelijke lichaam?’ Of anders gezegd: ‘Ben ik me van het universum op dezelfde manier bewust als van bijvoorbeeld mijn handen, mijn voeten, mijn hoofd of mijn borst? Ben ik me daar bewust van als een uitbreiding van mijn lichaam in een soort naadloos continuüm?’ In de meeste gevallen zal het antwoord hierop ‘nee’ zijn. En dat brengt ons terug naar je eerste vraag. Als we onderzoeken waarom ik me niet op dezelfde manier van het universum bewust ben als van mijn handen, zien we dat er bepaalde fysieke gewaarwordingen zijn die het bedrieglijke gevoel van afgescheidenheid in stand houden - een gevoel dat pasgeboren baby’s en heel jonge kinderen overigens niet kennen. Als je je ware natuur hebt ervaren, is het belangrijk om door middel van sadhana (spirituele oefening) gestabiliseerd te raken in geluk. Het doel van sadhana is om de patronen die de schijnbare afgescheidenheid van lichaam en geest in stand houden te transformeren tot patronen waarbij we ons van het universum bewust zijn als ons werkelijke lichaam. ß
[advertenties]
Wilt u ook
adverteren in InZicht? Neem dan contact op met Meinhard van de Reep info@inzicht.org of 0252 522001
14
Intensieve begeleidingsweken: 10 individuele sessies in vijf dagen: - werken aan vitaliteit (healing) - verkrijgen van Inzicht (Zelfonderzoek) In voor en najaar: La Gomera, Frankrijk Spanje, Belgie Incidenteel: Costa Rica Mieke F.W. Berger Ph.D. Voor info zie: www.jinshinhealing.com email: MFWBerger@Jinshinhealing.com Auteur van: oorspronkelijk Jin Shin ISBN nr 9069636328 Altamira Becht
Š magritte, het lustprincipe, 1937
N
16
Dit is dat Identificatie is niets anders dan een vernauwing die je het zicht op het werkelijke Zelf ogenschijnlijk ontneemt. In die zin is identificatie misschien wel de meest voorkomende vorm van onwetendheid. “De onwetendheid en de daaruit voortvloeiende verwarring vormen de oergrond van ons lijden. We verblinden onszelf met onszelf, door een onjuist, ik-gericht denken. Dat houdt ons gevangen en doet ons ‘wenen om ons onvermogen’.”
N
Wim van de Laar (1961) is yogaleraar en vertaler. Toen hij begin twintig was, maakte hij kennis met de Upanishads, de oeroude bronteksten van het hindoeïsme over non-dualiteit, vrijheid en yoga. Zijn liefde voor deze teksten en de onvrede met de bestaande vertalingen deden hem besluiten tot het maken van een eigen vertaling. Na zeven jaar en mede dankzij de ondersteuning van Philip Renard, verscheen in 2015 De Upanishads. Eerder vertaalde hij de Yoga-Soetra’s van Patañjali (zie www.yogawimvandelaar.nl). Momenteel werkt hij aan de vertaling van enkele non-dualistische geschriften van de Indiase mysticus Jnaneshwar. Wim geeft yogales in Tilburg en omgeving. De Upanishads is te bestellen bij uitgeverij Nachtwind (www. nachtwind.nl).
TEKST Wim van de Laar
Onwetendheid In dit artikel zal ik enkele grondgedachten van de Upanishads bespreken. Wat is precies de oorsprong van dit
InZicht . 1 . 2016
‘valse’ ik en hoe steekt de valstrik in elkaar? En hoe kom je tot besef of herkenning van het ‘ware’ ik? Vooral voor dat laatste kan het concept van de vierledigheid van het Zelf zeer behulpzaam zijn. De oorzaak van gebondenheid en van bevrijding is het denken. De sleutel ligt dus bij hoe we kennen, of beter gezegd, van waaruit we kennen, en wat dat kennen nu precies is. Kennen maakt onze beleving mogelijk. Het wonderlijke van identificatie is dat je een identiteit aanneemt, juist omdat je niet weet wie je bent. Vanuit die onwetendheid meet je je iets aan. Onwetendheid (avidya) is niet hetzelfde als domheid, ze treft evengoed de briljanten van geest. Ze is eerder het ontbreken van zicht, het over het hoofd zien van iets wat schuilgaat ‘achter de dingen’. In dit geval is dat een zeer fundamenteel iets, namelijk datgene van waaruit alles gekend wordt. In de Upanishads is onwetendheid verwant aan donkerte (tamas), vrees en verstarring. Een van de termen die hiermee - vooral in de latere Upanishads - in verband wordt gebracht is upadhi, ‘inperking’ of ‘verbijzondering’. Deze aanduiding van begrenzing wijst er al op dat het ware, niet geziene zelf onmetelijk is. Identificatie is een vernauwing, een contractie. Je trekt je zelf samen tot iets, tot een vastheid die herkenbaar is, een omgrenzing te midden van andere omgrenzingen. En dat iets neem je voor waar. Daarin vindt het ik de bevestiging van zijn bestaan. Althans, daarop zijn alle inspanningen gericht. De beleving van de wereld, van verworvenheden en bezit liggen in het verlengde daarvan. Wie je oorspronkelijk bent, het Zelf, oningevuld en onverdeeld, raakt verhuld. Het werkelijke verlangen, zegt de Chandogya Upanishad, krijgt een bedekking die onwerkelijk is. Behalve dat je het zelf tot iets maakt, maak je ook iets tot
ß
Niet zo lang geleden kondigde het bestuur van dierentuin Artis aan dat het de gewoonte om de dieren een naam te geven wilde afschaffen. De nieuwgeborenen zouden voortaan naamloos blijven, zo besloot men, om daarmee een eind te maken aan de vermenselijking van de dieren die als ‘bijeffect’ met de naamgeving meekwam. In hoe wij onszelf en de wereld ervaren, gebeurt iets soortgelijks. We dichten ons lichaam (met het denken en voelen) allerlei zaken toe die het niet in zich draagt. Zo benoemen we op grond van het lichamelijke bestaan een ik. We stellen onszelf vast als een identiteit van ‘naam en vorm’. Wanneer iemand je vraagt ‘wie ben je?’ refereer je doorgaans aan dit ik. Deels is dat idee van een ik, van een eigen en ‘uniek’ zelf, opgelegd door ouders en omgeving, maar bovenal doen we dit toch zelf. In ieder van ons zit een ‘ik-maker’ (ahamkara). Dat ik grondt zich door zichzelf af te bakenen en apart te zetten, door zich te (onder)scheiden van al het andere. Het verzekert zich van zijn bestaan doordat het deze dualiteit opwerpt. Zo, dankzij een tegenover, weet het wat het is en wat het te doen staat. Maar de prijs die het ik daarvoor betaalt, is dat het alleen komt te staan. Sterker nog, met het creëren van het ‘tweede’ is waarachtige vervulling onmogelijk geworden. Dit is de kern van wat ons doet lijden. Vrijheid, en daarmee de opheffing van deze dualiteit, is het uiteindelijke doel van heilige geschriften als de Upanishads. De oplossing ligt, heel eenvoudig eigenlijk, in het besef van wie je werkelijk bent, het Zelf. Met dit besef wordt de fundamentele denkfout van gescheidenheid vernietigd.
17
De kunst van de onderscheiding bestaat uit kijken, almaar kijken, en zien wat blijft. De drie toestanden van waken, dromen en diepe slaap wisselen elkaar af. Ze sluiten elkaar ook uit: als de ene is, is de andere niet. Terwijl deze toestanden elkaar afwisselen, is er steeds een ononderbroken ‘je zelf zijn’ het zelf. Dat klinkt bijna als hetzelfde, maar toch is er een subtiel verschil. Het ware zelf wordt, hoewel het het uiteindelijke (en dus objectloze) subject is, als object gezien. Andersom wordt een object, het lichaam, voor het ware zelf gehouden. Het gevolg hiervan is dat de kwaliteiten van de een worden toegekend aan de ander. Het is een verwarring die met onwetendheid meekomt. De Upanishads noemen dit adhyasa, ‘oneigenlijke, wederzijdse toekenning’. Als gevolg daarvan lijkt het Zelf, dat van zichzelf vrij, ongeconditioneerd, volledig en vervuld is, begrensd te zijn in een individueel bestaan, in een ‘van-mij’. Andersom worden allerlei kwaliteiten van het Zelf op het lichamelijke geprojecteerd. Als zouden daar blijvende vervulling, vrede en gelukzaligheid te vinden zijn.
Het Zelf laat zich niet vangen De onwetendheid en de daaruit voortvloeiende verwarring vormen de oergrond van ons lijden. We verblinden onszelf met onszelf, door een onjuist, ik-gericht denken. Dat houdt ons gevangen en doet ons ‘wenen om ons onvermogen’. Bevrijding volgens de Upanishads is niets anders dan de herkenning van het ware zelf, ‘het Zelf dat in je en in alles is’. Dat geeft onmiddellijk de opheffing van het valse ikgevoel. De oplossing is dus als gezegd heel eenvoudig en ligt in het denken. Inzicht vraagt niet meer dan een juiste blik. Toch is daadwerkelijke en blijvende bevrijding niet velen gegeven. Blijkbaar laat het Zelf zich niet zo makkelijk zien. De vele paradoxale omschrijvingen in de Upanishads duiden op de bijzondere ‘status’ van het Zelf, hoe het buiten alle categorieën valt. ‘Wie het zegt te kennen, kent het niet.’ ‘Het beweegt en het beweegt niet. Het is binnen in alles hier, en het is daarbuiten.’ ‘Zonder handen en voeten grijpt hij en beweegt hij vliegensvlug. Hij ziet zonder ogen en hoort zonder oren. Hij kent al wat kenbaar is, maar er is niemand die hem kent.’ En ook: ‘De logicus kan het niet bevatten. Alleen wanneer een ander iemand erover spreekt, wordt het in al zijn eenvoud begrepen.’ ‘Wanneer het gekend wordt in ieder kennen, wordt het waarlijk gekend.’ Het Zelf laat zich niet vangen. Toch spreken de Upanishads
18
eigenlijk over niets anders, poëtisch, cryptisch, krachtig en onophoudelijk. Vers na vers word je uitgenodigd ‘het mysterie’ binnen te gaan. De woorden zijn precies, want juist in het precieze ligt de mogelijkheid tot herkenning. In ‘bevestigende’ zin wordt het Zelf omschreven als Zijn (sat), Bewustzijn (chit), Vreugde (ananda), Oneindigheid (ananta), als liet het zich zo aanwijzen. Andere omschrijvingen zijn vooral negatief, in de vorm van een ontkenning. Door aan te geven wat het niet is, kan duidelijk worden wat het wel is. Het is ‘niet dit, niet dit’ (neti neti), ofwel geen object (zoals al het andere wat je kent). Het is de niet-geziene Ziener, de Kenner die niet gekend wordt. Het is ongeboren, onveranderlijk, zonder oorzaak, onbegrensd, voorbij de drievoudige tijdspanne. Wie je bent is iets vanzelfsprekends, want je bent het steeds. Hoe kun je iets anders zijn dan jezelf? Toch ken je jezelf niet, je kunt niet de vinger leggen op dat wat je ten diepste bent. Het vraagt op zijn minst om een ander kijken, niet een kijken dat tracht te vergaren of te begrijpen, maar een kijken dat herkent, dat ziet wat steeds is. Dat kennen reikt voorbij het geconstrueerde ik, voorbij de grip die stoelt op wat meetbaar en aanwijsbaar is. Vertrouwde denkwijzen werken hier niet, want die zijn geënt op onwetendheid, op de allereerste denkfout. Het wordt niet door studie of door het verstand begrepen, maar door het ‘hart’, iets wat directer is dan het verstand. ‘Daar waar woorden terugwijken, samen met het denkvermogen, niet bij machte het te bereiken, is de vreugde van Brahman (het Uiteindelijke).’ In het onderzoek naar jezelf beland je zo aanvankelijk in een niemandsland. Het ene zelf is een begoocheling gebleken, het andere zelf is ongrijpbaar. Je staat met lege handen en vraagt je misschien zelfs af of je wel bestaat. Dat verlies van controle of ‘zelfredzaamheid’ lijkt nodig. Want de herkenning van het Zelf is niet iets wat kan worden bewerkstelligd. Het is iets wat aan je gebeurt, als genade of als een donderslag bij heldere hemel. Je kunt daar met je vertrouwde ik niet bij zijn, want dat ik is nu juist wat daarbij verdwijnt.
De vierledigheid van het Zelf Cruciaal in zelfonderzoek is het vermogen tot onderscheiding. Het ware Zelf en het aangenomen zelf zijn schijnbaar elkaars tegengestelden, maar de verhaspeling ervan door het denken maakt dat je dat niet ziet. Het ontwarren van de twee geldt als een heikele onderneming, als een bewegen op het scherpst van de snede. Hoe houd je beide uit elkaar als ze zo verweven lijken? Hoe onderscheid je werkelijk van onwerkelijk, blijvend van voorbijgaand, onbeweeglijk van veranderlijk, ongeboren van sterfelijk, subject van object? Verschillende Upanishads bieden als hulp daarin het onderricht van de vierledigheid van het Zelf, de vier toestanden van waken, dromen, diepe slaap en de vierde (turaya),
InZicht . 1 . 2016
© mark rothko, deep red on maroon, 1958
Bewustzijn. De Mandukya Upanishad bespreekt deze vier toestanden in relatie tot Aum, de ‘onverwoestbare’ lettergreep, die synoniem is aan Brahman. Aum omvat al wat bestaat, binnen de tijd (als klank en als de afzonderlijke letters A, U en M) en daarbuiten (als stilte of niet-geluid). De onderscheiding en het doorzien van elk van de eerste drie toestanden zouden leiden tot de vernietiging van de misvatting over het Zelf. In de vierledigheid behelst de letter A de waaktoestand, de gerichtheid op uiterlijke objecten, op de wereld om ons heen. Ze wordt gezien als gemeenschappelijk, voor ieder mens vertrouwd en eender. De letter U staat voor de droomtoestand, de gerichtheid op een innerlijke wereld. Deze is, ook in zijn bevrediging, subtieler dan de waaktoestand. Waar in de waaktoestand het licht vooral van buiten komt, is de persoon hier zelf het licht. Hij schept de wereld vanuit zijn eigen verbeelding. Dromen en waken beïnvloeden elkaar. De belevenissen tijdens het waken zijn het materiaal voor de dromer. Omgekeerd, hoe de uiterlijke wereld op je toekomt, is het gevolg van de neigingen, verlangens en voorstellingen uit de droomtoestand. Het oneigenlijke ik beleeft A en U, de toestanden van waken en dromen, als de werkelijkheid. Daaraan ontleent het zijn identiteit. Het is zonder weet van iets daarbuiten, dit is zijn domein. Of zijn gevangenis, want hoe dit ik zich ook wendt of keert, de diepgezochte vervulling blijft uit. Er is voortdurend werveling, drift, frustratie, onvrijheid. Deze hele dualistische constellatie is wat het kent, en hoe het kent. Dit ik, en daarmee ook zijn werelden, verdwijnt gedurende de diepe slaap. Het valt simpelweg ‘uit’. De toestand van de diepe slaap (M) is daarom gelukzalig en rustgevend. Er is geen activiteit, geen dualiteit, louter vrede. Alles is één geworden, een ongedifferentieerde massa ‘kennendheid’ (prajña). Tegelijk is de toestand van de diepe slaap die van onwetendheid. Hij ontbeert ieder besef. Als zodanig ligt diepe slaap ten grondslag aan de andere twee toestanden. Waken en dromen rijzen eruit op. Het denkbeeldige ik komt voort uit het zaad dat in de diepe slaap bewaard wordt, het is zonder benul van de werkelijkheid. De toestand van de diepe slaap is verwant aan de vierde toestand van Bewustzijn. Beide zijn ik-loos, ongeconditioneerd, zichzelf vervullend, natuurlijk, vrij. Hun verschil ligt in het besef van het Zelf. Diepe slaap weet van niets, Bewustzijn is altijd gewaar. Bewustzijn is gewaarzijn. Gaudapada, de eerste vedantisch geschoolde non-dualistische denker uit de zesde eeuw, zegt hierover het volgende: ‘Droom (en waak) behoort tot degene die anders ziet dan hoe het is. Slaap behoort tot degene die geen weet heeft van de Werkelijkheid. Wanneer deze twee misvattingen zijn doorzien, bereikt men zijn doel, de vierde.’ De kunst van de onderscheiding bestaat uit kijken, almaar kijken, en zien wat blijft. De drie toestanden van waken, dromen en diepe slaap wisselen elkaar af. Ze sluiten
elkaar ook uit: als de ene is, is de andere niet. Terwijl deze toestanden elkaar afwisselen, is er steeds een ononderbroken ‘je zelf zijn’. Dat blijvende zelf is niet de andere drie toestanden: omdat het steeds is, is het anders dan waken, dromen en diepe slaap. Het is vrij van conditionering, open, alom aanwezig, en kennend. Dit is het Zelf, Bewustzijn, ofwel Kennen op zich. Als zodanig is het de grondslag van de andere toestanden. Het brengt ze voort, het geeft ze gelegenheid. De Aitareya Upanishad: ‘Al dit wordt opgeworpen door Bewustzijn. Bewustzijn geeft hun werkelijkheid.’ De drie zijn de beleving van de ene, uiteindelijke ‘toestand’. ‘Waarlijk, dit is Dat!’ Er is geen ander zelf dan dit. Al het andere is begoocheling. Dualiteit bestaat niet. De hoogste waarheid is non-dualiteit. Dat besef, dat kennen, is vrijheid. ‘Dat ben jij.’ Of, naar een citaat uit de Sarva-sara Upanishad: ‘Ik ben niet de doener, niet de ervaarder. Ik ben de getuige van al wat opkomt en verdwijnt. Ik ben vorm, naam noch handeling. Ik ben eeuwig, feilloos, niet-aflatende gelukzaligheid. Hoe kunnen gebondenheid en bevrijding voor mij bestaan? Ik ben altijd louter Bewustzijn. Hierover is geen enkele twijfel.’ Dit is werkelijk alles. Ieder ander idee van het zelf is een identificatie en ‘zit ernaast’. ß
19
PostAnaloog aan het postmodernisme uit de beeldende kunst van de twintigste eeuw kan de term post-advaita gebruikt worden om het woord ‘advaita’ van al zijn dubieuze connotaties los te maken en slechts te laten verwijzen naar dat wat is, wat het ook is - inclusief de menselijke kant van het bestaan met al zijn egogerelateerde eigenschappen en handelingen. TEKST en foto’s Jan Kersschot Jan Kersschot (1960) is een Belgische arts die ook actief is als beeldend kunstenaar. Zijn spirituele zoektocht startte rond zijn 15de, waarbij vooral de ontmoetingen met Douglas Harding, Nathan Gill en Tony Parsons de meest heldere spiegels waren in dit avontuur. Die 25-jarige zoektocht heeft hem echter nimmer gebracht waar hij naar zocht, noch hem een speciale staat van bewustzijn opgeleverd. Zijn boeken over non-dualiteit zijn vertaald in meer dan vijf talen. In het Nederlands zijn twee boeken uitgegeven bij Ankh Hermes. www.kersschot.com
I
In artikelen over radicaal zelfonderzoek wordt meestal gesteld dat we geen persoon zijn maar het onpersoonlijke bewustzijn waarin allerhande concepten, gewaarwordingen en gevoelens verschijnen. Volgens de non-dualistische tradities is ook het idee een persoon te zijn een van die concepten die regelmatig verschijnen. Met andere woorden: je bent geen persoon. Aan nieuwe lezers van InZicht stel ik voor om deze stelling niet klakkeloos aan te nemen, maar om het zelf even uit te testen. Sluit je ogen gedurende enkele seconden en scan je lichaam af op zoek naar je persoon. Al snel merk je dat er geen ik te vinden is in je brein of waar dan ook in je lichaam. Toch is er bij bijna iedereen een heel sterk gevoel aanwezig dat je wel een persoon in een lichaam bent. Of is het enkel maar een overtuiging? Bijna iedereen gaat ervan uit dat we een persoon zijn met een bepaalde naam die leeft op deze planeet in een tijdspanne tussen geboorte en overlijden. We zijn bijna allemaal overtuigd dat we een leven leiden waarin we een aantal dingen denken, doen en ervaren. Misschien is het wel de moeite waard om te kijken hoe werkelijk die persoon is die opgesloten zou zitten in dat lichaam.
20
Voice-over Als we veronderstellen dat tijd bestaat, kunnen we onze levensfilm zien als een stroom van beelden. Stel je voor dat bewustzijn een wit scherm in een bioscoopzaal is en dat elk beeld gedurende één tiende van een seconde verschijnt. Dan zijn er 10 beelden per seconde, 600 beelden per minuut, 36.000 per uur, 864.000 per dag en dus meer dan 300 miljoen beelden per jaar. Een beeld is in deze metafoor niet alleen een visueel beeld. Het kan ook opgebouwd zijn uit indrukken afkomstig van de andere zintuigen (horen, smaken, voelen, ruiken). Op datzelfde scherm verschijnen ook gewaarwordingen van honger en dorst, pijn en genot, en ook allerhande gedachten en gevoelens. In de film
advaita
InZicht . 1 . 2016
ß
verschijnt er ook af en toe een beeld met als ondertitel ‘ik ben die persoon’. Dat is plaatje no. 123.512 van vandaag, dat verschijnt als je bijvoorbeeld jezelf herkent in een oude familiefoto. Dikwijls zijn er enkele beelden uit het verleden die door het geheugen aan elkaar worden geplakt en zo een nieuw beeld vormen met als ondertitel ‘ik ben dit lichaam’ (plaatje no. 123.516) of ‘ik ben een man van 55 jaar’ (plaatje no. 123.519) of ‘ik ben een Belg’ (plaatje no. 123.524). Dit gevoel een persoon te zijn, afgescheiden van de buitenwereld, wordt soms aangeduid met ‘ego’. En een volgend plaatje zegt dat dit ego er continu is (plaatje no. 123.527). Wat weet ik dan over die ik-persoon? Er verschijnt inderdaad af en toe een identificatie met mezelf. Als ik bijvoor-
beeld op internet een hotel boek, moet ik mijn naam en adres invullen. Dat ben ik toch, nietwaar? Als ik door de douane ga op de luchthaven, dan lijkt die foto in mijn paspoort toch wel heel sterk op die man die vanochtend in de spiegel in mijn ogen staarde terwijl ik mijn tanden aan het poetsen was. Maar ben ik dat plaatje in mijn paspoort? Ben ik die naam, voornaam en geboortedatum? Ben ik mijn spiegelbeeld in de badkamer? Ben ik mijn leeftijd, mijn beroep, mijn nationaliteit? En wie of wat ben ik als ik een kop koffie drink? Wie of wat ben ik als ik in een park wandel en luister naar de vogels? Waar is het ego in al die onbewaakte momenten? Al wat ik nu kan stellen, is dat die persoon een idee is dat een aantal keren per dag (gedurende ongeveer een tiende van een seconde) verschijnt en direct weer verdwijnt. Maar de rest van de tijd - we nemen nog steeds aan dat tijd werkelijk bestaat – is het ego er gewoon niet. Het besef in een lichaam opgesloten te zitten, is voor een deel een rechtstreeks gevolg van de werking van onze zintuigen. Vooral de combinatie van zien en voelen bevestigt dat we enkel informatie krijgen van wat er in ons lichaam
21
Het ego is maar een concept dat af en toe eens verschijnt in een film die in de illusie pakweg 75 jaar duurt. Als we dat doorzien, hebben we dat ego dan tijdens onze spirituele zoektocht niet een beetje te veel waarde toegekend?
gebeurt, en niet van wat er zich in het lichaam van de buurman afspeelt. Dit kunnen we inderdaad niet ontkennen. Maar waar komt het ego dan vandaan? We zijn niet met zo’n ego geboren, het is ons in feite door anderen aangepraat. Een groot deel van de ideeën rond het ego - de ik-persoon die in een wereld leeft waarvan hij of zij afgescheiden is - hebben we overgenomen van onze opvoeders. En ze zijn best wel handig om te kunnen functioneren in de maatschappij. Zonder een degelijk ik-besef kom je waarschijnlijk in de psychiatrie terecht. Maar het is niet altijd zo geweest. In ons eerste levensjaar is er alleen open ruimte, een naakt bewustzijn dat met allerhande beelden wordt gevuld. Er is nog geen stem die zegt ‘ik woon in dit lichaam’, ‘dit ben ik’, ‘ik ben deze baby die in deze wieg ligt’ of ‘ik ben drie maanden oud, ik ben een jongen of meisje, ik ben braaf of stout, ik ben christen of jood, ik ben Belg of Nederlander’. Op zeer jonge leeftijd is de voice-over nog niet actief. Er is enkel de pure aandacht, zonder commentaar. En die pure aandacht is nooit weg geweest. Het is de aandacht die nu deze woorden laat verschijnen. Alexander Smit beschreef het als ‘kennendheid’, Douglas Harding als ‘de eerste persoon’ en Tony Parsons als ‘aanwezigheid’. En deze kennendheid kunnen we in de metafoor vergelijken met het witte doek vooraan in de bioscoopzaal of met de lichtbron achteraan. En eigenlijk is ook die vergelijking dualistisch, want in feite vallen de lichtbron achteraan in de zaal en het blanco scherm vooraan in de zaal volledig samen, zoals in een plasmascherm of LED-scherm.
Niets in de pap te brokkelen Sommige mensen lijken de oorspronkelijke open aandacht die we waren als baby te missen en gaan er - bewust of onbewust - opnieuw naar op zoek. Sommige zoekers hebben een speciale ervaring gehad, bijvoorbeeld tijdens meditatie, waardoor ze hebben geproefd van iets wat het verstand te
22
boven gaat. Dikwijls wordt het beschreven als een thuiskomen bij iets dat niet te verwoorden valt en tegelijk zeer vertrouwd aanvoelt. Als je een piekervaring hebt gehad tijdens je zoektocht, dan wil je dat natuurlijk opnieuw voelen. Je verdeelt je wereld dan in gewone momenten en piekmomenten. De zoeker creëert een dualiteit tussen de dagelijkse ervaringen enerzijds en momenten van diepe gelukzaligheid en innerlijke rust anderzijds. En dan zit je opnieuw gevangen in je zoektocht, want je wilt ‘het’ niet alleen voelen tijdens een groepsmeditatie in een ashram in India, je wilt het continu (concept no. 433.026). Je hebt gehoord of gelezen dat er grote meesters waren die continu in een toestand van eenheid waren (beeld no. 433.029) en dat wil jouw ego natuurlijk ook (concept no. 433.033). Dat moet pas zalig zijn, dat je altijd in zo’n toestand van innerlijke rust en bliss bent (idee no. 433.069). Dan pas zul je kunnen zeggen dat je spirituele zoektocht echt voorbij is (plaatje no. 433.072). Maar je beseft dat je nu weer een doel hebt, namelijk continu in een verhoogde staat van bewustzijn vertoeven, en dat is natuurlijk weer zeer egocentrisch. En als jouw goeroe uit India ‘het’ wel heeft en jij (nog) niet, is dat idee dan ook niet weer dualistisch? Je had net ontdekt dat de persoon niet bestaat, dus die drang naar continue bliss is weer een spelletje van het ego aan het worden. Het ego is maar een concept dat af en toe eens verschijnt in een film die in de illusie pakweg 75 jaar duurt. Als we dat
InZicht . 1 . 2016
voldoende? Is er nog een verschil tussen begrijpen en de echte bevrijding? Hij zegt misschien wel dat er met hem niets gebeurd is, maar zijn (schijnbare) levensverhaal getuigt toch van bepaalde gebeurtenissen die een ‘voor’ en ‘na’ het ultieme inzicht zouden kunnen suggereren. En misschien suggereren zijn woorden en gebaren tijdens een bijeenkomst ergens wel dat er bij de echte bevrijding geen verkramping meer is - want hij vertelt dit terwijl hij zijn armen rond zijn borstkast legt als teken van beperktheid. Dus het lijkt alsof er een toestand was waarin hij nog wel opgesloten was in een lichaam en een andere ‘toestand’ waarin dat niet meer het geval zou zijn. En dan kom je weer in de dualiteit terecht als je hieruit zou concluderen dat je nog moet wachten op de echte bevrijding waarbij jij ook oplost in het grenzeloze. want als er geen persoon is, wie of wat moet er dan oplossen in het oneindige?
Een ervaring zonder ervaarder Als twee of meer mensen samenkomen om de aandacht te vestigen op het onpersoonlijke, ontstaat er in die ruimte dikwijls een openheid waarbij het ego zijn grip verliest. Dikwijls wordt dit beschreven als een energetisch gebeuren. Het is een fenomeen dat plaatsvindt voorbij denken en voelen. Het is geen piekervaring, eerder een dalervaring. In feite is het een niet-ervaring, in de zin van een ervaring zonder ervaarder, want de persoon (de zoeker) heeft hier niets mee te maken - integendeel. Meestal wordt het
ß
doorzien, hebben we dat ego dan tijdens onze spirituele zoektocht niet een beetje te veel waarde toegekend? Zou advaita misschien een antwoord kunnen bieden op dit dilemma? Je gaat bijvoorbeeld naar een bijeenkomst van Tony Parsons en luistert naar een man die zegt dat er niemand is in de zaal en dat je nergens naartoe hoeft te gaan. Hij zegt ook dat wat je zoekt overal aanwezig is (het is een open geheim) en dat je dus nergens anders naartoe hoeft te gaan om het te vinden. Hij zegt zelfs dat mediteren het alleen maar erger maakt! Dat is voor de ambitieuze spirituele zoeker die al jaren mediteert een zware pil om te slikken. Bovendien zegt hij dat er geen vrije keuze is, dat jij dus totaal niets in de pap te brokkelen hebt, dat alles gewoon gebeurt. En tegelijkertijd lijkt de uiteindelijke bevrijding dichterbij dan ooit. Ergens voel je dat die man iets heel wezenlijks probeert duidelijk te maken, maar voor je verstand is het allemaal nogal verwarrend. Want als de persoon niet echt bestaat, wie moet er dan nog op zoek gaan naar iets hogers? Waarom zouden we ons dan nog zorgen maken over slecht karma? Zijn we dan niet allemaal al bevrijd? Of is dat een beetje te simplistisch? Maar ook hier kun je je nieuwe inzichten gaan personaliseren. Want je hebt misschien toch het gevoel dat Tony wel opgelost is in het oneindige en jij (nog) niet. Want hij staat daar vooraan als de expert en jij bent maar een toehoorder. Na een tijdje heb je de kern van de non-dualistische boodschap van advaita wel begrepen, maar is dat wel
23
resonantie genoemd. Plots valt het kaartenhuisje van het zoekende ego in elkaar. Zo’n niet-ervaring kan genoeg zijn om de hele spirituele zoektocht compleet te ondermijnen. Het is echter verleidelijk om die niet-ervaring toch te gaan personaliseren. Je ego gaat bijvoorbeeld denken dat je dichter bij ‘het’ aan het komen bent, dat deze ‘ervaring’ van resonantie een belangrijke mijlpaal is in je zoektocht als non-dualist. Dus ook hier ontstaat het ‘gevaar’ dat je deze niet-ervaring gaat opeisen voor jezelf, en dat je die bovendien continu wilt. Misschien is er ergens nog een subtiel gevoel aanwezig dat er nog een hoger niveau te bereiken valt (plaatje no. 503.402). Of dat je toch nog aan bepaalde voorwaarden moet voldoen, zoals bijvoorbeeld je niet meer druk maken als er iets fout loopt in je leven, want dat laatste zou een teken zijn van een sluimerend ego, toch? Of misschien mag je totaal geen weerstand meer bieden en moet je alles laten zijn zoals het is. En zo blijf je zelfs in de advaita nog in rondjes draaien en slaag je erin om jarenlang naar advaita-bijeenkomsten te gaan, wachtend op iets terwijl je niets mag verwachten. Op zich is daar niets mis mee, het is ook maar wat er verschijnt. Als je je levensloop kritisch bekijkt, merk je misschien toch nog bepaalde egospelletjes of verkrampingen op en ga je er misschien van uit dat je die niet meer zou mogen hebben. Of je hebt gelezen dat er bij de echte bevrijding nooit meer het gevoel ontstaat dat de dingen anders zouden moeten zijn dan ze zijn, en je betrapt jezelf
24
erop dat zulke ideeën - spijtig genoeg - toch nog in je bewustzijn verschijnen. Maar zou het mogelijk zijn om ook dit subtiele spel te doorzien? We zouden dit kunnen beschrijven als ‘post-advaita’ - een theorie gebaseerd op advaita, maar waarbij ook bepaalde (mis)interpretaties van advaita worden gerelativeerd. Volgens post-advaita is het absoluut geen probleem dat er verkrampingen van het ego verschijnen. Volgens post-advaita is er geen enkele hiërarchie en ‘mogen’ allerhande tijdsgebonden fenomenen in je leven toch nog actief zijn. Wat verschijnt, verschijnt, wat het ook is. Wat is, is. Wat niet is, is niet, ook als je denkt dat bepaalde dingen anders zouden moeten zijn dan ze nu zijn. Dan is dat ook ‘wat is’, ook als je nog bepaalde emoties onderdrukt in plaats van ze volledig toe te laten, en ook als je kritiek hebt op ‘jezelf’ of op ‘andere’ mensen. Egogerelateerde reacties zijn dus geen probleem (meer), verwachtingen of teleurstellingen evenmin, egocentrische spelletjes mogen ook verschijnen. Want ook een cirkelgedachte verschijnt gewoon (plaatje no. 563.002). Het witte scherm - de ultieme getuige die nooit gekend kan worden - stoort zich nimmer aan de beelden die (zouden) verwijzen naar een ‘gefrustreerd ego’. Het (schijnbare) ego geeft ons inderdaad veel frustraties en ongemakken, maar het verschaft ons ook (schijnbaar) een heleboel plezier en genot. Je brein kan je plagen met sombere ik-gerichte cirkelgedachten, maar het kan je ook plezier verschaffen
Volgens post-advaita is het absoluut geen probleem dat er verkrampingen van het ego verschijnen. Volgens post-advaita is er geen enkele hiërarchie en ‘mogen’ allerhande tijdsgebonden fenomenen in je leven toch nog actief zijn. Wat verschijnt, verschijnt, wat het ook is
door leuke ik-gerichte fantasieën. In post-advaita of in post-non-dualiteit is het duidelijk dat er in de dualiteit geen links kan zijn zonder rechts, geen hoog zonder laag, geen bergen zonder dalen.
Totale anarchie op spiritueel vlak De term post-advaita is geïnspireerd op de term postmodernisme uit de beeldende kunst van de twintigste eeuw. In de Europese cultuur was het postmodernisme een reactie op het modernisme, dat op zijn beurt een reactie was tegen de voorafgaande kunststromingen. Op een analoge manier zou je kunnen stellen dat bijvoorbeeld het boeddhisme en jaïnisme 2500 jaar geleden ontstonden als een manier om zich af te zetten tegen de toenmalige excessen van het hindoeïsme en dat advaita en zen een verder uitpuren (of moderniseren) waren van de essentie van de toen gangbare spirituele tradities. Door alle franjes van de spirituele tradities zoveel mogelijk weg te laten, kwam men dichter bij de essentie. De vergelijking gaat natuurlijk niet volledig op, maar misschien zouden we kunnen stellen dat post-advaita verschijnt als een verdieping in de advaita, met een (schijnbaar) terugkeren naar het doodgewone leven zonder enige voorwaarde. Sommigen zullen het zien als een totale anarchie op spiritueel vlak, omdat alle regels wegvallen. Ook de mantra’s ‘er is niemand hier, niemand daar’, ‘er is geen verleden of toekomst’, ‘er is geen grens tussen mij en anderen’ of ‘alles gebeurt gewoon’ verliezen hun impact
InZicht . 1 . 2016
volkomen, ook al zijn ze volledig juist. De diepste inzichten van de non-dualiteit blijven behouden, maar er is minder behoefte om dit te gaan cultiveren - en ook dat laatste is geen probleem. De menselijke kant - met al die zogenaamde onvolmaaktheden - mag weer volledig openbloeien. Het mag er allemaal zijn. Op maatschappelijk vlak blijven de regels van de maatschappij van toepassing, maar op spiritueel vlak zijn er geen onvolmaaktheden meer, geen doelen meer, geen idealen meer, geen spirituele helden meer, geen ‘lagere’ uitingen van bewustzijn meer. Er is diversiteit, maar tegelijk gelijkwaardigheid en uniciteit. Opnieuw mens onder de mensen, met eventuele verkrampingen van het (niet-bestaande) ego, met eventuele projecties naar een (niet-bestaande) toekomst, met eventueel allerhande uitingen van spijt of frustratie van een (onbestaand) persoontje en met (schijnbaar) verzet door de (schijnbare) persoon tegen een wereld die toch blijft doordraaien. Zo komen de twee aspecten van ons bestaan - het menselijke en het wezenlijke - weer bij elkaar (ook al waren ze natuurlijk enkel in theorie gescheiden van elkaar). Naast het menselijk aspect is er dus een inzicht dat het ene Zijn zo grenzeloos is dat niemand het kan opeisen. We zijn als menselijke wezens beperkt als we ons identificeren met het menselijke aspect en we zijn grenzeloos als er geen onderscheid (dualiteit) gemaakt wordt. In die grenzeloze ruimte, die tijdloze aanwezigheid, die onpersoonlijke kennendheid, wordt niets of niemand uitgesloten, ook niet het kleinmenselijke. Er is geen enkel verschil in gradatie tussen de advaita-leraar en zijn of haar toehoorders. Er is geen enkel onderscheid meer tussen het zijn van Ramana en het zijn van de ‘gewone’ man in de straat. Is dit ‘gewoon zijn’ niet het meest magische wat er bestaat, het meest alomvattende en tegelijk het totaal onkenbare? Is dit grenzeloze en mysterieuze zijn niet onze ware natuur? En dan ... valt post-advaita weer samen met advaita (plaatje no. 663.112). ß
25
De essentie van yoga: het ontdekken van ons
TEKST Ellen Emmet
Een meisje rent over straat. Warme lucht strijkt langs haar huid, en het stampen van voeten op aarde vormt een bedwelmend contrast met het zwellen van haar hart. Haar lichaam valt als rafels van licht uiteen in de ruimte om haar heen, en op een tijdloos moment geeft ze zich over aan de open omarming van die ruimte. De vloeibare danswereld zalft haar trillende lichaam met zijn liefdevolle aanwezigheid. We herinneren en ervaren allemaal gezegende momenten waarin onze ware natuur van zuiver, onverdeeld en universeel Bewustzijn weerklinkt in de emotionele, tactiele en zinnelijke niveaus van onze ervaring. Ons lichaam is dan bijna doorzichtig, onbegrensd, doortrokken van een subtiele kwaliteit van trillende openheid en gevoeligheid. Het is onpersoonlijk, en toch deelt het wat het is op intieme wijze met alles wat wordt ervaren.
Psychosomatische gewoonten Maar voor de meesten van ons is het lichaam diep en blijvend geconditioneerd door de overtuiging dat ‘ik’ verwijst naar een individueel persoon, begrensd in de tijd door geboorte en dood en zetelend in een lichaam, los van andere lichamen en van de wereld daarbuiten. Het lichaams-
26
gevoel correspondeert met en weerklinkt in dat gevoel van afgescheidenheid. Het is verworden tot een reeks zich herhalende psychosomatische gewoonten die een gevoel geven van stevigheid, dichtheid, emotionele traagheid en verkramping, en die erop gericht zijn het geprojecteerde beeld van het ‘ik’, dat als centrum fungeert, ingeklemd tussen zijn of haar verleden en toekomst, in stand te houden. Zo’n lichaamsdynamiek wordt beheerst door de complexe en beperkende impuls om zichzelf te beschermen, te verdedigen en te bevestigen. Zo lijkt het lichaamgeestmechanisme het omhulsel of de kooi te worden waarin ‘ik’ lijk te leven en het spul waar ‘ik’ van gemaakt lijk te zijn, terwijl het werkelijke ‘ik’ van onverdeeld Bewustzijn verschrompeld lijkt te zijn tot iets wat begrensd, beperkt en gefragmenteerd is. Als we ons bewust worden van onze ware natuur als Bewustzijn in aanwezigheid van een leraar of tijdens een onderricht, onderwerpen we onze rationele denkgeest aan het zuivere licht van intelligentie dat zijn bron en wezen is. Met open grenzeloos Bewustzijn als onzichtbaar referentiepunt horen en begrijpen we dat het normale bewustzijn dat waarneemt wat er op dit moment wordt waargenomen, het ‘ik’, niet in een lichaam zit of zich ergens in tijd
© magritte, de waterdruppel, 1948
E
Niet met behulp van de gebruikelijke yogaoefeningen, maar via haar non-duale methode van Essentiële Yoga probeert Ellen Emmet de haast niet te doorbreken identificatie met het lichaam te ondermijnen en uiteindelijk teniet te doen, en zo voelbaar te maken dat we volledig samenvallen met het Bewustzijn dat we in wezen zijn.
ß
Als kind deed Ellen Emmet niets liever dan dansen en bewegen. Zonder het nog onder woorden te kunnen brengen, kende ze toen de vreugde en onbegrensdheid al waarin het lichaam oplost als het volkomen zijn eigen gang kan gaan. De vele jaren die ze doorbracht bij haar leraar Francis Lucille maakten haar er uiteindelijk bewust van dat die vreugde en onbegrensdheid haar ware natuur zijn. Tegenwoordig woont Ellen samen met haar echtgenoot Rupert Spira in Oxford. Ze heeft daar een psychotherapiepraktijk en geeft trainingen in Authentic Movement en Essentiële Yoga, waarin het lichaam onderzocht wordt volgens de traditie van het Kashmir shivaïsme. In het weekend van 18/19 juni houdt Ellen een retraite in Amsterdam. Voor meer info zie HYPERLINK “http://www. ellenemmet.com”
ware lichaam
InZicht . 1 . 2016
27
© henri matisse, de onvoltooide dans, 1931
Met open grenzeloos Bewustzijn als onzichtbaar referentiepunt horen en begrijpen we dat het normale bewustzijn dat waarneemt wat er op dit moment wordt waargenomen, het ‘ik’, niet in een lichaam zit of zich ergens in tijd en ruimte bevindt
28
en ruimte bevindt. We horen en begrijpen dan dat ‘ik’ het open Bewustzijn is waarin alle ervaringen verschijnen, een ontwikkeling doormaken en weer verdwijnen, inclusief gedachten, gewaarwordingen, gevoelens en waarnemingen (geest, lichaam en wereld). We horen en begrijpen dan dat dat Bewustzijn geen ervaring is die waargenomen wordt, maar toch dat is wat alle ervaringen waarneemt, en dat het geen object is, maar toch de kern vormt van iedere ervaring als het enige waar die ervaring uit bestaat. Mijn identiteit past niet in een naam of vorm. Noch zit ik gevangen tussen leven en dood. Ik ben niet het bloed dat door mijn aderen stroomt, of de warme adem die door mijn neus stroomt of de mond die ademt. Ik ben niet de herinnering aan mezelf of de hoop die als een steentje de toekomst in scheert. Verleden en toekomst rimpelen door me heen als de wind van de tijd, terwijl de ruimte de echo van mijn oneindigheid is. Ik ben niet dit, ik ben niet dit, ik ben niet dit, en toch ben ik degene die van alle dingen houdt en vorm ik de kern van alles wat een naam en een vorm heeft.
De gekristalliseerde energie van afgescheidenheid
Tijdens de non-dualiteitsyogasessies verdiepen we onze ontdekkingstocht tot het gebied van de gevoelens, tactiliteit en waarneming. We stellen onszelf op als het veld van open Bewustzijn waarin alle ervaringen verschijnen en we beginnen rechtstreeks te luisteren naar onze lichaamservaring, als was het voor de eerste keer, vrij van welk etiket dan ook en zonder enige tussenkomst van het verleden of een plan voor de toekomst. We nemen de tijd, gaan de drempel van de rationele ervaring over en laten het denken op de achtergrond ontspannen terwijl we ons openstellen voor de stroom van tactiele gewaarwordingen die onze werkelijke lichaamservaring vormt. We worden uitgenodigd om te zien en te voelen dat het lichaam door mijzelf, Bewustzijn, heen stroomt, net als alle andere ervaringen. Als het verwelkomen van het lichaam op een open, niet betrokken en globale manier plaatsvindt, is het alsof het lichaam als een angstig dier een onvoorwaardelijke uitnodiging voelt om naar die open ruimte toe te komen. In dat vriendelijke, liefdevolle veld is het lichaam naakt en gaat het loslaten wat het in en als zichzelf heeft vastgehouden: de gekristalliseerde energie van afgescheidenheid die als lagen van verkramping en spanning in het systeem van lichaamscellen, -spieren, -botten en -zenuwen ligt opgeslagen. Als het lichaam op die manier uiteenvalt, wordt de ‘ik’lading die in die lagen vervat zit teruggegeven aan de openheid van Bewustzijn. Geleidelijk aan wordt het lichaam vrijgelaten om zich te openen voor, te ontspannen in en zich te herenigen met de openheid waar het door omringd wordt. Het is alsof ieder gevoel en iedere gewaarwording zichzelf als een offer teruggeeft aan het onzichtbare altaar
InZicht . 1 . 2016
van Bewustzijn en onderweg zijn ware verhaal vertelt. Langzaam maar zeker krijgt het lichaam zo de kans om op een zachte en natuurlijke manier samen te vallen met het gevoelde inzicht dat de ware natuur van het lichaam die openheid is. Als ik van mijn lichaam duizend penseelstreken gedoopt in goud maak Krijgt alles de vorm van jou En begraaft het zichzelf in mijn hart om het groter en zachter te maken Zodat het de wereld eindeloos en overal kan doen overstromen En gewone dagen teruggeeft aan het eeuwige leven.
Mijn eigen onzichtbare wezen In deze ontdekkingstocht, waarin we gebruik maken van geleide meditatie, houdingen, visualisaties, beweging en ademhaling, kunnen we steeds weer zien en voelen dat we werkelijk niet kunnen zeggen dat een gewaarwording zich in ‘mijn’ lichaam voordoet, net zoals een geluid zich niet voordoet in de wereld buiten mij en een gedachte niet in een hoofd teruggevonden kan worden. In plaats daarvan zien we dat gewaarwordingen, gedachten en geluiden allemaal in mijzelf, open Bewustzijn dat zich nergens bevindt, verschijnen zonder dat er sprake is van een afzonderlijk, individueel bestaan van een lichaam, geest of wereld. Steeds opnieuw beseffen we dat lichamelijke gevoelens en gewaarwordingen net als geluiden en gedachten subtiel zijn. Ze zijn niet concreet en tastbaar en kunnen niet vastgehouden of gemeten worden. Ze zijn als trillende rimpelingen die aan de oppervlakte van mijzelf verschijnen, volkomen één zijn met mij en bestaan uit mijn eigen onzichtbare wezen. We voelen en weten dan dat het lichaam de openheid is die ik ben. In tegenstelling tot de gebruikelijke yoga-oefeningen die overal ter wereld gegeven worden, zijn deze non-duale sessies geen pragmatische handelingen die gericht zijn op het fysieke of energielichaam, met het doel welzijn, kracht en lenigheid te vergroten of zelfs toestanden van bewustzijnsverruiming teweeg te brengen. Het zijn wel gewijde devotie-oefeningen die het lichaam in volledige overgave teruggeven aan zijn bron van Open Bewustzijn: datgene wat we alleen maar en altijd zijn. Telkens als het offer wordt gebracht, wordt het lichaam teruggegeven zoals het werkelijk is, onbegrensd, doorzichtig, ontspannen, rustig en liefdevol. Er wordt gezien dat het de ademhaling van het universum zelf is. ß
29
Š henri matisse, de blauwe ogen, 1935
Identificatie en
E
30
gewaarzijn Uiterst kort en bondig laat Sri Atmananda ons zien dat identificatie met wat dan ook nooit mogelijk is. Wat je werkelijk bent, blijft wat je al was: zuiver gewaarzijn dat getuige is van alle verschijnselen.
E TEKST Greg Goode
Een zoeker vroeg Sri Atmananda eens hoe hij af kon komen van zijn ‘verkeerde’ identificatie tijdens het eten. Waarschijnlijk had de zoeker soms het gevoel de eter van de maaltijd te zijn. Het antwoord van Sri Atmananda luidde als volgt: “Ook al denk je dat jij eet als het lichaam eet, je kent of bent je tevens gewaar van het eten. Identificatie ontstaat gewoonlijk alleen na het handelen. Tijdens het handelen, ben je het handelen. Wees dus na het eten de kenner van het eten; en dan ben je ervan af.” Aantekening #256, 29 september 1951 ‘Verkeerde’ identificatie wordt doorgaans uitgelegd als een vorm van onszelf aanzien voor iets wat we niet zijn. Identificatie houdt volgens het directe pad in dat we onszelf zien als een deel van de wereld, het lichaam of de psyche. Deze identificatie is onjuist omdat we geen van die verschijnselen zijn. We zijn het gewaarzijn waaraan (of waarin) zij verschijnen. Als gewaarzijn zijn we de getuige van alles wat verschijnt. Gedachten, gevoelens en gewaarwordingen verschijnen en verdwijnen. Sommige gedachten beweren iets als: ‘Ik ben een vader’ of ‘Ik ben een sociaal democraat’ of ‘Ik ben mijn herinneringen - dit is wie ik ben.’ Atmananda laat ons zien hoe we af kunnen komen van dit idee van identificatie. Er gebeurt iets, bijvoorbeeld eten. Maar gedurende het eten vindt er geen identificatie plaats. Er is slechts het verschijnen van structuur, smaak en misschien genot. Dan komt er een gedachte voorbij: ‘Dit is lekker! Ik lust nog wel wat!’ En het volgende moment verschijnt er wellicht nog een gedachte: ‘Zie je wel? Ik was geïdentificeerd.’ Laten we hier eens schematisch naar kijken.
InZicht . 1 . 2016
Moment A: Structuur verschijnt Moment B: Smaak verschijnt Moment C: Gedachte ‘Dit is lekker!’ verschijnt Moment D: Gedachte ‘Zie je wel. Ik was (op moment C) geïdentificeerd als de eter.’ verschijnt Als we deze schematische voorstelling van onze ervaring eens goed bekijken, ontdekken we iets wonderbaarlijks. Op geen enkel moment vindt er (juiste of verkeerde) identificatie plaats. Op geen enkel moment word jij, als gewaarzijn, iets wat je niet bent. Uiteraard verschijnt er van alles: gedachten, gevoelens en gewaarwordingen. Maar jij bent de kenner ervan. Ze veranderen nooit in je ware natuur. Op moment D is er bijvoorbeeld een gedachte die zegt dat er identificatie plaatsvindt. Die gedachte lijkt te verwijzen naar iets wat op moment C gebeurde. Maar op moment C was er geen sprake van identificatie. Er was slechts het waarnemen, het kennen, van de gedachte. Het enige wat ooit plaatsvindt, zijn verschijnselen in de vorm van gedachten, gevoelens of gewaarwordingen. Ik gooi ze graag op een hoop omdat ze niet fundamenteel verschillen. Ik noem ze daarom allemaal ‘verschijnselen’. En al die verschijnselen kunnen op geen enkele manier de identiteit van gewaarzijn veranderen in iets anders. In die zin vindt er nooit ‘verkeerde’ identificatie plaats. We identificeren ons nooit per ongeluk met de wereld, het lichaam of de psyche. We zijn altijd het gewaarzijn waaraan die zaken verschijnen. Inzien dat identificatie nooit werkelijk plaatsvindt en onze ware natuur als gewaarzijn ontdekken en daar blijven, dat heet zelfrealisatie. ß
31
Greg Goode leeft en werkt in New York als filosofisch counselor. Hij studeerde filosofie aan de universiteit van Keulen en van Rochester. Greg schreef de boeken Standing as Awareness en The Direct Path; a user guide (beide uitgegeven door Non-duality Press) en vele artikelen over o.a. spiritualiteit, filosofie en therapie, waarvan de meeste terug te vinden zijn op het internet. http://www.heartofnow.com
Identificatie: In de loop van je leven leer je aan een object, gedachte of emotie je mening en oordeel toe te voegen. Hierdoor ervaar je niet meer het oorspronkelijke object of gevoel, maar identificeer je je met de betekenis die je eraan geeft. Als je zo’n fusie maakt, identificeer je je met het label dat op dat moment als gedachte door je heen gaat en beperk je daarmee je ruimte. TEKST Annette Raaijmakers
I (Joh. 1:1-5)
Woorden zijn de wortels van identificatie. Als je geboren wordt, ben je min of meer vrij van identificatie omdat je dingen nog niet kunt duiden. Je hebt er nog geen woorden voor. Lichamelijke gewaarwordingen komen zonder aanleiding op en verdwijnen moeiteloos. Ze zijn naamloos. Als baby ervaar je wellicht de meest pure vorm van identificatie. Er is intens verdriet en uitbundig plezier, en die identificaties worden niet begrensd door een andere vorm van identificatie die tot stand komt door zelfbewustzijn.
Fusies Je hebt in die fase nog geen idee van wat het betekent een ‘ik’ te zijn. Langzamerhand begin je te praten, je hoort dat je ouders woorden en betekenis geven aan objecten, gedachten en emoties. De klankkleur van hun stem verraadt de intensiteit van hun identificatie. De wereld wordt voor je geopend en je stapt in de film van jouw leven. Je ervaart dat je een uniek afgescheiden persoon bent die zich diverse eigenschappen kan toe-eigenen. Je leert objecten te benoemen en betekenis te geven aan je gedachten en emoties. Aangezien je je als individu wilt uitdrukken, ga je
32
ß
Annette Raaijmakers is geregistreerd psychotherapeut. Geïnspireerd door Nisargadatta Maharaj en haar ervaringen als psychotherapeut ontstond in 1992 de Core Management Training en werd Core, Instituut voor niet-rationele processen, opgericht. Core geeft individuele, ervaringsgerichte trainingen die de cursist de mogelijkheid geven een ontwikkeling door te maken van deelnemer naar waarnemer. Annette is de schrijfster van het boek Volledig Vrij (uitgeverij Samsara). Meer informatie: www.instituutcore.nl
“In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen.(...)”
fusie
Š henri matisse, de droom van 1940, 1940
van betekenissen
InZicht . 1 . 2016
33
© henri matisse
De herinnering aan wie je werkelijk bent, komt als genade en is onvoorspelbaar. Het kan je zomaar in de schoot worden geworpen als je door het park loopt of na een traumatische ervaring. Het kan zich openbaren als je een boek leest of als je mediteert of oefeningen doet. Er is geen pijl op te trekken
34
woorden koppelen aan een label dat voor jou de persoonlijke invulling geeft aan een in wezen neutraal object. Je geeft er kleur aan. Je verwoordt je emotionele beleving van iets en maakt het daardoor iets van jou. De wereld wordt dan de wereld ‘according to you’. Je leert te associëren, fusies te maken. Je ziet een object, een gedachte of emotie en voegt er jouw mening en oordeel aan toe. Hierdoor ervaar je niet meer het oorspronkelijke object of gevoel, maar identificeer je je met de betekenis die je eraan geeft. Een fusie kan er als volgt uitzien: ‘moeder’ (neutraal) - ‘ik moet voor haar zorgen’ (label). Op het moment dat je die fusie maakt, identificeer je je met het label ‘ik moet voor haar zorgen’ en beperk je daarmee je ruimte. Als het niet goed gaat met je moeder, levert dat misschien pijn op, maar het zal je zeker aanzetten tot actie. Je invulling van het begrip ‘moeder’ zorgt ervoor dat je andere aspecten van haar niet kunt zien. Die identificatie maakt de letterlijke betekenis van het woord ‘dense’, verdichting, waar. Gedurende je leven leer je steeds nieuwe fusies te maken. Het hoort bij de ontwikkeling van het ego, zodat je je sterk kunt maken in de wereld. Aan de andere kant ontwikkel je daardoor ongewild een verkrampt ik waar je niet gemakkelijk van los kunt komen. De fusies die je maakt, bepalen jouw kijk op de wereld. Andere voorbeelden van fusies zijn: ‘mijn man’ (neutraal) - ‘hij is onverantwoordelijk’ (label); ‘verdriet’ (neutraal) - ‘ik mag niet verdrietig zijn’ (label); ‘liefde’ (neutraal) - ‘liefde bestaat niet, want niemand is te vertrouwen’ (label). Zodra je geïdentificeerd bent met de labels is er onrust, pijn, stress. Het betekent hier afscheiding; binnen versus buiten. Je zou ook kunnen zeggen dat lijden altijd een afwijzing en een gebrek aan acceptatie is van de situatie waarin je je bevindt. In de meeste gevallen bedenk je een label omdat je verlangt naar iets wat er niet is of omdat je weerstand hebt tegen wat er wel is. Je kunt je identificeren met labels, gedachten, emoties, andere mensen en gebeurtenissen.
Identificatie Identificatie betekent samensmelting van een ‘ik’ met lichaam, denken, voelen. Het ontstaat op het moment dat je gelooft dat er een persoon is die controle heeft over zijn of haar bestaan. Die persoon is altijd met iets geïdentificeerd. Degene die denkt zich niet te identificeren, verdringt zijn emoties, maar heeft niet in de gaten dat hij daardoor geïdentificeerd is met de angst om te voelen. Die nietidentificatie leidt tot een dor en koud bestaan. Identificatie kan je het gevoel geven dat alles wat je ervaart van jou is,
en niet-identificatie kan je het gevoel geven dat iets niet van jou is. Uiteindelijk leveren ze beide ontkenning en afgescheidenheid op en bevestigen ze het illusoire idee dat jij de regisseur bent van de film van je leven. De identificatie met gedachten en gevoelens vindt gewoon plaats. Hoe lachwekkend is dat! Je voelt je heer en meester over jouw wereld, maar tegen een identificatie kun je meestal niets beginnen. Je staat er machteloos tegenover en je hebt het gevoel dat je je ervan moet losrukken, terwijl dat op geen enkele manier lukt. De samensmelting met een gedachte of een gevoel is heel krachtig. Soms is het groter dan jezelf. Er is geen afstand om het waar te nemen, maar je staat er met beide benen in en dreigt erin te verdwijnen. Waar is nou je macht om het leven naar je hand te zetten? Door je te identificeren met labels ben je niet in de wereld, maar droom je je eigen wereld. Dat lijkt vaak heel aangenaam, je voelt je de schepper van je leven en toch voel je regelmatig iets knagen. Wat maakt het zo moeilijk om uit die droom te stappen? Je vindt de gedroomde versie van je leven vaak heel aangenaam en je vindt houvast in het beeld dat je hebt gevormd over wie je denkt te zijn. De behoefte aan controle is zo sterk dat je je zelfs in geval van een negatief zelfbeeld liever daarmee blijft identificeren dan dat je tot de conclusie moet komen iemand anders of zelfs helemaal niemand te zijn. Hoe vreemd en paradoxaal lijkt het dat je elke nacht in de diepe droomloze slaap al ervaart dat er niemand is? Je glijdt er vanzelf in, je kijkt er zelfs naar uit. Je zou daaruit de conclusie kunnen trekken dat er niets vreselijks gebeurt als er geen ‘ik’ is. Integendeel, er zijn geen identificaties, het is vredig. Er kan een moment komen dat je op zoek gaat omdat je verlangt naar bevrijding uit onechtheid, uit waandenkbeelden, projecties en innerlijke verdeeldheid. Als je dat verlangen eenmaal ervaart, laat je je niet gauw meer afleiden. Je zoekt naar het innerlijk onverdeelde, het non-duale. Nondualisme luidt het einde in van alle -ismen, en uiteindelijk ook zijn eigen einde.
Onderzoek Zodra je op zoek gaat, word je geconfronteerd met een aantal belemmeringen. Je zoekt als een persoon die iets wil bereiken en je bent ook nog steeds behept met de neiging je te identificeren. Die behoefte en drang zijn op zich al een teken van afgescheidenheid. Het is daar, niet hier. Verschillende routes bieden zich aan: meditatie, satsangs,
InZicht . 1 . 2016
yoga, wierook branden, gedoopt worden, persoonlijke ontwikkeling, twaalfstappenprogramma’s, koan, lezen en veel luisteren naar spirituele praatjes en verhalen. Als je het idee hebt dat je een zoeker bent en je koppelt dat aan de overtuiging dat je het geluk kunt vinden in de buitenwereld, zal de identificatie met dat idee kracht geven aan je innerlijke stem. In feite doe je niets anders dan dat je altijd al deed. Dacht je voorheen dat je het geluk kon vinden in materiële zaken, nu denk je het te kunnen vinden in spiritualiteit, die niet wezenlijk los kan bestaan van de materiële werkelijkheid. Wat is je voordeel hierbij? Je denkt kennelijk iets nodig te hebben, maar je hebt niets nodig. Je bent op zoek naar iets wat buiten je ligt, terwijl alles moeiteloos verschijnt in jou. Je bent de vleesgeworden ervaring van elk moment. De herinnering aan wie je werkelijk bent, komt als genade en is onvoorspelbaar. Het kan je zomaar in de schoot worden geworpen als je door het park loopt of na een traumatische ervaring. Het kan zich openbaren als je een boek leest of als je mediteert of oefeningen doet. Er is geen pijl op te trekken. Moet je dan niets doen? In elk geval moet je niet iets doen om ‘iets’ te bereiken. Dat is volstrekt hopeloos en wordt ingegeven door de identificatie met het geloof dat jij de kapitein op je schip bent. Het lijkt erop dat je in de gedroomde versie van je leven iets kunt doen aan de manier waarop je je identificeert, maar of je dat gaat doen is niet aan jou. Het gebeurt vanzelf als het zich aandient. Advaita vedanta is er heel duidelijk over: de ‘ik’-gedachte wordt met wortel en al uitgetrokken. Het is kenmerkend voor het directe pad. Een andere weg is dat je gaat puinruimen. Je begint boven aan de berg met ideeën die je hebt over jezelf. Als je echte vragen hebt, kunnen die een alles verwoestende orkaan veroorzaken die alle aannamen en waanideeën die je hebt door elkaar schudt en wegvaagt. Waar je last van hebt, wat aan je knaagt, je twijfels: dat is waar je het van moet hebben. Als je je daar met niet-aflatende passie aan over kunt geven, is dat je ingang tot onderzoek. Je kunt de fusies die je maakt onderzoeken en ze ontdoen van alle labels, zodat je naar de dingen kunt kijken alsof je ze voor het eerst ziet. Je kunt je bij elke overtuiging die in je opkomt afvragen of die waar is. Je kunt je aandacht verplaatsen naar de waarnemer, waardoor je kunt ‘zien’ dat alle identificaties, met inbegrip van het idee dat jij de denker en de voeler bent, voorbijtrekken. Je kunt dan ontdekken dat elke gedachte
35
voorbijgaat, dat je je nergens mee hoeft te identificeren en dat alles wat na ‘ik ben’ komt een identificatie is. Zo’n onderzoek is confronterend en haalt de onderste steen boven. Het voegt niets toe, maar schraapt alles weg wat niet waar is.
aan te nemen. Het is Vrijheid die zichzelf op allerlei manieren, waar en wanneer dan ook, uitdrukt. Het is te vergelijken met het moment waarop je in een spiegel kijkt. Daarin verschijnt de vorm van jou, maar uiteindelijk verandert er niets aan de spiegel.
Vrijheid
Vaak wordt gedacht dat mensen na het ontwaken geen gevoelens meer kennen van verdriet, boosheid of verlangen, maar die blijven wel degelijk gewoon opkomen. ‘Wakker worden’ betekent niet dat er ineens een soort deken over je wordt uitgespreid waarmee al je karaktereigenschappen worden bedekt. Het betekent ook niet dat je plotseling bent genezen van je gevoelens. Integendeel, aangezien die niet meer gefuseerd worden met de ideeën die een ‘ik’ daarover heeft, worden ze steeds meer gezien als lichamelijke gewaarwordingen, en zelfs dat is al te veel gezegd. Als er verdriet is, wordt verdriet ervaren. Als er boosheid is, wordt boosheid ervaren. Het is als de wind die even opsteekt en daarna weer gaat liggen. Het kan best zijn dat vanuit een oude gewoonte af en toe een identificatie plaatsvindt, maar die wordt meestal snel doorzien en blijft niet plakken. Soms geef je een gedachte of gevoel een ‘zetje’, gewoon omdat je het nodig vindt of omdat je er zin in hebt. Voor Bewustzijn maakt het allemaal niets uit. Je volgt trouw wat in je opkomt, omdat er geen ik-idee meer is dat in opstand komt tegen wat er aangeboden wordt.
Het zou kunnen dat je dan in je gedroomde leven makkelijker kunt accepteren wat zich daar aandient. En het zou ook zo maar kunnen gebeuren dat op die manier de wortel waar advaita over spreekt, wordt omgespit zodat je wakker wordt. Vele wegen leiden naar Rome. Soms valt uit het niets, of na ogenschijnlijk veel werk en onderzoek, de sluier van afgescheidenheid weg. Als het ‘ik’ is doorzien, zal er geen identificatie meer plaatsvinden met ideeën en overtuigingen. In de non-duale staat ben je niet geïdentificeerd met ‘ik’. Bewustzijn is vrij van identificatie, maar ook vrij om een identificatie als vorm
[advertentie]
Het gewone leven Als je ’s morgens opstaat en het idee komt in je op om koffie te gaan drinken in het leuke cafeetje om de hoek, doe je dat. Je maakt er geen fusie van door bijvoorbeeld te zeggen dat het een stom idee is of dat je dat doet om andere mensen te ontmoeten. Als je zin hebt om achter elkaar drie boterhammen met pindakaas te eten, kun je dat doen of laten. Er is geen oordelend ‘ik’ meer en het is allebei goed. Zodra je je weer herinnert dat je Bewustzijn bent, hecht je geen waarde aan hoe iets voor je zou moeten zijn, omdat er geen identificatie met een ik bestaat. Als je naar de plaats waar geen voorkeuren bestaan gaat, kun je zien dat alles verschijnt en verdwijnt. Je hoeft je niet vast te klampen aan wat je ziet. Bewustzijn is niet gepassioneerd over wat erin verschijnt. Het is neutraal, onschuldig, zonder gewicht en kent geen behoeften. De eenheid wordt niet langer opgedeeld, omdat gedachten en emoties worden gezien voor wat ze inhouden. Licht ontmoet duisternis, en alle gewaarwordingen worden ijl als sneeuwvlokken die neervallen op het water. ß
36
l gastcolumn l
INZICHT
I
nzicht is niet alleen een mooie titel voor een tijdschrift, het is ook een woord met een diepe betekenis, dat wil zeggen een woord dat gewoonlijk gebruikt wordt om er een niet-oppervlakkig, een dieper soort zien of begrijpen mee aan te duiden. Maar wat is hier diep en wat oppervlakkig? Laat ik een voorbeeld geven. Wie de regels van het schaakspel leert kan schaken, daar is geen speld tussen te krijgen. Toch is zijn of haar kennis van het schaakspel oppervlakkig, het is kennis van de buitenkant. Niks mis mee, maar … buitenkant. Voor geoefende en werkelijk goede schakers zijn de regels van het spel niet meer dan de begrenzing van een wereld, de lijnen van een voetbalveld. Zij zien en begrijpen wat zich binnen die wereld afspeelt. Ze zien de samenhangen, de harmonie tussen de schaakstukken onderling en de disharmonie die optreedt als er ergens een slechte zet wordt gedaan.
InZicht . 1 . 2016
Dit is geen kennis die in concepten te vangen is, of, als je het toch probeert, op zijn best in vuistregels, die misschien hun nut hebben, maar uiteindelijk altijd om zullen vallen onder de overbelasting van uitzonderingen die ze noodzakelijkerwijs met zich mee moeten zeulen. Het is kennis uit ervaring, directe kennis die geen concepten nodig heeft, kennis die in feite juist de bron is waaruit concepten kunnen ontstaan. En dit geldt niet alleen voor het schaakspel, maar voor alles, ook voor zulke hoog in de hemel hangende dingen als de zin van het leven, het mysterie van het bestaan of het lijden van de mensheid. Werkelijke kennis is directe kennis, is eigenlijk helemaal geen kennis meer, maar ‘ervaring van’, is datgene wat aan iedere vorm van conceptvorming voorafgaat. Het is ‘dit’, het is ‘nu’, het is het einde van de zoektocht, want het is datgene wat er altijd is, datgene waaraan het
nooit ontbreekt, maar wat toch altijd gezocht wordt. Inzicht is zien dat dit het is zonder te zien dat dit het is, geheel en al conceptloos. Ik kan op die plaats niet bestaan, want ik ben nog niet geboren en zal daar ook nooit geboren worden en ook niet sterven. Ik begrijp dit ook helemaal niet. Inzicht is, anders dan de meer oppervlakkige kennis die zich voedt met concepten, altijd direct en er zijn geen woorden voor. Wat ik in deze 396 woorden toch maar mooi even heb verwoord. Wat u?
paul vd sterren
37
Š rembrandt harmensz van rijn, zelfportret, ca. 1628
Identificatie
D
38
Identificatie met lichaam en geest brengt gekokerd kijken met zich mee, waardoor het grote Geheel wordt vergeten. Dat leidt tot fanatisme en faciliteert agressie, want “het ego heeft maar één wanhopig doel: hoe dan ook (over)leven. Dit is de (oer)verslaving aan het bestaan, waaruit alle andere verslavingen voortkomen, met als tragisch einde de onvermijdelijke dood”.
D TEKST Mieke Berger
Spel van actie en reactie Dit voorbeeld kun je beschouwen als een metafoor voor ons leven. Het begint met ons idee dat we een individu zijn, het gevoel ‘Ik ben’ na het wakker worden. Dat is de eerste identificatie, namelijk met het bewustzijn als schijnbare individuele entiteit. Dit bewustzijn maakt het vervolgens mogelijk dat we letterlijk een wereld waarin we zelf acteren als beeld oproepen. Dit proces komt automatisch en spontaan tot stand. Nu denken we dat we een man zijn of een vrouw, dat we rijk of arm zijn, dat we gelukkig of ongelukkig zijn. Zodra de identificatie of vereenzelviging met ons lichaam en geest heeft plaatsgevonden, zorgt die ervoor dat we ons lichaam en onze geest in stand willen houden. Elke bedreiging (fysiek, financieel, sociaal) zet ons aan tot actie. Inmiddels zijn we helemaal vergeten dat we niet bewustzijn, lichaam en persoon zijn, maar dat het iets is wat ons (wie of wat dat ook is) overkomt. De tragiek is nu dat elke actie gericht op overleven reacties oproept. Ook die moeten we weer met nieuwe acties tegemoet treden, die op hun beurt weer reacties uitlokken. En zo houdt het spel van actie en reactie zichzelf in stand. We zoeken naar permanente oplossingen voor onze problemen, maar we hebben niet in de gaten dat er nieuwe problemen ontstaan zodra ze opgelost zijn. Geen oplossing is permanent, feitelijk is niets in de wereld permanent, want alles is onderhevig aan de cyclus van opkomst,
InZicht . 1 . 2016
bloei en verval - ook ons lichaam en onze geest. Dit gevecht om het bestaan gaat gepaard met pijn (fysiek, emotioneel, geestelijk) en soms lijkt het erop dat hoe harder we streven of ons verzetten, hoe groter de pijn wordt die we ondergaan. We zien hier dat actie en reactie polariteiten zijn, als noodzakelijke voorwaarden voor manifestatie (het doen ontstaan van een ‘fysieke’ wereld). Liefde en haat zijn bijvoorbeeld zulke polariteiten, maar ze komen wel uit dezelfde bron voort. Daarom zijn liefde en haat niet verschillend, maar vormen ze de keerzijden van dezelfde medaille. Dat verklaart waarom liefde zo makkelijk kan omslaan in haat. Wij zijn dus door het proces van identificatie de achtergrond vergeten van waaruit ons lichaam en onze geest zijn verschenen. Het ogenschijnlijke bestaan als individu verdedigen leidt uiteraard tot spanningen, die zich vertalen in talloze lichamelijke en geestelijke problemen.
Nadat ze ooit aan de voeten van Sri Nisargadatta Maharaj had gezeten, is advaita vedanta het leidend uitgangspunt in het werk en leven van Mieke Berger. Al meer dan vijftig jaar concentreert haar werk zich op begeleiding bij zingevingsvragen en het bevorderen van existentiëel welzijn. Mieke werkt o.a. in Costa Rica en Zuidoost-Azië. Jaarlijks komt ze naar Europa voor kuur- en begeleidingsweken. Van tijd tot tijd geeft ze seminars over verscheidenheid in non-dualiteit als weg naar vrijheid. www.jinshinhealing. com
Gekokerd kijken Laten we een voorbeeld nemen. Vanuit emotionele liefde gaan we een relatie aan met een ander. In het samenleven gaat alles een tijdje goed, maar dan moeten we onszelf toch verdedigen als onze partner te veel ruimte opeist of onvoldoende rekening met ons houdt. Dit leidt tot irritatie en kan uiteindelijk zo ontsporen dat de emotie liefde de relatie weliswaar deed beginnen, maar dat de emotie haat de relatie weer doet stranden. In dat laatste geval gaan we vervolgens weer op zoek naar een volgende partner die ons (tijdelijk) zal bevallen. Irritatie, uiteenvallen van de relatie, zoeken naar een nieuwe liefde gaat je niet in de koude kleren zitten. Spanningen vertalen zich in lichamelijke klachten, zoals pijn op de borst, benauwdheid, niet kunnen slapen en zo meer. Uiteraard willen we daar een oplossing voor. De dokter, medicijnen en therapieën kunnen verlichting geven. Het leven gaat door en de cyclus kan zich herhalen. Omdat de cyclus probleem-oplossing-probleem-oplossing zich in verschillende gedaanten presenteert, worden we telkens weer verleid om het gevecht aan te gaan. We hebben dan niet door dat het gevecht niet tot een permanente oplos-
ß
De kortste definitie van identificatie is dat het een proces is waarbij je denkt iets (een lichaam) of iemand (een persoon) te zijn terwijl je dat in feite niet bent. Het makkelijkste voorbeeld is natuurlijk als we in de bioscoop worden meegevoerd met de door de acteurs opgeroepen emoties. We gaan zo op in het verhaal dat we vergeten wie of wat we zijn. Zeker in het begin van de bewegende film kon het zover gaan dat de toeschouwers zich zo met de held identificeerden dat ze het witte doek met daarop geprojecteerde boeven te lijf gingen. Pas als de betovering verbroken is, zien we dat waar we onszelf verschrikkelijk over liepen op te winden, feitelijk niet bestaat. Het zijn slechts vluchtige beelden zonder enige substantie.
39
Š mark rothko, no. 2 (blue, red and green), 1953
We zijn betoverd en denken dat de wereld echt en reĂŤel is en dat we in die wereld acteren. Het omgekeerde is waar: de wereld is niet echt en is een verbeelding waarin een vals ik verschijnt. Die wereld verschijnt in wat we zijn, en niet andersom
40
sing leidt, en dus zijn we veroordeeld tot telkens herhaald lijden. Onze identificatie met lichaam en geest (ego) houdt het lijden in stand. Of zoals Jean Klein het verwoordde: onrust is het gevolg van zoeken naar geluk in een object. Anders gezegd: het kleine ik, ofwel het ego, doet alsof het reëel en echt is. We denken ons ego te zijn. We handelen ernaar, we gaan als het ware gekokerd kijken en vergeten het grote Geheel. We denken een individu te zijn, los van en bedreigd door alles en iedereen. Gekokerd kijken leidt tot fanatisme, geen oog hebben voor andere standpunten, jezelf aangevallen voelen. Het legitimeert agressie, terwijl je niet ziet dat je even grote tegenkrachten oproept. Het houdt identificatie in stand, en het ego leeft daarvan. Het ego heeft maar één wanhopig doel: hoe dan ook (over)leven. Dit is de (oer)verslaving aan het bestaan, waaruit alle andere verslavingen voortkomen, met als tragisch einde de onvermijdelijke dood.
Disidentificatie Wat is dan de oplossing? Niet-oplossen is net zomin een oplossing als wel oplossen. De gedachte dat we in de wereld voor het een of het ander kunnen kiezen, is een fundamentele misvatting. We denken het niet-lijden te kunnen nastreven, maar dat is altijd onlosmakelijk verbonden met lijden. Het zijn twee polen van dezelfde magneet. Lijden en niet-lijden wisselen elkaar af. Paradoxaal genoeg leidt streven naar minder lijden vaak tot meer lijden: actie en reactie. De vraag is dus: kunnen we stoppen met streven, en hoe doe je dat dan? Streven naar niet-lijden en het vermijden van leed zijn een automatisch proces dat zich niet laat sturen door onze wil. We hebben hierin geen vrije keuze. Kortom, we doen wat we moeten doen. Als oplossen net als niet-oplossen geen oplossing is en actie een reactie oproept die de identificatie alleen maar in stand houdt, zullen we dus elders moeten zoeken. Als het ons gegeven is, kunnen we op enige afstand naar dit spel kijken, dat zich zonder keus of vrije wil afspeelt. Hiermee halen we als het ware de emotionele angel uit het probleem. Feitelijk is dit ‘op afstand kijken’ een eerste stap richting disidentificatie, wat wil zeggen dat we ons bewust worden dat we niet zijn wat we dachten en ons inbeeldden te zijn. Het geeft wat rust en soms ook berusting. Identificatie dringt zich in veel varianten aan ons op. Trots zijn suggereert dat we iets hebben gepresteerd op basis van onze keuzen en van intelligent, creatief gedrag. Je schuldig voelen is het gevolg van het idee dat we vrije wil hebben en dat het ego andere keuzen had kunnen maken. We doen dus in alle gevallen alsof we zelf verantwoordelijk zijn voor onze geboorte, zelf verantwoordelijk zijn voor hoe we ons leven inrichten. We handelen alsof we ons ego, ons lichaam, ons bewustzijn zijn. Ook het voortdurend over jezelf praten versterkt de identificatie met het ego. Voorbeelden? ‘Ik ben zo moe, ik ben zo alleen, niemand ziet mij, het heeft allemaal geen zin, ik heb het gedaan, ik
InZicht . 1 . 2016
ben er trots op, ik weet hoe het zit, niemand geeft me een baan, mijn baas is een sukkel’, et cetera. Maar wie is die ik dan eigenlijk? Toch niet het plaatje in ons paspoort? En toch ook niet ons lichaam? Hoe kunnen we ooit zijn wat we kunnen waarnemen?
Ieders ware identiteit We zijn betoverd en denken dat de wereld echt en reëel is en dat we in die wereld acteren. Het omgekeerde is waar: de wereld is niet echt en is een verbeelding waarin een vals ik verschijnt. Die wereld verschijnt in wat we zijn, en niet andersom. De enige uitweg en oplossing is op zoek te gaan naar de bron waarin deze hele wereld verschijnt. Dat is ieders ware identiteit, en die is tijdloos, onverdeeld en onveranderlijk. Dit beseffen maakt een einde aan het idee van individualiteit, niet alleen intellectueel, maar ook letterlijk. Als het werkelijk aan den lijve wordt ondervonden, houdt de identificatie met het lichaam op. Dan kunnen nog steeds lichamelijke ongemakken waargenomen worden en wordt nog steeds gezien dat de wereld die verschijnt bestaat op basis van polariteiten (geluk, pech, pijn, leed, comfort, gezondheid en ziekte). Het verschil is dat die dingen nu neutraal worden waargenomen. Het met lichaam en bewustzijn geïdentificeerde ego is ontmaskerd en speelt verder geen rol meer. Sri Nisargadatta Maharaj zei het ooit zo: “Het gevoel te bestaan - het concept ‘Ik Ben’ - identificeert zich met het lichaam als gedaante. Die gedaante verandert in de loop der tijd van baby, kleuter, puber en volwassene naar bejaarde, en toch denk ‘ik’ dat ik dat ben. Die veranderlijkheid in vorm en benaming toont dat we dus niet kunnen zijn wat telkens verandert! Hoe kun je je identificatie met het lichaam kwijtraken en dus niet langer speelbal zijn van lijden en verdriet? Onthoud dat je oneindig en grenzeloos bent, zonder vorm en naam. Ware identiteit is wat met de tijd niet verandert.” ß
41
Makkelijk of eenvoudig
D
Joey Lott (J) en zijn vriend Fish (F) praten over identificatie en de poging te ontsnappen aan wat je bent. In klare taal en wars van elke spirituele correctheid maken ze duidelijk dat vrijheid niets anders is dan vrede sluiten met wie je werkelijk bent. TEKST Joey Lott
De ontdekking van jezelf zoals je al bent is uiterst eenvoudig. Het kan niet eenvoudiger. Ja, het is zo eenvoudig dat iedere inspanning overbodig is. Want iedere inspanning is een illusie. Wat je bent is moeiteloos zichzelf, dus als je het idee hebt dat je er moeite voor kunt doen, zie je jezelf over het hoofd zoals je bent. Wat je bent is niet verborgen. Het staat vol in het licht. Het is wat altijd al het geval is. En het is ook, hoe vreemd dat ook mag lijken, wat er nu op dit moment verschijnt. Dat ben je zelf. Je kunt er onmogelijk aan ontsnappen. Maar we maken het vaak moeilijker dan het is. Want we stellen ons voor dat dit, wat er nu op dit moment is, het onmogelijk kan zijn. We stellen ons voor dat ‘het’ veel toffer is, waarschijnlijk met een betere rolverdeling en betere belichting. En zonder meer een betere hoofdpersoon. Dus gaan we aan de slag en proberen we de hoofdpersoon zodanig te verbeteren dat hij of zij voor altijd en eeuwig gelukkig wordt. Maar serieus, ware vrijheid, en dat is je ware natuur, is al het geval. Het kan niet eenvoudiger. Het frustrerende is dat we eenvoud ten onrechte aanzien voor gemak. En dat is niet hetzelfde. Jezelf zijn zoals je bent is weliswaar zo volmaakt eenvoudig dat je het onmogelijk niet kunt zijn, maar die eenvoudige waarheid tot je door laten dringen is niet altijd makkelijk. Want het lijkt in te gaan tegen de totale stuwkracht van alles wat we ooit hebben gedaan. Waarom? Waarschijnlijk omdat de ontdekking van jezelf zoals je al bent de ontbinding betekent van alles wat je niet bent. Het maakt radicaal een eind aan alles wat je ooit dacht te zijn.
42
Het goede nieuws is natuurlijk dat degene die je dacht te zijn toch al nooit bestaan heeft. Die was slechts een fantasie. De ontbinding van wat er nooit was verandert dus niets.
Mijn stam en jouw stam F: En natuurlijk kan een schrijver of een leraar zeggen dat het makkelijk is omdat er geen jij is die iets kan doen. Dat is echt irritant omdat er duidelijk wel een ik is dat lijdt, en dat ik is een gewoonte die zich je hele leven lang opbouwt. J: Het is niet makkelijk. Zoals ik het zie, neem je het op tegen al die tijd dat je geleefd hebt. Er is dat enorme sneeuwbaleffect van de stuwkracht van een heel leven van pogingen om hieraan te ontsnappen. Want in mijn ervaring voelt het alsof je er dood aan zult gaan. Als je heel even pas op de plaats maakt en je omdraait en werkelijk kijkt naar de werkelijkheid van wat er is, voelt het alsof je er dood aan zult gaan. ‘Wauw. Hier ga ik aan onderdoor. Ik kan maar beter de andere kant op gaan. Ik kan maar beter proberen te ontsnappen.’ Maar er komt een punt waarop je daar onmogelijk nog in kunt geloven. ‘Wacht even. Ik kan niet ontsnappen. Waar ik ook heen ga, wat ik ook doe, hoezeer ik er ook mijn best voor doe, het gaat met me mee. Ik kan er nooit aan ontsnappen.’ En toch proberen we eraan te ontsnappen. Omdat we niet weten wat we anders kunnen doen. Zoals ik het zie is het dus niet niks. Het is niet makkelijk. Ik probeer het nooit te bagatelliseren, omdat ik weet hoe intens dat lijden kan zijn, en dat is niet niks. Het is niet makkelijk om je om te draaien en de waarheid te ontdek-
ß
Van jongs af aan had Joey Lott te maken met angsten die almaar toenamen. Tientallen jaren leefde hij met beperkende eetstoornissen, obsessies, dwangmatigheid en een angst waaraan hij niet kon ontsnappen. Tegen de tijd dat hij 30 was, was hij lichamelijk ziek, had hij een zeer kort lontje en was hij geobsedeerd bezig om iedere ongewenste gedachte en ervaring buiten de deur te houden. Net toen het niet erger leek te kunnen, kwam er een scheur in de conceptuele wereld die hij altijd had aangezien voor de werkelijkheid. Door in die scheur te kijken en alle aannamen die hij tot dat moment zonder meer voor waar had gehouden onder de loep te nemen, begon hij zich uit zijn ellende los te wringen. Het maakte hem duidelijk dat de werkelijkheid uiterst eenvoudig, altijd aanwezig, naadloos en ondeelbaar is. Dit artikel is een fragment uit een boek dat Lott samenstelde uit gesprekken met een vriend en dat in het voorjaar zal verschijnen bij uitgeverij Samsara onder de titel Verlichting, een mythe!
InZicht . 1 . 2016
43
Š malevich, baadsters, ca 1930
Als je heel even pas op de plaats maakt en je omdraait en werkelijk kijkt naar de werkelijkheid van wat er is, voelt het alsof je er dood aan zult gaan ken van wat er is. Want het gaat in tegen alles wat je ooit in je leven gedaan hebt. F: De mens als organisme … het maakt deel uit van je overlevingsinstinct dat er een ik en een jij is. Dat is gewoon de natuur van de mens. Mijn stam en jouw stam. Ja, dat willen we allemaal achter ons laten. We willen één grote zorgeloze non-duale familie zijn. Maar als alles om je heen je iets anders vertelt, is het heel moeilijk om daar doorheen te kijken. Ik denk dat heel veel mensen gewoon op zoek zijn naar vrede en geluk. Ze willen niet het totale ontwaken waarbij alle gekte van je leven wegvalt. Ze willen alleen het fijne stuk. Maar daar heb je natuurlijk geen controle over. ‘Ik bepaal zelf hoe de verlichting zal plaatsvinden, zodat ik vrede en geluk zal hebben en een betere versie van mezelf zal zijn.’
Afgezaagde t-shirtkreten J: Ik denk niet dat vrede en geluk kunnen bestaan zonder volledig ontwaken, want dan ben je altijd bezorgd dat er misschien nog iets anders is, probeer je te ontsnappen aan wat er is. Niet dat ik suggereer dat ontwaken iemand altijd vrede en geluk brengt zoals we ons dat voorstellen. Want waar ik in wezen naar verwijs als ik het over ontwaken heb, is de ontdekking dat ik dat ben wat alles verwelkomt, inclusief het verschijnen van vrede en geluk, maar ook van oorlog en ellende. En dat doet zich niet aan een persoon voor. Het is gewoon de ontdekking van mezelf zoals ik al ben. Dus wat ogenschijnlijk met de persoon gebeurt, is volkomen onvoorspelbaar. F: Ja. Weet je, veel mensen ondernemen een spirituele zoektocht als een manier om grip te krijgen op hun leven. Ze willen leren hoe ze anders met dingen kunnen omgaan, op een spirituele manier, alsof je geen klootzak meer bent als je teksten opzegt. En weet je nog dat we het een keer gehad hebben over hoe ontwaken je alledaagse leven er niet noodzakelijkerwijs beter op maakt? Het helpt je niet echt als je geld wilt verdienen en het maakt ook niet plotseling een fijn mens van je. Ik denk wel dat je anders met dingen omgaat. Het is niet zo dat het niets met je doet, maar het maakt je leven niet per se beter. Misschien wel. Misschien ook niet. Ik heb een hekel aan van die afgezaagde t-shirtkreten. ‘Misschien maakt het je leven beter. Misschien ook niet.’ Maar het is wel waar.
44
J: Toch zou ik zeggen dat het wel beter is geworden. Alleen niet beter in de zin die ik me had voorgesteld. Het is beter op een manier die totaal niets te maken heeft met het hele verhaal over mij en mijn leven - wat ik doe, waar ik heen ga en hoe ik alles wil regelen. Het is alleen maar beter geworden op een heel eenvoudige manier, en dat is dat ik gewoon niet meer probeer te ontsnappen aan wat onvermijdelijk is, aan mezelf. F: Want dat kun je niet. Dat is het hele punt. Je kunt nergens heen. Dit is de totaliteit, de Tao, et cetera. En het omvat alles. Dus waar wil je heen buiten dit om te zijn wat je bent? Maar zoiets helpt natuurlijk niemand.
Een eindeloos vallen in dit J: Dat is waar, afhankelijk van de context. Als je gewoon een boek met citaten pakt, zonder hun context, zul je daar niet veel aan hebben. Maar je kunt ook iemand hebben die een vraag stelt, en degene die antwoord geeft zegt dan: ‘Er is niets buiten de Tao.’ Als zo iemand vanuit zijn of haar authentieke ervaring en inzicht spreekt, kan het zijn dat zo’n antwoord in de juiste context de katalysator is. F: Zeker. Maar alles kan zo’n katalysator zijn! J: Jazeker. Het kan gebeuren als je op de plee zit. F: Ja. Want we kunnen in de valkuil trappen dat we denken dat het iets heel speciaals zal zijn. Daar trapte ik altijd in. Dan dacht ik: ‘Dit boek wordt het.’ J: Het probleem is dat we meestal op zoek zijn naar een antwoord. En het antwoord is niet het antwoord. Het antwoord is gewoon dat je moet stoppen met zoeken naar iets anders. Dat je gewoon samen moet zijn met alles wat er is. En dat je ontdekt … niet als iets definitiefs, niet alsof je het eindpunt bereikt en dan ‘ta-da’, ben je voor altijd en eeuwig verlicht; nee, in werkelijkheid is het gewoon een eindeloos vallen in dit. Uiteindelijk is het niet langer proberen om het te snappen. Voor mij is dat de opluchting. Er is geen realisatie. Er valt niets te snappen. Het is er al. Het is al een eindeloze openbaring. Je kunt het niet doen. Het is alleen zo dat als je ophoudt met proberen het te snappen, dat het je dan wordt geopenbaard. Natuurlijk is dat precies het soort onzin dat zo frustrerend is om naar te luisteren. Het is frustrerend als je ergens naar op zoek bent. Maar ik weet niet goed hoe je iemand tot inzicht kunt laten komen. Want je hebt gelijk dat het om een volledige paradigmaverschuiving gaat. Vijftig of veertig of vijfentwintig jaar lang kijk je door een bepaalde lens. Dat is dus hoe je alles begrijpt. En wat nodig is, is dat je dat allemaal laat vallen en je blik naar binnen richt en ontdekt wat werkelijk is. Maar om dat helder en effectief te communiceren, dat is de uitdaging. Want heel vaak proberen we nog steeds om iets te begrijpen. ß
l column l
TWEE SOORTEN IDENTIFICATIE
H
et woord identificatie klinkt bijna als een aandoening. En zeker binnen advaitakringen heeft het een slechte connotatie. Mede daarom vond ik het onderscheid dat David Carse maakte interessant. Hij gaf aan dat er een verschil zit tussen identificeren met en identificeren als (to identify with or to identify as). Als je vriend(in) in de nesten zit, kun je daarmee meevoelen, je identificeert je met hem of haar, maar weet donders goed dat je hem of haar niet bent. Wanneer je je echter identificeert als iets, word je dat in feite. Tegenwoordig zijn nationalisme en religionisme (nieuw woord) weer erg in de mode, en de basis daarvan is dus identificeren als (Nederlander, Hongaar, christen, moslim, salafist - of juist niet). Identificeren als leidt vaak tot weinig goeds. Het is niet open. Identificeren met is een soort open verbinding. Identificeren als lijkt me meer gesloten, harder, gevaarlijk. Er blijken dus twee soorten identificatie te bestaan en het komt me voor dat dat goed is te beseffen. Vanuit mijn perspectief echter is de verdachte vorm van identificatie, net zoals de onverdachte vorm, louter een verschijnsel, een waarneming dus. Als we bijvoorbeeld zeggen: ‘Ik identificeer me met…’ is er eigenlijk iets geks aan de hand. De identificatie als ‘ik’ is dan al opgetreden! Vervolgens stelt deze uitspraak dat dit zogenaamde ik zich heeft geïdentificeerd met weer iets anders. En de suggestie wordt gewekt dat het een soort keuze was. Alsof er ook de optie was tot nietidentificeren.
In werkelijkheid treedt de identificatie als ‘ik’ spontaan op, net zoals alle andere identificaties. Er is een diepe behoefte in de mens iets of iemand te zijn en deel uit te maken van een groep of enkele groepen. Zodra de onbewuste, spontane identificatie als ‘iemand’ heeft plaatsgevonden, ontstaat automatisch het zoeken naar identiteit. Dit wel, dat niet. Deze muziek wel, die niet. Deze overtuigingen wel, die niet. Deze partij wel, die niet. Enzovoorts. De hele persona wordt gaandeweg op deze wijze geconstrueerd, en dat zonder dat het zogeheten individu het doorheeft. En omdat alle andere menselijke dieren dezelfde neiging hebben, lijkt het ook volstrekt normaal. Het is zo normaal dat er zelfs sprake kan zijn van een identiteitscrisis. Wauw. Dan weet je niet meer wie je precies bent. De grap is dat vrijwel niemand weet wat hij/zij is, want het Werkelijke ligt begraven onder dikke lagen aannames, opinies, beelden, verwachtingen, doelen en andere culturele en sociaal-economische constructies en normen. Bewustzijn zelf kan zich overal mee identificeren, met om het even welk verschijnsel, om het vervolgens net zo makkelijk weer te laten gaan. Oftewel: het is voor alles beschikbaar, omdat het Beschikbaarheid is. Een persoon kan dat natuurlijk niet, want die is niet overal beschikbaar voor. Sommige dingen lijken zo cruciaal dat men soms bereid is ervoor te sterven of te moorden. De gevolgen kunnen we dagelijks aanschouwen in de conflicten op elk denkbaar niveau in wat we de wereld noemen. Machtsconflicten,
religieus getinte conflicten, strijd om geld en bezit, strijd tussen allerlei clubjes (politieke clubjes, motorbenden, geloofsclubjes, economische of wetenschappelijke clubjes, enzovoorts) en naties. Al dit afgescheiden denken verhult het eenvoudige gegeven (op relatief niveau) dat we op een planeetje leven, allemaal dezelfde roots hebben en het ermee zullen moeten doen. Maar we zijn de stammenidentiteit nog niet ontgroeid. We identificeren ons nog steeds te vaak als Nederlander, Europeaan, blanke, jood, moslim, Indiër, Feyenoorder of Ajaxfan, liberaal, humanist of socialist. Ik heb overigens niet zoveel hoop dat dit snel gaat veranderen, al zijn er spiritualisten die dromen van een wereld van Eenheid en Liefde. Ik ben geen dromer meer. Helaas? Ach, elke fase heeft zijn of haar charme denk ik maar. Er schijnt een partij te zijn die voor de vrijheid heet te zijn. Ik hoor echter enkel flinterdun denken (om met mijnheer Finkers te spreken) en identificaties als, nationalistisch geneuzel en wij-zij-denken. Ik word er wat triest van soms als ik spontaan een zwak moment heb. Maar ja, triest worden is niet goed kijken, en gelukkig is het zwakke moment al weer even snel over als het gekomen is. Ik ga maar eens met Henk praten en de hond uitlaten. Ik wens je een leven zonder identificaties als, en de vrijheid om te identificeren met alles en iedereen, en het daarna moeiteloos weer los te laten. Lang leve Beschikbaarheid.
Hans Laurentius
InZicht . 1 . 2016
45
Š magritte, het rode model, 1937
Ik ben niet Catherine
46
M
Identificatie met het lichaam, gehechtheid aan je verschijning, maakt het leven vaak zwaar en moeizaam. Daarom beoefent Catherine Harding de kunst van het verdwijnen. Want pas als ‘kleine Catherine’ verdwijnt, kan ze zichzelf zijn als zuivere, onvoorwaardelijke liefde, gelijkmoedigheid en tijdloosheid.
M TEKST Catherine Harding
Niets dan leren
Kleine Catherine is slechts een voertuig, een werktuig. Ik word dat niet. Als ik een hamer pak, is hij een verlengstuk van mijn lichaam, maar ik word die hamer niet. Als Catherine mijn werktuig is, word ik niet in zijn geheel Catherine. Ik gebruik haar alleen maar. Daarom moet je er goed voor zorgen. Je moet je werktuig goed onderhouden als je het wilt kunnen gebruiken. Daarom probeer ik zo goed en kwaad als het kan door te gaan, want het is duidelijk dat ik nu nog niet dood ben. Daarom werk ik nu aan mijn conditie, zodat mijn instrument het weer een beetje beter gaat doen. Wat voor mij het belangrijkst geworden is, is leven vanuit dit weten, in plaats van er alleen maar over te praten. Natuurlijk is dat wat nu van me gevraagd wordt. Dus doe ik nu niets dan leren: leren om meer hier te zijn; vaker zien WAT ik ben; en leren om langzamer aan te doen. Alles gaat nu heel langzaam voor mij, en daardoor ga je anders tegen de dingen aankijken. Het creëert afstand tussen jezelf en de dingen waarvan je vroeger dacht dat ze belangrijk waren. Als je de tijd neemt om gewoon aanwezig te zijn en van daaruit naar alles te kijken, zie je dat het allemaal niet zo belangrijk is. Je hoeft niet dit of dat te doen. Maar als je jezelf identificeert met je kleine ik, denk je: ‘O, ik moet dit
InZicht . 1 . 2016
Catherine Harding (Frankrijk, 1932) heeft een veelbewogen en opmerkelijk leven geleid. Toen ze al achter in de vijftig was, ontmoette ze Douglas Harding, die toen 82 jaar was. Zestien jaar lang reisden ze samen over de wereld en gaven ze workshops over Zien op alle plaatsen waar ze uitgenodigd werden, tot Douglas’ dood in 2007. Uiteindelijk ging Catherine weer in Frankrijk wonen. Als haar gezondheid het toelaat geeft ze nog steeds workshops over Zien. Dit artikel is een fragment uit een boek dat Karin Visser momenteel samenstelt over het leven en de visie van Catherine, onder de titel The Life and Vision of Catherine Harding.
nog doen, ik moet dat nog doen’, terwijl dat vaak niet zo is. Ik leer om mijn gehechtheid aan mijn verschijning los te laten. Dit lichaam gaat steeds verder achteruit. Als ik naar mijn lichaam kijk, denk ik: ‘Dit is ongelooflijk, dit ben ik niet!’ Nu begin ik pas door te krijgen dat dit lichaam echt niet meer is dan een tijdelijk omhulsel dat ik heb gekregen om dit korte leven te kunnen leven. Het is niet wie ik ben. Het is slechts een werktuig, en dat is goed, want ik geef niet zoveel meer om mijn verschijning. Ik verzorg haar voor anderen. Ik wil niet dat mijn kinderen moeten zien hoe ik verander in een oude dame die achteruitgaat. Vooral je kinderen vinden het erg als ze iemand van wie ze houden zien verslechteren. En ik realiseer me hoe ongelooflijk kort het leven is. Alles is NU. Alle herinneringen komen nu op. Mijn leven is in een flits voorbijgegaan. Het is niet meer dan een punt nu. Het is weggezakt in de tijd.
De kunst van het verdwijnen De kunst van het leven is eigenlijk de kunst van het verdwijnen. Ik leer voortdurend de kunst van het verdwijnen. Vrede en vreugde en gelijkmoedigheid behoren tot de plek waar we als kleine ikjes heen zijn gegaan. Ik ben hier niet als Catherine. Ik moet als kleine Catherine verdwijnen om er als de grote te kunnen zijn, als zuivere, onvoorwaardelijke liefde, gelijkmoedigheid en tijdloosheid. Dat word ik allemaal als ik verdwijn als ik. En dat is niet altijd makkelijk in het dagelijks leven. Dus als ik het heb over de kunst van het verdwijnen, dan is dat de kunst die ik beoefen. Telkens als ik merk dat ik gevangen zit in de gevangenis die kleine Catherine heet, weet ik dat ze moet vertrekken. Dan moet ik doen wat zien werkelijk is: mijn aandacht 180 graden omkeren, naar binnen kijken en zien dat er hier boven mijn schouders geen Catherine is. Hier is helemaal niets, absoluut niets. De wereld is er wel. En ik kan de stroom der liefde bin-
ß
Meer en meer besef ik dat ik Catherine helemaal niet ben, de kleine Catherine. Ik ben het eeuwige, universele bewustzijn dat het leven ervaart in de vorm van Catherine, net zoals jij het universele bewustzijn bent dat zichzelf ervaart als jou. Maar in de kern van onszelf zijn we dat universele, heldere bewustzijn. Daarom zijn we één. Als we de moeite nemen om onze aandacht 180 graden om te keren en we ons bewust worden van die prachtige plek, het universele bewustzijn in onszelf, ZIEN we het. Dat is denk ik heel belangrijk.
47
nenlaten. Eigenlijk houd ik niet meer zo van het woord liefde omdat het zo slecht en veel te vaak gebruikt wordt. Het is meer een soort mededogen. Maar geen mededogen in de zin van jezelf boven de mensen voelen staan met wie je mededogen hebt. Eigenlijk vind ik mededogen ook geen fijn woord. Wat ik bedoel is een gevoel van eenheid met de hele wereld, met mijn bloemen hier, met jou, met deze vogel, met ieder schepsel. Je kunt dat eenheidsgevoel alleen hebben als je verdwijnt als je kleine versie. Dat voelt heerlijk. Dan ben je vrij. Vrij om te zijn, vrij om lief te hebben en vrij om alles te accepteren. Zolang je gevangen zit in je kleine versie ben je te geconditioneerd. Dan is het heel pijnlijk om de moeilijke dingen te accepteren. Maar als je verdwijnt, zie je dat die kleine versie niet bestaat. Er is geen Catherine hier boven mijn schouders. Dan ben ik vrij en is alles anders.
Een grote stap voorwaarts Als het gaat om onze wereldwijde evolutie, denk ik dat Darwin gelijk heeft. Lichamelijk zijn we geëvolueerd van de minuscule bacterie tot de mens. Dat is de evolutie. En ook al lijkt een mens het eindpunt van de evolutie, ik heb het idee dat het eindpunt nog niet bereikt is. Wat kan er nog na een mens komen?
Ik ben hier niet als Catherine. Ik moet als kleine Catherine verdwijnen om er als de grote te kunnen zijn, als zuivere, onvoorwaardelijke liefde, gelijkmoedigheid en tijdloosheid. Dat word ik allemaal als ik verdwijn als ik Wat ons rest, en wat ook de natuur rest, is de evolutie van het bewustzijn. Ik denk dat er vele niveaus van bewustzijn zijn en dat de mens, mensen in het algemeen, heel langzaam hogere niveaus van bewustzijn zal bereiken. Waarschijnlijk zullen er altijd lage en hoge niveaus tegelijk blijven bestaan, maar het lijkt alsof er steeds hogere bewustzijnsniveaus onder ons mensen voorkomen. Misschien is de laatste stap in de evolutie de evolutie der bewustzijnsniveaus. Natuurlijk kan bewustzijn zelf niet veranderen of evolueren, maar ons niveau van bewustzijn kan dat wel. De laatste tijd merk ik dat een hele golf mensen geïnteresseerd is geraakt in volledig bewustzijn, in ‘la pleine conscience’, ofwel mindfulness. Voor mij is dat een teken van een hoger bewustzijnsniveau, ook al is het niet het allerhoogste. Mensen als Douglas Harding helpen ons om een grote stap voorwaarts te zetten. Ik denk niet dat de wereld daardoor volmaakt zal worden, maar hij kan er wel een beetje beter van worden. Ik weet dat sommige mensen zeggen dat er niets is veranderd, maar ik denk niet dat dat
48
waar is. Er zijn wel degelijk een paar dingen veranderd, zelfs voor vrouwen. Vrouwen worden in vele delen van de wereld nog steeds onderdrukt, maar minder dan een paar eeuwen geleden. Tegenwoordig zijn er meer landen waar vrouwen hun rechten hebben bevochten en gekregen. Op andere gebieden worden we nu natuurlijk geconfronteerd met het vreselijke probleem van de barbaarse wreedheid van de mensen in het islamitische leger. Misschien moet je ook niet verwachten dat de evolutie gelijkmatig verloopt. Misschien gaat het stap voor stap, misschien met een stap voorwaarts en een stap achterwaarts. Maar als zien verspreid kon worden, als mensen zouden zien dat het een feit is dat we hier allemaal hetzelfde zijn, dat we allemaal uit hetzelfde heldere licht voortkomen, dan zouden mensen misschien meer begrip voor elkaar krijgen. Van de vreselijke dingen die er onder mensen gebeuren, gebeuren de meeste omdat mensen denken dat ze anders zijn. Ze denken dat ze los van elkaar staan. Als ze konden zien dat de verschillen zo oppervlakkig zijn en dat we ten diepste hetzelfde zijn, zouden ze de anderen gemakkelijker kunnen accepteren, of zelfs liefhebben. Ik denk alleen maar dat het zou kunnen.
Douglas’ prachtige experimenten Ik heb een verhaal gehoord over honderd apen. Op een eiland leefde een grote apenfamilie die aardappelen at. Ze stalen de aardappelen van de velden en aten ze op zonder ze te wassen. Op een dag kwam een apendame op het idee om de aardappelen te wassen, en ze merkte dat ze zo veel lekkerder waren. Ze liet het aan haar familie zien, en haar vrienden en alle apenmoeders eromheen begonnen hun aardappelen te wassen. Toen de honderdste aap het deed, deden ze het allemaal, en plotseling begonnen de apen op andere eilanden ook hun aardappelen te wassen. Er is een tijdsspanne of een percentage mensen die iets denken of doen, en dan gaat de hele soort het plotseling doen. Ik weet niet of dat waar is, maar dit is wat ik denk: hoe meer individuen onder ons proberen te zien en erachter komen wie ze werkelijk zijn, hoe meer het zich zal verspreiden. Wat we dus het beste kunnen doen is het goede nieuws verspreiden, en Douglas’ prachtige experimenten die zien wie je bent zo toegankelijk maken. Maar we kunnen mensen niet dwingen om het te beoefenen of werkelijk te leven. Dat is een persoonlijke keuze of besluit. Het kan iets doods blijven, of een leuk intellectueel gezichtspunt. Ik denk dat leven vanuit dat gezichtspunt veel moeilijker is, maar het verandert wel alles. Maar de sleutel tot onze wereldwijde evolutie is toch hoeveel mensen zien wie ze werkelijk zijn en werkelijk van daaruit leven. ß
£ lezers £
Lezersbijdragen naar aanleiding van het thema
Identificatie Alle denken is identificatie. Tijdens die identificatie wordt het bewustzijn van de mens in een denkbeeld getrokken. Het stolt als het ware een fractie van een ogenblik in het denkbeeld. Omdat zijn hele bewustzijnsruimte in die fractie met dat denkbeeld is gevuld en betrokkene zich hier (nagenoeg) niet van bewust is, kan het proces van vereenzelviging onopgemerkt en continu plaatsvinden. De mens is dus altijd de inhoud van zijn geactiveerde denkbeeld, en dat denkbeeld vertegenwoordigt voor betrokkene daarmee een op een datgene wat als de werkelijkheid wordt gezien. De staat waarbij er inhoudelijk wordt gedacht, terwijl er gelijktijdig gewaarwording is van het proces van denken, wordt in sommige spirituele richtingen wel gekwalificeerd als de waak-waakstaat. Alleen in die staat is bewuste identificatie mogelijk. Veruit het overgrote deel van alle identificaties geschiedt in de waakslaapstaat en daarmee onbewust. Een zekere mate van identificatie met denkbeelden is onvermijdelijk, maar denkbeelden hebben in feite geen relatie met de essentie der dingen. Het ontgaat velen dat ze als gevolg van de identificatie leven vanuit de illusoire wereld der denkbeelden - denkbeelden waarmee zij hun eigen waarheid construeren. Het in stand houden van deze waarheid bewerkstelligt in iedereen een permanente ‘lekstroom’ van bewustzijn! Omdat elke identificatie het bewustzijn inkapselt in denkbeelden wordt de mens die zich spiritueel wil ontwikkelen gemaand tot nietdenken. Alleen de mens die vrij is van denken kan de staat van hoger bewustzijn ervaren en alleen dan is er in hem de ontvankelijkheid voor hogere inzichten. Om die reden luidt het spirituele advies: identificeer bewust en blijf weg van het denken. Jan De Boo
InZicht . 1 . 2016
Wat ben ik, wie ben ik, ben ik eigenlijk wel? Ik ken mijzelf niet, ik weet niet wat of wie. Ik kan mijzelf niet kennen, ik kan wel het zelf ontkennen door het te verkleinen tot mij en ik, door het verpersoonlijken van en identificeren met een aantal kwaliteiten en eigenschappen die ik beoordeel als goed of niet goed, prettig of niet prettig. Het zijn eigenschappen waar dat ik zich graag op laat voorstaan, zich mee profileert en onderscheidt, maar ook eigenschappen die het liever verbergt en maskeert. Aldus creëert het een krap, beperkt beeld in ontkenning van, en misschien uit angst voor, de grenzeloze potentie van zijn: ‘Ik ben de doener, de verdienstelijke.’ Beelden, vormen en structuren bestaan door hun grenzen en zijn daarmee inherent afgescheiden, beperkt en zich niet bewust van de onbegrensdheid waarin het ‘eigene’ is opgelost, als die bekende druppel in de oceaan. Ik besta door en in ontkenning van het één zijn met die eindeloze potentie, en daarmee is de illusie ik geboren. Het leven zelf is het pad dat leidt naar waar de tegenpolen (goed en kwaad) elkaar opheffen in de polariteit van eenheid. Eeuwige energie, voortdurendheid, kent geen oorzaak en gevolg of causaliteit. Daar is kip noch ei. Het is gewoon, en dat is eigenlijk al een woord te veel.
Identificatie kent eigenlijk vele gezichten. Jarenlang had ik er nogal een handje van om te dissociëren, dus dan schoot ik in een oude angst van vroeger. Ik identificeerde me ermee en trilde vervolgens als een panisch peutertje, verpakt in een volwassen lichaam. Een gestoorde toestand natuurlijk, vooral als je het niet begrijpt. Juist hierdoor ontwikkelde zich een soort van ‘overziend oog’ waarmee ik helder kon overzien wat er aan de hand was. Daardoor loste zo’n identificatie die niks met de realiteit te maken had, als vanzelf op. Op de avond dat Parijs werd aangevallen, schoot ik in eerste instantie in de angst. Doordat ik me ermee identificeerde, zat ik te bibberen op m’n bankje en bleef ik erin hangen. Vanuit dat ‘alziende oog’ zag ik wat er aan de hand was en loste de identificatie met angst zich weer op en zag ik dat slechts ik het was. Ik ben de man met het geweer. Ik ben de jonge vrouw die bloedend neervalt. Ik ben Parijs in tranen, ik ben de liefde, ik ben de troost, de trots, de wraak en de vreugde. Ik ben het die mezelf aanvalt. Ik ben alles en ik ben niets, en probeer me zo min mogelijk ergens mee te identificeren. Bernadette Roques
Wakil van den Brink
OPROEP AAN DE LEZER Het thema van het komende nummer van InZicht zal ‘Bewustzijn’ zijn. De redactie nodigt de lezers van InZicht uit om zelf een korte bijdrage te leveren op basis van dit thema. Deze kan per mail gestuurd worden naar j.boogaard12@chello.nl Uiterste inzenddatum: 1 april 2016. De redactie behoudt zich het recht voor om een ingezonden stuk in te korten of niet te plaatsen.
Het volgende citaat van Rupert Spira kan in dit kader wellicht een bron van inspiratie zijn: “Objecten – dat wil zeggen, gewaarwordingen en waarnemingen – vormen niet de inhoud van Bewustzijn. Alleen Bewustzijn vormt de inhoud van Bewustzijn. Gedachten, gewaarwordingen en waarnemingen zijn de namen en vormen die Bewustzijn aanneemt als het zich manifesteert.”
49
Over identificatie, Ramakrishna en free jazz
Pieter Bijwaard (1955) studeerde aan de Rietveld Academie te Amsterdam en is sinds medio jaren zeventig werkzaam als beeldend kunstenaar. Door zijn brede belangstelling voor oosterse filosofie kwam hij in de jaren negentig in contact met Ramesh Balsekar en Alexander Smit. Hij maakte lange reizen over het Indiase continent. Zijn beeldend werk is opgenomen in Nederlandse museumcollecties als het Teylers Museum te Haarlem en het Stedelijk Museum Amsterdam. Momenteel is zijn werk te zien in de tentoonstelling van Joost Zwagerman Silence out Loud in Museum Kranenburgh te Bergen (NH). www.pieterbijwaard.nl
Radicale overgave In de biografie Het leven van Ramakrishna, geschreven door Romain Rolland aan het begin van de vorige eeuw, is te lezen hoe de jonge Ramakrishna volledig opgaat in zijn zoektocht naar het absolute universele levensbeginsel. De vurige ogen van de universele moeder betoveren hem en gedurende tien jaar leeft hij alleen met haar in zijn tempel te Dakshineshwara op de rechteroever van de Ganges, enkele kilometers onder Calcutta. Als hij op een dag met zijn vreugdetranen en zijn wilde haren als in trance de voeten wast van de prostituees in de nauwe stoffige straatjes van
50
Dakshineshwara, wordt voor enkele toeschouwers duidelijk hoe hij is opgegaan in de goddelijke moeder, Kali, het absolute. Vanaf dat moment ziet hij in alles en iedereen het Ene, het licht, de liefde die de boog spant tussen hemel en aarde. Door zijn vereenzelviging met het absolute, de moeder van het onuitsprekelijke gestalteloze licht, overstijgt hij het idee dat hij een afzonderlijk, afgescheiden ‘ik’ zou zijn.
Identificatie met Brahma Kan men zich met het gestalteloze identificeren? Rama-
Is het mogelijk om je te identificeren met de grond van het bestaan? In de ogen van Pieter Bijwaard moet deze vraag bevestigend worden beantwoord, met het leven van Ramakrishna als inspirerend voorbeeld.
© pochoir, Vormen. Witte torso en blauwe torso (Jazz), 1944
TEKST Pieter Bijwaard
aan het moment
InZicht . 1 . 2016
zijn levensverhaal, zijn we gewoonweg niet in staat haar intentie te doorgronden. Het zich verplaatsen in en het afstemmen op al wat leeft, doet een diep ingesleten verdedigingsmechanisme teniet en geeft ruimte aan verzachting, mededogen en betrokkenheid. Identificatie met het licht en de voedende ruimte om ons heen opent ons de ogen voor het inzicht dat ieders natuur uit hetzelfde hout gesneden is en slechts in vorm verschilt. Er zijn enkele authentieke foto’s van Ramakrishna bekend. Op een van die foto’s is te zien hoe hij in extatische vreug-
51
ß
krishna leverde het bewijs. Gaandeweg groeide in hem het besef dat alles een uitdrukking is van het ene bewustzijn en kwam zijn spirituele zoektocht ten einde. Een nieuw tijdperk brak aan waarin het scheppende en dienende leven in hem tot wasdom kwam en waarin hij zich diep verbonden wist met de vreugde en de stilte van het licht. In onze huidige tijd kan het levensverhaal van Ramakrishna ons wellicht inspireren tot een integere zoektocht naar waarheid en inzicht. Zonder identificatie met Brahma, het grondbeginsel dat al het leven doorstraalt, zo vertelt ons
de tijdens een kirtan, een spirituele dans, zijn rechterarm de lucht in zwaait terwijl hij de vingers van zijn linkerhand ter hoogte van zijn hart wijd gespreid houdt, als een lotusbloem. Iemand geeft hem ruggensteun. In het wit gekleed en blootsvoets danst Ramakrishna te midden van een kring van zangers en muzikanten die allen lijken op te gaan in het geestelijk licht van Brahma. Op een ander, wellicht zijn bekendste, fotoportret is te zien hoe Ramakrishna in samadhi verzinkt terwijl hij met de fotograaf over het geestelijk leven praat. Op dat moment drukt de fotograaf af en het resultaat straalt sindsdien zijn licht uit naar een ieder die de foto onder ogen krijgt. Bij het vastleggen van het leven van Ramakrishna heeft men er blijkbaar niet aan gedacht het fototoestel wat vaker te gebruiken. Waarom zou je ook iemand op de gevoelige plaat willen vastleggen die zijn lichaam lijkt te zijn overstegen? Daarbij was het er de tijd niet naar. Hij identificeerde zich immers niet langer met zijn lichaam, maar met het alomtegenwoordige bewustzijn.
Het gestalteloze licht Ramakrishna was van boerenafkomst en werd als Gadadhar Ghattopadhyaya op 18 februari 1836 geboren in het dorpje Kamarpukur. Zijn eigen naam kon hij niet schrijven. Zijn onderricht was geestig, lichtvoetig, doeltreffend en van een grote eenvoud. Swami Vivekananda, de geliefde en intelligente discipel die het gedachtegoed van zijn leermeester later naar het Westen zou brengen, schreef de eerste biografie over het relatief korte leven van Ramakrishna, die veertig jaar werd. De leergierige en bij tijd en wijle opstandige Vivekananda riep hem telkens ter verantwoording met vragen als: ‘Hoe weet u allemaal zo zeker waarover u spreekt? Hebt u de absolute waarheid gerealiseerd? Misschien lijdt u wel aan waanideeën!’ Zonder zich te verdedigen glimlachte Ramakrishna en zei enkel: ‘Het is mijn ervaring’, waarna hij verzonk in samadhi. Hij vermeed elke vorm van discussie. De onvoorwaardelijke overgave van Ramakrishna aan het gestalteloze licht heeft in de loop der jaren vele harten geopend. Zijn stille, met licht doorstraalde aanwezigheid was voor velen al voldoende om tot het inzicht te komen dat alles één en ondeelbaar is. En nog altijd raakt zijn levensverhaal het hart van menig zoeker. Het zijn vaak kunstenaars en pioniers die zich door Ramakrishna aangetrokken voelen. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw ontstond in Amerika de free jazz, een lofzang op de pure levensenergie in de vorm van geïmproviseerde muziek. Een radicale en volledige overgave aan het moment lijkt deze muziekvorm te zijn geweest voor compromisloze musici als Ornette Coleman en Albert Ayler. Hun extreem open klankstructuren raakten de grond van het bestaan, en hun overgave diende als partituur. Ook de spirituele weg van John Coltrane werd geplaveid door de oosterse mystiek. Alice Coltrane, zijn vrouw, schreef en speelde het nummer Turiya and Ramakrishna voor piano. Turiya, de grond van
52
het bestaan, danste door haar vingers over de toetsen. Haar complexe en mysterieuze composities voor harp getuigden van een fijnzinnige levensgang. Er wordt maar al te vaak verkondigd dat identificatie en het spirituele leven elkaar moeilijk verdragen. Maar werkt identificatie het spirituele dan per definitie tegen? Of zou zij niet juist kunnen bijdragen aan de weg daarnaartoe? Want zonder de geringste identificatie is het nauwelijks mogelijk zich te verplaatsten in een ander, die ander aan te voelen of te doorgronden. Zonder enige identificatie met welke muziekstroming dan ook is het haast onmogelijk goed te luisteren en haar mysterie te beleven. De vraag ‘Wie identificeert zich met iets of iemand?’ zou telkens in herinnering kunnen worden genomen, tot het antwoord op die vraag volledig tot ons is doorgedrongen. Identificatie met het gestalteloze licht, Brahma, zoals bij Ramakrishna, kan bijdragen aan het groeiend besef dat het alomtegenwoordige bewustzijn iets onpersoonlijks is. Wat gebeurt er dan op het moment van versmelting met dit hogere Zelf? Ramakrishna verkreeg dit inzicht met de jaren en via vele omwegen. Hij realiseerde zich ten diepste dat het hogere Zelf uiteindelijk het enige ware Zelf is. Hij straalde het uit en wilde dit vreugdevolle feit delen met eenieder die daarvoor openstond.
Het ontwaken van het hart Ramakrishna ontving in korte tijd een bonte stoet van duizenden bezoekers in zijn tempel te Dakshineshwara, vaak tot in het holst van de nacht. De bezoekers kwamen veelal lopend uit de verste uithoeken van het Indiase subcontinent naar hem toe. Zijn naam gonsde over de vlaktes en in de steden. Ramakrishna maakte geen enkel onderscheid in kaste en achtergrond en luisterde geduldig naar ieders levensverhaal. Telkens wees hij de mensen op dat ene licht dat de wereld omgeeft en doorstraalt en gaf hij onvermoeibaar al zijn tijd aan het ontwaken van het hart. Zo nodig gaf hij enige raad, maar bij voorkeur bracht hij zijn visie in stilte over. De fakkels die langs het tuinpad van zijn tempel in de grond waren gestoken, wierpen ‘s nachts schichtige schaduwen over het gazon van de aangelegde tuinen eromheen. Een geur van wierook in de met kaarsen verlichte tempelhal verwelkomde de waarheidszoekers. Op vaste tijden werd uit dankbaarheid en eerbied voor de goddelijke moeder gedanst en gezongen en klonken er tempelbellen in de wijde omgeving, tot ver over het water van de Ganges. Op 16 augustus 1876 bereikte de levensrivier van Sri Ramakrishna het open water. Hij wijdde zijn leven aan het innerlijke licht van Brahma, het bewustzijn dat - naar zijn diepe overtuiging - in alles en iedereen aanwezig is. Hoe kunnen wij ons leven daarop afstemmen, ons in dat licht verankeren? Het poëtische leven van Ramakrisnha illustreert heel treffend dat hoe meer men zich identificeert met dit allesdoordringende bewustzijn, hoe verfijnder de omgang met het leven zal zijn. ß
¥ klassieke
teksten ¥
VIVEKA CHUDAMANI Dit beroemde gedicht uit de achtste eeuw wordt toegeschreven aan Adi Shankara. Het legt in detail de vedanta-filosofie uit en beschrijft hoe Viveka zich ontwikkelt. Viveka is het menselijk vermogen om het werkelijke (onveranderlijke) van het onwerkelijke (veranderlijke, tijdelijke) te onderscheiden. Dit is de belangrijkste opgave in het spirituele leven en wordt gezien als het kroonjuweel om te geraken in de staat van bevrijding of verlichting. Uit: Dakpo Tashi Namgyal - Mahamudra. Uitgeverij Wisdom Publications, 2006
Identificatie ‘Idioot, laat toch dat idee varen dat je een hoopje huid, vlees, vet, beenderen en wat vuiligheid bent. Wees in plaats daarvan het Zelf van alles, de God voorbij alle denken, en geniet opperste vrede. Zolang de geleerde niet voorbij het gevoel komt ‘ik ben dit’ als hij wijst op zijn lichaam met zijn zintuigen, zal er geen bevrijding zijn, hoeveel hij ook weet van religie en filosofie. Net zoals je je niet identificeert met je schaduw, je denken, je droomlichaam of je verbeelding, zo zou je je ook niet moeten identificeren met je fysieke lichaam. Identificatie met het lichaam is de bron van pijn en geboorte voor hen die gehecht zijn aan het onwerkelijke.
InZicht . 1 . 2016
Laat dat idee zorgvuldig los. Daarna is er geen enkele behoefte meer aan wedergeboorte. Alles wat de geest ons voorspiegelt kan onmogelijk je ware aard zijn, omdat het veranderlijk is met een begin en een eind, omdat het onderworpen is aan pijn en omdat het een object is. De kenner kan niet gekend worden als een object in bewustzijn. De wijzen die verlichting hebben gerealiseerd noemen daarom de geest onwetendheid, omdat de geest alles voortdrijft gelijk de wind wolken.’
53
u boeken u
Rupert Spira The Light of Pure Knowing - Thirty meditations on the essence of non-duality Sahaja Publications £ 54.95, $ 79.95 Box met zes mp3-cd’s plus 248 pagina’s paperback ISBN 978-0-9929726-0-8
Hoewel Rupert Spira’s zoektocht via Atmananda, Jean Klein en vooral Francis Lucille is gelopen en hij sterk geworteld is in de ‘Directe Weg’-benadering, is hij bepaald geen ‘kloon’ van bovengenoemde leraren. The Light of Pure Knowing bestaat uit 30 meditaties die zowel beluisterd als gelezen kunnen worden. Het zijn dus geen dialogen, maar meditaties waarin hij het proces van het ‘ervaringsonderzoek’ van de luisteraar minutieus begeleidt aan de hand van de uitnodiging “Stel jezelf de vraag” of door het stellen van een rechtstreekse vraag. De rode draad in de opbouw van de meditaties is de evolutie van het inzicht en de realisatie van non-dualiteit: van ‘conventionele dualiteit’ naar ‘verlichte dualiteit’ naar ‘non-dualiteit’ en ten slotte ‘belichaamde verlichting’. Op de website van Rupert kunnen we zien dat hij een duidelijk onderscheid maakt tussen ‘algemene meditaties’ en ‘yogameditaties’. Dit onderscheid wordt niet expliciet aangebracht, maar het zit wel impliciet door alle teksten heen geweven. Het is zeker nuttig dit verschil goed te begrijpen. In de ‘algemene meditaties’ gaat het op de eerste plaats over ‘de weg van het onderscheid’ ofwel ‘de weg van de uitsluiting’. Op ‘de weg van het onderscheid’ (neti-neti) ontdekken we wat we niet zijn. Onze mentale manier van kijken als een ‘afzonderlijk zelf’ wordt getackeld. Het denken stort uiteindelijk in; het “vindt geen inzicht, het sterft erin”, zoals een mot sterft in de vlam van de kaars. Pas als het inzicht ‘experiënteel’ helemaal is doorgebroken in wat we wezenlijk zijn, is volgens Rupert de tijd rijp voor wat hij ‘de weg van de insluiting’ noemt. Vele advaita-mensen hebben wel het verlichte inzicht bereikt, maar voelen zich lichamelijk nog vast-
54
zitten in hun lichaam. Vanaf hier start de begeleiding met wat hij ‘yogameditaties’noemt. In zijn artikel elders in dit nummer geeft hij een bijzonder heldere toelichting op het onderscheid tussen de twee bovengenoemde wegen. De titel van het boek past eigenlijk het best bij de laatste paar meditaties. Het geheel en vooral de typische aanpak van de meditaties zou ik eerder aanduiden met de algemene omschrijving die Rupert zelf geeft van zijn werkwijze: “Contemplating the nature of experience”. Hij onderzoekt op bijna wetenschappelijke wijze wat onze werkelijke ervaring is, zonder de oude aannames van ons gewoontedenken. De wijze waarop hij onze fundamentele ervaringsgegevens minutieus uitlegt, waardoor we dit zelf kunnen onderzoeken en uiteindelijk zelf ervaren, is ongelofelijk helder en direct. Ten slotte: over het gebruikte materiaal niets dan lof. Het minimalistische, maar tevens kunstzinnig vormgegeven pakket bevat een ‘slipcase’ van zes mp3-cd’s met daarop in totaal meer dan 20 uur audio. De geluidskwaliteit is zeer goed en ook het bijbehorende boek is een premium-editie wat kwaliteit betreft. Belangrijk detail: voor West-Europa kan de box uitsluitend via www.sahajapublications.com besteld worden. Ik zou niet weten hoe ‘experiëntele’ advaita (zowel de weg van de uitsluiting als de weg van de insluiting) beter voor het voetlicht gebracht zou kunnen worden! Guy Vandeput
J.C. Amberchele Opengebroken Uitgeverij Samsara b.v. 185 blz., € 19,95 ISBN 9789491411274
Dit boek verscheen eerder onder de titel Cracked Open - een grappige verwijzing naar crack, een van de vele drugs waarin de Amerikaanse auteur heeft gehandeld. Hij beschrijft in dit boek een crimineel leven met drugs en alcoholverslaving dat uiteindelijk tot een lange gevangenisstraf
leidt. Hij zit hij al meer dan 30 jaar gevangen, zonder reëel uitzicht op vrijlating. Kortom, hij heeft het nogal bont gemaakt. Tijdens zijn gevangenschap raakte hij geïnspireerd door Douglas Harding en Byron Katie. Eenheidsbeleving werd het kompas voor zijn leven in de gevangenis. Paradoxaal leidde dus zijn leven in gevangenschap juist tot zijn bevrijding. Hij lijkt daarmee zichzelf te beschouwen als een wedergeboren Valmiki, de struikrover die de auteur is van de Ramayana. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat hij noch koketteert met zijn verleden, noch zich ervoor excuseert. Vanaf het moment dat hij tot het inzicht kwam dat hij slechts de getuige is van wat hij waarneemt, leeft hij vanuit een non-duaal bewustzijn. Daarin kan hij geen onderscheid maken tussen ik en de ander. Het zal duidelijk zijn dat voor hem dit inzicht, deze bevrijding, waardevoller is dan de bevrijding uit het gevang. Hij claimt dan ook niet teleurgesteld te zijn als zijn voorwaardelijke invrijheidsstelling voor de zoveelste keer met vijf jaar wordt uitgesteld. Het boek neigt naar romanachtig schrijven, wat soms aantrekkelijk is, maar soms iets minder aantrekkelijk, met name als we de uitstapjes naar zijn leven vóór zijn gevangenschap moeten lezen. De vraag blijft hangen of er echt sprake is van een verlichtingservaring. Zo nu en dan bekruipt de lezer het gevoel als zegt Amberchele: ‘Kijk mij eens verlicht zijn’, waarmee hij zich, zo lijkt het, juist vanuit een duaal standpunt uitdrukt. Vooral als hij zich bij ontmoetingen met medegevangenen moet bedenken dat hij en die gevangene(n) een en dezelfde zijn. Dat lijkt strijdig met een spontaan leven. Maar taal is uiteraard ook voor hem een duaal gereedschap. In elk geval geeft non-dualiteit hem een modus om met een afschuwelijke situatie om te gaan. En dat is geen geringe zaak. Lees dit boek en oordeel zelf. Justus Kramer Schippers
u boeken u
Adyashanti Jezus, de mysticus Uitgever Samsara, 2015 319 blz., € 23,95 ISBN 978-94-91411-29-8
In dit laatste boek van Adyashanti ontmoeten we Jezus als een spirituele revolutionair, een voorbeeld van verlicht mens-zijn in actie, ver voorbij de begrenzingen van welke godsdienst of theologie ook. Adyashanti laat ons in dit boek zien hoe de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van Jezus parallel lopen met de verschillende fasen van spiritueel ontwaken. Hierdoor komt het verhaal opnieuw tot leven. Een verhaal dat aan de ene kant prachtig en meeslepend is en aan de andere kant een uitdaging vormt om ons wakker te schudden uit de individuele droom van afgescheidenheid en isolement. Op deze manier krijgen we een hele andere kant van Jezus te zien dan de Jezus van de kerken of de Jezus waar we mee opgegroeid zijn. Voor sommigen lijkt het misschien heiligschennis om het verhaal zo te belichamen als Adyashanti in dit boek voorstelt. Maar als je goed luistert naar wat de verhalen werkelijk te zeggen hebben, lijkt het of je een spiegel voorgehouden wordt om jezelf duidelijker te zien en is het alsof Jezus steeds weer roept: ”Kom, kom in het Hemelse Koninkrijk. Het Hemelse Koninkrijk bestaat op deze aarde en de mensen zien het niet.” Het is interessant om te lezen hoe Adyashanti als zenboeddhist in contact komt en geïnspireerd wordt door het verhaal van Jezus. Hij beschrijft hoe de zenbeoefening voor hem op een gegeven moment wat star aan begon te voelen en hoe hij in aanraking kwam met de autobiografie van Sint Theresa van Lisieux. Hij werd geraakt door de toewijding aan het goddelijke en de devotie en onschuld van deze non, en het was juist deze liefde die voor Adyashanti het ontbrekende element van zijn zenbeoefening vormde. Niet dat die liefde er niet in zat, vertelt hij, alleen niet op een manier waarop hij er contact mee kon maken, omdat
InZicht . 1 . 2016
hij niet in een boeddhistische cultuur opgroeide. Het boek biedt tal van verrassende invalshoeken en de schrijver wist me helemaal mee te nemen in zijn inspiratie. Een van die invalshoeken is om het Jezusverhaal te lezen als een routekaart voor spirituele bewustwording. Na het ontwaken volgen nog de fasen van beproeving, blijvende kalmte, transfiguratie, loslaten en als laatste transmutatie. Boeiende en noodzakelijke fasen, en het is dan ook schitterend om te lezen hoe Jezus die fasen doorloopt. Wat ik ook een bijzondere vondst vond, is hoe in het laatste deel van het boek de belangrijkste personen in Jezus’ leven (Petrus, Judas, Pontius Pilatus, Maria Magdalena en Johannes) als archetype beschreven worden. In de woorden van Adyashanti: “Het doel is nu om het hele verhaal gestalte te geven, om de geest in menselijke gedaante uit te drukken - niet alleen de transcendente momenten, maar ook de duisternis, de twijfel en het verraad.” Jezus en de vijf bovengenoemde archetypen belichamen verschillende manieren van omgaan met de geest en met de geestelijke impulsen in ons. Door deze personages te verinnerlijken, kunnen we in contact komen met zowel de lichte als donkere kanten van onze psyche, die we moeten leren begrijpen en met mededogen aanschouwen, opdat de geest wakker wordt en in ons leeft.
liefdevolle woorden, werd dit boek samengesteld. Het vormt de neerslag van een selectie uit dialogen die live werden opgenomen. Mooji antwoordt spontaan op vragen, soms vol mededogen, soms vlijmscherp, soms humoristisch, soms serieus, soms liefdevol. Nooit is het zijn bedoeling om de vragensteller te kwetsen. Zijn woorden moedigen aan en zorgen voor verduidelijking. Steeds nodigt hij ons uit om het Zijn zelf te onderzoeken en hierin met helderheid te rusten. Over zichzelf zegt hij: “Ik ben leegte, lopend in de gedaante van een menselijk wezen genaamd Mooji. Tegenwoordigheid, stilte, helderheid en autoriteit krijgen de overhand als het denken wordt overstegen, doorzien en begrepen als het spel van golven aan de oppervlakte van de oceaan. Men ziet zich en identificeert zich alleen als het Zelf. Dit is de goddelijke aantrekkingskracht en de goddelijke romance.” Dit boek is duidelijk met veel zorg samengesteld en bevat een mix van mooie foto’s, kernachtige citaten, spontane penseeltekeningen van Mooji en dialogen, en vormt een organisch geheel. Mooji is daarnaast ook een woordkunstenaar. Het is opmerkelijk hoe hij moeiteloos met woorden kan spelen. Zijn woorden zijn als pijlen die je hart raken, verduistering opheffen en je dichter bij je kern brengen. Kortom, een hartverwarmend en helder boek over zelfonderzoek.
Fokke Slootstra
Danny Senesael
Voor Ik Ben Mooji
Jed McKenna Spel zonder einde
Uitgeverij Bewust Zijn, 2015 276 blz., € 21,50 ISBN 978-94-9206-6039
Samsara Uitgeverij bv, 2015 262 blz., € 19,50 ISBN 978-94-91411-28-1 / Nur 728
Mooji is een warmhartige advaitameester en leerling van Papaji. Hij is geboren op Jamaica, woonde meer dan 40 jaar in Londen en heeft nu een ashram en retraitecentrum in Portugal, waar hij zijn leven wijdt aan de directe herkenning van de waarheid. Omdat veel mensen geraakt werden door zijn heldere, wijze en
Spel zonder einde is een uniek boek dat op een snelle, sprankelende en soms heel humoristische manier is geschreven. Het bestaat uit een toneelstuk van zeven bedrijven die je kunt vergelijken met de stadia van zelfonderzoek. Elk hoofdstuk heeft een eigen sfeer: soms fris en leuk, soms serieus en overpeinzend, soms
55
u boeken u
grappig, droevig of diep filosofisch. Alledaagse zaken worden, soms met vette humor, gekoppeld aan diepzinnige advaita. In het eerste bedrijf wordt de eerste levensdag beschreven die een tweeling op aarde meemaakt. Ze moeten nog van alles leren, maar hebben tegelijkertijd een bijzonder volwassen kijk op het leven. Zo maken ze zich druk om poepbroeken en borstvoeding, maar hebben ze het ook over vrije wil en vragen ze zich af wat ze op de aarde komen doen. In het tweede bedrijf vertelt een oudere gevangenbewaarder aan een jongere bewaker over het patroon waarin je zit en hoe je daar de bewegingen en kleine afwijkingen in kunt herkennen. “Alles is ijdelheid en het najagen van de wind,” vertelt hij hem. In het derde bedrijf zit een echtpaar naar een optocht te kijken terwijl de dominante vrouw allerlei meningen geeft zonder een blad voor de mond te nemen. De rode draad hierin is het patroon dat niet ontwricht kan worden omdat de ontwrichting dan gewoon het nieuwe patroon wordt. In het vierde bedrijf worden door een groep mensen verschillende onderwerpen belicht en besproken door een gespreksleidster, een astrofysicus, tevens decaan bij toegepaste wetenschappen, een bisschop die aan de universiteit doceert en een 15-jarige middelbare scholiere die dit levendige debat laat zien waar de raakpunten, overlappingen en verschillen zitten tussen wetenschap, geloof en filosofie, en ontvouwt zich als een soort puzzel vol mooie uitspraken. Het vijfde bedrijf geeft een inkijk in de rauwe gedachtegang van een jonge vrouw die een manifest aan het schrijven is en het gevoel heeft gek te worden tijdens “wat een soort proces tot realisatie lijkt”. Het beeldt een innerlijke strijd uit die vooraf lijkt te gaan aan overgave. De vrouw denkt hardop na over waanzin, dood en loslaten. Tussendoor doet ze alsof ze met haar moeder belt. Ze oreert hardop en spuugt zo de controle over haar leven uit.
56
In het zesde bedrijf is een kapitein met een stuurman in gesprek, en met een demonische figuur die weliswaar zelf niets zegt, maar die heel aanwezig is op de achtergrond. In deze Moby Dick-achtige scène wordt de kapitein door de stuurman uitgedaagd te reflecteren op zijn koortsachtige zoektocht. Het lukt hem niet die te staken, en hij vraagt zich af waar zijn verlangen steeds door aangewakkerd wordt. In het zevende en laatste bedrijf komt een man bij een orakel. Hij weet niet hoe hij er gekomen is en wie hij is. Hij ziet een triomfboog met “ken uzelf” erop en een bord met “uitgang”. Hij weet niet welke kant te kiezen en gaat in gesprek met het orakel. De diepe zin van het bestaan wordt besproken, maar gaandeweg wordt duidelijk dat er niet over gesproken kan worden. Dan is er nog één stap die gezet moet worden en dat is dat je helemaal niet hier bent, nooit geweest ook, en dat er dus helemaal niets te kiezen valt. Spel zonder einde is een sneltrein vol filosofische bespiegelingen en praktische eigenaardigheden die je heen en weer laat slingeren tussen diepe bezorgdheid en angst, en de gulle lach van de herkenning. Maar het misschien wel belangrijkste thema, namelijk dat alles uit patronen bestaat, komt ook in bijna elk bedrijf wel een keer aan bod. Het boek neemt je mee op reis door het bestaan: de onschuld van de kinderblik, de overdracht van levenskennis van oud naar jong, de scherpte binnen een relatie, het zoeken via het denken, diepe depressie, het verlangen dat de zoektocht voedt en ten slotte het laatste inzicht, waarna alles weer gewoon verder gaat. Spel zonder einde is behalve een boeiend boek over de verschillende fasen van de zoektocht ook gewoon een schitterend toneelstuk. Ik zou op de eerste rang willen zitten en me geen minuut vervelen. Het is een van de bijzonderste boeken over non-dualiteit die ik tot nu toe gelezen heb. Lucy Auch
Al meer dan 25 jaar spreekt Jan van den Oever met grote passie over nondualiteit, met nadruk op het aspect van de totale beschikbaarheid die we in werkelijkheid zijn voor alles wat zich voordoet - vreugde en verdriet, succes en falen, en alles wat daartussen ligt. Hij spreekt zijn eigen waarheid, maar die waarheid kan altijd herkend worden als iets wat je zelf allang weet. In het boek Oeverloos zijn door de samenstellers satsangteksten bijeengebracht die grote indruk op hen hebben gemaakt. Samen met Jan daal je af in de totale kwetsbaarheid die je in wezen bent. En hoewel dat soms heel pijnlijk kan zijn, herinnert hij je eraan dat het wel de zoete pijn is die je helpt om Thuis te komen. ‘Het is alleen maar te zien of niet te zien. Shakespeare zei het al: ‘to be or not to be’. ‘Zien is Zijn’ en ‘Zijn is Zien’, dat is hetzelfde woord. ‘Wakker of niet wakker’, dat is het. De beleving van Dit, daar is niets aan toe te voegen. Je bent toch, je bent Aanwezig, ken je nog iets buiten deze aanwezigheid?’ Uitgeverij Samsara Bijna iedereen is ingezoomd op een duale versie van de realiteit die ons doet geloven dat we een individueel leven leiden. Men heeft het gevoel te beschikken over vrije wil. Men denkt dat het mogelijk is de touwtjes in handen te krijgen en te houden. Maar hoe is het om uit te zoomen, om te ontwaken uit die droom, uit de nachtmerrie van verleden en toekomst en persoonlijke verantwoordelijkheid, met al zijn stress, gepieker en verkramping? Paul Smit ging in gesprek met vrienden, vriendinnen en collega’s over hun zoektocht en ontwaken, over de fasen waar ze doorheen gingen en de inzichten die ze met ons willen delen. Hierbij stond één vraag centraal: wat verandert er als er uitgezoomd naar het leven wordt gekeken? Uitzoomen bevat zeventien interviews met bekende en minder bekende zoekers, coaches en leraren. Uitgeverij Samsara
u recente
In het boek Omarm je woede gaat Thich Nhat Hanh in op deze heftige emotie die soms levensverwoestend kan zijn. Ze kan de gezondheid schaden en persoonlijke groei onderdrukken. Volgens Thich Nhat Hanh werkt het bevrijdend als je deze heftige emotie erkent. Het standpunt dat de auteur inneemt is verfrissend. Zo zou je woede niet moeten bedwingen of uiten, maar juist erkennen en aandacht geven. Op die manier krijg je begrip voor jezelf en de ander. Met behulp van mindfulnessoefeningen en meditaties laat Thich Nhat Hanh zien hoe we boosheid en woede kunnen kalmeren. In dit boek beperkt hij zich niet alleen tot de woede binnen het gezin of onder vrienden, maar gaat hij ook in op de woede tussen landen, burgers en regeringen. Uitgave Ten Have ‘Vanuit helderheid gezien doet het leven zich aan ons voor als een groots toneelstuk of spel. Jij - Bewustzijn - speelt alle rollen, en onderdeel van het spel is dat jij die rollen meestal speelt zonder je ware identiteit te kennen. Maar soms, als onderdeel van de voorstelling, is er herkenning van je ware natuur.’ Het zijn woorden die Nathan Gill onverwacht overleden in 2014 - heeft nagelaten in zijn belangrijkste boek Helderheid. Hij leidde een teruggetrokken leven als hovenier in het zuiden van Engeland, maar werd beschouwd als een van de meest baanbrekende sprekers over non-dualiteit van het afgelopen decennium. In zowel een-op-eendialogen als groepsbijeenkomsten wees hij zoekers met veel geduld en liefde op de valkuilen van de spirituele zoektocht. Begripvol maar uiterst consequent liet hij hun zien hoe hun pogingen om te ontsnappen aan het drama van de afgescheidenheid ervoor zorgde dat ze er nog meer in vast kwamen te zitten. Zelden is er een stem te horen geweest die de kern van het non-duale gedachtegoed zo helder en eenvoudig heeft weten te verwoorden. Uitgeverij Samsara.
InZicht . 1 . 2016
Jullie moeten het zelf doen van Karel Wellinghoff is een overzicht van de spiritualiteit in Nederland. Net als in zijn vorige boek ‘Mijn God, dit is het doel!’ heeft de schrijver een aantal groepen onderzocht en mensen benaderd die, in hun zoektocht naar verlichting, hun ‘weg naar huis’ hebben gevonden. Niet dat zij plotseling andere mensen werden, maar wel dat hun innerlijk leven er een aantal verdiepingen heeft bij gekregen. Hoe verschillend hun wegen ook zijn, allen zijn doordrongen van een diep besef van eenheid en harmonie. Hun getuigenis daarvan treedt meestal ongedwongen naar buiten, niet omdat zij zelf zo nodig de wereld willen hervormen, maar door ‘gewoon’ zichzelf te zijn en in vrede en harmonie te leven voorbij de grenzen van het gewoontedenken van wetenschap en religie. Uitgeverij Aspekt B.V. In Ontwaak ontleedt Stephan Bodian het proces van ontwaken in vijf opeenvolgende fasen die elkaar gedeeltelijk overlappen: zoeken, ontwaken, verdieping en verheldering, belichaming en ontwaakt leven. Het boek begeleidt je in ieder stadium van de reis, van de eerste zoektocht tot het uiteindelijke ontwaken en de lange weg die vaak gegaan moet worden om het ontwaken te integreren in het dagelijks leven. ‘Misschien heeft het te maken met deze door technologie gedomineerde tijd, waarin ervaringen op globale schaal gedeeld worden door middel van de mobiele telefoon, e-mails, websites en blogs. Maar ontwaken lijkt zich te hebben ontdaan van zijn religieuze aankleding en laat zich nu zien als wat het werkelijk is: een universele menselijke ervaring die voor iedereen beschikbaar is, hier en nu. Wat men je er ook over heeft verteld, verlichting is niets anders dan je geboorterecht, je natuurlijke staat van zijn. Je hoeft haar alleen maar terug te vinden en te leren om haar te belichamen.’ Uitgeverij Samsara
De Upanishads worden niet alleen geroemd vanwege hun schoonheid, maar vooral omdat ze het wezen van de mens, de wereld en het bestaan duiden op een wijze die helder en tijdloos is en iedere kadering overstijgt. Ze vormen de bakermat voor de filosofie van nondualiteit (advaita vedanta) en yoga als methode tot bevrijding. Beeldend, poëtisch, bondig en met levendige kracht onthullen deze teksten de verschilloze aard van de werkelijkheid en, bovenal, van vrijheid. Want het bewerkstelligen van het laatste, door de herkenning van jezelf als het Zelf, ofwel Bewustzijn, is het uiteindelijke oogmerk. De Upanishads behoren tot de oergeschriften van de mensheid. De eerste van de zogeheten klassieke teksten dateert van om en nabij 750 voor Christus, de laatste van rond het begin van onze jaartelling. Samen met de Bhagavad Gita en de Brahma Sutra behoren de Upanishads tot de drieledige canon van de hindoeïstische wijsheidstraditie. Vertaling van Wim van de Laar. Uitgeverij Nachtwind Bijna ieder mens is inhalig en tegelijkertijd is bijna iedereen begaan met anderen. Deze twee eigenschappen voeren een constante strijd met elkaar. Maar ongeremde begeerte en hebzucht zijn niet goed voor mensen. Ze maken ons ontevreden en jaloers. In zijn nieuwe boek Over hebzucht en begeerte laat Anselm Grün met behulp van bijbelteksten en een praktisch stappenplan zien hoe we ons van hebzucht en begeerte kunnen bevrijden. Anselm Grün is monnik van de benedictijnenabdij van Münsterschwarzach, en zijn boeken over geloof en hedendaagse spiritualiteit zijn internationale bestsellers. Uitgeverij Ten Have
57
uitgaven u
Neem nu een abonnement op InZicht 4 nummers, van februari 2016 tot december 2016 U betaalt slechts 20 euro en ontvangt gratis het boek De uitdaging van de leegte.
Naam...................................................................................................................................... Adres....................................................................................................................................... Postcode...............................Plaats........................................................................................ Sturen naar: Uitgeverij Inzicht, Maurick 20, 2181 LB Hillegom U kunt deze nummers ook bestellen via de website www.inzicht.org
Geschenkabonnement Geef je vriend/vriendin een abonnement op Inzicht en ontvang zelf gratis het boek De uitdaging van de leegte. Het geschenkabonnement omvat 4 nummers en loopt van februari 2016 t/m december 2016. U betaalt slechts 20 euro.
Geschenkabonnement sturen aan: Naam...................................................................................................................................... Adres....................................................................................................................................... Postcode...............................Plaats........................................................................................
Rekening naar: Naam...................................................................................................................................... Adres....................................................................................................................................... Postcode...............................Plaats........................................................................................
Sturen naar: Uitgeverij Inzicht, Maurick 20, 2181 LB Hillegom U kunt zich natuurlijk ook opgeven via de mail of website info@inzicht.org / www.inzicht.org
Wat is advaita?
I
JE GEZICHT VOORDAT
Ik weet nog dat ik als kind de dingen op een natuurlijke manier beschouwde; met beschouwen bedoel ik het leven zich zien afspelen vanuit het gezichtspunt van gewaarzijn - gewaarzijn als niet geïdentificeerd bewustzijn dat puur gevormd wordt door het moment. In die beschouwing keek ik naar de stroom van het leven en zag ik gedachten en gevoelens opkomen, maar - zoals ik later leerde herkennen - dat zien was niet gerealiseerd. Er was geen belichaamde herkenning die dat zien naar de relatieve wereld van het dagelijks bestaan overbracht. Tijdens zo’n beschouwing werd ik aangetrokken door het mysterie van de verschijning en vroeg ik me af waar die
60
vandaan kwam. Ik zag hoe de gedachte opkwam: Wat als de wereld nooit ontstaan was? En terwijl ik over die vraag nadacht, viel ik in de stilte en ruimte van niet-iets en verdween mijn denken. Als kinderen kijken we rechtstreeks vanuit gewaarzijn, zonder te verdwalen in een identificatie die voortdurend onze aandacht trekt vanaf het moment dat we een ego ontwikkelen. Dat kijken is niet gerealiseerd - het heeft zichzelf nog niet herkend als gewaarzijn. Alles is spannend en interessant omdat we kijken vanuit het mysterie en we de nieuwsgierigheid zelf zijn. Dit ‘gezicht voordat je geboren werd’ ziet zonder te denken. Ik bracht vele uren in die toestand door,
?
37 JE GEBOREN WERD die vaak dagdromen genoemd wordt. Het is een onbeweeglijkheid die zoekers najagen in de naam van ontwaken - een onbeweeglijkheid die ziet en beweegt. Een kind ziet de informatie die de zintuigen genereren en die we de wereld noemen vanuit niet-iets. En wat mensen in de ogen van een kind zien is onschuld. Onschuld - niet-iets - is de primaire beweger van alle dingen; het is de bewustzijnsstroom die voortkomt uit niet-iets en betekenis geeft aan ‘alle dingen die voortkomen’ uit niet-iets. Die onschuld waarmee een kind kijkt, gaat verloren als het een ego verwerft ter verdediging van alles wat gezien wordt als ‘anders’, in de jarenlange reis naar de volwassenheid. Vandaar het gezegde
dat we weer ‘als kleine kinderen’ moeten worden door te kijken zonder te denken, vanuit zuiver gewaarzijn dat uit niets voortkomt - gewaarzijn dat zich gewaar is van zichzelf. Onze ware natuur is intimiteit, liefde - een liefde die waarlijk ziet zonder door zelf of ego bezoedeld te worden. Maar als we de wereld der dingen in kijken, wordt het zien vanuit niet-iets vergeten, en in die afgescheidenheid identificeert gewaarzijn zich met dingen. Gewaarzijn identificeert zichzelf met vorm en wat we ego noemen. Het wordt bang van wat het niet meer kent (zijn vergeten vormloosheid); de aandacht blijft gericht op de wereld der dingen en gaat op zoek.
© Jan Kersschot
Uit Steve Ford - Walking Awake. Uitgeverij Non-Duality Press, 2014
InZicht . 1 . 2016
61
Ú mededelingen Ù
Korte mededelingen over activiteiten waarin zelfonderzoek en inzicht centraal staan, kunnen in deze rubriek worden opgenomen als ze uiterlijk zes weken voor verschijningsdatum bij de redactie binnen zijn. Opname in de agenda betekent niet noodzakelijk een aanbeveling. Er is ook een meer gedetailleerde activiteitenkalender die regelmatig wordt bijgewerkt op de website van InZicht (www.inzicht.org). Ú Philip Renard Den Dolder (Dolderseweg 123 B) Satsang in de Maria Christina Kerk. elke 1e en 3e zaterdag van de maand (10.30-12.30 u) Info (ook individuele sessies): philip@advaya.nl www.advaya.nl Ú Jan van Delden Woltersum cursus zat. 9 t/m di. 12 april 2016 Rotterdam zat. 16 april Hilversum zon. 17 april Bergen zat. 23 april Amersfoort zon. 24 april Voor info en aanmelden: www.ods.nl/la-rousselie Verdere info: Wilmy Moors, T: 030 293 92 91 janvandelden108@gmail.com Ú Advaita Stiltegroepen In de traditie van Nisargadatta Maharaj en Douwe Tiemersma Gent, 2de do. v.d. maand, 19u00 – 21u30 – jacques.back@telenet.be - T 0032 476 89 65 04 Groningen, 2de zon. v.d. maand (bij voorkeur) 10u30 – 12u00 - T 0031 50 301 12 26 Amsterdam, 2de en 4de ma v.d. maand, 19u45 – 21u30 - bryantimmer@live.nl - T 0031 6 45 76 34 83 Leuven, 1ste en 3de di. v.d. maand, 19u30 – 21u30 jacques.back@telenet.be - T 0032 476 896504 Hellevoetsluis, maandelijks op zo, 11u00 – 12u30 piamaria@planet.nl - T 0031 181 317 776 Brugge, 1e zon. v.d. maand , 9u30 – 12u00 - jeanpierreverschuere@belgacom.net T 0032 486 976569 Midden-Nederland, 1 maal per maand, 19u30 21u30, rowlf63@xs4all.nl Stiltedagen, tweemaandelijks op zo, 10u30 - 15u30 -marryvanhuet@gmail.com - T 0031 10 426 99 81 W: www.advaitastiltegroepen.net Ú Hans Laurentius Deventer satsang 10 april (13.30 tot 16.00) Aanmelden en info bij Rob: antwist15@gmail.com Renkum: 26-28 feb. satsang drieluik; email: info@zijnsweg.nl) Helios centrum (Heerde): 6-8 mei: advaita weekend op het Helios Centrum Nijmegen: 16 maart en 4 mei 2016 ;19.30-22.00email: info@zijnsweg.nl Zwolle: (Westerlaan 51) 21 febr - 13.30-16.30 Aanmelden via www.nondualiteit-boeken.nl Amsterdam: 14 febr & 24 april; 13.30-16.00; marcia@artofloving.nl Groningen: (W.A. Scholtenstraat 2) 17 april - 13.3016.30 Aanmelden via www.nondualiteit-boeken.nl Meer info: ook voor individuele sessies: www. hanslaurentius.nl en reserveren@hanslaurentius.nl Ú Trees Cottenier Kortrijk (Veemarkt 31) Headless meeting elke 1ste woensdag van de maand om 20u Experimenten van Douglas Harding, een directe weg naar Zien en leven vanuit het Zelf.. Info en inschrijving: 0473/81.85.82 http://www.headless.org/
62
Ú Wim van de Laar Tilburg, Yogacentrum de Blikopener, Leo XIIIstraat 55 Zondagmiddag 10 april (13.00-15.00), Reserveren yoga@blikopener.nl Elspeet, Yoga Congres, vrijdagmiddag 20 mei (15.00-17.30) Info www.yoganederland.nl Naarden, Valkeveenseweg 15a (Internationaal Theosofisch Centrum) Samyama, Integrale School voor Yoga & Meditatie, Zondagmiddag 22 mei (14.0016.30) Reserveren info@samyama-yoga.nl Ú Djihi Marianne Rotterdam, Lisplein 7. Kashmiryoga en satsang Contact : E : satsang@zonnet.nl T. 010-4672261 W: www.advaita-yogacentrum.nl Ú Luc Vermeeren Antwerpen (Drakenhoflaan, 80, Deurne) 3e do. v.d. maand Leuven (C.Keynsklaan, 31, Winksele) 1e vr. v.d. maand Gent (Groot-Brittanniëlaan 42) 4e di. v.d. maand Info: L. Vermeeren, T 03 290 74 28 of via luc.vermeeren@telenet.be. Ú Zen: Maha Karuna Ch’an Steyl (Tegelen- Venlo) Meerdaagse sesshins met Ton Lathouwers: Wo 30 mrt – zo 3 apr. Vrij 1 juli - zon 10 juli Info: www.mahakarunachan.be Ú JanKees Vergouw Zaanstad: satsang elke 1e zat. v.d. maand (15.3017.30) Voor de satsang is er JK-Yoga (12.30/14.45 u) in NH stolpboerderij. Info: T 075-6319210 of 0643030546 en dit@jankeesvergouw.nl W: www.jankeesvergouw.nl Ú Dick Sinnige “Niet de angst maar de liefde” Amsterdam (Olympiakade 44-2), elke di 20:00 u. T. 020-6735669, M: d.sinnige@chello.nl Ú Prajnaparamita Baarn (Kerk, Eemnesserweg 63b) Satsangavonden op ma. Info: Chetanya, tel: 06-36119150 Baarn (Witte Kerkje, Kampstraat 8) Satsangweekend: vr. 8 t/m zo. 10 april, vr. 27 t/m zo. 29 mei. Info Joke: intensive@prajnaparamita.nl, T: 030-2443546 Retraites La Roseraie de Sacha, Frankrijk. Info: spreadingwings@laroseraiedesacha.com Meer info: www.prajnaparamita.nl of T: 06-36119150 Ú Joanika Ring Overlangel (Maasdijk 4): Satsang elke di voor ‘beginners’ en elke wo voor ‘gevorderden’ (20.00-22.00 u) in het atelier Satsang elke derde zo in de maand. Info en eventuele veranderingen www.joanika.nl Aanmelden verplicht: maasdijk4@gmail.com T: 06-5204569. Ú Taetske Kleijn Leiden (TSUKI, Rijnsburgerwerg 86): QLB meditatie. Rotterdam (Centrum DJOJ, Antony Duyklaan 5-7): QLB meditatiecursus op di. 20.00 u. Meer info: www.tsuki.org, 071-5173508 of tsk@tsuki.org
Ú Pia de Blok Advaita in het alledaagse leven: Gouda (Fluwelensingel 53): Jongeren. Stichting JOI; www.onbeperkt-ontspannen.nl Hellevoetsluis: Stiltebijeenkomsten: eens per maand op zo; Kerk aan de Ring Info: Pia, piamaria@planet.nl Websites: www.a-dvaita.net en www.advaitacentrum.nl; Ú Naropa Den Haag (De Zalen , Riouwstraat 1) 3 & 17 april, 29 mei (15.00 u) Utrecht ( ingang naast Augusto Sandinostraat 134) vrij 25 mar, 22 apr, 20 mei (20.00 u) Voorburg: (‘YinYang Balance’ Van Alphenstraat 2 2274 NA) zo 6 & 27 mrt, 10 apr, 15 mei, (11.00 u) Haarlem (Rosenstock-Huessyhuis, Hagestraat 10) woe 2 mrt, 6 apr, (20.00 u) Exloerveen (‘De Maanhoeve’ Exloërveen 18a, 9574 PB Exloerveen ) vipassana retraite: 8 t/m 13 mrt. Leiden Satsangdag (Vrije School Mareland Maresingel 19 - 2316 HA ) 28 feb ( 10.00 tot 18.00 u) Tsjechië (‘Tanecni studio Tlukot’ Brno) 12,13,14feb Voor de de meest actuele agenda zie http://www.naropa.eu/ en E: info@naropa.eu/ Ú Dit Moment Brugge (Hof van Watervliet – Oude Burg 27) - Satsang met Rita Bouwman: zo 13 maart en 12 juni 2016 (10u-16u) - Inspiratiegroep Non-dualiteit. Samen stilte en inspiratie delen Data: elke 2e en 4e zondag van de maand (10u tot 12u) vanaf 24 januari 2016 (januari-juni 2016: 24/1, 14/2, 28/2, 13/3, 10/4, 24/4, 22/5, 12/6, 26/6) niet op 27 maart en 8 mei - Yoga Nidra - Rusten in Zijn - zondag 3 april Alle info op ditmoment.be Gent (Groot-Brittanniëlaan 42) - Advaitagroep voor stilte en meditatie: elke 2e do. vd maand (19u-21.30u) - Headless Way oefengroep: elke 4e di. vd maand (19.00-21.30) Info: E: jacques.back@telenet.be, T 0476 89 65 04 Ú Jan van den Oever Leiden (Plata, Garenmarkt 1a) 24 februari, 9 en 23 maart, 13 en 27 april, 11 en 25 mei, 8 en 22 juni (20:00-22:00 u.) Reserveren noodzakelijk via info@janvandenoever.com Info: www.janvandenoever.com Ú Jop Elsen Nieuw-Vennep (Boomgaard 8) Advaitabijeenkomsten Elke eerste di v.d. maand (19.30 u) Info en aanmelding via T: 06 53 673 526 annette.meininger@worldonline.nl Lelystad (Rivierenlaan 184). Elke 1e vr v.d. maand. Aanmelden bij Cees Bakker T 06 12 664 855 of cees.baksun@gmail.com Info: www.jopelsen.nl of mail jopgmelsen@hotmail.com Ú Randolph Bilthoven (Terra Viva’ Pimpelmeeslaan 1) satsang elke wo en zo (19.30 - 22.00) Ú Sufi Way activiteiten: Amsterdam (Roetersstraat 6) Muzikale meditatie 12 febr., 11 maart (19.30 uur) marjolein@mabelis.nl Bergen (NH) (Kievitslaan 201) Thema-avond rond non-duaal soefisme en muzikale meditatie (Zikr) 25 feb. (20.00 uur) info: Umtul Valeton-Kiekens, muvaleton@gmail.com , T 072 5818779/06 51250493 Zie www.sufiway.nl
Ú mededelingen Ù
Ú Ad Oostendorp Arnhem (Medisch Centrum ‘het Span’, van Maerlantstraat 1), zondagen (uitgenomen 1e zo v.d. maand). (10.30 tot 13.00 u) Eefde bij Zutphen (kazerneplein 5) 1e zo v.d. maand: 6 maart, 3 april, 1 mei, 5 juni, 3 juli (10.30 tot 13.00 u) Aanmelden : ad.oostendorp@planet.nl info: adsang.nl en T: 06-44 66 03 93
Ú Karin Visser Lelystad (Headless Café) Headless workshops zo 20 maart dag workshop (10.00-17.00) Wekelijks op wo (20.00-21.00u.) Google Video Hangout, Info www.headlesscafe.info E: karin@headlesscafe. info T 0320 852532 Blog: http://www.headlesscafe.info/nieuws-commentaar-en-bespiegelingen
Ú Steven Noomen Bilthoven (Saturnuslaan 30) 1e en 3e wo v.d. maand. (20.00 u.) T: 030 - 2287 212 www.spirituele-integratie.nl
Ú Jivanjili Vianen (Sacha Center, Rietkamp 69) Wekelijkse satsang op wo-avond (20.00 - 22.00 u). www.jivanjili.org
Ú Fokke Slootstra Drouwen (De Verwondering, Lemenweg 2) Compassietraining op di-avond, start 26 jan., 9x. Mindful gelukkig, stress reductie training op maavond start 25 jan. 10x Een Cursus in wonderen, terugkeer naar waarheid en liefde op wo-avond Tools for life 2, het ego doorzien start do-avond, 28 jan., 9x Info: T 0599 512798 en http://www.verwondering.eu/
Ú Nicky Verbeek Hilversum (Wandelmeent 61) maandelijkse satsang (13:30 - 16:00) Nederhorst den Berg (Blijklaan 1) maandelijkse satsang (13:30 - 16:00) Info en aanmelden: www.muhja.nl // info@muhja.nl T 0031(0)6-54988895 W: www.muhja.nl
Ú Sharlih Kruisweg (Gron.) Marneweg 66 Huiskamer Satsang: elke do. 19:30 - 22:00 u Info: hethierennu@gmail.com W: www.hethierennu.nl
Ú Willie Deiman ’s-Hertogenbosch. Advaita yoga bijscholingen. Individuele gesprekken en oefeningen in groepen gebaseerd op Advaita, Jean Klein en het werk van Byron Katie www.deommekeer.nl, williedeiman@deommekeer.nl, T: 073 - 6123987 Ú Erik van Zuydam Den Haag 28 feb Zutphen 2 april Alkmaar 16 april Frandeux Ardennen retraiteweek 12-18 maart; Meer info: www.inzicht-nu.nl Aanmelding: info@inzicht-nu.nl / 020-6613348
Ú Alexander Zöllner Amersfoort: Boeddha Mind Training 6 maart, 29 april-1 mei 2016 Non-dual coaching15-16 februari, 11-12 april, 6-7 juni, 5-6 september zie: www.artoflife.nu en www.ditmoment.be Ú Tony Parsons Amsterdam (Muiderkerk, Linnaeusstraat 37, t/o Tropenmuseum) Vr. 8 - zon 10 april 2016 Vr. 23 - zon 25 september 2016 Zie www.theopensecret.com/
Ú Jan van Rossum Advaitadag: Utrecht Kapelweg 33 (Fort Blauwkapel) Zo 6 maart van 9.45 tot 16.00 uur Reserveren: janvanrossum6@gmail.com, Info 06-11245426 , http://www.janvanrossum.nl/ advaita-avonden (cyclus) in Heusden 4, 11, 18 en 25 maart 19.30 uur info en opgave: http://www.zininboeken.com/ workshops-en-lezingen/advaita-avonden-met-janvan-rossum/
Ú Rupert Spira Amsterdam (St. Ignatiusgymnasium, Jan van Eijckstraat 47) 13 - 15 mei 2016 Meetings start with a Meditation followed by a Question and Answer session. Friday: 19:00 - 21:00 Saturday: 11:00 - 13:00 & 14:30 - 17:30 (with a tea break) Sunday: 11:00 - 13:00 & 14:30 - 17:30 (with a tea break) For all general enquiries please contact Zuzana: zuzanavdm@hotmail.com http://www.rupertspira.com/ Ú Guy Wouters Lier (B) (Huibrechtstraat 17) “Van psychotherapie en coaching naar non-dualiteit.” Satsang twee maal per maand op zaterdagmiddag van 14.00 tot 15:30u. Vanaf einde februari/begin maart. Neem contact op via hetbureaumeteenhart@gmail.com, Tel 034801005. Website: www.guywouters.be Ú Unmani Heerde (Helios Centrum Badhuisweg 3) 5-daagse Intensive: di 19 juli (16:00 u) t/m zo 24 juli (15:00 u). T 0578-695757 op werkdagen (behalve woensdag) 9-13 uur E helios@helioscentrum.nl https://www.helioscentrum.nl/satsang/stand-inthe-fire-intensive-with-unmani Ú Nathan Wennegers SKN Theosofische Bibliotheek. (Deur straatkant, bel “bovenzaal”.) Tolstraat 154, 1074 VM Amsterdam Discussie over keuzeloos gewaarzijn. Zondag 14:00 uur, 6 maart 2016. Meer info: HYPERLINK “http://www.non2.nl” www. non2.nl
[advertentie]
IVAR
grafisch ontwerper m 06 24 27 41 31 e ivar@ivarhamelink.nl w ivarhamelink.nl
InZicht . 1 . 2016
hamelink
•huisstijlen•tijdschriften•boekomslagen• logo’s•boeken•affiches•kaarten•etc.
63
[advertentie]
Nieuw bij Inzicht!
m 24,90
m 24,90
Verborgen wijsheid Erica Rijnsburger Dolly Heuveling van Beek
Non-duale wijsheid Erica Rijnsburger
Dit boek gaat o.a. in op de werking van het superego. Door zelfonderzoek ontdek je hoe bewegingen van lichaam en geest weer vrijelijk kunnen stromen. Je hoeft niet langer iets of iemand te zijn: je kunt eenvoudigweg ‘zijn’ in het moment met alles wat zich aandient. De moed jezelf te bevrijden van de invloed van conditioneringen en onbewuste patronen is een reis op zich.
Dit boek verbindt de insteek van oosterse en westerse psychologie en coaching met de non-duale inzichten vanuit de advaita-traditie. Het biedt daardoor zowel een gedegen theoretische en wetenschappelijke onderbouwing als praktische handvatten, oefeningen en voorbeelden om als bewustzijnscoach en als geïnteresserde lezer op dit pad aan de slag te kunnen.
Tijdschrift Inzicht heeft een nieuwe webshop: www.inzichtboeken.nl
540005 771389 9
SN 1389-5400
Boeken rondom advaita en non-dualiteit zijn te bestellen op inzichtboeken.nl U kunt zich ook via deze shop abonneren op het tijdschrift Inzicht