InZicht 3-2020

Page 1

In Zich t Non-dualiteit en Zelfonderzoek

Neo-advaita

Jaargang 22 - 3.2020 - september - b 7,50


In Zich t InZicht is een tijdschrift voor iedereen die op weg is naar een groter inzicht in zichzelf. Het biedt materiaal dat bij dat zelfonderzoek behulpzaam en inspirerend kan zijn. Liefde voor de waarheid is de leidraad. InZicht is gericht op het doorzien van beperkingen en bevrijding door zelfkennis. Dat betekent het onderscheid ontdekken tussen de begrenzende factoren en het onbegrensde. InZicht is niet gebonden aan een bepaalde traditie en geeft ruimte aan verschillende zienswijzen om de lezer te prikkelen tot de ontdekking van de non duale essentie.

Woord vooraf Philip Renard

Daar is niks mis mee

Redactie Karin Visser redactie@inzicht.org Justus Kramer Schippers Hans Tibben Vaste medewerkers Mieke Berger Han van den Boogaard Win Bück Jacolien Schreuder Unmani Vormgeving/opmaak Ivar Hamelink Tekstcorrectie Geerta Pluut Advertenties Uitgeverij InZicht email: info@inzicht.org internet: www.inzicht.org Jaarabonnement Voor vier nummers 28,90 Losse nummers 7,50 ISSN 1389-5400 www.inzicht.org Opgave en vragen over abonnementen Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Tel. +31(0)251-25 79 24 Fax +31(0)251-31 04 05 Site: www.bladenbox.nl voor abonneren of www.aboland.nl voor adreswijzigingen en opzeggingen. Abonnementenland is ook bereikbaar via Twitter. Stuur uw tweet naar: @Aboland_NL. Opgave en vragen over abonnementen BE Abonnementenland Ambachtenlaan 21 Unit 2A 3001 Heverlee Tel. +32 (0)28 08 55 23 Fax +32 (0)28 08 70 05 Site: www.bladenbox.be voor abonneren of www.aboland.be voor adreswijzigingen en opzeggingen. Beëindigen abonnement Opzeggingen dienen vier weken voor afloop van de abonnementsperiode in ons bezit te zijn. Prijswijzigingen voorbehouden. Afbeelding omslag: © Theodora Plas

4

Joan Tollifson

Het padloze pad door de poortloze poort – het Hier-Nu Wouter van Oord

Een lege prijs voor niemand Nancy Neithercut

Beste lezer

10 16 22

Ramana Maharshi

Shristi-dristi vada, dristi-shristi-vada en ajata vada Dennis Waite

Traditionele advaita versus neo-advaita Kalyani Lawry

Onderscheid, verschil en strikt zijn Colofon

3

Han van den Boogaard

Een eindeloos cadeau

26 28 34 40

Paul van der Sterren

Advaita-stress Neo, traditioneel, het is me even te veel.

45

Franklin Merrell Wolff

De Onuitsprekelijke Stroom van Gelukzaligheid Dick Sinnige

Leer mij zo snel mogelijk geduld​! Jacolien Schreuder

De hel van Sartre

46 50 54

Rubrieken

Column - Unmani Column - Douwe Halbesma Column - Han van den Boogaard Boeken Klassieke tekst Reacties van lezers Advaita 54

39 53 57 58 61 62 63


WOORD VOORAF - KARIN VISSER

De kleurige waarheid

A

f en toe geef ik workshops die gebaseerd zijn op de experimenten van The Headless Way.. Het mooie aan die experimenten vind ik dat ze de directe, woordeloze ervaring van de realiteit mogelijk maken. Een van mijn favoriete experimenten is de ‘hoofdloze cirkel’, waarin een groepje van zo’n man of tien met de armen om elkaar heen in een kring gaan staan en naar de grond in het midden kijken. Als we zo in de kring staan, verschijnt er binnen mijn blikveld een ronde van benen en voeten, inclusief die welke ik de mijne noem. Daarboven verdwijnen de lichamen in, ja, waarin? Ik kan dat ‘niets’ noemen, of de grenzeloze ruimtelijkheid, de leegte, vormeloosheid, of dit ene wat ik gewoonlijk ‘ik’ noem. In dit zichtveld verschijnt de kring van lichamen, inclusief het mijne. Dan gaat het experiment verder. We draaien ons 180 graden om met onze gezichten nu naar buiten gericht, en strekken beide armen voor ons uit in een V-vorm. Links en rechts overlappen mijn armen die van mijn buurman/-vrouw. De ruimte binnen mijn armen is mijn zichtveld. Binnen dat veld zie ik een gele muur, een oranje deurpost en een zwarte klok. Nu vraag ik de anderen om kleuren te noemen van wat zich binnen hun zichtveld bevindt. Ik hoor groen, bruin, goud, wit, blauw... Verbazingwekkend hoeveel kleuren ik te horen krijg links, rechts en achter me in de kleine cirkel. Zelf kan ik nergens blauw of bruin ontdekken. Betekent dat dat de berichtgeving van mijn achterburen onjuist is? Dat ze kleurenblind zijn, liegen of het niet goed begrijpen? Natuurlijk ga ik ervan uit dat hun observatie even oprecht is als de mijne, en even waardevol. Allemaal blijken we iets anders waar te nemen vanuit deze ene hoofdloze ruimtelijkheid, een ander

facet van de realiteit, door andere ogen, een andere geschiedenis, herinnering en conditionering, gesproken in andere taal. Zodra er uiting gegeven wordt aan het directe woordeloze zien, blijkt deze zo veelkleurig, of veel-woordig, als de wereld der vormen zelf. Heeft de weidse ruimtelijkheid daar moeite mee? Niet in het minst! Moeiteloos omarmt Dit hier de schitterende diversiteit. En zijn niet al die stemmen eigenlijk de mijne? Neo-advaita …. Zou deze InZicht moeten gaan over conflictueuze kleuren binnen het zogenaamde advaitagebeuren? In de wereld der vormen zijn conflicten onvermijdelijk. Vormen botsen nu eenmaal. Je kunt daaraan lijden en je kunt daarvan leren. Laat u heen en weer duwen in de volgende artikelen en kijk waar u uitkomt...

3


© 2020 PETER VAN MIERLO

4

InZicht 3.2020


DAAR IS NIKS MIS MEE

Philip Renard

over de twee extremen in de huidige advaita, met methodes, oneliners en vallende kwartjes 5


Wat mij betreft gaat het om een middenweg. Ik beschouw de beide extremen, de moderne advaita en de methodische advaita, als ‘uit het midden geraakt’. De eerste doet aan te weinig, want is geheel onvolledig, en de tweede doet aan te veel, want is doorgeslagen.

I

n veel gevallen van onmin binnen het moderne advaita-milieu wordt over het hoofd gezien dat de kern van alle non-dualistisch onderricht door de eeuwen heen altijd al neerkwam op het volgende:

ger maakt. Het idee dat er door de eeuwen heen in alle non-dualistische tradities gesproken is over een jarenlang onderricht en de noodzaak van een zekere beoefening of training, is vanuit de blik van iemand die ‘er niet is’ uiteraard volslagen onzinnig.

“Jij bent altijd al, ja altijd al, bevrijd, ontwaakt en verlicht.” Adi-boeddha heette dit, zowel in vedantische alsook enkele boeddhistische vormen van non-dualisme. Adi-boeddha wil zeggen dat verlichting nooit niet is geweest, omdat er niet een oorsprong valt aan te wijzen. ‘Verlicht’ is wat je altijd al bent, want jij bent niet geboren, en Kennend Licht oftewel Bewustzijn is altijd al het geval. Het is a priori.

Dit is een van de twee extremen (vaak door anderen ‘neo-advaita’ genoemd) die de polen vormen binnen de moderne advaita vedanta. Het andere extreem vormt de groep die ik hier voor het gemak aanduid als de ‘methodische vedanta’. Advaita vedanta wordt hierin aangeboden als een soort cursus, helemaal gebaseerd op ‘knowledge’ – wát er dan ook maar precies met dit Engelse woord wordt bedoeld behalve de knowledge die in deze benadering vaak ‘vedisch’ wordt genoemd. ‘Ervaring’ (experience) wordt in deze contreien geschuwd als een zeer foutief woord, en zelfs het directe in het onderricht blijkt niet helemaal de bedoeling.* De shruti, dat wil zeggen de ‘onfeilbare woorden’ in Veda’s en Upanishads, daar draait alles om.

De zesde-eeuwse tekst Gaudapada Karika, die beschouwd kan worden als de oorsprong van de advaita vedanta, zegt dan ook onomwonden: “De ware natuur van alle als fenomeen opmerkbare wezens is net zo beginloos als het luchtruim. Je kunt daar geen verschillen constateren, of veelvoud. Alle wezens zijn klaarblijkelijk al verlicht ‘vanaf het allereerste begin’ (adi-boeddha).” [vers IV.91-92]

MIDDENWEG

Sommige mensen zeggen dat dit alles is, en dat we het dus verder niet meer hoeven te hebben over het ‘bereiken’ van verlichting. In het huidige tijdperk komt dit steeds vaker voor. Zulke mensen noemen dit dan bijvoorbeeld ‘het kwartje is gevallen’, of gebruiken een andere oneliner. Vaak ook zeggen zij iets als: “Ik ben er niet”, wat de zaak nog eenvoudi-

Wat mij betreft gaat het om een middenweg. Ik beschouw de beide genoemde extremen als ‘uit het midden geraakt’. De eerste doet aan te weinig, want is geheel onvolledig, en de tweede doet aan te veel, want is doorgeslagen. Zoals gezegd, het altijd-al-verlicht-zijn blijft het uitgangspunt. Maar wat moet je doen als je dit verlicht-zijn niet kunt opmerken? Want allerlei vormen van fascinatie hebben er bij vrijwel ieder mens voor gezorgd dat het zicht op zijn ware natuur, de in

6

InZicht 3.2020


Philip Renard (1944) raakte op jeugdige leeftijd geïnteresseerd in zenboeddhisme. Zijn geestelijk leven begon in Subud, waarin de overgave-oefening, latihan, hem de basis gaf voor verder inzicht: vrijheid van concept of methode. In 1986 leerde hij Alexander Smit kennen,k die hem hielp tot het besef van zijn ware natuur te komen. Hij geeft sinds 1999 satsang. Op zijn website, advaya. nl, geeft hij ook aandacht aan de wezensgelijkheid van advaita vedanta en bepaalde vormen van boeddhisme. Zijn blog, https:// volle-cirkel.blogspot.nl/, gaat over belangstelling en over Dat waar belangstelling geheel is opgelost. Hij publiceerde een aantal boeken, waaronder Non-dualisme, ‘Ik’ is een deur, Atmananda Upanishad, Ramana Upanishad en Het Boek van Besef.

ieder mens aanwezige ‘boeddha-natuur’ of ‘verlichtingsnatuur’, versluierd is geraakt. Elk onderricht draait eigenlijk om het doorzien van deze versluieringen – althans, dit geldt natuurlijk slechts voor zover iemand erkent dat er nog versluieringen van zijn zicht optreden. Bij de ontkenning daarvan is er natuurlijk geen noodzaak meer tot enig spreken, laat staan onderricht. Verschil van mening over het idee dat bevrijding bestaat en dat er een ‘weg’ zou zijn om bevrijding deelachtig te worden, komt wat mij betreft vooral neer op misverstand rondom begrippen. ‘Kennis’, ‘ervaring’, ‘training’, ‘bewustzijn’, ‘direct’, ‘weg’: al die woorden zijn volkomen afhankelijk van ieders interpretatie ervan. Dus zodra mensen beweren dat er ook nog een zekere ‘beoefening’ of ‘training’ noodzakelijk is, hangt het er wel van af wat ze daarmee bedoelen. Er zijn twee mogelijkheden. 1. Je traint naar iets toe. Om ergens te komen of iets te bereiken, namelijk bevrijding. 2. Je traint vanuit iets. Niet om ergens te komen, maar als een natuurlijk vervolg op een eerste herkenning van je ware natuur. Je voelt dat het eenmaal

herkennen van je ware natuur niet ‘het einde’ is en dat de herkenning nog een zekere gewenning behoeft om in te kunnen dalen in je hele systeem. Je traint vanuit het reeds herkende ‘zien zelf’. VOLLEDIG VERSCHILLEND

Ik beschouw dit als twee volledig verschillende zaken, die wel helder uit elkaar gehouden zouden mogen worden. Als iemand er het eerste mee bedoelt, ben ik het eens met de ‘kwartje-viel’-benadering waarin gezegd wordt dat er helemaal niet iets is om naartoe te gaan, omdat jij dat al die tijd al bent. Ergens naartoe gaan en ergens voor studeren betekenen gauw dat er geen oog meer is voor het onmiddellijke. En wat mij betreft is het onmiddellijke oftewel directe juist een van de kernpunten van non-dualiteit. Als je altijd al, en dus ook vanaf je geboorte, verlicht bent – althans in potentie – dan kan de realisatie daarvan, het daadwerkelijk verwerkelijken ervan, uiteraard alleen maar onmiddellijk zijn. Daar kan geen weg naartoe zijn. Geen uitstel, geen cursus of methode, geen enkel medium of middel kan daartoe als een hulp dienen. Maar om meteen te claimen dat de realisatie al zodanig is ingedaald dat er geen enkele vorm van verwarring meer opkomt, zie ik als een valkuil van

Alles draait wat mij betreft om het onmiddellijke Besef 7

w


© PAUL KLEE, A WOMAN FOR GODS 1938

Oog in oog met het mysterie, d.w.z. zo min mogelijk redenerend de andere zijde – de nadruk op ‘helemaal niemand hier’. Een niet-iemand die zich op de niet-bestaande borst klopt. De verwarring die je bij zo iemand nog kunt zien optreden, wordt dan vaak met de uitspraak ‘maar ook daar is niks mis mee’ beantwoord. Steeds blijkt bij mensen van de ‘oneliner-advaita’ dat elke beweging, elk detail, haastig vergezeld gaat van deze gouden uitspraak ‘daar is niks mis mee’. REDENEREN

Het is trouwens een heel opvallend fenomeen dat aan beide zijden, in beide extremen, een nadruk blijft liggen op redeneren.

in de redenering een hoofdrol weggelegd te zijn voor het niet-bestaan van vrije wil. Er wordt een weten omtrent het niet-bestaan van vrije wil aan de dag gelegd, waarbij in het bespreken van talloze onderwerpen de conclusie steeds op hetzelfde neerkomt, namelijk ‘dat ik daar niets aan kan doen, omdat het gewoon gebeurt zoals het gebeurt’. Ik zou dan zeggen: ‘Oké, dan zijn we uitgepraat, want taal vervalt hier’, maar je ziet dezelfde mensen steeds opnieuw ditzelfde blijven zeggen en zelfs een gehoor ervoor uitnodigen.

Aan de ene zijde, de zogenaamde neo-advaita, blijkt

Aan de andere zijde word je snel overspoeld met argumenten die stammen uit het India van minstens drie eeuwen geleden. Het blijkt herhaaldelijk om

8

InZicht 3.2020


‘onfeilbare teksten’ te gaan, en van daaruit wordt dan geredeneerd. Nee, dat levert in het algemeen niet iets op dat ik als echt intelligent ervaar. Veel in deze rigide benadering vind ik eerlijk gezegd een vorm van fundamentalisme. Met iemand praten die uitgaat van dogma’s, met ‘onfeilbaarheden’, dat is voor mij vrij gauw onmogelijk. Maar wat wel meteen hierna gezegd moet worden is dat ik zelf de aandacht voor de schriftelijke traditie heel waardevol vind. En ook moet ik erbij zeggen dat ik bij mijn huidige vertaalwerk van het advaitageschrift Viveka Chudamani veel heb gehad aan het commentaar van Swami Dayananda, die een van de belangrijkste figuren was uit de ‘methodische’ advaita. Een aantal details heeft hij me op een wel degelijk intelligente manier helpen verduidelijken, waar ik hem oprecht dankbaar voor ben. Maar dat is allemaal via het geschreven woord. Dan is de nauwgezette aandacht voor traditie echt op zijn plaats, want het kan allerlei vaagheden tot helderheid brengen. Wat het mondelinge onderricht betreft is dit tot helderheid brengen uiteraard precies zo de hoofdzaak, maar het verloopt gewoon veel onbegrijpelijker. Dan kom je in aanraking met het wonder. Oog in oog met elkaar wordt het meteen een heel andere manier van doen. WAAR ONDERRICHT

Het ware onderricht is wat mij betreft altijd mondeling onderricht, en dit is per definitie direct onderricht. Nooit is het een methode. Het draait altijd om het natuurlijke contact – de enige gelegenheid waarbij je ‘als vanzelf’ op blinde vlekken gewezen kunt worden. Een methodische behandeling van

geschriften is in de meeste gevallen niet zo geschikt om binnen te brengen in dit directe onderricht; het kan heel vertragend werken. Wel kun je pratend uiteraard van alles erbij halen, ook tekstdetails die ertoe doen, zeker, maar niet ten koste van het onmiddellijke contact, het oog in oog staan. Oog in oog met het mysterie, dat wil zeggen zo min mogelijk redenerend, want de kern van de zaak heeft net niet met een argument te maken. Of er wel of niet zoiets is als vrije wil kun je volgens mij niet weten. Niet voor niets zei Ramana Maharshi in zijn Veertig verzen: “Degenen die discussies voeren over wat uiteindelijk de doorslag geeft, lotsbestemming of vrije wil, hebben geen weet van de Bron van zowel lot als vrije wil. Zij die het Zelf kennen als de Bron van lot en vrije wil, zijn vrij van beide. Zullen zij er dan nog in verstrikt kunnen raken?” [vers 19]. Alles draait wat mij betreft om het onmiddellijke Besef. Besef heeft geen enkel soort ‘wil’ nodig, geen tijd, geen enkele redenering, geen ‘kennis’ of methode. Dat alles is dan gestopt. Er is niet iemand die Besef heeft of die in Besef te vinden is – ook ieder ‘iemand’ is gestopt. Wat evident is en nooit onvrij was, is zien zelf. t

* Zo kwam ik bijvoorbeeld onlangs uitspraken tegen waarin kritiek werd geuit op het directe element in het onderricht van Atmananda (Krishna Menon). Zie: www.shiningworld.com/site/satsang/ read/2700

9


10

InZicht 3.2020

© 2020 THEODORA PLAS


Het padloze pad door de poortloze poort – het Hier-Nu Joan Tollifson

Er bestaat geen werkelijke of uiteindelijke verklaring of beschrijving van wat dit is. We kunnen dit bewustzijn noemen, of ervaren, aanwezigheid, zijn, of dat wat is. We kunnen zeggen dat het een droom is, of illusie, of werkelijkheid, of gewaarwordingen, of een subatomaire intergalactische beweging van energie, met atomen, moleculen, planeten, zonnen, zwarte gaten, hersenen, ingewanden en evolutionaire ontwikkeling, of we kunnen het aanduiden met de goddelijke Lila. Maar als we nu eens AL deze woorden laten varen, AL deze concepten, labels, verklaringen en beschrijvingen, wat blijft er dan over? 11


Joan Tollifson is de auteur van Nothing to Grasp, Painting the Sidewalk with Water, Awake in the Heartland en Bare-Bones Meditation, waarvan er twee vertaald zijn bij uitgeverij Samsara: Niets om je aan vast te houden en Ontwaken in het alledaagse. Haar laatste boek Death: The End of Self-Improvement verscheen vorig jaar. Joan woont in Oregon, VS. Meer info: www.joantollifson.com

L

aat op dit moment alle woorden los die je geleerd hebt om te beschrijven wat er hier gaande is: bewustzijn, gewaarzijn, geest, materie, energie, etc. Laat al die woorden gewoon los. Wees hier zonder die woorden.Laat ook alle ideeën vallen die je verzameld hebt, alle verklaringen, beschrijvingen, voorstellingen, conclusies en opvattingen, zoals: alles is bewustzijn, het is allemaal één, alleen God bestaat, er bestaat geen God, alles is een schepping van ons brein, geest gaat vooraf aan materie, materie gaat vooraf aan geest, bewustzijn is alles wat er is, het is allemaal een droom, alles bestaat uit subatomaire deeltjes, er bestaat geen zelf, ik ben een vrouw, ik ben succesvol, ik heb gefaald, ik ben zwart, ik ben blank, ik ben slim, ik ben dom, een persoon is slechts een begoocheling, mijn problemen bestaan echt, alle problemen zijn onwerkelijk, evolutie en geschiedenis bestaan daadwerkelijk, het verleden heeft echt plaatsgevonden, er is nooit iets gebeurd, het is allemaal een illusie, alleen het nu bestaat, alles verandert, gewaarzijn is onveranderlijk, vrije wil bestaat, er bestaat niet zoiets als een vrije wil, etc. Gooi voor nu AL deze ideeën overboord, AL deze verklaringen, formuleringen, beschrijvingen, voorstellingen, conclusies en opvattingen. Wat blijft er dan over?

Er bestaat geen werkelijke of uiteindelijke verklaring of beschrijving van wat dit is. We kunnen dit, wat er dan overblijft, bewustzijn noemen, of ervaren, aanwezigheid, zijn, of dat wat is. We kunnen zeggen dat het een droom is, of illusie, of werkelijkheid, of gewaarwordingen, of een subatomaire intergalactische beweging van energie, met atomen, moleculen, planeten, zonnen, zwarte gaten, hersenen, ingewanden en evolutionaire ontwikkeling, of we kunnen het aanduiden met de goddelijke Lila. Maar als we nu eens AL deze woorden laten varen, AL deze concepten, labels, verklaringen en be-

schrijvingen, wat blijft er dan over? Als je dan nog steeds probeert om datgene wat er dan overblijft te ‘vatten’ als een soort uiteindelijke voorstelling of label – als ware dit het ‘juiste’ antwoord – merk dan deze sterke en vertrouwde neiging van je denkgeest als oude gewoonte op, deze mentale beweging om ‘houvast te vinden’ of ‘jezelf ertoe te verhouden’ en ‘het antwoord te vinden’. Deze manier van functioneren mag dan nuttig en wezenlijk zijn als je aan het uitzoeken bent welke bus je moet nemen, of welk antwoord je moet geven op een schoolexamen, of in vele andere praktische levenssituaties. Maar als een antwoord op de directe herkenning van de non-conceptuele werkelijkheid, waartoe je hier uitgenodigd wordt, is het helemaal niet functioneel. Dus laat die grijpreflex, indien mogelijk, achterwege en ontspan. Wees hier gewoon zonder dat je weet wat dit allemaal is of hoe het allemaal in elkaar zit. Let ook op je neiging om ‘hiervan de juiste ervaring’ te willen hebben, of wat voor soort speciale of bepaalde ervaring dan ook. Kijk of je op zoek bent naar een resultaat of uitkomst – een grote doorbraak of een ontwaken wellicht, een twijfelloze helderheid, een ultieme oplossing voor het grote vraagstuk van het leven, het grote mysterie: Wat is dit? In plaats daarvan, wees hier gewoon, zonder enig doel of enige intentie, zonder verwachting, zonder woorden, zonder te weten wat dit allemaal is, zonder het te hoeven weten en zonder dat jouw ervaring anders hoeft te zijn dan precies zoals die is. Hoor de geluiden (van het verkeer, de wind, het vogelgezang, de blaffende hond, de spelende kinderen), echter zonder ze van een etiket te voorzien. Voel de lichaamssensaties (ademhalen, kloppen van het hart, tintelingen en trillingen, pijn, warmte, kou), maar zonder ze te benoemen. Kijk naar alle kleuren, vormen en bewegingen net zoals je zou genieten van een abstract schilderij. Wees hier gewoon, zoals een baby hier zou zijn, aanwezig en bewust, zonder woorden, ideeën, gedachten of verklaringen.

12

InZicht 3.2020

GRIJPEN


WAT OVERBLIJFT

Natuurlijk stel ik niet voor dat we moeten proberen om voortdurend in een gedachtevrije toestand te verkeren, of dat we ernaar moeten streven om alle woorden, gedachten en ideeën voorgoed uit te bannen. Woorden, ideeën, verklaringen, beschrijvingen, voorstellingen en opvattingen komen allemaal van pas en ze hoeven geen probleem te zijn als ze gezien worden voor wat ze zijn. Ook zij zijn onderdeel van dit hele naadloze gebeuren, maar ze kunnen wel voor immens groot lijden en verwarring zorgen als we de labels, de verhalen en de voorstellingen aanzien voor de werkelijkheid. Deze verhalen, labels en concepten zijn weliswaar ook aspecten van de werkelijkheid – ALLES is namelijk inbegrepen – maar om dat echt te ZIEN moeten we de hypnotische betovering van het geloof erin doorbreken, door ze zo nu en dan opzij te zetten en door te ontdekken, op te merken of wakker te worden voor dat, wat er overblijft als ze verdwenen zijn. Misschien valt het je op hoe ruimtelijk en bevrijdend dit voelt, deze woordloze, non-conceptuele levendigheid die er dan overblijft. En hoe ontspannen en vreugdevol het voelt om gewoon te zijn, om niet te weten wat alles is, om niets anders te willen dan wat is. Of misschien merk je wel angst op, rusteloosheid, verveling of weerstand. Wat er ook maar opkomt, merk op dat dit allemaal slechts voorbijgaande ervaringen zijn, of ze nou ruim voelen of verkrampt, prettig of onprettig, rustig of opwindend. Merk op dat gewaarzijn het allemaal laat zijn zoals het is. In het geval dat er gevoelens opkomen die we gewoonlijk bestempelen als angst, rusteloosheid, verveling of weerstand, zou je kunnen onderzoeken waar deze ervaringen uit bestaan. Merk de gedachten op die deze ervaringen in gang zetten en in stand houden, merk het ‘ik’ op in het centrum hiervan, voel de rauwe sensaties op zich. Ga dieper deze sensaties binnen met open aandacht en kijk of er iets vasts, iets substantieels of blijvends in zit. In het gedachteverhaal lijken deze geestestoestanden heel reëel en massief, net als de ‘ik’ die ze ogenschijnlijk heeft. Maar kijk goed en zie hoe wezenlijk en blijvend iets hiervan eigenlijk is. AANWEZIGHEID

Het padloze pad van ontwaken, dat ik zou omschrijven als onmiddellijk en niet als geleidelijk, bestaat eenvoudigweg uit de herkenning van deze eenvoudige, woordloze aanwezigheid, dit open niet-weten, dit simpele zijn dat altijd hier en nu is. Daarbij kun

je ook zien (op elk moment dat het gebeurt) hoe verwarring ontstaat, hoe lijden plaatsvindt en waar deze ervaringen eigenlijk uit bestaan – de gedachten, de gewaarwordingen, de intrige. Zie de identificatie met een persoonlijk zelf wanneer dit opkomt, de manier waarop we ogenschijnlijk ineenkrimpen tot dit ingekapselde ‘ikje’. In functionele situaties is deze tijdelijk identificatie als een persoon geen enkel probleem – je reageert op je naam, enz. Maar merk op wanneer dit niet echt functioneel is, wanneer de gedachte of het gevoel opspeelt een klein ikje te zijn dat meent de denker van zijn gedachten te zijn en de keuzemaker te zijn; die meent ontoereikend te zijn, gebrekkig, verward, verloren, twijfelend, onzeker, die aan de hand genomen moet worden, die ‘er’ nog niet helemaal is, enz. Zie hoe deze onjuiste identificatie als een afzonderlijk persoon het gevoel geeft nietig en ontoereikend te zijn, afgescheiden en onzeker. Zie hoe je geest vervolgens begint met zoeken en grijpen, en hoe onbevredigend dat is. Merk je neiging op om je zelfbeeld te verdedigen, zelfs om de realiteit en echtheid van je lijden te verdedigen. Kijk of dit schijnbare zelf daadwerkelijk gevonden kan worden, of het enige werkelijkheidswaarde heeft, of dat het gewoon een stel gedachten, gewaarwordingen, gevoelens, herinneringen en mentale beelden is die steeds veranderen. Merk de aanwezigheid van gewaarzijn op die het allemaal gadeslaat en omvat, de onpersoonlijke aanwezigheid die niet ingekapseld is, maar juist onbegrensd, grenzeloos, onbelemmerd en vrij. Merk op dat dit gewaarzijn, deze aanwezigheid, eigenlijk altijd al voorhanden is, zelfs midden in het denken, het verbeelden en het identificeren als een persoon, ook in het verloren en verward voelen. We gaan eigenlijk nooit weg uit het Hier – Nu, deze oneindige, eeuwige, tijdloze onmiddellijkheid die alles is wat er is. Stop en check dit telkens als het anders lijkt te zijn en zie dan dat dit zo is. Merk ook op dat jij deze aanwezigheid bent, dit gewaarzijn en dit hele gebeuren. Er bestaat geen werkelijke scheidslijn tussen binnen en buiten, tussen subject en object, tussen lichaam en omgeving. Kijk goed en zie dat dit zo is. Wanneer er verhalen uit het verleden of over de toekomst opkomen, herken dan dat dit zich nu voordoet, dat het verleden helemaal verdwenen is en dat de toekomst slechts fantasie is. Herken dat je altijd Hier bent in deze onmiddellijkheid, deze aanwezigheid. Merk op dat Hier-Nu geen scheidslijnen of grenzen heeft, geen ervoor en erna, geen begin w of einde.

13


© 2020 THEODORA PLAS

Voor het geheel bestaan er geen obstakels of problemen

Verwijst het woord ‘Ik’ niet ten diepste naar deze oneindige en eeuwige bewuste aanwezigheid, deze ondeelbare eenheid, dit Hier-Nu? Zou het kunnen zijn dat iedereen dit zelfde ‘Ik’ deelt (en IS)? Iedereen met een uniek gezichtspunt en een unieke levensfilm, terwijl dit allemaal plaatsvindt in en als dezelfde grenzeloze bewuste aanwezigheid, dezelfde onmetelijke intelligentie, dezelfde ondeelbare energie? Merk op dat alles vanzelf gebeurt, keuzeloos, zelfs

schijnbare beslissingen en keuzes. We doen altijd precies dat waar het leven ons elk moment toe aanzet. En vervolgens strijkt de gedachte, die zich als ‘mij’ voordoet, voor of na de handeling alle eer op (of geeft zichzelf de schuld), of maakt zich angstvallig zorgen het verkeerd te zien. Merk op hoe gemakkelijk woorden de neiging hebben om zelfstandigheid te suggereren en verdeling te scheppen, waarbij ze zelfs van ‘gewaarzijn’, ‘aanwezigheid’, ‘bewustzijn’, of ‘eenheid’ een object of

14

InZicht 3.2020

‘IK’ EN ‘MIJ’


een bepaalde ervaring trachten te maken. Woorden zoals deze verwijzen naar iets dat nooit tot object kan worden gemaakt. Elke ervaring is niet blijvend – als ze verschijnt, verdwijnt ze ook weer. Eenheid echter, of gewaarzijn of aanwezigheid, is niet een voorbijgaande ervaring, hoewel ze elke ervaring in zich draagt en ook ELKE ervaring is. Maar ze is niet beperkt tot een bepaalde ervaring, en ze is geen object waar we los van staan en naar kunnen kijken of grijpen. Ze is de uiterste eenvoud van precies hier, precies nu, gewoon zoals het is – dit hele gebeuren – inclusief ALLES, zonder uitzondering. OPENEN

De woorden die ik gebruikt heb zijn slechts voorzichtige verwijzingen. Wat werkelijk bevrijdt is open worden voor de non-conceptuele werkelijkheid zelf. Dan zal de dans der vormen – de film van jouw waakbestaan – gewoon doorgaan, en het zal alles omvatten, denken, begripsvorming, herinneren, verbeelden, verhalen vertellen; zo nu en dan zal het de rol van een bepaalde persoon spelen. Iemand met voorkeuren, meningen, interesses, smaken, neigingen, aanleg, enz. Maar dat alles kan gezien worden als het onverklaarbare, niet te vatten, ongrijpbare en onoplosbare spel dat het is. Het kan nu luchtiger en speelser gedragen worden. Zelfs als je je af en toe verliest in het verhaal en klem zit in de maalstroom van emoties en gedachten is dat niet langer een probleem. Het is niet persoonlijk. Het is geen een of andere Kosmische Vergissing. Bewustzijn of intelligentie-energie, of hoe we dit hele gebeuren ook noemen, schept er schijnbaar genoegen in om

veel verschillende dingen te ervaren. Het houdt van verhalen. Het houdt ervan om helemaal op te gaan in een film en het houdt ervan om weer wakker te worden. Is je dit al opgevallen? Dit schijnt inherent te zijn aan onze aard als bewustzijn. Voor het geheel bestaan er eigenlijk geen obstakels of problemen. De wolken beschadigen nimmer de hemel, net als de reflecties in de spiegel haar oppervlak nooit bezoedelen of het vuur in de film het scherm nooit schroeit. Op dezelfde manier tasten al die veelsoortige en uiteenlopende ervaringen nooit de eenheid zelf aan. We proeven deze waarheid elke nacht, wanneer al onze drama’s, zorgen en ervaringen helemaal verdwijnen in onze diepe slaap. Alle woorden en verklaringen, en alle vragen en problemen zijn dan weg. Degene om wie het verhaal schijnbaar draait, degene die er belang bij heeft om dit alles uit te zoeken en iets te bereiken, om iemand te zijn en het goed te doen, ook die verdwijnt. Er blijft niets over om waar te nemen, te ervaren of te begrijpen. Wat een opluchting! En we zien nooit op tegen deze nachtelijke verdwijning – we kijken er zelfs naar uit! En dan verschijnt uit deze duisternis weer het waakbestaan – dit totaal onverklaarbare en verbazingwekkend wonderbaarlijke spel. Geniet van de dans! Geniet van de hele show! Zie hoe kortstondig, tijdelijk, veranderlijk en oneindig rijk en onverklaarbaar dit alles is. Zie hoe het allemaal bestaat uit deze bewuste aanwezigheid. Geniet ervan om te ZIJN wat je onmogelijk niet kunt zijn. Gewoon DIT, precies zoals het is. t Vertaling Win Bück

Theodora Plas maakte voor dit nummer een aantal illustraties! Terwijl covid-19 de wereld in zijn greep kreeg en Nederland overging tot een intelligente lockdown las ik in een zonovergoten voorjaarstuin, waarin geplante zaadjes ontkiemden en groeiden, Wolter Keers’ “Tao’s tuin” Geraakt door de zo treffende en vaak ook poëtische woordkeuze begon ik aan de illustraties, in een periode waarin we gedwongen pas op de plaats moesten maken. Alles wat in de buitenwereld maakbaar, regelbaar leek, bleek dat ineens niet te zijn, de cirkel werd kleiner en leek zich bijna te sluiten. De aandacht naar binnen gekeerd, nam toe, geen onbekend terrein maar toch met een heel andere energie. In de plotselinge zee van tijd kwam me het beeld voor ogen van dolfijnen die vissen bijeen drijven door een cirkel van modder te maken, een cirkel die steeds kleiner wordt, een prachtig helikopterview waarop je eindeloos in en uit kon zoomen. De cirkel opende en sloot zich, opende zich weer en ook ik zwom in en uit, stil met mezelf en de kleine wonderen die zich in de tuin voltrokken, teruggrijpend naar wat bekend en vertrouwd is, zowel in mijn werk als in mezelf en dat tegelijkertijd willen ontstijgen. En altijd was er licht, het licht dat ik, zij het in abstracte vorm, steeds opnieuw zoek en schilderen wil. Het licht tussen de regels en voorbij de woorden, in Tao’s tuin met de cirkels en de stilte. Theodora Plas volgde haar opleiding tekenen en schilderen aan de KABK te s-Gravenhage van 1975-1980. Zij exposeert veel in zowel binnen- als buitenland. Dit jaar viert zij -in stilte- haar 40 jarig jubileum als beeldend kunstenaar.

15


© 2020 PETER VAN MIERLO

Een lege prijs 16

InZicht 3.2020


voor niemand Wouter van Oord

17


Werkelijkheid is niets anders dan het drinken van een kopje koffie, het aantrekken van schoenen en het zitten in een stoel. Niemand doet dat. Alles gebeurt vanzelf. Schijnbaar, want niets is echt of onecht. De wereld is een hologram. Het is vrijheid. Niet jouw vrijheid, maar vrijheid verschijnend als wat schijnbaar gebeurt. Voor niemand! Vrijheid omvat alles en niets. Het is totale moeiteloosheid. Levendigheid van wat is. Reeds volkomen gerealiseerd zoals het is. Die vrijheid is niet het idee van Verlichting dat zoekers voor ogen hebben.

T

ussen traditionele advaita en de moderne communicatie die neoadvaita wordt genoemd gaapt een onoverbrugbare kloof. De twee hebben vrijwel niets met elkaar gemeen. Ik zal proberen het verschil zo helder mogelijk uit te leggen. Wat advaita vedanta behelst weten de meeste lezers wel. Daarom leg ik in mijn beschrijving het zwaartepunt bij neo-advaita, wat een misplaatste benaming is voor een communicatie over dat waarover feitelijk niets kan worden gezegd en wat de bekendheidskwaliteit heeft van het gewone, alledaagse leven. Als eenmaal gezien is wat de wereld werkelijk is, kan niets meer gedaan worden om het subjectieve verhaal van jouw leven en wereld te verbeteren en overeind te houden. Dat was altijd al zo, maar nu wordt met toenemende helderheid gezien hoe het kaartenhuis van jouw persoonlijke verhaal in elkaar stort. Je ziet alle fantasieën over jezelf tot as verteren in een persoonlijk armageddon. Het kan verschrikkelijk pijnlijk zijn. Alles gaat eraan. Ook al

je noties van wat het concept ‘non-dualiteit’ ondersteunde spatten uiteen tot betekenisloze nonsens. Inclusief de ideeën ‘Zelf’ en ‘Essentie’. Er blijft niets over om op te steunen. Je valt hulpeloos in een bodemloze afgrond. Zo lijkt het. Er is geen wereld meer, geen jij, geen verleden en toekomst, geen angst, geen hoop, kortom niets meer waar aandacht zich kan nestelen. Je staat naakt in een orkaan die het onbekende is. Als alle geloof in geloven is gestorven blijft Niet-iets over. Dat Niet-iets noem ik voor de vorm: ‘Dit’ of ‘Het’. En dat is geen nieuwe definitie van ‘iets’. Niets kan nog worden herleid tot een concept. De geest (mind) is leeg van God, het Absolute, subject en object. Niets is nog (be) denkbaar. Niets kan nog worden omarmd als waarheid en de preoccupatie met verleden en toekomst is verdwenen. Deze totale armoede van geest kan niet worden uitgedrukt in woorden. Woorden als ‘Oneindig’ en ‘Heel’ verliezen hun lading. En toch is alles op wonderbaarlijke wijze volkomen duidelijk en helder als Niet-weten.

18

InZicht 3.2020


Wouter van Oord (1946) is autodidact. Hij was werkzaam als zelfstandig ondernemer in de muziekhandel en had het geluk een groot deel van zijn leven door te mogen brengen als bon vivant en reiziger. Op zijn veertiende sloeg bij hem de bliksem in bij het zien van een foto van Ramana Maharshi. Deze gebeurtenis werd de basis voor een leven van onderzoek naar waarheid. Die waarheid werd primair gevonden in de realisatie van Leegte, en vervolgens in het gaandeweg existentieel samenvallen met wat is, de paradox van de volte van de Presentie van afwezigheid.

ZOEKTOCHT

Toen ik indertijd Nisargadatta ontdekte en zijn ‘I Am That’ las, leek er zich een heel nieuwe spirituele dimensie te ontvouwen. Ik had net afscheid genomen van een langdurige worsteling met de westerse gnostische mystiek. Wat ik in ‘I Am That’ las, liet ik diep inzinken, ook al begreep ik niet alles. Maar toch groeide er een frisse kijk op hoe de werkelijkheid in elkaar lijkt te zitten en ik kreeg het krachtige gevoel dat ik op het goede spoor zat. Alsof Verlichting binnen handbereik lag. Maar in alle jaren dat ik me intensief in zijn boodschap verdiepte gebeurde er feitelijk niets. Ook niet in de satsang met zijn Nederlandse leerling Alexander Smit. Al waren dat beslist hoogtepunten binnen de zoektocht. Ik reisde naar Poona in India en hoorde daar Bhagwan Shree Rajneesh spreken over advaita vedanta. Ook hij communiceerde de boodschap dat jij het Bewustzijn bent waar alles in verschijnt en dat dit Bewustzijn onsterfelijk is en zelfs kan uitgroeien tot kosmische proporties. Volgens Bhagwan was er hoop voor de mensheid en was een komende nieuwe mens aanstaande. Het grappige is dat de Rozekruisers in Haarlem hetzelfde beweerden, zij het in een meer astrale vorm. Voor hen was een Zorba de Boeddha van vlees en bloed volstrekt ondenkbaar. Toch bleef ik ook bij Bhagwan twijfelen aan de boodschap. Natuurlijk waren er grootse momenten van inzicht en de daarbij behorende euforie. In de ashram in Poona was goddelijkheid je dagelijkse aureool. Een kroon die je droeg als een koning met een doldrieste identiteit. Maar pas na de verschuiving in perceptie (The Shift) werd volkomen helder in het panoramische perspectief dat alle rigide overtuigingen de eenvoud van Zijn verdoezelen en uit zicht houden. Alle spirituele bagage is een molensteen om de nek die je op je plaats houdt ten opzichte van de leermeester, die feitelijk niet meer of minder weet dan jij. Je blijft

een bedelaar. Je wordt niet vrij van zijn zelf verzonnen richtingwijzers. Je blijft aan hem kleven als een vlieg aan een vliegenvanger. Degenen die door de verschuiving in perceptie zijn getransformeerd naar een meer fundamenteel onverdeeld zien van de werkelijkheid zoals die is, komen van een heel verschillende achtergrond. Velen hebben zich nooit aan een goeroe gecommitteerd en zijn altijd onafhankelijk gebleven in hun zoektocht. Ik ben daar zelf een goed voorbeeld van. Er bleef altijd een gezonde twijfel. Mijn leven heeft nooit tussen twee werelden gestroomd. Niet tussen Niets en Alles in de zin van absoluut en relatief. Maar ik wandelde altijd als een zot op het scherp van de snede. Romantisch uitgedrukt ben ik leeg door het bestaan in een lege boot gelegd en met de rivier meegedreven naar de oceaan en daar verzwolgen ins blau hinein…… Er is geen diepere presentie dan het onmiddellijke! Er is geen waarachtige ‘jij’ die Bewustzijn is en overblijft als DAT wanneer alles gestorven is. Er is geen bewuste, getuigende ‘jij’ losstaand van de gedachtestroom. ‘Jij’ hebt geen ware natuur als absoluut Bewustzijn. Zonder gedachte is er geen essentiële ‘jij’ te vinden! Er is alleen maar wat schijnbaar gebeurt als wat er onmiddellijk is. Meer niet! Dieper gaat het niet. VERSCHILLEN

De boodschap van traditionele advaita gaat over ‘worden’ en ‘Zijn’. De leraren en het onderricht suggereren dat zij iets hebben gerealiseerd wat jou ontbreekt of nog tot ontwaken moet worden gebracht. De leer impliceert dat er een bestemming is en houdt het besef gaande dat er een betere toestand is, een gouden toekomst in een ruimer, absoluut Bewustzijn. De goeroes leren dat dit Bewustzijn jouw diepste kern is en dat jij die kern kan realiseren in een proces van intensief zelfonderzoek en w meditatie.

19


Deze totale armoede van geest kan niet worden uitgedrukt in woorden

© CRN AUSTRALIA

De communicatie die neo-advaita heet gaat over Niets. Die communicatie heeft geen agenda en is zonder nut. Leegte heeft daar geen nut zoals de Tao Te King leert. Het gaat bij neo-advaita over niets bijzonders. Er is daar niks te halen, geen aanwijzing, geen vingerwijzing, er wordt geen pad gewezen, geen verklaring afgelegd omtrent een werkelijkheid, geen methode aangereikt om iets te bereiken. Neoadvaita zegt dat er niemand is. Het is leeg achter je ogen en tussen je oren. Je bent een lege huls. Geen entiteit. Niets is van jou. Jij bestaat alleen in de gedachtestroom tussen de synapsen in de hersenschors. Daar is je enige schijnbare, vluchtige bestaan. Werkelijkheid is niets anders dan het drinken van een kopje koffie, het aantrekken van schoenen en het zitten in een stoel. Niemand doet dat. Alles gebeurt vanzelf. Schijnbaar, want niets is echt of onecht. De wereld is een hologram. Het is vrijheid. Niet jouw vrijheid, maar vrijheid verschijnend als wat schijnbaar gebeurt. Voor niemand! Vrijheid omvat alles en niets. Het is totale moeiteloosheid. Levendigheid van wat is. Reeds volkomen gerealiseerd zoals het is. Die vrijheid is niet het idee van Verlichting dat zoekers voor ogen hebben. Verlichting is een mentale fantasie die veronderstelt dat er een ontwaakt individu is dat losstaat van wat verschijnt en wat de naam Bewustzijn draagt. Dat is een hersenschim. Neo-advaita spreekt niet over Verlichting en neemt ook niet graag het woord ‘Bewustzijn’

in de mond. Bewustzijn is geen ‘ding’. Perceptie is geen ‘ding’. Er is niemand die slaapt. Niemand die kan ontwaken. Neo-advaita is een communicatie in niet-weten. De communicatie dat niets kan worden gekend. Dat alles het onbekende is. Niemand weet wat iets is en zal dat nooit weten ook. Er zijn geen ‘anderen’. We bestaan slechts in elkaars perceptie als het vluchtige evidente. Dat kun je Liefde noemen. Maar wat je bent is naamloos en staat niet los van wat er is en wat schijnbaar gebeurt. Wat gebeurt en het simultane zien ervan zijn onverdeeld. Het bestaan is naamloos en naadloos het Ene zonder een tweede. Wellicht is deze laatste formulering de enige flinterdunne overeenkomst met traditionele advaita, wat ‘niet-twee’ betekent. Onverdeeld totaal en compleet. Voor neo-advaita is alles de droom waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Verlichting behoort ook tot die droom, evenals ontwaken en bevrijding. Niets gaat ergens heen. Niets komt ergens vandaan. Niets gebeurt waarachtig echt. Er is geen drama. Geen verhaal. Niemand leeft, niemand sterft. Wat Is kan niet worden begrepen. Het is een onvoorstelbaar Alles en Niets dat zichzelf schrijft als een liefdesbrief aan zichzelf. De mysterieuze verschuiving in perceptie is een lege prijs voor niemand. t

20

InZicht 3.2020



22

InZicht 3.2020


Beste lezer Stel je voor dat deze enorme leegte die je je hele leven hebt proberen te vullen er echt is. Dat je een vloeiende gedachtedroom bent en uiteindelijk alleen bent; maar hier ben je dan, magisch aanwezig en dansend in de afgrond van het liefdesravijn.

S

tel je voor dat je je handen een kanten kleed ziet haken, je voeten over een pad ziet lopen, je stem hoort zingen, je duim op een glazen scherm liedjes hoort tikken en nooit het gevoel hebt dat er iemand is die iets doet of niet. Stel je het gevoel voor dat er geen afzonderlijke dingen zijn. Dat geen enkel ding lastig gevallen wordt door andere dingen, zoals dat in een universum van pingpongballen gebeurt. Dat je niet langer het gevoel hebt dat dit een universum vol vlijmscherpe randen is die allemaal voelen als muren tussen je gebroken hart en een liefdeslicht waarvan je zeker weet dat het ergens moet zijn. Stel je voor dat je altijd weet dat er geen ander, beter of daarna is; dat wat er lijkt te verschijnen het altijd is. Zou er geen naadloos gemak, geen onuitsprekelijke rust zijn ongeacht wat er blijkbaar verschijnt als alle hoop en angst en elke behoefte aan het nooit opkomende volgende moment verdwenen zijn? Stel je voor dat je niet langer probeert jezelf, anderen of de wereld te veranderen of te verbeteren, omdat je twijfelloos weet dat het leven volkomen perfect is, precies zoals het blijkbaar verschijnt. Stel je voor dat je weet dat niemand, en ook jij niet, de aanstichtster is van haar denken, voelen of handelen; dat het leven zichzelf doet, helemaal spontaan. Stel je voor dat je altijd weet en voelt dat

Nancy Neithercut

er geen afzonderlijke dingen, gevoelens, gedachten of momenten zijn. En dat er geen goede of verkeerde manier van voelen, denken, handelen, leven, liefhebben of sterven is. Stel je voor dat je weet dat jij en iedereen van wie je houdt, of van wie je ooit hebt gehouden, een droomfiguur is in een toneelspel dat niemand geschreven heeft maar dat zingt uit zichzelf; dat alle maten en dimensies net als tijd en liefde verzonnen zijn. Stel je voor dat je weet dat dit leven, precies zoals het blijkbaar verschijnt, het enige leven is dat je ooit kennen zult en dat er niemand is die daaraan ontsnappen kan. Stel je voor dat je ten diepste weet dat alhoewel liefde en schoonheid alleen in de droom verschijnen door jouw prachtige ogen en dat anderen niet bestaan, jij je denkbeeldige weerspiegeling uitsluitend zien kunt in deze liefdesdans met anderen. Stel je voor dat deze enorme leegte die je je hele leven hebt proberen te vullen er echt is. Dat je een vloeiende gedachtedroom bent en uiteindelijk alleen bent, maar hier ben je dan, magisch aanwezig en dansend in de afgrond van het liefdesravijn. Sommige van deze woorden zullen terechtkomen in bekende hokjes. Sommige slaan de groeven van je gebruikelijke denkpatronen misschien over en schieten je als een katapult uit de aannames van het zeker weten richting een onbepaalde onzekerheid. Schaduwen flikkeren en wervelen langs en door w je voeten, je gezicht en hart in deze dans zonder

23


“In 2011 maakte ik een fornuis schoon toen de vlek plotseling de vaatdoek werd, mijn hand werd, de ruimte werd, het fornuis werd, omdat alle scheidslijnen tussen dingen en momenten en mijzelf en de buitenwereld oplosten. Er was een intense psychologische en fysieke ontspanning en ik was stomverbaasd dat mijn lichaam niet op de vloer uiteenviel! Het was overduidelijk dat er niemand was die het leven leidde, en dat het leven zich niet aan een ‘mij’ voordeed. Het was het einde van een mensenleven dat voortgedreven werd door hoop, angst en de behoefte aan een nooit verschijnend volgend moment. Het was alsof tijd gestorven was. Het was alsof ik gestorven was hoewel het overduidelijk was dat ik nooit bestaan had.” Nancy heeft een vijftal gedichtenbundels gepubliceerd.

centrum of rand. Licht en wind stromen van overal en nergens en van binnen en buiten. Er is geen bron die je gedachtestromen echoot omdat je er niet van gescheiden bent. Je kunt geen afzonderlijke gedachten, gevoelens of momenten vinden, of iets om vast te houden, of een plaats voor rust. Je bent het zoeken naar zekerheid zelf, de angst voor het niet-weten, de angst voor het verdwijnen in deze liefdesdans waarmee je verlangt samen te smelten. Je kunt er niet mee samensmelten omdat je het al bent. Je bent nooit gescheiden geweest van wat gaande is, van deze prachtige levensstroom, van dit vluchtige windballet dat jou lijkt te omhelzen en je heen en weer beweegt. Je bent het heen en weer bewegen zelf, de poging het vast te pakken en deze magie te stollen, waarvan je denkt dat die zich achter je schaduw bevindt. Maar er is niets dat je weerspiegeling spiegelt, niemand die jouw schoenen vult en je over de dansvloer beweegt. Er is ook geen vloer om op te staan of te dansen, om op te liggen als je sterft. Jij bent het prisma tussen het denkbeeldige bekende en het onbekende dat kleur en licht giet in de droom. Dat de pagina’s van jouw verhaal doet overstromen met liefde en schoonheid, en op het moment dat deze woorden jou schilderen, weer verdwijnt. Zoals het altijd geweest is, en desondanks nooit geweest is en nooit zal zijn, ben je deze immer opkomende, immer verwelkende bloeiende levensbloem, die zijn zacht vibrerende levendigheid ervaart als een symfonie van waarneming en de niet te scheiden herkenning daarvan. Geschilderd met aquarel tranen in een rivier van gezangen, geschreven met lucht in lucht, met je adem en hartklop, zingt het leven jou, en zing jij deze woorden waarbinnen je verschijnt.

24

Je komt naar mij toe met je methoden en oefeningen waarvan jij denkt dat ze leiden tot een vredige geest. Ik zeg je dat de rust waarover ik zing niets te maken heeft met aanwezige gedachten of niet. Ik zie je niet als aanstichter van je denken, voelen, geloven of handelen. Ik voel je verlangen naar deze stilte, deze rust, waarvan je gelooft dat je oefeningen je die zullen geven. Je bent dit verlangen En deze stilte Je kunt het nergens vinden Of opnieuw creëren. Al deze leraren en leringen impliceren iets te hebben en jij niet. Dat je iets zou mankeren. Ik zie je niet als gebroken. Ze impliceren dat er een bestemming is en versterken het pijnlijke geloof in anders, beter, meer en daarna. Alles wat er is, is dit tijdelijke, beweeglijke, grenzeloze wat je al kent .... Ik vind je onuitsprekelijk prachtig, wat jij ook gelooft of denkt. En ik huil omdat je dit niet ziet Niemand kan zijn eigen schoonheid zien. Kom dichterbij zodat we ons koesteren kunnen in de schoonheid van elkaars weerspiegeling … deze denkbeeldige ruimte tussen ons, de enige plek waar we bestaan. Ik ben hier niet om je te helpen of te genezen. Ik heb je niets te geven. Ik kan deze sublieme leegte niet delen omdat er niemand is die haar heeft. Ik zal je niet nog meer leugens vertellen die je vlechten kunt in de angstmuur van niet-weten die je nu bent.

InZicht 3.2020


© JOHN WALKER

Hoe graag stuur ik je een lege fles wind die je bezeilen kunt in een bekertje van karton

Een klein doosje schelpen… een kamer vol wind… hectares lege lucht… koelkastgezoem… geluid van de lachende zee Hoe graag stuur ik je een lege fles wind die je bezeilen kunt in een bekertje van karton, en deze schoonheid drinken kan die mij tevoorschijn schildert, die haar kwast doopt in diepe echo’s, en kleur, tranen en bloed verft in een stroom van weerspiegelingen De ochtend slaapt Gedachten weven deze nachtdroom zachtjes in een dagdroom Lyrisch fluitspel weeft en ontrafelt zichzelf als transparante wandkleden

Scheren, duiken, nemen een vlucht Verbeelden deze glinsterende aanwezigheid Kleuren zonder begin of einde smelten in en door een kortstondig wervelend kleurenspel Verschroeiend en schitterend als de dageraad Vloeibare ogen ben ik En wateren Stromend … Volslagen verbazend, en prachtig jij! t

Uit: This is it, Coyote, Nancy Neithercut

25


Shristi-dristi vada, dristi-shristi-vada en ajata vada drie theorieën met betrekking tot realiteit Ramana Maharshi

I

n de klassieke advaita vedanta (non-dualiteit) onderscheiden we de drie belangrijkste theorieën of standpunten met betrekking tot realiteit, die we aanduiden als shristi-dristi vada, dristi-shristi vada en als laatste ajata vada. Hoewel deze Sanskriet woorden complex lijken, is het idee erg eenvoudig. Sri Ramana Maharshi legt hieronder uit wat ermee bedoeld wordt. Het helpt wellicht op te merken dat ‘vada’ staat voor theorie of standpunt.‘Shristi’ betekent de ‘wereld’ of ‘schepping’ en ‘dristy’ betekent letterlijk ‘zicht,’ maar refereert binnen deze context aan ‘bewustzijn,’ en ‘jata’ is ‘geboorte.’ Door er de letter ‘a’ voor te plaatsen wordt de betekenis tenietgedaan waardoor ‘ajata’ de betekenis van ‘ongeboren’ krijgt.

het bewustzijn laat ontstaan. Dristi-shristi vada betekent dat het primaat ligt bij het bewustzijn, dat de schijnbare wereld tevoorschijn tovert.Ten slotte is er ajata vada, dat uitgaat van de idee dat er in het geheel geen schepping bestaat. Alleen het Absolute is. Om dat nader te belichten volgt hier een fragment uit het boek ‘Day by Day, met Bhagavan’ van 15 maart 1946 1. (Tom Das, 12 september 2019) RAMANA MAHARSHI:

Bijgevolg is shristi-dristi vada het standpunt dat de wereld reeds bestaat en dat die daarna

Ik geef niet enkel onderricht in de ajata-doctrine. Ik keur alle scholen goed. Dezelfde waarheid moet op verschillende wijzen uitgedrukt worden, aangepast aan het verschil in aanleg van de toehoorder. De ajata doctrine stelt: ‘Niets bestaat behalve de ene realiteit. Er is geboorte noch dood, een wereld als voorstelling noch een oplossen van die voorstelling. Er is geen mukta (zoeker), geen mumukshu (wie be-

26

InZicht 3.2020


vrijding zoekt), geen mukta (bevrijd persoon), geen gebondenheid, geen bevrijding. Die ene eenheid is het enige wat er tijdloos is.’ Voor wie het moeilijk vindt deze waarheid te bevatten en vragen: “Hoe kunnen we deze solide wereld die we om ons heen zien ontkennen?” wordt gewezen op de droomervaring. Hun wordt verteld: “Alles wat je ziet hangt af van wie ziet. Zonder iemand die ziet wordt er niets gezien.” Dit is de dristi-shristi vada-doctrine of het principe dat iemand eerst iets vanuit zijn mind schept en daarna aanschouwt wat zijn mind zelf heeft geschapen. Voor wie dit niet te begrijpen valt en ertegen inbrengt dat ‘de droomervaring zo kort is, terwijl de wereld altijd bestaat. De droomervaring was voor mij beperkt. Maar de wereld wordt niet alleen door mij gevoeld en gezien, maar ook door zovelen. We kunnen zo’n wereld toch niet als niet-bestaand aanmerken,’ wordt shristi-drishti vada als tegenar-

gument gebruikt. Hun wordt verteld: ‘God schiep eerst iets, uit dat iets schiep hij een element, en uit het element schiep hij weer iets anders en zo verder.’ Alleen dit argument is voor deze mensen bevredigend. Anders is hun mind niet bevredigd en vragen ze zichzelf af: ‘Hoe kan het dat alle geografie, alle landkaarten, alle wetenschappen, sterren, planeten en de wetten waaraan ze onderhevig zijn en alle kennis volkomen onwaar zijn’? Het beste is hun te vertellen: ‘Ja. God schiep dit alles en dus zie je het zo.’ Dr. M sprak: ‘Maar niet al deze doctrines kunnen waar zijn, er kan er maar één waar zijn.’ Bhagavan zei: ‘Alle drie zijn er alleen maar om overeen te stemmen met het verschil in aanleg van de leerling. Het Absolute kan alleen één zijn.’ t 1. Uitgegeven in Sri Ramanasraman, Tirunannamalai, ISBN 81880118-82-1. Dagboek van A. Devarala Mudaliar.

27


© HANS TIBBEN 2020


Traditionele advaita versus neo-advaita Dennis Waite

Het onderricht en de praktijk van de traditionele advaita zijn als een droomtermiet die de fundering van onze grootse illusie ongemerkt aanvreet tot het hele onwetendheidbouwsel zoveel kennisgaten heeft dat het instort. Ze functioneren binnen de context van onze actuele ervaring en vernietigen geleidelijk alles wat we ons verbeelden te zijn. Ze voorzien in oefeningen om te ontdekken dat we niet handelen, of dat we onze gedachten niet zelf voortbrengen. Natuurlijk zijn dit kunstmatige middelen die zelf ook een onderdeel van de illusie zijn, maar ze helpen om langzaam maar zeker de greep van onze misvattingen te verslappen.

29


Dennis Waite (VK) was ongeveer zeven jaar oud, toen hij besloot niet meer naar de zondagsschool te gaan. Als er een God is, dan is hij niet in de hemel, maar moet hij overal zijn, meende hij. Hij werd een actieve zoeker rond zijn twintigste en was er inmiddels van overtuigd dat hij niet blijvend gelukkig zou worden door het najagen van werelds succes. Hij studeerde aan de School of Economic Science (SES) in Londen, waar o.a. lesgegeven werd in advaita vedanta. Hij bleef tot 1998 aan de school verbonden, waarvan hij de laatste jaren ook zelf les gaf. Dennis’ website Advaita Vision (www.advaita.org.uk) is een van de meest bezochte en gerespecteerde websites over advaita vedanta.

H

et woord ‘neo’ betekent ‘nieuw’ en dus is ‘neo-advaita’ onmogelijk. Advaita betekent ‘niet twee’ en refereert aan de non-duale realiteit die altijd was, is en zal zijn – onveranderlijk omdat verandering onvermijdelijk iets van het ene naar het andere moet zijn, wat tegenstrijdig is. Daarom kan er geen ‘oude’ en ‘nieuwe’ advaita zijn: er is alleen de waarheid. Na dit gezegd te hebben is advaita een concept, een filosofische term in een taal die onvermijdelijk dualistisch is, ontwikkeld voor het gebruik in de wereld van verschijningen waarin ‘wij’ lijken te bestaan. Het advaita-concept bedoelt te refereren aan de niet-waarneembare realiteit die ten grondslag ligt aan alle verschijningsvormen. En, voor zover taal in staat is naar deze realiteit te verwijzen (liever dan ‘beschrijven’ wat onmogelijk is) zijn de woorden, gebruikt door zowel de traditionele advaita-leraren als de moderne ‘neo’-satsangleraren, in wezen dezelfde. Maar de benaderingen lopen uiteen zodra er een poging gedaan wordt de ogenschijnlijke wereld en ‘mijn’ schijnbare plaats erin te rationaliseren met deze non-duale realiteit. Traditionele advaita refereert expliciet aan het fenomenale niveau – vyavahAra – waarin objecten en mensen lijken te bestaan en waarin sommige mensen zoekers worden en een pad naar zelfrealisatie gaan volgen. Neoadvaita-leraren proberen dit alles te ontkennen en hechten aan de realiteit, en alleen de realiteit – er is alleen ‘gewaarwording’ of ‘een verhaal’; er is niemand, geen zoeker, geen doener en geen pad. Er is niets dat gedaan kan worden om de niet-bestaande zoeker naar iets te leiden dat al hier en nu bestaat.

30

Het onderricht van traditionele advaita is geleidelijk. Het begint op het punt waar we geloven dat we zijn. Het erkent de identificatie met het lichaamgeestorganisme, met verlangens, angsten, enz., en tracht dit geloof stukje bij beetje te ondermijnen door gebruik van onbetwistbare logica en verschillende middelen die de overheersing van het ego proberen te verminderen. In tegenstelling daarmee probeert neo-advaita de waarheid van het probleem meteen op te dringen aan de onvoorbereide geest (en ontkent daarmee het hele bestaan van de mind), en biedt geen proces van een geleidelijk onderscheidingsvermogen of logische ontwikkeling. Ze zegt: ‘Dit is het’, en daarmee klaar! Het verbijsterde ego kan achterblijven met de intellectuele acceptatie dat het niet echt bestaat, maar blijft eigenlijk net zo krachtig als het altijd al was. DROOMLEEUW

Eens in de paar maanden verschijnt er een oude vriend in mijn dromen. We praten en gaan samen ergens naar toe en alles lijkt perfect normaal. Het enige probleem is dat deze vriend al meer dan dertig jaar dood is. Natuurlijk is mijn wakend ego zich hiervan welbewust maar mijn dromend ego niet. Niets lijkt vreemd in de droom. Als een droompersonage naar me toe zou komen en zou zeggen: “Kijk, dit kan je vriend toch niet zijn want die leeft niet meer”, zou ik waarschijnlijk iets antwoorden als: “Onzin! Ik zie hem toch. Denk je dat ik hem niet zou herkennen? Ik praat met hem en hij geeft me volkomen zinnig antwoord. Hoe zou hij dood kunnen zijn?” Een van de metaforen die de klassieke advaita gebruikt met betrekking tot verlichting is die van de droomleeuw. Het idee is dat we gelukkig en wel verder dromen en alle gebeurtenissen als echt

InZicht 3.2020


accepteren ongeacht hoe dwaas ze de ontwaakte later toeschijnen en ondanks dat niets in de droom ons helpt om te ontwaken tot de ‘realiteit’ van de waakstaat. Maar als we een leeuw tegenkomen in de droom die ons ziet, zich omdraait en aanvalt, dan worden we waarschijnlijk wel wakker. Er wordt gezegd dat een gebeurtenis in onze waak‘droom’ net als een droomleeuw ons kan helpen om te ontwaken tot de ware realiteit. Het lijkt mij dat de neo-advaita-leraar eigenlijk net het personage in de droom is, die naar me toe komt en zegt dat ik me mijn vriend, tegen wie ik praat, verbeeld omdat die dood is. Die informatie gaat niet samen met mijn ervaring. Het schijnt dat ongeacht hoeveel zo’n leraar praat over hoe de dingen ‘werkelijk zijn’, dat er geen persoon, geen zoeker, geen bevrijding enz. is, het geen verschil maakt omdat de gebruikelijke ervaring doorgaat en in tegenspraak is met die bewering. DROOMTERMIET

In tegenstelling daarmee functioneren het onderricht en de praktijk van traditionele advaita als een droomtermiet die de fundering van onze grootse illusie ongemerkt aanvreet tot het hele onwetendheidbouwsel zoveel kennisgaten heeft dat het instort. Ze functioneren binnen de context van onze actuele ervaring en vernietigen geleidelijk alles wat we ons verbeelden te zijn. Ze voorzien in oefeningen om te ontdekken dat we niet handelen, of dat we onze gedachten niet zelf voortbrengen. Natuurlijk zijn dit kunstmatige middelen die zelf ook een onderdeel van de illusie zijn, maar ze helpen om langzaam maar zeker de greep van onze misvattingen te verslappen. De realiteit waar beide leringen over spreken zijn

Een droomleeuw kan ons helpen te ontwaken tot de ware realiteit dezelfde – er is er maar één. En misschien is neoadvaita hier zelfs beter in omdat ze moderne taal gebruikt en geen Sanskriet termen die verwarrend zijn voor de westerse mind. Maar dit lijkt dan ook alles te zijn wat neo-advaitaisten doen. Ze ontkennen het niveau van verschijnselen waarin iedereen vastzit (waarschijnlijk inclusief zijzelf). Ze zeggen dat er niets gedaan kan worden om de onwetendheid te verwijderen omdat onwetendheid zelf ‘onderdeel van het verhaal’ is. Traditionele advaita beweert in tegenstelling daarmee dat onwetendheid door kennis verdreven kan worden, wat het mogelijk maakt de illusionaire slang te zien voor wat hij altijd al was – een touw. Ze beweert dat de mind voorbereid kan worden deze kennis te accepteren, bijvoorbeeld door het verwerpen van het ego te beoefenen door bhaktiyoga, of de kracht van het ego te reduceren door de verlangenloze actie van karma-yoga. AANTREKKINGSKRACHT

De aantrekkingskracht van neo-advaita valt niet te ontkennen - er is niets te doen omdat er geen doener is, en geen openbaring om te ontdekken dat dit

31

w


© FREEPICK.COM

Val me niet lastig met rekenkunde; ik wil kwantum-mechanica leren! het is, hier en nu. We kunnen stoppen met zoeken omdat er geen zoeker is en niets gezocht kan worden. Het is niet nodig om Sanskriet te leren, of om een leven lang (of vele levens) te studeren met een leraar. Meer kennis vergaren helpt niet, en zal alleen verder belemmeren omdat het ego misleid wordt te denken dat het vorderingen maakt. Inderdaad, het zoeken zelf dient alleen om het ego te versterken. Alles is goed zoals het is. We hoeven dit alleen maar te accepteren. Maar dit is enkel de herformulering van waarheid. Het is de gedroomde goeroe die de gedroomde volgeling vertelt over de waakstaat. ‘Niets mis met de droom,’ zegt hij. ‘Het is slechts een verschijning in de mind. Zowel jij (dromend ego) als de (droom) wereld is niets anders dan de mind zelf. Hoe juist dit ook moge zijn, het helpt niet om de gedroomde

32

volgeling te laten ontwaken en de waarheid van wie ontwaakt is te realiseren. Het zorgt er niet voor dat wie ontwaakt is oplost in de waakstaat binnen de droom opdat de droomwereld gewoon ervaren kan worden als een doorwrochte constructie waarin Bewustzijn, het ware Zelf, nooit kan worden aangetast. In die zin is het uiteindelijk van geringe waarde voor de schijnbare zoeker die precies dat wil: het ervaren van de ontwaakte droom in de wetenschap dat ‘hij’ niet werkelijk bestaat, nooit zal sterven, etc. (De neo-advaita-adept zal er vanzelfsprekend snel op wijzen dat niets in werkelijkheid van enige waarde is, maar dan komt het erop neer dat dit hele verhaal alleen schijnbaar bestaat.) GEVAREN

Er zijn twee belangrijke gevaren wat betreft de neo-advaita-‘beweging’. Ten eerste is er de moge-

InZicht 3.2020


lijkheid dat charlatans, na het horen of lezen van enkele fundamentele elementen in de ‘beschrijving’ van de realiteit, nu zelf een paar ‘routines’ bedenken en zichzelf in spirituele kringen aanprijzen. Als ze goede sprekers of acteurs zijn kunnen ze zeker hun boterham verdienen door ‘zoekers’ zo te misleiden dat hun eigen gebrek aan ware kennis verborgen blijft, net als het feit dat zijzelf niet dichter bij een ‘realisatie’ zijn dan hun volgelingen. Ten tweede kunnen zoekers zelf misleid worden om te geloven dat er een schoonschijnende realisatie bereikt is, terwijl ze eigenlijk alleen met een psychologisch probleem in het reine gekomen zijn dat hun leven moeilijk maakte. Het einde van dat lijden kan gemakkelijk gezien worden als een ‘bevrijding’. Natuurlijk is dat niet slecht, maar het heeft niets te maken met verlichting. Soms worden deze mensen zelf weer leraren, en zijn geen charlatans in de ware zin van het woord, omdat ze zelf geloven dat ‘realisatie’ heeft plaatsgevonden. Je kunt niet vertrouwen op het gebruik van taal (zoals het vermijden van het woord ‘ik’ bijvoorbeeld) als indicatie dat het ego van de spreker werkelijk dood is. Inderdaad, het ego kan er heel wel mee leven dat er niet aan zichzelf gerefereerd wordt als het ondertussen denkt dat het ‘gerealiseerd’ is en de anderen niet! (En andersom is er geen behoefte of verlangen om het woord ‘ik’ te vermijden in de afwezigheid van het ego.) DE LADDER

Hiermee wil ik niet zeggen dat dit soort gevaren in de klassieke advaita niet bestaan, maar tenminste is er het argument dat iemand die jaren de geschriften bestudeerd heeft, gelezen en onderricht gevolgd heeft, dit niet gedaan heeft voor het geld. Ook

hebben duizenden jaren van traditioneel onderricht benadrukt dat een voorbereiding in de vorm van kennis opdoen over de waarheid, waarde heeft. Er wordt gepleit voor zaken als zelfverloochening, onderscheidingsvermogen en zelfbeperking, onderwerpen die zeer waarschijnlijk niet genoemd worden op bijeenkomsten van neo-advaita-leraren. En komt het als een verrassing dat veel bezoekers van neo-advaita-satsangs hier helemaal niet in geïnteresseerd zijn? Waarom naar dit soort voorbereidende kletspraat luisteren als je de uiteindelijke boodschap meteen krijgen kan? “Val me niet lastig met dat gepraat over rekenkunde; ik wil kwantummechanica leren!” En als laatste natuurlijk is de boodschap die door neo-advaita-leraren gegeven wordt niet de uiteindelijke waarheid zelf; daar kan immers niet over gesproken worden. De bewering dat ‘alles een verhaal is’, is zelf ook een verhaal. Ik eindig mijn betoog met een citaat van Greg Goode. “In advaita vedanta zijn er een aantal verhalen en theorieën die een reducerende werking hebben en in slimme volgorde onderwezen worden. Elk daarvan vermindert de gehechtheid aan een tot dusver gekoesterd metafysisch zichtpunt. Een voor een worden de sporten van de ladder onderuitgehaald. Het doel is niet om op de hoogste sport te verblijven (‘alles is bewustzijn’ is bijvoorbeeld een van de hoogste sporten in het onderricht, en eentje die bijzonder kleverig is), maar om vrij te zijn van de hele ladder. Wat er gezegd en geloofd wordt over de natuur van een ‘wat’ is niets anders dan een ander ‘wat’.” t

Bron: Dennis Waite’s website Advaita Vision. Vertaling Karin Visser

33


© 2020 HANS TIBBEN

Onderscheid, 34

InZicht 3.2020


verschil en strikt zijn Kalyani Lawry

Geen enkel pad of benadering, of het nu traditionele advaita vedanta is of hedendaagse non-dualiteit, kan inzicht garanderen of beletten. Er bestaat geen speciale manier of methode om te ontwaken. Elk menselijk patroon is op een unieke manier samengesteld, en de wijze waarop onze weg zich ontvouwt ligt in ieder van ons besloten.

35


Kalyani Lawry (Melbourne, Australië) heeft tientallen jaren ervaring in non-duaal counseling en transformatiewerk. Ze staat bekend om haar warmte, diepgang en effectiviteit. Midden jaren zeventig reisde Kalyani veel met haar man Peter door India en Zuidoost-Azië en waren ze in de leer bij diverse bekende leraren uit verschillende tradities. Nu bieden ze privésessies en retraites voor degenen die geïnteresseerd zijn in het beëindigen van hun zoektocht. Kalyani is auteur van Only that (in het Nederlands vertaald als Sailor Bob Adamson, leven en leer, Uitgeverij Samsara) en A sprinkling of jewels.

D

e term neo-advaita wordt meestal niet gebruikt door aanhangers van hedendaagse non-duale kringen. De term wordt vooral in de mond genomen door vertegenwoordigers van advaita vedanta om de hedendaagse non-dualiteit te onderscheiden van hun meer traditionele weg. Neo-advaita is vaak een beladen begrip dat iets minderwaardigs impliceert, een oppervlakkiger benadering, en niet zo goed als het ‘echte’ werk. Hoe het ook genoemd wordt, vaak is er sprake van een wederzijdse schaduwprojectie tussen hedendaagse non-dualiteit en de meer traditionele nonduale benaderingen. Maar door het doorzien en terugnemen van de wederzijdse negatieve projecties kunnen beide ogenschijnlijke partijen elkaar een ‘geschenk’ geven.

en te vertrouwen op onze aangeboren intelligentie, het zachte innerlijke stemmetje. Jezelf afstemmen op je aangeboren wijsheid en je laten leiden door deze innerlijke ‘hinten’ laten een helende cyclus van steeds grotere helderheid ontstaan. Als we ons afstemmen op ons innerlijk is het van vitaal belang om die innerlijke stem van aangeboren wijsheid te leren onderscheiden van het gekwetter van ons denken. Opmerken wat de gevolgen van het volgen van dit stemmetje zijn en de voortdurende feedback waarnemen helpen om ons onderscheidingsvermogen te verscherpen. Onze eigen reactie op deze feedback kan helpen om te bepalen waar we staan. Feedback is gewoon feedback, en elk gevoel van gekwetstheid, zelfverdediging of willen reageren laat zien waar we nog vastzitten in een bepaald standpunt.

METHODE

ONDERZOEK

Vanuit welk perspectief we ook kijken - de hedendaagse non-dualiteit of de advaita vedanta, die zijn wortels heeft in de oude geschriften en praktijken - waar het om gaat is dat het oordelende denken reageert op een waargenomen ander. In werkelijkheid is er geen ‘ander’ die losstaat van het geheel. Door de waargenomen polariteiten kunnen we een glimp opvangen van wat is, van de immer aanwezige eenheid, de onnoembare aanwezigheid waarnaar enkel verwezen kan worden. Geen enkel pad of benadering, of het nu traditionele advaita vedanta is of hedendaagse non-dualiteit, kan inzicht garanderen of beletten. Er bestaat geen speciale manier of methode om te ontwaken. Elk menselijk patroon is op een unieke manier samengesteld, en de wijze waarop onze weg zich ontvouwt ligt in ieder van ons besloten. Wat onze weg ook is, het helpt om te luisteren naar

Er is een verschil tussen informatie en transformatie. Informatie verzamelen, zoals boeken,YouTubeclips, cursussen en video’s, verruimt ons wereldbeeld en verbreedt onze horizon. Alhoewel het goed is om de relativiteit te beseffen en onze zekerheden door elkaar te laten schudden, heeft het verzamelen van informatie toch maar een beperkte waarde. De werkelijke verandering begint pas als we de veronderstelde verzamelaar, de kenner en degene met een bepaald gezichtspunt, serieus gaan onderzoeken. Deze diepere zelfreflectie leidt naar transformatie – ze ondergraaft immers de referentiekaders zelf. Hierbij kan een externe leraar helpen, en vooral behulpzaam zijn in het omgaan met blinde vlekken. In gesprekken, dialogen en feedback worden onbewuste patronen en zelfbeperkende verhalen ontmanteld. Als we een leraar zoeken is het van groot belang op onze innerlijke wijsheid te vertrouwen. Binnen elke

36

InZicht 3.2020


leraar-leerlingrelatie speelt zich positieve projectie af. Deze positieve projecties helpen om aandachtig te luisteren en het vertrouwen in de leraar te vergroten. Het ontvangen en dragen van deze positieve projecties, en er niet verstrikt in raken, vereisen een rijpheid van de leraar. Binnen zowel de advaita vedanta als non-duale kringen zijn er te veel voorbeelden van ongezonde leerling-leraarverhoudingen, waarbij leerling en leraar gevangen zijn in een onderlinge afhankelijkheid: de leerlingen blijven kinderlijk doordat ze de ouderlijke autoriteit op de leraar projecteren, en de leraren raken verstrikt in verering en de ego voedende aandacht. Bij het kiezen van een leraar helpt het om met kritische blik naar zijn leerlingen te kijken – de vruchten van zijn werk. Een waarachtige leraar keert zich altijd tegen afhankelijkheid en weet dat het zijn taak is om de leerling naar zijn eigen innerlijke leraar te leiden. TWEE WEGEN

De traditionele richtingen binnen advaita vedanta bieden een vastomlijnd pad dat steunt op geschriften, een doorgaande lijn van leraren, en inzichten die vergaard zijn door de eeuwen heen. Deze structuur en context, eigen aan advaita vedanta, bieden een goed tegenwicht aan het gevaar van ego-inflatie en het persoonlijke toe-eigenen, zoals bijvoorbeeld het interpreteren van een ontwaakervaring als bewijs voor verlichting. Want uiteindelijk zijn ervaringen maar ervaringen. Een nadeel van veel traditionele systemen is de veronderstelling dat verlichting alleen bereikt kan worden na een lange en zware zoektocht. Sommigen geloven zelfs dat er vele levens voor nodig zijn. Een zoektocht gericht op de toekomst kan de

altijd aanwezige mogelijkheid van een onmiddellijke ontwaken versluieren. De hedendaagse non-dualiteit, met haar focus op het directe inzicht, biedt het geschenk van onmiddellijkheid. In plaats van uit te gaan van een afzonderlijk zelf dat op zoek is naar een realisatie in de toekomst, keert ze het proces om. Ze start vanuit het eindpunt. Hierdoor rust je in het ontwaakt zijn zelf en onderzoek je alles wat dit inzicht verbergt. Een grondig onderzoek is hier van het grootste belang; en dit huiswerk moet je zelf doen, want niemand anders kan jou het inzicht geven. AANWIJZINGEN

Alhoewel het gemakkelijk is om een conceptueel inzicht te krijgen door informatie te verzamelen, of non-duale oneliners te herhalen zoals bijvoorbeeld ‘Er bestaat geen zelf’,‘Alles is dat’,‘Er is niets te doen en je kunt nergens heen’, vereist het ontwaken tot waar deze uitspraken naar verwijzen een grote striktheid en focus. In de grabbelton van non-duale aanwijzingen in de hedendaagse non-dualiteit helpt het om onderscheid te maken tussen het absolute en het relatieve. ‘Er bestaat geen zelf dat onafhankelijk is van het geheel’ verwijst naar het absolute, terwijl ‘Stop’ of Nisargadatta’s ‘Neem het niet in ontvangst’ relatieve suggesties zijn voor omgaan met de stroom van gedachten. Onderscheid maken tussen poëtische aanwijzingen zoals ‘het ruimtelijke gewaarzijn’, dat naar het absolute verwijst, en relatieve non-duale verwijzingen zoals ‘Wie stelt de vraag?’, is een manier om te helpen naar negatieve reacties te kijken zoals die in enkele hedendaagse non-duale groepen voorkomen. Hoewel een methode of een beoefening je op de toekomst kan richten en op een gevoel van afgescheidenheid en doenerschap, is het helemaal afwij- w

37


Alles wat er gebeurd is heeft

ons gebracht tot hier

© GOODWP.COM

zen daarvan binnen de non-dualiteit niet eerlijk. Het vasthouden aan ‘helemaal niets beoefenen’ is paradoxaal ook een beoefening op zich. Een van de meest behulpzame non-duale oefeningen is het ruimtelijke onderzoek van het vermeende afgescheiden ‘ik’, zoals het met volle aandacht naar binnen kijken om te zien waar het ‘ego’, het ‘zelf’, of de bezitter van het gezichtspunt zich bevindt. Het gaat daarbij om met een laserblik naar binnen te kijken om de precieze plek van dat vermeende afzonderlijke zelf aan te wijzen. Veel leerlingen weten op intellectueel niveau wel dat er geen apart ‘ik’ gevonden kan worden, en kijken daarom niet grondig en diep genoeg naar binnen. Maar bij een waarachtig kijken kan er sprake zijn van ‘oplossen’ en kan het conceptuele kader worden doorzien. Zo dienen negatieve gemoedstoestanden ook als spiegels voor nader onderzoek. Wanneer er heftige emoties opkomen zoals bijvoorbeeld angst, kan het innerlijk kijken en de precieze locatie proberen aan te wijzen heel verhelderend zijn. Diepgaand onderzoek en tot de kern van de emotie gaan, waarbij je je richt op haar omvang, vorm en zelfs kleur, kun-

nen veranderingen teweegbrengen, aangezien het gadeslaan zelf datgene wat gadegeslagen wordt verandert. Met een hernieuwde blik en aandacht wordt de omvang van de emotie vaak kleiner en kleiner, en kan zelfs helemaal verdwijnen. Zoals een oud Engels spreekwoord zegt: “Nothing stands up to investigation.” Uiteindelijk gaat het er niet om ergens uit te komen of antwoorden te vinden. Het einde van de zoektocht is het einde van de zoeker. Zoals Nisargadatta het verwoordde: “Je hebt het nog niet begrepen totdat je het mysterie hebt ontrafeld van degene die denkt dat hij het begrepen heeft.” Wat betreft ons laten leiden door de traditionele advaita vedanta of door de hedendaagse non-dualiteit is er geen juiste of verkeerde weg. Elk gevoel van een reis ondernemen kan slechts achteraf beschouwd worden. In het spirituele landschap dat we hebben doorkruist is het onmogelijk om te zeggen of een bepaalde oefening, een leraar of een inzicht geholpen heeft of juist niet. Het enige wat we zeggen kunnen is dat alles wat er gebeurd is ons gebracht heeft tot hier. t

38

InZicht 3.2020


C OLUMN - UNMANI

Alle etiketten zijn onjuist

I

k heb vaak het etiket neo-advaita-leraar opgeplakt gekregen, en ik moet zeggen dat mijn verhouding tot dat etiket in de loop der jaren nogal veranderd is. In het begin vond ik het een beetje neerbuigend. Alsof het traditionele advaita was waar het echt om ging, en de ‘neo’s’ alleen maar opnieuw uitvinden waar het echt om gaat. Ik vermoed dat dat slechts een weerspiegeling van mijn eigen onzekerheden in die tijd was over de vraag of ik het ‘recht’ had om onderricht te geven. Als je naast de geschiedenis van de advaita staat, de spirituele boeken en teksten, de lijnen van opvolging, de taal en goeroes in gewaden en lendendoeken, kan dat voor een hedendaagse ‘neo’ wel een beetje intimiderend zijn. Wie ben ik om deze boodschap de wereld in te sturen? Daar komt bij dat ik een (redelijk) jonge vrouw ben te midden van een lange geschiedenis van voornamelijk oudere mannelijke leraren. Misschien was het wel heel natuurlijk om me wat onzeker te voelen. Maar de boodschap zelf is heel eenvoudig. In het verleden werd die eenvoudige boodschap ingekleed in ingewikkeld taalgebruik en allerlei versluieringen waar doorheen gekeken moest worden en hoepels om doorheen te springen. Indertijd was dat nodig om recht te doen aan de heiligheid van die eenvoud. Vandaag de dag, in onze wereld waarin zoveel informatie beschikbaar is, heeft iedereen toegang tot die heilige eenvoud in een heel alledaagse verpakking die ons allemaal aanspreekt. Hij is zo goed toegankelijk dat we hem misschien wel vanzelfsprekend zijn gaan vinden en niet meer zien wat voor zuiver levensgeschenk het eigenlijk is. Ik vind dat het nu aan iedere moderne ‘neoadvaita’-leraar is om manieren te vinden om ervoor te zorgen dat hun leerlingen dat geschenk op waarde schatten en het niet vertrappen met mentale concepten en houdingen.

Neo-advaita-leraren verwijzen meestal naar het Absolute. Ze zeggen dat er niets te doen valt, niets te krijgen en niemand om het te krijgen. Het is een heel rechtstreekse verwoording. En het is natuurlijk de absolute waarheid. Dat kan echter een zeer mentale houding worden en een manier om afstand te nemen van de rommelige menselijke ervaring. Ze hebben de neiging om geen aandacht te besteden aan de relatieve waarheid van iemand die iets kan doen om ergens te komen (ook al is dat nergens). Ik wijs liever op de paradox van zowel het absolute als het relatieve en hoe die onlosmakelijk verweven zijn. Dus strikt genomen ben ik geen ‘neo-advaitiaan’. Maar wie weet eigenlijk wat dat dan is .... Ik huiver bij het etiket neo-advaita omdat geen enkel etiket past bij deze boodschap, die altijd voorbij de woorden ligt. Alle etiketten zijn onjuist. Dat erkennen geeft me de vrijheid om dat neo-advaita-etiket meer te gaan waarderen. De essentie van de boodschap is nog steeds precies dezelfde rechtstreekse boodschap als de oorspronkelijke advaita, maar ze heeft een nieuwe vorm gekregen zodat die ons aanspreekt zonder dat we gaan geloven dat er structureel iets mis is met ons dat gerepareerd moet worden voordat we er klaar voor zijn om te ontwaken voor de waarheid over wie we zijn. Neo-advaitianen zeggen dat die waarheid nu op dit moment hier aanwezig is en dat we ons niet schoon hoeven te schrobben voordat we haar waardig zijn. Je hoeft er niet voor gestudeerd te hebben. Je hoeft geen lendendoek of baard te dragen. Ontwaken voor de waarheid over wie je bent is geen voorrecht meer voor een paar uitverkorenen, maar is ieders geboorterecht. Ontdaan van de traditie, heilige goeroes en oranje gewaden is het gewoon de naakte waarheid. Nu is het aan jou om dat geboorterecht recht te doen als het meest heilige en intieme ontwaken voor je ware zelf.

39


Een eindeloos 40

InZicht 3.2020


© 2020 MEINHARD VAN DE REEP

cadeau

Han van den Boogaard

41


Mark en Jacob zitten naast elkaar op een bankje. Tussen twee duinen door is nog net een stukje strand zichtbaar. De twee mannen hebben alleen elkaars gezelschap. Er wordt niet veel gezegd, maar af en toe delen ze hun gedachten met elkaar. Die gedachten lijken zachtjes en bescheiden uit de lucht te komen vallen, als herfstbladeren. Tijd en plaats lijken op de een of andere manier volmaakt. Volmaakt voor het breken van de laatste strohalm, voor het oplossen van de laatste vraag. In de verte zeilt een havik langzaam door de lucht, in almaar kleiner wordende cirkels.

Heerlijk hè … de zon, de wind, het uitzicht Ik bedoel, het is zo mooi hier. Het lijkt wel of alleen wij maar bestaan. En de zee. Verder niets.

De wind is even gaan liggen. Het landschap is zo groot dat ieder verhaal erin zou passen. Een oorlogsverhaal, een liefdesverhaal, een verhaal over leven en dood. Ik zou je een verhaal over de oorlog kunnen vertellen. Dat was een donkere tijd. Natuurlijk. Al het geweld dat plaatsvond, de moordpartijen, de onmenselijkheid ervan.

En de lucht natuurlijk. De onmetelijkheid ervan ........ Maar sommige dingen …... Laatst las ik een brief van een vrouw aan haar vader, hoezeer ze hem miste. Het ontroerde me. Haar levensverhaal in een paar woorden. Het was zo droevig. Ze leek zo alleen.

Wat ik bedoel is dat ik tijdens de oorlog ergens zat waar het donker was. Pikkedonker. De meeste tijd kon ik geen hand voor ogen zien. Ik zat opgesloten in een kelder toen de Duitsers hier waren. Ik kwam pas na jaren weer vrij. Een paar geallieerde soldaten hebben me uiteindelijk gevonden.

Het is maar een verhaal, Mark.

Wat verschrikkelijk, Jacob. Waarom sloten ze je op?

Ja, dat realiseerde ik me ook toen ik die brief las. Alleen maar een verhaal van een vrouw met verdriet.

Ze dachten dat ik een paar krijgsgevangenen had helpen ontsnappen.

Een klein stukje van het grote verhaal in het boek van de wereld. Er staan miljoenen verhalen in dat boek, maar als er een bladzijde wordt omgeslagen, verdwijnt het verhaal. Toch staat ieder verhaal erin.

Was dat ook zo?

En jouw verhaal, Jacob? Is dat er ook nog?

Nee. De Duitsers hebben me een week lang gemarteld, maar ik bleef zeggen dat ik het niet was geweest. Ik leefde amper nog toen ze me opsloten.

Als je het boek opendoet, staat er een verhaal, ja.

En daar hielden ze je jarenlang gevangen? In een donkere kelder?

Wil je het me vertellen?

Ja.

Een lange stilte. De havik is verdwenen, de lucht warmt langzaam op. Het geluid van zeevogels die overvliegen.

Hoe heb je dat overleefd? Zaten er nog andere gevangenen bij je?

42

InZicht 3.2020


Han van den Boogaard (1956) is psycholoog, schrijver en vertaler. Hij schreef een zestal boeken, waaronder Sprekende stilte, Herinneringen aan het Nu (uitgeverij Juwelenschip) en Zen en de kunst van het kijken (uitgeverij Samsara Books). Herinneringen aan het nu werd ook in het Engels uitgegeven onder de titel Memories of Now (uitgeverij Non-duality Press). Hij was tien jaar eindredacteur van InZicht en vertaalde meer dan twintig boeken over non-dualiteit, o.a. van Tony Parsons, Jeff Foster en Rupert Spira. Han is jarenlang werkzaam geweest als psycholoog/behandelaar in het Centrum voor Doofblinden in Beek-Ubbergen, maar zag zich vanwege gezondheidsproblemen gedwongen met zijn werk te stoppen. Incidenteel geeft hij lezingen over non-dualiteit. Dit fragment is afkomstig uit het nieuwe boek van Han, dat op 1 december a.s. zal verschijnen bij uitgeverij Panta Rhei onder de titel Verdwenen leven – De zoektocht van een dromer.

Nee. Eén keer per dag kwam iemand brood en water brengen. Dat was alles. Maar hoe … hoe heb je daar dan je verstand bij elkaar weten te houden? Dat lukte ook niet. Ik werd gek. Dat kon ook niet anders. Ik hoorde allemaal stemmen in mijn hoofd, ik had het de hele dag koud, ik had honger, ik was eenzaam. Ik wist niet hoe ik mezelf in leven moest houden, maar ik ging niet dood. Ik hoopte dat ik zou sterven, maar dat gebeurde gewoon niet. Toen werden al die stemmen één stem. Ik dacht dat het de stem van God was, dat Hij rechtstreeks tot me sprak. Ik wilde Hem heel graag ontmoeten tijdens mijn leven, of na mijn dood. Op een keer zag ik een licht en voelde ik mezelf volledig verdwijnen. Maar God vond ik niet. Het speelde zich allemaal in mijn hoofd af. Ik hoorde allerlei geluiden en stemmen die niet echt waren. Dat is wat eenzame opsluiting met je doet. Je werd gek. Ja. Maar ik was me daar bewust van. Op de een of andere manier wist ik dat ik gek aan het worden was en dat ik er iets aan moest doen. Ik begon te dagdromen, om zo mijn hoofd op orde te krijgen. Waar gingen die dagdromen dan over? Ik maakte een landkaart in mijn hoofd van mijn dorp, en een stamboom van mijn hele familie; van alle mensen die ik kende en van de mensen die zij weer kenden. Maar die strijd verloor ik. Ik voelde

me te ellendig om dat heel lang vol te houden. Vervolgens probeerde ik zoveel mogelijk te slapen. Ik gaf er de voorkeur aan om in mijn dromen te leven. Om je echte leven in die kelder te vergeten. Ja. Dat leven was een totale nachtmerrie geworden. Een nachtmerrie die zich elke dag bleef herhalen. Uiteindelijk leefde je dus in je dromen. Ja. Ik vraag me af of dat kan … in je dromen leven. Dat kan. Dat is in feite wat alle mensen doen. Alleen beseffen ze dat niet. Hoe bedoel je? Er is geen verschil tussen wat je ’s nachts droomt en wat er overdag gebeurt. Ik noem het droom één en droom twee. Het zijn gewoon manifestaties van dezelfde droomactiviteit. Toen ik uit die kelder kwam, had ik het gevoel dat ik van de ene droom in de andere terechtkwam. En in de loop der jaren heb ik gemerkt dat dat ieders ervaring is, ook al is men zich daar niet van bewust. Kijk, je geest kan maar één ding, en dat is dromen. Dat dromen gaat zelfs door als je wakker bent. Je droomt vierentwintig uur per dag. Eigenlijk slaap je dus de hele dag door, zelfs als je druk bent met van alles. Jij en alle mensen om je heen denken dan dat je wakker bent. Maar diep van binnen gaat het dromen gewoon door. Het is net als met de sterren. Overdag zie je geen w

43


© FREEPICK.COM

Als een toeschouwer die naar een voorstelling kijkt sterren aan de hemel staan. Natuurlijk zijn ze daar wel. Waar zouden ze anders moeten zijn? Maar door het licht van de zon kun je ze niet zien. Ze worden erdoor overspoeld, waardoor ze onzichtbaar worden. Maar als je in een diepe put afdaalt, een heel diepe put – laten we zeggen zeventig meter onder de grond – dan kun je vandaar af de sterren zien, ook overdag. De duisternis in de put maakt ze weer zichtbaar. Licht heeft duisternis nodig om zichtbaar te zijn. Dat is nog nooit in me opgekomen. Met dromen is het hetzelfde. Overdag zijn ze er ook, maar alleen als het donker is, als je slaapt, lijkt het een droom. In werkelijkheid droom je de hele tijd. Alleen als die continuïteit onderbroken wordt, kun je de werkelijkheid vinden die achter al dat dromen ligt, die al dat dromen draagt. Die werke-

44

lijkheid bevindt zich niet ergens heel ver weg, op een plek waar je naar moet zoeken. Hij is altijd daar waar jij bent. Maar om je er bewust van te worden, moet je stoppen met dromen. Alles wat je geest je vertelt, maakt deel uit van de droom. Begrijp je wat ik bedoel? Hoe zit het dan met herinneringen, Jacob? Maken die ook deel uit van het dromen? Ja. Net als denken is herinneren een doorlopende scheppingsdaad. Gedachten, dromen, herinneringen, ze bestaan allemaal uit hetzelfde denkbeeldige weefsel. Dus we dromen dit? Nu? Dat hangt ervan af.

InZicht 3.2020


Advaita-stress

Waarvan af? Of je de droom gelooft of niet. Je kunt wakker worden terwijl je droomt. Dan weet je dat de droom niet echt is. Dat het maar een droom is. Dan ben je eruit, ook al gaat de droom nog gewoon door.

Neo, traditioneel, het is me even te veel.

En de droom zelf verandert daar niet door? Nee. En toch verandert dan alles. Dat snap ik niet. Als je de droom gelooft, heb je het gevoel dat jij het bent die tegen mensen praat, rondloopt, in moeilijkheden komt, iets fout doet. Maar als je wakker wordt tijdens de droom weet je dat jij dat niet bent. Dat snap ik. Maar wat voor verschil maakt dat? Je voelt je niet schuldig meer over wat de hoofdpersoon in de droom allemaal verkeerd doet. Je hebt dan geen spijt meer, geen wroeging meer, je voelt geen haat meer en al die andere dingen die je leven zo moeilijk maken. Je bent dan vrij.

Paul van der Sterren

Van schuld, spijt. Je blijft alles ervaren wat zich in de droom voordoet. Die is en blijft volkomen zijn eigen gang gaan en ontvouwt zich zoals hij zich ontvouwt, maar jij ervaart dat alles alleen maar. Je betrekt niets meer op jezelf als persoon. Je ziet dat die persoon slechts een door de droom gecreĂŤerde illusie is. Net als de rest van de droom. Als een toeschouwer die naar een voorstelling kijkt. Als een kind dat een eindeloos cadeau uitpakt. t

Š 2020 PETER VAN MIERLO

Vrij waarvan?

45


In zijn boek ‘Experience and Philosophy’ schreef de auteur Franklin Merrell Wolff een persoonlijk verslag over zijn transformatieervaring in 1936. Wolff was jurist, hoogleraar wiskunde aan Stanford University en filosoof. Zijn inzichten komen in belangrijke mate overeen met die van Shankara. Het is een ultieme poging om aan te tonen dat er een niet in woorden te vatten werkelijkheid bestaat. Vanuit dat transcendente standpunt tracht hij verslag te doen in begrippen die passen in de westerse filosofische traditie. Wolff werd geboren in 1887 en overleed in 1985. In een volgende uitgave van InZicht zullen we uitgebreider aandacht besteden aan de binnenkort verschijnende vertaling van dit boek.

46

© 2020 THEODORA PLAS

Franklin Merrell Wolff


De Onuitsprekelijke Stroom van Gelukzaligheid 47


O

p dit moment bevind ik mij weer in de Stroom, die ook Mijzelf is. Vanuit een individueel bewustzijn sprekend zal ik over Het schrijven, in zoverre ik het met woorden kan overdragen. Ik was wat handmatig werk aan het doen en stond gebukt te kijken naar het grind dat vanuit een verder gelegen vallei werd aangevoerd. Terwijl ik dat deed, kwam ik een staat van overpeinzing terecht waarbij het leek alsof ik mij terugtrok naar een gebied met diepgaande, tastbare en betekenisvolle Stilte. Ik luisterde Daar met volle aandacht naar, als ware het een Stem, en ontving als geschenk het waardevolle gevoel van oplossen in Eenheid. Er waren geen woorden, geen ideeën, noch enig andere vorm, en toch zou je kunnen zeggen dat Het precies die essentie van Geluid of Betekenis was. Het was uiterst bevredigend en vervullend. Het was exact die Kracht die alles verheldert. En weer bloeide de alles doordringende Stroom van tedere Vreugde.

Deze Stroom van Vreugde die het op de buitenwereld georiënteerde bewustzijn en de fysiologie beïnvloedt, zal ik trachten te analyseren. Voor het gevoelige bewustzijn lijkt die op een vloeistof, omdat er een gevoel van ‘doorstromen’ is. Ze doordringt alle spanningen met fysieke ontspanning als gevolg. Bepaalde zones in het lichaam die niet prettig zijn, voelen ontspannen en sterker aan. Alles bij elkaar is er een kwaliteit die het best beschreven kan worden als fysiologische blijdschap. Het organisme hunkert niet naar afleiding voor de zinnen om vreugde te ondervinden. Het leven van het individu in de buitenwereld kan in hoge mate voor anderen ascetisch en sober lijken terwijl het diep gelukkig is. Feit is dat de echte Wijze allesbehalve ascetisch is, hoezeer Hij dat ook voor de gewone man lijkt te zijn. Neem dit voorbeeld. Iemand die twee uur stil luistert naar een concert van een virtuoos lijkt zich misschien vanuit het standpunt van een jongeling bloot te stellen aan de strakke discipline behorend bij ascetische zelfcontrole. Maar de man zelf zou dat pertinent tegenspreken, aangenomen dat hij een echte muziekliefhebber is. Hij zou stellen dat hij zichzelf bijzonder vermaakte en precies deed waar hij de voorkeur aan gaf. Net zo legt de Wijze zich geen ontberingen op met zijn teruggetrokken leefwijze. Feitelijk lijdt hij meer ongemak door zich in publieke ruimten te begeven, zich met grote zaken te bemoeien en alledaags volksvermaak te ondergaan. Dat komt omdat die voor afleiding zorgen

48

© 2020 THEODORA PLAS

FYSIOLOGISCHE BLIJDSCHAP

die het voor hem moeilijker maakt, voor velen zelfs praktisch onmogelijk, een dieper reikend genoegen te ervaren. Het is voor mensen heel natuurlijk om goud te prefereren boven onedel metaal; Wie het spirituele Goud heeft gevonden, geniet meer, niet minder. VRIJ

Ik zou op alle mogelijke manieren duidelijk willen maken dat in de Stroom de hoogste waarde is te

InZicht 3.2020


te bekennen tot het kwaad. De Gerealiseerde Mens wordt niet verleid tot het kwaad, net zoals iemand die van nature smetteloos schoon is niet zijn best hoeft te doen om zichzelf ervoor te behoeden dat hij in een modderpoel springt om zich daarin met varkens rond te wentelen. Kwaad is hem vreemd en er is geen sprake van opzettelijk goed doen. Dat plaatst hem in een positie waar hij het kwaad als instrument kan inzetten zonder kwaad aan te richten. In de Stroom van Vreugde leven is niet het bijzondere voorrecht van een handjevol mannen en vrouwen in de wereld. Velen zouden in het Besef van Eén zijn met de Stroom kunnen leven, zoals uiteindelijk dit op enig Moment in Tijd voor iedereen weggelegd is. Eigenlijk is de Transitie niet zo moeilijk. Desondanks heeft men zich veel inspanning in de verkeerde richting getroost door aan te nemen dat de Zoektocht complex is. Het is zo simpel als wat, keer je af van de objecten van relatief bewustzijn en wend je tot het subject, plus de spontaniteit van Zelf. BUITENGEWOON SIMPEL

vinden die we vanuit een relatief standpunt aanduiden met het woord ‘genot.’* In principe is er geen noodzaak je te onthouden van enige vorm van op de buitenwereld gerichte actie, behalve als een tijdelijke discipline opdat de vereiste, naar binnen gerichte concentratie kan worden verkregen. Wie de Onuitsprekelijke Transitie heeft ondergaan is Vrij. In de buitenwereld leeft hij het leven zoals Hij dat verkiest, maar het is voor Hem uiterst wezensvreemd om zich

Waarschijnlijk is de belangrijkste moeilijkheid waardoor Besef zich zo zelden voordoet gelegen in het karakter van ons soort bewustzijn. De nadruk wordt gelegd op de objectieve inhoud van kennis. Ontwikkeling in die zin van het woord impliceert een almaar toenemende complexiteit. Als iemand hoort over Transcendentaal Bewustzijn en Dat wil Realiseren, zal hij daardoor van nature het bij zijn pogingen eerst in de richting van een complexere ideologie zoeken. Hoe groter de intellectuele ontwikkeling van een individu, hoe groter de kans dat het zo gaat. En dat verklaart waarom het vaak juist de wat meer ontwikkelde mens is die de meeste moeite heeft om de Transitie te bewerkstelligen. Het doeltreffend concentreren van bewustzijn staat daar diametraal tegenover. Het draait om het Subject, dat de eenvoud bezit van een punt, in de subject-objectverscheidenheid. Daar wordt makkelijk overheen gekeken omdat het zo buitengewoon simpel is. Niettemin geldt dat als de ontwikkelde mens erin slaagt dit in te zien, hij een veel rijkere oogst kan binnenhalen dan bij minder ontwikkelde personen het geval zou zijn, zowel voor hemzelf als individu alsook voor anderen. t * Ik vergeet niet wat de Indiërs gezegd hebben met betrekking tot het overstijgen van genot. Zij hebben met de manier waarop ze die term gebruiken gelijk. Maar op dit moment spreek ik niet tot de metafysicus. Ik richt me nu op het bewustzijn dat in de objectieve wereld duaal is geworden.

49


© 2020 HANS TIBBEN

Leer mij zo snel 50

InZicht 3.2020


Hoelang moet de aangeleerde pestkop je nog treiteren voordat je geen slaaf meer bent? Hoeveel wegen moet je ​nog ​gaan ​om te​zie​n​dat er geen weg ​is ​naar vrijheid? Hoeveel gedachten ga​je nog geloven voordat de stilte ​je antwoordt​? Zen, snel, neo, of theologisch, langzaam, traditioneel? Leer mij zo snel mogelijk geduld​!​

Dick Sinnige

mogelijk geduld​!​ 51


Volstrekt onbelangrijk in een volmaakt universum

D

e wereld lijkt wel razend​.​Bij de soefi’s heb ik geleerd om de wereld te laten draaien zoals hij draait, en zelf in de stiltekern te blijven. Net als met fietsen moet je dat even leren, de slag te pakken krijgen en er vertrouwd mee raken. Meestal is ons geleerd om van onszelf weg te rennen, om mee te racen met wat de maatschappij van je vraagt.​​

Hoe meer liefde je aan de stilte schenkt, hoe vrijer je wordt. En zo ontdek je dat de stilte altijd al op je wachtte, tot het moment waarop je er klaar voor was om de stilte te horen, om de stilte te zijn. Je kunt midden in de stad zijn, en te midden van alle voetstappen en het lawaai hoor je het spoorloze geluid van de stilte. Je kunt naar muziek luisteren, en in alles weerklinkt de tijdloze dimensie van de eeuwig stille achtergrond. Voor je het weet bevind je je als niemand in een ongebroken wereld. De puzzelstukjes voegen en de scheidingslijnen vallen weg.​Elke breuk vindt plaats ​ bin​nen​een Geheel​dat in zichzelf ongebroken en onbreekbaar is. Ineens ben je volstrekt onbelangrijk in een volmaakt universum. ​Je legt niet iets op aan de wereld. ​​Er is geen ruis op de lijn, geen stof op de spiegel.​​En op dat blanco vel tekent de wereld zich ​​ af. VRIJ VAN JEZELF

Soms is het prima om mee te geven, het kan geen kwaad om in vriendschap met je medemensen te leven. Maar innerlijke vrede, een diepe ontspanning in jezelf, is alleen mogelijk als je die ruimte bewust voor jezelf toestaat. Op dit punt moet je je eigen autoriteit zijn, de moed hebben om alleen te staan.​ Om alle rust te nemen en je volledige aandacht te geven aan je ademhaling, aan je hartslag, aan je lichaam. Om je open te stellen voor de stilte in je, dieper en dieper, eindeloos, grenzeloos.

Het ​geef​t niet uit welke hoek de wind waait, zolang​ je de hemel ​maar ​gadeslaat met een vrije geest. Een vrije geest is een stille geest.​Wie je echt bent kun je nergens vinden, er is geen weg naartoe. De lucht is vol bewustzijn en je hart zegt dat je overal bent.​​Je verwelkomt de vrije val in een bodemloze vallei van stilte. Je hoeft niets te interpreteren, je hoeft niet iets uit te leggen, alles spreekt voor zich.

Uiteindelijk kun je de innerlijke stilte niet missen. Om echt gelukkig te zijn, kun je niet zonder.​En het is wat je werkelijk altijd bent. Het ontgaat je alleen maar, omdat je wordt afgeleid door wat je denkt te moeten. Maar je moet niets en je hoeft niets te denken. Als de stilte je overneemt, dan is de stilte zowel binnen als buiten. Elk geluid wordt omgeven door stilte.​​Tussen de ene gedachte en de volgende is het stil.

Er is niets te bereiken en er is niemand om iets te bereiken. Er valt niets op te lossen, alleen de verlossing van de aangeleerde pestkop. Niet langer denken dat je de denker bent schenkt een diepgaande vrede, ​​ de ​ma​te​loze​stilte zegeviert. Je hoort de wind ruisen in de bomen, het geluid dringt door tot in de diepte.​​ Er is weten, maar er is niemand die weet. Er is zoveel dat niet te zeggen is. Bereiken wat je wilt en zijn wie je bent, betekent eigenlijk: een stapje terug doen. De stilte is er én de stilte is er niet. De stilte schittert door afwezigheid, ze komt pas tevoorschijn als je er plaats voor maakt.

52

InZicht 3.2020

SPOORLOZE STILTE


G AST- C OLUMN - DOUWE HALBESMA

Alles in kannen en kruiken

H

oe mooi vrijheid en verlichting ook in lichaam en mentaliteit worden afgeschilderd, het is al bepaald in hoeverre wij dergelijke festiviteiten tot realisatie brengen. Feitelijk worden wij bepaald door biologische factoren. Áls ze er al toe doen: wij hebben geen vrije wil of vrije keuzes. Het lijkt alsof wij daarin vrij zijn, omdat we het voor het zeggen kunnen hebben. Maar zelfs dit ‘voor het zeggen hebben’ is bepaald. Wij zijn niet echt een zelfstandig ik dat beslist over bestaan en lot en over een wel of niet te bewandelen weg of pad. Het brein stuurt ons aan. Voor het brein is denken, voelen, ervaren en handelen een uitgemaakte zaak. De hersenen organiseren alle processen en sturen bevelen overal naar toe. Wij denken, praten en bewegen op bevel van ons hoofd. Net als de hardware en software in de computer zijn ook de hardware en software in het hoofd verantwoordelijk voor de keuzes die wij maken en de beslissingen die wij nemen. Het brein is overbekend met wat wij willen, besluiten, opnemen, herkennen en doen. Wie medicijnen slikt tegen een psychose, depressie of angststoornis weet uit ervaring dat de geestkracht afneemt en emoties worden afgevlakt. Door biochemische processen in de hersenen kan er bijvoorbeeld moeilijk worden gehuild bij iets ernstigs: emoties worden door de medicijnen afgevlakt. Dit voorbeeld toont aan dat niet alleen onze emoties, maar ook onze wil, keuzes, uitlatingen en handelingen worden bepaald en beïnvloed door biochemische factoren. Wat wij ook zeggen, ervaren en doen, het sluit naadloos aan bij ons brein dat de signalen afgeeft. Ook ons uiterlijk is bepaald. De iris of vingerafdruk zal nooit veranderen. Als een huidwondje zich heelt, dan voegt het zich - mits er niet gepulkt wordt - naar de oorspronkelijke staat. Hetzelfde geldt voor de mentale

staat: wie niet pulkt, oftewel wie niet met grootheidsgedachten, zelfrespect of eigenliefde aan zichzelf sleutelt, leeft - hoewel bepaald - oorspronkelijk. De vraag is: hoe verhouden vrijheid en verlichting zich tot deze menselijke wetmatigheden? Ons houden aan wetmatigheden ís vrijheid. Wees geen doener als men een denker is. Koop geen gitaar als muziek maken je ding niet is. Een vogel die het vertikt te vliegen, is niet vrij. Een vis die weigert te zwemmen, is niet vrij. Een mens die beweert ‘het voor het zeggen te hebben’ is niet vrij. Wat wij beseffen en herkennen is reeds bepaald. Ons leven is al helemaal geregeld en voor elkaar. Mentaal zijn wij precies als onze vingerafdruk of genetische code. Wij mensen zijn allemaal verschillend, een unieke blauwdruk van de hersenen die met 95 miljard zenuwcellen netwerken aanleggen van miljarden interconnecties. Binnen in het brein is het evenwel geen warboel. Alle netwerken en connecties doen ons exact zijn zoals wij zijn. Dat wij ons als een persoonlijkheid, eigen ik of eigen zelf bedenken is ook bepaald. Het is al in kannen en kruiken in hoeverre wij ons van egoïsme bedienen en benemen. Er zijn mensen die het er halverwege bij laten zitten en het zo wel goed vinden. En er zijn mensen die tot het uiterste gaan. Alles is al geregeld. De natuur herbergt geen geheimen of verrassingen. Verlichting of vrijheid is niet anders dan dat een elpee wordt afgespeeld op de juiste snelheid en in de juiste groeven. Wie niet knoeit aan het aantal toeren en de groeven, leeft zijn leven zoals hem dat door de hersenen wordt opgelegd. Laten wij ons niet door anderen laten vertellen hoe wij moeten denken, voelen, ervaren en handelen. Leef exact naar de ware inborst.

53


© PAUL KLEE, THE BEAUTIFULL GARDENER 1939

W ESTERSE F ILOSOFIE EN A DVAITA

54

InZicht 3.2020


De hel van Sartre Jacolien Schreuder “We zijn tot de vrijheid veroordeeld,” schrijft Sartre. Volgens het existentialisme heeft de mens geen vaststaande essentie. Wij moeten onszelf op ieder moment opnieuw bepalen. Onze vrijheid is gelegen in onze onbepaaldheid, in ons ongevormde zijn, ons subject-zijn. Vrijheid klinkt als iets wat we allemaal willen ‘hebben’ – natuurlijk wil ieder mens vrij zijn. Waarom dan dat wonderlijke ‘veroordeeld’ in de uitspraak van Sartre?

D

e hel, dat zijn de anderen,” schreef Sartre. Hoe dualistisch wil je het hebben? Ik zou niet durven beweren dat Sartre in feite een non-dualist was, of neigingen, dan wel een speciale interesse, in die richting vertoonde. Geenszins zelfs. Maar ik houd er juist van als iemand uit onverdachte hoek wel degelijk een glimp lijkt op te vangen van hoe het zit. Ook niet-non-dualisten zeggen soms best zinnige dingen. Ik wil overigens wel graag de kanttekening maken dat het hier om mijn interpretatie

gaat en dat ik bovendien schaamteloos uit Sartres filosofie pik wat mij aanspreekt en de rest negeer. Waar gaat die uitspraak over de hel en de anderen eigenlijk over? Sartre bedoelt hiermee niet het advies te geven anderen te mijden, omdat zij je het leven alleen maar tot een hel zouden maken. De uitspraak houdt verband met de twee manieren van zijn die Sartre onderscheidt: het voor-zich-zijn (pour-soi) van jou als subject, en het op-zich-zijn (en-soi) van al het andere. Als subject, als voor-

55

w


Ze zocht eens hier, ze zocht eens daar, maar overal stuitte Jacolien Schreuder op te stellige uitspraken, die vaak ook nog botsten met de logica. Tot ze hoorde en las over non-dualiteit. Dát zou weleens kunnen kloppen. Geen zweem van heiligheid, geen valse beloften, maar de naakte waarheid. Bij Jan van Delden gooide ze een anker uit. Dat anker belet haar niet om mee te deinen op de golven – de zee blijft bij tijd en wijle onstuimig – maar helpt wel haar eraan te herinneren waar ‘thuis’ ook alweer is. En dat ze daar nooit vandaan kan. Jacolien is medewerker bij de InZicht-redactie.

zich-zijn, ben je volledig vrij, onbepaald. Door de blik van de ander word je echter bepaald, tot een identiteit gemaakt, en daarmee onvrij. De blik van de ander objectiveert. Andersom geldt het natuurlijk evenzeer: hoewel ieder voor zichzelf een voor-zich-zijn is, zijn anderen voor jou per definitie op-zich-zijn. Het onderscheid tussen voor-zich en op-zich schurkt in mijn ogen aan tegen het onderscheid tussen het ego en dat wat we werkelijk zijn, noem het bewustzijn, kennendheid zo je wilt. Het voor-zich-zijn is het oog dat ziet, het op-zich-zijn is de wereld die het ziet. Het geobjectiveerd worden is wat Sartre als hel beschouwt. VERANTWOORDELIJKHEID

“We zijn tot de vrijheid veroordeeld,” schrijft Sartre elders. Volgens het existentialisme (een stroming waar Sartre toe gerekend wordt) heeft de mens geen vaststaande essentie. Wij moeten onszelf op

Vrijheid is een opdracht

56

ieder moment opnieuw bepalen. Onze vrijheid is gelegen in onze onbepaaldheid, in ons ongevormde zijn, ons subject-zijn. Vrijheid klinkt als iets wat we allemaal willen ‘hebben’ – natuurlijk wil ieder mens vrij zijn. Waarom dan dat wonderlijke ‘veroordeeld’ in de uitspraak van Sartre? Vrijheid is een opdracht. Sartre zag kennelijk in dat we onder de oppervlakte die vrijheid helemaal niet zo gemakkelijk te dragen vinden. Echte vrijheid betekent ogenschijnlijk kunnen kiezen en doen wat we willen, maar het betekent ook dat alles altijd open ligt, dat we geen vaste grond onder onze voeten hebben, geen enkel houvast hebben. Daar kunnen wij mensen nauwelijks mee omgaan, zo’n fundamentele vrijheid valt bijna niet te dragen. Dus zorgen we dat we ons een beeld van onszelf maken, dat we ons een identiteit verschaffen. So far, so good. Alleen: we gaan ook geloven in die identiteit. We denken dat het plaatje de waarheid over ons vertelt. En in Sartres optiek verschuilen we ons achter dat plaatje. “Ik kan er niks aan doen, ik ben nu eenmaal zo.” Vanuit het ‘standpunt’ (ja, ik weet het, ook een standpunt bestaat in wezen niet) van het absolute bezien, mag dat inderdaad zo waar zijn als maar kan, maar op het relatieve vlak (en dat is het vlak waar Sartre zich toe beperkt) neem je dan niet de verantwoordelijkheid voor je eigen leven en de keuzes die je daarin maakt. En die verantwoordelijkheid is nogal een groot ding bij Sartre. Wij dragen de volledige verantwoordelijkheid voor ons eigen bestaan. Volgens Sartre zijn we te kwader trouw als we dat niet doen en ons verschuilen achter de rol die we spelen. Willen we vrijheid en verantwoordelijkheid helemaal op ons nemen, dan vraagt dat een compromisloze eerlijkheid van ons. Tegenover onszelf, in eerste instantie. En in tweede en alle volgende instanties ook, trouwens. Ken uzelf, daar begint alles mee.t

InZicht 3.2020


C OLUMN - HAN VAN DEN BOOGAARD

Herkenning

I

k herinner me nog als de dag van gisteren dat ik ooit, laat op een avond vele jaren geleden, door de bliksem getroffen werd. Niet letterlijk natuurlijk, want dat zou liggend op de bank in mijn eigen huis niet minder dan een wonder zijn geweest. En toch was het een wonder. Terwijl ik een boek van Jean Klein lag te lezen – ik ben vergeten welk boek het was – sloeg de waarheid van zijn woorden als een mokerslag mijn oude twijfels aan diggelen. Wat ik las was iets heel simpels: ‘Je moet begrijpen dat jij je niet in de wereld bevindt. Nee, de wereld bevindt zich in jou.’ Woorden van deze strekking moet ik ongetwijfeld vele malen eerder gelezen hebben, maar hun waarheid was kennelijk nooit tot me doorgedrongen. Tot die avond. Mijn ogen weigerden verder te dwalen over de bladzijde, die vast nog meer onomstotelijke waarheden zou bevatten. Mijn mond viel open, mijn ogen staarden in het Niets, en minutenlang, of misschien wel urenlang, klikten de consequenties van deze ene waarheid als legosteentjes in elkaar tot een fonkelnieuw conceptueel bouwwerk dat in veel opzichten als een paleis oogde en er oneindig imposanter uitzag dan het bouwwerk waarin ik eerder mijn conceptuele leven had gesleten. Dat bouwwerk is inmiddels alweer vele malen van vorm veranderd, en zal dat waarschijnlijk nog wel vaker doen. Of niet. Het doet er niet toe. Net als bij ieder ander mens zal het conceptuele bouwwerk dat ooit vanzelf is ontstaan en gaan groeien – als een onontbeerlijke schuilplaats in de ogen van de een, als een woekerende schimmel in de ogen van een ander – zich aan me blijven opdringen als onderdeel van het collectieve bouwwerk dat we ‘de wereld’ noemen. Waarin we ons dus, volgens een van de belangrijkere concepten waaruit hij bestaat, bevinden. Op die avond stortte die wereld in, maar er is onvermijdelijk een andere voor in de plaats gekomen, zoals er ook onmiddellijk een nieuw hoofd groeit aan het lichaam van de veelkoppige Medusa zodra er eentje afgehakt wordt. Nee, het instorten van de bestaande wereld bleek

uiteindelijk niet bepalend, maar de herkenning van de waarheid op dat moment in mijn leven. Er hebben zich vaker zulke momenten van herkenning voorgedaan. Ze waren steeds anders – de omstandigheden waarin ze zich aandienden, de woorden, gedachten of beelden die zich opdrongen, het gevoel van verbijstering, euforie, opluchting of hilariteit dat ermee gepaard ging – maar de waarheid die herkend werd was altijd dezelfde. Om die herkenning gaat het uiteindelijk, niet om de vorm waarin ze verschijnt of de omstandigheden waaronder ze plaatsvindt. Dat heb ik moeten leren, want steeds had ik het gevoel dat zich een inzicht had aangediend dat alle vorige inzichten overschaduwde. Nu zie ik dat inzichten onderdeel uitmaken van de vorm die de waarheid op een bepaald moment heeft aangenomen, en dat die er in werkelijkheid niet echt toe doet. Ook discussies over de relatieve merites van klassieke advaita vedanta en neo-advaita zijn altijd discussies over de vorm, over de meer of minder gebrekkige verwoording van iets dat niet verwoord kan worden en niet in een vorm gegoten kan worden; iets dat onbegrensd en vormloos is en alleen maar herkend kan worden. Niet door iemand, maar uitsluitend en alleen door zichzelf. Zoals ook de waarheid van deze woorden wellicht herkend kan worden in een magisch ogenblik waarin de herkenner als bij toverslag verdwijnt en de herkenning zelf alle concepten over zelf en ander, goed en kwaad en leven en dood oplost in een levende leegte. En ja, er zullen daarna weer nieuwe concepten opduiken en nieuwe bouwwerken ontstaan, en discussies over de vorm en de waarde ervan, maar dan kan gezien worden dat dat alleen maar Het Spel is dat gespeeld moet worden, en dat een mening niet meer is dan een mening, een idee niet meer dan een idee, een verhaal niet meer dan een verhaal dat moeiteloos door ieder willekeurig ander verhaal vervangen kan worden. In de spiegel waarin we kijken wordt de wereld gezien, en soms de leegte herkend.

57


B OEKEN

Wolter Keers Jezus & de yogi – een boek over liefde & vrijheid Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 929 9552 0

Lang hebben we het qua boeken van Wolter Keers vooral moeten doen met de twee Samsara-klassiekers, Vrij Zijn en Jnana yoga, en toen verscheen twee jaar geleden ‘zomaar’ het prachtige Liefde op zoek naar zichzelf – dankzij de inspanningen van Lucy Auch, die het boek samenstelde en de verbindende teksten schreef – en verscheen afgelopen voorjaar, dankzij dezelfde Lucy, en natuurlijk Samsara, Jezus & de yogi. Sober vormgegeven, maar rijk aan inhoud. Dit is, zo valt te lezen in de inleiding, het laatste manuscript dat Wolter Keers schreef. De auteur kruipt in de huid van een yogi die gesprekken voert met Jezus. De beschrijving van de ontmoetingen wordt voorafgegaan door een brief van Wolter aan zijn dochter, voor wie hij het boek schreef. Uit die brief: “En zo wens ik je dan een leven toe van waarheid. Onderzoek de dingen die je van alle kanten worden aangeboden als waarheid, en ontdek dat bijna alles een vervalsing is. Alles wat probeert om je standpunten te laten innemen, alles wat probeert je over te halen […], dat alles vertegenwoordigt je schijnbelangen. Alleen de hoogst uitzonderlijke die je duidelijk maakt dat het geluk uitsluitend gevonden kan worden door zelf te verdwijnen, dat wil zeggen, door je aandacht niet te richten op de verschijnselen en de

58

eigen persoonlijkheid met zijn angsten en verlangens, maar op dat waaruit die ideeën en gevoelens tevoorschijn komen, alleen die is degene die niet vervalst.” Het liefst zou ik het hele boek hier citeren, ook een beetje uit angst om door de tekst te duiden er afbreuk aan te doen. Voor zover dat laatste mogelijk zou zijn. Ik houd van Wolters manier van schrijven. Die is rustig en sober, wordt nergens soft en is toch oneindig liefdevol. Eigenlijk zoals hijzelf Jezus beschrijft. “Terwijl hij naar mij keek, wist ik dat hij mij kende, volmaakt kende; […] In die blik van hem kon ik naakt zijn, zonder schaamte, kon ik alles tonen zonder de minste angst voor veroordeling.” Een ontroerend mooi boek. Jacolien Schreuder

Nisargadatta Maharaj Zelfrealisatie Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 929 9542 1

Dit boek bestaat uit een serie gesprekken die Nisargadatta in 1980 met zijn bezoekers voerde. Dat was niet lang voor zijn dood in september 1981 – hij is 84 jaar geworden. Het boek is mooi verzorgd vormgegeven en bevat een voorwoord van Alexander Smit. Het is een goedlopende vertaling van The Nectar of the Lord’s Feet, samengesteld door Robert Powell. Het betreft onderricht vanuit en over de hoogste staat, het absolute. Nisargadatta formuleert dat als volgt: “Ik heb geen zin verschillende delicatessen, methoden en technieken

InZicht 3.2020

te proeven. Ik ben alleen maar geïnteresseerd in het hoofdgerecht, en dat is de oerbron van het hele bestaan.” Het doel van de gesprekken is steeds om de toehoorder terug te voeren naar dit dynamisch gemanifesteerde bewustzijn. Het is een voortdurende oproep om je te herinneren wat je bent. Enerzijds kan een boek de goeroe niet vervangen, anderzijds kan het lezen van dit boek bij diegenen die het nooit echt ervaren hebben het verlangen naar dit absolute opwekken. Voor diegenen die het wel, maar meestal tijdelijk, ervaren hebben, biedt het een duidelijke herkenning en stimulans om door te gaan, naar een blijvende staat in het absolute. De 21 gesprekken in het boek hebben aansprekende titels gekregen, zoals: “Wie was jij voor je geboorte?”, “Er is geen schepper”, “Zelfs het hoogste is zinloos voor het hoogste”, “Wat je wezenlijk bent, kun je niet bedenken”, “Spiritualiteit betekent wonen in het Zelf”. De lezer wordt hierin steeds uitgenodigd alle concepten los te laten en open te staan voor de directe ervaring. Nisargadatta geeft aan dat je je moet vereenzelvigen met de manifestatie als geheel, omdat je alomtegenwoordig bent. Door de goeroe onvoorwaardelijk en spontaan te volgen, wordt het gemanifesteerde ongemanifesteerd. Ongemanifesteerd betekent totale kalmte en rust; er is dan geen geboorte en dood, geen komen en gaan. Het is een inspirerend boek, voor de meesten onder ons niet geschikt


om in één keer uit te lezen, maar wel steeds een of twee hoofdstukken per keer, zodat het goed kan indalen. Paul Soons

Diederik Wolsak Choose Again Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 929 9553 7

Choose again van Diederik Wolsak is misschien niet voor hardcore nondualisten, eerder kun je het scharen onder de transpersoonlijke psychologie. Het beschrijft het zesstappenproces voor emotionele vrijheid dat de schrijver heeft ontwikkeld – een methode om “je innerlijke situatie te transformeren van onrust naar innerlijke vrede en geluk”. Wie wil dat nou niet. Wolsak baseert zich onder andere op de Cursus in Wonderen: “We zien de wereld niet zoals ze is, we zien de wereld zoals we zijn.” Elk gevoel van onvrede dat je ervaart, komt voort uit een kernovertuiging die je hebt en die op elk willekeurig moment getriggerd kan worden. Die overtuiging heb je in je vroegste jeugd gevormd op basis van gevoelens die zó pijnlijk waren, dat je ze noodzakelijkerwijs hebt moeten dissociëren. Het achterliggende idee van de methode is dat je (het) moet kunnen voelen om (het) te kunnen genezen. Het gevoel van onbehagen kun je aangrijpen om het proces in gang te zetten. De zes stappen zijn: 1. Ik voel me ontdaan; 2. Dit gaat alleen over mij; 3. Ik focus op mijn gevoel; 4. Ik herinner mij dit gevoel; 5. Welke overtuiging(en) heb ik toen bedacht?; 6. De waarheid

over mijzelf omarmen. De eerste stap is dus het (h)erkennen van een gevoel van onvrede. De tweede stap is in mijn ogen fundamenteel: mijn onvrede gaat altijd alleen maar over mij en nooit over iets of iemand anders. Dit is een belangrijke stap, en niet zo’n eenvoudige – het is zo verleidelijk om stiekem tóch een ander of de omstandigheden de schuld te geven. Stap drie betekent vervolgens niet dat je je gevoel serieus neemt als zijnde waar, maar betekent wel dat je er niet van wegvlucht in allerlei verleidingen en verslavingen. Daarentegen gebruik je het om de overtuiging boven tafel te krijgen die jouw geluk in de weg lijkt te staan. De waarheid over jezelf die je bij de laatste stap herkent, is altijd dat je de onschuld zelf bent. Een lezenswaardig boek. De vele succesverhalen roepen een glimlach op. Jacolien Schreuder

Jan Geurtz Wijzen naar de maan

en gedichten zijn geïnspireerd op advaita, dzogchen en tantra en zijn als vingers die wijzen naar de echte maan, namelijk onze liefdevolle natuurlijke staat van Zijn. In een van zijn teksten kun je lezen: “Zodra volmaaktheid zichzelf herkent en door alles en iedereen heen schijnt, hoef je jezelf niet meer te verbeteren, het aloude streven lost op en verdwijnt. Wat rest, is het meest vreugdevolle spel van liefhebben en weer laten gaan. De personages veranderen soms, dat wel, maar de speler zelf is het eeuwig bestaan.” Jan Geurtz heeft een aantal goede en heldere boeken geschreven, maar in mijn ogen geldt dat minder voor dit boek. De combinatie van zijn jeugdervaringen, gedichten en andere verhalen zorgen niet echt voor een samenhangend geheel en er komen weinig diepgaande inzichten aan bod. Ik vind het boek daarom wat minder geslaagd – tot mijn spijt, want ik ben fan van zijn vorige boeken. Danny Senesael

Uitgeverij Ambo Anthos ISBN 978 90 263 4950 8

In zijn vorige boeken heeft Jan Geurtz geprobeerd om de Tibetaans-boeddhistische dzogchen-traditie toegankelijk te maken voor de westerse mens. In zijn nieuwe boek, Wijzen naar de maan, heeft hij voor een andere aanpak gekozen. Het boek bevat een reeks van verhalen en gedichten – deels autobiografisch – waarbij hij laat zien dat de gewone mens via lijden en liefde bewuster wordt en soms een glimp opvangt van zijn natuurlijke staat van Zijn. De verhalen

59

Maurice Knegtel Het afdalen van de berg Uitgeverij Juwelenschip ISBN 978 90 766 8150 4

‘De berg bestijgen’ is in boeddhistische termen het pad betreden naar verlichting en beginnen met oefenen. Op de top van de berg kijk je uit over de wereld en weet je dat het goed is. Over het afdalen van de berg gaat dit boek. Een pijnlijk afdalen, terug naar de chaos, stress en verwarring van de wereld daar beneden. Voor Maurice Knegtel was al vroeg duidelijk


B OEKEN

dat zijn geestelijke weg een weg in de wereld was en dat hij zijn oefeningen moest doen “in de bonkende bouwputten van de samenleving”. Het boek is dan ook een gids “voor een ieder die de euvele moed heeft om zijn weg te gaan met zijn beide benen in de modder en met zijn hoofd in de bedwelmende dampen van de grootstad”. Dit is ook de basis van izen, integrale zen, de beweging (door Knegtel geïnitieerd) die het dagelijkse leven, precies zoals je het leidt, als meditatiebeoefening onderhoudt. Knegtel is getraind binnen de zentraditie, die een non-dualistische traditie is (“Iets gaat zijn gang, en ik ben het niet”), en is daar helemaal mee vervlochten. “Zen is mijn leven,” schrijft hij, en zijn liefde voor de traditie is op elke pagina voelbaar. Het boek is soms taaie kost en niet altijd even gemakkelijk leesbaar. Het volgt een strikt zenkader en is doorspekt met veel Sanskriet termen. Maar het lezen (en soms doorworstelen) wordt rijkelijk beloond met pareltjes van schitterende aanwijzingen, inzichten en wijsheden, vaak op unieke wijze verwoord. Het tweede deel van het boek, “Roshi’s advies in dagelijkse kwesties”, bestaat uit een selectie van de meest aansprekende vragen aan hem gesteld. Roshi, of ‘oude leraar’, is de titel die Knegtel in 2018 kreeg van zijn leraar Genpo Roshi. Met dit deel gaat het boek duidelijk meer ‘leven’. Jammer van de vele drukfouten in de tekst. Verder een boek dat zeer de

60

moeite waard is, ook voor niet-zenadepten, door de authentieke sfeer die het ademt en door de unieke rijkdom die erin verscholen zit. Win Bück

Nic Higham Leef het leven dat je bent Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 9299 525 4

Dit boek gaat over zoeken naar heelheid en zoeken naar Zelf. De centrale thema’s zijn eenzaamheid en afgescheidenheid. Die betekenen dat de mens zich niet begrepen voelt, het idee heeft ‘er’ niet bij te horen en niet geaccepteerd te worden. De auteur toont ons dat eenzaamheid verankerd ligt in ons geloof dat we afgescheiden individuen zijn, die zich niet kunnen ontdoen van hun beperkingen. Uiteraard beoogt de schrijver een weg uit de eenzaamheid te bieden aan de lezer. Deelname aan tal van clubjes en keukentafelgesprekken, geïnitieerd door de overheid, bieden niet de oplossing om tot heelheid te geraken. Wat en hoe moet het dan wel? Zijn weg (methode) noemt Nic Higham ‘radicale mindfulness’. Dit komt neer op het doen van (her)onderzoek naar die afgescheidenheid, die hij ook aanduidt met ‘rusteloze onoplettendheid’. Dit komt erop neer dat je alles onder ogen moet zien, zoals al je angsten en overtuigingen. Als deze volledig geaccepteerd worden, leidt dat tot ware verbondenheid en het diepe weten. Hoe doe je zoiets? Antwoord van Nic is dat je focus moet verschuiven. Vraag blijft: wie verschuift focus van

InZicht 3.2020

wat naar wat? De methode wordt wat uitgediept en verder ontwikkeld als hij stelt: “Als we existentiële eenzaamheid mindful omarmen, zal het onze verbondenheid met de volheid van het leven onthullen.” Uiteindelijk zal het resultaat van radicale mindfulness een liefdevolle staat van verbondenheid moeten zijn, waarin eenzaamheid en verlorenheid opgelost zijn. Aardig is dat in het boek verschillende praktische (meditatie)oefeningen opgenomen zijn en vragen ter overdenking worden aangereikt, waardoor een en ander wat concreter wordt. Nic Higham is een gecertificeerd psychotherapeut en mindfulnessleraar in Groot-Brittannië. Dit verklaart zijn soms psychotherapeutische benadering. Niettemin wil ook hij middels zijn methode de lezer inzicht verschaffen in wie of wat hij ten diepste is. En dus wordt ook hier en daar gerefereerd aan datgene waar Sri Nisargadatta Maharaj ons telkens aan herinnert: je bent lichaam noch geest, maar dat waar die in en aan verschijnen. Mieke Berger


K LASSIEKE TEKST

W

aarom spreekt ge over God? Wat ge ook van Hem zegt is onwaar. Ik verklaar bij Gods eeuwige waarheid dat God genoodzaakt is zich naar ganse vermogen uit te gieten in eenieder die zichzelf tot op de bodem heeft prijsgegeven.

Aforismen van Meester Eckhart

Waarlijk de mens kan God niets bieden dat hem liever zou zijn dan rust. Vasten, waken en bidden, kastijdingen waardeert God niet en heeft Hij niet nodig, wel waardeert Hij rust. Als een druppel in de zee zou vallen zou hij veranderen in zee, niet in een druppel. Niets staat de kennis van God zozeer in de weg als tijd en ruimte, want tijd en ruimte zijn fragmenten, terwijl God één is! En daarom, als de ziel God wil kennen, moet zij hem boven de tijd en ruimte kennen; want God is niet dit noch dat, aangezien dit gemanifesteerde dingen zijn. God is één. Het oog waarin ik God zie, is hetzelfde oog waarin God mij ziet. Mijn oog en Gods oog, dat is één oog en één zien en één liefhebben. Veel mensen willen God aankijken met de ogen waarmee ze een koe aankijken, en ze willen van God houden zoals ze van een koe houden. Daarvan hou je wegens de melk en de kaas en omwille van je eigen nut. Zo doen ook al die mensen die van God houden om uiterlijke rijkdom en innerlijke troost; die houden niet echt van God, maar van hun eigenbelang. De kenner en de gekende zijn één. Eenvoudige mensen menen dat zij God zouden kunnen zien, alsof Hij daar stond en zij hier. Dit is niet zo. God en Ik, wij zijn één in kennis.

© 2020 PETER VAN MIERLO

Het moet de mens niet voldoende zijn om een beeld of gedachte van God te hebben; als het beeld en de gedachte vergaan, vergaat ook God. Eckhart von Hochheim, ca. 1260 geboren, was belangrijk laatmiddeleeuws theoloog en filosoof. Hij behoorde tot de orde der dominicanen. Eckharts gedachtegoed heeft een grote, deels indirecte, invloed uitgeoefend op de laatmiddeleeuwse spiritualiteit in de Duitse en Nederlandse streken. Toch werd er zelden uitdrukkelijk naar hem verwezen, omdat een deel van zijn leer al kort na zijn dood door de kerk werd veroordeeld.

61


L EZERS

Dezelfde God Lachwekkend schouwspel Opgroeiend in een Fries dorpje ontdekte ik dat lid zijn van de gereformeerde kerk (ons gezin) toch echt wat anders was dan van de hervormde kerk. De een keek voor mijn gevoel wat neer op de ander, en andersom. En is er niet precies hetzelfde aan de hand binnen de advaïta? Net zoals ik vroeger niets van deze strijd snapte – want we geloofden toch allemaal in dezelfde God – snap ik er nu niets van, want we geloven toch allemaal in ‘geen-twee’. Het voelt als een enorme egostrijd. Want de een weet nog zekerder dan de ander hoe het precies zit. Alleen het onzekere, bange ego heeft behoefte aan zeker weten. En dus zie ik allemaal onzekere ego’s met elkaar de strijd aangaan over wie er gelijk heeft. Een lachwekkend schouwspel, als het leven is doorzien en er eenheid overblijft. Waarom is er toch de behoefte aan gelijk willen hebben en elkaar daarin de les willen lezen? Waarom kan het niet naast elkaar bestaan? In deze droom heeft ieder zijn eigen (duale) ervaring. Daarin is de ervaring van Jezus, Krishnamurti of Maharshi niet beter dan die van de plattelandsboer die ook tot inzicht komt, plots, of middels een weg ernaar toe. In mijn beleving was mijn wakker worden plots. Ineens viel het kwartje. Maar in hoeverre heeft mijn jarenlange spirituele zoektocht hieraan bijgedragen? Het doet er niet toe. De stilte waaruit alles ontspruit, noem het God, dat doet ertoe. Linda de Roos

Zoutpilaar Verhalen hebben altijd een pad. Op schrijfles leer je dat elk verhaal een kop moet hebben, een romp en een staart. Kijk naar het verhaal van Jezus. Hij wordt geboren (de kop). Jezus verspreidt zijn leer (de romp). Hij eindigt aan het kruis en staat op uit de dood (de staart). Er is geen verhaal op deze aardbol dat geen

pad heeft. Zonder oorzaak geen gevolg. Zonder pad geen verhaal. Iedereen heeft zijn kruis te dragen. Een ieder volgt zijn weg. Vroeg of laat bezwijken we onder het gewicht ervan en gaan we op zoek naar verlichting. Het goede nieuws is dat in elke reis ook de wederopstanding besloten ligt. Dit is het moment waarop jij inziet dat de jij - die je dacht te zijn - niet het kruis draagt. Ook het kruis zelf blijkt niets meer te zijn dan een creatie van het denken. Op dat ogenblik is de zoektocht voorbij. Het pad voltooid. Maar kijk niet om want dan verander je in een zoutpilaar, verwijst Jezus. Met andere woorden: zodra je omkijkt, zodra je jezelf opnieuw identificeert met jouw verhaal, dan val je ten prooi aan dualiteit. ‘Jij moet verdwijnen,’ leert Ramana Maharshi ons. Mijn ervaring is dat ik nog vaak heb omgekeken en vaak opnieuw ben verdwenen. De zoutpilaar stort in. Het hart gaat open. Er was nooit een weg. Remko van Riel

Herinner je(Zelf)! In de Upanishaden lezen we: het persoonlijk Zelf (Atman) is Brahman. En Brahman is Atman. In de Ashtavakra Samhita leren we: Gij zijt ongehecht, Puur Bewustzijn en Absoluut bewustzijn. De Ene, zonder Tweede. Gij, het Zelf, is (al) vrij. Zolang wij blijven denken dat wij gebonden zijn, is vrijheid onmogelijk Deze gedachte dient als waan opgegeven te worden. Iemand die zichzelf geheel vrij weet is inderdaad vrij. Herinner je(Zelf)! Voor een ‘beginner’ is het Pad gaan onder begeleiding raadzamer. Men gaat dan stap voor stap de Weg (padam padam). Louis Staalberg

OPROEP AAN DE LEZER Met de langere nachten zet de donkerte in. Die donkerte kennen we allemaal, als het zwart alle licht verdringt of in zich opneemt en alle waarneembare richting verdwijnt. Metaforisch gezien gebeurt dat ook in een grote crisis. Soms is dat op het persoonlijke vlak, en soms gaat dat nog verder: een diepe spirituele crisis. Alle investering in de spirituele tocht, in het vinden van het licht, lijkt dan verloren. Vele meesters hebben gesproken

62

over zo’n crisis die niets overlaat: de donkere nacht van de ziel. Dit is het thema van de komende InZicht. Als je hier iets over schrijven wilt, nodigt de redactie je uit om een korte bijdrage (maximaal 225 woorden) in te sturen. De uiterste inzenddatum is 25 september. Mail naar redactie@inzicht.org De redactie behoudt zich het recht voor om al dan niet tot plaatsing over te gaan.

InZicht 3 .2020


Wat is advaita? 54

De hele waarheid Ik zit niet tegenover je, ik zit niet achter je, noch bevind ik me buiten je, of binnen in je, noch boven je, noch onder je. Ik ben hier noch daar, noch dichtbij of ver weg, ik ben niet ergens, noch ben ik nergens. Want waar zou zich enig ‘waar’ kunnen bevinden waarin ik zou kunnen bestaan? Ik ben nooit gekomen, noch zal ik ooit gaan, ik ken geen voor, noch enig na, ik ben niet oud, noch ben ik ooit jong geweest. Want wanneer zou er een ‘wanneer’ kunnen zijn waarin ik zou kunnen bestaan?

Ik ben niet een ding, noch geen ding, want welk ding zou er kunnen bestaan dat ik zou kunnen zijn, of niet zijn, gezien het feit dat er geen ‘ik’ bestaat. Ik ben het bewustzijn van alles wat zich bewust is. Ik ben het zien van alles wat gezien wordt, het horen van alles wat gehoord wordt, het waarnemen van alles wat waargenomen wordt, het kennen van alles wat gekend kan worden, het doen van alles wat ogenschijnlijk gedaan kan worden. Dat is de hele waarheid en ieder levend wezen kan zich daar bewust van zijn, want ‘zich bewust zijn’ is alles, absoluut alles wat het als levend wezen is.

© 2020 PETER VAN MIERLO

Uit: Yatri - Posthumous Pieces, Wei Wu Wei, Uitgeverij Sentient Publications, 2004

63


Schenk als enthousiaste

InZicht lezer

iemand een abonnement!

4 nummers van september 2020 t/m mei 2021 U betaalt slechts 20 euro en u ontvangt gratis het boek Naakte essentie - Darryl Bailey

540005 771389 9

SN 1389-5400

Voor abonnementen en geschenkabonnementen www.inzicht.org


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.