In Zich t Non-dualiteit en Zelfonderzoek
Goeroe, hulp of hindernis?
Jaargang 20 - 1.2018 - februari - b 7,50
In Zich t InZicht is een tijdschrift voor allen die op weg zijn naar een groter inzicht in zichzelf en in de eigen situatie. Het biedt materiaal dat bij dit onderzoek behulpzaam kan zijn: suggesties voor te nemen stappen, voorbeelden, stimulansen en verwijzingen. InZicht is niet gebonden aan een bepaalde traditie en geeft verschillende zienswijzen een plaats om de lezer te prikkelen tot een verdere bewustwording. InZicht is gericht op het laten wegvallen van beperkingen, op bevrijding door zelfkennis. Een verdiept inzicht in zichzelf betekent een relativering van beperkende factoren, een sterkere werking van ontgrenzende liefde, en de ontplooiing van de ervaring dat er in het geheel geen beperkende grenzen zijn. Het ontstaan van dit inzicht in de nondualiteit is de Bevrijding, de Verlichting, die grote consequenties heeft voor het leven en samenleven.
Woord vooraf Richard Lang
Als goeroes vrienden worden Ganga Mira
Een leven met Poonjaji André van der Braak
Het riskante pad van leraar en leerling
Vaste medewerkers Han van den Boogaard Jan van Delden Mieke Berger Prajnaparamita Dick Sinnige Unmani
16
Philip Renard
Over Siddharameshwar, de leermeester van Nisargadatta Mieke Berger
Oost-West, goeroe-leraar
26 32
Justus Kramer Schippers
Misdragingen van de goeroe: money, power, seks Greg Goode
Van bergtop naar breedband Inge Saraswati
Het leven is de enige leermeester
36 40 43 44
Karin Visser
Hans Laurentius Marcel Messing Philip Renard Ton Lathouwers Hans Knibbe
Vormgeving/opmaak Ivar Hamelink Tekstcorrectie Geerta Pluut Abonnementen en advertenties Uitgeverij InZicht Maurick 20, 2181 LB Hillegom email: info@inzicht.org internet: www.inzicht.org Jaarabonnement voor vier nummers euro 27,90 Losse nummers euro 7,50 Postbank NL42 INGB 0009 1853 58 België Bank van de Post BE43 0003 0017 6301 onder vermelding van uw abonnementsnr. U kunt uw abonnement opzeggen tot 1 oktober van het lopende abonnementsjaar. Na 1 oktober wordt uw abonnement automatisch verlengd met 1 jaar. Verschijnt in februari, mei, september en november. ISSN 1389-5400 www.inzicht.org Afbeelding omslag: © 2017 Peter van Mierlo
8
‘Verlichte mensen’ en ‘niet-verlichte mensen’ 22
Tony Parsons
Redactie Karin Visser redactie@inzicht.org Justus Kramer Schippers Kees Schreuders case@ods.nl
4
Joan Tollifson
Van hindernis geen sprake Colofon
3
Het zingen van de fluitketel 48 De herontdekking van het leven 52 Rubrieken
Column - Unmani Column - Katja Teunissen Column - Han van den Boogaard Klassieke tekst Boeken Recente uitgaven Reacties van lezers Advaita 44
21 31 35 51 56 59 60 63
WOORD VOORAF - KARIN VISSER
Tussen ontmoeten en sterven “Als je Boeddha onderweg ontmoet ”
...T
ja, wat dan? Dat er vanuit zo’n moment vele scenario’s kunnen voortspruiten is bekend. Dat blijkt ook uit het feit dat er voor deze editie van InZicht meer artikelen dan ooit verschenen, vanuit allerlei perspectieven. Ook de respons van lezers op onze uitnodiging om een kort stukje te schrijven was zo groot dat er voor de gelegenheid een dubbele pagina aan gewijd is. Naast me bezonnen te hebben op mijn eigen ervaring met een aantal leermeesters heb ik me voor geen enkel ander thema zo uitgebreid ingelezen als voor dit. Het aantal boeken en artikelen dat beschikbaar is over de ervaringen met goeroes is enorm, met vele uiteenlopende conclusies. Bovendien is het onderwerp ‘hot’ door de stroom van onthullingen de laatste jaren over misbruik en andere excessen door sommige spirituele leraren, zowel door zelfverklaarde goeroes als door leraren uit respectabele tradities. Aanvankelijk was het de opzet om in dit nummer een allround blik op de goeroe te bieden. Maar hoe meer je je in iets verdiept, hoe meer er boven komt. Toen de NASA voor de grap hun sterkste sterrentelescoop
Hubble gedurende honderd uur liet staren naar een ogenschijnlijk lege plek in de ruimte bleken zich daar miljoenen sterrenstelsels te bevinden. Wat dingen of zaken betreft is het een feit: hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet. Gelukkig vormt elke InZicht zich uiteindelijk op de een of andere manier als vanzelf. Of de vraag ‘Goeroe, hulp of hindernis?’ beantwoord wordt? Op de volgende bladzijden vind je vele visies. Misschien heeft Mieke Berger gelijk als ze stelt: “We krijgen de goeroe die we verdienen.” Of die we wellicht nodig hebben? “Als je Boeddha onderweg ontmoet … doodt hem dan!” Zo gaat de boeddhistische metafoor verder en het duurde lang voor ik dat echt begreep. Ja, hoe indrukwekkend of teleurstellend de goeroe ook blijkt, hoeveel liefde, dankbaarheid, boosheid of desillusie er ook voor hem of haar gevoeld wordt, hoe diep of afwezig de overgave aan hem of haar ook is, uiteindelijk moet hij of zij worden gedood. Ja, de goeroe moet sterven! In het land waar geen afscheiding bestaat, bestaan ook geen goeroes of leerlingen. Krijgt het woord goeroe hier een andere betekenis? Leest u verder!
PETER VAN MIERLO • FOTO-IMPRESSIES Een aantal jaren geleden stuurde ik in een opwelling een mail naar Uitgeverij InZicht en schreef dat ik het idee had dat mijn fotowerk wel eens goed zou kunnen passen bij hun tijdschrift. Het antwoord dat ik kreeg was zeer positief en sindsdien mag ik geregeld foto’s leveren waarvoor ik de uitgever heel dankbaar ben. Na mijn dagtaak in de reguliere gezondheidszorg vind ik mijn rust als ik met mijn camera op pad kan gaan. Als ik om me heen kijk, zie ik
zoveel interessante beelden. De schoonheid van eenvoud, het bijzondere van details uit een groter geheel, wil ik u met mijn foto’s laten zien. Als mijn composities die rust en stilte ook uitstralen, ben ik tevreden. Ik hoop dat u als lezer mijn werk ook kunt waarderen, in combinatie met de mooie en interessante artikelen van dit blad. Wilt u meer zien dan kan dat op mijn facebookpagina of op www.petervanmierlo.com
3
Als goeroes
4
InZicht 1.2018
Richard Lang zag wie hij werkelijk was tijdens een workshop met de Engelse filosoof Douglas Harding in 1970. Sinds die tijd heeft hij zijn leven toegewijd aan Zien en het delen van deze eenvoudige toegankelijke Weg, De Hoofdloze Weg, met anderen. Hij heeft verschillende boeken gepubliceerd waaronder Celebrating Who We Are en een grafische biografie van Douglas Harding die The Man With No Head heet. Richard geeft wereldwijd workshops waarin hij Zien deelt met behulp van de Hoofdloze Wegexperimenten. Zijn hoop is dat ‘zien wie je werkelijk bent’ beschikbaar wordt in de wereld: “Het is ieders geboorterecht.” Meer info op www.headless.org
vrienden worden
Richard Lang
In mijn ogen beperkt de rol van de leraar zich tot het begeleiden van mensen naar het Zelf. Als de leraar de leerling eenmaal het Zelf heeft laten zien, is de taak van de leraar volbracht en kan hij of zij uit die rol stappen - en lekker meedoen met het feestje! De relatie heeft zich ontwikkeld van leraar-leerling tot vriend-vriend.
© 2018 PETER VAN MIERLO
W
at is het doel van een spirituele goeroe of leraar? Ik neem aan dat een waarachtige spirituele leraar zich bewust is van wie hij of zij werkelijk is - het Zelf, het ene Bewustzijn binnenin, de Levensgeest, God, de Leegte of hoe je het verder ook wilt noemen. Ik neem eveneens aan dat het doel van de leraar is ervoor te zorgen dat zijn of haar leerlingen zich ook bewust worden van wie ze werkelijk zijn. En ten slotte neem ik aan dat de leraar wil dat zijn of haar leerlingen zo snel mogelijk zien wie ze werkelijk zijn.
Diagram één geeft de relatie weer tussen leraar en leerlingen voordat de leerlingen zich bewust zijn geworden van hun Ware Zelf. Het laat zien dat de leraar iets heeft dat bij de leerlingen ontbreekt. De leerlingen kijken naar de leraar in de hoop dat hij of zij hen kan helpen om het doel van de Verlichting te bereiken. Hun aandacht gaat automatisch uit naar de leraar, want ze hopen vooral van hem of haar te leren en niet van iemand anders. Dat is een hiërarchische structuur. De relatie tussen leraar en leerlingen is van nature niet gelijkwaardig. De structuur is er w een met één centraal punt.
5
DIAGRAM 1
met het feestje! De relatie heeft zich ontwikkeld van leraar-leerling tot vriend-vriend. Welk diagram - en dus welke gemeenschap - lijkt meer energie te hebben? Het lijkt me duidelijk dat een niet-hiërarchische gemeenschap met meerdere centra dynamischer en beter in evenwicht en stabieler is. Die biedt meer mogelijkheden voor creatieve interactie tussen zijn leden, en daardoor voor de persoonlijke groei van ieder lid. EXTREEM TIJDELIJK
Diagram twee laat de relatie tussen de leraar en de leerlingen zien nadat de leerlingen hebben gezien wie ze werkelijk zijn.
DIAGRAM 2
De vroegere leraar is niet te onderscheiden van de vroegere leerlingen, want ze zijn zich nu allemaal evenzeer bewust van hun Ware Zelf. Dat is een relatie tussen gelijken. Die is niet-hiërarchisch en heeft vele centra. Iedere persoon is zich ervan bewust dat hij of zij het Ene is en dat alle anderen ook het Ene zijn. Als nu iemand je leraar is, is iedereen je leraar, want je herkent dat iedereen een unieke uitdrukkingsvorm van het Ene is. En nu hebben niet alleen de vroegere leerlingen hun doel bereikt, de vroegere leraar heeft dat ook, want het was waarschijnlijk zijn of haar bedoeling om te leven in een samenleving waarin iedereen zich bewust is van wie hij of zij werkelijk is. In mijn ogen beperkt de rol van de leraar zich tot het begeleiden van mensen naar het Zelf. Als de leraar de leerling eenmaal het Zelf heeft laten zien, is de taak van de leraar volbracht en kan hij of zij uit die rol stappen - en lekker meedoen
6
Ik neem soms de rol van spirituele leraar op me omdat ik workshops geef over de Hoofdloze Weg. Ik begeleid mensen naar hun Ware Zelf met behulp van ‘experimenten’ uit de Hoofdloze Weg. Voordat ik mensen introduceer tot de experimenten, heb ik in zekere zin iets wat zij niet hebben. Ik ben me bewust van mijn Ware Zelf, en zij niet. Maar die stand van zaken is extreem tijdelijk, want het kost misschien een minuut, of minder, om iemand zijn of haar Ware Zelf te laten zien. Dat is de kracht van de experimenten. Ze zijn effectief en snel. Wijs bijvoorbeeld maar eens naar je eigen gezicht. Zie je daar je gezicht? Natuurlijk niet. Wat zie je dan wel? De wereld? Dat is de ervaring van je Ware Zelf. Kijk eens naar iemand anders. Sta je van aangezicht tot aangezicht of van aangezicht tot geen-aangezicht met hem of haar? Van aangezicht tot geen-aangezicht natuurlijk. Dat is het. We ruilen van gezicht. Ik zit in jou en jij zit in mij! Als je je omdraait, draai jij je dan om of draait de wereld zich om? Nu zie je dat je het onbeweeglijke centrum van de draaiende wereld bent! Vanaf het moment dat het Gezien wordt, is iedereen in een workshop gelijk in die zin dat iedereen nu naar believen volledige toegang heeft tot zijn Ware Zelf. Meer valt er niet te zien, meer valt er niet te halen. Je bent Thuis. Gefeliciteerd. Je bent ‘klaar om te gaan’! VRAGEN EN TWIJFELS
Omdat deze manier van tegen jezelf aankijken ten diepste verschilt van de gebruikelijke, sociale kijk op jezelf, hebben mensen die zich kortgeleden bewust zijn geworden van hun Ware Natuur natuurlijk vaak vragen en twijfels. In een workshop van de Hoofdloze Weg is de ex-leraar - die nu overgestapt is op de rol van groepskatalysator - waarschijnlijk prima
InZicht 1.2018
in staat om op die vragen en twijfels te reageren. Dat komt doordat hij of zij al een tijdje heeft geleefd met de ervaring van het Zien en een en ander tot op zekere hoogte al heeft doordacht. Maar de katalysator zal reageren als iemand die in de Kern niet anders is dan wie dan ook. Zien wie je werkelijk bent is zien dat je in wezen niets bent. De een kan het Niets niet helderder of dieper ervaren dan de ander. Iedere begeleiding die de vroegere leraar kan bieden, wordt nu gegeven als vriend, als gelijke, niet als iemand die iets wezenlijks bezit dat bij anderen ontbreekt. En vaak genoeg reageert iemand die nieuw is in het Zien beter op de vraag of de twijfel van een ander dan de katalysator zou kunnen doen. Sterker nog, als het Zien eenmaal gedeeld is, is het duidelijk dat iedereen zowel beginner als expert is. Omdat je Niets bent, Geen-Ding, vergaar je in je Kern nooit enige kennis of status. Telkens als je die gezichtsloze Leegte ziet, zie je dat je niets weet, niets hebt, niets bent. Toch is juist dat het enige wat je paradoxaal genoeg juist wel weet, het enige wat je werkelijk hebt, het enige wat je werkelijk bent. Je Ware Zelf is het enige ‘ding’ waar je werkelijk bekend en intiem mee bent, waar je absoluut op kunt vertrouwen en met gezag over kunt spreken.
GEMEENSCHAP VAN ZIENERS
Voordat het Zelf ervaren wordt, stellen mensen zich vaak voor dat bewustzijn van het Zelf iets te maken heeft met een specifiek inzicht in het Zelf, of met een bepaalde manier van voelen of met bepaald gedrag. Maar als je het Zelf ervaart, kom je tot het besef dat het een non-verbale, niet-conceptuele, niet-emotionele ervaring is die losstaat van welk inzicht, gevoel of gedrag dan ook. In een gemeenschap van zieners groeit uit die ervaring - die gedeelde ervaring van Stilte, van Geen-Geest, van fundamentele Neutraliteit en Geen-actie - een besef dat er niet één manier van denken of voelen over het Zelf is die de juiste is. De reactie van iedere persoon is uniek en waardevol. Als een gemeenschap van zieners rijper wordt, ontstaat er geleidelijk aan een ondogmatische, tolerante, empathische en mededogende manier van met elkaar omgaan. Er kan nog steeds sprake zijn van spanningen en meningsverschillen (dat zal zeker het geval zijn!) - dit is geen recept voor utopia - maar zolang je Ziet, zie je dat er geen spanningen of meningsverschillen in de Kern aanwezig zijn. Dat bewustzijn dat er in de Kern niets is om het oneens over te zijn, dat je leeg bent voor de ander, dat je de ander bent, maakt het verschil als er meningsverschillen op het menselijk vlak ontstaan.
DARSHAN
Soms komen mensen een tijdje bij een leraar voor zijn of haar ‘darshan’. Dat is een Indiaas woord dat aangeeft dat het bewustzijn van het Zelf van de leraar wordt overgedragen op anderen. Het Zien van de leraar wordt non-verbaal overgedragen op de leerling. In zekere zin is dat een kwestie van eenrichtingsverkeer. De leraar zendt het Zelf uit, de leerling ontvangt. Als ik zie wie ik werkelijk ben, zend ik mijn gezichtsloze Openheid uit naar anderen. Als ik bij iemand ben die zich niet bewust is van zijn of haar gezichtsloze Ware Zelf, is het niet vreemd als die persoon mijn Openheid op de een of andere manier aanvoelt. Je kunt die niet voor jezelf houden. Maar wat gebeurt er in een niet-hiërarchische gemeenschap van zieners waarin iedereen zich ervan bewust is dat hij geen gezicht heeft, dat hij de ruimte is waarin ieder ander kan verschijnen? Dan word je door iedereen aan alle kanten aan je gezichtsloze Ware Zelf herinnerd. Nu geeft en ontvangt iedereen ‘darshan’. Die ‘darshan’ gaat viraal! Hij is hoogst besmettelijk.
KLAAR MET DE BAAN!
Ik denk dat de kans groot is dat er een wereldwijde gemeenschap van zieners aan het ontstaan is, dat we naar een nieuwe soort samenleving op weg zijn waarin bewustzijn van wie we werkelijk zijn de norm is, niet de uitzondering. Dat is nog niet eerder gebeurd. We moeten nog veel leren. We leven in opwindende tijden. Als het waar is dat we ons als soort bezig zijn te ontwikkelen van zelfbewust naar Zelfbewust, terwijl we een gezond bewustzijn van onze afzonderlijke, individuele zelven behouden, zullen er steeds meer leraren bij het Arbeidsbureau te vinden zijn omdat ze klaar zijn met hun baan! Mogen alle spirituele leraren hun baan zo snel mogelijk kwijtraken, zodat ze mee kunnen doen aan het feest van de vrienden die Zien! We draaien fantastische muziek! t
(vertaling Han van den Boogaard)
7
Ganga Mira (BelgiĂŤ) ontmoette Sri H.W.L. Poonja in 1968 in India en werd zijn discipel en vrouw. Samen reisden ze de wereld rond. Hun dochter Mukti werd geboren in 1972. In 1981 verhuisde Mira naar Brussel voor de opleiding van haar dochter. Poonja vestigde zich in Lucknow, waar hij grotere bekendheid kreeg. Hij stierf in 1997. In 1998 werd Mira uitgenodigd om satsang te geven. Ze besloot zichzelf Ganga te noemen, naar de rivier waar zij haar Meester ontmoette. Ze woont nu in Portugal en geeft viermaal per week satsang. Voor meer info www.gangamirasatsang.com
Op een herfstige zaterdagochtend ontmoet ik Ganga Mira voor een interview. Ze is een discipel van H.W.L. Poonja en was met hem getrouwd. Ik had nooit van Ganga Mira gehoord, wat haar niet verbaast. Ze zegt dat ze zelden interviews geeft. We hebben een warm gesprek waarin we veel lachen. Als we klaar zijn heb ik geen idee hoe lang we gepraat hebben: het is een van die tijdloze ontmoetingen.
8
Š 1911 WASSILY KANDINSKY, ALLERHEILGEN 1
Ganga Mira
Een leven met InZicht 1.2018
Poonjaji 9
K:
Toen je Poonjaji ontmoette was je pas 21 jaar oud.Wat gebeurde er tijdens die eerste ontmoeting? G: Het is een van die ontmoetingen die je leven voor altijd veranderen. Om iets over de achtergrond te vertellen: ik wist precies waarnaar ik op zoek was toen ik naar India ging vanwege een uitspraak van Socrates die me diep had geraakt: ‘Ken uzelf’. Ik moest daarop antwoorden dat ik mijzelf niet kende. Deze zin hielp mij enorm om mijn zoektocht richting te geven. Ik besefte dat ik niemand minder dan een levende Socrates moest vinden, of een levende Boeddha. Ik nam de boot naar Griekenland maar daar kon ik niet vinden wat ik zocht. Om een lang verhaal kort te maken: toen ging ik naar de Ganges, omdat bekend is dat daar in de bergen de rishis, wijze mensen, leven. Ik luisterde naar enkele leraren en probeerde hun meditatietechniek uit, tot het moment dat ik in verwarring raakte. De ene leraar stuurde me naar het westen, een andere naar het oosten, weer een andere naar binnen, maar wat is er waar in dat alles? Daarom voelde ik dat ik een tijdje alleen wilde zijn en mediteren. Dat was het plan. AAN DE GANGES
Dus dat deed ik. Ik ging in een grot wonen niet ver van de Ganges, en zo verstreken er zes maanden. Op een gegeven moment was mijn visum verlopen en mijn geld op. Ik had nog maar één roepie over en had mijn leraar niet gevonden. Het klinkt nu een beetje overdreven, maar voor mij was het een kwestie van leven of dood. Omdat ik niet in mijn zoektocht was geslaagd, had het geen zin om naar het Westen terug te keren. Dus gaf ik mijn laatste roepie uit aan een chai in een stalletje vlakbij de Ganges, beseffende dat er daarna een groot avontuur zou beginnen. Maar ik wist ook - en dat is de schoonheid van India - dat de
10
sadhu’s, de zoekers, altijd één keer per dag naar een ashram kunnen gaan voor een maal. Dat was voldoende. Ik had een boek van Kabir en een deken, dat waren al mijn bezittingen. Ik was mijn thee aan het drinken toen er een man aankwam, een lange Indiase vent, gekleed in een witte dhoti. Hij had een witte handdoek om zijn hoofd gewikkeld; het was koud. Het was december 1968 in Rishikesh. Ik zat te lezen en hij overrompelde me. “Kan ik je helpen, mijn lieve kind?” vroeg hij. Ik keek naar die mooie man en zei: “Nee, dank u. Ik heb een paar leraren opgezocht en heb besloten niet meer naar hen te luisteren.” Toen zei hij zacht: “Maar als je me nodig hebt, ik zit elke ochtend om vijf uur daar op de oever van de Ganges.” “Dank u wel,” antwoordde ik. En hij vertrok. Ik wist niets over hem. De dag daarop volgde ik mijn gebruikelijke ritueel van baden en mediteren op de rivieroever. ‘s Nachts in de grot verschijnt plotseling zijn gezicht voor me als een visioen: het was noch in de waaktoestand, noch in een droom. Er klonk een stem: “Misschien is hij het naar wie je op zoek bent.” Het was zo krachtig dat het me om vijf uur naar de plaats op de oever deed gaan waar hij zat, de benen gekruist. Hij lachte toen hij mij zag komen. Werkelijk, hij barstte in een prachtig luid lachen uit. Ik was heel stil, het was allemaal een groot avontuur voor mij. Ik ging met gekruiste benen voor hem zitten en de Ganges stroomde langs ons heen. EXTASE
Toen vroeg hij me: “Wat wil je?” Ik zei: “Ik wil kosmisch bewustzijn, maar als u meer weet, dan wil ik dat meer.” Want ik wist dat ik me conceptueel niet meer kon voorstellen dan dat. Daarop zei hij: “Maar wat doe je daarvoor?” “Ik mediteer,” antwoordde ik. “Laat me eens zien!” Ik sluit dus mijn ogen, ik weet niet hoe lang, voor mij was het tijdloos. En toen ik mijn ogen opende, stamelde ik (ik herinner het me heel goed,
InZicht 1.2018
omdat het zo levend is): “O, het is zo eenvoudig!” Ik was volledig in kosmisch bewustzijn. Ik zag de Ganges eenvoudigweg stromen zoals zij stroomt. Ik zag de vogels rondvliegen. En zag ik hem: mijn Meester. Ik boog me neer aan zijn voeten en zei: “U bent mijn Meester. Al eeuwen bent u mijn Meester.” Dat was het. Voor mij betekende dit: ik blijf altijd bij je. Plotseling zegt hij: “En nu moet je gaan!” Ik begon tegen te stribbelen: “Maar ik kan niet gaan nu ik u gevonden heb!” Hij zei: “Ga, en als je me nodig hebt, zal ik er zijn.” En ik moest gaan. Onderweg terug naar het bos en mijn grot besefte ik dat ik niet eens zijn naam wist, ik wist helemaal niets over hem! En ik zag hem daarna niet meer. Voor mij
stond het vast dat ik hem moest weerzien, want ik was volledig in extase. Ik wilde altijd in deze staat zijn; het leek mij meer waar. Dus ik had hem nodig. Wat te doen? We hadden slechts één ding gemeen en dat was de plaats waar we elkaar hadden ontmoet. Dus ik verliet de grot en ging op die plek leven. Ik wachtte en mediteerde en voor het middagmaal ging ik naar de ashram. Dat duurde acht maanden. Op een avond was ik in een staat van samadhi. Ik keek achter me en daar was hij! Toen begon het devotionele liefdesverhaal van discipel en Meester. Eigenlijk aanvaardde hij nooit iemand als discipel. Hij zei nooit dat hij een Meester was; daar hield hij zich niet mee bezig. Maar wat mij betreft ben ik zijn w
11
De urgente twijfel van “Heb ik hem
ooit werkelijk gehoord?” was
mijn grote geluk discipel en is hij mijn Meester. Eigenlijk was het mijn idee om een Meester te volgen en het is verbazingwekkend dat hij mij toestond dat te vervullen. DISCIPEL EN VROUW
K: Je was 29 jaar met hem samen. Hij was je Meester en ook je echtgenoot, en ook de vader van je dochter. Dat moet bij elkaar heel wat zijn. G: Het klinkt vreemd, maar ik spreek vanuit hoe ik dit alles leefde. In essentie was hij mijn Meester; dat was de reden dat ik hem had ontmoet. De eerste maanden leefden we niet samen. Wel brachten we de dagen samen door. Hij had een kamer in de ashram en ik leefde daarbuiten. Toen vond hij een kamer voor mij in een andere ashram. Op een dag zegt hij weer: “Ik ga.” Ik zei: “Oh nee, nee,” en uiteindelijk stond hij me toe met hem mee te gaan. Tijdens die reis was onze eerste verblijfplaats Vrindavan. Hij vertelde me (wat ik op dat moment niet begreep): “Ik neem een groot risico.” Begrijpen deed ik dat niet, omdat ik het pad van ascese volgde. Vrindavan staat voor het pad van Krishna en van de liefde, menselijk of goddelijk. Het is een andere benadering. Tot dan toe had hij me alleen zijn onthechte kant laten zien, maar in Vrindavan begon hij mij zijn devotionele aspect te tonen. Voordat hij Ramana Maharshi ontmoette, volgde hij het pad van devotie (bhakti). Het ene moment zag hij eruit als een wijze en het volgende moment kon hij een geweldige bhakta zijn. Onder zijn invloed kreeg ik ook ervaringen van goddelijke gekte, op een mooie manier. Ik volgde dat allemaal gewoon. Toen nam hij mij als vrouw. Ik moet zeggen dat dat een enorme schok was voor mijn
12
concepten. Ik kon het niet geloven en vanuit mijzelf wilde ik het niet, maar hij was mijn Meester. Op de een of andere manier vertrouwde ik de Meester en dat alles volmaakt zou zijn in zijn handen. Dus begon ik met hem samen te leven. En heel natuurlijk kwam er een kind. Natuurlijk zou ik altijd zeggen - behalve sinds kort, omdat alles sowieso natuurlijk is - dat hij mijn Meester is. Ik zou hem nooit mijn echtgenoot noemen. Hij zou me nooit hebben toegestaan met hem te leven als ik ook maar voor een minuut vergeten had dat hij mijn Meester was. Hij was buitengewoon compromisloos. Dus het was volmaakt. HET HOOFDSTUK ERVARINGEN
K: Je zei dat het je 29 jaar kostte voordat zelfrealisatie plaatsvond. Dat gebeurde op de dag dat Poonjaji zijn lichaam verliet.Wat gebeurde er tijdens al die jaren wat betreft jezelf voorbereiden? G: De ervaring van kosmisch bewustzijn aan de Ganges deed me mijn Meester herkennen. Dat was mijn aanknopingspunt. Toen ik bij mijn Meester ging leven, bleef mijn geest niet verankerd in die ervaring. Ik stelde veel vragen over tijd, devotie, spirituele ervaringen, extase, geen-extase, dit en dat. Soms beantwoordde hij door stilte, soms deden zijn antwoorden me versteld staan. Soms vroeg ik me af wat hij bedoelde, dus kauwde ik daarop. Jaren wijdde ik aan ‘leger’ worden, en aan dit hele universum een beetje begrijpen. Dat was van 1968 tot 1991. Voor mij als zoeker was er genoeg te beseffen, onder woorden te brengen, me af te vragen. Vele malen raakte hij me met antwoorden die me stopten en me voor een seconde lieten voelen: “Dat is het!’
InZicht 1.2018
En natuurlijk is het dat niet. Toen had ik een belangrijke nieuwe ervaring, net zo krachtig als de eerste, maar met meer inzicht. In die periode was ik niet bij hem, maar woonde met mijn dochter in Brussel. Ik stuurde hem brieven waarin ik de ervaring probeerde te beschrijven. Het duurde drie weken. Toen werd ik op een ochtend wakker en het was weg. Daardoor wist ik: nog steeds alleen maar een ervaring! Ik was in een uitmuntende school: ik wist dat wat komt en gaat het niet is. In 1993 had ik nog een belangrijke ervaring, en dat was het einde van het hoofdstuk ervaringen. Daarna was ik in een staat van stil zijn, meer in mijzelf teruggetrokken. Langzaamaan dacht ik dat dit het was. Daarom was ik volkomen verrast toen hij in 1997 zijn lichaam verliet en een urgente twijfel me overviel. Het was het eerste moment van twijfel sinds lange tijd: “Heb ik hem ooit werkelijk gehoord? En zo niet, wie kan ik nu vragen? Er is niemand die ik zo vertrouw.” Die urgentie was mijn grote geluk. Nu begrijp ik dat dit het uitstel van de zoekersgeest is. Tot het moment van zijn heengaan had ik nog altijd de garantie dat ik mijn Meester kon opzoeken. K: Je zei iets wat me opviel: “De zoeker kan stoppen met zoeken, maar nog steeds een zoeker zijn. G: Dat was mijn ervaring. Mijn zoeken hield op in 1987. Dat brengt je in een staat van niet-zoeken: ik, de zoeker, verander mijn kleding en heb nu geen kleding meer. De zoeker zoekt niet meer, maar vereenzelvigt zich nog steeds met de voltooiing van zijn zoektocht. Destijds zag ik dat niet. Weet je, die laatste tien jaar vroeg ik me nooit af wat er leefde. Ik onderzocht nooit ‘ik’, het subject. Nog steeds kan ik niet geloven hoe doof ik was, dat ik dit nooit echt hoorde. Ik was met van alles bezig, maar niet met dat. K: Zou je zeggen dat er een onderscheid is tussen een leraar en een Meester? G: Je mag van leraar veranderen. Een leraar op de basisschool is begrensd in zijn onderwijs. Hij zal niet meer onderwijzen dan wat zijn leerlingen nodig hebben. Om verder te komen moet je naar een andere leraar. Maar met een Meester is het anders. Een Meester realiseert vanaf het eerste moment wat hij onderricht. Hij geeft geen cursus. Hij probeert te wijzen op dat wat niet komt of gaat, op de ware aard van alles. Er is maar één werkelijkheid. Door
© 1911 WASSILY KANDINSKY, ALLERHEILGEN 1
LERAREN EN MEESTERS
13
de verwarring van het denken nemen we aan dat er deze werkelijkheid is en iets dat daaraan voorbij gaat wat we God of het Zelf noemen. De belangrijkste aanwijzing van een Meester is: “Luister niet naar je gedachten!” Dan blijft er over wat is. Als je eenmaal bij een Meester bent, is het beter niet weg te gaan. Hij zal je nooit binden; hij probeert je te bevrijden. Als je weggaat zou je het werk dat gaande is kunnen boycotten. Het betekent dat je op dat moment weerstand hebt en niet luistert naar je ware stem: “Hoor mijn kind, luister niet naar je gedachten. Wees gewoon waar je altijd al bent.” De moeilijkheid zit erin wanneer je een leraar voor Meester aanziet. Een subtiele manier om het kaf van het koren te scheiden is om helder te zijn in je eis.
En om het vuur te hebben ‘In dit leven wil ik realiseren’. Dan moet je Meester je wel helpen. K: Beschouw je jezelf als Meester? G: Nee. Ik zou zeggen dat ik vuur genoeg heb om diegenen te inspireren die dit pad liefhebben. K:Wat is de essentie van je onderricht? G: Je bent al dat! En als iemand vraagt hoe tot zelfrealisatie te komen, zou ik zeggen: “Ga met geen enkele beweging van het denken mee. Een fractie van een seconde is genoeg.” t Interview door Karin Visser. Met dank aan Rokus de Groot voor de vertaling.
OPROEP AAN DE LEZER Het thema voor het komende nummer is Verlichting, een illusie armer of rijker? De redactie nodigt je uit om een korte bijdrage ( maximaal 225 woorden) te leveren op basis van dit thema. De uiterste inzenddatum is 15 maart 2018. De redactie houdt zich wel het recht voor om al dan niet tot plaatsing over te gaan. Chop wood, carry water before enlightenment. Chop wood, carry water, after enlightenment. [zenkoan] Verlichting is het gekoesterde ideaal als non-dualisme je pad kruist. Op zoek naar een beter of gelukkiger mens of een mooiere wereld. Maar dan blijken goed, gelukkig en mooi slechts te bestaan dankzij hun tegendeel. Dan rijst de onverbiddelijke vraag: hoe ontworstel ik me in vredesnaam aan die donderse dualiteit? Met welke vragen ga je dat onderzoek aan? Is de wens om beter of gelukkiger te worden een belemmering of juist een aansporing of een opstap? Wat is verlichting eigenlijk en welk verlangen wordt ermee uitgedrukt? Kun je verlichting voelen
of kennen, kun je die bezitten, kun je die zijn? En wat wil je nu eigenlijk echt? Wil je een rimpelloos bestaan, zonder voor- en afkeuren? Of een groots, dramatisch en meeslepend leven? Kun je voor het een of het ander kiezen? Zou je willen kunnen kiezen? En ben jij het die kiest? Ploeterend vinden we kennelijk onze weg, proefondervindelijk, met of zonder voorbedachte rade. Pendelend tussen goede en slechte tijden, tussen heilige euforie en platvloerse alledaagsheid. Bengelend tussen hemel en hel, tussen jij en ik. Hengelend naar heilige liefde en gelukzalige verlichting. Misschien schuilt in dat ploeteren en tobben juist onze schoonheid. Het relatieve dat onmachtig naar het absolute probeert te verwijzen. De hamvraag is uiteindelijk of al die antwoorden ertoe doen. Misschien zijn we slechts een geïncarneerde vraag die door het zoeken naar antwoord de illusie van de schepping veroorzaakt. Zouden we dan genoegen kunnen nemen met het uitgangspunt dat het meest volledige antwoord nooit zal kunnen wedijveren met de meest fascinerende vraag? Wie het weet mag het zeggen. We lezen het graag.
[ADVERTENTIES]
Carla van Hooff Satsang voor iedereen Za. 17 en Wo. 28 februari Za. 10 Wo. 21 en Za. 31 maart De zaterdagochtenden zijn van 11.00 – 13.00 uur De woensdagavonden zijn van 19.30 – 21.30 uur Haarlem (Tafelbergstraat 10) Informatie: www.bevrijdleven.nl tel. 023-5256432
14
InZicht 1.2018
[ADVERTENTIE]
15
Het riskante pad
16
InZicht 1.2018
André van der Braak
17
© 2018 PETER VAN MIERLO
van leraar en leerling
In hoeverre kun je de intense emoties vertrouwen die worden opgeroepen door de overgave aan de goeroe? En als je twijfelt, hoe onderscheid je gezonde twijfel van de stem van het ego? Is het wel mogelijk om leefregels vast te stellen voor een ‘verlicht’ leven? En hoeveel macht mogen we de goeroe in een dergelijk proces geven?
V
an jongs af aan ben ik op zoek geweest naar de antwoorden op de grote vragen in het leven. Aanvankelijk vanuit mijn roomskatholieke achtergrond. Maar vanaf mijn zestiende zocht ik naar antwoorden uit het Oosten. Ik begon te mediteren, aan yoga te doen en me in het boeddhisme te verdiepen. Ik studeerde westerse en oosterse filosofie en psychologie. Maar na mijn afstuderen ruilde ik mijn zoektocht naar verlichting in voor meer praktische beslommeringen. Ik kreeg een baan in de automatisering en bewandelde het pad naar maatschappelijk succes. Mijn levensstandaard steeg, maar daarmee mijn eenzaamheid ook. De snelle wereld van de automatisering bevredigde mijn hartsverlangen niet. ANDREW COHEN
Toen vertelde een vriend me over Andrew Cohen, een Amerikaanse spirituele leraar die in Amsterdam bijeenkomsten kwam houden. Sceptisch stemde ik toe om mee te gaan. Maar naarmate ik meer bijeenkomsten bijwoonde, raakte ik er meer en meer van overtuigd dat Andrew vanuit een verlichte staat sprak. Hij wist vragen moeiteloos vanuit zijn eigen ervaring te beantwoorden. Vaak was hij gewoon stil samen met de aanwezigen en zonken we weg in een diepe ervaring van stilte, waarin zorgen, gedachten en problemen er niet meer toe deden. Keer op keer had ik diepe spirituele ervaringen. De verlichting, waar ik al jarenlang naar op zoek was geweest via boeddhistische meditatie, leek plotseling voor het grijpen. In gezelschap van Andrew voelde ik een zware last van me afvallen. Het leven werd
18
opeens een groot jubelend gebeuren, de wereld was vervuld van een magische glinstering. Ik voelde een diepe rust en vrede. Als er al volmaaktheid bestond, dan was dit het. Ik voelde een diepe dankbaarheid en liefde voor Andrew. Hij had mijn leven ingrijpend getransformeerd. Wat kon ik me liever wensen dan voor altijd bij hem te zijn? Ik besloot mijn baan op te zeggen, het uit te maken met mijn vriendin en Andrew te volgen. Eerst naar Devon in Engeland, toen naar de VS. Aanvankelijk was ik in de zevende hemel. Eindelijk had ik een kans om samen met gelijkgestemden van overal ter wereld te leven. Het leven in de gemeenschap was één grote uitbarsting van liefde en intimiteit. Verlichting hier en nu was alom in onze ervaring aanwezig. Maar in de loop der jaren bleek het toch niet zo simpel te zijn. Het ego stond de verlichting in de weg en we moesten het uitroeien. De strijd van het ego diende ten koste van alles gewonnen te worden. We besteedden dagelijks uren aan meditatie, prostraties en mantrapraktijken. TWIJFELS
In de loop der jaren kwamen er twijfels in me op. Moest het ego wel zo nodig als een soort onkruid bestreden worden? En op zo’n harde en meedogenloze manier? Als het ego een illusie is, versterkt een oorlog ertegen niet alleen maar zijn realiteitsgehalte? Tegelijkertijd echter bleef ik spirituele ervaringen hebben en was ik vaak overweldigd door een besef van grote liefde en intimiteit. Maakten die sterke emoties alles goed? Was mijn twijfel de stem van mijn onwillige, tegenstribbelende ego? Moest ik kiezen voor mijn gevoel of mijn verstand? Ik voelde
InZicht 1.2018
André van der Braak studeerde psychologie en filosofie van 1981 tot 1986. In deze periode beoefende hij ook intensief vipassanameditatie. Van 1987 tot 1998 was hij leerling van Andrew Cohen. Over deze tijd publiceerde hij in 2003 Enlightenment Blues. Enkele jaren later volgde zijn tweede boek, Goeroes en charisma. Hij promoveerde in 2004 op een vergelijkende studie over Nietzsche en het zenboeddhisme. Sinds 2012 werkt hij als hoogleraar boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 2013 ontving hij de leraarsautorisatie in de traditie van de Maha Karuna Chan van Ton Lathouwers.
me vaak in een innerlijke spagaat. Uiteindelijk verliet ik in 1998 de leefgemeenschap. Een zelfonderzoek volgde. Wat waren mijn motieven geweest om me indertijd bij Andrew Cohen aan te sluiten? Had Andrew Cohens charismatische beweging als opvulling gediend voor een postdoctorale leegte waarin ik me bevond? Maar mijn relatie met Andrew Cohen was ook een uitdrukking van een oprecht verlangen naar bevrijding. Ik kreeg oog voor Andrews narcisme en adolescente persoonlijkheid. Hij had nobele maar onrealistische idealen. Hij zei dat alles mogelijk was, maar hij had geen oog voor de praktische moeilijkheden om zijn idealen te realiseren. Dat was het probleem van de volgelingen. Sinds mijn vertrek heb ik met veel vragen geworsteld. Hoe kan ik zo ver zijn gegaan in het onder druk zetten van anderen en mezelf? Was het uit liefde voor de goeroe, of helpt de liefde voor de goeroe juist om je eigen grenzen te doorbreken? In hoeverre kun je de intense emoties vertrouwen die worden opgeroepen door de overgave aan de goeroe? En als je twijfelt, hoe onderscheid je gezonde twijfel van de stem van het ego? Is het wel mogelijk om leefregels vast te stellen voor een ‘verlicht’ leven? En hoeveel macht mogen we de goeroe in een dergelijk proces geven? STADIA
In de problematische verhouding tussen goeroe en leerling zijn verschillende stadia aan te wijzen. Oakes onderscheidt er zes.1 Het begint met de wittebroodsweken. Vaak is er sprake van wederzijdse idealisering. De leerling is in de zevende hemel en vol liefde en toewijding voor de goeroe. De goeroe op zijn beurt beschouwt hem als zijn favoriet.
De tweede fase is de werkfase. De leerling wordt nu als lid van de gemeenschap geaccepteerd en krijgt werk toegewezen, vaak niet erg moeilijk werk dat ook een zeker arbitrair karakter draagt. Hij ontwikkelt een ‘gemeenschapspersoonlijkheid’: hij past zich aan de geldende normen en waarden binnen de gemeenschap aan. De derde fase is die van de teleurstelling. Gaandeweg daagt het besef dat de goeroe niet volmaakt is en dat verlichting ver weg is en blijft. Hij realiseert zich hoeveel van zijn vrijheid hij heeft opgegeven. Hij krijgt twijfels over de goeroe en kan zelfs een machtsstrijd met hem aangaan. De beslissing ‘gaan of blijven’ dient zich aan. Als de leerling besluit om te blijven gaat hij de vierde fase in. Hij begint de tekortkomingen van de goeroe nu te rationaliseren: ‘ze maken hem menselijker’ of: ‘Jezus had ook zijn fouten’. Zijn twijfel wordt ontkend en onderdrukt, en gaat ondergronds. Dat moet ook wel, want zijn geïdealiseerde opvattingen over de goeroe en de gemeenschap worden dagelijks als onwaar bewezen. De goeroe is geen God en de gemeenschap is niet het paradijs. De leerling werkt nu een geheim compromis uit waardoor hij kan blijven, en kan blijven geloven in de mogelijkheid van transformatie en revolutie. Maar de romantiek heeft plaatsgemaakt voor een doelbewuste keuze. Hij geeft zich nu niet zozeer uit liefde over, maar omdat het goed voor hem is. De vijfde fase is die van succes of falen wat betreft het grote werk. Welke geheime agenda de leerling ook had wordt al dan niet vervuld. In beide gevallen leidt dit tot de zesde fase, namelijk vertrek. Vroeg of laat vertrekt bijna iedereen uit een charismatische beweging. Tom Patton, ex-lid van de Amerikaanse w
19
De goeroe blijft gevangen in een gouden kooi van eigen makelij charismatische beweging Synanon, drukt het als volgt uit: “Het zijn niet altijd degenen met pit en die snel van begrip zijn die vroeg vertrekken, en niet altijd de slappelingen en goedgelovigen die langer blijven. Men vertrekt wanneer men gekregen heeft waar men voor kwam, wanneer de toewijding ‘op’ is, wanneer men zich over het vragenlijstje dat de leraar voorschrijft niet langer druk kan maken.” 2 VERTREK
‘Succesvolle’ leerlingen vertrekken omdat ze bereikt hebben wat ze wilden. Hun geheime agenda is vervuld. Ze hebben bijvoorbeeld hun kinderen in een liefdevolle omgeving opgevoed of ze hebben hun jeugd herontdekt. Hun vertrek verloopt relatief zonder problemen. Tijdens de volgende groepscrisis (er zijn altijd veel groepscrises in charismatische bewegingen waarin de goeroe zijn leerlingen voorhoudt dat ze niet voldoende toegewijd zijn aan zijn leer) gaan ze er stilletjes vandoor. Ze blijven met waardering over hun goeroe spreken, ze zijn dankbaar voor zijn hulp en pragmatisch over zijn tekortkomingen. Ze weten dat het gewoon tijd was om de volgende stap in hun leven te nemen. De ‘falende’ leerlingen vertrekken vaak op een traumatische manier, na een heftig conflict met de leraar. Zij voelen zich bedrogen en verraden. De goeroe heeft hun het paradijs beloofd, ze hebben hem hun hart gegeven, maar uiteindelijk blijkt hij niet werkelijk in hun welzijn geïnteresseerd. Wanneer ze de goeroe confronteren met zijn verbroken beloften geeft die niet thuis. Hij neemt geen verantwoordelijkheid. Hij vindt het hun probleem. Sommigen van die leerlingen worden later beroepsafvalligen: ze blijven proberen om ieder mogelijk
20
schandaal rondom hun vroegere goeroe publiekelijk te onthullen, zelfs als ze er grote persoonlijke offers voor moeten brengen. Alle verhalen over misbruik en manipulatie ten spijt is het uiteindelijk altijd de goeroe die wordt verlaten. Wanneer het grote werk is geslaagd, wordt de goeroe irrelevant. De leerling heeft de goeroe niet langer nodig en gaat verder op zijn eigen pad. De goeroe heeft die luxe niet: hij blijft gevangen in een gouden kooi van eigen makelij. Hij is gedwongen om te blijven geloven in de zelfgeschapen mythe van zijn eigen perfectie. t
Voetnoten: 1. L. Oakes, Prophetic Charisma, p. 131-143. 2. T. Patton, voorwoord bij W. Olin, Escape from Utopia: My ten years in Synanon, University Press, 1980. Selectie uit Goeroes en Charisma, het riskante pad van leraar en leerling’, 2006, André van der Braak, uitgeverij Altamira-Becht, 2006, ISBN 13 978 90 6963 737 2
[ADVERTENTIE]
InZicht 1.2018
C OLUMN - UNMANI
De rol van de leraar
I
n mijn rol als leraar gedurende de afgelopen 14 jaar heb ik mensen zien dansen aan de oppervlakte en van leraar naar leraar zien springen alsof het één grote keuzesupermarkt was. Ik heb mensen woorden horen napraten uit boeken en YouTube. Ze speelden met ‘non-dualiteit’ alsof het een gewone hobby was. Op allerlei manieren voelde dat niet goed, maar pas dit jaar heb ik mijn weg als leraar gevonden en ben ik de toewijding aan de waarheid echt gaan leven en ondersteunen ten behoeve van hen die tot me aangetrokken worden als hun leraar. In een wereld waarin alles zo makkelijk toegankelijk is, worden de diepste toewijding en overgave aan de waarheid niet langer in ere gehouden. Zij die oprecht op zoek zijn naar de waarheid verlangen naar toewijding. Ze willen zichzelf volkomen verliezen in de waarheid en verlangen naar iemand die hen daaraan houdt. Boeken lezen of YouTube-filmpjes kijken kan daarbij helpen, maar als het aankomt op het rechtstreekse aanduiden, het energetische openbarsten, het afhakken van het denkhoofd en het resoneren voorbij de afgescheidenheid, is een ‘levende’ leraar onontbeerlijk. Een leraar die ontwaakt is voor de waarheid van wie hij of zij is en de waarheid leeft zoals zich die ontvouwt in zijn of haar persoonlijke leven is een zeldzaam en bewonderenswaardig fenomeen. Als je een leraar vindt met wie je resoneert, dan raad ik je aan om daar volledig in te duiken en je aan hem of haar te verbinden. En in die verbinding aan een leraar verbind je je in feite aan jezelf. Dat is de reden waarom ik dit jaar begonnen ben met het aanbieden van een initiatie aan hen die zich aan de waarheid willen verbinden, met mij als hun leraar. In die initiatie verbinden die leerlingen zich niet alleen aan mij, maar bevestig ik mijn eigen verbinding aan de waarheid opnieuw via iedere leerling. Tot dusverre
heb ik 7 leerlingen geïnitieerd. Zij vertellen me dat ze zich in hun dagelijkse ervaring sterker, levendiger en meer toegewijd aan de waarheid voelen sinds ze de verbinding zijn aangegaan, en ook dat ze zich niet meer los van me voelen staan als hun leraar. Het onderricht stroomt heel vloeiend tussen mijzelf en die leerlingen. Als leraar ben ik niet geïnteresseerd in het tot stand brengen van een afhankelijkheidsrelatie. Ik heb er niets aan om leerlingen te hebben die als schapen achter me aan lopen en me op een voetstuk plaatsen waar ze me uiteindelijk weer van af zullen moeten stoten. Ik moedig mijn leerlingen aan om in hun eigen kracht te staan en de waarheid onder ogen te zien van wie ze zijn buiten alle overtuigingen, concepten en woorden. Ik moedig ze aan om met alle vormen van wijsheid te resoneren, maar zich aan mij als hun leraar te verbinden, zodat de relatie zich kan verdiepen tot steeds meer liefde die iedere afgescheidenheid overstijgt. Ik verwijs onophoudelijk naar het Absolute, het ware Zelf, maar ik ben ook gewoon een mens. Ik beweer geenszins dat ik volmaakt ben, en ik leef het eindeloze onderzoek van dit menselijke levensspel en moedig mijn leerlingen aan dat ook te doen. De leraar is een aspect van jezelf dat je gebruikt om jezelf de weg terug naar huis te wijzen. De leraar staat niet los van je. Sterker nog, in werkelijkheid is er helemaal geen sprake van een leraar en een leerling, noch van een relatie tussen hen. Die ‘relatie’ lijkt op geen enkele andere. Ze is niet gebaseerd op welke machtsstrijd of afhankelijkheid dan ook. Het gaat gewoon om absolute Liefde en absoluut Vertrouwen. Als je een leraar vindt die volkomen verliefd is op de waarheid in zichzelf, dan weet je dat zijn of haar diepste liefde ook uitgaat naar de waarheid in jou.
21
‘Verlichte mensen’ en ‘niet-verlichte mensen’ Joan Tollifson
Bestaan er ‘verlichte mensen’ die elk moment compleet vrij zijn van lijden, misvattingen of een gevoel van afscheiding en inkapseling, of een gevoel van macht en auteurschap, of van welke van het ego afkomstige gedachte of gedraging dan ook? Of is het idee van ‘verlichte mensen’ en ‘niet-verlichte mensen’ (of andere soorten mensen zoals betrouwbare, discrete, volhardende ‘mensen’) misschien een voorbeeld van niet-verlicht (of misleid) denken? Wie (of wat) is het precies wat verlicht of niet-verlicht is?
22
InZicht 1.2018
23
© 2018 PETER VAN MIERLO
Joan Tollifson heeft haar wortels in het boeddhisme en advaita, maar ze behoort tot geen enkele speciale traditie. Ze schreef verschillende boeken: Bare-Bones Meditation: Waking Up from the Story of My Life (1996), Awake in the Heartland: The Ecstasy of What Is (2003), Painting the Sidewalk with Water: Talks and Dialogs about Nonduality (2010) en Nothing to Grasp (2012). Twee ervan werden in het Nederlands uitgegeven: Bevochten vrijheid (AltamiraBecht, 2001) en Ontwaken in het alledaagse (Samsara, 2003). Een vijfde boek over het ouder worden, sterven en leven is in de maak. Joan woont in het zuiden van Oregon, VS. Voor meer informatie: www.joantollifson.com
E
r is een overvloed van voorbeelden van wijd en zijd gerespecteerde en klaarblijkelijk diep gerealiseerde verlichte goeroes, leraren of wijzen die verslaafd zijn aan alcohol of andere substanties, en/of zich gedragen op een beledigende of schadelijke manier tegenover hun leerlingen of volgelingen. Er is de afgelopen tijd geen tekort aan schandalen en gruwelverhalen geweest. Waren deze leraren soms af en toe verlicht en niet constant? Of kan verlichting ook het gedrag van verslaving en misbruik inhouden? Of zijn misbruik en verslavingsgedrag van een verlicht leraar uiteindelijk altijd heilzaam, ongeacht hoe afschuwelijk het er op het eerste gezicht uit mag zien? Is het soms een soort ‘crazy wisdom’, bedoeld om ons door elkaar te schudden en te bevrijden? Een aantal van deze leraren en volgelingen heeft zijn best gedaan deze uitleg aan de man te brengen. Of is het misschien niet de persoon (geest/lichaam) die verlichting realiseert, maar dat waarin lichaam, geest en wereld verschijnen, en gaat de persoonlijkheid daarom misschien door met oude en soms schadelijke conditionering te manifesteren? Of is het simpelweg zo dat er geen permanent persoon bestaat die ‘voor altijd’ in permanent verlichte staat zou verkeren? Denken in termen van ‘voor altijd verlichte mensen’ kan mogelijk het grootste en meest wijdverspreide waanidee zelf zijn. Het veronderstelt dat ‘de persoon’ een blijvende entiteit is en dat deze entiteit zelf verlicht raakt, en het veronderstelt ook de realiteit van tijd. Maar verlichting wordt juist beschreven als het wegvallen van deze misvatting en laat alleen over wat altijd al Hier/ Nu was. Het is geen prestatie van de persoon: het is de erkenning dat er uiteindelijk geen eigenaar, verteller of ervaring
bestaat. En het duurt niet ‘voor altijd’ want het is de erkenning dat er niets na (of voor) Nu is.
24
InZicht 1.2018
VERLICHTE LERAREN
Veel leraren zijn verliefd op het idee dat ze verlicht zijn en ze vertellen maar al te graag steeds opnieuw het verhaal van hun ‘verlichtinggebeurtenis’. We horen van hun wandeling door het park of het magische moment in de keuken, of van de bushalte waar hun zelf voor altijd wegviel. Verlichting wordt voorgesteld als een persoonlijke prestatie en een permanente staat. Elk van die ervaringen is echter alleen maar een moment in een droom. Ja, in de droomachtige film van ons wakkere leven berichten sommige personages over plotselinge en dramatische transformaties, en ja, sommige personages zijn inderdaad helderder en vrijer van misvattingen dan de meesten, en conventioneel gezien is het functioneel en behulpzaam om de verschillen te onderscheiden en te erkennen. Als we een leraar zoeken is niet iedereen even gekwalificeerd. Maar op een dieper niveau, als we beter kijken, zullen we zien dat er niemand is die permanent verlicht is, of permanent misleid. Er is niemand die het ene moment een rups is en het volgende moment een vlinder. Er is geen rups en geen vlinder. Er is alleen de ononderbroken Eenheid waarvan niets afgescheiden is. Een waar leraar zal niet eindeloos over zichzelf uitweiden en je aanmoedigen om hem of haar te idealiseren. Ze zullen al je pogingen om hen speciaal te maken en op een voetstuk te plaatsen afleiden. Een waar leraar is niet bang om zijn of haar menselijkheid, falen en imperfecties te erkennen. Een waar leraar blijft steeds een leerling die openstaat voor nieuwe ontdekkingen. Een waar leraar zaagt de poten onder elke stoel vandaan waar je op probeert
te blijven zitten en deelt niet meer stoelen uit. Verlichting heeft geen begin en geen einde. Het is geen staat die je binnengaat of verlaat. Er is geen eindstreep in ontwaken. Het is altijd Nu. Aan deze zich ontvouwende ontdekking en Zelfrealisatie komt geen einde. Zelfs nadat de gedachte van afgescheiden zijn en persoonlijk auteurschap doorzien is, kan dit (en zal dit waarschijnlijk) opnieuw verschijnen. Zelfs nadat gezien is dat het touw echt een touw is en geen slang, kan het op een ander moment opnieuw voor een slang worden aangezien. Wanneer dat gebeurt, zal het lichaam automatisch reageren met angst, ineenkrimpen en terugdeinzen. De slang is nooit echt, maar hij kan een ogenblik echt lijken. Zal er ooit een tijd komen dat dit misverstand zo volledig helder is dat het nooit meer, op welke manier dan ook, gebeurt? En in wie komt deze zorg op? Is er iemand die deze fout maakt en ernaar verlangt niet meer zo dwaas te zijn? Is het niet alleen vanuit het perspectief van het luchtspiegelingachtige ‘ik’ dat het ertoe doet of ‘ik’ het touw aanzie voor een slang? We weten nooit wat het volgende moment zal brengen. Op elk moment kan het fata morgana van afscheiding zich weer voordoen. Maar wat misschien kan wegvallen is de noodzaak het opnieuw te laten gebeuren. VERWARRING
Soms spreken leraren vanuit de grenzeloze Eenheid, vanuit het Ene Zelf, vanuit de onpersoonlijke aanwezigheid die we bedoelen als we zeggen ‘Ik ben’. Soms spreken leraren als een ogenschijnlijk individu. Toen Ramana stierf, zei hij tegen zijn volgelingen: “Ik ben altijd hier; waar zou ik heen kunnen gaan?” Hij sprak niet als het ogenschijnlijke individu dat duidelijk aan het sterven was, maar als
het Ene Zelf (Hier/Nu) dat altijd aanwezig is. Soms als leraren ‘ik’ zeggen, refereren ze aan dit Ene Zelf. Op andere momenten als ze ‘ik’ zeggen, refereren ze aan hun persoon. ‘Ik’ als grenzeloze Eenheid heb nergens een probleem mee, maar ‘ik’ als Joan Tollifson heb opinies en voorkeuren over van alles en nog wat. Natuurlijk ontstaan er verwarringen en misverstanden door het woord ‘ik’ op verschillende manieren te gebruiken. Een leraar die spreekt als de Eenheid kan zoiets zeggen als: “Ik ben onvoorwaardelijk en altijd vrij” of: “Verlichting is altijd aanwezig”, verwijzend naar het grenzeloos bewustzijn, het altijd aanwezige Hier/Nu, dat vrij is en zonder voorwaarden. Zulke uitspraken worden makkelijk verkeerd begrepen in de zin van dat de leraar als persoon onvoorwaardelijk en vrij zou zijn, en altijd in een soort speciale verruimde staat van bewustzijn zou leven, voor altijd voorbij welke misvatting dan ook. WAT ZOEKT
Liever dan proberen uit te zoeken of je verlicht bent of iemand anders verlicht is, liever dan anderen te idealiseren, ze op een voetstuk te plaatsen en ze te veranderen in een onfeilbare autoriteit, liever dan jezelf met anderen te vergelijken of te proberen de veronderstelde verlichtingservaring van een ander te kopiëren, stel ik voor om te onderzoeken wat je eigenlijk probeert te vinden en wat er hier en nu afwezig is, en precies wie of wat dat zou moeten vinden, bezitten of missen. Je zou erachter kunnen komen dat er niets mist, niets defect of nodig is. Er is eenvoudigweg alleen dit, precies zoals het is. Je bent al wat je zoekt. En als dat je ongelooflijk toeschijnt of als je toch ergens een gevoel van ongemak of gemis hebt, kan dat een uitnodiging zijn om te stoppen, te kijken en te luisteren - om te onderzoeken of degene die dit probleem heeft eigenlijk wel gevonden kan worden, om de ongemakkelijkheid als een naakte sensatie in het lichaam te voelen, om door de gedachten en verhalen heen te kijken en het bewustzijn op te merken dat dit alles waarneemt. Vraag je dan af of het gevoel van ongemakkelijkheid of gemis werkelijk een probleem is? Bestaat het wel echt als je er diep induikt met open gewaarzijn? En als je opmerkt dat je toch op het punt staat af te dwalen in zoeken naar waarheid of verlichting of geluk of vrijheid, misschien rijst op dat moment ook de vraag: ‘Wat zoek ik eigenlijk precies? En waar en wanneer denk ik het te vinden?’ Verlichting is nu of nooit. t
25
Over Siddharameshwar, de leermeester van Nisargadatta Philip Renard
Nisargadatta Maharaj, gretig gelezen en ‘beaamd’ door een grote groep mensen (ook door mensen die zelf meestal een anti-leraarhouding tonen), was ondubbelzinnig over de noodzaak van een leermeester: Vraag: “Is een goeroe onvermijdelijk?” Nisargadatta: “Dat is zoiets als vragen: “Is een moeder onvermijdelijk?”
26
InZicht 1.2018
27
V
raag: ‘Beschouwt u zichzelf als in de voetstappen getreden van uw goeroe?’ Nisargadatta: ‘Hij heeft geen voetstappen. Hij heeft geen voeten.’
Alles wat Nisargadatta in I Am That vertelt over zijn verhouding met zijn leraar Shri Siddharameshwar Maharaj voelt als een groot voorbeeld. Ik ervaar deze beschrijvingen nog steeds als het mooiste wat ik ken over de leraar-leerlingverhouding. Siddharameshwar wordt in die passages, die meer dan dertig keer in het boek voorkomen, overigens nooit bij zijn naam genoemd. Nisargadatta zegt steeds: ‘Mijn goeroe zei me dat ik uitsluitend het eigenschaploze Brahman ben’, en dan volgt steevast: ‘... en ik vertrouwde zijn woorden helemaal en hield me dan ook helemaal aan zijn woorden, en je ziet hier het gevolg ervan.’ VOORBIJ MEDITATIE
zal duren. Bhausaheb had een weg doorgegeven die neerkwam op Nama-mantra, het voortdurend mediteren op een naam van God. Siddharameshwar merkt in deze tijd dat dit voor hem niet voldoende is. ‘Ik wil hier voorbij!’ zegt hij tot zijn medediscipelen, die helaas de noodzaak hiervan niet kunnen meevoelen. In het lang afgezonderd zitten vindt hij zijn eigen weg, door het beseffen van onmiddellijkheid - hij beseft datgene wat voorbij (en voorafgaand aan) meditatie is. Hij beseft Dat waar alles om gaat, de Uiteindelijke Werkelijkheid (Paramartha - wat door hem in latere jaren ook wel Vijnana zal worden genoemd, als term voor het Uiteindelijke Kennen).
Doordat dit me kortgeleden opnieuw zo diep raakte, kreeg ik behoefte om eens iets dieper in te gaan op Siddharameshwars leven. Hij is geboren in augustus 1888, in een dorpje genaamd Pathri (in het Sholapur district van de Bombay Presidency).1 Rond zijn achttiende trouwt hij en gaat hij in Bijapur wonen. Hij wordt in 1906 ingewijd door Shri Bhausaheb Maharaj, die in 1903 zijn ashram in Inchageri had gevestigd (hierdoor wordt deze traditie wel aangeduid als ‘Inchageri-traditie’). In 1914 sterft Bhausaheb. Geraakt door het verlies van zijn leraar verlaat Siddharameshwar zijn werk bij een katoenfirma en zwerft rond, vrijwel zonder voedsel. Rond het jaar 1919 begint hij een extreme periode van uitsluitend mediteren, die negen maanden
Wat hij ontdekt wordt wel ‘de weg van de vogel’ genoemd, in tegenstelling tot ‘de weg van de mier’. Hij ontdekt vanuit zichzelf de directe weg. Je kunt ook zeggen dat hij ontdekt wat een ‘heilige volgorde’ is: zijn leraar Bhausaheb had benadrukt dat er eerst verlangenloosheid (vairagya) en devotie (bhakti) moeten zijn en pas daarna inzicht (jnana), maar Siddharameshwar maakt nu belangrijk dat het andersom moet zijn: eerst inzicht en daarna verlangenloosheid en devotie.2 Zijn onderricht wijkt af
28
InZicht 1.2018
HEILIGE VOLGORDE
Eerst inzicht en daarna pas verlangenloosheid en devotie van dat van zijn leraar, hoezeer hij ook zijn leven lang totaal trouw aan hem zal blijven en zijn foto altijd met zich mee blijft nemen. Dit is wat in mijn ogen Siddharameshwar ook nu nog zo bijzonder maakt: de combinatie van trouw aan de leraar en toch ook een soort doorboring ervan, een volstrekte eigenheid - een vertrouwen in jezelf zodat van daaruit het meest waarachtige tot uitdrukking kan komen. WERK EN ONDERRICHT
Via een medediscipel die bij de rechtbank in Bagewadi werkt, gaat Siddharameshwar op een gegeven moment in die plaats op een advocatenkantoor werken. Zo komt hij rond 1920 ook in Bombay. Hij leert daar de advocaat Vakharia kennen, die een discipel van hem wordt. In de beschrijvingen van het leven dat hij leidt, is het vaak onduidelijk wat zijn werk precies inhoudt; de term ‘accountant’ wordt soms gebezigd, en soms ‘manager’. Voor zijn werk moet hij vaak rechtszittingen bijwonen en moet hij ook reizen - hoewel het in zijn biografie wel lijkt of het reizen tussen de plaatsen waar hij lezingen geeft niet voor zijn werk was, maar geheel en al voor het geestelijk onderricht. Zeker is dat Vakharia hem veel steun verleent, waardoor hij in staat is te reizen en zijn onderricht overal te verspreiden. Steeds blijft hij een of twee maanden in een van de plaatsen (Bombay, Sholapur, Inchageri, Bijapur en Bagewadi) en reist dan vervolgens naar een van de andere. In al deze plaatsen geeft hij onderricht en houdt hij devotionele bijeenkomsten. Ook in Pathri komt hij nog regelmatig; daar wonen zijn vrouw en kinderen bij zijn vader en moeder. In 1928 sticht hij een ashram in Bagewadi.
UITEINDELIJKE INZICHT
Geheel in de lijn van zijn traditie besteedt hij in zijn lezingen veel aandacht aan een paar oude teksten, met name aan Dasbodh van de zeventiende-eeuwse Samarth Ramdas. In 1925 wordt een artikel uitgegeven van Siddharameshwar zelf, dat later vertaald is als ‘Golden Day’. Hierin benadrukt hij de noodzaak van een waarachtig geestelijke ondergrond onder ieder wetenschappelijk onderzoek. Tijdens een lezing over de YogaVasishtha in Bombay, in 1933, leert Nisargadatta hem kennen. Nisargadatta wordt een paar dagen later door Siddharameshwar ingewijd, wat een enorme indruk op Nisargadatta maakt. Vanaf dat moment volgt hij steeds als Siddharameshwar in Bombay is zijn bijeenkomsten. Ook vergezelt hij zijn leraar herhaaldelijk bij diens bezoeken aan Inchageri en Bagewadi - plaatsen die hij zal blijven bezoeken, ook na de dood van zijn leraar. Tijdens de lezingen noteert hij vaak met potlood alles wat Siddharameshwar zegt. Hij zegt hier een keer over: “Mijn goeroe’s woorden zijn mijn voedsel - ik hoor ze niet, ik eet ze.” 3 Zo ontstaat de serie lezingen op papier die later ook in het Engels zijn uitgegeven, met de titel Master of Self-Realization4. In de biografie wordt verteld dat Siddharameshwar eigenlijk pas in 1935, bij het maken van een soort samenvatting van tien jaar onderricht, tot de stap kwam voorbij inzicht (jnana). Die stap benoemde hij toen als Vi-jnana - vertaalbaar als het Werkelijke Kennen, oftewel het Uiteindelijke Inzicht.5 Wij hebben als westerlingen deze overgang van jnana naar Vijnana later leren kennen als ‘de specifieke Nisargadatta-benadering’ - dit blijkt dus in feite Siddharameshwars pionierswerk te zijn. Hij benadrukt hierbij: “Jij bent niets anders dan Werkelijkheid.”6
29
het bijzondere onderricht te danken hebben dat we meestal aanduiden als ‘typisch Nisargadatta’. Weliswaar was het doorgeven ervan door Nisargadatta meer op westerlingen gericht en daardoor voor ons verteerbaarder, maar de ware oorsprong ervan ligt bij Shri Siddharameshwar Maharaj. t
DE VIERDE GOEROE
In het jaar 1936 krijgt Siddharameshwar, die aan suikerziekte lijdt, een gezwel op zijn rug. Talloze pogingen worden ondernomen om hem te genezen. Hij verblijft een tijdje in een sanatorium en ook, vanwege het betere klimaat, in een hoger gelegen hill station. Het mag niet baten. Hij wil niet geopereerd worden; hij voelt de dood naderen en wil per se vervoerd worden naar Bombay. Daar overlijdt hij, op 9 november 1936. De volgende dag wordt hij gecremeerd; zijn as wordt daarna naar Bagewadi gebracht, waar een samadhi7 ervoor geïnstalleerd wordt. Het gaat herhaaldelijk door me heen hoeveel ik te danken heb aan mijn leraar Alexander Smit, aan zijn leraar Nisargadatta en ook aan diens leraar Siddharameshwar. Ik heb in mijn boekje ‘Ik’ is een deur geschreven dat er voor mij drie leraren van de twintigste eeuw overblijven als waarlijk groot, waarmee ik bedoel dat zij degenen zijn die alle anderen hebben beïnvloed: Ramana Maharshi, Atmananda en Nisargadatta. De echte sadgoeroes. In toenemende mate ben ik gaan voelen dat er een vierde is: Siddharameshwar. Hij is, zoals gezegd, degene aan wie wij
30
Noten 1. Pathri: dit ligt op 12 mijl ten westen van Sholapur, in Zuid-Maharashtra. In die tijd bestonden de huidige deelstaten Maharashtra en Karnataka nog niet. 2. Master of Self without self. Life Story of Shri Sadguru Siddharameshwar Maharaj (Jnana Vijnana Yogeshwar). ; p. 115-116. Dit is wat ik in het artikel ‘de biografie’ noem. ©Shri Sadguru Ranjit Maharaj, 2010. Te downloaden als pdf: http://gvp.cz/~vinkle/zlaty/Master%20of%20Self%20without%20 self_optim.pdf 3. Sadguru Nisargadatta Maharaj, Life & Teachings, by G.K. Damodara Row; Bangalore; p. 24. 4. Master of Self-Realization. An Ultimate Understanding (AdhyatmaJnanacha Yogeshwar); recorded by Shri Nisargadatta Nisargadatta. Hierin is opgenomen The Master Key to Self-Realization. Mumbai: Shri Sadguru Trust, 2006. 5. Het is terug te vinden in Master of Self-Realization, vanaf pagina 247 (dat betreft een lezing uit september 1935). In de biografie, Master of Self without self, wordt hierover geschreven op pagina 126. In de meeste oude teksten, ook boeddhistische, wordt het woord vijnana juist gebruikt om het ‘allergewoonste bewustzijn’ mee aan te duiden; soms ook om inzicht mee aan te duiden, maar meestal betreft dat een minder ruim of minder diep (of ‘hoog’) inzicht dan jnana. 6. Master of Self without self, p. 126. 7. Een samadhi is een gewijd monument waar de as van een leraar in bewaard wordt. Ik heb het weliswaar niet aangetroffen in zijn biografie, maar andere berichten melden dat de helft van zijn as is teruggebracht naar Bombay, waar op de Banganga-begraafplaats ook een samadhi van hem is geïnstalleerd, precies op de plek waar hij gecremeerd is. Nisargadatta bracht er regelmatig een bezoek aan. Zie voor een verslag in kleur van mijn reis in 1989 naar de hier genoemde plaatsen: https://volle-cirkel.blogspot.nl/2017/02/siddharameshwarmaharajleermeester-van.html Hier is ook een uitgebreide bibliografie geplaatst.
InZicht 1.2018
G AST- C OLUMN - KATJA TEUNISSEN
Goeroes: hulpvaardige hindernissen en hinderlijke helpers
V
roeger associeerde ik het woord goeroe vooral met de spirituele leraren wier boeken ik las of die me meditatie onderrichtten in lange retraites of die me juist onderwezen: meditatie is onzin. Tegenwoordig zijn het geen leraren uit spirituele stromingen meer die mij het meest inspireren, maar mensen en andere fenomenen die vanzelf dagelijks mijn pad kruisen, zoals mijn dochter, mijn geliefde, de zwervers bij de supermarkt, muziek, stilte, de boom voor mijn huis, het koffiekopje in mijn hand. Maar dat neemt niet weg dat ik met veel plezier en dankbaarheid terugdenk aan mijn vroegere inspiratiebronnen. Wat heb ik veel geleerd van mijn oude goeroes. Vooral over het vertrouwen vinden in mezelf. Want vrijwel elk mechanisme waarvan ik mezelf in die tijd dolgraag wilde bevrijden, zag ik ook actief in elke spirituele leraar die ik ooit heb ontmoet. Hoe subtiel soms ook. En daarmee hadden ze mij niet beter kunnen ondersteunen. Want het inzicht dat ook zij - net als ik - gewoon menselijk bleken, was de belangrijkste weg naar zelfvertrouwen, of in advaita-taal: het Zelf vertrouwen. Het antwoord op wie of wat dat Zelf is dat ik leerde vertrouwen en wie die ik is die dat Zelf leerde vertrouwen, is een verhaal, mijn verhaal. Zoals alles wat er gezegd wordt over ik, niet-ik, Zijn, Zelf, Waarheid een persoonlijk ervaringsverhaal - of een naverteld verhaal - van de verteller is; overigens vaak een prachtig en inspirerend verhaal. Dat het uitgesprokene altijd een vertelling is en niet de onomstotelijke waarheid heeft ook bijgedragen aan zelfvertrouwen. Een ander woord voor zelfvertrouwen is voor mij: vrijheid. Wel mediteren, niet mediteren: een hele poos werd ik heen en weer geslingerd tussen doen en niet-doen. Oh, wat hoopte ik op een definitief antwoord: is het nu wel ondersteunend om te mediteren of is het een valkuil op de wegloze weg naar bevrijding? Het besef dat het antwoord op een dergelijke vraag - en op welke vraag dan ook - slechts tijdelijk houdbaar is, verschafte de vrijheid die ik hoopte te vinden door te mediteren en ook door niet te mediteren. Het verlangen naar antwoorden stierf, als ook de vragen zelf.
Maar uiteraard kan ook deze bewering de belofte van onbeperkte houdbaarheid niet claimen. Ik geniet van mediteren, waarmee ik bedoel: als een schijnbare getuige gedachten, gevoelens en de omgeving nieuwsgierig observeren en me ook zogenaamd omdraaien om deze schijnbare getuige te observeren om vervolgens ook de getuige die de voorgaande getuige observeert ontspannen te observeren, enzovoort. Ook de ervaring van ‘rusten in het onnoembare niets’ is bijzonder aangenaam. Zonder goeroes had ik deze liefdevolle hobby misschien nooit ontdekt. In die zin zijn goeroes mensen die dezelfde hobby als ik aanhangen en me prachtige ideeën hebben geschonken. Ik ontdekte door de schijnbare aanwijzingen van mijn eerste meditatieleraar dat urenlang naar mieren kijken - ook zonder paddo’s op - een sensationele ervaring kan zijn; net als kijken in het zogenaamde niets dat zich constant vult met alles. ‘Ware’ meditatie wordt door de mensen van mijn hobbyclub met wie ik me het meest verwant voel vaak uitgedrukt als: volledig aanwezig zijn in het huidige moment, en ook als: to rest in pure awareness. Maar om dat nou waarheid te noemen? Andere leden van de hobbyclub zeggen dan bijvoorbeeld altijd: ‘Wie is het die aanwezig is en in awareness rust? Er is niemand aanwezig.’ Het zijn dezelfde leden die ook vaak roepen: ‘Ik ben goddomme geen lid. Er is geen ik.’ Hilarische comedyclub, mijn vereniging. Wat is een hobbyclub zonder tweespalt? Tegengeluiden creëren wakkerheid voor alle leden en wakkerheid creëert creativiteit. Uit creativiteit stroomt verwondering voort. En de schoonheid van de verwondering is een wonderschone ervaring. Uiteindelijk houden we allemaal - al dan niet bewust vast aan een verhaal. Ook zonder houvast zijn is een verhaal. Daar waar de ervaring van ‘ik ben’ geboren wordt, komt het verhaal al tot leven. Goeroes zijn meestervertellers. Mensen hangen niet voor niets gebiologeerd aan hun lippen. En voor wie heel goed luistert, zijn ze naast fantastische entertainers ook de perfecte leermeesters in het realiseren van je eigen waarheid.
31
Wolter Keers heeft Mieke Berger op het pad gebracht van Sri Nisargadatta Maharaj, die zij na de eerste introductie veelvuldig heeft bezocht. Advaita vedanta is het leidend uitgangspunt in werk en leven van Mieke. Al meer dan 50 jaar concentreert haar werk zich op begeleiding bij zingevingsvragen en het bevorderen van existentieel welzijn. Mieke werkt o.a. in Costa Rica en Zuidoost-Azië. Jaarlijks komt ze naar Europa voor kuur- en begeleidingsweken. Van tijd tot tijd geeft zij seminars met als onderwerp verscheidenheid in non-dualiteit als weg naar vrijheid. www. jinshinhealing.com
Oost-West, goeroe-leraar Mieke Berger
© 1911 WASSILY KANDINSKY, OMSLAGONTWERP MET RUITER
Volgens Indiase traditie betekent goeroe (guru) ‘het licht dat alle duisternis wegneemt’. ‘Gu’ betekent duisternis en ‘ru’ licht. De grootst mogelijke misvatting is dat een goeroe een persoon is.
E
en goeroe is geen persoon. Een persoon is een projectie van het vormloos Zijn. De goeroe is het vormloos Zijn zelf. In de loop van de geschiedenis heeft een aantal keren de goeroe - noem het vormloos Zijn, oorzaakloze eerste Oorzaak, Bewustzijn of Zelf zich als het ware in een lichaam gepresenteerd om licht te brengen in duisternis. Duisternis betekent dat de mens zich verliest in de buitenwereld, die
voor echt en waar aangezien wordt, terwijl die in wezen een zinsbegoocheling is (maya). Men streeft geluk na, maar is vergeten dat juist dat streven het geluk in de weg zit. De goeroe is er om daarop te wijzen. Werkelijk geluk is permanent opgaan in Zijn. Vergelijk het met de tijdelijke ervaring als een verlangen is ingelost of met het interval tussen twee gedachten of de diepe slaap. In de historie is er in het Oosten een aantal goeroes geweest die de weg gewezen hebben, zoals onder w
33
meer Sri Ramana Maharshi, Sri Nisargadatta, UG en Sri Atmananda. Aanvankelijk denkt de discipel dat er een persoon tegenover hem zit. Zijn zoektocht eindigt als het besef doordringt dat er geen verschil bestaat tussen hem en de goeroe. Zij zijn één, of beter niet twee. De discipel heeft dan doorzien dat zijn bestaan als individu een illusie is geweest en dat hij net als de goeroe is wat hij altijd al geweest is, namelijk Vormloos Zijn. De goeroe heeft de discipel echter nooit anders kunnen zien omdat die evenzeer geankerd is in het Zijn. In Eenheid zijn er tenslotte geen twee.
avontuur met een van hen. Maar onderschat ook de naïviteit niet van de ‘zoekers’ naar verlichting, die elk kritisch denken achter zich laten als ze ingepalmd worden door een Indiër in oranje hemd met slingers, wat wierook en een Indiaas accent. Een grappige nepgoeroe heeft zijn volgers flink bij de neus genomen. Zie de film ‘The true story of a false prophet’, Vikram Ghandi, juni 2012. Zelfs toen hij zijn bedrog kenbaar maakte, kon een aantal volgers het gewoon niet geloven, verblind als ze waren door hun hartstochtelijk verlangen naar bevrijding en inzicht.
IT TAKES TWO TO TANGO
ONDERSCHEID
Ongetwijfeld bestaan er in het Westen ook ‘echte’ goeroes (zoals bijvoorbeeld Bernadette Roberts, Wolter Keers e.a.), maar de meesten van de zelfverklaarde goeroes zijn vooral leraren. Het onderscheid tussen leraar en goeroe is niet altijd even duidelijk. De goeroe doet niet aan initiaties, heeft niemand nodig en is onpersoonlijk. Leraren hebben leerlingen nodig, steunen meestal op een goed intellectueel inzicht en zijn veelal persoonlijk. De leraar heeft soms de neiging zich als autoriteit op te stellen en de volgeling moet hem in dat geval tevreden zien te houden. Machtsspelletjes, geld en seks kunnen dan snel een rol gaan spelen. Anderzijds heeft de leraar de ‘medewerking’ van de volger nodig voor zijn manipulatief gedrag. It takes two to tango. Uiteindelijk zal de leraar in zo’n geval voor dat spel de prijs moeten betalen. Geen moreel oordeel dus, maar een vaststelling van wat er feitelijk gebeurt. Denk aan Andrew Cohen: zijn moeder schreef een zeer ontluisterend boek over hem. Zelfs Ramesh Balsekar moest een ongemakkelijke confrontatie aan met zijn volgers na een seksueel
Toch moeten we ons niet blindstaren op het morele gedrag van de goeroe of leraar. Volgens Sri Nisargadatta Maharaj was de verlichte Valmiki een struikrover. Desondanks was hij auteur van Ramayana, een omvangrijk epos uit India dat een belangrijke culturele hoeksteen van het hindoeïsme vertegenwoordigt. In de zoektocht naar een ‘echte’ goeroe zijn er zeker wel wat aanwijzingen te vinden om een onderscheid te maken tussen goeroe en leraar. Gemakshalve verwijs ik naar het artikel ‘misdragingen van de goeroe’ elders in deze uitgave. Als de goeroe toch een leraar blijkt te zijn, kan hij je desondanks goed op weg helpen en zal je vroeg of laat de ‘echte’ goeroe tegenkomen. Het lijkt een kosmische wet te zijn dat je de goeroe of leraar krijgt die je verdient. De goeroe of leraar die geen onderscheid maakt tussen zijn discipelen verdient het om de weg te wijzen aan allen die serieus op zoek gaan naar waarheid, inzicht en een antwoord verlangen op de vraag ‘Wie ben IK?’ t
34
InZicht 1.2018
C OLUMN - HAN VAN DEN BOOGAARD
Winterdroom
H
et is inmiddels winter, ook al is die tot nu toe erg zacht geweest. In de polders langs de grote rivier waait een niet al te kille wind door de kale bomen. In sommige boomtoppen wiegt nog een oud kraaiennest mee met de wind. De natuur heeft zich ontdaan van alle franje en uitbundigheid. Ze laat zich in haar kale essentie zien en nodigt je uit om je bewust te worden van je eigen kale essentie. Zo buiten, zo binnen. Het moeilijke is natuurlijk dat die essentie, je diepste kern, geen ding is, noch een gedachte, gevoel of waarneming. Zij heeft vorm noch omvang. Dus hoe kun je je er dan bewust van worden? Waar moet je beginnen? Het is alsof je in een spiegel kijkt om te zien hoe je eruitziet, en het enige wat je ziet is een leeg spiegelbeeld. Je vraagt je af of er werkelijk niets te zien valt en als het antwoord op die vraag uitblijft, wend je je ten slotte tot iemand die wel een antwoord lijkt te hebben. Je stelt de leraar of goeroe over wie je van vrienden zulke enthousiaste verhalen gehoord hebt je vraag. Het spel is op de wagen, de onmogelijke opdracht is verstrekt en je wacht af. Maar ook al merk je het misschien niet, de leraar zit eveneens met de handen in het haar. Want wat kan hij of zij anders doen dan je weer een concept aanreiken, terwijl geen enkel concept tot nu toe toereikend voor je is geweest en dat ook nooit zal zijn? Een onmogelijke opdracht creëert een onmogelijke situatie. Hoe redt de leraar zich hieruit? De leraar rest niets anders dan zijn of haar hart te laten spreken, luid en duidelijk, en je zo wakker te schudden uit je droom, waarin je vertwijfeld voor een spiegel zonder spiegelbeeld staat. Maar wat de leraar ook zegt, je wordt er niet wakker door. Je droomt nog steeds dat je voor die spiegel staat, alleen hoor je de leraar nu zeggen: ‘Er valt niets te zien. Een droomfiguur heeft geen spiegelbeeld. Jij en ik bestaan alleen
voor zover we onderdeel uitmaken van deze droom. Maar wat je werkelijk bent is de dromer.’ Je knikt, maar je begrijpt niet wat er bedoeld wordt. Hoezo droom? Wat is er niet echt aan deze spiegel, deze vloer, dit lichaam? Je staat voor een raadsel. De leraar ziet het, weet dat meer uitleg alleen maar tot meer onbegrip zal leiden en besluit dat alleen een nieuw raadsel je misschien nog wakker zou kunnen schudden. ‘Je wilt een vlieg doodslaan, maar de vlieg is op de vliegenmepper gaan zitten. Wat ga je doen?’ Je kijkt om je heen, naar je hand, maar nergens zie je een vliegenmepper. ‘Hoe bedoelt u?’ vraag je. ‘Ik wil helemaal geen vlieg doodslaan, ik wil alleen maar weten wat mijn diepste kern is!’ ‘Zolang je droomt, zul je de waarheid nooit zien, ook al staat ze recht voor je. Je bent iemand die ‘Geef me iets te drinken!’ roept terwijl je tot aan je nek in het water staat.’ Je slaakt een diepe zucht. ‘U bent toch de leraar? Waarom zegt u niet gewoon wat u schijnt te weten? Wat is mijn diepste kern? Wat is mijn eigenste zelf?’ De leraar zwijgt en kijkt je indringend aan. ‘Je komt een goeroe op straat tegen. Je wilt weten wie of wat je bent, maar je mag spreken noch zwijgen. Wat doe je?’ Ten aanzien van het vervolg van dit verhaal zijn er twee scenario’s mogelijk. Het eerste is dat je weer niet begrijpt wat deze leraar in godsnaam bedoelt. Je besluit de kamer te verlaten en op zoek te gaan naar een andere spiegel of een andere leraar, in de hoop dat je alsnog het antwoord zult vinden. Het tweede scenario is dat je plotseling wakker schrikt omdat je ineens begrijpt wat die leraar je wilde vertellen. Je weet nu dat je bent wat je bent zonder dat daar verder nog iets zinnigs over te zeggen valt. Je glimlacht, want je weet dat dat genoeg is. Je kon je diepste kern, je eigen aanwezigheid, niet zien omdat die overal is. En die leraar, ach, dat was maar een droom.
35
© 1911 WASSILY KANDINSKY, COMPOSITIE IV
Misdragingen
money
36
InZicht 1.2018
van de goeroe Justus Kramer Schippers
power
seks 37
Nu en dan klinkt er kritiek op advaita vedanta, de goeroes en leraren. Maken ‘goeroes’ 1 slachtoffers? Is er iets mis met advaita als filosofie als de goeroes zich misdragen?
H
et gedrag van Andrew Cohen, Maharishi Mahesh Yogi, Rahim Singh (in 2016 veroordeeld tot 20 jaar cel in verband met een dubbele verkrachting), Mansukh Patel2 en vele anderen bewijst maar weer dat macht corrumpeert en erotiseert. Er bestaat vrijwel geen goeroe of leraar die vrij is van manipulatie, financiële schandaaltjes en seksuele escapades. Drankmisbruik, de goeroe die zijn vrouw bedriegt en geen aandacht aan zijn kinderen besteedt, het komt allemaal voor. Sri Nisargadatta Maharaj en Sri Ramana Maharshi zijn uitzonderingen.
ADVAITA DE BOOSDOENER?
Moeten we advaita vedanta in de beklaagdenbank zetten vanwege het machtsmisbruik van de goeroe? In het geval van een neparts is die de boosdoener, niet de geneeskunde. Net zo is advaita als filosofie niet verantwoordelijk voor wat de goeroe doet. Vergelijk het met een spiegel die niet verantwoordelijk is voor het gereflecteerde beeld. Overigens denk ik dat er sprake is van een veel breder maatschappelijk verschijnsel. Er is geen instituut (politiek, artistiek, financieel of religieus) waar niet telkens weer misbruikers zijn, die uit zijn op geld, macht, seks of alle drie. Voorbeelden: kindermisbruik tot in de hoogste regionen van de kerk. Actueel is natuurlijk het misbruik van Weinstein en Job Gosschalk en anderen. In het #metoo-tijdperk staat ons dus nog wel wat te wachten. Van langer geleden weten we dat Ghandi een voorkeur had om met jonge, naakte meisjes te slapen. Moeder Theresa, die miljoenenverslindende behandelingen in New York onderging, verbleef in de meest luxueuze hotels, terwijl haar discipelen zich in armoe uit de naad werkten. Dus waarom zouden mensen die macht en/of geld ruiken en daarvoor advaita misbruiken daarop een uitzondering zijn?
38
RECHTVAARDIGING
Binnen de kringen van advaita vedanta, zo luidt de kritiek, bestaat de neiging wangedrag te rechtvaardigen omdat we niet verantwoordelijk zouden zijn voor ons handelen. Kort door de bocht: als alles is zoals het moet zijn en ik niks kan ‘doen’, ben ik nergens verantwoordelijk voor. Een bekende argumentatie die fundamenteel verkeerd begrepen wordt. Daarbij worden relatieve standpunten (vanuit werelds perspectief) en absolute standpunten (vanuit Eenheidsperspectief) met elkaar verward. Daarom voor het begrip: vanuit een absoluut standpunt (vanuit Eenheid) ontvouwt zich het werelds schouwtoneel (Leela of goddelijk spel) in relativiteit zoals het dat doet, omdat het niet anders kan. Daar komt geen enkel persoonlijk element aan te pas. Zoals het spel op enig moment is, is het en het kon niet anders zijn. Dat is geen predestinatie: het betekent slechts dat als je de aanloop tot een bepaalde situatie onderzoekt, die niet anders had kunnen verlopen. Dat is goed noch slecht. Een goeroe die zich vergrijpt aan een volger kan daarom niet anders doen dan hij doet. Dus ja, vanuit een absoluut standpunt is de goeroe niet verantwoordelijk en niet schuldig. Om het goddelijk spel zich in relativiteit te laten ontvouwen moet er een keten van acties en reacties zijn. De goeroe heeft een lichaam met hormonen en alle lichamelijke functies zoals ieder ander. Een volger is onder de indruk van de ‘wijsheid’ en plaatst de goeroe op een voetstuk. Dan ontstaan machtsspelletjes en ruilhandel: goeroe wil seks, leerlinge wil een bevoorrechte positie innemen en hunkert naar bevrijding. ‘I scratch your back, if you scratch mine.’ ‘Jij bent bijzonder en ik zorg voor bevrijding, maar daarbij helpt het als we seks hebben.’ Absoluut standpunt: het kon niet anders gaan dan het gegaan is. De goeroe treft dus geen blaam. Relatief standpunt: de goeroe had beter moeten weten en handelen, actie is reactie en nu moet hij de negatieve gevolgen ondergaan. Dus ook al is de
InZicht 1.2018
Na het lezen van het boek ‘Final Truth’ (Ultieme Waarheid) van Ramesh S. Balsekar woonde Justus Kramer Schippers verschillende seminars bij van Ramesh in Kerala. Hij bezocht hem ook vele keren in Bombay. Geïnspireerd door deze contacten heeft hij een aantal boeken van en voor Ramesh vertaald. Nu woont Justus in Costa Rica, waar hij onder meer werk van Sri Nisaragadata Maharaj vertaalt.
goeroe niet verantwoordelijk, hij is wel aansprakelijk. In juridische termen zou je zeggen: er is vanuit absoluut perspectief geen schuldaansprakelijkheid maar risicoaansprakelijkheid. Het klinkt onrechtvaardig: straf zonder schuld. Maar relativiteit munt nu eenmaal niet uit in rechtvaardigheid. ‘FOP’GOEROE
Indien bewust en opzettelijk leed wordt veroorzaakt door een ‘goeroe of leraar’ is dat een ‘fop’goeroe. Een echte goeroe is feitelijk geen persoon, hij heeft gerealiseerd dat hij net als ieder ander het substratum is dat alle verscheidenheid (in zich) draagt. Daarom maakt hij geen onderscheid. Hij ziet in iedereen de goddelijke oorsprong. Waar de volger de goeroe als persoon ziet, ziet de goeroe de volger als niet anders dan zichzelf, namelijk de eenheid waarin de verscheidenheid zich toont. Een echte goeroe kan daarom geen leed aanbrengen, omdat hij in dat geval zichzelf leed zou aandoen. Als de ‘fop’goeroes slachtoffers maken, dan is dat relatief gezien een verwerpelijke zaak. Daar moet hij maar mee zien te leven. Vanuit het slachtoffer bezien geldt dat er geen 100% garanties zijn voor een risicoloos bestaan. Al doende, met schade en schande, vordert men in het leven. Het beste is om de Goeroe langs de meetlat te leggen en op grond van een aantal criteria de kansen te verkleinen om slachtoffer te worden. Niet uitputtende opsomming van kenmerken van de dubieuze goeroe: - Hij claimt iets te hebben dat hij en hij alleen kan geven en dat jij niet hebt, bijvoorbeeld verlichting (hij sluit uit, niet in). - Hij claimt verlicht te zijn (dan is hij het zeer waarschijnlijk niet). Andersom (hij claimt niet verlicht te zijn) is trouwens geen enkele garantie. - Hij bindt jou door aan te geven dat je al wel op de goede weg bent en dat je dus langer bij hem moet blijven om dat kostbare geschenk van inzicht en
verlichting te mogen ontvangen. - Hij evangeliseert. Welk belang zou hij hebben? - Hij verlangt (onredelijke) tegenprestaties zoals seks, onmatige financiële beloning, enz. Kortom, hij demonstreert belang te hebben bij je aanwezigheid, hij heeft jou of iets van jou nodig. - Hij geeft gedragsvoorschriften (haren afscheren, mannen en vrouwen van elkaar scheiden, etc., geen seks of juist wel). Dat kan zo ver gaan dat goeroe en volgers een sekte worden. - Niet alles mag gevraagd of benoemd worden. - Je moet je houden aan rituelen. - Hij heeft duidelijk voorkeuren voor bepaalde volgers ten koste van anderen. - Hij kan niet tegen kritiek of tegenspreken als je oprecht op zoek bent en uitleg verlangt. - Hij leeft niet wat hij predikt. CONCLUSIE
Met dit lijstje in de hand moet je echt van onecht kunnen onderscheiden, hoewel je niet elk risico kunt uitsluiten. Precies zoals je dat ook niet in het dagelijks leven kunt doen. Wel moet mij van het hart dat de advaita-filosofie misschien niet voor iedereen het juiste pad is. Stabiliteit, een nieuwsgierige geest, beetje logisch en kritisch denken en niet alles klakkeloos voor waar aannemen, kunnen veel problemen voorkomen. Samenvattend: neem het advaita niet kwalijk als de goeroe ontspoort en verwar absoluut niet met relatief. En bedenk ook dat er twee partijen betrokken zijn: degene die onderricht geeft en degene die ernaar luistert. Wees op je hoede voor het fenomeen dat je hoort wat je wilt horen. En ten slotte: ook een zich misdragende leraar kan soms iets waars zeggen. t Noten 1. Onder goeroe versta ik gemakshalve ook een verlichte, leraar, meester enz. 2. zie artikel in Trouw van Elma Drayer, 21 mei 2006: www.trouw. nl/home/life-foundation-seks-met-mansukh-tilde-je-op-een-hogerplan~afeafd1c/
39
Greg Goode
Van bergtop
40
InZicht 1.2018
Greg Goode is doctor in de westerse filosofie en een leraar in advaita en boeddhisme. Hij is een gekwalificeerd filosofisch adviseur in New York, waar hij ook satsangs geeft. Hij houdt een uitgebreide website bij met veel informatie, o.a. over Krishna Menon (Atmananda). Voor meer info: www.greg-goode.com
naar breedband Onlangs vertelde een goeroe mij: “Weet je, toen ik het geloof opgaf dat ik verlicht was en anderen niet, verloor ik al het plezier in het geven van satsang!”
© 2018 PETER VAN MIERLO
H
et lijkt erop dat de tijd van goeroes voorbij is en die van vrienden is aangebroken. De kracht van de boodschap van zelfkennis en bevrijding overtreft het vermogen van elke goeroe die zich er meester van lijkt te zijn. Mensen ontdekken dat de boodschap onafhankelijk is van een leraar en de bijbehorende traditionele en geprivilegieerde mise-en-scène. De kennis hoeft niet langer meer via de hiërarchie neer te sijpelen, maar verspreidt zich zoals de golven in de oceaan of de rimpels in een meer, horizontaal van persoon tot persoon. Natuurlijk zijn er nog steeds goeroes in de traditionele zin en sommigen van hen zijn en blijven geweldige leraren en inspirerende voorbeelden. Maar tegenwoordig bieden vrienden die kennis ook. Via vriendschappen verspreidt de boodschap van zelfkennis zich en opent harten met liefdevolle vriendelijkheid en inspiratie. VRIEND
De overgang van goeroe naar vriend is niet alleen een kwestie van inspiratie, maar ook van informatie.
We hebben tegenwoordig vrij toegang tot wat vroeger veelal exclusief en hermetisch was. De boodschap van zelfkennis bereikt geïnteresseerde partijen overal waar er communicatie is. En deze hoeft niet langer meer via de spreekwoordelijke smalle bandbreedte van de goeroefrequentie, maar bereikt geïnteresseerden, veelal draadloos met de snelheid van het licht, via de internetbreedband. Dit heeft ertoe geleid dat de goeroetraditie democratischer en minder hiërarchisch is geworden. Als leraar kun je tegenwoordig ook met minder charisma toe. In Californië overschrijdt het aanbod de vraag. Een zoeker kan elk willekeurig weekend kiezen uit een veelheid van retraites. Dus moeten retraiteleiders hun honorarium verlagen om concurrerend te blijven. En vervolgens delen de studenten de opgedane kennis en ervaring met vrienden via mail en sociale media. De connotatie van het begrip ‘goeroe’ verandert. Traditioneel wordt dit Sanskrietwoord geïnterpreteerd als verdrijver (goe) van duisternis (roe). Het werd voornamelijk begrepen in persoonlijke termen van een goeroe die werd aanbeden als een heilige incarnatie van god - die jou exclusief tot zelfreali- w
41
satie bracht. Tegenwoordig is deze metafoor sleets geworden. Mensen accepteren niet langer het beeld dat ze in duisternis verkeren totdat ze, bijgestaan door een vermeend perfect mens, het licht vinden. In spirituele kringen wordt het woord ‘goeroe’ steeds meer gebruikt om naar het innerlijke zelf van de zoeker te verwijzen. EXCLUSIVITEIT
Mensen willen niet langer geloven dat ‘de bevrijding’ alleen Tibetaans spreekt of dat de wereld is ontstaan uit heilige Sanskrietlettergrepen. Mensen zeggen: “Als het niet mijn taal spreekt, dan is het niet zo universeel als beweerd wordt.” Dertig jaar geleden moesten zoekers naar verlichting naar India of de Himalaya reizen om iemand te vinden die de boodschap van bevrijding kon overbrengen. Tegenwoordig zijn er vele routes: Amazon,Yahoo, Google, Skype, Facebook, Twitter,YouTube, WhatsApp, enz. Leringen die vroeger exclusief waren voor een select gezelschap worden nu gretig gedeeld tussen vrienden in welke taal dan ook. Decennia geleden moest je naar ashrams of tempels en drie dagen wachten voordat bewakers je toegang gaven. Nu kan dezelfde boodschap worden gevonden in coffeeshops, woonkamers, gevangenissen, chatrooms, en timelines. Enkelen van de hedendaagse goeroes beginnen hun taal en toon aan te passen aan de kennis die tegenwoordig altijd en overal toegankelijk is. Ze keren zich af van exclusiviteit en vieren de vriendschap en de alledaagse verlichting. Daarnaast blijven er natuurlijk goeroes die hun hakken in het zand zetten en hardnekkig blijven vasthouden aan de oude tradities. INFORMATIECULTUUR
Publieke figuren zijn nu gemeengoed. We weten steeds meer over meer mensen. We zien hun wratten, indiscreties en misstappen. Dat is onvermijdelijk in de hedendaagse informatiecultuur, waar bloggers, vloggers en journalisten zelf beroemd (willen) worden. Het oude goeroeprincipe kan die hoeveelheid informatie niet aan. Volgens de oudere en verheven traditie is de goeroe uniek en misschien wel hét voorbeeld van de volmaakte mens. Zoiets als het goddelijke in een tijdelijk menselijk omhulsel. Sommigen zeggen zelfs dat de goeroe god overstijgt. Naarmate de informatie toeneemt, wordt het voor dit denkbeeld echter steeds moeilijker om te overleven. Heilige perfectie glijdt af naar een ordinaire komedie door elke nieuwe openbaring, zoals die
42
van vegetarische goeroes die worden aangeklaagd voor het eten van kingsize chiliburgers, celibataire goeroes die affaires blijken te hebben met hun discipelen of tovenaargoeroes die gefotografeerd zijn met heimelijke snuisterijen in de plooien van hun mouwen. Er is nu informatie over goeroes die tot voor kort ondenkbaar was. Er is persoonlijke informatie over hen beschikbaar in boeken zoals Feet of Clay, Mother of God en Enlightenment Blues*. Er zijn websites zoals de beroemde Nonduality.com van Jerry Katz, die flink de bijl heeft gezet in het oude goeroemodel door de enorme stortvloed aan informatie over heel veel goeroes (inclusief bijbehorende literaire en filmpersonages). Dan is er Sarlo’s Guru Ratings*, een website met subjectieve en persoonlijke beoordelingen van goeroes, die, indien aanwezig, hun anti-sites vermeldt. Er is Jody Radzik, die al jarenlang een luis in de pels is geweest door mensen eraan te herinneren dat het imago van de perfecte goeroe wordt gecreëerd door het ideaalbeeld van de student zelf. Onlangs heeft Jody Guruphiliac.org* bedacht, een nieuw infoblog over websites van goeroevluchtelingen met veel roddel en achterklap, die het veel moeilijker maakt om goeroes te blijven idealiseren. ZEGGINGSKRACHT
Worden de kracht en kwaliteit van de boodschap van bevrijding nu minder als die je bereikt via de nachtploegbediende van de lokale hulpdienst? Is het beter om direct naar de (onpersoonlijke) bron te gaan? Meer en meer mensen zeggen: “De bron is overal.” Mensen begrijpen bevrijding als iets dat door iedereen en door middel van elke ademhaling kan worden overgebracht. Alarmbellen gaan af wanneer iemand beweert dat alleen bepaalde mensen leermeester kunnen zijn. Mensen zien nu in dat de leringen van het alledaagse leven dezelfde zijn als die welke afkomstig zijn van de oude, wijze, bebaarde man op de top van de berg. Maar hij zit daar echter inmiddels wel met een twinkeling in zijn ogen omdat hij dit ook weet… t
Vertaling: Kees Schreuders * Wil je meer weten over genoemde mensen, boeken en websites? Op internet zijn veel goede en relevante bronnen (o.a. via Google) te vinden.
InZicht 1.2018
Van hindernis geen sprake © 1911 AUGUST MACKE, IN HET CIRCUS
Inge Saraswati
H
oe zou de Guru een hindernis kunnen zijn? De werkelijke betekenis is licht (gu) en duisternis (ru), kortom hij/zij die licht brengt in de duisternis. Als de volgeling dit licht ervaart, is dat goed en mag hij zich gezegend voelen. Iemand die naar een goeroe gaat heeft als bedoeling iets te willen wat hij niet heeft, is op zoek naar bevrijding, wat dat dan ook voor die persoon mag betekenen. Doorslaggevend zal de doortastendheid van de leerling zijn, die iets te weten wil komen wat hij/zij nog niet denkt te weten. Als de leerling zich gevoed voelt op wat voor manier dan ook of zelfs een geluksmoment ervaart, is er van een hindernis geen sprake. Pas als de goeroe als een hindernis ervaren wordt, blijft de leerling vanzelf weg om wat voor reden dan ook. Dus is het altijd goed. Hij blijft wanneer hij voelt dat het licht gaat glo-
ren, hij heeft letterlijk het licht gezien. En dan kan de doortastendheid van de leerling ten slotte uitmonden in de realisatie van het zelf. Daar lossen zij beiden op in de ontmoeting met het zelf. Daar is geen goeroe noch een leerling. Wat voor de een zijn goeroe is, is dat voor de ander niet. Dit is zo persoonlijk. Wat moeten we blij zijn dat er goeroes bestaan. Of het echte goeroes zijn of niet, bepaalt de leerling zelf en niemand anders. Ten slotte wil ik eindigen met de woorden van Nisargadatta. Een bezoeker vroeg aan hem: “Hebben wij een goeroe nodig?” Het antwoord van Nisargadatta was: “Heeft een kind een moeder nodig om te leren lopen?” De volgeling bepaalt aan wiens hand hij wil meelopen, net zolang totdat hij zelf gerealiseerd is. Daar lost liefde op in liefde. Ten slotte een ode aan mijn leermeester Swami Sadananda Saraswati: OM GURU OM.
43
44
InZicht 1.2018
Het leven is de enige leermeester
Tony Parsons
Er zijn mensen die aanbieden een handje te helpen bij iets wat ze verlichting noemen. Die leraren suggereren dat ze bijzonder uniek zijn. Dikwijls handelen ze op een manier die afhankelijkheid oproept in de volgeling. Dat onderricht heeft niets te maken met ontwaken, maar het denken wordt er een tijdlang door geïntrigeerd en tevredengesteld.
© 1910 ALEXEJ VON JAWLENSKY, DE TULBAND
V
raag: Er zijn verlichte meesters geweest met veel charisma die ook magie toepasten, zoals voorwerpen laten verschijnen en dergelijke. Mensen hadden het over zeer sterke, fysieke, emotionele en mentale ervaringen, niet alleen in de aanwezigheid van de meester, maar ook duizenden mijlen bij hem vandaan.Waar gaat dat allemaal over? Tony Parsons: Dat gaat over iemand die heel veel charisma heeft en voorwerpen kan laten verdwijnen, ofwel magie. Het heeft niet meer gewicht dan al die andere dingen die relevant zijn binnen het levenswiel. Onlangs vertelde iemand me dat ze in de ogen
van een zogenoemd meester keek en ze gedurende een moment verdween. Maar als het iets zou betekenen, waarom stelde ze dan nog vragen? Niets dat in samenhang met deze verschijnselen gebeurt, is van enige betekenis of meer bevrijdend dan het verkopen van hamburgers op de markt. Het wordt pas een probleem wanneer mensen geloven dat dit soort gebeurtenissen op de een of andere manier een bewijs zijn van persoonlijke verlichting - ze gaan die mensen dan ook nog aanbidden en dan is er een scheuring. Ze zien die ogenschijnlijk schitterende mensen en ogenblikkelijk geloven ze dat ze zo’n niveau van belangrijkheid nimmer kunnen bereiken. Het is een andere manier om het ontwaken te vermijden. Uiteraard is het wederom de oneindige uitdrukking die deze ervaring wenst te hebben, maar w
45
Tony Parsons (1933) kwam spontaan tot realisatie van zijn ware natuur toen hij door een park in Londen liep en besefte ‘dat er niemand was’. Zijn pogingen om zijn boodschap onder woorden te brengen waren niet succesvol, tot hij begin jaren negentig The Open Secret schreef, waarin de boodschap heel direct en bondig werd geformuleerd. Sindsdien houdt hij wereldwijd bijeenkomsten en heeft hij meer boeken geschreven. Hij was en is een grote inspiratiebron voor zowel zoekers als spirituele leraren. Voor info: www.theopensecret.com
dat geldt ook voor mijn antwoord op deze vraag en het feit dat je hier zit en dat hoort. Waar we het hier vandaag over hebben, is het alledaagse en de ongelooflijk adembenemende pracht van het alledaagse. Dat is immer en altijd eenvoudig, schijnbaar onopvallend, en toch gaan we eraan voorbij op zoek naar magie. Onmiddellijk, hier, is het zien van wat we zijn. Als er een behoefte leeft in mensen om magie te zien, zullen er altijd magiërs zijn om aan die behoefte te voldoen, maar niets van dat alles heeft ook maar iets te maken met ontwaken.
te bieden - een proces of een manier van leven, zoals het denken overstijgen, het ego verslaan, eerlijk zijn, kuisheid betrachten en dergelijke. Anderen zullen sterk aangetrokken worden door mensen die aanbieden een handje te helpen bij iets wat ze verlichting noemen. Over het algemeen suggereren die leraren dat ze op de een of andere manier bijzonder uniek zijn en dikwijls handelen ze op een manier die afhankelijkheid oproept in de volgeling. Al dat verpersoonlijkte onderricht heeft niets te maken met ontwaken. Het denken wordt er echter een tijdlang enorm door geïntrigeerd en tevredengesteld.
Waar zoeken wij eigenlijk naar in een leraar? Iemand die je absoluut niets geeft en je hulpeloos achterlaat. Dan kan het zijn dat je achterblijft met wat is. Als ze tegen je zeggen dat je iets kunt doen of dat je je op een bepaalde manier moet gedragen om tot ontwaken te komen, voeden ze je eigen weerstand.
Is een leermeester eigenlijk nodig? Het leven is de enige leermeester. Alles wat er tot nu toe met je is gebeurd, is je onderricht en precies wat je nodig hebt om te ontwaken. Op dit moment is dat hier in deze kamer zitten en deze woorden horen en zo mogelijk toelaten dat ze diep in je doordringen. Het is het zaad dat is uitgezaaid en op vruchtbare of onvruchtbare grond valt. Je bent klaar om te horen wanneer je klaar bent om te horen. Je hebt niets nodig behalve dat wat je hebt. Is dat niet schitterend? Maak je dus niet druk over wat je wel of niet nodig hebt. Alles ligt klaar. Laat het zijn gang gaan en rust in wat is, en je zult zeker het beminde ontmoeten en je ware natuur herontdekken.
Wat bedoel je daarmee? We hebben allemaal een diep verlangen en een diepe angst om te ontdekken wie we zijn, en het denken verzint van alles om die ontdekking te vermijden. De meest doeltreffende manier om maar niet wakker te hoeven worden is ernaar zoeken. Zodra je je begint open te stellen voor de revolutionaire mogelijkheid waar hier over gesproken wordt, voelt het denken dat als een bedreiging. Ik merk dat bij sommige mensen een tijdlang hun grootste angsten bovenkomen en ze willen het liefst wegrennen of iets proberen te doen om maar niet overweldigd te worden door die angsten. Dat kan een cruciale periode zijn en er worden dikwijls ontsnappingswegen gezocht. Sommige mensen die dit bericht horen, gaan op een gegeven moment een leraar zoeken die hun iets lijkt
46
Hoe kun je een echt of een waarachtig leraar herkennen? Dat kun je niet. Wel kun je tot de conclusie komen dat er niet zoiets bestaat als waarheid - er is alleen maar wat is, zoals het hier nu is. Wie je onderweg ook mag ontmoeten, zo moet het zijn. Als je bij iemand bent die een groot leermeester lijkt te zijn maar spreekt vanuit onwetendheid, is dat de oneindige uitdrukking. Als je naar iemand luistert die ontwaakt is en vanuit die helderheid spreekt, is
InZicht 1.2018
Alles wat er tot nu toe met je is gebeurd is precies wat je nodig hebt om te ontwaken ook dat de oneindige uitdrukking; er is echter geen garantie dat jij daar oor voor hebt. Sommige mensen voelen de behoefte bij iemand te zijn die zeer speciaal, magisch en belangrijk lijkt. Ik zou zeggen, zoek een leraar die je niets biedt, geen hoop, geen methodiek, geen persoonlijk aanbod om je daarnaar toe te brengen, want er is uiteraard nergens om heen te gaan. Zoek iemand die al je geloofssystemen van tafel veegt en die je altijd weer teruggooit in wat is, hier nu. Elk onderricht dat je adviseert serieus of eerlijk te zijn of je te louteren door een of ander proces, is domweg niet relevant. Ik ken mensen die bij zeer krachtige oosterse leermeesters zijn geweest en die veel zogenaamde spirituele ervaringen hebben gehad. Die mensen hebben grote moeite om het idee dat het goddelijke in het alledaagse is te accepteren en ermee te leven. Ze zoeken nog steeds de opwinding van die zogenaamde spirituele ervaringen en schenken heel weinig aandacht aan het idee dat één enkele voetstap een wonderbaarlijke ervaring zou kunnen zijn. Het gevolg daarvan is dat die mensen zich enigszins verloren voelen in de gewone wereld en nog steeds overal op zoek zijn naar het buitengewone. Maar verlichting is toch iets buitengewoons? Nee, helemaal niet, daar gaat het nu juist om. Verlichting is onze natuurlijke en alledaagse manier van
zijn. Als je het vergelijkt met het gevoel van afgescheidenheid is ontwaken iets heel bijzonders. Het gevoel van vervreemding is opeens verdwenen. Er is niet opeens iets drastisch veranderd in je leven behalve dat je alles op een andere manier waarneemt. Wat is de zoeker-leraarrelatie? Nogmaals, die is er niet. Er is geen relatie in het ontwaken, want relatie houdt in twee die los van elkaar zijn en een of andere overeenkomst hebben om samen te zijn. Als de zogenaamde leraar geen verstrengeling meer heeft met afgescheidenheid en de illusie van het ik voorbij is, wat valt er dan te relateren? Wat door de zoeker in die vorm gezien wordt is een vrijheid, een ruimtelijkheid, een viering die resoneert. Dat is niets anders dan een herkenning van wat de zoeker al is. Jij bent het licht; rust daarin en vier je natuurlijke geboorterecht. In hoeverre heeft je leraar je bijgestaan? Ik heb nooit een leraar gehad of iemand als een leermeester beschouwd. Als kind wist ik dat het leven de leraar moest zijn. Ik geef de voorkeur aan het woord ‘uitnodiging’. Dat werd bevestigd toen ik door het park liep. t Geselecteerd door Belle Bruins uit Zoals Het Is, Tony Parsons, Samsara, ISBN 9789077228050. Eerder verschenen in Amigo.
47
Karin Visser
48
Het zingen
InZicht 1.2018
van de fluitketel
Goeroes zijn als spiegels die reflecteren wat gezien én wat nog niet gezien is. Uiteindelijk waren al mijn vragen vragen aan mijzelf geweest.
V
ele goeroes zijn verschenen in deze ruimte die ik ‘ik’ noem. Het begon direct als baby. Telkens dook het gezicht van mijn moeder op, evenals dat van mijn vader. In hun aan- en afwezigheid waren zij mijn baken en leidraad in de eerste pogingen wegwijs te worden in deze vreemde wereld. Wijs en onwijs wezen ze me de weg. Juffen en meesters volgden, evenals andere ouders, vrienden en vriendinnen die mij langzaam leerden een persoon te worden die zich staande kon houden in een wereld vol plezier, pijn, verwarring en gevaar. Ik leerde dat ik een individu was en ik leerde verantwoordelijkheid te nemen voor mijzelf.
© 2018 PETER VAN MIERLO
BEVRIJDING OF VERSLAVING
Toen het proces van individualisering voltooid was en ik een volwaardig lid van de maatschappij was geworden, kwam een gevoel van gemis naar de voorgrond. Mijn focus veranderde. Ik ging nu op zoek naar een ander soort goeroe: een die me hielp
49
w
Karin Visser was jarenlang leerling van Jeru Kabbal, grondlegger van het Clarity Proces. Ze schreef Helderheid en gaf Clarity-retraites. Haar verdere onderzoek leidde haar naar Canada, waar ze lange tijd in een spirituele gemeenschap leefde. Terug in Nederland kwam ze in contact met het werk van Douglas Harding en herkende in zijn experimenten een radicale doorbraak voor spirituele zoekers om direct te zien wie ze werkelijk zijn. Ze geeft geregeld workshops en publiceerde in 2016 The Freedom to Love. Sinds 2017 is ze hoofd redacteur van InZicht.
De subtiele maar machtige verleidingen van het goeroeschap... helderheid te krijgen over de onvervuldheid die ik ervoer. Boeken en therapeuten werden eerst mijn goeroe en daarna een spirituele leraar die zich niet presenteerde als goeroe, een integer mens bleek te zijn en me hielp mezelf beter te leren kennen. Later trok een meer twijfelachtige leraar me aan die het mysterie liet voortduren en het zelfs vergrootte, zich almachtig gedroeg en ondertussen zijn spirituele bedrijf uitbreidde. Toen ik uiteindelijk inzag dat ik mijn tijd verdeed, nam ik afscheid. Van dit avontuur moest ik herstellen, maar ook had ik een grote les geleerd. Ik had twee kanten van het goeroeleerlingspel in actie gezien: de bevrijdende kant en de verslavende kant. Spoedig daarna ontdekte ik een benadering die me hielp simpelweg en werkelijk te kijken naar wat er altijd te zien valt, waarmee het existentiële vraagstuk eindelijk op zijn plek viel. Er is geen goeroe! De oplossing was het inzien van het misverstand omtrent mijn identiteit. In de eerste plaats ben ik wat ik ben voor mijzelf: deze grenzeloze open-
50
heid waarin alles verschijnt. Alles is ‘ik’. Zo ook de goeroes die als integere en minder integere gidsen waren opgedoken. Ze zijn als spiegels: ze reflecteren wat gezien én wat nog niet gezien is. Ik had buiten mijzelf gezocht wat ik hier al ben. Er is geen buiten of binnen. Uiteindelijk waren al mijn vragen vragen aan mijzelf geweest. ROL
Wat is de rol van een goeroe? Om zo snel mogelijk terug te verwijzen naar de openheid hier om de illusie van verdeeldheid te doorzien. Directe of indirecte aanmoediging van adoratie, of deze welwillend te laten aanleunen, houdt het misverstand juist langer in stand. Een wijze gids gaat niet in op verering en omzeilt kundig de subtiele maar machtige verleidingen van het goeroeschap. Alles wat het vraagt om thuis te komen is die stap terug te doen, en verder terug, en nog verder, om weer hier in de kern aan te komen en alles wat zich afspeelt vanuit hier waar te nemen. Net als de wijd open blik van de baby, het beginpunt, maar zich nu bewust van samsara, het spel van de manifestatie. En het goeroespel behoort ook tot samsara. De cirkel is rond. Bewust en moeiteloos is er de paradox van tegelijkertijd openheid als individu. In deze openheid zijn er vele conversaties gaande. De stemmen van de collega’s op het werk, de buren, mijn lief, een regenbui, een stem die ik herken als de mijne, de kat en de fluitketel. Alles is de goeroe! Het hele leven richt zich tot zijn oorsprong en fluistert eindeloos zijn lied. t
InZicht 1.2018
K LASSIEKE TEKST
U
iteindelijk is er geen sprake van een goeroe, leerling, leraar of onderricht. Omdat wat jij bent niet onderwezen kan worden. Een leerling zijn betekent jezelf voorbereiden om de confrontatie aan te gaan met Waarheid. Het is een diepgevoelde noodzaak om één te zijn met Waarheid. Die voorbereiding is het gevolg van het inzicht dat je leven alle kanten opgaat, dat het nog steeds geen zin heeft en dat je verstrikt raakt in het proberen dat zinloze leven te ontlopen. Als de vraag ‘Wat is de zin van het leven?’ zich in grote urgentie aan je opdringt en als je bereid bent alles te geven om een antwoord te krijgen, ben je een leerling van Waarheid, van leven. De leerling heeft mogelijk een leraar nodig. Waarheid kan niet in een leraar als object gevonden worden. Ga nooit naar hem toe uit nieuwsgierigheid. Met die motivatie zal de leerling nooit een goeroe vinden. Je moet aandachtig en geduldig wachten in plaats van ‘begerig wachten’ op wat je naar openheid leidt. De goeroe is Openheid. Dus wie er ook maar op zoek gaat naar een goeroe zal hem niet vinden, omdat hij niet een object is en dus niet kan worden gezocht. Zolang je op zoek gaat, ben je niet open en kan hij je niet vinden, tenzij je helemaal open bent.
Een leerling van Waarheid
© 2018 PETER VAN MIERLO
Jean Klein, uit: ‘Listening’, ‘The disciple and the guru’.
51
De herontdekking van het leven Is het ooit bij je opgekomen dat als iets je geluk teweegbrengt, je dat ding ten koste van alles wilt houden? Wat het ook is geleerdheid, reputatie, goede gezondheid, het leven zelf.
I
k ga jullie een van mijn favoriete verhalen vertellen. Weet je, soms zegt een verhaal meer dan een lezing van een hele dag omdat het de diepte in ons aanspreekt, en dit verhaal spreekt de mijne absoluut aan. Dit is het verhaal van een kerel die zijn dorp in India uitloopt en hij ziet wat we in India een sannyasi noemen. De sannyasi is de zwervende bedelaar. Het is degene die de verlichting heeft bereikt en nu ziet dat de hele wereld zijn thuis is, dat de hemel zijn dak is en dat God zijn vader is en voor hem zal zorgen. Daarom gaat hij van plaats naar plaats, zoals jij en ik ons van de ene kamer van ons huis naar de andere zouden verplaatsen. “Dit is niet te geloven,” zegt de dorpeling. En de sannyasi zegt: “Wat kun je niet geloven?” “Ik heb vannacht over je gedroomd. Ik droomde dat Heer Vishnu tegen me zei: ‘Morgenmiddag zul je het dorp rond 11 uur verlaten en dan zul je een zwervende sannyasi tegenkomen.’ En kijk, ik ben je tegengekomen.” “Wat zei Heer Vishnu nog meer tegen je?” En de man antwoordt: “Hij zei tegen me: ‘Als die man je een edelsteen geeft die hij bij zich heeft, zul je de rijkste man ter wereld zijn.’ Wil je me de steen geven?” De sannyasi zegt: “Wacht even.” Hij rommelt wat in de kleine rugzak die hij bij zich heeft. “Is dit misschien de steen waar je het over hebt?” En
de man kan zijn ogen niet geloven, want het is een diamant - de grootste diamant ter wereld. Hij houdt de diamant in zijn handen en vraagt: “Mag ik die hebben?” De sannyasi zegt: “Natuurlijk mag je hem hebben. Ik heb hem in een bos gevonden. Hij is je gegund.” En hij loopt door en gaat onder een boom aan de rand van het dorp zitten. De man houdt zijn diamant stevig vast en is ontzettend blij.
52
InZicht 1.2018
VREUGDE
Zo voelt onze vreugde, hè, op de dag dat we iets krijgen wat we heel graag willen. Sta je er weleens bij stil hoe lang die vreugde duurt? Je hebt het meisje dat je wilde. Je hebt de jongen die je wilde. Je hebt die auto. Je hebt het diploma. Je was de beste op de universiteit. Hoe lang duurt die vreugde? Laten we haar meten. Ik meen het. Hoeveel seconden? Hoeveel minuten? Je krijgt er genoeg van, nietwaar? Dan ga je op zoek naar iets anders, of niet soms? Waarom bestuderen we dat niet? Het is waardevoller dan de heilige boeken bestuderen - want wat heb je eraan om de heilige boeken te bestuderen en op basis daarvan de Messias te kruisigen, zoals Jezus overkwam, als je dit niet begrepen hebt? Als je niet begrepen hebt wat het betekent om te leven, en vrij te zijn, en spiritueel te zijn?
© JOAN MIRÓ,
DE DIAMANT
Die kerel heeft dus die diamant. En in plaats van naar huis te gaan, gaat hij onder een boom zitten, en daar blijft hij de hele dag in gedachten verzonken zitten. En tegen de avond gaat hij naar de boom waar de sannyasi zit, geeft hem de diamant terug en zegt: “Wil je me een plezier doen?” “Wat dan?” vraagt de sannyasi.“ Kun je me de rijkdom geven die jou in staat stelt om dat ding zo gemakkelijk weg te geven?” Tjonge, wat vind ik dat een mooi verhaal. Kun je me de rijkdom geven die jou in staat stelt om dat ding zo gemakkelijk weg te geven? De wereld zit vol verdriet. De oorzaak van dat verdriet is gehechtheid. De vernietiging van het verdriet is het loslaten van iedere gehechtheid. Het inzicht dat gehechtheid een valse overtuiging is - de valse overtuiging dat iets of iemand je gelukkig kan maken. Echt geluk
wordt door niets veroorzaakt. Echt geluk kent geen oorzaak. Als je de mysticus vraagt waarom hij of zij gelukkig is, zal het antwoord zijn: “Waarom niet?” Geen blokkade, geen obstructie. Waarom niet? Heb je er wel eens over nagedacht dat als iets je geluk veroorzaakt, je geluk voorbij zal zijn als je dat iets kwijtraakt? Is het ooit bij je opgekomen dat als iets je geluk teweegbrengt, je dat ding ten koste van alles wilt houden? Wat het ook is - geleerdheid, reputatie, goede gezondheid, het leven zelf. En toch, wat is het interessant, de herontdekking van het leven. Je zult nooit leven tenzij je je niet langer vastklampt aan het leven. Laat het los. Als je je vastklampt sterft het geluk. t Uit: De herontdekking van het leven , door Anthony de Mello, uitgeverij Samsara, ISBN 9789491411694
53
Ik zal niet sterven meer Ik zal niet sterven meer geen dood is er die mij vangt geen zwarte aarde die mij dekt. Door mij als door een adem gaat de adem der eeuwigheid in mij als in een licht rust het licht van de eeuwige oorsprong. Ik zal niet sterven wanneer de nacht der nachten over mijn wimpers daalt ik zal mijzelf herkennen in het duister dat mij opneemt dat algehele duister waarin de bronnen van het licht. Ach onaantastbaar en onaangetast ben ik als in de tijd de tijdloze stonde komt. Erik van Ruysbeek
54
InZicht 1.2018
I N M EMORIAM
Overlijden Raf Pype
© 2018 PETER VAN MIERLO
O
p 27 december jl. is Raf Pype overleden. In de jaren negentig startte Raf Zien, een in eigen beheer uitgegeven tijdschrift over nondualiteit en zelfonderzoek, met de experimenten van Douglas Harding als inspirerend uitgangspunt. In 1999 ontwikkelde hij het samen met enkele vaste medewerkers tot het huidige tijdschrift InZicht. In al die jaren streefde hij ernaar het non-dualistisch gedachtegoed onder de aandacht te brengen van een breed publiek in Nederland en België. Met niet-aflatende inzet zorgde hij ervoor dat bekende en onbekende sprekers en schrijvers over non-dualiteit de ruimte kregen om hun gedachten en inzichten voor het voetlicht te brengen. Hij was wars van welke richtingenstrijd dan ook, altijd meer bemoedigend dan kritisch, en verstond de kunst om iedere auteur in zijn waarde te laten. Zijn eigen waarde voor de verspreiding van het nondualistische gedachtegoed kan nauwelijks overschat worden.
‘het zien van wie je werkelijk bent’. Rafs bevlogenheid was authentiek. Hij las veel over religie, mystiek en advaita, maar schreef er zelf liever niet over; zijn bescheidenheid zat hem wat dat betreft in de weg. Hij verkoos een rol achter de coulissen - daar voelde hij zich thuis, evenals op zijn geboortegrond in West-Vlaanderen, waar hij tot zijn dood is blijven wonen. Rafs gezondheid liet al vele jaren te wensen over en was de afgelopen twee jaar verder verslechterd. Hierdoor zag hij zich gedwongen steeds meer redactiewerk aan anderen over te laten. Toch bleef hij bijna tot het allerlaatst betrokken bij het redactieteam van InZicht en dacht hij mee over de inhoud ervan. Zijn dood kwam toch nog onverwacht aan het einde van het jaar. We zullen hem herinneren als een aimabele en integere man die nooit negatief over anderen sprak, maar mensen juist alle ruimte bood om te zeggen wat ze te zeggen hadden.
Als persoon was Raf een uiterst bescheiden en beminnelijk mens. Hij wilde nooit op de voorgrond treden en weinig mensen uit de wereld van de non-dualiteit hebben hem van nabij gekend en meegemaakt. Complimenten wuifde hij steevast weg. Liever gaf hij zelf complimenten aan anderen. Raf werd geraakt door de non-dualistische traditie via het onderricht van Wolter Keers, Jean Klein en Douglas Harding. Van Jean Klein kreeg hij de specifieke yogabenadering waarin het energielichaam een grote rol speelt en die niet losstaat van de vraag ‘Wie ben ik?’. Vanaf die tijd begeleidde hij, naast zijn werk als leraar wiskunde, yogagroepen in zijn woonplaats Roeselare, organiseerde hij de lezingen van Wolter Keers (en later van diens opvolger Jan van Delden) in België en haalde hij ook Douglas Harding naar België, nadat een bezoek aan Douglas in Engeland Rafs ogen definitief had geopend voor
Han van den Boogaard Meinhard van de Reep het redactieteam van InZicht
Raf, we zullen je missen.
55
B OEKEN
Naakte essentie Darryl Bailey Uitgeverij Samsara ISBN 9789491411687
Dit boek draagt als ondertitel ‘Ontkomen aan de schaduw der illusie’. De inhoud doet titel en ondertitel eer aan: Bailey laat zich niet afleiden van de naakte essentie. Door het hele boek heen wordt elke schaduw van illusie ontmaskerd om weer die naakte essentie bloot te leggen. Het boek heeft een ritmische opbouw. Het begint met een hoofdstuk dat een dialoog weergeeft tussen de schrijver en een ander of anderen. Daarna volgen drie hoofdstukken met overdenkingen, gescheiden door twee korte hoofdstukjes waarin de auteur de naakte essentie verwoordt in eerst taoïstische en daarna advaïta-termen (die mijns inziens niets toevoegen behalve de luchtige noot). Dan volgt er opnieuw een hoofdstuk met vragen en antwoorden, aangevuld met een tiental bladzijden in een meer poëtische vorm. Het boek sluit af met een hoofdstukje met laatste opmerkingen. Wat is de naakte essentie, zoals Bailey haar verwoordt? In antwoord op een vraag naar spirituele oefeningen zegt hij: “Als je gaat zitten en geen moeite doet om wat dan ook te doen, brengt de basisnatuur van het leven zichzelf duidelijk tot uitdrukking. Dat is de meest diepgaande meditatie van iedere spirituele traditie. (…) alleen als we werkelijk niets aan het doen zijn, wordt het duidelijk dat alles zich vanzelf aandient.” In wezen is er niets dan voortdurende beweging. Je zou kunnen zeggen dat daarmee een vorm verandert in een andere vorm. Maar Bailey stelt het radicaler: de illusie van de ene vorm verandert voortdurend in de illusie van een andere vorm, want in wezen is er geen vorm, alleen beweging. Deze beweging is niet het bezit van iemand: er is geen ik en er is geen controle over de beweging. Dat leidt tot twee basisvaststellingen: - alles verandert - alles vindt uit zichzelf plaats. Door heel fundamenteel bij dit standpunt te blijven ontneemt hij de lezer elke ontsnappingsroute. Wie dus op zoek is naar een mooi stappenplan om tot de ‘naakte essentie’ te komen zal een ander boek moeten kiezen. Evenals wie op zoek is naar een manier om zich goed te voelen, negatieve emoties kwijt te raken of op een andere manier zijn of haar leven te verbeteren. Op de eerste bladzijde staat: “Voor hen die ertoe aangetrokken worden.” En twee bladzijden verder, in de inleiding, staat: “Als je er iets mee hebt, prachtig; zo niet, ook prachtig.” Geen dwang op deze weg. Je bent, beste lezer, vrij om dit boek te lezen en te kijken wat het je brengt. Zoals vele andere boeken rond spiritualiteit zul je dit boek waarschijnlijk niet in één ruk uitlezen. De hoofdstukken met vraag en antwoord en met overdenkingen zijn behoorlijk geconcentreerd en vragen een aandachtige lezing, met wat mij betreft wat verwerkingstijd achteraf en/of een tweede lezing. Dat Bailey steeds terugkeert naar de twee basisvaststellingen zorgt ervoor dat de boodschap goed kan doordringen, waardoor de schaduw van illusie in kracht afneemt en de naakte essentie meer op de voorgrond kan komen. Luc Vermeeren
56
InZicht 1.2018
De heilige spiegel, Ontmoetingen tussen therapeut en cliënt John J. Prendergast Uitgeverij Samsara ISBN 9789491411618
Dit deskundig en goed geschreven boek stelt de vraag hoe ontwaken psychotherapeuten en psychotherapie beïnvloedt. Ervaren klinisch psychologen zoals Stephan Bodian, Sheila Krystal en John Prendergast vertellen hoe ze non-dualiteit definiëren en toepassen in hun praktijk en geven een aantal mooie voorbeelden hoe ze met hun cliënten werken. Ook wordt de kritische opinie van twee vernieuwende westerse nonduale leraren gevraagd, Adyashanti en Peter Fenner, over het samengaan van spiritualiteit en psychologie. Zoals Adyashanti duidelijk stelt en in het boek een aantal keer door de psychologen herhaald word: om dit in je praktijk te kunnen toepassen moet je zelf wakker zijn. Fenner suggereert ook dat non-duale therapie focust op “het opwekken van een ervaring van de ongeconditioneerde geest voor therapeut en cliënt, en het blijven bevorderen van die ervaring”. In essentie gaat dit boek over relaties. Zoals John Welwood schrijft: “Op het menselijke plan evolueren en ontvouwen onze levens zich door het relatieve spel van dualiteit - ook bekend als relaties.” We kunnen dit intern vermijden door geen relatie met ons lichaam te ontwikkelen en daarmee de wonderen van onze belichaamde levende ervaring mis te lopen, en extern door onszelf de bereidheid
te ontzeggen om te engageren in de warboel van de prachtige complexe wereld waarin we leven. Maar waarom zouden we dat doen? Prendergast suggereert dat de oorzaak hiervan in onze kindertijd ligt door de noodzaak om gezien en verwelkomd te worden. Hij citeert Winnitcott, een vooraanstaande Engelse psycholoog, die observeerde: “Als een kind in het begin van zijn leven een gelaat ontmoet dat steeds niet op hem reageert, zal een echte fysieke spiegel later ervaren worden als iets om naar te kijken maar niet om in te kijken.” Terwijl ik het boek las werd ik herinnerd aan het moment dat ik als prille boeddhistische monnik gevraagd werd of ik geïnteresseerd was in psychotherapie. Ik had naar mijn persoonlijkheid gekeken maar er niet in gekeken. Ik negeerde het verzoek terwijl ik terugkeerde naar mijn hut in het bos. “Ik heb dat niet nodig,” zei mijn innerlijke dialoog, en: “Er is niets mis met me, en trouwens, de Boeddha’s leer over niet-zelf, over bewustzijn, geneest alles, nietwaar?” Spoedig daarna begon ik met groepstherapie, daarna een op een, en nu volg ik supervisie. Het veranderde mijn leven en terugblikkend is er niets veranderd - hoe zou dat kunnen? De Heilige Spiegel is de dynamische dans tussen therapeut en cliënt waarbij misschien voor de eerste keer de cliënt als geheel wordt gezien, terwijl de therapeut kan ontspannen in nietweten. Voor psychotherapeuten en coaches
is dit een belangrijk boek om te lezen en is het een hulp om te reflecteren op je eigen stijl van betrokkenheid. Voor cliënten die vastzitten in therapie biedt het hoop dat je het proces kunt voltooien. Voor diegenen die vastzitten in spiritualiteit biedt het perspectief, en de advaita-experts worden gerustgesteld dat er werkelijk niets te doen valt. Alhoewel sommige hoofdstukken wat in herhaling vervallen is het boek het waard om helemaal uit te lezen. De boodschap ‘Er is geen non-duale therapie en er bestaat geen reeks van instructies die je kunt volgen om het te doen’ is een opluchting. Ik kijk ernaar uit om de volgende compilatie te lezen! Amaranatho
Vrede en harmonie in het dagelijks leven Ramesh S. Balsekar ISBN 9789491411670 Uitgeverij Samsara
‘Dingen gebeuren, handelingen worden verricht, maar er is niemand die iets doet.’ Dit is de meest compacte samenvatting van het recentelijk vertaalde boek van Ramesh S. Balsekar. Dat niemand iets doet, wordt nogal eens verkeerd geïnterpreteerd: alsof we niet langer meer moeten of hoeven handelen. Ramesh toont duidelijk aan dat handelingen en gebeurtenissen onvermijdelijk plaatsvinden. Alleen met het juiste inzicht zien we dat wij het niet zijn die handelen. Handelingen zijn onpersoonlijke reacties op onpersoonlijke gebeurtenissen, die geen aanleiding kunnen zijn tot gevoelens van trots of schuld. Het is vooral een praktisch boek dat
57
aanzet om de juistheid daarvan in je eigen leven te onderzoeken. Bijvoorbeeld: kijk dagelijks naar wat er in je leven heeft plaatsgevonden. De vraag is of waar je op terugkijkt, werkelijk jouw handelingen zijn (onafhankelijk van omstandigheden) of slechts gebeurtenissen die zich tegen wil en dank aan je voordoen. We zullen moeten erkennen dat we geen autonome, onafhankelijk handelende individuen zijn, die kunnen denken, kiezen en beslissen. Er zijn alleen gebeurtenissen als beelden op een filmdoek. Aanleiding voor Ramesh voor het schrijven van dit boek is de briefwisseling geweest met een Zweedse topadvocaat, Göran Ekdahl. Typisch iemand die alles bereikt had wat hij zich maar kon voorstellen. Indrukwekkende carrière, harmonieus gezinsleven, voldoende geld, etc. En toch knaagde er iets, een onbestemde ontevredenheid. Na het lezen van enkele boeken van Ramesh bezocht hij hem in Bombay. Door het directe contact ontstond ook bij Göran de overtuiging dat handelen niet een persoonlijk handelen betekent. Resultaat: geen irritaties, angsten en verlangens meer waardoor zijn werkzaamheden spontaner verliepen, met minder inspanning en betere uitkomsten. De basale oorzaak van elk probleem in ons dagelijks bestaan is de idee een autonoom handelend ik te zijn. Met dat besef wordt duidelijk dat wilskracht, begeerte en het najagen van geluk telkens terugkerende angsten en conflicten veroorzaken.
B OEKEN
Dit boek geeft een goed overzicht van de totale leer van Ramesh waarin al zijn concepten de revue passeren. Bijvoorbeeld het verschil tussen dualiteit (tegenstellingen noodzakelijk voor manifestatie) en dualisme (het discutabel kiezen voor de ene pool of de andere). Of het verschil tussen ‘werkverstand’ (nodig voor het praktisch bestaan) en ‘denkverstand’ (onnodig zorgen maken over iets dat nu niet actueel is). Verder legt Ramesh een link met de moderne fysica en kwantummechanica waarbij de ideeën van Einstein, Schrödinger, Heisenberg en David Böhm uiteraard niet ontbreken. Al met al een prachtig 320 pagina’s tellend overzicht van de leringen van Ramesh dat ons laat zien hoe we in ons dagelijks leven in een voortdurende staat van rust kunnen verblijven door eenvoudig de woorden van de Boeddha te accepteren: ‘Dingen gebeuren, handelingen worden verricht, maar er is niemand die iets doet.’ Justus Kramer Schippers
Weg van het denken Alan Watts Uitgeverij Ankh-Hermes ISBN 9789020214222
Recent heeft uitgeverij Ankh-Hermes de selectie van enkele van Alan Watts’ beste lezingen, bekend van de audioserie ‘Out of your mind’, in fraaie Nederlandse vertaling als boek uitgegeven. In ‘Weg van het denken’ is Watts’ startpunt een verhandeling over kosmologie. Daarin bespreekt hij de verschillende wereldaan-
58
schouwingen vanuit wetenschap en religie. Al snel wordt het centrale thema duidelijk: het Inzicht dat er een fundamentele eenheid is die we zijn. Er kan geen ‘ik’ bestaan zonder een ‘jij’. We zijn wederzijds afhankelijk van elkaar en vormen feitelijk een geheel, zoals ook de polen van een magneet niet van elkaar te scheiden zijn. We denken de vergankelijke bladeren te zijn en vergeten dat we in wezen de drager daarvan zijn, namelijk de boom, die het blad doet denken dat het een eigen identiteit heeft. Alan Watts noemt dat het toneelspel van God met zichzelf. Zijn metafysica samenvattend: er is het centrale zelf noem dat God, IK of wat dan ook - en het wij met zijn allen. Het (IK, God, Dat) speelt alle rollen van ieder afzonderlijk (schijnbaar zelfstandig) individu en het speelt verstoppertje met zichzelf door middel van die schijnbare zelfstandigheid. Het raakt daardoor betrokken bij bizarre avonturen, vergeet dat het het zelf is, maar uiteindelijk ontwaakt het altijd en keert terug naar zichzelf. En wanneer er bereidheid is wakker te worden, gebeurt dat en wordt het kosmisch spel doorzien. Zo niet, dan blijf je doen alsof je alleen maar een of ander, arm, afgescheiden klein ‘ik’ bent. Conclusie: je bent het Ene, onafscheidbaar van zijn manifestaties. Door de selectiviteit van onze zintuigen ontstaat in eenheid daarmee onlosmakelijk verbonden veelheid. We zijn alleen gevoelig voor een kleine groep gewaarwordingen, zodat we een enorm scala aan trillingen buiten
InZicht 1.2018
die groep - kosmische stralen, ultraviolette stralen, gammastralen enzovoort - missen. Weglaten, selecteren en vergeten laten het individu de wereld als onsamenhangend zien. We negeren dat ieder van ons een rol speelt in dit spel en een manifestatie is van wat je God of Brahman of Tao zou kunnen noemen en wat we in werkelijkheid zijn.. Om dat te laten inzien maakt Watts uitstapjes richting taoïsme, zenboeddhisme en hindoe-kosmologie. In al deze stromingen is de uiteindelijke boodschap: onderzoek wie dat is, dat ‘ik’. We kennen het van Sri Nisargadatta Maharaj en van Sri Ramana Maharshi, met zijn methode die je laat afvragen ‘Wie ben ik?’. Uiteindelijk kun je niet zijn wat aanwijsbaar is, ofwel je kunt niet ‘iets’ zijn, dus ben je dat ‘niets, leegte’. In Watts’ woorden: ‘Je moet leegte of het echte totale niets grondig onderzoeken, en dat is waar dit hele zenproject, vedanta, mystiek of hoe je het wilt noemen over gaat.’ Uit dit niets dat niet ‘niets’ is ontstaat ‘iets’ dat er niet kan zijn zonder dit niets. Het leven leeft zichzelf, zoals het hart zelf klopt, de lever zijn werk doet en het haar vanzelf groeit. Een automatisch, ondeelbaar en onpersoonlijk proces binnen een fundamentele eenheid. Justus Kramer Schippers
B OEKEN RECENT VERSCHENEN
Zelfkennis en Zelfrealisatie, Autobiografie van zijn ontwaken
Sri Nisargadatta Maharaj
Zelfkennis en Zelfrealisatie is een uniek werk: het is de autobiografie van Nisargadatta’s ontwaken. De tekst is een bijzondere vondst en niet eerder in het Westen uitgegeven. Het is een liefdevol, devoot betoog waarin Nisargadatta verslag doet van zijn eigen spirituele pad en doet vriendelijker aan dan de messcherpe dialogen die we van Nisargadatta kennen uit zijn latere leven. Toch is het onmiskenbaar Nisargadatta. Voor veel lezers kan de warme toon een aangename verrassing zijn en een andere kant van hem laten zien. (Uitgeverij Samsara)
Socrates en Òrúnmìlà - wat we van Afrikaanse filosofie kunnen leren Sophie Bósèdé Olúwolé
Filosoof Sophie Oluwole (Nigeria) deelt haar wonderbaarlijke ontdekkingen over de Afrikaanse filosoof Orunmila, die leefde ten tijde van Socrates. Beide filosofen hebben zelf geen woord op papier gezet. Hun werk vertoont opvallende inhoudelijke overeenkomsten en interessante verschillen. Aan de hand van deze denkers beschrijft Oluwole hoe de Afrikaanse en westerse filosofie allebei een andere weg zijn ingeslagen. Bovenal toont ze aan dat de menselijke behoefte aan inzicht universeel is. (Uitgeverij Ten Have)
Non-dualiteit in de praktijk, Gesprekken op de grens van het denken Rients Ritskes en Arthur Nieuwendijk
Elk woord is dualistisch. Non-dualiteit is niet in woorden te vangen. Toch brengen de diepgravende dialogen van zenmeester Rients Ritskes en filosoof Arthur Nieuwendijk de persoonlijke ervaring van non-dualiteit heel dichtbij. Aan de hand van telkens nieuwe beschrijvingen wordt het principe van non-dualiteit vanuit verschillende invalshoeken belicht, waardoor de lezer er vooral gevoelsmatig in kan doordringen. Dit boek is geen filosofisch traktaat. Het is een uitnodiging deel te nemen aan de inspirerende dialoog tussen de duale denker en de non-duale zenmeester: gesprekken op de grens van het denken. (Uitgeverij Asoka) De Slaaf
Anand Dílvar
Deze internationale bestseller is het verhaal van een jongeman die in coma raakt, zich niet kan bewegen, maar wel bewustzijn heeft. Hij kan alle gesprekken om hem heen horen, maar niet reageren. Hij ziet zijn geliefden, maar kan niet met ze communiceren. Zijn innerlijk leven is daardoor buitengewoon actief en zijn begrip over zichzelf en over de essenties van het leven nemen snel toe. (Uitgeverij Juwelenschip)
59
Achter de deur ben jij Linda de Groot
Achter de deur ben jij is een roman over liefde, seksualiteit, zingeving en non-dualiteit. Waar zou jij spijt van krijgen als je op je sterfbed ligt? Rafa Steenhouwer leidt als escortdame een enerverend maar vluchtig leven, doordrenkt van geld, mooie spullen, aandacht en seks. Dan ontmoet ze zuster Francisca. Hun twee uiterste levens vormen een schril en schijnbaar onoverbrugbaar contrast. Alles in het leven van Rafa gaat ondersteboven. Geen gedachte, overtuiging of idee over zichzelf en de wereld blijft overeind. (Uitgeverij Van Warven) Het andere leven van Jezus van Nazareth Lenie van Schie
Jezus van Nazareth is voor de meesten van ons geen ‘tabula rasa’, geen leeg blad. Velen hebben zeer uiteenlopende associaties bij deze man, die door de westerse christelijke kerk is gebombardeerd tot de ‘Enige Zoon van God, gestorven voor onze zonden’. Dat Jezus’ leer opnieuw wordt bestudeerd, komt mede door de vondst van vele oude geschriften die een nieuw licht werpen op Jezus’ werkelijke missie. Jezus’ leven leest als een avontuur in dit boek. Zijn pad is een tocht in het ongewisse, aangedreven door zijn passie voor waarheid en gerechtigheid. Het is een pad dat leidt naar zelfrealisatie. (Uitgeverij Soekja)
L EZERS
Goeroenaise “De simpele goeroe” Na een ziekbed van een paar weken werd ik vanmiddag wakker met een enorme behoefte aan patat. “IK MOET PATAT!” was het enige wat ik nog kon denken. Dus ik m’n winterkloffie aan en op naar de Fritures d’Anvers in het dorp. Op ‘t smalle houten bankje waar m’n billen er bijna afvroren, brieste m’n adem witte wolken en m’n neus snotterde in de waterkou. En toen kwam daar die goddelijke warme puntzak met een dikke vette klodder mayonaise erbovenop. Alles in mij deed ‘hmmmm’. Elke hap die ik nam smaakte zo intens mjammie, en ik ging zo op in deze overheerlijke sensatie, dat de tijd en ruimte en ook mijn hele persoontje verdwenen: er zijn geen grenzen meer. Zo simpel is ‘t: twee bevroren billen op een houten bankje en wat warme frieten. Meer is er niet nodig. Ik zou naar de andere kant van de wereld kunnen reizen om daar boven op een berg mee te vibreren met een grootse heldere goeroe. Dat kan, maar waarom zou ik? Alles is hier en nu. De goeroe zingt zijn verhaal in alle mogelijke vormen en maten. Iedere seconde, pal voor m’n neus. Zo simpel is het. Ik zou al die patatten - als een ware goeroe - kunnen verheerlijken en hoog op een voetstuk kunnen zetten. Maar waarom zou ik? Dat wil alleen maar zeggen dat ik geloof in een ik en een jij.
In iedere lach of traan Een goeroe heb je in alle maten en vormen, groot of klein, dik of dun. In iedere religie is er wel een goeroe, alhoewel de benaming daarvoor bij ieder geloof weer anders is. De uiteindelijke bedoeling van een goeroe is om te fungeren als wegwijzer. Door meditatie, ademhalingstechnieken en kennis zal hij de zoeker bij zijn eigen waarheid brengen. Hij zal de zoeker leiden naar de bron van zijn bestaan. In de materiële wereld zijn we vaak onwetend en omringd door een sluier van maya. Het is de taak van een goeroe om die laag van maya voorzichtig af te pellen en zo uit te komen bij de kern van waarin alles is ontstaan. Mensen die zich nog te veel aan de materiële wereld vastklampen vinden een goeroe onzin, een charlatan of in sommige gevallen wordt hij bestempeld als sekteleider. Ongetwijfeld zullen daar zeker zulke figuren bij zitten die deze bewoordingen verdienen. De echte goeroe heeft geen ego. Zijn enige doel op deze aarde is om de mensen te onderwijzen en hen te brengen tot hun ware zelf. Men kan zich afvragen of we allemaal een goeroe nodig hebben. Voor sommige mensen is hij onmisbaar in hun weg naar zelfkennis en zelfrealisatie. Voor andere kan de goeroe zich bevinden in de kleine dingen van het dagelijkse leven. De vreugde en het verdriet die ons overkomen, die ons nederig maken en tevens de kracht geven om te accepteren en los te laten wat het leven van ons verlangt. We krijgen door ervaringen steeds meer het besef dat we allen een klein deel zijn van een groter geheel. Dan zien we de goeroe overal om ons heen. In iedere lach, in iedere traan, in alles wat leeft, maar ook in alles wat sterft. Bea Veltmans
Vanuit het perspectief zonder grenzen is er geen verschil meer tussen die friet en mij. Beide zijn slechts vormen waarin Zijn = Die Wie Ik Ben gegoten is. Eerst was er Zijn, Ik Ben. De vorm waarin ik meZelf kan zien, herken en bevestig, dat is de goeroe. Ik goeroe, jij goeroet, wij goeroeën allemaal. Zo simpel is ‘t. Geef mij maar een patatje goeroenaise. Bernadette Roques
60
Een licht voor zichzelf Een goeroe is iemand die jouw onwetendheid wegneemt, zover dat mogelijk is. Sommige goeroes voegen iets van hun onwetendheid aan jou toe, dat gebeurt ook. Sommige goeroes verdienen graag geld en zijn gek op alle aandacht, verslaafd aan beide. Alles en iedereen kan jouw goeroe zijn, al is het maar voor een moment. Maar de echte goeroe is hij/zij die een licht is voor zichzelf en je kunt het geluk hebben ze toevallig te ontmoeten. Soms komen ze ongevraagd op je pad, maar leer je ze met de dag meer waarderen. Sommige mensen staren zich graag blind op hun innerlijke leraar, anderen bidden graag de hele dag tot God,
InZicht 1.2018
weer anderen lopen voor alles naar hun goeroe. Maar het zelf, God en de goeroe zijn één. Daarin ligt juist de ware betekenis van de GOEROE. Het onderdrukken van je innerlijke leraar heeft geen zin, noch het denken dat God niet echt bestaat of dat alle goeroes oplichters zijn. Vrijheid doet alle grenzen vervagen. Leer de zogenaamde uiterlijke God ook kennen als je ware innerlijke zelf en als een verlicht leraar, de zogenaamde goeroe. Er bestaat enkel onderricht dat verlicht of niet; staar je niet blind op een enkele vorm. De satgoeroe omvat hemel en aarde. ZIJN zegen kan overal voel- en merkbaar zijn. Nathan Wennegers
Meester van het Hart ….. Ineens was daar het besef om alle randverschijnselen rondom Zelfrealisatie te laten voor wat ze zijn en echt iets wezenlijks aan te gaan met een levende Leermeester …. De laatste jaren ontspruiten ‘satsanggevers’ als paddenstoelen uit de grond. In deze ratjetoe was ik op zoek naar authenticiteit, een niemand die je ‘blinde vlekken’ naadloos herkent, je voortdurend in het ongewisse laat en voorbijgaat aan Gewaarzijn …. En ook daaraan voorbij …. Een niemand waar het 100% op het scherpst van de snede is, de intensiteit om te snijden. Je komt met niets binnen en je gaat ook weer met niets naar buiten. Toch vindt er iets van een niet te omschrijven overdracht plaats. Intens doch minuscuul. Het heeft iets weg van ‘kippenvel’ waarin alle grofstoffelijkheid op alchemistische wijze door het kloppende Hart trekt en daarin oplost. Anderzijds wordt er geen enkele orde meer onderhouden. Kom je binnen met een nog zwaar normen- en waardensysteem, dan kan de Leermeester zich ook gedragen als een bespottelijke bedrieger/oplichter/praatjesmaker, waarbij zelfs de meest getrouwe leerling, billenknijpend en met rode vlekken in de nek, met plaatsvervangende schaamte op zijn of haar meditatiebankje zit te wankelen. Op andere momenten komt hij (zij) weer op intieme liefdevolle wijze naderbij, als een vriend, meer dan dat, hartelijk doch ook gevaarlijk en met een levendige humor, vaak buiten de satsang om. Alles wordt je definitief uit handen genomen totdat je poedelnaakt, zonder sluiers voor de afgrond staat. Niets werkt er hier nog. Hij staat achter je, je kunt niet meer terug, nooit meer. Zachtjes, millimeter voor
millimeter ‘duwt’ hij je minutieus richting onpeilbare diepte. De periferie schreeuwt als een bezetene: ‘Niet luisteren naar deze gek!’ Onophoudelijk hoor je ook de zachte liefdevolle fluistering: ……… ‘Spring’ …… Richard de Ruiter
De goeroe in mij Werkt een goeroe niet inzichtgevend naar dat wat er al is, maar wat we ons onvoldoende realiseren: Dat wat Is en wij werkelijk Zijn? Dan is het niet mijn goeroe. Het mooie is als we stil genoeg zijn. En pen en papier pakken… We al schrijvend in contact kunnen komen met onze eigen innerlijke goeroe. Dat is een kwestie van afstemming op de stilte in jezelf. …’Jij bent niet alles, Alles is jou.’ Schreef mijn hand een keer, toen ik druk in gesprek was met die goeroe in mij. Het was beter voor mij om het zo te zien, schreef de goeroe, ik mocht meer vanuit ‘alles’ ervaren. Een andere hint kwam zomaar als ingeving:‘Vraag jezelf af: Is er Liefde?’ En terwijl ik op de fiets zat, vroeg ik mij oprecht af: Is er liefde? De zon scheen direct zo krachtig en schitterend dwars door de regendruppels op mijn stuur. Asfalt kwam tot leven en bladeren kleurden zo ontzettend groen. ‘JA, er is liefde.’ Alles is liefde. En een keer de geruststellende woorden:‘Je mag Alles ervaren’, die voor acceptatie en rust hebben gezorgd. Vroeger noemde ik dit ‘mijn gelukkige kern’ en dankzij een klein boekje in de boekenkast van mijn moeder, De Ashtavakra Gita, heb ik mijn ‘eerste verlichte’ momenten ervaren. Niet wetende toen als kind wat Zelfrealisatie inhield. Ashtavakra legde daarin de ware aard van Zelfverwezenlijking uit aan Janaka. Een dialoog tussen Janaka en zijn innerlijke goeroe? Later kwam het besef dat een boek of goeroe ‘van buitenaf’ nooit de veroorzaker kon zijn van dat lichte gevoel. Die verlichting, gelukkige kern, stilte in mijzelf, innerlijke goeroe… Het is er al en het is er altijd al geweest. Dat is Alles. En ook in mij het gelukkige weten van Dat wat Is. Jacomijn Stekelenburg
61
Neem nu een abonnement op InZicht
4 nummers van februari 2018 t/m december 2018 U betaalt slechts 17,50 euro en ontvangt gratis het boek Het ego doorzien InZicht en Samsara organiseren op 30 maart 2018 een lezing van Mieke Berger met als thema Sri Nisargadatta Maharaj. Maharaj is bekend vanwege zijn directe benadering, die in unieke gesprekken zijn bezoekers wees op het onontkoombare feit dat we niet ons lichaam en geest zijn, maar een alles omvattende Eenheid die geboorte en dood overstijgt. Telkenmale zette hij zijn bezoekers aan tot zelfonderzoek. Hij hield ons voor dat al onze problemen het gevolg zijn van onterechte identificatie met ons lichaam. Onaantastbaar geluk is in onszelf te vinden als we niet langer geloven in de illusie van een individueel, tijdelijk bestaan. Maharaj is ook de Guru die duidelijk maakt dat de Guru als persoon niet buiten jezelf te vinden is. De lezing zal ook antwoord geven op de vraag hoe zijn wijsheid in ons praktisch, dagelijks bestaan ingepast kan worden. Mieke Berger bezocht destijds op uitnodiging van Wolter Keers de Sri Ramanashram in Arunachala en aansluitend Maharaj in
Bombay. Na deze eerste kennismaking volgden nog vele bezoeken. Mieke heeft in de afgelopen jaren een aantal boeken van Maharaj vertaald zoals: Alles is niets, Overdenkingen, Ervaren van niets. Praktisch Datum: vrijdag 30 maart Inloop 1e lezing vanaf: 12.30 uur Aanvang 1e lezing: 13.00 Inloop 2e lezing vanaf: 15.30 uur Aanvang 2e lezing: 16.00 Plaats: Herengracht 319, Amsterdam (boven de Admiraal) Rolstoel onvriendelijk Entree: â‚Ź 15,- (koffie, thee en drankje achteraf gratis) Reserveer hier: tamara@samsarabooks.com Contant afrekenen bij binnenkomst op 30 maart vanaf 14.30 uur. Als u na de 2e lezing wilt blijven eten in de Brasserie van het Ambassade Hotel dient u zelf te reserveren: 020 555 0255 Reserveringen on line: iens.nl
Wat is advaita? 44
Opgeven
J
e kunt alleen de waarheid zijn, je kunt de waarheid nooit kennen. Dat kennen wordt gehoord in de afwezigheid van jezelf, als nergens een voorstelling van gemaakt wordt; dan is er zekerheid. De waarheid brengt haar eigen zekerheid met zich mee; ze heeft geen bewijs nodig, ze is haar eigen bewijs. Alles wat om je heen verschijnt, kan worden betwijfeld, maar wat het meest dichtbij is - dat wil zeggen bewustzijn - kan nooit betwijfeld worden. Alles waarnaar je denkt te kunnen zoeken behoort tot wat je al kent. Maar vrede, geluk, liefde en vreugde kunnen nooit in de mal van het bekende - dat wil zeggen tijd en ruimte - geperst worden. Je eerste vredeservaring kan plaatsvinden in de vorm van de diepe slaap. De diepe slaap roept het verlangen op om die vrede ook in de waaktoestand te kennen. Als het lichaam ’s morgens wakker wordt, is er nog wat over van de ervaring die je in de diepe slaap had. Je verlangt dan dus naar iets wat je al heel goed kent.
Er zijn momenten in het dagelijks leven dat er op natuurlijke wijze dingen opgegeven worden. Je doet geen enkele moeite om iets op te geven, maar dingen hebben dan gewoon geen reden meer om er nog te zijn. Als je van dat soort momenten proeft, loop er dan niet voor weg, maar stem jezelf er volledig op af. Zie ze niet aan voor een afwezigheid; in die afwezigheid zit jouw aanwezigheid. Je moet echt goed begrijpen wat het betekent om volledig in niet-weten te leven. In dat ‘Ik weet het niet’ voel je je onmetelijkheid, een soort ruimte zonder grenzen, zonder middelpunt. Je bent nergens. Als je ‘Ik weet het niet’ zegt, zie je dat de zoeker datgene is waar hij naar zoekt. Als je naar het ‘ik ben’ zoekt aan de hand van technieken en systemen, dan objectiveer je het. Je moet je er in je dagelijks leven echt bewust van worden dat je er verder van verwijderd raakt als je ernaar op zoek gaat. Als je dat ziet, wordt alles opgegeven.
© 2018 PETER VAN MIERLO
Uit: Jean Klein - The Transmission of the Flame Third Millennium Publications, 1990.
63
[ADVERTENTIES]
Geschenk-abonnement op
InZicht
Geef je vriend/vriendin een abonnement op InZicht en ontvang zelf gratis het boek Het ego doorzien. Het geschenkabonnement omvat 4 nummers en loopt van februari 2018 t/m december 2018. U betaalt slechts 17,50 euro
540005 771389 9
SN 1389-5400
Uitgeverij Inzicht, Maurick 20, 2181 LB Hillegom U kunt zich aanmelden via de mail of website info@inzicht.org / www.inzicht.org of tel. 06-49385734