In Zich t Non-dualiteit en Zelfonderzoek
Wie zoekt Geluk?
Jaargang 20 - 3.2018 - september - b 7,50
In Zich t InZicht is een tijdschrift voor allen die op weg zijn naar een groter inzicht in zichzelf en in de eigen situatie. Het biedt materiaal dat bij dit onderzoek behulpzaam kan zijn: suggesties voor te nemen stappen, voorbeelden, stimulansen en verwijzingen. InZicht is niet gebonden aan een bepaalde traditie en geeft verschillende zienswijzen een plaats om de lezer te prikkelen tot een verdere bewustwording. InZicht is gericht op het laten wegvallen van beperkingen, op bevrijding door zelfkennis. Een verdiept inzicht in zichzelf betekent een relativering van beperkende factoren, een sterkere werking van ontgrenzende liefde, en de ontplooiing van de ervaring dat er in het geheel geen beperkende grenzen zijn. Het ontstaan van dit inzicht in de nondualiteit is de Bevrijding, de Verlichting, die grote consequenties heeft voor het leven en samenleven.
Woord vooraf Unmani
Alles is zoals het hoort te zijn Wolter Keers
Geluk heeft geen oorzaak Katja Teunissen
Hoe Lang is een Chinees Dorothy Hunt
Vrij zijn stoppen met zoeken Lucy Auch
Tao’s tuin van Wolter Keers De zoektocht naar geluk of het geluk in de zoektocht Als de wolken verdampen verschijnt de blauwe lucht
Jan van den Oever Lenie van Schie
Rubrieken
Afbeelding omslag: © Paul Klee
20 26 30 34
Streven 38
Vaste medewerkers Mieke Berger Han van den Boogaard Unmani
Jaarabonnement voor vier nummers euro 27,90 Losse nummers euro 7,50 Postbank NL42 INGB 0009 1853 58 België Bank van de Post BE43 0003 0017 6301 onder vermelding van uw abonnementsnr. U kunt uw abonnement opzeggen tot 1 oktober van het lopende abonnementsjaar. Na 1 oktober wordt uw abonnement automatisch verlengd met 1 jaar. Verschijnt in februari, mei, september en november. ISSN 1389-5400 www.inzicht.org
16
Toni Packer
Jezus van Nazareth, bevrijder van illusies
Abonnementen en advertenties Uitgeverij InZicht Maurick 20, 2181 LB Hillegom email: info@inzicht.org internet: www.inzicht.org
10
Jan Kersschot
Redactie Karin Visser redactie@inzicht.org Katja Teunissen katjateunissen@yahoo.com Justus Kramer Schippers Kees Schreuders case@ods.nl
Vormgeving/opmaak Ivar Hamelink Tekstcorrectie Geerta Pluut
4
Ludo de Jongh
Niemand is gelukkig Colofon
3
Inge Saraswati
Het zachte zoemen van Zijn
Column - Unmani Column - Hans Laurentius Column - Han van den Boogaard Advaita in de literatuur - Rutger Kopland Klassieke tekst Boeken Reacties van lezers Advaita 45
42 46 59
25 51 55 52 54 56 62 63
WOORD VOORAF - KARIN VISSER
Dorst met wijn aan mijn lippen
L
ang geleden, in een retraite, deed ik een oefening in dankbaarheid. Het eerste wat in me opkwam was om ‘dank je wel’ te zeggen voor mijn nieuwe winterjas en het tijdig herstel van mijn toen nog kleine kinderen, die koorts gehad hadden. Maar het bleek niet de bedoeling om vanuit herinnering te spreken; de bedoeling was om voor mezelf te benoemen waar ik hier, concreet in dit moment, dankbaar voor kon zijn. De aandacht verschoof naar de vloer die me droeg, de zwaartekracht die me op de aarde hield, de alom aanwezige zuurstof, mijn longen die deze inademden en me daarmee in leven hielden, het dak dat me droog hield, het licht dat de kamer belichtte, mijn ogen waarmee ik zag, enzovoort, tot de overdonderende realiteit me duidelijk werd: het hele universum ondersteunt elk moment mijn bestaan.
Inmiddels zie ik het anders. Het hele universum ondersteunt niet mijn bestaan. Het hele universum, ruimte en tijd, komt hier en nu samen, hier waar ik ben. Dit is geen spiritueel concept, maar concreet en direct waarneembaar. Alles is hier, in deze oneindige ruimte die ik ‘ik’ noem. Hier, in dit moment, ben ik keizerin van alles, en dat zonder enig eigendomsbewijs of kassabon! Wat een onbevattelijke rijkdom! Hoe overvloedig de wijn die elk moment aan mijn lippen staat!
De menselijke geest lijkt gebouwd om altijd ergens anders naar te verlangen, te streven, meer te willen bereiken, gelukkiger te willen zijn of te worden. Maar ook de manier waarop de geest werkt is gegeven, en deel van alles dat hier samenkomt. Het geeft me de drive te creëren, te proberen een zinvol voorwoord te schrijven en een inspirerend blad samen te stellen. Wie zoekt geluk is het thema van dit nummer; drie woorden die elk een diepgaand onderzoek waard zijn. Op de volgende bladzijden laten de auteurs er hun licht over schijnen. Tevens een mooi moment om ze te bedanken: alle schrijvers die door de jaren heen bereid waren hun pen te pakken om hun helderheid op papier te zetten. Nieuw in dit nummer is de rubriek ‘Advaita in de literatuur’, die we van plan zijn af en toe te plaatsen, deze keer met vier gedichten van Rutger Kopland. Bijzonder is ook dat we van twee kanten een artikel van Wolter Keers aangeboden kregen die beide te mooi waren om ertussen te kiezen. Tot slot de woorden van Emily Dickinson die me tot dit voorwoord inspireerden: ‘Laat me geen dorst hebben met wijn aan mijn lippen, of bedelen met keizerrijken op zak.’
3
4
InZicht 3.2018
Alles is zoals het hoort te zijn Unmani
Altijd als er een situatie als deze aan de hand is, word je helemaal wakker geschud en komt de vraag ‘Wie ben ik nu op dit moment?’ weer bovendrijven. Het is een geschenk, soms een heel pijnlijk geschenk, maar toch een geschenk. Je vindt jezelf opnieuw uit, of eigenlijk kijk je toe hoe je opnieuw uitgevonden wordt. Verandering is een vorm van sterven, en de dood is een vorm van verandering.
© KAZIMIR MALEVICH, SPRING LANDSCAPE 1907-1909
Z
oals je eerder al in je columns en op internet hebt aangegeven, heb je kortgeleden een vreselijk verlies te incasseren gehad. Je echtgenoot Robert overleed toen je met hem en jullie zoon Sky in India was. Wat gebeurde er? Hij zat gitaar te spelen en kreeg pijn in zijn borst. Hij had al vaker druk op zijn borst gehad, maar dat was iets waar hij al sinds zijn kindertijd last van had, dus we hadden niet het idee dat er iets aan de hand was. Hij ging liggen en probeerde een makkelijke houding te vinden zodat de pijn wat zou verminderen. Gelukkig lag Sky te slapen. Ik rende naar een vriendin en vroeg haar om ons te helpen, want ik wist niet wat ik moest doen. Die vriendin bleef bij Sky en ik ging met Robert naar het ziekenhuis.
Toen we bij het ziekenhuis aankwamen, controleerden ze zijn hart, en ja, hij had een hartaanval. Ze zeiden: “We hebben hier gedaan wat we konden.” Terwijl de medicatie zijn werk deed, zouden we er goed aan doen om een test uit te laten voeren die ons kon vertellen hoe Robert ervoor stond. “Dat kan hier niet,” zeiden ze. “Hij moet naar een ander ziekenhuis.” Ze namen hem mee in een kleinere ambulance, waarin hij prettiger lag. Ik zat voorin en Robert lag achterin. Toen we nog geen drie minuten onderweg waren, kreeg hij opnieuw een aanval, een hartstilstand, en ik hield zijn gezicht in mijn handen en riep: “Nee, nee, blijf bij me!” en ze reden weer terug naar het ziekenhuis en begonnen hem in de ambulance te reanimeren. Ik zat te gillen, maar hij reageerde nergens op. Op een gegeven moment zijn w ze gewoon opgehouden met reanimeren.
5
Unmani Liza Hyde (1973) is een Engelse advaitalerares. Ze houdt bijeenkomsten waarin steeds gerefereerd wordt aan haar centrale thema, dat tevens de titel van haar eerste boek vormt: I am Life Itself. Enige jaren geleden verscheen haar tweede boek, Die to love. Beide boeken zijn door Samsara uitgegeven onder de titels Ik ben het leven zelf, en in april jl., Verlies jezelf in Liefde. Sinds enige jaren schrijft ze een vaste column voor InZicht. Unmani houdt bijeenkomsten en retraites in Engeland, Nederland, de VS, India en Australië, waarin op ontspannen wijze onze ware natuur onderzocht wordt. Meer info: www.die-to-love.com.
Is het moeilijk voor je om hierover te praten? Ik vind het prima om erover te praten. Voor mij is het iets natuurlijks om dit te delen, want ik heb het gevoel dat ik Robert eer door erover te praten, door het te delen, door herinneringen aan hem op te halen, en aan alles eromheen en hoe het me heeft geraakt, want ik heb het gevoel dat hij me een geschenk heeft gegeven door te sterven. Het is een geschenk. Je hebt iemand verloren van wie je veel hield. Is het verdriet dat je voelt helemaal gekoppeld aan de persoon Robert of zit er ook een onpersoonlijke kant aan? Het is in ieder geval iets mysterieus. Het is paradox na paradox. Natuurlijk is het persoonlijk, en ja, als ik naar foto’s kijk waarop je kunt zien hoe gelukkig we waren, kijk ik naar mezelf en naar ons drieën en heb ik verdriet om Sky en om die vrouw op de foto, en heb ik verdriet om Robert en zit ik aan de persoonlijke kant van de dingen. Maar vanaf het begin wist ik dat het hele gebeuren een geschenk was, ook al voelt het niet altijd zo. Ik wist dat ik hem zou kwijtraken, het was alleen een schok hoe plotseling en hoe snel het gebeurde, maar ik heb het gevoel dat we bij elkaar zijn gekomen om de groei in elkaars leven te versnellen. We zijn erg gegroeid in de tijd dat we bij elkaar waren, en dit maakt daar ook deel van uit. Maar zelfs toen hij nog leefde, kon ik geen grip op hem krijgen. Ik kan op dit moment ook geen grip op jou krijgen, op wie je bent, wie ik ben. In feite is hier niemand aanwezig die dit gesprek voert, en toch zitten we hier. Dat is de paradox, en in onze
6
relatie waren Robert en ik ons daar voortdurend bewust van. We speelden het spel van het leven met volle overtuiging, maar tegelijkertijd waren we ons bewust van die paradox. En nu ben ik weduwe, alleenstaand, moeder, spiritueel leraar, mens. Wie ben ik? Gedachten willen die leemte komen vullen: “O, ik ben een verdrietige weduwe, ik ben een slachtoffer …” Ik had die identiteiten nodig om mezelf toestemming te kunnen geven om te voelen, maar de laatste paar weken is dat veranderd. Nu komen en gaan al die gevoelens helemaal vanzelf. Ze verschijnen en verdwijnen gewoon en ik heb er geen moeite meer mee dat ik niet weet wie ik ben. Heeft de dood nu een bekend gezicht gekregen, in plaats van dat je er bang voor bent? Ik dacht vaak na over de dood, maar inderdaad, die hele wereld van de dood is wel voor me opengegaan sinds Robert overleden is. Ik voel me nog steeds zo dicht bij hem staan, bijna alsof we dezelfde persoon zijn. Ik voel zijn aanwezigheid nog steeds. Dat gevoel wordt steeds sterker, dat hij er nog is. In de eerste dagen na zijn dood, vlak na de crematie geloof ik, keek ik naar een foto waarop we samen staan te lachen. Mijn eerste gedachte was: wat zijn ze gelukkig, ze houden zoveel van elkaar en daar maak ik nu geen deel meer van uit, ik ben die liefde uitgeschopt. Toen dacht ik: ‘Nee, ik ben niet van die liefde afgesloten, dat is maar een verhaal, het denkverhaal.’ Ben je het met me eens dat iedere verandering een vorm van sterven is en dat de dood een vorm van verandering is? Ja, het is alsof er een wekker is afgegaan. Altijd als er
InZicht 3.2018
Als je werkelijk niet weet wie je bent, dan leeft de liefde een situatie als deze aan de hand is, word je helemaal wakker geschud en komt de vraag ‘Wie ben ik nu op dit moment?’ weer bovendrijven. Het is een geschenk, soms een heel pijnlijk geschenk, maar toch een geschenk.
Je hebt het niet in de hand. Er is sprake van een gevoelsgolf, een emotie die tot uiting wordt gebracht en vervolgens kan het denken zich ermee gaan bemoeien en er drama aan toevoegen, maar zonder die extra toevoeging is het gewoon energie.
Een soort nieuwe mogelijkheid? Ja, je vindt jezelf opnieuw uit, of eigenlijk kijk je toe hoe je opnieuw uitgevonden wordt. Dus ja, verandering is een vorm van sterven, en de dood is een vorm van verandering.
Wat gebeurt er op zo’n moment met de Eenheid? Niets. Op de spirituele weg proberen we die paradox voortdurend te begrijpen. Het beste wat je kunt doen is zeggen: “O, het is een mysterie.” Het is gewoon iets onbegrijpelijks. Hoe kan het dat er sprake is van Eenheid, bewustzijn, zuivere tijdloze liefde, en tegelijkertijd diep verdriet, tijd, afgescheidenheid? De Eenheid verandert helemaal nooit en toch ervaar je afgescheidenheid en pijn. Dat is de Eenheid die het leven van een mens leidt.
Wat zou je mensen nu adviseren als ze door verdriet overmand worden? In onze samenleving koesteren we het idee dat we niet openlijk ons verdriet moeten tonen. Maar als je jezelf volledig toestemming geeft om dat wel te doen … dat is een soort advies dat ik kan geven: hou het natuurlijk en neem een risico door je verdriet in het openbaar te tonen, ten overstaan van andere mensen. Dat brengt een schok teweeg die ook hen klaarwakker maakt. Als je het hebt over overspoeld worden door golven van verdriet, bedoel je dan dat het eenheidsgevoel verkrampt tot lichamelijke gevoelens als verdriet?
Je moet gewoon niet de hele tijd proberen om het te begrijpen, is dat wat je zegt? Ons denken is te beperkt. En in feite weet je het eigenlijk toch al, snap je het al. Je hoeft dus geen poging te doen om het te begrijpen, want je weet het al. De Eenheid probeert zijn gedachten te begrijpen, en als je niet langer meer zoveel aandacht aan het denken besteedt, zul je beseffen: ‘Ik weet niet hoe ik het kan snappen, maar ik snap het.’
7
© JOAN MIRO, SNAIL FLOWER WOMAN STAR
Een onbegrijpelijke paradox: de Eenheid die het leven van een mens leidt In je boek ‘Verlies jezelf in liefde’ schrijf je: “Ben je bereid te sterven om achter de waarheid te komen van wie je bent?” Daar gaat het boek over. Daar ben ik heel duidelijk in, vanaf het begin van het boek. Doe dit boek maar dicht als je niet bereid bent om te sterven. Denk je dat mensen werkelijk beroofd willen worden van hun ideeën over zichzelf? Niemand wil ontwaken, want ze liggen allemaal in een lekker gezellig warm bedje en niemand wil dat de dekens van hen afgetrokken worden en niemand wil onder een koude douche gezet worden. Het is
8
net als in de film The Matrix. Als je wakker wordt, is er de rode pil en de blauwe pil, en je moet kiezen, maar de ene is niet beter dan de andere. In zekere zin is het makkelijker om te geloven in afgescheidenheid, want je beschikt over allerlei beschermingsmechanismen tegen de dramaverhalen van de wereld, en daar voel je je prettig bij. Maar zonder al die verhalen voel je alles veel intenser en zuiverder, zonder enige afgescheidenheid. Denk je dat mensen eerst wakker geschud moeten worden voordat ze dit soort boeken willen lezen?
InZicht 3.2018
Veel mensen hebben een klap in hun gezicht nodig. Want ja, het is eng. Toen ik nog op zoek was, was ik ook heel bang. Ik wist dat ik de waarheid moest vinden, en dat wilde ik ook, maar ik stelde het steeds uit. Ik maakte mezelf wijs dat ik eerst nog wat aan mezelf moest werken. Pas toen ik echt wanhopig was, was ik bereid om door de angst heen te gaan. Ik was klaar om te sterven en ik had een vraag als ‘Ben je bereid om te sterven?’ nodig. Als je zegt dat je bereid bent om te sterven, is dat dan iets wat je voortdurend voelt? Die bereidheid bedoel je? Nou, soms heb ik het gevoel dat alles volmaakt is, dat het prima is als ik nu sterf. Maar het denken vertaalt dat vervolgens als dat je lichaam dan zal sterven. Het denken gaat zich er heel snel mee bemoeien en verbindt er dan de gebruikelijke betekenis van het woord ‘dood’ aan. Wat ik bedoel is: ben je bereid al je verlangens, fantasieën en comfortzones op te geven of op te offeren voor de waarheid? Met andere woorden, hoe wanhopig ben je? Lig je op je knieën en smeek je hierom? Verandert de betekenis van het woord liefde als je herkent wie je werkelijk bent? Ik heb het gevoel dat de betekenis van het woord liefde voortdurend verandert. Eerst herken je wie je bent en dan ga je verder met het leven van de liefde die je bent. Dat is een van de mysteries die niet begrepen kunnen worden. Lang voordat je herkent wie je wer-
kelijk bent, denk je meestal dat liefde een gevoel is dat afhangt van iemand anders. Als je herkent wie je bent, herken je dat niemand je liefde kan geven. Maar mensen leven en herkennen dat niet helemaal in één keer. Je kunt iets herkennen, maar je oude gewoonten en patronen blijven nog gewoon hun werk doen. Toch lijkt er sprake te zijn van een soort evolutie. Als je eenmaal herkent wie je bent, blijft je liefde eindeloos groeien, ga je steeds meer als die liefde leven, in overeenstemming met die liefde, en is het geen concept of gevoel meer. Dan speel je het leven en neem je het niet serieus meer. Daarom verandert de liefde ook voortdurend. Ze leeft, ze is niet iets doods, het is niet zo dat je haar nu herkent en dat je haar dan altijd hebt. Ze is zo levend. Je leeft haar steeds weer op een nieuwe manier: wat betekent ze nu? Hoe wordt ze in onze ontmoeting van dit moment geleefd? Ze kan nooit gebaseerd zijn op een bepaald inzicht. Het denken kan er niet bij. Natuurlijk blijven we eindeloos proberen om er met ons verstand bij te kunnen, want we willen antwoord op die ene vraag: ‘Wie ben ik?’ En als je werkelijk niet weet wie je bent, dan leeft de liefde. Ze leeft dan uit zichzelf, je hoeft er niets voor te doen, je hoeft niet te proberen om liefde te zijn. Maar alles is zoals het hoort te zijn, niets is fout. Ik voel me geworteld in de liefde. Soms voel ik me wat kwetsbaar, maar ik ben geworteld. Dat betekent niet dat ik geen mens meer ben. Ik ken ook hoogte- en dieptepunten. Maar hoe diep ik ook ga, hoeveel pijn ik ook voel, het is oké. Alles is zoals het hoort te zijn. t Interview door Lucy Auch
9
Geluk heeft 10
InZicht 3.2018
Š 2018 PETER VAN MIERLO
geen oorzaak Voor ongeluk hebben wij altijd de wereld nodig. Men is nooit zomaar spontaan ongelukkig. Voor ongeluk is altijd een reden. Maar geluk heeft geen oorzaak. Het manifesteert zich spontaan, moeiteloos, wanneer alle dingen die een oorzaak hebben verdwijnen.
Wolter Keers
11
Wolter Keers wordt beschouwd als de nestor van de Nederlandse advaita. In 1950 bezocht hij Ramana Maharshi. Later bracht hij meerdere jaren door in India als leerling van Sri Krishna Menon. In de jaren zeventig bezocht hij Sri Nisargadatta Maharaj en vertaalde hij diens ‘I am That’ in het Nederlands. Wolter Keers gaf talloze lezingen en schreef uitgebreid over yoga en advaita. Hij was inspirator van o.a. Alexander Smit en Jan van Delden. Hij overleed halverwege de jaren tachtig.
W
e mogen zo veel of zo weinig bezitten als we willen; dat op zichzelf bindt ons niet. Wat ons bindt is het (bij)geloof dat wij gelukkig of ongelukkig zijn doordat wij veel of weinig hebben. Iets maakt ons gelukkig naarmate het ons beperkende egoïsme doet verdwijnen. En iets maakt ons ongelukkig naarmate het ons verkleint en appelleert aan ons ego, onze verdediging, onze angsten, lichamelijke pijn, e.d. Voor ongeluk hebben wij altijd de wereld nodig. Men is nooit zomaar spontaan ongelukkig. Voor ongeluk is altijd een reden. Maar geluk heeft geen oorzaak. Het manifesteert zich spontaan, moeiteloos, wanneer alle dingen die een oorzaak hebben verdwijnen. Die zijn gebonden aan tijd, ruimte en oorzakelijkheid en worden in stand gehouden door begeerte. Een belangrijk punt om te onderzoeken.
BEGEERTE
Het is de begeerte naar dingen die de wereld in stand houdt. Daarvoor hoeft u niet eens een krant open te slaan of naar de tv te kijken, u kunt dat in uw eigen leven waarnemen. De begeerte is het gevolg van het bijgeloof dat geluk in de dingen woont:
12
als ik dat maar heb, dan word ik gelukkig, ook al smijt je het na drie jaar in de hoek. Het wil dus niet zeggen dat u dit of dat niet mag hebben, dat is het punt niet. Het punt is dat de begeerte gebaseerd is op het geloof dat het geluk in dat ding woont. En daarom, wanneer u een begeerd object verkrijgt, is dat niets zondigs of heidens. Het onheil ontstaat pas wanneer u het geluk, dat spontaan opspringt, toeschrijft aan dat ding. Wanneer u duidelijk kijkt, dan ziet u dat in de ervaring die wij geluk noemen geen object aanwezig is, ook niet een ik-gedachte of een ik-gevoel. In geluk zijn geen objecten. Wanneer ik herken dat Geluk, de onbeperkte Vrijheid zelf, een ander woord is voor egoloosheid of voor Ikzelf, wanneer ik dat wezenlijk zie, dan is dat de doodslag voor de begeerte. En daarmee voor de verschijning van de wereld als zodanig. Deze verschijnt als iets dat buiten mij is, zolang ik geluk zoek voor een object, voor het ikgevoel, voor de persoonlijkheid, voor het lichaam, enz. Zolang ik dus geluk toeken aan de dingen, aan de teddybeer, aan de tv, maar ook aan dit lichaam, aan het denken en voelen, blijf ik afgescheiden.
InZicht 3.2018
Geluk is de afwezigheid van de dingen. Het toppunt van geluk is als er geen wensen meer zijn en dat is fundamentele waarheid. In elke gelukservaring maar dat is in feite een onjuiste uitdrukking want er is er maar ĂŠĂŠn - telkens als er een gat in de wolken is, is er geen object aanwezig, is er geen lichaam aanwezig, geen denken, geen voelen, geen auto, geen jongen of meisje op wie je verliefd bent. Daar is alleen Ikzelf, van horizon tot horizon. En zelfs dat is nog te veel gezegd. EEN WEIDSE ERVARING
Het is een weidse ervaring zolang daar nog een vage herinnering bestaat aan het lichaam. Wanneer geleidelijk aan de herinnering aan dat lichaam wegebt, is het noch groot noch klein. Als er vorm is, is het dat waarin het heelal zich manifesteert; is er geen vorm, dan is het noch groot noch klein. Het is dat wat wij steeds weer zoeken. Het is dat wat wij nooit in alle eeuwigheid zullen vinden zolang wij het achterna jagen in objecten. Want dat jagen zelf is de energie die ik investeer in het achternagejaagde en waarmee ik de scheiding en de illusie van ik-jij in stand houd. En in die illusie is Geluk onbestaanbaar, precies zoals de oceaan onbestaanbaar is in een melkkannetje. Het een sluit het ander uit. Maar zodra ik wezenlijk gezien heb dat het geluk de afwezigheid van objecten is, dat ik dus niet meer een object nodig heb om gelukkig te zijn, om het geluk zelf te zijn (niet als persoon, maar als afwezigheid van de persoon), pas op dat ogenblik accepteer ik de dingen zoals ze zijn. Op dat ogenblik word ik er onafhankelijk van, want ik weet dat de schat die ik gezocht heb dichterbij is dan het meest nabije. Ik jaag niet meer achter de dingen aan; ik hol ook niet meer achter begerenswaardige denkplaatjes aan; ik weiger ook niet meer te kijken naar allerlei onaan-
Het toppunt van geluk is als er geen wensen meer zijn gename dingen, die daar ergens uit de diepte opborrelen en die ik eigenlijk helemaal niet wil zien. Het is heel vreemd en het lijkt paradoxaal dat de vrijheid begint met de herkenning van de gebondenheid. NIET WEGLOPEN, NIET MEEHOLLEN
Jean Klein zegt ergens dat zelfaanvaarding, zelfs op psychologisch niveau, niet meer is dan een kwestie van intelligentie en dat het verdringen, het weigeren allerlei dingen te zien die we onaangenaam vinden, eigenlijk niets anders is dan een domheid. Wat kan ik in hemelsnaam bereiken met net te doen alsof dingen die mij dwarszitten mij niet dwarszitten, dat ze niet bestaan? Struisvogelpolitiek! In de praktijk blijkt dat al deze afschuwelijke en afgrijselijke dingen, die, als wij een beetje neurotische neigingen hebben, als kolossale zwarte, bedreigende bergen over ons heen hingen en wanneer ze werkelijk in het gezicht gekeken worden dwergen blijken. Toen wij vier, vijf jaar oud waren, waren zulke din-
13
Luisteren houdt het gehoorde in stand en kijken het geziene gen grote geweldige bedreigingen; nu zijn we zelf groot en naar verhouding zijn deze dingen dwergen. Wij hebben katten aangezien voor tijgers en stukken touw voor slangen. Niettemin is het noodzakelijk, wil ik bewust de vrijheid zelf zijn, dat ik mij geen angst meer laat inboezemen door stukken van die persoonlijkheid, dat ik mij niet meer door een deel van die persoonlijkheid laat chanteren. En dat zijn dus twee belangrijke, naar mijn overtuiging onmisbare hulpmiddelen: dat ik niet meer wegloop voor wat ik niet wil zien en dat ik niet meer meehol met wat me bijna de baas lijkt te zijn, omdat het zo begeerlijk is.
14
Zolang ik dat doe, is de Liefde voor mij uitgesloten, want door dit te doen, door te verdringen wat ik niet wil zien, door te investeren in objecten en door mee te hollen met mijn begeerten, houd ik niet alleen de wereld in stand, maar ook mijn egoĂŻsme. Die wereld is geen probleem, het probleem is dat fragmentarische standpunt. Al die dingen, die ik ten onrechte aan elkaar geplakt heb, alsof het een lange film was, blijken dan bij steeds beter kijken in feite als geheel niet te bestaan. IK, HET TIJDLOZE
Er is telkens een gedachte of een wereld die zich manifesteert en weer oplost; en een ogenblik is daar het naamloze, het vormloze en dan is er weer een wereld die zich manifesteert en die zich weer laat absorberen in het Ikzelf zonder naam en zonder vorm, en zo gaat dat door. Dan blijk Ik het tijdloze
InZicht 3.2018
die fantasie ook! We moeten op allerlei manieren steeds weer terugkomen naar dit nieuwe perspectief. Enerzijds om te voorkomen dat het een theorie wordt, want dat is volkomen waardeloos, en anderzijds om te voorkomen dat het een geloof wordt, dat onze vroegere godsdienst vervangt en zo prettig aanvoelt met al die gelijkgestemde mensen! Dan is het even waardeloos en misschien nog gevaarlijker. Ergens aan het einde van het evangelie van Marcus staat dat als je werkelijk gelooft, er een fontein van eeuwigheidsleven spuit uit je hart. Wel, dat is het criterium. STILTE
door niets veroorzaakte volkomen ‘bevrediging’ zelf te zijn. Het is omdat ik deze ‘bevrediging’, dit geluk geprojecteerd heb op dingen; het is omdat ik dit eeuwig tegenwoordig zijn geprojecteerd heb in een verleden, heden en toekomst; het is omdat ik die vrijheid, die het Zijn zelf is, geprojecteerd heb op een lichaam, op een denker- en voelertje, op de honderd rollen die ik iedere dag speel, dat ik een geweldige film heb geschapen die ik mijn leven noem. Maar deze film, deze persoonlijkheid met al zijn facetten en de hele wereld die daarmee correspondeert, blijkt uitsluitend te hebben bestaan in mijn eigen fantasie en dat ‘mijn eigen’ is dan nog deel van
Stilte... Wij horen dat waar wij naar luisteren en wij zien dat waar wij naar kijken. En door dat luisteren houden we het gehoorde in stand en door dat kijken het geziene. Daarom moeten we, als we tot de vrijheid willen komen die we wezenlijk zijn en de schijnonvrijheid willen elimineren, weer leren kijken en luisteren naar wat we wezenlijk zijn. Dat is de Stilte zelf. Het wezenlijk begrijpen, het wezenlijk communiceren, het wezenlijk geluk is de Stilte zelf, die niets te maken heeft met de afwezigheid van geluiden. Het is de Stilte die een ander woord is voor de vrijheid zelf, voor het volkomen bevredigd zijn zelf. Het is de Stilte die, wanneer men ze leert beluisteren in de diepte van het eigen hart, een universele stilte blijkt te zijn, die er altijd geweest is, ook al hebben we haar overschreeuwd en ‘overluisterd’ en over het hoofd gezien. t
[geredigeerd door Kees Schreuders. Het complete artikel is te vinden op: http://home.online.nl/prembuddha/keers.html]
15
16
InZicht 3.2018
© MARC CHAGALL, THE PREGNANT WOMAN/MATERNITY 1913
Katja Teunissen (1973) studeerde communicatieen informatiewetenschappen en religiestudies. Ze volgde de postacademische opleiding tot mindfulnesstrainer aan het Radboudumc en beoefende vijftien jaar vipassana meditatie. Ze begeleidt studenten van de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatica aan de Radboud Universiteit Nijmegen en werkt daarnaast als freelance journalist. Sinds juni 2018 is ze deel van de redactie van InZicht.
Hoe Lang is een Chinees Als kind deed ze geen enkele moeite om gelukkig te zijn. Geluk stroomde vanzelf voort uit gedachten en gevoelens die opkwamen en handelingen die plaatsvonden. Ook stroomde er uit dat alles de ervaring van ongeluk. Deze verdween simpelweg vanzelf weer, zoals ook de ervaring van gelukkig zijn eenvoudigweg vanzelf verscheen.
Katja Teunissen
I
k sta in de keuken met mijn handen in de zij en zeg hardop: “Ik verveel me te pletter.” Mijn ogen registreren een berg vuile vaat. “Je kunt de afwas gaan doen,” klinkt een gedachte in mijn hoofd. “Nee, geen zin in,” luidt het antwoord van een andere gedachte. Ik pak mijn laptop, ga naar het café om de hoek, bestel een cappuccino en een groot glas water, zet mijn computer
aan en begin te typen. “Heerlijk dit,” verzucht ik stilletjes. Of nou ja, ik? Net als al die andere keren zijn het spontane woorden die opkomen. Geen idee waarvandaan. Die woorden - gedachten - geven de ervaring dat er een ik is dat zich werkelijk verveelt, geen zin in de afwas heeft en gelukkig wordt van cappuccino en schrijven; tenminste, op dit mow ment.
17
PONY’S EN DEKENS
De herinnering komt op dat de ik-figuur uit dit stuk als kind heel blij werd van pony’s. Ze reed op pony’s van vlees en bloed, maar ze had ook een denkbeeldige pony in haar slaapkamer staan - een haflinger om precies te zijn - waar ze net zoveel plezier aan beleefde als aan de zogenaamde echte pony’s. Ze deed geen enkele moeite om gelukkig te zijn. Geluk stroomde vanzelf voort uit gedachten en gevoelens die opkwamen en handelingen die plaatsvonden. Ook stroomde er uit dat alles de ervaring van ongeluk. Angstig lag ze soms onder haar dekens, verpletterd door gedachten aan eindigheid en oneindigheid. Concepten waar ze geen vat op kreeg en die haar daardoor - onbewust - verlamden van schrik. Maar er kwam geen idee op als ‘ik moet mijn angst oplossen’. Er was simpelweg de ervaring van angst die vanzelf weer verdween, zoals ook de ervaring van gelukkig zijn eenvoudigweg vanzelf verscheen. Toen ze ouder werd, ontstond het idee ‘Ik moet mijn angst elimineren’ daarentegen wel; net als de gedachte ‘Ik ben verantwoordelijk voor mijn eigen geluk’. Koortsachtig zocht ze naar geluk in reizen, in de romantische liefde, in spiritualiteit. Maar het ontglipte haar telkens weer als ze meende: “Ik heb het gevonden.” Gelukbrengers veranderden in onruststokers. En zijzelf? Zij veranderde net zo hard mee. Dat kind dat blij werd van een ingebeelde pony poetsen was allang verdwenen en was in de loop der tijd vervan-
gen door een heleboel andere ik-figuren. Bestond er iets dat niet veranderde en verdween? RAADSELS
Zoeken naar geluk veranderde in zoeken naar ‘Wie zoekt geluk?’ en naar ‘Wie ben ik?’. Ze nam haar onderzoek uiterst serieus en werd gek van de catch-22 waarin ze telkens opnieuw belandde. Elk antwoord dat verscheen riep onmiddellijk een nieuwe vraag op. Uiteindelijk restte haar niets anders dan net zoals vroeger angstig onder de dekens weg te duiken. Onbewust staakte ze daarmee haar zoektocht naar antwoorden en het streven naar oplossingen. Angst verdween. Een glimlach verscheen. “Wie zoekt geluk?”, vroeg ze gisteren ter inspiratie voor dit stuk aan haar kind. Het kind, gewend aan de rare vragen van haar moeder, dacht even na en moest toen een beetje lachen: “Haha, flauw. Zo ken ik er nog een: Hoe lang is een Chinees?” Heen en weer werden er nog meer raadsels en mopjes uitgewisseld, totdat het kind zei: “Nu ga ik buitenspelen.” Ik stel me voor dat het kind buiten een spirituele zoeker onder een boom treft en vraagt: “Speel je mee?” “Nee, zeer zeker niet,” antwoordt de zoeker ernstig, “ik heb belangrijker werk te doen. Ik zoek geluk.” Het kind kijkt de zoeker bevreemdend aan en barst dan in lachen uit: “Wie zoekt er ook al naar? Misschien kan Hoe Lang jullie helpen.” Vrolijk huppelt het kind weg. De zoeker kijkt het kind bevreemdend na. En barst dan in lachen uit. t
OPROEP AAN DE LEZER Het thema voor het komende nummer van InZicht is ‘Op sterven na dood’. Ik dacht dat het Ramana was die vroeg: wie en waar was je voor je geboren werd? In het verlengde daarvan: wie, wat en waar zul je zijn na je dood? Dood impliceert tijd en daarmee het idee dat er een jij geboren werd. Sterf jij als je in de droom een roze kangoeroe bent of sterft die kangoeroe als jij weer wakker wordt? Sterft de rol of persona als een acteur achter de coulissen verdwijnt? Is er sterven zonder schepping? Kun je sterven als niemand? Wat is ‘het’ waar we ‘dood’ als woord op zijn gaan plakken? Dat
18
wat verdwijnt nadat het verschenen is? Of daar waar bewustzijn zichzelf weet te verstoppen? Dat we als gepersonifieerd denken en voelen allerlei ideeën en gevoelens hebben bij de dood is niet verwonderlijk, maar bieden die soelaas? Als er iets is dat zich realiseert als alomvattend, onsterfelijk en onvoorwaardelijk, biedt dat wellicht verlichting. Laat ons weten wat jij hierover denkt. De redactie nodigt je uit om een korte bijdrage (maximaal 225 woorden) te leveren op basis van dit thema. De uiterste inzenddatum is 15 september 2018. De redactie houdt zich wel het recht voor om al dan niet tot plaatsing over te gaan. Mail ons op redactie@inzicht.org.
InZicht 3.2018
Vrij zijn
stoppen met zoeken © PAUL KLEE
Dorothy Hunt
Dorothy Hunt is spiritueel leidinggevende van Moon Mountain Sangha en geeft onderricht in lijn met haar leraar Adyashanti, die haar in 2004 vroeg om de Dharma door te geven. Ze richtte het San Francisco Center for Meditation and Psychotherapy op en heeft psychotherapie gegeven sinds 1967. Ze publiceerde twee boeken: Only This!, Leaves from Moon Mountain, en Ending the Search: From Spiritual Ambition to the Heart of Awareness, dat in oktober bij Samsara in het Nederlands verschijnt. Ze is co-auteur van De Heilige Spiegel en Listening from the Heart of Silence, en er is een hoofdstuk aan haar gewijd in Ordinary Women, Extraordinary Wisdom. Meer info: www.dorothyhunt.org
V
rijheid ligt niet in het ontkennen of verzaken van verlangens. Verlangen leidt ons naar het volgende zich ontvouwende moment. Als het lichaam behoefte heeft aan water, ontstaat er dorst. Als het lichaam behoefte heeft aan beweging, dan gaat het zelf bewegen. Als het denkbewustzijn behoefte heeft aan prikkels, dan leest het een boek. Als het hart vol liefde is, dan wil het een vriend(in) omhelzen. Vrijheid ligt in het besef dat je geluk niets te maken heeft met het vervullen van verlangens. Vrijheid betekent ook niet het einde van gevoelens. Als mens zijn we Zijn. Het is een groot geschenk dat we het hele scala aan menselijke emoties kunnen ervaren. We hoeven ons nergens van te verlossen - als dit al zou kunnen. We worden niet gebonden door onze gevoelens of verlangens, maar door het idee dat we een afgescheiden zelf zijn. Zelfonderzoek wil onze problemen bij de wortel aanpakken: ons idee van een afgescheiden zelf. Het is niet geïnteresseerd in het ontwikkelen van krachten waarover een yogi beschikt, in het kennen van vorige levens, het opwekken van kundalini, het in balans brengen van de chakra’s, alwetendheid, of het creëren van verschillende bewustzijnstoestanden, hoewel al deze dingen zich kunnen voordoen. Zelfonderzoek kijkt verder naar het inzicht dat werkelijk een einde maakt aan lijden. Dit is geen besef, geen realisatie van het denkbewustzijn. Het gaat voorbij aan het denkbewustzijn, al is dit er wel bij betrokken omdat het probeert dit besef te beschrijven.
en ambitie als een verrassing. Ik had me zo lang hartstochtelijk overgegeven aan mijn zogenaamde spirituele zoektocht - het verlangen, bidden, mediteren, lezen en het intense verlangen om ‘het te begrijpen’. Er waren momenten waarop ik de passie van die zoektocht miste, maar tegelijkertijd was er niet ‘iemand’ die het miste. Er was een ongelooflijke vrede bij alles wat er gebeurde: drama, passie, intensiteit en verlangen waren er niet meer. Er was geen sprake van depressieve gevoelens, geen wens om bepaalde zaken of mezelf te veranderen. In het begin speelde ik heel vaak patience, omdat ik zoveel tijd over had nu ik me niet meer op de spirituele zoektocht wierp. Terwijl ik dit speelde, ontstond er een bepaald besef, namelijk dat het leven zelf een spelletje patience is. Mogelijkheden ontvouwen zich. Winnen en verliezen zijn slechts producten van het denkbewustzijn dat zich inbeeldt dat het spel een begin en einde heeft. Maar in dit goddelijke lila, dit spelletje solitaire-zonder-einde, zijn begin en einde, winnaars en verliezers, geboorte en dood slechts illusies. Binnen de manifestatie van het Zelf mag alles wat er verschijnt er zijn en alles wat verdwijnt mag verdwijnen, maar de werkelijkheid verandert niet. Het leven is één groot ontvouwen. God/Bewustzijn/mysterie speelt alle rollen. De momenten in het leven doen zich voor vanwege oorzaken en omstandigheden die teruggaan naar voor het begin van de tijd. Het leven is een gigantisch spelletje solitaire, dat wordt gespeeld in het grenzeloze hart van gewaarzijn.
PATIENCE
Na het besef dat een einde aan mijn zoektocht leek te maken, kwam het verdwijnen van gedrevenheid
PERSOONLIJKHEID
22
InZicht 3.2018
Er zijn mensen die zeggen of suggereren dat ont-
waken er op een bepaalde manier uitziet. Hiermee bedoelen ze dat een ‘ontwaakte’ er op een bepaalde manier uitziet. Maar het is niet een ‘persoon’ die ‘ontwaakt’. Het besef dat ik heel graag zou willen kunnen omschrijven, verandert het perspectief en niet noodzakelijkerwijs de persoonlijkheid. Zoekers zijn vaak verward omdat een spirituele leraar of goeroe soms een cultuurbepaalde geconditioneerdheid of enkele persoonlijke karaktertrekken vertoont. Het lichaam-geestorganisme draagt geconditioneerdheid in zich en zijn persoonlijkheid kun je beschouwen als de unieke smaak of parfum van een van de menselijke vormen waarin het leven zich uitdrukt. De persoonlijkheid is niet hetzelfde als egocentrische identificatie, al kunnen de twee wel verstrengeld zijn. De algemene overtuiging is dat de persoonlijkheid ook verdwijnt wanneer de identificatie met het ego wegvalt. Bij sommige mensen lijkt het ‘zelf’ ook inderdaad zo afwezig dat een zoeker zich nauwelijks nog kan voorstellen dat deze goeroe of leraar ook moet eten, naar het toilet moet en moe kan worden. De vrijheid die je zoekt, heeft niets te maken met een ander mens worden, maar is het besef dat de essentie van wie je bent het mysterie is dat je zoekt. Jij en de wereld hoeven niet te veranderen. Deze acceptatie is het beginpunt dat tot een veel uitdagender aspect van ontwaken leidt: de belichaming van de waarheid die is gerealiseerd. Deze belichaming geeft blijk van de mate waarin we bewust vanuit onze ware aard, het hart van gewaarzijn, leven. Dit onderdeel van de spirituele reis vraagt om een voortdurende toewijding aan de waarheid, meedogenloze eerlijkheid en helder zien. Het is een
Ik had zoveel tijd over nu ik me niet meer op de spirituele zoektocht wierp uitnodiging van ons Zelf om het leven vanuit onze intrinsieke heelheid en mededogen te bekijken en ervaren, en niet door de sluiers van het oordelende denkbewustzijn. IDEEËN
In een bepaald opzicht is het leven zo eenvoudig, dat we het er ook niet nog eens over hoeven te hebben. De dingen zijn gewoon wat ze zijn. Al het andere is slechts een idee. Als je ideeën werkelijk ziet voor wat ze zijn en ze niet beschouwt als een waarheid, dan kun je ze al dan niet bespreken. Maar je gaat er dan niet langer van uit dat de kracht van het leven in een bepaald idee huist, hoe verheven dat idee ook is. Alles wat ik heb geschreven is een idee. Ik ben niet in staat om mijn directe ervaring van leven te communiceren, en jij evenmin. De nietige woorden, gedachten en ideeën verschijnen, de directe ervaring eindigt en vervolgens is er een poging om hierover te communiceren met jezelf of met iemand ‘anders’. Maar iedere
23
verhouding is een verhouding tot ons Zelf. Wanneer je je niet langer inbeeldt dat er sprake is van afgescheidenheid, dan is er alleen nog sprake van je Zelf zijn. ONTWAAKT LEVEN
Liangshan, die later de 42e zenpatriarch zou worden, kreeg ooit van zijn leraar Tongan de vraag: “Wat zit er allemaal onder ons opgelapte gewaad?” (Betekenis: Wat bevindt zich onder onze kleding, onze huid?) De priester had geen antwoord. De leraar zei: “De Weg bestuderen en hem toch niet kennen, is het pijnlijkste wat er is. Nu stel jij mij de vraag.” En dus vroeg de priester: “Wat zit er allemaal onder ons opgelapte gewaad?” Zijn leraar antwoordde: “Intimiteit.” 1 Waarop de priester tot volledig ontwaken kwam. Vind je dit soort zenverhaaltjes niet fantastisch? Zo in het moment. Als een kiezelsteen die doel treft, het zien van perzikbloesem, een wijs gezegde. Het aanvankelijke ontwaken is slechts een moment. Een moment van openbaring, van herkenning, van diep inzicht waardoor je hele identiteit verschuift. Maar vaak verwordt de intimiteit van zo’n moment tot een herinnering wanneer we de frisheid, spontaniteit en diepe aanwezigheid van het nu verliezen. Los van alle ontwakingservaringen in het verleden, zijn we op dit moment volledig wakker aanwezig? Zijn we intiem met dit moment, deze ervaring, deze gewaarwording? Of zijn we teruggekeerd naar onze verhalen, onze herinneringen en ons gewone, geconditioneerde denkbewustzijn, dat subject en object, ‘zelf’ en ‘ander’ scheidt?
24
© YVON SCHARIS 2018
Zijn we intiem met dit moment, deze ervaring, deze gewaarwording?
Als het zoeken is geëindigd, doet zich een veel grotere uitdaging voor: vormgeven van dat wat we zijn in ons leven als mens. Hier moet je nog altijd over een sterke toewijding aan de waarheid beschikken. Maar we kunnen zo betoverd zijn door het aanvankelijk ontwaken, dat we denken dat we nu helemaal niets meer hoeven! Op een gegeven moment zal het leven duidelijk maken dat dit niet zo is, maar geniet wel tijdens elke fase van ieder moment dat zich voordoet. Er ontstaat een grote vrijheid wanneer spirituele ambitie verdwijnt, terwijl er in werkelijkheid helemaal niets is verdwenen. Wat is er geworden van degene die zocht en chantte, las en bad, en hoopte op verlichting? Ze lacht nog altijd met haar gezin, drinkt champagne met vrienden en zingt onder de douche. Wat is het leven als het zoeken stopt? Gewoon wat er is, niet meer, niet minder een gewoon mens die gewone dingen doet, die niet meer of minder wil zijn, gewoon tevreden met haarZelf. 2 t Fragment uit: Stoppen met zoeken - Van spirituele ambitie naar het hart van gewaarzijn, Dorothy Hunt, Uitgeverij Samsara, oktober 2018
Noten: 1. The Record of Transmitting Light: Zen Master Keizan’s Denkoroku, vert. Francis H. Cook, Center Publications, 1991, 2. Hunt, Dorothy, When Seeking Ends, uit Only This!
InZicht 3.2018
C OLUMN - UNMANI
Wie is er op zoek naar geluk?
W
at is echt geluk eigenlijk? Is het een tijdelijke ervaring die komt en gaat? Is het een of andere spirituele toestand die door oefening in stand kan worden gehouden? Is het het tegenovergestelde van een gebrek aan geluk? Soms worden we in ons leven gezegend met heel gelukkige tijden. Maar wat komt moet ook weer gaan. Ik werd gezegend met een prachtige relatie van bijna vijf jaar met een dappere en mooie man. Het soort geluk dat we samen vierden was geen permanent geluk waar je alleen maar van kunt dromen, ook al was er in die periode zeker sprake van een aantal hoogtepunten. Het was een kalm geluk waarin we genoten van elkaars gezelschap, veel lachten, soms samen huilden, diepe inzichten met elkaar deelden en samen het leven onderzochten. Ik heb altijd geweten dat ik hem niet voor altijd vast zou kunnen houden. Ik heb altijd geweten dat alles wat komt ook weer moet gaan. Dus toen hij in januari van dit jaar plotseling overleed kwam dat niet als een verrassing, ook al was het een verschrikkelijke klap en brak het mijn hart volledig. Ik heb nooit de verwachting gekoesterd dat een gelukservaring eeuwig zou duren. Dat vond ik niet fijn, maar ik wist ook dat dat is hoe het Leven in elkaar zit. Ervaringen komen en gaan. Mensen komen en gaan. Geluk komt en gaat. Hoeveel verdriet ik de afgelopen maanden ook gehad heb, ik ben het besef nooit kwijtgeraakt dat degene die ik werkelijk ben er niet door aangetast is. Wie ik ben is zich bewust van alles wat er gebeurt. Wie ik ben ziet geluk en verdriet. Dat betekent niet dat ik dat niet allemaal voel, maar mijn identiteit is nooit degene die gelukkig of verdrietig is. Werkelijk geluk is het besef dat wie ik ben het Leven zelf is. Werkelijk geluk is over-
gave aan het Leven, in de wetenschap dat ik het misschien niet begrijp, misschien niet fijn vind, maar daar geen invloed op heb. Geluk en verdriet maken beide deel uit van het leven. Als er sprake is van het ene, weet je dat het andere vlak bij je is. Ze komen en gaan als golven. Als we gelukservaringen najagen in de hoop dat ze eeuwig zullen duren, is dat een droom die onvermijdelijk in desillusie en teleurstelling zal eindigen op het moment dat het geluk vanzelf weer voorbijgaat. Neerslachtige, verdrietige tijden bezitten een zekere schoonheid. Je kunt dan alles op het moment zelf voelen, je kunt je dan terugtrekken uit het leven en jezelf bij elkaar rapen. Als je weet dat verdriet ook niet eeuwig zal duren, sta je open voor het moment dat het weer verandert. Als we een identiteit rond geluk en verdriet creĂŤren, kunnen er problemen ontstaan. Als we geloven dat de ervaring iets over ‘mij’ zegt, bouwen we er een warm nest omheen waar we ons lekker in nestelen. Het leven zal ons ongetwijfeld wakker schudden uit die dromerige comfortzone en ons dat nest uit gooien, zodat we gedwongen zijn om weer te leren vliegen. Als je je ware identiteit niet meer probeert te vinden in gelukservaringen, ben je vrij. Je hoeft niet gelukkig te zijn om het Geluk zelf te zijn. Dat is iets waar het verstand nooit bij kan. Het is geen geluksgevoel, het is geen toestand die kan komen en gaan of in stand gehouden kan worden door een inspanning van jouw kant, en het is niet het tegenovergestelde van ongelukkig zijn. De afgelopen maanden heb ik me vaak heel verdrietig gevoeld, maar niets heeft dat ware geluk dat ik ben aangetast. Ik geef me over aan de golven van het leven zoals ze komen en gaan. Ik ben degene die ze allemaal kent.
25
Tao’s tuin van Wolter Keers
26
InZicht 3.2018
Lucy Auch
In 2016, lang na diens dood, overleed de weduwe van Wolter Keers. Tot veler verrassing kreeg zijn dochter Jacqueline daardoor de beschikking over een groot aantal veelal ongepubliceerde teksten van Wolter, die hij in de loop van zijn leven verzameld en in een oude doos bewaard had. Deze ‘vondst’ was voor Lucy Auch mede aanleiding om Keers’ spirituele biografie te schrijven, die dit najaar zal worden uitgegeven door uitgeverij Samsara onder de titel Liefde op zoek naar zichzelf, en waarin het thema van de onpersoonlijke liefde de belangrijkste rol speelt.
E
en van de nagelaten teksten was het manuscript van Tao’s tuin, Wolters eigen vrije interpretatie van Lao Tse’s Tao Teh King. Het is een tekst zoals we die nooit eerder van hem hebben kunnen lezen: prikkelend, ontroerend, uitdagend, onconventioneel. De tekst is samengesteld uit 82 verzen, waar het werk van Lao Tse er 81 telt. Mogen we hieruit opmaken dat Wolter zowel de cijfers als de woorden los heeft durven laten? Gaat zijn eigen Tao Teh King aan woorden en cijfers voorbij? Hoe dan ook, in Tao’s tuin neemt hij de lezer mee door de tuin van het leven. Hij heeft die reis in vier stukken gedeeld. In het eerste deel staat de eenheid van vorm en wezen centraal. Of het nu gaat over politiek, dictatuur, democratie, relaties of de onbegrensde tijd, steeds staat de eenheid van vorm en wezen centraal. In vers 12 schrijft hij: Ik heb me nog nooit zo tevreden gevoeld als nu ik jou in mijn armen heb. En hoe goed om straks weer te mogen veranderen: wanneer de sterren komen, de sterren te mogen zijn, wanneer de nacht komt, de nacht te mogen zijn.
In het tweede deel staat de liefde centraal als het goddelijke ontmoeten. Het in vervoering raken beschrijft hij aan de hand van de dans van de overgave. Ook schrijft hij over zijn “alzijdige liefde” voor India. In het derde deel nodigt hij je uit zijn geliefde te zijn en neemt hij je mee in het vormloze gewaarzijn. In dit deel komt de puurheid van het kind aan bod, het relatieve van de werkelijkheid en de kunst, de liefde in haar vorm en vormloosheid, en het ontwaken van de wereld (of wellicht het ontwaken van ‘jezelf’ als de dag begint). We worden niet gevangen gehouden door de maatschappij, want we zijn haar zelf. Het een is niet beter dan het ander. Er is geen verschil. Er is slechts Tao: de bron en wat er uit voortkomt, lief en leed beide. In het laatste deel neemt hij je mee voorbij alle grenzen naar een plaats zonder oordelen, waar het Zijn zichzelf mag zijn, als Tao. En zo komt er een einde aan een reis die je feitelijk niet gemaakt hebt, want de beginzinnen van Tao’s tuin luiden: “Jij, die de sterren bent en mijn essentie, die de zee doet zingen en de winden waaien, jou heb ik lief.” Wat is er veranderd naar het eind van de verzen toe? Je zou kunnen zeggen dat er niets veranderd is. Al- w
27
Lucy Auch (Breda, 1958) was van jongs af aan geïnteresseerd in filosofie. Haar zoektocht bracht haar naar onder meer India, waar ze Ramesh Balsekar bezocht. In 2008 ontmoette ze Jan van Delden. Met hem schreef ze het boek Vele wegen, één thuis (Samsara, 2013). Daarnaast maakte ze interviews en schreef ze boekrecensies voor de tijdschriften InZicht en Vruchtbare Aarde. In Liefde op zoek naar zichzelf heeft ze nu een aantal deels onbekende teksten van Wolter Keers gebundeld. Het boek bevat ook een spirituele biografie van Keers en is voorzien van een uitgebreide inleiding.
leen heeft Wolter je aan de hand genomen om je opnieuw naar het leven te laten kijken, maar nu vanuit een andere kant, vanuit een ander perspectief, dat je al kende maar over het hoofd zag. Hieronder een selectie uit de 82 verzen waaruit Tao’s tuin is samengesteld. 6. Daarom roep ik je toe, broeder, wie je ook bent, daarom roep ik je toe, zuster, waar je ook woont, geef mij je hand, leg je arm om mijn schouder: we gaan op weg, tezamen, totdat we één zullen zijn, met elkaar en met ons doel. 7. Jij! die een verschillende vorm bent van hetzelfde wezen, heb je al ontdekt dat we één zijn; dat we onszelf liefhebben wanneer we elkaar omhelzen; dat we onszelf haten (hoe absurd!) wanneer we elkaar bestrijden; dat we onszelf in de ogen zien wanneer we over de grond rollen met de kinderen? Heb gerust jezelf lief: je bent de wereld! Niet de vorm, afgescheiden van het wezen, maar alles tezamen. Het is het wezen dat ons verbindt, het is het wezen dat je zult ontdekken wanneer je liefhebt. 8. Denk niet dat ik zeg iets bijzonders te zijn wanneer ik mijzelf één noem met mijn hemellief, wanneer ik mijzelf de wereld noem,
28
of Tao, of Atman, of een god, of wat dan ook: ik ben jouzelf; ik ben je diepste diepte, ben je hoogste hoogte. Verwaandheid ontstaat wanneer wij vergelijken wat beter is en wat minder goed. Dit komt niet in mij op: met wat zou ik mij moeten vergelijken? Ik heb nog nooit iets gezien dat ik niet zelf was. Kom, ik zal je groter wonderen laten zien, dan je voor mogelijk had gehouden. 9. Geef me je hand of je arm – laten we dicht naast elkaar voortgaan, de blik gericht op wat zich voor ons uitstrekt. Goddank, je bent niet zo dwaas je voor liefde te schamen. Schaamte is iets dat bij onze liefde niet past: ze komt enkel tevoorschijn wanneer je de vorm scheidt van het wezen wij hebben het wezen lief, en daarmee de vorm. 21. Ik zat eens thee te drinken in een grote zaal in Bern. Aan de muur hing een bord met het opschrift: l’amour est plus fort que les principes. Wanneer het waar is wat ik gezegd heb, wanneer mijn liefde liefde is (en dat is ze), dan zal ze in de tijden die komen alle principes doorbreken die haar trachten te belemmeren in haar wezen. De kracht van de liefde is groter dan de kracht van elke wet die geen liefde is, of beperkte liefde.
InZicht 3.2018
22. Zo dwaas zijn wij dat wij wetten maken over de liefde, zonder te weten wat liefde is. En dan te bedenken dat ze een van de grootste krachten is uit het heelal; dat wie haar aanvalt door haar vernietigd zal worden. Vernietigd: want wie zo nog de liefde ziet als iets waarover reglementen kunnen worden opgesteld waarover men meningen ten beste kan geven, waarbij men niettemin hoeren en heiligen over één kam scheert, die ziet bij zijn liefde tevens haar tegenhangers: haat, ontucht. Dat is niet wat liefde is. Liefde heeft als tegenhanger:‘not to be’, niet-zijn. Haten is: wensen dat dingen niet zijn. Het komt daarom enkel voor bij mensen die slechts wensen lief te hebben, maar voor wier bewustzijn de liefde zelf te groot is, (of, zo je wilt, wier bewustzijn voor liefde te klein is). En daarom: wanneer deze mensen die zichzelf zo klein zien, (daardoor denkend dat ze groter zijn dan de anderen) zich zullen moeten meten met de krachten der liefde, je begrijpt het wel, dan is de uitslag niet twijfelachtig. 34. Ken je een dwazer woord dan het woord plicht? Het woord recht misschien? Er is maar één plicht, gelijk voor allen: de vorm te verenigen met het wezen, en nog een plicht: lief te hebben. Er is maar één recht, gelijk voor allen: de vorm te verenigen met het wezen en nog een recht: lief te hebben. De plicht: onszelf te zijn. Het recht: onszelf te zijn.
Maar wie zal ons die plicht opleggen, en wie zal ons dat recht verschaffen? Wie verplicht de rozen te geuren? Waaraan ontlenen de sterren hun recht te schijnen? Ah! Zeven dimensies belichamen ons bestaan. Wie kan zich een mens denken zonder liefde? Wie haar mist is onbestaanbaar. Wijs mij de mens zonder lengte, en ik wijs je een mens zonder liefde (of een dier of een plant of een mineraal, of wat je maar wilt). Wanneer je er een zou vinden zou de schepping vergaan. (en dan nog zou die liefde niet vergaan, ze zou voortgaan nieuwe kosmossen te scheppen). t
29
30
InZicht 3.2018
De zoektocht naar geluk of het geluk in de zoektocht
© 2018 PETER VAN MIERLO
Ludo de Jongh
31
We zoeken allemaal van tijd tot tijd op de een of andere manier wel naar iets. Elk zoeken heeft als einddoel de vervulling van een bepaalde wens. Maar waar alle wensen, behoeften en verlangens uiteindelijk een uitdrukking van zijn, of het nu gaat om een nieuwe auto, een relatie, spirituele verlichting of tomaten bij de groenteboer, is het onderliggende verlangen om ‘aan te komen’, thuis te komen.
D
e meesten van ons ontkomen niet aan de menselijke behoeften en verlangens. En in elke stap in het zoeken naar bevrediging van die behoeften en verlangens is het geluk te ervaren. Wanneer ik echter naar iets zoek en geloof dat ik pas gelukkig kan zijn als ik het gevonden heb, duw ik geluk juist voor me uit. Ik creëer dan een afstand tussen nu en een denkbeeldig punt in de toekomst waarin ik hoop ‘aan te komen’. Maar geluk is al aanwezig, te midden van dat wat hier nu is. Geluk is al aanwezig in de zoekende beweging die zich in het hier en nu op een bepaalde manier manifesteert. Het is de actieve levenskracht, die als het ware vanuit de stilte naar buiten toe beweegt. Geluk is je realiseren dat jij die levenskracht en de stilte zelf bent, dat wat leeft. Wanneer ik samenval met het zoeken, wordt het einddoel minder belangrijk dan de stap die ik op dit moment zet op weg naar dat doel, bijvoorbeeld: op mijn fiets stappen om naar de groenteboer te gaan. Een roedel honden in het wild zoekt ook naar eten, maar ze zetten eenvoudigweg de ene voet voor de andere. Ze weten heel goed waar ze naar op zoek zijn, maar zijn aanwezig in de stappen die ze in elk moment zetten. De voortgang op het pad, dichter bij de mogelijkheid tot eten komen is al een beloning in zichzelf voor ze. Waar ligt je aandacht, bij het eindresultaat van je zoektocht of in de levenskracht die op dit moment een stap zet om in je behoefte of verlangen te voorzien?
VOORAF AAN ALLES
32
InZicht 3.2018
We zijn geneigd te denken dat geluk aan het einde van het zoeken ligt, maar het ligt juist aan het begin ervan. Het is je realiseren wat je allereerst bent, voordat er ook maar een zoeken op gang komt. Franciscus van Assisi verwoordde het wel erg mooi: “Dat wat je zoekt, is dat waarmee je zoekt.” Geluk gaat eigenlijk vooraf aan alles en vereist dus ook geen inspanning. Juist het krampachtig uitreiken naar iets anders, vanuit de overtuiging dat het hier nog niet is, zorgt ervoor dat we eroverheen kijken. We zoeken naar geluk, maar het gaat erom het geluk te vinden te midden van het zoeken. Geluk ligt in de zoeker die op zoek is naar zichzelf; de zoeker is zelf het doel van zijn zoektocht. Is dat niet komisch? Hij is het Zijn dat zich door de wereld heen beweegt en de hele tijd al zichzelf is, in alle situaties, vormen en hoedanigheden. En zichzelf zijn is geluk, vervulling. WAT ER AL IS
Er zijn er die zeggen dat geluk de afwezigheid van zoeken is. En het kan inderdaad zomaar zijn dat als ingezien wordt dat niets in de wereld ultieme vervulling kan geven, het zoeken dan ophoudt of dat op zijn minst de beleving erachter verandert. Daarvoor moet het wel echt ingezien worden door het te ervaren, te voelen. Het is niet genoeg om jezelf te vertellen: “Niets in de wereld kan me gelukkig maken, dus ik ga niet meer op zoek.” Zoeken
Ludo de Jongh (1978) begon na een persoonlijke crisis halverwege zijn twintiger jaren een intensieve zoektocht naar innerlijke vrijheid. Sinds enkele jaren begeleidt hij mensen individueel, schrijft artikelen en organiseert regelmatig bijeenkomsten. Hij woont in Breda. Meer info: www.ludodejongh.com
In elke stap is het geluk te ervaren is een sterk energetische kracht die voortkomt uit het besef afgescheiden te zijn als lichaam-en-geest. Die afgescheiden ‘ik’ kan niet anders dan zoeken. Je moet zoeken totdat ingezien wordt dat juist het ‘al daar willen zijn’ je weghoudt bij wat er al is, bij wat je bent. Wat zo fijn is aan het kopen van tomaten of het vinden van een nieuwe partner zit niet in de tomaten of de partner. Wat zo fijn is, is dat de krampachtig uitreikende energie oplost, dat de afstand tussen nu en het denkbeeldige punt in de toekomst wegvalt. Wat dan overblijft is een besef van aangekomen te zijn, tevredenheid, voldaanheid. Maar dat kan ook in het zoeken ervaren worden. De vraag is: heb je de overtuiging dat je al ‘daar’ moet zijn of is het oké om ‘hier’ te zijn? Al dan niet inclusief een stap in een bepaalde richting. t
Jan Kersschot (1960) is een Belgische arts die ook actief is als beeldend kunstenaar. Zijn spirituele zoektocht startte rond zijn 15de, waarbij vooral de ontmoetingen met Douglas Harding, Nathan Gill en Tony Parsons de meest heldere spiegels waren in dit avontuur. Die 25-jarige zoektocht heeft hem echter nimmer gebracht waar hij naar zocht, noch hem een speciale staat van bewustzijn opgeleverd. Zijn boeken over non-dualiteit zijn vertaald in meer dan vijf talen. In oktober verschijnt zijn nieuwste boek Minder ego, meer vrede bij Samsara. Meer info: www.kersschot.com
Ik zou nooit zeggen dat ik als persoon thuis ben gekomen. Het was niet ‘ik’ die thuiskwam. Het is geen talent van mij; het is wat ik ben. Het is het ene zijn dat niemand of niets uitsluit. En het ontmaskeren van de spirituele zoeker garandeert geen specifieke staat waarin je bent. Het is de dood van de zoeker, terwijl het organisme op de meest natuurlijke manier blijft verder functioneren.
J
an, hoe ben jij ‘thuis’ teruggekomen? Thuiskomen bij je ware aard is heel anders dan wat de zoeker gelooft dat het is, of hoopt dat het is. Het is geen staat die ik in woorden kan beschrijven. Alle woorden die ik gebruik om ernaar te verwijzen, zullen mislukken. Ik spreek mezelf meerdere keren tegen omdat het onbeschrijflijk is. Het is gemakkelijker voor mij om te zeggen wat ‘het’ niet is. Het is geen speciale toestand die ik heb bereikt. Het gaat boven elke notie van verleden of heden. Het is geen speciale combinatie van energieën die nu door mijn lichaam stroomt. Het is ook geen gemoedstoestand. En het is moeilijk om te zeggen hoe ik thuiskwam, omdat het ‘ik’ moest verdwijnen voordat het thuis kon komen. Ik kan er alleen over praten in metaforen, in analogieën. Het is niet iets dat ik deed om het te laten gebeuren, het was eerder dat het spontaan gebeurde. Toen ik een jongetje van ongeveer 7 jaar oud was, waren er veel momenten waarop ik mezelf afvroeg: “Wat als Jan er helemaal niet was? Wat als er geen wereld zou zijn? Wat als er geen sterren, geen planeten, geen Melkweg zouden zijn?” Voor mij waren die vragen cruciaal. Toen ik ongeveer 15 was, had ik een transcendentale ervaring terwijl ik een meisje kuste. Mijn lippen begonnen in de hare te versmelten en binnen een fractie van een seconde verdween ik volledig. Ik bestond niet meer als persoon. Ik weet
niet zeker hoe lang dit duurde omdat het moeilijk te onthouden is. Nu zou ik zeggen dat deze ervaring tijdloos was. Ik moest eerst verdwijnen om het ‘zuivere zijn’ de gelegenheid te geven om zichzelf te laten zien. Het is alsof je een boek leest en ineens heb je een witte pagina. Het is alsof je naar een film kijkt en ineens heb je een wit scherm en er is alleen licht. Er is alleen zuiver zijn en geen persoon om op deze witte pagina te reageren. Er is geen ego dat commentaar geeft.
34
InZicht 3.2018
En daarna? Vanaf dat moment werd ik een spirituele zoeker. Als je dit hebt ‘gezien’, wil je het opnieuw zien. Je gelooft dat je het even beet had en je denkt dat je het opnieuw te pakken kunt krijgen. Je hebt ‘het’ geproefd en je wilt de nectar opnieuw proeven. Tussen mijn 18 en 25, terwijl ik medicijnen studeerde, las ik veel boeken over natuurgeneeskunde en ook over hindoeïsme, zenboeddhisme en allerhande filosofen uit Oost en West. Ik begon mantra-meditatie te beoefenen, bekend als transcendente meditatie. Tijdens TM verschenen deze momenten van puur zijn weer in mijn leven. Bij een Shiva yogasekte leerde ik veel over het effect van groepsmeditaties en de competitie tussen verschillende toegewijden om verlichting te bereiken. Ik kreeg mijn twijfels over bepaalde overtuigingen die in de wereld van w
Als de
Jan Kersschot
wolken verdampen ver© MARK ROHTKO UNTITLED
schijnt de blauwe lucht 35
© KAZIMIR MALEVICH, THE PROVINCE 1910
spirituele zoekers gangbaar waren. En ik voelde altijd dat wat ik zocht heel normaal was en heel dichtbij, niet iets om naar te zoeken in een ver land of verre toekomst. Of iets dat je als beloning krijgt omdat je de regels hebt gevolgd. Toen ik hier dieper op inging, begon ik te beseffen hoeveel valse overtuigingen er nog steeds waren. Ik ontdekte boeken over non-dualisme waardoor sommige zaken duidelijker werden. Veel oude overtuigingen en misverstanden begonnen te verdwijnen. Ik zag ook dat dit ‘zuivere wezen’ altijd beschikbaar was. Toen ik Douglas Harding ontmoette, toonde hij me ‘de directe toegang’ via zijn experimenten. Hij zei: “In plaats van erover na te denken of erover te lezen, zal ik je tonen hoe je het echt kunt zien. Ik zal
je je originele gezicht laten zien.” Zijn experimenten hebben me echt weggeblazen. Later ontmoette ik Tony Parsons, die bepaalde verwachtingen wegnam die ik nog had over het beëindigen van de spirituele zoektocht. Hij zei eenvoudigweg deze drie woorden: “Dit is hét.” En toen werd alles duidelijk. Hoewel de geest nog steeds bleef proberen om van alles uit te zoeken, was er geen uitweg. De spirituele zoeker was ontmaskerd.
36
InZicht 3.2018
Waren er bepaalde veranderingen nadat je thuis bent gekomen? Ik zou nooit zeggen dat ik als persoon thuis ben gekomen. Het was niet ‘ik’ die thuiskwam. Het is geen talent van mij, het is wat ik ben. Het is het ene zijn
Het is als genade: opeens is alles duidelijk en vanzelfsprekend dat niemand of niets uitsluit. En het ontmaskeren van de spirituele zoeker garandeert geen specifieke staat waarin je bent. Het is de dood van de zoeker, terwijl het organisme op de meest natuurlijke manier blijft verder functioneren. De zoekopdracht stopt niet omdat je besluit te stoppen met zoeken of omdat je denkt dat je alles hebt bereikt. Het is als genade: opeens is alles duidelijk en vanzelfsprekend. Dan stoppen alle vragen over dit onderwerp. Afgezien daarvan gaat het leven gewoon door zoals voorheen. Je hebt wat stenen in je schoen verwijderd, dus je wandeling in het park zal natuurlijker zijn, maar dat zal niemand opmerken. De veranderingen zijn voornamelijk van binnenuit. Wat bedoel je met dualiteit en non-dualiteit? Je zou kunnen zeggen dat alles eenvoudig is. Iedereen is. Het woord ‘zijn’ is een magisch woord. Gewoon zijn. Gewoon er zijn. Ik beschrijf het als zijnsheid omdat het geen activiteit is zoals eten of ademen. En het is niet iets dat je moet leren of oefenen, omdat het toch al wordt gedaan. Het is ook geen object dat je kunt observeren. Zijnsheid heeft geen grenzen in tijd of ruimte. Je kunt de grenzen niet vinden. Dat is waarom we zeggen dat het oneindig is. Dat is ook de reden waarom ik in mijn boeken het zijn met een hoofdletter heb geschreven. Het is oneindig, maar dat betekent niet dat het heilig is. Ik gebruik de term zijnsheid omdat het een neutrale term is, het heeft geen religieuze of culturele connotaties. Dus, het sluit niemand uit. En omdat dit zijn geen grenzen kent, heeft het geen buren. Met andere woorden: er is er maar één van. Dat is waarom het alleenstaand is. Dat non-duale ene zijn is alles wat er is. Maar de geest houdt niet van non-dualisme. De geest is als een mes: hij snijdt dingen graag in twee delen. Maar met een mes in de hand kun je het oneindige niet vinden. De menselijke geest ziet graag het verschil tussen links en rechts, hoog en laag, verleden en toekomst, positief en negatief. Maar deze dualiteiten zijn geen ‘echte’ eigenschappen van die personen of objecten, het zijn alleen maar etiketten. Het zijn ge-
dachten die verschijnen en verdwijnen in de hersenen van de commentator. Maar deze isheid, dit zijn, staat niet naast de conceptuele wereld van de geest, ze is veel ‘groter’ dan dat. Dualiteit is slechts een minder belangrijk conceptueel deel binnen het oneindige. En het eindige kan nooit het oneindige bereiken of begrijpen. De geest van de zoeker is te klein om het oneindige te zien - het enige wat hij zou kunnen doen is concepten maken over de oneindigheid. Moet je eerst een ontwakingservaring hebben om dit te kunnen zien? Er zijn geen specifieke vereisten. Er zijn geen stappen. Veel boeken over non-dualisme zeggen dat er geen behoefte is aan een speciale ervaring, omdat je essentie al volledig en onverdeeld is. Maar aan de andere kant rapporteren veel schrijvers van deze boeken over non-dualisme dat ze zelf transcendentale gebeurtenissen hebben meegemaakt die hun ogen openden. Het kan frustrerend zijn voor de zoeker omdat je iets wilt en ze zeggen dat je er niets aan kunt doen om het te krijgen. We hebben hier te maken met een paradox, omdat non-dualisme niet door een individu kan worden gezien. En toch lijken sommige individuen ontwakingservaringen te hebben die rechtstreeks naar het non-dualisme verwijzen. Deze ervaringen worden meestal beschreven als vredig en zalig. Maar deze ervaringen zijn niet het zijn zelf. Een individu kan alleen de rand van het transcendentale gebeuren ervaren. Het lijkt alsof de denkende geest tot stilstand komt en iets anders dat veel groter is het overneemt. Het oneindige was er natuurlijk al, maar terwijl de wolken in de geest verdampen, komt de blauwe lucht te voorschijn. Maar het is niet de zoeker die de blauwe lucht ziet. Alles wat er is, is een blauwe lucht. De zoeker staat eenvoudigweg niet in de weg. Het is als een ijsblokje water dat wegsmelt in het omringende water van het meer, omdat er een stroom warm water voorbijkomt. t Dit interview werd eerder gepubliceerd in ‘Starpeople’, Japan.
37
Toni Packers (1927-2013) ervaringen als kind tijdens de oorlog (Joodse moeder en Duitse vader) betekenden het begin van haar zoektocht. Ze emigreerde naar de VS en woonde de rest van haar leven in westers New York. Aanvankelijk studeerde ze, en gaf les in, traditioneel Japans zenboeddhisme, maar ze stopte spoedig met zichzelf boeddhist te noemen en wees daarna elk label van autoriteit of leraar af. Ze richtte Springwater Center voor Meditatief Onderzoek op en leidde vele jaren retraites in Europa en Amerika. Ze schreef vijf boeken en was de lerares van o.a. Joan Tollifson. Info: www.springwatercenter.org
Kunnen we onze oude ideeën over streven laten vallen en met frisse blik kijken of er iets is dat we vandaag, op dit moment, willen bereiken? Luisteren van moment tot moment, zonder het van te voren te weten? Kan dit innerlijk streven om iets te bereiken zich bewust worden van zichzelf?
E
en paar dagen geleden las ik een artikel waarin de auteur volhield dat mensen, een paar uitgezonderd, zoekers zijn en dat zoeken de voornaamste beweging in de mens is. Wat zoeken we dan? Proberen we ons veilig te voelen? Zoeken we geluk, gezelschap, aanwezig zijn (zoals ‘hier zijn’ of ‘nu zijn’), vrede, harmonie, een lang leven? Noem het maar op. Is dat niet voornamelijk een product van de denkende geest, samengesteld uit herinneringen en het verlangen bepaalde ervaringen opnieuw te ervaren? Zoeken we het summum bonum, het allermooiste wat ons kan overkomen? Misschien hebben we dat nog niet ervaren maar geeft onze fantasie ons voorbeelden hoe dat eruit kan zien en hoe onvermoeibaar streven dat mogelijk zou kunnen maken.
Met het woord streven komt het beroemde drama Faust van Goethe in me op - een drama in twee delen dat in groot detail vertelt over het leven van Faust, een rusteloze, altijd ontevreden zoeker uit de middeleeuwen. In het eerste deel sluit Faust een pact met de duivel Mephistopheles. Als Mephisto Faust één enkel moment van totale gelukzaligheid kan bezorgen waarvan Faust zou smeken “Blijf bij me! Gij zijt zo prachtig!”, dan mag hij Faust in de ketenen slaan en zijn onsterfelijke ziel meenemen. En precies dat gebeurt aan het eind van het
tweede deel. Nadat ontelbare levenservaringen de inmiddels oude Faust hopeloos ontevreden hebben achtergelaten, bevindt hij zich aan de rand van een onmetelijke oceaan in een laaggelegen land (misschien wel Nederland). Hier krijgt hij een visioen van een industrieel, hard werkend volk dat zich een welvarend bestaan verschaft door de rusteloze zee te transformeren in vruchtbaar land, door de rand van de zee te vullen met grond en te omringen met dijken en op die manier steeds meer productieve leefruimte te creëren. Het zal een land met vrije mensen zijn die, alhoewel omringd door constant gevaar, elke dag dapper vechten voor hun vrijheid, fantaseert Faust. In extase roept hij uit: “Dit visioen van immer nieuwe leefruimte gecreëerd door de mens, verklaar ik tot de opperste gelukzaligheid van mijn leven!” Alhoewel het visioen nog niet werkelijk heeft plaatsgevonden vervult het Faust helemaal en geeft hij levendig expressie aan zijn fantasie. Als Mephisto hem de opperste gelukzaligheid van zijn leven hoort verklaren - “Blijf bij me, oh ogenblik, in je onovertrefbare schoonheid!” - verschijnt hij en grist zijn ziel weg. Maar hij heeft niet op de engelen gerekend die uit de hemel neerdalen om Fausts onsterfelijke ziel terug te claimen en tot Mephisto’s ongenoegen verklaren dat wie zo vurig streeft het waardig is verlost te worden. En met die woorden dragen ze Fausts w onsterfelijke ziel alsnog de hemel in.
38
InZicht 3.2018
FAUST
Streven
Toni Packer
39
STREVEN EN BEREIKEN
Hoe is dit voor mensen die na jaren van lezingen, boeken en dialogen zich hun rusteloosheid bewust worden? Kun je die onophoudelijke beweging van het streven naar dan dit en dan dat zomaar stoppen? Niet dat je een beloning beloofd wordt voor deze bewustwording. Of het werkelijk de onbeweeglijke stilte van nirvana onthult, moet je voor jezelf ontdekken. Kan zich op dit moment een helder luisteren naar de fysieke en mentale bewegingen van streven ontvouwen? Dit is de staat van verlichting waar zenstudenten over gelezen hebben en waar ze misschien glimpen van opgevangen hebben - om het dan vervolgens opnieuw te willen ervaren en voor altijd bereiken. De zenteksten zeggen echter niet alleen: “Wordt verlicht”, maar waarschuwen ook: “Waar je achteraan rent en naar uitreikt is het niet!” Maar dit moeten we voor onszelf ontdekken. En dus, vergt het een inspanning om van binnen te luisteren naar die bewegingen van streven? Eerst moeten we helder krijgen of we ons inderdaad bezighouden met naar iets streven. Ik denk niet dat er iemand bestaat die nergens naar streeft - rust en vrede, harmonie, geen conflicten, verlichting. We streven allemaal om iets te bereiken, alhoewel een boeddhistische soetra zegt: “Bereiken is ook leegte.” Het is een prachtige soetra, waarin het ene na het andere systematisch ontkracht wordt. Uiteindelijk blijft er niets over, want ‘bereiken is ook leegte’. Er valt niets te krijgen - helemaal niets - want alles is niet substantieel. Iets bereiken is onbereikbaar. Dus waar zoekt deze lichaam-geest dan steeds naar?
dat ik klaar was met zoeken en nu vraagt ze me: ‘Kijk heel aandachtig of je ergens nog iets van een streven kan ontdekken?’ Is er iets wat ik zoek?” Kunnen we onze oude ideeën over streven laten vallen en met frisse blik kijken of er iets is dat we vandaag, op dit moment, willen bereiken? Luisteren van moment tot moment, zonder het van te voren te weten? Als je het van te voren al weet, ben je net als Faust die zich voorstelt land uit zee te winnen. Dan leef je al in je fantasie, en we proberen juist of we kunnen leven in dit concrete moment. Kan dit innerlijk streven om iets te bereiken zich bewust worden van zichzelf? Eigenlijk kent bewustzijn geen binnen en buiten - de dingen verschijnen eenvoudig. Wat gebeurt er nu? Ik zeg niet dat het streven is. Misschien heb je er genoeg van om naar mij te luisteren; misschien wil je dat deze lezing voorbij is en je kunt gaan eten? Waar is deze lichaam-geest nu mee bezig? Dit aandachtig observeren, vertraagt het niet alles? Je van die hele mallemolen bewust worden leidt vaak tot vertragen. Dat lijkt een paradox. Hoe langzamer de gedachten, hoe helderder het zicht. In hectiek kijk je niet zo helder. Maar zodra alles langzamer gaat, zien we meer gedetailleerd wat er gebeurt. Niet wat we graag willen zien - ons verlangen de dingen vorm te geven is krachtig, en iets koortsachtig willen kan luchtspiegelingen veroorzaken - maar wat hier feitelijk is. De urgentie om helder te moeten kijken maakt de kans groot dat we dat ook echt doen. LUISTEREN
Kunnen we kijken van binnen of we dit doen? Misschien zeg je: “Ik streef niet. Ik kom hier al jaren en heb geleerd om niet te streven.” Dat antwoord komt te vlug. Het vraagt om een zorgvuldig en eerlijk kijken. Als dit innerlijk luisteren, deze innerlijke aandacht, er werkelijk is, zullen we vele subtiele bewegingen naar iets toe of van iets af ontdekken. Laat het luisteren op zichzelf staan - niet naar iets luisteren, naar iets kijken of op iets letten. Alleen maar luisteren, zonder oordeel, zelfs zonder een luisteraar. Alleen maar de beweging van dit moment zich bewust laten worden van zichzelf. Vraag je af: “Wat is het dat deze lichaam/geest zoekt? Ik dacht
Hoe langzaam kan deze lichaam-geest bewegen? Misschien zo langzaam dat alles verstilt en tot rust komt. Kunnen we een moment rusten - een moment gewaar zijn, luisteren, naar binnen kijken? Niet om te proberen om iets te zien - dat heeft al onrust in zich. Kijk alleen maar wat er is, wat er nu gebeurt. Dat kun je van te voren niet weten. Laat je verrassen. Wil je verrast worden? Daar glipt het woord ‘willen’ weer naar binnen. Laat het weer wegglippen. We hoeven ons niets voor te stellen, want wat is zal zichzelf volledig presenteren. Mag alles dit moment samenkomen zonder dat er een ‘ik’ buiten staat? Kan ‘ik’ er wel buiten staan? ‘Ik’ die doet, ‘ik’ die toekijkt, ‘ik’ die streeft? Of is er alleen
40
InZicht 3.2018
WAT ZOEK IK?
© PAUL KLEE, INGESTORTE OLYMPUS 1926
Iets bereiken is onbereikbaar
dat wat gebeurt - zien, gewaarzijn, dat wat bewust is, zonder verdeeldheid? Zeg je misschien: “Ik weet niet wat dat betekent: zonder verdeeldheid?” Je hoeft het niet te weten. Het valt niet te weten. Het moment dat je het weet, is er iemand die weet en wat er geweten wordt en dan is het weer in tweeën gedeeld. Gedachten komen op, zijn gewaar van zichzelf - is er iemand die de gedachten heeft? Of verschijnen en verdwijnen de gedachten en komen er dan weer nieuwe op? Het is alleen maar een andere gedachte dat er iemand is die denkt, nietwaar? Observeer het. Mocht je zeggen: “Ik kan het niet, ik weet niet hoe ik dat moet doen”, dan hoef je niets te doen. Er is geen ‘ik’ die
iets hoeft te doen, of een resultaat moet boeken. Er is alleen deze gedachte in dit moment. Je hoeft niets te weten - luister alleen maar, observeer, geef het je aandacht. Er is niemand die ons dat ooit geleerd heeft en er is niemand die dat hoeft te doen. Het komt natuurlijkerwijze als de geest open is en zich stil afvraagt: wat is dit? De ruisende wind, het kloppen van je hart, de adem, een stem die wat zegt, dan opnieuw stilte. t Vertaling Karin Visser De hele talk van Toni is te beluisteren op https://www.youtube.com/channel/UCj858IadPMS_JfC3DKn4-AA/videos
41
Niemand
42
InZicht 3.2018
is gelukkig
© 2018 PETER VAN MIERLO
Jan van den Oever
43
De meeste mensen zijn erg druk met het bereiken van een constante gelukzalige staat. Het is maar een enkeling die dat niet heeft.
J
an, wie zoekt geluk? Ik heb geen idee! We zouden eerst moeten definiĂŤren wat geluk is. Dan zou blijken dat iedereen er toch een andere opvatting over heeft. En trouwens, het is geen zoeken, maar verlangen. Verlangen naar een constante gelukzalige staat.
En, lukt dat? Het bereiken van een constante gelukzalige staat? Ja hoor, maar je moet het wel blijven geloven. Zaken als geld, macht, luxe, status, succes, maar ook ideologie, religie en spiritualiteit lijken het te bewerkstelligen. (Met een grijns op mijn gezicht) Dat klink heel hoopgevend! Mooi als dit te doen is! Als je dat allemaal hebt, houdt het verlangen dan ook op? Nee, dat niet! Al deze zaken zijn aan tijd gebonden, dus ze leiden hooguit tot een tijdelijk geluksgevoel. En als dat gevoel uitdooft, gaan we weer op naar het volgende doel. Is daar in jouw ogen iets mis mee? Soms wel en soms niet. Wanneer het over de rug van medemens, dier of natuur gaat, kun je daar je bedenkingen bij hebben. Wat het bij jezelf doet kan voor iedereen anders zijn. De meeste mensen zijn er erg druk mee. Het is maar een enkeling die dat niet heeft.
Hoe wordt dit dan ervaren? Schouwend, in rust... Maar dat is zeldzaam. Over het algemeen wordt het eigenlijk als onrustig en toch wel als ongelukkig ervaren. En dan? Wanneer het ongelukkig aanvoelt, ben je de klos! Je loopt dan de kans dat je in het alternatieve of spirituele circuit toch weer een gelukszoeker wordt. Dan ben je dus eigenlijk weer terug bij af? Ja, je streeft dan de vervulling van het tijdelijke geluksgevoel na. Alleen heeft het nu opeens een bijzondere naam zoals Groei, het Zelf, Verlichting, Zelfrealisatie, Non-dualiteit. Dat klinkt allemaal wel heel speciaal natuurlijk. Hoe zit dat dan voor de enkeling die schouwend of ongelukkig is en geen soelaas vindt in dat spirituele aanbod? Die is ook de pineut! Nou, daar ben je dan mooi klaar mee!? Dat kun je wel zeggen. Toch zijn er dan altijd enkele hardnekkige typetjes bij die een intuĂŻtief besef hebben dat het met hun eigen onwetendheid te maken moet hebben. Onwetendheid die zich niet verheldert of oplost door tijdelijke gelukzaligheid van welke aard dan ook.
Wat is er dan met die enkeling aan de hand? Tja, die doet niet mee. Of hij doet wel mee, maar denkt dat er iets mis is met hemzelf of hij denkt dat de rest in de war is.
Wat staat die enkeling dan te doen? Die heeft vaak aan een half woord of aanwijzing genoeg om in een toegewijde staat te raken. Een staat die zich niet als hoger of beter of spiritueler van de medemens onderscheidt. Toch zit er in die enkeling iets wat niet te zien is, maar wel aanwezig is.
44
InZicht 3.2018
Jan van den Oever (Katwijk aan Zee, 1949) woont in Leiden en is gehuwd en vader van twee zonen. Als kind van de zee, het strand en de duinen werd hij in zijn jeugd gegrepen door de mystieke ervaring. Volwassen geworden bleef hij verlangen naar die momenten van eenheid. Na jaren van zoeken en meditatie werd in de eenvoud van het bestaan zijn wezen gerealiseerd. Onafgebroken heeft hij in de afgelopen 21 jaar hierover gesproken. Informatie www.janvandenoever.com
Wat is dat dan? Een brandend vuur, een rebelsheid! Is dat een voorwaarde? Wat mij betreft wel, er is geen zien zonder toewijding en rebellie! (Jan lacht) Waar bestaat die toewijding dan uit? Uit toewijding en waakzaamheid voor het gegeven dat alles vanuit de getuige of getuigenis of kennendheid gezien wordt. Die toegewijde waakzaamheid staat niet in dienst van een geluksverlangen of spiritueel doel. Het is een intense vanzelfsprekendheid.
Geen zien zonder toewijding en rebellie!
© YVO SCHARIS 2018
Toch vraag ik me dan af waar dit toe leidt? Naar verstilling, naar een meditatieve staat in het dagelijks leven, waar de realisatie of mystieke ervaring niet gezocht wordt noch verlangd. Er is geen verlangen dat in dienst staat van een te vervullen innerlijk. Een niet bestaand innerlijk! Het zogenaamde innerlijk is niets anders dan het totaal beschikbaar bewustzijn. Het is een verstilde staat van diepe herkenning, waaruit geen ontsnappen meer mogelijk is. Of, zoals mijn reeds overleden vriend de Vlaamse mysticus Erik van Ruysbeek zei: “Slechts als men weet dat men niet is, weet men dat men is. Slechts als men weet dat men is, weet men dat men niet is. Slechts als men weet dat men niets is, weet men dat men alles is. Slechts als men weet dat men alles is, weet men dat men niets is.” Dan is alles wat zich aandient als realisatie of mystieke ervaring alleen nog uit genade. t
Interview door Ronald Hartsuiker
45
46
InZicht 3.2018
© PAUL KLEE, FÖHN IN DE TUIN VAN MARC 1915
Jezus van Nazareth, bevrijder van illusies Lenie van Schie
Aan ons voorgesteld als de ‘Zoon van God’, gestorven voor de zonden van de mensen, werd Jezus’ ‘Ik ben de Weg’ een doodlopend pad. Inmiddels hebben de Nag Hammadigeschriften en de Dode Zeerollen ons nieuwe informatie verschaft. Ze maken een tweede missie van Jezus op Aarde mogelijk.
A
ls jong kind was Jezus mijn grote vriend. Tot de katholieke kerk en haar leer tussenbeide kwamen en ik me van hem afkeerde. Maar Jezus was mij niet vergeten. Jaren later, in een periode van diepe crisis, verscheen plotseling zijn bebloede gezicht, gekroond met doornen, op de muur en hij sprak: “Doodgaan is niet erg, Lenie, het gaat om de liefde.” Het werd het begin van een lange reis.
WEERSPIEGELING
In de jaren die volgen ontmoet ik Jezus op tal van momenten. Ik klaag hem aan en verwijt hem zijn afwezigheid in de tijden dat ik het moeilijk had. Ik zie hem in zijn eigen lijden en ervaar zijn machteloosheid en verdriet, zijn wanhoop en woede. Zijn menselijkheid. Ik zie zijn vermogen om dat alles te verdragen zonder dat zijn eigenwaarde daaronder lijdt. Soms vallen zijn gevoelens samen met de mijne en in zijn zoektocht zie ik de mijne weerspiegeld. w
47
De vele gezichten van een uitzonderlijk leraar In talloze momenten van ontmoeten is hij precies dat: een spiegel waarin ik mezelf zie. In zijn lijden kan ik het mijne toelaten en soms troosten we elkaar. Hij wordt voor mij een voorbeeld, een leraar en uiteindelijk een dierbare en intieme vriend. Er zijn veel verschillende visies over Jezus’ leven verschenen en historische zekerheid krijgen we, aldus Adyashanti, nooit, maar daar gaat het ook niet om. Jezus is in zijn ogen een metafoor voor de eeuwigheid in ons.1 Voor mij is het vooral de vorm die de eeuwigheid hier aanneemt, die tot mij spreekt. Jezus is voor mij vooral mens, een mens die zich ontwikkelt tot een unieke persoonlijkheid, een leraar die kan spreken tot velen. Hij is als een spiegel, afgestemd op dat wat in de ander nodig is. De vele verhalen over hem laten ons de vele gezichten van deze uitzonderlijke leraar zien.
die zijn domicilie heeft aan de ruige oevers van de Jordaan. Hier wordt Jezus blootgesteld aan de dagelijkse onderdompelingen in koude wateren, opdat hij gezuiverd wordt. Hij leert over adem als Gods geest en reciteert aloude teksten. Het zijn praktijken die doen denken aan lichaamswerk, aan het zingen van mantra’s en aan meditatie. Ze ontdoen geest en lichaam van rigide patronen en maken ons ontvankelijk voor het ‘AL’. Johannes wijdt Jezus ook in in de mystiek van Gods troon. Deze troon blijkt een voertuig te zijn: God reist door de ruimte, is in alles aanwezig, ook in ons. Jezus beseft dat mensen puur zijn van zichzelf, dat ze niet gezuiverd hoeven worden. Hij kan zich niet langer verenigen met de opvattingen van Johannes de Doper. Hij breekt met de Joodse wetten van zuivering en verlaat zijn leraar. De breuk wordt het begin van zijn eigen missie.3
JEZUS ALS MENS
IK BEN DE WEG
Ik voel mij erg thuis bij het verhaal dat Bruce Chilton over Jezus schreef. Hij laat Jezus zien als een mens zoals jij en ik en zijn verhaal sluit nauw aan bij mijn persoonlijke ervaringen.2 In zijn verhaal is Jezus, geboren uit een buitenechtelijke verbintenis, een outcast in de gemeenschap waarin hij opgroeit. Het is een eenzaam, wat teruggetrokken en gepassioneerd kind, dat op zoek is naar de waarheid. Zijn liefde en verlangen richten zich op de Vadergod, met wie hij een persoonlijke band krijgt. Als Jezus op twaalfjarige leeftijd de tempel in Jeruzalem bezoekt, is hij voor het eerst in een omgeving waar men hem niet kent. Zijn afstamming doet er hier niet toe en hij voelt zich vrijer dan ooit. Hij verlaat zijn familie en gaat, zoals veel mensen in onze tijd, op zoek naar een leraar. Deze vindt hij in de persoon van Johannes de Doper,
Het zijn zijn persoonlijke ervaringen, de inzichten die hij gaandeweg krijgt, die hij met ons deelt. Hij laat ons zien dat ‘God’, het ‘AL’, in ons woont, sterker nog, dat we dat zijn. Dat we, om dat te ervaren, de priesters niet nodig hebben. Jezus ziet de hand van de Vader in alles om hem heen, alles komt voort uit zijn liefde en leven is overvloed. Zijn missie wordt gedragen door het verlangen om zijn boodschap over te brengen. Hij is rustig en ontspannen als zijn predikingen worden gehoord en vol verontwaardiging als hij de hebzucht van de mensen ziet. Het is heilige woede die hem de geldwisselaars uit de tempel doet gooien en in zijn verhaal over de zaaier leren we zijn teleurstelling over het feit dat zoveel van zijn woorden niet wordt gehoord. Maar telkens accepteert hij de realiteit, accepteert hij dat de mensen hem niet begrijpen, zoekt hij naar
48
InZicht 3.2018
nieuwe wegen om hen te bereiken. We zien hem van een gepassioneerd, verontwaardigd mens groeien naar iemand met steeds meer overgave aan het grote ‘AL’. In de Bergrede lezen we de ervaringen van zijn groeiproces. Rijping, aldus Jezus, ontstaat als we in de Adem kunnen leven. Adem maakt ons open en ontvankelijk. We raken hierdoor in verwarring, weten niet meer wie we zijn. Maar als we dat kunnen toelaten, ontmoeten we het ‘AL’. In het ‘AL’ gaan
we onszelf kennen. In luttele zinnen beschrijft Jezus hier de transformatie van het ego naar de essentiële persoonlijkheid.4 OVERGAVE
Dat het laten gaan niet altijd gemakkelijk is, maakt Jezus nog meer tot mens. Als we hem ontmoeten vlak voor zijn dood, horen we zijn wanhoop in de woorden in de hof van Getsemane: “Heer, laat deze kelk w
49
Lenie van Schie (1946) heeft sociale wetenschappen gestudeerd, waarna ze tien jaar les heeft gegeven in onder meer communicatietraining en agologie. Ze is opgeleid tot lichaamsgericht therapeut in diverse tradities en geregistreerd gz-psycholoog. Sinds1990 heeft ze een eigen praktijk. Lenie is sinds 1989 student in de Diamantbenadering van A.H. Almaas, waarin ze ook de teachersopleiding heeft gedaan. Ze is auteur van Leven in Beweging en Het andere leven van Jezus van Nazareth.
aan mij voorbijgaan…” En aan het kruis klinkt: “Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” Telkens opnieuw zien we de spanning tussen een te groot lijden en de noodzakelijke overgave. Hij laat ons delen in zijn pijn, in zijn reactiviteit en gehechtheid die ons als mensen zo bekend is en die ons ervan weerhoudt om te zijn. Maar hij laat gaan. “Vader, in uw handen beveel ik mijn geest.” In zijn leven en in de dood laat Jezus zien dat hechten en onthechten beide menselijk zijn.
Hiermee verandert ook onze ervaring van de wereld om ons heen. Vanuit het ego zien we de wereld door concepten, door beelden die we van de wereld maken. We reïficeren de werkelijkheid. We omringen ons op deze manier met dingen en zien niet meer wat ze zijn, namelijk manifestaties van ‘God’, van het Al. Bevrijd van de identificatie met het ego is de werkelijkheid niet langer een illusie en zo bevrijdt Jezus niet alleen de mensen maar ook de wereld.6 Jezus van Nazareth brengt een nieuw bewustzijn op Aarde.
HET HEILIG HUWELIJK
EEN NIEUWE WIND
Jezus laat zien dat er geen scheiding is, dat scheiding niet bestaat, dat alles werkelijk en ten diepste één is. Deze eenheid kan alleen ontstaan als alle tegenstellingen wegvallen, ook die tussen donker en licht. Dit is het ‘heilig huwelijk’ dat plaatsvindt in de ‘bruidskamer’. Philippus plaatst deze in het hart. Hier in het hart kunnen we die diepe eenheid ervaren waar elke scheiding oplost. Het is dit innerlijk besef van Eenheid dat ons Al-Een maakt. En in dit ‘Al-Een’ zijn kunnen we de ander ontmoeten zonder de eigen autonomie op te geven. Er is een vrouw in Jezus’ leven die deze Al-Eenheid ook heeft bereikt. Maria Magdalena begrijpt Jezus’ woorden als geen ander. Jezus de Nazarener en Maria de Magdalener sluiten met elkaar het Heilig Huwelijk. Het Hooglied is hun op het lijf geschreven.5
Is het toeval dat zijn naam in zoveel spontane uitspraken verschijnt? Toeval dat er zoveel nieuwe boeken over hem verschijnen? Rudolf Steiner voorspelde dat het Christusbewustzijn tweeduizend jaar na dato zou indalen. Die tijd is nu. Er waait een nieuwe wind over de aarde. Ze brengt ons het besef dat we werkelijke autonomie pas kunnen ervaren als we de verbinding aan durven gaan, als we ons volledig durven verbinden met al wat is. In die verbinding ligt de bevrijding en dat kan alleen in de liefde. “Jezus, zou dit waar kunnen zijn?” t
In en door zijn leven heeft Jezus ons laten zien dat we, levend op aarde, in verbinding met alles om ons heen, vrij kunnen zijn. We hoeven onze emoties niet te zien als ongewenst, ons ego niet te ervaren als een belemmering. We kunnen ze doorleven, eraan groeien en er zo vrij van worden.
Bronnen 1. Adyashanti: “Resurrecting Jesus’, Embodying the Spirit of a Revolutionary mystic, p. xiii 2. Lenie van Schie: Het andere leven van Jezus van Nazareth, een pad van spirituele groei, Havelte, 2017, p. 22 e.v. Bruce Chilton is een priester uit de Anglicaanse kerk, die zich, na dertig jaar studie, heeft gewaagd aan een intieme biografie over Jezus van Nazareth: Rabbi Jesus. 3. Idem p. 30 e.v. 4. Idem p. 52 e.v. De zinnen uit de Bergrede die hier zijn weergegeven komen uit de Aramese teksten. 5. Idem p. 93 e.v. Zie o.m. werk van Bruce Chilton en Cynthia Bourgeault, een van de eerste vrouwelijke priesters in de episcopale kerk in de USA. 6. Almaas, A.H.: Diamond Heart, book Five: Inexhaustible mystery, hoofdstuk 10, p. 289 e.v.
50
InZicht 3.2018
BEVRIJDER VAN ILLUSIES
G AST- C OLUMN - HANS LAURENTIUS
Geluk of volwassen zijn…?
G
rappig eigenlijk dat gemeend wordt dat leven zou gaan om gelukkig proberen te worden. The pursuit of happiness is gegarandeerd in de Amerikaanse grondwet. Niet geluk zelf, maar het najagen ervan. Lachen. Ook in het spirituele domein lijkt het daar vaak om te gaan, althans, in elk geval het proberen weg te komen bij ongelukkig makende situaties, gevoelens, neigingen. Op zichzelf is dat best begrijpelijk. Wie wil zich nou ongelukkig voelen? Punt is dat ellende erbij hoort. Leven is tamelijk weerbarstig en ieder mensje zal een flinke portie ellende dienen te verstouwen. We worden ziek, gaan dood, verraden onszelf en elkaar, zijn bijna principieel ontrouw, onhandig, vol overtuigingen en verwachtingen. Bijvoorbeeld dat leven veilig, prettig, vrolijk, gezellig moet zijn. Dat we recht hebben op geluk dus. Weird. In mijn optiek heb ik nergens recht op en gaat het er als organisme (dier) om om zo volwassen en helder mogelijk met situaties om te gaan zoals tegenslagen, ziekte, dood, ellende. Want niemand zal alleen de wind mee hebben, en we gaan dood, en iedereen van wie we houden ook. Wie streeft naar veiligheid en geluk, zal hopelijk ontdekken dat de basis ervan angst is. En dat altijd het zaad van ellende in alles aanwezig is, zoals ook het zaad van vreugde overal in zit. Yin en yang weet je wel. Het zal nooit enkel yin of yang worden, alles is tijdelijk en in constante verandering. Een volwassen mens weet dit diepgaand en handelt dienovereenkomstig. Een kind-mens gaat klagen, dramatiseren, verongelijkt doen, rancune kweken of wordt gewelddadig. Volwassenheid begint waar het dramatiseren eindigt. Stephen Fry riep eens dat infantilisme hoogtij viert in onze ‘samenleving’. Ik noemde al eens veel van onze overtuiginkjes Walt Disney-denken. Vol verwachting klopt het kind-mensenhart. We willen ons diepste ik (?) tot expressie brengen - en voelen ons door de maatschappij, het systeem, de anderen, papa en mama, belemmerd. We verwachten overal complimentjes voor, dat van alles voor ons geregeld wordt, dat het leven eerlijk moet zijn. We zijn wijsgemaakt bijzonder getalenteerd te zijn, terwijl de meesten van ons nu
eenmaal middelmatig zijn en velen niet eens dat. We denken dat relaties zaligmakend zijn, dat iedereen in essentie goed is, dat er geen ellende en ziekte zouden moeten zijn. Kortom, we verzetten ons danig tegen hoe het is, en zitten vol irreële verwachtingen die prima zijn op het schoolplein als je tien of twaalf bent. Gelukkig zijn er ook die dit stadium ontgroeien en beseffen dat je beter kunt leren sterk en helder te worden dan er allerlei irrationele verwachtingen op na houden. Beter te leren dealen met wat er voor je neus ligt, dan dromen over als… en dan….of bitter te worden. Volwassenheid betekent niet dat alles je koud laat, maar dat je geraakt kan worden zonder te vervallen tot zelfmedelijden of het waanidee dat wat gebeurt er niet zou mogen zijn. Een volwassene dealt met wat er is, en is niet de halve tijd bezig met wat zou moeten zijn. Wat-is is het uitgangspunt, en dan kijken we van daaruit wat effectief, handig, haalbaar is. We kijken wat de situatie van ons vraagt en zijn niet enkel bezig met wat wij zouden willen. Bij een volwassene is de eigen wens een onderdeel van de hele beweging. Bij een kind-mens is de wens een eis en staat deze vaak lijnrecht tegenover wat (mogelijk) is. Bij een kind-mens staat het wankele ‘ikje’ centraal. Bij een volwassene niet. Een volwassene is niet wankel en veeleisend, eerder duidelijk en aanwezig. Een volwassene is ‘heel’, een mens uit één stuk noemde ik het in 1999. Zo een is niet zo snel van slag als dingen tegenzitten of anders gaan dan verwacht, en prima in staat gedachten en gevoelens te aanschouwen, zonder steeds in weerstand en gezeur te vervallen. Een volwassene kan dus Kijken, Voelen en Luisteren. Ik zeg: streef naar volwassenheid en niet naar geluk, als je al meent te moeten streven. Geluk is een gevoel dat komt en gaat, zoals alles. Geniet ervan als het zich aandient, maar maak er geen doel van. Het wordt zwaar overschat en is tijdelijk. Volwassenheid echter, daar heb je je hele leven wat aan. Enne, de anderen om je heen ook! Een echt volwassen wezen in je buurt is een zegen, al zullen niet alle kindmensjes ze leuk vinden.
51
A DVAITA IN DE LITERATUUR
Uit: Verzamelde Gedichten Rutger Kopland MOOIE GESPREKKEN
II De mens in de mens
I Over de ziel
Ten slotte kwam het gesprek op het mooiste voorbeeld van vereniging van materie en geest geest en materie: de mens inderdaad we hadden gedronken natuurlijk
Dat de ziel het lichaam verlaat bij het sterven daarover bestaat geen twijfel - waarom immers zou de ziel willen blijven maar waar hij heen gaat is onzeker iemand van ons meende dat hij nergens heen gaat want hoe zou hij zonder lichaam kunnen bestaan iemand dacht dat hij naar een ander lichaam zou kunnen verhuizen, hij moet toch ergens heen iemand veronderstelde dat hij teruggaat naar waar hij vandaan kwam voordat hij een lichaam nodig had en natuurlijk was er ook iemand in het gezelschap die zei dat er volgens hem meer aan de hand was dat er zijns inziens nog iets was blijven liggen dat achter iedere vraag een andere vraag schuilt en ik - ik begon hevig te verlangen naar de troost van een sigaret
iemand bekende dat hij in de mens toch eigenlijk altijd ergens de mens probeerde te vinden, daar ging het hem om of we hem konden volgen het was al laat maar we probeerden niet al te hard te lachen - hij leek het te menen iemand vroeg zich toen af of de mens kleiner zou kunnen zijn dan zichzelf en zo ja waar de mens dan moest worden gezocht iemand overwoog de mogelijkheid dat de mens even groot zou kunnen zijn als hij of zij zelf en dat zoeken dus overbodig zou zijn iemand meende dat wat je zelf niet bent - alles om je heen dus - in je hoofd zit en dat je dat ook bent: de mens is daardoor groter dan zichzelf en dus onvindbaar en zo waren er nog meer dingen maar die waren niet onbegrijpelijk genoeg om hier te noemen misschien is de mens alleen maar een woord en zelfs dat niet
52
InZicht 3.2018
ENKELE ANDERE OVERWEGINGEN
DE CHEMIE VAN DE ZIEL
Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom wat wij vinden niet is wat wij zoeken?
De oudste geleerden al dachten dat wij worden bewoond door de ziel
laten we de tijd laten gaan waarheen hij wil, en zie dan hoe weiden hun vee vinden, wouden hun wild, luchten hun vogels, uitzichten onze ogen en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt. Zo andersom is alles, misschien. Ik zal dit uitleggen. DE LAATSTE BEVINDINGEN
Er waren zoals we dachten te weten twee werelden de echte en die andere dit onderscheid is onlangs bij nader onderzoek een overbodige illusie gebleken: deskundigen hebben in menselijke hersenen gezocht en geen verschillen gehoord of gezien
ergens moest ons lichaam zijn wat het was maar dat tegelijkertijd ook niet zijn iets onvoorstelbaar anders harde wetenschap heeft nu laten zien dat dit inderdaad zo is met de mooiste machines is er gekeken waar en wanneer onze moleculen veranderen in zoiets vluchtigs als bijvoorbeeld een gelukkige herinnering en waar en wanneer die herinnering weer in de moleculen verdwijnt op dezelfde plek op hetzelfde moment en jawel: de beeldschermen bleven leeg en de printers zwegen - duidelijker bewijs is er niet.
integendeel, wat zij vonden was met geen pen te beschrijven, zo ongelooflijk eenvoudig zo mooi zij noteerden: ‘De nacht viel in de ramen van ons instituut, maanlicht streek over de jonge borsten van onze vrouwelijke proefpersoon en ja, de door haar hersencellen aangedreven apparaten zuchtten en in onze microscopen zagen we in haar moleculen melkwegen van verlangen. Wij zoeken nog koortsachtig naar formules.’ Aldus enkele opgetogen, onbedoeld lyrische citaten uit hun verslag.
Uit: Verzamelde Gedichten, Rutger Kopland, Uitgeverij Van Oorschot, ISBN 9789028261181
53
K LASSIEKE TEKST
W
aarom zouden we moeten denken dat geluk onze natuurlijke staat is en dat ongelukkig zijn iets onnatuurlijks is? Als onze ware aard werkelijk gelukzaligheid is, waarom voelen we ons dan niet voortdurend compleet gelukkig? Hoe ontstaat het gevoel dat we ongelukkig zijn? Dit valt te begrijpen als we onze ervaring van de drie bewustzijnstoestanden - waken, dromen en diep slapen - aan een kritische analyse onderwerpen. Tijdens het waken en dromen ervaren we een mengeling van pijn en plezier, ofwel gelukkig en ongelukkig zijn. Maar wat is onze ervaring tijdens de diepe slaap als die ontbreekt? Is het niet zo dat we ons tijdens de diepe slaap volledig gelukkig voelen, bevrijd van alle ellende en narigheid? Volgt daar niet uit dat ongelukkig zijn en het afwisselend gelukkig en ongelukkig zijn, onnatuurlijk is voor ons? Omdat we kunnen bestaan in afwezigheid van ongelukkig zijn, kan ongelukkig zijn niet onze ware aard zijn. Ongelukkig zijn is slechts de ontkenning van gelukkig zijn, dat onze natuurlijke staat van zijn is. Als de staat van ongelukkig zijn niet onze ware aard kan zijn, omdat we kunnen bestaan in afwezigheid van die staat, geldt dan niet hetzelfde voor gelukkig zijn? Als we ongelukkig zijn, bestaan we dan niet in afwezigheid van gelukkig zijn? Nee gelukkig zijn is iets dat nooit helemaal afwezig is. Ongelukkig zijn is iets relatiefs, iets dat alleen bestaat in relatie tot gelukkig zijn. Zonder het onderliggende bestaan van gelukkig zijn, kan er niet zoiets bestaan als ongelukkig zijn. We voelen ons alleen ongelukkig omdat we verlangen naar geluk. Als geluk in absolute zin niet-bestaand zou zijn, zouden we er geen enkel verlangen naar hebben en ons bijgevolg niet ongelukkig voelen. Zelfs in een staat van de meest intense gevoelens van ongelukkig zijn, bestaat geluk als iets waar we naar verlangen. Daarom bestaat er niet zoiets als absoluut ongelukkig zijn.
Geluk is nooit afwezig
Š 2018 GEERT VERBEKE
Uit: Happiness and the art of Being, Sri Ramana Maharshi, samengesteld door Michel James. Vertaling: Justus Kramer Schippers
54
InZicht 3.2018
C OLUMN - HAN VAN DEN BOOGAARD
Warm bad
O
nze opvatting van het begrip ‘geluk’ fluctueert nogal als je naar de lange termijn kijkt. Ooit werd geluk bij uitstek beschouwd als een niet-materieel, onmeetbaar en ongrijpbaar aspect van het leven. Inmiddels is het perspectief 180 graden omgedraaid. Alles wat van materiële aard is (d.w.z. wat meetbaar is) is echt, alle andere aspecten van het leven niet. Geluk moet uitgedrukt kunnen worden in een getal, anders is het alleen maar een idee, een concept. Ons geluk wordt daarom afgemeten aan ons inkomen en de daarmee gepaard gaande welvaart. Voor een gevoel of een concept dat je ‘geluk’ zou kunnen noemen koop je tenslotte niks. Nee, alleen met geld, of desnoods bitcoins, koop je iets. Een mooi huis, fijne spullen, lekker eten, een veilige omgeving. Meer willen we niet en hoeven we niet, zeggen de deskundigen. En die kunnen het weten, anders waren ze geen deskundige geweest. Veel mensen nemen als gehoorzame kinderen klakkeloos aan wat hun verteld wordt over geld en geluk en hopen dat ze uiteindelijk van beide evenveel zullen bezitten als de buurman. Maar sommige mensen krijgen door dat geld en geluk niet automatisch met elkaar verbonden zijn en gaan op zoek naar alternatieven. Gevangen als ze zijn in hun conditioneringen doen ze dat echter binnen het kader van een soort handelsovereenkomst. Ze zoeken iemand die hun kan en wil uitleggen wat geluk dan wel is, kopen een toegangsbewijs en gaan aan zijn of haar voeten zitten. En dan begint het spel van vraag en aanbod. De vraag dient zich aan in duizend gedaanten: als geld niet gelijk staat aan geluk, wat is geluk dan wel? Hoe kom ik eraan? Wat moet ik daarvoor doen? Hoe kan ik voorkomen dat ik het weer kwijtraak? Kun je me helpen, want ik voel me zo ongelukkig! Wat de spreker in de aanbieding heeft, is een reeks antwoorden die lekker aansluiten bij de vragen. Dat zorgt ervoor dat zijn of haar populariteit en inkomen groeien en dat de zoeker ogenschijnlijk op zijn wenken bediend wordt. Maar na een uur, een dag of een week blijkt die zoeker toch weer gebukt te gaan onder
dezelfde twijfels en onvrede als voorheen, en is hij of zij weer klaar voor de volgende ronde. Er zijn, gelukkig, een paar leraren die dit mechanisme geen warm hart toedragen, maar desondanks blijven spreken. Zij uiten zich op een manier die tegemoet komt aan hun eigen waarheid en niet die van de zoeker met al zijn verwachtingen en conditioneringen. Ze geven te kennen dat ze niets concreets te bieden hebben, zelfs niets abstracts, maar alleen een waarachtig innerlijk weten waar de zoeker niets mee kan en niets aan heeft. En dat dat ook de bedoeling is, want de zoeker zal het geluk dat hij of zij zoekt nooit vinden. En toch, zegt de leraar, is er niets aan de hand. Want je drijft in een warm bad van geluk zonder het zelf door te hebben. Op een dag wordt je wanhoop zo groot dat je niet meer naar me toe komt omdat je daar uiteindelijk niet gelukkig van wordt. En als het zoeken ten slotte helemaal stopt omdat je beseft dat er ook elders niets te vinden valt, word je wakker uit de droom die begon toen je lekker in het warme water lag te soezen en zonder het te merken in slaap was gevallen. Je doet je ogen open. Er is niets gebeurd. Je droomde alleen maar dat je ongelukkig was en in een warm bad zou willen liggen. Jiddu Krishnamurti vertelde dat in zijn eigen woorden keer op keer tegen de mensen die elk jaar naar hem kwamen luisteren. En elk jaar kwamen ze weer terug. “Hè, wat heerlijk was het weer,” zeiden ze dan na afloop van zo’n bijeenkomst tegen elkaar. Luisteren naar Krishnamurti, dat is net zoiets als in een warm bad liggen. En dan spraken ze met elkaar af om er volgend jaar weer met z’n allen bij te zijn. Het jaar daarop zaten ze allemaal opnieuw op hun stoeltjes in de grote witte tent in Zwitserland naar de meester te luisteren en sprak Krishnamurti zijn boodschap uit. Want dat is het spel, en zo wordt het gespeeld.
55
B OEKEN
ZEN en de kunst van het kijken Han van den Boogaard Uitgeverij Samsara ISBN 9789491411793
Dit boek bevat bespiegelingen over allerlei thema’s van het leven, zoals dood, ziekte, vriendschap, vrijheid, identificatie, verlichting. En dat vanuit een non–duaal perspectief, vaak aansluitend bij uitspraken van zenmeesters of uitgedrukt in haiku’s, gedichten uit de zentraditie. De bespiegelingen van de schrijver en de aangehaalde zen-anecdotes voeren je waarneming (kijken) voorbij de concepten, terug naar het zuivere waarnemen en laten zo de lezer zien en ervaren dat alles één is. Ze zijn als het ware voertuigen die je meenemen naar zuiver zijn, waarbij je het voertuig uiteindelijk weer achter je laat. De schrijver heeft dit boek geschreven terwijl hij geteisterd werd door allerlei ziekten en ongemak. Naast veel lijden heeft dit ook bijgedragen aan wat hij noemt het breken van de spiegel, waardoor er nog meer licht naar binnen stroomde. In zijn zoektocht naar de zin van het leven komt hij ertoe te zeggen dat het enige antwoord geen antwoord is. Het leven heeft geen zin, noch is het zinloos. Het is er gewoon. De zin van het leven is zin hebben in het leven, is liefhebben zonder iets of iemand in het bijzonder lief te hebben. De benadering van de schrijver is, zoals hij zelf aangeeft, een soort derde weg. Deze gaat noch uit van ontsnapping aan het lijden, noch van acceptatie, hoewel dat laatste er een gevolg van is. Het is de weg van niet-kiezen,
56
omdat er niets te kiezen valt, omdat het bestaan geen alternatief kent. Het is een heel mooi boek en een voorbeeld van hoe een non-duale kijk op het leven troostend kan zijn in het alledaagse leven, in allerlei situaties, meer specifiek bij lichamelijk lijden, ziekten en ongemak. Het is een werk met vele diep doorleefde ervaringen. Dit boek is geschikt voor een ieder op de non-duale weg, al is het maar omdat we allemaal te maken krijgen met lichamelijke ziekten en achteruitgang, in kleinere of grotere mate. Die klachten bieden de mogelijkheid voor een opening naar zuiver waarnemen en kunnen ons zo de kunst van het kijken leren. Paul Soons
De waarheid is nergens lid van! Jed McKenna Uitgeverij Samsara ISBN 9789491411755
Het boekje bestaat uit 13 prikkelende hoofdstukken, die de lezer aan het denken moeten zetten. Hij schrijft meeslepend, met passie, humor en nuchterheid, dusdanig dat je met jezelf geconfronteerd wordt. Zijn stukken zijn kort en krachtig, helder, overtuigend en diepgaand. Ontnuchterend, vaak met de botte bijl. Met de titel ‘De Waarheid is nergens lid van’ geeft hij aan dat waarheid nooit bij een goeroe of organisatie, kerk of spirituele beweging te halen valt. Hij ageert tegen spiritualiteit, die in feite zelfverbetering is. Hij is kritisch op wetenschap en religie, immers die zijn gebaseerd op illusies. Ook stelt hij dat het onuitge-
InZicht 3.2018
sproken doel van alle spiritualiteit en godsdienst is om iedereen in de droomstaat te houden. Verder stelt hij dat de spirituele markt een grote geruststellende plaza is. Hij probeert ons uit onze spirituele slaap te halen. Uiteindelijk is elke leer en leraar, ook een non-duale, overbodig en moet je die achter je laten. Denk aan het boeddhisme, waarin gesteld wordt dat ook dit uiteindelijk overbodig is. Dat dienen we niet te vergeten. Hij doorbreekt alle clichés op spiritueel gebied, om ons op het non-duale pad te brengen en/of te houden. De waarheid is dat verlichting niet ergens ver weg of onbereikbaar is. Ze is dichterbij dan je eigen huid en directer dan je volgende ademhaling. Jed McKenna bevindt zich in een paradox: enerzijds wil hij geen leraar zijn, anderzijds is hij er toch een, maar dan een onconventionele. Hij is soms arrogant en zelfgenoegzaam en provocerend, met het doel de spirituele zoeker (non-duaal) aan het denken te zetten en uit zijn droom te halen. Hij haalt ons uit onze comfortzone. Dit boek is voor iedereen op het pad van non-dualiteit en verlichting een aanrader om te lezen. Het geeft de obstakels op de weg aan, die geen weg is. Mc Kenna maakt mensen wakker en kritisch. Wat is ontwaken en wat is het niet? Hij haalt alle heilige huisjes onderuit, die een obstakel vormen voor verlichting. Dus voor een ieder die aan zelfonderzoek doet en verlichting nastreeft. Paul Soons
Liefde ontdekken - in het licht van Advaita Vedanta Swami Dayananda Uitgeverij Viveki ISBN 978 90 78555 32 2
In juli 1998 heeft swami Dayananda in New Jersey een serie van zeven lezingen gehouden met als thema ‘Liefde’. Swami Dayananda leefde van 1930 tot 2015 en was een vooraanstaand vedanta-leraar in de lijn van Adi Sankara. In dit boek behandelt de Swami het thema liefde, vanuit het gezichtspunt van advaita vedanta. Hij maakt een onderscheid tussen Liefde op absoluut en liefde op relatief niveau. Op relatief niveau hebben we vooral liefde voor objecten waaronder ‘ik en de ander’. De vergissing is dat we denken dat anderen ons gelukkig maken. Dat is onmogelijk. Ook een nieuwe auto of groter huis zal je niet voortdurend gelukkig laten zijn. Geluk wordt ervaren als we even bevrijd zijn van de gedachte dat we een ‘ik’ zijn. Dat ‘ik’ is een object te midden van alle andere objecten, ook al manifesteert het zich als subject. De kern van de zaak is dat we geen ik zijn maar het liefdevolle substraat van alle subjecten en objecten. Dat substraat staat buiten tijd en ruimte. Uit (onpersoonlijke) Liefde manifesteert het alle objecten. Wezenlijk is er geen onderscheid tussen het substraat en zijn manifestatie; het is een en ondeelbaar. Tegenover deze onpersoonlijke Liefde staat de persoonlijke, voorwaardelijke liefde, die kan omslaan in de tegen-
pool haat. Deze liefde gaat uit van een voortdurende hang naar erkenning door het ‘ikje’ omdat het voortdurend ontevreden is met zichzelf. Vraag is of ik echt dat ‘ikje’ ben. Als ik denk ben ik, als ik niet denk ben ik ook. Als er tijd is ben ik en als er geen tijd is (bijvoorbeeld de diepe slaap) ben ik ook. Het komt erop neer dat er een bestendig tijdloos IK is waarbinnen tijd, ruimte en het ikje zich manifesteren. Al met al een interessant boek waar voor een ieder herkenbare thema’s aan de orde komen zoals: eenzaamheid, wantrouwen, controleverlies en bezitsdrang, die het vrij zijn in de weg zitten. Aan te raden aan iedereen die worstelt met het onderwerp liefde en relaties. Justus Kramer Schippers
Bewustzijn als enige werkelijkheid Rupert Spira Uitgeverij Samsara ISBN 978 94 9141 174 8
Welk boek of boeken zou u meenemen naar een onbewoond eiland? Ik vermoed ‘I am That’ van Sri Nisargadatta Maharaj, ‘Wie ben ik?’ van Sri Ramana Maharshi en wellicht ook een boek van Ramesh Balsekar als non-dualiteit uw interesse heeft. Daarnaast zou ik heel zeker ook opteren voor ‘Bewustzijn als enige werkelijkheid’ van Rupert Spira. Slechts zelden verschijnt een boek waarin de lezer bladzij na bladzij en hoofdstuk na hoofdstuk zo onontkoombaar gevoerd wordt naar het inzicht dat alleen Bewustzijn is. Geen twee maar
57
non-dualiteit of advaita is de enige werkelijkheid. Een citaat: ‘Het gekende of dat wat ervaren wordt, verandert altijd, maar het kennen waarmee alle veranderende ervaringen gekend worden blijft altijd hetzelfde’ Dat kennen (Bewustzijn) blijft onaangetast ongeacht wat het kent. Bewustzijn manifesteert zich als ‘Ik ben’-ervaring die we met zijn allen delen. Hetzelfde Bewustzijn vernauwt zich tot de individuele geest, die alle ervaringen voortovert die door Bewustzijn gekend kunnen worden. Dat proces van vernauwing zorgt ervoor dat we ons identificeren met wat aan ons verschijnt. We denken een lichaam te zijn met alle leuke en niet zo leuke ervaringen en vergeten dat we dat juist niet zijn. We zijn alleen de kenner van ervaringen. Kort door de bocht: Bewustzijn als kenner van ervaringen is Bewustzijn. De vernauwing tot het ego en alle ervaringen die het ondergaat is eveneens Bewustzijn. Die vernauwing is een projectie van Bewustzijn in Bewustzijn. De metafoor die Rupert veel hanteert is de film op het filmdoek. Het filmdoek (Bewustzijn) brengt de film tot leven en is de noodzakelijke voorwaarde voor het ontstaan van de film. Welke film er ook op geprojecteerd wordt, het filmdoek blijft altijd onaangetast en onveranderlijk aanwezig. Als de film over is, is er nog altijd het filmdoek dat in potentie elk willekeurige film tevoorschijn kan toveren. Er is alleen ondeelbaar Bewustzijn. Overduidelijk toont Rupert aan dat het onderscheid
B OEKEN
tussen geest en materie op een misverstand berust. Er is alleen kennen van ervaringen ofwel Bewustzijn. Ten slotte een compliment aan Han van de Boogaard, die het boek schitterend vertaald heeft. Een genoegen om te lezen. Justus Kramer Schippers
Embodied Enlightenment Amoda Maa Uitgeverij Reveal Press ISBN 978-1626258396
Amoda Maa is een eigentijds spiritueel lerares wier moderne boek dieper duikt in belangrijke thema’s over hoe we spiritualiteit kunnen integreren in ons jachtige leven. Misschien is het wel voor het eerst in de geschiedenis dat we bewuster betrokken zijn bij thema’s als relaties, werk, seks, geld en het lichaam. Voor wie non-dualiteit nieuw is biedt dit boek een verfrissende kijk op deze thema’s, die vaak genegeerd worden. Het boek heeft drie delen, waarvan het eerste een evolutionair perspectief op verlichting verkent, het tweede over de reis van innerlijke transformatie gaat en het derde over hoe ontwaakt bewustzijn belichaamd en in ons leven geïntegreerd kan worden. Amoda Maa wil ons het vrouwelijke gezicht van ontwaken laten zien: het vermogen om geboorte te geven aan een nieuw bewustzijn dat “uit het diepst van het hart de kortstondige maar niet te ontkennen menselijke ervaring omarmt in de oneindige oceaan van wakker zijn”. Voor diegenen die meer thuis zijn in
58
de fijne nuanceringen van goeroe, leraar, het absolute en het relatieve is dit boek verwarrend. Voor mij biedt het zeer weinig ruimte om op dit soort vragen te reflecteren. Dit boek is op een missie en stuurt je krachtig een bepaalde richting uit. Het is een dappere poging om absolute en relatieve thema’s van elkaar te onderscheiden. De helderheid van non-dualiteit laat me wat mij betreft achter met meer vragen dan ik beantwoorden kan; en zelf ben ik zeer nieuwsgierig wat zich zal voordoen als we individueel en collectief ontwaken. Embodied Enlightenment is een moedige poging om zich in die thema’s te verdiepen. Amaranatho
Helder gewaarzijn Longchenpa Uitgeverij Karnak ISBN 978 90 6350 112 9
Dit is de tweede door Robert Hartzema en Marjan Möller in het Nederlands vertaalde dzogchen-tekst van Longchenpa. De vertaling van de verzen is hoofdzakelijk gebaseerd op twee Engelse vertalingen uit het Tibetaans. Deze tekst van Longchenpa richt zich op de ‘vier vormen van vertoeven in puur en totaal aanwezig-zijn’. Deze tekst werd als basis gebruikt in een retraite voor gevorderde studenten. De uitleg en uitwisseling vormen de neerslag van de inleidende hoofdstukken. Het tweede deel van het boek bevat de vertaling en het commentaar. De vier vormen van vertoeven, namelijk
InZicht 3.2018
ongrijpbaarheid, openheid, spontaniteit en één zijn, kunnen leiden naar het volledig aanwezig zijn in het moment. Ongrijpbaarheid heeft te maken met het feit dat alle dingen van nature ongrijpbaar zijn. Als je de ongrijpbaarheid van alle verschijnselen herkent en door alle pogingen van vastgrijpen heen kijkt, wordt het leven transparanter. Dan hoef je nergens meer achteraan te rennen of jezelf te verdedigen en ontstaat vanzelf een onverstoorbare rust. Het mediteren op ongrijpbaarheid leidt vanzelf naar het ervaren van de openheid of ruimte waarin alles zich afspeelt. Het waarnemen vanuit openheid creëert een ruimtelijkheid die alles doordringt. Het is een uitnodiging om meer in openheid te vertoeven en de ongrijpbaarheid toe te laten. Openheid onthult spontaniteit (het spontaan ontstaan van verschijnselen) en spontaniteit leidt tot één zijn. Robert Hartzema en Marjan Möller zijn er opnieuw in geslaagd om een moeilijk toegankelijke tekst van Longchenpa voor een breder publiek toegankelijk te maken. Door de verduidelijking in de inleidende hoofdstukken is de integrale tekst in het tweede deel goed begrijpbaar. Dat een klassieke tekst van een oude dzogchen-meester op voortreffelijke en begrijpbare wijze is vertaald naar het Nederlands kan alleen maar toegejuicht worden. Een must voor degene die geïnteresseerd is in dzogchen. Danny Senesael
© KAZIMIR MALEVICH, LANDSCAPE WITH THREE HOUSES 1910
Inge Saraswati
Het zachte zoemen van Zijn
I
k zie mijzelf als een spiritueel wezen in een aards lichaam gevangen. De dualiteit verschaft mij vreugde en pijn, maar mijn afkomst is liefde, en liefde is ook het enige antwoord op geluk. De liefde in het zoemen van het zijn. Alles wat we voorgeschoteld krijgen van Maya (illusie) is de expressie van die liefde om te zijn. In alles huist God en iedere expressie is daar uitdrukking van. Dagelijks dien ik mensen in de dualiteit. Tussendoor even gaan zitten en ik ervaar mijn oorspronkelijke natuur, die ik niet hoef te zoeken maar die ik ben, daarom kan ik dienen… dag in dag uit. Dat is geluk. Ik sluit mijn ogen en hoor in de innerlijke stilte… het zachte zoemen van het zijn, OM. Dit is altijd mijn thuis.
Ik zie de onwerkelijke illusionaire Asat en weet dat Sat waarheid en werkelijkheid is. In Sat is liefde het enige antwoord en het werkelijke geluk Ananda. Ik spreid mijn vleugels uit en omarm de wereld. Daar is geluk omdat uit liefde alles geboren wordt. De droom van Maya is vaak te gruwelijk, maar ook vaak hemels. De liefde samen te vieren in de jaren negentig met Alexander Smit, die liefde was ook geluk in het goddelijk gewaad van God ondanks het bittere einde. Ik had het nooit willen missen, ook dat geluk niet. Durf in het onwerkelijke de liefde te delen no matter what, ook dat is geluk. Tenslotte is liefde het enige antwoord op geluk, in iedere ademtocht, in ieder wezen: liefde is je ware natuur, daar ben je uit ontstaan. t
59
Neem nu een abonnement op InZicht
6 nummers van september 2018 t/m december 2019 U betaalt slechts 25,00 euro en ontvangt gratis het boek Het ego doorzien
Nieuw bij InZicht ! Van m 19,90 voor m 15,-
Momenten van verstilling Sri Nisargadatta Maharaj
Dit boek is een verzameling teksten van Sri Nisargadatta Maharaj, teksten die prikkelen tot bezinning, tot meditatieve momenten van verstilling. De ultieme religie is Zelfrealisatie. Dat betekent opgaan in een ononderbroken staat van zijn, zonder angsten. Dit heeft betrekking op het lichaamsbewustzijn. Religies die zich richten op het gedrag van mensen leiden hen naar de ondergang. Bevrijding betekent vrij zijn. Je bent dan niet langer gebonden aan de mind, het intellect en het ego. Iemand die daarnaar leeft wordt bevrijd van alle concepten. De woorden van Sri Nisargadatta Maharaj zijn vlijmscherp en verwijzen de lezer onophoudelijk naar de natuurlijke oorspronkelijke staat van de mens.
Sri Nisargadatta Maharaj: Je weet dat ‘je bent’; dat is de enige betrouwbare kennis waarover je beschikt. Maar de mens heeft de gewoonte kennis uit elke bron te verzamelen en dat in zijn hoofd mee te dragen. Hij krijgt te horen over geboorte en wedergeboorte. Ondanks het feit dat hij zijn eigen geboorte niet heeft meegemaakt, neemt hij het voor waar aan. De kennis van de mens zit vol met gedachteconstructies en verbeelding. Ons gevoel te bestaan of zijn is een attribuut van het fysieke lichaam. Hoe ons lichaam er uitziet, beschouwen we als ónze vorm. Jouw Tijdloze aard is zonder dat gevoel van zijn. Verkrijgbaar in iedere boekhandel en via www.inzichtboeken.nl
[ADVERTENTIES]
Wilt u ook adverteren in
In Zich t Neem dan contact op met Meinhard van de Reep info@inzicht.org of 0252 522001 Satsang Ganga Mira in Amsterdam (voertaal Engels)
IVAR
hamelink
5 October, 20u. 6 October, 10 en 14u. 7 October, 10 en 14u. St. Ignatiusgymnasium Jan van Eijckstraat 47, 1077 LH Amsterdam “Who you really are is here just now, regardless of the states of your mind. You are ever your Self.”
grafisch ontwerper m 06 24 27 41 31 e ivar@ivarhamelink.nl w ivarhamelink.nl
•huisstijlen•tijdschriften •boekomslagen•logo’s •boeken•affiches•kaarten •etc.
Since 1968, Ganga Mira has been following her master, Sri Poonja (Papaji), a direct disciple of Sri Ramana Maharshi. She started to give satsang in 1998, shortly after her Master passed away.
L EZERS
De welkome verkoeling Speeltuin Geluk, wat zou het betekenen als we de keerzijde er niet van zouden kennen? We zoeken allemaal geluk in de grote en in de kleine dingen van het leven. Vaak ondervinden we dat dit ons maar een oppervlakkig en tijdelijk geluk brengt en zoeken we verder naar nieuwe uitdagingen om geluk te vinden. Maar in deze wereld lijkt dit een onmogelijk doel. Alles in het leven is gebouwd op twee pilaren, het ene kan niet zonder het andere. Daarom zullen we dat geluk waar we allen zo naar verlangen in deze wereld dan ook niet vinden. Om tot waar geluk te komen dient men zich naar binnen te richten. Terugkeren naar de bron waar we vandaan komen en van daaruit het leven tegemoet treden. Vaak leren we deze lessen als we in de grootste miserie zitten, als niets lijkt te gaan zoals we willen. Als het leven mij weer eens tegenzit, dan denk ik aan de wijze woorden van mijn leraar. Die zei ons vaak dat hij ons geen geluk toewenste maar juist veel moeilijkheden zodat we leren te leven met een dubbele visie. Hij bedoelde daarmee dat we in de wereld moeten zijn maar niet van de wereld. Niet gehecht geraken aan je vreugde of verdriet maar er getuigen van zijn. Weten dat dit leven een speeltuin is waar jij tijdelijk in mag spelen. Bea Veltmans
Over geluk gesproken Het is eerste pinksterdag en ik zit in een luie stoel in de tuin in de warme middagzon en voel me rustig en voldaan. Ik verdiep mij in de vraag naar wat geluk is en waar ik het zou kunnen vinden. Op het moment dat ik mij afvroeg: ‘Wat is geluk eigenlijk en wie of wat zoekt ernaar?’ ervoer ik een verschuiving vanuit het rustig en voldaan Zijn naar mijn denken. De vraag bracht mijn geest in actie. Op dat moment gebeurde er iets paradoxaals. Mijn geest ging ineens op zoek naar een antwoord op de vraag: ‘Ben ik zoals ik hier nu zit gelukkig?’ Ineens ging ik me afvragen of ik ‘nu’ wel gelukkig was, waarbij mijn denkgeest een argument of object zocht om het te kunnen (h)erkennen. Hiermee was ik onmiddellijk uit het gevoel van voldaanheid en rust en zat ik in mijn hoofd. In het denken ‘over’ geluk, in plaats van het gelukkig-voelen te voelen, of beter, te ‘Zijn’. Het rustige ‘Zijn’ leek plaats gemaakt te hebben om antwoord te kunnen geven of ik ‘nu’ gelukkig was. ‘Ik’ ging op zoek naar geluk, in
62
plaats van te ‘Zijn’... in het geluk. Eigenlijk in woordeloos geluk. Nee, geluk is niet het tegendeel van ongelukkig zijn, maar wat er op ‘dit’ moment is als er ‘Nu’ ingezien en beseft wordt dat ik het geluk door ernaar te zoeken juist buiten de deur houd. In dit licht is zoeken het niet vinden en niet zoeken een uitnodiging aan wat geluk genoemd zou kunnen worden. Alleen in dat ‘Nu Zijn’ kan het geluk verschijnen. Ondertussen gaf de schaduw een welkome verkoeling. Leo van Seben
Geluksformule Wie geluk eigenhandig wil maximaliseren is gedwongen om gigabytes aan ervaring te verschralen tot een streepje op een meetlat, 1 dimensie, anders zou vergelijken onmogelijk zijn. Daarvoor zijn vele functies aanwezig, zoals Selecteer(), Eigenschap(), VanMij(), OudZeer(), Projecteer() en Voorspel(). Om zo’n kaal resultaat vervolgens weer tot leven te wekken tel je er ‘Ik kies’ bij op. Oftewel, wis- en natuurkundig denken blijkt zich wonderwel te hebben ontfermd over oorspronkelijk Weten, Ware Natuur en Kunde. Win jij het kussengevecht tussen regelmaat en toeval? Door jezelf of informatie te vermenigvuldigen, of door machtsverheffen? Wat als delen-door-nul van de meester nou wél zou mogen, uit je hoofd? En weet je nog, de onzekerheidsrelatie van Heisenberg, die voortdurend de waar-heid óf waarheen-heid van kleine deeltjes frustreert? Geldt dat ook door grote deeltjes die relaties aanknopen? Als je zelf een wereld zou creëren... waar zou geluk überhaupt toe dienen? Als wegwijzer uit een doolhof? Of om er steeds dieper in te verdwalen? Waar wijst geluk vandaan? Angst, of geloof in angst? Spelen met ‘hoe het ooit begon’ blijkt prima mogelijk met spreadsheets. Kortom, na middelbaar onderwijs heb je voldoende tools in handen om persoonlijk geluk te gaan zoeken, zegt men. Maar ook - als je die tools andersom gebruikt - om opgedane verwarring en vanzelfsprekendheid af te breken, zodat geluk jou kan vinden. Robert Koekoek
InZicht 3.2018
V
oor een persoon kan het leven serieus lijken. Als je geboren bent, en als je op een dag zult sterven, en als je maar een beperkte tijd van leven hebt voordat je sterft, dan is het leven serieus. Als dat allemaal wegvalt, verdwijnt ook de serieusheid. Dan wordt het onmogelijk om iets nog al te serieus te nemen. Dan wordt het onmogelijk om te zeer verdiept te raken in het verhaal van de wereld. En toch kun je, gewoon omdat je dat leuk vindt, met de wereld spelen. Ook al is er geen ‘ik’ en geen wereld, ik speel ermee als een kind en doe alsof er wel een ‘ik’ bestaat en alsof er wel een wereld is. En dan krijg ik ook een ‘jij’, en dat is prachtig. En niet alleen een ‘jij’, maar ook een ‘hem’ en een ‘haar’ en zelfs een ‘zij’. Uit het niets komt dan deze verbijsterende droomwereld tevoorschijn. En het is een dans, een spel van licht en geluid, en het is allemaal zo ongelooflijk kostbaar omdat het alles is wat er is. Ja, het serieuze gaat ervan af, de zwaarte. Ik was altijd zo serieus over wat ze spiritualiteit noemen! Ik nam wat non-dualiteit genoemd wordt altijd zo zwaar op! Ik raakte altijd heel erg van streek als mensen niet zagen wat ik zag! Ik werd altijd zo ontzettend kwaad op al die onontwaakte mensen! Ik was zo serieus over wat ze vrijheid noemen.
Het leven is licht; het heeft geen centrum. Er is geen referentiepunt. Het is gewoon spelen. Speel lekker mee. Wat kun je verder nog doen als het zoeken is opgehouden? Het geluid van de regen buiten. Maar wie hoort het? En waar is ‘buiten’? Luister maar eens. Er is alleen maar sprake van dat geluid: pets-pats-pets-pats. Alleen dat geluid. Waar is de persoon die luistert? Die zul je nooit vinden. Je zult altijd alleen maar het petspats-pets-pats vinden. Alleen maar geluiden die zich voordoen. En die doen zich niet ‘buiten’ voor, in tegenstelling tot ‘binnen’. Ze doen zich hier voor, op de enige plek waar alle dingen zich voordoen. Voorbij buiten of binnen, voorbij de tegenstellingen die ons leven definiëren, doet alles zich hier voor. De regen, gedachten, oorlogen, genociden, rockconcerten, het zonnestelsel, pijn, alles. En dan ga je zien dat er eigenlijk ook geen ‘hier’ is. ‘Hier’ vergt een tegengestelde, ‘daar’. Als zelfs die tweedeling wegvalt, blijft er niets anders meer over dan … nou ja, petspats-pets-pats. En misschien zelfs dat niet eens.
Uit: Jeff Foster, An extraordinary Absence, Non-Duality Press, 2009
63
© 2018 PETER VAN MIERLO
Een spel van licht en geluid
Wat is advaita? 46
9
771389
540005
SN 1389-5400
[ADVERTENTIES]