&
Strategie Accenten ... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen
De inflatieontwikkeling in de eurozone 2011 was het jaar waarin de Griekse amfoor brak. Wat brengt 2012? Een belegging van eigen bodem
2
4
10
Kies voor kwaliteits11 aandelen Patenten zijn een waardevol bezit voor technologiebedrijven
12
14 Belgisch staatspapier biedt aantrekkelijk rendement Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering Nr. 01 - 5 januari 2012
klemtonen
Thema
• Grondstoffenprijzen hebben piek achter zich • Inflatie zakt in de komende maanden
De inflatieontwikkeling in de eurozone
De inflatie is al sinds eind 2010 hoog. Volgens Eurostat, het Europese bureau voor Statistiek, steeg de inflatie in de eurozone in september onverwacht tot 3% (HICP(1)), waar economen maar 2,5% verwacht hadden. Ook in oktober en november bleef het voorlopige cijfer op 3% hangen. De prijsstijging van de ruwe olie en van sommige grondstoffen zette opwaartse druk op de inflatie. In sommige lidstaten had ook de stijging van indirecte belastingen een negatieve invloed op de inflatie. De Europese Centrale Bank (ECB) streeft ernaar de stijging van het algemeen prijspeil te beperken tot 2%. De onverwachte inflatie-opstoot gooit roet in het eten omdat de ECB haar beleid wil versoepelen om de economie wat extra zuurstof te geven. De conjunctuur ondervindt namelijk hinder van de aanhoudend hoge inflatie, de besparingsmaatregelen van de regeringen en het kwetsbare consumentenvertrouwen.
Belgische energieafhankelijkheid geeft ons inflatiecijfer extra duwtje In november 2011 liep de Belgische inflatie op tot 3,68% op basis van de HICP, in vergelijking met 3% voor de hele eurozone. Daarmee werd het hoogste inflatiepeil van 2011 bereikt. Over de voorbije 15 jaar was het gemiddelde Belgische inflatieniveau trouwens iets hoger dan het Europese. Dat is te wijten aan het grotere gewicht van energie in de Belgische berekening van de inflatie. Daardoor is de Belgische inflatie gevoeliger voor schommelingen van de energieprijzen op de internationale grondstoffenmarkten. België heeft bovendien een grote energieafhankelijkheid in vergelijking met het buitenland. We beschikken namelijk niet over eigen fossiele rijkdommen in de ondergrond en het belang van hernieuwbare energie blijft beperkt. Energie was niet alleen in november 2011 een belangrijke verklaring voor het hoge inflatiecijfer. Het is al de vijftiende maand op rij dat de inflatie voor de energieproducten zich ruim boven de 10% bevindt.
(1) Geharmoniseerde index van consumptieprijzen. Strategie & Accenten
2
Belgische inflatie schommelt sterker dan Europese
Naast energie dragen vooral de hogere prijzen voor voeding zoals voor koffie, margarine, maĂŻsolie, chocolade, enz. bij tot de inflatie. Het onderstaande taartdiagram splitst de oorzaak van de inflatie op volgens vijf productgroepen. Van de toename van het algemeen prijspeil met 3,85% over de jongste 12 maanden, kan 54% toegeschreven worden aan energie, 16% aan voeding en 10% aan recreatie, cultuur en horeca. Prijsstijgingen van de resterende producten en diensten uit de consumptiekorf verklaren de overige 20% van de Belgische inflatie.
Er is geen inflatieprobleem Ondanks de hoge inflatiecijfers van de jongste maanden zijn er tekenen dat de onderliggende prijsdruk in de eurozone afneemt door de verzwakte economische activiteit en door de hoge werkloosheid. Sinds april 2011 zijn de energieprijzen in de eurozone maar beperkt gestegen en bleef de olieprijs in euro uitgedrukt redelijk stabiel. In de eerste helft van 2012 kunnen de consumentenprijzen voor gas nog voor wat opwaartse druk zorgen. De stijging van kosten zoals loonkosten zullen maar beperkt bijdragen tot de stijging van het algemeen prijspeil. Tegen deze achtergrond is het aannemelijk dat de inflatie in de komende kwartalen weer kan dalen. De vertraging van de economische groei zal Strategie & Accenten
hiertoe bijdragen. We verwachten ook dat de grondstoffenprijzen hun piek achter zich hebben. Het Federaal Planbureau publiceerde haar vooruitzichten al voor de Belgische inflatieontwikkeling. Voor 2012 verwacht ze dat de gemiddelde jaarinflatie op basis van de nationale index daalt naar 2,3%. Ook voor de eurozone kan de inflatie ontspannen. De voorzitter van de ECB verklaarde dat de inflatie in de eurozone de komende maanden boven de 2% zal blijven om daarna te zakken tot onder de 2%. Voor 2012 schuiven de KBC economen voor de eurozone een inflatie van 1,6% naar voor en voor BelgiĂŤ 2%.
Overige producten en diensten 20%
Voeding 16%
Recreatie, cultuur, horeca 10%
Benzine en diesel 19%
Elektriciteit, aardgas, huisbrandolie 35%
Aandeel van 5 subgroepen in het inflatiecijfer van 3,85% in november 2011 Bron: FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
3
klemtonen
Strategie
• Lage beleidsrente kan groei ondersteunen • Aandelenkoersen gebukt onder risicoafkeer
2011 was het jaar waarin de Griekse amfoor brak. Wat brengt 2012? De eurocrisis deed al heel wat koppen rollen. Griekse, Italiaanse, Ierse, Portugese, … regeringen of hun leiders kwamen ten val. In Duitsland verloren bondskanselier Merkel en haar coalitiepartners zowat alle deelstaatverkiezingen. In de VS gingen Democraten en Republikeinen zwaar in de clinch over de hervorming van de gezondheidszorg en het begrotingsbeleid.
Schuldencrisis 2012 wordt weer een jaar van crisismanagement. Bij het uitbreken van de crisis begin 2010 heeft Europa zich vier jaar de tijd gegeven om de obligatiemarkten te stabiliseren en een nieuwe architectuur rond de euro uit te tekenen. In afwachting moeten de tijdelijke en/of permanente steunmechanismen verder uitgebouwd worden. Om hun ontwrichte financiën op orde te krijgen, moeten de meeste overheden in de westerse wereld besparen. Naar schatting zullen de eurolanden in 2012 voor zo’n 1% van hun gemeenschappelijke bbp moeten saneren. Dat is ongeveer de helft van de inspanning in 2011.
Economisch herstel De Amerikaanse economie presteerde in de voorbije maanden sterker dan verwacht. Recente conjunctuurindicatoren suggereren dat het gevaar voor een recessie geweken is. De ontwikkeling van de arbeidsmarkt blijft in 2012 Strategie & Accenten
wel een aandachtspunt. De Europese economie stevent wel af op een aantal kwartalen van negatieve groei. Dat zal het crisisgevoel bij Europese beleggers ongetwijfeld versterken. Ook in 2012 komt er geen nieuwe wereldwijde recessie. Daarvoor blijft onder meer de groei in de (Aziatische) opkomende markten te sterk. Na een geschatte bbp-groei van 3,2% in 2011, kan de wereldeconomie in 2012 met 3 à 3,25% groeien.
Inflatie In de loop van 2012 zal de inflatie beginnen te dalen. Hoe snel en fors dat gebeurt, hangt af van de ontwikkelingen in de grondstoffenmarkten. Bij een stabiele olieprijs rond het huidige niveau van 110 dollar per vat daalt de inflatie in Europa tot zo’n +1,5% tegen het einde van 2012. Pas als de olieprijs stijgt tot 130 dollar blijft de inflatie rond 3% schommelen. Lagere inflatie geeft zuurstof aan het gezinsbudget en dus aan het economisch herstel.
Beleid van de centrale banken Het vooruitzicht van een lagere inflatie op korte termijn laat de centrale banken toe de beleidsrente laag te houden of ze, in het geval van de Europese Centrale Bank (ECB), verder te verlagen. Dat kan de economische groei ondersteunen. Het economisch herstel een duurzaam karakter geven
zal in 2012 de hoofdbekommernis van de centrale bankiers zijn. Op langere termijn zou inflatie in de klassieke industrielanden wel een probleem kunnen worden. Inflatie creëren is namelijk de kern van het beleid van de Amerikaanse centrale bank, tot groot ongenoegen van de ECB. Inflatie is de gemakkelijkste manier om een schuldenprobleem te laten verdampen.
Rente Een hoge risicoafkeer stuurde beleggers in 2011 naar de ‘veilige haven’ van Amerikaanse en Duitse overheidsobligaties. De obligatierente bereikte er in het voorbije jaar een historisch dieptepunt. We verwachten in 2012 geen forse stijging van de obligatierente, maar als de extreme vormen van risicoafkeer afnemen kan dat toch voor wat opwaartse druk zorgen. De renteverschillen tussen Duitsland en de andere eurolanden schommelden in 2011 heel sterk en bereikten nooit geziene records. Een terugkeer naar de niveaus van voor de eurocrisis zit er allicht niet meer in, maar de renteniveaus zullen weer naar elkaar toe bewegen. We verwachten namelijk een (beperkte) rentestijging in Duitsland en een rentedaling in de meeste andere eurolanden.
4
Wisselkoersen De eurozone maakte in het voorbije jaar een zware crisis door. Het einde van de euro werd meermaals aangekondigd. Toch schommelde de EUR/ USD-wisselkoers niet meer dan in andere jaren. Een aantal andere munten, zoals de Noorse kroon, de Zwitserse frank en de Japanse yen dienden wel als vluchthavens in woelige perioden. Ze verstevigden tegenover de euro. Er zijn weinig redenen om in 2012 een echt herstel van de euro te verwachten. Anders gesteld: de meeste munten hebben nog stijgingspotentieel tegenover de euro.
Aan de zijlijn staan de verliezers
In de voorbije twee jaar is de gunstige winstontwikkeling alvast niet doorgesijpeld naar de koersontwikkeling op de aandelenmarkten. De totale winstmassa van de Amerikaanse bedrijven uit de S&P 500-index heeft het vorige record uit 2007 in de loop van 2011 gebroken, maar de koersindex ligt nog altijd 20% onder z’n top van 2007.
Bedrijfswinsten De gunstige ontwikkeling van de bedrijfswinsten zette zich in 2011 onverminderd verder dankzij een behoorlijke stijging van de omzet en toenemende winstmarges. Europese bedrijven zagen hun winst vanaf midden 2011 niet verder stijgen, omwille van krimpende winstmarges door een ongunstige (loon)kostenontwikkeling en de negatieve invloed van wisselkoersschommelingen. Analisten hanteren eerder bescheiden winstverwachtingen voor 2012. Ze gaan uit van een gemiddelde winstgroei van zo’n 10% in de twaalf maanden vanaf het vierde kwartaal van 2011. De laag gespannen verwachtingen laten veel ruimte voor positieve verrassingen.
Strategie & Accenten
65
120
60
115 110
55
105
50
100 45
95
40 35 30 01-2001
90 VS (ISM Man. - linkerschaal) Duitsland (IFO - rechterschaal) 01-2003
01-2005
85 01-2007
01-2009
01-2011
80
Producentenvertrouwen VS en Duitsland
5
Aandelen zonder kapitaalbescherming Aandelen met kapitaalbescherming Obligaties
Strategie
Vastgoed Alternatieve beleggingen Liquiditeiten
Samenstelling van de portefeuille In de zeer defensieve doelportefeuille beleggen we 10% in aandelen. We vullen de aandelenpositie volledig in met beleggingsvormen met kapitaalbescherming (20%). Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 43% van de portefeuille uit, inclusief het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 10% van de portefeuille uit (dat is 50% van 20%, zie hoger). We beleggen 33% rechtstreeks in obligaties. Liquiditeiten maken 47% van de portefeuille uit. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in heel beperkte mate in een zeer defensieve portefeuille.
20% 47%
33%
In de defensieve doelportefeuille beleggen we 24% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 6,5% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 35%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 65% van de portefeuille uit tegenover onze langetermijnnorm van 63%. In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 17,5% van de portefeuille uit (dat is 50% van 35%, zie hoger). We beleggen 47,5% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties. De liquiditeiten (5,5% van de portefeuille) worden belegd in euro. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in beperkte mate in een defensieve portefeuille.
In de dynamische doelportefeuille beleggen we 43% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 23% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 47% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 43%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 27% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max 3 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille 6% liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een dynamische portefeuille.
In de zeer dynamische doelportefeuille beleggen we 60% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 40% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 30% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 25%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 10% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max 3 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille 7% liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een zeer dynamische portefeuille. Strategie & Accenten
3,5%
2% 5,5% 6,5% 35%
47,5%
2%
2% 6%
27%
1% 10%
23%
40%
2% 7% 40%
40%
6
Overheidsobligaties Bedrijfsobligaties Converteerbare obligaties Geïndexeerde obligaties Obligaties opkomende markten Euro- en Dollarsatellieten, PLN
Aan de zijlijn staan de verliezers Vooral beleggers in Europese aandelen – en zeker die met grote posities in de financiële waarden - zullen in de voorbije maanden een crisisgevoel hebben ervaren. Ze hebben in het voorbije jaar averij opgelopen. Voor Europese beleggers die (ook) in de meer defensief georiënteerde Amerikaanse S&P 500 belegden, bleef het verlies veeleer bescheiden. De eurocrisis doet wel eens vergeten dat de wereldeconomie een periode van hoogconjunctuur doormaakt en dat bedrijven recordwinsten kunnen voorleggen. Maar wie vandaag niet belegt, zal morgen evenveel redenen vinden om niet te beleggen. De wereld zal in 2012 allicht niet veiliger zijn. Ondertussen knaagt de inflatie wel verder aan zijn portefeuille. Het dividendrendement van aandelen (gemiddeld 4,35% voor de MSCI Europe) kan de concurrentie met de inflatie en obligatiecoupons alvast vlot aan. Met een koers-boekwaardeverhouding van respectievelijk 2 en 1,4 en een koers-winstverhouding van respectievelijk 12,0 en 9,4 zijn Amerikaanse en Europese aandelen historisch goedkoop. We behouden bewust een stevige positie in aandelen. Aandelen blijven namelijk een enorm opwaarts potentieel bieden. Omwille van de grote onzekerheid en de risico’s hechten we wel veel belang aan het afdekken van het neerwaarts risico. Dat kan met beleggingsformules met kapitaalbescherming.
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
EUR
USD
Andere
OBLIGATIEPORTEFEUILLE Zeer defensief profiel Defensief profiel (zeer) dynamisch profiel
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% EUR
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Defensief profiel
Andere
(zeer) dynamisch profiel
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Strategie & Accenten
EUR
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE (zeer) dynamisch profiel
Andere
7
Strategie Accenten in de portefeuille
1. Belgische overheidsobligaties Ons land wordt wel eens in een adem genoemd met Italië of Spanje, maar dat is niet terecht. De Belgische overheidsschuldgraad is wel hoog, maar op andere vlakken (economische groei, tewerkstelling, begrotingstekort, …) doen we beter dan het gemiddelde van de eurozone. Ondanks de ratingverlaging door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s geniet België nog altijd een uitstekende kredietwaardigheid. Belgische overheidsobligaties bieden een aantrekkelijk rendement. We verwachten dat het renteverschil in de loop van 2012 zal dalen. Daardoor kunnen de koersen van Belgische overheidsobligaties stijgen.
2. Hoogrentende obligaties De schuldencrisis is een probleem van de klassieke, veelal westerse, industrielanden. Opkomende markten kampten in het verleden dikwijls met een (overheids)schuldenprobleem. Vandaag bedraagt de gemiddelde schuldgraad van de overheid er maar de helft van die in de klassieke landen. Een relatief sterkere economische groei maakt het kwaliteitsverschil nog groter. Toch liggen de rentevergoedingen in de opkomende markten aanzienlijk hoger. Een gespreide portefeuille van vastrentend papier uit de opkomende markten biedt al snel Strategie & Accenten
een rendement van meer dan 5% voor korte looptijden tot minder dan drie jaar.
3. Oost–Europese aandelen De regio is niet immuun voor de gevolgen van de eurocrisis, maar de landen behoren zeker niet tot de groep van probleemlanden. Kredietbeoordelaars hebben hun vooruitzichten voor de banken uit de regio in de voorbije maanden opwaarts bijgesteld. Standard & Poor’s bevorderde Turkije in 2011 tot de status van investment grade. Rusland maakt zo’n 60% van de regionale aandelenmarkt (MSCI Emerging Europe) uit. De belangrijkste sectoren Olie (31%), Banken (21%) en Basismaterialen (15%) zorgen voor een pro-cyclisch accent in de portefeuille. De keuze voor Russische aandelen is ook een keuze voor de energiesector. Wereldwijd hebben energieaandelen nog te weinig gereageerd op het hoge niveau van de olieprijzen en de schaarste aan olie en gas.
markten realiseren. De omzetgroei en de winstmarges liggen er hoger. We kiezen voor bedrijven die marktleider zijn in hun domein of niche, want ze beschikken over de grootste prijszettingsmacht. Omdat ze noteren aan een westerse beurs zijn ze minder gevoelig voor het beurssentiment in de opkomende markten.
5. Telecom Aandelen uit de Europese telecomsector bieden een gemiddeld (bruto) dividendrendement van zo’n 9,2%. Wereldwijd bedraagt het dividendrendement gemiddeld 5,8%. Telecomoperatoren zijn bedrijven met een stabiele (maar ook magere) omzetgroei die stevige cashflows genereren. Daardoor kunnen ze hoge en stabiele dividenden uitkeren aan hun aandeelhouders. De sterke groei van smartphones en tablet pc’s zorgen voor een sterke toename van het mobiele dataverkeer.
4. Wereldleiders De opkomende economieën, in het bijzonder de Aziatische, blijven de groeipolen van de wereldeconomie. Ze bieden ook op langere termijn heel wat potentieel. We beleggen in (westerse) bedrijven die een belangrijk deel van hun omzet in de opkomende
8
Sectorspreiding aandelenportefeuille Energie Basismaterialen IndustriĂŤle sectoren Cycl. consumentensectoren Niet-cycl. consumentensectoren Gezondheidszorg FinanciĂŤle sectoren Informatietechnologie Telecomoperatoren Nutsbedrijven 0%
5% Huidige spreiding
10% Neutrale spreiding
15%
20%
Economische vooruitzichten 29-12-2011 Economische groei (%) 2011 2012 2013 Inflatie (%) 2011 2012 2013 Beleidsrente (%) (*) 29-12-2011 Maart 2012 Juni 2012 Tienjaarsrente (%) (*) 29-12-2011 Maart 2012 Juni 2012 Wisselkoers (**) 29-12-2011 Maart 2012 Juni 2012
EMU
VK
VS
Japan
1,6 -0,2 1,4
0,8 0,4 1,5
1,7 1,5 1,7
-0,4 1,8 1,4
2,7 1,6 1,9
4,2 3,0 2,2
3,2 1,4 2,4
-0,2 -0,3 -0,2
1,00
0,50
0,25
0,10
1,86
1,96
1,90
1 EUR = GBP 0,8360
1 EUR = USD 1,2889
1 -
Neutrale 1,00spreiding
1 EUR = JPY 100,24
(*) : stijging van ongeveer 25 basispunten vanaf huidig niveau; : stijging van ongeveer 50 basispunten vanaf huidig niveuau; enz; : appreciatie van ongeveer 5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau; enz. ( * * ) : appreciatie van ongeveer 2,5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau
Strategie & Accenten
9
Instellingen voor collectieve belegging (ICB)(1)
In de kijker
klemtonen • België hoort nog altijd bij de betere debiteuren • Rijke burgers kunnen overheidsschuld volledig financieren
Een belegging van eigen bodem
De voorbije weken heeft de eurocrisis België aangedaan. De hoge staatsschuld, de aanslepende regeringsonderhandelingen … het kon niet anders dan ooit de aandacht van buitenlandse beleggers trekken. Het renteverschil tussen Belgische en Duitse overheidsobligaties piekte op 25 november op 3,65 procentpunten. Dat is hoog. In de periode 2003-07, de periode voor Griekenland in de problemen
kwam, bedroeg het renteverschil gemiddeld maar 0,05 procentpunten. Na de verlaging van de Belgische kredietwaardigheidscore tot AA door Standard & Poors behoort België niet meer tot de absolute top, maar toch nog bij de betere. Het besparingsprogramma van de nieuwe regering, ten belope van 3% van het bbp, doet het begrotingstekort van 3,8% van het bbp in 2011 verdwijnen tegen 2015. In vergelijking met de andere Europese lidstaten streeft België relatief snel een begrotingsevenwicht na. België heeft rijke burgers en een arme overheid. De grote troef blijft dat het zijn schuld volledig in het binnenland kan financieren. Daardoor is België niet afhankelijk van buitenlandse investeerders. Het grote succes van de uitgifte van de Staatsbons van november 2011 zette dat aspect in de verf.
tion. Het compartiment wordt actief beheerd en heeft als doel om minstens voor 90% te beleggen in obligaties uitgegeven door Belgische overheidsinstellingen. Het compartiment belegt ook met beperkte bedragen in de minder toegankelijke obligatiemarkten zoals die van de OLO’s (lineaire obligaties). De beheerder selecteert de obligaties op basis van de verwachte rente-ontwikkeling. Op die manier beoogt hij een zo hoog mogelijk rendement voor een zo laag mogelijk risico. Het compartiment noteert in euro. Daardoor loopt u als belegger geen wisselkoersrisico. De wettelijke risico-indicator van het compartiment is 1 op een schaal van 0 (laag risico) tot 6 (hoog risico). Daardoor komt een belegging in het compartiment Begian Bonds in aanmerking voor alle beleggers.
Belgian Bonds KBC stelt u, als promotor, Belgian Bonds voor, een compartiment van de Belgische bevek (1) KBC Participa-
(1) Zie voetnoot 1 op de laatste bladzijde.
Belgian Bonds is een nieuw compartiment van de bevek naar Belgisch recht KBC Participation. Initiële inschrijvingsperiode van 02/01/2012 tot 27/01/2012 (behoudens vervroegde afsluiting). Initiële inschrijvingsprijs: 1000 euro (kapitalisatie- of distributiedeelbewijzen). Na de lancering kan er dagelijks in- en uitgetreden worden tegen de geldende NIW. Toetredingskosten: 2,5%. Uittredingskosten: géén. Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Volgens de actuele wetgeving: Beursbelasting kap (max. 750 euro): 0,5% bij verkoop. Roerende voorheffing op dividenden (distributieaandelen): 15%. Meerwaarden zijn niet onderworpen aan roerende voorheffing. Financiële dienst: KBC Bank, CBC Banque en Centea. Vereenvoudigd prospectus, prospectus en het laatste periodiek verslag in alle kantoren van KBC Bank, CBC Banque en Centea.
Strategie & Accenten
10
Tak 23-beleggingsverzekering(1)
In de kijker
klemtonen • Verzeker u van een minimumrendement • Spreid uw aandelenbeleggingen over kwaliteitsvolle ondernemingen
Kies voor kwaliteitsaandelen
Door de grote risicoafkeer zijn de aandelenmarkten vandaag erg goedkoop. Niemand kan evenwel een exacte voorspelling maken van de conjunctuurontwikkeling. Vast staat dat wie een graantje wil meepikken van een eventueel herstel belegd moet zijn. Want ook op momenten dat beleggers meer houvast zouden willen dan het economische nieuws hen aanreikt, is het verstandig om belegd te zijn. De Belgische en de Europese beurzen hebben nog altijd te lijden onder de Europese schuldencrisis. Het vraagt meer tijd om de neuzen van de Europese politici in dezelfde richting te zetten, meer tijd in ieder geval dan de financiële markten voor lief achten. Men zou daarbij wel eens vergeten dat elke week een stap(je) wordt gezet op weg naar een definitieve oplossing. De conjunctuurvertraging in het westen wordt door alsmaar meer economisch nieuws bevestigd. Maar dat is zeker niet overal in de wereld het geval. De wereldeconomie is er beter aan toe dan wij in Europa ervaren.
KBC-Life Multinvest Best Of Quality Stocks-2 KBC lanceert als verzekeraar, Best Of Quality Stocks-2, een compartiment onder de tak 23-beleggingsverzekering KBC-Life Multinvest. De inventariswaarde volgt een korf van 20 aandelen van kwaliteitsbedrijven. Dat zijn aandelen van bedrijven die goed scoren op basis van een kwalitatief management, een gezonde balansstructuur en een solide langetermijnvisie. Ze hebben bovendien een hoge beurskapitalisatie. Op de einddatum, 31/08/2017, wordt ofwel de vooropgestelde minimum meerwaarde van 15% in rekening gebracht, ofwel de eventuele stijging van de aandelenkorf als dit resultaat hoger is dan de vooropgestelde minimummeerwaarde. De minimum meerwaarde van 15% levert de belegger een gemiddeld rendement op jaarbasis van 2,54%, vóór kosten en taksen. De stijging van de aandelenkorf wordt berekend als (eindwaarde min start-
waarde) gedeeld door startwaarde. Het oorspronkelijke beginkapitaal is 100% beschermd op einddatum (vóór kosten). Het compartiment heeft een wettelijke risicoklasse: III op een schaal van Ø (laag risico) tot VI (hoog risico). Daardoor komt deze belegging in aanmerking voor alle beleggers.
(1) Zie voetnoot 3 op de laatste bladzijde.
Voorwaarden: Emissieperiode van 02-01-2012 tot 27-01-2012 (behoudens vervroegde afsluiting). Betaaldatum: 07-02-2012. Initiële inventariswaarde: 1000 EUR. Minimum beginstorting 2 500 EUR. Instapkosten: 3% per storting, afgetrokken van het intekenbedrag. Verzekeringstaks op stortingen: 1,1%. Uitstapkosten vóór de einddatum: 1%, op de einddatum: 0%. Minimaal opgevraagd bedrag: 1 250 EUR. Bij een gedeeltelijke opvraging moet minimum 1 250 EUR belegd blijven.
Strategie & Accenten
11
klemtonen
In focus aandelenmarkt
• Groei in grote mate te danken aan mobiel dataverkeer … • … en aan het succes van smartphones (iPhone) en tablets
Patenten zijn een waardevol bezit voor technologiebedrijven
Nieuwe investeringen nodig in telecomnetwerken De investeringen in infrastructuur voor mobiele telecommunicatienetwerken nemen toe. De sector verwacht een forse groei van die investeringen in 2012. Enerzijds is er een capaciteitsuitbreiding nodig en anderzijds moet verouderde infrastructuur vervangen worden. De groei is in grote mate te danken aan de uitrol van netwerken
van de derde generatie in de opkomende markten. De prijzen voor telecomhardware blijven onder druk staan. De noodzaak voor continue upgrades van de software en de nood aan verruiming van het productaanbod moeten op termijn de druk op de prijzen verminderen. Het mobiel dataverkeer is sinds eind 2010 groter dan het mobiel spraakverkeer en analisten verwachten dat het de komende vier jaar met 90% per jaar zal groeien. Daarvoor zal een belangrijke uitbreiding van de capaciteit nodig zijn. De gemiddelde bezettingsgraad op piekmomenten is nu al hoger dan verwacht. Ericsson is goed geplaatst om zijn marktaandeel te verhogen. Samen met het Chinese leveranciers kan het een van de winnaars worden, ten koste van Nokia Siemens Networks. Door tegenvallende omzet en dalende marges in zijn handsetsdivisie heeft Nokia de winst- en omzetverwachtingen voor de komende kwartalen verlaagd. Dat is te wijten aan de zwakke verkopen in Europa en in China. In Europa gaat de merkbekend-
Strategie & Accenten
heid van Nokia achteruit. De neergang in China bewijst dat de positie van het bedrijf ook in de opkomende markten in gevaar is. Door de slechte resultaten zal het voor Nokia moeilijk worden om zijn marktpositie voor smartphones te versterken. Het zijn Apple en Android die op dit moment in de kijker lopen. Voor een derde partij zoals Nokia of Microsoft wordt het moeilijk om nog een rol van betekenis te spelen in het segment smartphones.
Bedrijven wapenen zich met patenten Google heeft 12,5 miljard USD veil voor Motorola Mobility. Dat bedrijf is de consumententak van het vroegere Motorola die smartphones, tablets en settop boxen produceert. De belangrijkste drijfveer voor de overname zijn ongetwijfeld de 17 000 patenten die het bezit. De strijd op de markt voor mobiele telefoons wordt fel gestreden. Onderling vechten fabrikanten zoals Apple en softwareproducenten zoals Microsoft rechtszaken uit over de schending van elkaars intellectuele eigendommen. Google, die het open besturingssysteem Android levert, steunt zijn partners bij deze aanvallen. Google greep recentelijk naast de
12
patenten van een andere telecomspecialist, die binnengerijfd werden door een consortium onder leiding van Apple. Met Motorola Mobility erbij heeft Google nu een veel betere positie in deze strijd. Google krijgt ook de mogelijkheid om zelf smartphones en tablets te produceren met het eigen besturingssysteem Android. Google is evenwel niet van plan om Android gesloten te maken en wil de software geïnstalleerd krijgen op zoveel mogelijk toestellen. De overname van Motorola geeft het nog heel kleine Windows Phone meer aandacht. Officieel zijn de Androidpartners een voor een blij met de inlijving van een van hun concurrenten door Google. Dankzij de betere patentbescherming moeten ze nu zelf minder opdraaien voor de kosten bij het schenden ervan. De meeste Androidspelers zijn erg afhankelijk van Google en daardoor kunnen ze ook meer naar het mobiele platform van Microsoft kijken. Mogelijks willen ze Google niet zien als hun voornaamste partner en tegelijkertijd een belangrijke concurrent. De overeenkomst tussen Microsoft en Nokia gaat minder ver dan de
“mobiel dataverkeer zal de komende vier jaar met 90% per jaar groeien”
overeenkomst tussen Google en Motorola Mobility. Microsoft zet niet de laatste stap door zelf de hardware te gaan maken en kan zich nu positioneren als de enige onafhankelijke leverancier van besturingssystemen voor mobiele toestellen. Een overname van Nokia door Microsoft ligt dan ook niet voor de hand.
Qualcomm hebben een stevig marktaandeel bij smartphones die gebruik maken van Android. Het marktaandeel van Android binnen smartphones neemt verder toe en dat speelt in het voordeel van Qualcomm. Ook worden tablets op de markt gebracht die halfgeleiders van Qualcomm bevatten.
De commerciële doorbraak van smartphones zoals de iPhone van Apple en het toenemend gebruik van mobiele netwerken van de derde generatie (3G) geeft de winstgroei van Qualcomm een duw in de rug. De vergoeding voor het gebruik van octrooien is namelijk mee gebaseerd op de verkoopprijs van een mobilofoon. Het verkoopsucces van de duurdere handsets komt de onderneming duidelijk ten goede. De halfgeleiders van
Bent u geïnteresseerd in aandelenbesprekingen? Vraag aan uw KBC-bankkantoor om u ook de publicatie Strategie & Accenten AANDELEN te bezorgen.
105 100 95 90 85 80 75
Source: Thomson Reuters Datastream
J F M A M J J A MSCI AC WORLD U$ - PRICE INDEX (~E ) MSCI ACWI IT $ - PRICE INDEX (~E )
2011 S
O
N
D
Technolgiesector laat de brede markt achter zich
Bedrijfsinformatie Ericsson
Ericsson is wereldleider in het ontwerpen en het ontwikkelen van mobiele netwerkinfrastructuur. Advies: kopen Advieswijzigingen: 10-01-2011 van verkopen naar afbouwen 19-07-2011 Van afbouwen naar kopen Koers: 70,40 SEK Koersdoel: 85,00 SEK
Nokia
Nokia is de grootste producent van mobiele telefoons. Advies : verkopen Advieswijzigingen: 10-01-2011 Van koopwaardig naar houden 01-06-2011 Van houden naar verkopen Koers: 3,77 EUR Koersdoel: 3,00 EUR Strategie & Accenten
Apple
Apple ontwerpt, fabriceert en verkoopt pc’s en communicatieoplossingen. Advies : kopen Advieswijzigingen: geen Koers: 405,00 USD Koersdoel: 500,00 USD
Microsoft
Naar omzet gemeten is Microsoft het grootste softwarebedrijf. Advies : opbouwen Advieswijzigingen: 10-01-2011 : van koopwaardig naar opbouwen Koers: 25,96 USD Koersdoel: 31,00 USD
Google is een toonaangevende website in alle belangrijke landen ter wereld. Advies : kopen Advieswijzigingen: 10-01-2011 : van sterk koopwaardig naar kopen Koers: 645,90 USD Koersdoel: 770,00 USD
Qualcomm
Qualcomm is een leverancier van chips en diensten die gebaseerd zijn op de CDMAtechnologie. Advies : Opbouwen Advieswijzigingen: 10-01-2011 van koopwaardig naar opbouwen Koers: 54,70 USD Koersdoel: 63,00 USD
13
klemtonen
In focus obligaties
• Renteverschillen voor het Belgische risico … • … kunnen afbrokkelen naarmate eurocrisis opgelost raakt
(1)
Belgisch staatspapier biedt aantrekkelijk rendement
België staat niet langer in de schaduw van de eurocrisis In de eurocrisis bleef België lange tijd buiten het vizier van de financiële markten. Het onvermijdelijke is evenwel gebeurd, al viel het tijdstip verwonderlijk laat in 2011. De tijd dat België aan “Duitse voorwaarden” geld kon lenen, aan rentevoeten die maar een paar basispunten hoger liggen dan de rente die Duitsland betaalt aan zijn obligatiehouders, is voorbij.
België behoort nog altijd bij de betere debiteuren
Ons land zal voortaan een hogere prijs moeten betalen om zijn begrotingstekorten te financieren en de vervallen overheidsobligaties opnieuw te plaatsen. Naarmate de eurocrisis van de ene naar de andere episode vorderde, was het renteverschil tussen België en Duitsland wel al opgelopen, maar slechts in lijn met de brede marktontwikkeling. De hoge staatsschuld, de aanslepende regeringsonderhandelingen, de onevenwichtige financiering van de federale en regionale taken, het gebrek aan een maatschappelijke eensgezindheid over een duurzame soberheidspolitiek, de middelpuntvliedende krachten van de communautaire verhoudingen …, redenen genoeg om het vertrouwen van de buitenlandse
Strategie & Accenten
beleggers op de proef te stellen. Het moest ooit de aandacht van buitenlandse obligatiebeleggers trekken. Het renteverschil tussen Belgische en Duitse overheidsobligaties piekte op 25 november 2011 op 3,65 procentpunten. In de periode 2003-’07, de periode vóór het uitbarsten van de Griekse crisis, bedroeg het renteverschil gemiddeld maar zo’n 0,05 procentpunten.
Renteverschillen blijven groot Ondertussen is het wantrouwen tegenover België al een beetje bijgekleurd. Maar het huidige renteverschil van 2,25 procentpunten waarmee een tienjaarse OLO vandaag noteert, is nog altijd even onverantwoord als een renteverschil van 0,05 procentpunten. Een niveau tussen deze twee uitersten lijkt een meer normale premie voor het ‘Belgisch’ risico. Naarmate de euro(1): zie voetnoot 2 op de laatste bladzijde
14
crisis stap voor stap naar een oplossing evolueert, kan het renteverschil tegenover Duitsland in de loop van 2012 afbrokkelen. En daar moet de belegger in Belgische overheidsobligaties een graantje kunnen van meepikken.
België behoort nog altijd bij de betere debiteuren De kredietbeoordeling van België zal allicht nooit meer zo dicht bij die van Duitsland komen als ze de voorbije tien jaar was. Na de ratingverlaging door kredietbeoordelaars Standard & Poor’s en door Moody’s behoort België niet meer tot de absolute koplopers (Duitsland, Frankrijk, Nederland, Finland en Oostenrijk), maar toch nog altijd bij de betere. Italië scoort maar
liefst drie treden lager. De grote troef van België is en blijft evenwel dat zijn schuld volledig in het binnenland kan worden gefinancierd. België heeft rijke burgers en een arme overheid. Daardoor is een beroep doen op buitenlandse investeerders per saldo niet echt nodig. Het succes van de uitgifte van de Staatsbons van november zette dat aspect in de verf.
Nieuwe regering kiest resoluut voor soberheid De nieuwe regering Di Rupo plant besparingen ten belope van 11,3 miljard euro, zo’n 3% van het Belgische bruto binnenlands product. Het besparingsprogramma moet het begrotingstekort doen dalen van 3,8% in 2011 naar 1,8% in 2013. Tegen 2015
wordt een begrotingsevenwicht nagestreefd. Binnen een EMU-context is dat relatief snel. Dat is haalbaar omdat het Belgische begrotingstekort minder hoog opliep dan bij de andere Europese lidstaten en omdat de Belgische economie sneller groeit dan het Europese gemiddelde. België behoort niet meer tot de koplopers in het Europese peloton, maar op het vlak van de competitiviteit scoren we beter dan heel wat Zuid-Europese landen. Bovendien was er de voorbij twee jaar een positieve ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Tegen deze achtergrond hebben Belgische overheidsobligaties nog een troef. Het lopende rendement is zelfs hoger is dan op bedrijfsobligaties met een vergelijkbare restlooptijd. We vergelijken in dit geval met schuldpapier van niet-financiële ondernemingen.
7,5 Italië
6,5
5,5
4,5
België
3,5
2,5 Duitsland 1,5 01-2007
01-2008
01-2009
01-2010
01-2011
Tienjaarsrente in Duitsland, België en Italië
Onze obligatieselectie(2) Munt
Lening
Uitgifteprijs of indicatieve koers
Coupon
Rating
Secundaire markt AUD
VW FIN SERVICES 5,125% 30/09/2014
101,750%
4,430%
A3
CAD
COMMONWEALTH BANK AUSTRALIA 3,625% 14/10/2014
104,450%
1,960%
Aa2/AA
EUR
UCB SA 5,750% 27/11/2014
104,800%
3,963%
NZD
BMW FINANCE NV 4,625% 22/09/2014
103,550%
3,240%
A2/A-
PLN
EIB 6,500% 12/08/2014
105,650%
4,160%
Aaa/AAA
SEK
RABOBANK NEDERLAND 3,250% 30/06/2014
103,400%
1,840%
Aaa/AA
TRY
KFW 7,500% 02/08/2013
99,350%
7,910%
Aaa/AAA
TRY
KFW 7,625% 04/11/2014
98,400%
8,260%
Aaa/AAA
TRY
RABOBANK NEDERLAND 10,000% 25/07/2013
101,100%
9,130%
Aaa/AA
TRY
VOLKSWAGEN FIN. SERVICES NV 8,500% 16/12/2013
98,250%
9,510%
A3/A-
Strategie & Accenten
(2) zie voetnoot 2 op de laatste bladzijde.
15
Beeldspraak Aggressieve reclamecampagnes en zacht weer voor de tijd van het jaar zorgen ervoor dat de kleinhandel goede zaken doet. In de VS rapporteerde de kleinhandel een omzetgroei van 3,2% tegenover 5,2% in dezelfde periode van 2010. Het consumentenvertrouwen blijft evenwel kwetsbaar. Vele werkloze Amerikanen geraken moeilijk aan een job of ze stellen zich vragen over het schuldsaldo in verhouding tot de teruggevallen waarde van hun woning. In Europa drukt de aanslepende schuldencrisis op het sentiment van de gezinnen. De verschillen tussen de lidstaten lopen evenwel sterk uiteen. De hoge werkloosheid in Zuid-Europa remt de consumentenbestedingen af. De hoge tewerkstelling in lidstaten zoals Duitsland vaagt vele twijfels van tafel. Smartphones of tablets zoals de iPad van Apple gaan als zoete broodjes over de toonbank.
WWW Meer info op: www.kbc.be/beleggers
Briefwisseling aan: KBC BANK NV, KBC Asset Management, Havenlaan 6, 1080 Brussel Strategie & Accenten is een publicatie van KBC Asset Management NV (KBC AM). Voor de gegevens die dienen als uitgangspunt voor de projecties, scenario’s, prognoses en richtkoersen wordt een beroep gedaan op betrouwbare bronnen en eigen onderzoek. Deze aanbeveling valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007 dat de voorschriften bevat ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied en valt bijgevolg onder de wettelijke omschrijving van publicitaire mededeling. De fondsbeheerders van KBC AM kunnen vóór de verspreiding van deze aanbeveling handelen in de besproken aandelen. De artikelen in de publicatie vormen op zich geen gepersonaliseerd beleggingsadvies. De belegger dient zelf nog, best in samenspraak met zijn adviseur Sparen en Beleggen of relatiebeheerder, na te gaan of de besproken activa passen bij zijn persoonlijk risicoprofiel en zijn concrete beleggingsportefeuille. KBC AM noch enige andere vennootschap van de KBC-groep kan aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de gegevens. Verantwoordelijke uitgever / hoofdredacteur: Alex Wolfers, Product & knowledge management KBC AM / Christiaan De Moor Feiten versus andere informatie met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven: Voor de beursgenoteerde bedrijven die in deze publicatie vermeld worden, publiceert KBC AM een aandelenfiche op zijn website. Deze aandelenfiche bestaat enerzijds uit puur feitelijke informatie en anderzijds uit de mening van de analist over dat bedrijf. Die laatste tekstgedeelten hebben een gekleurde achtergrond. Frequentie van de advieswijzigingen De analisten van KBC Asset Management volgen de gebeurtenissen in de financiële wereld op de voet. Het aandelenadvies is een conclusie van een zorgvuldige afweging van drie dimensies: het aandeel zelf, de sector waartoe het bedrijf behoort en de regio waarin het gevestigd is. Elke wijziging in één van die drie componenten kan aanleiding geven tot een advieswijziging. De adviesmethodiek Een uitvoerig omschrijving van onze adviesmethodiek staat in de editie van Strategie & Accenten nummer A01 van 6 januari 2011. Deze editie is raadpleegbaar op www.kbcam.be/aandelen/adviesmethodiek. Een exemplaar van deze brochure is ook verkrijgbaar in elk KBC-kantoor. Voor een aantal essentiële elementen van deze beleggingsaanbeveling, die wegens plaatsgebrek niet in deze fiche zijn opgenomen, kunt u de “Algemene richtlijnen m.b.t. de beleggingsaanbevelingen van KBC Asset Management” raadplegen op www.kbcam.be/aandelen. Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com
(1) Een bevek is een Instelling voor Collectieve Belegging (ICB). Een ICB wordt doorgaans opgericht door een financiële instelling, maar vormt een onafhankelijke juridische entiteit. Een deelbewijs gekocht in een ICB geeft recht op een deel van het resultaat in functie van het belegde bedrag. Het belegde kapitaal kan evenwel in waarde verminderen. De belegging in een ICB laat toe om het beleggingsrisico te spreiden en de toegang tot de beurzen en buitenlandse markten te vergemakkelijken. Beleggingen in ICB’s worden gedekt door het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dit betekent dat een tegemoetkoming kan bekomen worden bij het beschermingsfonds ten belope van maximaal 20.000 EUR als een kredietinstelling of een beursvennootschap rechten van deelneming van ICB’s aanhoudt voor rekening van haar cliënten en deze niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaars. Er wordt opgemerkt dat het eventuele verlies aan waarde van een ICB ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs niet wordt gedekt door het Beschermingsfonds. (2) Een obligatie is een schuldtitel uitgegeven door een onderneming, een overheidsinstelling of een staat, terugbetaalbaar op een datum en voor een bedrag dat op voorhand werd vastgelegd en dat een interest opbrengt. (3) KBC-Life Best Quality Stocks-2 is een beleggingsfonds onder KBC-Life Multinvest, een tak 23-beleggingssverzekering aangeboden door KBC Verzekeringen. Men kiest zelf de begunstigde die bij overlijden het opgebouwde vermogen ontvangt. Bovendien blijft het vermogen tussentijds beschikbaar. Men kan altijd de volledige som of een deel ervan opvragen. De waarde van de fondsen en hun eenheden is niet gewaarborgd door de verzekeringsonderneming en kan schommelen in de tijd. Het financiële risico wordt gedragen door de verzekeringnemer. Meer gegevens vindt u in het beheersreglement en in de financiële infofiche bij uw KBC- tussenpersonen. Zetel van de vennootschap: KBC Verzekeringen NV – Professor Roger Van Overstraetenplein 2 – 3000 Leuven – België. BTW BE 0403.552.563 – RPR Leuven – Bankrekening 730-0042006-01 – FSMA 038571 A – IBAN BE43 7300 0420 0601– BIC KREDBEBB. Onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (KB 4 juli 1979, BS 14 juli 1979). KBC Bank NV, FSMA 026 256 A
Volgend nummer verschijnt op 2 februari 2012