&
Strategie Accenten ... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen
Hoe groot moet een 2 pensioenreserve zijn? Een bladzijde omslaan
4
Technologie aan 10 de vooravond van een nieuwe investeringsgolf Aandelen uit de 11 eurozone te goedkoop om te negeren Haal uw voordeel uit 12 dĂŠ groeipool van de wereldeconomie Hoogrentende obligaties Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering Nr. 03 - 1 maart 2012
14
Klemtonen
Thema
• Denk nu al na over uw oude dag … • … en vergeet de hospitalisatieverzekering niet
Hoe groot moet een pensioenreserve zijn?
Hoewel de meeste mensen hun oude dag het liefst in hun eigen huis doorbrengen, is een verblijf in een rusthuis dikwijls de enige oplossing. Maar de kosten van een goede verzorging lopen al snel op. Voorkom financiële zorgen door op tijd aandacht te besteden aan de opbouw van een kapitaal om de kosten voor ons levensonderhoud op latere leeftijd te betalen. Maar hoe bepalen we de omvang van dat kapitaal? Voor de meeste mensen is het inschatten van dat appeltje voor de dorst heel lastig. Daarom denken we even met u mee.
Ga uit van het duurste scenario De levensverwachting en de gemiddelde leeftijd waarop mensen naar een rusthuis verhuizen zijn makkelijk te vinden. Ook het verwachte rendement op lange termijn van een beleggingsportefeuille en van elk type belegging zijn vlot beschikbaar. Maar hoe dat er in onze individuele situatie zal uitzien, kan niemand voorspellen. Om de sociale zekerheid betaalbaar te houden, wordt de thuiszorg uitgebreid. Dat is namelijk de goedkoopste zorgformule, die bovendien tegemoetkomt aan de wens van veel bejaarden om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Toch bereiden we ons het best voor op een verblijf in een rusthuis, de duurste zorgformule voor ouderen. De dagprijs schommelt daar nu rond de 50 euro. Om de bijkomende medische kosten op te vangen, sluit u het best tijdig een hospitalisatieverzekering af. Voeg daarbij nog 5 euro voor persoonlijke uitgaven en dat maakt een kostprijs van 55 euro per dag.
Strategie & Accenten
2
Vergeet de inflatie niet Iemand die zich vandaag wil voorbereiden op een verblijf in een rusthuis over 25 jaar, dus vanaf 2036, moet rekening houden met een jaarlijkse inflatie van 2% (het streefdoel van de Europese Centrale Bank) of voorzichtigheidshalve met een jaarlijkse inflatie van 2,5%. In dat tempo verhoogt een dagprijs van 50 euro tot 102 euro of 37 250 euro voor het hele jaar 2036.
Voor hoeveel kapitaal moet u zorgen? De ontwikkelingen op de financiële markten verlopen veeleer cyclisch. In sommige perioden vertonen de aandelenmarkten daardoor grote schommelingen. Dat heeft belangrijke gevolgen voor personen die uit hun belegde kapitaal een maandelijks of jaarlijks inkomen willen halen. Een portefeuille die belegd is volgens het dynamisch risicoprofiel maakt een jaarlijkse uitkering mogelijk van 3,5 à 4% van het beginkapitaal. Als de uitkering lager is dan deze grens blijft niet alleen het oorspronkelijk kapitaal behouden, in de loop der jaren mag de uitkering ook aangepast worden aan de inflatie. In ons voorbeeld hebStrategie & Accenten
ben we voor de periode vanaf 2036 een jaarlijkse behoefte van 37 250 euro. Het wettelijk pensioen vult die behoefte deels in. In 2010 bedroeg een maandelijks pensioen gemiddeld 944 euro of 11 328 euro1 op jaarbasis. In 2036 zal dat jaarlijkse bedrag door de inflatie oplopen tot ongeveer 21 000 euro. Daardoor bedraagt het jaarlijkse tekort 16 250 euro (37 250 - 21 000 euro). Als dit bedrag niet hoger mag oplopen dan 3,75% van het beginkapitaal, dan heeft u een beginkapitaal nodig van 433 333 euro, namelijk 16 250 euro gedeeld door 3,75%. U kunt ook kiezen voor een afbouwplan, waarbij u telkens ook een deel van het kapitaal gebruikt om het tekort aan te vullen. Mogelijk heeft u een hogere pensioenuitkering of geniet u extra inkomsten zoals huur. Ieder van deze voorbeelden zal het benodigde beginkapitaal verlagen.
Bewaak uw risicoprofiel Bij opnemingen is het aangewezen eerst de liquiditeiten aan te spreken. Hun rendement is namelijk het laagst. In een volgende fase kunt u de vastrentende waarden opnemen. Omdat aandelenbeleggingen op
lange termijn gemiddeld gezien het hoogste rendement opleveren, zullen die pas in laatste instantie worden aangewend. Wanneer u deze werkwijze zonder tussentijdse bijsturingen toepast, zou dat evenwel resulteren in een sterke verhoging van het risico van uw portefeuille. Uiteindelijk zouden er namelijk alleen nog aandelen in de portefeuille zitten. Daarom is het belangrijk om ervoor te zorgen dat uw portefeuille op ieder moment belegd is in overeenstemming met uw risicoprofiel.
Hulp van werkgever en fiscus Ongeveer 70% van de werknemers bouwt via zijn werkgever een aanvullende pensioenreserve op. Zelfstandigen kunnen een pensioenreserve aanleggen via het Vrij Aanvullend Pensioen. Onder bepaalde voorwaarden kunnen we tussen 18 en 64 jaar gebruikmaken van fiscale stimuli in het kader van het pensioensparen of van het langetermijnsparen. Voor al deze spaarvormen geldt evenwel: jong begonnen, is half gewonnen. Voor de eenvoud houden we geen rekening met belastingen of met mogelijke overheidsmaatregelen om de pen-sioenen betaalbaar te houden.
1
3
Klemtonen
Strategie
• Onzekerheden afgenomen • Speel in op het conjunctuurherstel • Profiteer mee van daling risicoafkeer
Een bladzijde omslaan
De recente ontwikkelingen in de Griekse tragedie en de houding van de hoofdrolspelers hebben aangetoond dat er na twee jaar van crisismanagement nog geen fundamentele oplossing voor de crisis van de Griekse overheidsfinanciën is. De bedreiging ervan voor het Europees financieel systeem lijkt wel weggenomen. Ook de economische data zijn aan de beterhand. Het risico van een nieuwe wereldwijde recessie is daardoor verder afgenomen. Voldoende redenen om de beleggingsportefeuille wat dynamischer in te vullen.
De eurocrisis is afgeboekt Een echte oplossing is er niet, maar Europa is er in de voorbije maanden wel in geslaagd het Griekse probleem te isoleren en te beletten dat een eventueel Grieks faillissement de hele eurozone zou ontwrichten. De aanpak van de trojka van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Muntfonds (IMF) heeft de risico’s voor de Europese economie in zijn geheel en voor de financiële sector in het bijzonder fors verkleind. Het besmettingsgevaar mag de voorbije weken dan wel sterk afgenomen zijn, helemaal verdwenen is het niet.
Strategie & Accenten
Conjunctuurhemel klaart op
De kracht van desinflatie
Europa stevent af op een aantal kwartalen van negatieve groei. De forse daling van de vertrouwensindicatoren is pas heel recent gestopt. Als er nauwelijks economische groei is, wordt het nog moeilijker om de begrotingsdoelstellingen voor 2012 en 2013 te halen. De gevolgen van de zwakke conjunctuur in Europa voor de wereldeconomie zijn evenwel beperkt. De economische omgeving in de eurozone verschilt sterk van die in de VS. In de voorbije maanden heerst er een opvallend conjunctuuroptimisme. De toename van de werkgelegenheid en het toenemende ondernemersvertrouwen suggereren dat de economie er uit de gevarenzone van een recessie komt: De toonaangevende ISM van de verwerkende nijverheid stijgt al vier maanden op rij. Ze staat nu op 54,1, ver buiten de gevarenzone van een recessie. Ook de Amerikaanse consument toonde zich in de voorbije maanden in toenemende mate optimistisch. Niet toevallig valt de ontwikkeling van de conjunctuurbarometers samen met de ontwikkeling van de inflatie; In de voorbije vijf maanden kwamen er per maand gemiddeld 185 000 nieuwe banen bij. De werkloosheidsgraad is gedaald van 9,1% begin 2011 tot 8,3% in januari 2012. In dit verkiezingsjaar zal president Obama er alles aan doen om de jobgroei boven de 200 000 per maand te houden.
De verwachte daling van de inflatie kan de economische groei aanzwengelen. In 2011 was de inflatie fors opgelopen onder druk van stijgende olie-, voedings- en grondstoffenprijzen. Die prijzen piekten al in het voorjaar van 2011. Sinds het najaar vertaalt zich dat nu ook in een afkoeling van de inflatie. Het jaar 2012 kan dus teruggeven wat 2011 ontnomen heeft: koopkracht voor de gezinnen, zuurstof voor de economie.
•
•
De olie- en grondstoffenprijzen spelen een belangrijke rol in het inflatiescenario. Er is altijd wel iets dat de oliemarkt verstoort. Vandaag zijn dat vooral de nucleaire ambities van Iran. Als de olieprijs rond het huidige niveau blijft, daalt de inflatie in Europa tot ongeveer +1,4% tegen het einde van 2012. Als de olieprijs tot 100 dollar per vat terugvalt, daalt de inflatie pijlsnel naar 0%. Alleen als de olieprijs tot 135 dollar stijgt, blijft de inflatie rond 3% schommelen.
Bedrijfsresultaten: positieve verrassingen krijgen de bovenhand Over het vierde kwartaal van 2011 hebben Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen (S&P 500) een gemiddeld 3,5% hogere winst gerapporteerd. Minder spectaculair dan in de
4
voorgaande kwartalen, maar nog altijd een puik resultaat. In de VS liggen de bedrijfswinsten al 7% hoger dan het vorige historische record. De bedrijven uit de MSCI Europe publiceerden daarentegen een 6,5% lagere winst dan in het kwartaal voordien.
De gevolgen van de zwakke conjunctuur in Europa zijn beperkt
De explosieve winsten in de voorbije kwartalen hebben de kasposities van de bedrijven verder aangedikt. Tijdens de voorbije crisisjaren hebben veel bedrijven hun investeringen sterk teruggeschroefd, maar we geloven dat een inhaalbeweging op gang kan komen. Het kwam nog niet echt tot uiting in de bbp-groeicijfers of de werkgelegenheidstatistieken, maar de Amerikaanse industrie liet in de voorbije maanden een krachtig herstel zien. Sinds het dieptepunt in mei 2009 (67,3%) is de capaciteitsbezettingsgraad al gestegen tot 78,1 in januari (ter vergelijking: het vorige hoogtepunt lag op 81,3%).
25
25
Waardering als buffer
20
20
15
15
10
10
De totale winstmassa van de Amerikaanse bedrijven (S&P 500) ligt vandaag meer dan 7% hoger dan het vorige record uit het tweede kwartaal van 2007. De aandelenkoersen liggen evenwel nog 14% lager. Dat is de essentie van de goedkope waardering van aandelen.
5
2002
03
04
05
06
MSCI Europe
07
08
09
10
11
12
5
MSCI USA
Koers-winstverhouding Europa en VS
Strategie & Accenten
5
Aandelen zonder kapitaalbescherming Aandelen met kapitaalbescherming Obligaties
Strategie
Vastgoed Alternatieve beleggingen Liquiditeiten
Samenstelling van de portefeuille In de zeer defensieve doelportefeuille beleggen we 10% in aandelen. We vullen de aandelenpositie volledig in met beleggingsvormen met kapitaalbescherming (20%). Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 43% van de portefeuille uit, inclusief het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 10% van de portefeuille uit (dat is 50% van 20%, zie hoger). We beleggen 33% rechtstreeks in obligaties. Liquiditeiten maken 47% van de portefeuille uit. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in heel beperkte mate in een zeer defensieve portefeuille. In de defensieve doelportefeuille beleggen we 25% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 7,5% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 35%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 65% van de portefeuille uit tegenover onze langetermijnnorm van 75%. In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 17,5% van de portefeuille uit (dat is 50% van 35%, zie hoger). We beleggen 47,5% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties. De liquiditeiten (4,5% van de portefeuille) worden belegd in euro. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in beperkte mate in een defensieve portefeuille. In de dynamische doelportefeuille beleggen we 50% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 30% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 47% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 50%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 27% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max. 3 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille geen liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een dynamische portefeuille. In de zeer dynamische doelportefeuille beleggen we 70% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 50% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 30% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 25%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 10% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max. 3 jaar). We houden in een beleggingsportefeuille geen liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een zeer dynamische portefeuille.
Strategie & Accenten
20%
47%
33%
2% 4,5% 7,5% 3,5% 35%
47,5%
1% 2% 27%
30%
40%
8%
2% 50%
40%
6
Overheidsobligaties
Oog voor de essentie De aandelenmarkten presteerden sterk in de voorbije weken. Dat herstel heeft een cyclische dimensie - de positieve conjunctuursignalen, voornamelijk uit de VS - maar ook een structurele: het besef dat Europa een voldoende stevige verdedigingswal tegen de Griekse problemen heeft opgetrokken. De risicoafkeer is fors afgenomen en beleggers krijgen weer oog voor de essentie: Alleen met aandelenbeleggingen neemt men deel aan de hoogconjunctuur op wereldvlak; Zwakke economische groei in de klassieke industrielanden kan perfect samengaan met sterke bedrijfswinsten. Bedrijven zijn nog nooit zo welvarend geweest; Aandelen zijn goedkoop, cashbeleggingen en overheidsobligaties zijn duur; Dividenden kunnen de concurrentie met coupons aan.
• • • •
Net zoals vorige maand verhogen we het aandelengewicht in de portefeuilles. Omdat er ondanks de gunstige ontwikkelingen nog heel wat risico’s en onzekerheid blijven bestaan, hechten we veel belang aan het afdekken van het neerwaartse risico. Dat kan met beleggingsformules met kapitaalbescherming. Bedrijfsobligaties vormen de kern van de obligatieportefeuille. Het renteverschil met (Duitse) overheidsobligaties bedraagt zo’n drie procentpunten. Dat is nog altijd een voldoende vergoeding voor het kredietrisico. Tegen de achtergrond van ijzersterke bedrijfsresultaten is het risico op wanbetalingen bij de niet-financiële ondernemingen zeker niet toegenomen. In de obligatieportefeuille geven we de voorkeur aan obligaties met een relatief korte looptijd. Ook al vrezen we op korte termijn geen forse stijging van de obligatierente en beseffen we dat langere looptijden meer rente bieden dan korte. In de toekomst kan inflatie een risico vormen. Dan zijn lange looptijden nooit goed. We willen tijdig kunnen herbeleggen tegen hogere rendementen.
Bedrijfsobligaties Converteerbare obligaties Geïndexeerde obligaties Obligaties opkomende markten Euro- en Dollarsatellieten, PLN
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
EUR
USD
Andere
OBLIGATIEPORTEFEUILLE Zeer defensief profiel Defensief profiel (zeer) dynamisch profiel
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
EUR
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Defensief profiel
Andere
(zeer) dynamisch profiel
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
EUR
USD
Andere
OBLIGATIEPORTEFEUILLE (zeer) dynamisch profiel
Strategie & Accenten
7
Strategie Accenten in de portefeuille
Belgische overheidsobligaties Ondanks de recente ratingverlagingen geniet België een uitstekende kredietwaardigheid (AA-rating bij S&P). Ook in vergelijking met de andere eurolanden wordt België nog als relatief veilig ervaren. Eind november 2011 piekte het renteverschil tussen België en Duitsland op 365 basispunten. Vandaag bedraagt die zogenaamde spread nog zo’n 160 basispunten. Dat is ongeveer het gemiddelde renteverschil binnen de eurozone. De Belgische rating is evenwel beter dan dat gemiddelde. We verwachten dan ook dat het renteverschil met Duitsland nog kan dalen. Een dalende Belgische rente zal de koersen van overheidsobligaties doen stijgen.
Hoogrentende obligaties De schuldencrisis is een probleem van de klassieke - veelal westerse - industrielanden. Opkomende markten kampten in het verleden dikwijls met een (overheids)schuldenprobleem. Vandaag bedraagt de gemiddelde schuldgraad van de overheid er maar de helft van die in de klassieke landen. Een relatief sterkere economische groei maakt het kwaliteitsverschil nog groter. Toch liggen de rentevergoedingen in de opkomende markten aanzienlijk hoger. Een gespreide portefeuille van Strategie & Accenten
vastrentend papier uit de opkomende markten biedt al snel een rendement van meer dan 5% voor korte looptijden tot minder dan drie jaar. Heel wat munten uit opkomende markten zijn bovendien nog flink ondergewaardeerd tegenover de euro. Als ze verder verstevigen, kunnen ze voor een bijkomend rendement zorgen.
in de voorbije 15 jaar was de sector gemiddeld zo’n 38% duurder. De verwachte winstgroei (11%) ligt daarentegen in de lijn van de markt. Er is dus heel wat ruimte voor positieve verrassingen, aangezien de technologiesector van alle sectoren de hoogste winstgroei laat zien, zelfs tot twee keer hoger dan het marktgemiddelde.
Aziatische opkomende markten
Aandelen uit de eurozone
De opkomende markten, in het bijzonder de Aziatische, blijven de groeipolen van de wereldeconomie. Ze bieden ook op langere termijn heel wat potentieel. De economische groei is sterk; de productiviteit neem toe; de bevolking is relatief jong; er is geen sprake van een bankencrisis; …: alle voorwaarden voor een duurzame welvaartscreatie zijn aanwezig.
We nemen aandelen uit de eurozone als accent in de portefeuille op. De aandelenmarkten uit de eurozone bleven in het voorbije anderhalf jaar achter op de meeste andere regio’s. Sinds 23 oktober 2009 - de dag dat bekend werd dat de Griekse schuld- en begrotingscijfers geflatteerd waren – presteerde de MSCI EMU-aandelenindex (in euro) meer dan 50% slechter dan de Amerikaanse S&P 500. Het dieptepunt werd midden januari bereikt. Sindsdien heeft de eurozone nauwelijks 4% teruggewonnen.
Technologie In het vierde kwartaal van 2011 boekten technologiebedrijven een gemiddeld 20,4% hogere winst dan het jaar voordien. Apple leverde een belangrijke bijdrage tot dat winstgroeicijfer, maar ook heel wat andere bedrijven zetten sterke resultaten neer. Toch blijven analisten uitgaan van heel voorzichtige winstvooruitzichten. De koers-winstverhouding van 11,8 ligt zo’n 10% lager dan die van de brede Amerikaanse markt. In historisch opzicht is ze zelfs extreem laag, want
8
Sectorspreiding aandelenportefeuille Energie Basismaterialen IndustriĂŤle sectoren Cycl. consumentensectoren Niet-cycl. consumentensectoren Gezondheidszorg FinanciĂŤle sectoren Informatietechnologie Telecomoperatoren Nutsbedrijven 0%
2%
4%
Huidige spreiding
6%
8%
10%
12%
14%
16%
18%
20%
Neutrale spreiding
Economische vooruitzichten 27-02-2012 Economische groei (%) 2010 2011 2012 Inflatie (%) 2010 2011 2012 Beleidsrente (%) (*) 27-02-2012 Mei 2012 Augustus 2012 Tienjaarsrente (%) (*) 27-02-2012 Mei 2012 Augustus 2012 Wisselkoers (**) 27-02-2012 Mei 2012 Augustus 2012
EMU
VK
VS
Japan
1,6 0,0 1,2
0,9 0,9 1,6
1,7 2,0 2,1
-0,9 1,6 1,4
2,7 1,8 1,6
4,4 2,7 2,0
3,1 1,7 2,1
-0,2 -0,3 -0,2
1,00
0,50
0,25
0,10
1,98
2,19
2,01
0,99
1 EUR = GBP 0,84
1 EUR = USD 1,33
1 EUR = JPY 102,54
1 -
(*) : stijging van ongeveer 25 basispunten vanaf huidig niveau; : stijging van ongeveer 50 basispunten vanaf huidig niveuau; enz; : appreciatie van ongeveer 5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau; enz. ( * * ) : appreciatie van ongeveer 2,5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau
Strategie & Accenten
9
Instellingen voor collectieve belegging (ICB)(1)
In de kijker
Klemtonen • Groei onderschat • Technologiebedrijven delen in algemene malaise • Uitstel investeringen ten einde
Technologie aan de vooravond van een nieuwe investeringsgolf
De technologiesector is niet meer de groeier die het was in de jaren 1990. De groei is er evenmin gedaald tot het peil van een mature sector, ook al wijzen de huidige waarderingen in die richting. Door de vrees voor een wereldwijde recessie deelde de sector mee in de risicoafkeer bij de beleggers. Bovendien schroefden heel wat bedrijfsleiders hun investeringen in technologie terug tot het minimum. Daardoor zijn we vandaag beland in een situatie waarin het groeipotentieel van de sector onderschat wordt. Drie trends leggen de basis voor een sterke structurele groei.
•
We willen overal online zijn. Dat vuurt de verkoop van smartphones en tablet-pc’s aan. Onze slimme televisie brengt nieuwe toepassingen in de huiskamer en cloud computing houdt consumenten altijd in verbinding met hun sociale netwerk. Dat zorgt voor een exponentiële groei van het mobiele dataverkeer en het maakt forse investeringen nodig in de capaciteit van het netwerk. Bedrijven kunnen het vervangen van oude apparatuur niet langer uitstellen. Duur onderhoud wakkert het herstel van de investeringen aan. In het vierde kwartaal van 2011, een kwartaal waarin de conjunctuur haperde, hebben de technologiebedrijven een stevig resultaat geboekt. Wantrouwige beleggers blijven evenwel voorzichtige winstvooruitzichten voor ogen houden. De koers-winstverhouding van 11,8 voor de sector ligt lager dan die van de Amerikaanse markt. Over de voorbije 15 jaar waren de beleggers bereid om voor de sector een premie te betalen van 38%. Vandaag noteert de
•
•
sector met een korting van 10% terwijl de verwachte winstgroei van 11% in lijn ligt met die voor de brede markt. Er is dus heel wat ruimte voor positieve verrassingen.
Technology KBC stelt u, als promotor, Technology voor, een compartiment van de Belgische bevek (1) KBC Equity Fund. Het compartiment wordt actief beheerd en heeft als doel om minstens 75% van de activa te beleggen in aandelen van bedrijven uit de technologische sector waar de voorwaarden verenigd zijn om op korte of middellange termijn een versnelde economische groei mogelijk te maken. Het compartiment wordt uitgedrukt in USD. De schommelingen van de netto-inventariswaarde kunnen hoog zijn als gevolg van de samenstelling van de portefeuille.
(1) Zie voetnoot 1 op de laatste bladzijde.
KBC Equity Fund Technology is een compartiment van de bevek naar Belgisch recht KBC Equity Fund. Er kan dagelijks in- en uitgetreden worden. Toetredingskosten: 3%. Uittredingskosten: geen. Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Beursbelasting: kapitalisatiedeelbewijzen: 0,65% bij uittreding (max. 975 euro). Financiële dienst: KBC Bank, CBC Banque en Centea. Vereenvoudigd prospectus, prospectus en het laatste periodiek verslag in alle kantoren van KBC Bank, CBC Banque en Centea. Roerende voorheffing op dividenden (distributieaandelen): 21%. Afhankelijk van de individuele situatie van elke belegger kan de roerende voorheffing worden vermeerderd met een bijkomende heffing van 4%. Meerwaarden (kapitalisatieaandelen) zijn niet onderworpen aan roerende voorheffing.
Strategie & Accenten
10
Instellingen voor collectieve belegging (ICB)(1)
In de kijker
Klemtonen • Eurocrisis raakt ingedijkt • Europese bedrijven groeien buiten Europa
Aandelen uit de eurozone te goedkoop om te negeren
De financiële markten waren tot 23 oktober 2009 in de ban van de subprime-crisis, een direct gevolg van het herverkopen van hypotheekleningen aan de minst kredietwaardige gezinnen in de VS. Op die datum biechtte de Griekse overheid op dat haar cijfers over de overheidsschuld en over het begrotingstekort geflatteerd waren. Bij iedere nieuwe episode in de eurocrisis bleef de aandacht van de beleggers gefixeerd op Europa. Na een moeizaam besluitvormingsproces dat al meer dan twee jaar duurt, zijn de Europese bewindvoerders erin geslaagd om de crisis in te dijken. De Europese aandelenbeurzen liepen evenwel een grote achterstand op. Over deze periode was de Amerikaanse S&P 500-index in euro met 44% gestegen terwijl de MSCI EMU met 10% daalde. Een van de pijlers van onze beleggingsstrategie is dat het Grieks schuldenprobleem na twee jaar crisismanagement eindelijk geïsoleerd is. Anders gezegd: de beleggers houden in de koersen rekening met de slechtste uitkomst. Sinds het dieptepunt op 11 januari 2012 heeft de MSCI EMU een luttele 4% teruggewonnen. Dat kan het begin zijn van een inhaalbeweging. Want we zijn op een moment gekomen waar we een lans breken voor Europese aandelen. Een jaar geleden
stond de Europese beursgraadmeter ongeveer op hetzelfde peil als nu. Maar vandaag zijn de onzekerheden over een wereldwijde recessie, over een inflatieprobleem en over de sanering van de Europese staatsfinanciën … veel kleiner geworden. We blijven met beide voeten op de grond staan door een nulgroei naar voor te schuiven voor de Europese economie. Dat is beter dan we enkele kwartalen geleden voor ogen hadden. We mogen niet vergeten dat Europa een van de meest open economieën ter wereld is. Daardoor mogen we de Europese economie niet gelijkstellen met de Europese bedrijven. De schitterende exportcijfers van bedrijven zoals autofabrikanten of producenten van luxegoederen illustreren dat vele bedrijven hun zwakke omzetgroei in de eurozone compenseren met een sterke groei in andere regio’s.
Eurozone KBC stelt u, als promotor, Eurozone voor, een compartiment van de Belgische bevek (1) KBC Equity Fund. Het
compartiment wordt actief beheerd en heeft als doel om minstens 75% van de activa te beleggen in aandelen van bedrijven uit de eurozone. De beheerder kan in functie van de vooruitzichten bepaalde landen en/of sectoren over- of onderwegen. De schommelingen van de netto-inventariswaarde kunnen hoog zijn als gevolg van de samenstelling van de portefeuille.
(1) Zie voetnoot 1 op de laatste bladzijde.
KBC Equity Fund Eurozone is een compartiment van de bevek naar Belgisch recht KBC Equity Fund. Er kan dagelijks in- en uitgetreden worden. Toetredingskosten: 3%. Uittredingskosten: geen. Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Beursbelasting: kapitalisatiedeelbewijzen: 0,65% bij uittreding (max. 975 euro). Financiële dienst: KBC Bank, CBC Banque en Centea. Vereenvoudigd prospectus, prospectus en het laatste periodiek verslag in alle kantoren van KBC Bank, CBC Banque en Centea. Roerende voorheffing op dividenden (distributieaandelen): 21%. Afhankelijk van de individuele situatie van elke belegger kan de roerende voorheffing worden vermeerderd met een bijkomende heffing van 4%. Meerwaarden (kapitalisatieaandelen) zijn niet onderworpen aan roerende voorheffing.
Strategie & Accenten
11
Klemtonen
In focus aandelenmarkt
• Groei in Zuidoost-Azië oververhit niet • Beleggers lijken afkeer los te laten • Aandelen in de regio goedkoper dan in het Westen
Haal uw voordeel uit dé groeipool van de wereldeconomie
De aandelenbeurzen van de opkomende markten in Zuidoost-Azië bleven in 2011 sterk achter op de ontwikkeling van de wereldindex. Dat was te wijten aan een combinatie van verschillende ontwikkelingen. Zo had de regio te kampen met een versnelling van de algemene inflatie, vooral door de hoge prijsstijgingen voor voedingsproducten. Daarnaast vreesden de beleggers al een lange periode dat de hoge economische groei nog verder zou oplopen en een oververhitting zou veroorzaken. Daardoor zouden de
centrale banken met hun monetaire beleid nog meer op de rem gaan staan om de economische groei te vertragen. Tegen deze achtergrond twijfelden heel wat beleggers of de snelle economische groei in Zuidoost-Azië wel vol te houden was. Naarmate de maanden vorderden bracht het economische nieuws alsmaar meer de bevestiging dat deze problemen beheersbaar zijn. Vandaag is de houding van de beleggers tegenover de regio helemaal opgeklaard. Daardoor lijken de Aziatische aandelenbeurzen in de voorbije weken te beginnen aan een inhaalbeweging.
Goede langetermijnkeuze De opkomende markten van Zuidoost-Azië bieden op langere termijn heel wat potentieel. Het is namelijk zo dat de economische groei in de regio in de voorbije jaren alsmaar minder afhankelijk geworden is van de uitvoer. De regio werd namelijk gedurende vele jaren benut als lagekostenproducent. De onderlinge handel en de verkopen in het binnenland hebben evenwel een enorme vlucht genomen. Samen met Strategie & Accenten
de economische ontwikkeling groeide een ontluikende middenklasse die over een aanzienlijk besteedbaar inkomen beschikt. Die moet ook in de komende jaren voor een gezonde groei van de binnenlandse vraag kunnen zorgen. Het is zelfs zo dat de binnenlandse vraag –de gezinsconsumptie, de enorme investeringen in infrastructuur- stilaan de rol overnam van de uitvoer naar het westen, als motor van de groei.
Haalbare maatschappelijke uitdagingen voor de overheid In vergelijking met de oude westerse economieën staan de overheden in de opkomende markten van ZuidoostAzië voor haalbare uitdagingen. Dat is een groot contrast met het westen. In Europa, Noord-Amerika en Japan zullen de komende jaren maatregelen genomen moeten worden om de overheidsfinanciën weer in evenwicht te brengen en om voldoende reserves aan te leggen om de vergrijzing van de bevolking te financieren. Dat slorpt een deel van de welvaart op en het remt de economische ontwikkeling in het oude westen. Daardoor zal het groeiverschil tussen de opkomende en de klassieke landen alleen maar toenemen.
12
We hebben een boontje voor Azië Onze voorkeur voor de opkomende markten van Zuidoost-Azië is op verschillende elementen gestoeld. De demografische ontwikkelingen zijn er gunstig, de macro-economische fundamenten zijn er het stevigst en de uitvoer is er niet afhankelijk van de grillen op de grondstoffenmarkten. Met de regelmaat van de klok raakten de beleggers bevangen door twijfels over de houdbaarheid van de economische groei in landen zoals China. Maar telkens opnieuw verrassen de groeicijfers. Dat was in het vierde kwartaal van 2011 niet anders. Het is gevaarlijk om de groeiperspectieven van China in vraag te stellen voor dit jaar. 2012 is namelijk een belangrijk jaar voor de Chinese leiders, met een vernieuwing van het parlement en een machtswissel aan de top. Alles zal in het werk gesteld worden om de hoogconjunctuur te behouden. Het bevordert na-
melijk een soepele politieke overgang.
Zuidoost-Azië verdient eigenlijk een premie De aandelen uit de MSCI Emerging Asia-index noteren tegen een koerswinstverhouding van 10,8. Dat is een korting van ongeveer 10% in vergelijking met de waardering van de wereldindex, die noteert tegen een koerswinstverhouding 11,9. Traditioneel is er sprake van een korting, maar in het verleden waren de economische risico’s in de regio ook veel groter. Als de beleggers zich vandaag vragen stellen dan slaan die veeleer op de gezondheid van de economieën in de Oude westerse wereld dan in de opkomende markten. Ze verdienen dus veeleer een premie dan een korting.
Bent u geïnteresseerd in aandelenbesprekingen? Vraag aan uw KBC-bankkantoor om u ook de publicatie Strategie & Accenten AANDELEN te bezorgen.
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 01/2007
01/2008
01/2009
MSCI World AC
01/2010
01/2011
01/2012
MSCI Emerging Asia
Ontwikkeling van de Aziatische aandelen naast de brede aandelenmarkt
18.000
9,0
16.000
8,0
14.000
8,0
China
6,0
VS
5,0
2005
8.000
4,0
2011
6.000
3,0
12.000 10.000
2012-15 V
2,0
4.000
1,0
2.000
0,0
0 2005
2008
2011
Omvang binnenlandse automarkt (’000)
Strategie & Accenten
-1,0
NoordAmerika
Europa
Japan
Opkomende landen
waarvan Azië
Jaarlijkse groei reëel BBP (in %)
13
Klemtonen
In focus obligaties
• Er is een alternatief voor de lage rendementen • Spreiden is de boodschap
(2)
Hoogrentende obligaties
Oude en nieuwe wereld lopen uiteen De schuldencrisis is een probleem van de Oude wereld: Japan troont al jarenlang als schuldenkampioen. Na de financiële crisis hebben ook de VS, het VK en vele Europese lidstaten zich in het koppeloton van de grootste budgettaire zondaars genesteld. Dat is een groot contrast met enkele jaren geleden. Toen waren de opkomende markten dikwijls een haard van uit de hand lopende overheids- (en privé)
Euro en lage rendementen mijden door goed gespreid te beleggen in hoogrentende munten
schulden. Maar aan die periode is een einde gekomen. Vandaag horen vele opkomende economieën bij de meest voorbeeldige leerlingen van de klas. Gemiddeld bedraagt de schuldgraad van de overheid er maar de helft van die in de klassieke westerse landen. Hun betalingsbalans met het buitenland vertoont er evenwichtige externe rekeningen. Er is nog een ander verschil met de Oude wereld. Opkomende markten hebben een relatief sterkere economische groei. Dat maakt het kwaliteitsverschil alleen maar groter.
Opkomende markten hebben risicovol imago nog niet afgeschud In vergelijking met overheidsobligaties van westerse landen liggen de renteniveaus van overheidsobligaties van opkomende markten aanzienlijk hoger dan in de oude industrielanden. Dat is de voorbije jaren alsmaar moeilijker te verantwoorden. Daarom schuiven we het thema hoogrentende obligaties naar voor als accent voor de invulling van het obligatiegedeelte van onze portefeuille. Een gespreide portefeuille van vastrentend papier uit de opkomende markten levert al gauw een rendement van 4,5 tot 5%. Dat is veel in vergelijking met de extreem lage marktrente op obligaties van de meest solvabele overheden zoals Duitsland of de VS.
(2): zie voetnoot 2 op de laatste bladzijde
Strategie & Accenten
14
ging in een obligatiefonds een mogelijke piste.
Spreiden is de boodschap De financiële pers houdt de ontwikkeling van de westerse obligatiemarkten nauw in het oog. Nieuwe berichten over gebeurtenissen die een invloed hebben op de kleinere obligatiemarkten van de opkomende markten bereiken ons veel moeilijker. Tegen deze achtergrond blijven we met beide voeten op de grond staan en adviseren om voldoende aandacht te besteden aan een ruime spreiding over verschillende debiteuren. Voor beleggers die een beperkt bedrag willen beleggen in hoogrentende obligaties is een beleg-
Stijgende wisselkoers kan een kers op de rendementstaart zijn Heel wat munten uit opkomende markten zijn nog flink ondergewaardeerd tegenover de euro: een versteviging van deze munten kan een kers op de rendementstaart vormen. Beter dan een munt te selecteren, verkiezen we een korf met : grondstoffengerelateerde munten, munten met een dollarbinding,
• •
• •
uit de groeipool Azië en Scandinavische munten (als defensieve toets). We stellen strikte regels voorop bij de samenstelling van een hoogrentende obligatieportefeuille: Een voldoende hoog rendement (minstens 0,5% meer dan Duits staatspapier) Kwaliteitsvolle debiteuren (minstens een kredietbeoordeling BBB of wat in het vakjargon “Investment Grade” heet) met nadruk op overheden en supranationale instellingen (IBRD, EIB, ADB). Spreiding: nooit meer dan 10% van de portefeuille in een zelfde munt.
• • • •
Theoretisch rendement tot eindvervaldag (Yield to maturity) SEK GBP NOK MYR KRW USD EUR PLN IDR RUB AUD ZAR BRL HUF TRY 0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
Het te verwachten rendement loopt flink uiteen
Onze obligatieselectie(2) Munt
Lening
Uitgifteprijs of indicatieve koers
Coupon
Rating
Primaire markt EUR
KINEPOLIS GROUP NV 4.750% 2012/2019
101,.88
06/03
Secundaire markt AUD
GE CAPITAL AUSTRALIA FUNDING 5.750% 2012/2017
99,.75
17/02
AA+
CAD
VOLKSWAGEN FIN.SERVICES NV 2.500% 2012/-2015
100,90
06/02
A-
EUR
RABOBANK NEDERLAND 4.000% 2012/2022
101,70
11/01
AA
NOK
EIB 3.750% 2011/2018
100,95
31/10
AAA
NZD
GENERAL ELECTRIC CAP.CORP. 5.500% 2012/2017
101,.75
01/02
AA+
TRY
KFW 7.750% 2011/2013
100,90
16/12
AAA
USD
FRANCE TELECOM 4.125% 2011/2021
104,90
14/09
A-
(2): zie voetnoot (2) op de laatste pagina
Strategie & Accenten
15
Beeldspraak De groeivertraging van de wereldeconomie resulteerde nog niet in een daling van de olieprijs. Het escalerende conflict tussen Iran en het westen voorkomt een prijsdaling. Iran kondigde aan dat het de verkoop van olie aan Frankrijk en aan het VK stopzet. Het illustreert dat Iran zich schrap zet wanneer het westen zijn nucleaire ambities dwarsboomt. Het westen wil namelijk grote verschuivingen in de machtsverhoudingen in het MiddenOosten vermijden. Dat zou het geval zijn mocht Iran een eigen kernwapen ontwikkelen. De geopolitieke situatie in het Midden-Oosten is al complex genoeg. Iran beseft als geen ander dat olie een krachtig wapen is om weerwerk te bieden. Het land blijft erbij dat het nucleaire programma vreedzame doelen heeft maar het laat geen onafhankelijke controles toe van zijn installaties.
WWW Meer info op: www.kbc.be/beleggers
Briefwisseling aan: KBC BANK NV, KBC Asset Management, Havenlaan 6, 1080 Brussel Strategie & Accenten is een publicatie van KBC Asset Management NV (KBC AM). Voor de gegevens die dienen als uitgangspunt voor de projecties, scenario’s, prognoses en richtkoersen wordt een beroep gedaan op betrouwbare bronnen en eigen onderzoek. Deze aanbeveling valt niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007 dat de voorschriften bevat ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebied en valt bijgevolg onder de wettelijke omschrijving van publicitaire mededeling. De fondsbeheerders van KBC AM kunnen vóór de verspreiding van deze aanbeveling handelen in de besproken aandelen. De artikelen in de publicatie vormen op zich geen gepersonaliseerd beleggingsadvies. De belegger dient zelf nog, best in samenspraak met zijn adviseur Sparen en Beleggen of relatiebeheerder, na te gaan of de besproken activa passen bij zijn persoonlijk risicoprofiel en zijn concrete beleggingsportefeuille. KBC AM noch enige andere vennootschap van de KBC-groep kan aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de gegevens. Verantwoordelijke uitgever / hoofdredacteur: Alex Wolfers, Product & knowledge management KBC AM / Christiaan De Moor Feiten versus andere informatie met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven: Voor de beursgenoteerde bedrijven die in deze publicatie vermeld worden, publiceert KBC AM een aandelenfiche op zijn website. Deze aandelenfiche bestaat enerzijds uit puur feitelijke informatie en anderzijds uit de mening van de analist over dat bedrijf. Die laatste tekstgedeelten hebben een gekleurde achtergrond. Frequentie van de advieswijzigingen De analisten van KBC Asset Management volgen de gebeurtenissen in de financiële wereld op de voet. Het aandelenadvies is een conclusie van een zorgvuldige afweging van drie dimensies: het aandeel zelf, de sector waartoe het bedrijf behoort en de regio waarin het gevestigd is. Elke wijziging in één van die drie componenten kan aanleiding geven tot een advieswijziging. De adviesmethodiek Een uitvoerig omschrijving van onze adviesmethodiek staat in de editie van Strategie & Accenten nummer A01 van 6 januari 2011. Deze editie is raadpleegbaar op www.kbcam.be/aandelen/adviesmethodiek. Een exemplaar van deze brochure is ook verkrijgbaar in elk KBC-kantoor. Voor een aantal essentiële elementen van deze beleggingsaanbeveling, die wegens plaatsgebrek niet in deze fiche zijn opgenomen, kunt u de “Algemene richtlijnen m.b.t. de beleggingsaanbevelingen van KBC Asset Management” raadplegen op www.kbcam.be/aandelen. Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com
(1) Een bevek is een Instelling voor Collectieve Belegging (ICB). Een ICB wordt doorgaans opgericht door een financiële instelling, maar vormt een onafhankelijke juridische entiteit. Een deelbewijs gekocht in een ICB geeft recht op een deel van het resultaat in functie van het belegde bedrag. Het belegde kapitaal kan evenwel in waarde verminderen. De belegging in een ICB laat toe om het beleggingsrisico te spreiden en de toegang tot de beurzen en buitenlandse markten te vergemakkelijken. Beleggingen in ICB’s worden gedekt door het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dit betekent dat een tegemoetkoming kan bekomen worden bij het beschermingsfonds ten belope van maximaal 20.000 EUR als een kredietinstelling of een beursvennootschap rechten van deelneming van ICB’s aanhoudt voor rekening van haar cliënten en deze niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaars. Er wordt opgemerkt dat het eventuele verlies aan waarde van een ICB ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs niet wordt gedekt door het Beschermingsfonds. (2) Een obligatie is een schuldtitel uitgegeven door een onderneming, een overheidsinstelling of een staat, terugbetaalbaar op een datum en voor een bedrag dat op voorhand werd vastgelegd en dat een interest opbrengt.
Volgend nummer verschijnt op 5 april 2012