&
Strategie Accenten ... voor het beheer van uw persoonlijk en familiaal vermogen
Afschaffing van effecten aan toonder
2
Groei overtuigt nog niet, maar de overtuiging groeit
4
Europese exporteurs pikken overal een graantje mee
10
Op zoek naar zekerheid ĂŠn rendement
11
Goud is een verzekering, geen belegging
12
ScandinaviĂŤ: veilige haven of toch niet?
14
Maandelijkse uitgave van KBC Bank & Verzekering Nr. 11 - 2 november 2012
Klemtonen
Thema
• Wacht niet om uw effecten aan toonder om te zetten • Zet ook uw niet genoteerde aandelen in een kmo om
Afschaffing van effecten aan toonder
Eind 2011 voerde de regering Di Rupo I een taks in voor wie zijn effecten aan toonder omzet door ze op een effectenrekening te deponeren. Wie vandaag nog altijd effecten aan toonder bezit houdt er het best rekening mee dat deze taks vanaf 1 januari 2013 verhoogt tot 2% van de waarde van de effecten. In de jaren die volgen wordt het de bezitters van effecten aan toonder alsmaar moeilijker gemaakt. Daarom heeft u er alle belang bij om na te kijken of u ergens nog een materieel effect uit uw portefeuille over het hoofd gezien heeft. U kan het vandaag nog tegen een milde kostprijs omzetten.
In 2005 besliste de regering-Verhofstadt II tot de geleidelijke afschaffing van toondereffecten. Dat zijn de papieren documenten die u ontving wanneer u een staatsobligatie, een aandeel, een obligatie, een kasbon … of een deelbewijs kocht van een beleggingsfonds (een ICB). Papieren effecten zijn evenwel gevoelig voor namaak of beschadiging, verlies en diefstal. Onze wetgever had nog andere nadelen voor ogen. Een van de drijfveren van de regering om de effecten aan toonder af te bouwen, was het anonieme karakter ervan. Dat kan namelijk leiden tot gebruik bij het witwassen van zwart geld, frauduleuze fiscale constructies of andere criminele activiteiten. Voor de uitgever van de effecten aan toonder hing er een stevig prijskaartje aan het drukken van deze toonderstukken en aan de noodzakelijke manuele verwerkingen.
Geen nieuwe effecten aan toonder sedert 2008 Een eerste stap in de afschaffing van toonderstukken werd al in 2008 gezet. Nieuwe uitgiftes van effecten aan toonder zijn sinds 1 januari 2008 niet meer mogelijk. Bepaalde effecten op effectenrekening, in het bijzonder effecten van genoteerde ondernemingen, zoals Strategie & Accenten
2
het aandeel KBC Groep nv, werden op diezelfde dag automatisch omgezet naar de gedematerialiseerde effecten die alleen bestaan als inschrijving op een effectenrekening. Daarvoor moest u als belegger dus niets meer ondernemen. Alle KBC effecten die u sinds 1 januari 2008 deponeerde, werden onmiddellijk omgezet.
Omzetten naar effecten op naam Effecten van niet genoteerde vennootschappen, zoals tal van kmo’s, werden evenwel nog niet automatisch omgezet. Zelfs als u zo’n effecten in open bewaring heeft gegeven bij KBC Bank, en ze op een effectenrekening staan op uw naam, liggen ze nog altijd als materiële stukken in de kluis van KBC. Als aandeelhouder kan u op ieder moment aan de uitgever (emittent) van deze effecten vragen om de effecten om te zetten naar effecten op naam. De emittent zal dan uw naam inschrijven in het aandeelhoudersregister en de papieren effecten vernietigen of door de bank laten vernietigen. De opnaamstelling zal in het bijzonder nuttig blijken als de uitgever nalaat om zelf het initiatief te nemen voor de dematerialisatie, bv. door zijn statuten aan te passen. Strategie & Accenten
Kosten lopen voortaan alleen maar op Verlies de taks op de dematerialisatie niet uit het oog, een taks die de regering-Di Rupo I eind 2011 invoerde. Als u in 2012 nog effecten aan toonder neerlegt om die om te dematerialiseren, dan betaalt u 1% taks op de waarde van de effecten. In 2013 wordt dat tarief opgetrokken tot 2% op de waarde van de effecten. Op 1 januari 2014 wordt het tijdperk van de effecten aan toonder definitief afgesloten. Alle effecten die op dat moment nog niet omgezet zijn zullen automatisch worden ingeschreven in het aandeelhoudersregister op naam van de emittent, ofwel worden ze ge-
u zich bekend moeten maken. Er zijn twee mogelijkheden: u komt naar de bank en plaatst uw effecten op uw effectenrekening. Dat kan op voorwaarde dat de statuten van de emittent dat toelaten. u gaat naar de emittent en vraagt om uw effecten aan toonder te wijzigen in een inschrijving in het aandeelhoudersregister. Doet u dat niet, dan zal de emittent vanaf 1 januari 2015 de niet omgezette effecten aan toonder openbaar verkopen op uw kosten. Als u na 31 december 2015 nog opdaagt en de opbrengst van de verkoop terugeist, dan wordt hierop een administratieve boete geheven van 10% per jaar vanaf die datum.
• •
Op 1 januari 2014 wordt het tijdperk van de effecten aan toonder definitief afgesloten
dematerialiseerd en op een effectenrekening op naam van de emittent geplaatst. Mocht u na januari 2014 nog materiële effecten bezitten die ondertussen automatisch werden omgezet, dan zult
Voldoende redenen om nog eens goed na te kijken of u geen papieren effecten meer heeft liggen en op tijd de keuze te maken die u het beste uitkomt.
3
Klemtonen
Strategie
• Centrale banken zetten in op groei • Wereldeconomie is nog niet uit de gevarenzone • Herleving komt iedere dag dichterbij
Groei overtuigt nog niet, maar de overtuiging groeit Op de financiële markten valt al enkele weken nauwelijks wat te merken van de risicoafkeer. Ondanks het gevarieerde menu aan kwalen en doodsangsten, moeten ook de hypochonders toegeven dat 2012 een meer dan behoorlijk beleggingsjaar kan worden. Nochtans is de wereldeconomie in de voorbije maanden duidelijk trager gaan groeien en zijn de risico’s toegenomen: onduidelijkheid over het Amerikaanse begrotingsbeleid, de weerslag van dure olie en voeding, de financiering van Spanje, het groeipotentieel van Azië, … En toch groeit stilaan de overtuiging dat het dieptepunt achter ons ligt. In september kwamen verschillende vertrouwensindicatoren alweer hoger uit. In de VS geeft de jongste stijging van de vertrouwensbarometer aan dat het recessiegevaar fors afgenomen is, al is er niet onmiddellijk sprake van een stevige groeiversnelling. Helemaal uit de gevarenzone is de wereldeconomie dus nog niet.
Geld zaaien om jobs te oogsten In september kondigde de Amerikaanse centrale bank (Fed) een derde programma van ‘kwantitatieve versoepeling’ aan, waarbij ze vooral financiële instrumenten uit de hypotheekmarkt opkopen. Dat kan het prille herstel van de huizenmarkt zuurstof geven. Daarnaast kondigde de Fed aan dat ze haar beleidsrente niet voor midden Strategie & Accenten
2015 zal verhogen. De vraag is of deze initiatieven voor voldoende nieuwe en duurzame banen kunnen zorgen. De Amerikaanse arbeidsmarkt en consument zijn een belangrijke factor voor de wereldconjunctuur. Cruciaal voor het economische herstel is dat de onzekerheid over het fiscaal en begrotingsbeleid in de VS weggenomen wordt. Bedrijven gaan niet investeren of aanwerven en gezinnen gaan niet consumeren als ze niet weten hoe de fiscale en budgettaire omgeving er in 2013 zal uitzien. Democraten en republikeinen zijn het oneens over de richting van het begrotingsbeleid in de VS. Ze hebben in de voorbije jaren alle begrotingskwesties voor zich uit geschoven. Op 31 december 2012 vervallen voor in totaal 560 miljard USD aan tijdelijke stimulansen en treden er uitgavenbeperkingen in werking voor onder meer defensie en sociale zekerheid. Als klap op de vuurpijl dreigt de Amerikaanse staatsschuld weer tegen zijn wettelijk plafond te botsen. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden, want na de presidentsverkiezingen van 6 november komt het nieuwe Congres pas samen op 3 januari en - bij een machtswissel – legt de president op 20 januari de eed af. Tijdens deze overgangsperiode is Washington politiek vleugellam.
zijn dat niemand in Washington die verantwoordelijkheid durft te dragen. Er komt ongetwijfeld een oplossing uit de bus, maar vandaag is het nog onduidelijk hoe die eruit zal zien. Die onzekerheid is niet goed voor het vertrouwen en werkt verlammend.
Stop de olieprijzen De olieprijs blijft een stuk hoger dan verwacht. Daardoor dreigt de inflatie minder snel dan verwacht af te koelen. Als we voor de komende maanden uitgaan van een olieprijs rond 100 USD per vat, kan de inflatie in de eurozone en de VS tegen eind 2013 verder dalen tot 1,5% of lager. Het extraatje aan koopkracht voor de gezinnen valt dus wat lager uit dan gehoopt. Op lange termijn kan inflatie wel een probleem worden. De massale geldcreatie door de centrale banken sijpelt voorlopig nog niet door in de reële economie, maar kan de inflatie gemakkelijk doen ontsporen als een duurzaam herstel van de grond is gekomen. Het verleden heeft ons geleerd dat inflatie veroorzaken makkelijker is dan inflatie bestrijden.
Als democraten en republikeinen geen compromis bereiken, wordt het gigantische begrotingstekort wel in een klap gehalveerd, maar het negatieve effect op de economie zou zo dramatisch
4
Uit de crisis groeien blijft een wensdroom In de voorbije maanden werden belangrijke stappen gezet naar de ultieme oplossing van de eurocrisis. Werden beslissingen tot voor kort nog op overdreven scepsis onthaald, dan worden ze nu als een doorbraak bestempeld. Op zich is dat misschien al een ommekeer in de crisis, maar
Sinds eind 2011 gaat Europa door een recessie met drie opeenvolgende kwartalen van negatieve groei in de eurozone. We denken dat de recessie tot midden 2013 kan duren. Dan ligt het zwaartepunt van de saneringen achter ons en komt er weer ruimte voor een groei van de binnenlandse vraag. Vandaag zorgt het gebrek aan groei ervoor dat het saneringsbeleid zich niet snel vertaalt in betere be-
Stilaan groeit de overtuiging dat het dieptepunt achter ons ligt
we sluiten in de volgende weken een nieuwe opstoot van risicoafkeer niet uit. Daar kunnen verschillende aanleidingen voor zijn: Spanje dat Europa officieel om steun vraagt of dat z’n investment grade statuut verliest, ItaliÍ dat weer in het vizier komt in de aanloop naar de parlementsverkiezingen, vertraging bij het opstarten van de Europese bankenunie, ‌
grotingscijfers. Het ondermijnt de politieke en publieke bereidheid om het saneringsbeleid vol te houden. Uit de crisis groeien: voor Europa blijft het een wensdroom.
6 5 4 3 2 1 0 10-2002
10-2004
10-2006
10-2008
10-2010
10-2012
Kwaliteitsvolle obligaties bieden nauwelijks rendement Dividendrendement Europese aandelen Duitse obligatierente (10 jaar)
Strategie & Accenten
5
Aandelen zonder kapitaalbescherming Aandelen met kapitaalbescherming Obligaties
Strategie
Vastgoed Alternatieve beleggingen Liquiditeiten
Samenstelling van de portefeuille In de zeer defensieve doelportefeuille beleggen we 12,5% in aandelen. We vullen de aandelenpositie volledig in met beleggingsvormen met kapitaalbescherming (25%). Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 40,5% van de portefeuille uit, inclusief het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 12,5% van de portefeuille uit (dat is 50% van 25%, zie hoger). We beleggen 28% rechtstreeks in obligaties. Liquiditeiten maken 47% van de portefeuille uit. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in heel beperkte mate in een zeer defensieve portefeuille.
25% 47%
28%
In de defensieve doelportefeuille beleggen we 27,5% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 7,5% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 40%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 62,5% van de portefeuille uit tegenover onze langetermijnnorm van 75%. In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 20% van de portefeuille uit (dat is 50% van 40%, zie hoger). We beleggen 42,5% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties. De liquiditeiten (8% van de portefeuille) worden belegd in euro. De vermelde accenten die slaan op beleggingen in andere munten dan euro passen maar in beperkte mate in een defensieve portefeuille.
In de dynamische doelportefeuille beleggen we 50% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 27% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 46%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 43% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 50%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 23% van de portefeuille uit (dat is 50% van 46%, zie hoger). We beleggen 20% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max. 3 jaar). We houden in de beleggingsportefeuille 5% liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een dynamische portefeuille.
In de zeer dynamische doelportefeuille beleggen we 72% in aandelen. Beleggingsformules zonder kapitaalbescherming maken 57% van de portefeuille uit. Beleggingsvormen met kapitaalbescherming krijgen een gewicht van 30%. Het aandelenrisico van deze afgeschermde beleggingsinstrumenten bedraagt 50%. De obligatiepositie maakt 21% van de portefeuille uit (langetermijnnorm: 25%). In het obligatierisico moet ook rekening gehouden worden met het vastrentende gedeelte van de aandelenbeleggingen met kapitaalbescherming. Dat maakt 15% van de portefeuille uit (dat is 50% van 30%, zie hoger). We beleggen 6% van de portefeuille rechtstreeks in obligaties met een relatief korte restlooptijd (max. 3 jaar). We houden in de beleggingsportefeuille 5% liquiditeiten aan. Alle vermelde accenten komen in aanmerking voor een zeer dynamische portefeuille. Strategie & Accenten
8%
2%
42,5%
2% 5%
7,5%
40%
27%
20%
46%
6%
30%
2% 5%
57%
6
Overheidsobligaties
Voldoende redenen om in aandelen te blijven geloven
Bedrijfsobligaties Converteerbare obligaties
Wie waarde zoekt, komt bij aandelen uit. In vergelijking met dure overheidsobligaties is de risicopremie (lees: de extra opbrengst) die men vandaag met aandelenbeleggingen mag verwachten ongekend hoog. De aandelenportefeuille blijft eerder defensief ingevuld. Het blijft belangrijk om de neerwaartse risico’s af te dekken. We zoeken naar bedrijven die in vergelijking met sectorgenoten een riant dividend uitkeren en daardoor hun overtollige cash doorstorten naar de aandeelhouders. Op langere termijn draagt het uitgekeerde dividend in grote mate bij tot het rendement van een aandelenbelegging. Bedrijven die een hoog dividend uitkeren, voeren over het algemeen een efficiënt financieel beleid; ze investeren alleen in de meest rendabele projecten. Het zijn meestal ook deze bedrijven die inkoopprogramma’s van eigen aandelen lanceren of ten prooi vallen aan overnames. Technologieaandelen zijn daardoor het enige uitgesproken accent in de aandelenportefeuille (zie verder).
Geïndexeerde obligaties Obligaties opkomende markten Euro- en Dollarsatellieten, PLN
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
EUR
Obligatieportefeuille We beperken het gewicht van klassieke overheidsobligaties in de portefeuille zoveel mogelijk. Met hun lage beleidsrente en met hun programma’s om overheidsobligaties op de secundaire markt op te kopen willen de centrale banken de marktrente zo laag mogelijk houden. Ze hebben daarbij heel specifieke deelsegmenten van de obligatiemarkt op het oog. Daarom verwachten we: een lichte stijging van de referentieobligatierente (de Duitse obligatierente voor de eurozone, de Amerikaanse Treasury voor de dollarzone), een verdere daling van de onderlinge renteverschillen tussen de Europese lidstaten en een daling van het renteverschil tussen overheidspapier en bedrijfsobligaties.
• • •
We verkiezen bedrijfsobligaties en hoogrentende obligaties. Bedrijfsobligaties blijven een mooie vergoeding voor het kredietrisico bieden, al is het absolute niveau van de rentevergoeding laag geworden. Een gespreide portefeuille van vastrentend papier uit de opkomende markten levert al gauw een rendement van 3,5 à 4%. Heel wat munten uit opkomende markten zijn nog flink ondergewaardeerd tegenover de euro; een versteviging van die munten kan voor bijkomend rendement zorgen. We kiezen voor een mix van grondstoffengerelateerde munten, munten met een dollarbinding en munten uit de groeipool Azië. Scandinavische munten zorgen voor een defensieve toets.
• •
Andere
Defensief profiel (zeer) dynamisch profiel
90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% EUR
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Defensief profiel
Andere
(zeer) dynamisch profiel
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% EUR
Strategie & Accenten
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE Zeer defensief profiel
USD OBLIGATIEPORTEFEUILLE (zeer) dynamisch profiel
Andere
7
Strategie Accenten in de portefeuille
Technologie De technologiesector is niet meer die agressieve groeisector als ten tijde van de dotcom-zeepbel, maar het is evenmin een mature sector. Op basis van de gemiddelde waardering en de winstgroeiverwachtingen van de analisten zou men dat anders wel kunnen vermoeden. Het groeipotentieel van de sector wordt onderschat. De sector zal als eerste profiteren van een herstel van de investeringsvraag. Ook in het tweede kwartaal van 2012 rapporteerde de sector opnieuw uitstekende cijfers. De winst lag zo’n 9,7% hoger dan een jaar eerder (vergelijk: +0,0% voor de brede markt) bij een omzetgroei van 8,8% (vergelijk: +0,6% voor de brede markt). Desondanks worden heel conservatieve winstvooruitzichten geformuleerd. De koers-winstverhouding van 12,1 ligt lager dan die van de brede Amerikaanse markt (13,4). In histo-
Strategie & Accenten
risch opzicht is ze zelfs extreem laag, want in de voorbije vijftien jaar was de sector gemiddeld zo’n 38% duurder. De verwachte winstgroei ligt in lijn met de markt. Nochtans tekent de techno-
logiesector de hoogste winstgroei van alle sectoren op, tot zelfs twee keer hoger dan het marktgemiddelde. Er is dus heel wat ruimte voor positieve verrassingen.
8
Sectorspreiding aandelenportefeuille Energie Basismaterialen IndustriĂŤle sectoren Cycl. consumentensectoren Niet-cycl. consumentensectoren Gezondheidszorg FinanciĂŤle sectoren Informatietechnologie Telecomoperatoren Nutsbedrijven 0%
5% Huidige spreiding
10%
15%
20%
25%
Neutrale spreiding
Economische vooruitzichten 26-10-2012 Economische groei (%) 2011 2012 2013 Inflatie (%) 2011 2012 2013 Beleidsrente (%) (*) 26-10-2012 Januari 2013 April 2013 Tienjaarsrente (%) (*) 26-10-2012 Januari 2013 April 2013 Wisselkoers (**) 26-10-2012 Januari 2013 April 2013
EMU
VK
VS
Japan
1,6 -0,5 0,3
0,8 -0,6 0,5
1,8 2,0 1,9
-0,7 2,2 1,4
2,7 2,5 1,8
4,5 2,6 1,9
3,1 2,1 2,0
-0,2 0,1 0,1
0,75
0,50
0,25
0,10
1,594
1,917
1,82
0,82
1 EUR = GBP 0,80
1 EUR = USD 1,30
1 EUR = JPY 103,89
1 -
(*) : stijging van ongeveer 25 basispunten vanaf huidig niveau; : stijging van ongeveer 50 basispunten vanaf huidig niveuau; enz; : appreciatie van ongeveer 5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau; enz. ( * * ) : appreciatie van ongeveer 2,5% t.o.v. de euro vanaf huidig niveau
Strategie & Accenten
9
Instellingen voor collectieve belegging (ICB)(1)
In de kijker
Klemtonen • Stap in aan de best mogelijke startwaarde • korf van 30 Europese exporteurs
Europese exporteurs pikken overal een graantje mee
De magere groeivooruitzichten voor de Europese economie geven een verkeerde indruk over de gezondheid van de Europese bedrijven. Die presteren goed. Gemiddeld genomen beschikken ze over een gezonde balans. Vooral Europese bedrijven die een groot deel van hun omzet buiten Europa realiseren, kunnen profiteren van het herstel in andere regio’s. Voor de groeiverwachtingen van de Europese economie blijven we met beide voeten op de grond staan. De gezondheid van de staatsfinanciën van enkele zuiderse lidstaten heeft nog geen definitieve oplossing gevonden. Het zorgt er ook voor dat de winstontwikkeling in Europa wat achterloopt tegenover die in de VS.
KBC Participation Timing European Exporters 2 KBC stelt u, als promotor, Timing European Exporters 2 voor, een compartiment van de Belgische bevek(1) KBC Participation. Het compartiment belegt in een selectie van 30 aandelen van Europese bedrijven (3) die een deel van hun omzet realiseren buiten Europa. Bij een mogelijke stijging van de korf op de vervaldag(2) wordt de positieve evolutie uitgekeerd als meerwaarde bovenop uw startinleg. Deze meerwaarde wordt afgetopt op 80%. Dat begrenst het actuarieel rendement op maximum 9,24% gemiddeld op jaarbasis, vóór kosten en taksen. Bij een daling van de korf op de vervaldag (2) wordt de negatieve evolutie als minderwaarde in rekening gebracht met een maximale minderwaarde van 10%. Dat begrenst het actuarieel verlies op 1,58% gemiddeld op jaarbasis, vóór kosten en taksen. U krijgt dus altijd minstens 90% van uw startinleg terug (900 EUR op 1000 EUR, vóór kosten en taksen). De evolutie van de korf wordt berekend vanaf de best mogelijke startwaarde (de minimale startwaarde). Dit is het
laagste van enerzijds de startwaarde van de korf en anderzijds de laagste waarde van de korf over een reeks van 9 observatiedagen tijdens de eerste 9 maanden volgend op de lancering. (1) Zie voetnoot 1 op de laatste bladzijde (2) (Eindwaarde min minimale startwaarde) gedeeld door startwaarde. (3) De aandelen voor een aandelenkorf worden gekozen uit een wereldwijd aandelenuniversum. De selectie gebeurt in vier stappen op basis van verschillende criteria: macro-economische factoren (stap 1), historische financiële data (stap 2), analyserapporten (stap 3) en optietechnische gegevens (stap 4). Bij stap 1 filteren we op basis van marktkapitalisatie en liquiditeit (verhandelbaarheid op de beurs). De uiteindelijke korf wordt door de Raad van Bestuur van de bevek goedgekeurd. Hij moet ook beantwoorden aan een aantal wettelijke vereisten: een minimaal aantal aandelen, een voldoende spreiding over regio’s en/ of sectoren, de gewichten van de individuele aandelen... Bij de selectie maken we gebruik van parameters die het potentiële rendement van de beleggingen kunnen beïnvloeden. U vindt meer informatie over de korfsamenstelling in het prospectus.
Emissieperiode: van 29-10-2012 tot en met 1-12-2012 met valuta 07-12-2012. Toetredingskosten: 2,50% tijdens de emissieperiode, 3,50% nadien (waarvan 1% voor het fonds). Uittredingskosten: op de eindvervaldag: geen, vóór de eindvervaldag: 1% (orders vanaf 1,25 miljoen euro: 0,50%). Bedrag tot ontmoediging van een uittreding die volgt binnen één maand na intrede: max. 5%. Beursbelasting: kapitalisatiedeelbewijzen: 1% bij uittreding voor de eindvervaldag (max. 1500 euro). Meerwaarde vrij van roerende voorheffing. Financiële dienst: KBC Bank, Centea en CBC Banque. (Vereenvoudigd) prospectus en laatste periodiek verslag gratis verkrijgbaar in alle kantoren van KBC Bank, Centea en CBC Banque. Diverse voorbeelden zijn beschikbaar in het vereenvoudigd prospectus. Initiële inschrijvingsprijs: 1000 EUR.
Strategie & Accenten
10
Tak 23-beleggingsverzekering (1)
Klemtonen • 100% kapitaalbescherming • ‘Mee’ zijn bij eventuele rentestijging
In de kijker Op zoek naar zekerheid én rendement
De marktrentes zijn op dit moment heel laag. De kans dat er op korte termijn een betekenisvolle rentestijging zal komen is heel klein. Enerzijds zijn de verwachtingen op een sterke economische herleving nagenoeg onbestaande. Anderzijds houdt het stimulerende beleid van de centrale banken de marktrente laag om de economie zuurstof te geven. Op langere termijn kan de marktrente weer stijgen naar een meer normaal (= hoger) niveau. In periodes van stijgende rente daalt de koers van het rentedragend papier dat in omloop is. In deze omstandigheden is het interessant om een beleggingsformule te kiezen die u enerzijds een mooie minimum meerwaarde garandeert en die anderzijds ook de toekomstige bewegingen van de langetermijnrente volgt.
KBC Life Multinvest Interest Booster 2 KBC stelt u, als bank-verzekeraar, Interest Booster 2 voor, een compartiment van de Tak 23-beleggingsverzekering KBC-Life Multinvest. Het rendement van KBC-Life MI Interest Booster-1 wordt gekoppeld aan de
12-maands EUR swaprente, een referentierente voor de handel op de kapitaalmarkt in leningen in euro met een looptijd van 12 maanden. Het rendement van deze belegging wordt bepaald door de som van zes kliks. Op de einddatum 31-12-2018 wordt de som van de zes kliks in rekening gebracht. Per deelperiode wordt 125% van de toepasselijke 12-maands EUR swaprente, vastgelegd bij het begin van de periode, vastgeklikt, met een maximumklik van 5% en een minimumklik van 2,50%. Daardoor ligt het actuarieel rendement tussen 1, 63% en 3,71% inclusief kosten en taks, exclusief roerende voorheffing. De netto geïnvesteerde premie (exclusief taks en instapkosten) is 100% beschermd op einddatum behalve bij faling of onvermogen tot betaling van KBC Bank. Het fonds richt zich vooral tot cliënten die hun tegoeden gedurende de volledige looptijd kunnen missen. (1) Zie voetnoot 3 op de laatste bladzijde.
Voorwaarden: Emissieperiode van 29-10-2012 tot 1-12-2012 (behoudens vervroegde afsluiting). Betaaldatum: 07-12-2012. Initiële inventariswaarde: 1000 EUR. Minimum beginstorting 2 500 EUR. Instapkosten: 3% per storting, afgetrokken van het intekenbedrag. Verzekeringstaks op stortingen: 1,1%. Uitstapkosten vóór de einddatum: 1%, op de einddatum: 0%. Minimaal opgevraagd bedrag: 1 250 EUR. Bij een gedeeltelijke opvraging moet minimum 1 250 EUR belegd blijven.
Strategie & Accenten
11
Klemtonen
In focus aandelenmarkt
• Wie de voorbije jaren goud bezat deed een goede zaak • Het beleggingsrendement is evenwel moeilijk te voorspellen
Goud is een verzekering, geen belegging
Goud won de voorbije jaren aan glans door de opeenvolgende beslissingen van de centrale banken in de VS en in Europa om grote budgetten te voorzien om bepaalde segmenten van de obligatiemarkt te ondersteunen. Daarmee beogen ze om de economie meer zuurstof te geven, maar tegelijk voeden ze de oorzaken van de toekomstige inflatie. Goud zou de reputatie hebben dat het een ideale bescherming is tegen inflatie. Opmerkelijk is dat er gepleit wordt voor een terugkeer naar de goud-
Strategie & Accenten
standaard. Die moet voorkomen dat excessen in de kredietverlening de wereldeconomie weer in een recessie onderdompelen.
atie toegelaten en in ruil het bankentoezicht verscherpt. Dat toezicht heeft de bankencrisis evenwel niet kunnen voorkomen.
De waarde van geld is gestoeld op vertrouwen
Centrale banken ondermijnen vertrouwen
In 1971 beëindigde de VS de omwisselbaarheid van dollars in goud. Sindsdien heeft geld op geen enkele manier nog een dekking. Zijn waarde ligt erin dat iedereen het overal en altijd als betaalmiddel aanvaardt. Universeel aanvaard zijn, dat verwerf je alleen als het vertrouwen van het publiek niet op de proef gesteld wordt. Het vertrouwen in geld steunt op verschillende pijlers. Sommige van die pijlers zijn overeind gebleven en misschien zelfs sterker uit de jongste crisis gekomen: het charisma van de centrale bankiers of de onafhankelijkheid van de centrale bank. Andere pijlers hebben averij opgelopen. De stevigheid van privébanken heeft een forse deuk gekregen. De wetgever had de grotere rol van de banken in het proces van geldcre-
Zowel in de VS als in Europa beslisten de centrale banken om massaal obligaties op te kopen. Daarmee beogen de beleidsmakers de marktrente te drukken. Het brengt veel vers geld in de economie terwijl de goudreserves van de centrale banken niet toenemen. Ook al is geld niet langer inwisselbaar voor goud, het doet afbreuk aan het vertrouwen. Het charisma van de centrale banken is namelijk deels gestoeld op omvang van hun reserves, die het publiek een veilig gevoel geven. Nu de centrale banken geld drukken om obligaties op te kopen is de laatste schijn verdwenen.
Terugkeer naar goudstandaard ondenkbaar Nostalgici pleiten wel eens voor een herstel van de goudstandaard. Dat is ondenkbaar. De belangrijkste redenen zijn:
12
•
Dat de goudstandaard in wezen instabiel is. Papieren en giraal geld zijn tegen een vaste koers inwisselbaar voor fysiek goud, zolang het vertrouwen onaangetast blijft. Bij de minste beschadiging van dat vertrouwen (en ooit gebeurt dat) zet een zichzelf versterkend vernietigingsproces in. Centrale banken zien hun goud wegvloeien naar de privékluizen en ontvangen in ruil massaal papieren geld. Ze moeten kiezen tussen twee opties: het verdedigen van de goudstandaard of het verdedigen van het geldwezen. In beide gevallen zijn de speculanten (de goudoppotters) de winnaars. Deze ingebakken instabiliteit verklaart de snelle opeenvolging van crisissen in de periode dat de goudstandaard bestond. Dat de een-op-een omwisselbaarheid van geld in goud niet vol te houden is. De economische geschiedenis leert ons dat de centrale banken de geldhoeveelheid jaarlijks optrekken met een percentage dat overeenstemt met de nominale groei van de wereldeconomie. Als de goudproductie de groei van de geldhoeveelheid beperkt tot in het meest optimistische geval 3,5%, dan kan de wereldeconomie maximum tegen 3,5% groeien, te verdelen over reële groei
•
en inflatie. Dat levert een recept op voor een gewaarborgd deflatoir beleid op wereldvlak. De gevolgen zijn nauwelijks te overschatten. Wanneer bedrijven en gezinnen ermee geconfronteerd worden met een algemeen prijspeil dat jaar na jaar daalt, zullen consumptie en investeringen in elkaar stuiken.
op na het opheffen van de standaard en toen de dollar devalueerde tegenover het goud. Beleggers in goud moeten ook beseffen dat in een goudstandaard het goudbezit door particulieren aan banden wordt gelegd. Ook dat is de ervaring uit de periode 1944-‘71. Toen de VS de regels op het bezit van goud andermaal wilden
Wie in goud belegt, mag niet hopen op een terugkeer van de goudstandaard
Paradox Beleggers in goud kiezen beter niet voor een terugkeer naar de goudstandaard. Goud is in die omgeving een steriele belegging die geen rente, geen dividend en geen koersstijging oplevert. In het kader van een goudstandaard houden de centrale banken de goudprijs namelijk stabiel. Zo bleef de goudprijs in de 27 jaar tussen 1944-‘71 schommelen binnen een nauwe band van 1% rond 35 USD per ounce. Een bescherming tegen inflatie? Geenszins. Goud bracht pas iets
aanscherpen, stuitte dat op luid verzet van Frankrijk en ontplofte de goudstandaard. Wie in goud gelooft, hoopt dus beter niet op een rol van betekenis voor het edel metaal.
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 01-68 01-72 01-76 01-80 01-84 01-88 01-92 01-96 01-00 01-04 01-08 01-12 Goud werd de voorbije jaren flink duurder Goudprijs in USD
Strategie & Accenten
Goudprijs in EUR
13
Klemtonen
In focus obligaties
• Gezonde economie en staatsfinanciën • Ontsnapt niet aan eurocrisis
(1)
Scandinavië: veilige haven of toch niet?
Het economische nieuws uit Noorwegen en Zweden overtreft in zowat alles de eurozone. Door de eurocrisis beschouwen de beleggers de Noorse en de Zweedse kroon als een vluchtmunt. Die reputatie van veilige haven werd ook het afgelopen jaar bevestigd. Toen de zwakke Spaanse begrotingssituatie in mei en juni de aandacht trok van de beleggers deden Scandinavische munten het goed. Vanuit een zuiver economisch of fiscaal standpunt verdienen Noorwegen en Zweden
Strategie & Accenten
terecht de status van veilige haven. Vanuit het standpunt van de obligatiebelegger is dat minder het geval.
Sterke economische fundamenten … De Zweedse en Noorse staat kampen niet in dezelfde mate als vele andere Europese lidstaten met een hoge staatsschuld en de begrotingssituatie is er veel gezonder. Noorwegen teert traditioneel op de inkomsten uit olie en slaagt erin een groot handelsoverschot te realiseren. Een andere opsteker is dat het inflatiepeil er een stuk lager ligt dan het Europees gemiddelde. Bovendien is de vergrijzing er veel minder aan de orde. Ten slotte zijn de groeiverwachtingen er gunstiger dan voor de eurozone. Ook Zweden slaagt erin zijn begroting dicht bij een evenwicht te brengen. De export naar Zweedse buurlanden bleef tot nu toe sterk en dat hield het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans overeind.
… maar gevoelig voor de conjunctuurontwikkeling in de eurozone Toch moeten we vaststellen dat Scandinavië een verkoudheid kan opdoen als de rest van Europa een zware bronchitis oploopt. De Scandinavische economieën hielden lang stand tegen een wereldwijde economische vertraging. Maar voor beide landen is het ondernemersvertrouwen binnen de industrie zwak. Dat wijst op een forse vertraging van de binnenlandse economie. De economische groei zal in 2012, net zoals alle andere landen in de regio, flink afkoelen. Voor de conjunctuurverwachtingen blijven we met beide voeten op de grond staan. De tendens voor de toekomst is er veeleer een waarbij de economische ontwikkeling zwak blijft. In tegenstelling tot de eurozone blijft de groeicijfer wel positief.
Te overwegen muntspreiding Wie op zoek is naar andere munten dan de euro, om het obligatiegedeelte van zijn beleggingsportefeuille in te vullen, kan een belegging in Scandinavische obligaties overwegen. Het opwaarts potentieel is sterk begrensd (1): zie voetnoot 2 op de laatste bladzijde
14
maar toch zijn Noorwegen en Zweden een interessante risicospreiding. We nemen ze in beperkte mate op in de obligatiestrategie. Nadat kredietbeoordelaars de kredietscore van heel wat Westerse landen verlaagden, werd het aantal landen met een AAA kredietscore schaars. Door de grote vraag naar kwaliteitspapier is de marktrente van Zweedse en Noorse overheidsobligaties, allebei landen met AAA beoordeling, al flink gedaald. Vooral in Zweden ligt de obligatierente een stuk lager dan voor vergelijkbare overheidsobligatie van eurolidstaten. Die aanhoudende vraag naar kwaliteitspapier zet als het ware een bodem onder de obligatiekoersen.
Verwacht geen heil van de wisselkoers
Veilige haven, of toch niet?
De grote interesse van beleggers voor Zweeds en Noors overheidspapier leverde een continue kapitaalstroom naar Scandinavië op. Vooral op momenten dat de beleggers bevangen raakten door angst, werden de Scandinavische munten duurder. Zowel de Noorse kroon als de Zweedse kroon noteren vandaag dicht bij hun hoogtepunt van het afgelopen decennia. Van een echt goedkope munt kunnen we vandaag evenwel niet meer spreken.
Vanuit economisch en fiscaal oogpunt hebben Zweden en Noorwegen hun status van veilige haven verdiend. Voor de obligatiebelegger zijn ze dat niet. Deze obligatiemarkten zijn namelijk te klein. Op momenten dat de spanning op de financiële markten te snijden is, is de handel (de liquiditeit) er veel te klein en zijn de transactiekosten er te hoog. De Noorse kroon heeft daarnaast ook de neiging mee te deinen op de golven van de olieprijzen. Dat zorgt voor grote schommelingen.
Vanuit economisch oogpunt heeft Zweden en Noorwegen een streepje voor 2012
Zweden
Noorwegen
Eurozone
Reële bbp-groei (in %)
0,7
3,2
-0,5
Inflatie (in %)
1,2
0,9
2,5
Lopende rekening van de betalingsbalans (in % bbp)
6,5
16,9
0,8
Financieringssaldo van de overheid (in % bbp)
-0,3
15,1
-5
Schuldgraad (in % bbp)
35,5
49,6
90
Deze argumenten leggen we voor Noorwegen en Zweden op de weegschaal Noorse kroon Zweedse kroon VOOR
gezonde overheidsfinanciën
gezonde overheidsfinanciën
TEGEN
Vertrouwensindicatoren verzwakken fors, lage rente
Gevoelig voor olieprijsbewegingen, traditioneel vrij volatiele wisselkoers
Onze obligatieselectie(1) Munt
Lening
Uitgifteprijs Coupon of indicatieve koers
Rating
Rendement Tegen(in %) waarde in EUR (*)
Secundaire markt AUD
COCA-COLA AMATIL LTD. 4.500% 2012/2018
102.050
06/09
A-
4.100
1635.81
CAD
SWEDISH EXPORT CREDIT 2.000% 2012/2016
101.400
10/08
AA+
2.620
1578.41
NZD
GENERAL ELEC.CAP.CORP 4.250% 2012/2016
101.400
16/08
AA+
3.840
3227.75
NOK
ANZ BANKING CORP 3.750% 2012/2017
102.900
23/05
AA-
3.060
1392.14
SEK
RABO NEDERLAND 2.250% 2012/2016
101.300
21/12
AA
1.920
1175.24
TRY
VOLKSWAGEN FIN.SERVICES NV 8.750% 2012/2014
104.000
28/05
A-
5.970
447.93
PLN
EIB 4.250% 2012/2022
101.200
25/10
AAA
4.100
2438.38
(1) (*)
zie voetnoot 2 op laatste bladzijde Tegenwaarde in EUR van de minimum coupure inclusief verlopen rente. Indicatieve wisselkoers: 29/10/2012
Strategie & Accenten
15
Beeldspraak Dreigende belastingverhoging in de VS Om de Amerikaanse economie aan te zwengelen werkte de regering een pakket maatregelen uit om de belastingdruk voor bedrijven en gezinnen te verlichten en om het aanwerven van personeel goedkoper te maken. De wetgeving die deze steun mogelijk maakt vervalt onherroepelijk na 31 december 2012, tenzij de politici vooraf een nieuwe overeenkomst bereiken. De omvang van de steun is nauwelijks te overschatten. Op een moment dat de belangrijkste economie ter wereld door een moeilijke periode gaat durft geen enkele politicus het aan om het herstel aan zijn lot over te laten. Als het hele pakket wegvalt zou de belastingdruk in 2013 bijkomend 2,7% afromen van het bbp. Maar in de laatste rechte lijn naar de presidentsverkiezingen durft niemand zijn nek uit te steken voor deze delicate beslissing.
WWW Meer info op: www.kbc.be/beleggers
Briefwisseling aan: KBC BANK NV, KBC Asset Management, Havenlaan 6, 1080 Brussel Dit document is een publicatie van KBC Asset Management (KBC AM). De bevoegde controleautoriteit is de Autoriteit Financiële Diensten en Markten (FSMA). De aanbevelingen in dit document vallen niet onder de noemer ‘onderzoek op beleggingsgebied’ zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten, doch zijn publicitaire mededelingen, zodat de wettelijke voorschriften ter bevordering van de onafhankelijkheid van onderzoek op beleggingsgebieden niet van toepassing zijn. Deze aanbevelingen vormen op zich geen gepersonaliseerd beleggingsadvies. De fondsbeheerders van KBC AM kunnen vóór de verspreiding van deze aanbevelingen handelen in het financieel instrument. De beloning van de medewerkers of aangestelden die voor KBC AM werkzaam zijn en die bij het opstellen van de aanbevelingen betrokken waren, is niet gekoppeld aan zakenbanktransacties. De resultaten van de weergegeven financiële instrumenten en financiële indices zijn resultaten behaald in het verleden en vormen als zodanig geen betrouwbare indicator voor toekomstige resultaten. Indien de resultaten van de weergegeven financiële instrumenten en financiële indices uitgedrukt zijn in een andere valuta dan EUR, kan het rendement door valutaschommelingen hoger of lager uitvallen. KBC AM noch enige andere vennootschap van de KBC-groep kan aansprakelijk worden gesteld voor de eventuele onjuistheid of onvolledigheid van de in dit document vermelde gegevens. Voor een aantal essentiële elementen van de beleggingsaanbevelingen (waaronder de belangenconflictenregeling), die wegens plaatsgebrek niet in dit document zijn opgenomen, kunt u de “Algemene richtlijnen m.b.t. de beleggingsaanbevelingen van KBC Asset Management” raadplegen op www.kbcam.be/aandelen Verantwoordelijke uitgever / hoofdredacteur: Alex Wolfers, Product & knowledge management KBC AM / Christiaan De Moor Feiten versus andere informatie met betrekking tot beursgenoteerde bedrijven: Voor de beursgenoteerde bedrijven die in deze publicatie vermeld worden, publiceert KBC AM een aandelenfiche op zijn website. Deze aandelenfiche bestaat enerzijds uit puur feitelijke informatie en anderzijds uit de mening van de analist over dat bedrijf. Die laatste tekstgedeelten hebben een gekleurde achtergrond. Frequentie van de advieswijzigingen De analisten van KBC Asset Management volgen de gebeurtenissen in de financiële wereld op de voet. Het aandelenadvies is een conclusie van een zorgvuldige afweging van drie dimensies: het aandeel zelf, de sector waartoe het bedrijf behoort en de regio waarin het gevestigd is. Elke wijziging in één van die drie componenten kan aanleiding geven tot een advieswijziging. De adviesmethodiek Een uitvoerig omschrijving van onze adviesmethodiek staat in de editie van Strategie & Accenten nummer A01 van 6 januari 2011. Deze editie is raadpleegbaar op www.kbcam.be/aandelen/adviesmethodiek. Een exemplaar van deze brochure is ook verkrijgbaar in elk KBC-kantoor. Gebruikte foto’s: www.shutterstock.com (1) Een bevek (beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal) en een sicav (société d’investissement à capital variable) zijn instellingen voor collectief beheer (ICB’s). Een ICB wordt doorgaans opgericht door een financiële instelling, maar vormt een onafhankelijke juridische entiteit. Een aandeel gekocht in een ICB geeft recht op een deel van het resultaat in functie van het belegde bedrag. Het belegde kapitaal kan evenwel in waarde verminderen. De belegging in een ICB laat toe om het beleggingsrisico te spreiden en de toegang tot de beurzen en buitenlandse markten te vergemakkelijken. Beleggingen in ICB’s worden gedekt door het beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten. Dit betekent dat een tegemoetkoming kan bekomen worden bij het beschermingsfonds ten belope van maximaal € 100.000 indien een kredietinstelling of een beursvennootschap rechten van deelneming van ICB’s aanhoudt voor rekening van haar cliënten en deze niet kan leveren of teruggeven aan de rechtmatige eigenaars. Er wordt opgemerkt dat het eventuele verlies aan waarde van een ICB ten opzichte van zijn aanschaffingsprijs niet wordt gedekt door het Beschermingsfonds. (2) Een obligatie is een schuldtitel uitgegeven door een onderneming, een overheidsinstelling of een staat, terugbetaalbaar op een datum en voor een bedrag dat op voorhand werd vastgelegd en dat een interest opbrengt. (3) KBC-Life Multinvest Interest Booster 2 is een beleggingsfonds onder KBC-Life Multinvest, een tak 23-beleggingsverzekering aangeboden door KBC Verzekeringen. Men kiest zelf de begunstigde die bij overlijden het opgebouwde vermogen ontvangt. Bovendien blijft het vermogen tussentijds beschikbaar. Men kan altijd de volledige som of een deel ervan opvragen. De waarde van de fondsen en hun eenheden is niet gewaarborgd door de verzekeringsonderneming en kan schommelen in de tijd. Het financiële risico wordt gedragen door de verzekeringnemer. Meer gegevens vindt u in het beheersreglement en in de financiële infofiche bij uw KBC-tussenpersonen. Zetel van de vennootschap: KBC Verzekeringen NV – Professor Roger Van Overstraetenplein 2 – 3000 Leuven – België. BTW BE 0403.552.563 – RPR Leuven – Bankrekening 730-0042006-01 – FSMA 038571 A – IBAN BE43 7300 0420 0601– BIC KREDBEBB. Onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (KB 4 juli 1979, BS 14 juli 1979). KBC Bank NV, FSMA 026 256 A
volgend nummer verschijnt op 6 december 2012