KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE
MONTE
2022 / 2
EEN BLIK OP: Lange afstanden VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808
1
Manikia, Griekenland. Anak Verhoeven en Charlotte Durif bespreken de juiste route tijdens een multipitch beklimming op de kalksteen rotsen. Ze dragen SIROCCO helmen en een AQUILA harnas. Het was echt een top-dag, met klimmen tot zonsondergang en rapellen onder een prachtige sterrenhemel. © 2022 - Petzl Distribution - marcdaviet.com
JAARGANG 15
2022 / 2
EEN BLIK OP... Lange afstanden 22
Inhoud 24
Actueel 3 Inhoud 5 Voorwoord 7 Up2Date 66 Workshops en webinars Veiligheid & techniek 8 Materiaal & Techniek: nieuwe producten 14 Nieuwe routes naar de top 16 Stop, en denk na 20 Afknopen van een touw
36
sportklimmen 22 De Oldfingers... nooit te oud om te klimmen rotsklimmen 24 Ettringen 28 Kosterlitz & Chickenwings
40
een blik op... lange afstanden 6 Boekbespreking - Lange afstanden 32 Lange afstanden 36 Long Distance Solo Hiking 40 Met de fiets naar de Huayna Potosi (6088 m) 44 National Park Adamello 46 De Cantal 52 Te Araroa bergbeklimmen 56 Lessons learned ecologie 60 Outdoor kledij, is dat wel duurzaam?
46 Foto kaft: © Bertin Vermeulen - De Cantal 3
OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 35 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs
BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00*
De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom.
*Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag. E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be
Op de hoogte blijven?
Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66
W W W. ALPAMAYO.BE
Volg ons op
SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.ecwid.com KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.
KLIMGREPEN
KLIM VOLUMES
S P O RT
HARDWAREN
KLIM MATERIALEN
DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP
WWW.KLIMWANDSHOP.BE
4
ENZE MET GR
N
ro n d t v ra g e n ra g ? Z it je m e end ged jd o v e rs c h ri s n re g l) (s e k s u e e lp li jn 17 12 e v a l: h u 75 02 • Noodg 03 830 z w.b e o f fv b k i@ p :a • A d v ie s
VOORWOORD Wandelen
Onze projecten MOUNT COACH-Academy
Belgian Rebolting Team
KBF werkt samen met:
Wandelen was een van de weinige activiteiten die we nog konden doen, tijdens de eerste lockdown. We sjokten dan ook in treintjes achter elkaar door de parken en de bossen, alsof we - nu alleen nog essentiële verplaatsingen toegelaten waren - de files misten. De lockdown is niet meer, maar wandelen is een blijver. Een nieuw publiek bezoekt naar verluidt de buitensportzaken, op zoek naar rugzakjes en wandelschoenen. De grote outdoormerken zijn hen vooralsnog onbekend. Wandelen is dan ook laagdrempelig: het begint met een blokje om tussen twee zoommeetings door, groeit dan door tot een stevige dagtocht vanuit de Vennhütte richting Drielandenpunt, om uit te lopen op een meerdaagse over hoge Alpenpassen langs de Alta Via 2. Het is geen verplaatsing van punt A naar punt B, maar een dialoog. Het is een gesprek, met je gezellen misschien, maar zeker met je omgeving - de art deco huizen in de straat, de opgaande zon boven de heuvels rond Ouren, de steenbokken op de mistige flanken van de Gran Paradiso - en uiteindelijk met je eigen gedachten. "Wandelen is idealiter een staat waarin geest, lichaam en wereld zich op één lijn bevinden," schrijft Rebecca Solnit in Wanderlust, "alsof ze drie personages zijn die eindelijk met elkaar in gesprek gaan, drie noten die ineens een akkoord vormen." "Spieren spannen aan. (...) De hiel raakt de grond. Het hele gewicht van het lichaam rolt naar voren op de bal van de voet. De grote teen zet zich af en opnieuw verandert de subtiel uitgebalanceerde belasting van het lichaam." Zo beschrijft Solnit het wandelen. Als je het maar lang genoeg volhoudt, blijft uiteindelijk alleen die essentie: een stap, en nog een stap, en nog een. Een totale ‘reset’ van lichaam en geest.
Bruno Vermeeren Algemeen directeur
colofon Het federatietijdschrift Monte verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2022 januari (Special Edition - Opleidingen en workshops), maart, juni, oktober, december deadlines 2022 Maart 24.12.2021 / juni 04.04.2022 / oktober 29.07.2022 / december 10.10.2022 REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Annelore Orije, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ben Van Poucke, Ignace Bral, Bart Smets, Bart Haenraets VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Druk: Drukkerij Albe de Cocker - Hoboken VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Frank Stevens - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht
5
BOEKBESPREKING
Tekst Ignace Bral
Lopen over de grens Great Himalaya Trail door Nepal Katja Staartjes en Henk Wesselius, een Nederlands echtpaar, liepen 1990 km dwars door Nepal. Ze maakten een variant op de Upper Great Himalaya Trail met een uitbreiding van 400 km in het uiterste westen. De GHT - er is een hoge en een lage variant - is een geesteskind van Robin Boustead. Katja en Henk overwonnen, met de hulp van een lokale gids bij hun extreem zware variant, 125.000 hoogtemeter. Dat deden ze via 22 passen boven de 5000m en 2 boven de 6000 m. De tocht kan nu, na de aardbevingen in Nepal, wellicht niet meer op dezelfde manier gestapt of geklommen worden. In dit boek doet Katja verslag van hun avonturen in de wildernis, hun ontmoetingen met de lokale bevolking en het op de grenzen van het haalbare botsen. Lopen over de grens, rijk geïllustreerd en met overzichtskaarten, toont dat Nepal veel meer te bieden heeft dan de klassieke trekking naar Everest Base Camp of het Annapurnacircuit. Laat je inspireren. Of beleef dit bergavontuur vanuit je zetel. ISBN 978 94 6226 028 3
Mythische trektochten in Europa Deze uitgave van Lonely Planet en Lannoo (uitgave november 2021) is vooral een inspiratieboek. Het is een selectie uit de meest mythische wandelingen en trektochten van ervaren internationale wandelaars, avonturiers en/of wildkampeerders. Het boek beschrijft 50 spectaculaire wandelroutes - van Andalusië tot de poolcirkel - en 150 alternatieve suggesties. De tochten worden met een icoontje onderverdeeld in eenvoudig, zwaarder of mythisch. De trektochten variëren van stedelijke omzwervingen tot heuse bergbeklimmingen, met daartussenin wijnroutes, kustwandelingen, meerdaagse pelgrimstochten, culturele uitstapjes en sneeuwschoenwandelingen. Voor iedere tocht bevat de praktische info begin- en eindpunt, afstand, duur, vervoer, beste tijd, uitrusting, accommodatie, eetgelegenheden en bijkomende wetenswaardigheden. Daarnaast wordt ook vermeld of je hem beter zelfstandig dan wel gegidst doet. De vele foto’s doen je watertanden. Levenslang wandelplezier voor zowel startende als ervaren wandelaars. De auteurs staan niet in voor “l’embarras du choix”. ISBN 978 94 014 7656 0
Alte Vie Tour du Grand Paradis Mijn verontschuldigingen, maar deze interessante gids bestaat enkel nog in het Italiaans en het Frans. Ik ken het Nationaal Park Gran Paradiso al jarenlang, het is zelfs een beetje een tweede vaderland. Toen ik deze spiksplinternieuwe gids (uitgave 2020) zag liggen aarzelde ik even: dat doe ik wellicht niet meer zelf… maar toch… natuurlijk! Je doet niet minder omdat je ouder wordt, je wordt ouder omdat je minder doet. Deze gids van Luca Zavatta is een echt juweel. Hij beschrijft een ‘groene’ rondwandeling van 12 dagen rond de Gran Paradiso (de hoogste alleenstaande berg van Italië). Vergelijk het een beetje met de Tour du Mont Blanc, maar dan duidelijk veel minder gefrequenteerd. De hoogte varieert van 900 tot 3200 meter. De duur van de dagetappes ligt tussen 3u45 en 7u50. Stille valleien, eenzame dorpjes en oude muilezelpaden leiden je elke dag naar een behoorlijk onderkomen. Maar er is meer. Voor hen die van steviger werk houden is er ook een ‘rode’ zesdaagse variant met dagetappes van 6u00 tot 7u15 lang, waarbij de hoogtemeters en de afstanden niet geschuwd worden en het technische niveau T3 à T4 is (ik moet bekennen dat ik in juli 1996 de oversteek tussen de rifugio Sella en de rifugio Chabod niet tot een goed einde bracht – dit traject leunt aan tegen echt alpinisme). De gids bevat 4 stafkaarten met schaal 1/25 000 en talrijke nuttige telefoonnummers. Een bovenste beste aanrader. ISBN 978 – 8898520954
6
UP2DATE JEUGD IN TOUW IN DE STARTBLOKKEN
Eind augustus diende KBF het 'Jeugd in Touw'-project in bij Sport Vlaanderen, en met succes! Sport Vlaanderen heeft haar goedkeuring gegeven om met dit project te starten. De daarbij uitgerekende subsidies liggen iets lager dan verwacht, maar het volstaat om van start te gaan. Binnen KBF gaven reeds 15 clubs hun interesse op om mee in te stappen. Met dit project wil KBF haar jeugd een flinke boost geven. Met de clubs en een sterke jeugdwerking als basis. Zo zullen de clubs hun jeugdbeleid kunnen toetsen aan een aantal werkpunten, waarna een ‘Jeugd in Touw’-label wordt toegekend. De labels brons, zilver en goud zijn opgebouwd rond 4 thema’s: gezond & ethisch sporten, jeugdbeleid, trainers en opleiding en communicatie. Meer over dit project verscheen eerder in de Monte van oktober 2021.
HERHALING: PROBLEMEN MET aanduiding CLUB op DE LIdkaart
Het was je waarschijnlijk al opgevallen dat er een nieuw online portaal is voor onze leden. Die vernieuwing brengt heel wat mogelijkheden met zich mee, maar helaas ook enkele kinderziektes. Zo ondervinden we problemen met clubwijzigingen van 2021, die bij de lidmaatschapshernieuwing van 2022 niet doorgekomen zijn. We excuseren ons voor het ongemak en willen deze fout graag zo snel mogelijk rechtzetten. Mogen we daarom vragen te controleren bij welke club je aangesloten bent in 2022? Dat kan je lezen op je lidkaart, of je online KBF-profiel. Geef het secretariaat een seintje als je wenst te wijzigen. Alvast bedankt!
KBF kreeg een 10/10
In 2016 werd een code uitgeschreven om de implementatie van goed bestuur in de Vlaamse sportfederaties te begeleiden. Met de focus op transparantie, democratie, interne verantwoording en controle, en solidariteit wil Sport Vlaanderen positieve dynamieken bekomen tussen de algemene vergadering, de raad van bestuur, de directie van de federatie en de overheid.
NIEUWE KBF-CLUB : Welkom Climbr!
Maak kennis met Climbr, de nieuwste KBF-club in het land. De organisatie Climbr vzw heeft als doel om klimmers en onervaren sympathisanten samen te brengen aan de rots. Zo ontdekken ze op een veilige en verantwoorde manier het outdoor boulderen én verwerven ze de nodige kennis en vaardigheden. Welkom bij KBF! Meer info over Climbr vind je op www.weareclimbr.be.
Eerder dan een eindpunt dat je direct kan behalen, is dit een lange-termijn proces. Bij KBF hebben we hier de voorbije jaren dan ook sterk op ingezet. En met resultaat! KBF start 2022 met een score van 100% op de harde indicatoren Goed Bestuur van Sport Vlaanderen.
atletenhuldiging
Belgian Climbing Team was één en al sensatie in 2021. Dat verdient een bloemetje dachten we bij KBF! Bedankt aan alle atleten van het nationale klimteam, jullie waren fantastisch. Even een korte terugblik: Hannes Van Duysen ( Wereldkampioen Boulder Youth A Male), Pavitra Vandenhoven (Wereldkampioen Lead Women RP 1), Nicolas Collin (1e plaats, Europe Cup Lead Men), Frederik Leys (1e plaats World Cup Lead Men AL2) Lucie Watillon (1e plaats EYC Lead & EYC Boulder Juniors Female), Ties Vancraeynest (1e plaats EYC Lead Juniors Male), François Mertens (2e plaats EYC Lead Juniors Male) en Alexandre Noël (3e plaats EYC Boulder Youth B Male) Benieuwd wat dat gaat geven in 2022, veel succes!
NIEUW AANBOD 2022: GRATIS WEBINARS, WORKSHOPS, OPLEIDINGEN, STAGES…
Of je nu een totale beginner bent in de klim-en bergsport, of je hebt al jaren ervaring en wil deze doorgeven aan anderen… KBF en de clubs helpen jou op weg naar de (berg)top! Bekijk het nieuwe aanbod op onze website www.kbfvzw.be. Of werp al eens een blik op de workshops & webinars op p.66
7
MATERIAAL EN TECHNIEK
Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)
FORESTIA 'De outdoormaaltijd die zichzelf opwarmt' Het eerste wat opvalt aan deze maaltijden is dat ze nogal zwaar zijn in vergelijking met andere vriesdroogmaaltijden. Maar dat is het hem net. Deze maaltijden zijn niet gevriesdroogd. Het vocht zit er nog steeds in. Ze zijn als het ware 'ready to eat', je hoeft er helemaal geen water meer aan toe te voegen en kunnen zelfs koud gegeten worden, maar dat is nu ook weer niet zo lekker. Speciaal om ze op te warmen, worden ze geleverd met een 'self heater bag' met daarin een 'heating sachet'. Dit laatste is een klein zakje dat na contact met water (veel) warmte afgeeft. Het eerste is een stevige plastic zak waarin je 50 milliliter water giet en er daarna de 'pouch' (zak met eten) insteekt. Na 12 minuten heb je je maaltijd au bain marie opgewarmd. Zonder gebruik van een vuurtje of brandstof en met slechts 50 ml water. Voor iedereen die ondertussen al elke vriesdroogsmaak kent, vormen de maaltijden van Forestia een welgekomen afwisseling tijdens een weekendje weg. Adviesverkooprijs: 11,95 euro per maaltijd Gewicht: 350 gram
BLUE ICE – Harfang ‘One size fits all – ’s werelds lichtste en compactste hybride crampon’ Bij Blue Ice blijven ze vernieuwend uit de hoek komen. Niet alleen bieden ze ’s werelds lichtste slings aan (de Mission Light Slings), maar ook de lichtste ijsvijzen (Aero Lite Ice Screws) en nu dus ook de lichtste stijgijzers. Zo weegt één paar stijgijzers slechts 419 gram! Haal je de antibot eraf (niet aan te raden) dan wegen ze zelfs maar 377 gram. Ze bestaan uit een chroomstalen voorste deel, met een aluminium achterkant en een aluminium middelste deel dat verplaatst en gezet kan worden waar jij het wilt, afhankelijk van welk soort schoen je aanhebt. De snelsluiting achteraan werkt snel en efficiënt. Ook al zou je er aan klassiek alpinisme mee kunnen doen, de aluminium punten zijn daarvoor eigenlijk te licht. Deze zijn dus niet bedoeld om in mixte terrein over de rotsen mee te stappen. Het is eerder een stijgijzer voor de toerskiër die op zoek is naar een licht en compact alternatief voor als hij/zij tijdens een tocht plots een verijsde passage tegenkomt. Voorwaarde is wel dat je voor- en achteraan op je schoen de juiste uitsparingen hebt. Het zakje is gemakkelijk vast te maken aan een klimgordel of de heupriem van een rugzak zodat je zeer snel bij je stijgijzers kunt. Adviesverkoopprijs: 139,95 euro Gewicht: 377 gram (zonder antibot) of 419 gram (met antibot)
DEUTER – Aircontact Ultra ‘Waar een licht gewicht, duurzaamheid en functionaliteit elkaar ontmoeten’ Waar andere rugzakmerken er steeds in slaagden om met telkens lichtere rugzakken af te komen, bleef Deuter ‘lichtjes’ achterophinken. Maar daar komt in 2022 verandering in. Niet alleen hebben ze een lichte reeks op de markt gebracht in de kleinere volumes (de Speedlite 23 en 28 voor dames en de 25 of 30 voor heren), maar ze zijn er ook in geslaagd om een licht rugzak in een groot volume te maken: De Aircontact Ultra. Voor dames verkrijgbaar in een 45+5 uitvoering en voor heren als 50+5. Het uiterlijk, de stijl, de verstelbaarheid en de functionaliteit, alles straalt Deuter en degelijkheid uit. De hele rugzak is verstelbaar, afhankelijk van je ruglengte. Het topcompartiment kan naar boven geschoven worden als je je rugzak met de additionele 5 liter volume wilt verruimen. Er is ruimte voor een drinkzak van drie liter. Er zitten kleine mesh zakjes op de heupriemen… Alles erop en eraan dus. Enkel een regenhoes ontbreekt, maar die kan apart bijgekocht worden. Bovendien bestaat het hele buitenwerk voor 100% uit gerecycleerde materialen. Adviesverkoopprijs: Komt uit in lente 2022 Gewicht: 1200 gram (Aircontact Ultra 45+5 SL) en 1210 g (Aircontact Ultra 50+5)
8
UNPARALLEL – Uprise VCS ‘Stealth Rubber in een nieuw kleedje’ Wat er achter de schermen allemaal gebeurd is, weten we niet, en hoeven we niet te weten. Feit is dat de bedenker en maker van het iconische Stealth Rubber (dat vroeger 5.10 klimschoentjes groot heeft gemaakt) nu aan het werk is bij dit gloednieuwe merk van klimschoentjes. What’s in a name… Unparallel wil ongeëvenaarde klimschoenen aanbieden met een fantastische grip. De Uprise VCS is dan waarschijnlijk een van hun meest herkenbare en toegankelijke modellen. Het iconische rubber van vroeger heet hier ‘Real Honor’ en is over de hele zool aangebracht, niet enkel onder het voorste deel. Ze loopt trouwens ook door over de bovenkant van de tenen. Dit brengt je een schoen die zowel perfect is voor klimmen op kleine randjes (edging), op wrijving (smearing), als om er heel- en toehooks mee te doen. Bovendien zorgt die extra rubberen rand bovenop de tenen voor meer bescherming tijdens het barstklimmen. Daarnaast bestaat er ook een Uprise Pro voor nog meer bescherming tijdens het barstklimmen. Dit nieuwe merk belooft een van de meest veelbelovende nieuwkomers te worden in het klimlandschap! Adviesverkoopprijs: 154,95 euro Gewicht: 510 gram (per paar)
EDELRID – Via Ferrata Belay Kit ‘Op stap met kleine kinderen in verticaal terrein’ Hoe vaak krijgen we niet de vraag welke Via Ferrata Set er geschikt is voor kleine kinderen. Het antwoord is altijd: ‘geen’. De meeste Sets werken pas vanaf een gewicht van 40 kilogram. Bovendien kun je van de meeste kinderen onder dat gewicht (en de daarmee samenhangende leeftijd) eenvoudigweg nog niet verwachten dat ze alle potentiële gevaren en hindernissen onderweg correct kunnen inschatten. Je moet je kind in principe altijd bijzekeren met behulp van een touw. En dan komt deze handige Belay Kit van Edelrid heel hard van pas. Ook als je minder ervaren tochtgenoten bijhebt en je hen eventueel wilt bijzekeren op bepaalde technische passages, komt deze set van pas. Ze is beschikbaar met een touw van 15 of 25 meter. Alles zit handig en compact opgeborgen in een zakje dat je met behulp van een musketon aan je gordel kunt hangen zodat je er heel snel bij kunt. Dankzij de kleurcodering is het systeem heel intuïtief en bovendien werkt het zelfblokkerend bij het naar boven begeleiden van je ‘naklimmer’. Deze Belay Kit is een ideale set voor zowel begeleiders als avontuurlijke ouders. Adviesverkoopprijs: 84,95 euro (voor 15m) of 99,95 euro (voor 25m) Gewicht: 1 kg (voor 15m) of 1,5 kg (voor 25m)
SAMAYA - Samaya 2.5 ‘Een veelbelovende nieuwe speler op de markt’ Net als andere grote spelers zoals Grivel en Blue Ice, heeft ook dit merk zijn roots in het prachtige Mont Blanc Massief. Het is een jong merk dat zich specialiseert in compacte en vooral zeer lichte tenten. Net zoals de Sigma tenten van concurrent Lightwave, zijn het zogeheten Single Wall tenten. Geen binnen- en buitenzeil meer, maar slechts één wand. Dit betekent dat de tent effectief lichter en compacter wordt, maar ook veel sneller op te zetten is. Met een waterkolom van 10.000 mm en een ongeëvenaard hoog ademend vermogen van 40.000 g/m²/24h, blijf je dankzij het revolutionaire Nanovent Membraan absoluut droog. Je wordt zowel gespaard van regen en sneeuw, maar ook van condensatie. Het grondzeil bestaat uit licht en sterk dyneema materiaal (vandaar ook de prijs) en heeft een waterkolom van maar liefst 20.000 mm! De Samaya 2.5 bestaat in een blauwe en een (jawel) roze kleur, biedt plaats aan twee (ruim) tot drie (krap) personen en heeft in 2019 een ISPO-award gewonnen. De tent kan groter gemaakt worden door er een voortent (vestibule) aan te bevestigen en er bestaat ook een grondzeil op maat. Vanaf 2022 worden deze tenten dankzij de KBF aangeboden aan Mount Coach om ze in realistische omstandigheden te kunnen testen. Wordt ongetwijfeld vervolgd… Adviesverkoopprijs: 1.150 euro (+ 450 euro voor de Dyneema Vestibule of + 250 euro voor de Nylon Vestibule) Gewicht: 1.470 gram (+ 460 gram voor de Dyneema Vestibule of + 630 gram voor de Nylon Vestibule) Andere extra’s: Footprint (90 euro en 195 gram)
9
• •
✓ ✓ ✓ ✓ ✓
10
Collectieve 26.03.2022 rotsbeheerdag DURNAL
PROGRAMMA / INHOUD - verwelkoming - context rotsbeheer BRT (te Durnal) - demo's route-aanleg & touwtechnieken bij rotsbeheer - deelname rotsbeheerswerken: er wordt voor gezorgd dat ook mensen met beperkte rotsklimervaring kunnen deelnemen: naast poetsen van de rotsen kan er bijvoorbeeld ook geholpen worden bij snoei-en onderhoudswerken
BELANGRIJK Voorzie zeker aangepaste kledij die tegen een stootje kan, werkhandschoenen, stevig schoeisel, een helm en een middagmaal AANMELDEN op rotsbeheer@klimclubhungaria.be met opgave van na(a)m(en)
deel-nemers (dit vóór 12 maart, als je nà de activiteit (gratis) wilt overnachten in de Chaveehut en zeker wil zijn van een slaapplaats). 11
Reeds 30 jaar uw buitensportspecialist!
OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST 053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be
De Berghut
Plezantstraat 11 9220 Hamme 12
https://berghut.be info@berghut.be 052/47 85 22
Speciale acties en mooie aanbiedingen tijdens de actieweken
Tekst Jan Engels en Bart Smets – foto's Bart Smets en Peggy Eulaerts Luchtfoto massief Dominique Suys
Nieuwe routes naar de top Op vele rotsmassieven waren en zijn de vrijwilligers van het Belgian Rebolting Team actief, tegenwoordig alsmaar vaker ook versterkt door losse vrijwilligers én met steun van over de Nederlandse grens. In Pont-à-Lesse zijn de resultaten eens te meer indrukwekkend na de laatste collectieve rotsbeheerdag in november. Heel wat paden werden hersteld, rotsroutes gekuist en Castel 4 werd zelfs ‘kaal’ gezet zodat het terug een markante vrijstaande graatvormige rots werd. En diezelfde Castel 4 is tevens het decor van de voornaamste eerste realisatie van een nog vers team BRT-ers: de via ferrata-rotswerkers. Pas einde maart 2021 opgestart, met een 20-tal geïnteresseerde ferratista’s en klimmers, waar een kleine maar zeer actieve kern van een 6-tal noeste werkers uit ontstond. Het resultaat kan je nu gaan beleven: 4 nieuwe (korte) via ferrata-parcours in verschillende moeilijkheidsniveaus van AD tot TD. Perfect oefenterrein én een geweldige speeltuin voor zowel de beginnende als de gevorderde ferratista!
13
160m extra kabel, 47 stangen, 55 beugels… en 5 nieuwe namen! Bijna iedereen kent de route bij uitstek voor je allereerste ‘startto-via ferrata’, die nu een naamsverandering onderging naar “SteBa” (naar de oorspronkelijke bouwers Stef en Bart) én ook het niveau werd geherwaardeerd naar PD+. Hoe kan dat? Omdat er op bepaalde plaatsen andere treden en stangen geplaatst werden en ook de beveiligingskabel enkele aanpassingen kreeg. En omdat het belangrijk is dat deze voor iedereen een doenbare eerste keer presenteert.
Goed gepositioneerd…” - een getuigenis Aan het vrijmaken van de rotsen, de toegangsweggetjes aanleggen én de bouw van de eigenlijke parcours werkten tientallen vrijwilligers. En een kleine kern die heel wat dagen presteerden om gaten te boren, kabelankerstangen en steunbeugels te plaatsen, de kabels te fixeren enz… Als je weet dat er een 150 gaten geboord moesten worden (24mm en 15-20cm diep!), 3-10min per boorgat, en daarbij dan nog de handelingen voor de chemische verankering… met telkens werken in duo’s, dan wordt het snel duidelijk wat een monsterklus het is om zo’n via ferrata te bouwen.
De nieuwe routes kan je hogerop vinden, bereikbaar vanaf het schuilhutje en weggetje naar Castel 5 of links van Castel 4 de lange zigzagweg omhoog. Uiteraard kan je ook eerst SteBa doen en daarna de moeilijkere nieuwe routes. Elke route draagt een naam die iets zegt over de voornaamste ‘boormannen’ van dienst of over de route zelf. “Enya” (AD) vertrekt op de eerste pijler vooraan en vormt een goed vervolg op SteBa. Linksvoetigen hebben een voordeel! Het mooiste is de kabel eerst schuin rechts te volgen… De D-routes “TourneDos” (ook geschikt voor vegetariërs) en “Zeger” (dat rijmt op schoorsteenveger) vergen een moeilijkere inklim langs de overhangende wand van “Triple” (TD), de meest atletische beweging van de huidige parcours… Wees voorbereid, een tripel drink je ook niet op een nuchtere maag. Een alternatief is er wel via “&Co”(AD) die start in een kloof en verder gaat over de meest markante en hoge pijler naar Woody’s Top... of een korte verbindende tyrolienne naar de top van de Triple, waarvoor je best een stalen karabiner of dubbele katrol meebrengt.
Via ferrata doen? Enkel met de juiste uitrusting! Zorg er voor dat je minstens een recente VF-set, klimgordel en klimhelm hebt… net zoals aangepast schoeisel. Aanvullende touwzekering is aanbevolen voor kinderen en minder zekere personen. Te weinig kennis? Volg een opleiding of laat je begeleiden! De toegang is voorbehouden aan leden van een erkende klim-en bergsportfederatie of via aanvraag van een dagtoelating bij KBF.
“Eén gat voor een stang, twee gaten voor een beugel.
14
Jan Engels is als 67-jarige niet de jongste, maar wél één van de actiefste VF-rotswerkers. Misschien dat zijn verhaal ook jouw engagement kan aanwakkeren om mee te komen helpen op een rotswerkdag!
Goed gepositioneerd, anders krijg je de beugel niet diep genoeg in de geboorde gaten. De gaten goed proper maken en het ijzerwerk met chemisch anker in de rots bevestigen. Ja, je bent wel doordrongen van het feit dat het van levensbelang is dat alles correct uitgevoerd wordt. We leren veel van elkaar, met daarbij ervaren rotswerkers zoals Kris en Stef, en zoeken naar manieren om onze expertise te verbeteren. Constant overleg, nadenken en in vraag stellen van de werkmethodes geeft een goed gevoel. Nu zijn we zover dat we onze fantasie mogen gebruiken om mee routes te bedenken. Misschien zo of zo, waar gaat dan die volgende beugel komen, waar de kabel. Hier moet misschien niks komen want de rots biedt genoeg mogelijkheden? Mag het wat moeilijker zijn of moet het ook geschikt zijn voor kinderen? Bijzonder leuk en uitdagend om zoiets mee tot stand te brengen!
“Al goed op weg naar ‘tram 6’ begon ik pas terug te wandelen, decennia geleden van in mijn jeugdjaren. Via meerdaagse wandeltochten me, aanvankelijk vooral verzekeringsgewijs aangesloten bij KBF. Ik volgde een opleiding bergwandelen en toen was het hek helemaal van de dam. Nooit heb ik gedacht dat dit zo een impact zou hebben op mijn leven! Op mijn tochten kwam ik af en toe een stukje via ferrata tegen. De vraag die bij me opkwam was of ik dit op een veilige manier aan kan? Op zoek naar raad en daad kwam van het één het ander… Opleiding via ferrata, KVB1, KBV2, KBV3... Ik zal nooit geen hoge toppen scoren in het klimmen, maar amuseer me enorm, niet tegenstaande mijn 67 lentes.
Maar wat een werk, maanden zijn we bezig geweest om al die gaten te boren. Soms uren in een werkgordel tegen de wand hangen met een zwaar machine aan het touw boven jou opgehangen. Al het materiaal naar boven sleuren en terug naar beneden. Het is echt teamwerk en dat maakt het zo prettig.
Via de BRT werking van mijn club had ik ook de smaak te pakken om mijn handen uit de mouwen te steken op de rotsen. Toen er begin 2021 een oproep kwam om mee te werken aan nieuwe of uit te breiden via ferrata’s in Belgenland, ben ik daar gretig op ingegaan.
Ik kijk er naar uit met het volgende project te kunnen starten nu dat Pont-à-Lesse afgewerkt is. Nu ja, wat is voltooid? Zoals de klimroutes op de rots regelmatig gecontroleerd worden zo zullen ook de VF routes op regelmatige basis gecontroleerd moeten worden… en misschien nog verbeterd of uitgebreid?”
Als ’verse’ rotswerker, start je voornamelijk met het kuiswerk, maar omdat we regelmatig op het appèl verschenen en via ferrata zo zijn eigenheden heeft in vergelijking met een rotsklimroute, veranderde dat al snel... Gaten boren in de rots met verschillende boormachines, het één al wat performanter dan het andere. Eén gat voor een stang, twee gaten voor een beugel.
Interesse om mee te helpen bij rotsbeheer? Kom eens af op een collectieve rotsbeheersdag, contacteer de BRT-verantwoordelijke van je club of mail koen@kbfvzw.be. Specifieke vragen over via ferrata kan je richten aan viaferrata@kbfvzw.be
Einde/Fin
Tournedos D
Via SteBa PD
Zeger D+
Tyrolliene
Triple TD
Via Enya AD
& Co AD
Castel 5 pad
15
Tekst Anne van Galen - Foto’s John Van Giels en Bart Smets
STOP, EN DENK NA Veilig bergsporten
“Als kind van een nogal bezorgde moeder werd me van jongs af aan ingepeperd wat er allemaal mis kan gaan. In de bergen kon dat wel eens hoog oplopen. ‘Stop of ik vermoord je!’ riep ze ooit in alle stress tegen mijn vader toen we vanaf de Mattmark Stausee steeds hoger gingen richting de Monte Moropas. Er was net een vers pak sneeuw gevallen, het pad was allang niet meer zichtbaar en af en toe zaten we in de mist. Uiteraard: na deze noodkreet keerden we om. En liepen we de route later nog eens in de stralende zon.”
Bergsport is al heel lang een belangrijk deel van ons leven. En de wens om mooie uitdagende routes te klimmen, was sterker dan het “Pas op, kijk uit”-geroep van mama. We begrijpen goed waarom mensen de bergen in willen. En stimuleren dat ook. De schaduwkant van bergsport De keerzijde van de medaille is echter dat de bergen dodelijk kunnen zijn. Het aantal klimmers en skiërs dat stierf in de bergen is groot. En ook in een minder gevaarlijke omgeving zoals de klimzaal of op goed behaakte klimrotsen gebeuren ernstige ongelukken. Tijdens het afscheid vertellen we elkaar dan verhalen om het leed te verzachten. Zoals: “Ze stierven terwijl ze in hun geliefde bergen waren.” Of: “Autorijden is ook heel gevaarlijk”. Of: “No risk, no glory, dit hoort er nu eenmaal bij”. Een schrale troost. Je gaat de bergen in, omdat je intens en midden in de natuur wilt léven. Doodgaan staat hier haaks op. Zware ongelukken zouden er niét bij mogen horen. Vandaar het pleidooi voor:
16
1. het beter trainen van klim- en bergsporters in het nemen van goede besluiten; 2. het nemen van maatregelen om te voorkomen dat klim- en bergsporters, ondanks al hun ervaring en goede bedoelingen, toch handelingsfouten maken; 3. het tot in de puntjes voorbereid aan de start komen, fysiek, mentaal, emotioneel en oké, ook qua materiaal; 4. het leren van het verleden, dus altijd terugkijken naar wat goed ging op een tocht, en ook de ogen niet sluiten voor missers om het een volgende keer beter te doen. In dit artikel volgen tips voor het eerste punt: hoe neem je het best mogelijke besluit, tijdens steeds veranderende omstandigheden en bij veel onbekende factoren.
Een spannende doorsteek
Een besluit nemen is moeilijk
Allereerst een voorbeeld van een situatie die je in grote lijnen misschien zelf ook wel eens hebt meegemaakt.
Hoe gaat het verder met de groep? Gaan ze na deze ongeplande verkleedpauze snel door, de kopgroep achterna die al bijna uit het zicht is verdwenen? Of nemen ze tijd om een echte beslissing te nemen gezien de veranderende omstandigheden? De praktijk leert dat in veel gevallen mensen doorgaan met het plan dat ze hebben uitgedacht. En zeker in dit soort gelegenheidsteams is het ingewikkeld om tot goede besluitvorming over te gaan. Mensen kennen elkaar niet goed, niemand wil spelbreker zijn, misschien is er een informele leider die heel zeker van zijn zaak lijkt en niemand stelt verder vragen.
Drie gezinnen zijn in de Italiaanse Alpen onderweg voor een driedaags huttentochtavontuur. Op dag twee staat een mooie doortocht op het programma, deels afgezekerd met kabels. Op de wat vage Italiaanse stafkaart staan stippeltjes, kruisjes en uitroeptekens ingetekend, zowel voor als na de bergpas. Gisteren heeft een ander groepje – met nog jongere kinderen – dezelfde doorsteek gemaakt. Via een sms is gecommuniceerd dat het een prachtige tocht was, die wel lang geduurd heeft. De groep is zeer vroeg opgestaan. De ouders proberen hun kinderen te motiveren om toch vooral een beetje door te lopen. Er is namelijk aan het einde van de dag warmteonweer voorspeld. Plotseling – het is nog maar 9 uur – klinkt in de verte een donderslag. Verbaasd kijken de ouders elkaar aan: wat is dit? Tijd voor echt overleg is er niet, want de groep loopt vrij ver uiteen. Bovendien komt het zonnetje alweer door. De eerste kettingen zijn in zicht en meteen zijn de kinderen veel gemotiveerder. Al snel moet weer een pauze ingelast worden wegens koude handen en een lange broek die ergens onder uit een rugzak gevist moet worden. Het gaat een beetje waaien en de zon verdwijnt weer achter de wolken. De grootste kinderen lopen alvast vooruit. Huttentocht, cool! Dan klinkt weer wat gerommel in de verte. Of lijkt dat maar zo? Het is nog maar 10.30 uur! Toch veel te vroeg voor het warmteonweer?
Over het algemeen voelen mensen zich in een groep veiliger dan wanneer ze alleen op tocht zijn en dus nemen we groepsgewijs meer risico. En er zijn nog meer factoren (in het echt of in de hoofden van mensen) waardoor de groep geneigd is om door te lopen naar de volgende hut: • Er wordt tijdsdruk ervaren vanwege het voorspelde warmteonweer (een besluit nemen kost toch tijd). • De oudste kinderen willen heel graag door (en niemand heeft zin in teleurgestelde pubers). • De jongste kinderen zijn misschien wel ‘omgekocht’ met de belofte van taart in de volgende hut. • Steeds vaker komt het voor dat je bij de reservering van de hut meteen een voorschot moet betalen (en dat geld zie je dus niet meer terug). • Het is de vorige groep toch ook gelukt? • Vorige week zijn ze ook al omgekeerd, omdat het weer leek om te slaan (en toen ging toch de zon weer schijnen). Een deel van de bovengenoemde factoren kun je aanduiden als ‘mentale valkuilen’. Deze valkuilen saboteren ons vermogen om goed af te wegen of het wel verstandig en veilig is om door te gaan met het plan.
17
Vijf bouwstenen voor veerkrachtige besluitvorming
2. Zoek naar verschillende perspectieven:
Mentale valkuilen en allerlei druk die we ervaren, maken het dus moeilijk om een goed afgewogen besluit te nemen dat past bij de omstandigheden die je aantreft. Achteraf gezien – bijvoorbeeld als het ongeval eenmaal heeft plaatsgevonden – is het vaak maar al te simpel en kun je eenvoudig reconstrueren waar het toen fout ging. Maar daar heb je weinig aan als je, in keiharde wind en weinig zicht moet bepalen of het beter is direct te rapellen omdat er onweer aankomt, of door te gaan naar de top en dan via de normaalroute naar beneden te lopen. Wat je wel kunt, en hoort te doen, is jezelf bekwamen in het nemen van veerkrachtige besluiten. Dit is het best mogelijke besluit dat je kunt nemen, aangepast aan de steeds veranderende omstandigheden en rekening houdend met het feit dat er veel dingen zijn die je (nog) niet weet.
Om ervoor te zorgen dat je fouten in je besluitvorming en je specifieke valkuilen vermijdt, is het belangrijk, en dit wordt onderstreept door onderzoek, om verschillende perspectieven op het probleem of de situatie te krijgen. We weten allemaal dat je altijd even de huttenwaard moet vragen naar de condities, maar doen we dat ook? En laten we ook de stille of minder ervaren groepsleden aan het woord?
1. Geef jezelf tijd: Mentale valkuilen of dingen als groepsdruk komen eerder voor als je tijdsdruk ervaart. Dit kan echte tijdsdruk zijn, of tijdsdruk die je jezelf oplegt of inbeeldt. Je moet (wil?) op een bepaalde tijd terug zijn bij de auto. Je moet een bepaalde helling zijn gepasseerd voordat de zon deze opwarmt (natte sneeuwlawines). Je wil om vijf uur in de hut zijn om tijdig te kunnen aperitieven. Er waait een snijdende koude wind en je wil dóór, maar jij hebt nog niet voldoende tijd gehad om het lawinegevaar van de helling onder je te evalueren. Wat zijn hier de echte deadlines en welke zijn zelf opgelegd? Bedenk maatregelen die je kunt nemen om de tijdsdruk te reduceren. Zoals: ga uit de wind staan en doe een extra jas aan.
Eén van de ouders besluit om haar twijfels over het vervolgen van de gekozen route uit te spreken. Ze pleit ervoor om met alle ouders vijftien minuten te overleggen. Iedereen doet een jas aan en de kinderen krijgen te horen dat ze even zelf een spelletje mogen verzinnen.
De ouders geven ieder aan hoe ze er op dat moment in zitten. Verschillende mensen hebben eigenlijk heel slecht geslapen en waren in stilte al bezorgd of deze doorsteek wel een goed idee was. Anderen zien de tocht juist als een mooi avontuur, waar ze zich met hun kinderen al lang op verheugd hadden. Op het moment dat de ouders overleggen, komen er nog andere wandelaars uit de richting van de pas. Iemand gaat bij deze mensen informatie inwinnen over de situatie aan de andere kant van de pas.
3. Denk in scenario’s en bepaal wat je opties zijn Bij deze bouwsteen gaat het erom dat je in kaart brengt welke mogelijkheden je hebt. En dat je per optie de scenario’s doordenkt (ook in de details). Overigens, nog beter zou het zijn dat je standaard bij elke tocht die je plant ten minste twee serieuze alternatieven achter de hand hebt en bereid bent om ook echt je route om te gooien, mocht dat nodig zijn. Het is veel makkelijker om af te zien van een bepaalde tocht als je een set ‘slecht-weer-activiteiten’ achter de hand hebt.
De ouders van het basiskamp komen met de volgende suggesties: • Doorgaan en op de col nog een keer een inschatting maken wat betreft het weer en indien nodig alsnog omkeren. Voordeel: kansen op doorsteek maximaliseren. Nadelen: als je besluit dan alsnog om te draaien, wordt het een superlange tocht om weer terug bij de auto’s te komen. Omkeren wordt sowieso steeds lastiger (summit fever!)… en als het weer omslaat, moet je alsnog langs een paar kettingen omlaag. • Direct omkeren en vanmiddag een ijsje gaan eten in het dal. • Opsplitsen in een snelle groep die doorgaat en een langzame groep die omkeert. Deze optie wordt vrij snel afgewezen, omdat het qua auto-indeling niet handig is, en omdat de kinderen bij elkaar willen blijven.
.
18
4. Raadpleeg de advocaat van de duivel
5. Monitor
Om mentale valkuilen in je besluitvorming te vermijden, is het cruciaal om de advocaat van de duivel te raadplegen. Je kan dit door interne dialoog doen of, beter nog, door deze rol specifiek aan iemand anders (of meerdere personen) in de groep toe te wijzen. Als groep goed omgaan met deze rol, vergt training. Typische advocaatvan-de-duivelvragen zijn: - Zou je je eigen familieleden in dit terrein meenemen? - Hoe zeker is de informatie die nu op tafel ligt? Zoals “Het weerbericht van gisteren sprak alleen van onweerkans van onweer in de avond.” Of “Het is in de Queyras lawinegevaar 3, maar we zitten hier op de grens en het heeft echt keihard gewaaid en overal klinken woem-geluiden.” - Analyse van de potentiële consequenties: wat als het onverwacht misgaat? Bijvoorbeeld: bij de afdaling van de col breekt iemand zijn enkel, het onweer barst los met flinke wind en hagelbuien. Kun je dan zorgen dat iedereen alsnog veilig thuis komt? - Post mortem vraag: Oké, stel over een uur zitten we met z’n allen vreselijk in de problemen of er is zelfs iemand dood. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Wat moeten we doen om dit risico zo klein mogelijk te maken of tot nul te reduceren? - De keuze die je wil gaan maken, is dat echt wat je de grootste kans biedt om te overleven? Of om tenminste geen ongeval te hebben? - Op basis waarvan neem je nu deze beslissing? Is het op basis van je impuls (“Oh, ik heb het koud, laten we doorgaan!”), of is het een weldoordachte en van tevoren geplande actie? - Wat zal een rechter ervan zeggen wanneer zich een ongeval voordoet? Kun je het besluit dat je van plan bent te nemen, uitleggen en verdedigen in de rechtszaal?
Omstandigheden kunnen in de bergen heel snel veranderen. Je inschatting, hoewel misschien heel zorgvuldig tot stand gekomen, kan verkeerd zijn of al niet meer van toepassing. Wees daarom altijd bereid om je mening en besluiten bij te stellen als je nieuwe informatie krijgt over de situatie en het mogelijke risico. Op typische besluitvormingsmomenten (bijvoorbeeld: overgang van rots naar ijs, van minder steil naar steil terrein, van een zuid- naar een noordhelling, …) moet je er daarom voor zorgen dat je niet alleen een inschatting maakt van het terrein en de omstandigheden, maar ook van de factor mens: hoe is mijn huidige fysieke en mentale staat en wat zijn de factoren die mij motiveren om deze beslissing te nemen? Ben ik gestrest, geïrriteerd, euforisch, bang? En wat kan ik hieraan doen? En hoe zit dit met de leden van mijn groep? Bepaal ook het punt vanaf waar rechtsomkeer maken moeilijk wordt.
Doordat de groep aandacht besteedt aan ‘de advocaat van de duivel’ wordt het duidelijk: onweer en ijzeren kettingen zijn een hele slechte combinatie. Het feit dat er al twee onweersklappen zijn geweest, betekent dat er nog meer kunnen komen. De groep besluit om direct terug te gaan.
De kinderen zijn zwaar teleurgesteld. Is dit nu het beste besluit? Het eerste stuk van de afdaling langs de kettingen vergt de nodige concentratie. Daarna slaat de groep uiteen. Sommigen rennen haast vooruit. Anderen blijven mokkend achter. Twee ouders merken op dat de groep een pauze nodig heeft om zonder brokken beneden te komen. De groep komt langs een veld met enorme boulderblokken. Zodra de kinderen wat hebben gegeten, gaan ze lekker zonder rugzak klauteren. Vervolgens wordt de tocht naar beneden in een veel betere stemming vervolgd. Omstreeks twee uur barst een groot onweer los. Als de hagelstenen neerkletteren, is iedereen blij niet daarboven te zijn. ’s Avonds terug op de camping horen ze van de andere groep dat die bijna twaalf uur hebben gedaan over de doorsteek, met mooi weer.
Kortom, om een lange bergsportcarrière op te bouwen, moet je op tijd kunnen stoppen om een goede beslissing te nemen.
Besluitvorming in de bergen De vijf bouwstenen voor veerkrachtige besluitvorming zijn ontwikkeld door Anne van Galen, International Mountain Leader (IML), hoofdinstructeur bij de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging en professioneel actief als adviseur voor bedrijven op het gebied van veerkracht en veiligheidsvraagstukken. Het artikel kwam tot stand op basis van internationaal wetenschappelijk onderzoek, in opdracht van -en in samenwerking met- dr Linda Bellamy (White Queen B.V.), het RIVM Centrum Veiligheid en een klankbordgroep van veiligheidsdeskundigen van een twintigtal Nederlandse bedrijven. Dit artikel verscheen eerder in het NKBV-magazine Hoogtelijn. Een langere versie van dit artikel dat Anne van Galen schreef samen met collega-IML John van Giels, verscheen eerder in het Duitstalige vakblad BergundSteigen en is in het Nederlands te lezen via bit. ly/2Qlkapl. Kijk voor meer informatie over besluitvormingsmomenten op nkbv.nl/kenniscentrum.
19
Tekst en foto's Markus Schwaiger (Bergsportabteilung ÖAV)
Afknopen van een touw... De partnercheck heeft zich de laatste jaren tot een niet meer weg te denken voorzorgsmaatregel ontwikkeld. Een belangrijk aandachtspunt is de knoop aan het uiteinde van het touw. Daarbij kan een fatale fout optreden. Waarom een knoop aan het einde van het touw? Helaas blijft het nog voorkomen dat er met een te kort touw voorgeklommen wordt en dat het touweinde bij het laten zakken ongeremd door het zekeringsapparaat glijdt. Als dat voorkomt, leidt dat onvermijdelijk tot een val van de klimmer.
"Met een tweede zaksteek als backup komt de knoop niet los. Probleem opgelost!..."
Je hebt knopen en knopen… De taak van de knoop op het touweinde is om te voorkomen dat het touw door het zekeringsapparaat glijdt. Dit kan in principe door elke knoop die niet vanzelf lost. Dat betekent dat een eenvoudige zaksteek met voldoende touw na de knoop (minimaal 40 cm) voldoende is. De eenvoudige zaksteek is zelfs beter geschikt dan de dubbele zaksteek of de dubbele achtknoop, want bij het slingeren van het touweinde (dat continu voorkomt bij het zekeren), komt deze door zijn lagere gewicht niet zo gemakkelijk los.
Fig. 1-4 Kilian Fischhuber laat zien hoe gemakkelijk de knoop kan loskomen aan het touweinde, als hij enkel aan de touwzak bevestigd is
Afknopen aan de touwzak Als men het touw met een zaksteek direct in de lus van de touwzak knoopt, voldoet de zaksteek echter niet! In dit geval komt de zaksteek zeer snel los bij een reeds zeer geringe trekkracht. Dit om de simpele reden dat de lus van de touwzak hetzelfde effect heeft als een trekkende hand wanneer je een knoop wil losmaken. De knoop komt los door de weerstand van de lus. Dit probleem kan worden opgelost door een tweede knoop te leggen in het touw na de knoop in de touwzak. Hiermee wordt de eerste knoop extra afgezekerd.
20
Fig. 5-7 De eerste zaksteek begint door te glijden in de lus van de touwzak tot de tweede zorgt voor een blokkering.
Fig. 1 - 2 - 3
Fig. 4
Fig. 5 - 6 - 7
21
Tekst en foto's Luc Verberckmoes
DE OLDFINGERS
... nooit te oud om te klimmen Als je op dinsdag- en donderdagnamiddag klimzaal Klimax binnenstapt, dan is de kans groot dat je de Oldfingers tegen het lijf loopt. Meerdere keren per week komt deze fanatieke groep senioren er samen om aan hun favoriete sport te doen… Klimmen natuurlijk. Een goede gewoonte die ze al enkele jaren met zich meedragen. Zoals de groepsnaam doet vermoeden, zijn deze klimmers niet meer van de jongsten. De nestor is maar liefst 84 jaar oud en de benjamin is er 61. Oud, maar lang niet versleten. Op de klimmuur komen ze vlot uit de voeten, en dat is behoorlijk impressionant om te zien. TAKEN EN TRAINING De klimmers in deze groep barsten stuk voor stuk van de gedrevenheid en passie voor de sport. Ze stammen dan ook uit een tijd waar je 100% voor je sport ging. Velen dragen deze passie al jarenlang met zich mee, en dat levert heel wat interessante verhalen op. Van de grondleggers van de eerste klimmuren in België tot de eerste bestuursleden van BVKB… Bij de Oldfingers zitten heel wat schatten aan geschiedenis verborgen. De nestor De oudste van de groep, Ben Verschueren (84 jaar), is zo één van die spilfiguren in de Belgische klimgeschiedenis. Hij is een ongelofelijk gepassioneerde bergsporter met al 60 jaar klimervaring. In 1962 trok hij voor het eerst de bergen in, en niet veel later werd hij één van de eerste Belgische initiators rotsklimmen. 60 jaar terug in de tijd, dan hebben we het nog over hennep touwen, zekeren op de schouder en abseilen met touw rond je lichaam. Klimschoenen en -gordels waren toen onbestaande. De bergsport zag er gevaarlijk uit en was daarmee ook een stuk minder populair. Bovenal vergde het veel lef. En toch kan Ben met trots vertellen dat hij in die 60 jaar geen enkel ongeval in de bergen heeft meegemaakt. Vanaf 1964 begon hij zijn kennis met andere gegadigden te delen. Op die manier heeft hij de bergsport mee helpen groeien in ons platte Vlaamse land. Op zijn palmares staan onder andere beklimmingen van de Matterhorn, Eiger (Mittellegigraat op en Westwand af), Dufourspitze, Zinalrothorn en enkele vijf- en zesduizenders in Nepal met de Parchamo (6350m) als hoogtepunt. Ook de goedlachse Oldfinger Johny Van Lent heeft heel wat in de pap te brokken gehad bij de groei van de klim-en bergsport in België. Voornamelijk als bestuurder bij BVBK. Vanaf de eerste vergadering was hij erbij, en dat voor 33 jaar lang. Zo zag hij de club van enkele honderden leden uitgroeien tot een meer-dan-duizendkoppige club vandaag de dag. Johny richtte ook mee de buitenklimmuur in Bornem op, in 1983, net als heel wat andere Oldfingers. Johny’s broer, Harry Van Lent, was daarbij de grote kracht voor het bouwen van deze muur. De initiaties die daar gegeven werden zorgden voor de nodige inkomsten om later een deel van de bouw van Klimax I te 1 financieren.
22
Tweewekelijkse klimsessie Intussen hebben de meeste Oldfingers de fakkel doorgegeven aan de jongere generatie. “We doen het nu wat rustiger aan dan vroeger”, vertelt één van hen. “Stijgen in klimniveau is op onze leeftijd niet meteen het eerste doel. Het is veel belangrijker dat we ons amuseren. Iedereen is hier vrij om zijn eigen ding te doen. Het maakt niet uit of dat nu vierdegraads routes zijn of hoger. We motiveren elkaar om in beweging te blijven en dat houdt ons gezond. Een blessure oplopen zou zonde zijn, dus de 7a’s laten de meesten voor wat ze zijn.” Na afloop van hun tweewekelijkse klimsessie, is er tijd om wat bij te praten aan de bar (al ligt dat in tijden van corona iets moeilijker). Daarnaast houdt de groep contact via Whatsapp. Maar ook zonder smartphone kan je je bij de groep vervoegen. Spring gewoon eens binnen in de klimzaal vanaf 13u op dinsdag en donderdag. Af en toe worden er ook plannen gesmeed voor een uitstapje buiten de klimzaal. Een weekendje naar de rotsen van Dave bijvoorbeeld, of wat verder, is niet uit den boze. Ze zoeken steeds plaatsen uit waar voldoende 5de- en 6de-graads routes te vinden zijn. Zo blijft het voor iedereen haalbaar en plezant. Afbeelding 1
Laat je dus zeker niet afschrikken door de tonnen ervaring van sommige Oldfingers. Heus niet iedereen in de groep is een ‘oude rot in het vak’. De senioren klimgroep stelt zijn deuren open voor elke 55+’er die interesse heeft in de klimsport. Zelfs de totale beginner nemen ze met plezier mee op sleeptouw. Ben je dus 55+, voldoende fit, en nog op zoek naar een klimpartner? Dan word je met open armen verwelkomd door de Oldfingers. Spring gerust eens binnen op de vaste afspraakmomenten. Waar: Klimzaal Klimax, Vrijhalsweg 17, 2870 Puurs-Sint-Amands Wanneer: Elke dinsdag of donderdag vanaf 13u Contact: Luc Verberckmoes - 0499/72.61.16
Afbeelding 2
23
Tekst Annelore Orije / foto's Aline Schollaart
ETTRINGEN De kans dat je alle klimroutes in België al hebt afgevinkt is quasi onbestaande, maar het kan wel zijn dat je reeds alle Belgische massieven hebt bezocht. Onder het mom van “verandering van spijs doet eten” belichten we in deze rubriek de niet-zo-bekende massieven dicht bij huis. Het arsenaal aan Belgische klimmassieven raakt echter stilaan uitgeput, dus breiden we onze radius uit naar massieven nét over de grens die jouw bezoekje waard zijn. In deze editie trekken we zo naar Ettringen in het district MayenKoblenz in Rijnland-Palts, West-Duitsland. Steenwinning Historiek en oorsprong De vulkaan groep ‘Bellerberg’ vormde zich naar schatting zo’n tweehonderd duizend jaar geleden na een groot aantal individuele uitbarstingen. Het vulkaancomplex is gelegen in de Oost-Eifel tussen de dorpen Ettringen en Kottenheim en de stad Mayen, aan de rand van een breukzone van het Midden-Rijnbekken. Hevige bewegingen zorgden voor verstoringen in het gesteente, zodat langs deze breuk magma opsteeg uit een kamer die zo’n 10 à 20 km dieper onder de aarde zat verscholen. Gasrijke, 1100°C hete magma bereikte de oppervlakte op verschillende plaatsen en vormde zo geleidelijk aan halvemaanvormige krater wanden, die naar vermoeden binnen enkele dagen tot meer dan 20 m hoog werden. Er ontstonden ook langere spleten, die grote hoeveelheden lava produceerden en zo de Ettringer Bellerberg deden ontstaan. Na een tijdje nam de gasdruk uit de magmakamer af en droogden de explosieve fonteinen op. In plaats daarvan kwamen drie grote lavastromen uit de Bellerberg-vulkaan: de Ettringer-lavastroom (westelijk), de Mayen-lavastroom (zuidelijk) en de Winfeldlavastroom (noordelijk). Duizenden jaren later zouden deze, dankzij hun basaltlava afzetting, de basis vormen voor de economie in de omliggende dorpen.
Fast forward naar de jaren 1850. Het vulkanisch stollingsgesteente ‘basalt’ wekte de interesse van de steenindustrie. Het gesteente was rijk aan magnesium en ijzer, en bleek ideaal voor de productie van maalstenen die tot vandaag nog in verschillende Vlaamse en Nederlandse molens terug te vinden zijn. In de beginjaren werden deze machtige stenen kolommen met pure mankracht afgebroken. Via lange ladders bereikten de steenbrekers (de ‘Layer’) hun werkplaats op de muur, om daar zonder enige steiger, stelling of afzekering de rotspilaren los te wrikken.
Links: © Wilhelm Meyer Rechts: © Christof Schäfer
Daar kwam in het begin van de 20e eeuw beterschap in, samen met de uitbouw van de elektriciteitsvoorziening. Pneumatische hamers en brekers namen het zwaarste werk over en grote put kranen op hoge torens, voerden de losgemaakte stenen weg voor verdere verwerking. De productie van molenstenen maakte intussen ook plaats voor het vervaardigen van hardsteen voor gebouwen en wegen. Tot de jaren zeventig ging de mijnbouw er naarstig zijn gang. Goed voor zo’n twintig hectare aan steengroeven en verstrekkende graaf muren. De “Große Wand” in Ettringer Lay is daar, met een lengte van 100 meter, het meest indrukwekkende overblijfsel van. Vanuit die tijd zijn nog heel wat erfstukken terug te vinden, helaas vaak in verval. Aan en op de klimmuren vind je nog oude put kranen, verroeste vrachtwagens en rupsbanden. De basaltlava groeves vormen dan ook een belangrijk onderdeel van de vulkanologische en technische geschiedenis van de streek. Ter herinnering aan deze tijd werden op de muren levensgrote stalen figuren geplaatst, om het dagelijkse leven van de voormalige steenbrekers in beeld te brengen.
24
En toen was er de klimmer Na de tweede wereldoorlog verminderde de activiteit in de basaltgroeves. Er wordt nog doorgewerkt tot in de jaren zeventig, maar dan breekt het tijdperk van de klimmer aan. Tien jaar na de mijnstop komt de lokale klimgroep “Albatros” aan bij de stenen wanden. Rainer “Harry” Müller, Horst Wündsch, Jürgen Pellenz, Thomas Kammereck, Günther Werner en Andi Eisenhauer zien het potentieel en beginnen meteen aan de saneringswerken. Ze starten in Kottenheimer Winfeld, waar ze eerst de Yosemite Wändchen, Westkessel en Kiefernadel aanpakken, samen met enkele kleinere rots-uitstulpingen in de omgeving. Later trekken ze verder naar de Große Wand in Ettringer Lay. In 1993 zijn de eerste 190 routes een feit, twee jaar later komt de eerste topo op de markt. De jaren daarna worden nieuwe routes bij de vleet geopend, zowel behaakt als onbehaakt. In 2005 wordt nieuw potentieel ontdekt in Mayener Grubenfeld. In 2008 komt ook Lonnenloch er bij. De topo van 2006 telde al 700 routes, welke op een snelle zes jaar uitgebreid werden naar 1300 routes en honderd projecten. Goed voor routes in alle moeilijkheidsgraden, met barsten en hoeken in alle maten en vormen.
Verder kan je je verwachten aan ‘Laybacking’ op flakes en in hoeken, vaak in combinatie met jams in de eerder genoemde formaten. Wie goed is in het plaatsen van voeten op wrijving, komt in deze hoeken een stuk verder. Vooral in het deelmassief “Ettringer Lay” tref je veel dièdres en arrêtés aan. Ook voor de plaat- en dal klimmer valt er wat te beleven, voornamelijk in Mordor en Lonnenloch. Het basalt schenkt je daar flakes in alle formaten en verschillende horizontale structuren om je weg naar boven te banen. Puur overhang-klimmen kom je er niet vaak tegen, tenzij je naar sector Bierkeller en Grotten trekt. De moeilijkste routes zijn vrij boulder-achtig en testen je vinger kracht, flexibiliteit en jam-techniek. In sommige barst-routes bepaalt de dikte van je vingers of het jou al dan niet lukt. Andere routes zijn dan weer weggelegd voor de masochisten onder ons, waar de scherpe randjes en kantjes de duurzaamheid van je vinger vel testen. Basalt heeft de neiging nogal ‘gladjes’ over te komen. Geen probleem voor wie de frictie in zijn voeten weet te vertrouwen. Voor anderen is er vaak die ene boorhaak, om even tot rust te komen. Verder is de rots kwaliteit uitstekend. De wanden gaan tot dertig meter hoog.
Het merendeel van de barst-formaten ligt ergens tussen een dunne vinger- en een goede hand barst. Vuist- en off-width barsten zijn er ook te vinden, maar zijn toch eerder zeldzaam.
25
Bucket list voor Ettringen-lovers, door Denis Hoste Mount Coach’er, Instructor Alpine Climbing en Stageleider bij Vertical Thinking M: Mayen, EL: Ettringer Lay, KW: Kottenheimer Winfeld 6a/6b • Albatros (Kiefernadel, KW) • Spektakulum (Große Wand, EL) • Amadeus (Kiefernadel, KW) • Goldbärchen (Music Hall, EL) • Old school of rock (Arena, KW) • True Romance (Arena, KW) • Poltergeist (Westkessel, KW) • Dreckriss (Große Wand, EL) • Oger (Finsterlay, M) • Aucune Plaquette (Große Wand, EL) 6b+/6c/6c+ • Mettwürstchen (Schiffsbug, EL) • Naiv Super (Norge, KW) • Kondensstreifen (Dürener Wand, EL) • Arschbacke (Westkessel, KW) • Steppenwolf (Westkessel, KW) • Fegefeuer (Hölle, EL) • Mayflower (Große Wand, EL) • Wirbelsaule (Große Wand, EL) • Toxoplasma (Große Wand, EL) 7a/7b • Seepferdchen (Dürener Wand, EL) • Man or Muppet (Waterworld, EL) • 007 (Westkessel, KW) • Supercrack (Kiefernadel, EL) • Trhla trhlina (Arena, KW) 7b & up • 10 (Norge, KW) • Die andere Braut (Märchenwelt, KW) • Mut der verzweiflung (Große Wand, EL) • Hydra - 8a (Hölle, EL) • Gluhfinger - 8a+ (Mordor, EL)
26
Afzekering
Andere tips voor klimmers
Kenmerkend voor dit klimgebied is dat je er verschillende soorten van behaking kan terugvinden. Van volledig behaakte routes, naar routes waar een paar oude ringen in te vinden zijn, tot de traditionele niet-behaakte routes… In Ettringen vindt ieder wat wils. Voor wie het behaakte pad kiest, volstaat volgens de topo een maximum van 16 setjes. Wie de klassieke routes ingaat, voorziet best een set cams en nuts. In sommige routes komen de kleinere cams best van pas. Ook in de behaakte routes is het vaak aangenamer om hier en daar wat mobiel zekeringsmateriaal bij te steken. Dat principe lijkt heel wat klimmers af te schrikken, al heeft de klimstijl nog zoveel charme.
Zoals vermeld klim je in Ettringen in groeves, wat vaak “koude put” impliceert. Ideaal voor de hitte volle zomers, minder goed tijdens de winter. Een donsjas is dan geen overbodige luxe. Dit verandert echter niets aan de aard van een zuidwand. Daar blijft het bakken en braden in de zomer.
Zoals bij de meeste routes, eindigen deze aan een goed gebouwde relais. In Ettringen soms met vaste karabiner, wat het afdalen na je beklimming extra vlot doet verlopen. Verder klimmen dan deze relais wordt ten stelligste afgeraden, gezien het daar nogal kan brokkelen. Je zekeraar, je klimtouw en anderen aan de voet van de rots zullen het niet appreciëren als je toch op verkenning gaat boven dit eindpunt. Het risico niet waard dus.
Controleer vooraf de geldende maatregelen. Niet alleen voor corona, ook die van het klimgebied zelf. Er schuilt al eens een uiltje, of er brokkelt al eens een stuk rots af, waardoor delen van het massief worden gesloten. Surf naar www.klettern-ettringen.de/ basalt/ gebietsinformationen/aktuelle-sperrungen voor de meest actuele informatie. In het verleden hebben overnachtende klimmers voor heel wat ophef gezorgd. Met sluitingen van klimgebieden tot gevolg. Kamperen is immers verboden, ook in je camper op de parking van het massief. Parkeren bij de nabijgelegen natuurgebieden wordt evenmin in dank afgenomen. Je steunt beter de lokale economie, door een overnachtingsplaats te boeken bij een camping in de buurt. Er wacht je een warm ontvangst én een warme douche. (Voor velen niet geheel overbodig na een verdienstelijke klimdag.) In de zomer is het aangeraden vooraf te reserveren: - Campingplatz Laacher See (www.camping-laacher-see.com) - Camping Siesta (www.campingsiesta.de) Hotels en privé verblijven zijn er ook genoeg te vinden, wel iets duurder.
Natuur en ethiek Nadat de mijnwerkers de groeven verlieten, werden de putten verkeerdelijk beschouwd als stortplaats. DAV Koblenz, het Vulkaanpark en de omliggende gemeentes verenigden hun krachten om het opgestapelde afval stuk voor stuk op te ruimen. Toch blijft de mens zijn hardleerse kant tonen, en wordt er tot vandaag afval gedumpt. Op weg naar het klimmassief kan het goed zijn dat je nog koelkasten, banden en andere restanten van deze sluikstort tegenkomt. Gelukkig kan er op de goodwill van de gemiddelde klimmer gerekend worden, die vaak het juiste voorbeeld geeft. Afval achterlaten aan de voet van de rots is not-done, en vele klimmers nemen ook het zwerfvuil van anderen mee naar de vuilnisbak. Een kleine moeite, waar je een groot verschil mee kan maken. Bedankt aan deze mooimakers!
27
Tekst Annelore Orije en Cedric De Smet/ foto's © Mount Coach 9
28
Koste
erlitz & Chickenwings 30 oktober 2021 - Het voltallige Mount Coach 9 team zit samengepakt in een busje, onderweg naar de derde stage van het MC-traject. Hun bestemming ligt zo’n 1000km verderop in Valle dell’Orco, Italië. Deze vallei staat gekend onder de klimmers voor haar sublieme barstlijnen en is volgens velen het beste tradklimmassief van de Alpen. Dat belooft! Op de massieven Sergent, Caporal en Torre di Aimonin staan er enkele lange multipitchtradklimroutes te wachten. In de topo staat te lezen hoeveel engagement daarbij telkens van de klimmer verwacht wordt. We beloven onszelf uit te dagen, maar laten de grote risico’s voor wat ze zijn. Voor velen onder ons is het de eerste échte tradklimweek, dus blijft het nog wat aftasten. Dag 1 - Mistig daar buiten We komen aan in Italië. En voor wie de vorige stage-verslagen van MC9 al vergeten mocht zijn, we zitten met een wederkerend probleem: ‘Slecht weer vandaag’. De weersvoorspellingen hadden ons op voorhand verwittigd, maar uitwijken was geen optie. We zochten nog naar volwaardig barst-alternatief in de zon, maar dat zat er deze herfstvakantie niet in. Dan maar tandjes bijten in Orco... Yes we can! Positief blijven is de boodschap. En eerlijk gezegd, zo’n herfstige vallei in de mist… Dat ziet er nog niet zo verkeerd uit. Tijdens het ontbijt houden we de tarmac goed in de gaten. “Droge tarmac is droge rots”, leren we van stageleider Denis. En jawel, na een paar regendansjes en “Caffè Grande’s” lijken de eerste ochtenddruppels op te drogen. We gooien onze klimzakken in de koffer en trekken erop uit. Stageleiders Denis en Bavo brengen ons naar een klein singlepitch-massiefje ‘Droide‘, waar een handvol routes relatief droog zijn. De mist blijft zich moeien die dag, dus wachten we niet op de perfecte condities en meten ons de eerste 6a’s en 6b’s van de stage aan. Dat loopt behoorlijk vlot bij de meesten! Voorklimmen op dal blijft pittig in de regen, maar de ruwe graniet is ons goed gezind. De stageleiders trekken de hogere niveaus voor ons open, zodat we ook daar een aantal pogingen in kunnen wagen. Verschillende teamleden scoren daarmee nieuwe ‘personal bests’ en het enthousiasme in de groep dikt aan.
We klimmen tot de zon er genoeg van heeft en doen daarna nog even verder om de laatste routes af te werken. Bewapend met ons Petzllicht vinden we onze weg terug naar de auto en trekken we terug naar ons logement. De hut waar we verblijven is een artikel op zich waard. We bevinden ons in de ‘Albergo Gran Paradiso’. Dat houdt qua accommodatie op zich niet veel spectaculairs in. Maar de uitbaatster is op z’n minst opmerkelijk te noemen. Sabrina kijkt er persoonlijk op toe dat we het naar onze zin hebben. Deze Italiaanse dame is dan ook gezegend met een groot hart en een nog grotere maag. Na de zoveelste tradklimstage van Mount Coach is de groep er als vriend aan huis. En bij Sabrina staan we intussen gekend voor onze goede eetlust. De maaltijden worden met de dag uitgebreider, en als je er iets van zegt krijg je de volgende dag alleen maar meer op je bord. Het lijkt wel oorlog met de keuken. Sabrina ziet er het amusement wel van in. Telkens kijkt ze lieflachend toe, terwijl het hele team puffend boven hun overvolle borden hangt. Gelukkig wordt het vroeg donker in Italië op deze tijd van het jaar. We hebben dus voldoende tijd om al het eten naar binnen te spelen. 4 voorgerechten, 2 hoofdschotels én een groot dessert later waggelen we naar de slaapkamers. Hopend op beter weer voor de volgende dag.
29
Dag 2 - Sunshine Everyday Hoop doet leven! De vieze weerwolken zijn op dag 2 ver te zoeken en dat wordt geapprecieerd. De rots is voldoende droog om te multipitchen, dus trekken we er dit keer écht op uit. Tijdens deze tradklimstage is het opnieuw de bedoeling dat elk teamlid één volledige dag het voortouw neemt. Het is aan de voorklimmer om zelf de aanvang van de route te zoeken en naar de top te navigeren. Hij/zij baant zo de weg voor de andere naklimmer(s). Meestal trekt zo’n voorklimmer erop uit met 1 set nuts en 2 volledige racks friends. Met het reddingsmateriaal dat daar bij komt zitten onze materiaallussen overladen vol. Onze achterwerken wegen daarmee iets zwaarder dan normaal. Echt handig klimmen is dat niet, maar we zitten tenminste niet halverwege de route zonder beveiligingsmateriaal. In Orco heerst er blijkbaar wat onenigheid over het al-dan-niet behaken van de routes. Sommige mensen zijn van mening dat bepaalde lijnen best wat haken kunnen gebruiken, en anderen vinden dat pure flauwe kul. Het plaatsen van haken naast de barsten zou namelijk wat engagement en klimplezier wegnemen, dus passeren er geregeld eens wat klimmers met de slijpschijf. In principe kan het ons weinig deren of er wel of geen haken aanwezig zijn. We kwamen hier sowieso om eigenhandig onze zekeringspunten te installeren. Maar af en toe blijkt zo’n haak toch z’n nut te hebben. Op bepaalde dalwanden, waar gaten en spleten niet voorkomen bijvoorbeeld, pikt het soms toch zonder die vertrouwde bolts.
Cedric De Smet Dinsdag 7u00: “Ik hoor de wekker af gaan, ik kijk naar buiten en… YES! Grand beau. Meteoblue was juist, na 2 dagen regen en miezer hebben we eindelijk stralend weer. Vol energie zet ik mij aan de ontbijttafel en terwijl ik enkele croissantjes naar binnen werk worden de laatste voorbereidingen gemaakt voor de multipitch van vandaag. De topo wordt nauwgezet bestudeerd en de spanning zit er toch wel wat in. Gaan we de route vinden? Gaan we voldoende zekeringen kunnen plaatsen? En houden die zekeringen in feite wel… Met een rugzak vol cams en een broek vol goesting vertrekken we naar de rots! Aangekomen aan de Torre Di Aimonin gooien we de touwen uit en vertrekken we op ontdekking in de wondere wereld van graniet. Dalletjes met kleine voetjes, prachtige hoekversnijdingen en barsten in alle mogelijke maten en vormen wisselen elkaar af. Hoewel er een fris windje staat, is het toch genieten aan de rots. De hele vallei is gehuld in prachtige herfstkleuren en boven de boomgrens zie je de eerste sneeuw al liggen. Omdat de weersvoorspellingen niet zo denderend waren hebben we de hele wand ook voor ons alleen. Wat een ambiance! We klimmen verder tot de zon achter de bergen verdwijnt. We zetten onze koplampen aan en dalen verder af naar het dorpje waar Sabrina ons opwacht met een overvloedig avondmaal. Na een paar keer vallen een paar keer blokken en veel geschreeuw was mijn eerste barst overwonnen, wat een gevecht!
30
Climb, Eat, Sleep, Repeat. Even terug naar het begin… Want barst- en tradklimmen, wat is dat eigenlijk? We gaan ervan uit dat de gemiddelde Monte-lezer ongeveer wel weet waarover het gaat. Maar eigenlijk is dat te kort door de bocht. Beide termen worden vaak samen in de mond genomen, maar er is een nuance. Daarom een korte toelichting. Barstklimmen, of crack klimmen, is voornamelijk in Noord-Amerika ontstaan. Dat verklaart waarom we in deze tak van de klimsport veel Engelse termen tegenkomen zoals: Fistjam, Handjam, Fingerlock, Off-width, Chickenwing… Ze omschrijven de breedte van de barsten en de soorten jams die je daarbij dient toe te passen. Crack klimmen speelt zich op rotswanden af waar de routes de barstlijnen volgen die erin lopen. Zo’n barst bestaat meestal uit relatief rechte hoeken, wat maakt dat je vaarwel kunt zeggen tegen de meeste bakken en krimpers die je op andere rotsmassieven tegenkomt. Van echte hand’grepen’ is er dus weinig sprake. Je baant je hier een weg naar boven met behulp van verschillende “jams” of “klemmingen” die je maakt met je handen, armen en andere ledematen. Hier kan je redelijk creatief mee omspringen, wat voor jou werkt - werkt. Je hoort het al, zo’n hand op klemming in een barst steken, en daar met je volledige gewicht op gaan hangen… Het kan soms pijn doen. Vandaar misschien dat deze vorm van klimmen minder populair is onder de klimmers. Onterecht, als je het ons vraagt, want die jams hebben zeker hun charme. Het is een techniek die je in de vingers moet krijgen, maar dat komt sneller dan je denkt. Neem de Fistjam bijvoorbeeld. Daar steek je een platte hand recht in de barst, draait deze een kwartslag en maakt dan een vuist. Door de verbreding van je hand zit deze nu goed vast. De kristalvormingen in het graniet geven je voldoende frictie om er je volle gewicht aan te hangen. Meer dan een volwaardige handgreep dus, en bovendien één van de beste die je kan wensen. In Valle Dell'Orco zit het er vol van. Elke barst die wat smaller of breder is vergt al wat meer moeite. Minder ideaal, maar vindingrijk zijn helpt.
Voor je aan de route begint wikkel je je handen in klimmerstape of trek je rubberen crack-gloves aan. Deze beschermen je tegen de scherpe puntjes in de rots. Zo liggen je handen niet volledig open na de eerste lengte. Ben je daar volledig mee vrijwaard? Nee, dat zou wat optimistisch zijn. Verwacht je aan kapotte nagelriemen en blauwe plekken. Niets dat niet geneest, als je voorzichtig bent. Tradklimmen, ook gekend als traditioneel klimmen, adventure klimmen en klimmen op friends en nuts, wijst op de manier waarop de routes afgezekerd zijn. Het is de traditionele manier van klimmen, voor de intrede van de boorhaken in de jaren ‘70. Een tradklimmer herken je dan ook aan zijn zwaar beladen gordel. Daaraan bengelen, naast de vertrouwde setjes, musketons, rappel- en reddingsmateriaal, ook wat nieuwe vriendjes. De ‘friends / cams en nuts’ zijn mobiele zekeringen die er best indrukwekkend uitzien. En thank god voor deze innovatie. Klimmen zoals in ‘den goeden ouden tijd’, op mephaken, houten klemblokken en in-barsten-geklemde-moerbouten, had andere koek geweest. Dan ben je beter af met deze veredelde scharnieren. Oké, ze blijven niet altijd even goed op hun plek zitten, maar dat is vaak te wijten aan je eigen kunde en ervaring. Trad- en barstklimmen vereist dus wel wat oefening. En laat dat nu exact zijn waarvoor we hier gekomen zijn. Onze stageleider Denis kent de hele regio op z’n duimpje en wijst ons de ene prachtroute na de andere aan. Quasi elke barst en steen weet hij liggen in Orco, ideaal voor wat tips over het verloop en advies op maat. Het hele team is dan ook laaiend enthousiast om van deze ‘Vertical Thinker’ te mogen bijleren. Het liep niet altijd van het leien dakje, maar naast een vastgetrokken touw en het weer dat soms met onze voeten kwam spelen, hadden we het niet beter kunnen wensen. Bedankt aan stageleiders Denis en Bavo én onze sponsors voor weer een mooie week in de Alpen! Next up is de ski-stage met Kerst en de ijsklimstage in de Krokus. Je kan het allemaal meevolgen op onze Instagram-pagina @mountcoach
31
Tekst Arne Monstrey
LANGE AFSTANDEN
Op 6 continenten zijn langeafstandswandelingen uitgestippeld, meestal voor de meer geoefende wandelaar. Veelal vormen deze tochten een utzonderlijke uitdaging, maar ze zijn ook makkelijker te lopen als ze in etappes worden afgelegd. In de volgende pagina's geeft Arne Monstrey een uitgebreid overzicht, wellicht niet volledig, maar desalniettemin vormen ze een flinke inspiratiebron. Niemand weet hoelang Covid-19 ons nog zal gijzelen, maar dat is geen excuus om er niet meer op uit te trekken. Zoveel moois ligt nog op ons te wachten, en niet eens zo ver weg. Zoals je kunt lezen is er dicht bij huis, in Europa, ook geen gebrek aan mogelijkheden. Vele van deze routes zijn al verhaald in vorige Monte’s. Hopelijk komen er nog vele andere aan bod in komende edities...!
32
NOORD-AMERIKA
ZUID-AMERIKA
De laatste jaren (tot vlak voor Covid-19 tenminste) was de Pacific Crest Trail (PCT) zeer in trek bij thru-hikers (foto). Deze route in het westen van de Verenigde Staten van Amerika wordt meestal zuidnoord gelopen. Een totale afstand van 4.286 kilometer brengt je van de grens met Mexico tot zelfs een klein stukje op Canadees grondgebied. Het grootste deel van de tocht loop je doorheen de Sierra Nevada en de Cascade Range. Voor wie niet over de benodigde tijd beschikt (toch al snel 5 à 6 maanden), is er ook de John Muir Trail (JMT). Deze trekking is ongeveer 340 kilometer lang, waarvan er zo’n 260 met de PCT samenvalt . Het pad doorkruist Yosemite, King’s Canyon én Sequoia National Park. De meeste mensen doen er een drietal weken over.
Lange Afstand Wandelroutes (LAW’s) zijn duidelijk iets voor de ‘westerse’ continenten en Azië. In Zuid-Amerika bijvoorbeeld komen ze veel minder vaak voor en zijn ze meestal deel van een beklimming van een of andere hoge Andestop.
Helemaal aan de andere kant van het land vind je de Appalachian Trail (AT) terug. Deze route is ‘iets’ minder lang, maar voor de 3.500 kilometer heb je nog steeds meerdere maanden nodig. Ook deze route wordt meestal van zuid naar noord gelopen. Ze brengt je overheen de hele Appalachen, van Springer Mountain in Georgia tot Mount Katahdin in Maine. Maar de échte, de zwaarste, de minst belopen, minst bekende en minst toeristisch uitgebate route die de VSA van zuid naar noord doorkruist, is de Continental Divide Trail of CDT. Met een totale afstand van 4.873 kilometer is deze klepper alvast langer dan de PCT. Helaas is ze slechts voor zo’n 70% uitgetekend en dienen hele stukken aan elkaar geconnecteerd te worden door te stappen over wegen waar ook auto’s kunnen komen. Hierdoor bestaan er veel varianten. De kortste versie is zo’n 4.300 kilometer, terwijl de langste variant meer dan 5.000 kilometer telt, bijna niet te doen dus in één zomerseizoen. Ook deze route start aan de grens met Mexico en kan nog een heel stuk doorgedaan worden in Canada, waar ze dan ‘The Great Divide Trail’ heet. Deze laatste route staat ook op zich en is 1.200 kilometer lang. Reken hiervoor op nog eens 40 à 50 extra dagen stappen. Daar waar de PCT en de AT honderden of zelfs duizenden wandelaars per jaar te verwerken krijgen, is er ieder jaar slechts een tiental mensen dat de CDT aanvangt en nog minder die hem vervolledigen. In tegenstelling tot de PCT en de AT zijn hier ook nauwelijks voorzieningen onder de vorm van logies, kampeerplekken, trail angels, winkeltjes… In alle opzichten is het de zwaarste van de drie.
Maar dé klassieker in Zuid Amerika is waarschijnlijk de trektocht naar Machu Picchu (foto). De meeste mensen bereiken deze hooggelegen oude stad langs de ‘Inca-Trail’ (43 kilometer in 4 dagen). Omdat de route zo populair werd, zijn er bij het begin van deze eeuw quota uitgevaardigd om een limiet te stellen op het aantal wandelaars. Voor wie het sowieso iets rustiger aan wil doen, is er de Salkantay-tocht. Ook hiervoor ben je zo’n 4 à 5 dagen onderweg over een afstand van 85 kilometer. De aandacht ligt iets minder op archeologie (hoewel je ook in Machu Picchu toekomt) en iets meer op de omringende natuur. Beschouw deze route zeker niet als een B-variant, maar als een volwaardige route in een fascinerende omgeving. Je doorkruist immers alpenweiden en steekt hoge bergpassen over, maar wandelt net zo goed door subtropisch regenwoud. Vind je het allemaal alsnog te druk, weet dan dat er ook zoiets bestaat als ‘Choquequirao’. Ook dat is een oude Inca stad, gelegen hoog bovenop een bergflank, met dat verschil dat deze stad tot driemaal groter is dan haar bekende zus (hoewel er momenteel slechts zo’n 30% is blootgelegd). En waar Machu Picchu alleen al via de Inca Trail dagelijks zo’n 500 wandelaars te verwerken krijgt, gaat het hier slechts om een dertigtal. De tocht van Cachora naar de site en weer terug duurt ongeveer 4 dagen. Een ander bekend en iets extremer oord om trekkings aan te vatten op het Zuid-Amerikaanse continent, is Patagonië. De meest begane route hier is ongetwijfeld de Torres del Paine Trek. Deze route is zo’n 130 kilometer lang en je doet er 6 tot 8 dagen over. Omwille van zijn cirkelvormig karakter, spreekt men ook wel eens over de O-route. Dit omdat er ook een korter alternatief bestaat, de zogenaamde W-route (71 kilometer). Deze laatste is bijna de helft korter en wordt gemiddeld in 4 tot 6 dagen gestapt. Het O-circuit is echter vollediger. Niet alleen bewandel je de volledige zeer panoramische W-route, je voegt er ook enkele dagen langs een veel onbekender, rustiger en ruiger deel van het park aan toe.
33
AFRIKA
OCEANIË
Ook in Afrika zijn echte langeafstands wandelpaden nauwelijks te vinden. De meeste trekkings lijken zich te beperken tot trektochten van ongeveer een week, en zijn geconcentreerd rond de hoogste toppen van het continent.
Als er in dit prachtige werelddeel één route het vermelden waard is, dan wel Te Araroa (foto). Dit Lange Afstand Wandelpad doorkruist heel Nieuw-Zeeland en loopt van Cape Reinga in het noorden naar Bluff in het zuiden. Het hele traject is net iets langer dan 3.000 kilometer en gemiddeld doe je er zowat 150 dagen over. Hoewel veel mensen dromen over de Nieuw-Zeelandse Alpen op het zuidereiland, is het traject op het noordereiland veel diverser. Je wandelt er immers dagenlang langs verlaten stranden, je doorkruist er subtropisch regenwoud en wandelt door actief vulkanisch terrein. Onderweg kano je ook meerdere dagen over de Wanganui rivier en voor je in Wellington toekomt dien je nog de wilde Tararua’s over te steken. Wel is het zo dat je op het zuidereiland veel langere trajecten in de bergen voorgeschoteld krijgt (tot negen dagen zelfs) waarbij je volledig je eigen eten dient mee te dragen. Gelukkig beschikt NieuwZeeland wel over het beste bivakhutsysteem ter wereld en kun je elke dag uitrusten op een fantastische locatie. Een absolute aanrader voor iedereen die even nood heeft aan een avontuur ver weg van België.
De meest bekende is uiteraard de beklimming van de Kilimanjaro die met zijn 5.895 meter meteen ook de hoogste berg van heel Afrika is (foto). Routes variëren hier van 5 tot 10 dagen. Ze brengen je allemaal doorheen verschillende landschaps- en vegetatiezones, gaande van subtropisch regenwoud, over alpenweides tot de ‘eeuwige’ sneeuw op de top. Minder bekend is de beklimming van de Mount Kenya. Deze berg bestaat eigenlijk uit een dubbeltop, zijnde Nelion (5.188 meter) en Batian (5.199 meter), gescheiden door The Gates of Mist. Om deze toppen te bereiken moet je over een degelijke alpiene rotsklimervaring beschikking. De derde top echter is Point Lenana, met 4.985 meter het einddoel van de meeste trekkings. Ook hier leiden verschillende routes naartoe, gaande van zo’n 4 tot 6 dagen. Deze trekkings zijn sowieso goedkoper en een pak minder druk en toeristisch dan de beklimming van de Kilimanjaro. Bovendien kan je de tocht ook zelfstandig aanvatten (gidsen zijn hier niet verplicht) én heb je een veel grotere kans om wildlife tegen te komen. Waar bovengenoemde twee bergen meer dan één duidelijk topprofiel hebben, bestaan de Ruwenzori Bergen op de grens van Oeganda en de Democratische Republiek Congo uit maar liefst zes verschillende deelmassieven, elk met meerdere toppen die boven de 4.000 meter uitkomen. De hoogste top is die van de Mount Margherita en is maar liefst 5.109 meter hoog. Ook daar vind je op de evenaar nog eeuwige sneeuw terug. Nog minder toegankelijk dan de Kilimanjaro en de Kenya zijn de Ruwenzori Mountains, weggelegd voor de écht avontuurlijke trekkers die ook nog plezier kunnen vinden in afzien. De trails lopen immers dagenlang door moeras, aangevuld met immer aanwezige mist of regen. Als het dan eens niet regent zijn daar de insecten. Ook al wordt hier bijna altijd gebruik gemaakt van gids en dragers, de aanwezige hutten zijn klein en vaak smerig en dus moet je meestal in een tent overnachten. Hoger op de berg wordt het steeds kouder en als je echt naar de toppen wil, dien je ook over alpiene ervaring te beschikken én het juiste materiaal mee te nemen. Hou er rekening mee dat niet elke gids hier uit de voeten kan en dat je dus best zelf over de nodige ervaring beschikt. Verdere opties liggen in het Atlasgebergte in Marokko en de Simien Mountains in Ethiopië. Ook in Namibië (Fish River Canyon) en ZuidAfrika (Otter Trail) liggen meerdere mogelijkheden op je te wachten.
34
Onder Australië ligt een klein wild eiland: Tasmanië. Ook hier zijn meerdere fenomenale trektochten uitgezet. Helaas (of gelukkig) dienen de meeste routes wel gereserveerd te worden. Bekende routes hier zijn de South Coast Track (85 kilometer voor 6 tot 8 dagen) en vooral de Overland Track (zo’n 6 dagen voor 65 kilometer). Ook al is deze laatste de bekendste, ze is niet de moeilijkste. Je geraakt er immers gemakkelijk met het openbaar vervoer, de paden zijn er goed onderhouden en gemarkeerd en elke redelijk fitte wandelaar kan deze tocht tot een goed einde brengen. De mooiste en wildste tocht op dit eiland is de Western Arthurs Traverse. Omwille van de aard van het terrein vorder je hier vaak maar tegen 1 tot 1,5 kilometer per uur. Van een pad is er nauwelijks sprake en ook het weer is hier vaak wild. Het is absoluut geen tocht voor beginners. Ervaren trekkers echter, die op zoek zijn naar iets wilds, zullen hier zeker hun hart ophalen! Op Papua Nieuw Guinea ten slotte, vinden we de Kokoda Track terug. Niet alleen wandel je hier 96 kilometer doorheen tropisch regenwoud, je stapt ook in de voetsporen van geschiedenis. In 1942 meerde het Japanse leger aan in Juba om zo, via deze tocht, te proberen de hoofdstad Port Moresby langs het noorden binnen te vallen. De hier gelegerde Australiërs vochten echter terug en na zes maanden en vele doden aan beide kanten, werden de Japanners verdreven. Beide kampen vertelden echter over het feit dat het gevecht met de natuur even zwaar was als het gevecht met de vijand. Het terrein is er immers zo steil dat er een verhaal de ronde doet over een Australische soldaat die tijdens een gevecht geraakt werd in zijn voet én zijn oor, door een en dezelfde kogel…
AZIË
EUROPA
Net zoals de bergen in de Himalaya veel en veel groter zijn dan op andere plaatsen in de wereld, geldt hetzelfde voor de trektochten. Terwijl mensen ergens anders vaak worden aangemoedigd om hun trekking op zo kort mogelijke tijd af te krijgen, zodat gidsen zo vlug mogelijk weer met een volgende groep kunnen starten, duren trekkings hier bijna standaard twee tot drie weken. Heel bekend is bijvoorbeeld het Annapurna Circuit (foto). Afhankelijk van de gekozen route doe je zo’n 13 tot 17 dagen over 160 tot 230 kilometer. Het is een zeer volledige route die je zowel doorheen subtropisch regenwoud brengt, als langs akkers waar lokale boeren hun gewassen telen. Je trekt doorheen naaldwouden en bossen vol rododendrons terwijl je heel de tijd zicht hebt op dramatische kloven, wilde rivieren, watervallen en hangbruggen. Overal kijk je omhoog naar de besneeuwde reuzen rondom. Dit alles terwijl je ondergedompeld wordt in de lokale boeddhistische cultuur. De Trekking naar het Everest Base Camp vanuit Lukla duurt veel minder lang. Als je geacclimatiseerd bent, leg je de 62 kilometer gemakkelijk op 7 dagen af. De meeste mensen doen er echter 10 of zelfs 12 dagen over. Terugkeren doet bijna iedereen in drie dagen. Het is waarschijnlijk de drukst belopen route in de Himalaya. Een speciaal alternatief is de trektocht over de bevroren Zanskar rivier. Deze tocht kan uiteraard alleen in de winter ondernomen worden en is daarom een van de zwaardere die je kunt doen. Het hele traject gaat op en af van Chilling naar Karsha en weer terug. Over deze tocht van in totaal 105 kilometer doe je zo’n 6 tot 9 dagen. Hou er rekening mee dat de temperaturen hier kunnen terugvallen tot -35 °C. Ten slotte is er nog ‘The Great Himalayan Trail’, die niet voor niets als bijnaam “One Trail To Rule Them All’ heeft gekregen. Het originele concept is een route die Nepal zou doorkruisen van west naar oost en zowat 1.700 kilometer lang is. Ook al is dat minder lang dan vele andere Lange Afstand Wandelpaden, het zomerseizoen waarin dit mogelijk is, is veel korter, waardoor het in de praktijk quasi onmogelijk is om dit traject in één keer af te leggen. Bovendien moeten er veel hoge bergpassen overgestoken worden. Dat is een van de redenen waarom aangeraden wordt een lokale gids in te huren. Niet alleen is het veiliger en geef je op die manier iets terug aan de lokale gemeenschap, je zult ook veel gemakkelijker en intenser contact kunnen maken met de locals.
Europa is bij uitstek hét continent waar de inwoners wandelen zien als een aangenaam en zinnig tijdverdrijf. De verzameling aan Lange Afstand Wandelroutes (LAW’s) is dan ook bijna eindeloos… In de Pyreneeën heb je met de GR10, de GR11 en de HRP zelfs keuze uit drie verschillende routes die elk op hun manier deze prachtige bergketen van west naar oost doorlopen. Gemiddeld doe je er zo’n 6 tot 7 weken over.
In Nepal bestaat er een hoge en een lage route. De eerste focust meer op de bergen en de natuur, de tweede meer op de dorpen, de inwoners en hun cultuur. Eveneens bestaat het idee om dit traject uit te breiden van de Nanga Parbat in Pakistan tot Namche Barwa in Tibet. Op die manier zou je een traject krijgen van meer dan 4.500 kilometer lang, dat niet langer alleen door Nepal, maar ook door Pakistan, India, Bhutan en Tibet zou lopen.
Ook de Alpen worden doorkruist door meerdere LAW’s. Zo is er de Via Alpina (foto). Een verzameling van vijf verschillende deeltrajecten die telkens andere delen van de Alpenboog opzoeken. Slechts 1 variant (de rode) doorkruist alle acht de alpenlanden en brengt je van Triëste naar Monaco. Een ander vaak gewandeld traject is de GR5. Deze vertrekt aan de Hoek van Holland en loopt helemaal tot in Nice aan de Middellandse Zee. Je vertrekt aan de Noordzee, doorkruist de Kempen en de Ardennen, vordert door de Vogezen en de Jura alvorens ten slotte het populairste deeltraject aan te vangen: van het meer van Genève over de Alpen tot aan de Middellandse Zee. Ook Scandinavië herbergt veel prachtige trektochten. Zo is er de Kungsleden, een afgelegen en wilde trektocht doorheen Zweeds Lapland die zo’n 425 kilometer lang is. Het meest populaire deeltraject hier gaat van Abisko naar Nikkaluokta en is zo’n 110 kilometer. Het is ook hier dat jaarlijks de Fjällräven Classic gehouden wordt. Niet alleen Scandinavië, maar ook het Verenigd Koninkrijk herbergt veel routes, waarvan enkele het vermelden waard zijn. De Hadrians Wall Way omwille van zijn toegankelijkheid en historische waarde. De West Highland Way omwille van zijn Schotse essentie, maar misschien toch vooral de Cape Wrath Trail die tot de wildste en zwaarste van Europa gerekend kan worden. De route duurt zo’n 300 kilometer en je moet er toch algauw een drietal weken voor uittrekken. Vaak loopt er zelfs geen pad. Je moet dus zeer ervaren zijn met kaart en kompas, niet bang zijn van slecht weer en over voldoende ervaring en het juiste materiaal beschikken. Aan de andere kant van Europa vinden we dan de moeilijkste GR (of Groot Routepad) terug, zijnde de GR20 op Corsica. Ga je nog iets zuidelijker dan kom je de Selvaggio Blu op Sardinië tegen, die enkel weggelegd is voor wandelaars die ook iets afweten van klimmen en touwtechnieken. En dan is er nog de Via Dinarica in de Balkan, de Haute Route tussen Chamonix en Zermatt, de Tour du Mont Blanc, de E4 op Kreta (loopt van Spanje naar Cyprus (10.000km !), de Tramuntana op Mallorca, the Lycian Way in Turkije…
35
Tekst Arne Monstrey / Foto's Willem Vandoorne
LONG DISTANCE SOLO HIKING
... een interview met Willem Vandoorne
KBF: Willem, hoe is dit alles ooit begonnen? Heb je deze passie meegekregen van je ouders? Willem: Eigenlijk niet. Als kind gingen wij met het gezin uiteraard af en toe op vakantie. Zo herinner ik mij nog een vakantie naar het Centraal Massief in Frankrijk, maar meer dan dagtochten deden we daar niet. Meer zelfs, voor mijn 18de had ik nog nooit in een tent geslapen. Alles is eigenlijk begonnen met Louis Beyens. Deze professor aan de Universiteit Antwerpen nodigde elk jaar enkele studenten uit van de Universiteit, alsook jongeren die net afgestudeerd waren. Samen met hen trok hij dan op expeditie naar Spitsbergen. Dat leek mij wel iets en dus schreef ik mij in. Pas afgestudeerd als middelbare scholier werd ik uitgekozen. Daar en toen is alles voor mij begonnen en het is nadien nooit meer gestopt. Nadien volgde dan redelijk snel de GR20 in Corsica en de Hardangervidda in Noorwegen. Telkens met vrienden. De GR20 is eigenlijk de enige tocht die ik ooit gelopen heb waarbij ik een bestaande en gemarkeerde route volgde. In Noorwegen keken we vooral goed naar onze kaart en verbonden we op onze eigen manier de plekken die ons interessant leken. Nadien volgde dan de traverse van de Pyreneeën toen ik 20 was. Mijn eerste solo tocht. KBF: Is er een reden waarom je deze en vele andere tochten solo hebt ondernomen? Willem: Het is meer uit noodzaak begonnen dan uit goesting. Ten eerste moest ik in mijn eigen omgeving niet alleen op zoek gaan naar mensen die goesting hadden om hetzelfde traject af te leggen, maar ook naar mensen die er genoeg tijd voor hadden. De tocht door de Pyreneeën duurde voor mij bijvoorbeeld twee maanden in totaal. Er zijn toen vrienden afgekomen om stukken mee te stappen, maar uiteindelijk liep ik er in totaal wel vijf weken op mijn eentje. Door zo alleen onderweg te zijn, merkte ik dat dit mij ongelooflijk aansprak. Het was ambitieuzer, authentieker en bood meer kans op ontdekkingen. Zowel landschappelijk als persoonlijk. Als je met zijn tweeën op stap bent en het gaat even moeilijk dan kun je je nog door moeilijke situaties heen ‘zeveren’, maar als je alleen onderweg bent, moet je jezelf oppeppen. Een tocht krijgt nog meer amplitude op die manier, de highs en lows zijn nog meer uitgesproken. Het werd voor mij echt een andere manier van beleven met meer pure emoties en uitdagingen. Zodanig zelfs dat het op den duur voor mij echt verslavend begon te werken.
36
KBF: Hoe begin je aan zoiets? Hoe bereid je je voor op dergelijke solo tochten? Willem: Alles begint eigenlijk met het kijken naar een kaart of het zien van een foto. Dat kleine vlammetje dat dan begint te branden, wakkert al vlug meer dromen en ambities aan. In de Pyreneeën bijvoorbeeld nam ik een bestaande route (de HRP) als leidraad. Maar daarnaast keek ik op de kaart en zag ik andere dingen die ik ook wel wou zien, zoals Ordesa, de Posets, de Monte Perdido... Waar de meeste mensen zo’n 40 dagen over deze traverse doen, deed ik er eerder 60 dagen over. Gewoon omdat ik wou zigzaggen over het terrein langs plaatsen die mij de moeite leken. Ik voelde redelijk snel de ambitie om er mijn eigen tocht van te maken. Hetzelfde deed ik eigenlijk voor mijn solo tochten door Noorwegen en Nieuw Zeeland. Ik stelde mezelf telkens de vraag wat ik écht wou zien. Als ik de kaart van Noorwegen vasthad bijvoorbeeld, zag ik redelijk vlug de nationale parken liggen. De kunst hier was dan om mijn tocht zodanig aan te passen dat ik al deze interessante plekken met elkaar kon verbinden op een manier die toch nog steeds mooi en uitdagend was. Hetzelfde voor het zuidereiland van Nieuw Zeeland. Gelukkig waren er voor deze bestemmingen genoeg gedetailleerde topografische kaarten en fotomateriaal voorhanden om mij een beeld van de tocht te kunnen vormen. Groenland daarentegen vormde voor mij een hele nieuwe uitdaging. Topografische kaarten zoals wij ze kennen bestaan hier immers niet. Ik moest mij dus tevreden stellen met satellietbeelden via Google Earth of van lokale geografische instituten. Interessant hierbij was dat ik soms een plan B moest incalculeren. Het is niet omdat ik op de kaart dacht dat iets mogelijk was, dat dat in de praktijk ook zo bleek. Soms moest ik bijvoorbeeld drie dagen rondlopen om op hetzelfde geplande punt te willen uitkomen. Deze extra onzekerheid maakte zo’n tocht direct mentaal veel belastender maar ook rijker. Zo’n mogelijkheid tot falen van oorspronkelijk geplande trajecten bestaat gewoon niet in de courantere wandelgebieden.
KBF: Je had het al over de Pyreneeën, Noorwegen, Nieuw Zeeland en Groenland. Het is waarschijnlijk heel moeilijk om te kiezen, maar heb je een favoriete bestemming? Willem: Eens ik een bestemming vind die ik de moeite vind, blijf ik er keer op keer terugkeren om alle hoeken ervan te verkennen. Veel liever dan telkens nieuwe bestemmingen op te zoeken, keer ik graag terug naar plekken waarvan ik weet dat ze me ongemeen boeien en belonen. Het zuidereiland van Nieuw Zeeland is zo’n voorbeeld, maar Noord Scandinavië ook. Eens je de boomgrens onder je hebt gelaten, bieden Noorwegen en Zweden ongelooflijk weidse landschappen. Maar Groenland en dan vooral de westkust heeft voor altijd mijn hart gestolen. Mijn meest magische moment heb ik zo beleefd in het zuiden van Groenland, ergens in de buurt van Cape Farewell. De exacte locatie wil ik liever niet prijs geven, maar het was een plaats met zicht op meerdere zeestraten waaruit langs alle kanten Big Walls uit de zee omhoog klommen. Ik had er een tocht van 18 dagen voor nodig om daar en weer weg te geraken. Mijn rugzak woog, inclusief packraft, bij aanvang waarschijnlijk zo’n 34 kilo. Eens ik daar was, was de omgeving zo mooi, dat ik onmogelijk in mijn tent kon slapen. Ik wou ten alle tijden mijn ogen open kunnen doen om rond te kijken naar deze prachtige omgeving. Ik voel de magie van het moment nog steeds. KBF: In al die jaren dat je onderweg bent heb je zowel zomer- als wintertochten ondernomen. Heb je daar een voorkeur in? Willem: Ik vind het allebei superleuke seizoenen. Maar toch denk ik dat ik voor echt lange tochten de zomer verkies. Een zomertocht is immers gevarieerder. Zo zou ik nooit in de winter twee maanden onderweg kunnen zijn. Hoe mooi het boven de noordpoolcirkel ook kan zijn, hoe mooi het noorderlicht ook is, op den duur zou het voor mij toch te eentonig kunnen worden. Ook een solo tocht in de winter is veel riskanter. Er hangen veel meer potentiële risico’s aan vast. Dus als ik echt moet kiezen, dan eerder de zomer KBF: Zou je ons iets kunnen vertellen over hoe je er ooit bent bijgekomen om een packraft mee te nemen op je tochten? Willem: Ere wie ere toekomt. Mijn inspiratiebron hier is Joery Truyen. Hij was de Hiking Community in Amerika op de voet aan het volgen, toen daar plots de eerste packrafts kwamen piepen. Op een moment dat er in heel Europa misschien slechts een twintigtal mensen mee bezig waren, was Joery hier in de Ardennen en daarbuiten al aan het experimenteren. Eerst was ik wat kritisch, maar toen ik zag wat hij allemaal had gedaan in het Zweedse Sarek werd ik heel enthousiast. Ik schafte mij er zelf ook eentje aan en ging oefenen op de Ardeense rivieren en in de Alpen. Toen ik nadien nog eens naar de kaart van Noorwegen keek, zag ik plots een hele andere kaart. Ineens kon ik plekken ook verbinden aan de hand van rivieren, meren en fjorden. Minder interessante stukken werden ineens veel interessanter en de hele tocht op zich werd gevarieerder. Op mijn tocht van het zuiden naar het noorden van Noorwegen heb ik zo toch ongeveer 600 kilometer kunnen peddelen. De combinatie wandelen en packraften heeft mij nadien nooit meer losgelaten. Ik doe het zeker niet voor de kick en zie het ook niet als een adrenalinerush (hoewel het dat zeker kan zijn), maar eerder als een manier om meer variatie en meer intensiteit in mijn tochten te brengen. Het helpt mij om op plaatsen te komen, waar ik anders nooit zou geraken. Deze manier van onderweg zijn, zorgt zo voor veel meer authenticiteit.
37
KBF: In 2016 won je zo de Golden Paddle Award, een erkenning die de American Packrafting Association jaarlijks uitreikt aan volgens hen grensverleggende avonturiers. Hoe keek je daar tegenaan? Willem: Ik had het absoluut niet verwacht. Ik wist wel dat ze mij wat volgden (Noorwegen, tweemaal Groenland en Nieuw Zeeland), maar toch kwam het als een verrassing. Maar ik ben er absoluut wel trots op. Ondertussen zijn er veel meer mensen die het packraften hebben opgepikt, maar toen moeten het er slechts een duizendtal geweest zijn. Om daar dan uit verkozen te worden als iemand die, in hun woorden, de standaard heeft verlegd voor authentieke lange solo tochten, is toch wel speciaal. Grappig is wel dat ik ondertussen samen ben met Rachel, die oorspronkelijk afkomstig is uit Nieuw Zeeland en zelf een hele goede wildwaterkajakster is. Ondertussen volg ik bij haar ook les. Kajakken is toch nog iets anders dan packraften. En iedere keer ik kopje onder ga, komt ze naast mij varen en lacht ze me toe met de woorden: ‘hier zie, onze golden paddle boy…’ KBF: Je bent afgestudeerd als geoloog en vond nadien job als geofysicus. Ondertussen ben je mede-zaakvoerder een succesvolle reisorganisatie (‘Into The Arctic’ n.v.d.r.) wildernisexpedities en pulkatochten aanbiedt. Hoe is van het het ander gekomen?
een van die een
Willem: Zoals zoveel mensen had ik een leuke job waarbij ik van dag tot dag leefde en best gelukkig was. Ik was op mijn gemak en moest over niet al teveel zaken nadenken. Maar iedere keer ik in de Bergen kwam, besefte ik: ‘dit is wat ik écht wil, dit is wie ik écht ben’. Misschien moest ik toch maar eens iets gaan doen met dat gevoel. Uiteindelijk kon ik met mijn diploma en kennis altijd terugvallen op een bestaand jobcircuit, dus wat had ik te verliezen?
µµµµµµµ
38
Op mijn 30ste heb ik dan de stap gezet. Ondertussen zijn we bijna vijf jaar verder en is het waarschijnlijk iets moeilijker om nog terug te vallen op mijn vorige job, maar voor mij is dat eigenlijk niet meer aan de orde. Ik doe dit zo ongelooflijk graag en geniet heel hard van de zelfstandigheid. Ook al heeft de covid pandemie een serieuze impact gehad op onze werking, ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn beslissing. KBF: Met Into The Arctic bied je eigenlijk een soort mini-wandelexpedities aan. Deelnemers dienen alle materiaal en eten voor meerdere dagen zelf te dragen in hun eigen rugzak (vaak meer dan 20 kilo startgewicht), slapen gebeurt steeds in tenten en de routes die gestapt worden gaan vaak door ongebaand terrein waar van een wandelpad geen sprake is. Wat is voor jou de meerwaarde van dit soort tochten tegenover een klassieke huttentocht in de Alpen bijvoorbeeld? Willem: Ik hoop dat onze deelnemers zich even kunnen deconnecteren. Op de meeste van onze tochten is zelfs geen GSM-ontvangst. Ik wil mensen het gevoel geven dat ze er echt even helemaal ‘uit’ kunnen zijn. Als je dan een klassieke huttentocht doet en elke dag ergens toekomt waar nog zoveel andere mensen rondlopen, lukt dat niet echt. We proberen echt een project aan te bieden dat anders is. Mensen vertellen ons dat ze hun emoties tijdens zo’n tochten ook echt sterker beleven. Velen voelen ook een veel sterkere verbondenheid. En dan hebben ze het niet per se over een groepsgevoel (dat ook sowieso ontstaat), maar over een connectie met zichzelf en de omgeving waarin ze zich op dat moment bevinden. Maar eigenlijk zou je die vraag aan onze deelnemers moeten stellen. Velen van hen boeken immers jaar na jaar opnieuw een tocht bij ons.
K
KBF: Heb je tenslotte nog advies voor mensen die zelf graag de stap zouden willen zetten naar het zelfstandig ondernemen van avontuurlijke solo tochten? Willem: Ik weet dat er vaak aangeraden wordt om eens te beginnen met een driedaagse solo tocht in de Ardennen, maar eigenlijk ben ik het daar niet mee eens. Je omgeving zou niet saai mogen zijn. Solo Hiken gaat voor een groot deel om het ontdekken van jezelf. Dus ga ineens de uitdaging maar aan en zoek jezelf een avontuur op jouw maat, maar in een wilde omgeving. Ergens in de Alpen, de Pyreneeën of het noorden van Scandinavië bijvoorbeeld. En dat moet gerust niet direct een epische tocht zijn, liever niet zelfs, maar er moet toch een zeker uitdaging in zitten, een avontuurlijk element en ook een solo element. Laat je verrassen. Door je omgeving en jezelf. En doe het ineens in de Wildernis.
wie is Willem Vandoorne? Willem (°1987) is co-oprichter en bezieler van Into The Arctic. Zijn grootste passies zijn zomerexpedities in onontgonnen wildernis gebieden zoals Groenland en Lapland. Maar ook de Pyreneeën en de Franse Alpen kent hij als zijn broekzak. Reeds vanaf de start werd duidelijk dat Willem geen klassieke tochten loopt. Door maandenlang naar kaarten te turen en de mogelijkheden te laten kristalliseren, tekent hij unieke trajecten uit. “Enkel op die manier krijg je meteen echt affectie met een gebied, en teken je een uniek, eigenzinnig traject uit dat recht uit je hart komt. Dat is nog steeds de filosofie bij elke reis die ik uitwerk”. Wanneer Willem in 2011 de packraft ontdekt, komt die manier van reizen pas helemaal tot volle wasdom. Door een opblaasbare boot en peddel mee te dragen bovenop zijn standaard trekkinguitrusting, worden de mogelijkheden in de echte wildernis plots eindeloos: het laat toe om vloeibare grenzen als grote rivieren en meren over te steken, om zo toegang te krijgen tot backcountry waar niemand anders ooit voet heeft gezet. De daarop volgende jaren trekt hij in 4 maanden van zuid naar noord door Scandinavië, doet dat nog eens over op het zuidereiland van Nieuw-Zeeland, en maakt ook zijn eerste lange solo-expedities in Groenland met soms deeltrajecten van drie weken in volledige autonomie. Allemaal ‘firsts’.
39
Tekst en foto' Emma Van Zundert & Zeger Dox
Met de fiets naar de Huayna Potosi - 6088 m
De gouden ochtendzon stijgt langzaam uit boven de Cordillera Real. We kunnen haast niet geloven dat we dit spektakel van op meer dan zesduizend meter hoogte aanschouwen. We namen the long approach vanuit Peru naar wat letterlijk het hoogtepunt zal zijn van een half jaar op de fiets over de Andes, doorheen Zuid-Amerika: de Huayna Potosi.
De berg Aan de rand van de Cordillera Real torent de Huayna Potosi (6088m) uit boven La Paz en de Boliviaanse Altiplano. Door de nabije ligging van de stad en het relatieve hoogteverschil van het high camp tot de top, is Huayna Potosi volgens sommigen de makkelijkste zesduizender ter wereld. Qua technische moeilijkheid is de normaalroute nochtans niet te onderschatten en door acclimatisatie aan extreme hoogte hebben de voorbije decennia reeds vele klimmers de aftocht moeten blazen. Dit is het verhaal van twee fietsreizigers die honderd jaar na de eerste beklimming in 1919 en passant ook een poging wagen.
Stilstaand beeldverslag: @r.ookiemistakes op Instagram Bewegend beeldverslag: vimeo.com/showcase/rookiemistakes
40
De kiem / het plan / de aanzet Onze reis begint enkele breedtegraden noordelijker in Huaraz, vanwaar we langs grindwegen voor mijnbouw en smalle paadjes over bergpassen zuidwaarts doorheen de Peruviaanse Andes zullen trappen. Met een bang hartje wordt het broodnodige materiaal bikepacking-gewijs aan onze stalen ros vastgesnoerd and off we go. We rollen holderdebolder doorheen Ayacucho, Cuzco, Ausangate (...) tot in Copacabana, een charmant Boliviaans stadje net over de grens aan de oever van het Titicacameer (niet te verwarren met de exotische Braziliaanse naamgenoot). In de verte lonkten reeds de besneeuwde toppen van de Cordillera Real, maar het idee om zelf een berg te bestijgen hadden we om logistieke redenen al opgeborgen. You can’t have it all. Wanneer we over de bergpassen vele majestueuze pieken passeren, fantaseren we wel gretig over de mogelijke routes waarvoor we een andere keer terug zullen komen. Rond een vuurtje wordt onze honger naar hoogte weer aangewakkerd wanneer een andere reiziger ons de eerste keer over Huayna Potosi vertelt. Als moderne ontdekkingsreizigers ontvouwen we onze digitale kaarten en beginnen we te zoomen en swipen. Met behulp van satellietbeelden en handige websites als www.bikepacking.com puzzelen we onze route in elkaar. Als uit een stofwolk in een stripverhaal vliegen de volgende quotes doorheen de kamer: “Wat als we nu eens tot hier..” - “..dan daar water aanvullen” -“zou dat een dorp zijn?” - “en als de rivier te hoog staat” - “zou daar een winkeltje zijn?”- “hoeveel hoogtemeters zijn dat?” - “die route lijkt nu toch geen pad te volgen” … Als Monte-lezer ben je ongetwijfeld vertrouwd met dit ritueel. Tot slot wordt het aantal dagen tussen mogelijke bevoorrading ruwweg omgezet in liters water en kilo's pasta. We besluiten koers te zetten richting de Zongo Pass (4750m), waar we volgens bronnen in een refuge terechtkunnen voor een versnapering en eventuele overnachting.
De benadering We doen er uiteindelijk acht dagen over om de Zongo Pass te bereiken. Na enkele dagen de oever van het Titicacameer te volgen, naderen we over de Altiplano, steeds dichter bij het hooggebergte. De afstand afleggen had ongetwijfeld sneller gekund, maar geasfalteerde wegen deel je steeds met vrachtwagens. We zijn dus nogmaals blij met het ruwe profiel van onze offroad banden. Onze voorraad brood en pasta slinkt ook met de dag. De eerste dagen smullen we van brood met avocado, wat noodgedwongen vervangen wordt door een rantsoen van de crackers met pindakaas. De mensen die we kruisen spreken doorgaans de inheemse taal Aywara, en af en toe een klein mondje Spaans. Het zijn vooral kuddes lama’s die ons gezelschap houden. Telkens we ‘s ochtends onze tent openritsen, zijn de besneeuwde bergtoppen weer een klein stukje dichterbij. De hut komt binnen bereik en de laatste dag moeten we meermaals met onze fietsen door de sneeuw ploeteren. Na zonsondergang op de bergpas aangekomen, kloppen we uitgeput aan bij de herberg. Tot onze grote blijdschap zijn nog twee bedjes vrij.
41
De approach De hut wordt vooral bemand door een groep Braziliaanse alpinisten die er al enkele dagen aan het oefenen en acclimatiseren zijn voor de beklimming. We kunnen hun apparatuur ook eens testen en blijken qua zuurstofgehalte in bloedvorm te zijn - een opkikkertje voor het zelfvertrouwen. We zijn nu zo dicht bij de befaamde berg gekomen dat we zelf overkoken van goesting om ook een beklimming te wagen. We zetten ons beste beentje voor bij de uitbaatster van de hut en verzekeren haar dat we bekwaam een piolet en stijgijzers kunnen hanteren. Na enkele telefoontjes vertelt ze ons dat er morgen een groep naar beneden komt en we met hun materiaal de dag erop al naar het high camp kunnen vertrekken. Het kostenplaatje? We betalen slechts 200 US dollar per persoon voor de beklimming inclusief begeleiding door een gids, materiaalverhuur en overnachtingen in het high camp. Wellicht helpt het dat we er nogal afgeleefd uitzien. In elk geval moeten de goden van de Andes zeer goed gezind geweest zijn. Het huurmateriaal gaat duidelijk al een tijdje mee en de schoenen van de voorgaande groep zijn enkele maten te groot, maar de sfeer zit er in. We volgen onze gids Umberto tot in de Campo Alto op 5400m. Onderweg benutten we elke kans om vragen te stellen over de regio en het bestaan als gids hier. Zijn opleiding tot berggids in Bolivië? Die duurde een summiere 3 maanden - *slik*. Ook was dit deze week al z’n derde opeenvolgende rondje refuge-high campsummit. In elk geval kent hij de route blindelings. We snoeren die avond onze slaapzak dicht tot enkel onze neus en mond nog aan de lucht raakt. Qué frío!
42
De beklimming Met om ons lijf alle broeken, truien en jassen die we bezitten, kruipen we om 1.30u uit onze slaapzak. In de gauwte een tas mate de coca (thee van cocabladeren) vooraleer we de gletsjer betreden. Het tempo zit er in en we hebben al meerdere cordées voorbijgestoken wanneer we vlot de crux passeren die uit een bergschrund bestaat. Aan de overnachting op meer dan 5000m houden we een “houten kop” over, maar door de koude lucht zijn we goed wakker. Naarmate we vorderen, komen we steeds meer vermoeide alpinisten tegen die op het ijs zitten te rusten of terugkeren. Doordat de beklimming in de toeristenbureaus van La Paz en masse aan Westerse toeristen verkocht wordt, blijken velen toch niet voldoende voorbereid op de hoogte. Sommige gidsen fungeren dan ook als trekpaard. Even later aanschouwen we “Everest-eske” taferelen wanneer hier en daar zuurstofflessen worden bovengehaald. De beklimming is vooral een hele lange gletsjerwandeling. Op de enige rotsachtige passage kort voor de top, redt een gids zijn klant van een gewisse dood nadat die struikelt en kop vooruit achterover valt. Het is even aanschuiven vooraleer we op onze beurt de summit ridge betreden.
Klokslag 7u op deze klare ochtend bereiken we de 6088m. Yiha! Net op dat moment verwarmt het eerste streepje zon onze wangen en de toppen van de Cordillera Real. Wat een onwezenlijk uitzicht en gevoel. Een reeks high fives, knuffels en foto’s later zetten we voetjevoor-voetje alweer de afdaling in. De glimlach die van oor tot oor op ons gezicht verschijnt, zal daar nog een paar dagen blijven. Weer op de bergpas, warmen we ons op aan een kom soep en besluiten we nog de fiets op te kruipen om bergaf tot in het centrum van La Paz te bollen. De gedachte aan een douche en comfortabel bed helpt ons genoeg kracht te zetten op de pedalen om de stad te bereiken. Moesten we niet volgens het decimaal systeem tellen of had de Huayna Potosi een honderdtal meter lager geweest, zou dit wellicht een vredige uithoek van Pachamama geweest zijn… bedenken we ons al lachend. Is deze berg vandaag de dag niet eerder een altaar van prestatiedrang? Ach, ieder zijn Everest! Wij zijn nochtans medeplichtig en stoefen aan het thuisfront gretig met een zesduizender op ons palmares. We mogen er zelfs een artikel over schrijven voor dit bergsportmagazine.
43
Tekst en foto's Lus Van den Bossche
NATIONAAL PARK ADAMELLO-BRENTA Een bijzondere huttentocht Het natuurpark Adamello-Brenta is het grootste beschermde gebied in de provincie Trentino. Het nationaal park omvat de Adamello-, Presanella- en Brentaketen, en is sinds 1967 beschermd natuurgebied. Men vindt hier het typische landschap van de centraal-zuidelijke Alpen: sparren-, beuken- en lariksbossen; bloemen- en alpenweiden; veenmoerassen, rivieren en rotspaden en gletsjers.
Het gebied heeft een unieke geologische diversiteit, in het oosten de Brenta Dolomieten en in het westen het Adamello-Presanellamassief, bestaande uit graniet. Het natuurpark omvat tal van ongerepte valleien met elk een eigen karakter en uniek landschap. Flora en fauna zijn er rijkelijk vertegenwoordigd. Hier leeft de bruine beer: hij werd in 1996 door het Life Ursus -project in zijn oorspronkelijke habitat teruggezet. Men vindt er ook talrijke sporen van de eerste wereldoorlog. De Brenta Dolomieten zijn een geliefd oord, in de zomer voor de fameuze via ferrata’s - zoals de Bocchetes - en in de winter vooral voor Madonna di Campiglio, een mondain skioord.
Verkenning van het gebied Zomer 2019 gaan we op verkenning. Via de Passo delle Tonale rijden we naar Temù en de parking van Malga Caldea op 1584m. De weg is niet wat we ervan verwacht hadden: eigenlijk moet je hier een 4x4 hebben. Ook de tocht naar de eerste hut, rifugio Garibaldi, valt tegen, zowel wat het landschap (een oude mijn en stuwmeer) als het weer betreft (we komen doorweekt aan). De volgende dagen krijgen we meer regen en een niet zo aangename ervaring: in de Prudenzinihut (CAI Lombardije) vinden we bedwantsen. Wanneer we op weg zijn naar het hoogtepunt van de tocht, de overschrijding van de Conca delle Levada en de Lobbiagletsjer moeten we omwille van een verschrikkelijk onweer rechtsomkeer maken. We moeten via een alternatieve weg terug naar de auto. De huttenwirt van Val di Fumo zorgt voor een taxi die ons bij het einde van het pad zal opwachten (in het hele gebied heb je zelden GSM-bereik). De taximan is zo vriendelijk om thuis van auto te wisselen zodat hij ons met een 4x4 tot bij onze auto kan brengen. Een leerrijke week: de huttentocht die we hadden gepland van noord naar zuidoost is niet zo interessant. Voor de begeleide tocht, die we in 2021 organiseren, bewandelen we beter andere wegen.
44
Een huttentocht langs Adamello en Presanella
Rifugio Carè Alto 2459m – Rifugio Val di Fumo 1905m
Eind augustus 2021: afspraak met de groep in Vermiglio. We zetten de auto’s in Masi Stavèl naar waar we op het einde van de week zullen afdalen. We zijn met zijn achten, een taxi brengt ons naar Val di Borzago. We passeren Madonna di Campiglio, links het indrukwekkende Brentamassief, rechts het Adamellopark. Vanuit Spiazzo vertrekt een smalle, steile weg naar het einde van de Borzagovallei. De chauffeur is hier nog nooit geweest, om sommige bochten te nemen moet hij even achteruit rijden. Volgens de kaart is er een parking op 1250m, we stoppen aan een café met parking omdat we niet zeker zijn dat de taxi tot het eindpunt zal geraken, daardoor moeten we de eerste dag meer stijgen, namelijk 1400m.
Dit is een interessante route die twee valleien doorkruist en die reeds in de oudheid gebruikt werd door herders die onder de imposante zuidwand van de Carè Alto passeerden. We volgen de Sentiero 222 tot de Bocca di Conca (2674m) in de Dossonvallei en stijgen verder naar de Passo delle Vacche (2872m). Het pad loopt over grote rotsblokken. Op dergelijk terrein gaat het stijgen makkelijker dan het dalen, en sommigen hebben een handje nodig. Verderop daalt het pad steil door struiken, rotsen en gras tot bij de rivier. Het begint te regenen, waardoor het pad slijk en glibberig wordt. Ook hier doet een helpende hand wonderen. Langzaam bereiken we de rifugio Val di Fumo.
Vanaf de eigenlijke parking wandelen we langs het oude muilezelpad, door het bos langzaam naar boven. We passeren de Malga di Coel di Pelugo (almhut) op 1440m, van waaruit de kabelbaan naar de rifugio Carè Alto (2459m) vertrekt. De sentiero 213 brengt ons in een majestueus circus omringd door wild begroeide muren en steile bergkammen. Het pad wordt steiler en wanneer we de brug oversteken gaan we links op de ‘sentiero naturalistico’, richting Malga Zucal (1507m). Voorbij de bocht komt een vos piepen. We bereiken de flank waar de immense oostelijke kam van de Carè Alto begint. We ronden deze kam met zicht op de groene Concavallei en klimmen gestaag tot in de hut. Het laatste kwartier hebben we regen maar in de hut is een droogkamer. Het is er net alsof je een sauna binnenstapt.
De hut ligt in de gelijknamige vallei aan de Chieserivier, die bij onweer van zacht kabbelend in een vrij wilde stroom kan veranderen. Ook hier zijn weinig gasten, we worden culinair verwend.
De hut ligt ideaal, zowel voor klimmers als voor wandelaars. Er zijn verschillende klimroutes op de Carè Alto (3463m). Wandelaars kunnen de sporen van de eerste wereldoorlog volgen, en een bezoek brengen aan een Oostenrijks kanon en een tunnel. De hut wordt opengehouden door studenten die meer aandacht hebben voor hun smartphone dan voor hun gasten. Het is er rustig, naast onze groep zijn er nog twee mannen.
45
Rifugio Val di Fumo 1905m – Rifugio Ai Caduti dell’Adamello 3040m Een roemruchte muur. De op een na langste etappe van deze week. Een lange aanloop met op het einde een steile rotspassage en een traversé over de Lobbiagletsjer. We volgen de Chieserivier noordwaarts, de eerste kilometers langs de rechteroever door weiden en struiken. Daarna langs de linkeroever over rotsblokken tot we aan de ‘muur’ komen die ons naar de Lobbiagletsjer en de Val di Fumo-pas (2980m) leidt. Onderweg passeert er een kudde steenbokken. Aan de voet van de wand eten en drinken we iets en starten we de beklimming met goede moed. Een tweedegraadsbeklimming met af en toe gezekerde passages. De niet-klimmers hebben geregeld een duwtje nodig. Het is twee uur eer we aan de voet van de gletsjer staan. Ik neem het “trage” cordée voor mijn rekening. We stijgen noordwestwaarts tot de Passo della Lobbia Alta (3017m). Het traverseren van de gletsjer is niet moeilijk, het is een open vlakke gletsjer, maar stijgijzers en gordel zijn noodzakelijk. De gletsjer is zodanig gekrompen dat we tweemaal over rotsen moeten klimmen en telkens stijgijzers aan en uit moeten doen. Het is zeven uur wanneer we het altaar, voor het bezoek van de paus gebouwd in 2014, bereiken. Trappen leiden ons naar de hut, in een majestueus rots- en ijslandschap tussen de Mandrone- en de Lobbiagletsjer. Vanuit deze hut beklimt men de Adamello (3539m), ook in de winter, maar dan op toerski's.
Rifugio Ai Caduti dell’Adamello 3040m – Rifugio Città di Trento al Mandrone 2449m Hout, ijzer, obussen … De afdaling van de Mandronegletsjer start onder de hut, rechts aan de rand van een enorme zwarte vlek. Het zijn overblijfselen van de eerste wereldoorlog. Een oudijzerventer zou hier zeker graag langskomen, terwijl je met het afvalhout een compleet chalet zou kunnen bouwen. Naar het einde toe wordt de afdaling steiler, maar iedereen komt veilig op de rotsen. Na weer een rotspassage wacht ons het laatste deel van de gletsjer. Hier moeten we zigzaggen tussen enorme spleten en gaten. Een wetenschappelijk team is aan het opmeten. De gletsjer eindigt in een groot meer, aan de rand liggen rotsen die afgesleten zijn. Om het pad veilig te kunnen bereiken moeten we een stukje zekeren. We picknicken uit de wind, aan een groen met bloemen begroeid veld. De Mandronehut wordt gerenoveerd, arbeiders komen met de helikopter aangevlogen, werken twee weken en worden dan teruggevlogen. Naast de hut is er een glaciologisch centrum en een oud kerkje.
46
Praktisch Albergo Alpino info@albergoalpino.org: ons afspraakhotel in de buurt van Passo delle Tonale. Vanuit Antwerpen 1100 km. Via Zwitserland (vignet) of via Duitsland, Oostenrijk (vignet) en Brennerpas (tol). Ook op de Italiaanse snelwegen moet je betalen. Kaarten: Tabaco 052 Adamello/Presanella 1:25000 en Kompass Adamello/La Presanella 1:50000 Alle hutten werden vooraf via mail gereserveerd, enkel in Caré Alto moesten we een voorschot betalen.
Rifugio Mandrone 2449m – Rifugio Stavèl Francesco Denza 2298m Tochtplannen wijzigen We zouden de ‘sentiero glaciologico Marchetti’ en de ‘sentiero alpinistico Migotti’ volgen. Als staptijd geeft men zeven uur, maar met deze groep worden het er vermoedelijk twaalf. Daarenboven moeten we op het einde de Cercenpas (3022m) oversteken en de Presanellagletsjer traverseren. De huttenwirt raadt ons aan via de Passo delle Tonale te gaan.
Een gezellige maar rumoerige hut, een groep Slovenen is al behoorlijk aangeschoten. Zij moeten om vier uur opstaan voor de normaalroute van de Presanella (3558m). Wij krijgen twee ruime kamers, weg van de lawaaierige bende.
Langs een mooi, gemakkelijk rotspad bereiken we de Presenapas (3000m) met een schitterend zicht op de gletsjers van de voorbije dagen. We nemen de lift naar de Passo delle Tonal (1800m).
Er rest ons enkel de imposante rots- en sneeuwwereld van de Presanella te verlaten en via bos en weiden terug naar de auto’s te wandelen. Een allesvullende week in een prachtig natuurgebied met heel veel mogelijkheden. In het ‘Parco naturale’ Adamello – Brenta – Presanella kan je meerdere weken onderweg zijn. Van zuid naar noord en van oost naar west vindt men vele hutten en verscheidene wegen
Boven aan de lift zijn bulldozers druk bezig de resterende gletsjer met wit plastic te bedekken. Beneden mogen we stijgijzers, gordel, piolet en touw achterlaten zodat we de etappe naar de Denzahut via het dorp en het bos ‘lichtgewicht’ kunnen aanvatten.
Rifugio Stavèl Denza 2298m – Stavèl 1230m
47
Tekst Bertin Vermeulen / Foto's Bertin Vermeulen en Johan Muylaert
DE CANTAL
waar de GR400 door de leegte van uitzonderlijke schoonheid loopt
48
Van 9 tot en met 17 oktober 2021. In mijn agenda staat: CANTAL. Mét stip, want corona trok een flinke streep door deze eerst in juni ingeplande tocht. Naarmate de zomer verstrijkt, neemt de onrust toe. Het virus tiert nog steeds welig en houdt zelfs een zwarte gordel in een houdgreep. Voor dertiger Vanessa is deze ‘Vulkanen voor beginners’ haar vuurdoop als bergwandelaar. Helaas moet ze op de valreep alsnog afhaken omdat lijf en leden niet tijdig fit zijn. Een veeg teken? GR400 Voor mij is gaan stappen de draad weer opnemen. Mijn laatste huttentocht dateert van september 2017 in Oostenrijk, met vooral regen, sneeuw en ijs. En met onder meer een blij weerzien met de Berliner Hütte (1879) in de Zillertaler Alpen, de enige ‘hut’ in de Alpen met de terechte status van beschermd historisch monument. Maar dit terzijde. Tijd voor een sprong naar het Centraal Massief, regio Auvergne en departement Cantal. La douce France ken ik al veertig jaar bijna zo goed als mijn broekzak, maar eerlijk, de Cantal deed bij mij geen belletje rinkelen. En is ongetwijfeld voor nog tal van zelfs doorgewinterde bergwandelaars een nobele onbekende. Als ik Cantal googel, bots ik al vlug op de blog frankwandelt.nl. Frank is terecht euforisch over zijn wandelvakantie in de Cantal. Zo schrijft hij: “Door deze leegte van uitzonderlijke schoonheid loopt de GR 400 (Tour du Volcan Cantalien), een rondwandeling in de vorm van een octopus met brede tentakels. Telkens wandel je naar het puntje van zo’n tentakel, om daarna weer naar de romp terug te keren.” Een waarheid als een koe, en ook die fotogenieke Salers – de naam van het originele runderras van de Cantal – zijn opvallende figuranten in dit groene decor. Monts du Cantal De GR400 slingert door de Cantal. Wie wil weten hoe dit indrukwekkende landschap, rondom geflankeerd door een hele resem Puys tot stand kwam, moet zomaar eventjes 13 miljoen jaar terugspoelen. Toen ontstond hier de grootste vulkaan van Europa, voor het laatst actief 2 miljoen jaar geleden. Hij heeft een oppervlakte van zomaar eventjes 2700 km², en met een diameter van 70 km aan de voet overtreft hij de Etna. Op zijn hoogtepunt moet hij naar schatting 3 tot 4 km hoog geweest zijn. Vandaag is hij met de Plomb du Cantal nog slechts 1858 m hoog, op de voet gevolgd door de Puy Mary met zijn 1787 m. De door gletsjerwerking ontstane, weids uitgestrekte, glooiende valleien kleuren opvallend groen waar twintig riviertjes door stromen. Liefhebbers van watervallen komen hier ook aan hun trekken. Vooral die in Mandailles is fenomenaal. De weg ernaartoe vinden is wel geen sinecure.
49
100 km per uur Niet verwonderlijk dat de Cantal ook Le Pays Vert van de Auvergne wordt genoemd. Het is herfst, en ook in dit seizoen voert de kleur groen de boventoon. Perfect in harmonie met de geelbruin kalende bomen is dit een droom van elke wandelaar. En hoewel onverhoopt, ook de weergoden zijn ons bijzonder gunstig gezind. Zonnecrème vandoen? Jawel. De zon hangt weliswaar laag, maar toch brandt ze nog. Regenkledij? Overbodig. Sporadisch wel wat dreigende wolken, maar geen gedruppel. Zelfs de wind houdt zich de hele week gedeisd. Op die ene keer na, die kan tellen. Op 13 oktober – toch een veeg teken? – tijdens de etappe vanuit het skidorp Saint-Jacquesdes-Blats naar de Plomb du Cantal moeten we in de weidse vlakten enkele uren opboksen tegen de gure, ijskoude wind. Windstoten van 100 km per uur en meer. Muts, handschoenen en vooral doorbijten brengen soelaas. Terug in de ‘bewoonde’ wereld is het alweer windstil én zonnig. Het onthaal in Gîte de Lafon in Thiézac is echter moins chaleureux , net als de radiatoren trouwens. Dankzij de goede sfeer blijven we wel op temeratuur.
Bij de eerste zonnewarmte in de lente zie je ze – bij wijze van spreken - centimeters per dag groeien. Merkwaardig is dat ze er wel circa 10 jaar over doet eer ze voor de eerste keer bloeit. Maar ze kan wel 60 jaar oud worden. De wortelstok groeit tot één meter diep in 7 jaar tijd. Die wortel is rijk aan suikers en waardevolle bitterstoffen. De bitterstoffen beschermen de plant tegen aanvreten door dieren. En – hoe kan het anders – ze zijn een onderdeel van gentiaanlikeur, zoals de aperitief Suze Gentiane. In Oostenrijk is er de Enzian schnaps, mét blauwe gentiaan op het etiket. Wat misleidend?
"De Cantal is rijk aan authentieke dorpjes waar de tijd is blijven stilstaan en waar je in oktober nauwelijks nog een kat ziet. Dat is best charmant en vooral rustig ..."
Symbool van de Cantal Voor veel bergwandelaars is de grote, gele gentiaan of Gentiana Lutea geen onbekende. Deze in Europa beschermde plant is niet echt une beauté , vind ik. Maar in de Cantal kan je er in het voorjaar en de zomer niet naast kijken. De grashellingen staan er vol van. Deze geneeskrachtige plant wordt moeiteloos een meter of meer hoog en is het symbool van de Cantal.
50
Zeker, maar de bloemen van de grote gele gentiaan zien er wat slordig uit, en zijn geen lust voor het oog. Vandaar het lieftallige blauwe gentiaantje. Wie wil genieten van die gele gentiaanvelden plant een wandeltocht best tussen mei en augustus. Let wel: in de zomermaanden kan de temperatuur (zeer) hoog oplopen. En veel schaduw is er niet op de wandelpaadjes. Die lopen vaak kilometers langs de crêtes (bergkammen) of door de zonovergoten valleien.
Sneltreinvaart
* Vulkanen voor beginners
In de Cantal heeft de bergwandelaar het rijk niet langer voor zich alleen. Ook mountainbikers en trailrunners voelen er zich in hun sas. Mountainbikers hebben ons pad niet gekruist, maar op een van de parcours stond wel een waarschuwing aan hun adres: “LES FOUS DU GUIDONS: ATTENTION AUX PIETONS ET AUX MOUTONS!” Veelzeggend, ondanks de taalfouten. Trailrunners lopen, klimmen en dalen in sneltreinvaart en zijn in een mum van tijd uit ons gezichtsveld. Een jong stel met twee honden racet zowaar de hellingen op en af. Op loopschoenen en beducht voor mogelijke valkuilen op het technische parcours. Uiterste concentratie en een goede conditie zijn onontbeerlijk. Of ze ook de tijd nemen om te genieten van het decor waarin ze rondcrossen? Ik durf het hun niet te vragen, want in deze duursport telt élke seconde. Nieuw is dit fenomeen niet. De bekendste is de Ultra-Trail du Mont-Blanc, voor het eerst gelopen in 2003. Op 18 juni 2022 staat de Ultra-Trail du Puy Mary Aurillac over een afstand van 105 km op het programma.
Na tal van berghuttentochten in Oostenrijk was ‘Vulkanen voor beginners’ mijn eerste wandelweek in Frankrijk. De Cantal heb ik ervaren als een zeldzame verborgen parel. Door het overwegend mooie weer in oktober schitterde deze verborgen parel nog meer. Maar hoe uitzonderlijk mooi ook, de sfeer in een groep bepaalt of een wandelweek een succes wordt. In deze groep kenden Els en Vanessa elkaar, maar Vanessa haakte vóór de start noodgedwongen af. En voor zestiger Fred, de enige echte BEGINNER, waren zijn tochtgenoten (wild)vreemden. Maar niet voor lang.
Tour de France Trailrunners en zeker wielerfans kennen de Puy Mary. In 2016 gaan Greg Van Avermaet en Thomas De Gendt in de aanval en rijden op weg naar de finish in Le Lorian samen over de top van de Puy Mary. Greg wint en pakt de gele trui. Thomas pakt de bolletjestrui. In 2020 op 11 september is de aankomst van de 13de rit van 191 km in de corona-Tour voor het eerst op de Puy Mary, ook gekend als Pas de Peyrol. De laatste 2,4 km bedraagt het klimpercentage 11 % en meer. Daniel Felipe Martínez wint de rit, de Belgen geven die rit niet thuis. Vandaag zijn de in wit geverfde namen van renners en aanmoedigingen nog de enige stille getuigen. De Puy Mary is ontzettend populair. Jaarlijks komen er honderd-duizenden (dagjes) mensen met de auto op af. Vanaf de Chalet du Puy Mary met groot terras op de D680 leidt een betonnen brede trap met tussentrapjes die overgaan in houten trappen naar de top. Het panoramische uitzicht op de top is grandioos. Die trap is voer voor discussie. Een miskleun, een noodzakelijk kwaad, een anomalie in het landschap? Wie zal het zeggen? Hopelijk wordt de Puy Mary niet het slachtoffer van zijn eigen succes. Gelukkig is het oorspronkelijke smalle pad dat net voor de top aansluit op de houten trap een leuker alternatief.
Wielerfanaat Fred ontdekt de Auvergne in 2003 op doorreis met de fiets naar Gerona. Bijna aan het einde van de vierde etappe van maar liefst 240 km doemt een wonderbaarlijk gebergte op tijdens een magnifieke zonsondergang. “Eens genieten van het uitzicht vanop die bergen, daar droom ik van”, mijmert Fred. Bijna 20 jaar later ruilt hij resoluut zijn koersfiets in voor bergschoenen. SWITCH MET LEF!’, zijn relaas over deze vuurdoop leest als een trein. Oprecht en meeslepend. Soms aandoenlijk, zoals het gevecht met zijn rugzak. Een fragment over de beruchte passage over de Brèche de Rolland: Ik volg het spoor van Patrick die voortdurend aanwijzingen geeft. Waar zet ik welke voet nu, waar houd ik me vast … Dat lucht op en gaat gezwind. Overdrijf ik niet een beetje? Soit, voor ik het besef, sta ik al beneden. Nu nog de rotswand aan de overkant omhoog.
Snorrenkam
Mijn angst is overwonnen en naar boven klauteren is hier sowieso gemakkelijker. Met engelbewaarder Bert klaar ik deze klus met
De Cantal is rijk aan authentieke dorpjes waar de tijd is blijven stilstaan en waar je in oktober nauwelijks nog een kat ziet. Dat is best charmant en vooral rustig. Ik waan me in de vorige eeuw. De zomertoeristen zijn vertrokken, tal van hotels, restaurants, logementen zijn dicht in blijde verwachting van het winterseizoen. Le Lioran is met zijn 60 km pistes het enige skigebied. Op 17 oktober vatten we de terugweg aan, met een kleine omweg langs Salers, un
enige trots. De moeilijkste passage van deze wandelweek verloopt
des Plus Beaux Villages de France . Niet gelogen, en voor typisch regionale lekkernijen ben je hier aan het juiste adres: Suze Gentiane likeur, of heerlijke kazen zoals Fourme de Cantal, Salers en Bleu d’Auvergne, én tal van heerlijke wijnen en artisanale biertjes. En wat dacht je van een snorrenkam? Jawel, hier te koop. Saillant detail: Salers kwam in 1971 in het nieuws, toen de inwoners besloten om met zijn allen tegelijk te stoppen met roken. Of ze daar ook in slaagden …? Tien uur later en 900 km verder zijn we thuis, met in onze rugzak een fantastische herinnering aan de leegte van uitzonderlijke schoonheid van de Cantal. Bij deze krijgt zoals beloofd iedereen de groeten van Nathalie, de goedlachse uitbaatster van ‘Hôtel des Voyageurs’ in Le Falgoux, waar we de eerste en laatste dag verwend werden
De vermoeidheid en onzekerheid maken dat ook ik door een diep dal
vlekkeloos, tot mijn grote opluchting. Het is al een flink stuk in de namiddag en aiaiai de vreselijkste afdaling moet nog komen. Vanuit de hoogte kun je ze volgen tot diep in de vallei. Ze lijkt wel eindeloos lang. Ik zie ertegenop, maar vooruit met de geit – of beter slak? Bert daalt af zonder wandelsticks, als een dansende nimf. Het duurt niet lang tot hij en ook de anderen enkel nog stipjes zijn in dit diepe dal. ga, vooral figuurlijk dan. Ik moet af en toe stoppen om op adem te komen. Ik sta gewoon te trillen op mijn benen. Patrick probeert wat morele steun te bieden, maar ik ben de wanhoop nabij. Nu klinkt dit misschien wel wat overdreven, maar dat gevoel had ik toen echt wél. Iedereen houdt even halt aan wat ooit een stal was en na veel zwoegen en wankelen kan ook mijn rugzak uit. Even plat op de rug, zo goed als uitgeteld. Lees zijn volledige relaas op Bergsportwaasland.be > Bergwandelen Geprikkeld om in de sporen van Fred te treden? Dat kan! Van 4 tot en met 12.06.2022, onder de deskundige begeleiding van Patrick en Jo. Meer info op Bergsportwaasland.be > Bergwandelen > laagdrempelige bergwandelweek Cantalse Vulkanen
51
Tekst en foto's Arne Monstrey
TE ARAROA a walk Is het nog relevant om negen jaar na datum een artikel te schrijven over deze tocht? Ja, want bijna maandelijks droom ik er ’s nachts nog van. Het gevoel weer te kunnen vertrekken op avontuur, met alleen een rugzak, de schoenen en de kleren die je aanhebt… Op mijn 23ste had ik de Haute Route des Pyrénées gestapt, op mijn 25ste de Via Alpina en op mijn 27ste was ik met een tandem naar Meteora in Griekenland gefietst, telkens met mijn toenmalige vriendin. Nu was ik 29 en was ik voor het eerst van plan om zo’n grote tocht in mijn eentje aan te vatten. Het ging op dat moment iets minder goed met mij en deze tocht leek mij letterlijk en figuurlijk een goede ontsnapping. Geen job, geen huis, geen vaste relatie, geen verplichtingen. Vrijheid dus, met een grote V. En ook al was dit alles een goed excuus om er weer maar eens op uit te trekken, ik kwam er toch achter dat de antwoorden die ik zocht, niet per se te vinden waren aan de andere kant van de wereld. Ze zaten reeds in mijn eigen hoofd, in mijn eigen hart.
52
Een hele dag buiten zijn, alle zintuigen op scherp.
Zitten, zijn en zen.
Toen mensen mij weer maar eens vroegen waarom ik dat zo graag deed, was mijn antwoord meestal: ‘Omdat ik het fijn vind om een hele dag buiten te zijn.’ Weer of geen weer, dag of nacht. Het is misschien een cliché, maar het merendeel van de moderne mens, inclusief mezelf, heeft zowat alle voeling met de natuur verloren. We keren er graag naar terug, willen het zelfs bijbrengen aan onze kinderen, omdat we voelen dat de natuur belangrijk is, maar missen vaak de essentie ervan. Is het omdat we schrik hebben om het koud te hebben? Te warm? Honger? Vermoeidheid? Na een drietal maanden stappen door de Nieuw-Zeelandse natuur, herinner ik mij nog het moment dat ik rook dat ik aan een water kwam, nog voor ik nog maar hoorde of zag dat hier een klein riviertje stroomde. Als je maar lang genoeg in de natuur bent, zetten je zintuigen zich terug op scherp.
Een ander antwoord dat ik vaak gaf, ook aan mezelf, is de ongelooflijke vrijheid die ik ervaar tijdens zo’n tochten. Het leven wordt plots zo ongelooflijk simpel. Eten, drinken en een dak boven mijn hoofd. Opstaan, eten, wandelen, eten, wandelen, eten, rusten, slapen... En dit elke dag opnieuw. Ik ben en was me er goed van bewust dat dit voor een heel groot deel van de wereldbevolking eerder noodzaak is, maar voor mij was het absolute luxe. Die eenvoud is zo ongelooflijk verrijkend en verhelderend. Ik prijs mijzelf gelukkig dat smartphones toen nog niet echt opmars hadden gemaakt. Ook al had ik een GSM bij, net zo vaak had die geen ontvangst. Ook muziek had ik niet meegenomen. Af en toe nam ik een gevonden boek mee uit een bivakhut om die dan enkele hutten verder weer in te ruilen voor een ander. Gewoon in de natuur zitten. Gewoon zijn, zonder meer, da’s pas zen.
down memory lane Wie goed doet, goed ontmoet. Een ander voordeel dat ik had, was dat dit traject, toen ik het liep in de overgang van 2012 naar 2013, eigenlijk nog niet helemaal af was en nog nauwelijks bekend. Vandaag zul je elk dagtraject waarschijnlijk met een tiental anderen stappen en ook ik kwam onderweg mensen tegen, maar vaak zat ik met niet meer dan een of twee anderen in een hut. De eerste dag kwam ik zo al Philipp tegen, een boomlange Duitser. Zelf ben ik 1m94 en hij deed er gemakkelijk nog eens 5 centimeter bij. Dat moet nogal een zicht geweest zijn. Kwaad was ik, die eerste avond, toen ik hem zag zitten aan het strand. Ik wou deze tocht immers solo ondernemen… Maar hoe blij was ik toen ik niet veel later zijn vuurtje mocht lenen, nadat het mijne al op dag 1 kapot bleek te zijn. Nog blijer was ik, toen we een tiental dagen later hopeloos verdwaalden in een stukje subtropisch regenwoud. Tip voor de wandelaar: in Nieuw-Zeeland worden wandelroutes met oranje driehoekjes aangeduid, álle andere kleuren van driehoekjes zijn geen officieel wandelpad, maar trails aangelegd door wetenschappers of jagers… We zijn er uiteindelijk uit geraakt doordat we plots een hut vonden, die weliswaar dicht was, maar waar we, door door het raam naar binnen te kijken, net een telefoonnummer konden lezen. De man die we belden was zeer verbaasd dat we ons daar bevonden, maar gaf ons aanwijzingen, waarmee we ons de dag nadien een weg uit het bos wisten te banen. En dat ze vriendelijk zijn, die Nieuw-Zeelanders. Een soort reisgids bestond er nog niet en dus printte ik om de zoveel tijd in een internetcafé wat vage kaartjes en wegbeschrijvingen af. Bij aankomst in Whangarei vertelde deze tekst ons dat we ‘een vriendelijke bootsman moesten vinden die ons over wou zetten’. Zo gezegd zo gedaan. En dus belden Philipp en ik bij het eerste het beste huis aan, waar een knappe jongedame opendeed, die evenwel direct haar vader riep. Een uur later had ik mijn tweede ontbijt van de dag binnen, zaten mijn kleren in de was en was ik een warme douche aan het nemen. Om enkele uren later alsnog overgezet te worden met een zak vol verse schelpen die ze ondertussen ook nog eens gaan vissen waren. Nog maar enkele dagen daarvoor was er een auto gestopt toen we in de bergen naast een grindweg onze tentjes aan het opzetten waren. Of we niet liever in hun tuin wilden kamperen een vijftal kilometer verder. Hij en zijn vrouw wilden zelfs eten voor ons voorzien. Na een heerlijke maaltijd en vele verhalen aan het kampvuur stelden ze ons ’s avonds nog voor of we geen bad wilden nemen. Elk apart uiteraard. Ik verloor wel met schaar-steen-papier en dus kon ik pas als tweede in bad. Maar geen gewoon bad. Een gietijzeren badkuip werd hier gevuld met koud water uit de beek, waarna het kampvuur onder de kuip werd geplaatst. Zodoende lag ik weliswaar te weken in Philipps vuil water, maar toen ik erin kroop was iedereen gaan slapen. Hier lag ik dan, in een bad met warm water, temidden van de natuur, bovenop een heuvel met nergens iets van lichtvervuiling rondom mij. Boven mij alle sterren van het zuidelijk halfrond en naast mij in de struiken het geluid van de Kiwi-vogels. Ik voelde mij de koning te rijk.
53
KERST Op de Berg
Noord versus Zuid
Een ander memorabel moment was Kerstmis. Na bijna twee maanden stappen was ik al wel wat mensen tegengekomen waar ik goed mee overeenkwam. Het idee speelde al even door mijn hoofd, maar ik wilde graag Kerstmis vieren met andere mensen. Van het een kwam het ander. Bjorn, een van mijn beste vrienden, was overgekomen uit België, Philipp kende ik al, Robert en Holly was ik ook al enkele keren tegengekomen en nu kwamen daar ook nog Nick en Alex bij. Iedereen zorgde voor iets van eten en drinken en we vonden een hut in de bergen die we bereikten na anderhalf uur stappen van de verste plek waar een taxi ons kon brengen.
Veel wandelaars voelen zich geroepen om enkel het zuidereiland te stappen, daar bevinden zich immers de bergen, maar hoe mooi en divers is het noordereiland! Nu nog moet ik elke keer dat ik op een strand kom, denken aan ‘90 mile beach’, het strand waar je de eerste vier dagen van deze tocht langs wandelt. Direct daarna moet je door de modderige en dichtbegroeide subtropische regenwouden stappen en krijg je enkele Kauri-bomen te zien, van de grootste die er op onze planeet te vinden zijn. Je wandelt langs tropische stranden met helder water. Eens was er een haai die samen met ons vorderde. Wij op het strand, hij in het water, bij elke golf, kregen we hem mooi te zien in profiel. Alweer een mooi cadeau van Moeder Natuur. Het noordereiland is ook veel vulkanischer en dat krijg je duidelijk te zien rond de Ruapehu en Ngaurahu. En dan is er nog de Whanganui, een prachtige en grote rivier die zich door een immens woud slingert. Ook de kanotocht van meerdere dagen is deel van het traject. En vlak voor je de bergen van het zuidereiland induikt, komen op het noordereiland nog de Tararua’s. Een ongelooflijk wilde en ongerepte bergketen waar je dagen aan je hut gekluisterd kan zitten omdat het er zo hard waait.
"En de avond wás memorabel. Misschien wel mijn mooiste kerst ooit. Een onverwachts samenzijn met vreemden die vrienden werden..." Onze rugzakken wogen weer maar eens loodzwaar. Champagne, bier, wijn en belachelijk veel eten. Robert en Holly hadden de dag voordien zelfs een appartementje gehuurd speciaal omdat er een oven in stond. Die liepen hier rond met een grote plastic zak met daarin een gebraden kalkoen! En de avond wás memorabel. Misschien wel mijn mooiste kerst ooit. Een onverwachts samenzijn met vreemden die vrienden werden. Eten, drinken, lachen, genieten van het jong zijn en van het leven tout court. We hadden de hut voor ons alleen en sleurden matrassen naar buiten om de dag nadien uit te kateren in de zon. Bjorn en ik vonden in de buurt zelfs een rivier met een waterpoel en een natuurlijke glijbaan. Gun jezelf tijdens zo’n langere wandeltochten regelmatig rustmomenten.
Het zuidereiland is ontegensprekelijk het eiland van de bergen. Of het zoveel mooier is dan andere gebergtes durf ik nog steeds niet te beweren, maar wat wel een feit is, is dat je de bergen hier vaak voor je alleen hebt. Bijna nergens zijn er in het binnenland wegen, dorpen of steden te bekennen. Overdag of ’s avonds, je kunt echt het gevoel hebben hier alleen te zijn. Net zoals ik de eerste maand met Philipp had afgelegd, hadden Nick en ik beslist om te proberen de resterende drie maanden samen door te brengen. Wat was ik blij dat hij er bij was die ene nacht in een hut waar we met zijn tweeën alleen zaten, toen er plots hard op de deur gestampt werd. Bonk, bonk, bonk, de deur bewoog zelfs… We hadden ze van binnen op slot gedaan en dus dacht ik dat er bij valavond nog een late wandelaar was toegekomen. Toen ik uit mijn slaapzak kroop om de deur open te doen, zag ik buiten… niemand… Ook toen ik buiten stapte, was er mijlen in de omtrek niks of niemand te zien. What the fuck? Terug in mijn slaapzak dan maar en toch terug die deur goed op slot. Enkele minuten later: bang, bang, bang… Zowel het geluid op de deur als het gevoel dat we hadden… Ik was al eens geweest en vond dat het nu aan Nick was. Maar ook hij durfde niet meer. Wat was dit? Een lokale grappenmaker? Een geest? Doodstil lagen we in ons bed en fluisterden we elkaar toe. Na nog enkele luide knallen, waarbij de onderkant van de deur telkens naar binnen bewoog, hoorden we ook een luid geknor. Oef, het was waarschijnlijk een wild zwijn dat zich aan het krabben was. We zijn het niet meer gaan verifiëren, maar maakten het onszelf wijs en sliepen alsnog de slaap der rechtvaardigen.
54
Natuur, Avontuur en Vriendschap Een ander memorabel moment was toen we met een groep vrienden als bij toeval weer waren samengekomen aan de oevers van Lake Pukaki. Azuurblauw water, dat weliswaar afkomstig was van nabijgelegen gletsjers en dus ook heel koud was, een oever waarop we gingen slapen zonder tentjes, maar gewoon onder de open hemel en aan de achterkant van het meer Mount Cook, de hoogste berg van het land. Alles kwam hier weer samen voor mij toen we aan het zwemmen waren in het meer. Natuur, Avontuur en Vriendschap.
To Thru-Hike or not to Thru-Hike Als je langere tijd onderweg bent met iemand over zo’n traject, volgen er onvermijdelijk veel gesprekken. Eentje die steeds weer terugkwam was over wie de trail nu echt gewandeld heeft en wie niet. Als je op een traject van 3.000 kilometer bijvoorbeeld 300 kilometer niet gestapt hebt, heb je de trail dan vervolledigd? En wat als je 30 kilometer niet gedaan hebt? 3 kilometer? 3 meter? Het werd snel duidelijk dat veel, vooral Amerikaanse, thru-hikers vonden dat élke meter gestapt diende te worden. Als zij eens ergens moesten liften om aan eten te geraken in een dorp, lieten zij zich vaak op exact dezelfde plek terug afzetten om geen meter te missen. Nog vaker regelden ze al maanden op voorhand food-boxes, zelf klaargemaakte dozen vol eten die ze per post lieten afzetten aan een huis of B&B onderweg. Ik vond deze benadering voor mezelf echter veel te belemmerend. Je komt naar hier voor waarschijnlijk het grootste vrijheidsgevoel van je leven en dan ga je je direct zoveel beperkingen opleggen. Zo volgde er vlak voor kerst voor mezelf een onafgewerkt traject waarbij ik bijna 100 kilometer over of naast asfalt diende te stappen. En dat terwijl een van mijn beste vrienden hier ook was om mij en het land te bezoeken. Ik hield het welgeteld een halve dag vol, waarna ik mezelf op mijn hoofd sloeg en Bjorn tegemoet liftte. In tegenstelling tot het tellen van al je stappen, kun je zo’n traject beter als een rode draad door je leven beschouwen, als een traject waarrond je een deel van je leven kunt opbouwen. Leg het af hoe je zelf wilt, hoe je jezelf voelt. Het is jouw leven, niet dat van iemand anders. Een langeafstandroute wandelen is veel meer dan het aantal kilometers dat je wel of niet gestapt hebt. Het is een aaneenschakeling van gevoelens en gebeurtenissen. Van mensen die je onderweg ontmoet, van je kwetsbaar openstellen en de dankbaarheid die je er in de plaats voor terugkrijgt. Het is iets dat ik iedereen toewens in zijn of haar leven. Ook al laat het je nadien nooit meer los en zul je er voor altijd van blijven dromen. Blijf verwonderd.
55
Tekst en foto's Michiel De Bock
LESSONS LEARNED
A summer in the Alps Deze zomer kreeg ik de kans om enkele maanden in de Alpen te gaan klimmen. Na het behalen van mijn diploma secundair onderwijs via thuisonderwijs, vertrok ik midden mei richting Alpen. De verschillende beklimmingen die ik ondernam brachten mij heel wat waardevolle inzichten en onvergetelijke ervaringen. Ze deden mij groeien zowel als klimmer en als mens. Enkele van deze inzichten en ervaringen wil ik graag met jullie delen, want… is groei niet het uiteindelijke doel?
Motivation Op zoek gaan naar de juiste motivatie, want dat is uiteindelijk je drijfveer. Waarom wil je dit zo graag? Waarom doe je dit? Waarom? Tijdens mijn trip was ik jarig. Ik klom toen bijna de hardste rotsklimroute die ik ooit had gedaan. Maar, ik viel net voor het inpikken van de relais. Spijtig, frustrerend,... maar ik bleef doorgaan, ik bleef pogingen ondernemen. De frustraties groeiden echter, en ik stopte. Het plezier was verdwenen. De verbetenheid was voor mij te groot geweest. Achteraf bekeken leerde ik veel meer uit het “falen” dan uit het toppen van de route. Ik was aan het jagen op het niveau zodat ik dit voor mijn verjaardag kon “afvinken”. Ik vergat wat voor mij het belangrijkste is. Ik vergat naar mijn motivatie, mijn eigen drijfveer te kijken. Het is belangrijk op zoek te gaan naar ‘het waarom’. Vanaf dan is dit het eerste wat ik noteer alvorens een beklimming aan te vangen. Of het nu om een sportklimroute of een alpiene beklimming gaat. Start with why! “Start with why” is een boek van Simon Sinek dat aangeraden werd door mijn coach, Matti Faes. Het leerde mij beter op zoek te gaan naar het waarom.
56
57
58
Partnership
The end
Partnerschap, een team, een community. Wat is de betekenis van een partnerschap? Samen onderweg zijn, elkaar vertrouwen, op elkaar rekenen, samen plezier maken,...
Naast de vele lessen die ik kreeg gedurende de reis heb ik vooral genoten. Ik bezocht verschillende gebieden van Tautavel (sportklimmen) tot het Ecrins-massief of Chamonix (alpinisme).
Het begon al tijdens de voorbereidingen. Samen met de community van Total Climbing Maniacs (TCM) bereidde ik mij uitgebreid voor op wat zou komen. We gingen samen klimmen op de rotsen, we trainden samen… We deden vele dingen samen, waardoor we elkaar intens leerden kennen. We kenden elkaars sterktes en zwaktes, en hoe je elkaar kan motiveren,...
Ik wil graag mijn klimpartners bedanken voor alle fijne momenten! Matti Faes voor de geweldige groei die hij mij heeft laten maken, als klimmer, maar ook als mens. Een topcoach! Simon Adams bedank ik voor alle beklimmingen die we samen deden, maar ook voor de vele zotte momenten… . Kenny D’Halluin, voor de super fijne sportklimweek waar we beiden onze limieten opzochten. En tenslotte Samaya voor het gebruik van hun top tenten. Allemaal bedankt voor de steun. Jullie zijn toppers!
Onderling gaven we elkaar dus motivatie, om samen te trainen, of om naar de rots te gaan. Je wordt samen sterker, je ondersteunt elkaar. Dat is voor mij de schoonheid van een community. Tijdens mijn trip leerde ik ook de kracht van een team kennen. Ik bracht enkele weken door met mijn vaste klimpartner Erik Adriaenssens. Daarnaast ontwikkelden er zich ook nieuwe, krachtige partnerschappen. Elk partnerschap had zijn eigen waarde, zijn eigen kracht. Het viel mij op dat de krachtigste partnerschappen gevormd worden met mensen met andere sterktes dan de jouwe. Je vult elkaar aan. Maar het gaat niet alleen om klimmen. Weten wat er speelt in elkaars leven is ook van groot belang. Het heeft invloed op je fysieke prestaties en mentale weerbaarheid. Deze dingen moet je open met elkaar kunnen bespreken en delen. Beklimmingen waar ik op mijn limiet kom doe ik alleen met mensen die mij door en door kennen. Weten wat je van elkaar kunt verwachten wanneer het moeilijk wordt, opmerken wanneer de aandacht zakt, of om elkaar scherp houden. Het kan van levensbelang zijn. Een goed partnerschap heeft dan ook tijd nodig om te groeien… maar eens ontstaan kan dit leiden tot een vriendschap voor het leven. Realistisch zijn en vooral genieten van het proces Voor ik vertrok stelde ik een plan op om een aantal beklimmingen te volbrengen, en de opbouw hiernaartoe. Al snel moest ik dit plan aanpassen. Niet enkel door de meteo die ons tot flexibiliteit dwong, maar ook omdat mijn plan simpelweg niet realistisch was. De gekozen beklimmingen waren zeer ambitieus. Ambitie zorgt voor motivatie, en is dus van belang, maar het moeten aanpassen van een plan is geen falen. Uiteindelijk zette ik enkele stappen terug, om de juiste koers terug te vinden. Deze koersverandering was een waardevol leermoment.
Ik wil wel stellen dat deze tekst heel persoonlijk is. Als nog relatief onervaren alpinist begrijp ik dat ieder zijn eigen inzichten en motivaties heeft, en natuurlijk kunnen deze verschillend zijn van de mijne. Ik kan ze alleen maar met jullie delen… Zoals ik het artikel begonnen ben. Groei is toch het uiteindelijke doel? Dat kunnen we toch beter samen doen, niet?
Een doel stellen, en er naar toe werken, … en het dan uiteindelijk bereiken kan zeer krachtig zijn. Maar het doel moet haalbaar en (over) leefbaar zijn. Voldoende beklimmingen van hetzelfde niveau doen is een voorwaarde om op een veilige manier te kunnen doorgroeien. Je kan niet constant verbeteren. De skills en ervaring die je opdoet in een bepaald niveau heb je nodig in het volgende. Falen is dus een belangrijk onderdeel van het leerproces. Ik heb dit ervaren in heel wat beklimmingen. De ervaring en kennis die je opdoet zorgt er voor dat je de genomen beslissingen kan onderbouwen met kennis. Dit brengt dan mentale kracht, en rust. Bergen zijn namelijk eerlijk tegenover de klimmer. Ze geven je duidelijke signalen. Negeer deze signalen niet, want ze zorgen ervoor dat je in leven blijft. Wees dus realistisch, bouw rustig op, en enjoy the process!
59
Tekst Jan Cools / Foto's © SUSTON
OUTDOOR KLEDIJ IS DAT WEL DUURZAAM? Je hebt het vast al meegemaakt. Je wil nieuwe spullen of kledij voor je bergavontuur, en je wil best iets duurzaam kopen, maar hoe maak je een goede keuze. Niet zo evident. Daarom lanceert Monte een nieuwe reeks over duurzame outdoorkledij. De artikelen zijn gebaseerd op het Suston Magazine, een pionier in Sustainable Outdoor News.
GREENER CHOICE LABEL Het Suston Magazine bundelt nieuws over duurzaamheid in de outdoor sector, en is gratis online te lezen, in het Engels. Recent bracht Suston de ‘sustainable materials guide’ uit: een gids die inzicht geeft in de duurzaamheid van veelgebruikte grondstoffen in de (outdoor) textielindustrie. Met akkoord van Suston brengen we deze informatie ook tot bij jou. In deze Monte vind je een eerste brok info, over de ‘greener choice’ criteria en een eerste artikel over de duurzaamheid van materialen. In de volgende Monte's kan je je verwachten aan meer Suston nieuws.
‘Greener choice’ is een eco-label dat gebruikt wordt in de outdoorwinkels van de Frilufts retail groep, de marktleider in NoordEuropa, om aan te duiden welke producten koploper zijn op vlak van duurzaamheid. De Engelse term wordt in de praktijk niet gebruikt, wel de vertaling - Eine grünere Wahl (Duitsland), Ett grönare val (Zweden), Et grønnere val (Denemarken) and Vihreämpi Valenta (Finland). De keuze om het label een groenere (greener) keuze te noemen en dus niet een groene (green) keuze is strategisch. Het geeft aan welke producten op dit moment de meest duurzame of meest groene uit het gamma zijn. Het label beloont ook pioniers en innovatie. Als er betere, meer duurzame producten op de markt komen, worden zij koplopers, en krijgen zij het ‘greener choice’ label. Het kan bijgevolg zijn dat een product het label verliest, als het in vergelijking plots minder duurzaam is. Om te kunnen evalueren of een product het ‘greener choice’ label krijgt, is een lijst opgesteld met 10 ‘greener choice’ criteria en 10 ‘no-go’ criteria (zie tekstvak). Een product met ‘greener choice’ label moet positief scoren op minimum 4 van de 10 ‘greener choice’ criteria. Daarnaast mag geen enkel ‘no go’ criterium aanwezig zijn. Bij het ‘greener choice’ label is er nultolerantie op vlak van de no-go criteria. De no-go criteria zijn heel technisch, moeilijk te begrijpen, maar daarom niet minder belangrijk om ze te vermijden. De eco-labels voor duurzame outdoorkledij zijn volop in ontwikkeling. Het is mooi om te zien hoe winkels en producenten willen informeren over de duurzaamheid van hun producten. Anderzijds geeft het ook wel extra verwarring. Door de vele labels kan het zijn dat je de bomen door het bos niet meer ziet. Het ‘Greener choice’ label is een van de vele op de Europese markt, en in België bijvoorbeeld niet gebruikt. Heel wat merken en/of winkels hebben hun eigen label. Daarnaast zijn er ook labels die op specifieke aspecten van duurzaamheid richten. Zo is er bijvoorbeeld de standaard voor duurzaam dons (responsible down standard) of het ‘PFC vrij’ label voor kledij die waterdicht is gemaakt zonder PFC’s (fluorkoolwaterstoffen). Het is voorlopig nog koffiedik kijken of er een label komt dat algemeen gebruikt wordt. Een algemene conclusie is dat één specifiek product zelden op alle vlakken beter scoort dan een ander product. Als iets goed scoort op 1 vlak (bv. biologisch of gerecycleerd materiaal), kan het zijn dat het slechter scoort op andere vlakken (bv. kinderarbeid of vervuiling). Voor een bergsporter die iets nieuw wil kopen, en die de nodige info en kennis heeft, komt het uiteindelijk neer op wat voor hem/haar op dat moment doorslaggevend is.
60
De 10 criteria van het ‘greener choice’ label voor outdoor textiel. Elk product moet op zijn minst voldoen aan 4 van de 10 criteria. 1. Gemaakt uit natuurlijk materiaal 2. Gemaakt uit gerecycleerd materiaal 3. Duurzaam beheer van chemicaliën 4. Transparantie en traceerbaarheid van het productie- en distributie-proces 5. Mogelijkheid tot repareren en recycleren 6. Verbeterde ecologische voetafdruk 7. Sociale verantwoordelijkheid 8. Gemaakt in Europa 9. Analyse van de ecologische en/of sociale voetafdruk 10. Maatschappelijke verantwoordelijkheid en/of compensatie
De 10 No-Go criteria (Een product mag aan geen enkel no-go criterium voldoen - niet enkel op textiel van toepassing) 1. Katoen uit Oezbekistan 2. Gebruik van PFC (fluorkoolwaterstoffen), veelgebruikt om water-dicht te maken, maar kankerverwekkend 3. Mag geen bisphenol A bevatten (BPA) 4. Tritium componenten in lichtgevend/fluorescent materiaal 5. Zonnebrandcrème en andere cosmetica waar oxybenzone (soort UV-filter) in zit 6. Gebruik van vlamvertragers 7. Gemaakt in zogenaamde "risicolanden" 8. Wol van schapen die zonder ‘mulesing’ zijn gekweekt (bij ‘mulesing’ wordt vel van schapen weggesneden, heel pijnlijk voor schapen, en eigenlijk onnodig) 9. Wegwerpartikel 10. Biociden gebruikt
61
Tekst Arne Monstrey (vertaling Suston Magazine)
DUURZAME MATERIALEN GIDS Deel 1/3 - Leer (leder) en katoen De ‘sustainable materials guide’ van het Suston Magazine geeft inzicht in de duurzaamheid van veelgebruikte grondstoffen in de (outdoor) textielindustrie. In dit eerste deel (van drie) bespreken we de duurzaamheid van enkele basisgrondstoffen van de outdoor- en textielindustrie. Wat zijn de voor- en nadelen, hoe duurzaam is iets, kunnen bepaalde grondstoffen gemakkelijker gerecycleerd worden dan andere en wat is de algemene impact op het milieu? Zoals zo vaak is het geen zwart wit verhaal met kant en klare oplossingen, maar hangt het ervan af vanuit welk standpunt we de vergelijking willen maken. In dit eerste deel wegen we leer af tegenover veganistische varianten en nemen we een kijkje naar katoen, organisch katoen en polykatoen. LEER of LEDER
Hoe kan deze impact gereduceerd worden?
Leer, of leder, wordt gemaakt van de huid van dode dieren. Deze huid wordt gekuist en gelooid, waardoor ze eigenlijk gemummificeerd wordt en zo niet langer aan een natuurlijk rottingsproces onderhevig is. Eens gelooid wordt het leer gedroogd, soepel gemaakt en gekleurd vooraleer het zijn gewenste vorm te geven. Het merendeel van ’s werelds leer is een bijproduct van de vleesverwerkende industrie, hoofdzakelijk van runderen uit China, Brazilië en Italië. Leer is een zeer duurzame stof, die mits goed onderhoud zeer lang kan meegaan. Afhankelijk van hoe het verkregen en verwerkt wordt, kan het een zeer lage impact op het milieu hebben. Het is uiteraard een dierlijk product, maar zolang mensen dieren blijven eten, zal leer een bijproduct blijven dat beter gebruikt dan weggegooid kan worden.
Gaande van koeienuitwerpselen tot looi-chemicaliën komen er tijdens het hele productieproces van leer dus wel wat vervuilende stoffen vrij. Gelukkig is de leeraanvoer in Europa en de Verenigde Staten van Amerika strikt gereguleerd, zodat er geen van deze toxische chemicaliën vrijkomen in de natuur. Ook chroomvrije en plantaardige looiproducten bestaan en zijn reeds voorhanden. Bovendien kan leer ook afkomstig zijn van kleinschalige boerderijen.
Wat zijn de voordelen van leer? Leer is een van de meest slijtvaste en herstelbare materialen die er op de markt te vinden zijn. Mits goed onderhoud heeft het een ongelooflijk lange levensduur, zelfs bij intensief gebruik. Daarnaast, in tegenstelling tot vele andere grondstoffen, wordt het gewonnen als een bijproduct van de vleesverwerkende industrie. Dit betekent dat er geen extra land of grondstoffen benodigd zijn voor de initiële productie ervan. Welke impact heeft leer op het milieu, de dieren en de mens? Hier krijgt het positieve leer-verhaal plots een andere wending. Om leer te looien zijn immers chemicaliën nodig. De mensen die het leer looien worden hier ook aan blootgesteld. De eindgebruiker zou er echter geen directe hinder van mogen ondervinden. Deze looistoffen bestaan vaak uit chroom en andere toxische stoffen die zeer moeilijk te recycleren of hergebruiken zijn. Ze vormen een significant probleem op vlak van afvalophaling en -verwerking. Bovendien rekent de lederindustrie op een vaste toestroom van leer en wordt er dus vaak aan ‘factory farming’ gedaan, waarbij dieren vaak in betreurenswaardige omstandigheden leven. Hun uitwerpselen hebben een negatieve invloed op de water- en bodemkwaliteit in de directe omgeving. Daarnaast staat de wereldwijde vee-industrie in voor zo’n 14% van de totale broeikasgassen.
62
Voor zij die veganistisch willen leven is de keuze duidelijk. Zij gebruiken sowieso geen dierlijke producten en dus is leer uit den boze. Voor anderen die wel leer willen blijven gebruiken, net omdat het zo’n duurzame en slijtvaste stof is, komt het er vooral op neer om leer te kiezen dat op een zo diervriendelijk mogelijke manier tot stand is gekomen en waarbij zo weinig mogelijk impact van chemicaliën op het milieu gecreëerd wordt. Helaas bestaan hier nog weinig eenduidige standaarden voor. Maar net zoals bij dons vroeger zal dit onder druk van de consument eerder snel dan traag tot stand komen. Twee standaarden die momenteel wel al bestaan zijn die van de ‘Leather Working Group’ en de 'Responsible Leather Assesment' (RLA) van de ‘Textile Exchange’s Responsible Leather Table'. Deze laatste groep wil van de RLA de gouden standaard maken die zowel de omgevings- en milieu-impact wil nagaan tijdens het hele proces, alsook dierenwelzijn, ethiek en het sociaal welzijn van de werknemers. Eentje om in het oog te houden dus.
VEGANISTISCH LEER Met een minder directe milieu-impact dan leer en geen issues over dierenwelzijn is het niet onlogisch dat de vraag naar veganistisch leer stijgt. Maar kan het tippen aan de duurzaamheid van écht leer? Veganistisch leer is een synthetisch materiaal dat er zo goed mogelijk als leer wilt uitzien. Het kost beduidend minder en is vooral geliefd bij mensen die geen leer willen gebruiken omwille van het feit dat het een dierlijk product is óf door mensen die zich zorgen maken over de grote bijdrage aan de opwarming van de aarde. De vleesverwerkende industrie (waarvan leer een bijproduct is) staat immers in voor zo’n 14% van alle broeikasgassen. Welke impact heeft veganistisch leer op het milieu, de dieren en de mens? Verschillende materialen worden gebruikt om tot veganistisch leer te komen, elk met hun eigen impact. Het merendeel echter is gebaseerd op petroleumderivaten. Dit betekent dat ze dus ook bijdragen aan de wereldwijde impact die de petroleumindustrie heeft op de klimaatsverandering en de vervuiling van zee en lucht. Meestal bevat veganistisch leer ook PVC, een soort plastic, dat niet tot zeer traag afbreekbaar is. Dit betekent dat het voor zeer lange tijd aanwezig blijft in het milieu, waardoor het een aantoonbare negatieve impact heeft op de globale voedselketen en dus ook op de mens.
Tenslotte kan er aangehaald worden, dat veganistisch leer niet in de buurt komt van de duurzaamheid van goed onderhouden echt leer. Producten gemaakt uit veganistisch leer gaan dus minder lang mee, waardoor ze sneller vervangen moeten worden en er dus meerdere keren een productieproces doorlopen dient te worden. Zijn er meer duurzame alternatieven op de markt? Niet alle veganistisch leer komt voort uit de petroleum industrie, sommige zijn gemaakt uit organisch materiaal zoals kurk, ananasbladeren en andere zogeheten biosynthetische materialen, maar het blijft een minderheid. Vooralsnog bestaat er geen standaard op de markt om de duurzaamheid of de impact van veganistisch leer te bepalen. Wat is dan het beste: leer of veganistisch leer? Zoals zo vaak kan deze vraag niet zwart-wit beantwoord worden, maar we doen toch een poging. Als je leeft als veganist en/of vooral bezorgd bent over dierenwelzijn en de impact op global warming die de vleesverwerkende industrie met zich meebrengt, dan is veganistisch leer de beste optie. Ben je echter iemand die goed zorg draagt voor zijn materiaal, dan blijft leer één van de meest langdurig meegaande producten op de markt. Hierdoor valt het vanuit een ecologisch duurzaamheidsstandpunt voor het merendeel van de gebruikers te verkiezen boven veganistisch leer. Hou dan in de toekomst vooral het RLA-label in het oog om verzekerd te zijn van de beste, meest ethische materialen.
63
KATOEN en ORGANISCH KATOEN Natuurlijk, hernieuwbaar, recycleerbaar… Katoen lijkt een schitterend product, maar er wordt zeer veel water gebruikt bij de productie ervan en er komen veel chemicaliën te pas aan de verwerking van grondstof tot eindproduct. Katoen is een natuurlijke vezel die als een soort bescherming groeit rond de zaden van de katoenplant. Het is hoofdzakelijk afkomstig uit landen die een warm en vochtig klimaat kennen, zoals Indië, China, de Verenigde Staten van Amerika en Brazilië. Bijna de helft van het wereldwijde textiel wordt gemaakt uit katoen! Het is het meest wijdverspreide niet-voedselgewas ter wereld. Wat is de productie-impact van katoen? De productie van katoen heeft zeer veel land en water nodig. Over heel de wereld wordt zo’n 35 miljoen hectare gebruikt voor katoenproductie. Een gebied zo groot als Duitsland en dit dan nog hoofdzakelijk in monocultuur. Om één T-shirt te maken is zo’n 2700 liter water nodig! Tijdens de verwerking ervan, worden bovendien zeer veel chemicaliën gebruikt. Katoen heeft zelfs de hoogste milieu-impact van alle meest gangbare textielstoffen ter wereld. Dit hoofdzakelijk door het gebruik van pesticiden (18% van het wereldwijde gebruik) en insecticiden (25% van het wereldwijde gebruikt). Daarnaast komen er vaak industriële meststoffen en andere chemicaliën aan te pas om de productiekosten zo laag mogelijk te houden. Deze praktijken verminderen de bodemkwaliteit, vervuilen water en vormen een aanzienlijk gezondheidsrisico op mensen en de biodiversiteit. Kan katoen gerecycleerd worden op het einde van de levenscyclus? Ja, dit kan, zolang het niet gemengd is met andere materialen (zoals bijvoorbeeld polyester om polykatoen te maken). Dit gerecycleerd katoen heeft een aantoonbaar lagere impact, maar zal omwille van kwaliteitsissues wel vaak nog deels gemengd worden met nieuw katoen. Daarnaast kan katoen ook nog ‘ge-downcycled’ worden, dit is een vorm van recyclage, maar dan naar een minderwaardig product zoals bijvoorbeeld isolatiemateriaal, vulmateriaal of vodden. Is organisch katoen dan zoveel beter? Ja. Alle organisch geproduceerd katoen maakt géén gebruik van synthetische herbiciden, pesticiden en meststoffen en heeft zo al een significant mindere impact. Bovendien wordt er tot 90% minder water (!) en tot 60% minder energie verbruikt tijdens het hele productieproces. Ook hier dus een absolute win. Een enige nadeel zou kunnen zijn dat er minder katoen gewonnen kan worden per plant, waardoor er dus meer land nodig is om eenzelfde hoeveelheid katoen te produceren. Organisch katoen is ook duurder voor de eindconsument. Als iedereen gaat voor dure en duurzame producten en deze ook langer draagt is organisch katoen absoluut te verkiezen boven gewoon katoen.
64
Zijn er eventueel nog andere zaken waar we rekening mee moeten houden? Ook al is katoen op zich een natuurlijke en biodegradeerbare stof, vaak wordt het tijdens het productieproces behandeld met kleurstoffen en andere chemicaliën die dit proces bemoeilijken en zodoende ook kunnen leiden tot vervuiling door microvezels in mariene milieus. Ook hier ontstaat de noodzaak naar gekeurde labels en certificaten die controleren dat de milieu-impact van het hele productieproces zo laag mogelijk wordt gehouden. Momenteel bestaan er bijvoorbeeld reeds de Organic Content Standard (OCS) en de Global Organic Textile Standard (GOTS), maar als consument zul je deze waarschijnlijk niet vaak tegenkomen.
POLYKATOEN Polykatoen is het hybride materiaal waarbij polyester en katoen bij elkaar gemengd worden in eenzelfde textiel. Afhankelijk van de gewenste eigenschappen kan de samenstelling variëren, maar vaak komt het neer op 65% polyester en 35% katoen. Deze mengeling wordt in de buitensportwereld (vooral bij de broeken) gezien als een ‘match made in heaven’. De sterkte van katoen, met het lage gewicht en de sneldrogende eigenschappen van polyester, brengt immers niets dan voordelen met zich mee. Het enige probleem is dat er geen recyclage mogelijk is op het einde van de levenscyclus. Is polykatoen duurzaam? Om de milieu impact van polykatoen te bekijken, moet zowel die van katoen als polyester onder de loep genomen worden. Maar kort samengevat kan het volgende gezegd worden: polyester is afkomstig van niet hernieuwbare fossiele brandstoffen en katoen verbruikt veel land, water, energie en chemicaliën. Deze zaken zijn allemaal eerder negatief. Aan de andere kant, kan er gezegd worden dat polyester weinig land, water en energie nodig heeft en dat katoen een natuurlijk en hernieuwbaar product is. Afhankelijk van hoe je het bekijkt, zou je dus kunnen zeggen dat de twee elkaar opheffen of zelfs complementeren om zo een textiel te maken dat een relatief lage impact heeft, uit gedeeltelijk hernieuwbaar materiaal bestaat en potentieel zeer duurzaam is.
Zijn er betere alternatieven? Als er als basisgrondstof gerecycleerd of organisch katoen gebruikt wordt, krijg je direct al een veel ecologischer product. Hetzelfde geldt voor het gebruik van gerecycleerd polyester. Het grote probleem van polykatoen echter zit hem in het ‘end-of-life-scenario’. Hoe gemakkelijk is het om polykatoen te recycleren? Daar waar katoen en polyester elk apart gerecycleerd kunnen worden, is dit voor polykatoen helaas onmogelijk. Of toch niet op een economisch rendabele grote schaal. Dit betekent dat polykatoen kledingstukken in hoofdzaak zullen eindigen in verbrandingsovens of op vuilnisbelten. Daarnaast is het polyester onderdeel niet biodegradeerbaar, waardoor het dus bijdraagt aan de verontreiniging van het mariene mileu (verontreiniging door microplastics). Er is onderzoek gaande naar de mogelijkheid om deze combinatie alsnog te recycleren, maar momenteel is deze nog niet toepasbaar. Onder druk van veranderende maatschappelijke inzichten over global warming, ecologische impact en duurzaamheid, zit dit er zeker aan te komen. Er bestaan momenteel geen certificaten om aan te tonen hoe duurzaam polykatoen is.
65
WORKSHOPS & WEBINARS 2022 OVERZICHT WORKSHOPS Wil je op korte tijd iets bijleren over een bepaald onderwerp? Met het volgen van een workshop kan je in enkele uren of op een dag heel wat opsteken.
17/03/2022 19/03/2022 19/03/2022 14/04/2022 10/05/2022 15/05/2022 02/06/2022 07/06/2022 15/06/2022 22/06/2022
Betere foto's maken in de bergen en sneeuw Zwijndrecht EHBO: Stop the bleeding! Asse EHBO - Keep The Heat / Vermijd onderkoeling Asse Tochtplanning met Digitale Hulpmiddelen en Alpenvereinaktiv Zwijndrecht Wat bij een bergongeval? online Introductie Artificieel Klimmen Pont à Lesse Tochtplanning met Digitale Hulpmiddelen en Alpenvereinaktiv online Omgaan met Winterse Omstandigheden in de Zomer online Weerkunde Beginners Zwijndrecht Weerkunde Gevorderden Zwijndrecht
GRATIS WEBINARS Voor 't eerst op meerdaagse bivaktrekking? Benieuwd of bergbeklimmen iets voor jou is? Hoe starten met via ferrata of canyoning? Wegwijs in de KVB's en klimopleidingen? Volg online een gratis webinar, telkens om 20:00u, waarbij je in ongeveer een uurtje tijd een introductie krijgt op het KBF-aanbod.
66
15/03/2022 29/03/2022 19/04/2022 28/04/2022
Wegwijs in de KVB's - Starten met klimmen Canyoning Hoe begin ik eraan? Van Slackline naar Highlinen Van Trailrunning naar Skyrunning
Op het Youtube-kanaal van KBF vind je tal van interessante video’s over de klim-en bergsport! youtube.com/channel/UCqQJjh0lA7zd-VgYzX0stRA check it out... !!
PARROT 9.8 MM
Eco-friendly, colorful and unique
Experience your Vertical Freedom with our PARROT 9.8 MM - a rope made from reused sheath yarns left over from production. In an upcycling process, up to 95% of high quality leftover yarns are reused. This significantly reduces the amount of waste. And as the color of the leftover yarns cannot be planned in advance, each production batch has a unique color mix. This means that each rope is unique. www.edelrid.de
67
INFINITY
MICROLIGHT JACKET
MASTERS OF INSULATION De nieuwe Infinity Microlight is gemaakt van GORE-TEX INFINIUM™ WINDSTOPPER® en werd gevuld met P.U.R.E gerecycled dons. Dankzij het verfijnde ontwerp en nieuwe materialen die onder alle weersomstandigheden hun werk doen, is de verbeterde Infinity Microlight een jas om het hele jaar rond in de bergen te gebruiken. WWW.RAB.EQUIPMENT
68