125 Lindhoutjaar Kroniekvan vijfgeneratiesf amil i eb ed r i jf
3
K r o n iek van vijf generati e s f a m iliebedrijf 125 Lindhoutjaar 5
6
Inhoudsopgave 09 Voorwoord 10 Predicaat Hofleverancier 16 Een bewogen geschiedenis 26 Beschrijving van de marktsituatie in 1982 door Jos Lindhout (derde generatie) 28 Gert-Jan Lindhout (vierde generatie) aan het woord 44 Jos Lindhout (vijfde generatie) aan het woord 46 Duurzaamheid 48 Interviews met (oud-)werknemers Toon JackCarolaAdrieAdrieGoofGuustJeannieKorstMulderLazaromsFrankenBogersLeenaertsValkenburgSchouteren 76 Werk in uitvoering 82 Vestigingen 84 Verantwoording 7
8
Bergen op Zoom, 2022 Gert-Jan Lindhout 9
Wouter Mooij, hartelijk dank voor het redigeren van de tekst. Sandy Klein Gunnewiek en Govert Lagrouw van Familiebedrijf in Beeld wil ik danken voor vormgeving en opmaak en Albert Joosen voor de fotografie. En natuurlijk alle medewerkers en oud-medewerkers die zich hebben opengesteld voor een interview, hartelijk dank daarvoor.
Verderop in dit boek leest u de laatste woorden die hij heeft opgeschreven in 1982, over hoe de markt er in die periode voorstond. Hij had in die tijd al een vooruitziende blik, zag de beweging naar langdurige contracten en het resultaatgericht denken. Hij heeft deze ontwikkelingen helaas niet meer mogen meemaken. Het boek is deels ook een persoonlijk verhaal met ontwikkelingen en ervaringen die ik in de laatste 35 jaar heb meegemaakt.
Voorwoord
Dit boek is voor ons 125-jarig bestaan geschreven en ik draag deze speciale uitgave op aan mijn vader, Jos Lindhout, de derde generatie van dit schitterende familiebedrijf. Hij is één van de grondleggers die dit bedrijf groot hebben gemaakt in Zeeland en West-Brabant. Hij is helaas in 1983 overleden.
Allereerst wil ik Kees de Koning hartelijk danken voor zijn researchwerk en tekstuele bijdrage. Hij heeft verschillende archieven in Zeeland en West-Brabant bezocht. Tevens heeft hij veel oud-collega’s gesproken om zich een beeld te vormen van de historie van Lindhout.
Het bedrijf heeft een ontwikkeling doorgemaakt van een inspanningsgerichte organisatie naar een resultaatgericht vastgoedbedrijf, wat wij met een geweldig team tot stand hebben gebracht. En wat bij de viering van ons jubileum is beloond met het ontvangen van het predicaat Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier.
10
125-jarig Lindhout B.V . op predicaat Hofleverancier trots
Vrijdag 25 juni 2021 is een onvergetelijke dag geworden in de 125-jarige geschiedenis van Lindhout schilder - vastgoedonderhoud. Gedwongen door de coronapandemie werd het jubileum in kleine kring gevierd, maar wel met een programma van ZuidWest TV dat velen via livestream meemaakten.
11
12
- Bergen op Zoom
Een trotse directeur-eigenaar Gert-Jan Lindhout onthulde het bijbe horende schild boven de ingang van de hoofdvestiging in Bergen op Zoom. ,,Ik heb deze aanvraag natuurlijk voor het bedrijf gedaan’’, zei hij. ,,Maar toch wel in het bijzonder voor mijn vader Jos Lindhout, de derde generatie van dit schitterende familiebedrijf.’’ Jos Lindhout overleed in 1983, slechts 53 jaar oud. ,,Wat zou hij trots zijn op wat wij tot nu toe bereikt hebben op het gebied van vastgoedonder houd, en op het verkrijgen van het predicaat Hofleverancier’’, aldus zijn zoon. Hij bedankte alle medewerkers, oud-medewerkers, klanten en leveranciers voor hun bijdrage door de jaren heen. ,,Het zijn stuk voor stuk schakels die tot het succes leidden. Wij zijn uitein delijk allemaal passanten in de tijd, die de kans en de gelegenheid krijgen om dit op een goede manier door te geven.’’
Ook de burgemeester was trots. ,,Een onderneming als deze durf ik te beschouwen als het fundament onder ons lokale bedrijfsle ven’’, zei hij. ,,Door geregeld koploper te zijn in de branche, heeft Lindhout niet alleen de toekomst van het eigen bedrijf bepaald, maar is het tevens gids geweest voor de hele Nederlandse schil derbranche.’’ Het heeft de begrippen ‘samen’ en ‘doorgaan’, hoog in het vaandel staan, en past daarmee perfect in het profiel dat de gemeente Bergen op Zoom ontwikkelt en in de Bergse toekomst visie. Lindhout is een onderneming die op een innovatieve manier gerund wordt, en een eigentijds en gezond bedrijf wil blijven dat zich kan blijven ontwikkelen in een snel veranderende samen Een onderneming als deze, beschouw ik als het fundament onder ons bedrijfslevenlokale
13
Hoogtepunt was de bekendmaking, door burgemeester Frank Pet ter, van de toekenning van het predicaat Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier. Een onderscheiding verleend door het staatshoofd, die is voorbehouden aan bedrijven die minstens een eeuw bestaan, van onbesproken gedrag zijn, en een vooraanstaande plaats inne men in de regio en de branche.
Burgemeester
Oud-werknemer Adrie Leenaerts gaf een korte rondleiding door het schildermuseum dat op de verdieping van het bedrijfspand is ingericht. En Maarten Stalpers zong enkele Franse chansons. De hele uitzending werd buiten, vóór het pand, opgenomen met de familie en een beperkt aantal genodigden erbij. Na afloop was er een drankje en een hapje. De medewerkers die thuis meekeken, kregen tevoren een borrelbox bezorgd. Verder hadden ze een vrije middag, en ze ontvingen een bedrag dat was afgestemd op ieders aantal Indienstjaren.dezomer van 2022 is er alsnog een jubileumfeest, kondigde GertJan Lindhout aan. 14
Lindhout is een betrouwbare partner die de klant vooropstelt, haar ontzorgt, wil samenwerken (daarbij buiten bestaande kaders durft te gaan) en duurzaamheid voorop stelt. Dat vertelden een aantal grotere klanten van het bedrijf in de uitzending aan presentator Maarten van den Boom. Hij sprak met Marc van der Steen (Stadlan der), Peter Bevers (Beveland Wonen), Ruben Karel (Clavis), Adrie Havermans (Warandeflat), Nunzio Calia (Akzo Nobel – Sikkens) en Kees Mens (KPO Roosendaal). Ook drie medewerkers kwamen voor het voetlicht: Toon Korst, André Verweij en Carola Valkenburg. Zij werken naar volle tevredenheid bij Lindhout, vertelden ze. Daarbij kwam ter sprake dat Gert-Jan Lindhout al zijn medewerkers af ging om van hen te horen hoe het met ze gaat op het werk.
leving, aldus burgemeester Petter. ,,Ook nu weer is Lindhout een nieuwe weg ingeslagen. Een weg die insteekt op verduurzaming (zowel in werkprocessen, materiaalgebruik, als energie), resultaatge richt denken en overeenkomstig werken, inzet op continuïteit door langdurige contracten, en investeren in gedegen en toegesneden opleidingen voor de medewerkers.’’ De vele langdurige dienstver banden illustreren volgens de burgemeester dat het bedrijf goed weet dat het personeel het kapitaal is van de onderneming. ,,Bij veel bedrijven en instellingen lijkt jobhoppen de norm te zijn geworden. Maar een bedrijfsfilosofie als die van Lindhout geeft geborgenheid, wat in toenemende mate door een toenemend aantal werknemers belangrijk wordt gevonden’’, zei Petter.
In de zomer van 2022 is er alsnog een jubileumfeest - Gert-Jan Lindhout 15
16
Brouwershaven, Colijnsplaat, Bruinisse en Nieuwerkerk – woonde en daar bij plaatselijke schilders werkte.
In het najaar van 1891 trouwde Johannis, zeven maanden later ver huisde hij met zijn vrouw Jacomina Johanna Quist naar Nieuw-Vos semeer aan de Brabantse kant van de Eendracht. Het gezin woonde er twaalf jaar, zes kinderen zijn er geboren. Al die jaren oefende Johannis het beroep uit van schilder, of verver, zo blijkt uit vermel dingen in het bevolkingsregister en in de burgerlijke stand. Dat hij dat als zelfstandig ambachtsman deed, daarvoor is in het jaar 1896 het eerste bewijs te vinden in het archief van de gemeente Nieuw-Vossemeer. Over dat jaar werd aan Lindhout een betaling In 1896 is het eerste bewijs te vinden dat Johannis als ambachtsmanzelfstandig aan het werk was.
17
Wat nu een bloeiende onderneming is, met vijf vestigingen en negentig medewerkers, begon ooit als een eenmanszaak in het Zeeuwse Oud-Vossemeer. De ontwikkeling van Lindhout Schildersbedrijf B.V. kende ups en downs, maar kan een succesverhaal worden genoemd. Inmiddels werkt de vijfde generatie in het familiebedrijf.
Het was timmermanszoon Johannis Jacobus Lindhout (1863-1912) die aan de wieg stond van het bedrijf. Hoe hij in het schildersvak te recht is gekomen, is niet overgeleverd. Zoals over de onderneming ook niets bewaard is gebleven van voor de Tweede Wereldoorlog. Misschien had de keus van Johannis voor het schildersvak te maken met het feit dat zijn oudste broer Willem zich in 1881 als huis- en rijtuigschilder had gevestigd. Drie jaar later treffen we in het bevol kingsregister van Oud-Vossemeer voor het eerst de beroepsaan duiding ‘huisschilder’ aan bij Johannis, die dan 21 jaar oud is. Hij bekwaamde zich in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in het schildersambacht. Dat mogen we concluderen uit het gegeven dat hij korte perioden in andere Zeeuwse dorpen – achtereenvolgens
Het verhaal v an LindhoutSchildervast go e d o n d re duoh
Eengeschiedenisbewogen
gedaan ‘wegens schilderwerk en leverantie aan het gemeentehuis’, en tevens voor werkzaamheden en leverantie aan de school en onderwijzerswoning.
Ook in 1899, 1901 en 1902 werkte hij aan de school en onderwijzerswoning. Een nevenverdienste vond het gezin in het uitbaten van een café, met een ‘kleine’ vergunning, in de jaren 1898-1904. In het voorjaar van 1904 keerde het gezin Lindhout te rug naar Oud-Vossemeer. Ook daar werkte Johannis als zelfstandig huisschilder en behanger. Het volgende jaar had hij een werknemer in dienst in de leeftijd van 12 tot 16 jaar, blijkt uit een opgave aan de arbeidsinspectie die aanwezig is in het archief van de voorma lige gemeente Oud-Vossemeer. Wie dat was, staat er niet bij, maar het zou zijn oudste zoon Jaap kunnen zijn die in 1905 twaalf jaar oud was. In dat archief is ook een briefje van Lindhout te vinden uit november 1906, waarin hij verzoekt ‘om geplaats te moge worden op het rooster voor gemeente werkzaamheden enz’. Burgemeester en wethouders beslisten positief: het jaar 1908 zou hij voor het eerst aan de beurt komen. In 1912 sloeg in het gezin Lindhout, dat eerst in de Kalisbuurt woonde en later in de Achterstraat, het noodlot toe. Want op 21 maart overleed Johannis plotseling, net geen 49 jaar oud. Maar dat betekende niet het einde van het bedrijf. ‘De Schilderszaak zal op denzelfden voet worden voortgezet, zich beleefd in ieders gunst aanbevelend’ werd in de krant geadverteerd. Hoe dat kon, maakt een ander krantenbericht duidelijk. Zoon J. Lindhout (dat moet Jaap zijn, die toen achttien was) werd, als kostwinner van het gezin met nog zes kinderen, voor een jaar vrijgesteld van militaire dienst.
Als schilder liep hij, met een juk op de schouders waaraan de verf en gereedschappen hingen, kilometers ver om bij de boeren in de polders te gaan schilderen. Zoon Hans Lindhout tekende dat ooit op in zijn herinneringen aan het bedrijf. Uit die informatie is ook veel
Als de gemeente in 1919 een nieuw register aanlegt voor de bevol kingsregistratie, worden daarin behalve Jaap (1893-1987) ook zijn jongere broers Dignes (1895-1975) en Wim (1900-1965) met het beroep huisschilder ingeschreven. Jaap vertrok datzelfde jaar uit het dorp, Wim volgde zijn voorbeeld in 1926. Allebei hadden inmiddels De o n t wikkeling kan eensuccesverhaal geno e m d w o r ed .n een ander beroep. Jaap zou later vertegenwoordiger in verf en aan verwante artikelen worden bij Herfst & Helder, en deed toen onder meer zaken met zijn broer Dignes. De middelste broer, Dignes Lindhout, zou het schildersbedrijf verder uitbouwen. Vanaf zijn veertiende hielp hij zijn vader in de zaak. Uit oude kranten weten we dat hij in 1913 een vierjarige cursus afrond de aan de School voor Hand- en Bouwkundig Teekenen in Tholen.
18
19
1957 t/m 1999 20
In mei 1939 werd aan Lindhout een bestek gegund om militaire werken en gebouwen te schilderen bij de KMA in Breda, nabij het Hollandsch Diep en het Volkerak, en bij Zevenbergen, Moerdijk en Willemstad. Veelal kazematten die aan de buitenkant Piet Heeswerkzaam(magazijnbeheerder)geweestvan
In verband met al het werk voor de Genie had Lindhout zelfs een werkplaats in de Blokstallen in Bergen op Zoom. En hij ontmoette er de Bergse aannemer Henk Geerdink, van wie er eveneens werk kwam voor het Vossemeerse schildersbedrijf.
Het schilderen ervan was een van de eerste werken die Lindhout in deze stad kreeg. In 1938/1939 is in Bergen op Zoom de Cort Heijli gerskazerne gebouwd en ook die is door het bedrijf geschilderd.
afkomstig van wat hierna wordt beschreven. Omdat de inkomsten niet altijd toereikend waren om het gezin te onderhouden – schil deren was seizoenswerk gedurende zo’n acht maanden van het jaar – zocht Dignes bijverdiensten. In het najaar werkte hij als ‘peeschrie ver’. Hij noteerde het gewicht van de aangevoerde suikerbieten en nam monsters om de tarra te berekenen. Dat werk deed hij op het landbouwhaventje in de Hollaerepolder bij zijn woonplaats, waar de bieten in schepen werden geladen voor transport naar de suikerfa briek. Daar leerde Dignes Anna Meijll kennen. Ze werden een stel en trouwden in 1925. De woning in de Achterstraat werd gesplitst. Zijn moeder bewoonde de ene helft, de andere helft met de werkplaats was voor Dignes en zijn gezin. De jonge schilder had ambitie, want van het van binnen en van bui ten schilderen van een nieuw huis voor 15 gulden werd je niet rijk. Hij wilde meer dan alleen ploeteren om de kost te verdienen. Halver wege de jaren dertig schreef Lindhout in op een werk van de Genie aan een van de kazernes in Bergen op Zoom en dat werd gegund. Dit bracht de ommekeer. Want de schilder kwam in contact met genie-ingenieur Van Keulen. Ze bleken goed met elkaar overweg te kunnen, zo goed zelfs dat een vriendschapsband ontstond. En via Van Keulen kwam er geregeld werk, veelal in Brabant. Het aannemen van meer schilderwerk betekende dat Lindhout me dewerkers in dienst nam. Zo kwam in 1932 Jan Hage er als 23-jarige werken. Deze woonde vanaf eind 1936 in Bergen op Zoom en zou tot aan zijn pensioen blijven. Ook Sjaak Moerland uit Sint-Maartens dijk kwam in de jaren dertig in dienst. Hij fungeerde bij afwezigheid van Dignes Lindhout als voorman en werd een vriend van de familie. De ondernemer schafte in de jaren dertig een DKW motorfiets aan als vervoermiddel. Er werd mee naar de werken gereden, tot in het Noord-Hollandse Petten aan toe. In het najaar van 1938 verscheen de eerste auto in het bedrijf, een T-Ford. Bij de Kamer van Koop handel is de onderneming ingeschreven als Firma D.J. Lindhout, schildersbedrijf ‘tevens aannemer van schilderwerken door het gehele land’. Een jaar eerder was in Roosendaal de Commandokazerne gebouwd.
Wat zou mijn vader trots zijn op wat wij tot nu toe bereikt hebben 21
Zoon Hans kende het verhaal. ,,Vaders auto was in beslag genomen. Toen hij vrij kwam, leende een ver familielid uit Moerdijk hem een fiets. Daarop is hij naar Oud-Vossemeer gekomen. Een week later ging hij op de geleende fiets terug naar Moerdijk, heeft zijn auto gevonden en bracht die mee terug.’’
Zeker twee tot tweeënhalf jaar lang had het gezin Lindhout onder duikers in huis. In februari 1944 moest het Oud-Vossemeer verla ten omdat de Duitsers het eiland Tholen inundeerden. Ze vonden onderdak bij de eerder in dit verhaal genoemde Van Keulen, aan de Zuidzijde Zoom in Bergen op Zoom. Dignes Lindhout hielp in de oorlog de ondergrondse. Hij had onder meer contact met Paul Droogers (die voor het nationaal steunfonds ten behoeve van onder duikers werkte) en verzetsman Kees van de Sande (getrouwd met een nicht van Dignes). Om de kost te verdienen werkte hij voor de genie wat een goede dekmantel was, aldus zoon Hans. In een brief van maart 1944 aan Sjaak Moerland – die door de evacuatie tijdelijk weg was bij het bedrijf – schrijft Dignes dat er dan werk is in Kapelle, Goes en Borsele, zonder dat te preciseren. Het verder uitbouwen van het schildersbedrijf is na de oorlog opgepakt. In 1946 kwam de oudste zoon Jos, die drie jaar hbs had gedaan, in dienst. Twee jaar later volgde zijn jongere broer Hans, die de ambachtsschool had gevolgd. Ze leerden het vak van Sjaak Moerland, en behaalden allebei het vakdiploma. Hans vertelde dat hij naderhand ook nog op zaterdag leerde voor het diploma behanger.
gecamoufleerd moesten worden en van binnen wit gekalkt. Hij had er op ingeschreven voor 2.678 gulden. De uitvoering ervan liep door tot in 1940. Op 10 mei van dat jaar reed Lindhout met enkele medewerkers, zoals gebruikelijk, naar dat werk. Op de Moerdijkbrug gekomen landden overal om hen heen de Duitse parachutisten; de oorlog was begonnen. De schilders werden meegenomen naar een klooster in Moerdijk en zijn daar een aantal dagen vastgehouden.
22
23
In Bergen op Zoom werd in 1951 de schilderszaak van Karel Mijns bergen (die naar Australië emigreerde) overgenomen, met werk plaats en winkel aan de Rijkebuurtstraat 26. Jan Hage ging bij dit filiaal wonen, waar ook verf werd verkocht aan particuliere klanten. De werkzaamheden in Bergen op Zoom en Roosendaal breidden zich steeds uit. Rinus Vervaart en Janus Hack kwamen bij Lindhout in dienst en groeiden door tot voorman en uitvoerder. In 1953 bouwde het Bredase aannemersbedrijf Sprangers een noodtelefooncentrale in Steenbergen. Daar werkte een voormalige opzichter van de Genie op de calculatieafdeling, waardoor Lindhout in beeld kwam voor het schilderwerk. Dat was het begin van een relatie die voortduurde tot enkele jaren geleden. 1953 was het jaar van de watersnood, waar door het bedrijf veel werk heeft gemaakt op Schouwen-Duiveland. In 1954 zijn Jos en Hans bij hun vader in de zaak gekomen. De zoons legden elk drieduizend gulden in, vader Dignes de rest. De naam werd gewijzigd in Firma D.J. Lindhout en Zonen. Het schildersbedrijf had in die tijd ongeveer twintig mensen in dienst. Jos Lindhout vestigde zich als schilder-voorman-uitvoerder in Ber gen op Zoom, waar in 1955 een nieuw pand – woning met werk plaats – was gebouwd aan de Zuidsingel 45. Een jaar later trok Hans Lindhout naar Roosendaal, waar een woning met werkplaats (een voormalige bakkerij) werd gekocht aan de Damstraat 1. In Oud-Vos semeer woonde vader Dignes, die zich gaandeweg steeds meer terugtrok. Hij deed nog een deel van de administratie, tot daarvoor Sjaan van Broekhoven werd aangetrokken. Op 31 december 1961 trad Dignes Lindhout uit als vennoot, maar hij bleef als adviseur betrokken en overleed in 1975. Die verandering betekende tevens dat het bedrijf uit Oud-Vossemeer verdween. Een groot deel van de daar in de werkplaats aanwezige materialen werd aan medewerker Sjaak Moerland geschonken, die met ingang van 1961 een eigen schilderszaak begon in het Thoolse dorp. Vanuit Bergen op Zoom werd ook in Zeeland gewerkt, terwijl de vestiging Roosendaal meer opdrachten uitvoerde richting Breda. Dat laatste had vooral te maken met de contacten met Sprangers. ,,Daarmee heb ik onbeschrijfelijk veel samengewerkt. Ziekenhui zen en kantoren geschilderd, en overheidsgebouwen’’, vertelde Hans Lindhout. ,,Ik sta zelfs met een foto in het jubileumboek ‘Het Fundament’, ter gelegenheid van 215 jaar bouwbedrijf Sprangers in 2011.’’ Voor deze aannemer deed Lindhout ook schilderwerk in Zeeuws-Vlaanderen, waar eveneens een filiaal werd gevestigd. Een andere jarenlange relatie is Philips. Lindhout deed het schilder werk aan de fabriek in Roosendaal vanaf 1959, in Terneuzen (1962), en vanaf 1968 in Breda, Dordrecht en Middelburg. Ziekenhuis Lievensberg in Bergen op Zoom en ziekenhuizen in Oostburg, Ter neuzen, Vlissingen en Breda hoorden tot de vaste relaties. Net als de PNEM in Geertruidenberg vanaf ongeveer 1965. En bij Philip Morris in Bergen op Zoom is medewerker Corné Stolwijk al dertig jaar als schilder in huis. De tweede Commandokazerne, de schouwburg in Roosendaal en de nieuwbouw van de Amercentrale waren bijzonde re Datprojecten.deprijsniet altijd doorslaggevend is, bleek toen Lindhout de opdracht kreeg om het nieuwe Provinciehuis in Den Bosch te schil deren. ,,We waren de hoogste inschrijver. Maar de beide andere be drijven konden geen gelijkwaardig werk laten zien, terwijl wij pas het ziekenhuis in Bergen op Zoom hadden gedaan. Dat was bepalend’’, legde Hans uit. De broers hadden aanvankelijk ieder de helft van het personeel onder zich, maar ze wisselden ook mensen uit. Zij waren degenen die het werk uitleverden.
Jos was er nog een tijd tussenuit, omdat hij als dienstplichtig militair naar Nederlands-Indië ging. In september 1950 kwam hij terug.
En ze werkten uitermate plezierig samen, vertelde Hans (wij spraken hem vijf maanden voor zijn overlijden in april 2018). ,,Het was zó fijn dat we goed overweg konden met elkaar.’’ Voor hem was het vroege overlijden, na een ernstige ziekte, van zijn broer Jos in 1983 een enorme klap. ,,Het noodlot’’, noemde hij dat. Die ziekte was in 1981 aanleiding om uitvoerder Frans Hommel aan te stellen als bedrijfslei der in Bergen op Zoom. Ondertussen groeide het bedrijf. Er is een moment geweest dat er wel honderdtwintig mensen werkten. Heel wat schilders bleven ja renlang in dienst bij Lindhout, dat sinds de jaren zestig een winstde lingsregeling kende voor het personeel. In 1992 was bedrijfsleider Frans Hommel de derde medewerker die veertig jaar in dienst was, na Gerrit Duine en Jan Hage. Dat was ook het jaar dat er een onder nemingsraad kwam. In juni 1986 opende burgemeester Pieter Zevenbergen in Bergen op Zoom het nieuwe bedrijfspand aan de Ravelstraat 155, een jaar later werd in Roosendaal het nieuwe onderkomen aan de Norbart laan 6 betrokken. In de Bergse vestiging werd een museum ingericht met oude gereedschappen en materialen. Dat wordt nog altijd Ingekoesterd.dejarentachtig sloeg Lindhout, dat toen zo’n honderd medewer kers had, de weg in naar een allround onderhoudsbedrijf, in plaats van louter een schildersbedrijf. Daarmee speelde de onderneming in op de verwachte ontwikkeling dat in de toekomst het gebruik van mo derne prefab materialen in de woning- en utiliteitsbouw én een stij ging van het uurtarief zouden leiden tot minder vraag naar schilders. Met vier andere schildersbedrijven in het land richtte Lindhout de Vereniging PlanOnderhoud op, die hiervoor een filosofie bedacht en ontwikkelde. Het komt er op neer dat, in overleg met de op drachtgever, van een object het onderhoudswerk in beeld wordt gebracht afgezet tegen de geplande levensduur of exploitatietijd. Zo kan er kostenbesparend en efficiënt gewerkt worden. Lindhout paste een stuk specialisatie toe bij de medewerkers. Schilders wer den bijvoorbeeld tevens kunststofspecialist of betonreparateur. Het valt te lezen in een informatiemap uit die tijd, die wordt bewaard in het West-Brabants archief.
Het bedrijf presenteerde zich in de jaren negentig op de Bedrijven Contactdagen West-Brabant in Roosendaal. Het bedrijf had toen steunpunten in Goes, Terneuzen en Geertruidenberg. In 1991 was de jaaromzet twaalf miljoen gulden. Eind 1995 nam Hans Lindhout afscheid, na twaalf jaar directeur te zijn geweest. Hij werd bij die gelegenheid koninklijk onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Thijs Maas, tot dan toe adjunct, volgde hem op als directeur van het toen ruim tachtig me dewerkers tellende allround schildersbedrijf. Hij ging op zijn beurt in 2005 met pensioen. Met Hans Lindhout (hij overleed in 2018) verdween de derde generatie uit het familiebedrijf, maar de vierde was inmiddels aangetreden: Jos’ zoon Gert-Jan – van kinds af met de zaak vertrouwd omdat het gezin er boven woonde – ging in 1987 als calculator aan de slag. Hij verwierf negen jaar later de helft van de aandelen. Hans’ zoon Dick werd projectadministrateur, zijn doch ter Els deed de administratie in Roosendaal. De laatste twee werken inmiddels niet meer in het bedrijf. In 2006 is Gert-Jan Lindhout directeur geworden, zeven jaar later verwierf hij de andere helft van het aandelenpakket. Inmiddels is zijn zoon Jos de vijfde generatie Lindhout in het bedrijf. Wat hen drijft, is elders in deze uitgave te lezen.
24
Hans Lindhout, directeur 1983-1995 Thijs Maas, directeur 1996-2005 Gert-Jan Lindhout, directeur 2006-heden 25
Jos 1982BouwwereldLindhout: 1982hetjaar van de waarheid 26
Eindresultaat: Zeer verontrustende toestanden in bouwwereld. +/- 60.000 bouwvakkers werkloos. 1981 nog geen goede vooruitzichten op korte termijn voor 1982. Verlies van vakbekwame mensen door overgaan naar ander beroep. Veel bouwbedrijven die financieel het loodje moeten leggen. Voor de bouwwereld zal 1982 het jaar van de waarheid worden. Vele bedrijven zullen verdwijnen. Slechts de sterken zullen overleven en de tijd krijgen om betere jaren af te wachten. Hetzelfde geldt voor bedrijven die zeer nauw bij de bouwwereld zijn betrokken, bijv. stucadoors en schil dersbedrijven, timmerfabrikanten en vele andere. 27
In de oorlogsjaren was er niet gebouwd en veel vernietigd. De jonge paren stonden te dringen voor een woning. Op enkele economische depressies na ging het bouwen vanaf 1955 tot +/- 1980 in hoog tempo voort. Woning bouwproductie van 110.000 tot 120.000 stuks per jaar was geen uitzonde ring. Naarmate ook de welvaart groeide werden ook de gestelde eisen aan de woningen groter. Grondprijzen stegen, speculaties namen toe. Lonen van bouwvakkers stegen in snel tempo tot grote hoogte door gebrek aan vakbekwame mensen. We leefden zo zachtjesaan in een periode waarin we dachten dat de bomen tot in de hemel reikten. Alles kon tegen hoge koopprijzen en hoge tot zeer hoge huren. We leefden toch in een groei-economie. Tot in 1973 een internationale oliecrisis ontstond. Het Nederlandse volk kwam tot het besef, incl. de overheid, dat we toch wel wat erg royaal met de geldmiddelen ‘waren omgegaan.Er werden nog krampachtige pogingen gedaan, de economie die door enorme prijsstijgin gen van olieproducten een geweldige teruggang had ondervonden, en die door onze aardgasschat niet kon worden gecompenseerd, op te vijzelen. We kwamen in een luilekkerland terecht. De afgelopen jaren waren we al een van de beste landen ter wereld wat onze sociale uitkeringen betrof. Nu kwam ook de subsidiepot in beweging, vermogens werden door overheid beschikbaar gesteld om de dreigende werkloosheid vooral in de bouw te onderdrukken. Er werd een beroep gedaan door de overheid op de kapitaalmarkt tegen extreem hoge rentes. Huren, wonen en verhuren werd aan banden gelegd. Voor de belegger steeds minder aantrekkelijk o.a. door beperking van zakelijke vrijheden, tal van verplichte voorschriften, door de overheid. Door het hoge rendement op de kapitaalmarkt was het helemaal niet interessant om te beleggen in huizen (rente kapitaalmarkt 10 tot 13%, opbrengst met alle pijn en ellende huurwoning +/- 4 à 5%). Interesse van de grote belegger daalde en de particulier kon de hoge hypotheekrente niet opbrengen. Resultaat: binnen 1½ jaar stortte gehele bouwwereld in elkaar.
Woningbouw verminderde sterk, nieuwbouw van fabrieken stagneerde door slechte economische toestand en hoge rentekosten. De geldkist van de overheid was tot op de bodem geledigd.
Wat een periode van groei ligt er achter ons in de bouw. Na de oorlogsjaren kwam, +/- 1950 en na het rampjaar 1953, de bouw langzaam op gang. Tegen uitgekookte prijzen en eenvoudige ontwerpen kwamen de eerste volkswoningen tegen aantrekkelijke huurprijzen op de markt. Het aanbod kwam zowel van gemeentelijke als van semi-overheidsinstanties.
Ook pensioenfondsen droegen hun steentje bij tot een beter woongenot en het oplossen van het enorme woningtekort.
28
Voordat mijn vader was overleden, zijn er tussen hem en zijn broer afspraken gemaakt over de opvolging binnen het bedrijf. Dit was 29
Gert-Jan Lindhout (vierde generatie) aan het woord Ik zat o p jonge leeftijdalin d e verf t e r o nere
Geboren op 15 juli 1961 te Bergen op Zoom aan de Zuidsingel 45a als derde telg in het gezin. Onbezorgd leven, zeker als jongste kind op dat moment. Terugkijkend op mooie jaren.
Het dagelijkse leven in deze ondernemersfamilie stond in het teken van hard werken. Wij woonden boven het bedrijf dus de betrokkenheid was zeer groot. Ik zat op jonge leeftijd al in de verf te roeren en ik deed af en toe dingen die milieutechnisch niet helemaal verantwoord waren. Soms zat ik helemaal onder de verf en poetste ik mij af met ter pentine en na verloop van tijd kreeg ik geweldige jeuk (je weet wel waarvan). Vaak ging ik mee met de magazijnman, Piet Hees, om materiaal en materieel weg te brengen. Leuke tijden waarin je iedereen leerde kennen. Mijn enthousiasme om later in het bedrijf te gaan werken, groeide toen. Na de middelbare school was het niet moeilijk om een keuze te maken. Ik heb bewust gekozen voor een technische richting die bouwgerelateerd was om meer inzicht te krijgen in het bouwkun dige en constructieve gedeelte waar wij als schilder-vastgoedon derhoudsbedrijf veel mee te maken hebben. Aansluitend heb ik HTS bedrijfskunde gevolgd. Helaas heb ik deze studie na twee jaar moeten beëindigen vanwege ziekte en militaire dienst. Deze periode is deels verlopen in de tijd dat mijn vader is overleden (1983). Ik was toen 21 jaar. Terugkijkend een zeer moeilijke periode waarin het maken van keuzes lastig is. Je hebt het gevoel dat je er alleen voor staat. Ik heb begin 1986 mijn vrouw leren kennen, een van de belangrijkste gebeurtenissen die mijn leven weer de goede richting hebben gegeven. Wij hebben twee kinderen gekregen, een dochter en een zoon.
een gentlemen’s agreement waarvan weinig op papier was vastge legd. Allerlei gedachten en onzekerheid speelden altijd door mijn hoofd want u kent die verhalen wel. De eerste generatie bouwt het op, de tweede bouwt het verder uit, de derde richt het te gronde en over de vierde en de vijfde wordt nooit gesproken. U ziet wel, dit verhaal gaat niet altijd op, want de derde heeft er een schitte rend bedrijf van gemaakt. Ik heb mijn vader natuurlijk goed gekend. Maar als 21-jarige zoon is het een lastige periode als je vader overleden is. Enerzijds wil je jezelf ontwikkelen en zie je alle goedbedoelde feedback van je vader als een soort ballast en probeer je jezelf daarvan te distanti eren, want je weet het zelf eigenlijk altijd beter. Dit is een normaal verschijnsel rond die leeftijd en het is zo verschrikkelijk jammer dat je dit in die tijd niet beter hebt ingezien. Want ik denk nu nog dagelijks: ,,wat zou hij ervan vinden?” Ik heb op mijn kantoor een schilderij van mijn vader hangen en hier kijk ik vaak naar en ik heb het idee dat hij meekijkt. Daarom ben ik bijzonder trots dat mijn zoon Jos, de vijfde generatie, die wij heel bewust naar zijn opa hebben vernoemd, dit langzamerhand gaat beseffen. Ik vind het ook een hele leuke periode om mee te maken, zien hoe iemand zich ontwikkelt. Want je weet hoe de jeugd is. Als je belt, nemen ze nooit gelijk op en als hij belt ben ik 24/7 bereikbaar. Ik vind het ge weldig om mijn kennis en kunde op deze manier over te brengen op mijn zoon. Dit proces heeft uiteindelijk een generatie overge slagen. Een schitterende kans dat ik dit nu wel kan meemaken en ik voel het als een soort plicht (met veel plezier) om dit te doen. Onze dochter heeft een andere keuze gemaakt en is tandarts geworden. Zij vindt het prima dat Jos in de zaak is gekomen en staat achter zijn keuze. Op 1 augustus 1987 ben ik als calculator in dienst ge treden van Lindhout schildersbedrijf. Gedurende deze periode heb ik mijzelf kennis en kunde eigen gemaakt door talloze opleidingen en cursussen op het gebied van bouw- en schilderwerkzaamheden te volgen. In de avonduren heb ik mijn gezeldiploma gehaald, mijn 30
31
ondernemersdiploma, ondernemersdiploma voor de bouw, een viertal HBO-certificaten, marketingopleiding et cetera. Aanslui tend ben ik na negen jaar de projectleiding in gegaan om een nog betere aansluiting te krijgen met de uitvoering en de klanten. Ik ontwikkelde zodoende een goede basis voor het toekomstige Inondernemerschap.dezeperiodewaren vaste klanten de drijfveer van het bedrijf. Ik denk dat wel 70 procent van onze relaties één-op-één relaties waren. Behoudens bij een aantal, lag er geen enkel contract aan ten grondslag. Deze relaties zorgden zomer en winter voor werk. Er was van tijd tot tijd zoveel werk dat wij in september/oktober klanten moesten bellen om te melden dat wij ons werk niet konden realiseren voor het einde van het jaar. De mix van werkzaamheden was divers: aannemers, gezondheidszorg, Amercentrale, woning corporaties, industrie, VvE’s, particulieren, onderwijs, zowel in Zeeland als Brabant. Een gouden formule die al decennialang zeer goed werkte. Wij volgden de ontwikkelingen in de markt bijzonder goed en innovatief waren wij in deze tijd ook zeker. De adminis tratie was al volop bezig met automatisering. Ook ISO deed zijn intrede onder leiding van TNO (Dick Keus). Wij hebben twee jaar gestoeid om de procedure van ons proces in kaart te brengen. Er werden dikke ordners geproduceerd waarin dit uitvoerige proces beschreven stond. Hier was zeker op dat moment de kunst van het weglaten een voordeel geweest. In die periode werden er heftige discussies gevoerd hoe zaken beschreven moesten worden, waar bij er nogal eens met deuren werd geslagen. Aansluitend werd VCA ingevoerd en de BRL 5026. Wij waren in die tijd ook gestart met, en aandeelhouder geworden van Lamikon, een systeem voor het behouden van houten gevele lementen, en hiervoor was de BRL 5026 een vereiste. Dit systeem was een van de voorlopers van het resultaatgericht denken.
Ik zat o p jonge leeftijdalin d e verf t e r o nere
Ik heb in 1996 50 procent van de aandelen overgenomen. De andere helft ging naar de andere kant van de familie. De jaren die daarop volgden kenschetsten zich door een moeilijke markt, waarbij de concurrentie nog strakker werd. Wij zaten te weinig in vaste contracten, dus wij waren sterk afhankelijk van inschrijvingen wat het er vaak niet makkelijker op maakte. De markt was er op dat moment nog niet klaar voor om klanten te bewegen om in die richting te denken. Als positief voorbeeld noem ik de RWS Goes. Zij waren een van de voorlopers. Met hen hadden wij een contract voor de hoogbouwflats in Goes voor twintig jaar. Her en der waren er wat onderhoudscontracten, maar al met al was het misschien tien procent die voor deze omzet zorgde. De winterperiodes werden lastiger om met de hele bezetting door te kunnen gaan. Wij moesten van tijd tot tijd gebruikmaken van de LindhoutWinter-WW.was wat dat betreft zeer vooruitstrevend. Wij vulden deze Winter-WW-uitkering als bedrijf aan tot 100 procent. Dit was en is nog steeds een bijzondere regeling die naar mijn weten in schilderend Nederland verder niet voorkomt. Een hele goede strategie om mensen te behouden voor het bedrijf. Uiteindelijk zijn de mensen het kapitaal van je onderneming en lange dienstver banden wil je graag aan je bedrijf binden. Op deze manier vonden mensen het ook geen probleem om een tijdje in de WW te zitten. Het dienstverband bleef behouden. Het resultaatgericht denken wilden wij graag uitvoerbaar maken. Wij waren destijds ook lid van de WVB en deze had het VGO-keur ontwik keld. Ik noem het zelf altijd het rijbewijs voor resultaatgericht werken. Het VGO-keur probeerde je op een hoger plan te krijgen om als meedenker te fungeren. Dit was natuurlijk op ons lijf geschreven want wij waren al jarenlang bezig met de BRL 5026. Dus het VGO-keur, wat overigens door KIWA is gecertificeerd, hebben wij dan ook glansrijk binnengehaald. Ik moet zeggen dat ik daar bijzonder trots op ben. Het heeft vervolgens nog jaren geduurd voordat het gemeenschappelijk goed werd in de markt. Het had op de een of andere manier te weinig draagvlak en de markt wilde hier eigenlijk niet aan. Wij geloofden heilig in deze ontwikkeling en wij hadden wel eens het idee: houden wij niet een certificaat in stand? Maar wij wisten in ons achterhoofd dat het een keer moest lukken.
Er werden verzekerde garanties afgegeven voor een periode van tien of vijftien jaar om houten gevelelementen houtrotvrij te garan deren. De echte voorloper die Lindhout zelf had ontwikkeld, was het PlanOnderhoud. Dit was ontwikkeld met een groep collega-be drijven (NOG). Het NOG is een landelijk netwerk van een achttal onderhoudsbedrijven dat mijn vader 45 geleden heeft opgericht; een soort samenwerkingsverband waar kennisdeling en inkoop centraal stonden. Wij komen een aantal keren per jaar bij elkaar. Een platform waar je je problemen kunt bespreken en waaruit innovatieve ontwikkelingen voortkomen, zoals het PlanOnderhoud. Met de gezamenlijk inkoop zijn wij gestopt. Maar we doen op dit moment veel aan opleidingen en trainingen en wij doen mee aan landelijke aanbestedingen die tot succes leiden. Een mooie opste ker en een goede impuls om verder te gaan. Ondanks het feit dat wij absoluut niet te klagen hadden over het werkaanbod, begon je toch te merken dat klanten en organisa ties veranderden. Posities van sleutelfiguren veranderden, het aanbestedingsbeleid veranderde met als gevolg dat er meer concurrentie kwam. Dit gebeurde bedrijfsbreed zodat wij eigenlijk bij alle organisaties waarvoor wij werkten daar wat last van kregen. Je merkte ook dat het aantal calculaties moest toenemen om op een gelijke score qua omzet te komen. De druk in de markt werd langzamerhand merkbaar.
32
33
corona
34
Ondanks toch een klein
HofleverancierKoninklijkeToekenningfeestje:vanhetpredicaatBijBeschikking
35
een deal kunnen sluiten en de knip was gemaakt. Dat gaf gelukkig de nodige rust om mij voor 200 procent op de bedrijfsvoering te storten. Je kunt het goed merken als je een jaar te weinig aandacht besteedt aan je bedrijf. Vervolgens is er nog een aantal wisse lingen van de wacht geweest en hebben wij de organisatie weer goed kunnen optuigen. Natuurlijk zijn bovenstaande zaken belang rijk, maar uiteindelijk is werken vanuit een team het belangrijkste. Alleen kun je het absoluut niet; je hebt goede mensen nodig die met je meedenken om zo tot de beste prestatie te komen. Wij kunnen op dit moment zeggen dat wij een superteam hebben met fantastische vaklieden en een erg goede staf waarmee wij dit gezamenlijk bereiken.
Een mooie ontwikkeling om de verschuiving te zien van inspan ningsgericht naar resultaatgericht. Maar dit betekende voor de organisatie een aardige ommezwaai. Kennis en kunde moesten bijgespijkerd worden op alle gebied, zowel bij de bedrijfsleiding, de calculatoren, projectverantwoordelijken als de schilders. Wij hebben een trainingsplan gemaakt om dit in de winterperiodes uit te voeren en wij doen dit elk jaar weer opnieuw. Fantastisch zo’n ontwikkeling. Natuurlijk hebben wij ook leergeld betaald. Maar als je dit zich vervolgens in stijgende lijn op een goede manier ziet Je wordt om de drie jaar opnieuw gecertificeerd, dus het keur ontwikkelt zich mee in de tijd. Zo blijf je een certificaat ook onder Wijhouden.zijnnu in 2005/2006 aangekomen. De toenmalige directeur had plannen om vervroegd met pensioen te gaan. Destijds heb ik een blauwdruk gemaakt hoe ik zaken en ontwikkelingen zag voor de Hettoekomst.planisaan de toenmalige directie gepresenteerd en de weg werd voor mij vrijgemaakt om directeur te worden. In de loop van de maanden hebben wij de calculatieafdeling weer op sterkte gebracht waardoor er weer een goede balans kwam in het aantal gewerkte uren. Ik kijk terug op een zeer leerzame periode. Maar toen wij weer op ‘oorlogssterkte’ waren, begonnen zich de eerste perikelen van de kredietcrisis af te tekenen. Ik kan wel zeggen dat wij deze periode bijzonder goed zijn doorgeko men. Natuurlijk was het in de wintermaanden elke keer spannend, maar ik heb deze maanden goed benut door mensen op te leiden. Omdat wij zo’n vaste groep relaties hadden, voelde dit goed aan: in goede en slechte tijden. Zaken doen met een financieel gezonde partij is voor een klant ook erg belangrijk want er zijn helaas nogal wat partijen onderuitgegaan. Wij hebben dit zelf als bedrijf ook aan den lijve ondervonden met verschillende partijen die failliet gingen. Echt zonde van het geld, ik had dit liever in het bedrijf ge investeerd. Je kon op dat moment erg goed merken dat de marge terugliep, maar wij schreven nog steeds zwarte cijfers.
36
In 2012 (nog in de kredietcrisis) kwam de medeaandeelhouder mij vertellen dat hij het niet meer zag zitten en dat hij zijn aandelen pakket wilde aanbieden. Er brak toen een vervelende periode aan die bijna wel een jaar heeft geduurd. Uiteindelijk hebben wij toch
De markt begon langzamerhand te kantelen en de vraag naar resultaatgerichte projecten kwam voorzichtig los, met name bij de woningcorporaties. Waar ik al jarenlang acquisitie naar pleegde, ontwikkelde zich als een olievlek in West-Brabant en Zeeland. Bij elke uitvraag die kwam, was VGO-keur een verplicht onderdeel. En was het niet in het bezit dan moest het binnen afzienbare tijd worden behaald. Dit is natuurlijk fantastisch, want het behalen was echt een investering in de tijd. Je was de concurrentie een aantal stappen voor. Er werd wel eens gevraagd door collega’s: ,,Waar kan ik het VGO- keur halen?” Maar zo werkt het niet, het is echt een proces dat in het DNA van het bedrijf moet gaan zitten.
37
D e t oekomst isgeborgd , ik st e u n m i j n nooz 38
Wij kunnen nu al zeggen dat wij voor alle woningcorporaties in Zeeland en West-Brabant resultaatgericht werken. Waar wij een aantal jaren geleden nog voor 70 procent voor aannemers werk ten, werken wij nu nog voor 20 procent voor aannemers. Maar het is niet alleen de buitenschil waarmee wij ons bezighouden, ook de hele energietransitie hebben wij ons eigen gemaakt. Het labelen van woningen is ‘hot’ en daar helpen wij als vastgoedonderhouds bedrijf graag aan mee. Je bent met allerlei ontwikkelingen bezig binnen je bedrijf en wij maken continu allerlei mooie werken. Als er dan een werk uit springt en je ziet in de vakbladen een inschrijving voorbijkomen voor de Nationale SchildersVakprijs ontstaat het idee: laten wij een keer meedoen met een inzending. Wij hebben ingeschreven met een stadsvilla waar alle technieken van schilderwerk in verwerkt waren. Ik moet zeggen, ik vond het er zelf ook fantastisch uitzien. De klant was in ieder geval zeer tevreden. Maar als je dan een telefoontje krijgt met de mededeling dat je genomineerd bent, was ik er wel een beetje stil van én trots. Vooral voor de vakmen sen is dit een geweldige opsteker. En met name in de nieuwbouw, waar helaas toch altijd tijdsdruk op ligt, komen zulke projecten te weinig voor. Maar goed, de vakjury moest nog langskomen om te beoordelen of wij uiteindelijk in de prijzen gingen vallen. Bij de prijsuitreiking, die ik bijzonder spannend vond, hoorden wij dat wij winnaar waren geworden in de categorie Nieuwbouwschilderwerk.
ontwikkelen dan kun je hier alleen maar bijzonder trots op zijn.
Het jurycommentaar: ,,Volgens de jury schilderde Lindhout het hele pand van binnen en van buiten op zeldzaam hoog niveau. Bin nen werden gerolde oppervlakken nagestreken met de kwast, om muren en kozijnen een ouder aanzien te geven. Aan de buitenzijde werd de woning traditioneel afgelakt.” Ik was apetrots. Dit heeft een hele leuke spin-off gehad en ik heb het breed uitgezet bij klanten. Met de betreffende schildersploeg zijn wij gezellig gaan eten om dit heuglijke feit te vieren. Verduurzaming speelt bij mij een zeer belangrijke rol. Verbeter de wereld en begin bij jezelf, vind ik een belangrijk item. Ik ben mij bewust dat wij een vervuilende bedrijfstak zijn, maar wij doen er alles aan om ons afval maximaal te scheiden. Wij proberen circulair om te gaan met ons afval. Door ons resultaatgerichte denken worden cycli van schilderwerk opgerekt van vijf jaar tot wel zeven of acht jaar. Je hebt als ondernemer een voorbeeldfunctie en dit moet je uitdragen. Dit zie ik nog niet eens commercieel, maar als een maat schappelijk vraagstuk. Wij zitten zelf in Bergen op Zoom in een bedrijfspand uit 1970. Dit had label G en nu zitten wij inmiddels op label A en ik lever elektriciteit terug aan het net. Vervolgens ben ik bezig om alle bedrijfspanden energieneutraal te maken. Het leuke van deze transitie is dat het niet onopgemerkt blijft en de markt heeft ons op deze manier in de publiciteit gezet met de Groene Pluim. Wij waren de derde in de regio die deze prestigieuze prijs mocht ontvangen. Dit was niet alleen vanwege onze inspanningen op het gebied van energietransitie, maar ook voor het maatschap pelijk denken binnen ons bedrijf. Een geweldige opsteker. Zeker als vreemden een audit af komen nemen binnen je bedrijf en zij schrijven zulke lovende woorden, dan doet dat wat met je. ,,Volgens de accreditatiecommissie ziet Lindhout bijna als vanzelf sprekend de voordelen die duurzaam ondernemen kan bieden. Zowel strategisch als organisatorisch wordt het goed opgezet. De medewerkers zijn daarbij eveneens betrokken. MVO steekt daardoor duidelijk uit (en substantieel) boven wat andere MKB-be drijven doen.
39
Concluderend is de accreditatiecommissie onder de indruk van de bedrijfsvoering en het functioneren van Lindhout B.V. Aan de accre ditatie voor De Groene Pluim wordt met lof voldaan.’’
Wij hebben dit uiteindelijk laten certificeren in PSO3 (prestatielad der sociaal ondernemen). Allemaal tools om een zo groot mogelijk draagvlak te hebben in de maatschappij.
Werkten wij vroeger met 100 procent vast personeel, nu hebben wij, door de intrede van twee jaar doorbetaling bij ziekte en beta ling van transitievergoedingen bij vertrek van werknemers, ons een klein beetje ingedekt met een flexibele schil. Flexwerkers behoren weliswaar niet tot het vaste personeel, maar bij Lindhout worden zij wel als zodanig behandeld. Ik vind het zeer belangrijk dat wij op deze manier met flexwerkers omgaan. Het is de wetgever die het systeem om met een flexibele schil te werken heeft bedacht. Waar wij decennia geleden met 57 jaar konden stoppen met wer ken, zitten wij nu op 67-plus. Dit vergt nogal wat van de mensen. Dus wij zijn continu bezig om te kijken wat voor mogelijkheden hiervoor zijn. Met gespreksgroepen van verschillende bedrij ven - gesubsidieerd onder het thema ‘Jij blijft bij’ - proberen wij van elkaar te leren om hiermee op de juiste manier te handelen.
Maatschappelijk gezien is social return ook een belangrijk gegeven om een goede dwarsdoorsnede van de maatschappij in werk te voorzien. Dit wordt veel gevraagd door gemeentes en corporaties.
Wij hebben ons in de afgelopen periode ook verder versterkt in de aanschaf van bedrijfspanden. Zo hebben wij een bedrijfspand gekocht in Breda en in Goes. In totaal hebben wij nu vijf vestigin gen in Zeeland en West-Brabant. Een mooi uitgangspunt om ons werkgebied goed te kunnen bedienen en efficiënt en milieutech nisch (CO2-reductie) te kunnen werken vanuit deze vestigingen. Ik heb in de afgelopen periode ook wel geleerd dat kennisdeling een belangrijk item is. Waar je vroeger zaken bij één man wegleg de, proberen wij nu projecten als een team op te pakken. Kennis en kunde spreiden. Ik moet zeggen, dit werkt bijzonder goed en ook de mensen vinden het fijn. Wij kunnen nu op een goede, efficiënte manier met elkaar overleggen over projecten. Iedereen voelt zich erbij betrokken en zet zich dan ook voor 100 procent in. Dit geldt met name voor de resultaatgerichte projecten. Ook de vijfde generatie, Jos Lindhout, heeft op deze manier een goede leerschool voor de toekomst. Hij is precies op het juiste moment binnen gekomen om deze ontwikkeling mee te maken. Om een partner te hebben die meedenkt en meevoelt in dit hele proces, is zeer belangrijk. Uiteindelijk gaat in een eigen bedrijf het werk 24 uur en zeven dagen in de week door. Er zijn altijd gevoelens en emoties die je wilt delen. Het is belangrijk dat je partner ziet, als je thuiskomt, dat je niet helemaal lekker in je vel zit. Het is misschien makkelijk om te denken gedeelde smart is halve smart, maar het is goed om dit te kunnen delen. Mijn vrouw komt ook uit een ondernemersfamilie dus het is haar met de paplepel ingegeven. Misschien zit zo’n 24-uurs proces wel in je DNA verweven. Ik moet wel zeggen dat het soms lastig is om afstand te nemen. Maar als je een goede combinatie vindt tussen vrije tijd en werken dan is het een soort rode draad die er continu doorheen loopt. Ook de schildersmarkt is drastisch veranderd. Werkten wij vroe ger gewoon met 100 procent vast personeel, waarbij wij in de wintermaanden met Winter-WW werkten, nu is de markt dusdanig veranderd dat er heel veel zzp’ers en flexkrachten actief zijn. Er 40
Ook weer een ‘team effort’ van het hele bedrijf. Verschillende arti kelen zijn daarna gepubliceerd in diverse kranten en vakbladen. De veranderende wetgeving en het later stoppen met werken, vergt ook nogal wat van onze bedrijfstak. Tevens is de bedrijfssa menstelling door deze veranderende wetgeving wel wat gewijzigd.
41
zijn onderhoudsbedrijven die werken met een mix van flex, zzp’ers en een heel kleine vaste kern. De zzp-markt heeft zich met name gestort op de particuliere markt. Er zijn nog wat zzpcollectieven die wat groter werk aannemen. Met name de kleinere bedrijven met tien tot twintig werknemers hebben hier veel last van. Ik denk dat uiteindelijk de grotere bedrijven zullen overleven, omdat die zich steeds verder ontwikkeld hebben met allerlei keurmerken om zodoende maximaal geborgde kwaliteit te bieden. Het is toch wel bijzonder dat de wetgever heeft bedacht om de vestigingswet, en kwaliteitseisen die daarbij horen, af te schaffen om een bedrijf te kunnen starten, met alle gevolgen van dien voor de klant en de zzp’ers. Dat die op het bestaansminimum zitten, is aan de orde van de dag. Of ze maken zoveel uren per dag of per jaar dat zij op vroege leeftijd arbeidsongeschikt zijn zonder een verzekering/pen sioen, dat niet verplicht is. Natuurlijk, vroeger begonnen ook men sen voor zichzelf, maar die hadden een lang traject van studeren in de avonduren en bekwaamden zich in het ondernemerschap. Zij konden calculeren, boekhouden en zij waren technisch onderlegd. Een prima uitgangspunt en zij zijn ook allemaal geslaagde onder nemers geworden en/of collega’s.
Om de betrokkenheid verder te vergroten, hebben wij na 2012 een aantal zaken aangepast. Twee keer per jaar wordt er voor het voltalli ge personeel een toolboxmiddag georganiseerd met een gevarieerd technisch programma. Van tevoren samen met het kantoorpersoneel een lunch, en aansluitend in de zomer een barbecue met partners en gepensioneerden en in de winter een kerstborrel. Dit geeft iedereen de gelegenheid om eens met andere collega’s van gedachten te wisselen en men wordt geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen binnen het bedrijf. Deze middagen worden als zeer zinvol be schouwd. Men krijgt technische informatie aangeboden van materieel of materiaal dat wij toepassen binnen ons bedrijf. Dit voorkomt ook een hoop faalkosten, dus het mes snijdt aan twee kanten. Onze bedrijfstak is de afgelopen decennia aardig uitgehold. Wij hebben helaas ons vak te weinig gepromoot en er zijn mensen ingestroomd die eigenlijk niet precies wisten wat zij wilden. Kennis en kunde zijn op het vakgebied matig. Schilders zijn doeners en geen lezers. De markt vraagt nu andere competenties en vaar digheden waarbij wij er als bedrijf heel veel energie in moeten stoppen om deze kennis en kunde weer eigen te maken. Zo zijn wij nu de laatste jaren intensief aan het trainen met alle niveaus binnen het bedrijf. Hiervoor huren wij specialisten in. Het is de kunst van het herhalen om deze kennis eigen te maken. Je merkt dat dit resultaat op gaat leveren. Natuurlijk hebben wij voor onze jonge aanwas de landelijke SPOS-opleidingen die er keihard aan trekken om voldoende jonge aanwas binnen te krijgen, en hen een gedegen opleiding geven om ze alle niveaus eigen te maken.
Collegiale samenwerking neemt de afgelopen periode sterk toe doordat wij bij heel veel corporaties resultaatgericht samenwerken. In gezamenlijkheid ontwikkelen wij de formats voor de resultaat gerichte projecten. Je bent echt verbonden met elkaar in allerlei werkgroepen waarin transparantie een belangrijk gegeven is. Prijsvorming speelt hierin geen rol omdat de prijzen van tevoren bekend zijn. Dus het gaat echt over een stuk techniek en je werkt met gelijkgestemden, want VGO-keur is de onderlegger voor deze samenwerking. Je kunt uiteindelijk nog veel van elkaar leren en je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. 42
Ik ben hier uiteindelijk ook maar tijdelijk om het weer over te geven aan de volgende generatie. Alleen kan ik niks, maar wij doen alles samen met ons team van fantastische vaklieden en kantoorpersoneel. ik zo’n fantastische vrouw heb ontmoet die meevoelt en mee denkt in het hele proces. Dat ik de vijfde generatie mag opleiden, want dat voel je des te sterker als je zelf die opleiding niet hebt gehad. hele proces van inspanningsgericht naar resultaatgericht mee te maken. certificeringen die hebben bijgedragen aan dit proces: A Lokale zoals onderwijs in de zin van het woord, Stichting Leergeld, et cetera. Vervolgens nog op een aantal andere gebieden zoals PSO3 en de energietransitie, waarover ik al heb geschreven. Aandacht voor mens en milieu. Wij zijn als bedrijf breed georiënteerd als het gaat over materialen en materieelgebruik en -verbruik. Wij hebben een goede samen werking met de verfindustrie. Werkten wij jaren geleden (veel meer inspanningsgericht) op basis van aangeleverde verfbestekken, nu zijn de rollen omgedraaid en werken wij resultaatgericht op basis van meer vraaggestuurde verzoeken. Ik vind dit een verbetering want uiteindelijk moet de kennis en de kunde bij de bedrijven aanwezig zijn en hebben wij een verfindustrie nodig die aan de gestelde KPI’s moet voldoen. Dus op deze manier is de verfindus trie ook meer partner geworden dan dat zij directief oplegt. Samen kennis en kunde bundelen om verder samen te ontwikkelen. Dit is ook een vereiste. Want de verfplas zal de komende jaren niet groeien, maar deels verschuiven naar mogelijk andere duurzame ontwikkelingen zoals grotere onderhoudsintervallen, duurzamere verven et cetera. Toekomst voor Lindhout Met de nieuwe weg die wij zijn ingeslagen, zie ik het zeer positief in. Het hele resultaatgericht denken biedt continuïteit door langdu rige contracten (werkgelegenheid etc.) De schilder zal wel breder opgeleid moeten worden om deze vraag aan te kunnen. Daar zijn wij intern mee bezig, maar dit moet veel breder vanuit de opleidin gen worden gedragen. Dit is echt een uitdaging. De oude LTS zou terug moeten komen in de vorm van een goede praktijkopleiding op het gebied van schilderen/bouwkundig. Plus daaraan gekop peld de nodige vervolgopleidingen. Daar moeten wij als bedrijfs tak snel aan gaan werken, want het is 5 voor 12. Als wij nu kijken wat er de komende jaren de bedrijfstak verlaat, dan schrik je. Wij moeten stoppen met praten, en actie ondernemen.
kerkelijke instellingen,
Natuurpodium, sportclubs
- ISO 9001 - VCA** - BRL 5026 - VGO-keur - PSO3 • Beste Leerbedrijf 2011 • Nationale SchildersVakprijs 2016 • De Groene Pluim 2017, en verlenging 2020 • Verduurzamingsproces energieneutraal en label
•
Hoogtepunten • Te mogen werken in dit prachtige familiebedrijf als vierde generatie.
• Dat
breedste
43
• Het
betrokkenheid door aandacht te besteden aan organisaties
De toekomst is geborgd, de vijfde generatie is zich aan het klaar stomen en dit geeft mij een goed gevoel. En natuurlijk blijf ik nog een flink aantal jaren mijn zoon ondersteunen.
• Alle
bedrijfspand Bergen op Zoom 2018 • Toekenning van het predicaat Bij Koninklijke Beschikking Hofleve rancier in 2021 Het MVO-vraagstuk vind ik erg belangrijk.
44
Jos Lindhout is de vijfde generatie in het familiebedrijf. ,,Dat ik er aan de slag kon, was wat ik altijd heb gewild. Traditie vind ik iets moois’’, zegt hij.
Een familiebedrijf zoals Lindhout kent een andere structuur dan andere schilderbedrij ven, stelt Jos. ,,De lange termijn is erg belangrijk. Natuurlijk wil je winst maken, maar je moet ook je mensen aan het werk houden.’’ Veiliger werken, betere producten en meer aandacht voor je werknemers zijn wat hem betreft belangrijke aspecten. ,,Een werknemer van Lindhout is geen pion, maar écht een onderdeel van het bedrijf. Wij in de organisatie kunnen allerlei mooie dingen bedenken, maar op de werkvloer moet het gebeuren.’’ Hij vindt het dan ook mooi dat er zoveel collega’s lang bij Lindhout blijven werken. ,,Dat wil ik doorzetten, dat ze bij ons hun carrière kunnen maken.’’
45
Jos Lindhout
Daarna begon hij als schilder bij Lindhout. ,,Na een jaar of twee, drie ben ik calculator geworden.’’ Eerst rekende hij kleine op drachten uit, zoals particuliere woningen. Vervolgens de wooncomplexen van vereni gingen van eigenaren. En nu houdt Jos zich bezig met de onderhoudsbegrotingen van woningcorporaties. ,,Dat zijn de projecten die we voor een periode van 25 jaar hebben.’’
Vijfde
Lindhout voert naast schilderwerk ook beglazing, voegwerk, isolatie en dakbedekking uit. Het werkt daarvoor met onderaannemers. En ook daarbij is vertrouwen belangrijk. ,,Onze insteek is dat je verantwoordelijk wordt voor het bezit van de klant.” Kijkend naar de toekomst zegt Jos, Lindhout als vastgoedonderhoudsbedrijf op dezelfde manier door te willen zetten. ,,Voor de klant zijn we een meerwaarde met onze kennis. We moe ten verder kijken dan alleen de buitenschil van een gebouw.’’ De manier van werken is nu zo, dat Lindhout vaak zelf als aannemer fungeert; een project aanstuurt, en de kennis en kunde gebruikt van vaste partners. Jos Lindhout vindt dat een prima zaak: ,,Wij zijn de dirigent!’’ generatieaanhet w o o r d
Jos ervaart het als heel speciaal om zijn vader als leermeester te hebben gehad. ,,Sinds ik hier werk is onze relatie alleen maar sterker geworden.’’ Hij vindt dat hij verantwoor delijk werk heeft, en de ruimte krijgt om zaken naar eigen inzicht aan te pakken. Vanzelf sprekend volgens de richtlijnen die er voor gelden. ,,Mijn werk voldoet aan de eisen die het bedrijf stelt.’’ Jos probeert problemen eerst zelf op te lossen, komt hij er niet uit dan stapt hij naar een collega. Van tijd tot tijd neemt hij een kijkje op projecten die hij zelf heeft uitgerekend, om voeling te houden met de praktijk.
Met klanten, leveranciers en partners relaties opbouwen voor de lange termijn is belangrijk, zegt Jos. ,,We zijn als bedrijf afgestapt van de grote aanbestedingen puur op prijs. Liever proberen we met vaste partijen het vertrouwen op te bouwen.’’ In de vastgoed onderhoudsbranche moet het je als ondernemer iets kunnen schelen dat een pand er goed bij staat. ,,Ook qua constructie en onderhoud.’’
Nadat hij van de middelbare school kwam, werkte Jos een jaar in het bedrijf van zijn vader, dat hij al zijn hele leven kent. Vervolgens pakte hij een studie op in Utrecht. Jos deed stages bij twee schildersbedrijven, een timmerbedrijf en een glasleverancier.
Het méér digitaliseren en verbeteren van (werk)processen is iets waar Jos zich nu ook mee bezig houdt. ,,Noodzakelijk omdat we steeds de kwaliteit moeten borgen.’’
Duurzaamheid
Lindhout Schilder-Vastgoedonderhoud ziet duurzaamheid als een belangrijke kerntaak. De aanschaf van een hybride auto in 2013 bracht in het bedrijf een volledige omslag van denken op gang; zowel voor de eigen bedrijfsvoering, als voor het ontwikkelen van het verduurzamingsbeleid richting opdrachtgevers. Inmiddels loopt het bedrijf voorop. Dat Lindhout in 2017, als derde ondernemer in de regio, de Groene Pluim ontving, was een erkenning voor alle geleverde inspanningen. Het dak van de hoofdvestiging in Bergen op Zoom en de nevenvestigingen ligt vol met zonnepanelen, de trots van het bedrijf. Er is geïnvesteerd in ledverlichting, dubbel glas en elektrische verwarming. Daardoor is het aardgasverbruik met tachtig procent vermin derd, de doelstelling is om in 2030 volledig gasloos te zijn. Het elektriciteitsverbruik is zelfs negatief; de panelen leveren jaarlijks gemiddeld 150.000 kWh op en er wordt 60.000 kWh teruggeleverd aan het net. In 2018 was het energielabel van het pand van G naar A veran derd. Lindhout loopt daarmee voorop, want wettelijk is dat pas in 2030 vereist. De verduur zaming is zonder subsidies uitgevoerd. ,,De investering verdient zich simpelweg terug’’, legt directeur Gert-Jan Lindhout uit. De opgewekte zonne-energie wordt ook gebruikt voor de elektrische laadpalen waarmee de auto’s van het bedrijf worden opgeladen. Lindhout beschikt op dit moment over een wagenpark met vier elektrische auto’s en één hybride voertuig. Daarnaast vier benzinewa gens en achttien die rijden op Euro 6-diesel. Er worden nog uitsluitend elektrische auto’s aangeschaft, zodat het gebruik van fossiele brandstoffen – en daarmee de uitstoot van CO2 - verder zal dalen. Dat laatste wordt tevens bevorderd door het aantal transportkilometers zoveel mogelijk te beperken. Medewerkers op een project maken afspraken over het zoveel mogelijk gezamenlijk naar de projectlocatie rijden, ook worden ze ingezet op plekken zo dicht mogelijk bij hun woonplaats. In de praktijk blijkt dat medewerkers daardoor, én omdat het sneller is dan met de auto, steeds vaker de fiets pakken. Een ander aspect van de verduurzaming is het stimuleren van werken met milieuvriendelijke en biobased materialen en arbo-vriendelijke apparatuur. Bijvoorbeeld watergedragen verf (gericht op biobased en emissieloos) en schuurmachines met afzuiging. Ook streeft Lind hout daarbij een aantal certificaten na. Afval wordt gescheiden ingezameld en afgevoerd, net als kwasten die niet bruikbaar meer zijn. Verfproducten worden per project ingekocht, en restanten hergebruikt of tot een andere kleur gemengd. Door het resultaatgericht den ken wordt op materialen bespaard door onderhoudsintervallen op te rekken. Dat betekent 46
bijvoorbeeld van 6,5 naar 4,5 keer schilderen in een onderhoudscyclus van kozijnen die gemiddeld veertig jaar meegaan. Het bedrijf werkt nauw samen met partners in de keten, en met het duurzaam bedrijvenpark Lage Meren-Meilust. Het werken volgens verschillende kwaliteitsstandaarden (ISO 9001, VCA**, VGO-keur, BRL 5026, PSO 3 en Politiekeurmerk Veilig Wonen) waarborgt de duur zaamheid van Lindhout. Alle standaarden worden gemonitord door Kiwa. Bij het toekennen van de Groene Pluim, een stimuleringsprijs van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging op het gebied van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen, merkte de jury op ‘dat duurzaamheid bij alle medewerkers van Lindhout tussen de oren zit, dankzij de persoonlijke drijfveer van directeur Gert-Jan Lindhout’. Die medewerkers krijgen jaarlijks een agenda met informatie over de regels hoe te werken, over afspraken, keurmerken, regelingen, beleidsstukken op het gebied van kwaliteit, veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu.
In 2014 won Lindhout Schilder-Vastgoedonderhoud de Nationale Schilders Vakprijs, drie jaar eerder werd het door de stichting Savantis uitgeroepen tot beste leerbedrijf (sector schilderen en onderhoud). Het houdt verband met maatschappelijk verantwoord onderne men, dat het bedrijf hoog in het vaandel heeft staan. Zoals Lindhout haar maatschappelijke betrokkenheid ook toont via het sponsoringsbeleid. Ze steunt bijvoorbeeld het educatief bezoekerscentrum Natuurpodium Brabantse Wal in Bergen op Zoom. ,,De Groene Pluim is geen statisch document, maar een continue procesverbetering om je als onderneming steeds ambitieuzer te blijven verbinden aan de duurzame ontwikkelings doelen’’, zegt Lindhout die trots is op de verlenging die het bedrijf in 2020 kreeg.
ONDERSCHEIDING VOOR DUURZAAM ONDERNEMEN 47
48
Medewerkers in beeld 49
50
Toon Korst schilder, werkzaam geweest van 1971 t/m 2021. 51
52
Jos Lindhout is momenteel de bedrijfsleider die het kantoor aan de Norbartlaan in Roosendaal bezet. Hij stuurt de medewerkers digitaal aan. Korst beschikte over een be drijfsauto en reed van thuis naar de klant. ,,Materialen die ik nodig had, bestelde ik zelf bij een aangewezen leverancier.’’ De automatisering is een verandering die hij ervoer, maar ook op schildergebied stonden de ontwikkelingen niet stil. ,,De grootste verande ring was het overstappen op watergedragen verf. Bij binnen schilderen mag helemaal geen synthetische verf meer worden gebruikt.’’ Dat is ook een goede zaak voor de gezondheid van de schilders, vindt Korst. Hij noemt Lindhout een erg sociale werkgever, bereid om medewerkers te helpen bij financiële problemen of als ze ziek thuis zitten. ,,Er is weinig verloop bij het personeel, dat is een goed teken.’’
Sinds zijn vijftiende werkte Toon Korst bij Lindhout. Het was Willem Smits, zijn overbuurman in Oud Gastel, die hem in 1971 bij het bedrijf haalde. ,,Ik ging iets meer verdienen dan bij mijn toenmalige baas waar ik net zes weken was én had voortaan de zaterdagmorgen vrij’’, zegt Toon die nooit meer wegging en de vijftig jaar heeft volgemaakt. Vorig jaar is hij gestopt. Hij heeft veel in Breda en Etten-Leur geschilderd, vertelt Toon. ,,Toen ik bij Lindhout be gon, werd je met een busje thuis voor de deur opgehaald en afgezet. Nar van Gils reed daar mee. Hij was mijn voorman, van hem heb ik het vak geleerd.’’ De schilders werden onderweg op verschillende plekken afgezet om te gaan werken. Jan van Keep bijvoor beeld was de vaste schilder voor diepdrukkerij Rotogravure in Etten. ,,Lindhout schilder de veel voor bouwbedrijf Sprangers. Grote gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen.’’
Toon Korst “Er is wei n i g verloop bijhet persone el , d a t si nee .neketdeog ’’
Korst noemt het verpleeghuis Lucia in Princenhage, en het verzorgingshuis Elisabeth en Philips in Breda. Hij begon in Tilburg, waar de nieuwbouw van de Hogeschool zowel buiten als binnen geschilderd moest worden. ,,Onder leiding van uitvoerder/bedrijfs leider Jan Rockx heb ik ook heel veel schilderwerk bij particulieren gedaan. Het mooie daarvan is dat de mensen eigen aan je worden.’’ Verder mocht hij aan de woningen van de broers Sprangers en die van de directeuren Van der Steen en Maas schilderen. ,,Dat waren leuke karweien.’’ Brabant Water is een andere klant waar Korst vaak schilderde. ,,Meestal de laatste drie maanden van het jaar. Onderhoud aan gebouwen en leidingen.’’ Toon Korst viel onder de vestiging Roosendaal van Lindhout. ,,Vroeger was die in de Damstraat. Ik kwam daar één keer per jaar, als het wielerronde was in Roosendaal. Dan was de zaak open en dronken we een pilsje.”
53
54
Van begin augustus 1964 (ze was toen bijna 21) tot in 1970 werkte Jeannie op kantoor aan de Zuidsingel, samen met boekhouder Sjaan van Broekhoven. ,,Diens zwager Louis de Rijk, boekhouder bij Klaassen Timmerfabriek, heeft ervoor gezorgd dat ik bij Lindhout op gesprek kon komen. Ik moest een som uitrekenen en ik was aangenomen’’, vertelt ze. Het was voor Jeannie dichter bij huis dan de ijzerhandel in Roosendaal waar ze tot dat moment werkte en waar ze elke dag vanuit Bergen op Zoom met de trein heen ging. Bij Lindhout maakte Jeannie – toen de enige vrouwelijke werknemer – dagen van acht uur ’s morgens tot zes uur ‘s avonds. Ze zat twee halve dagen alleen op kantoor, want de boekhouder ging op dinsdag- en donderdagmiddag naar de vestiging Roosendaal om daar de administratie te doen. ,,Omstreeks 1966 kreeg hij daar van het bedrijf een auto voor, een groene Datsun’’, herinnert ze zich. ,,Op kantoor stonden onze bureaus met de voorkanten tegen elkaar aan.’’ Ze somt op wat haar werkzaamheden waren. ,,Uren controleren in werkboekjes met urenlijst. Data werkboekjes invullen. Weeklijsten typen en narekenen. Vakantiebon nen uitzoeken en bestellen. Alle typewerk voor offertes, brieven, nota’s etc. Facturen inboeken, tweemaal narekenen en opbergen. Kaartenbak van het personeel bijhouden. Glas bij De Waal en Tierolff bestellen, bonnen schrijven. Telefoon en boodschappen aannemen. Lonen klaarmaken en kaarten tellen. Administratie overalls bijhouden. Philips bonnen, bonnen schilders. Boodschappen doen. Formulieren personeel invullen. Facturen narekenen, inkoop en overzicht uren. Nieuwe kaarten maken op einde van het jaar. Giro’s uitschrijven. Brieven sollicitanten beantwoorden.’’
55
Jeannie Mulder
Van het aannemen van de telefoon was ze vrijgesteld als ze de lonen deed. ,,Daar was ik dinsdagmiddag en woensdag de hele dag mee bezig. De boekhouder haalde het geld voor de lonen, en de vakantiebonnen, wekelijks bij de Middenstandsbank. Hij telde het geld en ik deed het in de doorzichtige zakjes met de bonnen er bij. Als we daar mee bezig waren, ging de deur van de werkplaats altijd op slot.’’ Op een gegeven moment administratief medewerkster, werkzaam geweest van 1964 t/m 1970.
Jeannie had respect voor de broers Lindhout, zegt ze. ,,Dat ze erin slaagden om al die mensen aan het werk te houden. Jos Lindhout kon prachtige toespraken houden, hij had de gave van het woord.’’ Hij en zijn broer Hans vergaderden elke maandagmiddag in het privékantoor. ,,Het waren heel harde werkers, die elkaar prima aanvulden en tussen wie nooit een onvertogen woord viel. Zij deden ’s avonds ook nog alle calculaties en het tekenwerk voor de bestekken.’’ Jos deed Bergen op Zoom en Goes, en daar kwam later het provinciehuis in Den Bosch bij, Hans Roosendaal en Zeeuws-Vlaanderen. Na enkele jaren werd een calculator in dienst genomen. Harry Raaijmakers uit Breda was in 1967 de eerste, later kwamen Jos Krijger uit Breda en Thijs Maas uit Roosendaal. Op het kantoor aan de Damstraat 1 in Roosendaal kwam een meisje Bastiaanse uit Heerle in dienst.
De moeder van mevrouw Lindhout kwam dagelijks bij haar dochter op bezoek, behal ve op donderdag. ,,Elke donderdagmiddag kwamen de ouders van Jos Lindhout, uit Oud-Vossemeer, op bezoek. Dat waren schatten van mensen. Ze brachten cake mee, en altijd kwam de oude heer Lindhout op kantoor een praatje maken. Ik zorgde dan ook dat mijn werk zover klaar was.’’ Met een broer van vader Lindhout was er ook contact, want die was vertegenwoordiger bij verfleverancier Herfst & Helder en woonde in Ka pelle. De kinderen van Jos Lindhout - het gezin woonde boven de zaak - kwamen elke ochtend goedendag zeggen op kantoor, als ze door hun vader met de auto naar school werden gebracht. ,,De huidige directeur, Gert-Jan Lindhout, was drie jaar toen ik er kwam werken. Hem moest ik af en toe uit bed halen en dan zat ik er mee op schoot.’’ Lindhout kocht aan de Zuidsingel de aangrenzende woning op nummer 43, waarvan 56
werd overgestapt op uitbetalen per vier weken. ,,Op 24 april 1967 heb ik voor het eerst vier weken loon uitgerekend. Toen moesten er giro- en bankrekeningen komen van de Toos,medewerkers.’’dedochter van Willem van Elzakker die bij Lindhout voorman was op Vrederust, was de huishoudelijke hulp van mevrouw Lindhout. Zij maakte wekelijks op dinsdagmid dag de kantoren schoon. ,,En als ze ziek was, deed ik dat. Toen Toos er mee stopte, ging Jeanne Veraart dat doen’’, zegt Jeannie. Januari was voor Jeannie een drukke maand met veel overwerk, dan werden de loonlijs ten van het afgelopen jaar geteld. ,,Mijn liefde voor de sociale zekerheid is bij Lindhout begonnen’’, zegt ze. Van elk personeelslid was er een kaart waarop allerlei relevante gegevens werden bijgehouden. Er waren nieuwbouwschilders en huisschilders in dienst. Een aantal werkte vanuit Bergen op Zoom, een ander deel vanuit Roosendaal. In de werk plaats aan de Zuidsingel was, rechts naast de deur van het kantoor, een loketje met bel. Daar konden de schilders na hun werk met vragen komen, om papieren in te laten vullen en Hetdergelijke.bedrijfkende al voor 1964 een winstuitkering, 18 procent van de winst kwam ten goede aan het personeel. ,,Jos Lindhout had daar contact over met iemand van de Sociaal-Economische Raad.’’ Tijdelijke krachten werden ook ingehuurd, onder meer uit de omgeving van Raamsdonksveer.
Jeannie herinnert zich allerhande details. Dat bloemenzaak Dries uit de Zuivelstraat elke maandag fresia’s bezorgde voor kantoor, die zij dan steeds water moest geven. ,,Elke dag om tien uur ’s morgens was er koffie, ’s middags om drie uur thee en om half vijf weer koffie. Lekker sterk, met warme melk. Mevrouw Lindhout riep me dan via een inter com om ze te komen halen. Haar man dronk altijd thee met maar een druppeltje melk.’’
Jeannie Mulder de verbouwing tot kantoor in 1969 rond de herfstvakantie gereed was. ,,Er werd een kleurenadviseur van Sikkens bij ingeschakeld. ’t Was prachtig’’, zegt Jeannie. Zij kreeg les van een dame uit Nuenen om het bedienen van de telefooncentrale die daar in gebruik werd genomen, onder de knie te krijgen.Na zoveel jaren herinnert Jeannie zich nog heel wat over medewerkers van het bedrijf en karweien die uitgevoerd werden. ,,Toen ik bij Lindhout begon, was Piet Dietvorst de uitvoerder. De zusterflat van het ABG aan de Zuidoostsingel werd geschilderd, later ook de Warandeflat en ziekenhuis Lievensberg. En ook in Goes waren er twee ziekenhuizen die Lindhout schilderde: Sint Johanna en Bergzicht.’’ In Zeeuws-Vlaanderen werkte D. Antheunis als uitvoerder, en daar was De Block een schilder die maar één arm had. ,,Hij kon schilderen als de beste.’’ Jeannie weet nog dat de voormalige gemeente Dinteloord, een van de opdrachtge vers van Lindhout, haar huurwoningen erg goed onderhield. ,,Zo goed deden ze het nergens.’’ En dat Jos Lindhout er trots op was dat hij het schilderwerk mocht verzorgen van het provinciehuis in Den Bosch. ,,Hij liet een advertentie in de krant zetten: Eervolle opdracht voor Bergs bedrijf.’’
“Dat ze e r i n slaagdenom aldie men s e n a a n teh etkrew neduoh
” 57
En ze weet te vertellen dat het eerste bedrijfslogo is ontworpen door iemand bij druk kerij Van Poll-Suijkerbuijk in Roosendaal. Waar Jeannie goede herinneringen aan heeft, zijn de vele activiteiten die de personeelsvereniging organiseerde. Jaarlijks was er een feestavond in de Hollandsche Tuyn in Bergen op Zoom. ,,Daar werd van alles gedaan, sketches en toneelstukjes opgevoerd. En het was allemaal buitengewoon goed gere geld.’’ Dat geldt ook voor de bustrips die gemaakt werden. Van twee ervan heeft Jean nie destijds verslagen geschreven, die ze altijd heeft bewaard. In 1965 een tweedaags uitstapje naar Duitsland, in 1967 naar Parijs. Ze is eind januari 1970 bij Lindhout gestopt omdat ze in verwachting was.
Guust Lazaroms
De projecten zorgen voor de winst, de klantenschilders zijn er voor de naam van het bedrijf. Dat zegt Guust Lazaroms, die vijftien jaar bedrijfsleider was van Lindhout Bergen op Zoom en daarvoor dertig jaar bij de vestiging Roosendaal werkte. Lazaroms was zeventien toen hij in 1967 bij ‘baas Hans’ Lindhout begon. ,,Mijn eerdere werkgever had te weinig werk. Een oud-klasgenoot van de ambachtsschool werkte bij Lindhout, die bovendien iets meer loon betaalde. Het bedrijf had toen al zeventig tot tachtig man in dienst.’’ De Roosendaler was ambitieus, maar zijn nieuwe baas zag er wei nig in. ,,Van meet af aan wou ik hem laten zien dat hij het mis had. Dat heeft in heel mijn carrière een rol gespeeld’’, legt Lazaroms uit. ,,Baas Hans heeft uiteindelijk zijn ongelijk moeten erkennen en toonde vervolgens respect.’’ Het duurde tien jaar voor Lazaroms opklom tot voorman. Hij kreeg als ‘schone schilder’ de leiding bij het schilderen van de nieuwbouw van het Stadskantoor en het Gertrudislyceum in Roosendaal. ,,Ik was het zat.
Lazaroms groeide door tot meewerkend uitvoerder en kreeg de verantwoordelijkheid over heel grote projecten zoals ziekenhuizen in Terneuzen en Vlissingen. Bij General Elec tric Plastics in Bergen op Zoom had hij op enig moment dertig schilders aan het werk. ,,En toch eiste de toenmalige bedrijfsleider dat je tussen de schilders ging staan om te laten zien hoeveel je kon smeren.’’ Hij vertelt dat er constructieschilders uit Geertruidenberg waren gehaald. ,,Die kregen meer betaald, maar de ploegjes ‘gewone’ schilders maakten méér werk.’’ Dat soort zaken bracht Lazaroms wel naar voren: ,,Ik heb nooit de baas naar de mond kunnen praten.’’ Een voorman/uitvoerder kreeg een begroting mee en werd daarop gewaardeerd, maar volgens hem zei dat niet alles. Werken die hij deed, waren bijvoorbeeld woningen van corporaties in Goes en Middelburg, het EKP en het PTT-dis trictskantoor in Roosendaal, en de Hogeschool en St. Joost in Breda. Hij legt uit dat er veel is veranderd in het schildersvak. Zo is plamuren te duur geworden. Behangen en glas plaatsen is specialistenwerk geworden. Imitatiehout- en marmerschilders moet je met een vergrootglas zoeken. Veel van de betere schilders zijn zzp’er geworden, zegt Lazaroms. ,,Niet geheel onbegrijpelijk, want met een ‘ouderwetse’ inzet kun je prima projectleider, werkzaam geweest van 1967 t/m 2012.
Deed het werk van een voorman, maar werd zo niet gewaardeerd.’’ Baas Jos Lindhout zag wél de capaciteiten van zijn medewerker. ,,Die zei: Je hebt een stijgende lijn tot voorman. Maar daar moet het niet bij blijven.’’
58
Toen ik begon, zaten we te eten op een stuk karton of op een emmer, in iemands schuurtje - Guust Lazaroms 59
De arbeidsomstandigheden zijn sterk verbeterd. ,,Toen ik begon, zaten we te eten op een stuk karton of op een emmer, in iemands schuurtje. En als je naar het toilet moest, vroeg je dat bij degene waar je aan het werk was.’’ Later kwamen er mobiele keetjes en toiletten, maar je handen wassen deed je nog steeds met terpentine. ,,In de vorstverlet zat je bijna nooit. Ik heb wel eens meegemaakt dat een schilder bevroren vingers had. En opslagloodsen in de haven van Ant werpen moesten we schilderen bij een temperatuur van twaalf graden onder nul. Toen heb ik de baas gebeld!’’ Anderzijds wordt er nu heel anders gewerkt. ,,Vroeger had iedere zelf standige schilder een eigen kwastenpot.” Hij was zuinig op zijn kwas ten, maakte ze goed schoon. ”Als je dan ziet wat er tegenwoordig aan kwasten wordt weggegooid! Maar waarschijnlijk is dat goedkoper.’’ Op een gegeven moment zijn ISO 2000 en VCA in het bedrijf ge introduceerd. Met name Thijs Maas, die Hans Lindhout in de jaren negentig opvolgde als directeur, ging daarmee aan de slag. Die kwa liteits- en veiligheidscertificering werd door bepaalde grote klanten ook geëist. ,,Met ISO zijn we anderhalf jaar bezig geweest. Het kostte veel geld en het bleek dat Lindhout er eigenlijk al aan voldeed. Met uitzondering van het noodzakelijke invullen van allerlei formulieren.’’
VCA bracht wel veel verandering, zegt Lazaroms. ,,Op het gebied van de persoonlijke bescherming van de schilders kwamen er zaken als winterkleding, handschoenen, mondkapjes en veiliger klimmateriaal.’’
Met zijn achtergrond als afdelingsbestuurslid van de Bouw- en Hout bond FNV erkent hij het belang ervan. Toen in Bergen op Zoom Frans Hommel als bedrijfsleider met pensi oen ging, nam de bedrijfsleider van Roosendaal, Jan Roks, diens func tie over. Guust Lazaroms kreeg de leiding in Roosendaal. ,,Maar Jan was doodongelukkig in Bergen op Zoom en na een half jaar hebben we geruild.’’ Voor Lazaroms was het een uitdaging. ,,Eigenlijk was je projectleider, je deed ook de financiële afhandeling. Toen ik in Bergen kwam, merkte ik dat er tussen de twee vestigingen concurrentie was in de productie.’’
In zijn nieuwe functie zat Lazaroms op kantoor tegenover Gert-Jan Lindhout, de latere directeur. ,,Hij deed de calculaties en het klan tenwerk, ik de projecten. Ik was meer met productie en winst bezig, dan met de klanten.’’ In zijn dertig jaar als uitvoerder en projectleider maakte Lazaroms bijna altijd winst, zegt hij. ,,Zelfs bij een politiebu reau in Prinsenbeek dat in de wintermaanden, ver onder de prijs, was Hijaangenomen.’’wasaltijdbezig met verdienen. ,,Dit mocht niet ten koste gaan van de kwaliteit, maar met goede werkvoorbereiding en het beperken van faalkosten kom je heel ver.’’ Voordeel was dat er veel collega’s waren met dezelfde instelling. ,,Deze instelling verandert na iedere 60
concurreren met bedrijven. De eerste generatie schilders ging naar de schilderschool in Essen. Dat zijn nu restaurateurs.’’
61
”.jimtemtaagdeogkoo
Hij noemt de bijzondere winstdelingsregeling die het bedrijf kent. ,,Twee procent van de winst werd in een pot gestopt en later een vast bedrag. Dat is geld van het personeel. Het personeel krijgt een winstuitkering. Mocht er onverhoopt geen of te weinig winst behaald zijn, dan komt de uitkering uit deze pot. Ook wordt deze pot gebruikt om de WW-uitkering tot honderd procent aan te vullen, van schilders die in de winter naar huis moeten omdat er te weinig werk is en die vervolgens terugkeren’’, legt Lazaroms uit.
generatie.” Zoals een schilder laatst opmerkte: “Guust is van het oude type.’’ Iets wat Lazaroms ook vond van de generatie daar voor. Ook het herstellen van slecht uitgevoerd werk is hem, op enkele kleinighe den na, vreemd. Het bedrijf stond goed bekend bij opdrachtgevers. ,,Ik wilde winst maken voor mijn baas. Mijn drijfveer was dat wanneer het dit bedrijf voor de wind gaat, het ook goed gaat met mij. Je bent onderdeel van een team dat goed presteert.’’ Hoewel hij niet bij iedereen in het bedrijf even populair was, kreeg de Roosendaler wél het respect voor wat hij presteerde. Dat de presentatie van personen en bedrijven in toenemende mate belangrijker wordt gevonden dan de prestatie, vindt hij een kwalijke zaak. Lazaroms heeft bij Lindhout alleen goede en minder goede bazen meegemaakt; geen slechte dus. Over de toewijding van de huidige directeur Gert-Jan Lindhout is hij duidelijk: ,,Dat nog steeds de naam Lindhout op de gevel staat en het bedrijf nog altijd een goede naam heeft in West-Brabant en Zeeland, komt door hem.’’
Dat hij zo lang bij Lindhout heeft gewerkt – en het bedrijf kent veel medewerkers met een langdurig dienstverband – heeft er volgens Guust Lazaroms alles mee te maken dat hij, zoals veel anderen, een type is dat vastigheid zoekt. En dat bij Lindhout alles goed is gere geld, speelt ook mee. ,,Het bedrijf kent geen schulden. Alle lonen werden steeds op de dag af betaald. En nota’s binnen drie dagen overgemaakt.’’
“Mijn drijfveer: wann e e r het dit bedrijf voor d e wi n d g a a ,t teh
Hij is een jaar of tien, twaalf voorzitter geweest van de personeels vereniging. ,,Die organiseerde onder meer reisjes. Vroeger was er jaarlijks een groot personeelsfeest in de Hollandsche Tuyn in Bergen op Zoom. Daar werden de jubilarissen in het zonnetje gezet. Zij kre gen een door Toon Brouwers geschilderde karikatuur van zichzelf. Die brachten ze de volgende jaren mee en werden dan in de zaal opge hangen.’’ Tegenwoordig is er een barbecue voor personeelsleden en oud-personeelsleden met aanhang net voor de zomervakantie.
62
,,Moest ik een punt van waardering geven, dan zou ik zeggen: een negen.’’ Goof Franken kan het schildersvak nog niet loslaten, ondanks dat hij al meer dan tien jaar gepensioneerd is. Hij leest vakliteratuur over oude technieken. Is lid van de Studieclub Schil ders Zuidwest en bezoekt bijeenkomsten zoals de Landelijke Schildersdag. Bij Lindhout bracht hij, als praktijk- en leerlingbegeleider, zijn kennis over op anderen. ,,De consulenten van de vakopleiding kwamen op het werk kijken en dan moest jij maken dat de leerling zijn opdrachten uitgevoerd had. Vroeger waren er overal in de regio technische scholen. Nu zijn er nog vakopleidingen in Goes en Breda; het Spos (Samenwerkingsver band praktijkopleiding schilderen) waar leerlingen in de wintermaanden naar toe gaan.’’
Schilderen is een mooi ambacht, maar het werk is best zwaar. Toen Goof Franken na 39 jaar bij Lindhout kon stoppen met werken, aarzelde hij dan ook geen moment. Zijn oud-werkgever is altijd een goed bedrijf geweest. En nog, zegt Franken.
De Bergenaar prijst de instelling bij Lindhout om veel te doen aan de vakopleiding. ,,Medewerkers kunnen allerlei opleidingen volgen als ze dat willen.’’ Omdat de ont wikkelingen in het vak niet stilstonden, was er ook altijd aandacht voor bijscholing. En verder liep het bedrijf voorop bij het behalen van de ISO- en VCA-certificering. ,,De directie was er voor te porren. Bij klanten als General Electric Plastics en de vliegbasis Woensdrecht kwam je zonder VCA niet binnen. Dus moest iedereen dat halen; we gingen er voor naar de streekschool.’’
Zijn hele loopbaan is Franken schilder gebleven. ,,Ik heb altijd in grotere ploegen gewerkt, met tien tot vijftien collega’s. Vaak was ik dan de tweede man. Leidingge ven, daar was ik de man niet voor.’’ Zijn eerste karwei bij Lindhout was de fabriek Synthese, daarna kwam de verpleegstersflat Fabiola bij ziekenhuis Lievensberg. Een jaar of vier werkte Franken in Geertruidenberg, bij de PNEM. ,,Met Gerrit Duine en Rinus de Krom. Er stonden 150 dienstwoningen, en kantoren. De PNEM-mede werkers mochten om de drie jaar de woonkamer en om de vijf jaar de slaapkamer laten behangen. Daarnaast voerden we periodiek onderhoud uit.’’ Op een gegeven moment nam Lindhout constructieschilders over van een ander bed rijf. ,,Toen werk te er 35 man in Geertruidenberg en 35 man bij General Electric. Het waren gouden tijden.’’ Al het reilen en zeilen komt neer op de mensen die de productie moeten maken vult hij aan. schilder, werkzaam geweest van 1967 t/m 2006.
Goof Franken
Bijzondere werken noemt hij het Zeeuws Archief in Middelburg, deels een monumentaal pand, waar hij anderhalf jaar bezig was. Verder de nieuwe rechtbank in de Zeeuwse hoofdstad, de imposante villa van een directeur van General Electric in het Belgische Brasschaat en een school in Deurne bij Eindhoven. Op de vliegbasis Woensdrecht schilderde Lindhout de gebouwen en kelders voor de kruisraketten die daar zouden komen. ,,Je had twee pasjes nodig – een Nederlands en een Amerikaans – om binnen te komen en weer naar buiten te kunnen. Op een keer kon Frans Hommel niet weg omdat hij zijn pasje kwijt was.’’
Ik heb overal in Zeeland gewerkt, behalve op Schouwen-Duiveland.’’
De activiteiten van de personeelsvereniging, zoals biljarten en voetbal, boeiden de Bergenaar niet zo. ,,Ik was meer van de serieuze kant. Maar met de reisvereniging ging ik wél mee.’’
Franken schilderde ook veel wooncomplexen van woningcorporaties. ,,Voor RWS in Goes, maar ook in Middelburg en Zeeuws-Vlaanderen.
Samenwerking had Lindhout al vroeg hoog in het vaandel staan. ,,Jos Lindhout hield iedereen te vriend’’, zegt Franken. Op een gegeven mo ment verbreedde het bedrijf het takenpakket. ,,Hans Lindhout zei: ‘Een schilder is geen schilder meer’. We gingen ook hout- en betonreparatie doen. En Indigo kwam tot stand, een samenwerking op het gebied van planmatig onderhoud.’’ Allemaal om voldoende werk te houden, want schilderwerk werd – als gevolg van regelgeving – steeds duurder. Binnen het bedrijf werd een VGM-commissie opgezet, die zich bezig hield met veiligheid, gezondheid en milieu. Goof Franken was er actief in. ,,Later is de W van welzijn er nog bijgekomen’’, weet hij.
63
Herinneringen heeft hij vanzelfsprekend genoeg aan zijn werkzame leven. Zoals de oliecrisis in 1973, toen er een extra voorraad verf werd aangelegd uit angst voor een tekort. En benzinebonnen werden ge spaard om ervan verzekerd te zijn dat het werk kon doorgaan. Franken noemt ook de tweede prijs die collega Corné Stolwerk won bij een lan delijke beroepenmanifestatie. ,,Hij ging op de foto samen met koningin Beatrix.’’ Stolwerk is inmiddels bijna 43 jaar in dienst bij Lindhout.
voorman, werkzaam geweest van 1966 t/m 2013.
Werkte bijvoorbeeld onder Jan Hage, die al een auto had, in Dinteloord. ,,Toen die zijn veertigjarig dienstverband vierde, kreeg hij een kleurentelevisie als cadeau’’, weet Adrie nog. Jos Lindhout had beloofd hem uit militaire dienst te houden en dat lukte. ,,Dan moest ik wel zes jaar lang voor hem blijven werken.’’
Adrie Bogers
In die tijd was de centrale verwarming in opkomst. Woningbouwverenigingen lieten Van Loon en Smits radiatoren plaatsen in hun huurwoningen. Ze moesten alle maal gespoten worden, wat Lindhout veel werk opleverde. De broers Jos en Hans Lindhout hadden elk een ploeg schilders, respectievelijk in Bergen op Zoom en in Roosendaal. ,,Als het in Roosendaal druk was, moesten wij vanuit Bergen op Zoom bijspringen.’’ Piet Hees was de man die de schilderploegen van materialen voorzag. ,,Daar had hij het druk mee, hij moest zestig tot zeventig schilders bevoorraden. Tussendoor deed hij andere karweien, zoals plafonds witten.’’
Adrie actief in de personeelsvereniging en de ondernemingsraad. ,,Ik kwam van de lts in mijn woonplaats en kreeg op het arbeidsbureau een lijstje met bedrijven die personeel zochten. Lindhout zat om mensen te springen’’, vertelt Adrie. ,,Op een zaterdagochtend ging ik er solliciteren en ben tegelijk met twee andere collega’s begonnen.’’ De Warandeflat in Bergen op Zoom was zijn eerste karwei, hij schilderde daar drie maanden. Vervolgens is hij ingezet bij klantenwerk.
Adrie Bogers uit Ossendrecht was nog net geen vijftien jaar toen hij op 1 augustus 1966 bij schildersbedrijf Lindhout aan de slag ging. Hij zou er 47 jaar blijven en ging in 2013 in de vut. Naast zijn werk als schilder, en later meewerkend voorman, was
64
De flats aan de Bunthof en Groeshof in Bergen op Zoom schilderde Adrie, maar ook bij bedrijven als Bruynzeel, Akzo, Philip Morris en General Electric Plastics. ,,Bij siga rettenfabriek Philip Morris gingen we in het begin vaak op zaterdag aan de slag. Dan lag de productie in de fabriek stil. Want de verflucht – watergedragen verf werd nog niet gebruikt – sloeg op de tabak.’’ Cirkels schilderen op het vliegveld bij Woens drecht heeft Adrie ook gedaan. ,,Ik heb in Zeeuws-Vlaanderen en elders in Zeeland gewerkt voor Lindhout, maar het meest in Bergen op Zoom.’’ Adrie vertelt dat er in de zomer dagelijks een half uur langer werd gewerkt en dat die uren werden opge nomen in de periode tussen half oktober en eind maart.
65
Van zichzelf weet Adrie dat hij als meewerkend voorman geen gemakkelijke was voor zijn Adriemensen.waseen aantal jaren actief in de personeelsvereniging, waar de medewerkers maandelijks een verplichte bijdrage aan betaalden. ,,Een jaar lang heb ik geprobeerd om het Sinterklaasfeest van de grond te krijgen en uiteindelijk lukte dat. Een jaar of vier, vijf speelde ik zelf voor Sinterklaas, daarna gaf ik die rol uit handen’’, vertelt Adrie. Het bedrijf kende een visclub, biljartclub, reisvereniging en een voetbalelftal. ,,Dat speelde wedstrijden tegen andere bedrijfsteams, zoals aannemersbedrijf De Kok en aanne mersbedrijf Sprangers. Die wedstrijden waren op zaterdagmiddag op het terrein van Vrederust.’’ Ook was er een bulletin dat maandelijks verscheen.
Het bedrijf was lang aan de Zuidsingel gevestigd, waar Jos Lindhout boven de werkplaats zijn kantoor had en een spreekkamer. Op een gegeven moment is er tegenover een pand aangekocht, van Van Dijck Petit, dat werd gebruikt voor de opslag van materialen. De verhuizing, in de jaren tachtig, naar de Ravelstraat was een hele overgang, zegt Adrie. ,,Maar wel en heel goede.’’ Het pand van de failliete borstelfabriek van Verberkmoes werd aangekocht en verbouwd. ,,Iedereen heeft er een eigen plek. En je zit direct aan de uitvalswegen van de stad.’’ Na het overlijden van Jos Lindhout werd zijn broer Hans directeur. ,,Het waren twee verschillende karakters, maar het is goed gekomen.’’ In het groeiende bedrijf kwamen meer leidinggevenden. Jos Krijger werd aangetrokken als projectleider, toen die vertrok is Frans Hommel (eerder voor het bedrijf naar Zeeuws-Vlaanderen gegaan nadat Philips daar een fabriek bouwde) hem opgevolgd. ,,Die werd als het ware voor de leeuwen ge worpen. Dat was voor hem niet gemakkelijk.’’ Hans Lindhout kreeg Thijs Maas naast zich als adjunct-directeur, en Gerrit van Tongeren was verantwoordelijk voor de financiële administratie en personeelszaken. Maas kwam als calculator bij het bedrijf binnen. Adrie noemt ook Ruud de Bruin die in deze functie werkzaam was. Op een gegeven moment kreeg Adrie van Hans Lindhout de mededeling dat ze hem meewerkend voorman wilden maken. ,,Eigenlijk werd ik zo al gebruikt, want ik werkte al met drie tot vijf mensen bij me. Als leidinggevende was ik het aanspreekpunt voor zowel de klant als voor Lindhout.’’ Adrie werd verantwoordelijk voor het in goede banen leiden van de karweien die hij met zijn ploeg uitvoerde. ,,Je kreeg het aantal werkbare uren mee. Als iets niet op tijd klaar was, werden we daar eigenlijk nooit op afgerekend.’’
De personeelsvereniging verzorgde ook de kerstpakketten. ,,Die pakten we altijd zelf in, dat was een stuk goedkoper. Dan ontmoette ik Els, de dochter van Hans Lindhout, die in Roosendaal op kantoor zat.’’
Verder was er het jaarlijkse bedrijfsfeest. Dan mochten de medewerkers op vrijdag rond de middag naar huis. Ze kwamen met eigen vervoer naar de feestlocatie, maar werden ’s nachts met een bus van fa. Van de Klundert thuisgebracht. ,,Dat was voor die tijd best bijzonder’’, meent Adrie. De feesten waren prima verzorgd, met een diner of een koud buffet. ,,Daar werd nog wel een half jaar over gesproken.’’
Als iets niet op tijd klaar was, werden we daar eigenlijk nooit op afgerekend.
- Adrie Bogers 66
Wat Adrie betreft ging het er, zeker in zijn beginjaren, gemoedelijk aan toe bij Lindhout. ,,De bazen werden bij de voornaam genoemd. Maar je moet als medewerker natuurlijk wel altijd weten waar je staat.’’ Hij typeert Lindhout als een erg sociaal bedrijf. Toen hij 59 was, ging hij een dag minder in de week werken. In 2013 kreeg hij gezond heidsproblemen en stopte vervroegd. ,,Op mijn laatste werkdag heb ik nog drie ribben gebroken’’, vertelt Adrie over zijn afscheid. ,,Ik was, met een corsage op mijn overall, een voordeur met boven- en zijlicht aan het schuren. Bij het verzetten van de trap sloeg deze om en ik viel er bovenop.’’ Van oud-directeur Hans Lindhout kreeg Adrie een handge schreven brief toen hij stopte. ,,Dat was heel mooi.’’ Jaarlijks maakt hij gebruik van de uitnodiging voor de bedrijfsbarbecue voor de zomervakantie, om oud-collega’s nog eens te ontmoeten.
Op 1 januari 1971 werd de Wet op de ondernemingsraden van kracht. Ook Lindhout kreeg een ondernemingsraad. Deze behartigt de belangen van het personeel en praat mee over bedrijfseconomische beslissingen. Adrie Bogers was er twaalf jaar lid van. ,,Eerst gewoon lid, met Ger van Tongeren als voorzitter. Toen bedacht Hans Lindhout dat ik wel voorzitter kon worden en dat ben ik negen jaar gebleven. Terwijl een OR-lid eigenlijk na zes jaar opgevolgd moest worden door een ander.’’ In die OR moest de directie openheid geven over wat er met het bedrijf werd verdiend. ,,Dat vond Hans niet prettig, maar na één jaar was hij daar overheen.’’ Hoewel er wel eens harde noten zijn gekraakt, hadden de werknemers van Lindhout nooit te klagen, vindt Adrie. ,,We hadden alles: bedrijfskleding zoals een overall, doorwerkjas, truien en T-shirts. Ook voor het loon hoefden we nooit de barricaden op en de vakantiebonnen waren er altijd. Dat was allemaal goed geregeld. Iemand van de vakbond was ook altijd welkom bij de directie.’’ Op een gegeven moment werden de OR-leden gebeld voor een ingelaste vergadering. ,,Hans Lindhout deelde mee dat hij als directeur ging stoppen. Hij had Thijs Maas op het oog als zijn opvolger. Deze stopte op zijn beurt toen hij zestig werd. Daarna is Gert-Jan Lindhout algemeen directeur geworden.’’
67
68
69
Adrie
Eigenlijk wilde de jonge Adrie Leenaerts na de ambachtsschool naar de kunstacademie, want tekenen en schilderen was zijn grootste hobby. ,,Maar dat ging thuis niet door.’’ Zijn vader, die timmerman was bij aannemer Geerdink, raakte op een dag aan de praat met de oude heer Lindhout en van het een kwam het ander. Adrie zou 45 jaar bij het schildersbedrijf werken. “Ik heb alle facetten in het bedrijf gehad, en heb er geen spijt van’’, zegt hij. uitvoerder, werkzaam geweest van 1967 t/m 2012.
Hij vertelt over de bouw van General Electric in Bergen op Zoom. ,,We moesten het stalen karkas van de bouw in de menie zetten, gronden en lakken. Een groot werk. Frans Hommel bracht voortdurend kruiwagens vol verf aan. En wij moesten, als we bovenin de constructie zaten, verplicht een gordel aan en een helm op.’’ Voor het schilderen van een flat aan de Vijverberg is een keer een ladderwagen van de brandweer ingezet. ,,Steigers hadden we toen niet. We bonden simpelweg een aantal lange ladders aan elkaar. Maar sommige dakpunten waren nog te hoog.” Via een kennis bij de brandweer regelde Jos Lindhout een ladderwagen. ,,Ik moest er zelf mee omhoog, de collega’s zagen het niet zitten.’’
Leenaerts
De Hoogerheidenaar begon als vijftienjarige bij Frans Hommel, een project van honderd vijftig woningen om het Zilverschoonplein in Bergen op Zoom die geschilderd moesten worden. ,,Ik wilde wel en het ging best goed’’, zegt hij. Ook onder Gerrit Duine en Willem Elzakkers werkte hij. ,,Ik mocht bij elke uitvoerder in de keuken kijken.’’ Na zestien maan den militaire dienst kon Leenaerts terugkomen bij Lindhout. In het Schelde-Rijnkanaal werden de Kreekraksluizen gebouwd en samen met Jos Goossen schilderde hij er de pompkelders en dienstgebouwen. ,,Ook zeven kilometer stalen hekken, die hebben we drie keer geschilderd.’’
,,Mijn mooiste project was het Van de Perrehuis in Middelburg. Dat was restauratie. Met bladgoud, imitatiemarmer en behang op jute.’’ Leenaerts stond er met een restauratiearchi tect een hele week te ‘krassen’ om de oude verf- en behanglagen terug te halen in verband met een kleurenonderzoek. ,,Ik heb dikwijls met klamme handen gestaan. Dan moest ik zelf lijnolieverf gaan mengen om de juiste, oude kleur te krijgen. Rollen behang werden in Engeland besteld.’’ Het karwei vergde een jaar.
“Hetwaseen goede w erkgever , ikheb nooit prob l e m e n g e .dah ” Adrie Leenaerts 70
- Adrie Leenaerts 71
Een bijzonder project was verder de vliegbasis Woensdrecht, waar in de jaren tachtig kruis raketten zouden komen. ,,Met tien man schilderden we, voor de Amerikanen, alle gebou wen en bunkers. Onze ploeg werd gescreend en we reden er heen met een bus voorzien van een kenteken van defensie en zonder de bedrijfsnaam erop. Want aan de poort ston den elke dag actievoerders van Komitee Kruisraketten Nee en die noteerden alle kentekens van voertuigen die de basis op en af reden. We waren net met de laatste bunker klaar, toen alles werd afgeblazen. Een paar weken later moesten we alles in een andere kleur schilde ren voor het weerstation dat er werd gevestigd.’’ Op Vrederust leerde Leenaerts bij Piet Dietvorst op hoogte werken (met hang- en opbouwsteigers). Hij moest er met vijf of zes collega’s een flat afmaken. Daarna gingen ze naar een nieuwbouwproject van aannemer Winters in Breda. Leenaerts nam de taak van de zieke Dietvorst over. ,,Dat viel niet mee, met schilders die een stuk ouder waren dan ik. Ik was volwaardig voorman.’’ Hij stroomde door naar uitvoerder en deed grote projecten met vijftien tot twintig schilders. ,,Ik volgde ondertussen allerlei cursussen: Engels, speciaal behang plakken, omgaan met zieke werknemers, ISO.’’ Samen met Ger van Tongeren hielp Leenaerts de onderne mingsraad oprichten. ,,Dat was een voorwaarde voor de ISO-normering.’’ Hans Lindhout was toen directeur. Na twee jaar voorbereiding was Leenaerts twee perioden OR-lid. ,,Ik was onafhankelijk, want ik was geen lid van de vakbond. Moest dus mijn eigen stemmen winnen.’’ In zijn loopbaan maakte hij vier directeuren Lindhout mee. ,,Ze waren allemaal verschillend.’’ Naast het werk was Leenaerts keeper in het voetbalelftal van het bedrijf. ,,Frans Hommel speelde erin mee en Toontje Jacobs die bij Alliance voetbalde. We hadden best een goed team.’’ Er werden wedstrijden gespeeld tegen relaties; teams van aannemers, fabrieken en de marechaussee. ,,We zijn eens met een bus naar Brasschaat gegaan om tegen het team van een kozijnenfabriek te spelen. Bij de rust stonden we 5-0 achter. ‘Winnen of gelijkspe len, iedereen een vrije dag!’ riep Hans Lindhout. En in de laatste minuut maakten we 5-5. Dat heeft Lindhout geld gekost’’, vertelt Leenaerts lachend. De voetballers speelden later in de zaalcompetitie in Roosendaal. ,,Voor de beker moesten we tegen ’t Ankertje, dat waren Alsprofs.’’uitvoerder werkte de Hoogerheidenaar een lange periode in Zeeland, met name voor woningbouwcorporaties en ziekenhuizen. ,,Op bedrijventerrein De Poel bij Goes had Lind hout een werkplaats met een kantoortje. Tegenwoordig zijn er vestigingen in Terneuzen en Breda.’’ Dat viel niet mee, met schilders die een stuk ouder waren dan ik.
Carola Valkenburg
72
Vier jaar lang werkte Carola vier dagen en ging één dag naar school (het Markiezaat Colle ge in Bergen op Zoom en het Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Schilderen in Goes) voor het gezeldiploma. ,,Tegenwoordig gaan de leerlingen in de wintermaanden om de week naar school. Daar leren ze dan de technieken die minder vaak voorkomen: behangen, glas zetten en spuiten.’’ Bij vakwedstrijden wist ze ooit een keer derde van Nederland te Naworden.deopleiding ging Carola als zelfstandig schilder aan de slag. Ze is een van drie, vier schilders die voornamelijk particuliere woningen schilderen. En dat altijd in Bergen op Zoom en omstreken. ,,Daar werk ik 80 procent van de tijd. Ik heb heel wat gevels in de bin nenstad geschilderd.’’ Als er ’s winters minder particulier werk is, wordt ze ook wel op grote projecten gezet. Maar daar wordt ze niet echt vrolijk van.
Ten Hove, Jos Goossen, Kees Franken en Rinus de Krom noemt ze als collega’s die haar begeleidden. ,,Toen mocht je nog echt mooi werk maken; deuren helemaal plamuren en schilderen met de kwast.’’ Carola leerde van die ‘oude mannen’ écht het schildersvak, vindt ze. De begeleiding bij Lindhout is prima. ,,Daar heb ik geluk mee gehad. En sinds een paar jaar ben ik zelf leermeester. Dat is erg leuk om te doen.’’
Jarenlang werkte Carola alleen, maar op den duur vond ze dat maar niks. ,,Sinds twee jaar vorm ik een team samen met Samantha, de andere vrouw die hier als schilder werkt.’’ Het bevalt ze allebei prima, zegt ze. En het werk is ook leuk. ,,Je stapt het leven van mensen binnen, krijgt hun vertrouwen. Er zijn klanten waar je elk jaar komt. Bij anderen kom je na een paar jaar terug en dan kennen ze je nog. Soms vragen klanten speciaal naar ons’’, legt ze uit. Ze is zich terdege bewust dat de klanten betalen voor kwaliteit, maar dat neemt niet schilder, werkzaam van 2001 tot heden.
Carola Valkenburg is een van de twee vrouwen die als schilder bij Lindhout werken. Ze liep er als veertienjarige vmboleerling stage en kon naderhand bij het bedrijf aan de slag. Carola werkt voornamelijk bij particuliere klanten en heeft daar plezier in. ,,Van werken op grote projecten word ik niet gelukkig’’, zegt ze. Op de middelbare school koos Carola de richting schilderen en tekenen, en daar heeft ze nooit spijt van gehad. Werken met haar handen is wat ze graag doet. Voor haar stage kreeg ze destijds Henk ten Hove als leermeester. ,,Een heel rustige man, die me het vertrouwen gaf en waarvan ik alle voorkomende werkzaamheden mocht doen.’’ Het beviel prima en na het behalen van haar vmbo-diploma kwam ze als leerling bij het schildersbedrijf in dienst.
weg dat het werk binnen een bepaalde tijd moet gebeuren. Er is een zekere tijdsdruk. Ze heeft wel de ervaring dat ze zich in het verleden méér moest bewijzen; tegenwoordig wordt een vrouw als schilder veel meer als normaal beschouwd, vertelt Carola. Ze moet hetzelfde werk doen als haar mannelijke collega’s: van verf bestellen, steigers opbou wen tot werken met hoogwerkers. ,,Onze magazijnman Huub zet voor een karwei alle benodigde materialen klaar en brengt ze ter plekke. Wij rijden dan van thuis meteen naar het adres waar we aan de slag moe ten’’, beschrijft ze de werkwijze. Wat haar betreft wordt er soms wel eens te gemakkelijk tegen het werk van een schilder aangekeken. ,,Je staat in weer en wind te werken.’’ Sinds een jaar of zes werkt Carola parttime en dat bevalt prima. De klantgerichtheid bij Lindhout is groot, zegt de Bergse. ,,Als er iets niet goed is, hoeft de klant maar te bellen en we staan er!’’ Meer dan twintig jaar werkt ze inmiddels bij Lindhout. Negen jaar maakte ze deel uit van de ondernemingsraad. ,,Dat was interessant om te doen. Je bent er dan om de problemen die collega’s ervaren bespreekbaar te maken. Bij Lindhout is alles op papier goed geregeld, maar in de praktijk is het wel eens lastiger.’’ Na drie termijnen van drie jaar kwam er voor haar een einde aan het OR-werk.
73
Jack Schouteren projectleider 74
De laatste jaren is het een uitdaging om voldoende goede vaklui te vinden. Een probleem dat in de hele branche speelt. ,,Jonge mensen moet je proberen te motiveren.’’ Zelf kijkt hij met plezier terug op zijn tijd als schilder. ,,Maar als ik dat al die 43 jaren was blijven doen, dan had ik nu waarschijnlijk niet meer gekund’’, geeft hij iets prijs over de zwaarte van het Jackberoep.vindt plezier hebben in het werk van belang. Hij heeft als projectleider contact met alle geledingen binnen het bedrijf. ,,Dat je bij een project als één team opereert, het samen doet, dat is belangrijk.’’ Daarbij hoort wat hem betreft ook oog hebben voor persoonlijke omstandigheden van mensen. Hij omschrijft zijn functie als het belletje in een waterpas: ,,Dat moet in het midden blijven, het evenwicht bewaren.’’
75
‘’In 2002 ben ik op kantoor beland om bedrijfsleider Guus Lazaroms te assisteren. Nu stuur ik als projectleider zo’n dertig schilders aan. En geen dag is hetzelfde’’, vertelt de geboren en getogen Bergenaar.
Ooit bij Lindhout begonnen als leerling-schilder, werkt Jack Schouteren inmiddels twintig jaar in de projectbegeleiding.
De tijd dat Lindhout alleen schilderwerk uitvoerde is al heel wat jaren voorbij. Complete re novaties van panden, en andere bouwkundige opdrachten, komen met regelmaat voor. Het bedrijf schakelt er onderaannemers voor in, en het is Jack die daarmee de contacten heeft en afspraken maakt. ,,Ik houd me met zowel kleine, als middelgrote en grote projecten be zig. Van het schilderen van een paar deurtjes tot het renoveren van hele wooncomplexen.’’ Hij noemt de Veste in Terneuzen – seniorenflats – als voorbeeld. ,,Een miljoenenproject dat ik samen met Perry Verhees als calculator heb gedaan.’’ Jacks werkgebied beslaat grofweg Zeeland en de zuidwesthoek van Brabant. De geboren en getogen Bergenaar kwam in 1979 van de lts en is toen aangenomen door Jos Lindhout. Als leerling-schilder ging hij nog enkele jaren naar school, behaalde de diploma’s aspirant-gezel en gezel, en zat twee jaar in militaire dienst. ,,In 1988 ben ik assis tent-voorman geworden, en twee jaar later voorman. Vanaf dat moment deed ik veel grote werken, met ploegen van vier tot zestien man die ik aanstuurde.’’
Zeker in het begin was het niet gemakkelijk om de leiding te hebben over schilders die ouder waren en meer ervaring hadden, collega’s waar Jack tot dan toe tussen had gestaan. Maar in zijn huidige functie noemt hij het een voordeel dat hij zelf 25 jaar lang heeft geschil derd en met veel van zijn mensen heeft samengewerkt. ,,Je kent ze, en kunt mensen daar door díe dingen laten doen waar ze goed in zijn. Dan kom je samen tot goede resultaten.’’
Als een projectmap aan Jack wordt overgedragen, heeft de calculatieafdeling al een werkopname gedaan en ligt er een goedgekeurde offerte. ,,Ik ga dan afspraken maken met de opdrachtgever. Dat gaat over kleuren, en de uitvoering. Ik regel de materialen en de mensen, en maak een planning.’’ Als het ander werk dan alleen schilderwerk betreft, scha kelt Jack onderaannemers in. ,,Je kunt bij een werk wel met acht of negen onderaannemers te maken hebben. Dan is een strakke planning nodig.’’ De projectleider houdt die planning in de gaten, beslist over meer- of minderwerk, doet de oplevering en eindbespreking, en regelt de facturering. Gemiddeld eens per week gaat hij zelf op een werk kijken. ,,Opdracht gevers willen dat ook.’’ Het oplossen van problemen hoort er ook bij. Nee zeggen tegen een aanvraag, dat komt in het woordenboek van Lindhout niet voor. Asbestsaneringen, nieuwe daken leggen, het wordt uitgevoerd. ,,Voor vaste klanten doen we alles’’, zegt Jack. Pas nog verhuisde een klant naar elders. ,,Diens nieuwe woning hebben we van a tot z gedaan. Schilderwerk, beglazing. Maar ook een nieuw plafond in de hal, en de vloerbedekking gelegd.’’
In zijn twintig jaar in de projectbegeleiding heeft Jack veel geleerd. Veel vertrouwen opge bouwd ook, er zijn klanten die speciaal naar hém vragen. ,,De klant moet tevreden zijn, en de kwaliteit van het werk moet goed zijn. Dat staat voorop. Verdien je ook nog wat, dan is dat meegenomen’’, zegt Jack stellig. Wat niet wegneemt dat hij probeert zo efficiënt moge lijk te werken. ,,Bij Lindhout worden veel cursussen gegeven voor de medewerkers, maar heel veel kun je met je gezonde verstand ook zelf bedenken.’’
inWerkuitvoering Flatgebouw appartementen Doenradestraat Breda 76
Flatgebouw appartementen Groeshof te Bergen op Zoom 77
Appartementen Heiningenflat Bergen op Zoom 78
Bravis ziekenhuis Bergen op Zoom Entree De Veste Terneuzen Appartementen De Veste A, B, C te Terneuzen Fractiehuis Roosendaal 79
Landbouwcentrum Goes VOC Gebouw Middelburg Appartementen Landmark Bergen op Zoom80
Appartementen Blauwedijk/Stationsstraat Middelburg Appartementen Meestoof Middelburg 81
Vestigingen Lindhout Bergen op Zoom Hoofdkantoor Ravelstraat 155 4614 XG Bergen op Zoom Tel: info@lindhout.nl0164-236857 Lindhout Roosendaal Norbartlaan 6 4702 AX Roosendaal Tel.: 0165-533521 82
Lindhout Breda Neerloopweg 5 A6 en A7 4814 RS Breda Tel.: 076-5153713 Lindhout Terneuzen Modempark 7 4538 BS Terneuzen Tel.: 0115-619669 Lindhout Goes Stanleyweg 9a 4462 GN Goes Tel.: 0113-221232 83
Verantwoording
Kees
In dat Zeeuwse dorp is de oprichter Johannis Jacobus Lindhout geboren, opgegroeid en ook overleden. Tot 1962 was het schildersbedrijf officieel in Oud-Vossemeer gevestigd. Toen werd het verplaatst naar Bergen op Zoom, waar Lindhout sinds 1951 een filiaal had. Mijn naspeuringen in de archieven gedurende ruim twee jaren – het bedrijf heeft zelf geen gegevens of stukken uit de vroegste periode voorhanden – brachten aan het licht dat Johannis Lindhout in de jaren tach tig van de negentiende eeuw als schilder is begonnen. Het vroegste bewijs dat hij zelfstandig ambachtsman was, dateert uit 1896. Ik vond het in het archief van de voormalige Brabantse gemeente Nieuw-Vossemeer, waar Lindhout toen met zijn gezin woonde. Daar bleef het bij. Maar in het najaar van 2017 zocht Gert-Jan Lindhout opnieuw contact. Met als uitgangs punt het jaar 1896 vierde het schildersbedrijf in 2021 het 125-jarig bestaan. Hij wilde daarom de geschie denis en ontwikkeling van het familiebedrijf vastleggen in een boek. Daar is op ingestoken, met veel plezier heb ik eraan gewerkt, en het resultaat ligt nu voor u. de Koning 84
Dit jubileumboek ter gelegenheid van 125 jaar Lindhout schilder-vastgoedonderhoud vindt eigenlijk zijn oorsprong in het optreden van het bedrijf als hoofdsponsor van de stichting Oud-Vossemeer 600 jaar. De voorzitter van die stichting, een zoon van oud-bedrijfsleider Frans Hommel van het schildersbedrijf, bracht mij in 2008 in contact met directeur Gert-Jan Lindhout. Die wilde helderheid over het stichtingsjaar van het familiebedrijf dat afstevende op het 125-jarig bestaan. Als amateur-geschiedvorser ging ik graag de uitdaging aan om dat uit te zoeken. Niet in de laatste plaats omdat het schildersbedrijf ooit is begonnen in mijn woonplaats Oud-Vossemeer.
www.lindhout.nl