Kans 1-2020

Page 26

JOLENE RENSENBRINK (27)
‘Ik zie dit als mijn laatste kans’

Jolene woont in De Wending in Ugchelen, een verslavingskliniek van het Leger des Heils. ‘Ik zie dit als mijn laatste kans.’

‘Wil je ook wat “snelle”? Je ziet er moe uit.’ Jolene komt net uit de nachtdienst bij de beschuitfabriek, waar het 40 graden was. Ze is meteen doorgereden naar een andere fabriek, want met een eigen paard en twee hondjes heeft ze nooit genoeg geld. Haar collega heeft kleiachtig spul om te snuiven. Met wat speed gaat de dagdienst als een tierelier. Soms slaapt ze drie nachten niet. Op een gegeven moment weegt de workaholic nog maar 56 kilo. ‘Ik zie eruit als een spook.’ Haar moeder heeft door dat er iets niet klopt. Maar Jolene, een echte binnenvetter, praat niet.

Sinds haar vijftiende is Jolene zwaar depressief. Ook dit vertelt ze niet aan haar ouders. ‘Ik ben gewend om alles alleen op te lossen.’ Soms krast ze zichzelf in haar polsen.

‘Pijn voel ik niet, de pijn van binnen is erger.’ Op een gegeven moment lukt werken niet meer. Weken ligt ze op bed. De dagbehandeling voor haar depressie slaat niet aan en in verslavingsklinieken houdt ze het nooit lang uit. Na zo’n ontwenningsperiode komt ze haar ex tegen. Hij biedt Jolene een pijpje basecoke aan. ‘De roes is zo lekker, dat ik nog een keer

KANS NR.1 maart 2020

4 Zie ik je straks in de buurthuiskamer?

wil.’ Om de volgende dosis te verdienen, begint ze als chauffeur voor een dealer. ‘Een vreselijk leven.’ Een begeleider van Verslavingszorg Noord-Nederland wijst haar op De Wending. Jolene wil alles aanpakken om uit de ellende te komen. ‘Ik zie dit als mijn laatste kans.’ Net als in de fabriek is ze de enige vrouw. Maar ze staat haar mannetje; vier maanden lukt het om clean te zijn. Met Kerst heeft ze een terugval als ze zonder nadenken drugs koopt van het geld van haar oma. Ze belt gelijk de kliniek.

‘Bij De Wending heb ik leren praten. Mijn mentor is een lief mens. En mijn psycholoog heeft vertrouwen in me, ook al heb ik dat zelf niet.’ Dan komt Máxima op bezoek. De koningin vraagt of Jolene bang is voor de toekomst. ‘Ja’, antwoordt ze eerlijk. Ze is bang voor de vrijheid, bang voor het ‘gewone leven’. Bang voor een terugval. Dat begrijpt Máxima. Ze drukt Jolene op het hart dat ze van elke terugval iets leert. Voorlopig heeft Jolene begeleiding nodig. ‘En urinecontroles, want ik ken mezelf.’ Waar ze naar uitkijkt, is de hereniging met haar chihuahua’s. ‘Indy en Layla zijn mijn alles.’

8 Anne Wietske en Arnold gaan langs bij buitenslapers

15 50|50: mooi werk & mooie producten!

18 De pretlichtjes van vrijwilliger Willie 20 Tattooboys. Als je het niet zeggen kan… 28 Zorg voor voeten van daklozen

2 KANS MAART 2020
TEKST ELLEN WEBER BEELD COVER LINELLE DEUNK COVER Jolene Rensenbrink (27)
3 KANS MAART 2020
4 15 20 8
Verder: P26 Het Leger helpt vrouwen en kinderen in Bangladesh P30 Hoog bezoek voor De Wending
18 28
P32 Harold: ‘Eindelijk had ik weer eens het gevoel: ik kan wel wat.’

Het Leger des Heils heeft de droom het aantal huiskamers in de buurt te verdubbelen. Een plek voor en door de buurt, waar iedereen welkom is.

TEKST BART DE HAAN ILLUSTRATIE MONIQUE WIJBRANDS
6 BEELD ERIK BUIS

‘Annie belde gisteren. Huilerig. Ze had haar arm gebroken en wilde dat graag met mij delen. Ze wilde even melden dat ze niet naar “de inloop” kwam en wat er speelt. Wel mooi dat ze mij dan belt. Mensen vertellen me graag hun verhaal. Waarom weet ik niet. Een wonderdokter ben ik geenszins. Wel heb ik een luisterend oor en dat is vaak genoeg.

Ik luister veel naar anderen, maar mijn eigen verhaal vertel ik niet zo gauw. De medewerkers kennen het, maar in gesprekken aan de koffietafel begin ik er niet over. In het kort? In juni 2016 werkte ik al achttien jaar bij de spoorwegpolitie en had ik een relatie en een huis. Toen werd ik getroffen door een hersenbloeding. Ik raakte verlamd en verloor mijn baan, mijn huis en mijn vriendin.

In het revalidatiecentrum ontmoette ik een meneer uit Urk. Die trok zich mijn lot aan en wilde samen bidden. Daar moest ik aanvankelijk niets van hebben. Ik was toen ongelovig. Om er vanaf te zijn, gaf ik toe. En geloof het of niet, daarna ging het beter met mij. Mijn spraak keerde terug en ik leerde weer lopen. Echt opkrabbelen duurde nog lang. Nadat ik twee nachten op straat doorbracht, maakte het Leger des Heils een plekje voor mij vrij in de noodopvang. Eigenlijk zaten ze vol, maar er werd geïmproviseerd met een stretcher.’

Huwelijk

‘Hoe het nu gaat? Ja, goed! Ik woon om de hoek en werk elke dag op de korpslocatie. God is in mijn leven en geeft me kracht. En ik heb Johanna ontmoet. In Genemuiden deed zij vrijwilligerswerk voor het Leger. In de zomervakantie heb ik haar in Hotel Belmont ten huwelijk gevraagd. Tijdens de bonte avond zongen mijn tweelingdochters, Faith en Hope uit een eerdere relatie, het nummer Kusjesdag van K3 en toen ging ik op mijn knieën. Iedereen zat in het complot. Ze heeft “ja” gezegd. Het Leger heeft mij alles teruggegeven wat ik had verloren: een dak, werk, familie en liefde.’

‘Dat ik mensen mag helpen op de plek waar ik zelf hulp ontving, maakt mij dankbaar. Het werk in de buurthuiskamer past bij mij. Je hoort vaak dat mensen met niet­aangeboren hersenletsel te maken krijgen met veranderingen in hun persoonlijkheid. Dat geldt ook voor mij. Ik ben zachter geworden, socialer. Ik geef aandacht, probeer mensen altijd positief te benade ren. Het geloof speelt een rol, maar we dringen het nooit op. Iedereen mag naar onze buurthuiskamer komen.’

Het Leger des Heils wil op bestaande korpslocaties investeren in een combinatie tussen zorg, buurtwerk en zingeving. Met een laagdrempelige inloop richten de locaties zich met name op mensen die geïsoleerd zijn of dreigen te raken. Na succesvolle initiatieven in Dokkum, Joure, Schiedam, Tilburg, Lelystad en Geleen telt het Leger nu 109 “buurthuiskamers”. Dat aantal wil het Leger uitbreiden naar 200. ‘Voor en door de buurt, dat is het uitgangspunt’, meldt Trientsje Aukema, staffunctionaris Geloven in de Buurt. ‘Door de buurthuiskamer kunnen we meer verbindingen leggen tussen formele en informele zorg, tussen buurtwerk, geloofsgemeenschappen en professionele hulpverlening.’

Kom ook naar een huiskamer bij jou in de buurt. Zie locaties op legerdesheils.nl/bijbosshardt

Maurice Muller (38) uit Kampen weet als geen ander hoe belangrijk een plek in de buurt kan zijn.
7 KANS MAART 2020
8 KANS MAART 2020

Speuren naar

buitenslapers

Om 4.30 uur stappen Arnold van Reeuwijk en Anne Wietske Bergsma met koffiekannen in de bus, op zoek naar buitenslapers in Rotterdam. Bij het ochtendkrieken speuren de veldwerkers parkeergarages, parken en pleinen af naar daklozen die hulp nodig hebben.

9
TEKST ELLEN WEBER BEELD FRANK RUITER

Met een zaklamp schijnt Anne Wietske in de bosjes. Op het Oleanderplein in de Afrikaanderbuurt is een man gesignaleerd die met slaapspullen uit het struikgewas kwam. ‘Dit lijkt me geen goede slaapplek’, zegt Arnold terwijl hij over het plein loopt. De gevoelstemperatuur is beneden het vriespunt, al komt het kwik net niet onder nul. Als het echt vriest, doen de veldwerkers al een avond­ en nachtronde om mensen van straat te halen. Deze woensdag speuren ze Rotterdam af voor het ochtendkrieken. Net voordat werkend Nederland ontwaakt, is makkelijk te zien wie er geen dak boven zijn hoofd heeft. De veldwerkers weten wat populaire slaapplekken zijn, maar krijgen ook tips van collega’s, wijkagenten, de gemeente of buurtbewoners. Het doel: deze vaak moeilijk begeleidbare mensen naar de nachtopvang bewegen en wie weet uiteindelijk naar hulpverlening. ‘Sinds we samen met andere partijen het project Housing First zijn begonnen, lukt het wel eens om mensen rechtstreeks van de straat aan een woning te helpen. Dan blijven we betrokken en begeleiden we ze de eerste weken nog’, vertelt Arnold. ‘En we helpen bij het aanvragen van een pasje bij de gemeente, waarmee ze de nachtopvang in mogen’, vult Anne Wietske aan.

De tip over het Oleanderplein leidt tot niets: hier is niemand te bekennen. Op naar de volgende halte, de kerk van de Nazarener. In het zijportaal staat een verlaten matras. Wederom stapt het duo zonder resultaat de bus in. De Erasmusbrug doemt op in de mist. Het is een prachtig gezicht: de verlichte brug in de nevel. De sfeer in de parkeergarage is minder mystiek. Afzonderlijk van elkaar struinen de veldwerkers de felverlichte verdiepingen af. Arnold vraagt zich af of hij hier zelf zou gaan liggen. ‘Die zoemende ventilatie is niet echt aangenaam.’

Arnold komt vooral dertigers en veertigers tegen

op straat, en dan met name mannen. Overdag kunnen ze naar de dagopvang, om 17.00 uur moeten ze naar buiten. De Pauluskerk is iets langer open. Maar op een gegeven moment is iedereen zonder pasje voor de daklozenopvang op zichzelf aangewezen en begint de lange nacht op straat. Vannacht heeft niemand zich uit het zicht van de bewakers laten insluiten in de parkeergarage.

Nederige houding

Op naar het centraal station. Het is verboden om op stationsbanken te slapen, de spoorwegpolitie maakt slapers wakker zodra ze indoezelen. Volgens de agenten is het vannacht rustig. Terwijl Anne Wietske de hoek met zitjes inspecteert, spot Arnold een kandidaat op een bankje. Een vermoeid gezicht, weggedoken onder een grijze capuchon. ‘Ben je op reis?’, vraagt Arnold. De jongen van 27 schudt zijn hoofd. Hij heeft het koud en is moe. Arnold hoort dat hij al drie maanden zwerft. De jongen is niet erg happig op contact, maar een kop koffie wil hij wel. ‘Geduld is zo belangrijk’, zegt Arnold later. ‘Het kost tijd om een relatie op te bouwen. Een nederige houding werkt het best.’ Daklozen zijn vaak teleurgesteld in de hulpverlening. ‘Met hun voelsprieten hebben ze meteen door of je het meent.’

Poetin

Ondertussen gaat Anne Wietske naar een vrouw, die loopt te ijsberen voor het loket met interna­

10 KANS MAART 2020

aangewezen en begint de lange

11
‘Zonder pasje voor de daklozenopvang ben je op jezelf
nacht op straat’
12

tionale treintickets. Ze heeft geen bagage bij zich, maar draagt vele lagen kleren. Argwanend houdt ze afstand. Iets warms te drinken wil ze niet, ze heeft net een blikje energydrank op. ‘Hebben jullie geen soep?’ Anne Wietske moet haar teleurstellen. Onder haar jas draagt ze het Leger des Heils­vest, subtiel laat ze het logo even zien. Ze vertelt dat ze voor de komende nacht een bed kan regelen, als ze iets meer informatie over haarzelf geeft. ‘Jullie mogen me ‘San’ noemen’, zegt de drentelende vrouw na enig aandringen. Een pasje voor de daklozenopvang heeft ze al. Anne Wietske geeft haar telefoonnummer. San weet niet goed wat ze ermee moet, zonder beltegoed. Stuntelig probeert ze haar smartphone in de powerbank te pluggen. Als Anne Wietske een helpende hand reikt, deinst de vrouw een paar meter terug – net nu het was gelukt om wat dichterbij te komen. Als het duo terugloopt naar de bus, vraagt Anne Wietske: ‘Was San nu een man of een vrouw?’ Arnold kijkt op. ‘San? Tegen mij zei ze dat ze Poetin heet.’

Bij de bus wordt Arnold aangesproken door een magere man met een blauwe supermarkttas. ‘Wat goed dat het Leger des Heils al zo vroeg op pad is! Wat doen jullie allemaal? Zelf ben ik gewoon op weg naar mijn werk, hoor’, voegt hij eraan toe. Terwijl het duo in gesprek was met San, liep hij al voorbij. Opvallend voor iemand die om 5 uur naar zijn werk gaat. ‘Misschien schaamt hij zich om hulp te vragen’, concludeert Arnold.

Dan nog een rondje over het Schouwburgplein. Twee Poolse jongens staan kou te kleumen naast hun weekendtassen. Pjotr (24) en Jakub (25) zijn teleurgesteld. De productiemedewerker en chef­kok hadden gehoord dat de banen hier voor het oprapen lagen. De twintigers voelen zich erin geluisd. Vijf maanden zijn ze in Nederland, maar opeens had het uitzendbureau ze niet meer nodig en moesten ze hun huis uit. Een kop koffie is meer dan welkom. ‘Morgen gaan we terug naar Polen’, zegt Pjotr. ‘Met Barka?’, vraagt Arnold. Inderdaad, ze reizen met de organisatie die Polen helpt bij hun terugkeer. ‘Ik moet nog zien of ze daadwerkelijk teruggaan’, zegt Arnold later. De

veldwerkers treffen veel mensen aan uit Oost­Europa, die geen recht hebben op hulpverlening. Buitenlanders moeten jarenlang in Nederland hebben gewerkt, voordat ze daarvoor in aanmerking komen.

Slaapzak

Het oog van Anne Wietske valt op een paar witte sneakers. Op het terras van een Grieks restaurant ligt een jongen te slapen onder kartonnen dozen. Het blijkt een Roemeen te zijn, die ondanks zijn ellendige nacht vastbesloten is om in Nederland te blijven. ‘Heb je iets nodig? Een slaapzak misschien?’ De jongen knikt. Arnold stuurt een appje naar zijn collega. ‘Vanavond komt de soepbus langs, zij kunnen een slaapzak voor je meenemen.’ Sokken, een bed of een warme trui; Arnold vraagt altijd of iemand iets nodig heeft. ‘Als je laat zien dat je je afspraken nakomt, win je het vertrouwen.’ De slaapzak is geregeld. ‘Danke, danke, danke’, zegt de Roemeense jongen, die beter Duits spreekt dan Engels. Leeftijdsgenoten die de nacht buiten in de kou doorbrengen… Na tweeënhalf jaar veldwerk raakt het Anne Wietske nog steeds. ‘Ik ben ooit om 3 uur ’s nachts gestrand als backpacker, zonder dat ik een hotel had geboekt. Urenlang wachten op een bankje, dat was al vreselijk.’

‘Laten we nog een rondje doen bij de scheve woningen’, zegt Arnold. ‘Ik kan wel merken dat je niet uit Rotterdam komt’, zegt zijn collega, een Rotterdamse die er bewust voor koos om iets te doen voor haar stad. Bij de kubuswoningen gaan de vriendelijke veldwerkers op zoek naar een bekende. Een cliënt die daar vaak slaapt omdat hij het in de nachtopvang niet uithoudt; hij is te agressief. Ze willen hem in contact brengen met de straatpsychiater.

13 KANS MAART 2020
‘Sokken, een bed of een warme trui; Arnold vraagt altijd of iemand iets nodig heeft’

Arnold kijkt in portieken, Anne Wietske speurt tevergeefs de patio met palmbomen af. Ook in de verlaten hippe openluchtbar, waar stedelingen in de avond kreeft eten, heeft zich niemand achter de bar verschanst.

Mooie momenten

Het is 7.30 uur als het duo terugkeert naar hun bus. Deze ochtend troffen ze weinig mensen onder invloed. ‘Dat is wel eens anders’, zegt Anne Wietske. Arnold, die op een assurantiekantoor werkte en later als transportplanner de kost verdiende, houdt van dit werk op straat.

‘Op mijn 26ste kwam ik tot geloof, ik kreeg daklozen op mijn hart.’ Twaalf jaar geleden maakte hij de overstap naar het Leger des Heils en volgden de nodige opleidingen. ‘Natuurlijk heeft dit werk niet altijd het effect dat wij voor ogen hebben. Maar er zijn genoeg mooie momenten.’ Zoals die zondagnacht, toen Arnold voor een budgethotel een suïcidale vrouw ontmoette. Ze ging nog één avond feesten in Rotterdam en wilde drugs kopen. Een verslaafde wilde haar wel naar zijn dealer brengen, in de hoop zelf wat drugs te krijgen voor het aanbrengen van een nieuwe klant. Arnold mengde zich in het gesprek, de junk hield het voor gezien. Uiteindelijk bracht Arnold haar naar huis en schakelde de huisarts in. De volgende ochtend hoorde hij dat de vrouw geen einde aan haar leven had gemaakt. ‘Dat ze die nacht een veldwerker moest tegenkomen, heeft zo moeten zijn.’

14
‘Dit werk heeft niet altijd het effect dat wij voor ogen hebben, maar er zijn genoeg mooie momenten’
Help dakloze Rotterdammers aan nieuwe sokken en ondergoed! Zie de antwoordkaart in het hart van deze Kans.

Welkom bij 50|50

50|50 laat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer meedoen. In de werkplaatsen werken de deelnemers aan herstel en worden zij klaargestoomd voor het ‘gewone’ leven met een vaste baan.

50|50 Wood De medewerkers van 50|50 Wood maken houten producten en meubels voor bedrijven, zoals Dille & Kamille. Van tafels, kasten en lampen tot complete inrichtingen voor winkels en restaurants.

In de wasserette van 50|50 Laundry wassen en sorteren de medewerkers het wasgoed van woonafdelingen van het Leger des Heils. Maar ook van verzorgingstehuizen, sportverenigingen en horecabedrijven.

50|50 biedt werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de 50|50 werkbedrijven kan iedere deelnemer zijn of haar kennis, vaardigheden en talenten inzetten. Het hoogste doel binnen de werkbedrijven: een eigen plek in de samenleving en een vaste werkplek, passend bij die specifieke persoon.

Om deelnemers optimale kansen te bieden, werkt het Leger des Heils intensief samen met het bedrijfsleven. Zo kun je bijvoorbeeld een kast of presentatietafel uit de werkplaats van 50|50 Wood terugvinden in de winkels van Dille & Kamille.

Sommige bedrijven besteden hun diensten of productie uit naar een van de 50|50 werkbedrijven. Zo kunnen deelnemers op hun eigen locatie werkritme opdoen, vakvaardigheden aanleren en leren samenwerken met collega's.

Meer informatie?

Kijk op 5050-workcenter.nl

50|50 Bike

De Majoor (Leger des Heils-fiets) in elkaar zetten, wielen spaken en andere reparaties, onderhoud én verkoop van nieuwe fietsen; de medewerkers van 50|50 Bike draaien er hun hand niet voor om.

16
50|50 Laundry

Ook voor schoonmaakwerk kun je terecht bij het Leger des Heils. De schoonmakers van 50|50 Clean werken in kantoren, instellingen, kerken en wooncomplexen.

Zorg voor een goede maaltijd of borrelhap, mét kwaliteit en service. De 50|50 Food-medewerkers leren het horecavak tot in de puntjes.

Medewerkers van 50|50 Packaging doen allerlei inpakklussen, sorteerwerk en assemblagewerk. Zij halen hun deadlines én hebben het gezellig met elkaar.

Bij 50|50 Green werken de medewerkers lekker buiten in de groenvoorziening. Van aanleg en onderhoud van parken en tuinen tot bedrijfsterreinen en landgoederen.

17 KANS MAART 2020
50|50 Clean 50|50 Food 50|50 Green 50|50 Packaging

‘Komt er iemand opdagen?’ Als Willie Jansen (68) het parcours uitzet, weet hij nog niet of zijn moeite tevergeefs zal zijn. Matten, pilonnen, hordes, ballen, kasten en banken: de halve berging sjouwt hij de zaal in. Dan steekt Melvin (34) zijn hoofd om de deur. ‘Sport is goed voor mij’, zegt hij monter. In de ogen van Willie verschijnen pretlichtjes. Welkom in Lunteren. Tussen de boerderijen wonen ruim veertig hulpbehoevenden in de Domus. De meeste bewoners kampen met een verslaving. Sinds september werkt Willie hier vrijwillig als sportinstructeur. De gepensioneerde postmedewerker is zijn leven lang al een fanatieke sporter, liep vele marathons. Op late leeftijd haalde Willie zijn diploma voor sportinstructeur.

Melvin is de enige sporter vandaag. Maar misschien neemt hij de volgende keer een maatje mee. Willie laat zich niet uit het veld slaan. ‘De zorgcoördinator was bang dat ik na een paar maanden zou stoppen. Nou, geen denken aan. Ik ben van de lange adem.’

Ook vrijwilligerswerk doen? Het Leger heeft je nodig. Net als Willie kun je sporten met mensen die daar baat bij hebben. Maar je kunt ook samen koken of een moestuin onderhouden. Ben je handig? Dan kun je iemand anders leren klussen. Meer weten? Kijk op werkenbijhetlegerdesheils.nl. TEKST BART DE HAAN BEELD PETER DE KROM
18
19 KANS MAART 2020
20 TEKST
BART DE HAAN BEELD MILAN VERMEULEN

Hoewel ze elkaar niet kennen, lijken Gerard en Theo op elkaar. Twee knokige kerels met een zwaar leven achter de rug. Ze zagen afkickklinieken en gevangenissen van binnen. Nee, het zijn geen gemakkelijke jongens, maar ze zijn allebei ook behept met een hart van goud. Bij het Leger des Heils vonden ze de arm om hun schouder die ze nodig hadden. Uit dankbaarheid hebben ze een tatoeage gezet. Onder het motto: als je het niet zeggen kan, tatoeëer het dan.

21 KANS MAART 2020

‘Gretske bedankt!’ Het duimpje omhoog hoort er ook bij. Het is één van de 52 tatoeages op het lichaam van Theo: een permanent Facebook-bericht op het pezige lijf van een onbuigzame Utrechter.

ij ontvangt ons in een keurig flatje. ‘Schoon hè? Ja, ik heb van mijn moeder nog wel een paar waarden en normen meegekregen.’

En hij knikt eerbiedig naar de foto van zijn moeder, de enige vrouw die hij in zijn hart sloot vóórdat Gretske (32) in zijn leven kwam. Sindsdien wonen er twee vrouwen in zijn hart. Vijfenhalf jaar geleden ontmoetten ze elkaar voor het eerst. Theo was net een half jaar clean. In Domus De Hoek waar Theo als ervaringsdeskundige kwam, vertelde Gretske hem soms dingen die hij niet wilde horen. Zoals tig hulpverleners voor haar dat ook deden. ‘Op al die anderen werd ik boos. Of ik negeerde ze volkomen. Maar Gretske wist me te raken.’

Dat was nodig ook. In de jaren zeventig kwamen de drugs in zijn leven. Coke, heroïne, methadon. Na de dood van zijn moeder in 1997 raakte Theo dakloos. Elf jaar lang leefde hij op straat, onder meer in de beruchte tunnel onder Hoog Catharijne.

Kort lontje

Die tijd ligt achter hem. De overlever is afgekickt, schuldenvrij en heeft alle straf uitgezeten. De Utrechter sappelt bij als ervaringsdeskundige.

Theo: ‘Ervaring van de straat is hard nodig in de hulpverlening. Laatst hoorde ik zo’n gastje op de diensttelefoon naar buiten bellen over een halfje bruin dat moest worden opgehaald bij de bakker. Op zo’n moment moet ik de deskundigen die ervoor hebben doorgeleerd, uitleggen dat ze in de maling

worden genomen. Die gasten regelen drugs, geen boodschappen.’

Theo kreeg zijn eigen leven op orde, maar Gretske bood een helpende hand. De maatschappelijk werkster kreeg hem op een agressietraining. ‘Ik had een te kort lontje.’ En Theo zit in de traumabehandeling. In zijn jeugd zijn er dingen gebeurd die Theo niet heeft verwerkt. ‘Daar werk ik aan. EMDR (red; Eye Movement Desensitization and Reprocessing) heet het. Ook daarvoor gaf Gretske het beslissende zetje.’

Aan de bedanktattoo moest Gretske even wennen. ‘Je hebt mijn hart geraakt en nu heb je mijn lichaam ook nog te pakken’, zei Theo. Gretske heeft het Leger des Heils inmiddels verlaten, maar de twee onderhouden een bestendige vriendschap. Regelmatig gaan ze samen eten. Of naar de bioscoop. Theo: ‘Op zulke avonden zegt Gretske wel eens dat ik trots mag zijn op mezelf. Dat vind ik dan weer moeilijk. Ik bedoel: ik heb er zelf een zootje van gemaakt.’

Klokjes

In zijn huiskamer liggen zeven horloges op een bijzettafeltje. Het duurste exemplaar draagt Theo om zijn pols. Bovendien hangen in zijn flatje zeven antieke staartklokken die best veel herrie maken, want precies tegelijk gaan de opwindklokken nooit af. ‘Wat ik heb met de tijd? Tja, ik heb vroeger alle tijd vergooid. Mijn leven heeft te lang stilgestaan. Nu het eindelijk goed gaat, wil ik de tijd graag volop beleven.’

22 KANS MAART 2020
v Theo (61) v
v Gerard (57) v

Op een waterkoude dag ontmoeten we Gerard. Bij de kachel van zorgboerderij Slangenburg warmt de inwoner van Doetinchem zijn handen. Op zijn rechterhand zien we het getatoeëerde schild van het Leger des Heils.

aar komen we voor. Wat is het verhaal achter die tatoeage? ‘Ach, ik had gezopen’, zegt Gerard. Dan knikt hij naar Carolien Bijsterbosch, zijn steun en toeverlaat bij het Leger. ‘Vraag haar maar. Zij is de aanstichtster.’ Carolien: ‘Omdat alles van waarde voor Gerard op zijn lichaam belandt, verdienden wij ook een plekje vond ik. Maar dat durf je toch niet, zei ik plagerig.’ De rest is onuitwisbare geschiedenis, want dat moet je tegen Gerard niet zeggen. Gerard heeft naar eigen zeggen ‘geen strafblad maar een heel boek’. Als je in Doetinchem zijn achternaam noemt, fronsen mensen hun wenkbrauwen. Maar bij het Leger des Heils kijken ze verder dan een beroerde reputatie en een getekend gezicht. Volgens Carolien is Gerard ‘geen lieverdje, maar wel een lieverd’.

Vrije vogel

Dan ontvouwt Gerard zijn levensverhaal, al wijzend op zijn tattoos. De twee stippen en het kruisteken naast zijn rechteroog staan voor een verloren vriend. ‘Toen ik in de bak zat, schoot hij zichzelf dood.’ De twee tranen naast zijn linkeroog zijn een hommage aan zijn gestorven moeder en een ex. Sommige tatoeages zette hij zelf. Vroeger had Gerard een succesvolle tattooshop. De winst ging op aan auto’s, drank, joints, wilde vrouwen en dito feestjes. Zijn probleem: dat leven kan hij moeilijk loslaten. Oude vrienden lopen de deur plat en nemen de verleidingen mee die Gerard moeilijk kan weerstaan. Tegelijkertijd wil hij de knop omzetten. ‘Ik wil huisje, boompje, tuintje…of hoe heet dat ook alweer.’ Carolien schiet in de lach. ‘Het is huisje, boompje, beestje.’ Gerard grinnikt een grimas. ‘Precies. Dàt. En een vrouw!’

We vragen wat voor soort vrouw hij zoekt. Gerard:

‘Een strenge’. Iemand die sterk genoeg is om de verleidingen buiten de deur te houden. ‘Maar wat moet iemand zoals ik nou boven een contactadvertentie zetten?’, vraagt Gerard zich hardop af. Hopeloos heft hij zijn handen boven zijn hoofd. ‘Vrije vogel zoekt een leuk kooitje’, opperen we. Gerard lacht. ‘Ja, dat is wel een goeie.’

Schoon schip

Maar eerst schoon schip maken. Dankzij het Leger is zijn gebit gesaneerd. Schulden heeft hij niet meer. Carolien probeert hem voor de zevende keer in een afkickkliniek te krijgen. ‘Misschien wel een record.’ Vandaag bereidt Gerard zich voor op een rechtszaak. ‘Mijn laatste rekening die nog openstaat.’ Het blijkt een bijzonder akkefietje. In zijn vele strafzaken voerde Gerard regelmatig zijn eigen verdediging. ‘Rechters nemen mijn opmerkingen vaak niet serieus’. Dus jatte Gerard in het gerechtsgebouw een zwarte toga (‘die hingen daar gewoon’) en verkleed als advocaat betrad hij de rechtszaal. ‘Misschien dat jullie nu naar me luisteren.’ Dat geintje werd niet gewaardeerd. Deze week staat Gerard terecht voor minachting van het hof. Zijn begeleiders proberen hem te bewegen om sorry te zeggen. ‘Misschien kom je er dan vanaf met een taakstraf.’ Gerard weegt het welgemeende advies af. ‘Tja, ik zoek structuur dus zo gek zou een taakstraf niet zijn.’ En zo gaat het – met vallen en opstaan – vooruit. ‘Ik heb er een puinhoop van gemaakt, maar als je me over een jaar spreekt, gaat het beter dan nu. Zeker weten!’ En misschien zegt Gerard het niet met zoveel woorden, maar de inkt onder zijn huid spreekt voor zich. Hij is dolblij met de mensen die in hem blijven geloven.

25 KANS MAART 2020

VROUWEN EN KINDEREN IN BANGLADESH

Door grote armoede in Bangladesh zijn de kinderen van arme gezinnen vaak slachtoffer van misbruik, kinderarbeid en seksuele uitbuiting. Het Leger des Heils helpt de vrouwen en kinderen met educatie en werkgelegenheid.

Helpen? Je kunt dit project in Bangladesh steunen met een gift op bankrekening NL27 RABO 0119683989 onder vermelding van Bangladesh. Of vul de antwoordkaart in, in het hart van deze Kans.

Kinderarbeid

In Bangladesh, met 165 miljoen inwoners een van de dichtstbevolkte landen ter wereld, leeft een kwart van de bevolking onder de armoedegrens, 12 procent van de mensen is zelfs extreem arm. Door snelle verstedelijking, veroorzaakt door industrialisatie, klimaatinvloeden en rampen, leven veel bewoners in grote armoede. Kinderen uit arme gezinnen moeten vaak noodgedwongen werken of worden zelfs door hun ouders verkocht. Deze kinderen zijn kwetsbaar voor kinderarbeid, kinderhandel, misbruik en seksuele uitbuiting.

Seksuele uitbuiting

Kinderen van prostituees groeien op in bordelen en komen zo vaak zelf ook in de prostitutie terecht, meisjes gaan voor hun twaalfde het vak in. Zij doen dit om hun familie te onderhouden. Per dag, met vijftien tot twintig klanten, verdienen zij soms minder dan drie euro. Ook neemt seksuele uitbuiting van meisjes alarmerend toe door de invloed van internet en social media. Schattingen lopen uiteen van 10 duizend tot 29 duizend meisjes in Bangladesh die seksueel worden uitgebuit. Familieleden verkopen de meisjes of ze worden ontvoerd door mensenhandelaren. Veel kinderen werken gedwongen in bordelen, anderen in hotelkamers, parken en op trein- en busstations.

Onderwijs

Het Leger des Heils wil deze kinderen en hun moeders helpen om een andere, betere toekomst te creëren. Dat kan door onderwijs en ondersteuning bij het vinden van andere inkomstenbronnen. Het Leger heeft een beroepsopleiding opgezet en een sociale onderneming die duurzame werkgelegenheid biedt aan vrouwen die het sekswerk verlaten. Voor jonge kinderen die in bordelen wonen, wil het Leger een kleuterschool opzetten. Voor de oudere kinderen legt het Leger contacten met scholen en onderwijssystemen. Ook wil ze voor deze kinderen een huiswerkclub opzetten.

27 KANS MAART 2020

Liefdewerk

Hard nodig en ontspannend: de voetverzorging van daklozen in de dagopvang van het Leger des Heils Den Haag. Door de vrijwillige inzet van professionele

‘voetendokters’ als wondarts

Wouter Brekelmans, pedicure

Nelly Remijn en orthopedisch schoenmaker Luuk van Gils

kunnen daklozen hun voeten laten verzorgen. Initiatiefnemer orthopedisch chirurg Wilbert van Laar vertelt.

TEKST CAROLINE TOGNI ILLUSTRATIE WENDY PANDERS

Hoe staat het ervoor met de voeten?

Hoe staat het ervoor met de voeten? ‘Het valt mee, we zien geen ernstige wondproblemen. Wel hebben veel daklozen last van drukplekken en eeltvorming. Als je de hele dag op straat loopt, op slecht schoeisel, is de huid sneller aangetast. Daklozen zijn meestal afhankelijk van schoenen die worden gedoneerd. Helaas is dat schoeisel vaak afgetrapt en slechtpassend, terwijl deze voeten juist extra zorg nodig hebben.’

In 2019 hielden jullie twee spreekuren. In 2020 weer?

‘Het idee was: steeds vóór de winter een spreekuur, zodat de voeten er weer even tegen kunnen. We streven naar een meer structurele vorm, maar dan hebben we wel uitbreiding nodig van ons team, met name pedicures.’

Het blijft vrijwilligerswerk

‘Ja, maar we zetten ons heel graag in voor deze groep mensen. Door iets te doen aan onrecht en verschil in welvaart. Alle mensen in ons team geven deze voetzorg in hun vrije tijd, de pedicure moet er zelfs haar winkel voor dichtdoen. En schoenmaker Luuk van Gils levert gratis schoenen en steunzolen voor de daklozen.’

Jullie zoeken dringend?

‘Goede schoenen! Liefst meldt zich een schoenenfabrikant die partijen over heeft en die beschikbaar wil stellen aan de daklozen. Maar ook goede schoenen van winkels of particulieren zijn welkom. Met nieuwe schoenen in de juiste maat kunnen we de daklozen met een goed gevoel de straat op sturen.’

Wil je meehelpen of heb je goede schoenen over? Stuur een mail aan Wilbert: wvanlaar@alrijne.nl

KANS MAART 2020 29
Erik Moerli is blij met de voetverzorging. ‘Dit voelt gelijk goed aan.’ BEELD JEROEN SCHEELINGS/ALRIJNE

COLOFON

Kans is een uitgave van Stichting Leger des Heils Fondsenwerving, bestemd voor donateurs en andere betrokken gevers. Onze activiteiten worden voor circa 90 procent bekostigd via overheidsregelingen. De gelden kunnen alleen worden besteed aan doelen die de overheid aanwijst. Verder betaalt een aantal cliënten een eigen bijdrage. Er zijn echter nog steeds mensen die buiten de boot vallen. Het Leger des Heils blijft daarom zoeken naar nieuwe vormen van hulpverlening, in aanvulling op het Nederlandse zorgstelsel. Omdat deze projecten (nog) niet binnen de subsidieregels vallen, zijn wij afhankelijk van donaties, giften en nalatenschappen. Dit magazine geeft donateurs en relaties die de organisatie steunen een gevarieerd, maatschappelijk relevant, hedendaags en zinvol beeld van het Leger des Heils. Het blad wil een kennisbron zijn over maatschappelijke issues waarmee het Leger zich bezig houdt. Het laat ook zien dat het Leger zijn beloften inlost: er onvoorwaardelijk zijn voor mensen zonder vangnet, geïnspireerd door het christelijk geloof.

TERRITORIAAL

COMMANDANT

Hannelise Tvedt

HOOFDREDACTIE

Will van Heugten

COÖRDINATIE/ EINDREDACTIE

Erika Haisma

REDACTIE

Esther Grit, Hanneke Timmer, Rien Timmer, Richard de Vree

CONCEPT/EINDREDACTIE

Maters & Hermsen, Caroline Togni, Kaisa Pohjola

TEKST/VORMGEVING

Maters & Hermsen Journalistiek en Vormgeving

LITHOGRAFIE/DRUK

Studio Boon, Senefelder Misset Doetinchem

DRUKWERKBEGELEIDING

Regalis, Zeist

REAGEREN?

Leger des Heils, t.a.v. redactie Kans postbus 3006, 1300 EH, Almere. kans@legerdesheils.nl www.legerdesheils.nl

GEEF OOK!

Wilt u ons helpen? Stort uw gift op bankrekening IBAN NL72RABO0707070171 of word donateur. Kijk daarvoor op www.legerdesheils.nl onder het kopje ik wil helpen. Of bel: 036 53 98 134

3 x KORT

Breisterrendagen

Dit jaar organiseert het Leger des Heils breisterrendagen in Apeldoorn, Leeuwarden, Utrecht en Winschoten/Pekela. Tijdens de dagen kun je ook workshops breien of haken volgen. Een kaartje kost 2,50 euro. Meld je snel aan, er is maar een beperkt aantal kaarten beschikbaar. legerdesheils.nl/breisterrendag

Koning en daklozen

Onverwachts schoof koning Willem-Alexander in januari aan bij het gesprek van Cornel Vader (directeur Leger des Heils W&G) en staatssecretaris Blokhuis over daklozenbeleid. De koning laat hiermee zien dat hij zich dit probleem aantrekt. Het Leger des Heils is blij met deze aandacht voor de meest kwetsbare mensen in de samenleving.

Word maatje!

Aandacht krijgen, iemand die naar je luistert, met je lacht of met je op stap gaat. Vanzelfsprekend? Niet voor iedereen. Daarom is het Leger des Heils op zoek naar maatjes. Ook jij kunt zo’n maatje zijn, een bijzondere ervaring. Je bouwt een band op met iemand die je normaal niet zo snel tegenkomt. Wekelijks spreek je af om samen iets leuks te doen, een kop koffie te drinken, wandelen of een andere activiteit. Jouw tijd en aandacht maken een enorm verschil in iemands leven. Ben je geïnteresseerd om maatje te worden? Mail naar: maatjesproject. amsterdam@legerdesheils.nl

Tussenstand collecte:

875.000 euro

De opbrengst van de Leger des Heils-collecte staat voorlopig op 875.000 euro. Veel dank aan alle donateurs én aan de ruim duizend vrijwilligers, collectecoördinatoren en collectanten die met de bussen de straat op gingen. Dit jaar kozen veel mensen ervoor hun bijdrage te betalen met behulp van de nieuwe QR-code.

Het Leger des Heils heeft prachtige vacatures voor medewerkers met het hart op de juiste plek. Zo zijn er banen voor een gedragswetenschapper, woonbegeleider en jeugdzorgwerker. Ben jij iemand die gelooft dat mensen die door de maatschappij zijn opgegeven, een derde of zelfs vierde kans verdienen? Bekijk de actuele vacatures op: werkenbijhetlegerdesheils.nl.

Kom werken bij het Leger

Koningin bezoekt verslavingskliniek

Verslavingskliniek De Wending in Ugchelen kreeg afgelopen januari hoog bezoek: koningin Máxima. Tijdens het werkbezoek werd haar meer verteld over het behandelprogramma voor mensen die een langdurige verslaving hebben in combinatie met een licht verstandelijke beperking. De koningin bezocht de werkplaats en ging in gesprek met deelnemers.

Orde der Dwazen

Drie medewerkers van Leger des Heils Amsterdam gaan tot eind maart 2020 op tournee met theatergroep Orde der Dwazen. Zij brengen toneelstuk ‘1SAAM’, een tragische komedie over eenzaamheid en mensen op zoek naar liefde en houvast.

Orde der Dwazen brengt met tekst en muziek maatschappijkritische thema’s op de planken, om toeschouwers wakker te schudden en een spiegel voor te houden.

Speeldata en plaatsen: ordederdwazen.nl/1saam

De problemen van iemand die op straat belandt, ontstaan nooit pas op het moment dát diegene op straat belandt. Waar het bij Harold misging? Misschien op het moment acht jaar geleden dat hij, worstelend met sociale angst en depressie, volledig instort en stopt met zijn studie? Of was het dat moment niet lang daarna, als hij door dat stoppen gedwongen is zijn studentenkamer op te zeggen en op straat staat. Of ontstonden de problemen al tijdens zijn jeugd in Aruba waar hij met harde hand werd opgevoed? Misschien waren de tekenen dat het leven van Harold niet over rozen zou gaan er al veel eerder. Bijvoorbeeld als hij als zevenjarig jongetje tegen zijn moeder zegt dat hij eigenlijk helemaal niet wil leven.

Hoewel hij al deze gebeurtenissen nu in therapie ontrafelt en leert begrijpen, kijkt hij liever naar de tijd waar het weer goed begon te gaan. Dat is duidelijk: de dag dat hij een bed kreeg in het instroomhuis van het Leger des Heils. ‘Ik leefde bijna een jaar op straat en weet eigenlijk niet of ik het nog veel langer had volgehouden.’ Ook een kantelpunt: als zijn begeleider bij het Leger hem wijst op de muzieklessen. ‘De gitaarlessen zetten zijn brein en lichaam weer in beweging. En misschien belangrijker: ‘Eindelijk had ik weer eens het gevoel: ik kán wel wat. Welk liedje ik als eerste mee­tokkelde? Nothing Else Matters van Metallica.’

Inmiddels heeft hij een eigen huis in Amsterdam, maar hij gaat nog trouw iedere week naar de muzieklessen. Nieuwe dingen zijn nog steeds eng, maar hij doét ze wel. Zoals optreden tijdens een Open Micavond in buurthuiskamer Bij Bosshardt van het Leger. ‘Ik trilde van de zenuwen, maar tegelijkertijd voelde ik me normaal. Bijna net zoals andere mensen zich voelen.’

31 KANS MAART 2020 Uitgelicht
VERVOLG ACHTERPAGINA

HAROLD

Veel dingen kan Harold (37) zich haast niet meer voorstellen. Bijvoorbeeld dat hij zo bang was, dat hij in zijn studentenhuis niet van zijn eigen kamer naar de kamer van een huisgenoot durfde te lopen. Twee jaar lang kwam hij niet buiten. ‘Ergens had ik de hardnekkige overtuiging dat mensen negatief op mij zouden reageren.’ Of hoe hij zich elf maanden lang op straat in Amsterdam wist te redden. Maar wat hij ook nooit had kunnen denken: dat hij, met gitaar, voor publiek zou optreden. Toch gebeurde het allemaal in de afgelopen vijf jaar. Hoe dat zo is gekomen? ‘Uh, heb je even?’

LEES ZIJN VERHAAL OP PAGINA 31
TEKST FIEKE WALGREEN BEELD LINELLE DEUNK

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.