NSFD: design for manufacture & assembly in de 21e eeuw
Waarom 3D printen we niet gewoon alles?
Figuur 1: Chuck Hull
Artikel: Erik Tempelman, TU Delft Industrieel Ontwerpen 1. Inleiding
In 1987 gebeurde er iets bijzonders. Dat was namelijk het jaar waarin we voor het eerst een 3D printer konden kopen. Figuur 1 toont de uitvinder, Charles ‘Chuck’ Hull, met wat hij toen een Stereo Lithography Apparatus noemde - afgekort ‘SLA’. Twee jaar later zou Scott Crump een ander 3D printproces op de markt brengen onder de naam Fused Deposition Modelling (FDM). Het werk van deze pioniers leidde tot de bedrijven 3D Systems en Stratasys, nog steeds grote spelers in de 3D printwereld. SLA werkt met thermoharders, FDM met thermoplasten. De printtechniek voor deze materialen gaat dus al drie decennia mee! Maar ook metalen worden al langer geprint dan men veelal denkt: Selective Laser Sintering (SLS) werd in de jaren ’80 ontwikkeld, en daar kun je behalve plastics ook metalen mee verwerken - al geeft Selective Laser Melting (SLM) dan betere resultaten. SLM op zijn
32
beurt stamt uit 1995 en is dus eveneens een volwassen technologie. Tegenwoordig is er een enorme variëteit aan processen beschikbaar. De technologie vindt ook legio toepassingen, van rapid prototyping tot kleinserieproductie, plus allerlei hybride oplossingen, zoals het printen van jigs, tools & fixtures voor het ondersteunen van assemblagewerk. 3D printen, in 1987 nog revolutionair, is nu een gevestigd proces voor de maakindustrie. En toch… wordt het overgrote merendeel van alle producten nog steeds niet geprint. Spuitgieten, plaatvervormen, verspanen, verbinden enzovoorts zijn nog altijd de echte motor van de industriële productie. Aangezien verdere ontwikkeling in het 3D printen evolutionair zal zijn, dus zonder de ‘r’, zullen deze traditionele processen hun dominante positie behouden. Bedenk hierbij dat bijvoorbeeld spuitgieten zelf ook voortdurend wordt verbeterd.1
print magazine december 2020