5 minute read

MARKANTE ZAAK

Next Article
UIT DE COMFORTZONE

UIT DE COMFORTZONE

nen ook je grenzen aanvaarden. Gun hen tijd om zich aan te passen aan je (nieuwe) grenzen. Misschien heb je bepaald gedrag in het verleden getolereerd en moet de ander er even van bekomen dat je nu nee zegt. Blijf daarom je grenzen waar nodig herhalen – de kans is groot dat je dat moet doen – maar ga jezelf niet verantwoorden. “Nee” is een volwaardig antwoord. Blijf vasthouden aan je grens en duld geen overschrijdingen, bijvoorbeeld omdat je geen zin hebt om ruzie te maken, want dan ben je terug bij af. Als grenzen stellen nieuw is voor jou en de ander, geef elkaar dan ruimte om te wennen aan de veranderde normen in jullie relatie..

WIN WIN WIN! Markant Magazine mag drie exemplaren weggeven. Stuur een mail naar redactie@markantvzw.be

Welk type grenzensteller

Volgens Nedra Glover Tawwab heb je zwakke, rigide en gezonde grenzenstellers. Zwakke grenzenstellers slagen er niet in om grenzen te stellen – zij kunnen geen nee zeggen. De rigide grenzenstellers zijn het tegenovergestelde en houden juist koste wat kost vast aan erg strenge principes. In het midden vind je de gezonde grenzenstellers, die wel nee kunnen zeggen. Ze doen dat op een beleefde manier, zonder zich schuldig te voelen. Benieuwd wat voor grenzensteller jij bent? Vul dan deze zelfevaluatievragenlijst in.

1. Ik zeg ja tegen iemand wanneer ik nee wil zeggen.

A Ja, dat doe ik vaak. B Ik zeg nee en leg mensen uit waarom ik nee zeg, zodat ze me het niet nogmaals vragen. C Ik zeg gewoonlijk nee zonder me te verontschuldigen of eromheen te draaien.

2. Ik heb het gevoel dat ik mensen die dicht bij me staan, constant moet redden en problemen voor hen moet oplossen.

A Nee, ik raak niet betrokken bij de moeilijkheden van anderen. B Ja, vaak. C Nee, ik ken mijn beperkingen en sta hen bij voor zover en wanneer ik dat kan.

3. Ik raak regelmatig verwikkeld in zinloos geruzie en gediscussieer.

A Ja. B Nee, dat gebeurt mij niet. C Nee, ik probeer mensen op afstand te houden.

4. Ik leen geld aan vrienden en familie, omdat ik medelijden met ze heb, me schuldig voel, me verplicht voel of voor dreigementen zwicht.

A Ja. B Nee, ik leen alleen geld als duidelijk is afgesproken wanneer het wordt terugbetaald. C Nee, ik vertrouw mensen niet en/of ik houd elke cent die ik verdien voor mezelf.

5. Ik neem regelmatig werk of werkstress mee naar huis.

A Ja. B Nee, ik neem nooit werk mee naar huis en ik ga me daar ook niet soepel in opstellen. Wanneer ik naar huis ga, doe ik de deur achter me dicht en kan het me niet schelen wat er daar verder gebeurt. C Nee, ik zet notificaties van het werk uit en negeer telefoontjes, appjes of e-mails. Ik probeer echt aandacht voor mijn vrienden/ gezin/ mezelf te hebben zodra ik thuis ben. Er zijn bepaalde situaties waarin ik me misschien iets flexibeler opstel (in nood- gevallen of tijdens een groot project), maar dan zorg ik ervoor daar niet te lang in te worden meegezogen.

6. Ik denk dat ik te veel tijd op sociale media doorbreng.

A Ja. B Nee, ik vind het leuk om nu en dan op sociale media rond te neuzen, maar ik verlies mezelf er niet in. C Ik log op specifieke dagen en tijdstippen in op mijn social mediaaccount voor mijn werk. Daarna log ik uit op de app op mijn telefoon.

ben jij? Vul de vragenlijst in

7. Ik voel me schuldig wanneer ik nee zeg tegen iemand.

A Ja. B Nee. C Nee, het kan me niet schelen wat mensen vinden. Ik ben geërgerd/ boos/ gefrustreerd wanneer ze me om dingen vragen.

8. Ik laat me strikken voor activiteiten of verplichtingen die ik niet wil doen/aangaan.

A Ja. B Nee. C Nee, mensen weten dat ze me zulke dingen niet moeten vragen.

9. Ik vertrouw mensen niet.

A Dat klopt. B Dat klopt niet voor alle mensen. C Nee, ik vertrouw iedereen, en soms kom ik daardoor in de problemen.

10. Ik deel te snel te veel persoonlijke informatie met mensen.

A Ja. B Nee. C Ik vertrouw mensen niet genoeg om persoonlijke informatie met hen te delen.

11. Ik kan nee van mensen te horen krijgen en dat niet persoonlijk opvatten.

A Ja. B Nee, ik heb de neiging dat persoonlijk op te vatten. C Ik vraag mensen gewoonlijk niet om hulp. Ze doen dat dan toch niet op de juiste manier, of ik kan hen niet vertrouwen.

12. Ik kom niet voor mezelf op wanneer ik slecht word behandeld.

A Klopt. B Nee, ik verbreek het contact, ik scheld ze de huid vol of ik spreek kwaad over hen. C Nee, ik ben in staat mensen te zeggen wat hun gedrag bij mij teweegbrengt.

13. Ik voel me schuldig als ik tijd aan mezelf besteed.

A Nee, ik weet dat ik voor mezelf moet zorgen als ik voor anderen wil kunnen zorgen. ‘Uit een lege kan kun je niet schenken.’ B Ja. C Nee, mijn eigen behoeften gaan voor die van ieder ander.

14. Ik verontschuldig me voor dingen die niet mijn fout zijn.

A Nee, dingen zijn maar zelden mijn fout. B Ja. C Nee, ik verontschuldig me wanneer ik iets gedaan heb waarvoor ik verantwoordelijk ben en weet dat ik iemand heb gekwetst.

15. Ik voel me versnipperd en gestrest, omdat ik duizend dingen te doen heb en tijd tekortkom.

A Ja. B Eerlijk gezegd heb ik niet veel om handen. Het is stilletjes in mijn leven, omdat ik niet zoveel vrienden en verplichtingen heb. C Nee, ik heb geleerd om nee te zeggen, dingen uit te besteden, te delegeren of hulp te vragen om te voorkomen dat ik me versnipperd of gestrest voel.

16. Ik zeg niets wanneer ik iets belangrijks heb mee te delen.

A Ja. B Nee, ik weet dat mijn ideeën en input even belangrijk zijn als die van ieder ander. C Nee, sterker nog, vaak gebeurt het dat ik anderen op het werk het zwijgen opleg of hun niet de kans geef zich uit te spreken.

ANTWOORDEN

Tel op hoeveel keer poreus, rigide of gezond je hebt. Mogelijk hanteer je op het ene vlak meer poreuze grenzen dan in het andere domein en laat je je op het werk nooit doen terwijl je tegen vrienden zelden nee durft te zeggen. Auteur Nedra Glover Tawwab geeft in haar boek nog heel wat praktische oefeningen. ■

1. A. Poreus, B. Rigide, C. Gezond 2. A. Rigide, B. Poreus, C. Gezond 3. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 4. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 5. A. Poreus, B. Rigide, C. Gezond 6. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 7. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 8. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 9. A. Rigide, B. Gezond, C. Poreus 10. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide 11. A. Gezond, B. Poreus, C. Rigide 12. A. Poreus, B. Rigide, C. Gezond 13. A. Gezond, B. Poreus, C. Rigide 14. A. Rigide, B. Poreus, C. Gezond 15. A. Poreus, B. Rigide, C. Gezond 16. A. Poreus, B. Gezond, C. Rigide

This article is from: