DOE HET ZELF
Welk type grenzensteller
nen ook je grenzen aanvaarden. Gun hen tijd om zich aan te passen aan je (nieuwe) grenzen. Misschien heb je bepaald gedrag in het verleden getolereerd en moet de ander er even van bekomen dat je nu nee zegt. Blijf daarom je grenzen waar nodig herhalen – de kans is groot dat je dat moet doen – maar ga jezelf niet verantwoorden. “Nee” is een volwaardig antwoord. Blijf vasthouden aan je grens en duld geen overschrijdingen, bijvoorbeeld omdat je geen zin hebt om ruzie te maken, want dan ben je terug bij af. Als grenzen stellen nieuw is voor jou en de ander, geef elkaar dan ruimte om te wennen aan de veranderde normen in jullie relatie..
Volgens Nedra Glover Tawwab heb je zwakke, rigide en gezonde grenzenstellers. Zwakke grenzenstellers slagen er niet in om grenzen te stellen – zij kunnen geen nee zeggen. De rigide grenzenstellers zijn het tegenovergestelde en houden juist koste wat kost vast aan erg strenge principes. In het midden vind je de gezonde grenzenstellers, die wel nee kunnen zeggen. Ze doen dat op een beleefde manier, zonder zich schuldig te voelen. Benieuwd wat voor grenzensteller jij bent? Vul dan deze zelfevaluatievragenlijst in.
1. Ik zeg ja tegen iemand wanneer ik nee wil zeggen. A Ja, dat doe ik vaak. B Ik zeg nee en leg mensen uit waarom ik nee zeg, zodat ze me het niet nogmaals vragen. C Ik zeg gewoonlijk nee zonder me te verontschuldigen of eromheen te draaien. 2. Ik heb het gevoel dat ik mensen die dicht bij me staan, constant moet redden en problemen voor hen moet oplossen. A Nee, ik raak niet betrokken bij de moeilijkheden van anderen. B Ja, vaak. C Nee, ik ken mijn beperkingen en sta hen bij voor zover en wanneer ik dat kan.
WIN WIN WIN! Markant Magazine mag drie exemplaren weggeven. Stuur een mail naar redactie@markantvzw.be
3. Ik raak regelmatig verwikkeld in zinloos geruzie en gediscussieer. A Ja. B Nee, dat gebeurt mij niet. C Nee, ik probeer mensen op afstand te houden.
18
4. Ik leen geld aan vrienden en familie, omdat ik medelijden met ze heb, me schuldig voel, me verplicht voel of voor dreigementen zwicht. A Ja. B Nee, ik leen alleen geld als duidelijk is afgesproken wanneer het wordt terugbetaald. C Nee, ik vertrouw mensen niet en/of ik houd elke cent die ik verdien voor mezelf. 5. Ik neem regelmatig werk of werkstress mee naar huis. A Ja. B Nee, ik neem nooit werk mee naar huis en ik ga me daar ook niet soepel in opstellen. Wanneer ik naar huis ga, doe ik de deur achter me dicht en kan het me niet schelen wat er daar verder gebeurt. C Nee, ik zet notificaties van het werk uit en negeer telefoontjes, appjes of e-mails. Ik probeer echt aandacht voor mijn vrienden/ gezin/ mezelf te hebben zodra ik thuis ben. Er zijn bepaalde situaties waarin ik me misschien iets flexibeler opstel (in nood- gevallen of tijdens een groot project), maar dan zorg ik ervoor daar niet te lang in te worden meegezogen. 6. Ik denk dat ik te veel tijd op sociale media doorbreng. A Ja. B Nee, ik vind het leuk om nu en dan op sociale media rond te neuzen, maar ik verlies mezelf er niet in. C Ik log op specifieke dagen en tijdstippen in op mijn social mediaaccount voor mijn werk. Daarna log ik uit op de app op mijn telefoon.