2016 April | Mei | Juni • Jaargang 15 nr. 2
Belgie -Belgique P.B.-2440 Geel 1 BC1323
MEANDER
Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham Afgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen
Colofon Natuurpunt
Giften
Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen, telt meer dan 97.000 gezinnen als lid. De vereniging stelt zich tot doel om de natuur te beschermen door aankoop en beheer van natuurgebieden en door beïnvloeding van het overheidsbeleid inzake natuurbehoud en ruimtelijke ordening. Natuurpunt beheert 22.000 hectare natuurgebied in 500 verschillende natuurgebieden. Daarnaast wil de vereniging ook een voortrekkersrol vervullen op het vlak van natuurstudie en natuur- en milieueducatie.
Giften voor de aankoop van natuurgebieden in de regio Meanderland zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt Beheer met vermelding van de naam en het nummer van het project dat je wenst te steunen:
Lid worden Door overschrijving van 27 euro op rekening BE17 2300 0442 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Als lid ontvangt u automatisch het nationaal contactblad ‘Natuur.blad’. Extra abonnementen: Natuur.focus (natuurstudie en –beheer) 11 euro en Natuur.oriolus (vogelstudie) 10 euro. Beide extra abonnementen samen 17 euro.
Meander Meander is het gratis driemaandelijks contactblad voor de leden van Natuurpunt in de afdelingen Balen-Nete, Geel-Meerhout, Ham en Netebronnen (Dessel-Mol). Andere geïnteresseerden kunnen een jaarabonnement op Meander nemen door overschrijving van 8 euro op rekening BE31 0015 6350 0055 van Meander. De Meander is gratis te raadplegen op www.issuu.com/meanderland Oplage: 2.250 exemplaren.
Redactie An Gijs, Jef Sas, Frans Emmerechts, Jeannine Simonis, Marc Verachtert, Jan De Schepper, Tom Schildermans, Jan Albrecht, Rudi Rademaekers, Arne Vermeulen, Marjolein de Jong.
Contact
3770 – Grote Netewoud 7709 – De Maat (Mol) 7067 – Zammelsbroek (Geel) 7088 – Neerhelst (Geel) 7118 – Griesbroek (Balen) 7725 – Buitengoor en Vleminksloop (Mol) 7734 – De Vennen (Balen) 7736 – Malesbroek (Geel/Meerhout) 7739 – Molse Nete (Balen/Mol) 7763 – Belsbroek-De Vloyen (Geel/Meerhout) 7769 – Breeven (Geel) 7779 – Scheppelijke Nete (Mol/Balen) 7783 – Selguis (Geel) 7784 – De Bleken (Mol) 8810 – De Rammelaars (Ham) 8874 – Veldhovenheide (Ham)
Contactpersonen afdelingsbesturen Afdeling Netebronnen Contact: Jef Sas, jefsas@skynet.be www.natuurpunt.be/natuurpunt-netebronnen
Afdeling Balen-Nete Contact: Tom Schildermans, tom.schildermans@skynet.be www.natuurpuntbalen-nete.be
Frans Emmerechts, frans.emmerechts@gmail.com.
Afdeling Geel-Meerhout
Met dank aan onze fotografen
Contact: Marc Verachtert, marc.verachtert@skynet.be www.natuurpuntgeelmeerhout.be
Frans Emmerechts, Jan Mangelschots, Mirella Bruynseels, Karin van Gool, René Ducastel, Jan Albrecht, Bart Vancoppenolle., Ann Cassier, Marc Boeckmans, Silvia Dubois, Hilde Bellens, Robert Pieters, Erik Ducastel, Hans Hendrickx, Leo Vaes, Roger Geudens, David Tempelman, Guido Jansen, Jack Thora, Pieter Cox An Dierckx. Coverfoto’s: St. Jacobsvlinder, Vogelen met Koen Leysen in Saeftinghe, Dekshoevevijver©Frans Emmerechts, dag van de natuur 2015: Aan de slag in De Rammelaars© Jan Albrecht, jong everzwijn met Galloway stier©Jack Thora. Op alle foto’s rusten auteursrechten. Voor de gegevens van de fotografen kunt u contact opnemen met de redactie.
Lay-out Meander Arne Vermeulen en Jan Albrecht.
Deadline teksten volgende Meander Maandag 25 april 2016. Verschijnt eind juni 2016. Inlichtingen voor het leveren van tekst en beeld: frans.emmerechts@gmail.com.
2 | Meander 2
Afdeling Ham Contact: Frans Hoes, frans.hoes2@telenet.be www.natuurpuntham.be
“Als ik mijn ogen toedoe, ben ik in Honoloeloe.” foto: wegwijzer van Ilse Lambrichts met gedicht Jules Deelder ©Jan Albrechtt
Voorwoord
Toekomstig beheer van de Belsehei
A
Schapen op de heide een toekomstdroom © An Dierckx
ls ik dit schrijf staan buiten de eerste lammeren in de wei. Tijd om eens na te denken over het toekomstig beheer van de Belsehei. Iedereen herinnert zich dat we enkele jaren geleden ‘de bossen van Bel gekapt hebben’. In navolging van Averbode Bos en Heide en omdat Europa het ons vroeg. Wie recent nog in Averbode Bos en Heide gewandeld heeft weet wat een prachtig landschap er ontstaan is. Ook het gekapte gebied in Bel werd door Europa aangeduid als Natura 2000-gebied en de gecreëerde open duinen en heide staan hoog op het verlanglijstje. Deze duinen en heide leveren aan vele uiterst zeldzame soorten overlevingskansen. Tapuit, boompieper, veldleeuwerik zijn er al terug waargenomen. Alsook enkele zeldzame planten en insecten. Zo hebben we de harkwesp mogelijk van uitsterven in Vlaanderen gered. Deze soort komt alleen nog voor in de duinen van De Panne en in die van Bel. In 2010 in Bel nog slechts op enkele vierkante meters (op 2 plaatsen). In 2015 had ze zich al ruim uitgebreid over het nieuwe reservaat. Daarmee is deze populatie in Bel gered! Als Kempenaren ligt vooral de heide ons nauw aan het hart, heide die in Bel quasi verdwenen was. En die heide is terug! Misschien nog niet zo opvallend want we vechten nog tegen boomopslag, terwijl verstoring en vermesting zorgden voor massale bramengroei. Dat maakt dat we nog enkele jaren intensief zullen moeten
beheren: maaien of begrazen. En zo kom ik terug bij mijn lammeren terecht. Onze voorvaderen wisten al dat schapen uitermate geschikt zijn om heide te begrazen en in stand te houden, dus om natuurlijke verbossing tegen te gaan. Bij Natuurpunt hebben we wel runderen maar geen schapen. Wij dromen van een schaapskudde voor de regio. Er zijn immers nogal wat potentiële gebieden voor begrazing met schapen. Maar schapen zijn arbeidsintensiever (herder, honden, winterverblijf, wintervoeding) en ook delicater dan runderen door het hoger risico op ziekten. Het inhuren van een schaapskudde met herder voor bijvoorbeeld 2 keer 3 weken per jaar is financieel niet haalbaar. Een relatief hoge vergoeding voor landschapsbeheer met schapen is immers noodzakelijk om zo’n bedrijf leefbaar te maken. Niettegenstaande begrazing
zorgt voor een verhoogde biodiversiteit - meer soorten profiteren van de ‘ongelijkheid’ die begrazing creëert - hebben we er daarom (voorlopig?) voor gekozen het - ook arbeidsintensieve - maaibeheer van vorige jaren verder te zetten. Daarom is er met het beheerteam beslist vaste beheerdagen in te richten: we gaan met vrijwilligers (en we zoeken nog wat extra werkkrachten!) elke 2de en 4de vrijdagvoormiddag van de maand werken (info bij Gaston Dams via juliennehoremans@ telenet.be) en ook elke 1ste zondagvoormiddag (contacteer Wim Verbruggen via wim.verbruggen@mail.be). Hopelijk heb jij ook wat tijd en zin in wat ontspanning in de natuur!
Marc Verachtert Voorzitter Natuurpunt Geel-Meerhout
Gaston Dams plagt op de heide © Frans Emmerechts
april - juni 2016
|3
EEN DORP
ALS (G)EEN ANDER Wanneer je, in het colofon van een Meander, de lijst van gebieden bekijkt die Natuurpunt beheert, kom je Meerhout tegen voorafgegaan door een /. Vóór die / staat Geel. Dat is zo bij Malesbroek en ook bij Belsbroek-de Vloyen. Slechts kleine delen van die gebieden liggen immers op Meerhouts grondgebied. Tekst: Frans Emmerechts en Luc Van den Bergh
D
ie Meerhoutse deelgebieden zijn echter zeer waardevol. Namen als de Vloyen, de Kwacht en de Keyfheide klinken veel natuurliefhebbers als muziek in de oren. Met de opening van een bezoekerscentrum kreeg Meerhout bovendien een toegangspoort tot het Grote Netewoud.
Hoe was het vroeger? De oudst bekende vermelding van de naam Meerhout komt voor in een document uit het jaar 741. Het is een giftbrief waarin de graaf van Haspengouw zijn goederen (waaronder Meerhout en zijn
4 | Meander 2
watermolen) schenkt aan de benedictijnerabdij van Sint-Truiden. De naam was toen nog Mareholt. Stephelinus, een monnik van de abdij, beschreef de streek later als ‘als het ware van de zon verbrand, gans voor den landbouw onbruikbaar en niet dan met struikroversholen vervuld’. Gedurende de eerste eeuwen van onze tijdrekening was Meerhout een uitgestrekt bos dat, tussen twee valleien in, bij Olmen begon, verder de heuvelrug naar Zittaart, Tenbos en Akkerrode volgde, vanwaar het verder liep tot Eindhout (= einde van het hout/bos). Ten noorden en ten zuiden van dat bos lagen uitgestrekte meren en
moerassen. ‘Mareholt’ was dus een ‘bos gelegen aan een meer of moeras’. Langs Lil is het dorp voor het eerst bewoond geweest, op een helling langs de vallei van de Grote Nete. Vanaf het moment dat de mensen hun vee in het bos lieten grazen en daarna de terreinen ook gingen ontbossen, ontstonden er open plekken met struik- en dopheide. Vanaf de twaalfde eeuw werden de nog schaarse bewoners bijgestaan door de norbertijnen van Averbode en Tongerlo die hen akkers leerden aanleggen en ‘hen toonden wat al vruchten deze dorre aarde kan opleveren, wanneer ze met vlijt en aanhoudendheid bewerkt wordt’. In 1229 werd een groot deel van Meerhout geschonken aan de abdij van Maagdendaal (een klooster te Oplinter van zusters behorend tot de orde van Citeaux, de Cisterciënzers). Dit klooster werd mede-eigenaar van de watermolen, verwierf belangrijke pachthoven (Monnikerhoeve, Bokkenrode, Gerhees) en kreeg ook het recht om van alle landbouwers
De watermolen Boven de ingang van de huidige watermolen staat 1678, in muurankers. In dat jaar werd de watermolen herbouwd. Zijn geschiedenis op deze plaats gaat terug tot in 1324. (De watermolen vermeld in de giftbrief uit 741 betrof een houten molen iets verderop, op de Creyndertloop. In 1324 onderging hij enkele technische verbeteringen en werd hij naar hier verplaatst.) Vroeger had de molen twee raderen. Eén rad diende voor het malen van eikenschors voor de leerlooierijen, het andere voor graan. Van heinde en verre kwamen de landbouwers met hun karren vol graan, in de Middeleeuwen daartoe verplicht door klooster en heer, die eigenaars van de molen waren. De schorsmolen deed tijdens de Eerste Wereldoorlog ook dienst als slagmolen, om smout te slaan voor de bevolking. Even na de Eerste Wereldoorlog leverde de molen elektriciteit voor het Centrum. In 1928 kwam op de site een
diamantslijperij en ging de schorsmolen de slijpmolens aandrijven. Het andere rad bleef graan malen tot in 1970. In de loop van de laatste decennia van de twintigste eeuw kwam een wasserij de diamantslijperij vervangen. Het gebouw met de muurankers ‘1678’ werd (na een verbouwing in 1981) een gemoedelijke taverne. Toen ook die verhalen eindigden werd de oude wasserij gekocht door de Vlaamse Milieumaatschappij die ze samen met de gemeente van 2009 tot 2012 restaureerde. Natuurpunt opende er in 2013 op de benedenverdieping een bezoekerscentrum voor het Grote Netewoud. Op de bovenverdieping opende de Vlaamse Milieumaatschappij de interactieve tentoonstelling ‘Weg van de Nete’, met een prachtig zicht op de vistrap die ze rond het bezoekerscentrum aangelegd had. Eind 2015 kocht Natuurpunt, geholpen door de gemeente, de vroegere taverne aan. De watermolen anno 2015 © Frans Emmerechts
De Keyfheide © Frans Emmerechts
elke tiende schoof van de graanoogst als belasting te heffen (de tienden). In de vijftiende en de zestiende eeuw waren (door ontvolking wegens oorlogen) ‘de wolven zodanig vermenigvuldigd dat de landbouwers hun schapen niet dorsten uit grazen laten gaan’. Het dorpsbestuur liet de wolven vangen met grote en sterke netten. Daar de norbertijnen de inwoners steeds bijstonden en ook aan armenzorg deden, werden hun hoeven (omgeving Rooiaarde voor Averbode en Luihoeve en Cretskenshoef bij de Keyfheide voor Tongerlo) in 1502 van belasting vrijgesteld. Ook mochten zij voortaan vrij gebruik maken van de gemeenschappelijke heidegronden en weiden. En in de achttiende eeuw werd de waterstand van de Grote Nete (in Meerhout ook wel Meerhoutse Nete genoemd) geregeld, ‘alsook een nieuw peil aan de watermolen gebracht, om voortaan zo veel mogelijk overstroming te voorkomen’. Meerhout groeide uit tot een bloeiende landbouwgemeente.
april - juni 2016
|5
De Vloyen met Totterbrug © Frans Emmerechts
De Vloyen In de onmiddellijke omgeving van de watermolen organiseerde de natuurvereniging Mareholt reeds vele jaren wandelingen. Toen de vereniging een tiental jaren geleden opging in Natuurpunt nam deze laatste die wandelingen over. De Grote Nete heeft hier nog talrijke meanders, die door uitschuring een grens trekken tussen de heuvel (langs Lil) en de laagvlakte. Vanop de hoge oever heb je een zicht op het natuurgebied de Vloyen, hier ook wel eens de Vloei genaamd. Het is eigendom van de gemeente en wordt beheerd door Natuurpunt. De Vloei was in het verleden een typische vloeiweide die geregeld door de Nete werd overstroomd. Heel wat ruigtekruiden groeien er wild door elkaar. Bijna 200 verschillende planten werden er geïnventariseerd. De aarde onder de kruiden heeft op vele plaatsen een rode kleur. Die rode aarde is typisch voor verschillende valleien in Meerhout. Het is ‘zand van Diest’, een grof zand dat het (ijzerhoudend) mineraal glauconiet bevat.
De Kwacht en de Keyfheide Het winnen van veen in wat nu de grote plas van het Malesbroek in Geel is, de ‘Lange Zille’, begon omstreeks 1900. Slechts een klein gedeelte van die plas ligt op Meerhouts grondgebied. Een uitgestrekt gebied ten zuiden van de plas ligt echter wel in Meerhout en vormt samen met het Malesbroek een sinds 1985 beschermd landschap (ScherpenbergenMalesbroek, omgeving de Hutten). Je
6 | Meander 2
vindt er een steile en vrij uitgestrekte duinenrij en een landschap met ‘natte pannen’, afgezoomd en onderverdeeld door duinen. Twee van deze duinen zijn paraboolduinen. Natuurpunt beheert er de Kwacht en de Keyfheide. De Kwacht ligt in een pan tussen twee duinruggen die begroeid zijn met dennen. De vegetatie bestaat voor het grootste gedeelte uit zeer hoogwaardig vochtig grasland met veel boeiende overgangen (droog/ nat, hoog/laag, bebost/open). Op meerdere plaatsen is ijzerhoudend kwelwater aanwezig. In 2008 werden er met steun van het Life-project ‘Tussen Duin en Nete’ natuurherstelwerkzaamheden uitgevoerd om de doelvegetatie uit te breiden. Overtollig zand werd afgevoerd en enkele grachten werden gedempt. Tijdens een inventarisatie in april 2010 werden naast veel zeggensoorten ook heel wat andere planten-doelsoorten genoteerd zoals holpijp, waterdrieblad, wateraardbei, dotterbloem en waterviolier. Bij de vogels werden een twintigtal gewone soorten waargenomen: wilde eend, koekoek, pimpelmees, koolmees, tjiftjaf, fitis, heggenmus, zwartkop, tuinfluiter… Bij de insecten vielen schietmotten of kokerjuffers op. De laatste benaming slaat op de larven. Kokerjuffers zijn echte bouwmeesters die, afhankelijk van de soort, op heel veel manieren in het water hun kokers bouwen. De dagvlinders die toen vlogen waren vooral oranjetipjes en citroenvlinders. Grijze en zwart-rosse zandbijen zaten er veel en men spotte
Koolmees © Frans Emmerechts
▲ Pimpelmees, ▼ Oranjetipje © Frans Emmerechts
markeerde de grens tussen de drie Vrijheden Geel, Mol en Meerhout. In dat ven verzamelde zich oorspronkelijk het water van het Mols Goor. De Zeeploop werd gegraven om dat water naar de Grote Nete af te leiden, maar de abdis van Maagdendaal wou hem niet op Meerhouts grondgebied… In de buurt kan je duidelijk de scheiding zien tussen het natte Belsbroek en de droge Belsehei. Die werd door rechte wegen netjes in acht vierkante blokken ingedeeld, elk met 400 meter zijde. Dit had tot doel de gemeenschappelijke heidegronden te verkavelen en er vruchtbare landbouwpercelen van te maken. Maar dat is Geelse geschiedenis… Werkdag in de Kwacht © Jan Mangelschots
De Kwacht, Marc geeft uitleg over holpijp © Frans Emmerechts
En dan is er nog Bel, een dorp in Geel, bekend om zijn jeugdkampen, zijn grijze grootoorvleermuizen, zijn harkwespen en zijn ransuilen. Bel behoorde vanouds (burgerlijk) tot de Heerlijkheid van Gheel, maar behoorde tot in 1559 ook,
samen met Meerhout, (kerkelijk) tot het bisdom Luik. Geel behoorde tot het bisdom Kamerijk. De kerk van Meerhout was de moederkerk van Bel. Sommigen begrepen hieruit dat de mensen van Bel afgelegen inwoners van Meerhout waren, die in Bel hun verblijfplaats hadden. In de archieven van de kerk is echter geen bewijs terug te vinden van de bewering dat Bel vroeger aan Meerhout zou toebehoord hebben... Bel en Meerhout grenzen natuurlijk wel aan elkaar en in het grensgebied kan je, vanuit het Bezoekerscentrum Grote Netewoud, mooie natuurwandelingen maken. Denk bijvoorbeeld aan de wandeling naar de Zeeploop. Die dankt zijn naam aan het water dat uit het Mols Goor sijpelt (of ‘ziepelt’, zoals men vroeger zei). Hij grenst aan het Belsbroek. In 1984 werd er door de stad Geel een betonnen bruggetje gebouwd. Meerhout zorgde voor een rustbank. Of denk aan de zoektocht naar het nu nog moeilijk terug te vinden ‘jutteputteke’. Dat was eertijds een ven in het uiterste zuiden van Geel. Het
Levendbarende hagedis © Robert Pieters
Kokerjuffer © Frans Emmerechts
ook enkele levendbarende hagedissen. De Keyfheide is een van de schaarse stukjes die hier overblijven van de vroeger uitgestrekte heidegebieden in de streek. Zoals elders in de zandige heidestreken van na 1850 stortte de landbouweconomie in de Kempen in elkaar door spotgoedkope Australische schapenwol en Amerikaanse graanimport. Met plaggen of wol van de hei viel geen droog brood meer te verdienen. Heide werd omgeploegd of met naaldbos beplant. Akkers werden vergroot en kunstmest maakte het voor de landbouwers weer mogelijk om rendabel te zijn. De rest van de hei werd gebruikt voor bewoning en later deels ook voor nijverheid. Een restantje, de Keyfheide, werd beschermd.
Bel
Referenties 1 Louis Grietens, Beknopte Geschiedenis van Meerhout, 1935. 2 J.H. Jongenelen, Bouwstoffen voor de Geschiedenis van Meerhout, 1900. 3 Paul Kempeneers, Hydronymie van het Dijle- en Netebekken, 1982. 4 Jos Sterckx en Heemkundige Kring Meerhout, Meerhout wandeldorp in de Kempen, 1995. 5 Zjef Vanuytsel, Het Dorp, 1970. 6 Paul Wouters en Marianne Horemans, De Kwacht, verslag Ecologische Werkgroep Meanderland, 2010.
april - juni 2016
|7
VOGELCURSUSSEN NETEBRONNEN Een buizerd vlakbij © Frans Emmerechts
Wegens grote interesse richten Natuurpunt Netebronnen en Natuurpunt CVN opnieuw een cursus ‘vogelen’ in voor onze leden in Meanderland. Deze keer is die specifiek gericht op heidevogels: van zoetelieveke tot geitenmelker! Hieronder vind je wat je erover moet weten. Maar eerst, om eenieder weer zin te laten krijgen… een verslag van de cursus van vorig jaar, over ‘roofvogelen’. Roofvogels Met dertig gelukkigen konden we vorig jaar de predatoren van de lucht van dichtbij leren kennen tijdens een cursus roofvogels. Vier avonden lang werden we ondergedompeld in foto’s en filmpjes. De eerste uren kwamen algemeenheden maar ook zeer specifieke weetjes aan bod. Koen Leysen van Natuurpunt CVN vertelde vol begeestering over de Georgische trektelpost Batumi en we leerden dat de torenvalk ultravioletlicht waarneemt. Zo kan hij woelmuizen te grazen nemen door hun urinesporen te volgen. De meeste tijd ging vanzelfsprekend naar het leren determineren van de verschillende soorten. Vliegbeeld, staartbanden, polsvlekken en vingers. Alles passeerde de revue tot onze oren ervan tuitten. Een quiz sloot het theoretisch gedeelte af. We wisten nu dat we veel bijgeleerd hadden maar begrepen vooral dat er nog veel geoefend moest worden.
8 | Meander 2
Dat de realiteit anders is dan de mooie foto’s in het leslokaal mochten we ervaren tijdens de verschillende excursies. Vóór elke uitstap deelde Jef Sas ons mee dat de omstandigheden niet ideaal waren. Nu eens was er te weinig bewolking, dan weer stond de wind verkeerd of vlogen de trekkende vogels te hoog. Het was misschien een trucje om ons met weinig tevreden te stellen, toch kregen we op elke excursie waar voor ons geld. Op een mooie zomerdag leidde Yves Lesseliers ons rond op De Wurft. Roofvogels verschijnen niet op vraag maar de lucht afspeurend zagen we een vijftigtal ooievaars opschroeven en een unieke ontdekking was toch het vers opgegraven wespennest door een wespendief. Enkele weken later trokken we met Jef door De Maat. Buizerds en een sperwer werden gespot maar de show werd gestolen door de buizerd die minutenlang op de grond heen en weer huppelde om mestkevers te pakken te krijgen.
Door wespendief opgegraven wespennest © Frans Emmerechts
Een derde uitstap was statisch. Onze groep neofieten stelde zich op naast de ervaren tellers op de trektelpost Maatheide. Vol verbazing hoorden we die mannen de overtrekkende vogels benoemen en tellen. Niet zelden per tientallen! Ook hier zagen we roofvogels rondvliegen: slechtvalken, buizerds in een thermiekbel en als kers op de taart een blauwe kiekendief. De cursus werd dan afgesloten met een busreis naar het Verdronken Land van Saeftinghe. En toen hadden we echt prijs! Alle omstandigheden zaten mee en dat zouden we geweten hebben: buizerds, torenvalken, heel veel bruine en ook een goed aantal blauwe kiekendieven. Een slechtvalk liet zich bewonderen en als kers op de taart bij de roofvogels verschenen ook twee ruigpootbuizerds in ons gezichtsveld! Eentje bleef zelfs een hele tijd ‘bidden’, zodat we hem heel goed konden waarnemen. Maar niet alleen roofvogels lieten zich zien, ook brandganzen, rietganzen, kolganzen, kleine zwanen en allerlei steltlopers waaronder enkele zwermen goudplevieren. In de Antwerpse haven hoorden we zelfs een Cetti’s zanger, een van de kleine loofzangers die typisch is voor het Zuiden van Europa. Mooi! En, wat toch wel zeer speciaal was: we konden een roerdomp waarnemen, in paalhouding in het riet van het Verdronken Land. Bedankt Jef, Koen en alle anderen die deze cursus mogelijk maakten. We kunnen nu gewapend met een hoop ‘wist-je-datjes’ op wandel met vrienden en familie.
Michel Emmers telt trekvogels op Kristallijn-Maatheide © Frans Emmerechts
Vogelen met Koen Leysen in Saeftinghe © Frans Emmerechts
april - juni 2016
|9
Roodborsttapuit © Pieter Cox
Heidevogels Op de hei zien we in de lente een heuse explosie van leven. Na de winterse stilte is er vogelzang alom. Al in maart schalt de jubelende zang van de boomleeuwerik, voor velen de mooiste vogelzang van onze contreien. Niet voor niets werd hij in de volksmond het zoetelieveke genoemd. Roodborsttapuit, boompieper, dodaars en vele andere mengen zich in het debat. En last but not least komt dan in mei de mysterieuze nachtzwaluw aan, het kroonjuweel van de betere heidegebieden. Die heeft men dan weer de roemruchte toenaam geitenmelker gegeven. In deze cursus maken we uitgebreid kennis met al de vogels van de hei: zang, gedrag, trek, het komt allemaal aan bod. Met fraaie foto’s en filmpjes wordt deze wetenschappelijke info op een onderhoudende manier gebracht.
Nico Schrans en Jef Sas
Nachtzwaluw © Pieter Cox
10 | Meander 2
Cursus heidevogels praktisch Theorielessen 1 en 2: Op dinsdagen 10 en 17 mei door Koen Leysen, educatief medewerker van NatuurpuntCVN in Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol telkens van 19.30 tot 22.30 u. Praktijkles 1: Nachtzwaluwenexcursie bij volle maan (!) op de Kattenbosserhei op zaterdag 21 mei. Afspraak: 19.30 u kerkplein Mol-Wezel (=carpool) of om 20 u op de parking van de Kattenbosserhei ergens halfweg de baan Gelderhorsten – Lommel. Einde ca 23 u. Begeleiding : Jef Sas en Pieter Cox. Praktijkles 2: Excursie in natuurreservaat Het Hageven in Neerpelt op zondagvoormiddag 29 mei. Afspraak: 8.30 u op parking taverne Rauwse Hoeve (carpool), Postelsesteenweg 1, MolRauw of om 9 u op parking BC De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. Einde: ca. 12 u. Gids: Jef Sas en Staf Lievens. Inschrijven: Bij jefsas@skynet.be (014/31 26 57 of 0499/34 62 60). Gelieve bij uw inschrijving naast uw mailadres ook geboortedatum en –plaats door te geven. Deze gegevens zijn nodig om het leerbewijs te kunnen aanmaken. Prijs: leden van Natuurpunt €25 en niet-leden €50. Na inschrijving worden zij zo ook lid van Natuurpunt voor 2016. Het gepaste bedrag tijdig overschrijven op rek.nr. BE18 0011 5777 9165 van Natuurpunt Netebronnen met vermelding ‘cursus heidevogels’. Maximum 25 deelnemers!
Boomleeuwerik voedert jongen op de heide © René Ducastel
Nieuws uit het
Bezoekerscentrum Grote Netewoud De kabouterkes komen niet helpen In het bezoekerscentrum aan de watermolen gonst het altijd van activiteit. Vrijwilligers bereiden evenementen voor, maken bezoekers wegwijs in de natuurgebieden van het Grote Netewoud en serveren er desgewenst een lekker drankje bij. Zonder de inzet van al die enthousiastelingen kan een bezoekerscentrum niet bestaan. Nu het Grote Netewoud steeds groter, beter en mooier wordt vinden er ook steeds meer natuurliefhebbers de weg naar het bezoekerscentrum. Zo veel dat er echt nood is aan nieuwe helpende handen. Het centrum is dan ook op zoek naar personen met een hart voor natuur (man, vrouw, jong, oud) die enkele namiddagen per jaar mee de handen uit de mouwen willen steken. Misschien iets voor jou? Al eens overwogen? Op een zonnige februaridag trokken we twee willekeurige vrijwilligers aan de mouw en polsten naar hun ervaringen. Frans Melis (60) uit Meerhout zagen we al Gageleer schenken, spek en eieren bakken, vogelkasten timmeren, wandelingen uitstippelen, stoelen klaar zetten, ideeën spuien, bezoekers wegwijs maken, vogels tellen, bomen planten, muren schilderen, grondwater peilen en zelfs vloeren dweilen. Een bezige bij? ‘Ik ben van nature een actief persoon. Sport en tuin hebben me altijd gepassioneerd, net als natuur. Maar pas toen ik bruggepensioneerde werd en meer tijd vond om te wandelen voelde ik de behoefte om me meer te verdiepen. Het viel me op hoe prachtig onze natuur is en hoe weinig ik ervan kende. Op een dag zag ik aan het bezoekerscentrum een affiche hangen voor de cursus Grote Netewoud
Verkenner en heb ik me ingeschreven. Ik kwam terecht in een leuke groep van deelnemers en volgde kort nadien ook de cursus natuurbeheer. Aangetrokken door de fijne sfeer van het team ben ik dan een keer naar de maandelijkse vergadering getrokken. Dat viel erg mee en bij de eerstvolgende activiteit was ik al aan het meehelpen. Zo ben ik er stilaan ingerold. Nu werk ik mee aan allerlei evenementen, voer ik op vaste tijdstippen grondwaterpeilingen uit en werk ik mee met het beheerteam Belsbroek en Heide. Het bezoekerscentrum is echt een plezante omgeving waar je in contact komt met toffe mensen. Vrijwilligerswerk is voor mij een kwestie van keuze. De keuze om tijd vrij te maken. Thuis is er ook altijd werk, de kabouterkes komen niet helpen. Het enige dat ik spijtig vind is dat ons groepje niet wat groter is.’ Silke Gijsbrechts (30) uit Geel droomde al van kleins af om vrijwilligerswerk te doen voor een natuurvereniging. ‘Stom eigenlijk dat ik er zo lang mee gewacht heb. Het is pas toen ik me even tussen twee jobs bevond dat ik de stap zette. Ik nam contact op met de lokale afdeling in Geel en al snel hielp ik mee met educatief natuurbeheer in scholen en stond
ik aan de balie in het bezoekerscentrum. Ik leerde er toffe nieuwe mensen kennen en werkte mee aan evenementen. Mijn vrije tijd is drukbezet maar toch maak ik graag tijd voor Natuurpunt. Beroepshalve werk ik als jurist voor de Dienst Integraal Waterbeleid van de provincie Antwerpen en ik vind het leuk om in mijn vrije tijd eens aan natuurbeheer en -beleving te doen. Of om gewoon eens achter de toog te staan en een pintje te tappen. Ik vind dat er echt voor iedereen wel iets te vinden is: je creatief uitleven, bezoekers een goed gevoel bezorgen, babbelen, plezier maken, het kan er allemaal. Ik kom graag in het bezoekerscentrum omdat er zoveel evenementen plaats vinden en er altijd een leuke sfeer hangt.’
Wim Pauels
Zelf zin gekregen om mee te werken? Kom een keer langs, wedden dat je er ook voor jou een geknipte job vindt? Contact: 014/21 34 50 of wim.pauels@natuurpunt.be BC Grote Netewoud is geopend op woensdag/donderdag/vrijdag van 9 tot 17 u en op zondag van 13 tot 17 u Adres: Watermolen 8, 2450 Meerhout
april - juni 2016
| 11
Merkwaardige
GEELSE LANDSCHAPPEN Tot halverwege de twintigste eeuw kende Geel vooral een agrarische ontwikkeling. Het traditioneel landschap veranderde hoofdzakelijk tijdens drie grote ontginningsperioden. Vooreerst tijdens de Frankische landname, later in de feodale periode en uiteindelijk door de ontginningen die begonnen op het einde van de achttiende eeuw. Die agrarische ontwikkeling werd in het begin van de jaren 1960 echter door een sterk doorgevoerd industrialisatieproces doorbroken. Op de ranglijst van de Vlaamse industriezones kwam het Geelse industriepark op de vierde plaats terecht, na de Antwerpse haven, Genk en de Gentse Kanaalzone. De bevolking bleef groeien en de mens gebruikte zijn technisch kunnen om de natuur naar zijn hand te zetten om zo zijn eigen lot te verbeteren.
I
n die periode groeide echter ook het maatschappelijk bewustzijn over mogelijke problemen die daarvan het gevolg zouden kunnen zijn. Meer en meer gingen er stemmen op die de nationale overheid ertoe aanspoorden de natuur te beschermen en die ervoor ijverden om sommige landschappen en plaatsen te behouden, als ze in wetenschappelijk, esthetisch of cultureel opzicht de belangstelling waard waren. Als een eerste maatregel om aan die verzuchtingen tegemoet te komen stelde de overheid, in 1960, voor het hele land een inventaris op. De inventaris steunde op een stelselmatige prospectie op het terrein door specialisten. Hij werd samengesteld door H. Delaunois, algemeen secretaris van de Vereniging voor het Behoud van Natuur- en Stedenschoon en tevens secretaris-generaal van het Nationaal Verbond voor Natuurbescherming. Het is interessant om te lezen welke plaatsen en landschappen er toen, nu meer dan vijftig jaar geleden, voor Geel merkwaardig werden genoemd: - Het beemdlandschap, ten noorden van het kanaal naar Bocholt, gevormd door de Kleine Nete en haar bijriviertjes. Dit
12 | Meander 2
- -
-
-
- -
-
-
landschap, met als kern het natuurreservaat de Zegge, kreeg de kwalificatie van uitgestrekt beemdlandschap met hoge esthetische en wetenschappelijke waarde; Het bos- en heidelandschap in het noordoosten van de gemeente; De boorden van het kanaal naar Bocholt, over heel zijn lengte op het grondgebied van de gemeente; Het park ten zuiden van het gehucht Ten Aard, met het aanpalend beemd- en cultuurlandschap; Het beemdlandschap ten zuiden van het kanaal naar Bocholt, ten westen van de baan naar Retie: beemden met rietvelden en oude kleiputten; De bossen ten oosten van de baan naar Retie; De beemden van de Grote Nete, de Zeeploop, de Molse Nete en de Wimpbeek, over heel hun loop door de gemeente: ‘Netelandschap’, talrijke kwachten, d.w.z. vijvers, meestal overblijfselen van vroeger turfsteken; De vijvers van Kievermont: indrukwekkend rietlandschap in de beemden van de Molse Nete; Het Malesbroek: groots waterlandschap in de beemden van de Grote Nete met
-
- -
-
-
-
-
-
-
grote esthetische waarde en karakteristieke flora; De Tombroeken: heide- en moeraslandschap ten oosten van het Malesbroek, met geschiedkundige en grote botanische waarde; De watermolen te Oosterlo op een vertakking van de Grote Nete; Het landschap van Bel: mooi duinenlandschap, gedeeltelijk afgegraven. Steenweg met landelijk aspect, typische hoeven; Het landschap van Winkelomheide: merkwaardig gebied van bossen, duinen en heide; De boorden van het Albertkanaal tussen de bruggen van Stelen en Eindhout, met de aanpalende bossen; De duinen van Oosterlo: blik op de beemden van de Grote Nete. Prachtige ligging van de Sint-Dimpnakapel te Zuid-Zammel; Het landschap gevormd door de houten windmolen van Larum en het omliggende cultuurlandschap; Het landschap gevormd door de houten windmolen van Elsum met zijn omgeving; Het landschap gevormd door de SintDimpnakapel op de Groenenheuvel
Geelse landschappen Dekshoevevijver © Frans Emmerechts
met haar omgeving: esthetisch en folkloristisch waardevol. Een lange opsomming… Geel sloeg in de lijst van Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening geen slecht figuur. De makers van de inventaris realiseerden zich wel dat er nog een lange weg te gaan was: ‘Alvorens zonder gevaar tot het opstellen van een reglementering voor het behoud kan worden overgegaan, blijven er nog belangrijke taken te vervullen, zoals het vaststellen van de graad van urgentie, (…) de studie van de praktische maatregelen, (…) en ook het zoeken naar oplossingen om tot een vergelijk te komen tussen natuurbescherming en de economische toekomst’.
IJs breken op kanaal naar Bocholt © Frans Emmerechts
Dat het maatschappelijk bewustzijn in verband met natuurbehoud halverwege de twintigste eeuw ook al in Geel zelf bestond, kunnen we afleiden uit enkele schaarse artikels in de plaatselijke pers. Ze hebben te maken met het feit dat de koninklijke familie in 1951 al haar gronden op Ten Aard verkocht aan de Compagnie Immobilière de Belgique. Die wilde de gronden snel verkavelen en verkopen: ‘Er is gevaar dat (gezien de ligging aan het Kempens Kanaal) een gedeelte der De boorden van het kanaal naar Bocholt in Larum © Frans Emmerechts
april - juni 2016
| 13
gronden zal voorbestemd worden voor het oprichten van grootindustrie. (…) Het zou toch erg zijn dat al het mooie en ongerepte dat in het Koninklijk Domein voorhanden is, zou moeten plaats maken voor iets waar elders nog plaats te veel voor is. (…) Of zou het geen onherstelbaar verlies zijn, als die eindeloze bossen, met hun ontelbare boomsoorten; als die poëtische vijvers, bekend om de viskwekerijen; als die verspreide eenzame boshuizen; als de schaapskooien en herderswoningen uit het beeld der Kempen en de herinnering der Kempenaars zouden verdwijnen?’ In het merkwaardige ‘beemdlandschap ten zuiden van het kanaal naar Bocholt, ten westen van de baan naar Retie’, zoals het in de inventaris van Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening hierboven werd genoemd, lag ook de Dekshoevevijver. Hij behoorde voorheen tot het Koninklijk Domein en had grotendeels zijn oorspronkelijk karakter behouden, in tegenstelling tot de rest van zijn omgeving, die steeds nadrukkelijker een landbouwbestemming kreeg. Na de verkoop door de koninklijke familie kwam hij samen met zijn omgeving in 1952 in handen van de Nationale Maatschappij voor de Kleine Landeigendom. Die ontwikkelde er een
model landbouwgebied, met voor die tijd ultramoderne boerderijen. Rond de ‘vijvers van de Kasseman’ – de naam waaronder de Dekshoevevijver beter bekend stond in Geel – bleef de natuur echter heer en meester. In 1962 kocht de gemeente het toen 32 hectare groot terrein aan… met de bedoeling er een recreatiedomein van te maken. Op de tekenplank kregen roeien visvijvers vorm, een zwemvijver met ligweide en strand, en allerlei infrastructuur die bij zo’n uitbating hoorde. Uiteindelijk zou dat plan niet worden uitgevoerd en werd het een groot ‘halfnatuurlijk’ domein, voornamelijk voor hengelaars.
Frans Emmerechts
Kapucienenberg Bel © Frans Emmerechts
Houten windmolen van Elsum nu Molen van ‘t Veld op Ten Aard © Frans Emmerechts
14 | Meander 2
Overblijfselen van turfsteken (de Zegge) © Frans Emmerechts
Referenties 1 ‘De Dekshoevevijver. Dossier stedelijke dienst redactionele informatie’, in Geel, maandelijks informatieblad, Stadsbestuur van Geel, jg. 36, nr. 6, 2003. 2 H. Delaunois, Inventaris van de Landschappen. Tome 1. Provincie Antwerpen, Ministerie van Openbare Werken, Bestuur van de Stedebouw en de Ruimtelijke ordening, 1960. 3 ‘Natuurliefhebbers, waakt op uw zaak!’, in Nieuwsblad van Geel, jg. 98, nr. 4, 1951. 4 A. Pals-Ghoos, ‘Structuur van de gemeente Geel’, in Geel van gisteren tot morgen, Lions Mol-Geel, 1977.
Activiteiten MEANDERLAND Lente © Bart Vancoppenolle
maandag 4 april ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Determinatie waterdiertjes. • Van 18 tot 22 u. Lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be. zondag 17 april ›› Excursie naar de Vallei van de Zwarte Beek in BeringenKoersel • Afspraak: parking Boudewijnlaan Balen om 13 u (carpool), wandeling ter plaatse van 14 tot 17 u. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99. maandag 18 april ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Wateranalyse in het labo. • Om 13 u. Lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be. vrijdag 22 april ›› Zwerfvuilopruimactie in en rond het Buitengoor in Mol • Afspraak: 8 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. • Einde tegen 12 u. • Wens je mee te gaan, graag een seintje vooraf aan paul.wouters1@telenet.be. zondag 24 april ›› Vroegmorgenexcursie in en om reservaat De Maat in Mol • We gaan luisteren naar de ochtendzangers met als orkestmeester de Nachtegaal. Achteraf kan je mee aanschuiven voor een lekker ontbijt in taverne Het Jagershof. • Afspraak: 6.30 u op parking taverne Jagershof, Waterstraat 43, Mol. • Einde ca. 9 u. • Ontbijt vanaf 9.15 u. Inschrijven voor het lekkere ontbijt met koffie of thee aan €12,50/persoon bij Jos van ‘t Jagershof, 014/43 60 73 of bij jefsas@skynet.be, 0499/34 62 60.
maandag 25 april ›› Poelenwerkgroep Waterleven, Determinatie waterdiertjes. • Van 18 tot 22 u. Lokaal Natuurpunt, Boerenkrijglaan 51 b, Olen. • Info: jeannine.simonis@telenet.be. zaterdag 30 april ›› Ecologische Werkgroep Meanderland • Inventarisatie van enkele natte stukken in ’t Selguis in Geel = Life-project Grote Netewoud. • Afspraak: 9 u hoek Eksterstraat en Geelsebaan, Mol. • Einde tegen 12 u. • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zaterdag 30 april ›› Nachtegalentocht op en rond De Maat in Mol (i.s.m. De Gagel) • Op een rustig voorjaarsavondje mag je een prachtig en uniek concert verwachten van deze meesterzanger. Einde rond 22.30 u, maar de nachtegalen kunnen nog langer doorgaan! • Afspraak: 19.30 u aan parking Kleppende Klipper, Postelsesteenweg, 111, Mol. • Info: Fons Lommelen 0474/90 19 55 of johan.van.genechten@proximus.com of 0477/35 68 39. zondag 1 mei ›› Ochtendwandelingen De Rammelaars + ontbijt • Afspraak: Natuur.huis De Rammelaars in Ham. • 6 u. Vroege Vogels wandeling • 9 u. Bloemetjes en bijtjes wandeling • Inschrijven voor het ontbijt@7euro op activiteiten@natuurpuntham.be of via www.natuurpuntham.be/events/1mei-wandelingen. • Info op www.natuurpuntham.be zondag 1 mei ›› Vroegevogelwandeling in ’t Zammelsbroek in Geel • Al eens in een moeras rondgewandeld ’s morgens vroeg? Indrukwekkend hoeveel vogels je hoort! • Afspraak: aan de kerk van Zammel om 6 u.
april - juni 2016
| 15
Activiteitenkalender • Einde rond 9 u. • Info: koenthibau@hotmail.com of. 0498/12 47 29. zaterdag 7 mei ›› Ochtendwandeling in Belsbroek en Heide in Geel • Een verkenning van de natuur… bij nevel… in alle stilte… het heeft zijn charmes… maar kan jij uit je bed? • Afspraak: parking voor gemeentehuis van Meerhout om 6 u. • Einde rond 9 u. • Info: filip_debrabandere@telenet.be of 014/30 43 16. zondag 8 mei ›› Vroegmorgenexcursie door de Molse Netevallei in Gompel (i.s.m. De Gagel) • Kom mee luisteren naar het ochtendkoor van onze voorjaarszangers. Laarzen noodzakelijk! • Afspraak: 6 u Kerk Mol-Gompel, O.L.V.-straat 85, Mol. • Einde tussen 8.30 u en 9 u. • Info : guy.hannes@skynet.be of 014/31 71 54. dinsdag 10 mei ›› Cursus heidevogels in Mol • Eerste les. Info en inschrijving bij jef.sas@skynet.be of 0499/34 62 60. • Zie ook artikel in deze Meander. vrijdag 13 mei ›› Reis naar Flevoland • Vertrek jaarlijkse natuurvierdaagse Netebronnen i.s.m Starling. • Volzet, niet meer inschrijven dus! zondag 15 mei ›› Fairtrade-voorjaarswandeling in De Vennen in Balen • Wandeling met Fairtrade-versnaperingen. • Afspraak: parking voetbalterrein FC Cools om 14 u. • Info: jan.mallants@pandora.be of 014/81 70 09.
Pestvogel © Koen Kauwenberghs
16 | Meander 2
zaterdag 21 mei ›› Ecologische Werkgroep Meanderland • Inventarisatie van enkele nieuwe percelen in natuurgebied De Vennen in Balen = Life Grote Netewoud. • Afspraak: 9 u aan Schoorheide 26, Balen. • Einde tegen de middag. Laarzen! • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zaterdag 21 mei ›› Praktijkles cursus heidevogels: nachtzwaluwenexcursie op de Kattenbosserhei • Afspraak: 19.30 u op kerkplein Mol-Wezel (carpool) of om 20 u op de parking van de Kattenbosserhei, ergens halfweg op de baan Gelderhorsten-Lommel. • Einde ca 23 u. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Ook niet-cursisten mogen mee op deze uitstap. zondag 22 mei ›› Orchideeënwandeling in Neerhelst in Geel • Brede orchis en gevlekte orchis… ze staan er weer. Kom je ze mee ontdekken? • Afspraak: Larumsebrugweg aan ‘t kanaal in Geel om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: leon.dille@telenet of 0498/18 67 46. zondag 29mei ›› Praktijkles cursus heidevogels: excursie door reservaat Het Hageven in Neerpelt • Afspraak: 8.30 u parking taverne Rauwse Hoeve, Postelsesteenweg 1, Mol (carpool) of om 9 u op parking Bezoekerscentrum De Wulp, Tussenstraat 10, Neerpelt. • Einde: ca. 12 u. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Ook niet-cursisten zijn welkom op deze uitstap.
De Maat © Karin Van Gool
zondag 29 mei ›› Landschapswandeling in het Grote Netewoud in Meerhout • Wat kunnen we verwachten van een wandeling in het Grote Netewoud? Wat is dat Grote Netewoud eigenlijk (en wat willen wij dat het wordt)? Afspraak: parking bezoekerscentrum (hoek Lil), Meerhout om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: luc.van.den.bergh@telenet.be of 0499/63 20 07. zondag 5 juni ›› Natuurbeleving in natuurtuin Den Hof in Dessel • Natuurbeleving met al je zintuigen in natuurtuin Den Hof. Kunstwerken aan het water maken de wandeling extra bijzonder! Info zie achteraan in deze activiteitenkalender. zaterdag 11 juni ›› Ecologische Werkgroep Meanderland, Op onderzoek in Retie. • Inventarisatie van een perceel naast de Witte Nete. Nieuw te ontdekken gebied! • Afspraak: 9 u aan Watermolen 5, Retie. • Einde tegen de middag. • Info: paul.wouters1@telenet.be of 0496/51 02 79. zaterdag 11 juni ›› Excursies met Libellenwerkgroep Vlaanderen naar De Wurft en de Ronde Put in Mol • Onder leiding van libellenexpert en streekkenner Peter Vanderschoot. • Afspraak: 9.30 u op parking Abdij Postel (carpool naar De Wurft). Picknick meenemen. • Voor de namiddagexcursie naar de Ronde Put: 13.30 u op
parking Abdij Postel of 13.45 u op parking taverne Postel Ter Heyde, Postelsebaan 74, Retie. • Laarzen kunnen nuttig zijn en mooi weer is noodzakelijk op deze dag. Neem bij mindere weersvoorspellingen vooraf contact op met petervanderschoot@telenet.be of 0497/70 63 08 of met jef.sas@skynet.be of 0499/34 62 60 zondag 12 juni ›› Zomerexcursie door het Buitengoor in Mol • Kom mee de unieke flora en fauna bewonderen van dit prachtige natuurgebied. Laarzen zijn noodzakelijk! • Afspraak: 14 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. • Einde ca 16.30 u. • Info: andre.vanhoof@telenet.be of 0499/80 47 86. zondag 12 juni ›› Wandeling rond waterleven aan de Dekshoevevijver in Geel • Het biologisch leven in natuurlijk water is enorm… van onooglijk kleine beestjes tot vraatzuchtige kevers. Roger laat het jou allemaal ontdekken. Afspraak: parking Dekshoevevijver, Fransebaan in Geel om 14 u. • Einde rond 16.30 u. • Info: roger.buyl@telenet.be of 014/58 08 12. zaterdag 18 juni ›› Vrijwilligersfeest Natuurpunt Meanderland • Organisatie door afdeling Balen-Nete. Vrijwilligers reserveer deze datum alvast in jullie agenda. Jullie worden binnenkort nog persoonlijk op de hoogte gebracht van de festiviteiten!
januari - maart 2016
| 17
Activiteitenkalender zondag 26 juni ›› Nat-uur-lijk! in Balen • Wandeling in de Vallei van de Molse Nete. • Afspraak: café ’t Hoekske, Driehuizen in Balen om 9 u. • Info: luc.de.groof@live.be of 0494/29 79 49. zondag 3 juli ›› Insectenexcursie: daguitstap met de fiets naar de mijnterril in Beringen • Afspraak: 9 u met de fiets aan de kerk in Balen of om 10.30 u op de parking in de Orgelwinningstraat in Beringen. Lunchpakket meenemen. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99. zondag 24 juli ›› Daguitstap naar het Kempen-Broek in Noord-Limburg • Vlakbij in Limburg ligt één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van de regio, het Kempen-Broek. Meer dan 1000 ha grensoverschrijdende natuur, met een afwisseling aan moerassen, vijvers, weilanden, heringerichte akkercomplexen... Deze excursie van om en bij de 15 km brengt ons in de voormiddag langs het vijvercomplex (met kijkhutten) van Mariahof-Luysen. In de namiddag bezoeken we het weide-akkergebied, St.-Maartensheide met Geelgors en zelfs Grauwe Klauwier als broedvogels. Picknick meebrengen en stevige wandelschoenen. • Afspraak: 10 u aan de kerk van het gehucht Beek (aan de oostelijke ringweg van Bree) of om 9 u op de markt in BalenCentrum. Carpooling mogelijk daar. • Info bij gids Paul Verhoeven, 0472/26 21 34. Iedereen kan en mag mee, ’t zal de moeite zijn!
Velt-ecotuindag en kunstproject ‘Kunst aan het water’ in Den Hof In het centrum van Dessel achter de Alfons Smet Residenties vind je de ecologische, educatieve natuurtuin Den Hof. Iedereen kan hier kennismaken met een prachtig stukje nieuwe natuur. In het ontwerp van de natuurtuin is rekening gehouden met de bestaande structuur van het terrein, de natuur heeft hier alle kansen gekregen en is uitgegroeid tot een plek met een verscheidenheid aan biotopen. In de natuurtuin is er plaats voor een moestuin en een hoogstamboomgaard, beide omringd door een haag, een zogenaamde ‘groenkamer’. Kruiden vinden hun plaats in de kruidenspiraal, opgebouwd met herbruikmateriaal. Verspreid in het bos liggen houtstapels en takkenwallen, een schuilplaats of nestgelegenheid voor vogels, muizen en egels. De verschillende hooilanden zijn ingezaaid met specifieke bloemenmengsels, achteraan in de tuin bevindt zich een (kikker) poel en ook insectenhotels en een wiglo hebben er een plaats gekregen. Wat zeker niet mag ontbreken in de natuurtuin is een plaats voor compost en ook onze kippen verwerken heel wat afval. Schapen en geitjes zorgen voor de begrazing van een deel van de tuin. Natuurtuin Den Hof is een samenwerking tussen Natuurpunt CVN, Natuurpunt Netebronnen, Natuurvereniging Den Bunt en Alfons Smets Residenties en geniet de steun van de Vlaamse Landmaatschappij.
Doe de fietslus! De tuin is op deze zondag verbonden met 4 andere ecologische tuinen in Mol en Dessel, meer info hierover op de website van Velt: www.velt.nu of http://beweegt.velt.be/mol. Praktisch: zondag 5 juni van 10 tot 18 u. Alfons Smet Residenties, Lukasstraat 2A, Dessel. Info: https://www.natuurpunt.be/natuurpunt-netebronnen; http://www.denbuntvzw.be/ http://www.velt.nu/ of http://beweegt.velt.be/mol
OPEN:
Ann Cassier
Vanaf 10 uur, woensdag gesloten Van 15 oktober tot Pasen: dinsdag en woensdag gesloten.
Samentuin Den Hof © Ann Cassier
18 | Meander 1
De GROTE brandnetel Groente en geneeskrachtig kruid We zien hem liever niet verschijnen in onze tuin, want wie al geprobeerd heeft hem uit te roeien zal kunnen beamen dat dit quasi onmogelijk is. Nochtans is de grote brandnetel (Urtica dioica) een zeer interessant kruid met vele medicinale toepassingen. De brandnetel is zo moeilijk uit te roeien, omdat hij een sterk ontwikkeld wortelgestel heeft. Hierbij komt dat hij bij de minste aanraking serieus prikt, zodanig dat je binnen de kortste tijd vol brandblaren staat. Dit komt omdat op heel de plant brandhaartjes voorkomen. Die brandhaartjes lijken op holle glazen buisjes die gevuld zijn met een vloeistof. Deze vloeistof is een chemische cocktail. Bij aanraking dringen de buisjes de huid in, breken af en lossen hun lading in de bovenste laag van de huid. Het gevolg is een branderig gevoel, rode uitslag en kleine blaartjes. Wanneer je geen handschoenen draagt, is het moeilijk om te vermijden dat je ‘geneteld’ wordt. Nochtans, als je de netel onderaan de stengel afbreekt en hem ondersteboven vasthoudt, is de kans kleiner dat hij je prikt. Wanneer je geneteld bent, staat er in de buurt misschien wel een natuurlijk hulpmiddel: weegbree of hondsdraf. Wanneer je deze over de blaren wrijft, vermindert het branderige gevoel. De grote brandnetel groeit bij voorkeur op zonnige tot half beschaduwde plaatsen op een matig droge tot natte bodem. De plant wordt druk bezocht door insecten en vogels. Heel wat dag- en nachtvlinders leggen hun eitjes op de bladeren van de brandnetel: gehakkelde aurelia, dagpauwoog, distelvlinder, kleine vos, brandnetelkapje, koperuil, enzovoort. Ook lieveheerbeestjes gebruiken de brandnetel om hun larven groot te brengen. Deze voeden zich met bladluizen,
die talrijk voorkomen op de brandnetel. Andere insecten die op de bladluizen jagen en daarbij de grote brandnetel gebruiken zijn zweefvliegen, gaasvliegen en een aantal sluipwespen. Ook koolmezen en pimpelmezen gebruiken in het voorjaar de bladluizen om hun jongen te voeden. Op het einde van de zomer worden de zaden genuttigd door heel wat zaadetende vogels. In de tuin kan de brandnetel ook de tuinier een goede dienst bewijzen. Zo composteert het tuinafval beter als je er brandnetel op gooit. De brandnetel heeft een hoog stikstofgehalte. Hierdoor en ook door het hoge gehalte aan mineralen is hij een ideale voedingsbron voor de moestuin. Hiervoor moet je brandnetelgier maken: je laat gewoon jonge brandnetelplanten 1 à 2 weken fermenteren in water en hiermee bemest je de jonge groenten. Deze vloeistof is eveneens een uitstekend insecticide en een goed bestrijdingsmiddel tegen meeldauw. Het enige nadeel is de nogal scherpe geur. Dat brandnetel ook positieve eigenschappen heeft voor onszelf is algemeen bekend. De plant zit boordevol heilzame stoffen. Gekookte bladeren, gegeten als spinazie of verwerkt in een puree, soep of thee, hebben een bloedzuiverende en bloeddrukverlagende werking. Ook op onze huid , haar en beendergestel heeft brandnetelsoep of thee een positief effect door het hoge gehalte aan mineralen. Dat ook de wortel van de brandnetel geneeskrachtige toepassingen heeft,
Grote brandnetel © Mirella Bruynseels
is minder bekend. Gestandaardiseerde preparaten van brandnetelwortel kunnen helpen bij goedaardige prostaatvergroting. Doordat de groei van de prostaat wordt afgeremd, kunnen veel plasproblemen worden voorkomen.
Mirella Bruynseels
Haarlotion voor mooi, zacht, glanzend haar Je hebt nodig : - 250 g verse brandnetelbladeren - 125 g water - 125 g azijn - 5 druppels etherische olie van rozemarijn Je laat de bladeren 10 minuten doorkoken in het water en de azijn. Wanneer het mengsel afgekoeld is, zeef je het door een kaasdoek en voeg je de druppels rozemarijn toe. Deze bevorderen de doorbloeding. Daarna giet je de lotion in een flacon. Maak niet teveel haarwater in één keer, want zonder bewaarmiddel blijft hij niet lang goed.
april - juni 2016
| 19
OVERWINTERENDE
KLAPEKSTER
D
e klapekster (Lanius excubitor) zit openlijk op een uitkijkpost in zijn territorium. Van daar zoekt en vangt hij prooien, zowel in de vlucht of door vanaf zijn post toe te slaan. Woelmuizen, spitsmuizen, kleine vogels, hagedissen en grote insecten zijn z’n favoriete prooien. Soms spietst hij overschot aan voedsel op een doorn of op een prikkeldraad om het later te verorberen. Kenmerkend zijn het verenkleed, in zwart, wit en grijs en de brede, zwarte oogband met de witte streep erboven. Door zijn witte verenkleed steekt hij duidelijk af tegen zijn omgeving en is hij van ver te zien op zijn uitkijkpost. Deze zangvogel heeft een zwarte, krachtige haaksnavel en poten met scherpe nagels. De klapekster is als broedvogel uit Vlaanderen verdwenen. Vóór 1950 was hij een schaarse broedvogel van uitgestrekte heidevelden en hoogvenen met wat struikgewas en hier en daar een boompje. De achteruitgang is te wijten aan een combinatie van factoren. In de jaren 1960 en 1970 werden veel broedgebieden ontgonnen. Verder had deze soort erg te lijden onder het intensief gebruik van pesticiden. Hierdoor verdwenen massaal knaagdieren, grote insecten en veel waardplanten die belangrijk zijn voor grote insecten. De vermindering van het voedselaanbod in de broedgebieden was dus zeker een belangrijke factor. Tot in het begin van de jaren 1980 nestelden er, vooral op grote heidevelden, nog enkele broedparen. In 1996 werd het laatste broedgeval voor Vlaanderen opgetekend in Zonhoven. In Wallonië broeden momenteel 270 tot 330 paren. Het broedgebied strekt zich uit van de Fagne-Famenne over de Ardennen tot de Lorraine. Interessant voor de klapekster hier zijn de randen van naaldwouden, of naaldwouden waar open delen zijn ontstaan door storm, brand of kaalkap. Gelukkig is daarmee niet de kans verkeken om de klapekster in Vlaanderen te zien. Zweedse klapeksters komen immers naar hier om te overwinteren. Het aantal pleisteraars neemt van half
20 | Meander 2
Klapekster (boven en onder) © Erik Ducastel
oktober sterk toe. In maart of begin april vertrekken ze weer. Hun verspreiding valt grotendeels samen met de heide- en hoogveengebieden op zandgronden. Hier in onze omgeving worden ze o.a. aangetroffen aan de Ronde Put in Mol-Postel, de grote zandput en het oud stort in Mol-Rauw, het Hageven in Neerpelt, Averbode Bos en Heide en de Cartierheide in Eersel (Nederland). Tegenwoordig brengen een zestigtal individuen de winter door in Vlaanderen. Begin 2000 waren dat er slechts een tiental. Herstel van de broedpopulatie in de Scandinavische broedgebieden zou een deel van de toename kunnen verklaren. Daarnaast is de kwaliteit van de voornaamste winterverblijven (heidevelden en hoogveenrestanten) verbeterd. In veel van deze gebieden is terreinbeheer uitgevoerd dat gunstig is voor deze soort, zoals het open kappen van verboste gebieden en de introductie van grote grazers om vergrassing en dichtgroeien tegen te gaan. Men zou er naar moeten streven dat elk heideveld in de winter zijn klapekster heeft.
René Ducastel
Referentie: G. Driessens, Klapeksters, alle schoonheid op een stokje. Wintertellingen van Klapeksters in Vlaanderen. Natuur.oriolus 79(1):10-18, 2013.
Dag van de Natuur ZAMMELSBROEK
DE RAMMELAARS
Zaterdag 21 november, regenachtig, 4°C, een ijzige wind doet de gevoelstemperatuur zakken naar -10°C. Een sleebessendrupke-made-by-Koen laat nadien de temperatuur wel oplopen tot 20°C… maar dat moesten we eerst nog verdienen!
Zaterdag 28 november, een schitterende novembermiddag, waarop met veel plezier gewerkt werd in de Rammelaars. Hooien, invasieve soorten duizendknoop en parelvederkruid verwijderen en een gevulde laars of wat stonden op het programma. Afgerond werd met een gezellig bier in het NP Huis. We hopen natuurlijk de komende november nog meer vrijwilligers te verwelkomen!
Met een 12-tal (uit het goede hout gesneden) vrijwilligers gingen we de laatste resten van civilisatie aan de vijver van Leten te lijf. Sorry stoere spar, sorry beestjes die we hun woning en hun kroost moesten afnemen… Maar als gebrainwashte natuurpunters leerden we dat een spar geen inheemse soort is, niet past in het plaatje van de biodiversiteit… Om ons gedroomde Sigmaplan te kunnen realiseren moesten we dit kleine lapje grond klaarmaken tot een passend puzzelstukje in het ecosysteem, waarin ontelbare soorten kunnen ontspruiten, tot bloei komen, zich goed in hun vel voelen om zo te kunnen zorgen voor een rijk nageslacht… Al het niet bruikbare hout kwam terecht in een felle vuurzee die onze verkleumde handen en tenen wel verwarmde maar die ons als stinkende en geroosterde haringen deed thuiskomen. Maar dat hadden we er met graagte voor over om dat zieke plekje cultuurlandschap in onze natuur om te toveren naar een paradijs voor onze kinderen, kinderen van kinderen en daarvan… Bedankt Marc, Dirk, Andrea voor de keilekkere soep, de smaakvolle bokes en de overheerlijke cakes! En om ons voor afkoelen te behoeden was het drupke van Koen meer dan welkom. Ondanks het harde labeur en de slechte weersomstandigheden was het een keitoffe dag. Werken met een team vrijwilligers die zich inzetten voor de goede zaak geeft je altijd een warm en gelukkig gevoel. Hopelijk heb ik jou als lezer kunnen overtuigen om er de volgende keer ook bij te zijn. See you on …?
Alle foto’s: Aan de slag in De Rammelaars© Jan Albrecht
Hilde Bellens
april - juni 2016
| 21
Poel DE VOS in Wilders De poel © Rogier Geudens
Zoals elk jaar adopteerde de poelenwerkgroep Waterleven ook in 2015 drie poelen. De Troone in het militair domein te Grobbendonk, Poel 677a in de Kwarekken in Westerlo, en Poel De Vos in Wilders in Geel. Wilders vormt samen met het Malesbroek en De Hutten een natuurgebied van ongeveer 100 ha in het valleilandschap van de Grote Nete, in het grensgebied tussen Geel en Meerhout. Perceel K1017b is een oude paardenweide met een rechthoekige vijver (‘Poel De Vos’) op de zuidkant van het perceel en met verschillende plassen. De uitgegraven grond van de poel lag verspreid over de rest van het perceel. Na aankoop door Natuurpunt, werd die grondlaag in 2011 afgeplagd en gedeeltelijk terug in de vijver gedeponeerd. De poel wordt op zijn korte zijden geflankeerd door de Grote Nete en de Rijloop. Poel De Vos is een redelijk diepe valleipoel die gevoed wordt door ijzerrijk grondwater met weinig mineralen. Goed water is juist rijk aan mineralen. Het wordt ook hard water genoemd. Hard water bevat voedingszouten (ionen), wat belangrijk is voor de ondergedoken zuurstofplanten, en het kan veel CO2 opnemen. Wanneer water te zacht is groeien zuurstofplanten
22 | Meander 2
niet goed en de vijver krijgt last van algengroei en wordt troebel.
Chemisch onderzoek Adopteren wil zeggen dat wij de poel een tiental keer bezoeken. Viermaal onderzoeken we de pH (zuurtegraad), de zuurstofconcentratie en de geleidbaarheid ter plaatse. (De geleidbaarheid is een goede indicator voor de hoeveelheid opgeloste zouten en kan daarom worden gebruikt om de mate van vervuiling in te schatten. Wanneer het gehalte aan nitraat (NO3) of fosfaat (PO4) stijgt, stijgt ook de geleidbaarheid.) Bij Poel De Vos was de gemiddelde pH 6,55, de geleidbaarheid 157 µS/cm en het zuurstofpercentage slechts 47,3%. De reden hiervan is niet onmiddellijk duidelijk, wellicht speelt de dikke sliblaag een belangrijke negatieve factor. Het dierlijk leven blijkt er alvast niet door geschaad gezien de hoge MMIF-index van 0,90. Tweemaal worden de stalen door ons verder onderzocht onder de bekwame en geduldige leiding van Louis Pals. In het labo onderzoeken we de hardheid, het ijzergehalte en de alkaliniteit (het is de belangrijkste parameter om het water te beschermen (bufferen) tegen ongewenste verlagingen van de pH-waarde). Door onderzoek van het gehalte aan fosfaat, nitraat en ammonium in het water kunnen we de voedselrijkdom van de poel
bepalen. Die was voor Poel De Vos licht eutroof. Als we een vergelijking maken met de Rijloop en de Grote Nete, stellen we vast dat de poel minder fosfor en stikstof heeft en ook een grotere buffering door een hogere hardheid en alkaliniteit. De invloed van een buisverbinding met de vervuilde Rijloop moeten we dus relativeren. Er is nogal wat rottend materiaal in het water aanwezig, waardoor het COD (chemisch zuurstofverbruik) stijgt. Ook in 2005 waren er al analysen verricht. Vergelijken wij de beide resultaten, dan merken we dat ze nu zijn verbeterd. Alleen het COD is toegenomen van 6,7 naar 18,5. Dit kan verminderen door het kappen van de struiken en het maaien van de weelderige randbegroeiing.
Waterbeestjes Tweemaal bezochten we de poel om waterbeestjes te scheppen en te determineren onder de binoculairs in ons lokaal. In de fuiken vingen we vissen als blankvoorn, rietvoorn en exoten als zonnebaars, blauwbandgrondel en bruine Amerikaanse dwergmeerval. Zij zijn blijkbaar niet in overtal want wij hebben hier op deze poel behoorlijk wat waterleven kunnen vaststellen. Libellenlarven van platbuik, viervlek, zuidelijke keizerslibel, grote keizerslibel en blauwe glazenmaker waren duidelijk aanwezig, maar ook de fragielere waterjufferlarven als lantaarntje,
watersnuffel, vuurjuffer en ook grote roodoogjuffer voelen er zich in hun sas. Negen verschillende soorten waterkevers, waarvan de meesten (uitgezonderd grote ruggelaar en gewone snelzwemmer) nog geen Nederlandse naam dragen, vinden er voedsel. Ook waterwantsen werden gevonden. Waterschorpioen, gewoon bootsmannetje en platte waterwants zijn de meer algemeen voorkomende soorten. Maar de mascotte van de werkgroep, het gewoon dwerglopertje, werd ook gespot. Dit wantsje, amper 2 mm groot, scharrelt op het wateroppervlak in de begroeide oeverzone van stilstaand water en ondanks zijn geringe grootte valt het toch op, omdat het vaak in grote groepen voorkomt. De wetenschappelijke naam betekent ‘(zeer) kleine velia’, waarmee dit insect als een microversie van de beekloper wordt gezien, een prachtige wants die veel slanker is en meer kleurrijk en mijn persoonlijke favoriet. Het gewoon dwerglopertje is ongevleugeld maar af en toe zorgen gevleugelde exemplaren voor de kolonisatie van verderop liggende watertjes. Je moet wel sterk vergroten en dan zijn het best leuke diertjes om te zien. Maar net als schaatsenrijders zijn het agressieve jagers. Graag prikken ze watervlooien aan die net onder het wateroppervlak actief zijn. Grotere prooien worden soms omcirkeld door meerdere microvelia’s. Dwerglopertjes paren in de lente en de zomer en zetten hun eitjes in rijen op drijvende plantendelen. De piepkleine larfjes zijn na vijf stadia volwassen.Verder zagen we nog de gewone vijverloper, het buiktandje, de zilveren schaatsenrijder en zoveel andere gek benaamde waterwantsjes voorbijkomen. En dan was er nog het zeer kleine spul: watermijten, haften, éénoogkreeftjes, springstaarten en vlokreeftjes en… de pad en de bruine kikker.
Planten Ook bezoeken we de vijver tweemaal om een inventaris te maken van de verschillende water- en oeverplanten. Overheersend is het ondergedoken grof hoornblad. Het komt voor op allerlei bodemtypes, maar is vooral dominant op zuurstofarme, sterk organische slibbodems, wat hier ook het geval is. Het is een indicator voor voedselarm, ionrijk en diep water. Op het
Witte waterlelie © Rogier Geudens
wateroppervlak van Poel De Vos is de witte waterlelie, vorm candida, al verscheidene jaren co-dominant. Ook zij komt voor in vrij voedselarm tot matig voedselrijk water en wordt niet beïnvloed door pH of andere waterkarakteristieken. De soort groeit op allerlei types van vooral organische bodems, in stilstaand of zeer zwak stromend, relatief diep, zoet water, in laaglandrivieren, kanalen en afgesneden rivierarmen (op deze percelen zou eertijds een afgesloten meander gelopen hebben). Witte waterlelie is een vrij algemene soort in Vlaanderen, maar heeft een duidelijke voorkeur voor de Kempen. Meer dan bij gele plomp het geval is, is witte waterlelie beperkt tot noordelijk België. Vlaanderen ligt vrij centraal in het areaal. Ook treffen we er breed pijlkruid aan, een sierplant uit Noord-Amerika, die waarschijnlijk nog door de vorige eigenaar werd aangeplant en dit doet bij ons de vraag rijzen of ook de witte waterlelie niet werd aangeplant en ondertussen is verwilderd. Verder inventariseerde Thalictrum - om de interessantste plantjes te noemen - nog smal tandzaad, waterpostelein, moerasbeemdgras, adderwortel en blaaszegge. Aan de hand van de analysen, van de waterbeestjes en van de flora wordt normaal het natuurtype van de vijver bepaald (brochure Aminal). Bij Poel De Vos was dit echter niet eenduidig aan te geven. Mogelijk speelt de heraanleg van de vijver in 2011 nog een rol. Wil jij ook eens aan de slag in de regionale poelenwerkgroep (Herentals, Westerlo en Geel), er zijn zoveel verschillende taken dat iedereen er wel zijn gading in vindt. Je kan mij contacteren op 014/59 31 65 of mailen naar Jeannine.Simonis@telenet.be. Met dank aan de werkgroepen Waterleven en Thalictrum.
Microvelia reticulata © David Tempelman
Beekloper © Hans Henderickx
Jeannine Simonis Breed pijlkruid © Leo Vaes
april - juni 2016
| 23
Cursus Nachtvlinders Balen-Nete Natuurpunt Balen-Nete organiseert deze zomer (in samenwerking met Natuurpunt CVN) een cursus over nachtvlinders in Balen. Wist je dat er in België zo’n 2.500 soorten vlinders voorkomen? Meer dan 95% daarvan zijn nachtvlinders of motten. Van de grotere, goed herkenbare komen in Vlaanderen meer dan 700 soorten voor. Die vormen het onderwerp van deze cursus. Waarom komen motten op licht af? Hoe kan je al die verschillende soorten en families uit elkaar houden? Hoe kan je nachtvlinders bestuderen in je eigen tuin? Tijdens twee theorieavonden gaan we dieper in op leefwijze, herkenning en waarnemingsmethoden. Daarna trekken we twee avonden het veld in om nachtvlinders te zoeken (met extra aandacht voor heidesoorten). Een aanrader, niet enkel voor nachtraven! Snelle inschrijvers houden we eveneens op de hoogte van extra vangavonden in onze natuurgebieden. Nachtvlinders praktisch • Theorielessen: woensdagen 10 en 17 augustus van 19.30 tot 22.30 u in De Kruierie, Bevrijdingsstraat 1, Balen. • Praktijklessen: zaterdagen 20 augustus en 3 september na zonsondergang. De juiste locaties en tijdstippen, in natuurgebieden in Balen, worden meegedeeld tijdens de theorielessen. • Prijs: €30 voor leden van Natuurpunt, €50 voor niet-leden (die worden zo voor 1 jaar lid). Op rekeningnummer BE65 0688 9444 3996 van Natuurpunt Balen-Nete met vermelding: nachtvlinders + uw naam (of namen). • Inschrijvingen en informatie: an.gijs@gmail.com of 0473/76 11 38. Sint-Jacobsvlinder op Bieslook © Frans Emmerechts
Het blauwgroen trechtertje, een pionier in opmars Paddenstoelen staan bekend als lastig herkenbaar, maar dat geldt niet voor het blauwgroen trechtertje (Omphalina chlorocyanea). Dit wereldwijd zeer zeldzame paddenstoeltje is een fraaie en opvallende verschijning. Het heeft een kleine hoed (tot 24 mm diameter) met langs de steel aflopende plaatjes en tussenplaatjes die wit zijn met een blauwe zweem. Het groeit vaak tussen (haar)mossen en korstmossen en komt voor op voedselarme, vochtige en zure bodems. Men vindt het vooral in februari-maart. Later verdrogen de vochtige plekken en verdwijnt het
paddenstoeltje snel. Het blauwgroen trechtertje werd meerdere malen gemeld: aan het Vossenven in Geel-Bel, in Averbode Bos en Heide en in Landschap De Liereman-Hoge Mierdse heide. Het is opvallend dat de meeste meldingen in België recent zijn. In Nederland, waar het in 1973 voor het eerst opdook, stond het paddenstoeltje te
Blauwgroen trechtertje met plaatjes en tussenplaatjes in de spiegel © René Ducastel
24 | Meander 2
boek als zeer zeldzaam. De voorbije tien jaar is het zwammetje er sterk toegenomen, met tientallen nieuwe vindplaatsen. Het wordt nagenoeg altijd aangetroffen in drassige situaties. Meestal gaat het om plekken waar kort voordien ven- en heideherstel plaatsvond. Bij deze natuurontwikkeling wordt de bovenlaag van het gebied afgeschraapt. Daardoor ontwikkelt zich een bijzondere pioniersvegetatie met onder meer moeraswolfsklauw en zonnedauw. Ook het blauwgroen trechtertje is afhankelijk van deze natuurontwikkelingsterreinen. Het verschijnt samen met de eerste pioniersplanten, maar wanneer de vegetatie de kans krijgt zich verder te ontwikkelen, verdwijnt het samen met hen. Je vindt het niet langer dan 4 jaar op dezelfde plek. We verwachten dat het blauwgroen trechtertje nog op heel wat nieuwe plekken in Vlaanderen zal opduiken, zeker waar grootschalig natuurherstel in het kader van Life-projecten plaatsvindt. Ook in het Grote Netewoud, waar we naar dit fragiele paddenstoeltje zullen uitkijken aan het Torfven in Bel, nu ook daar beheerwerken zijn uitgevoerd.
René Ducastel & Mirella Bruynseels
Twee mooie natuurwaarnemingen Ongewone vriendschap in de natuur In het Kempen-Broek is heel wat moois te zien. In de eerste week van januari zag ik er een wel heel vreemde scène: op een morgen in de mist een Gallowaykoe die met haar kop over een everzwijn streelde. Het zwijn knuffelde met zijn snuit terug. Later kreeg ik meermaals het zwijn in het gezelschap van de Galloways te zien. Het varkentje zocht zelfs een stier op om mee te verbroederen. Waarschijnlijk ging het om een jong dier dat zijn moeder kwijt raakte en daarna door de Galloways werd geadopteerd.
Jack Thora Bever gered uit sas aan Blauwe Kei Toen ik op woensdag 13 januari rond 11 u langs het kanaal richting Blauwe Kei reed, viel me een bestelwagen op van het Natuurhulpcentrum van Opglabbeek. Bleek dat ze net een jonge bever uit het sas hadden gehaald. Die was er dinsdagavond in gesukkeld en kon daarna geen kant meer op. Gelukkig had een visser het dier opgemerkt. Het had schaafwonden aan nagels en snoet maar kon gelukkig dezelfde dag weer vrijgelaten worden. Ik mocht even door een kier in de laadruimte van hun auto piepen om een foto te maken …
Jack Thora
Oproep!
van ie waarnemingen oo m ee tw ze de Met iek k een nieuwe rubr lij pe ho is a or Th Jack een De redactie doet t. ar st ge er nd ea in M tane inzendingen. oproep naar spon ze in de natuur in on is oo m ts ie lf ze u Zag gen waar onze afdelin en ed bi ge in of o regi . laat het ons weten op uitstap gaan, r tijdschrift nog mee s on om is g in el Bedo jn. le leden te laten zi al n va ift hr sc jd ti een te waarneming Stuur je interessan en echts@gmail.com naar frans.emmer endie wel in de volg t ijn ch rs ve en hi missc de Meander!
zondag 24 juli: Daguitstap naar het Kempen-Broek in Noord-Limburg Vlakbij in Limburg ligt één van de grootste aaneengesloten natuurgebieden van de regio, het Kempen-Broek. Meer dan 1000 ha grensoverschrijdende natuur, met een afwisseling aan moerassen, vijvers, weilanden, heringerichte akkercomplexen... Deze excursie van om en bij de 15 km brengt ons in de voormiddag langs het vijvercomplex (met kijkhutten) van Mariahof-Luysen. In de namiddag bezoeken we het weide-akkergebied, St.-Maartensheide met Geelgors en zelfs Grauwe Klauwier als broedvogels. Picknick meebrengen en stevige wandelschoenen. Afspraak: 10 u aan de kerk van het gehucht Beek (aan de oostelijke ringweg van Bree) of om 9 u op de markt in BalenCentrum. Carpooling mogelijk daar. Info bij gids Paul Verhoeven, 0472/26 21 34. Iedereen kan en mag mee, ’t zal de moeite zijn!
april - juni 2016
| 25
Midwinterwandeling Griesbroek Mogen we na twee succesvolle midwinterwandelingen al stilaan spreken van een Balense traditie? In 2014 werd de eerste zeer gesmaakt bij het publiek en werd er genoten van onze verhalenvertellers. De oude sagen en legendes van het Griesbroek waren vast en zeker blijven hangen, want ook deze midwinter waren we met een honderdtal wandelaars om de terugkeer van het licht te vieren. Bij een eerste stop op onze tocht werden we ondergedompeld in de astronomie en kregen we een deskundige uitleg over de winterzonnewende. Een eindje verder in het dennenbos werden we tegengehouden door Carolus Linnaeus, die speciaal uit de 18de eeuw was teruggekomen om ons te vertellen over zijn boek ‘Systema Naturae’ en om ons zijn indrukwekkende verzameling aan dieren en planten te laten zien. Ook vertelde hij de moeilijkheden die hij had ondervonden bij het indelen van mythische dieren, waarover hij lokale legendes en verhalen van ontdekkingsreizigers had gehoord. Volgens Linnaeus waren er in het Griesbroek al wel eens enkele van deze fabeldieren gezien, vooral tijdens de langste nacht van het jaar. Hij was bovendien op zoek naar een speciale soort, namelijk een vrouw met een rendiergewei, en beloofde harde Zweedse valuta voor een bewijs van haar bestaan.
26 | Meander 2
Op een open plek passeerden we een groot ei dat net was uitgekomen. Van welk dier bleef voorlopig een raadsel. Even verder bereikten we een groot moeras, waar we op onze hoede moesten zijn voor de lokzang van een sirene, één van de beruchte dochters van de riviergod van de Grote Nete. Aangekomen aan een kleine stal troffen we de hogepriesteres van een speciale religieuze orde, de ‘Ordo Unicorni Campinae Odradae’. De hogepriesteres kon onomstotelijk bewijzen dat het legendarische witte paard van Odrada eigenlijk een eenhoorn moet geweest zijn. Meer weten we echter niet meer, want het koekje in de vorm van een eenhoorn dat ze uitdeelde had duidelijk een magische werking op ons geheugen.
De wandeling vervolgde langs weiden en bossen, waar we grote ‘vuurlopende spouwen’ zagen. Volgens lokale folklore zouden deze gigantische vuurspuwende kikkers vroeger de mensen in Olmen bang gemaakt hebben. Zouden onze brulkikkers in het Griesbroek daar nog afstammelingen van zijn?
Onze tocht ging verder langs enkele vijvers toen we een luid gebrul hoorden in het bos. Voor we het goed en wel beseften, vloog er rakelings een jonge draak over onze hoofden. Het raadsel van het uitgekomen ei dat we eerder hadden gevonden, was hiermee opgehelderd. Bovendien ontdekten we bij het vuur ook de speciale ‘rendiervrouw’ die Linnaeus ons beschreven had. Niet veel later bereikten we het eindpunt van onze tocht, waar we (al dan niet met een Gageleer) konden bekomen van onze avonturen in het moeras. Met hartelijke dank aan onze natuurgidsen, vrijwilligers en verhalenvertellers Joep Dausy, Luc De Groof, Janna Lefevre en Frans Hoes.
Wen Thys en Eef Weetjens foto’s: Marc Boekckmans
Carolus Linnaeus (geboren Carl von Linné 1707-1778)
• Was een Zweedse arts, plantkundige, zoöloog en geoloog. • Voerde de binaire nomenclatuur in, die bestond uit een geslachtsnaam en soortnaam. • Publiceerde o.m. de baanbrekende werken ‘Species Plantarum’ over de indeling van het plantenrijk, en ‘Systema Naturae’ over de indeling van het dierenrijk. • Classificeerde als eerste de mens als ‘homo sapiens’, waarmee hij aangaf dat de mens niet boven de (rest van de) natuur verheven was. • Wijdde in de eerste edities van ‘Systema Naturae’ een hoofdstuk aan ‘Animalia Paradoxa’, een verzameling van ‘mythische’ dieren, of dieren die problematisch waren voor de systematische indeling. • Zocht voornamelijk naar wetenschappelijke verklaringen en wilde de wereld demystifiëren. • Verwijderde in latere versies dit hoofdstuk, en corrigeerde ook andere fouten. Walvissen bv. werden vanaf dan bij zoogdieren ingedeeld i.p.v. bij vissen. • Ontdekte dat kruisbestuiving kon aanleiding geven tot hybriden of variaties. Met de revolutionaire idee dat niet alle soorten als dusdanig ‘geschapen’ zijn, gaf hij daarmee een eerste aanzet voor de latere evolutietheorie van Charles Darwin.
april - juni 2016 A4-artikel-meander.indd 1
| 27 6/03/15 22:00
Vijver in De Rammelaars©Silvia Dubois
EXPEDITIE NATUURPUNT
Freewheelers fietsen voor
De Rammelaars
Raf Hensbergen, Patrick Verluyten, Stefan Vreys en Ronnie Reyns nemen als team Freewheelers in juni deel aan Expeditie Natuurpunt. Vier enthousiaste natuurvrienden fietsen een parcours van 208 kilometer voor een goed doel. Investeren in natuur
Sponsor de Freewheelers!
Onze natuur komt steeds meer onder druk te staan. Opdat onze kinderen en kleinkinderen kunnen opgroeien in een gezonde, groene omgeving, vinden de Freewheelers het belangrijk dat er geïnvesteerd wordt in meer natuur. Op 25 en 26 juni fietsen ze langs de mooiste natuurplekjes, van Hasselt tot Mechelen. Slapen doen ze in Turnhout, in de open lucht. Om aan dit avontuur te mogen deelnemen moeten zij minstens 1500 euro inzamelen. Momenteel staat de teller op 590 euro. Met het ingezamelde geld kan Natuurpunt de aankoop van nieuwe waardevolle natuur financieren in De Rammelaars te Ham.
Vind je de uitbreiding van de Vlaamse natuurgebieden ook belangrijk? Wil je graag investeren in meer ruimte waar je heerlijk kan wandelen en fietsen? Zet je schouders dan, samen met ons, mee onder het project van de Freewheelers. Steun ons doel financieel via de site: http://expeditienatuurpunt.be/ project/1548 Voor een gift vanaf 40 euro ontvang je trouwens een fiscaal attest.
28 | Meander 2
De Freewheelers danken je alvast voor je bijdrage.
Wandeling Grote Beek 6 maart Guy Vanzeir gidste ons door dit mooie gebied op de grens van Ham en Beringen, o.a. langs nieuwe poelen aangelegd door NP. Foto’s: NP Ham, Jan Albrecht
Zondag 1 Mei
Dauwtrappen, bloemetjes en bijtjes + ontbijt IN DE RAMMELAARS
Naar jaarlijkse traditie wordt er op 1 mei in De Rammelaars gewandeld met gids vanaf het krieken van de dag met aansluitend een ontbijt met spek en eieren à € 7 •
Vroege vogels vertrekken om 6u ochtends voor een Vogelzang-dauwtrip. De vogels zingen en wij proberen dan zoveel mogelijk soorten te onderscheiden.
•
Voor de iets minder vroege vogels start om 9u de Vlinder-en bloemenwandeling mét natuurgids. Afspraak om 6u / 9u aan het Natuur.huis bij De Rammelaars in Ham. Inschrijven voor het ontbijt via ww.natuurpuntham.be/events/1mei-wandelingen of bij Frans.Hoes2@telenet.be tel: 0472 577515 Betaling kan ter plaatse. Graag van te voren inschrijven in verband met de inkopen. Natuur.cafe de hele dag open tot 18 uur.
• •
•
NATUUR.CAFÉ DE RAMMELAARS
open vanaf zondag 3 april
Natuur.huis De Rammelaars in Ham opent elke zon- en feestdag van 13u tot 18 u zijn deuren. Je kan er terecht voor een flinke wandeling, een frisse pint bio-bier op ons schitterende terras en een gezellig babbeltje. De vrijwilligers ontvangen je met open armen en geven graag advies als je een korte of langere wandeling wil maken in het mooie kleinschalige landschap met bloemrijke hooilanden en broekbossen in een prachtige Kempische beekvallei. In het Natuur.huis verkopen we kaarten, Natuurpunt-artikelen, boeken, verse honing. Voor de kinderen is er een leuke speelhoek met interessante (natuur)boekjes en verrassingen. Groepen en scholen zijn erg welkom in ons natuurgebied. We stellen graag een aangepast programma op maat voor. Het Natuur.huis is ook beschikbaar voor cursussen en kleine feestjes. Voor de tarieven en alle info kan je terecht bij: frans.hoes2@telenet.be, tel: 0472-57 75 15. Let op: In verband met de werken in Ham is het Natuur.huis best te bereiken via de Broekstraat in Kwaadmechelen. De onverharde weg vanaf de noordzijde langs het kanaal naar Dessel is ten stelligste te vermijden. Diverse auto’s werden al weggetakeld! Alle foto’s deze bladzijde: De Rammelaars©Jan Albrecht
april - juni 2016
| 29
Jan Kok tuinarchitectuur
mail: info@jankok.be
www.jankok.be
EEN NIEUWE KIJK OP OPTIEK VANDERLINDEN Een hoge vakkennis en jarenlange ervaring gecombineerd met moderne apparatuur en een vernieuwde winkel garanderen de beste service. Optiek Vanderlinden, sinds 1953 uw vertrouwen waard!
OP LOEPEN EN VERREKIJKERS Nikon, Steiner, Minox, Huygens: 10% korting voor leden van Natuurpunt!
Cursus
Nachtvlinders Balen-Nete Natuurpunt Balen-Nete organiseert deze zomer (in samenwerking met Natuurpunt CVN) een cursus over nachtvlinders in Balen. Meer info hierover op pagina 24 in deze Meander.