2018 • Januari | Februari | Maart • Jaargang 17 nr. 1
Belgie -Belgique P.B.-2440 Geel 1 BC1323
MEANDER
Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham Afgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen
Colofon Natuurpunt
Giften
Natuurpunt, vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen, telt meer dan 100.000 gezinnen als lid. De vereniging stelt zich tot doel om de natuur te beschermen door aankoop en beheer van natuurgebieden en door beïnvloeding van het overheidsbeleid inzake natuurbehoud en ruimtelijke ordening. Daarnaast wil de vereniging ook een voortrekkersrol vervullen op het vlak van natuurstudie en natuur- en milieueducatie. Natuurpunt organiseert duizenden activiteiten per jaar, beheert 500 natuurgebieden en is actief in alle Vlaamse gemeenten.
Giften voor de aankoop van natuurgebieden in de regio Meanderland zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt Beheer met vermelding van de naam en het nummer van het project dat je wenst te steunen. Vanaf €40 ontvang je een fiscaal attest.
Lid worden Door overschrijving van 27 euro op rekening BE17 2300 0442 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Als lid ontvangt u automatisch het nationaal contactblad ‘Natuur.blad’. Extra abonnementen: Natuur.focus (natuurstudie en –beheer) 11 euro en Natuur.oriolus (vogelstudie) 10 euro. Beide extra abonnementen samen 17 euro.
Meander Meander is het gratis driemaandelijks contactblad voor de leden van Natuurpunt in de afdelingen Balen-Nete, Geel-Meerhout, Ham en Netebronnen (Dessel-Mol). Andere geïnteresseerden kunnen een jaarabonnement op Meander nemen door overschrijving van 8 euro op rekening BE31 0015 6350 0055 van Meander. De Meander is gratis te raadplegen op www.issuu.com/meanderland Oplage: 2.400 exemplaren.
Redactie An Gijs, Jef Sas, Frans Emmerechts, Jeannine Simonis, Marc Verachtert, Jan De Schepper, Tom Schildermans, Jan Albrecht, Wendy Thys, Arne Vermeulen, Mirella Bruynseels, René Ducastel.
Contact
3770 – Grote Netewoud 7709 – De Maat (Mol) 7067 – Zammelsbroek (Geel) 7088 – Neerhelst (Geel) 7118 – Griesbroek (Balen) 7725 – Buitengoor en Vleminksloop (Mol) 7734 – De Vennen (Balen) 7736 – Malesbroek (Geel/Meerhout) 7739 – Molse Nete (Balen/Mol) 7763 – Belsbroek-De Vloyen (Geel/Meerhout) 7769 – Breeven (Geel) 7779 – Scheppelijke Nete (Mol/Balen) 7783 – Selguis (Geel) 7784 – De Bleken (Mol) 8810 – De Rammelaars (Ham) 8874 – Veldhovenheide (Ham)
Contactpersonen afdelingsbesturen Afdeling Netebronnen Contact: Jef Sas, jefsas@skynet.be www.natuurpunt.be/natuurpunt-netebronnen
Afdeling Balen-Nete
Frans Emmerechts, frans.emmerechts@gmail.com.
Contact: Tom Schildermans, tom.schildermans@skynet.be www.natuurpuntbalen-nete.be
Met dank aan onze fotografen
Afdeling Geel-Meerhout
Frans Emmerechts, René Ducastel, BCGNW, Marc Mangelschots, Wendy Thys, Jef Eykmans, Paul Wouters, Marianne Horemans, Mirella Bruynseels, Jef Sas, Rita Mariën, Carlo Borgers, Stein Temmerman, Jan Mallants, Robert Pieters, Veerle Van Den Eynden, Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt, Jorg Lambrechts, Maarten Jacobs, Ilse Mensch, Jan Mangelschots, Rogier Tormans, Jeannine Simonis, Chris Vrancken, Jan Albrecht.
Afdeling Ham
Coverfoto’s: Houtwesp Tremex Fusicornis © Jef Eykmans Putter © Paul Wouters + Marianne Horemans, Heksenboter © René Ducastel Blauwzwarte houtbij © Rita Mariën en Carlo Borgers Waterpartij zuidkant Ecoduct Kempengrens © Jorg Lambrechts Op alle foto’s rusten auteursrechten. Voor de gegevens van de fotografen kunt u contact opnemen met de redactie.
Lay-out Meander Arne Vermeulen en Jan Albrecht.
Deadline teksten volgende Meander Maandag 22 januari 2018. Verschijnt eind maart 2018 Inlichtingen voor het leveren van tekst en beeld: frans.emmerechts@gmail.com.
2 | Meander 1
Contact: Marc Verachtert, marc.verachtert@skynet.be www.natuurpuntgeelmeerhout.be
Contact: Frans Hoes, frans.hoes2@telenet.be www.natuurpuntham.be
Sneeuwlelie © Jan Albrecht
GELUKKIG 2018! Een gelukkig en gezond nieuwjaar voor jullie allen!
E
en nieuw jaar, de traditie om goede voornemens te maken is weer daar. Laten we met zijn allen, in plaats van opnieuw een fitnessabonnement te nemen dat na enkele maanden gewoon in de kast verdwijnt :-), gewoon nog meer gaan genieten in de natuurpracht van onze gebieden. 2017 was voor mij persoonlijk een jaar vol veranderingen: plots kreeg ik een nieuwe uitdaging voorgeschoteld als coördinator van het Bezoekerscentrum Grote Netewoud. En wat voor één was me dat! Met de opening van het Totterpad in mei vorig jaar, steeg het bezoekersaantal aanzienlijk. De cijfers van de wandelteller liegen er niet om en we kregen in 2017 maar liefst meer dan 30.000 wandelaars op bezoek. Daarbovenop is er nog die andere grote uitdaging: de renovatie van de oude watermolen.
Wil jij jouw steentje ook bijdragen om het waterrad opnieuw te laten draaien en de restauratie van het gebouw te helpen financieren? Je kan een vrijwillige gift doen op het rekeningnummer BE56 2930 2120 7588 met vermelding van ‘F-04013 Watermolen Meerhout’. Elke gift is broodnodig en vanaf 40 euro krijg je een fiscaal attest. Of ken je toevallig een bedrijf dat een uniek project wil sponsoren, aarzel dan niet om contact op te nemen met het bezoekerscentrum. Het hele renovatie-verhaal zal je in geur en kleur kunnen volgen op onze facebookpagina!
Wendy Thys
Coördinator (ad interim) Bezoekerscentrum Grote Netewoud Beide fotos: De Watermolen © Wendy Thys
2018 zal ongetwijfeld het jaar worden waarin we veel stof zullen eten, letterlijk tussen het steenpuin in de oude watermolen, maar ook figuurlijk met veel stof tot nadenken over de toekomst van dé toegangspoort van het Grote Netewoud! Intussen is er een architect aangesteld en zijn er volop plannen gesmeed voor de renovatie van de watermolen tot hét fiets- en wandelcafé, de ontmoetingsplaats voor jong en oud. De moodboards zien er alvast veelbelovend uit en de goesting om er iets unieks van te maken is er vast en zeker.
januari - maart 2018
|3
ECODUCT KEMPENGRENS MONITORING
Ecoduct Kempengrens, 1 maart 2016 © Jorg Lambrechts
In het najaar van 2014 werd het ecoduct Kempengrens voltooid. Deze natuurbrug, de vierde voor Vlaanderen, overspant de snelweg E34-A67 (Antwerpen – Eindhoven) ter hoogte van de grens België – Nederland, in Postel (Mol). In 2016 onderzocht Natuurpunt, in opdracht van het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, welke dieren passeren over het ecoduct en in welke aantallen. In dit artikel overlopen we de voornaamste resultaten.
Ecoduct Kempengrens: een grensgeval Het ecoduct Kempengrens, een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse en Nederlandse overheid, is een indrukwekkend bouwwerk. Het is 53 m breed op het smalste deel. Van daar waaiert het paraboolvormig uit tot een breedte van 67 m. De totale overspanning (‘lengte’) bedraagt 55 m. Een omvangrijke takkenwal en verspreid liggende boomstronken werden aangebracht en zorgen voor dekking voor dieren. Een vleermuiskelder en amfibieënpoelen werden aangelegd in de aanlooptaluds van het ecoduct. En tenslotte loopt er een geleidend wildraster langs de E34 van het op- en
4 | Meander 1
afrittencomplex 26 (Retie) in Vlaanderen tot de kruising met de N284 in Nederland (32 km raster; 16 km aan elke zijde van de snelweg). In 2012, twee jaar vóór de aanleg van het ecoduct Kempengrens, werd een uitgebreide ‘nulsituatie’ - de zogenaamde T0 - opgemeten. De vraag was toen: welke dieren komen in de omgeving voor? De resultaten van dat onderzoek kan men in dit rapport lezen: https://www.natuurpunt.be/publicatie/de-huidige-ecologische-situatie-t0-de-omgeving-van-hetgeplande-ecoduct-kempengrens-over.
In 2016, het tweede jaar na aanleg van het ecoduct, vond een monitoringsonderzoek plaats, om na te gaan welke dieren gebruik maken van de natuurbrug en om opnieuw te evalueren welke dieren in de omgeving voorkomen (de zogenaamde T2). Dit onderzoek is uitgevoerd door Natuurpunt Studie vzw en de studiewerkgroepen van Natuurpunt (Vleermuizenwerkgroep, Zoogdierenwerkgroep en Hyla, de amfibieën- en reptielenwerkgroep) in samenwerking met Nature ID en de Bosgroep Zuid Nederland. De focus bij dit onderzoek lag op het ecoduct Kempengrens zelf, maar het studiegebied is ruimer afgebakend, meer bepaald als de omgeving in een straal van 1 km rond de locatie waar het ecoduct Kempengrens gebouwd is. Binnen dit studiegebied werd heel wat onderzoek op identieke wijze uitgevoerd als in 2012. Geregeld is zelfs nog (net) daarbuiten gezocht, zoals in mooi ontwikkelde droge heide op de hoeken van de douaneparking in België, en in twee natte-heidegebieden in Nederland, aansluitend bij het gebied Goorloop. Het onderzoek dat we uitvoerden, was zeer grondig. In voorliggend artikel
Boommarter in de omgeving van het ecoduct Kempengrens © Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt
moeten we ons dan ook beperken tot de voornaamste resultaten. Wil je meer weten over de methodiek van het onderzoek? Of wil je in detail op kaart zien waar welke soort gevonden is? Of wil je meer weten over de natuurinrichting die in de omgeving van het ecoduct plaatsvond aan Nederlandse zijde en gepland is aan Belgische zijde? Dan verwijzen we naar het lijvige rapport (Lambrechts et al. 2017), dat je hier kan downloaden: https://www.natuurpunt.be/publicatie/ monitoring-t2-van-het-ecoduct-kempengrens-over-de-e34-mol.
Vegetatie nog in pioniersfase Het ecoduct bevindt zich in het tweede jaar na aanleg nog in een pioniersfase. Er groeien vooral veel pioniersplantensoorten en ruderale soorten (‘storingssoorten’). Het merendeel hiervan is gebonden aan droge ecotopen, zoals Schapenzuring, dat zeer talrijk is, in lagere aantallen aangevuld met andere soorten uit het Dwerghaververbond als Zandblauwtje, Vroege haver, Klein vogelpootje, en zelfs het zeldzamere Dwergviltkruid, en voorts ook soorten als Bleekgele droogbloem, Liggend hertshooi, Eenjarige hardbloem, Hazenpootje,… Maar er zijn ook pionierssoorten kenmerkend voor vochtige standplaatsen gevonden, zoals Trekrus, Grondster, Moerasdroogbloem, Liggende vetmuur, veel Borstelbies en zeer veel Greppelrus. Zelfs een aantal moerasplanten zoals Grote wederik, Leverkruid (=Koninginnekruid), Moerasandoorn, Echte koekoeksbloem, Grote kattenstaart en Blauw glidkruid,
doken op, wellicht uit de zaadbank. Bij de bouw van het ecoduct werd gepoogd om plaatselijk water vast te houden om vochtige zones te creëren. Mogelijk houden de vochtminnende plantensoorten daar stand.
Boommarter ontdekt in omliggende bossen Niet minder dan 16 soorten wilde zoogdiersoorten (uitgezonderd de vleermuizen) zijn centraal op het ecoduct Kempengrens vastgesteld. Enkel Boommarter, Eekhoorn en Everzwijn zijn wél in de omgeving vastgesteld, maar niet op het ecoduct zelf. Tenminste, zo was het tijdens het onderzoek, want het Everzwijn is wél net nadien geregistreerd, in februari 2017. Het Ree daarentegen passeert wel geregeld over het ecoduct. Daarnaast werd nog één (al dan niet verwilderd) huisdier vastgesteld op het ecoduct, met name Huiskat.
In 2016 zijn 3 soorten marters met zekerheid op het ecoduct vastgesteld: Hermelijn, Bunzing en Steenmarter, mogelijk ook een vierde, de Wezel. Het ecoduct wordt dus gebruikt door deze soortgroep die zeer gevoelig is voor versnippering van haar leefgebied door transportinfrastructuur (er vallen veel verkeerslachtoffers!) en waarvan meerdere soorten (Bunzing, Hermelijn, Wezel) (sterk) afgenomen lijken te zijn in Vlaanderen gedurende het voorbije decennium. De Boommarter blijft dus een doelsoort voor de toekomst voor het ecoduct zelf. De meest bijzondere zoogdierwaarneming van 2016 was nochtans een Boommarter! Gedurende minstens anderhalve maand registreerden we geregeld foto’s van dit mooie zoogdier in een naaldbos ten noorden van het ecoduct Kempengrens. Deze soort sneuvelt vaak in het verkeer en het ecoduct Kempengrens kan een zeer belangrijke rol spelen in de verbinding van huidig gekende populaties in de provincie Antwerpen, enerzijds te Retie en anderzijds te Kalmthout. Heel interessant om vast te stellen was hoe snel de kleine zoogdieren, die toch heel wat minder afstanden afleggen dan de zonet genoemde grotere zoogdierensoorten, het ecoduct gekoloniseerd hebben. Niet minder dan 8 soorten ‘muizen’ zijn centraal op het ecoduct waargenomen. Het betreft 2 soorten woelmuizen (Aardmuis en Rosse woelmuis), 3 soorten ‘ware muizen’ (Dwergmuis, Bosmuis en rat onbekend) en 3 soorten spitsmuizen (Huis-, Dwerg- en Bosspitsmuis).
Ree passeert over ecoduct Kempengrens © Zoogdierenwerkgroep Natuurpunt
januari - maart 2018
|5
Ook heel wat menselijke passage…
Het ecoduct is niet vrij toegankelijk, toch werden recreanten waargenomen op cameravallen die centraal op het ecoduct opgesteld stonden © Jorg Lambrechts
Bovendien zijn ook Egel en Mol al centraal op het ecoduct vastgesteld. Wat cruciaal is geweest voor de snelle kolonisatie van het ecoduct door muizen, zijn de vele wegkruipmogelijkheden die door de inrichting zijn aangeboden, zowel de vele takkenrillen als de van losse lavastenen opgebouwde zijmuren op het ecoduct. We kunnen besluiten dat quasi alle soorten zoogdieren die verwacht konden worden in het onderzoeksgebied, tijdens het onderzoek werden waargenomen. In de toekomst zouden we nog Das kunnen aantreffen, vermits deze marterachtige toegenomen is in Nederland en Vlaanderen. We vonden tijdens ons onderzoek weinig zoogdieren als verkeersslachtoffers op de E34. De gevonden doodgereden zoogdieren waren vooral konijnen (die op de middenberm van de snelweg leven) en dieren die sneuvelden op plaatsen waar de afrastering stuk is (of op het einde van de afrastering). Dit illustreert dat het raster goed werkt als ‘wildkerend’ element en wellicht ook als geleidend element naar het ecoduct. Het pleit ervoor om de rasters sneller te herstellen wanneer ze stuk zijn.
6 | Meander 1
We stelden heel veel menselijke passanten op het ecoduct Kempengrens vast, zowel motorcrossers (ondanks de vele barrières) als fietsers/mountainbikers als wandelaars, al dan niet met hond. Honden kunnen geurvlaggen achterlaten en dit kan wilde dieren afschrikken. In welke mate dit (mede) oorzaak is van de afwezigheid of relatief lage aantallen aan grotere zoogdieren Everzwijn, Ree en Vos op het ecoduct, blijft een open vraag. Er zijn namelijk nog andere redenen die kunnen meespelen. Zo is er op het ecoduct zelf relatief weinig voedsel voor Ree en Everzwijn, terwijl dat in de omgeving wel volop voorhanden is. Voorts is het nog steeds een relatief nieuw object, waaraan dieren moeten wennen. Tenslotte zouden de stobbenwallen die dwars op het ecoduct zijn aangelegd om recreanten te weren, ook enigszins remmend kunnen werken op vlotte passage van Everzwijn en Ree.
Vleermuizen kunnen toch vliegen …? Vleermuizen zijn een diergroep waarvan men als leek geneigd is te denken dat ze – als goede vliegers – geen ‘begeleidende maatregelen’ nodig hebben om een (snel)weg te dwarsen. Dat is echter een misvatting. Enerzijds is het zo dat veel vleermuizen (de meeste soorten van het geslacht
Myotis) lichtschuw zijn. Een autosnelweg (zonder ontsnipperingsmaatregelen) is voor deze soorten een absolute barrière op het moment dat die verlicht is. Onze talrijkste vleermuizensoort, de Gewone dwergvleermuis, is niet lichtschuw en jaagt net frequent bij verlichting op de door licht aangetrokken insecten. Vandaar het wijdverspreide misverstand. Anderzijds wagen veel soorten vleermuizen zich zelden in open terrein, omwille van gevaar voor predatie of wegens gebrek aan oriëntatiestructuren. Heel wat soorten hebben immers een beperkt sonarbereik en steken geen open terreinen van pakweg breder dan 20 m over, zonder dat er een begeleidend element is (houtkant, boomtoppen, …). Uit literatuurgegevens blijkt dat wanneer Myotis – soorten toch noodgedwongen een weg oversteken, ze dit zeer laag (minder dan 50 cm) boven het wegdek doen, met mogelijke verkeersslachtoffers tot gevolg. We kunnen dus stellen dat vleermuizen over het algemeen een zeer belangrijke doelgroep voor ontsnippering zijn. Er zijn in 2016 op het ecoduct Kempengrens bij een beperkt steekproefonderzoek 8 soorten vleermuizen waargenomen: Gewone en Ruige dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Rosse vleermuis, Laatvlieger, Watervleermuis, Ingekorven vleermuis en Baardvleermuis. Alle 8 soorten zijn opgenomen in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, de Ingekorven
Onderzoek naar reptielen met de methode van de ‘slangenplaten’ door Ward Machielsen © Jorg Lambrechts
De meest oostelijke van de drie aangelegde waterpartijen aan de voet van het zuidelijk talud, 6 september 2016 © Jorg Lambrechts
vleermuis ook in Bijlage II. De belangrijkste vaststelling m.b.t. ecologische ontsnippering is die van Ingekorven vleermuis. Het ecoduct Kempengrens is een potentieel cruciale verbinding tussen enerzijds de in Vlaanderen tweede belangrijkste zomerkolonie (in de Abdij van Postel, ten zuiden van de E34), en anderzijds overwinteringsobjecten ten noorden van de E34. Opmerkelijk zijn ook de hoge aantallen jagende Rosse vleermuizen en Laatvliegers. Rosse vleermuis neemt recent sterk af in Vlaanderen, dus de aanwezigheid hier is zeer verheugend. Het ecoduct is een open en snel opwarmend milieu en dit resulteert in hoge aantallen ongewervelden die op hun beurt het voedsel zijn voor deze vleermuizen. Tenslotte is het ook bijzonder dat het nieuw aangelegde overwinteringsobject voor vleermuizen, in het talud van het ecoduct, tijdens de eerste 2 winters na aanleg al één overwinterende Gewone grootoorvleermuis opleverde, en tijdens de derde winter (2016-2017) al 4 Gewone grootoren.
Met ‘slangenplaten’ op zoek naar reptielen Reptielen zijn veeleisend qua habitatkeuze én zeer gevoelig voor versnippering van leefgebieden. Ontsnippering – met andere woorden: het opnieuw verbinden van leefgebieden – is dus voor hen zeer belangrijk. Gladde slang kan omwille van deze twee redenen en omwille van de hoge beschermingsstatus als de meest belangrijke doelsoort beschouwd worden voor het ecoduct. Voor het onderzoek naar de aanwezigheid van reptielen is gebruik gemaakt van ‘slangenplaten’ vermits dit een erg goede methode is om Hazelwormen te inventariseren en de best gekende methode voor Gladde slang. Op 49 locaties werd telkens één slangenplaat uitgelegd, min of meer verspreid over het studiegebied, en deze zijn intensief opgevolgd van april t.e.m. september 2016. Er zijn geen nieuwe populaties Gladde slang ontdekt. De aanwezigheid van de populatie die we in 2012 ten tijde van de T0 ontdekten in de natte heide Het Goor (in Nederland), net ten zuiden van de snelweg, is anno 2016 wél bevestigd
door tal van waarnemingen. Een zeer interessante waarneming is deze van een volwassen dier dat op een open plek ten westen van de kern van dit gebied werd gevonden, ongeveer 150 m ten zuidwesten van de meest nabije gekende locaties. Deze melding is de dichtste bij het ecoduct Kempengrens tot nu toe: de afstand tot de voet ervan bedraagt net 1 km. Slechts wanneer de geplande inrichting van de tussenliggende percelen voltooid is, zal de kans dat Gladde slang het ecoduct bereikt vanuit het zuiden, toenemen. Intensief onderzoek naar Gladde slang in 2016 in het recent herstelde natteheidegebied De Pals (Nederland), net ten noorden van de snelweg, leverde helaas geen slangen op. Er zijn tientallen waarnemingen van Levendbarende hagedis verricht. Populaties die in 2012 ontdekt zijn, werden bevestigd en enkele nieuwe zijn ontdekt. Belangrijk voor ontsnippering zijn de 9 waarnemingen van Levendbarende hagedis in de stobbenwallen op de taluds van het ecoduct Kempengrens. Reeds in het tweede jaar na aanleg is het ecoduct
januari - maart 2018
|7
Kempengrens dus al gekoloniseerd door deze soort, terwijl het bij de ecoducten De Warande en Kikbeek duurde tot het zevende jaar na aanleg (T7) eer deze soort er waargenomen werd (en dus niet bij de T1 noch T3). De aanleg van de corridor tussen de heiderelicten op de douaneparking en het ecoduct aan Belgische zijde, en de brede schrale snelwegbermen in Nederland, zijn hierin zeker erg belangrijk geweest. De Gladde slang blijft naar de toekomst een belangrijke doelsoort voor het ecoduct. Er is aan Nederlandse zijde recent veel habitatherstel geweest en er zijn corridors richting ecoduct aangelegd. Aan Belgische zijde staat er heel wat inrichtingswerk in de steiger. Ook de Hazelworm blijft een doelsoort voor de toekomst. Door al deze dynamiek in de omgeving zal het zeer interessant zijn om in de toekomst via monitoring deze soort op te volgen. Onze inschatting is dat het zeker nog meerdere jaren zal duren eer de eerste Gladde slangen kunnen verwacht worden. Een T5 uitvoeren (dus in 2019) lijkt meest aangewezen.
Nieuw aangelegde waterpartijen aan voet van ecoduct werden razendsnel gekoloniseerd door amfibieën Er zijn 6 soorten amfibieën waargenomen op het ecoduct en aan de voet ervan, middels onderzoek met fuiken en schepnet. Dit zijn de 5 in Vlaanderen meest algemene soorten: Kleine watersalamander, Alpenwatersalamander, Gewone pad, Bruine kikker en Bastaardkikker, die allen ook in 2012 waren vastgesteld. Maar daarnaast vonden we in 2016 een populatie Vinpootsalamander, een soort die meer kenmerkend is voor voedselarme terreinen. De drie nieuw aangelegde poelen aan de zuidzijde van het ecoduct zijn cruciaal geweest in het aantrekken van deze amfibieën. De 2 poelen aan de noordzijde leverden minder resultaat op en één van beide dient dringend uitgebaggerd. Van alle 99 gevangen Alpenwatersalamanders (76 ten noorden van de snelweg, en 23 ten zuiden ervan) werd een DNA-staal genomen voor genetisch
8 | Meander 1
onderzoek. Ook ten tijde van de T0 namen we een staal van elke Alpenwatersalamander. Dit moet toelaten om na te gaan of de aanleg van het ecoduct leidde tot een verbeterde genetische diversiteit bij deze soort. Het zal van de verdere inrichting van de directe en wijde omgeving afhangen of belangrijke doelsoorten als Heikikker, Poelkikker en Rugstreeppad op termijn zullen opduiken op het ecoduct. Het herpetofauna(amfibieën en reptielen)onderzoek is uitgevoerd door Ward Machielsen.
En nog honderden soorten ongewervelden… Naast al deze gewervelde dieren, is een ecoduct ook erg belangrijk voor veel ongewervelde dieren. We hebben ons onderzoek vooral gericht naar kort gevleugelde, weinig mobiele soorten zoals bepaalde sprinkhanen en loopkevers. Daar uitgebreid op ingaan zou ons hier te ver leiden, maar men kan dit nalezen in het rapport. We vertellen hier kort enkele bevindingen. Via gericht zoeken registreerden we 18 sprinkhaansoorten in de directe omgeving van het ecoduct, waaronder interessante soorten als Snortikker, Heidesabelsprinkhaan, Zwart wekkertje, Kustsprinkhaan en Blauwvleugelsprinkhaan. Voedselarme open ecotopen spelen voor de meeste van deze soorten een belangrijke rol. De natte heide in Nederland, de snelwegbermen en open plekken in het naaldbos evenals brede grazige zones in bosranden herbergen deze soorten. De Heidesabelsprinkhaan is de belangrijkste doelsoort voor ontsnippering, omdat de soort zowel op de Rode Lijst staat, habitat-specifiek is en gevoelig is voor versnippering aangezien ze slechts uiterst zelden lang gevleugeld is. Verder zijn naar ontsnippering de waarnemingen van soorten belangrijk die slechts occasioneel lang gevleugeld zijn (Gewoon doorntje, Gewoon spitskopje en Krasser) of zelfs constant kort gevleugeld zijn (Struiksprinkhaan en Zuidelijke boomsprinkhaan). De meeste doelsoorten onder sprinkhanen zijn nog niet centraal op het ecoduct gezien, omdat de vegetatie-ontwikkeling
nog te recent is. Ze doken wél al op in de directe omgeving van het ecoduct, waar door de aanleg van het ecoduct open, voedselarme ecotopen ontstaan zijn. Vele loopkeversoorten (ook veel RodeLijstsoorten) beschikken over goede tot zeer goede verbreidingscapaciteiten. Ze zijn macropteer (gevleugeld). Er zijn echter een aantal belangrijke uitzonderingen. Er zijn 2 strikt brachyptere (kort gevleugelde) soorten loopkevers op het ecoduct gevangen, met name de Tuinschallebijter (Carabus nemoralis) en Gekorrelde schallebijter (C. problematicus). Dat zijn soorten waarvoor het ecoduct momenteel een cruciale rol speelt naar ontsnippering. Een derde brachyptere soort, de Lederslakkenloopkever (Cychrus caraboides) is voorlopig enkel in de omgeving van het ecoduct gevonden. Daarnaast zijn een aantal andere loopkeversoorten versnipperingsgevoelig. Best gedocumenteerd is dit voor de Heidekielspriet (Pterostichus lepidus), maar ook de Duinloper (Masoreus wetterhali), Heidespiegelloopkever (Notiophilus germinyi), Bronzen heideloper (Olisthopus rotundatus) en de Dikkopzandgraver (Broscus cephalotes) zijn waarschijnlijk gevoelig voor versnippering. Van deze 5 soorten zijn de Duinloper en de Dikkopzandgraver reeds op het ecoduct gevonden, de andere drie in de directe omgeving. Daarnaast onderzochten we ook enkele groepen ongewervelden die zich tenminste tijdens een fase van hun leven doorheen de lucht verplaatsen en dus min of meer mobiel kunnen genoemd worden. Ze zijn vermoedelijk in staat een snelweg te overbruggen zonder ecoduct. We hebben het dan over spinnen, mieren, dagvlinders, libellen en wilde bijen. Toch kan een ecoduct sterk bijdragen om hen te helpen een barrière zoals een snelweg te overbruggen. Zo is het Heideblauwtje een vlinder die als zeer honkvast beschouwd wordt. Gilbert Loos zag een wijfje Heideblauwtje op het ecoduct en dat is een bijzondere waarneming. Dit dier heeft namelijk minstens een kilometer (in vogelvlucht) doorheen ongeschikt leefgebied (met name akker) afgelegd.
Broscus cephalotes of dikkopzandgraver, in 2016 vrij talrijk vastgesteld op ecoduct Kempengrens © Maarten Jacobs
Mogelijk kan het ecoduct dus voor weinig mobiele vlinders als Heideblauwtje een rol spelen om geschikte locaties ten noorden van de snelweg te koloniseren. Habitatherstel is echter véél crucialer. Natuurverbindingen voor deze soort zijn nodig onder de vorm van corridors opgebouwd uit geschikt habitat. Tenslotte vermelden we nog dat Maarten Jacobs een grondig onderzoek naar wilde bijen uitvoerde op het ecoduct. De combinatie van een schraal begroeid, warm en zanderig terrein met bloemen en dood hout maakt het ecoduct Kempengrens een interessant biotoop voor wilde bijen. Er zijn 31 soorten vastgesteld.
Conclusie: het ecoduct werkt! We kunnen besluiten dat het ecoduct snel gekoloniseerd is door een heel aantal doelsoorten. Het betreft zowel grote als kleine dieren, zowel dieren die flinke afstanden al lopend of vliegend kunnen overbruggen als soorten waarvan bekend is dat de individuen slechts beperkte mobiliteit kennen. Het zijn zowel tal van zoogdieren, een aantal amfibieën, een reptiel als tal van ongewervelden. Onder hen zowel soorten die talrijk zijn aangetroffen in de omgeving van het ecoduct als soorten die niet eerder in de (directe) omgeving zijn gevonden. De aangetroffen soorten bewonen ofwel
een breed scala aan ecotopen (eurytope soorten), of zijn beperkt tot specifieke habitats (stenotope soorten).
van het creëren van schuilplaatsen voor kleine zoogdieren, maar hadden wel meteen dat effect.
Enkele voorbeelden: • soorten die talrijk zijn in de omgeving, als individu flinke afstanden afleggen en weinig kritisch zijn qua leefgebied: Ree, Vos; • soorten die talrijk zijn in de omgeving en weinig kritisch zijn qua leefgebied doch beperkte afstanden afleggen: Bosmuis, Gekorrelde schallebijter, Tuinschallebijter; • soorten die talrijk zijn in de omgeving, maar als individu beperkte afstanden afleggen en kritisch zijn qua leefgebied: Levendbarende hagedis; • soorten die weinig talrijk zijn in de omgeving, als individu beperkte afstanden afleggen en vrij kritisch zijn qua leefgebied: Dwergmuis, Dikkopzandgraver Broscus cephalotes.
Er vonden ook al een aantal maatregelen in de omgeving plaats (natuurherstel, corridors) die versterkend werken.
Het feit dat het ecoduct zeer doordacht is aangelegd, met tal van elementen die passage van dieren bevorderen, is zeker een belangrijke verklarende factor. We hebben het dan onder meer over de vele stobbenwallen/takkenrillen, de waterpartijen en de voedselarme deklaag. De van losse lavastenen opgebouwde zijmuren zijn niet bewust aangelegd in functie
Er zijn uiteraard nog heel wat soorten niet op het ecoduct vastgesteld. Voor bepaalde soorten is dat een kwestie van tijd, omdat het ecoduct er al geschikt bij ligt. Voor andere soorten is de directe omgeving nog onvoldoende geschikt. De grootste uitdaging zal zijn om het ecoduct en omgeving geschikt te maken voor kritische heidesoorten als Gladde slang, Poelkikker, Heikikker, Heidesabelsprinkhaan, Veldkrekel, enz. Daaraan wordt gewerkt!
Jorg Lambrechts Natuurpunt Studie Jorg.Lambrechts@natuurpunt.be
Referentie Lambrechts, J., Boers, K., Feys, S., Jacobs, M., Machielsen, W. & Lefevre, A., Monitoring van het ecoduct Kempengrens over de E34 in Mol (T2). Natuurpunt Studie i.o.v. Vlaamse Overheid, LNE, Dienst Milieu-integratie Economie en Infrastructuur. Rapport Natuurpunt Studie 2017/1, Mechelen.
januari - maart 2018
|9
OP GLAD IJS Ronde put © René Ducastel
De laatste jaren was er nauwelijks sprake van strenge winters. Vorst en sneeuw leverden nauwelijks problemen op voor eenden of zwanen op waterplassen. Maar werd het ijskoud dan zag je ze op een dichtgevroren meer urenlang zitten of staan zonder de minste tekenen van bevriezing te vertonen of zonder aan het ijs vast te vriezen. Vogels zijn warmbloedig. Dit betekent dat de temperatuur van hun lichaam ongeveer dezelfde blijft ongeacht de omgevingstemperatuur. Hoe houdt een warmbloedig dier dit uit? Wondernet Als het kouder wordt dan regelen watervogels hun lichaamstemperatuur zelf en houden die met behulp van de bloedcirculatie constant. Deze ingebouwde warmteregelaar werkt volgens het ‘tegenstroomprincipe’ waardoor tijdens de vrieskou een te groot warmteverlies via de poten voorkomen wordt. Het in de poten naar beneden stromende warme bloed geeft een groot gedeelte van zijn warmte af aan het terugstromende koude bloed. Het werkt als een net met talloze kleine bloedvaten. Deze bloedsomloop wordt het ‘wondernet’ genoemd omdat het zo vernuftig werkt. Door de ene helft van dit wondernet stroomt warm bloed vanuit het lichaam naar beneden en door de andere koud bloed terug naar het hart. Doordat al die vaten tegen elkaar aanliggen, vindt er via de wanden uitwisseling van warmte plaats. Het warme bloed dat in de poten omlaag stroomt wordt zo steeds kouder. Deze bundel van bloedvaten blokkeert de warmtestroom en verhindert de afgifte ervan naar de bodem. Hierdoor blijft de warmte in het lichaam behouden en kan de normale lichaamstemperatuur
10 | Meander 1
worden gehandhaafd. Behalve koude voeten hebben de watervogels het dus best warm. De poten zijn dus veel kouder maar omdat het bloed blijft stromen bevriezen ze niet. Bij een op ijs staande meeuw mat men met een infrarood camera aan de romp een temperatuur van 40 °C, maar naar de voeten toe neemt de temperatuur geleidelijk af. De poten zijn nog maar op 8 °C, de voet op 5 °C en waar de voet in aanraking is met het ijs meet men 0 °C. Vandaar dat het ijs onder hun poten niet smelt en dat ze niet eraan kunnen vastvriezen. Zou het ijs smelten en opnieuw bevriezen dan komt de vogel vast te zitten. Soms zie je eenden op het ijs op één poot staan. De andere poot warmen ze dan op in de buikveren. Na een tijdje wisselen ze van poot. Uiteindelijk gaan de vogels op hun buik liggen en trekken de koude poten op tussen de isolerende buikveren. Zulke wondernetten tref je ook aan bij veel pooldieren. Walvissen en robben hebben vinnen waarin ook een warmteregelaar is ingebouwd die net zo werkt. Zo kunnen ze alle warmte reserveren voor hun lichaam met zijn vitale organen en spieren. Bovendien vernauwen de bloedvaten
in de buitenste huidlagen zich en kan er veel minder warmte naar de opperhuid getransporteerd worden. Ook dat zorgt ervoor dat de warmte in het lichaam zelf blijft.
Verenkleed Ook door hun verenkleed kunnen watervogels hun lichaam beschermen tegen de kou. Hoe kouder het wordt hoe meer de veren worden opgezet. De buffer tegen de kou is niet zozeer de veren zelf maar de luchtlaag ertussen. Deze vogels teren tijdens deze koude jaargetijde vooral op het lichaamsvet dat ze tijdens de herfst hebben aangekweekt. Hun winterkost bestaat uit waterplanten en gras. Ontstaan er gaten in hun verenlaag dan zullen ze sneller hun warmte verliezen. Ze gaan meer energie verbruiken en zo raken hun vetreserves sneller opgebruikt met alle nadelige gevolgen van dien. Daarom besteden ze veel zorg aan het onderhoud van hun verenpak. Met hun snavel strijken ze hun veren glad. Ze liggen dan terug mooi op een rijtje. Het invetten van het verenkleed met de snavel met was uit de stuitklier hoort ook bij de dagelijkse verzorging van de veren. Dit was maakt hun veren waterafstotend en waterdicht. Maar wil deze vetklier blijven functioneren is het nemen van een bad belangrijk. Vandaar dat eenden en andere watervogels een wak opzoeken. Door met hun poten te roeren mengen ze het afkoelende oppervlaktewater steeds weer met diepere, warmere lagen. Ze houden daar het water ijsvrij!
René Ducastel
NIEUWS UIT HET
Bezoekerscentrum Grote Netewoud Totterpad by night De eerste editie van ‘Totterpad by night’ op 10 november was er eentje om niet snel te vergeten. Tal van wandelaars vonden hun weg naar de watermolen. Dankzij de commissaris van de Totterpolitie verliep alles in rust en orde, ook Totterman had nooit verwacht dat er ooit een nacht zou zijn waarop hij zo dikwijls zou wakker gemaakt worden. De dappere wandelaars baanden zichzelf een weg door de wilgentunnel waar de vleermuizen hun vaste stek hebben en na een ontmoeting met Totterman werd de tocht verder gezet naar het bezoekerscentrum. Trots was Bernard de Bever dat hij zoveel diploma’s heeft mogen uitdelen aan alle kinderen die met glans het Totterpad by night hadden overleefd. Een dikke welgemeende ‘dank je wel’ aan al onze vrijwilligers die dit evenement tot een groot succes hebben gemaakt. En aan de reacties van de bezoekers te horen, kunnen we niet anders dan te zeggen: ‘Tot volgend jaar allemaal!’
Natuurpunt
Alle foto’s Totterpad by night © Marc Mangelschots en Wendy Thys
Vogels
Het Grote Vogelweekend is in 2018 aan zijn 19de editie toe. Al die jaren werkte Natuurpunt samen met duizenden Vlamingen aan het grootste vogelonderzoek van Vlaanderen. Op zondag 28 januari houden we een ‘Groot Vogelfeest’. Neem deel aan één van de gegidste vogelwandelingen of amuseer je met één van de vele activiteiten in en rond ons bezoekerscentrum. Iedereen welkom!
Praktisch Wendy Thys - Coördinator (ad interim) Bezoekerscentrum Grote Netewoud Watermolen 8, 2450 Meerhout • T. 014/21 34 50 • E. bc.grotenetewoud@natuurpunt.be Open op woensdag, donderdag, vrijdag van 9 tot 17 u en op zondag van 13 tot 17 u. Like onze facebookpagina en blijf steeds op de hoogte van de bruisende activiteiten aan ons bezoekerscentrum. januari - maart 2018
| 11
EEN VLEUGJE RAMMELAARS IN TRINIDAD Matura National Park, Trinidad © Veerle Van Den Eynden
Deze zomer ruilde ik Mol en mijn engagement bij het beheer van De Rammelaars in voor een paar maanden natuurondersteunend onderzoek in Trinidad, een tropisch Caribisch eiland net ten noorden van Venezuela. Tien jaar geleden woonde ik twee jaar in Trinidad en deed onderzoek in Matura National Park, een 9000 ha bosgebied met prachtig primair tropisch bos. Dat onderzoek spitste zich toe op hoe de lokale bevolking het natuurgebied apprecieert en gebruikt (planten, dieren, recreatie,...), welke gebruiken duurzaam of destructief zijn, en hoe dat kan gekombineerd worden met natuurbehoud. Gekombineerd met een gedetailleerde vegetatiestudie leidde dat onderzoek tot aanbevelingen rond beheer van het gebied. Dit jaar werd ik gevraagd om in het kader van een lopend project nogmaals te bekijken hoe de rurale gemeenschappen afhankelijk zijn van het natuurgebied (livelihoods assessement) en wat ze zouden willen ontwikkelen om hun bestaan te verbeteren op basis van duurzaam gebruik van de natuurlijke omgeving. Trinidad’s economie wordt gedomineerd door olie- en aardgasproductie. Een belangrijk gevolg hiervan is dat landbouw en bosbouw nog maar weinig economisch belang hebben, waardoor er weinig druk is op bossen zoals Matura National Park. Het is dan ook onverwacht en hoopgevend om op zo’n klein en redelijk dichtbevolkt eiland (1/5 van de oppervlakte van België, met 1,4 miljoen inwoners) zo’n groot gebied aan primair tropisch bos te vinden. Het belangrijkste gebruik van het bos is voor jacht, het vangen van zangvogels en rivierkreeft, en de teelt van marihuana op kleine open plekken in het bos. Activiteiten die extra inkomsten brengen in dorpen waar niet altijd veel permanente
12 | Meander 1
werkgelegenheid is. Eigenlijk is het gebied redelijk ondoordringbaar. Buiten enkele paden aan de rand die leiden naar een waterval, rivier of vroegere plantages, en wandelaars regelmatig gebruiken, dringen enkel jagers dieper het bos in. Ook dat is niet evident in een tropisch bos met steil terrein, zeer dichte vegetatie en zonder paden. Het drukkend en zweterig klimaat en de aanwezigheid van redelijk wat serieus giftige slangen is ook niet echt uitnodigend. Maar waar is nu de link met De Rammelaars? Wel eigenlijk in de discussies rond beheer en hoe lokale mensen kunnen betrokken zijn bij beheer en bij de beslissingen daarrond. Veel van het onderzoek deze zomer bestond uit babbelen met mensen, zowel individueel om via een survey informatie rond gebruiken in te winnen, maar ook via groepsdiscussies in de verschillende gemeenschappen, om te bekijken welke ideeën er bestaan om duurzame gebruiken, ecotourisme, participatie van lokale groepen in beheer, enz. te ontwikkelen. Ideeën die kunnen leiden tot inkomsten en tewerkstelling, zodat destructieve gebruiken zoals kommerciële jacht uiteindelijk afgebouwd worden. Op papier wordt het gebied beheerd door de overheid. In de praktijk is er de voorbije 10 jaar weinig gebeurd, buiten het plaatsen van enkele infoborden en banken. Er is ook niet echt kontrole of monitoring van jacht en andere activiteiten. De toestand is ook
niet verslechterd. Dat bos ligt er nog even idyllisch en ontoegankelijk bij. Maar de lokale bevolking haalt er ook maar weinig voordeel uit, buiten die gebruiken die niet volledig duurzaam zijn. Er bestaan momenteel geen lokale groepen die echt initiatieven nemen rond bescherming, beheer of uitbouw van wandelpaden en ecotourisme. Er wordt gewacht tot de regering iets opstart en dan mensen zal tewerkstellen. En de regering wacht tot lokale groepen initiatief nemen. Maar die (kleine) groepen van enthousiaste natuurliefhebbers hebben geen financiele middelen, en ook niet altijd de vaardigheid om projecten op te starten, uit te voeren, financiering te bekomen, enz. Op zo’n moment is het interessant te vergelijken hoe natuurbehoud in bijvoorbeeld Vlaanderen werkt. Dat inspraak van de lokale bevolking (zoals Natuurpunt Ham voor De Rammelaars) in beslissingen rond natuurbeheer, aankoop van natuurgebieden, aanleg van wandelpaden, waar financiering best besteed wordt, enz. mogelijk is. Dat Natuurpunt als organisatie de brug vormt tussen een overheid die natuurbehoud en -beheer financiert, en de natuurliefhebbers die daar willen aan bijdragen, waarbij Natuurpunt de professionele steun en expertise biedt die plaatselijke groepen nodig hebben, en groepen zelf kunnen beslissen hoe veel of weinig ze willen betrokken zijn bij beslissingen. En ook dat Natuurpunt lokale groepen nodig heeft om gebieden goed te kunnen beheren en monitoren. Die ervaring hielp bij de discussies in Trinidad om te bekijken hoe overheid en bevolking beter kunnen samenwerken en een participatieve vorm van natuurbeheer opbouwen.
Veerle Van Den Eynden
Meester Verteller Frans Hoes in actie in De Rammelaars © Jan Albrecht
PAASHAZENWANDELING
EN SEIZOENSOPENING DE RAMMELAARS Op zondag 1 april (Paasdag) komt de Paashaas vanaf 14u op bezoek in de Rammelaars! Gezinnen met kinderen zijn bijzonder welkom in ons natuurgebied. Ze kunnen deelnemen aan een fijne paaswandeling mét verrassingen. Het wordt een speelse zoektocht voor jong en oud doorheen de Rammelaars. Onderweg zal het niet ontbreken aan allerlei lekkers! Het natuur.huis kreeg de voorbije maanden een flinke facelift. Bezoekers kunnen in ons vernieuwd natuur.cafeetje niet alleen een lekker biodrankje proeven maar hebben ook de mogelijkheid om leuke producten te kopen in onze winkel.
Op zoek naar een leuke compacte natuurgids of een tof geschenk ? Wil je een origineel nestkastje ophangen in je tuin? Je vindt het allemaal in onze leuke natuur.winkel. Bezoek ons natuur.huis nieuwe.stijl ! Vanaf 1 april elke zondag open tussen 13u en 18u. Deelnemen aan de wandeling op 1 april kost 5 euro voor de kinderen , volwassenen mogen gratis mee : )
Knutselhazentijd
In het voorjaar start in Natuur.huis De Rammelaars op zondagmiddagen een serie knutselworkshops voor kinderen van 6 tot 12 jaar onder de inspirerende leiding van Goedele Reijniers en Ilse Lambrichts. • • • • •
Leeftijd tussen 6 en 12 jaar Zondag van 14u tot 17u Deelname kost 5 euro Drankje en koekje inbegrepen Info + inschrijven bij Goedele Reijniers - goedele.reijniers@gmail.com
Kinderen knutselen in De Rammelaars © Jan Albrecht
Programma, zie ook onze website: • 14 januari: vogelvoer in zelfversierde tasjes maken • 11 februari: zelf een sneeuwbal maken • 11 maart: grasmannetjes maken • 22 april: slinger knutselen
2 FEBRUARI 2018 Toen de dieren nog spraken… en wat de mensen daarvan maken... Comedy in De Rammelaars! En de ALV 2018! Joeri Cortens vertelt over de tijd toen de dieren nog spraken ... en wat de mensen daarvan maken. Natuureducatieve comedy voorstelling in geuren en kleuren over de communicatie tussen mensen, dieren en planten. Wat er zoal kan mislopen. Apen apen apen na? Gaan spinnen op het web? Twitteren (blauwe) vogeltje zelf wel eens? En vooral … wat bakken we er zelf van? Zijn we beland in een communicatie-revolutie of verstaan we elkaar steeds minder? De voorstelling wordt gebracht door Joeri Cortens, lesgever bij Natuurpunt CVN, maar ook gekend door zijn tv-optredens bij Het zijn net mensen op Vier en zijn wekelijks radionatuurpraatje bij De Weekwatchers op Radio 2. • Vrijdag 2 februari 2018 in Natuur.huis De Rammelaars. • Toegang gratis! Reserveren mag maar is niet • verplicht. Voor de liefhebbers is er na deze voorstelling nog een kort officieel moment waarbij de werking van het voorbije jaar wordt toegelicht en de activiteiten van 2018 worden voorgesteld. Het nieuwe afdelingsbestuur wordt gekozen (nieuwe kandidaten zijn zeer welkom en mogen zich vooraf melden via: bestuur@natuurpuntham.be).
januari - maart 2018
| 13
LIFE GROTE NETEWOUD
DE VENNEN: UPDATE Eindresultaat De Vennen © Stein Temmerman
De Grote Nete stroomt Meanderland binnen via De Vennen, een natuurgebied op Balens grondgebied dat voornamelijk bestaat uit kleinschalige natte hooi- of weilanden en broekbos. Naast de Grote Nete, hier nog een bescheiden riviertje met een overwegend natuurlijk meanderend verloop, vind je er de Kleine Hoofdgracht en de Grote Hoofdgracht: twee gegraven zijarmen van de Grote Nete, die lager liggen in het landschap en parallel aan de Neet verlopen. Natuurpunt begon in 1995 met aankopen in de Vennen en klokt momenteel af op 112 ha. Binnen het huidige Europese LIFE project Grote Netewoud hebben zowel Natuurpunt als de Dienst Integraal Waterbeleid van de Provincie Antwerpen deelprojecten in de Vennen. Het project is ondertussen over halfweg, tijd voor een korte stand van zaken.
Vernatuurlijking van landschap en reliëf In het vorige LIFE project Grote Nete werd door Natuurpunt reeds begonnen met het omvormen van weekendvijvers. In totaal 5 vijvers werden toen hersteld tot waardevolle open waters met verlandingsvegetaties. In het huidige project werden bijkomend nog eens 8 weekendvijvers (samen 2,25 ha) omgevormd, deze keer voor broekbosherstel: de begroeiing (veelal exoten) werd verwijderd en het reliëf werd hersteld door de dijken in de
14 | Meander 1
vijvers te duwen. De verbossing gebeurt verder spontaan. Dit herstel is niet enkel goed voor de biodiversiteit maar verhoogt ook de bufferende werking van de vallei bij hoge waterstanden. Eén vijver (0,3641 ha) werd vernatuurlijkt om als vijver en voedselrijke ruigte behouden te blijven. Hiertoe werden de oevers maaiklaar gemaakt en zullen ze om de 2 à 3 jaar gemaaid worden. Wat openstelling betreft werd er dit jaar ook een nieuw stuk plankenpad aangelegd en werd er een bungelbank geplaatst. Momenteel wordt er aan de waardevolle dotterbloemhooilanden op de grens met De Most bijkomend hooilandherstel uitgevoerd. Hiertoe worden stronken van een voormalige sparrenaanplant en jonge boomopslag verwijderd. De typische elzenkanten krijgen terzelfdertijd een knotbeurt. Ook worden er exoten
600 B
600
657
583 B
zone 8 673
Li n
de
st ra at
658
64
659 A
Sc hoorheid e
bestreden, zowel door beheerteam als LIFE ploeg. In De Vennen zijn de te bestrijden soorten vnl. Amerikaanse vogelkers, Amerikaanse eik, Robinia, parelvederkruid, Japanse duizendknoop en reuzenbalsemien. Op de planning voor de komende jaren staan nog omvorming van populierenbestanden naar (broek)bos en het verwijderen van de fosfaatverzadigde bouwvoor (de bovenste, veel bewerkte en verrijkte bodemlaag) voor broekbosherstel.
Hoofdgracht. Deze keer is de Grote Nete aan de beurt. De waterkwaliteit van zowel de Grote Nete als van de grachten is immers bijzonder goed, en met de geplande werken kan het leefgebied van waardevolle vissoorten zoals de beekprik (‘negenoog’), de kwabaal (‘loemp’), de serpeling (‘wen’) en de kopvoorn (‘meulder’) verder geoptimaliseerd worden. Verder wordt ook de waterberging in het gebied verhoogd en dus de kans op wateroverlast in stroomafwaarts gelegen gebieden verkleind. De plannen werden onlangs voorgesteld aan naburige bewoners en aanpalende eigenaars. Concreet zullen 6 zones aangepakt worden, waarbij over een lengte van in totaal één kilometer op percelen van Natuurpunt de relatie tussen de Grote Nete en de vallei wordt hersteld.
Nieuwe kansen voor zeldzame vissoorten Als waterloopbeheerder zet de Provincie Antwerpen volop in op habitatherstel langs de beken en rivieren ten gunste van provinciale prioritaire soorten. In het vorige LIFE project voerde de provincie grootschalige ingrepen uit aan de Kleine
Ten oosten van de Peer Luytendijk: zones 2 en 4 Net stroomafwaarts van de samenvloeiing van de Grote Hoofdgracht en de Grote Nete (zone 2) zal de linkeroever verlaagd worden en zal er een verbinding gemaakt worden met een bestaande gracht. Op die manier ontstaat een stromingsluwe zijarm, waarin vissen kunnen schuilen en jonge vissen kunnen opgroeien. De houten brug zal vervangen worden door een wandelbrug. In zone 4 zal een vijver aangesloten worden en wordt eveneens de linkeroever verlaagd. Bovendien wordt in het rechte stuk waterloop dood hout (eventueel in bussels) aangebracht om op een natuurlijke wijze variatie van stroming te verkrijgen.
´
Vennen 1611
1613
1610 1631
1612
1615
1609
1593 1591 1590
614 A 613 B
zone 4
981
zone 4
613 C 603
931
612 A
930
618 E
642 A
890 A /2
946
892 C 896 891 G
ad ep jks rdi
646
935
893
hte
641 B
894
Ac
640 A 635
45
615 E 623 A 615 D
Peer Luyt endijk
zone 6
zone 7
zone 4
612 B
615 A
0A
1632 B
zone 2
901
903
904 889 K /2 889 L /2
912
913
888 W 4
634 633
Legende projectzone Life Grote Netewoud Wegenregister_wegsegment Projectzones eigendommen privé
weg bestaande uit één rijbaan Wolfsdonken Ac hte
eigendommen Natuurpunt
wandel- of fietsweg, niet toegankelijk voor andere voertuigen aardeweg
pad rdijkse
Waterlopen 2de categorie 3de categorie
1:0 januari - maart 2018
eigendommen project LIFE Grote Netewoud
| 15
Knotten van de elzenkanten © Jan Mallants
Ten westen van de Peer Luytendijk: zones 6, 7 en 8 In zones 6 en 8 worden de oevers verlaagd of afgeschuind om een meer natuurlijke bedding te verkrijgen, en in zone 8 wordt dood hout aangebracht. In zone 7 zal over een lengte van 200 m een meander aangelegd worden en wordt de huidige bedding gedempt. De buitenbochten zullen gestabiliseerd worden door middel van kokosrollen, om erosie en doorslag van de oevers tegen te gaan. Ook zal tussen zone 7 en zone 8 een oude houten brug verwijderd worden en wordt er over de Kleine Hoofdgracht een nieuwe wandelbrug geplaatst, even stroomafwaarts van de Peer Luytendijk. De werken door de Provincie Antwerpen zullen vermoedelijk in augustus 2018 kunnen starten. Alle genoemde werken kaderen binnen LIFE+, Investeringssubsidies Natuur, Subsidie Eenmalige Werken en Toerisme Vlaanderen. Ze worden gerealiseerd met de financiële steun van de Europese Commissie en de Vlaamse Overheid.
Eef Weetjens
met dank aan Manu Büscher (Natuurpunt) en Bianca Veraart (Provincie Antwerpen)
16 | Meander 1
OPEN:
Vanaf 10 uur, woensdag gesloten Van 15 oktober tot Pasen: dinsdag en woensdag gesloten.
Activiteiten MEANDERLAND Winter, voeder de vogels in je tuin © Frans Emmerechts
Zondag 7 januari ›› Driekoningenexcursie Ronde Put • We kijken uit naar ganzen, roofvogels en de klapekster. Laarzen mee bij regenweer! • Afspraak: 9 u parking taverne Postel ter Heyde aan brug 2 op de weg van Postel naar Retie. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Zaterdag 13 januari ›› Zwammoment • In een ongedwongen sfeer komt iemand vertellen over een geweldige natuurreis, één of ander mooi natuurfenomeen of er kunnen mooie natuurvideo’s en foto’s getoond worden bij een drankje en een knabbeltje. Het onderwerp van de avond wordt kort van tevoren bekend gemaakt op onze facebook pagina www.facebook.com/NpBalenNete en/of op onze website www.natuurpunt.be/node/4511. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud in Meerhout. Deur open om 19.30 u, start om 20 u. • Info: wendy.thys@natuurpunt.be Zondag 14 januari ›› Knutselhazentijd • Workshops voor kinderen van 6 tot 12 jaar • Deze keer: vogelvoer in zelfversierde tasjes maken • Van 14 tot 17u, kost 5 euro incl drankje en koek. • Natuur.huis De Rammelaars • info en inschrijven: goedele.reijniers@gmail.com Zondag 14 januari ›› Internationale watervogeltelling Molse (zand)putten • Op zoek naar echte gasten uit het hoge noorden: grote zaagbekken, nonnetjes en brilduikers. • Afspraak: 8.30 u parking dokterspraktijk Warande (brug MolDonk). Einde: 12u op De Maat. • Info en coördinatie: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60.
Maandag 15 januari ›› Startles vogelcursus = volzet • Afspraak: 19.30 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, 2400 Mol. Einde: 22.30 u. • Lesgever: Koen Leysen (NP-CVN). • Info : jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Woensdag 17 januari ›› Algemene ledenvergadering Geel-Meerhout • Met presentatie van een nieuw natuurproject. Bij een hapje en een drankje kan er nagepraat worden. Wij zijn ook nog op zoek naar vrijwilligers om mee te werken in beheer, studie, beleid of educatie. Geïnteresseerd? Kom dan mee brainstormen… • Afspraak: Ontmoetingscentrum Bonten Hannen, Zammelseweg 29a Geel-Oosterlo. Aanvang 20 u. • Info: marc.verachtert@skynet.be of 014/58 39 71. • Zaterdag 20 januari ›› Spaghettislag Geel-Meerhout • Weet je ’t nog van vorig jaar? Dat was smullen hé… en het is ten voordele van onze natuurgebieden in Geel en Meerhout… schrijf je nu in. Doen! • Afspraak: Ontmoetingscentrum Winkelomheide, Kemeldijk in Geel. Tussen 17 en 20 u. • Info: marc.verachtert@skynet.be of 014/58 39 71. Zaterdag 20 januari ›› Algemene ledenvergadering Balen-Nete • Geen saaie vergadering, maar een terugblik op 2017 en een vooruitblik op het nieuwe jaar met aansluitend nieuwjaarsreceptie. Heb je plannen en voorstellen voor onze werking, probeer er dan zeker bij te zijn! • Locatie: De Kruierie, Bevrijdingsstraat 1 te Balen om 20 u. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99.
januari - maart 2018
| 17
Activiteitenkalender Zaterdag 27 januari ›› Natuurwerkdag van NP Ham • Help mee met allerlei beheerklussen in een natuurgebied. Standaard vanaf 9 u aan het Natuur.huis. De Rammelaars. Info op www.natuurpuntham.be -of mail beheer@natuurpuntham. be - voor een concrete afspraak Zaterdag 27 januari ›› Café Winterwoud • Natuurfotografie door Rik Verborgt. Het fotografisch vastleggen van de schoonheid van de natuur is Rik zijn passie en levenslust. Dat zal je merken wanneer je zijn foto’s bekijkt, waarin de fauna en flora van zijn woonplaats, de Antwerpse Kempen, centraal staat. Maar ook beelden van buiten deze regio zullen de revue passeren. De plaatsen zijn beperkt, reserveer dus snel je plaatsje. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud in Meerhout. Deur open om 19 u, start om 20 u. • Info: winterwoud@telenet.be of 0485/62 86 76. Zondag 28 januari ›› Groot Vogelfeest • In het weekend van 27 en 28 januari is er opnieuw het Grote Vogeltelweekend van Natuurpunt. Tijdens die massale tuinvogeltelling nemen duizenden mensen deel aan een groots burgeronderzoek naar de toestand van onze tuinvogels. Naar aanleiding hiervan organiseert het Bezoekerscentrum Grote Netewoud op zondag 28 januari voor de vijfde maal een groot feest voor vogels én kinderen. Iedereen welkom! Wie een invulkaart voor de telling of een gratis brochure met afbeeldingen van de meest voorkomende tuinvogels wenst, kan die afhalen in het bezoekerscentrum. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 8 in Meerhout. Start om 13 u, einde is voorzien om 18 u. • Info: bc.grotenetewoud@natuurpunt.be of 014/21 34 50. Zondag 28 januari ›› Wandeling naar Scheppelijke en Molse Nete • De Molse Nete is een langgerekt relict van voormalige graslanden langs de Molse Nete ten zuiden van het centrum van Mol. Vele graslanden zijn inmiddels verbost of geëvolueerd naar rietvelden. Onder begeleiding van een natuurgids wandelen we van de Scheppelijke Nete naar de Molse Nete. Natuurgids René van de Goor in actie in De Rammelaars © Chris Vrancken
Laarzen ten zeerste aangeraden! • Startplaats: Voormalig treinstation van Balen-Wezel, parkeren aan de kruising van de spoorweg met de Postelweg om 14 u. • Info: herman.lieve-bijnens@telenet.be Vrijdag 2 februari ›› Toen de dieren nog spraken…en wat de mensen daarvan maken - comedy voorstelling Joerie Cortens ›› Algemene ledenvergadering NP Ham Natuureducatieve comedy voorstelling in geuren en kleuren over de communicatie tussen mensen, dieren en planten., vertelt door Joeri Cortens. Na afloop algemene ledenvergadering en receptie afspraak 19 Zaterdag 3 februari ›› Cursus vogels praktijk 1 • Watervogels op de Molse plassen. • Afspraak : 8.30 u parking Sas 4-toren, Nieuwedijk, Dessel. Einde: 12 u De Maat. • Info: jefsas@skynet;be of 0499/34 62 60. Zondag 4 februari ›› Nieuwjaarswandeling Geel-Wilders • Naar goede traditie koppelen we aan deze eerste wandeling van het jaar een gezellig opwarmertje. Goede wandelschoenen! • Afspraak: Ontmoetingscentrum Winkelomheide, Kemeldijk in Geel om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: luc.van.den.bergh@telenet.be of 0499/63 20 07. Zondag 4 februari ›› Busuitstap Zeeland • Met NP Turnhoutse Kempen. We bezoeken de verschillende eilanden van Zuid-Beveland tot Goeree-Overflakkee waar zeker weer alle soorten ganzen, eenden en allerlei steltlopers waar te nemen zijn. We maken ook een flinke wandeling in dit bijzondere (kust)landschap. Er zal ook extra aandacht besteed worden aan de minder ingewijde vogelkenners, zodat ook zij de aanwezige watervogels leren kennen. Wandelschoenen, kijker en/of telescoop en knapzak meebrengen. Soep (betalend) is mogelijk onder de middag. • Afspraak: om 6.25 u bij garages Marcel Cars (Goormansdijk 16, Dessel) of om 6.45 u aan het gemeentehuis van OudTurnhout. Opstapplaats zeker vermelden bij inschrijving. Prijs: €15, JNM-ers en kinderen €10, niet-leden €20 voor 31 januari op rek.nr. BE47 0011 7859 6880 van NP Turnhoutse Kempen, Klein Engeland 20, Turnhout. Wel eerst telefonisch contact opnemen met Ronny Jansen na 18 u op 014/88 29 72. • Info en leiding: Paul Prinsen: 014/43 73 63. Vrijdag 9 februari ›› Algemene ledenvergadering Netebronnen • Evaluatie van het voorbije jaar, plannen voor het nieuwe jaar. Heb je ideeën en/of voorstellen voor onze werking, probeer er dan zeker bij te zijn. Ieder lid is welkom om 19 u in Ecocentrum De Goren. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60.
18 | Meander 1
De gemeente- en OCMW raadsleden van N-VA Mol schonken een deel van hun presentiegeld aan het project Molse Netevallei
Vrijdag 9 februari ›› Digi-avond Netebronnen • Monitoring van het Ecoduct Kempengrens in Postel (Jorg Lambrechts – NP-studie) • Eén jaar libellen fotograferen in België : kleurrijk en verrassend (Robert Pieters) • ‘Natuur van hier’. Filmpjes met tips voor een eigen natuurvriendelijke tuin (P & M) • Afspraak: 20 u in Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. Gratis inkom. • Info: zie elders in dit blad of jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Zondag 11 februari ›› Knutselhazentijd • Workshops voor kinderen van 6 tot 12 jaar • Deze keer: zelf een sneeuwbal maken • Van 14 tot 17u, kost 5 euro incl drankje en koek. • Natuur.huis De Rammelaars • info en inschrijven: goedele.reijniers@gmail.com Zaterdag 17 februari ›› Zwammoment • In een ongedwongen sfeer komt iemand vertellen over een geweldige natuurreis, één of ander mooi natuurfenomeen of er kunnen mooie natuurvideo’s en foto’s getoond worden bij een drankje en een knabbeltje. Het onderwerp van de avond wordt kort van tevoren bekend gemaakt op onze facebook pagina www.facebook.com/NpBalenNete en/of op onze website www.natuurpunt.be/node/4511. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud in Meerhout. Deur open om 19.30 u, start om 20 u. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99.
Zondag 18 februari ›› Watervogeltelling Molse (zand)putten • Bij vorst en ijs veel kans op grote concentraties watervogels in de opengebleven wakken. • Afspraak: 8.30 u parking dokterspraktijk Warande (brug MolDonk). Einde: 12 u op De Maat. • Info en coördinatie: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Zaterdag 24 februari ›› Café Winterwoud • Gastspreker Dirk Draulans: In de putten. Bioloog Dirk Draulans woont aan de rand van een natuurgebied dat gecreëerd werd als compensatie voor natuur die verloren ging bij de uitbreiding van de Antwerpse haven. In de Putten is een informatieve geïllustreerde voordracht doorspekt met humor en anekdotes, onder meer over dieren uit ieders omgeving. De voorstelling is gebaseerd op het gelijknamige boek dat in april 2016 verschenen is bij Uitgeverij Polis. De plaatsen zijn beperkt, reserveer dus snel je plaatsje. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud in Meerhout. Deur open om 19 u, start om 20 u. • Info: winterwoud@telenet.be of 0485/62 86 76. Zaterdag 24 februari ›› Natuurwerkdag van NP Ham • Help mee met allerlei beheerklussen in een natuurgebied. Standaard vanaf 9 u aan het Natuur.huis. De Rammelaars. Info op www.natuurpuntham.be -of mail beheer@natuurpuntham. be - voor een concrete afspraak Zondag 25 februari ›› Winterwandeling Geel-Bel • We bezoeken het mooie landduinenlandschap met heide en vennen. Naar jaarlijkse traditie gaan we ook op zoek naar de
januari - maart 2018
| 19
Winter, zorg voor wat water als het vriest © Frans Emmerechts
uilen… • Afspraak: kerk Geel-Bel om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: Gaston Dams, 0479/86 17 01 of Juliennehoremans@ telenet.be. Zondag 25 februari ›› Rode neuzenwandeling De Vennen • Geniet van deze frisse wandeling in ons natuurgebied de Vennen en van de hapjes en drankjes die nadien aangeboden worden. Laarzen ten zeerste aangeraden! • Startplaats: parking FC Cools, Peer Luytendijk te Balen om 14 u. • Info: Jan Mallants 014/81 70 09. Zondag 11 maart ›› Knutselhazentijd • Workshops voor kinderen van 6 tot 12 jaar • Deze keer: grasmannetjes maken • Van 14 tot 17u, kost 5 euro incl drankje en koek. • Natuur.huis De Rammelaars • info en inschrijven: goedele.reijniers@gmail.com Zondag 11 maart ›› Vroege voorjaarsexcursie Cartierheide • In Eersel (Nederland). Klassieke voorjaarsuitstap naar dit mooie natuurgebied juist over de grens. De ‘zoetelievekes en robotaps’ zullen zich zeker laten opmerken bij mooi weer. Ook een ‘haaklewie’ kan nog op post zijn. • Afspraak: 9 u op parking voor Abdij Postel. Einde: rond 12 u. • Info en gids: jaak.wijnants1@telenet.be of 014/31 33 74. Zaterdag 17 maart ›› Cursus vogels: praktijk 2 • Tuinvogels in Mol-Gompel. • Afspraak: 8.30 u parking kerk Mol-Gompel, Pastoor Vaesstraat, Mol. Einde: rond 11.30 u.
20 | Meander 1
• Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Zaterdag 17 maart ›› Zwammoment • In een ongedwongen sfeer komt iemand vertellen over een geweldige natuurreis, één of ander mooi natuurfenomeen of er kunnen mooie natuurvideo’s en foto’s getoond worden bij een drankje en een knabbeltje. • Het onderwerp van de avond wordt kort van tevoren bekend gemaakt op onze facebook pagina www.facebook.com/ NpBalenNete en/of op onze website www.natuurpunt.be/ node/4511. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud in Meerhout. Deur open om 19.30 u, start om 20 u. • Info: tom.schildermans@skynet.be of 0473/66 10 99. Zondag 18 maart ›› Sint Jozefswandeling Meerhout • Genieten van mooie natuur? Vlak bij het bezoekerscentrum aan de watermolen werd heel wat natuurinrichting uitgevoerd. We gaan eens kijken naar de eerste resultaten… • Afspraak: parking bezoekerscentrum (hoek Lil), Meerhout om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: luc.van.den.bergh@telenet.be of 0499/63 20 07. Zondag 18 maart ›› Winterwatervogeltelling Molse plassen • De eerste lentevogels zoals tjiftjaf zullen zich alweer laten horen, terwijl de laatste wintervogels ook nog aanwezig zijn. Verrassende waarnemingen van onverwachte trekvogels zijn best mogelijk nu. • Afspraak: 8.30 u op parking dokterspraktijk Warande aan brug Mol-Donk. Einde: ca 12 u aan reservaat De Maat met afsluitende drink/hap in’t Jagershof. • Info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60.
Zaterdag 24 maart ›› Zwerfvuilopruimactie Zammelsbroek • Afspraak: parking kerk Geel-Oosterlo om 9 u (of aan Kikkerweide). • Info: dirk.deschutter@hotmail.com of 0478/64 19 40. Zaterdag 24 of zondag 25 maart ›› Cursus vogels praktijk 3 • Bosvogels in het Prinsenpark in Retie. • Afspraak: om 9 u op parking Prinsenpark. Einde: tegen 12 u. • Info : jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60. Zaterdag 24 maart ›› Earth Hour • Duisterniswandeling in het Buitengoor o.l.v. een Natuurpuntgids. Laarzen! Je krijgt ook de kans om sterren en planeten te observeren door de sterrenkijkers van Andromeda. • Afspraak: 19.30 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. Einde: ca. 22.30 u. Zondag 25 maart 2018 ›› Speenkruidwandeling Griesbroek • Ontdek de voorjaarsbloeiers die het Grote Netewoud opnieuw kleur geven. Bewonder de tapijten van speenkruid en andere planten die komen piepen. De lente is op komst! Laarzen zijn onmisbaar! • Startplaats: Parking Centennial, Vloedbeemdenstraat 44 in Olmen om 14 u. • Info: geenen.dirk@skynet.be of 0472/47 96 20. Zaterdag 31 maart ›› Natuurwerkdag van NP Ham • Help mee met allerlei beheerklussen in een natuurgebied. Standaard vanaf 9 u aan het Natuur.huis. De Rammelaars. Info op www.natuurpuntham.be -of mail beheer@natuurpuntham. be - voor een concrete afspraak Zaterdag 31 maart ›› Totter-paastocht • Op paaszaterdag kan je aan het bezoekerscentrum starten voor een heuse Totter-paastocht! • Terwijl de prille lentebloesems ontluiken, begint de lente langzaam in je neus te kriebelen. Tijd om je wandelschoenen aan te trekken en enkele nieuwe eier-uitdagingen te ontdekken op ons Totterpad. Iedereen welkom! • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 8 in Meerhout. Start om 13 u. • Info: bc.grotenetewoud@natuurpunt.be of 014/21 34 50. Zondag 1 April ›› Paashazenwandeling in De Rammelaars • Gezinnen met kinderen zijn bijzonder welkom in ons natuurgebied. Ze kunnen deelnemen aan een fijne paaswandeling mét verrassingen. Het wordt een speelse zoektocht voor jong en oud doorheen de Rammelaars. Onderweg zal het niet ontbreken aan allerlei lekkers! • Afspraak: vanaf 14 u Natuur.huis De Rammelaars • Kost 5 euro per kind • Na afloop drankjes in het Natuur.huis. • Laarzen kunnen nuttig zijn! • info: www.natuurpuntham.be
Staf van Reet (links) actief bij Thalictrum © Jeannine Simonis
In memoriam Staf Van Reet Op 22 september 2017 overleed Staf Van Reet na een ongeval met zijn fiets. De manier waarop hij heenging is moeilijk te aanvaarden, het verlies is erg pijnlijk. Ik leerde Staf kennen in 1981 toen ik startte met vrijwilligerswerk in De Zegge en het geluk had gedurende een half jaar dagelijks met hem te mogen samenwerken. In mijn verder leven heb ik nooit een betere natuurleermeester ontmoet dan Staf. Het leek wel of er voor hem geen geheimen bestonden. Als er uitzonderlijk iets was dat hij niet op naam kon brengen stuurde hij het op naar een van zijn contacten aan de universiteit, antwoord moest hij hebben. Staf had al heel wat jaren vrijwilligerswerk verricht in De Zegge toen hij op 1 november 1975 als vaste medewerker werd aangesteld. Tot zijn brugpensioen op 30 augustus 1993 voerde hij dagelijks met een grenzeloos idealisme beheerwerken uit in het reservaat. Tijdens zijn loopbaan was hij bijna altijd, ook op zaterdag en zondag, aanwezig. Dankzij zijn plantenkennis beschikt De Zegge nu over een volledige botanische inventaris. Staf werkte vaak samen met de professoren Westhoff en De Langhe die regelmatig op bezoek kwamen als hij weer eens een of ander zeldzaam plantje had gevonden. Wij zullen ons Staf herinneren als een monument dat aan het reservaat gestalte gaf. Ook na zijn loopbaan bleef hij zich inzetten: inventarissen opstellen, adviezen geven, anderen begeesteren voor natuurbehoud. Iedereen die ooit met Staf op pad is geweest, hetzij in de Plantenwerkgroep Thalictrum, de Ecologische Werkgroep Meanderland of op tocht om vogels te spotten zal weten dat hij steeds een grappige anekdote of een schelmenstreek in petto had. Zo zal hij ook in mijn gedachten verder leven.
Bert Veris
Conservator De Zegge
januari - maart 2018
| 21
Weetjes over heksen Er bestond een tijd dat de mensen in heksen geloofden. Dat vind je nog terug in de naamgeving van planten en paddenstoelen. Heksenkring © René Ducastel en Mirella Bruynseels
In de herfst, wanneer de bladeren aan de bomen verdwenen zijn, merk je hier en daar berken op met in de kruin ogenschijnlijk vogelnesten. Maar als je wat beter kijkt dan blijken dat geen vogelnesten te zijn maar bundels met veel korte takjes: het zijn heksenbezems. In takken zitten slapende knoppen die niet actief zijn tenzij ze gestimuleerd worden tot uitlopen om nieuwe takken te vormen. Dit kan gebeuren bij een beschadiging of wanneer takken worden gesnoeid. In het geval van berken worden de slapende knoppen geactiveerd door een schimmel met als resultaat veel uitlopende takjes die samen een bundel vormen, de heksenbezem. Deze aandoening kan ook bij de grove den voorkomen maar is zeldzamer. Het verhaal over het ontstaan van heksenbezems komt vast uit de middeleeuwen. Heksen waren vrouwen die volgens de overlevering een verbond met de duivel gesloten hadden. Volgens oud Duits volksgeloof kwamen de heksen
tijdens de Walpurgisnacht, de nacht van 30 april op 1 mei, tevoorschijn om op bezemstelen naar de top van de Brocken, de hoogste berg van Noord-Duitsland, te vliegen voor een heksensabbat. De heksen zouden naar de sabbat gaan om met de duivel te dansen. Het blijkt dat deze vrouwen de bezemstelen insmeerden met sap van de zwarte nachtschade. Dit sap bevat atropine en scopolamine; als deze stoffen in het lichaam terechtkomen, bijvoorbeeld via het slijmvlies, veroorzaken ze hallucinaties en extasegevoelens; verschijnselen die ook door
Gewone heksenboleet © René Ducastel
Heksenbezem
22 | Meander 1
drugs worden veroorzaakt. Geen wonder dat heksen dachten dat ze konden vliegen. Volgens de legende verloren ze bij hun terugkeer bij de eerste zonnestralen hun toverkracht en tuimelden ze naar beneden. Sommigen kwamen terecht in boomkruinen. De heksen trachtten nog de bezems los te rukken maar enkel de stelen kwamen los. Zo bleven de takkenbossen in de kruin steken. Een tweede belangrijke heksensabbat vond volgens de legende plaats op 1 november. Nu nog bestaat het beeld van een vliegende heks op een bezem met Halloween. De mysterieuze cirkels waarin paddenstoelen soms groeien, werden vroeger aanzien als plaatsen waar ’s nachts heksen in een kring dansten. Het betreden ervan zou ziekten kunnen veroorzaken. De heksenkring heeft door zijn ronde vorm altijd een geheimzinnig karakter Grote stinkzwam
gehad. Plotseling kon hij in één nacht tevoorschijn komen. Als een natuurlijk verschijnsel in het verleden een mysterie was, hadden onze voorouders er een mythische verklaring voor. Een heksenkring ontstaat wanneer een spoor van een paddenstoel ontkiemt tot een zwamvlok of mycelium waarvan de schimmeldraden in de bodem straalsgewijs uitgroeien als spaken in een wiel. Aan de buitenrand van het mycelium verschijnen de vruchtlichamen. Soms vind je in een gebied met reeën rondom een boom of struik vreemde, ronde paadjes met afdrukken van bokkenpoten. Zou de duivel met enkele heksen hier een rondedans gemaakt hebben? In zo’n heksenkring hebben tijdens de bronst een reebok en reegeit achter elkaar rondjes gemaakt waardoor paadjes zijn ontstaan. Deze heksenkring is daar nog een stille getuige van.
sporen gevormd, waarmee de slijmzwammen zich verspreiden. In GrootBrittannië echter wordt de gele trilzwam (Tremelia mesenterica), opmerkelijk ook met een gele kleur, ‘witches butter’ genoemd en ‘onze heksenboter’ krijgt daar de niet zo poëtische naam ‘dog vomit slime mold’(hondenbraaksel). Verscheen de gele trilzwam op het houtwerk van een woning dan nam men aan dat de woning behekst was. Om de beheksing te verbreken werd de zwam met een gloeiend stuk staal weggebrand. Tijdens de middeleeuwen werd de grote stinkzwam (Phallus impudicus) in verband gebracht met de duivel en heksen. De namen ‘duivelsei’ en ‘heksenei’ bewijzen dit. Men dacht dat de ‘eieren’ waaruit deze paddenstoelen verschijnen neergelegd werden door de duivel of heksen.
Het vreemde uiterlijk van de slijmzwam heksenboter (Fuligo septica) heeft geleid tot prachtige verhalen. Heksen zouden ’s nachts de koeien melken en na het karnen met de boter hebben gemorst. Of een heks zou tijdens haar rondedans op de grond hebben gespuwd. Het gele tapijt op dood hout lijkt inderdaad op een klodder slijm. Slijmzwammen vormen een wereld apart en hebben niets te maken met schimmels. Slijmzwammen ondergaan verschillende levensstadia. Uit sporen ontstaan microscopische kleine eencellige organismen die zich kruipend of zwemmend voortbewegen. Ze voegen zich samen tot een rondkruipende kolonie, het plasmodium. Het plasmodium omvloeit met het weke lichaam bacteriën en schimmels en voedt zich daarmee. Al kruipend laat het een soort slakkenspoor achter. In het plasmodium worden de
Volgens de overlevering zouden heksen je doen verdwalen als je in het bos het groot heksenkruid (Circaea lutetiana) aantreft. Dit teer plantje groeit in loofbossen op vochtige, voedselrijke gronden. Met enige verbeelding lijken de minuscule witte bloempjes op een heksje op een bezemsteeltje. De geslachtsnaam is afkomstig van de tovenares Circe uit de Griekse mythologie. Deze tovenares was een dochter van de zonnegod Helios en stond bekend om haar uitgebreide kennis van kruiden. Het is de plant die Odysseus van Hermes, de boodschapper van de goden, kreeg om de toverdrank van Circe onschadelijk te maken. Deze mooie heks op het eiland Aeaea had immers de reisgezellen van Odysseus in zwijnen veranderd. Beschermd door dit kruid kon hij het drankje opdrinken dat Circe hem aanbood. Het lukt Circe niet Odysseus te betoveren en hij dwingt haar zijn mannen terug te toveren. De kloosterlingen
Heksenboter
Windwijzer met grauwe vliegenvanger
in de middeleeuwen zouden dit verhaal van Homerus verspreid hebben en zo is onder het volk deze legende ontstaan. De soortaanduiding zou zijn afgeleid van Lutetia, de Latijnse naam voor Parijs, die sinds de middeleeuwen als heksenstad bekendstond. Een plant met de naam heksenmelk (Euphorbia esula) belooft niet veel goeds. Deze plant bevat een wit, giftig melksap of latex dat vrijkomt als men de stengels breekt. Dit melksap bevat esters die bij aanraking tweedegraads brandwonden kunnen veroorzaken. Heksenmelk komt voor langs bermen en in weilanden. Men nam ooit aan dat heksen het melksap gebruikten als bestanddeel in hun heksendranken en heksenzalven. De gewone heksenboleet (Boletus erythropus) valt vooral op door zijn dikke, rode steel. Bij aanraking verkleuren de rode of oranje buisjes aan de onderkant van de hoed tot donkerblauwe kleuren. Ook neemt het gele hoedvlees bij het doorsnijden een blauwe kleur aan. Dat ziet er allemaal wat spookachtig uit en vandaar wellicht zijn naam. Ondanks al dit geheimzinnige is de paddenstoel perfect eetbaar. In de gemeente Ellezelles wordt al meer dan veertig jaar een heksensabbat nagespeeld. In 1610 werden in deze gemeente vijf vermeende heksen verbrand. Dit evenement vindt elk jaar plaats op de laatste zaterdag van juni.
Mirella Bruynseels en René Ducastel tekst en foto’s
Groot heksenkruid
januari - maart 2018
| 23
TURVEN IN HEIDEN EN NATTE VALLEIGRONDEN Zicht op restant Geels Broek (de Zegge), bekend om de vroegere veenderijen © Frans Emmerechts
Het Zammelsbroek, de Vennen, het Malesbroek, het Griesbroek, de Zegge, Neerhelst, de Molse Nete met het Selguis, het Buitengoor, de Rammelaars, de Maat, Belsbroek en Heide, Veldhovenheide… ze kwamen allemaal de voorbije jaren in Meander aan bod en werden beschreven als natuurgebied of natuurreservaat. Niet toevallig liggen de meeste van die gebieden in heiden of natte valleigronden. Het zijn gronden met beperkte economische mogelijkheden, die daardoor langer hun biodiversiteit behielden en voor terreinbeherende verenigingen ook gemakkelijker op de grondmarkt verkrijgbaar waren. Brandstof nodig Wat in de teksten over die gebieden regelmatig terugkwam was dat er in het verleden aan veen- of aan moerwinning werd gedaan. Hierdoor werd de grond op veel plaatsen uitgediept en ontstonden er kuilen of kwachten. Die liet men daarna dikwijls verlanden zodat er ook nu nog veel stadia van het verlandingsproces (van open water tot bos) aanwezig zijn, wat door fauna en flora, maar ook door natuurliefhebbers doorgaans erg wordt gewaardeerd. We houden namelijk ook van al die tussenstadia: moerassen, orchideeënweiden, heidevelden… Het winnen van gedroogd veen (of turf ) gebeurde niet overal op dezelfde manier en ook niet tezelfdertijd. Toch kunnen we stellen dat men er in onze streek vanaf de
24 | Meander 1
dertiende tot in het begin van de twintigste eeuw wel ergens mee bezig was. Een en ander begon ten tijde van het traditioneel Kempens landschap. Men raakte voor brandstofvoorziening aangewezen op turf omdat de bevolking bleef groeien en de bossen grotendeels waren gekapt. Turf werd de voornaamste brandstof voor de haard. Hout werd gereserveerd om de bakoven te stoken.
Leven in het traditioneel Kempens landschap In vroegere eeuwen in de Kempen leefden de mensen samen in gehuchten, oorspronkelijk groepen boerderijen die een gemeenschap vormden, met eigen akkers, hooilanden en een gemeenschappelijke straat waarlangs verspreid de
boerderijen stonden. Een andere, erg sprekende naam voor gehucht was toen heerdgang, of de gang van de (enige) heerd of herder die de gezamenlijke kudde stouwde naar het broek of naar heide en aard. Elk gehucht had ook zijn aardmeester, die vooral de turfwinning regelde. Economisch beschikte een gehucht over drie soorten van levensorganen: de oorspronkelijk gemeenschappelijke akkers voor vruchtenwinning, de gemeenschappelijke weideplaats voor het vee (vooral het broek) en tenslotte de aard, met heide, moeren en bos voor brandstof, strooisel, hout en ander gerief. De aard was hoofdzakelijk wat wij nu heide zouden noemen. Bewoners van het gehucht mochten doorgaans een bepaald aantal karren heide maaien. Die gemaaide heide diende als strooisel voor de dieren. De pas ontgonnen heidegrond diende als eusel of weide voor de schapen en zelfs voor de koeien of paarden van de ‘gemeentenaren’ van het gehucht. Aan de aard paalde gewoonlijk een wat natter goor, dat tot uitbating van moer en schadden van diezelfde gemeentenaren diende.
Soorten turf Wat wij doorgaans met de algemene naam turf aanduiden is een brandbare massa, die zich van de aardoppervlakte tot op veranderlijke diepte vormt. Ze is brandbaar omdat ze veel wortels van planten bevat, vooral van heide en van grassen. Tegenwoordig kennen we turf vooral in de vorm van turfmolm of turfstrooisel, verkruimelde turf die sinds ongeveer 1960 wordt gebruikt in tuinen en plantenbakken. Vroeger werd hij echter aangewend in stallen omdat hij veel vocht kan binden. Turf had toen de vorm van een flinke baksteen en was vooral dienstig voor de verwarming van huizen en boerderijen, maar ook in de industrie, zoals in brouwerijen en steenbakkerijen. Er waren drie verschillende vormen waarin de brandstof zich voordeed, naargelang de diepte van de laag. De namen van die vormen verschilden van streek tot streek. De hierna genoemde zijn degene die meestal in onze streek werden gebruikt. 1. Schadden of heiturf: nadat een (venig) heiveld was gemaaid voor strooisel, kon de bovenste laag worden afgestoken. Ze bezat dus nog stukken stengels van hei en gras van het maaiveld. Die bovenste laag, in brokken gestoken en gedroogd, leverde de schadden of heiturf; 2. Eigenlijke turf of klotturf: was onder die bovenste laag nog veenvorming aanwezig, dan kon in de Kempen nog wel 1 à 5 voet diep brandstof worden uitgehaald, die bruinzwart was van kleur en aaneenhing als klei, de eigenlijke turf of klotturf; 3. Baggerd, baggerturf of moer: dieper gravend kwamen de turvers tot het grondwater. De drassige onderlaag in de kuil kon nog moeilijk met de schop worden bovengehaald. In de vorm van een min of meer dunne brij werd ze bovengehaald met een bagger of baggerbeugel en moest ze op het maaiveld tot klompen worden bereid. Die bagger was een soort emmer met veel gaten, bevestigd aan een lange houten steel. De naam van de drassige turf was baggerd, baggerturf of moer.
Het maken van turf was bepaald geen high tech-bezigheid. Het zou te ver leiden om hier uitvoerig de manieren te beschrijven waarop die verschillende vormen uiteindelijk tot brandstof werden bereid. Daarom even schematisch. Turven gebeurde doorgaans rond half mei, wanneer de boeren het meeste werk op het veld achter de rug hadden. Bij het turven hielpen 3 à 5 mensen elkaar. Schadden werden meestal op twee rijen naast elkaar gezet en gedroogd tot turfklompen. Eigenlijke turf werd ‘gestoken’, op een kruiwagen gelegd en naar een ‘legbed’ gebracht. Daar werd hij fijn- en natgemaakt waarna men ‘blokjes ging schrijven’: een dikke boonstaak van ongeveer 5 m lang werd in de brij gedrukt terwijl men hem wat heen en weer trok. Zo ontstond een voortje. Dat deed men dan verder om de 15 cm en daarna ook dwars met een grotere tussenruimte. Vooral het verwerken van baggerturf of moer was vuil werk. In een rechthoekige vorm op het maaiveld moest hij worden fijngemaakt tot brij door er met riek, mesthaak, hooivork… in te roeren, door te treden, door er water over te gieten, waarna er - zoals bij de eigenlijke turf blokken van werden gemaakt die werden gedroogd. Na enkele malen keren om beter te drogen eindigde het proces in de drie gevallen met het ‘opmijten’. De blokken die droog genoeg waren werden gestapeld in bijenkorfvormige hopen die voorzien waren van luchtgaten, zodat de wind er door kon spelen. Zo droogde de turf dan verder. Tussen hooitijd en oogst, wanneer er tijd over was, werd de turf dan naar huis gehaald. Het turven in onze streek minderde snel rond de jaren 1927-1929, toen men steenkool als brandstof ging gebruiken. De laatste turver uit Mol-Sluis was Louis Van Hoof-Maes, die tot 1945 heeft geturfd. Zijn schuurtje met een laatste voorraad turfblokken verhuisde naar het Openluchtmuseum te Bokrijk.
Moerkuil en gestapelde en los liggende drogende turfblokken ( de Zegge) © Frans Emmerechts
Referenties
1.J. E. De Langhe, ‘Turfwinning en plantengroei in de Tikkebroeken’, in De Wielewaal, Maandschrift voor Natuurwetenschappen, oktober 1954. 2.K. Leenders, Sporen in het landschap, Vijf eeuwen turfwinning tussen Wuuswezel en Roosendaal, 2012. 3.E. Swinnen, ‘Turven in Kerkhoven’, in ’t Schreneel, tijdschrift van de Olmense Vereniging voor Heemkunde en Geschiedenis, nr. 5, 1988. 4.E. Weetjens e.a., 25 jaar Griesbroek, een nieuw begin, Natuurpunt BalenNete, 2017. 5.J. Weyns, ‘Turven in de Kempen’, in Ons Heem, tijdschrift van het Verbond voor Heemkunde, jg. 14, nr. 3, 1960. Marc haalt moer boven uit een moerkuil met een bagger, achter hem de rechthoekige vorm waarin het moer wordt verzameld ( de Zegge)© Frans Emmerechts
Frans Emmerechts
januari - maart 2018
| 25
Mooie natuurwaarnemingen Blauwzwarte houtbij Op 22 augustus zagen we dit insect in onze tuin. Nog nooit hadden we zo’n groot insect gezien. Het blijkt een blauwzwarte houtbij te zijn, een zeer zeldzame houtbij die ook in dood hout nestelt. Ze hangt wel vol stuifmeelkorrels op de foto.
Carlo Borgers en Rita Mariën
Koninginnenpage Ik las in Meander dat jullie af en toe op zoek zijn naar mooie foto’s van natuur. Hierbij een mooie foto gemaakt in mijn tuin waar trouwens veel diertjes voorkomen. Zo heb ik al uilen gehad, hazen, egels, grote sprinkhanen en komen de reetjes van mijn appels eten...
Ilse Mensch
Veel paddenstoelen Wellicht zag je het zelf ook: op veel plaatsen struikelde je deze herfst bijna over de paddenstoelen. Het wisselvallige herfstweer met veel regen en zachte nachten zorgde ervoor dat massaal veel hoedjes of vruchtlichamen verschenen. Want dat zijn paddenstoelen: vruchten van organismen die zich anders niet laten zien. De organismen zelf zijn zwamvlokken (of mycelia) die in de grond, in hout, of waar dan ook verscholen zijn.
Jan Mangelschots
26 | Meander 1
Houtwesp Tremex fuscicornis Zoals in de vorige Meander reeds vermeld werden in Mol meerdere soorten van de zeldzame sluipwespen Megarhyssa waargenomen. De gastheer van deze sluipwespen, de houtwesp Tremex fuscicornis, werd meermaals genoemd maar werd zelden levend gezien. Na een uitgebreide zoektocht vond ik een exemplaar, eierleggend op een stervende berk. De donkere legboor steekt diep door de berkenschors, terwijl de gele legboorschede voorbij het achterlichaam uitsteekt..
Vleermuizen Ik heb hier thuis in Geel regelmatig dwergvleermuizen op bezoek die hun dutje komen doen achter mijn slagvensters. Wout Willems, admin van waarnemingen.be determineerde ze als ruige dwergvleermuizen! Groetjes.
Rogier Tormans
Jef Eykmans
Kleine watersalamander Kleine watersalamander laat zich op zijn kop zitten door een rugstreeppad... ;-). Dit tafereeltje kan je met een beetje geluk tegenkomen op De Maat of Den Diel.
Jef Sas
Tapuiten Tijdens de vogeltrek kun je aangenaam verrast worden door doortrekkers. Al enkele jaren zijn we getuige van tapuiten die opduiken in de Belsehei. Ook dit jaar waren ze weer op de afspraak, ditmaal een koppeltje. Zij gingen ongestoord hun gang en het was mooi om hen bezig te zien terwijl zij voedsel zochten in de avondzon.
RenĂŠ Ducastel en Mirella Bruynseels
januari - maart 2018
| 27
BRAAMBESSEN
Superfood boordevol antioxidanten
S
uperfoods zijn eeuwenoud, maar tegenwoordig zijn ze populairder dan ooit. Deze gezonde bessen, zaden en granen geven ons energie en versterken ons immuunsysteem. De verkoop van blauwbessen swingt de pan uit en nochtans vinden we de koningin aller superfoods gewoon in de natuur: de braambes. Bramen zie je overal: op stikstofrijke plaatsen langsheen bosranden en wegbermen, op open plekken in bos en heide en als cultuurplant in tuinen. De ‘gewone braam’ (Rubus fruticosus) kunnen we in honderden soorten onderverdelen. In de Flora uitgegeven door de Nationale Plantentuin van België (Lambinon e.a.) zijn maar liefst 300 soorten bramen opgenomen. Enkel een specialist kan al deze soorten bramen onderscheiden. Vandaar dat we het hier gemakkelijkheidshalve gewoon over ‘braam’ hebben. Een braam bloeit ongeveer een maand, maar de ene soort bloeit een beetje vroeger of later dan de andere. Door de grote diversiteit aan bramen worden vlinders, bijen en zweefvliegen ruim twee maanden van proteïnerijk stuifmeel en zoete nectar voorzien. Vogels doen er eveneens hun voordeel mee. Niet alleen de braamsluiper maar ook de zwartkop, tuinfluiter en nachtegaal verschuilen zich graag tussen de stekelige stengels. Rijpe braambessen zijn heerlijk. Wanneer je ze rauw wil eten is het aangeraden om ze hoger dan kniehoogte te plukken omdat ook vossen wel eens van deze bessen eten. Ze urineren vaak tegen de struiken waardoor de laaghangende vruchten besmet zouden kunnen zijn met de vossenlintworm. De besmetting kan je lever aantasten en je ernstig ziek maken. Braambessen bevatten veel vitamine C en mineralen die de stofwisseling activeren en het immuunsysteem versterken. Eet ze in de zomer en je wordt in de winter minder vatbaar voor infecties. Met hun hoge magnesium- en ijzergehalte overtreffen ze andere fruitsoorten. Ze bevatten ook veel anthocyanen. Dit zijn rode, donkerblauwe tot bijna zwarte pigmenten uit de flavonoïdengroep. Anthocyanen zijn krachtige antioxidanten die vrije radicalen neutraliseren. Er zijn aanwijzingen dat vrije radicalen
28 | Meander 1
Groot dikkopje op bloem van braam © René Ducastel
een belangrijke rol spelen in verouderingsprocessen en leiden tot het ontstaan van kankercellen. Anthocyanen helpen ook om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. De bessen mogen dan ook door diabetici gegeten worden. Je kan de bessen natuurlijk ook verwerken tot jam, likeur of wijn. Gorgelen met verwarmd bramensap verhelpt heesheid. Heel wat zangers en leraren behelpen zich met dit drankje. Van de verse of gedroogde bladeren kan je een lekkere thee zetten. Een sterk afkooksel van de bladeren helpt tegen tandvleesontsteking. De tanninen in het blad zorgen voor een ontstekingsremmende werking. De spoeldrank moet worden gezeefd om de stekeltjes te verwijderen. Gecultiveerde bramen zijn praktisch het hele jaar door in de supermarkt verkrijgbaar en de winterperiode kunnen we overbruggen met bramenconfituur en bramen uit de diepvries.
Mirella Bruynseels
Crème de mûres • • • • •
- 1 kg braambessen - 1l rode wijn - 1 glas alcohol 40° - 2 bladeren van een zwarte bessenstruik (cassis) - 800 g suiker
> de braambessen in een grote, afsluitbare bokaal doen en goed pletten. > de rode wijn, alcohol en cassisbladeren toevoegen en de bokaal afsluiten. > 5 dagen laten trekken > het mengsel filteren door een neteldoek en de braambessen goed uitpersen. > dit mengsel aan de kook brengen met de suiker ; een paar minuutjes laten doorkoken. > laten afkoelen en in flessen gieten Héérlijk bij witte wijn (Kirr de mûres) en bij schuimwijn of champagne (Kirr Royal)
Zaterdag 20 januari
Spaghetti-avond!
NP Geel-Meerhout
Z
in in een gezellig samenzijn? Kom dan naar onze spaghetti-avond ten voordele van de natuur. Schrijf je
nu in!
We bereiden momenteel een grote aankoop voor en jullie bijdrage is uiterst welkom. We roepen alle leden op om familie, vrienden of buren mee te brengen! Wanneer: zaterdag 20 januari van 17 tot 20 u. Waar: Ontmoetingscentrum, Kemeldijk (nabij de kerk), Geel-Winkelomheide. Wat: spaghetti met vlees van Schotse runderen uit de gebieden van Natuurpunt. Voor vegetariërs is een apart sausje voorzien… en voor Gageleer en een nagerecht zorgen we natuurlijk ook. Prijs: €12 en €7 voor de kinderportie. Inschrijven: marc.verachtert@skynet.be of 014/58 39 71 of jurgen.verreyt@skynet.be of 0497/70 63 08. Dat mag tot donderdagavond 18 januari, maar het is uiteraard veel handiger als je onmiddellijk een mailtje stuurt zodat je het niet vergeet!
DIGI-AVOND IN HET ECOCENTRUM Natuurpunt Netebronnen nodigt uit in Ecocentrum De Goren op vrijdag 9 februari om 20 u: • Monitoring van Ecoduct Kempengrens in Postel; • Eén jaar libellen fotograferen in België; • ‘Natuur van hier’ met tips voor een natuurvriendelijke tuin. In 2014 werd Ecoduct Kempengrens over de E34 ter hoogte van de grens met Nederland in Postel voltooid. Jorg Lambrechts, coördinator van de cel Studieprojecten bij NP-Studie, presenteert de resultaten van een onderzoek, uitgevoerd door Natuurpunt Studie samen met verschillende studiewerkgroepen zoals de Vleermuizenwerkgroep, de Zoogdierenwerkgroep en Hyla (= amfibieën en reptielenwerkgroep) en met Nature
ID en de Bosgroep Zuid-Nederland. Ben je benieuwd welke 28 wilde zoogdiersoorten zijn vastgesteld op het ecoduct? Is de gladde slang er al overgestoken of niet? Dit kom je allemaal te weten op 9 februari! Na de pauze neemt Robert Pieters je mee op libellensafari. Hoe hij erin slaagt om meer dan 50 soorten op één jaar tijd voor zijn lens te krijgen, krijg je dan te horen. Kleurrijk en verrassend! Paul Wouters en Marianne Horemans moeten we niet meer voorstellen. Paul is met een nieuw project begonnen: filmpjes opnemen in eigen tuin of in andere natuurtuinen uit de regio. Zo ga je van hen een boel tips krijgen om zelf ook te zorgen voor meer biodiversiteit in je eigen (natuur?) tuin.
Hoogveenglanslibel © Robert Pieters Putter © Paul Wouters en Marianne Horemans
Jef Sas januari - maart 2018
| 29
Natuurlijk genieten!
30 | Meander 1
Jan Kok bvba www.jankok.be info@jankok.be
EEN NIEUWE KIJK OP OPTIEK VANDERLINDEN Een hoge vakkennis en jarenlange ervaring gecombineerd met moderne apparatuur en een vernieuwde winkel garanderen de beste service. Optiek Vanderlinden, sinds 1953 uw vertrouwen waard!
OP LOEPEN EN VERREKIJKERS Nikon, Steiner, Minox, Huygens: 10% korting voor leden van Natuurpunt!
januari - maart 2018
| 31
KOM UIT JE
WINTERSLAAP EN GA NAAR DE ALGEMENE LEDENVERGADERING VAN JE AFDELING!
Waar, wat en wanneer vind je in de activiteitenkalender van deze Meander. 32 | Meander 1