2021 • April | Mei | Juni • Jaargang 20 nr. 2
MEANDER
Belgie -Belgique P.B.-2440 Geel 1 BC1323
Driemaandelijks magazine van Natuurpunt - regio Meanderland - Afdelingen Netebronnen, Balen-Nete, Geel-Meerhout en Ham
Colofon Natuurpunt
Giften
Natuurpunt is een vrijwilligersvereniging die kwetsbare en bedreigde natuur in Vlaanderen beschermt. Met 48.000 vrijwilligers en bijna 500 werknemers beheren we natuurgebieden met een totale oppervlakte van 26.000 ha. We voeren natuurstudies uit en zetten vorming en workshops op om mensen dichter bij de natuur te brengen. Met 123.000 aangesloten gezinnen zijn we de grootste natuurbeschermingsorganisatie in Vlaanderen.
Giften voor de aankoop van natuurgebieden in de regio Meanderland zijn welkom op rekening BE56 2930 2120 7588 van Natuurpunt Beheer met vermelding van de naam en het nummer van het project dat je wenst te steunen. Vanaf €40 ontvang je een fiscaal attest.
Lid worden Door overschrijving van 30 euro op rekening BE17 2300 0442 3321 met vermelding ‘nieuw lid’. Als lid ontvangt u automatisch het nationaal contactblad ‘Natuur.blad’. Extra abonnementen: Natuur.focus (natuurstudie en –beheer) 13 euro en Natuur.oriolus (vogelstudie) 12 euro. Beide extra abonnementen samen 21 euro.
Meander Meander is het gratis driemaandelijks contactblad voor de leden van Natuurpunt in de afdelingen Balen-Nete, Geel-Meerhout, Ham en Netebronnen (Dessel-Mol). Andere geïnteresseerde leden van Natuurpunt kunnen een jaarabonnement op Meander nemen door overschrijving van 8 euro op rekening BE31 0015 6350 0055 van Meander. De Meander is gratis te raadplegen op www.issuu.com/meanderland Oplage: 2.700 exemplaren.
Redactie An Gijs, Jef Sas, Frans Emmerechts, Jeannine Simonis, Marc Verachtert, Jan De Schepper, Tom Schildermans, Ja n Albrecht, Wendy Thys, Arne Vermeulen, Mirella Bruynseels, René Ducastel, Jurgen Sophie.
3770 – Grote Netewoud 7709 – De Maat (Mol) 7067 – Zammelsbroek (Geel) 7088 – Neerhelst (Geel) 7118 – Griesbroek (Balen) 7725 – Buitengoor en Vleminksloop (Mol) 7734 – De Vennen (Balen) 7736 – Malesbroek (Geel/Meerhout) 7739 – Molse Nete (Balen/Mol) 7763 – Belsbroek-De Vloyen (Geel/Meerhout) 7769 – Breeven (Geel) 7779 – Scheppelijke Nete (Mol/Balen) 7783 – Selguis (Geel) 7784 – De Bleken (Mol) 8810 – De Rammelaars (Ham) 8874 – Veldhovenheide (Ham) 3283 – Natuur.huis De Rammelaars (Ham) F-04013 – Watermolen Meerhout
Contactadressen Afdeling Netebronnen
Frans Emmerechts, frans.emmerechts@gmail.com.
jefsas@skynet.be www.facebook.com/natuurpunt.netebronnen www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurpunt-netebronnen
Met dank aan onze fotografen
Afdeling Geel-Meerhout
Stef Smet, René Ducastel, Mirella Bruynseels, Frans Emmerechts, Wendy Thys, Kaat Bohy, Paulleon Van Gestel, Marianne Horemans, Paul Wouters, Patrick Sterckx, Paul Grietens, Caroline Swolfs, Stefan Staes, Kris Van Elsen, Karel Van Bael, Mai Mondelaers, Kristin Van Gestel, Staf Kauwenberghs, Rogier Tormans, Jan Baptist Koch, Jean Vankerkom, Juul Kenis, Gilbert Cools, Peter Stroobants, Jef Sas, Luc Engelen, Peter Leysen, René Hoskens, Fons Lommelen, Ingrid Janssens, Christian Bastiaansen, Jo Wittevrongel; Jack Thora, Jan Albrecht.
marc.verachtert@skynet.be www.facebook.com/natuurpunt.afdeling.geel-meerhout www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurpunt-geel-meerhout
Afdeling Balen-Nete
Coverfoto’s: Oogvlekboktor © Mirella Bruynseels en René Ducastel, Kuifmees © Paul Grietens, Zuidelijke sikkelsprinkhaan vrouw © Paul Wouters en Marianne Horemans, Mannetje roodharige wespbij © Frans Emmerechts, Een broertje voor Bernard de bever © Frans Emmerechts, Jong everzwijn © Christian Bastiaansen Achtercover: De Maat, aalscholverkolonie © Frans Emmerechts.
frans.hoes2@telenet.be www.facebook.com/natuurpunt.ham www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurpunt-ham
Contact
Op alle foto’s rusten auteursrechten. Voor de gegevens van de fotografen kunt u contact opnemen met de redactie.
Lay-out Meander Arne Vermeulen en Jan Albrecht.
Deadline teksten volgende Meander Maandag 19 april 2021. Verschijnt eind juni 2021. Inlichtingen voor het leveren van tekst en beeld: frans.emmerechts@gmail.com.
2 | Meander 2
tom.schildermans@skynet.be www.facebook.com/natuurpunt.balen-nete www.natuurpunt.be/afdelingen/natuurpunt-balen-nete
Afdeling Ham
Bezoekerscentrum Grote Netewoud bc.grotenetewoud@natuurpunt.be www.facebook.com/GroteNetewoud www.grotenetewoud.be Everzwijn biggetje en zeug © Jo Wittevrongel
Lente in De Vennen. © Wendy Thys
BESPIEGELINGEN in de lente
E
indelijk lente en met een beetje geluk zijn we binnenkort allemaal gevaccineerd en kunnen we terug volop gaan en staan waar en met wie we willen. In het voorbije jaar was er voor de meeste mensen weinig te beleven in hun vrije tijd. Gelukkig voor ons, natuurliefhebbers, konden wij onze hobby’s wel blijven doen. Of het nu gaat om natuurstudie, beheerwerken of gewoon wandelen, buiten ben je redelijk veilig voor corona. Veel mensen die vroeger amper buitenkwamen, zijn het belang van natuur gaan inzien (in onze afdeling is het aantal leden met 25 procent gegroeid!). We merken niet alleen bij de bevolking, maar ook bij het bestuur dat het draagvlak voor meer natuur groeit. Afgelopen jaar was voor een aantal soorten een echt succesjaar. Denk maar aan de wolvenroedel die voor het eerst in 150 jaar in België een nieuwe generatie voortbracht. Vlakbij het Grote Netewoud nog wel! En we weten met zekerheid dat ze ook onze gebieden al wel eens bezoeken. Ook andere soorten zoals oehoe en raaf duiken terug overal op. Maar de terugkeer van deze soorten betekent niet dat alles nu in kannen en kruiken is. Oehoe, raaf en wolf zijn soorten die zich
hebben aangepast aan samenleven met de mens en daardoor hun oude leefgebieden terug kunnen inpalmen. Andere soorten die terug zijn van weggeweest zoals de grauwe klauwier en het staartblauwtje profiteren dan weer van de klimaatopwarming. Al deze soorten doen het goed hoewel er nog altijd meer natuur verdwijnt dan er bijkomt. Voor dieren en planten die niet zo goed om kunnen met de klimaatopwarming, verdroging en het verdwijnen van de open ruimte kunnen we maar één ding doen: grote, robuuste natuurgebieden creëren. Alleen zo kunnen we onze biodiversiteit behouden. Natuurpunt, Toerisme Provincie Antwerpen, Agentschap voor Natuur en Bos en de gemeenten Balen, Meerhout, Mol en stad Geel slaan alvast de handen in elkaar om langs de Grote Nete een Natuurpark Grote Netewoud tot stand te brengen. Dat is ongetwijfeld een stap in de goede richting! TOM SCHILDERMANS
Voorzitter Natuurpunt Balen-Nete
april - juni 2021
|3
Klein privé-reservaat
met zeldzaamheden
Natte begroeiing met ronde zonnedauw, moeraswolfsklauw met sporenaren en lavendelheide in de linkerbovenhoek © Stef Smet
A
l jaren heb ik in mijn tuin een vochtig gebiedje van enkele vierkante meters groot, ons klein privé-reservaat. Hier groeien allerlei zeldzaamheden zoals moeraswolfsklauw, klokjesgentiaan, zonnedauw, vetblad... Het is een onderdeel van onze grotendeels ecologische tuin. Bij de verbouwing van ons huis legden wij het gelijkvloers en het terras aan op 1 m boven het niveau van de tuin. Vanaf het terras is er een langzame helling naar het tuinniveau. Met spoorbiels hebben we een eerste vijver aangelegd tot tegen het terras. Het waterpeil staat hier net onder het niveau van het terras. De vijver is 9 m lang en eindigt tegen een verticale bielswand van 1 m hoog. Hier situeert zich ook de overloop van de vijver omdat we tot voor enkele jaren (voor de klimaatopwarming) veel regen konden verwachten en een overloop nodig was. Achter de eerste vijver ligt een tweede terras en een tweede vijver van 5 op 10 m. Tussen dit tweede terras en de eerste vijver ligt het kleine vochtige privé-reservaat dat uitloopt in de tweede vijver. Dit tweede terras is 30 cm hoger dan het niveau van de tweede vijver. De rubberfolie van deze vijver, loopt rond dit tweede terras door tot op het niveau van dit terras. Hierdoor hebben we een gebiedje van 30 à 40 cm diep dat we opgevuld hebben met puur wit zand. Dit wit zand heeft een helling die langzaam afloopt naar het waterniveau van de tweede vijver. Zodoende hebben we een gradiënt van redelijk droog naar nat. Het is in dit gebied dat het water bij hoge waterstanden overloopt vanuit de eerste vijver, waardoor dit gebiedje bijna altijd vochtig is. Het laagste deel staat op het waterniveau van de tweede vijver en is daardoor altijd nat. Om afspoeling van het wit zand te verhinderen hebben we op de helling in het zand stroken turfblokken gelegd. Die raakten begroeid met interessante plantensoorten.
Bloeiend heidekartelblad tussen jonge kiemplantjes van wilde orchideeën © Stef Smet
Op het hoogste (minst natte) niveau van dit gebiedje domineert o.a. struikheide en lavendelheide. Op het lagere (nattere) niveau vinden we dopheide, orchideeënsoorten en andere soorten van vochtige heide. Om de soortenrijkdom te verhogen hebben we hier ook andere soorten ingezaaid of ingeplant. Inheemse plantensoorten zijn verkrijgbaar bij o.a. Ecoflora (Ninove) of bij Cruydthoeck in Nederland waar ook zaden verkrijgbaar zijn van inheemse planten. Verder breng ik van een reis ook wel eens zaadjes mee van soorten, die meestal vlot ontkiemen als je ze een geschikt milieu aanbiedt. Met de droge zomers van de laatste jaren is het een probleem om tijdens de zomermaanden een voldoende hoog niveau in de vijvers te garanderen. Gelukkig beschikken we over een grote
Vochtige heide met struikheide, dopheide, lavendelheide en de mooie blauwe klokjesgentiaan met tussen beide bloemen een witte snavelbies © Stef Smet
4 | Meander 2
Overzicht van enkele plantensoorten in het vochtig gebiedje – Struikheide (Calluna vulgaris)
De overgang naar vijver 2 met veenpluis, moeraswederik en waterdrieblad © Stef Smet
– Dopheide (Erica tetralix) – Koningsvaren (Osmunda regalis)
regenput die gebruikt wordt om de waterniveaus aan te vullen. Aanvullen met grondwater zou te veel voedingsstoffen meebrengen, waardoor je last krijgt van draad- en andere algen. Dit min of meer droge tot natte heidegebiedje vraagt weinig onderhoud. Onkruidzaden die hier terechtkomen kunnen ontkiemen en moet je resoluut wieden. Dit vraagt oplettendheid en enkele minuutjes tijd als je hier weer eens bewonderend halt houdt. Verder moet je om de 2 à 3 jaar enkele stukjes plaggen om de vegetatie te verjongen en opdringerig veenmos in te tomen. Ook de heide snoeien we af en toe kort om ze te verjongen. Maar al bij al vraagt zo’n gebiedje het jaar rond weinig werk. Je kan er wel genieten van een reeks mooie, bloeiende zeldzaamheden! STEF SMET
– Kievitsbloem (Fritillaria meleagris) – Tormentil (Potentilla erecta) – Veenpluis (Eriophorum angustifolia) – Lavendelheide (Andromeda polifolia) – Berendruif (Arctostaphylos uva-ursi) – Kleine veenbes (Oxycoccus palustris) – Diverse veenmossen (Sphagnum sp.) – Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata) – Rietorchis (Dactylorhiza praetermissa) – Moeraswespenorchis (Epipactis palustris) – Ronde zonnedauw (Drosera rotundifolia) – Kleine zonnedauw (Drosera intermedia) – Klokjesgentiaan (Gentiana pneumonanthe) – Vetblad (Pinguicula vulgaris) – Moeraswolfsklauw (Lycopodium inundatum) – Gagel (Myrica gale)
Vijverschema met bovenaanzicht en overlangse doorsnede © Stef Smet
Bloeiend vetblad een insectenetende plant © Stef Smet
april - juni 2021
|5
Nieuws uit het
Bezoekerscentrum
Grote Netewoud
Grote Netewoud 2.0 – De toekomst! Hoewel ons bezoekerscentrum al sinds oktober gesloten is, wordt er hard gewerkt achter de schermen. Zo zullen we vanaf nu spreken van ‘Natuurpark Grote Netewoud’ en werken we samen met partners als de gemeenten Balen, Mol, Meerhout, de stad Geel, terreinbeheerder Agentschap Natuur en Bos en Toerisme Provincie Antwerpen. om Vlaamse Parken op te richten. Natuurpunt ziet hierin een kans om extra in te zetten op de bescherming van de natuur en de biodiversiteit en tegelijkertijd een koppeling te maken met natuurbeleving en zachte toeristische recreatie. Dit zal de samenwerking tussen terreinbeheerders, ondernemers en andere betrokkenen alleen maar bevorderen. Hoe ging dit aan het rollen? Sinds 2017 vergaderden we, onder leiding van het Regionaal Landschap, met partners. We schreven een ‘Strategisch Project’ om het Grote Netewoud beter op de kaart te zetten. Helaas adviseerde de Vlaamse overheid dit project tweemaal negatief. Natuurpunt werkte dan verder aan een visie en een plan van aanpak. In het najaar van 2019 werd, op initiatief van de gemeenten Balen en Meerhout, gepolst wie van de partners verder wilde meegaan met het uitvoeren van een deel van het oorspronkelijke project, het ‘recreatief medegebruik en het in de markt zetten van het Grote Netewoud’. In 2020 werd een eerste maal overlegd. Ondertussen kwam het besluit van Vlaams minister Demir tot stand
En nu? De erkenning van de Vlaamse Parken staat nog in de kinderschoenen, maar intussen gaan wij al van start met het op de markt brengen van ‘Natuurpark Grote Netewoud’. Als een eerste stap ontwikkelden we een nieuw logo, maakten we een nieuwe infobrochure en krijgt onze website een makeover. In een latere fase komen er in het hele gebied van Balen over Mol tot Meerhout en Geel infoborden en vlaggen in eenzelfde stijl, op de parkings, startplaatsen en instapplaatsen van de natuurgebieden. Ook zullen er onthaalpoorten opduiken, verspreid over het Grote Netewoud. Wandelnetwerk Kempense Landduinen wordt Wandelnetwerk Grote Netewoud. Door het Grote Netewoud loopt een uitgebreid wandel- en fietsknooppuntennetwerk en dat weet men uiteraard bij Toerisme Provincie Antwerpen. Daarom werd beslist om tijdens de herziening van de wandelknooppuntenkaarten in 2021 een naamswijziging door te voeren. Voortaan spreken we van het Wandelnetwerk Grote Netewoud. Als dat niet mooi is!
6 | Meander 2
Voorbeeld van een infobord aan de startplaats van een wandeling in het Natuurpark Grote Netewoud
Een broertje voor Bernard de bever © Frans Emmerechts
Ondertussen in het bezoekerscentrum zelf… Naast ‘Gasthof Watermolen’, waar wandelaars verpozen en kinderen kunnen genieten van de speelnatuur, is ons bezoekerscentrum ook een ruimte waar we vorming en workshops geven om mensen dichter bij de natuur te brengen. Dat betekent voortdurend vernieuwing van het aanbod en van educatieve materialen. Zo legden we een kleine natuurhistorische collectie aan van opgezette dieren, (doel)soorten van het Grote Netewoud. We hadden al een otter, tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen in de Grote Nete in de omgeving van Meerhout. Hij was verstrikt geraakt in visdraden. Ook vogels, waaronder een koekoek, toevallig dood gevonden als raam- of verkeersslachtoffer. De voorbije maanden kregen we er nog enkele waardevolle collectiestukken bij. En achter elk dier schuilt, hoe kan het anders, een verhaal. Twee uilen en een bever Allereerst was er de kerkuil die vroeg in het voorjaar van 2020 in een prikkeldraad vloog te Geel-Punt. Hij overleefde het spijtig genoeg niet. Een Natuurpuntvrijwilliger bracht hem binnen en wij zetten een preparateur of taxidermist aan het werk… In dezelfde periode waren de mensen in het centrum van Geel in de ban van ‘de oehoe’. Er werd regelmatig een oehoe waargenomen in en rond het stadspark, de Lebonstraat en op de SintAmandskerk. Er zouden er twee zitten, sommigen spraken zelfs van drie. Die laatsten bleken gelijk te hebben. Maar op 14 februari lag er een dood in het stadspark. Hij droeg een kwekersring en was dus uit gevangenschap ontsnapt of losgelaten. Ook hij werd opgezet en krijgt een plaats in ons bezoekerscentrum. Een tijdje later vond een wandelaar bij de brug aan het Zilvermeer te Mol-Sluis een dode bever; een mannetje, 24 kg zwaar, met een ernstige schedelfractuur. Een aanrijding in het verkeer met dodelijke afloop van een diersoort die hier vier jaar geleden nog een grote zeldzaamheid was. Via ons bezoekerscentrum belandde de bever bij de taxidermist die beide uilen al in behandeling had. Het dier krijgt een ereplaats, als broertje van Bernard de bever!
Wat baten kaars en bril als de kerkuil of de oehoe niet zien en wil © Wendy Thys
Kom je binnenkort op bezoek? Laat dan zeker van je horen op Facebook! Blijf je graag op de hoogte van alle activiteiten in het Grote Netewoud? Volg ons op Facebook of schrijf je in op onze nieuwsbrief via www.natuurpunt.be/ grotenetewoud Bezoekerscentrum Grote Netewoud Watermolen 7, 2450 Meerhout 014/21 34 50 bc.grotenetewoud@natuurpunt.be www.grotenetewoud.be
WENDY THYS
Coördinator Bezoekerscentrum Grote Netewoud
www.facebook.com/GroteNetewoud
april - juni 2021
|7
Cursusaanbod Meanderland
Gidsen voor
kinderen Gidsen voor kinderen © Frans Emmerechts
Wil je je graag specialiseren in het gidsen voor kinderen? Hoe beleven kinderen de natuur? Hoe speel je daar als gids of als begeleider best op in? Je bekijkt de wereld door kinderogen en je leert meer over de verschillende ontwikkelingsfasen van een kind. Je krijgt tal van didactische tips die je onmiddellijk kan toepassen. Tijdens een meeloopstage krijg je de kans om de opgedane kennis uit te testen. Bijvoorbeeld tijdens onze cursus Totter-Ranger, een cursus voor kleine natuurgidsen van 8 tot 12 jaar. Of tijdens bosklassen op de Keiheuvel. Na deze meeloopstage komen we op 16 juni samen om onze praktijkervaringen uit te wisselen.
Praktisch • Lessen op woensdagavond 5 en 12 mei en op 16 juni, van 19.30 tot 22.30 u in het Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 7, 2450 Meerhout. Meeloopstage op afspraak. • Lesgevers: Sandra Bamps, educatief medewerkster bij NP-CVN en enkele ervaren lokale gidsen van NP-Meanderland. • Inschrijven via het inschrijvingsformulier op onze website www.grotenetewoud.be. NP-leden betalen €20 en niet-leden €25. De inschrijving is geldig wanneer het bedrag is overgeschreven op rekeningnummer BE84 0013 7166 3559 van NP-GM m.v.v. ‘Gidsen voor kinderen’ + naam + eventueel lidnr. van Natuurpunt. • Maximum 10 deelnemers. Dus tijdig inschrijven als je er zeker bij wil zijn!
8 | Meander 2
Grote Netewoud
Schrijf je in en word
Grote Netewoud verkenner
verkenner
Ga mee op verkenning met onze enthousiaste lesgevers en gidsen. Je maakt niet enkel kennis met de prachtige natuur, maar ook met de geschiedenis en het erfgoed van onze mooie streek. Een laagdrempelige cursus voor nieuwsgierige zielen vanaf 18 jaar. In 5 theorielessen en 5 excursies of praktische lessen kom je meer te weten over de boeiende wereld van het Natuurpark Grote Netewoud.
START
9 sept.
Een laagdrempelige cursus voor nieuwsgierige zielen vanaf 18 jaar .
Kom tijdens 5 theorielessen en 5 excurs ies meer te weten over de boeiende wereld van het NATUURPA RK GROT E NETEWOUD.
Praktisch • Lessen en excursies: Welkom in het Natuurpark Grote Netewoud, Ontstaan van het landschap, Landschapswandeling door de vallei, Wat groeit hier nu weer?, Planten herkennen langs het Totterpad, Allemaal beestjes, Braakballen pluizen en sporen herkennen, Natte en droge erfgoedweetjes, Natuurbeheer? Graag gedaan!, Natuurevenement door de cursisten + uitreiking getuigschrift. • Lessen op donderdagavonden van 19.30 tot 22.30 u in het Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 7, 2450 Meerhout. Voor de praktijkexcursies op zaterdag trekken we erop uit van 9 tot 12 u. • Data van lessen en excursies: 9, 16, 25 en 30 september, 9, 14, 21 en 28 oktober, 13 en 27 november.
BEZOEKERSCENTRUM GROTE
Watermolen 7 - Meerhout - T. 014
NETEWOUD
21 34 50 - bc.grotenetewoud@natuu
rpunt.be
• Inschrijven via het inschrijvingsformulier op onze website www.grotenetewoud.be. NP-leden betalen €65 en nietleden €90. De inschrijving is geldig wanneer het bedrag is overgeschreven op rekeningnummer BE84 0013 7166 3559 van NP-GM m.v.v. ‘Grote Netewoud Verkenner’ + naam + eventueel lidnr. van Natuurpunt. • Maximum 30 deelnemers. Dus tijdig inschrijven als je er zeker bij wil zijn!
Zoetwatervissen Praktisch • Twee theorielessen en een praktijkles gaan door op donderdagen 10, 17 en 24 juni van 19.30 tot 22.30 u in het Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 7, 2450 Meerhout. • Lesgever: Koen Leysen, reeds 20 jaar professioneel educatief medewerker bij NP-CVN. Voor de praktijkles op 24 juni krijgen we de medewerking van enkele (elektrische) vissers van het INBO. • Eerst inschrijven bij jefsas@skynet.be en na zijn bevestiging mag je het inschrijvingsgeld overmaken. • NP-leden betalen €30 en niet-leden €40 op rek.nr. BE18 0011 5777 9165 van NPNetebronnen m.v.v. ‘cursus vissen 2021‘. Maximum 20 deelnemers!
april - juni 2021
Blankvoorn tussen riviergrondels © Frans Emmerechts
Welke vissoorten komen in Vlaanderen voor in zoet water? Hoe breng je ze op naam? Wat zijn de voornaamste verschillen? Wat zijn de biotoopeisen van onze vissen? Welke zijn de implicaties van beheeringrepen op onze wateren?Met een praktijkavond aan de vistrap bij het Bezoekerscentrum Grote Netewoud.
|9
Primula,
sleutel van de hemelpoort 10 | Meander 2
D
e Latijnse naam van de sleutelbloem is Primula, wat ‘eerste’ betekent. Sleutelbloemen zijn inderdaad bij de eerst bloeiende plantjes in het voorjaar. Ze bloeien al voordat er bladeren aan de bomen zijn. Vaak staan ze in groepjes bij elkaar en met hun mooie, in trosjes bloeiende goudgele bloemen zijn ze ook bij de meest opvallende. Waarom wij primula’s sleutelbloemen noemen vertelt ons volgende tot de verbeelding sprekende legende: op een dag liet Petrus bij het openen van de hemelpoort zijn sleutelbos met gouden sleutels vallen. Ze kwamen helemaal tot op aarde terecht. Petrus stuurde een engel om ze op te halen en op de plaats waar de engel de sleutelbos had opgeraapt groeide een plantje met een prachtige tros goudgele bloemen: een sleutelbloem. Ze wordt om deze reden ook wel Sint-Petruskruid genoemd en in het Duits heet ze Himmelschlüssel. In tuincentra kan je al vroeg in de lente tientallen soorten cultivars kopen in alle kleuren van de regenboog, maar in de natuur komen in België maar drie soorten sleutelbloemen voor, namelijk de gulden sleutelbloem, de stengelloze sleutelbloem en de slanke sleutelbloem. Alle drie zijn ze geel. Wanneer je op een wandeling een sleutelbloem waarneemt dan is de kans groot dat het om een slanke sleutelbloem gaat. Zij is de meest voorkomende in ons land, maar nog altijd vrij zeldzaam. Het is niet zo moeilijk om de drie soorten van elkaar te onderscheiden. Bij alle drie de soorten vertrekken de bladeren vanuit
Slanke sleutelbloem © Mirella Bruynseels en René Ducastel
een rozet. De korte steeltjes van de stengelloze sleutelbloem steken niet of nauwelijks boven de bladeren uit, zodat het lijkt alsof de bloemen vanuit de bladoksels ontspringen. Dit in tegenstelling tot de bloemen van de gulden en de slanke sleutelbloem, die op lange sierlijke stelen staan, naar één kant knikkend. De kroonblaadjes van de gulden sleutelbloem zijn echter veel kleiner dan die van de slanke en steken uit een groengelige, opgeblazen kelk. Ze zijn ook donkerder van kleur: oranjegeel terwijl die van de slanke citroengeel zijn. Naast deze verschillen is er nog een derde determinatiekenmerk: bij
Gidsen voor kinderen © Frans Emmerechts
Hierboven: Stengelloze sleutelbloem © Mirella Bruynseels en René Ducastel Hiernaast: Gulden sleutelbloem © Mirella Bruynseels en René Ducastel
de gulden sleutelbloem zit op elk kroonblad een duidelijke oranje vlek. De stengelloze en de slanke sleutelbloem verkiezen een vochtige, matig rijke bosbodem. Daarom tref je ze wel eens aan langsheen half beschaduwde bosbeekjes . De gulden sleutelbloem vind je eerder in droge, kalkrijke graslanden, zoals taluds en schrale grashellingen. Ze bloeit ook wat later dan de twee andere soorten. Sleutelbloemen hebben een geneeskrachtige werking. De wortelstokken bevatten saponinen die reinigend werken op de luchtwegen. Saponinen maken slijmen vloeibaarder zodat deze gemakkelijker kunnen worden opgehoest. Daarom worden preparaten van sleutelbloem nogal eens ingezet bij verkoudheid, hoest en bronchitis. Verder hebben de bloemen een krampwerende werking. Thee van sleutelbloemen bedaart de zenuwen en ontspant de spieren. Sleutelbloemen zijn echter veel te zeldzaam om ze in de natuur te plukken. In de kruidenhandel zijn gedroogde sleutelbloemen en allerlei preparaten op basis van sleutelbloemen te verkrijgen. MIRELLA BRUYNSEELS
april - juni 2021
| 11
LEVEN MET
EVERS Everzwijn biggetjes © Christian Bastiaansen
Everzwijnen zijn in opmars in Vlaanderen de laatste 15 jaar, in Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant (Figuur 1 en 2). Op Waarnemingen.be werden in 2020 een 1000-tal gevalideerde waarnemingen ingevoerd voor gans België (Figuur 1). Voor de provincie Limburg waren er gedurende het voorbije jaar (februari 2020-begin 2021) meer dan 250 meldingen en voor Antwerpen een 60-tal (Figuur 2). Gevalideerde waarnemingen omvatten het zien van dieren (levend of dood), waarbij al dan niet fotomateriaal wordt toegevoegd, observaties via wildcamera of het waarnemen van poot- of vraatsporen. Voor Meanderland vindt men op Waarnemingen.be meldingen van everzwijnen in de bossen rond Postel. Duurzaam samenleven
Percepties versus harde feiten
De Vlaamse overheid pleit voor duurzaam samenleven met everzwijnen en streeft naar het voorkomen van schade, bijvoorbeeld door eigenaars aan te moedigen om wildrasters te voorzien rond landbouwpercelen in risicogebieden, het melden van schade, en het compenseren van schade. Verder pleit zij voor populatiebeheer en risicobeheersing van wildziekten (Agentschap voor Natuur en Bos 2020). De visie van Natuurpunt is dat beleid moet vertrekken van een reële discussie over welk niveau van schade of overlast maatschappelijk aanvaardbaar is, eerder dan van een theoretische discussie over waar everzwijnen wel of niet mogen voorkomen.
Recent onderzoek door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) toont aan dat er grote verschillen bestaan in de perceptie van het aantal everzwijnen dat aanwezig is, en de omvang van de gevolgen ervan (Geeraerts et al. 2018). Dit onderzoek gebeurde via een bevraging van personen actief op vlak van landbouw, jacht en natuur, de hoofdactoren in het everzwijnenbeheer, in de provincie Limburg en een deel van de provincie Antwerpen. De landbouwsector schat de gevolgen (of schade) van everzwijnen het grootst in, de natuursector het kleinst en de jachtsector bevindt zich ergens tussenin. Op lokaal vlak hebben wij deels ook die ervaring.
12 | Meander 2
Ham, de poort naar Limburg Natuurpunt Ham neemt al enkele jaren deel aan overleg op het niveau van faunabeheerzone met overheid, en de landbouw-, natuur- en jachtsector. Dit wordt gecoördineerd door de wildbeheereenheid Grote Beek. Als natuurpunt Ham staan wij positief tegenover de aanwezigheid van groot wild in onze natuurgebieden en dus ook van het everzwijn. Het toont dat natuurbeheer de goede richting uitgaat. Enkele jaren geleden bracht de Vlaamse overheid het overzicht van de jachtterreinen die opgenomen zijn op goedgekeurde jachtplannen in kaart op Geopunt. Dit gaf aan dat vele natuurgebieden ongevraagd ingekleurd zijn als jachtterrein. Wij zorgden er toen voor dat de percelen beheerd door Natuurpunt in De Rammelaars jachtvrij zijn, en dus uitgeschreven uit de betreffende jachtplannen. Wanneer de wildbeheereenheid aangeeft dat zij wenst dat Natuurpunt zich engageert om gebieden waar zich mogelijk everzwijnen kunnen ophouden bejaagbaar te maken, betreuren wij dat als uitgangspunt voor beheer. Wij pleiten in de eerste plaats voor inzameling en registratie van betrouwbare gegevens over de aanwezigheid van everzwijnen, om zodoende die aanwezigheid beter in kaart te brengen. Alleen dan
kunnen beheersmaatregelen zich baseren op objectieve gegevens, in plaats van op emotionele beslissingen of percepties. Wildbeheereenheid Grote Beek beheert een systeem van meldingen van everzwijnen in de regio die gedeeld worden met alle belanghebbenden. Wanneer meldingen plaatsvinden in onze natuurgebieden verifiëren we die ter plaatse, en evalueren we de kwaliteit van die meldingen. Zo verschenen in 2020 in dit systeem twee meldingen van everzwijnen in De Rammelaars. Ter plaatse vonden we geen enkele aanwijzing (bijvoorbeeld sporen) van de aanwezigheid van evers. En aangezien bij de meldingen geen fotomateriaal toegevoegd werd, of beschrijving van wat de observatie was, is het moeilijk die meldingen te beschouwen als feitelijk. Tot nu toe observeerden onze vrijwilligers niets dat zou wijzen op de aanwezigheid van everzwijnen in natuurgebieden De Rammelaars of Veldhovenheide, en ontvingen we ook geen meldingen van het publiek
Figuur 1. Waarnemingen van everzwijnen in België (Bron: Waarnemingen.be)
VEERLE VAN DEN EYNDEN
Figuur 2. Waarnemingen van everzwijnen in Vlaanderen gedurende één jaar, periode februari 2020-2021 (Bron: Waarnemingen.be) Everzwijn zeug © Christian Bastiaansen
Everzwijn biggetjes © Jo Wittevrongel
Jong everzwijn © Jack Thora
Bronnen • Waarnemingen.be • Agentschap voor Natuur en Bos (2020) Everzwijnbeheer: Natuur en Bos geeft richting. https://www. natuurenbos.be/sites/default/files/ inserted-files/kompasnaald-everzwijnen.pdf • Agentschap voor Natuur en Bos (2020) Duurzaam samenleven met het everzwijn. https://www. natuurenbos.be/sites/default/files/ inserted-files/everzwijnenplan.pdf • Geeraerts C., Casaer J., Turkelboom F., Verschelde P., Quataert P. (2018). Meten van het draagvlak voor de aanwezigheid van everzwijnen in Vlaanderen. Deelrapport 1: Bevraging van de belanghebbendenorganisaties. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2018 (94). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. DOI: doi. org/10.21436/inbor.15526314
Everzwijn biggetje © Christian Bastiaansen
april - juni 2021
| 13
De toendrarietgans (Anser serrirostris) is een middelgrote grijze gans die broedt in het noorden van Rusland. Het is een trekkende soort die hoofdzakelijk overwintert in West-Europa, Centraal-Europa en Oost-Azië. De vogels zijn 68 tot 90 cm lang, hebben een spanwijdte van 140 tot 174 cm en een gewicht van1,7 tot 4 kg. Hun snavel is zwart aan de basis en de top, met een oranje streep over het midden; de poten en de tenen zijn feloranje. De bovenste dekveren van de vleugels zijn donkerbruin met een smalle witte rand.
14 | Meander 2
In Vlaanderen en Nederland is de toendrarietgans een overwinteraar die voorkomt in akkerbouwgebieden. Toendrarietganzen komen relatief laat aan (in december) en vertrekken vaak alweer in februari. De voorbije winter (2020-2021) overwinterden te Geel een kleine 500 toendrarietganzen in De Zegge, deels een landbouwgebied met witte hoeven langs de Roerdompstraat, deels een beschermd natuurgebied van 111 hectare, eigendom van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde te Antwerpen. Overnachten deden de toendrarietganzen in het natuurgebied De Zegge, zo zijn ze veilig voor predatoren (belagers en roofdieren). Ook andere ganzen overnachten in het natuurgebied De Zegge, onder andere +/- 180 grauwe ganzen en +/- 140 canadaganzen. Volgens welingelichte bron denken de beheerders dat de draagkracht van het domein hiermee overschreden wordt, qua ruimte en voedselvoorziening.
Toendrarietganzen op maïsakkerland langs de Zeggendijk, 13/01/'21 © Paulleon Van Gestel
Toendrarietganzen rond natuurgebied De Zegge
Toendrarietganzen op akkerland met groenbemester langs de Eerselingsedijk, 25/12/'20 © Paulleon Van Gestel
Overdag foerageren de toendrarietganzen in de omgeving, dit zijn mijn waarnemingen: • 25/12/2020: +/- 420 toendrarietganzen foerageren op akkerland met groenbemester nabij de Eerselingsedijk te Geel, op een 500 m ten noorden van het natuurgebied De Zegge. Tussen de toendrarietganzen foerageren ook 11 kolganzen; • 01/01/2021: +/- 480 toendrarietganzen foerageren op akkerland met groenbemester nabij de Raamberg, op 300 m ten zuiden van het natuurgebied; • 10/01/2021: +/-180 toendrarietganzen foerageren op maïsakkerland tussen de Raamberg en de Zeggendijk, op 250 m ten zuidoosten van het natuurgebied De Zegge; • 13/01/2021: +/- 130 toendrarietganzen foerageren op maïsakkerland langs de Zeggendijk op 250 m ten zuidoosten van het natuurgebied; • 31/01/2021: +/- 180 toendrarietganzen foerageren op maïsakkerland langs de Zeggendijk op 250 m ten zuidoosten van het natuurgebied. Opmerking: in december foerageerden de toendrarietganzen ten noorden van het natuurgebied, maar wegens lawaaierige beheerwerken begin januari aan de noordkant van het natuurgebied verkozen de ganzen akkerlanden ten zuiden ervan. De grauwe ganzen en de canadaganzen zijn steeds ten noorden van het natuurgebied gebleven in weilanden langs de Roerdompstraat (minder last van verkeer en lawaai?). Op mijn beveiligde website www.paulleon.be (zonder spam en cookies) vind je foto’s met beschrijving van onze Kempense flora en fauna. Werkt op smartphone maar vlotter en overzichtelijker op PC of laptop. PAUL VAN GESTEL
Winterganzen of ‘vriezeganzen’ Ieder najaar vliegen grote groepen ganzen vanuit het poolgebied naar ons land, voornamelijk naar de polders, om hier te overwinteren. Ons land is samen met Nederland een belangrijke bestemming voor ze: overdag is er voldoende voedsel te vinden en 's-nachts bieden meren, plassen en rivieren een veilige slaapplaats. Honderdduizenden ganzen vliegen vanaf november de Lage Landen in vanuit hun broedgebieden in Noord-Rusland. Meer dan vierduizend kilometer leggen de vogels af, vaak in de zo typische V-formaties en vergezeld van een luid gegak. Door dicht bij elkaar te vliegen profiteren ze van de opstijgende wervelingen van de voorganger. Dat bespaart maar liefst de helft van de benodigde energie. Door geregeld van positie te wisselen, verdelen ze de krachtsinspanningen over de groep. De V-formatie biedt ons de gelegenheid de vogeltrek op een mooie manier waar te nemen. Vanwege hun enorme aantallen en hun zichtbaarheid staan ganzen voor veel mensen symbool voor de vogeltrek. (Red.F.) Vliegend op 10 januari 2021 langs de Raamberg © Paulleon Van Gestel
april - juni 2021
| 15
de nachtegaal
van de rietvelden
E
en fascinerend vogeltje, de blauwborst! Duitsers noemen hem ‘Blaukehlchen’ en Engelsen ‘bluethroat’; begrijpelijk, want de ‘blauwe borst’ is eerder een blauwe keel… Heel wat mensen hebben er geen idee van dat er een vogeltje bestaat met de naam blauwborst. Laat staan dat ze het ooit gezien hebben. Wat bekendheid betreft moet de blauwborst het immers afleggen tegenover het vaker voorkomende roodborstje waarmee de blauwborst verwant is. Samen met de nachtegaal behoren ze tot de familie ‘vliegenvangers’ maar wat uiterlijk betreft wint de blauwborst het met zijn opvallende kleuren van de nachtegaal. Er komen twee ondersoorten voor: de witsterblauwborst broedt in West-Europa en de roodsterblauwborst in Scandinavië. Het mannetje van de hier broedende witsterblauwborst is te herkennen aan de helderblauwe keel en bovenborst met daarin een witte vlek. De kop heeft een brede, witte wenkbrauwstreep. Spreidt hij zijn staart dan valt de oranjebruine staartbasis op met een zwarte eindband. De blauwe borst wordt gescheiden van de grijze buik door een driekleurige (zwart, wit en roest) borstband. Het vrouwtje heeft geen blauwe borst maar net als het mannetje vertoont ze een lichte wenkbrauwstreep. Verder is ze veel minder opvallend gekleurd maar ook zij is voorzien van een oranjebruine staartbasis met zwarte eindband. Ze overwinteren in Spanje en vanaf eind maart mag je ze als eerste voorjaarsgasten terug verwachten in hun broedgebieden. Ze hoeven immers niet zo’n lange afstand af te leggen als de Afrikagangers.
De zang van de blauwborst is zoals bij zijn neef de nachtegaal de moeite waard om naar te luisteren. Vooral na zonsopkomst en bij avondschemering heb je de grootste kans hem te horen. Hij is een meester in het imiteren van andere vogels. Een blauwborst in de duinen klinkt anders dan een blauwborst in een moerasgebied omdat die daar andere buren heeft. Maar steeds vangt zijn riedel met een eentonig piep-piep aan om vervolgens te versnellen met zri-zri om dan over te gaan in een reeks hoge, heldere klanken. Als je zijn kenmerkende zang niet kent is hij moeilijk te vinden. In het voorjaar laat het mannetje tijdens het zingen zijn baltsvlucht zien om een vrouwtje te imponeren. De blauwborst begint onmiddellijk te zingen bij zijn terugkomst eind maart, met een zangpiek midden april. Als het op je afstreeplijstje staat om deze vogel te zien, moet je hem dan wel zoeken. Tot dan heb je nog een onbelemmerd zicht tussen de takken, daarna zingt hij ook minder vaak en is hij nog moeilijk te vinden. Soms zie je hem in een duikvlucht achter een insect aan gaan. Op zijn menu staan vooral muggen, muggenlarven, vliegen, slakken, regenwormen, evenals bessen en zaden. Blauwborsten nestelen op de grond op een goed verborgen plekje tussen het riet. In België beperkt het leefgebied van de blauwborst zich tot Vlaanderen. Hij zoekt vooral moerasachtige terreinen met riet en wilgenstruweel op. Dankzij het streven naar meer biodiversiteit zijn er meer geschikte plekken gekomen waar hij terecht kan. De blauwborst doet het met 3350 broedparen goed in Vlaanderen. De soort breidt zich nog steeds uit nu ze minder afhankelijk lijkt te worden van moerasgebieden. Op de Rode Lijst Broedvogels Vlaanderen wordt de blauwborst als ‘niet bedreigd’ aangegeven. RENÉ DUCASTEL
16 | Meander 2
-Blauwborst © Mirella Bruynseels
BLAUWBORST,
Hieronder vind je de activiteiten die we voor jou gepland hebben. Alle activiteiten zijn onder voorbehoud. Hoe de coronacrisis evolueert kunnen we nog steeds niet voorspellen. Ga even vóór een activiteit na of ze doorgaat, via de website of de facebookpagina van onze afdelingen en bezoekerscentra. Je vindt de adressen in het colofon vooraan in deze Meander!
Activiteiten
Laatste cursus Totter-Ranger in 2019, hopelijk kan het dit jaar opnieuw! © Frans Emmerechts
MEANDERLAND Zondag 4 april › Natuur.café De Rammelaars • Opening van het seizoen. Geniet na wandelen of fietsen van het mooiste terras van Ham en omstreken, bij de vijver vol kikkers, salamanders en libellen, terwijl op de achtergrond de nachtegaal zingt. Open op zon- en feestdagen van 4 april tot 31 oktober, van 13 tot 18 u. • Info: Frans Hoes, tel. 0472/57 75 15. Maandag 5 april › Paasspeurtocht • Op paasmaandag zijn gezinnen met kinderen weer welkom in De Rammelaars voor de 4de editie van onze paasspeurtocht voor jong en oud mét diverse verrassingen. Deelname €5 per kind (volwassenen gratis). Laarzen kunnen nuttig zijn bij nat weer. • Afspraak: Natuur.huis De Rammelaars, Dutselaar, Ham. Vertrekken doorlopend tussen 14 en 15.30 u. • Info: Veerle Van den Eynden, tel: 0470/68 34 47, info@natuurpuntham.be. Zaterdag 10 en zondag 11 april › Wilde Buitendagen • Tijdens dit weekend kan je in heel Vlaanderen in alle bezoekerscentra terecht om lekker te ravotten en vuil te worden. Ook in het bezoekerscentrum van het Grote Netewoud kan je deelnemen aan de Wilde Buitendagen van Natuurpunt.
• Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 7, Meerhout. • Start om 13.30 u, einde is voorzien om 18 u. • Info en inschrijven: via de website: www.grotenetewoud.be. Zaterdag 24 april › Ecologische werkgroep Meanderland • Op excursie in de Molse Netevallei. Inventarisatie van de voorjaarsbloeiers op enkele hooilanden achter het casino. • Afspraak: om 9 u aan Casino Gompel, Owenslei Mol. Einde rond 12 u. • Info en inschrijven: bij hildeviane@gmail.com of 0472/71 99 00 of 0489/60 73 59. Zondag 25 april › Vroegmorgenexcursie De Maat • Wij gaan luisteren naar de ochtendzangers met hopelijk ook als orkestmeester, de nachtegaal. Of we ook zullen kunnen aanschuiven voor een ontbijt in ’t Jagershof om 9 u, zal afhangen van de dan geldende corona-maatregelen. • Afspraak: om 6.30 u parking taverne het Jagershof, Waterstraat, Mol (Sas 3/De Maat, juist voor de baileybruggen). Einde tegen 9 u (met ontbijt aan 14€ p.p.???) • Info en tijdig inschrijven (voor woe 21/4): bij jefsas@skynet. be of 0499/34 62 60.
april - juni 2021
| 17
Zondag 2 mei › Vroegmorgenexcursie Molse Netevallei • Kom mee genieten van het ochtendkoor van onze voorjaarszangers in het Molderbroek in de vallei van de Molse Nete. Laarzen kunnen nuttig zijn in dit overstromingsgebied! • Afspraak: om 6 u kerk Mol-Gompel. • Info: guy.hannes@skynet.be of 014/31 71 54. Woensdag 5 mei › Start cursus ‘Gidsen voor kinderen’ • Ben je reeds natuurgids en wil je je graag specialiseren in het gidsen voor kinderen? Meer info elders in deze Meander. Je krijgt tijdens twee theorielessen tal van didactische tips die je onmiddellijk kan toepassen tijdens je stagemoment in het Grote Netewoud. Prijs: € 20 leden Natuurpunt en € 25 nietleden (plaatsen zijn beperkt!). • Inschrijven: via de website: www.grotenetewoud.be. Vrijdag 7mei › Avondexcursie De Maat /Den Diel • Met een concert van rugstreeppadden? Intrigerende avondgeluiden verzekerd in een lange voorjaarsavond. Ga mee op ontdekking en leer ze herkennen. • Afspraak: om 20 u parking taverne Jagershof, Waterstraat, Mol (Sas 3/De Maat). Einde ca. 23 u. • Info en inschrijven: bij jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60.
Lantaarntjes in Neerhelst © Frans Emmerechts
Zondag 25 april › Biodiversiteit in Bels Broek en heide • Dank zij een Europees Life-project konden heide en vennen hersteld worden en kwamen heel wat zeldzame dieren- en plantensoorten terug naar Bel. Op deze Dag van de Aarde gaan we er met de Bellemannen naar op zoek … • Afspraak: parking kerk Geel-Bel om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: verdonckannemie@gmail.com of 0494/99 51 36. Zaterdag 1 mei › Dauwtrappen, natuurwandelingen en bio-ontbijt • Naar jaarlijkse traditie wordt er op 1 mei in natuurgebied De Rammelaars gewandeld vanaf het krieken van de dag met aansluitend een uitgebreid bio-ontbijt met spek-eieren en allerlei lekkers à € 10 / kinderen € 6. Vogelzangtrip met gids om 6 u. Aansluitend ontbijt 7.30-10 u. Bloemetjes-en bijtjeswandeling met gids om 10 u. Laarzen mee bij nat weer! • Afspraak: Natuur.huis De Rammelaars, Dutselaar, Ham. • Info: Frans Hoes, tel. 0472/57 75 15.
18 | Meander 2
Zaterdag 8 mei › Ochtendwandeling Bels Broek en Heide • Een verkenning van de natuur… bij nevel… in alle stilte… het heeft zijn charmes… ’t is voor de vroege vogels… • Afspraak: parking bezoekerscentrum (thv-Lil 3 in Meerhout) om 6 u. Einde rond 9 u. • Info: filip_debrabandere@telenet.be of 014/30 43 16. Zaterdag 8 mei › Ecologische werkgroep Meanderland • Op excursie in het Griesbroek Balen. Nulinventarisatie op een complex van graslanden aan de noordkant. • Afspraak: om 9 u parking Taverne De Waterhoek, Olmensebaan 126, Balen. • Info en inschrijven: bij hildeviane@gmail.com of 0472/71 99 00 of 0489/60 73 59. Donderdag 13 tot zondag 16mei › Natuurvierdaagse Lauwersmeer met Starling • Volzet en onder voorbehoud van de dan geldende coronamaatregelen. Zaterdag 15 mei › Ecologische werkgroep Meanderland • Op excursie in de Rammelaars, Ham. Inventarisatie van een grasland in het noordelijk deel na 20 jaar intensief maaibeheer. Het perceel ligt op de gele wandeling, op 15 minuten stappen van het Natuur.huis. • Afspraak: om 9 u Natuur.huis, Dutselaar, Ham. • Info en inschrijven: bij hildeviane@gmail.com of 0475/71 99 00 of 0489/60 73 59.
Woensdag 19 mei › Cursus Word Totter-Ranger in het Grote Netewoud • Een praktijkcursus voor de kleine natuurgids van 8 tot 12 jaar. Op 4 woensdagnamiddagen komen de kleine rangers in wording alles te weten over waterbeestjes, fladderdinges, planten en zoveel meer... • Deze cursus is intussen volzet. Schrijf je je graag in voor de wachtlijst? Stuur dan een mailtje naar bc.grotenetewoud@ natuurpunt.be • Info: bc.grotenetewoud@natuurpunt.be of 014/21 34 50. Zaterdag 29 mei › Ecologische werkgroep Meanderland • Op excursie in De Maat, Mol. Nulinventarisatie van een pas heraangelegde vloeiweide, Watering 3. • Afspraak: om 9 u parking Jagershof, Waterstraat, Mol (vlak voor de baileybruggen aan Sas 3). • Info en inschrijven: bij hildeviane@gmail.com of 0472/71 99 00 of 0489/60 73 59. Zondag 30 mei › Wandeling Dekshoevevijver • Het biologische leven in natuurlijk water is enorm… van onooglijk kleine beestjes tot vraatzuchtige kevers. Annemie en Marleen laten het jou allemaal ontdekken. • Afspraak: parking Dekshoevevijver, Fransebaan, Geel om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: verdonckannemie@gmail.com of 0494/99 51 36.
Zondag 6 juni › Vroege zomerexcursie Buitengoor • Kom mee de unieke flora en fauna bewonderen van dit waardevolle natuurgebied. Laarzen gewenst! • Afspraak: om 13.30 u Ecocentrum De Goren, Postelsesteenweg 71, Mol. Einde tegen 16.30 u. • Info en inschrijven: bij andre.vanhoof@telenet.be of 0468/25 18 09. Zondag 6 juni › Orchideeënwandeling Neerhelst • Misschien nog enkele brede orchissen maar de gevlekte orchis… die staat er zeker. Kom je ze mee ontdekken? • Afspraak: thv Larumsebrugweg 218 (aan kanaal) in GeelLarum om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: marc.verachtert@skynet.be of 0475/23 39 34. Donderdag 10 juni › Cursus vissen • Eerste theorieles door Koen Leysen ( lesgever NP-CVN). • Afspraak: om 19.30 u in BC Grote Netewoud, Meerhout. Einde tegen 22.30 u. • Alle info: jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60 en zie aankondiging elders in deze Meander.
Net vóór corona bij de fjordenpaarden op De Maat © Kaat Bohy
april - juni 2021
| 19
Zondag 13 juni › Dagexcursie met Libellen Vereniging Vlaanderen in De Maat/Den Diel/Verkallen • Afspraak: om 09.30 u, parking Jagershof, Waterstraat, Mol (Sas3/De Maat voor de baileybruggen) voor een bezoek aan De Maat en Verkallen. Picknick mogelijk aan taverne Jagershof. • Afspraak om 14 u, parking Den Diel (juist ten NO van de baileybruggen aan Sas3) voor een bezoek aan Den Diel. Laarzen en insectennetje kunnen heel nuttig zijn! • Info: bij jefsas@skynet.be of 0499/34 62 60 of petervanderschoot@telenet.be of 0476/09 50 61. Zondag 13 juni › Kruidenwandeling Grote Netewoud • Wat kunnen we verwachten van een wandeling in het Grote Netewoud? Wat is dat Grote Netewoud eigenlijk (en wat willen wij dat het wordt)? Met Mirella gaan we op zoek naar de kruiden in ons Grote Netewoud. • Afspraak: parking bezoekerscentrum, thv-Lil 3, Meerhout om 14 u. Einde rond 16.30 u. • Info: mirellabruynseels@hotmail.com of 0498/70 71 78.
Vrijdag 25 juni › Expeditie Natuurpunt • Naar aanleiding van de start van Expeditie Natuurpunt, is het bezoekerscentrum extra open van 18 tot 23 u. Kom gezellig genieten van een drankje op ons terras aan de vistrap en kom de deelnemers aan de expeditie alvast veel succes wensen. • Locatie: Bezoekerscentrum Grote Netewoud, Watermolen 7 in Meerhout. • Info: bc.grotenetewoud@natuurpunt.be of 014/21 34 50. Zaterdag 26 juni › Zwerfvuilopruimactie Zammelsbroek • Afspraak: parking kerk Geel-Oosterlo om 9 u. • Info: dirk.deschutter@hotmail.com of 0478/64 19 40. Zaterdag 26 juni › Ecologische werkgroep Meanderland • Op excursie langs de Scheppelijke Nete, Mol-Gompel. Nulinventarisatie van percelen G790B,G791A en G792 na pas afgewerkte natuurinrichting. • Afspraak: om 9 u aan de Scheppelijke Nete aan de ingang op de Gompeldijk in Mol-Gompel. • Info en inschrijven: bij hildeviane@gmail.com of 0472/91 99 00 of 0489/60 73 59.
OPEN:
Vanaf 10 uur, woensdag gesloten Van 15 oktober tot Pasen: dinsdag en woensdag gesloten.
Uitkijken naar meikevers in deze periode! © Frans Emmerechts
20 | Meander 2
M
et zijn typisch hartvormige gezichtssluier, zijn gitzwarte ogen en zijn prachtig witgouden verenkleed spreekt de kerkuil bij veel mensen tot de verbeelding. Toch leeft de nachtjager een eerder verborgen bestaan. De kerkuil laat zich meestal zelfs eerder horen dan zien. Het spookachtige gekrijs dat hij wel eens produceert tijdens zijn nachtelijke escapades is dan ook zeer kenmerkend en draagt vlotjes bij tot de cultstatus van de middelgrote (30-35 centimeter) uil. Maar zijn bekendheid bij het brede publiek helpt de kerkuil natuurlijk niet al te veel vooruit in zijn dagdagelijkse leventje. Een specifiek dieet, een moeilijke relatie met de weerselementen en een bikkelharde concurrentiestrijd zorgen ervoor dat de populatie snel kan fluctueren. Gelukkig kan de kerkuil rekenen op een sterk team van vrijwilligers dat in weer en wind paraat staat om hem te ondersteunen waar mogelijk.
Manusjes van alles Kerkuil in schuur op nestbak © Frans Emmerechts
De kerkuil
en zijn ‘beschermengelen’ Het Grote Netewoud heeft al geruime tijd een behoorlijk hoge densiteit van broedende kerkuilen. Nochtans is ‘het spook van de nacht’ onderhevig aan allerlei factoren waarop hijzelf weinig invloed heeft. Gelukkig hebben kerkuilen ook in onze regio een trouw team van ‘beschermengelen’ die er alles aan doen om de verspreiding van de iconische nachtvogel mee te bevorderen.
Onder de vleugels van Vogelbescherming Vlaanderen zet de Kerkuilenwerkgroep zich overal in Vlaanderen in om kerkuilen zoveel mogelijk overlevingskansen te bieden. De werkgroep telt meer dan 500 enthousiaste vrijwilligers en monitort al meer dan 40 jaar de activiteiten van de Vlaamse kerkuilen. In het Grote Netewoud zijn er met Ludo Oris, Patrick Taelemans en Rudi De Groof drie vaste vrijwilligers actief; zij worden mee ondersteund door vogelringers Herman Berghmans en Piet de Bont. Om een beter beeld te schetsen van hun activiteiten, legden we ons oor even te luisteren bij Rudi De Groof. De Balenaar opereert vooral in zijn thuisgemeente en in Mol, maar biedt ook mee ondersteuning in Geel, Meerhout, Dessel en Retie. ‘In ons werkgebied hangen er zo’n 100 nestkasten’, vertelt hij vol enthousiasme. ‘Die worden voornamelijk opgehangen in kerktorens en hoge boerenschuren. Maar ook bij huizen met een hoge tipgevel plaatsen we wel eens nestkasten.’ Toch houdt zijn takenpakket héél wat meer in dan het bouwen en plaatsen van die nestkasten. ‘We krijgen regelmatig aanvragen van mensen die in hun huis of
april - juni 2021
| 21
Kerkuilskuiken © Frans Emmerechts
tuin een broedgelegenheid zien voor kerkuilen. Het is dan aan ons om te oordelen of de locatie ook effectief geschikt is’, aldus Rudi. ‘Daarnaast is het ook heel belangrijk om een goed contact te hebben met de mensen die een nestkast hebben hangen. Hoewel we in principe maar tweemaal per jaar ter plekke gaan voor een nestkastcontrole, voel je toch dat je vaak een band opbouwt met die mensen.’
Verrassingen Concreet bestaan de halfjaarlijkse controles uit een wintercheck waarin de volwassen kerkuilen geteld en gewogen worden en een zomercheck waarin voornamelijk de kuikens geteld, gewogen en geringd worden. ‘Bij een controle sluiten we eerst het invlieggat af waardoor de uilen niet weg kunnen vliegen. Daarna klauteren we naar boven om de nestkast aan de achterkant te openen. In de zomer worden de kuikens meestal vergezeld door één ouder. Die tonen totaal geen agressie bij het openen van de kast. Integendeel… meestal blijven ze stil in een hoekje zitten waardoor we ze makkelijk kunnen pakken.’ Toch komen Rudi en co ook wel eens voor verrassingen te staan. ‘De kerkuilkasten zijn ook gegeerd door andere dieren. Zo durven kauwen wel eens een kast inpikken. Maar de laatste jaren is toch vooral de opmars van de marters opvallend. Zij
22 | Meander 2
bezetten steeds meer broedbakken’. Maar ook buiten de nestkast geldt de wet van de sterkste. En dat zorgt ervoor dat de vrijwilligers wel eens regelmatig onverwacht moeten uitrukken. ‘Een tijdje terug moesten we naar natuurgebied De Vennen in Balen. Daar was de nestkast bezet met een enkele kuikens. Helaas kregen we op een bepaald moment een telefoontje van een buurtbewoner die ons vertelde dat moeder kerkuil gepakt was door een havik. We zijn dan direct ter plekke gegaan om de kuikens uit de nestkast te halen en naar het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum in Heusden-Zolder te brengen.’
Geen fan van de winter
Een uilskuiken wordt geringd door Herman Berghmans © Frans Emmerechts
Rudi De Groof met pas geringd uilskuiken © Frans Emmerechts
Toch is de strijd om nestgelegenheid én territorium niet het voornaamste obstakel in het fragiele leven van de kerkuil. Door een dieet van bijna uitsluitend muizen en jonge ratten is de kerkuil sterk afhankelijk van de knaagdierpopulatie. Zo was 2019 een uitzonderlijk goed kerkuilenjaar omdat er in 2018 veel eikels, noten en vruchten waren die de knaagdierpopulatie deed exploderen. In 2020 zakte de kerkuilenpopulatie weer wat weg, al blijft de regio van het Grote Netewoud het wel altijd goed doen.
Toch stipt Rudi nog een andere doorslaggevende factor aan die het wel en wee van kerkuilen sterk beïnvloedt. ‘Als er periodes zijn met veel sneeuw, dan komen heel wat kerkuilen in moeilijkheden. Door het witte sneeuwtapijt hebben ze veel meer moeite met het traceren van muizen. Daarnaast is hun verenkleed ook niet echt bestand tegen koude, natte winternachten. Op dat vlak is het natuurlijk mooi meegenomen dat de Vlaamse winters tegenwoordig minder streng zijn.’ Wat de laatste jaren wel vaker voorkomt is een voorjaar met periodes van overvloedige regen. En laat ook dat nu net niet echt bevorderlijk zijn voor de overlevingskansen van kerkuilen. ‘Een nat voorjaar is nefast voor de populatie omdat er ook dan minder muizen rondlopen in de nattere weiden’, stelt Rudi. ‘Zo is het al gebeurd dat we tijdens onze controles in het begin van de week volwassen kerkuilen wogen van 320 – 330 gram terwijl we tegen het einde van een regenachtige week kerkuilen met een gewicht van 260 – 270 gram tegen kwamen. Een wereld van verschil!’
Wat kan jij doen? En dan is er natuurlijk nog ‘de mens’ die onbewust wel eens het leven van de kerkuil durft te compliceren. Het verkeer is doodsoorzaak nummer één, maar er zijn nog andere valkuilen. ‘Enerzijds is er het indirecte gevaar van rattenvergif. Als mensen rattenvergif leggen en een uil vangt een vergiftigde rat of muis, dan is dat natuurlijk ook bijzonder kwalijk voor zijn gezondheid. Anderzijds moeten we ook wel eens uitrukken om kerkuilen uit een prikkeldraad te halen. Vaak gebeurt dat dan in weiden die al sinds geruime tijd niet meer gebruikt worden, maar waar toch nog een prikkeldraad rond staat. In zo’n verwaarloosde weiden zitten vaak meer knaagdieren, wat natuurlijk kerkuilen aantrekt. Een jagende kerkuil vliegt vaak laag boven de grond en wordt dan wel eens verrast door een prikkeldraad. Wie zo’n verlaten weide heeft, haalt dus best ook de prikkeldraad weg. Die heeft toch geen nut meer.’ Het mag duidelijk zijn… Zonder het ongebreidelde enthousiasme én de uitgebreide expertise van de vrijwilligers van de ‘beschermengelen’ van de kerkuil zouden de nachtelijke taferelen boven de vele open en halfopen cultuurlandschappen van het Grote Netewoud (en ver daarbuiten) er wellicht heel anders uitzien. Ode!
Een al wat ouder pas geringd donsjong wacht zijn beurt af om gewogen te worden © Frans Emmerechts
JURGEN SOPHIE
Tentoonstelling Kristallijn 2021
Oproep fotografen In oktober 2021 zijn de natuurfotografen van Natuurpunt-Meanderland weer te gast in het Kristallijn met de 2-jaarlijkse tentoonstelling van natuurfoto’s. Een thema is niet voorzien, wel wordt gevraagd om natuurfoto’s uit West-Europa te presenteren op een vlakke drager (bv. aluminium sandwichplaat) met een formaat van 60 x 40 cm. Hiervoor vragen we de fotografen die hieraan wensen deel te nemen, zich kenbaar te maken via mail aan jefsas@skynet.be, uiterlijk op 30 april 2021. Zodra het aantal deelnemers gekend is, kunnen we het aantal foto’s per deelnemer meedelen. JEF SAS
Espenblad © Patrick Sterckx
april - juni 2021
| 23
Scholekster Oudervogel brengt regenworm naar kuiken op het dak © Frans Emmerechts
Scholeksters maken me blij. Ze voeren me terug naar de jaren 19601970, naar onvergetelijke vogeltochten op Texel, waar men ze ‘de ambassadeurs van het eiland’ noemde. Bij ons zag je toen nog geen scholeksters. Sindsdien zijn ze ook hier bekende, luidruchtige en vermakelijke weide- en akkervogels geworden. Ooit waren ze typische kustvogels, nu broeden ze zelfs op grinddaken in stad en in dorp.
broeden maar wel op akkers. Een afwisseling van akker- en weiland lijkt bij ons hun voorkeur te genieten. Akkers doen dienst als nestplaats terwijl aangrenzende weilanden als foerageergebied worden gebruikt. Scholeksters voeden er zich met regenwormen en emelten.
Oestervangers
Landinwaartse uitbreiding
Hoe de scholekster aan het tweede deel van haar naam kwam is makkelijk te raden: aan het zwart-witte verenkleed. Maar hoe kwam ze aan het eerste deel van haar naam? Haar dieet aan de kust bestaat vooral uit schelpdieren. Waarschijnlijk komt het van ‘scholp’ (= schelp) waar de p van afgesleten is. In het Engels heet de ‘bonte Piet’ trouwens oystercatcher (oestervanger). Dat verwijst ondubbelzinnig naar de voedselvoorkeur.
De landinwaartse uitbreiding van het leefgebied van scholeksters dateert van de jaren 1960. Toen begonnen ze in Nederland het binnenland in te trekken om te gaan broeden in weidegebieden. Vanaf de jaren 1980 werden ze ook in de Kempen een vertrouwd beeld in het landschap. Het broeden in inlandse gebieden kwam bij ons later en in mindere mate op gang dan in Nederland omdat de broedgebieden hier allicht minder geschikt waren. In Vlaanderen ging het gros van de scholeksters trouwens niet op grasland
Status in Nederland en Vlaanderen
24 | Meander 2
In Nederland nemen de aantallen scholeksters sinds halverwege de jaren 1980 sterk af. De oorzaken liggen er zowel in de broedtijd als in de winter. Broedvogels brengen vooral in het intensief gebruikte boerenland te weinig jongen groot (ze hebben er onder meer last van het te vroeg maaien van graslanden), terwijl overwinteraars te kampen hebben met voedselgebrek. Dat voedselgebrek is te wijten aan overbevissing van mosselbanken (Waddengebied) en het verdwijnen
of ongeschikt worden van droogvallende platen (Deltagebied Zeeland). Onze Vlaamse broedvogels nestelen zoals gezegd meer op akkers en overwinteren in Frankrijk en Nederland, maar nauwelijks in het Waddengebied. Jonge vogels trekken soms verder naar het zuiden tot in Spanje of Portugal. Beide factoren verklaren mede waarom de Nederlandse achteruitgang in Vlaanderen niet aan de orde is.
Vlucht naar het platte dak Vermoedelijk om te ontsnappen aan predatie is een deel van de scholeksters op platte daken gaan broeden. Bedekt met grind bieden die een goede camouflage voor de eieren en lijken ze ook op hun oorspronkelijke biotoop van schelpenstranden. Scholeksters houden het simpel bij het maken van nesten. De mannetjes maken enkele ondiepe kuiltjes op het dak en daar blijft het bij. Nadat het vrouwtje een mooi kuiltje heeft uitgekozen legt ze er drie of vier eieren in. Na 27 dagen broeden ontstaan de eerste kleine barstjes in de eieren. Met een kleine verdikking op de snavel tikt het kuikentje het eitje dan verder open en twee dagen later kruipt het uit het ei. In tegenstelling tot veel andere vogels hebben de kuikens dan meteen al dons en gaan ze binnen een dag al aan de wandel. Maar hoewel de kuikens dus nestvlieders zijn brengen de oudervogels toch voedsel naar de jongen. Ze vliegen met regenwormen of emelten van de voedselrijke weilanden in de omgeving naar het dak.
Scholeksters foerageren aan een veedrinkpoel op een weide in Geel-Punt foto Frans Emmerechts
Deze drie scholekster-eieren liggen goed gecamoufleerd tussen het grind op het dak © Frans Emmerechts
FRANS EMMERECHTS
Referenties • Devos K., 2004, Scholekster. In: Vermeersch G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens J., Gabriëls J. & Van Der Krieken B., 2004. Atlas van de Vlaamse broedvogels 2000-2002. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23, Brussel, 196-197 p. • www.ecopedia.be/dieren/ scholekster. Kuiken tracht zich te verbergen op een akker in Meerhout © Frans Emmerechts
april - juni 2021
| 25
Koekoeksbijen in Meanderland Koekoeksbijen heten koekoeksbijen omdat ze zich als koekoeken gedragen. Dat wil zeggen dat ze niet zelf hun nest maken, maar dat ze hun eitje leggen in het nest van een andere bij. Ze parasiteren op die andere bij (de ‘gastheer’, of beter gezegd de ‘gastvrouw’) en laten die al het werk doen: stuifmeel en nectar verzamelen voor hun nageslacht.
Een vrouwtje roodharige wespbij daarentegen heeft het voorzien op nesten van de grijze zandbij. De larve van de wespbij doodt bij uitkomst de larve of het ei van de zandbij en doet zich vervolgens tegoed aan de voedselvoorraad. Wespbijen(larven) eten geen vlees, zoals wespen, maar gewoon stuifmeel en nectar, het zijn namelijk bijen.
Mannetje roodharige wespbij © Frans Emmerechts
Veel koekoeksbijen, zoals wespbijen en bloedbijen bijvoorbeeld, zijn behoorlijk kaal. Ze lijken daardoor en door hun zwart met geel of rode kleurpatronen meer op wespen dan op andere bijen. Op zoek naar een geschikt nest zie je ze laag over de grond rondzwerven. Hierbij kiezen ze niet eender welk nest uit om hun eitje in achter te laten. Er bestaat namelijk een specifieke relatie tussen de koekoeksbij en de gastvrouw.
Zo zal een vrouwtje grote bloedbij (koekoeksbij) alleen nesten van de grote zijdebij (gastvrouw) uitkiezen. Ze dringt het nest van de grote zijdebij binnen, eet het ei van de gastvrouw op en legt een eigen ei.
26 | Meander 2
Vrouwtje grote bloedbij verdrijft vrouwtje grote zijdebij uit nest © Frans Emmerechts
Grote bloedbij en grote zijdebij De grote bloedbij komt voornamelijk voor op zandgronden. Ze heeft een rood achterlijf, een zwart borststuk en een zwarte kop. De soort is het makkelijkst te herkennen door haar grootte (1 - 1,5 cm), ten opzichte van andere bloedbijen die kleiner zijn. De vrouwtjes hebben donkere vleugels. De grote bloedbij voedt zich met nectar en stuifmeel die ze verzamelt bij bloemen, zoals paardenbloem, speerdistel en jacobskruiskruid. De grote zijdebij is dicht, roodbruin behaard, lijkt op een honingbij, maar heeft een korte, tweelobbige tong. Het is een echte voorjaarssoort. Het vrouwtje graaft haar nestgangen in losse zandbodems, op horizontale of steil oplopende plekken. Als nectar- en stuifmeelbron gebruikt ze uitsluitend wilgen. De nectar wordt in de krop vervoerd, het stuifmeel in de dunne beharing op de achterpoten. Om beide soorten in Meanderland te zien speur je in het voorjaar best zanderige gebieden af, opzoek naar nesten van de grote zijdebij, in de buurt van wilgen. Als je een populatie grote zijdebijen hebt gevonden is het uitkijken naar de grote bloedbij. De vrouwtjes van de grote bloedbij hebben een piek in maart en april, maar kunnen tot in september gezien worden. De mannetjes daarentegen zijn in augustus te vinden.
Mannetje grote zijdebij © Marianne Horemans
Vrouwtje grote bloedbij © Frans Emmerechts
april - juni 2021
| 27
Vrouwtje grijze zandbij bij nestingang © Frans Emmerechts
Vrouwtje roodharige wespbij verlaat nest vrouwtje grijze zandbij © Frans Emmerechts
Roodharige wespbij en grijze zandbij De roodharige wespbij is een relatief grote wespbij. Het verschil tussen de geslachten is goed te zien: mannetjes hebben groene ogen, vrouwtjes rode. De vrouwtjes zijn van andere wespbijen te onderscheiden door de rode beharing op hun borststuk en het geel en rood op hun zwarte achterlijf. Mannetjes zijn lastiger te herkennen, de beharing op hun borststuk is meer gelig en op de zijkanten zelfs bijna wit. De roodharige wespbij bezoekt bloemen, maar alleen voor de eigen voeding. Ze foerageert op paardenbloemen, maar ook op wilgen, fluitenkruid en sleedoorn. Ze komt onder het stuifmeel te zitten, maar van verzamelen is geen sprake. Dat doet een ander al voor haar… De grijze zandbij namelijk: een solitaire bij die gemakkelijk herkenbaar is. De vrouwtjes hebben een zwart, glimmend achterlijf en hun borststuk is dicht behaard. De lange grijze haren vormen als het ware een ‘pelsje’. De mannetjes zijn vergelijkbaar maar hebben een minder dichte beharing op het borststuk. Ze hebben een lange witte ‘baard’ op de onderste helft van het gezicht. Grijze zandbijen voeden zich uitsluitend met nectar en stuifmeel van wilgen. Ze maken hun nest voornamelijk in zandgronden in de heide en in open bos. De soorten vliegen van begin maart tot eind mei. Ga in die periode in Meanderland op speurtocht in zanderige omgevingen, bossen of heide. De kegelvormige zandhoopjes nabij de ingangen van hun nesten verraden de aanwezigheid van grijze zandbijen. Nestingangen die ze trouwens bewaken. In de buurt vliegen namelijk, zoekend over de grond, ook heel andere bijtjes rond: roodharige, die op wespen lijken… FRANS EMMERECHTS
28 | Meander 2
1967 2017 YEARS OF INNOVATIVE REPAIRING
Better than the original
REPARATIES van baden en douches, ramen en deuren, wastafels, vensterbanken, dorpels en aanrechtbladen, vloeren wandtegels. RENOVATIES van Bad-in-bad systeem, Badwissel systeem, Douche-in-douche systeem, Douchewissel systeem. ANTISLIP Safety floor, Antislip in sanitair, Antislip matten, Antislip coatings. Respo Repair Belux - Schans 1 B - B-2480 Dessel T: 014 - 960613 - E: info@resporepair.be
www.resporepair.be
ZUIDELIJKE SIKKELSPRINKHAAN DUIKT OP EN PLANT ZICH VOORT IN MOLSE TUIN Zuidelijke sikkelsprinkhaan vrouw
In onze natuurtuin worden geen pesticiden of insecticiden gebruikt, waardoor dieren en planten de kans krijgen om een geschikt leefgebied te vinden. Door de schrale zandgrond en de klimaatverandering warmt de bodem er snel op en komen er stilaan ook zuidelijke soorten zich vestigen. Vooral mobiele soorten breiden zich noordwaarts uit. Sinds september 2019 komt in onze tuin de Zuidelijke sikkelsprinkhaan (Phaneroptera nana) voor. Deze sprinkhaan hoort tot de familie van de Sabelsprinkhanen (Tettigoniidae). Eerst hadden we deze soort op waarnemingen.be gepost als Sikkelsprinkhaan (Phaneroptera falcata), die er sterk op lijkt. De admin voor de sprinkhanen wist ons in de herfst van 2020 echter te melden, dat het om de Zuidelijke sikkelsprinkhaan gaat, een eerste waarneming voor België. Sikkelsprinkhanen zijn vooral actief bij warm en zonnig weer.
Zuidelijke sikkelsprinkhaan man
Herkenning Sikkelsprinkhaan en Zuidelijke sikkelsprinkhaan Sikkelsprinkhaan: zijlobben halsschild even breed als hoog en cerci man verdikt in tophelft, de legboor van het vrouwtje heeft een bocht in de naad. Zuidelijke sikkelsprinkhaan: zijlobben halsschild hoger dan breed en cerci man puntig, de legboor van het vrouwtje heeft geen bocht in de naad. Het verschil tussen de Sikkelsprinkhaan en de Zuidelijke sikkelsprinkhaan is vooral te zien aan de vorm van de cerci (uitsteeksels aan het achterlijf bij het mannetje) en de legboor bij de Zuidelijke sikkelsprinkhaan man
vrouwtjes. Een goed veldkenmerk is de vorm van de zijlobben aan het halsschild in zijaanzicht. Deze sprinkhanen zijn goede vliegers en kunnen zich over grote afstanden verspreiden. In Zuid-Frankrijk komt de Zuidelijke sikkelsprinkhaan algemeen voor en dieren kunnen meeliften met reizigers die terugkeren van vakantie of via eitjes in ingevoerde bomen en struiken. De vrouwtjes zetten immers hun eitjes af in de bladeren van kruiden, struiken en bomen, die na de winter uitkomen. Het is ook mogelijk dat deze soort op eigen kracht noordwaarts oprukt. Ons klimaat is inmiddels geschikt voor voortplanting van deze soort en wij vonden in onze tuin dit jaar zowel juveniele als volwassen individuen. Deze sprinkhaansoort is volwassen vanaf augustus en kan gezien worden tot einde oktober. PAUL WOUTERS EN MARIANNE HOREMANS tekst en alle foto's Zuidelijke sikkelsprinkhaan vrouw
april - juni 2021
| 29
BOKTORREN Bonte ribbelboktor
Menig meubelmaker trekt bleek weg bij de gedachte aan boktorren. In de houtbewerking hebben ze namelijk een kwalijke reputatie. Maar het zijn niet de kevers zelf die schade toebrengen aan het hout, maar wel hun larven. Boktorren zijn mooie, vaak fraai gekleurde kevers. Ze hebben een smal, langwerpig lichaam en extreem lange, gesegmenteerde voelsprieten. Bij de meeste soorten zijn die langer dan hun lijf. Het onderscheidt hen van andere langwerpige kevers zoals soldaatjes en kniptorren. Boktorren variëren erg in grootte: van enkele millimeters zoals de elzenboktor tot bijna 4 centimeter voor soorten als de muskusboktor en de lederboktor. In België komen een honderdtal soorten boktorren voor. Meer dan de helft is zeldzaam tot zéér zeldzaam.
Levenswijze Boktorren zijn geen roofkevers; ze vangen geen andere insecten om zich te voeden. Volwassen kevers voeden zich voornamelijk met stuifmeel. Daarom tref je ze vaak aan op bloemen, vooral op schermbloemigen zoals berenklauw, engelwortel en wilde peen. Soms voeden ze
30 | Meander 2
zich ook met gistende boomsappen. Het grootste deel van hun leven brengen boktorren door als larve. Hun ontwikkeling van eitje tot imago (volwassen kever) kan wel 3 jaar duren, afhankelijk van de soort. De vrouwtjes van de meeste soorten leggen hun eitjes in hout. Wanneer die eitjes uitkomen, graven de larven zich al etend een weg door het vermolmde of levende hout.
Soorten Sommige soorten zijn niet al te kieskeurig wat betreft de houtsoort en tref je aan op verschillende bomen of struiken. Tot
deze groep behoren de meest algemene soorten zoals de tweekleurige boktor, de gevlekte smalboktor, de geringelde smalboktor… Ook de gevreesde huisboktor hoort tot deze groep. Hij is nogal eens te vinden in oude schuren en oude herenhuizen waar zijn larven het hele dakgebinte kunnen beschadigen. Ze komen echter alleen voor in onbehandeld hout. Er zijn ook boktorsoorten die gebonden zijn aan één bepaalde houtsoort zoals de oogvlekboktor die enkel te vinden is op wilg; de kleine en de grote populierenboktor op ratelpopulier, de hazelaarboktor op hazelaar…
Tweekleurige smalboktor
Geringelde smalboktor
Gevlekte smalboktor
Gewone distelboktor
Gewone smalboktor
Kleine wespenboktor
Kleine zwarte smalboktor
Muskusboktor
Oogvlekboktor
Wanneer het vrouwtje van de kleine populierenboktor eitjes afzet op de stam van een ratelpopulier, zet ze tegelijk een stof af waardoor de bast opzwelt. Het wondweefsel dat de boom hierrond vormt dient als eerste voedsel voor de larven. Pas later boort de larve een gang dieper in de boomstam. Deze zwellingen blijven lang zichtbaar en wijzen de aandachtige wandelaar op de aantasting . Er zijn ook soorten die specifiek gebonden zijn aan naaldbomen zoals de dennensmalboktor en de gewone smalboktor.
Andere biotopen Maar niet alle boktorren hebben hout als biotoop. Zo ontwikkelen de larven van de groene kruidenboktor en de gewone distelboktor zich in de stengels van kruidachtige planten zoals fluitenkruid, distels en brandnetels. Tenslotte komt er in België ook één soort voort die zich ontwikkelt in de grond , namelijk de ingekeepte smalboktor. Zijn larven voeden zich met de schimmels in humus en in dode of afstervende wortels. MIRELLA BRUYNSEELS Alle foto's © Mirella Bruynseels en René Ducastel
Referenties • www.waarnemingen.be • Natuurpunt, Overzicht meetjeslandse boktorren door Chris Bruggeman
april - juni 2021
| 31
Mooie
natuurwaarnemingen
Kuifmees Ik ben van kinds af al een natuurliefhebber in hart en nieren. Nu ben ik bezig dit over te dragen op mijn kleinkinderen. Daarom heb ik in Meerhout een kijkhut gemaakt om vogels te spotten. Max en Rosie zijn wild enthousiast. En we hebben al prachtige vogels gezien zoals deze kuifmees. PAUL GRIETENS
Baretaardster Bonte vliegenvanger De bonte vliegenvanger is een zwart-witte zangvogel die graag in nestkasten broedt. De soort brengt veel tijd door in de boomkruinen. Ik kijk ernaar uit. Vorig jaar had ik hem in mijn tuin, en niet voor het eerst! STAF KAUWENBERGHS
32 | Meander 2
Het was een aangename verrassing om eind december aardsterren te ontdekken in mijn tuin te Mol-Ginderbuiten. Er zijn een twintigtal soorten aardsterren in de Lage Landen. Maar deze baretaardster is een vrij ongewone vondst; hij is zeldzaam en valt weinig op tussen de gevallen bladeren en andere dode vegetatie. JEAN VANKERKOM
Boomklever We hebben een overvloed aan vogels in onze tuin in Balen, maar met deze boomklever was ik heel blij. Het was de eerste keer dat we hier boomklevers zagen. JUUL KENIS
Bruine trilzwam In de Kastermanstraat in Geel vond ik deze mooie, vrij algemene, bruine trilzwam. Het vruchtlichaam is sterk samengedrukt geplooid tot bladvormig gelobd. Het vlees is gelatineus en zacht. ROGIER TORMANS
Boomkruiper Je ziet een boomkruiper niet zo dikwijls als een boomklever. Toch zit hij allicht ook in je tuin. Hoe herken je beide soorten? De boomklever (blauwgrijs-roestoranje) kan makkelijk de stam omhoog én omlaag lopen; hij schuifelt alle kanten op en lijkt aan de stam te kleven. Of: KLever heeft KLeur. De boomkrUIper is brUInwit. Hij wipt spiraalsgewijs omhoog tegen de stam, op zoek naar insecten. Als hij boven is, vliegt hij naar de voet van de volgende boom en begint opnieuw van beneden naar boven.
Buizerds Ik heb de laatste maanden een wildcamera in mijn tuin staan. Op 1 februari spotte ik deze twee vechtende buizerds om wat stukken kip die ik in de tuin had gelegd. Pure natuur op een 100 m van cc ’t Getouw in Mol. JAN BAPTIST KOCH
FRANS EMMERECHTS
april - juni 2021
| 33
Everzwijn Toen we gisteren op 7 februari een winterwandeling maakten in Postel werden we verrast door een kudde everzwijnen die onze wandelweg overstaken. Hierbij een spoor in de sneeuw! INGRID JANSENS
Dwergmuis◘ Tijdens een wandeling op 9 februari op de Keyfheide zagen we deze dwergmuis op een heidestruik. Het is onze kleinste inheemse ware muis. De staart met zijn soepel uiteinde is onmiskenbaar. KRIS VAN ELSEN, KAREL VAN BAEL, MAI MONDELAERS♣
Egel Egels houden een winterslaap van oktober-november tot maart-april. De winter brengen ze door in een verscholen nest van droge bladeren. Tijdens de winterslaap zakt hun lichaamstemperatuur van gemiddeld 35,4 °C tot 1-5 °C. Maar de dieren worden tijdens de winterslaap af en toe wakker en gaan dan even op zoek naar eten. Deze foto heb ik genomen op 15 januari in Meerhout. PETER LEYSEN
34 | Meander 2
Eekhoorn Geel-Larum, zaterdagmorgen 30 januari: ‘vogeltelweekend’… maar geen enkele vogel te zien! Wel een smullende eekhoorn in de sneeuw. Hopelijk straks of morgen meer succes met onze telling… RENÉ HOSKENS
Kolibrievlinder Haas Een snelle haas in Wilders. Wanneer hazen achterna gezeten worden, kunnen ze wel 75 kilometer per uur halen, waarbij ze vaak ook nog haakse bochten maken. Ze springen met gemak 5 tot 7 meter ver en kunnen ook zwemmen. Maar meestal blijven hazen bij gevaar doodstil liggen, platgedrukt tegen de grond. Pas als het gevaar te dicht bij komt schieten ze ervandoor.
Weinig vlinders hebben zo’n apart gedrag als de kolibrievlinder. Soms wordt hij voor een echte kolibrie aanzien. De kolibrievlinder heeft nectar nodig. Met zijn lange tong haalt hij die uit allerlei inheemse en tuinplanten. Ik kijk al naar hem uit in mijn tuin in Dessel, waar ik hem vorig jaar zag. GILBERT COOLS
FRANS EMMERECHTS
Kwabaal
Maretak
Meerhout 13 januari. Gebruiken kwabalen de verbindingen tussen de Grote Nete en de vijver aan het bezoekerscentrum om in de vijver te gaan paaien (paren)? Dat doen deze zoetwaterkabeljauwachtigen immers in de winter in ondiep water. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek vroeg het zich af. Een groepje vrijwilligers van Natuurpunt onderzocht het. In volgende Meander meer hierover!
Een maretak is een zeldzame verschijning in Meanderland. Je vindt hem veel talrijker in het oosten van het land. Het is een halfparasiet op de takken van populieren en appelbomen. Deze hier groeit op een canadapopulier bij de Hoevendijk in Meerhout. MIRELLA BRUYNSEELS
KAAT BOHY, PETER STROOBANTS EN JEF SAS
april - juni 2021
| 35
Suikerwater en confituur Vos◘ Vossen hebben een groot aanpassingsvermogen en foerageren ook tussen de huizen in het centrum van een gemeente. Zoals hier, op 24 januari om 5 u ’s morgens, lichte vorst, sneeuw… een vos op bezoek in mijn tuin aan de Wandelweg in Mol.
Midden september 2020 vulden we een deksel van een PET-fles met suikerwater en wat zelfgemaakte confituur. Wie had gedacht dat het een gigantisch succes zou worden! Vooral honingbijen kwamen massaal af op ons probeersel. Daar dronken ze vredig samen met o.a. de Duitse wesp. CAROLINE SWOLFS EN STEFAN STAES
JAN BAPTIST KOCH
Rode bosmieren Peervormige stuifzwam Tijdens najaarswandelingen heb ik mooie waarnemingen van paddenstoelen gedaan. Deze was er eentje die ik nooit gezien had, de peervormige stuifzwam. KRISTIN VAN GESTEL
36 | Meander 2
Op 5 februari zag ik deze rode bosmieren. Ze lagen te zonnen op een hoopje. De theorie is dat bosmieren dit in de winter doen om het nest op te warmen. Maar mogelijk heeft het eerder iets te maken met ultraviolet licht, waarvan bekend is dat het virussen inactief maakt. FONS LOMMELEN
Oproep!
Ooievaars Op 18 januari in de namiddag spotte ik in Olmen deze ooievaars. Zijn er dan toch overwinteraars? Jazeker, het aantal overwinterende volwassen ooievaars lijkt zelfs zachtjes toe te nemen. Tijdens het weekend van 16 en 17 januari 2021 vond in Vlaanderen een wintertelling van ooievaars plaats. Het is pas de derde keer dat de winterpopulatie van ooievaars in kaart wordt gebracht. De telling van dit jaar was goed voor minstens 91 exemplaren. LUC ENGELEN
Voor deze rubriek roepen we al onze lezers op om actief mee te werken. Zag u zelf iets moois of speciaals in de natuur in onze regio of in gebieden waar onze afdelingen of werkgroepen op uitstap gaan, laat het ons weten. Bedoeling is om ons tijdschrift nog meer een tijdschrift van alle leden te laten zijn. Stuur je interessante waarneming naar frans.emmerechts@gmail.com en misschien verschijnt ze dan wel in de volgende Meander!
Voor wandelschoenen... stap je naar Mol
Mol-centrum DE WANDELSCHOENENSPECIAALZAAK VAN DE KEMPEN
✂
Voogdijstraat 22 - 2400 Mol - Belgium - Tel.: +32 (0)14/31 12 12 - josdaems@telenet.be -www.josdaems.be
Bij aankoop van een paar wandelschoenen ontvangt u een onderhoudsproduct op vertoon van deze bon. (Geldig tot 30 sept 2021)
april - juni 2021
| 37
Thuiskomen in een tuin! ontwerp
advies
aanleg
onderhoud
www.jankok.be
info@jankok.be
www.corbiedeals.be
Afgiftekantoor: Geel 1 - P209043 • v.u. An Gijs - Weidestraat 11 2490 Balen