4 minute read
In dit nummer
Veranderende wereld
De expositie ‘Tien Eeuwen Topstukken’ van Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) toont prachtige middeleeuwse handschriften met bladgoud en kleurrijke versieringen, boeken uit het begin van de boekdrukkunst, indrukwekkende atlassen en botanische naslagwerken, die de ontwikkeling van het boek laten zien. Eén van de stukken die nog niet eerder aan het publiek werden vertoond is een kleurrijk Boek der Psalmen (of psalterium) dat omstreeks het jaar 1500 in de buurt van Deventer moet zijn vervaardigd. Het handschrift, met een illustratie van een knielende koning David, kwam vorig jaar in bezit van de Athenaeum bibliotheek. Ook zijn een zestal atlassen vol kaarten te zien, waarvan de oudste stamt uit de tiende eeuw. Aan de hand van deze meestal monumentale boekwerken is de evolutie van het wereldbeeld goed waar te nemen.
Een oude kaart komt tevoorschijn
Een van de oudste stukken is een wereldkaart in een handschrift uit de twaalfde eeuw uit het ZuidVlaamse Sint-Omaars, tegenwoordig St. Omer, in Noord-Frankrijk. Eeuwenlang bleef de kaart verborgen onder een enorme vlek, die zich als een aswolk over de toentertijd bekende wereld uitstrekt. Door de pagina met hoogwaardige apparatuur te fotograferen en het beeld ‘digitaal op te waarderen’, werd het voor het eerst sinds mensenheugenis mogelijk onder de vlek te kijken. Er kwam een platte, cirkelvormige, geheel door water omgeven aarde tevoorschijn. De aarde is schematisch verdeeld in de toen bekende drie werelddelen: Azië, Europa en Afrika. Middelpunt is het Heilig Land, wat aangeeft dat het middeleeuwse wereldbeeld geïnspireerd was op de bijbel. Afrika en Europa zijn gescheiden door de ‘nostre mare’, de Middellandse Zee, en tussen deze beide werelddelen en Azië liggen niet nader benoemde wateren. De afbeelding is verwant aan een al lang verdwenen kaart uit de zevende eeuw.
De wereld als bol
Een ander topstuk is een intrigerend boek dat afkomstig is uit het Arme Fraterhuis te Deventer met de titel Sphaera Mundi (wereldbol). Het is rond 1230 geschreven door de Engelse wis- en sterrenkundige Johannes de Sabro Bosco, oftewel John Holywood, dat wil zeggen Jan van het Heilige Bos. SAB toont een druk uit 1498. Wat de Sphaera Mundi bijzonder maakt, is dat dit middeleeuwse werk de aarde als bol voorstelt. Sacro Bosco’s wereldbeeld week dus af van dat van de vroegmiddeleeuwse onderzoekers, die de aarde als een pannenkoek weergaven. Holywood plaatste de aarde wél, net als zijn tijdgenoten, in het middelpunt van het heelal. Dat zijn werk belangrijk was, mag duidelijk zijn. Er verschenen talloze herdrukken en tot in de zeventiende eeuw was de Sphaera verplichte kost aan West-Europese universiteiten. Onder invloed van het humanisme ontwikkelde de wetenschap zich in een ras tempo. In plaats van een theologisch geïnspireerd, ontstond een meer wetenschappelijk georiënteerd wereldbeeld. Het was onder meer gebaseerd op nauwkeurige waarnemingen tijdens de vele ontdekkingsreizen. In het Theatrum Orbis Terrarum (Schouwtoneel van de landen der wereld), een atlas die werd samengesteld door Abraham
in kaart gebracht
Ortelius (1527-1598), is dat goed te zien. Deze ‘Ortelius’, waarvan een exemplaar in de laatste druk uit 1612 is te zien, toont een sterk veranderd wereldbeeld. De Noord- en Zuidpool staan globaal aangegeven, maar waren uiteraard nog niet verkend. Noorden Zuid-Amerika zijn nog misvormd, mede door afwijkingen in het kompas. De atlas bevat ook een kaart van Gelderland en Kleef, met een deel van Overijssel. Deze grensprovincie, ‘Transisalana’, is niet zelfstandig in de atlas vertegenwoordigd. Mogelijk zegt dat iets over het belang van het Hertogdom Gelre in de zestiende eeuw, in verhouding tot dat van Overijssel. Een groot deel van de kaarten uit de eerste ‘Ortelius’, die in 1570 in Antwerpen verscheen, was vervaardigd door Franz Hogenberg. Als sympathisant van de nieuwe ketterse leer vluchtte hij naar Keulen, waar hij samen met Georg Braun, de kanunnik van de Keulse Dom, zes kloeke kaartenboeken uitgaf. In de beroemde Civitates orbis terrarum (De steden van de wereld) zijn talloze stadsplattegronden opgenomen, onder andere van Deventer, Kampen en Zwolle (in volgorde van belangrijkheid). Buitengewoon charmant zijn ook de stadsgezichten, onder meer dat van Kampen met een prachtig gestoffeerde IJssel op de voorgrond.
Eén wereld is niet genoeg
De honger naar kennis van de zeventiende-eeuwer was nauwelijks te stillen. Daar kwam bij dat de rijke Hollanders graag hun weelde toonden. Niet door teveel uiterlijk vertoon, wel door de inrichting van hun huizen. In de grachtenhuizen van de Amsterdamse kooplieden was dan ook vaak een prachtig gebonden atlas te vinden van een van de grote uitgevershuizen die zich aan en rondom de Dam bevonden, zoals Hondius, Jansonius en Blaeu. De firma Blaeu werd in heel Europa bekend en geprezen om zijn fijn gegraveerde en mooi versierde kaarten. Het zijn meesterwerken, zowel technisch als esthetisch. Van de Nederlandse steden publiceerden de Blaeus buitengewoon gedetailleerde plattegronden, zo ook van alle Overijsselse steden. Deze plattegronden werden nog tot ver in de achttiende eeuw door anderen herdrukt. De kwaliteit was immers ongeëvenaard en zoveel veranderde er niet in het stratenpatroon van de ommuurde stadjes. Toen dus de Deventenaar Jan de Lat in 1724 zijn Weghwyser door de Provintie van Overyssel uitgaf, gebruikte hij voornamelijk zeventiende-eeuws kaartmateriaal. De negen stadsplattegronden in deze reisgids lijken zo te zijn weggelopen uit de stedenatlas van Blaeu. Deze is overigens op de tentoonstelling niet te zien, wel ligt er van de gerenommeerde firma het al even befaamde Toonneel des aerdriicx, een wereldatlas in drie delen uit 1642. In de inleiding op de atlas komt ook het veranderende wereldbeeld aan de orde. Draait de zon nu om de aarde of draait de aarde om de zon? De laatste opvatting strookte niet met de gangbare bijbeluitleg, zodat de Blaeus voorzichtigheidshalve maar geen standpunt innamen. Wellicht gaven ze iets van hun religieuze overtuiging weer op het titelblad van het tweede deel. Daarop prijkt het motto van de Jezuïetenorde, die ook de volkeren van de Nieuwe Wereld zou gaan kerstenen: één wereld is niet genoeg. ■