MijnStadMijnDorp Historisch Tijdschrift Overijssel, september-oktober 2012

Page 24

120288 _MSMD_4_2012_Opmaak 1 30-08-12 16:37 Pagina 24

24

In de veertiende eeuw ontstond in de IJsselvallei, door toedoen van Geert Grote uit Deventer, de Moderne Devotie. Deze religieuze vernieuwingsbeweging, die streefde naar zuiverheid in de kerk, innerlijke vroomheid en een sobere levenswijze, vond op grote schaal navolging in de Nederlanden, Westfalen en het Rijnland. In 1399 vestigde Grote’s volgeling Thomas a Kempis zich op de Agnietenberg in Zwolle. Daar schreef hij zijn beroemd geworden Over de navolging van Christus.

Vorm en opzet De hiervoor gestelde vragen zijn alleen te beantwoorden bij een integrale benadering van het verleden; dat wil zeggen vanuit sociale, economische, politieke, culturele en religieuze invalshoeken. Het doel van een integrale geschiedenis is de verbrokkeling, de ‘vergruizing’, in de geschiedschrijving tegen te gaan, samenhangen bloot te leggen en te laten zien welke historische processen belangrijk zijn geweest. Een regionaal overzichtswerk biedt ook bij uitstek de kans om verschillende historische disciplines te comOp 21 maart 1528 huldigden afgevaardigden van ‘ridderschappen, steden en landen van Overijssel’ keizer Karel V als hun erfelijk landsheer. Het nieuwe gewest kreeg een eigen wapen met de Hollandse leeuw, want Karel had het gezag over Overijssel aanvaard als graaf van Holland, en de blauw golvende IJssel. Het wapen wordt nog altijd gevoerd door de Provincie Overijssel.

De Lebuïnuskerk in Deventer in de zestiende eeuw op een prent uit de achttiende eeuw.

bineren en te comprimeren en zo een totaalbeeld te construeren. Beperking in tijd en ruimte is dan noodzakelijk. Het eerste gebeurt in de bedoelde opzet echter niet. Het is bij deze benadering namelijk onvermijdelijk om in de prehistorie – en zelfs daarvoor met de vorming van het natuurlijke landschap – te beginnen, en te eindigen in het heden. De ruimte in geografische zin is wel beperkt, want het gaat primair om de Provincie Overijssel. Het driedelige werk van in totaal meer dan twaalfhonderd bladzijden over de geschiedenis van Groningen is een mooi en recent voorbeeld van hoe een provinciegeschiedenis vorm kan krijgen. Ook andere recent verschenen provinciegeschiedenissen bestaan uit meerdere prachtig vorm gegeven en rijk geïllustreerde delen. De geschiedenis van Overijssel verdient uiteraard eveneens verschillende, aantrekkelijk uitziende delen. Nog steeds is het boek het beste medium voor dergelijke grote en rijk geïllustreerde werken, maar in een tijd van e-readers en tablets is een digitale link van groot belang. Hoeveel boekdelen er komen en hoeveel pagina’s druks de boeken precies gaan tellen, is vooral een kwestie van geld. Relevanter voor de opzet van de studie is de periode-indeling.

Periodisering Over tijdvakken en vooral over cesuren in de geschiedenis worden uitgebreide debatten gevoerd. De oplossingen voor overzichtswerken waarin alle historische disciplines aan bod komen, zijn doorgaans weinig bevredigend. Ontwikkelingen in de economie, de cultuur, de religie en de politiek lopen nu eenmaal niet altijd parallel. Voor de periodisering zou daarom kunnen worden uitgegaan van zogenaamde ‘ijkpunten’ en niet van omslagen of cesuren. Het idee van ijkpunten is ontleend aan de reeks Nederlandse cultuur in Europese context en wordt inmiddels – op een aange-

paste wijze, maar naar volle tevredenheid – toegepast op de vier boeken van het overzichtswerk over de geschiedenis van Zeeland. Steeds wordt hierbij teruggekeken vanuit het laatste jaar van een tijdvak. De ijkpunten vormen het moment van analyse, waarop zoveel mogelijk dwarsverbanden worden gelegd en waarop de uitgezette lijnen bij elkaar komen. Daar kunnen vragen worden beantwoord over de wording van de Overijsselse samenleving tot dan toe en over de duiding van die ontwikkeling. Ook kan hier de relatie ten opzichte van andere gebieden aan de orde komen. Door ‘ronde’ jaartallen als ijkpunt te nemen, wordt de dynamiek in de geschiedenis van Overijssel nóch door economische, nóch door politieke, nóch door culturele ontwikkelingen bepaald. De ijkpunten moeten uiteraard zo worden gekozen dat ze niet te veel afwijken van de algemeen aanvaarde of veel gebruikte indeling van tijdvakken binnen de geschiedenis. In principe zijn alle perioden even belangrijk, maar over de laatste twee eeuwen is het meest bekend en daarvoor is ook de belangstelling het grootst. De Prehistorie, de Oudheid en de Middeleeuwen krijgen in deze opzet relatief gezien de minste aandacht, omdat ze worden beschouwd als opmaat voor de volgende tijdvakken. Er zou bijvoorbeeld kunnen worden gekozen voor de vier delen: Prehistorie, Oudheid, Middeleeuwen (1), Vroegmoderne Tijd (2), Negentiende eeuw (3), Twintigste eeuw (4). Maar andere keuzes zijn evenzeer verdedigbaar. Ook daarover zullen de discussies voor aanvang van het werk moeten gaan.

Thema’s en invalshoeken Hoewel er ongetwijfeld nog leemtes zullen zijn, is het op basis van de huidige historische kennis duidelijk dat deze studie breed kan en moet worden opgezet.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.