9 minute read

De kaart van Overijssel van Nicolaas ten Have

De kaart van Overijssel

In 1648 kwam Zwollenaar Nicolaas ten Have (1604-1650) met een nieuwe kaart van het grondgebied van de provincie Overijssel. Andere cartografen hadden Overijssel al eerder in kaart gebracht en velen zouden Ten Have nog volgen. Zijn kartering van ‘Transisalania’, dat wil zeggen Overijssel, bleef echter een bijzondere en unieke uitgave. Ongeveer 175 jaar lang zou deze kaart, vervaardigd in opdracht van Ridderschap en Steden ofwel de regering van het gewest, dé kaart van Overijssel blijven.

De grote versie van de kaart van Ten Have, zoals opgenomen in de reuzenatlas van ‘de Grote Keurvorst’, Friedrich Wilhelm I van Brandenburg (1620-1688). Deze zogeheten reuzenatlas – in de collectie van de Staatsbibliotheek in Berlijn – staat ook bekend als de ‘Mauritiusatlas’, naar de opdrachtgever ervan, graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, bijgenaamd ‘De Braziliaan’ (1604-1679). I n 1648 was met de Vrede van Munster eindelijk een einde gekomen aan een oorlogstoestand, die gewoonlijk de Tachtigjarige Oorlog wordt genoemd. Binnen de Republiek der Verenigde Nederlanden was nu ook de status van Overijssel als een van de zeven zelfstandige gewesten duidelijk geworden. Voortaan zou er hier één provinciale regering zijn en bestonden er duidelijke bestuurlijke en politieke verhoudingen. Nieuwe perspectieven op de herleving van ambacht en handel, verkeer en vervoer openden zich.

Verschillende functies

van Nicolaas ten Have

zowel extern, met de omliggende territoria, als intern tussen de onderscheidene bestanddelen. Ridderschap en Steden wisten precies in welke vorm zij zich een nieuwe kartering wensten: die van een landtafereel of landtafel. Een dergelijke vorm bood een representatieve voorstelling van een gebied met een rijke detaillering en een schilderachtig karakter. Al in de zestiende eeuw waren schilders daarmee begonnen en in de zeventiende eeuw namen cartografen die manier en die rol over. Zij voorzagen de landtafels van fraaie decoratieve titels, maatstokken, legenda, detailkaarten, gedrukte toelichtingen, pittoresk weergegeven personen, verwijzingen naar de regionale folklore, klederdrachten en middelen van bestaan. Landtaferelen steunden de wetenschap en de praktijk van het alledaagse leven, ze boden esthetisch genot en dienden om de provincie en haar regeringsleden te representeren. Een harde politieke functie, het uitdragen van gewestelijke territoriale pretenties, ontbrak evenmin. Als het om Overijssel ging, was dit een delicaat onderwerp. Immers, met Friesland, Drenthe en Gelderland hadden zich in het verleden regelmatig grensconfl icten voorgedaan, waarbij Overijssel zelf ook een actieve rol speelde. Zo was er al eens een kaart verschenen waarop heel Drenthe bij Overijssel werd gerekend. Op hun beurt kwamen de Drenten met een kaart waarin zij een deel van het kwartier van Vollenhove claimden. Naar aanleiding van een confl ict rond het landgoed de Eze bij Steenwijk drongen betrokkenen er bij Ridderschap en Steden op aan een kaart te laten vervaardigen die de correcte situatie zou weergeven. Daarop werd besloten ‘een betere ende perfecte lantcaerte van dese provintie’ te laten maken. Ook Overijssel moest een eigen landtafereel krijgen. Nicolaas ten Have, conrector van de Latijnse School in Zwolle, werd gezien als een persoon die zoiets zeker kon vervaardigen, hoewel hij geen professionele cartograaf was. Zaak was ook, dat de gewestelijke pretenties op het grondgebied van de provincie door middel van die kaart tot uitdrukking moesten komen. Ten Have kreeg de opdracht in 1639 en het duurde daarna nog een aantal jaren voor hij klaar was met zijn werk. Die tijd had hij nodig om door de hele provincie opmetingen te verrichten en de juiste stand van zaken te registreren. Hij kweet zich uitstekend van zijn taak en omdat het een opdracht betrof van Ridderschap en Steden kreeg zijn kaart direct publiek gezag.

Drukken en versies

Ook van de tweede en derde staat zijn niet veel exemplaren overgebleven. Wel is er nog een redelijk aantal exemplaren van de vierde staat. De grote kaart van Overijssel was gedrukt op vier dubbelfoliobladen; aan elkaar geplakt besloegen ze een oppervlakte van ongeveer 110 x 90 centimeter. Vaak werden dergelijke kaarten aan de bovenkant en van onderen bevestigd aan een stok en werden ze daarna met een touw aan

Plattegrond van de stad Kampen, door Ten Have gebruikt als versiering.

Plattegrond van de stad Deventer, zoals eerst opgenomen op het ‘landtafereel’ en later in de ‘Weghwyser’ van Jan de Lat.

de wand gehangen. Op tal van oude schilderijen is die vorm in interieurs te zien. Meer handzaam was een kleinere versie van de kaart op dubbelfolio. Ook het Overijsselse provinciebestuur betaalde voor het drukken van een kleinere provinciekaart. Een grotere verspreiding, wist men ook toen al, was nuttig voor de bekendheid van de provincie. De kleinere kaarten waren ook populair bij kaartverzamelaars en bij het gebruik in atlassen. De handel in de koperplaten waarmee de kaarten waren gedrukt, zorgde ervoor dat ze ook bij andere drukkers en uitgevers terecht kwamen. Op hun beurt publiceerden ook die de kaart, al dan niet in bewerkte vorm. Deventernaar Jan de Lat, die prenten, kaarten en boeken uitgaf en er ook in handelde, bracht in 1743 een nieuwe versie van Ten Haves kaart op de markt. Als één van de weinigen buiten Amsterdam gaf hij kaarten en atlassen uit en hij plaatste zich daarmee in de grote traditie van Deventer als stad van auteurs, vormgevers, drukkers, uitgevers, boekverkopers, antiquaren, veilingen en bibliotheken. De Lat had in 1724 bij de uitgave van zijn gidsje Weghwyser door de Provintie van Overijssel al gebruik gemaakt van de plaat van de kleine Ten Have. Zijn heruitgave uit 1743 verschilt op diverse plaatsen van de oudere versies en kent een hoge informatiedichtheid . Zo is onder meer een lijstje van havezaten binnen het stadgericht van Vollenhove opgenomen en is er ook een extra kaartje te zien met de postwegen naar Groningen en Leeuwarden. Deze aanpak geeft enerzijds het offi ciële karakter van de kaart weer en biedt anderzijds praktische en toeristische informatie. Het totale beeld is evenwichtig en decoratief. De rivier de IJssel, de drie hoofdsteden Deventer, Kampen en Zwolle, gelegen binnen hun uitgebreide vestingwerken en de grote veengebieden, domineren de kaart. Overeenkomstig de opdracht van Ridderschap en Steden heeft de cartograaf de buiten- en binnengrenzen van het gewest scherp weergegeven. Dat schiep meteen de mogelijkheid om de volledige interne administratieve en rechterlijke indeling van Overijssel in kaart te brengen.

Monument

In de reeks provinciekaarten uit de zeventiende eeuw is de kaart van Ten Have een van de laatste, maar ook een van de beste. De kaart was vrij nauwkeurig en kende een voor die tijd uitstekende geografi sche inhoud. Niet alleen de steden en dorpen stonden erop vermeld, maar ook alle havezaten en minder belangrijke gehuchten, plus de belangrijkste verbindingwegen, wateren, dijken en bos- en veengebieden. Pas toen de militaire topografi e een eeuw later begon op te komen, nam de betekenis van de kaart af. Maar nog in het begin van de negentiende eeuw gebruikte het Overijsselse provinciebestuur, bij gebrek aan beter, de kaart om er na de Franse Tijd de gemeentegrenzen op aan te geven. Zo werd deze momentopname uit 1648 een monument.

Ten Have

Nicolaas ten Have, in 1604 geboren in Zwolle, studeerde eerst in Groningen en Leiden wiskunde en landmeetkunde en daarna theologie in Franeker. Vanaf 1635 was hij conrector aan de Zwolse Latijnse school. In 1639 kreeg hij de opdracht een nauwkeurige kaart van Overijssel te maken. Hoewel het karteringswerk al in 1644 gereed was, werd de kaart pas in 1648 gedrukt. Twee jaar later overleed de cartograaf. Zie voor Ten Have ook www.wieiswieinoverijssel.nl

Boven: Het wapen van Nicolaas ten Have, met een wereldbol en drie rode anjers, in het wapenboek van de GeldersOverijsselse studentenvereniging in Leiden.

Over de auteurs en het boek

Bij wijze van cadeau ter gelegenheid van zijn afscheid koos jhr. A.J. Gevers - sinds 1973 verbonden aan het Rijksarchief in Overijssel, dat in 2001 onderdeel werd van het Historisch Centrum Overijssel - er voor om zes bij het HCO aanwezige kaarten van Ten Have te laten restaureren. In de zomer van 2012 werd dit specialistische werk uitgevoerd door Atelier Hoogduin in Delft. Dr. C. Hogenstijn, verbonden aan Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) in Deventer, schreef Een perfecte lantcaerte van Overijssel. De kaarten van Overijssel door Nicolaas ten Have in het licht van hun tijd, uitgegeven door de IJsselacademie in Kampen. Zie voor dit project ook: www.ijsselacademie.nl.

De kaart van Overijssel onder de titel ‘Transisalania Provincia vulgo Over-yssel’, in 1743 uitgegeven door Jan de Lat, ‘Konst-Kaert en Boekverkoper’ in Deventer. Dit was de vierde staat of druk van de kaart uit 1648. In het boek Een perfecte lantcaerte van Overijssel, door C.M. Hogenstijn samengesteld en geschreven, en uitgegeven door de IJsselacademie in Kampen, is van deze kaart een facsimile opgenomen. Aan weerszijden van de kaart is een ‘Korte Beschryvinge van de Provincie van Over-Yssel’ door Wilhelm Nagge opgenomen. Het was, aldus deze historieschrijver, ‘de seste Provincie van ’t Vrye Vereenigde Nederlandt’ en ‘na het Oosten met het Graefschap Benthem, ende het Bisdom Munster, Zuydwaert met het Graefschap Zutphen, ten Westen met de Veluwe en de Zuyder Zee, van’t Noorden met Frieslant ende Drenthe besloten.’ De IJssel ‘die te voren onbequaem was tot Schepen’ gaf rond 1700 ‘groet gelegentheit tot Neeringe ende Welvaert van de aenliggende Steden en Landen voornamelyken voor de Ingesetenen van Over-Yssel.’ Behalve de IJssel kende de provincie ‘de Rivier de Vechte,welke haren name verliest in ’t Swarte Water, ende nog andere mindere Rivierkens namelijken de Schipbeeke, Reeste, Aa, Dinckel ende Regge dese twee laetste Rivierkens haer verment hebbende met de Vec ht, ook de naeme daarvan behouden.’ Ook langere beschrijvingen door Nagge van de drie IJsselsteden Zwolle, Kampen en Deventer en korte teksten over Hasselt, ‘Genemuyden’, Ommen, ‘Hardenbergh’, ‘Wilssem, Grafhorst ende Gramsberge’, ‘Oldensael’, ‘Ootmarsheym’, Vollenhove, ‘Steenwyk’, ‘Blokzyl’, ‘Cuynre’ en ‘Swarte-Sluis’ werden opgenomen bij de kaart.

Restauratie

Het Historisch Centrum Overijssel herbergt zes exemplaren van de grote kaart van Overijssel, uitgegeven door Jan de Lat in 1743. Drie daarvan waren afkomstig uit de verzamelingen van het voormalige Rijksarchief in Overijssel. Eén daarvan had inderdaad altijd aan stokken aan de wand van de Sassenpoort gehangen, toen die middeleeuwse stadspoort als archiefdepot in gebruik was. Verder was er een exemplaar afkomstig van het voormalige Gemeentearchief Zwolle. Uit de verzamelingen van de provinciale bibliotheek kwamen ten slotte nog eens twee exemplaren. Een daarvan was ingelijst en de ander verkeerde in een slechte staat. Gezien het grote formaat en de niet altijd even adequate berging in het verleden was het nodig dat deze zes kaarten - om ze voor de toekomst te behouden - geconserveerd werden. Een specialistisch werk dat plaatsvond in de zomer van 2012.

This article is from: