11 minute read
Gesignaleerd
Ineke Baan, Henk Hengeveld, Martien Knigge en Henk van der Velde [teksten] ; Michiel Pothoff [foto’s]. De landschappen van Overijssel. WBOOKS Zwolle, 2012.
192 pp. € 24,95.
Overijssel kent een grote variatie aan landschappen en Landschap Overijssel bestaat tachtig jaar. Aanleiding om de acht karakteristieke landschappen van Overijssel – ijstijdlandschap, oud zandlandschap, jong ontginningslandschap, beekdallandschap, rivierenlandschap, zeekleilandschap, laag- en hoogveenlandschap - in een boek zichtbaar te maken. Er zijn, verdeeld over de verschillende landschapstypen, 34 plekken geselecteerd, gefotografeerd en beschreven. Historische (van rond 1900) en recente kaarten laten zien waar de locaties zich bevinden, maar tonen ook de ontwikkeling in de laatste honderd jaar. GPS- en X- en Y-coördinaten zijn toegevoegd om ter plekke het beschreven gebied te kunnen bekijken. Een bijzonder fraai uitgegeven boek.
Tilly Hesselink-Van der Riet, Wilhelm Kohl, Caspar van Heel [et al.]. Oldenzaal in Twente: Merovingisch Karolingisch Koningsgoed: overgedragen aan St. Maarten en Hanzestad ca. 55 v Chr.-ca. 1800. Stichting de Twentse
Krans Albergen, 2012. - 808 pp. € 35.
Oldenzaal heeft een geschiedenis die bijzonder ver teruggaat en was al rond 800 een voorpost in het rijk van Karel de Grote. In deze roerige tijd, waarin de Saksen zich niet zonder slag of stoot lieten kerstenen, legde graaf Balduinus van Kleef op verzoek van Karel versterkingen aan. Oldenzaal werd geschonken aan het klooster Prüm en kwam in 917 in handen van de bisschoppen van Utrecht. In het boek wordt aan de hand van vele feiten en mede op grond van nieuw onderzoek de belangrijke positie van Oldenzaal, dat ooit een bisschopshof kende, als religieus en bestuurlijk centrum voor Oost-Nederland in met name de Middeleeuwen, onderstreept. Het boek leest niet als een spannend verhaal, daarvoor is het ook meer een bronnenboek, een naslagwerk. Maar de historisch geïnteresseerde vindt er wel vele interessante feiten. Het boek bevat een uitgebreid register, alsmede afbeeldingen en kaarten.
Hans van Dijk. Carel Jacobs: zijn leven, zijn werk, zijn vrienden, zijn vijanden. Soest: Boekscout, 2012. 340 pp.
€ 23,95.
Op het eerste oog een biografi e van dirigent, organist, bestuurder en directeur van het Twents Muzieklyceum Carel Jacobs, maar eigenlijk een geschiedenis van het muziekleven in Twente in de periode 1930-1980. Orkesten, dirigenten, componisten en musici uit die tijd en tal van onderwerpen passeren de revue.
Henk Boom. Onze man in Constantinopel: Frederik Gijsbert baron van Dedem, 1743-1820. Walburg Pers Zutphen, 2012.
272 pp. € 24,95.
Henk Boom schetst een beeld van de omstandigheden waaronder de Overijsselse baron Frederik Gijsbert van Dedem zijn functie van ambassadeur van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden tussen 1785 en 1808 met grote volharding verrichtte. Zijn standplaats was de hoofdstad van het Osmaanse Rijk, in de jaren dat de Turkse suprematie tanende was. Frederik Gijsbert van Dedem, eigenaar en bewoner van Huis De Gelder bij Wijhe, koesterde de wens om ambassadeur te worden in de Verenigde Staten van Amerika, die nog maar net hun onafhankelijkheid hadden bevochten. Als Overijssels edelman zat hij echter niet dicht genoeg bij het vuur voor een benoeming. Wel kon hij terecht in Constantinopel, waar hij uiteindelijk Nederlands langst zittende ambassadeur zou worden. Van Dedem, levend in de turbulente tijd van patriotten en orangisten, moest laveren om niet te botsen met een van de partijen. Uiteindelijk, in 1808 defi nitief teruggekeerd uit Constantinopel, raakte hij uitgerangeerd. Het werd hem niet toegestaan zijn plek in de Overijsselse Staten en de Staten Generaal weer in te nemen. De Oranjegezinden vonden blijkbaar dat hij zich toch teveel had ingelaten met de patriotten. Hij stierf eenzaam en werd snel vergeten. In het jaar waarin 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije herdacht worden, betekent dit boek een eerherstel voor een in de geschiedschrijving onderbelichte, maar opmerkelijke Overijsselse baron.
Marcel R. van Winsen, Hugo J. van Velzen. Binnen de poorten: ontstaan en ruimtelijke ontwikkeling van de binnenstad van Kampen. IJsselacademie Kampen, 2012. -
208 pp. € 24,95.
Het dagelijks werk van beide auteurs bestaat uit het adviseren over de waarden van historische omgevingen en hoe deze te beschermen en verder te ontwikkelen. De Gemeente Kampen verleende hen de opdracht om de cultuurhistorische waarden van de binnenstad te onderzoeken, te beschrijven en met beelden en kaarten aanschouwelijk te maken. De rapportage werd omgevormd tot dit boek, dat zowel interessant is voor een breed publiek als voor de specialist op het gebied van stadsgeschiedenis, bouwhistorie, architectuur etc. De vele foto’s, plattegronden en andere afbeeldingen maken de uitgave tot een prachtig lees- en kijkboek.
Gert Banis, Peter Kooij en Zeno Kolks ; met medewerking van Mark Kuipers [et al.]. H.W. van der Worp (1849-1941): met fotografi sch oog geschilderd: een biografi e en een oeuvrecatalogus van schilderijen en werken op papier. Stichting Cultureel Erfgoed Hof van Twente,
2012. - 237 pp. € 25. was al 57 toen hij in 1904 in Delden kwam wonen. Toch werd hij een bekende Deldenaar. Dit had hij mede te danken aan het feit dat hij 92 jaar oud is geworden. Maar het kwam ook door zijn uiterlijk (lange witte baard) en zijn levenswijze. Hij ‘logeerde’ tientallen jaren bij Hotel Carelshaven, waar hij zijn eigen kamer had, en zwierf door de omgeving op zoek naar plekken om ‘met een fotografi sch oog’ zijn landschappen en stillevens te schilderen. Het op fraaie wijze uitgegeven boek bestaat uit een uitgebreide levensbeschrijving en een oeuvrecatalogus, met alle tot nu toe bekende werken.
Dirk Otten ; [red.: Sybrand Buve]. Hoe God verscheen in Saksenland: Widukinds knieval voor Karel de Grote: met een korte geschiedenis van de Saksen en een gedeeltelijke vertaling van de ‘Annales Regni Francorum’ (Frankische Rijksannalen
753-804). Universitaire Pers Deventer, 2012. 175 pp. €
18,50.
Het Saksenland (OostNederland en NoordwestDuitsland) was nog niet gekerstend, toen de Franken begonnen met het uitbreiden van hun rijk. De eerste zendelingen die onder de Saksen werkten, zoals Lebuïnus, lukte het niet om het evangelie te verbreiden. Men gaf de voorkeur aan de eigen Germaanse godsdienst. Ook Karel de Grote maakte een misrekening, toen hij dacht de Saksen zonder veel problemen met geweld te kunnen onderwerpen en kerstenen. Het kostte hem 32 jaar, voordat de Saksen in 804 hun verzet staakten, ook al had hun aanvoerder Widukind zich in 785 laten dopen. De oorlogvoering was uiterst wreed: de leer van Gods liefde werd met terreur verbreid. Ook na hun capitulatie lieten de Saksen zich niet door prediking alleen bekeren: het was de relikwieëncultus die hen vooral aansprak. Achterin is een gedeeltelijke vertaling van de ‘Annales Regni Francorum’ (Frankische Rijksannalen) opgenomen. Op een heldere manier wordt deze in onze hedendaagse ogen verbijsterende geschiedenis, die voor Nederland van grote betekenis is geweest, uit de doeken gedaan. Geslaagde popularisering van wetenschappelijk onderzoek.
Christine Sinninghe Damsté-Hopperus Buma. Jonker in de 19e eeuw: George van Heeckeren van Wassenaer, de kleine heer van Twickel. -Sinninghe Damsté Beheer, 2012.
112 pp. € 19,50.
De schrijfster deed gedurende een lange periode archiefonderzoek naar de jeugd van Marie (1855), George (1856) en Rodolphe (1858) van Heeckeren van Wassenaer. Zo heeft zij onder meer al hun speelgoed geïnventariseerd. Ze deed dit vooral vanuit haar interesse voor historische pedagogiek. Ze las hun kinderboeken en bestudeerde kasboeken, agenda’s, schriften en briefwisselingen in het huisarchief van Twickel. Dit resulteerde in ‘Jonker in de 19e eeuw, George van Heeckeren van Wassenaer, de kleine heer van Twickel’. Zijn opstellen en brieven zijn de basis voor dit boek. Deze geven niet alleen een beeld van het leven op een buitenplaats, maar ook inzicht in de opvoeding en educatie van kinderen uit adellijke families in de 19e eeuw.
[Met medewerking van] Marjan Berk, Henk de Velde, Lucie de Lange [et al.]. Dit land vraagt om een boot: verhalen en gedichten uit de Kop van Overijssel. Free
Musketeers Zoetermeer, 2012. 108 pp. € 9,95.
Niet de minste auteurs werkten mee aan deze bundel met verhalen en gedichten over de Kop van Overijssel: Marjan Berk, Jan en Geke Mateboer, Henk de Velde, Jannie Bakker, Dick Schlüter en vele anderen. Uiteraard hebben zij allen iets met de Kop. De grote diversiteit in onderwerp en stijl maakt het boekje zeer lezenswaardig.
Adri van Drielen [auteur]; Tom van Dijke [portretfoto’s]; Gerrit Jansen [schilderijen]. Twaalf prominente Zwollenaren over Zwolle en over zichzelf. D33
Publicaties, 2012. 169 pp. € 17,50.
Uitgebreide interviews met twaalf Zwollenaren over Zwolle en over zichzelf. Levensverhalen van Zwollenaren die zich hebben onderscheiden op hun vakgebied en meestal ook nog op diverse andere terreinen. De auteur was jarenlang journalist op de stadsredactie van De Stentor/ Zwolse Courant.
Gert-Jan Westhoff. Dwangarbeid in Staphorst: Joodse werkkampen in Staphorst en Rouveen. IJsselacademie
Kampen, 2012. 144 pp. € 39,50.
Vanaf begin 1942 werden vanuit het hele land duizenden joodse mannen naar ‘werkverruimingskampen’ in de noordelijke en oostelijke provincies gestuurd, waar ze vooral ontginningswerkzaamheden moesten verrichten. Drie van de veertig kampen lagen in de gemeente Staphorst: Conrad, Beugelen en Het Wijde Gat. Ze vormden het voorportaal tot de vernietigingskampen, waaruit slechts 6 van de 344 personen, die in Staphorst waren tewerkgesteld, terugkeerden. De auteur interviewde oudere Staphorsters en Rouveners en verzamelde ooggetuigenverslagen, handgeschreven brieven uit de kampen binnen de Gemeente Staphorst, oproepformulieren en foto’s. Ook had hij intensieve contacten met een van de overlevenden, de onlangs overleden Coenraad Rood, die in Amerika woonde. Met dit boek worden deze kampen aan de vergetelheid ontrukt.
Verlichte geesten: de IJsselstreek als internationaal religieus-cultureel centrum in de late middeleeuwen. Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek Deventer, 2012. 74 pp.
€ 12,95.
Teksten van vier lezingen die in het voorjaar plaatsvonden bij Stadsarchief en Athenaeumbibliotheek (SAB) over het thema Moderne Devotie. Na een algemene inleiding over de vernieuwingsgeest van de Moderne Devotie door prof. dr. Catrien Santing, gaat dr. Mathilde van Dijk in op de leescultuur van de Moderne Devoten en vertelt dr. Sabrina Corbellini over het veelvuldig gebruik van boeken, ook door vrouwen, in de late Middeleeuwen. Dr. Ad Tervoort belicht ten slotte de belangrijke rol van de IJsselsteden in het laatmiddeleeuwse onderwijs.
[zie ook het artikel op de pagina’s 14-17 van dit blad]
Henk de Koning. De zaak Siebrand: de omstreden dubbelrol van een drankenhandelaar in oorlogstijd. Aerie Kampen,
2012. 141 pp. € 14,95. Zie ook Mijn Stad Mijn Dorp 2012-2, pp. 12-14.
‘Jan Willem Siebrand (18991970) uit Kampen was al voor de oorlog één van de grootste wijnhandelaren van Nederland. Iedereen wist te vertellen dat hij tijdens de bezetting had gejaagd met Rauter, de hoogste nazi-politiechef in Nederland. Maar weinigen wisten dat hij met tonnen smeergeld, drank en sigaren ook tientallen mensen uit handen van de nazi’s bevrijdde. De rechter stelde hem direct na de oorlog, vlak voordat de zaak zou dienen, buiten gerechtelijke vervolging, met heftige publieke emoties als gevolg. Het blazoen van Siebrand, die wel degelijk oorlogswinsten had gemaakt, bleef besmeurd. Maar de vraag of ‘JW’ tijdens de oorlog nu ‘goed’ of ‘fout’ was, is nimmer defi nitief beantwoord. De Kamper oud-journalist Henk de Koning beet zich 65 jaar na dato vast in ‘de zaak Siebrand’ die hij reconstrueert op basis van zowel bekende als jarenlang verborgen gebleven feiten.
Jos Mooijweer. Armenzorg en Nabuurschap: de armvoogdij Muggenbeet. IJsselacademie Kampen, 2012. 127 p. € 17,50.
Muggenbeet was ooit, gelegen aan een knooppunt van vaarwegen en profi terend van de turfhandel, een welvarende buurtschap. Gelegen tussen de kerken van Steenwijkerwold en Blokzijl werd de armenzorg een twistpunt tussen de diaconieën van beide kerken. Ingrijpen van de Staten van Overijssel in 1681 maakte de Muggenbeters verantwoordelijk voor hun eigen armen. Hieruit kwam de Armvoogdij Muggenbeet voort. In deze publicatie wordt de meer dan drie eeuwen oude geschiedenis van deze instelling maar ook de geschiedenis van Muggenbeet in bredere zin beschreven. Opvallend zijn de unieke en karakteristieke afbeeldingen. Zie ook Mijn Stad Mijn Dorp 2012-4, pp. 16-17.
Uitgelicht
J.C. Streng. Wat vlamme woelt mij inde sinnen?: literatuur en literair leven in Overijssel en Gelderland van 1600 tot 1880. Strenghansenpublicaties.nl
Epe, 2012. 249 pp. € 22.
Overzichtsartikelen en werken over de literatuurgeschiedenis van Overijssel en Gelderland waren tot nu toe óf zeer beknopt en onvolledig óf het betrof biografi sche beschrijvingen, waarbij bijvoorbeeld werd gezocht naar nog aanwezige plaatsen die herinneren aan de aanwezigheid van schrijver of schrijfster en waarbij het letterkundig werk een secundaire rol speelde. Ook zijn er dissertaties verschenen over een select aantal schrijvers en dichters afzonderlijk. Een breed overzicht van Overijsselse en Gelderse literatoren was er nog niet. In deze publicatie passeren meer dan honderd schrijvers de revue. Niet allemaal hebben ze kwalitatief hoogstaand werk afgeleverd. Auteur J.C. Streng sluit, aldus het voorwoord, aan bij de moderne trend in het onderzoek naar literatuurgeschiedenis waarbij steeds vaker het gebruik van literatuur onderzocht wordt in de bevordering, de bevestigingen of de botsingen van sociale, politieke en religieuze liggingen. De literatuurgeschiedenis is steeds vaker een vehikel om zicht te krijgen op de onvoorstelbare gevarieerdheid van de samenleving in het verleden’. De indeling van het boek is een mix van chronologie en thematiek. Uit de lange literatuurlijst blijkt onder meer dat aan het moment van publicatie een lange zoektocht vooraf is gegaan. Het resultaat is een overzicht van Overijsselse en Gelderse literatoren tussen 1600 en 1880 dat te beschouwen is als het eerste standaardwerk op dit terrein.
Redmar Alma, Conrad Gietman en Albert Mensema (red), Adel en Heraldiek in de Nederlanden. Adellijke identiteit en representatie,
Hilversum 2012, € 35. Adel en heraldiek zijn vanaf de verschijning van de eerste wapens nauw met elkaar verbonden. De heraldische vormentaal werd al snel geadopteerd door burgers en steden, maar in de beleving van velen hebben wapens nog altijd een adellijk karakter. Voor edelen was de heraldiek het middel bij uitstek om hun identiteit te uiten, op grafmonumenten, gevelstenen of zegels. In de vroege tijd is het een van de weinige bronnen die inzicht bieden in het adellijke zelfbeeld. In deze bundel wordt voor het eerst in Nederland aandacht besteed aan de vele facetten van de symbiose van adel en heraldiek van de Middeleeuwen tot de twintigste eeuw. Met onder andere de artikelen: Voorouderbewijs in Overijssel (Arnold Gevers), Jonkers en juffers. Riddermatigheid bij het geslacht Van Twenhuysen? (Johan Seekles), ‘Doch de doodt is verslongen tot overwinning’. De Riddermatige lijkstaatsie in Zwolle in de zeventiende eeuw. (Albert Mensema), Een wapenkaart van de Overijsselse Ridderschap uit 1663 (Clemens Hogenstijn), Overijssel op het bord. Provinciewapens op Chinese schotels (Lydie van Dijk), ‘Dit syn onse adellijcke kwartieren…’ De heraldische kwartierstaat van Goossen Palick Grubbe en Sophia Adelheid Moerbecke (Jan Wigger) en een bibliografi e van Arnold Gevers over de jaren 1974-2012.