2 minute read
Stroppen en vaandeldieven Spotnamen in Overijssel
Veel inwoners van Overijsselse dorpen en steden hebben een bij- of spotnaam. De oorsprong van een spotnaam kan met allerlei zaken te maken hebben zoals een plaatselijke lekkernij (duivekaters, moppen), een bepaalde grondsoort (zandhazen, kleikluiten), de teelt van bepaalde vruchten (wortelboeren) of een bijzondere tak van handel (bezemkramers). Ook zijn sommige spotnamen ontleend aan bepaalde historische gebeurtenissen of volksverhalen.
DOOR GIRBE BUIST
Zwollenaren staan al eeuwenlang bekend als ‘blauwvingers’. Over de herkomst van de naam doen verschillende verhalen de ronde. Eén van de verklaringen heeft te maken met de verkoop van klokken. Volgens dit verhaal hebben de Zwollenaren hun bijnaam te danken aan het feit dat ze de kerkklokken van de Grote Kerk, waarvan de toren na een blikseminslag in 1682 instortte, verkochten aan de Kampenaren. De Kampenaren waren bij ontvangst boos, omdat de klokken door de val bijzonder vals waren geworden. Om de Zwollenaren een hak te zetten besloten ze om het hele bedrag in stuivers te betalen. Het tellen daarvan bezorgde de Zwollenaren blauwe vingers en sindsdien gaan Zwollenaren door het leven als ‘blauwvingers’.
De inwoners van Kampen hebben diverse bijnamen. Eén daarvan is de spotnaam Kamper steuren. Dat heeft met het volgende verhaal te maken: de bisschop van Utrecht wilde Kampen met een bezoek vereren en het stadsbestuur wilde hem een maaltijd aanbieden. De hoofdschotel van deze maaltijd zou bestaan uit een kolossale steur, die daar onlangs was gevangen. De bisschop werd echter op het laatste moment ziek, zodat het bezoek moest worden uitgesteld. Toen namen de Kampenaren de steur, bonden de vis een bel aan en wierpen hem terug in de IJssel. Dit deden zij met de bedoeling om de vis terug te vangen tegen de dag dat de bisschop werkelijk kwam. Aan het bellen konden ze immers horen waar de steur zich bevond. Toen de bisschop later alsnog kwam, was de vis echter in geen velden of wegen meer te bekennen. De Kampenaren hebben toen maar een gerecht klaargemaakt dat nu nog bekend staat als ‘Kamper steur’. Het is een gerecht van harde eieren met een saus van boter en mosterd.
De inwoners van Ootmarsum staan bekend als vaandeldieven. Deze spotnaam is ontstaan in 1747, toen zij een klootschietwedstrijd speelden tegen de ingezetenen van Oldenzaal. Deze wedstrijd werd gewonnen door Ootmarsum, maar na afloop ontstond er een flinke ruzie tussen de twee plaatsen. De klootschieters uit Ootmarsum dreven die uit Oldenzaal daarbij op de vlucht. Ook veroverden de overwinnaars het Plechelmusvaandel van de Oldenzalers, die zij aan hun burgemeester overhandigden. Telkens als de inwoners van Ootmarsum daarna feest vierden, werd ook het vaandel van Oldenzaal in de optocht meegedragen. Dit was de Oldenzalers een doorn in het oog. Sindsdien staan de inwoners van Ootmarsum bekend als vaandeldieven.
Dirk van der Heide noemt in zijn publicatie ‘schimpnamen van Overijssel’ ook nog de spotnaam stroppen voor inwoners van Hardenberg. Stroppen zijn deugnieten en bedriegers. Sommigen beweren dat deze schimpnaam is ontstaan tijdens een algehele depressie onder de inwoners van Hardenberg. Tijdens deze depressie zouden veel Hardenbergers zelfmoord via ophanging hebben gepleegd.
Tenslotte staan volgens dezelfde auteur de inwoners van Heino als almanak drukkers bekend. De naam werd hen gegeven, toen het dorp een gemeente werd en een eigen almanak liet drukken. Dat werd een financiële strop, want niemand kocht de boekjes, zodat ze met de gehele oplage bleven zitten. ●