5 minute read
‘Het bestaan drijft hier op vaartuigen’ Punterbouwers in Giethoorn
‘De veldmensen leven bij de gratie van hun gevaer’, noteerde de Kamper schrijver en punterliefhebber Gait Berk begin jaren zeventig over de bevolking van de Kop van Overijssel. Door het vele water en de weinige wegen in dit gebied ging eeuwenlang bijna al het vervoer per boot. Het ‘gevaer’ was hierbij de verzamelterm voor de vloot van één boer, bestaande uit punters, bokken en vlotten die op ambachtelijke wijze werden gemaakt. Van de 22 punterwerven die Giethoorn ooit telde, zijn er tegenwoordig nog twee over.
DOOR MARTIN VAN DER LINDE
Het was een wonderlijke ervaring voor Berk, toen hij voor het eerst in zijn leven zo’n ‘kraamkamer van de punters’ bezocht. ‘Toen ik als jongen in een schemerige puntermakerij kwam, deed deze me haast geheimzinnig aan en ik was hevig geïmponeerd door het grote bataljon schrobzagen en houten booromslagen dat ervoor klaar hing, door het formaat van de benodigde planken en door het vuur, waar ze mee werden bewerkt.’ De vraag naar punters was destijds groot. Dit karakteristieke scheepje was de belangrijkste vorm van transport op de waterwegen van Giethoorn en de omliggende verveningsgebieden. Zoals de gondel hoort bij Venetië, zo hoort de Gieterse punter ontegenzeggelijk bij dit ‘Venetië van het Noorden’. Bijna elke boer had wel drie à vier boten, variërend van kleinere punters voor het melken tot een grotere bok of vlot voor het vervoer van koeien of riet. Ook bij rouwen en trouwen maakte men voor het vervoer naar de kerk, het gemeentehuis of de begraafplaats dankbaar gebruik van de punter.
Geen punter is hetzelfde
Het maken van zo’n punter is specialistisch werk dat vaak overging van vader op zoon. ‘Je bouwt zo’n boot voor het grootste deel op gevoel’, vertelt Jan Schreur, één van de twee overgebleven punterbouwers in Giethoorn. ‘Geen punter is hetzelfde. Dat is het mooiste aan dit vak. Het is niet een tekening die je precies namaakt. Een punterbouwer heeft de maten in z’n hoofd.’ Het huidige bedrijf van Schreur vormt al weer de tiende generatie van punterbouwers. De geschiedenis van zijn werf aan de Dorpsgracht in Giethoorn gaat terug tot het begin van de achttiende eeuw. Timmerman Koop Jacob Smit maakte destijds naast huizen en molens ook punters. Eind negentiende eeuw bouwde zijn achterkleinzoon Jan Hendrik Smit op de plaats van de huidige werf een timmerschuur en helling. Smit trouwde met Merrigje Schreur, maar omdat het huwelijk kinderloos bleef, ging de broer van Merrigje op de werf werken en kwam de naam Schreur in het bedrijf. De authentieke schuur met aarden vloer is nog steeds in gebruik. ‘We hebben hier zelfs nog een lintzaag uit 1880 staan,’ glimlacht Schreur. Zijn zoon Jeroen wil als elfde generatie graag het bedrijf overnemen, al zijn de tijden behoorlijk veranderd. Sinds de ruilverkaveling en de ontsluiting van de Kop van Overijssel na de Tweede Wereldoorlog ging steeds meer vervoer over de weg en zijn de grotere vaartuigen als vlot en bok vrijwel verdwenen. Tegelijkertijd stappen veel particulieren over op punters van ijzer of aluminium. Om met de tijd mee te gaan maken, onderhouden en repareren de Schreurs tegenwoordig in een grote overdekte werfhal massief eikenhouten, maar ook stalen en aluminium ‘Gieterse’ rondvaartboten van zo’n 15 meter lengte. Ook kijken ze binnen het programma Duurzame Ambachten van de gemeente Steenwijkerland naar de mogelijkheden om een speciaal bezoekerscentrum bij de werf op te zetten. Het is de bedoeling dat hier het verhaal van de punterbouw wordt verteld, maar ook dat van andere duurzame ambachten als de rietteelt en de binnenvisserij.
Nieuwe wegen
De andere overgebleven punterwerf in Giethoorn is van de familie Wildeboer. Ook deze punterbouwer heeft oude papieren. Voorouder Thomas Vos legde rond 1890 de basis voor het huidige bedrijf. Vanuit een schuur aan de Appensteeg vonden zijn ambachtelijk gemaakte punters, vlotten en bokken hun weg naar boeren en handelaars. De werf, maar ook het ongekunstelde vakmanschap, de technieken en de liefde voor de punter werden van generatie op generatie overgedragen. In 1933 verhuisde het bedrijf naar de huidige locatie aan de Beulakerweg. Achterkleinzoon Henk Wildeboer nam het bedrijf in 1990 van zijn vader over. Een grote brand in het najaar van 2016 verwoestte de werkplaats, maar inmiddels staat er aan de waterkant weer een nieuw scheepswerf waarin de geur van nat hout en teer is teruggekeerd. Om de teruglopende vraag naar punters op te vangen is Wildeboer met de verhuur van punters eveneens nieuwe wegen ingeslagen.
‘Bij de brand was bijna onze volledige verhuurvloot van gelakte eikenhouten punters in vlammen opgegaan, maar inmiddels is die weer op peil’, legt echtgenote Yvonne Wildeboer uit. ‘Ook maken we mooie eikenhouten rondvaartboten. Onlangs hebben we er nog eentje afgeleverd die voor rondvaarten in Zutphen wordt gebruikt.’ De Wildeboers kijken binnen het programma Duurzame Ambachten eveneens naar kansen om hun bedrijf voor de toekomst te bewaren. Met de verhuur van punters hebben ze de stap naar de recreatie en het toerisme al gezet, al kan dat nog worden uitgebreid met het aanbod van speciale vaarroutes in combinatie met een audiotour. De gemeente Steenwijkerland onderzoekt bovendien de mogelijkheden om het aantal houten (verhuur) boten in Giethoorn te vergroten. Ook zit er een stimuleringsfonds voor punters aan te komen dat het voor particulieren aantrekkelijker maakt om een punter aan te schaffen, met als doel dat dit karakteristieke vaartuig weer vaker terugkeert in wat Gait Berk met een haast eerbiedig enthousiasme het ‘echtste waterland’ noemde. Áls er mensen ‘bij de gratie van hun gevaer’ leven, dan zijn het de punterbouwers wel. En dat hopen ze nog lang te doen. ●
Programma Duurzame ambachten
Eeuwenlang is het landschap in de Kop van Overijssel gevormd door boeren, rietsnijders, verveners, botenbouwers en vissers. De gemeente Steenwijkerland wil samen met de provincie Overijssel, het Platform Duurzame Ambachten en de stichting IJsselacademie de rietteelt, de punterbouw en de visserij een duurzame toekomst geven. Met een aantal stimulerende maatregelen voor alle drie sectoren, worden deze duurzame ambachten opnieuw onder de aandacht gebracht. Hierbij worden ook nieuwe producten gericht op recreatie en toerisme te ontwikkeld.
Meer lezen:
• G.L. Berk, Zij leefden van water. Herinneringen aan de Noordwesthoek van Overijssel (Meppel 1971).
• H. Scholtmeijer, Water werk woorden. Vier vaktalen uit het westen van Overijssel (Kampen 2002)
• N. van den Sitgtenhorst, Gieters gevaer van botie tot bok. Sporen van een puntercultuur (Giethoorn 2007).
• Scheepswerf Schreur, www.punterbouw.nl
• Punterwerf Wildboer, www.punterwerf.com