2 minute read
Overijsselaars van toen - weerman Jan Pelleboer
‘Ie’j mut niet zo in de lucht kieken, ’t wark ligt op de grond’, zei zijn moeder om de haverklap tegen Jan (Hendrik) Pelleboer. ‘Daar had ze wel gelijk in, maar een boer heeft nooit in me gezeten. Toen ik veertien was maakte ik al een soort bulletin dat ik elke dag tegen de muur van de caféschuur hing en waarop mensen konden lezen hoeveel het die nacht had gevroren en wat de barometerstand was’, zegt hij in de Zwolse Courant van 8 april 1972. ‘De gekke Pelle’, zo werd hij in het dorp genoemd.
Pelleboer werd als boerenzoon geboren in ’s Heerenbroek, gelegen tussen Kampen en Zwolle, en ging naar de lagere landbouwschool. In de oorlog zag hij vlekken op de zon en stuurde een brief naar het KNMI. Sindsdien had hij regelmatig contact met De Bilt en toen de Hongerwinter kwam ook persoonlijk contact. Pelleboer in 1972: ‘Ook meteorologen hadden honger en omdat ze wisten dat er een jochie in landelijk ’s Heerenbroek zat die misschien wel boter en spek had, fietsten ze naar mij toe. Tegen die tijd kende ik de internationale weercodes al en toen de Canadezen op de Zwolse Grote Markt stonden, nam ik contact op met het KNMI en even later was ik assistent-weerkundige.’
Vliegveld Eelde
Van 1946 tot 1954 was Pelleboer als weerobservator in dienst van Meteo Eelde, op het vliegveld Eelde, ondanks het feit dat hij niet over de juiste vooropleiding beschikte. Hij verhuisde naar Eelde-Paterswolde waar hij de rest van zijn leven bleef wonen.
De nieuwe leiding van het KNMI wilde niet langer verder met medewerkers die nog allerlei dingen naast hun baan deden. Pelleboer, die ook voor kranten werkte en lezingen over het weer gaf, hoorde daarbij. In 1954 begon hij voor zichzelf, als freelance weerman.
Weerpraatjes
In eerste instantie combineerde hij zijn meteorologische analyses met werk voor de sportredactie van het Nieuwblad van het Noorden. Later kon hij goed leven van zijn werk als weerman. Zeker toen de TROS hem in de jaren zeventig ontdekte. In eerste instantie dook Pelleboer met zijn weerpraatjes op in radioprogramma’s waaronder het populaire Vijftig Pop of een Envelop. In dat programma beoordeelde hij het weer altijd met een rapportcijfer van 1 tot 10. Daarna volgde het televisie-actualiteitenprogramma TROS Aktua, dat bij hem thuiskwam om zijn weerpraatjes op te nemen. Begin jaren tachtig begon Pelleboer een eigen telefonische weerlijn. Als je dat telefoonnummer belde, hoorde je Pelleboer met zijn opgenomen weerbericht. Drie keer per dag sprak hij
een actueel weerbericht in, bij bijzondere weersomstandigheden vaker. Deze weerlijn werd een enorm succes. Een van zijn meest gevleugelde uitspraken was: ‘Kijk nooit langer dan je neus lang is... en je neus is maar drie dagen lang’. Pelleboer werd een nationale beroemdheid. Hij genoot van de roem, maar wilde niet altijd op straat herkend worden. Als hij zich buiten het dorp begaf, vermomde hij zich daarom nog weleens met zonnebril, pet en aanplaksnor.
Mastenbroeker polder
Op zijn 52ste verdiepte Pelleboer zich in zijn roots. Zijn ouders waren al overleden en broers of zusters bezat Jan niet. Bij gebrek aan naaste familieleden stuurde hij 42 Pelleboers uit het telefoonboek een brief. De Zwolse Courant deed op 8 januari 1977 verslag van deze zoektocht: ‘Jan de weerman herenigde meer dan 200 familieleden’.
Gevelsteen
De boerderij aan de Bisschopswetering nummer 36 heeft een gevelsteen in de muur van de schuur die herinnert aan de eerste echte Pelleboeren, de veehouder Hendrik Lubberts en zijn vrouw Harmpje Jans Riesebos. In 1811 werd de naam Pelleboer voor het eerst gebruikt, toen de weduwe Harmpje Jans Riesebos – op last van het Franse gezag - een achternaam aanschafte en daarvoor ‘Pelleboer’ uitkoos. In de Nederlands Hervormde kerk in Mastenbroek zijn in de loop de eeuwen honderden Pelleboeren gedoopt.
Drie dagen
Jan Pelleboer overleed op 68-jarige leeftijd aan een hartaanval. In Paterswolde is het ‘Jan Pelleboerplein’ naar hem genoemd en in zijn geboorteplaats ‘s-Heerenbroek draagt een nieuwbouwstraat zijn naam. ●