4 minute read

Gegoten in tin: de Slag bij Ane

Tot enkele tientallen jaren geleden werden ze gebruikt om mee te spelen, maar nu bevinden vele zich ongetwijfeld tussen het stof in dozen op menig zolderkamer. Tinnen figuren, in alle vormen en maten, waren niet alleen geliefd speelgoed voor jong en oud, maar het waren ook verzamelaarsobjecten. En dat verzamelen gebeurt nog steeds. In het oude stadhuis van Ommen is sinds 1985 het Nationaal Tinnen Figuren Museum gehuisvest, waar een indrukwekkende collectie van meer dan 125.000 figuren te zien is: van middeleeuwse pelgrimsinsignes tot tinnen soldaatjes en moderne door miniatuurschilders beschilderde figuurtjes.

Tin is een van de oudst bekende metalen. Al in 3500 voor Christus werd tin in een legering met koper gebruikt om bronzen gereedschappen en wapens te maken. Lange tijd werd tin vooral voor praktische doeleinden gebruikt. Rond 1750 kwam daar verandering in, toen tinnen borden en andere gebruiksvoorwerpen plaatsmaakten voor geglazuurd aardewerk en porselein. Noodgedwongen gingen tingieters op zoek naar een andere manier om hun vak uit te kunnen blijven oefenen. Tinnen speelgoed bleek de uitkomst. Een breed scala aan platte en - vanaf ca. 1900 - driedimensionale

figuren kwam op de markt, variërend van drie tot ca. tien centimeter en in meer of mindere mate vakkundig beschilderd. Een tinnen figuurtje werd zo een ambachtelijk kunstwerkje: het was het resultaat van de samenwerking tussen een tekenaar, graveur, gieter en schilder.

Nationaal Tinnen Figuren Museum

Allerlei tinnen figuren, van middeleeuwse pelgrimsinsignes tot losse figuren en compleet gearrangeerde diorama’s over gebeurtenissen uit de Europese geschiedenis en streekhistorie, zijn in het Nationaal

Tinnen Figuren Museum te vinden. Sinds de oprichting van het museum in 1985 heeft een groep enthousiaste vrijwilligers de collectie in de loop der jaren uit weten

te breiden met oude én nieuwe objecten. Nog altijd worden tinnen figuurtjes vervaardigd – op de traditionele manier! – die stuk voor stuk getuigen van vakmanschap. In 2005 heeft het museum vier diorama’s laten maken over de Slag bij Ane uit 1227.

De Slag bij Ane

De Slag bij Ane heeft grote invloed gehad op de economische en culturele ontwikkeling van Oost-Nederland, legt Henk Dooijes uit. Henk is sinds eind jaren 90 betrokken als bestuurslid en vrijwilliger bij het Nationaal Tinnen Figuren Museum. ‘Het is eigenlijk vreemd dat deze slag zo onbekend is, terwijl deze gebeurtenis een belangrijke rol heeft gespeeld in de (inter) nationale geschiedenis,’ vervolgt hij. Om die reden heeft het museum opdracht gegeven om de Slag bij Ane te reconstrueren. Honderden tinnen figuurtjes vertellen het verhaal over de veldslag die op 28 juli 1227 in de buurt van het dorpje Ane plaatsvond. Op een warme zomerdag kwam het tot een confrontatie tussen de het ridderleger van de bisschop van Utrecht, Otto II, en Roelof van Coevorden die gesteund werd door een groep opstandige Drentse boeren. Onder leiding van Roelof wisten zijn boerentroepen het zwaar uitgeruste ridderleger van de bisschop te verslaan door hen een moerassig gebied in te lokken. Op het moment dat het bisschoppelijke leger in hun zware harnassen in de drassige grond wegzakte, vielen de Drentse strijders aan. Met hooivorken, pijlen en speren versloegen ze het leger van de bisschop, waarbij ook de bisschop zelf omkwam.

In de jaren die volgden bleven er spanningen bestaan en volgden verschillende opstanden, protesten en veldslagen. In 1230 besloot Roelof om naar kasteel Nijenstede (Hardenberg) te gaan om daar met bisschop Wilbrand van Oldenburg, de opvolger van Otto II, te onderhandelen over een vredesverdrag. Maar tot een vredesverdrag kwam het niet. Burchtsoldaten drongen het kasteel binnen en sleepten Roelof naar buiten, waarna hij werd geradbraakt en op palen werd gezet. Twee jaar later, in 1232, werden de gebeurtenissen rondom de Slag bij Ane opgetekend. Deze zogenoemde Narracio is het enig bekende verslag van deze strijd.

Een vak apart

Iemand die de diorama’s van dichtbij bekijkt, zal versteld staan van de vele in het oog springende details. De platte, tinnen figuurtjes – van de bisschoppelijke

soldaten en hun paarden tot aan de Drentse boeren met hun geïmproviseerde afweergeschut – zijn met de meest mogelijke precisie uitgevoerd en vakkundig beschilderd. Juist deze blijk van vakmanschap staat symbool voor de ontwikkeling die tinnen figuurtjes in de afgelopen eeuwen hebben doorgemaakt. Met een vleugje nostalgie merkt Henk op dat hij zich nog goed kan herinneren dat hij vroeger met tinnen soldaatjes oorlogje speelde. Het speelgoed waar hij tientallen jaren geleden mee speelde, fascineert hem jaren later nog steeds – weliswaar om een andere reden. ‘Het museum laat in grote lijnen de geschiedenis van tinnen figuren zien, van middeleeuwse insignes tot tinnen speelgoed. Maar de tijd waarin tinnen figuurtjes als speelgoed dienden, is voorbij. Het zijn nu typische voorbeelden van vakmanschap en fijnschilderkunst. En dat is prachtig om te zien.’ ●

In het kader van het 35-jarig bestaan van het museum zal volgend jaar een tentoonstelling aan tinnen fijnschilderkunst worden gewijd.

Verder lezen: De “Narracio” is vertaald en becommentarieerd door Hans van Rij en is onder de titel ‘Een verhaal over Groningen, Drente, Coevorden en allerlei andere zaken onder verschillende Utrechtse bisschoppen’ door Uitgeverij Verloren uitgegeven (ISBN: 9789065500052, €19,-).

Nationaal Tinnen Figuren Museum Markt 1 | 7731 DB Ommen

This article is from: