ElektroVisie 2016 nr 2 - NL

Page 1

ElektroVisie

Vakblad voor de elektrosector

Nelectra, Beroepsorganisatie voor de elektrobranche, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde / Tweemaandelijks (6 x jaar) - zevenentwintigste jaargang / Afgiftekantoor 8400 Oostende Mail / P2A9571

Een uitgave van NELECTRA

WWW.NELECTRA.BE

SMART HOME

NELECTRA-INSTALLATEURS SPRAKEN MET NIKO-SPECIALISTEN

BSH | Home Connect VERLICHTING | bezoek aan Light+Building METEN | thermografie

2

ap r 16


NIEUW NOVA LED-ARMATUREN VOOR PLAFONDINBOUW • snelle installatie met ca. 80% tijdsbesparing, via Plug & Play en RJ-45 stekkerverbinding

• technologie die zorgt voor een biologisch werkzaam licht

• programmeerbaar met afstandsbediening of ESYLUX-App (via Bluetooth)

• helderheid en lichtkleur veranderen gedurende de dag, kunnen eventueel handmatig worden aangepast en in scènes worden opgeslagen

• totaaloplossing incl. lichtregeling en HVAC-sturing (6 kanalen)

• bevorderen de vitaliteit, het concentratievermogen en de gezondheid

• optioneel met SymbiLogic Technology voor een biologisch werkzaam licht naast een automatische, geïntegreerde daglichtregeling • individuele instellingen met drukkknop voor helderheid, wittint en scenario‘s • 5 jaar garantie

PLUG & PLAy INsTALLATIE EsyLUX Quadro-set DALI dimbaar Master

Slave

Slave

Slave

Geïntegreerde aanwezigheidssensor

EsyLUX Quadro-set DALI met symbiLogic Technology Master Slave Master Slave Geïntegreerde aanwezigheidssensor

RJ-45 CAT 5 / 48V

230V

RJ-45 CAT 5 / 48V / warmwit

230V

Optioneel voor DALI-Switch, HVAC-sturing, en/of aansluiting van bestaande DALI verlichting

Drukknopingang

RJ-45 CAT 5 / 48V / koudwit

DALI

Optioneel voor DALI-Switch, HVAC-sturing, en/of aansluiting van bestaande DALI verlichting

Drukknopingang

Uit te breiden met 5 sets via DALI

Uit te breiden met 2 sets via DALI

ESYLUX – OffICIAL pARTnER Of THE DAYLIgHT

PERFORMANcE FOR sIMPLIcITy http://nova.lighting

ESYLUX Belgium nv | info@esylux.be | www.esylux.be


NELECTRAVISIE

?

Wat kan Nelectra voor u betekenen B

edrijven die Nelectra niet kennen stellen zich vermoedelijk de vraag wat deze sectorfederatie voor hen kan betekenen. Via ons tijdschrift ElektroVisie willen we steeds tipjes van de sluier lichten. Ook weer in dit lentenummer! Uiteraard is de meer complete informatie exclusief voorzien voor onze leden, dat spreekt voor zich. Zij worden dagelijks op de hoogte gehouden van voor hun sector, installatie of retail, interessant nieuws. Op regelmatige tijdstippen worden ook elektronische ledenmails verzonden. Hierin wordt het nieuws gebundeld zodat leden een mooi overzicht hebben en voor hun bedrijfsvoering geen belangrijke zaken over het hoofd zien. AR LIGGEN

hebben of als ze willen getuigen over een dienstverlening van Nelectra.

Dat onze sectorfederatie ook de band tussen de leden aanhaalt, en er een heus netwerk ontstaat van bedrijven die elkaar versterken, is in deze tijden niet onbelangrijk. Dat wordt op ons secretariaat ook duidelijk gevoeld als er ons een lid ontvalt. Dit was onlangs het geval voor de erebestuurders Frank Huyghebaert en Georges Evers. Beide trouwe Nelectraleden droegen hun steentje bij om Nelectra mee te sturen. Georges was nog tot op N DE LE het laatste moment aanwezig ONZE WA op de bestuursvergaderingen VAN WAKKER? NELECTRA van Nelectra-Limburg. Frank IE! ZORGT VOOR INFORMAT stoffeerde jarenlang onze werkgroep beveiliging.

Waar liggen onze leden van wakker? Hoofdelijke aansprakelijkheid, aanwezigheidsregistratie, werfmeldingen? De nagelnieuwe milieubeleidsovereenkomst voor pvpanelen en de daaraan gekoppelde recyclage? De nieuwe energielabels voor huishoudtoestellen? De opportuniteiten (of gevaren) van e-commerce? Of hebben zij eerder technisch gerelateerde vragen? Dat Nelectra de technologieĂŤn in de sector kort opvolgt, is ook te merken aan de boeiende technische artikels in ElektroVisie, waar we veel positieve reacties op ontvangen. Bedankt hiervoor!

Bedrijven niet alleen inhoudelijk ondersteunen, maar ook het menselijk aspect niet uit het oog verliezen, daar staat Nelectra voor. Vraag het maar aan de leden!

Vanzelfsprekend is ons tijdschrift ook een goed kanaal om ook de dienstverlening van onze sectororganen binnen Volta mee bekend te maken. Vorming en opleiding, innovatie, informatie van het fonds voor bestaanszekerheid‌ Maar met veel plezier laten we ook leden zelf aan het woord. Wanneer zij bij voorbeeld een uit de toon springend verhaal te vertellen

Viviane Camphyn Gedelegeerd bestuurder Nelectra viviane.camphyn@nelectra.be

We verwelkomen aankoopgroepering ROYAL CROWN als nieuw Nelectra-lid ! april 2016 - ElektroVisie | 3


INHOUD

13

Slimme, geconnecteerde huishoudtoestellen worden al heel wat jaren aangekondigd. Maar nu zijn ze er! BSH rolt dit jaar in ons land ‘Home Connect’ uit en dit met direct een heel gamma toestellen. Eind dit jaar komen daar nog kookplaten en dampkappen bij, zodat alle cruciale toestellen in een huishouden beschikbaar zijn met Home Connect.

NELECTRA-VISIE

Tijdens het bezoek van enkele Nelectrainstallateurs aan Niko, kregen zij een primeur: in juli lanceert Niko een ‘connected controller’, die het hart zal vormen van de Niko Home Control-installatie en waarmee deze vanop afstand kan bediend worden. En wat beschouwt Niko als ‘basiscomfort’?

3

NELECTRA INFO 5

Hoofdelijke aansprakelijkheid / aanwezigheidsregistratie / werfmelding 6 7

De Nelectra-werkgroep ‘Installatie’

8

In memoriam

9

12

Thermografie

Connectiviteit in huishoudtoestellen

13

DE SECTOR

32 - 33

VERLICHTING Publitorial: Esylux

14

INSTALLATIE Trends in Smart Home – deel 1

16 > 18

Regionaal voorzitter

34

Smart Panels bij Schneider

24 – 25

Nieuwe energiepremies vanaf 1 januari 2017

35

Light+Building 30

Regionaal voorzitter

EMC: verspreide voedingssystemen 26 – 27

redactieraad

Viviane Camphyn, Eric Claus, Roger Coteur, Fallon Declerck, Pieter Feys, Els Heyrman, Ludo Holemans, Christophe Louage, Ronny Lannoo, Wouter Vloebergh, Rudy Van Den Bergh, Danny Hermans, Denise Weyers, Dirk Van Steenlandt

reportages

Wouter Vloebergh, Mediadienst UNIZO e-mail: wouter.vloebergh@telenet.be

verantwoordelijke uitgever

TREVI, Willem Holemans, Meerlaan 9, 9620 Zottegem tel. 09/360.62.16, fax 09/367.49.88 e-mail: willem.holemans@trevi-regie.be

Viviane Camphyn, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde, tel. 02/550.17.11 De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers

vertaling

drukkerij

reclameregie

Miles Translations Leopoldstraat 39, 2800 Mechelen tel. 015/28.62.20, fax 015/28.62.21 e-mail: translations@milesgroup.be www.milesgroup.be

29

DE LAATSTE BLADZIJDE

20 > 24

4 | ElektroVisie - april 2016

32

Nieuwe energielabels

Nelectra-installateurs in gesprek met Niko

tel. 02/550.17.21, fax 02/550.17.29, e-mail: marc.vanhove@elektrovisie.be

28

Terugnameplicht voor PV-panelen

10

hoofdredacteur: Marc Van Hove

Keuze van elektrische leidingen 11

Twee jaar garantie?

Beroepsorganisatie voor de elektrobranche Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde tel. 02/550.17.11, fax 02/550.17.29 www.nelectra.be

‘Onze man’ (Pieter Feys, Nelectra-lid en zaakvoerder van Domica) trok naar de vakbeurs Light+Building in Frankfurt en brengt een kort verslag van enkele belangrijke nieuwigheden die te ontdekken waren op deze toonaangevende beurs. Waarop overigens heel wat Belgische merken present waren.

Publitorial BSH

Het opleidingsCV De elektrobarometer

Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektro-sector. Elektro Visie/Electro Vision heeft een oplage van 9.781 exemplaren. Elektro Visie is een tweemaandelijkse uitgave van:

30

DISTRIBUTIE

Wat kan Nelectra voor u betekenen?

Geen onbetaalde facturen meer!

20

Goekint Graphics, 8400 Oostende, tel. 059/51.43.43, fax 059/51.44.43 e-mail: info@goekint.be www.goekint.be

administratie

Françoise Martens, tel. 02/550.17.16 e-mail: francoise.martens@nelectra.be Marian Hemerijckx, tel. 02/550 17 18 e-mail: marian.hemerijckx@nelectra.be

34


NELECTRA INFO

Nelectra’s Online schuldinvordering GEEN ONBETAALDE FACTUREN MEER!

N

electra biedt haar leden al een aantal jaren een facultatieve dienst aan: ‘CollectOnline’, een dienst voor online schuldinvordering en waarbij men tegelijk van juridische bijstand geniet. Deze dienst kent een toenemend succes, gezien het stijgend aantal Nelectra-leden dat hierop intekent. Begin maart vond een infosessie plaats in Hasselt, over deze dienst, waar Nelectra-lid Victor Lekanne zijn ervaringen over CollectOnline met veel plezier deelde met de aanwezigen. Victor is eigenaar van het Hasseltse bedrijf Varel Alarm en installateur van alarmsystemen, camerabewaking en branddetectiesystemen.

Dag Victor, je was een van de eerste gebruikers van CollectOnline? Victor Lekanne: “Jawel, we werken eigenlijk al sinds 2008 samen met advocatenkantoor Beelen voor het invorderen van onbetaalde facturen. Enkele jaren geleden werd dan een samenwerking opgezet tussen Nelectra, softwarebedrijf CollectOnline en advocatenkantoor Beelen waarbij men een onlinedienst ‘schuldinvordering’ lanceerde. Een dienst die eigenlijk uniek is voor de elektrosector. We hebben ons bedrijf onmiddellijk aangesloten.”

Tevreden klant Victor Lekanne (Varel Alarm) en Nelectra’s Nadia Van Nuffel

En hoe werkt het nu praktisch? Victor Lekanne: “Wanneer we merken dat een bepaalde factuur niet betaald wordt, geven we deze factuur in in het systeem. Dat is een heel eenvoudige procedure. Het systeem genereert dan een brief die we aan de klant bezorgen via brief, fax of mail. Na 14 dagen vraagt het advocatenbureau of de factuur al betaald is en, indien niet, of ze een brief moeten sturen met hun hoofding. We geven dan wel of niet onze goedkeuring hiervoor. Heeft advocatenkantoor Beelen een brief verstuurd en is er na 14 dagen nog geen betaling, dan vraagt Beelen ons of er een solvabiliteitsonderzoek kan uitgevoerd worden en een deurwaarder ingeschakeld. Ook voor deze fase geven we al dan niet onze goedkeuring. En dan volgt meestal wel de betaling. Of komt het dossier voor de rechtbank.

Maar je moet alles wel goed opvolgen? Victor: “Dat valt erg goed mee, want vanuit Nelectra is er een nauwgezette opvolging van de dossiers. En daardoor krijgen wij zeer snel een seintje van Nelectra, indien we niet reageren op de vraag van advocaat of deurwaarder of ze de procedure moeten verderzetten. Ook als we met bepaalde vragen zitten, kunnen we bij Nadia van Nelectra steeds terecht. “

Is het eigenlijk een duur systeem? Victor: “ Absoluut niet! Je betaalt een zeer bescheiden jaarlijkse bijdrage, naast je Nelectra-lidgeld. Het ereloon van de advocaten wordt betaald door de interesten en het schadebeding dat uw klant moet betalen.”

Je bent dus een tevreden gebruiker? Victor: “Zeker en vast! Het laat Varel Alarm toe om slechte betalers op een heel eenvoudige manier op te volgen en Nelectra helpt ons daarbij dankzij een heel persoonlijke assistentie en opvolging. Ook interesse in deze voordelige en performante dienst exclusief voor Nelectra-leden? Contacteer Nadia Van Nuffel, nadia.vannuffel@nelectra.be of T 02.550.17.18 mvh april 2016 - ElektroVisie | 5


NELECTRA INFO OPGEPAST VOOR DE HOOFDELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR SOCIALE EN FISCALE SCHULDEN VAN JE MEDECONTRACTEN! Weet u wat boven uw hoofd hangt wanneer u de verplichte inhouding voor de RSZ en/ of fiscus niet verricht: u bent aansprakelijk! Wanneer een opdrachtgever-aannemer een contract sluit met een aannemer-onderaannemer moet dit worden gemeld aan de RSZ en de fiscus. Deze meldingsplicht laat de RSZ en de fiscus toe om een overzicht op de hele keten te bewaren. Het principe is dat een opdrachtgever of aannemer die voor bepaalde werken in zee gaat met een (onder)aannemer met sociale en/of fiscale schulden, hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van die schulden van zijn medecontractant. Hoofdelijke aansprakelijkheid voor een verplichting betekent dat zowel u als uw (onder) aannemer afzonderlijk gedwongen kunnen worden om de gehele verplichting na te komen, ook al is deze schuld niet door u maar door toedoen van uw (onder)aannemer ontstaan. Met andere woorden: de schuldeisers (BTW, RSZ) kunnen het volledige bedrag van de sociale en/of fiscale schuld bij elk van jullie beiden opeisen. Concreet moet de opdrachtgever/aannemer bij betaling van de uitgevoerde opdracht aan zijn medecontractant, een deel van de gelden rechtstreeks doorstorten aan de RSZ of de fiscus. Dit noemt men de inhoudingsplicht. · bij sociale schulden: 35% van de factuur inhouden en doorstorten aan de RSZ · bij fiscale schulden: 15% van de factuur inhouden en doorstorten aan de fiscus Als de opdrachtgever die inhoudingsplicht heeft vervuld, is hij niet langer hoofdelijk aansprakelijk voor de sociale/fiscale schulden van zijn medecontractant. Opdracht-

gevers kunnen via een databank van de RSZ (artikel 30bis) en de fiscus (MyMinFin) nagaan of zij de inhoudingsplicht moeten toepassen bij onderaannemers en medecontractanten. Voor de RSZ Met de onlinedienst Inhoudingsplicht Sociale Zekerheid gaat u na of de inhoudingsplicht van toepassing is op de factuur die een aannemer u voorlegt. Als de aannemer sociale schulden heeft, moet u 35% van het bedrag dat u hem verschuldigd bent, inhouden en doorstorten aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (IBAN: BE76 6790 0001 9295; BIC: PCHQBEBB). U kunt in de onlinedienst ook de storting van het bedrag van de inhouding op factuur voorbereiden die voor rekening van een medecontractant moet gebeuren. De betrokken aannemer ontvangt via zijn e-Box en/of op papier een notificatie van uw inhouding op factuur. Voor de FOD Financiën Met de onlinedienst Inhoudingsplicht FOD Financiën gaat u na of een aannemer die u een factuur voorlegt, fiscale schulden heeft. Zo ja, dan moet u 15% van het bedrag dat u hem verschuldigd bent, inhouden en doorstorten aan de FOD Financiën, Algemene Administratie van de Inning en Invordering, Inningscentrum (IBAN: BE33 6792 0023 2046 – BIC: PCHQBEBB). Klik op de knop ‘Inhoudingsplicht FOD Financiën consulteren’ om de inhoudingsplicht te bekijken. Bij problemen of vragen over deze onlinedienst neemt u contact op met het contactcenter van Financiën op het nummer 0257 257 57.

WANNEER MOET U EEN WERFMELDING DOEN? Een vaak voorkomende vraag bij onze leden is: “Vanaf welke drempel moet er een werfmelding gedaan worden?” Wij maakten voor u een duidelijk overzicht. • Werken waarbij geen beroep gedaan wordt op onderaannemers: melden vanaf een totaalbedrag van €30.000 exclusief BTW. • Werken waarvoor op één enkele onderaannemer een beroep gedaan wordt: melden vanaf een totaalbedrag van de werken van € 5.000 exclusief BTW • Werken met 2 of meerdere onderaannemers: steeds melden, ongeacht het bedrag. De melding moet gebeuren voor de aanvang van de werken.

6 | ElektroVisie - april 2016

Een onderaannemer die op zijn beurt een beroep zal doen op andere onderaannemers, moet de aannemer die aangifte hiervan doet voorafgaandelijk in kennis stellen zodat de hoofdaannemer dit kan melden. Onderaannemers die nog niet gekend zijn op het ogenblik dat de werken gemeld werden en waarop later toch een beroep wordt gedaan, moeten door de aannemer die de aangifte doet, toegevoegd worden aan de werfmelding. Vergeet ook niet dat sedert 1 maart 2016 het bedrag van de elektronische aanwezigheidsregistratie verlaagd is naar €500.000!

AANWEZIGHEIDSREGISTRATIE: SINDS 1 MAART 2016 DREMPEL VAN 500.000 EURO Sinds 1 april 2014 is de aanwezigheidsregistratie verplicht op plaatsen waar werken in onroerende staat worden uitgevoerd. Vanaf 1 maart 2016 is het drempelbedrag voor de verplichte registratie van 800.000 naar 500.000 euro (exclusief btw) gezakt. Dankzij Check In At Work heeft de RSZ een volledig beeld op iedereen die aanwezig is op een bepaalde werf. Overgangsmaatregelen van toepassing op werven vanaf 500.000 euro: · Werken op werven van 500.000 euro (exclusief btw) of meer die begonnen zijn na 29/02/2016 zijn onderworpen aan de aanwezigheidsregistratie. · Werken op werven van minder dan 800.000 euro (exclusief btw) die begonnen zijn vóór 01/03/2016 zijn onderworpen aan de aanwezigheidsregistratie zodra de drempel van 800.000 euro bereikt wordt in de Aangifte van Werken. · Werken op werven van minder dan 500.000 euro (exclusief btw) die begonnen zijn na 29/02/2016 zijn onderworpen aan de aanwezigheidsregistratie zodra de drempel van 500.000 euro bereikt wordt. Tolerantieperiode Deze keer zullen de controleurs tot en met 30 november 2016 bedrijven niet sanctioneren maar eerder adviseren en begeleiden in de aanwezigheidsregistratie. Maar deze tolerantieperiode heeft een aantal voorwaarden en is enkel van toepassing op bedrijven die nog nooit te maken kregen met de elektronische aanwezigheidsregistratie Opgelet: wie zich niet houdt aan de regels kan zowel een administratieve als een strafrechtelijke boete krijgen!

Voor meer informatie, contacteer Nelectra-adviseur Christophe Louage, e-mail: Christophe.louage@nelectra.be of 02/ 550.17.19


NELECTRA INFO ELEKTROBAROMETER – 1STE KWARTAAL 2016

DE ELEKTROBAROMETER DAALT OPNIEUW Na de lichte daling van het vorige kwartaal neemt de elektrobarometer in het eerste kwartaal van 2016 een forsere duik. Hij daalt met bijna een vol indexpunt en landt op 98,7 punten. Dat betekent dat de zaakvoerders van de elektrobedrijven de conjunctuur minder gunstig beoordelen dan in december. De gezonde grens van 100,0 waar optimisten en pessimisten elkaar in evenwicht houden, glijdt verder weg.

D

e elektrobedrijven vormen geen uitzondering. Ook de globale KMO-barometer gaat na de eerdere heropleving opnieuw achteruit - met 0,2 punten - maar blijft met 100,7 wel positief. De bouwsector doet het evenwel een pak slechter. De bouwbarometer gaat in het eerste kwartaal veel krachtiger achteruit en strandt op een magere 97,3. De collega’s uit de bouw zijn dus nog somberder gestemd. En dan werd de bevraging nog afgenomen in het begin van maart, vóór de terroristische aanslagen.

Meeste deelindices scoren minder hoog maar toch zijn er ook verbeteringen De elektrobedrijven schatten in het vorige kwartaal hun toekomst optimistischer in, maar dat blijkt nu valse hoop geweest te zijn. Toch zijn er ook enkele parameters die nu beter scoren dan eind vorig jaar. Zo zijn de elektrobedrijven somberder gestemd over het huidige werkvolume (98,53 t.o.v. 99,40 in het vorige kwartaal), hun winstgevendheid (score van 97,94 voor de huidige situatie en 99,71 voor de toekomstige) en de tewerkstelling in de sector (97,65 nu en 99,41 voor de volgende maanden). Maar ze zijn optimistischer over hun werkvolume voor de volgende weken en maanden (100,00) en het aantal laattijdige betalingen is verminderd (100,29). De beoordeling van de concurrentie is nog altijd negatief. Met 95,00 scoort deze deelindex toch iets beter dan de vorige keer. De elektrosector is wel minder optimistisch over de algemene toestand van de economie. De vorige twee kwartalen noteerden we voor deze parameter nog cijfers van net boven en net onder de 100 maar nu is hij gezakt naar 95,00. Ook de algemene toestand van het eigen bedrijf wordt iets minder gunstig beoordeeld maar blijft met 103,24 gelukkig voldoende hoog.

Elektrobedrijven beoordelen conjunctuur als minder gunstig 29% van de elektrobedrijven heeft nu meer werk, 35% minder. Voor de eerstvolgende weken verwacht 24% meer en 20% minder werk te hebben terwijl de rest een status quo in het aantal opdrachten verwacht. 18% geeft aan dat de rendabiliteit van hun onderneming verbeterd is terwijl 27% deze slechter beoordeelt. Voor de toekomst verwachten meer elektro-ondernemers een achteruitgang (25%) dan dat er een rendabiliteitsverbetering zien (23%). Ondertussen blijft de concurrentie erg scherp. 35% van de elektrobedrijven geeft aan dat de concurrentiedruk nog verzwaard is. 6% ziet een verbetering (vorige keer was dat letterlijk niemand). 14% kampt met een hoger aantal slechte betalers, 12% heeft daar nu minder last van. De werkgelegenheid is in de meeste elektrobedrijven zeker niet toegenomen. 4% werkt nu wel met meer maar 18% met minder werknemers dan eind vorig jaar. In de volgende maanden denkt 14% extra mensen aan te werven terwijl 13% minder werknemers denkt te hebben. De tevredenheid met de eigen onderneming scoort als vanouds goed. Dit kwartaal noteren we wel opnieuw een lichte achteruitgang. Slechts 37% blijft uitgesproken tevreden. Over de algemene toestand van de economie is slechts 10% tevreden terwijl 39% daarover ontevreden is.

De elektrobarometer wordt sinds 2010 opgemaakt en is dé conjunctuurindicator voor de Vlaamse kmo bedrijven en zelfstandige ondernemers uit de elektrosector, zowel installateurs als handelaars. De barometer wordt per kwartaal samengesteld aan de hand van een bevraging bij een vast, representatief panel van ondernemers waardoor vergelijken over de kwartalen heen mogelijk is. De elektrobarometer bestaat uit verschillende deelindices. Aan de hand van de verschillende deelindices wordt de algemene elektrobarometer berekend. Waarden boven index 100 wijzen op een positief evoluerende conjunctuur, waarden onder index 100 wijzen op een negatief evoluerende conjunctuur. De huidige elektrobarometer werd afgenomen begin maart. april 2016 - ElektroVisie | 7


NELECTRA INFO

De Nelectra-Werkgroep INSTALLATIE

De (bijna volledige) Werkgroep verzameld

Nelectra kan voor haar werking beroep doen op provinciale besturen en een uitgebreide groep bestuurders. Daarnaast zijn er echter een aantal Werkgroepen, die hun eigen opdracht hebben binnen het functioneren van Nelectra.

I

n opeenvolgende afleveringen zullen we deze werkgroepen kort voorstellen. Welke zijn er? Wie zijn de leden? Wat doen ze eigenlijk? We starten met de Werkgroep Installatie. Deze Werkgroep staat onder leiding van Nelectra-ondervoorzitter Dirk Van Steenlandt, elektro-installateur uit Sint-Niklaas en verder maken er zo’n vijftiental installateurs uit diverse regio’s deel van. Twee Nelectra-adviseurs zorgen voor de begeleiding en zowel de Voorzitter als de Gedelegeerd Bestuurder wonen geregeld de vergaderingen bij. De Werkgroep heeft een aanvullende functie op de provinciale besturen en is een belangrijke hulp bij het uitstippelen van de te volgen politiek en de te behandelen actiepunten van Nelectra. De Werkgroep laat Nelectra aldus toe om van zeer nabij de branche op te vol8 | ElektroVisie - april 2016

gen en – indien nodig – heel direct actie te kunnen ondernemen.

Aandachtspunten Het voorbije jaar werd er tijdens de vergaderingen ondermeer aandacht besteed aan de ‘nieuwe’ technieken en sectoren die zich aanbieden in onze branche. Zaken zoals warmtepompen, PV-panelen, µWKK’s, nieuwe typebestekken, de verplichte risicoanalyse, kabelberekeningen, nieuwe wetgeving (artikel 104), … Ook kregen de leden uitgebreide informatie over ‘Slimme Meters en Slimme Netten’, slim aansturen van verlichting, slimme verbruiktoestellen, ‘smart home’ in al zijn aspecten dus. Tegelijk is deze

groep ook een referentiepunt dat helpt bij het bepalen van de Nelectra-standpunten inzake het afsluiten van cao’s.

Infosessies Nelectra heeft een lange traditie in het organiseren van regionale infosessies. En voor de installatiebranche is het de Werkgroep Installatie die grotendeels de onderwerpen bepaalt. Daardoor sluiten die onderwerpen best aan bij wat leeft en wat belangrijk is voor de sector. Dit jaar zijn er onder meer sessies over de nieuwe kilometerheffing en de elektronische werfregistratie, netstructuren, omgaan met sociale media, veiligheidsinstructiekaarten, verticale bekabeling.

Interesse? De Werkgroep staat uiteraard open voor nieuwe leden. Hebt u interesse om samen met collega-installateurs mee te denken en te werken aan de toekomst van de zelfstandige elektro-installateur? En - uiteraard - bent u ook Nelectra-lid? Stuur dan een mailtje naar freddy.steenackers@nelectra.be U bent van harte welkom! mvh Foto: EV


NELECTRA INFO

In memoriam Nelectra moest de voorbije maanden met spijt afscheid nemen van twee oud-bestuursleden.

Georges Evers

(°29.09.1935) overleed op 6 februari. Hij was elektrohandelaar in Zonhoven, erevoorzitter van Befrako nv en bestuurder bij Nelectra en ook bij Nelectra Limburg.

Frank Huyghebaert

(°20.03.1947) overleed op 1 maart Frank was beveiligingsondernemer in Deurne, bestuurslid van Nelectra en een van de drijvende krachten binnen Nelectra’s Werkgroep Beveiliging.

We bieden familie en vrienden, collega’s onze oprechte deelneming aan, in dankbaarheid voor hun inzet voor de vereniging.

ROYAL CROWN

AL 20 JAAR DÉ OPLOSSING VOOR BIJNA AL UW (KEUKEN)PROBLEMEN !

ÉÉN ADRES VOOR ALLE ONDERSTEUNING ! Royal Crown is de eerste Belgische aankoopgroepering voor zelfstandige keukenhandelaars en -fabrikanten. De ondernemingsvrijheid en eigen identiteit van onze leden staan centraal. Om de marges te verbeteren en de kosten beter te kunnen spreiden, worden groepsaankopen gedaan. Verder bieden we een uitgebreid dienstenpakket aan dat bestaat uit aankoop-, marketingen softwareoplossingen. Zo kunnen we u voor alle keukenproblemen een snelle en efficiënte oplossing aanbieden. 14 personeelsleden nemen alle zorgen uit uw handen, zodat u zich kan focussen op wat echt telt: de verkoop!

AANKOOP

MARKETING

SOFTWARE

JOIN THE FAMILY ! Royal Crown cvba: Lantmeetersweg 4 - 6, 3600 Genk • T +32 (0) 89 500 700 • F +32 (0) 89 500 701 info@royalcrown.be • www.royalcrown.be

20 YEARS


NELECTRA INFO

GARANTIE TWEE JAAR?

De wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen – kortweg de wet consumentenkoop – voorziet in een garantietermijn van twee jaar. De verkoper dient dus garantie te verlenen voor het gebrek aan overeenstemming dat zich voordoet binnen deze termijn van twee jaar vanaf de levering van het goed.

Relatie B2C Deze garantieregeling is enkel van toepassing bij de consumentenkoop, d.w.z. een aankoop door een consument bij een professionele verkoper die handelt in het kader van zijn beroepsactiviteit. Nuttig om weten is dat alleen fysieke personen worden beschouwd als consument en dit voor aankopen in de privésfeer. Gaat het om aankopen voor professioneel gebruik of door rechtspersonen (zoals een bvba, nv, vzw, overheidsinstelling, enz.), dan is de wet consumentenkoop dus niet van toepassing. Ook bij kopen tussen consumenten onderling kan deze wettelijke garantieregeling niet ingeroepen worden.

Bewijslast Wat ook weinig verkopers weten, is dat er een groot verschil in bewijslast is wanneer het product een gebrek vertoont binnen de eerste zes maanden na aankoop dan wel daarna. 10 | ElektroVisie - april 2016

Het is namelijk zo dat, wanneer een gebrek aan overeenstemming zich manifesteert binnen een termijn van zes maanden vanaf de levering van het goed, de wet consumentenkoop voorziet in een weerlegbaar vermoeden dat dit gebrek reeds bestond op het tijdstip van de levering. Het is met andere woorden aan de verkoper om desgevallend aan te tonen dat het gebrek nog niet bestond op het ogenblik van de levering, hetgeen in de praktijk meestal niet evident zal zijn. Deze omkering van bewijslast in het voordeel van de consument is dan ook één van de belangrijkste consumentenbeschermende maatregelen. Na zes maanden dient de consument wel zelf het bewijs te leveren dat het gebrek aan overeenstemming reeds aanwezig was op het ogenblik van de levering en niet ontstaan is daarna, bv. door eigen fout of slijtage.

Infosessie

ging van het toestel eisen en wanneer is een prijsvermindering of de ontbinding van de koop aan de orde? - Wat gebeurt er als de waarborgregeling vervallen is? Als verkoper kan u op basis van het gemeen recht immers ook ná twee jaar nog aangesproken worden wegens verborgen gebreken! - Wat is de relatie met de wet productaansprakelijkheid? Bovenop de antwoorden op al deze vragen kregen de deelnemers tal van nuttige tips en praktische voorbeelden uit de rechtspraak voorgeschoteld. Wegens groot succes en een uiterst positieve evaluatie zullen bijkomende infosessies rond dit thema ingepland worden in het najaar. Hou de website van Nelectra dus zeker in de gaten!

Op donderdag 3 maart 2016 organiseerde Nelectra in Hasselt een boeiende infoavond waarop Meester Bert Beelen – advocaat en stichter van advocatenkantoor ‘Beelen Advocaten’ te Leuven – onder andere kwam spreken over garantietermijnen inzake consumentenkoop. Naast de topics die hiervoor werden behandeld, kwamen ook volgende vragen aan bod:

- Wat is de hiërarchietussen de verschillende sancties: in welke gevallen kan men het herstel of de vervan-

Fallon Declerck adviseur Nelectra T 02.550.17.14 fallon.declerck@nelectra.be


PUBLITORIAL

Home connectiviteit in Connect het dagdagelijkse leven

BSH LANCEERT VERBONDEN HUISHOUDTOESTELLEN VOOR EEN SLIMME KEUKEN.

De BSH groep lanceert met de merken Bosch en Siemens slim verbonden toestellen op de Belgische markt. Het aanbod voor de slimme keuken gaat van ovens en vaatwassers over wasmachines en droogkasten tot koelkasten en volautomatische koffiemachines. Eind dit jaar zullen dan ook 15 tot 20% van de Bosch- en Siemens-toestellen uitgerust zijn met Home Connect. Naar de toekomst toe zal dit aantal nog vergroten.

Innovatieleider

ten op het Home Connect platform, waar ook andere partners en merken zich vrij op kunnen aansluiten. Zo wordt het “Internet of Things” verhaal voor de consument heel makkelijk aangezien deze in de praktijk toch kiest voor verschillende merken in huis.

Uw huishouden in één app De combinatie van wifi-geschikte toestellen, intelligente software en de intuïtieve Home Connect app biedt de consument eindeloos veel mogelijkheden.

BSH heeft nu een volledig concept klaar dat een echte meerwaarde betekent voor de consument en retailer. Met de merken Bosch en Siemens wilt BSH een innovatieleider zijn in de nieuwe markt van verbonden toestellen. BSH verwacht dat de geïntegreerde werking van de toestellen binnen afzienbare tijd een standaardvereiste in de keuken en het hele huishouden zal zijn.

Van zodra je de app koppelt met één van de gekochte Home Connect toestellen, kunnen de toestellen moeiteloos vanop afstand bediend en opgevolgd worden. Via elke moderne smartphone of tablet biedt de app je toegang tot alle gedetailleerde programma-informatie. Pushberichten naar je mobiele toestel kunnen makkelijk worden ingesteld. Kortom, de consument heeft met de app altijd en overal de volledige controle.

De toekomst begint nu!

Meerwaardes

BSH heeft in België beslist om alle Bosch- en Siemens-toestellen vanaf een bepaald prijsniveau standaard uit te rusten met Home Connect. Een consument die in eerste instantie denkt dit momenteel nog ‘niet nodig’ te hebben, zou binnen afzienbare tijd wel eens heel teleurgesteld kunnen zijn dat zijn keuken niet beantwoordt aan zijn steeds veranderende behoeftes.

De Home Connect app biedt meer dan “bedienen op afstand” en bevat een heleboel informatie en hulpmiddelen. Zo maakt de “Easy Start” functie je het leven heel wat eenvoudiger door je een vaat-, was- of droogprogramma voor te stellen dat perfect past bij je behoeften. Bij de ovens vind je een volledig kookboek terug met recepten en allerlei weetjes over voeding en koken in het algemeen. Na het klaarmaken van een gerecht uit het Home Connect kookboek, verzend je met één simpele click de juiste instellingen naar je oven. Als je een Home Connect koelkast hebt, kan je vanuit de supermarkt bekijken wat je nog in huis hebt. De Home Connect app biedt voor de espresso-automaat ook een bijkomende gamma van koffiespecialiteiten uit alle uithoeken van de wereld.

Home Connect app De Home Connect app is al beschikbaar voor Apple en Android. BSH heeft zich aangeslo-

Service De app biedt ook ondersteuning wanneer een toestel service nodig heeft. Je vindt er een pak aan informatie over het onderhoud en de reiniging van je aangekochte toestellen, onder de vorm van handige tutorials en filmpjes. De handleidingen van je toestellen

zijn er ook terug te vinden in een digitale versie. Binnenkort zal het ook mogelijk zijn om toestellen vanop afstand te checken en snel een oplossing te vinden in geval van een probleem met het toestel.

Ondersteuning Om het Home Connect concept te ondersteunen en de juiste uitleg te kunnen voorzien naar de consument, voorziet BSH tal van trainingen voor de handelaar. In een 30-tal winkelpunten zullen er ook displays worden voorzien waarmee Home Connect actief zal worden gedemonstreerd met een vaatwasser, een oven en een tablet. Ondertussen wordt er ook een grote communicatiecampagne voorzien om de consument nieuwsgierig te maken. Meer info www.home-connect.com/be/nl www.siemens-home.be/nl www.bosch-home.be/nl april 2016 - ElektroVisie | 11


DISTRIBUTIE

NIEUWE ENERGIELABELS In het februarinummer van Elektrovisie informeerden wij u reeds over de voorstel van de Europese Commissie voor een ‘Verordening tot vaststelling van een kader voor energie-efficiëntie-etikettering’ en tot intrekking van de huidige Richtlijn.

M

en is onder meer van plan om terug te keren naar één enkele energieetiketteringsschaal (van A tot en met G) en alle producten die op de Europese markt komen te registreren in een nieuwe digitale databank. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen een verordeningen, een richtlijnen en andere rechtshandelingen die de Europese Unie kan vaststellen? De ene is bindend, de andere niet. Sommige gelden voor alle EU-landen, andere maar voor een paar. Hierbij een beknopt overzicht: - Een “verordening” is een bindende rechtshandeling van de EU die rechtstreeks van toepassing is in alle lidstaten van de EU. - Een “richtlijn” is een bindend besluit van de EU die bepaalde doelstellingen bevat waar alle EU-landen aan moeten voldoen. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de juiste en tijdige implementatie van de richtlijn in de nationale wetgeving, maar zij mogen vrij bepalen op welke wijze zij dat doel bereiken. - Een “besluit” is enkel bindend voor degene tot wie het gericht is (een EU-land 12 | ElektroVisie - april 2016

of bedrijf) en is rechtstreeks van toepassing. - Een “aanbeveling” is niet bindend en heeft dus geen juridische gevolgen. Dankzij een aanbeveling kunnen de Europese instellingen hun opvattingen kenbaar maken en een bepaalde gedragslijn voorstellen, zonder dat dit juridische verplichtingen schept voor de betrokkenen. - Een “advies” is een niet bindende verklaring en schept dus geen juridische verplichtingen voor degenen tot wie het advies gericht is. Het wordt gegeven door een van de grote EU-instellingen (Commissie, Raad of Parlement) of door het Comité van de Regio’s of het Europees Economisch en Sociaal Comité. De beide comités brengen tijdens het wetgevingsproces adviezen uit om hun standpunt over de regionale of sociaaleconomische aspecten van het voorstel kenbaar te maken. - Normen en andere standaardiseringspublicaties zijn vrijwillige technische specificaties voor producten, diensten en processen. Soms wordt in wetgeving naar normen verwezen. Het verdient dan de voorkeur of wordt zelfs verplicht om via deze normen aan de wetgeving te voldoen, bijvoorbeeld op het vlak van veiligheid. Een norm wordt een “Europese norm (EN)” als zij wordt goedgekeurd door één van de drie Europese normalisatie-instellingen, zijnde het Europees Comité voor Normalisatie (CEN), het Europees Comité voor Elektrotechnische Normalisatie (CENELEC) of het

Europees Normalisatie-instituut voor Telecommunicatie (ETSI). Wanneer de nieuwe Europese Verordening over de energielabels er komt, zal ze dus in heel Europa rechtstreeks van toepassing zijn, zonder dat ze eerst nog moet worden omgezet in nationale wetgeving. Nelectra blijft in ieder geval druk lobbyen en amendementen indienen om de belangen van haar leden te verdedigen! Zo vragen wij onder meer dat de in het voorstel voorziene overgangsperiode van één week waarin de handelaars de oude etiketten zouden moeten vervangen door de nieuwe energielabels, minstens wordt verlengd tot een maand of langer. Uiteraard blijven de leden van Nelectra hiervan op de hoogte via de ledenmails.

Info: Fallon Declerck Nelectra-adviseur 02/550.17.14 of fallon.declerck@nelectra.be


DISTRIBUTIE

Connectiviteit in huishoudtoestellen “DE TIJD IS ER RIJP VOOR!”(DIMITRI PEETERS – BSH) In de branche van de huishoudtoestellen spreekt men al heel wat jaren over de slimme koppeling van die toestellen met het internet. En geregeld stelde elk merk wel een of ander systeem voor: ofwel een super-ingewikkeld BUS-systeem, of een compleet eigen protocol, of nog iets anders, met evenwel als enig gemeenschappelijk kenmerk dat het systeem helemaal niet kon overtuigen op het vlak van bedrijfszekerheid of compatibiliteit met andere systemen. Gevolg: niemand die wou weten van deze toestellen, noch de consument, noch de dealer. Niemand had zin om tijd te verliezen met een systeem dat uiteindelijk toch niet functioneerde zoals het zou horen. Maar met ‘Home Connect’ zou het nu wel moeten lukken! Zegt men toch bij Bosch en Siemens.

T

ijdens IFA, de belangrijkste vakbeurs voor Consumer Electronics en Home Appliances, die vorige september plaats vond in Berlijn, stelde de BSH-groep aan het grote publiek de speciale “app” van haar systeem ‘Home Connect’ voor. De pers had reeds eerder kennis gemaakt met dit systeem, waarbij BSH’s Dr. Claudia Häpp, project leader Smart Grid/Home Connect van BSH Bosch und Siemens Hausgeräte, als uniek kenmerk van dit initiatief benadrukte dat het niet alleen connectiviteit schept tussen de verschillende huishoudtoestellen en de smartphone of de tablet, maar vooral ook dat het een ‘open’ systeem betrof, dat dus compatibiliteit garandeert tussen verschillende merken. Voor ‘Home Connect’ werd overigens een apart bedrijf opgericht. Het systeem wordt nu in ons land uitgerold en Dimitri Peeters, directeur marketing bij BSH Home Appliances Belgium vertelde ons er meer over.

Hoe zit Home Connect nu technisch in mekaar? Dimitri Peeters: “Home Connect gebruikt de standaard Wi-Fi-connectie die nu al in zowat Dimitri Peeters

80% van de huishoudens beschikbaar is. En buiten het bereik van die Wi-Fi, kan men via 3G inloggen op de Home Connect cloud servers om vanop afstand verbinding te maken met z’n huishoudtoestellen. Wat kan met de “app”? Eigenlijk zowat alles, wat men normaal kan bedienen aan het huishoudtoestel. Bediening wordt ook comfortabeler, zo op een groot scherm als de tablet! Alles is goed leesbaar, men krijgt bijkomende informatie over het wasprogramma of het wasmiddel (in het geval van een wasautomaat). Recepten kunnen gestuurd worden naar de oven, waardoor deze automatisch geprogrammeerd wordt. Je kan ook via camera’s in de koelkast kijken en er kan automatisch een bestelling geplaatst worden bij de voedingswinkel. Kom je dan thuis, dan is die bestelling geleverd. Klinkt allemaal misschien een beetje science fiction, maar eigenlijk is dit scenario nu al heel realistisch. En wat de veiligheid betreft: dit is uiteraard een topprioriteit: datatransmissie is gecodeerd en de Home Connect app is uitgebreid getest en gecertificeerd.”

Kunnen andere zaken, zoals verlichting of verwarming in het Home Connect-systeem worden geïntegreerd? Dimitri Peeters: “Voorlopig is dit niet de bedoeling omdat we ons uitsluitend op de integratie van huishoudtoestellen van alle merken met een enkele app willen concentreren. We staan echter open voor nieuwe mogelijkheden, wat wil zeggen dat ons materiaal en het hele Home Connect-systeem in andere domoticasystemen kan worden geïntegreerd. De integratie van thermostaten en rookmelders is de eerste stap in de juiste richting. Daarnaast werken we bij Home Connect ook aan de ontwikkeling van een Software Development Kit (SDK) zodat partners makkelijk aan ons systeem kunnen aansluiten.”

Dealervoordeel 1 Zoals steeds met innovaties, biedt connectiviteit extra kansen voor de vakhandel. Denk bijvoorbeeld aan het succes, enkele jaren geleden, van de droogkast met warmtepomp. Deze nieuwigheid, die een belangrijk voordeel bood (met name een serieuze energiebesparing) zorgde voor een welgekomen stimulans in de verkoop. Voorwaarde is hierbij wel dat de handelaar het allemaal ook een beetje technisch kan uitleggen en de voordelen duidelijk maken. En daar lijkt de situatie niet zo moeilijk, want de handel heeft de voorbije jaren al heel wat ge-

leerd over ‘connectiviteit’ uit de Consumer Electronics – sector. Televisietoestellen zijn immers al enkele jaren ‘smart’, dus gekoppeld aan het internet, worden ook gekoppeld aan de smartphone en de tablet. Je kan er dus heel wat meer mee doen dan naar een tv-uitzending kijken. De handelaar heeft uit die ervaring met CE-producten geleerd en kan dus zeker die hoogwaardige huishoudtoestellen verkopen en de voordelen van het geconnecteerd zijn vertellen aan de klant. Voordeel 1: kans tot ‘upselling’.!

Dealervoordeel 2 Connectiviteit biedt het enorme voordeel, misschien wel het belangrijkste, dat er vanop afstand monitoring kan gebeuren. Werkt het toestel zoals het zou moeten? Of is er een defect en kan dit eventueel vanop afstand opgelost worden of moet de technicus (van de handelaar) gestuurd worden? Op het vlak van service (en klantenbinding!) liggen hier heel belangrijke kansen. De handelaar kan hier een service bieden, die online-aanbieders zich wellicht niet kunnen veroorloven. Op voorwaarde uiteraard dat de handelaar de nodige opleiding en ondersteuning krijgt van zijn fabrikant. Maar die beseft natuurlijk ook wel de noodzaak hiervan. Voordeel 2 dus: extra klantenbinding!

Interesse vanwege de consument? Heeft de doorsnee-consument eigenlijk wel interesse in die connectiviteit? Reken maar van wel! De ervaring met projecten zoals Linear, het energie-onderzoeksproject van de Vlaamse overheid, waarover ElektroVisie eerder berichtte (nr 5/oktober 2013), leert dat de consument zeer zeker interesse heeft voor intelligente, gekoppelde huishoudtoestellen en de voordelen die deze kunnen bieden op het vlak van comfort en besparing. Tijdens IFA werd de iOS app voorgesteld, die dus voor iPhone en iPad, sinds dit voorjaar is de Android-versie ook beschikbaar. mvh april 2016 - ElektroVisie | 13


DE SECTOR 149.01

(logo Vormelek powered by) Kapitaliseer het talent van uw personeel! Gebruikt u het opleidingsCV al? Met dit elektronisch registratiesysteem kan uw onderneming gemakkelijk voldoen aan de bepalingen van een CAO en een opleidingsCV bijhouden van elke werknemer die behoort tot het PSC149.01. Deze door Vormelek ontwikkelde tool wordt gratis tot uw beschikking gesteld. Het opleidingsCV is een handige tool ter ondersteuning van het volledige opleidings- en HR-beleid. Het biedt een praktisch overzicht van de investeringen van uw onderneming in opleidingen. Sinds 1 januari 2015 is de nieuwe cao ‘OpleidingsCV/database sectorale opleidingen’ van kracht die u oplegt om een opleidingsCV bij te houden in het belang van permanente vorming en verworven beroepservaring voor de verdere loopbaan. Deze tool is bedoeld voor arbeiders, bedienden, uitzendkrachten, … Opdat de ondernemingen in de sector niet elk hun eigen systeem moeten opzetten, heeft Vormelek een gratis tool ontwikkeld. Wat is het opleidingsCV? Het is niet alleen een inventaris van alle opleidingen die gevolgd werden door uw arbeiders, maar omvat ook een inventaris van alle behaalde certificaten, erkenningen, diploma’s en vergunningen. U hoeft dus geen eigen overzicht van de behaalde certificaten en diploma’s meer bij te houden. Merk op dat al bijna 3000 certificaten ingevoerd zijn in de database. En er zijn al bijna 400 opleidingen in geregistreerd! De certificaten van uw werknemers zijn bijna vervallen? Vanaf 2016 wordt u automatisch gewaarschuwd, zodat uw werknemer zich zo snel mogelijk kan bijscholen. Merk op dat deze inventaris gevalideerd wordt door de werkgever en de werknemer in een gezamenlijk document waarvan de arbeider een exemplaar ontvangt wanneer hij de onderneming verlaat. Als werkgever kunt u er ook de door uw arbeider uitgevoerde functies, beroepen en activiteiten in opnemen. Waarom het opleidingsCV gebruiken? Met deze applicatie hebt u in één oogopslag een volledig overzicht van de gevolgde opleidingen en de aanwezige kennis en competenties binnen uw onderneming. U hoeft dus geen individuele gegevens meer bij te houden. Alle opleidingsinformatie is immers terug te vinden in een eenvoudig bruikbare en raadpleegbare gratis tool. Een groot voordeel van het opleidingsCV is dat het gebaseerd is op de database van Vormelek waarin al veel informatie zit over uw werknemers en de opleidingen die zij volgen. Dat vergemakkelijkt het invoeren van de behaalde opleidingen en certificaten! Om u tijd te besparen, kunnen wij ook het opleidingsCV van uw werknemers bijwerken. Hiervoor moet u gewoon contact opnemen met uw regionaal adviseur. U hebt een premie aangevraagd? De opleidingen waarvoor u een aanvraag ingediend hebt, worden automatisch toegevoegd aan het opleidingsCV. Handig! Een ander voordeel van de tool is dat alle basisinformatie om uw sociale balans in te vullen wordt verzameld in één vooraf ingevuld document. Het aantal bedienden/arbeiders, het aantal opleidingsuren, ... U hoeft alleen maar het vooraf ingevulde document te downloaden en af te drukken!

Over Volta VOLTA is dé koepelorganisatie waar 3 dienstverlenende organisaties uit de elektrotechnische sector hun krachten bundelen in één organisatiestructuur om zo een optimale dienstverlening te kunnen aanbieden. Vormelek, Tecnolec en FBZ worden bestuurd door de sociale partners van de elektrotechnische sector. Daarin zijn zowel de werkgeversfederaties van de elektrotechnische sector (Eloya, Fedelec, FEE & Nelectra) als de werknemersorganisaties (ABVV-metaal, ACV-CSC Metea & MWB-FGTB) vertegenwoordigd. Meer informatie op www.volta-org.be

14 | ElektroVisie - april 2016


DOMOTICA KABLEERKIT

65,00 € Adviesprijs excl. BTW

- Duidelijke en overzichtelijke -bekabeling Duidelijke en overzichtelijke bekabeling - N, L, PE op 1 klem - N, L, PE op 1 klem - Tot 60 % plaatsbesparing - Tot 60 % plaatsbesparing - Modulaire bouwvorm

a

Inplugbare bruggen brug--Inplugbare Inplugabre gen - Markering via -WMB Markering via WBM schildjes of WMB inline schildjes WMB stripof WMB inline strip - Prijsgunstig - Prijsgunstig

-- Direct insteekbaar voor insteekbaar voor éénaderige éénaderige geleiders geleiders met metadereindhuls adereindhuls (tijdwinst (tijdwinstbij bij aansluiten) aanluiten)

Inhoud 30 x 2003-7646

klem N/L/PE

6 x 2003-7692

afsluitplaat

6 x 249-116

eindstuk brug 12 p.

3 x 2002-482 2 x 793-5501

Via uw WAGO verdeler www.wago.be info-be@wago.com

blanco markering


INSTALLATIE

Trends met betrekking tot de

smart home

Dit overzichtsartikel zet de trends en hypes rond slimme woningen, slimme elektriciteitsnetwerken en slimme toestellen van de afgelopen jaren nog eens op een rij.

Smart ‘Smart’ was en is nog altijd een veel gehypete term: men heeft slimme meters, slimme elektriciteitsnetwerken, slimme toestellen, slimme huizen, slimme uurwerken, slimme boilers, slimme TVs, en nog veel meer slims. “Smart” is een marketing term geworden om aan te geven dat je product meer kan dan dat van een concurrent. Maar zijn deze toestellen echt slim? Bij de meeste toestellen betekent slim dat het toestel geconnecteerd kan worden in een netwerk, meestal is dit het Internet. Deze toestellen bezitten doorgaans wat extra functionaliteit, maar intelligent zijn deze daarom niet echt. Sommige fabrikanten vinden de term ‘”smart” al ‘overhyped’ of misplaatst en gebruiken een andere term om zich te onderscheiden in de menigte. Zo spreekt Google/Nest niet meer van de

Thinka 16 | ElektroVisie - april 2016

‘smart home’, maar de ‘conscious home’ (het bewuste huis). Het huis (de thermostaat, rookmelder, camera,…) is zich bewust van de gebruikers, leert hun gewoontes en past zich voortdurend aan aan de veranderende omstandigheden. Zo bekom je de volgende termen rond de smart home: 1.Automated home 2.Connected home 3.Conscious home 4.Smart home. De smartphone (en tablet) zijn de ultieme interface met de gebruiker geworden. De smartphone en tablet, en de bijhorende APPs, zijn alom aanwezig en het belangrijkste connectiepunt met het Internet en sociale media geworden. Ook voor woningautomatisering en slimme toestellen is dit de voornaamste gebruikersinterface. De thermostaat is een goed voorbeeld om de impact van deze trend op de toestellen in huis aan te tonen. Oorspronkelijk had een thermostaat slechts één draaiknop om de gewenste temperatuur in te stellen. Eenvoudig en iedereen begreep het. Vervolgens nam de functionaliteit toe met de komst van de programmeerbare thermostaat waarbij de gebruiker een weekprogramma kon instellen. Spijtig genoeg was de gebruikersinterface meestal ondermaats zodat vele thermostaten niet of enkel bij installlatie werden ingesteld en niet bijgesteld wanneer de situatie veranderde. De huidige trend is terug naar thermostaten met een minimalistische gebruikersinterface, met terug slechts één draaiknop of +/- toets om de temperatuur in te stellen op het toestel. Daarbij kan men wel via een veel gebruiksvriendelijker APP op de smartphone of tablet de thermostaat programmeren of de status opvragen. Een ander voorbeeld zijn de display’s die typisch zijn voor de high-end woningautomatiseringssystemen, welke functionaliteit nu deels door de smartphone of tablet worden overgenomen. Wat wel steeds een constante blijft is toch een basisbediening via een/of andere vorm van drukknop/

schakelaar om snel en eenvoudig interactie te plegen met de woning. Een opkomende trend is de personal digital assistent, waarbij deze ingezet wordt om te communiceren met het slimme huis via een spraakinterface (zie verder). Midden 2014 bezat bijna de heft van de Belgen een smartphone1, de gebruikers geraken dus in toenemende mate gewend aan software en slimme toepassingen. Het kan dus ook de drempel naar domotica verlagen de markt in volume laten toenemen. Een voorbeeld hiervan is Thinka waarbij KNX geïntegreerd wordt met de smartphones van Apple om gebruik te maken van de stembediening, touchID en locatiebepaling om taken uit te voeren in de woning.

Beleid Het lokaal beleid wordt sterk beïnvloed door de richtlijnen en verordening op Europees niveau. Zo heeft men onder andere de volgende richtlijnen op het gebied van energie:de derde elektriciteitsrichtlijn, de derde aardgasrichtlijn, de richtlijn hernieuwbare energiebronnen, de energie-efficiëntierichtlijn. Via deze richtlijnen en hieruit volgend nationale regelgeving tracht men de energieconsumptie van toestellen en gebouwen te reduceren, en de productie en gebruik van groene duurzame energie te stimuleren. Op lokaal vlak heeft men de afgelopen 4 jaar de afbouw van subsidies voor zonnepanelen, het invoeren van de netvergoeding per kWpiek aan geïnstalleerde zonnepanelen, het dalen van de BTW op elektriciteit naar 6% en het uitblijven van een beslissing rond slimme meters gekend. Te verwachten is dat na 2015 de totale prijs van elektriciteit voor de gezinnen in België sterk zal toenemen (BTW terug naar 21%, de verrekening van de historische exploitatietekorten en -overschotten van de groenestroomcertificaten en vennoot1 http://blog.mediaspecs.be/dossier/vijfde-golf-multiscreen-mobile-survey-46-van-de-belgen-bezit-eensmartphone


INSTALLATIE schapsbelasting), dit terwijl de gas- en olieprijs dalen. Dit zou de eindgebruiker terug in de richting van fossiele brandstoffen kunnen sturen, doch uit klimaatoverwegingen, en om de energievoorziening te verzekeren (politieke verhouding met Rusland) zal Europa energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen blijven stimuleren.

Lerende systemen Terwijl vele van de hiervoor aangehaalde slimme toestellen niet echt intelligent zijn, zijn er ook toestellen op de markt die lerende algoritmes bevatten. Deze evolutie wordt vooral ook mogelijk gemaakt omdat we veel van onze persoonlijke informatie op het internet of lokaal netwerk beschikbaar stellen. Een voorbeeld hiervan is de slimme thermostaat die het model van de warmtehuishouding van het huis leert, de gewoontes van de inwoners leert inschatten en hierop een zichzelf aanpassende regeling toepast.

Internet of Things Het “Internet of Things” of kortweg IoT staat voor het geheel aan toestellen welke via het Internet een verbinding maken met andere toestellen, web servers, cloud diensten of personen. In 2015 is de IoT technologie op de top van de hype volgens Gartner (zie hype figuur van Gartner). Op de top van de hype cycle betekent dat de mensen betrokken bij deze technologie zeer hoge (onrealistische) verwachtingen hebben omtrent deze technologie. Wat volgt is meer realisme wanneer er enkele tegenslagen volgen, zoals inbraken in ICT netwerken in huis via de slimme koelkast, of de vaststelling dat deze toestellen toch niet zo goed met elkaar samenwerken. Enkel de toestellen waar het ‘verbonden zijn’ een meerwaarde biedt zullen stand houden. De koelkast tracht men al jaren “verbonden” te maken, maar geen enkele fabrikant heeft tot nu toe de klant van een bijhorende meerwaarde kunnen overtuigen. Maar ook fabrikanten ondergaan een leerproces, en uiteindelijk zullen er vele IoT toestellen opduiken die de klant een meerwaarde aanbieden. IoT is echter niet enkel beperkt tot de consumenten sector. IoT voor bijvoorbeeld de industrie wordt qua business nog hoger ingeschat. Toestellen op de werkvloer zullen met elkaar verbonden worden en de efficiëntie van het werkproces verhogen.

Evolutie naar meer diensten bij de producten Het idee van deze “diensten” is dat in plaats van enkel goederen te verkopen, bedrijven ook diensten die gebruik maken van deze goederen zullen aanbieden. Hierdoor is er

hype figuur van Gartner

ook een constante stroom van inkomsten. Vaak blijven de goederen eigendom van de leverancier. Siemens bijvoorbeeld biedt een dienst voor lichaam-scans aan aan ziekenhuizen in plaats van MRI-scanners te verkopen. Philips verkoopt een verlichtingsdienst aan steden en grote bedrijven, niet de lampen. Deze bedrijfsmodellen zetten leveranciers aan om hun producten en systemen zo te ontwikkelen dat storingen en reparaties minimaal worden en de levensduur van het toestel stijgt, want in dit bedrijfsmodel zal het de leverancier van een dienst geld kosten wanneer een systeem uitvalt of vroegtijdig moet vervangen worden. Ook is het dan aantrekkelijker om zoveel mogelijk functionaliteit van apparaten in software onder te brengen, zodat upgrades of aanpassingen kunnen gedaan worden zonder fysieke onderdelen te vervangen of iemand ter plaatse te moeten sturen. Dit wordt mogelijk door het feit dat alle apparaten verbonden zijn, gegevens uitwisselen en kunnen worden opgevolgd en beheerd vanop een andere locatie. De stroom aan gegevens wordt gebruikt voor het analyseren van de functionaliteit, het stroomverbruik, en het gebruik van deze toestellen, maar kan ook aangewend worden om storingen te voorspellen, proactief onderhoud uit te voeren, enz.

Software, software, software,…. Een gevolg is dat men zoveel mogelijk functionaliteit in software zal onderbrengen. Daar waar vroeger bepaalde functionaliteit omwille van performantie in de hardware werd gerealiseerd, wordt het nu meer en meer mogelijk om deze functionaliteit in software uit te voeren. Voorbeelden hiervan zijn soft-

ware defined radio’s (SDR) voor communicatie waarbij het gedeelte in gespecialiseerde hardware steeds vermindert ten opzichte van het gedeelte in software. Een mooi voorbeeld om aan te geven wat dit betekent is Tesla, waarbij de efficiëntie en performantie van een elektrisch voertuig verbeterd wordt of extra functies toegevoegd worden van op afstand via een software update zonder hiervoor naar de garage te moeten gaan.

Draadloze en power line communicatie in bestaande gebouwen Al deze slimme toestellen in huis verbinden is mooi, maar niet overal liggen er kabels om over te communiceren. Wanneer deze toestellen gevoed worden door het elektriciteitsnet kan dit net aangewend worden om over te communiceren doormiddel van Power Line Communication (PLC). PLC heeft echter nog te kampen met storingsbronnen in gebouwen die het communicatieverkeer sterk kunnen hinderen. Ook is het verbruik van deze toestellen vrij hoog vergeleken met het verbruik voor draadloze communicatie. Bovendien zullen een groot deel van de toestellen die men wilt verbinden niet beschikken over een 230V voeding. Draadloze communicatie met een laag verbruik dringt zich daarom meer en meer op. Populaire voorbeelden hiervan zijn Enocean, ZigBee, Z-Wave, Thread en Bluetooth Low Energy (Bluetooth Smart). Wi-Fi past men niet toe in batterij gevoede toestellen voornamelijk omwille van het hoge verbruik van Wi-Fi. In 2016 komt er wel een low power Wi-Fi welke minder zal verbruiken, maar ook een lagere datasnelheid zal aanbieden. Vermaasde (mesh) april 2016 - ElektroVisie | 17


INSTALLATIE

cloud-toepassingen netwerken zoals ZigBee en Z-Wave laten toe toch een aanzienlijk bereik en dekking aan te bieden in gebouwen op voorwaarde dat er genoeg knooppunten zijn in het netwerk. Dit is ook de reden dat de Bluetooth groep volgende jaar met een nieuwe standaard voor Bluetooth komt welke ook vermaasde netwerken op basis van Bluetooth zal aanbieden. Deze nieuwe standaard wordt als een belangrijke speler voor draadloze communicatie in slimme gebouwen getipt. Ook interessant om te volgen zijn de ontwikkeling op gebied van ‘LiFi’ – draadloos netwerk door middel van licht. Dat er verschillende populaire communicatie technologieën naast elkaar bestaan zal er voor zorgen dat er combo-chips op de markt komen die combinaties van ZigBee, Thread, Bluetooth en/of Wi-Fi zullen aanbieden. ‘Software Defined Radio’ zal deze trend ondersteunen.

Cloud architectuur Draadloze en mobiele IoT toestellen hebben over het algemeen een beperkte rekenkracht en geheugen. Een van de redenen hiervoor is het verbruik. Hoe meer rekenkracht gevraagd wordt, hoe sneller de batterij uitgeput raakt. De oplossing hiervoor is een deel van de functionaliteit waar veel rekenkracht voor nodig is te verschuiven naar systemen welke beschikken over veel rekenkracht (en energie). Voorbeelden hiervan zijn functies als spraak- en beeldherkenning op een smartphone welke veel rekenkracht vergen en doorgaans in de cloud uitgevoerd worden. GPS 18 | ElektroVisie - april 2016

is nog zo’n functie welke veel rekenkracht vergt en de batterij van een toestel kan uitputten. Rekenkracht is niet de enige reden dat er gecommuniceerd wordt met de cloud. Fabrikanten verdienen namelijk niet alleen geld met de verkoop van producten, maar trachten de verzamelde data ook ten gelde te maken. Een voorbeeld hiervan is een weerstation bij je thuis welke enkel via de cloud (het web) kan geraadpleegd worden. Voor de gebruiker brengt dit weinig meerwaarde. De gebruiker kan van op afstand zien hoe warm, koud of vochtig het in en buiten het huis is, maar het nut hiervan is zeer beperkt. De data van duizenden weerstations kan echter verkocht worden aan weerdiensten om hun modellen nauwkeuriger te maken. De cloud architectuur heeft wel nog vele andere voordelen voor de gebruiker: minder hardware in huis betekent ook minder energieverbruik, minder onderhoud, hogere betrouwbaarheid (minder uitval), of (software) modules die grote hoeveelheden data kunnen analyseren en aanwenden voor de gevraagde functie, eenvoudigere koppeling met andere webdiensten, raadplegen van de gegevens op afstand, enz. De cloud architectuur zorgt ook voor een klantenbinding en continue stroom van inkomsten. De Internet connectie mag echter niet uitvallen.

Interoperabiliteit / standaardisatie Om al deze toestellen te laten samenwerken en in eerste instantie te laten communiceren

met elkaar moeten deze dezelfde communicatietechnologie en taal gebruiken of van vertalingen gebruik maken, zo niet verstaan ze elkaar niet. Ideaal gebruikt men alle dezelfde taal en technologie, dit zal echter niet gouw gerealiseerd worden. Iedereen verplichten eenzelfde technologie te gebruiken kan innovatie in de weg staan. En niet alle fabrikanten geloven in dezelfde technologie. Binnen standaardisatie tracht men daarom het concept van vertalingen naar 1 taal als gemene deler te verwezenlijken. Het is wel duidelijk dat op het gebied van communicatie over verschillende netwerken heen IP/IPv6 als netwerkprotocol domineert. Dit wil niet zeggen dat elk netwerk over IP zal lopen. IP heeft immers ook enkele eigenschappen die het minder geschikt maakt voor draadloze netwerken met batterij gevoede toestellen. In het volgend nummer krijgt u deel 2 van dit artikel, met speciale aandacht voor elektrische voertuigen, batterijen, DC-netten en de marktspelers in het smart home gebeuren. We hebben het dan ook over IoT, de beveiliging van al die data en de intrede van nieuwe gebruikersinterfaces. Auteur: Dominic Ectors (VITO/Energyville) Voor Tecnolec Aanvullende redactie: Pieter Feys (Domica) voor Nelectra


CABLE SUPPORT SYSTEMS

Geef u

Geef uw kabelbeheer de beste draagkracht www.vergokan.com

Hartelijk dank voor uw bezoek aan onze stand


INSTALLATIE RONDETAFELGESPREK GEBOUWAUTOMATISATIE

Nelectra-installateurs in gesprek met Niko over Niko Home Control ElektroVisie besteedt deze jaargang veel aandacht aan het ‘slimme huis’, Smart Home, zoals de benaming algemeen is. En dat is niet zonder reden: we zijn er vast van overtuigd dat dit een van de belangrijkste trends is voor ons vakgebied. Opportuniteit ook voor onze installateurs en handelaars: dankzij hun vakmanschap technieken en toepassingen koppelen en probleemloos laten samenwerken. Vorig nummer kreeg u als inleiding een eerste algemene benadering en een blik op ‘slimme huizen’ op vakbeurzen zoals Light +Building en LivingInteriors. We maakten ook kennis met systemen zoals Somfy en Bushfree@home. Voor dit nummer bezochten we Belgisch producent Niko, waar enkele Nelectra-installateurs een uitgebreid gesprek hadden met de Niko-specialisten.

Wat is uw visie over gebouwautomatisatie? Stijn Melis, productmanager Niko : “Vanuit Niko vinden we dat iedereen recht heeft op een moderne elektrische installatie, die comfort en efficiëntie biedt op een aangename manier. En Niko Home Control is de concrete invulling van die visie van Niko voor nieuwbouw en voor grondige renovatie. Niko Home Control is er niet enkel voor de kapitaalkrachtigen, en niet enkel voor nieuwbouw. En deze elektrische installatie moet eigentijds zijn én blijven. Doorheen de verschillende levensfasen moet het upgradebaar én aanpasbaar zijn. Op een gegeven moment zullen onze installaties connecteren met het Internet of Things en met slimme netten. Dat het comfort moet bieden, spreekt voor zich, net zoals je er tijd en energie mee moet winnen. En de installatie moet eenvoudig te bedienen zijn, maar ook eenvoudig te installeren. De installateur is voor ons namelijk een erg belangrijke schakel. We ondersteunen hen om het ook voor hen zo gemakkelijk mogelijk te maken.”

Hoe breng je het aan de man? Eric Claus, nationaal voorzitter van Nelectra: “Woningautomatisatie is vaak moeilijk te verkopen, je botst op heel wat weerstand bij de klant.”

slissingen nemen vooraf, terwijl ze op dat moment moeilijk kunnen inschatten wat ze precies waar willen.” Eric Claus: “Als installateur moet je dan wel goed ingelicht zijn, zodat je ook weet wat je allemaal kan aanpassen en uitbreiden.” Sven Vanduren, zaakvoerder Electro Coteur uit Alken: “Klanten die bereid zijn om te investeren in woningautomatisatie, zijn vaak deze waarbij een architect betrokken is. En die staat er vaak niet voor open. Sommige architecten stellen vaak zelfs het tegenovergestelde voor, door bijvoorbeeld heel weinig stopcontacten te voorzien. En klanten die rechtstreeks bij ons terecht komen willen er vaak het geld niet aan geven. Zo had ik onlangs een project waarbij de architect de knoppen gecentraliseerd wou hebben. Hij wou echter geen home control, waardoor het wissel- en kruisschakelingen zijn geworden.” Dany Sturtewagen, director corporate affairs Niko Group: “We benaderen ook de architecten, en werken daarrond. Die weerstand is er vaak omdat ze er niet vertrouwd mee zijn.”

Dirk Van Steenlandt, zaakvoerder van A.E.M. Dirk Van Steenlandt uit Sint-Niklaas en nationaal ondervoorzitter van Nelectra: “Het is soms moeilijk om een klant duidelijk te maken wat dat comfort precies betekent, en wat efficiëntie is. Waar moet je het dan over hebben, over werkelijke verbruiken, technische specificaties…?”

Te gast in Sint-Niklaas 20 | ElektroVisie - april 2016

Katrijn Van Nieuwenhuyse, segment manager bij Niko: “Veel klanten vinden de flexibiliteit van de installatie belangrijk: het feit dat je zaken kan aanpassen zonder kappen of breken is een groot voordeel. Dat kwam onlangs op Batibouw opnieuw sterk naar voor in onze gesprekken met eindklanten. In België bouwen we goede woningen die lang meegaan. Maar woon- en leefgewoonten veranderen. Bovendien moeten mensen bij hun bouw- of verbouwproject onder stress heel veel be-

Stijn Melis: “Onze basisinstallatie bestaat uit een slimme kern, waaraan je modules kan toevoegen.”


INSTALLATIE Dirk Van Steenlandt: “Eigenlijk hoeft een klant of een architect niet te weten hoe het precies werkt op technisch vlak. Als de prijs hetzelfde is of het verschil klein is, kan je hen gemakkelijker overtuigen. Wij zorgen er wel voor dat het technisch in orde is. Wel zien we dat klanten er moeten aan wennen dat ze geen klik horen als ze de knoppen bedienen.” Stijn Melis: “Net om die reden zetten we de knoppen ook schuin, net zoals bij een klassieke installatie. We focussen bij Niko heel fel op bedieningsgemak, het moet allemaal vanzelfsprekend zijn.”

Wat beschouwt Niko als basiscomfort? Katrijn Van Nieuwenhuyse: “Het basispakket van Niko Home Control beschouwen we als basiscomfort. Dan hebben we extra modules voor comfort, voor veiligheid en voor energie-efficiëntie. Dat basispakket bestaat voor ons uit een alles-uit-functie, paniektoetsen, aanwezigheidssimulatie, tijdssturingen en het schakelen van stopcontacten. Daar horen ook de flexibele aanpassingen bij. Dat basispakket stellen we voor in vergelijking tot de klassieke elektriciteitsinstallatie. Vooral het feit dat je deze installatie kan aanpassen, spreekt klanten erg aan. Dat is niet alleen pas na 20 jaar van belang, maar vaak al vrij snel.” Dirk Van Steenlandt: “Aanpassingen zijn interessant, maar kunnen zelfs met zo’n systeem enkel als het ook fysiek mogelijk is, als de stopcontacten er zijn en de bedrading geschikt is. Er moet al een universele opstel-

ling zijn. Je moet er van bij het begin rekening mee houden, zodat het ook in praktijk kan.” Sven Vanduren: “Voor de bediening kan je voor een draadloos systeem gaan, maar dat is dan weer duurder.” Stijn Melis: “Een draadloos systeem heeft aan de basis dezelfde prijs. De toetsen worden iets goedkoper, de ontvanger iets duurder. Als je er van uit gaat dat er in elke hoek van de slaapkamer een voorbereid stopcontact staat, kan je al veel aanpassen.”

Hoe is de basisinstallatie op technisch vlak opgebouwd? Stijn Melis: “De basisinstallatie bestaat uit een slimme kern, waaraan je modules kan toevoegen. Die modules hebben specifieke functionaliteiten, afhankelijk van de vraag van de klant. Denk maar aan verwarmingssturing, sturing van het licht… Aan de kant van bediening zit alles op 2 flexibele draadjes, en de topologie is vrij: ster, lus,… Per plaats van bediening is bovendien maar één inbouwdoos nodig, hoeveel functies je ook hebt. Ook de snelheid van installatie en de robuustheid is belangrijk. We zorgen er voor dat er geen fouten kunnen gebeuren. Zo wordt alles in kasten geklikt, zonder dat er extra bekabeling nodig is in de kast, waardoor je snel kan opleveren.” Sven Vanduren: “Je herkent de verschillende componenten van de installatie nu inderdaad gemakkelijk: de voeding, IP-poorten, de controller met de testknop …” Stijn Melis: “Onze programmeertool werkt bovendien heel visueel en intuitief, hij is gemaakt door een ontwerper van video games. Daardoor is hij heel eenvoudig te gebruiken, niet enkel voor héél technische profielen. Elke installateur moet er mee kunnen werken. Zelfs complexere zaken zoals deurcommunicatie via IP kunnen via plug & play, waarbij het systeem zelf automatisch de deurpost vindt. Gedaan dus met poorten configureren, cip-problemen… De programmatie zit bovendien in de installatie zelf, niet enkel in de pc van de installateur. “

Een primeur!

Eric Claus: “Het vergt veel kennis en overtuigingskracht om woningautomatisatie te kunnen verkopen.”

Stijn Melis: “In primeur kunnen we al een nieuwigheid meegeven. Vanaf 1 juli wordt het hart van de installatie helemaal vernieuwd. Dat wordt een ‘connected controller’, waarmee we inspelen op de trend om altijd en overal ‘connected’ te zijn en controle te hebben over je woning, waar je je ook bevindt... Vanaf 1 juli kunnen alarmen en andere meldingen ook op

Dirk Van Steenlandt: “Klant of architect hoeven niet te weten hoe alles precies werkt, wij zorgen er wel voor dat het technisch in orde is.” afstand gepusht worden naar het toestel dat je bij de hand hebt, zoals een smartphone of tablet. Zo kan de klant ook buitenshuis melding krijgen van de rookmelder, dat de allesuit-knop is geactiveerd, dat de poort geopend is… Ook koppeling aan je alarmsysteem is mogelijk. Bij de nieuwe connected controller is er bovendien maar één module meer om alles te programmeren, deze vervangt 4 modules. Dat bespaart ruimte in de kast, en werkt gemakkelijker. Het laat ook toe een diagnosepagina te consulteren, die registreert wat er fout loopt. En er zit ook nog een router in waardoor de installateur geen gespecialiseerde IP-kennis hoeft te hebben om de Niko Home Control IPtoestellen te koppelen.”

Wat zijn de uitbreidingsmogelijkheden? Eric Claus: “Wat zijn de mogelijkheden precies? Zit verwarming dan niet bij het basispakket?” Stijn Melis: “Onder de noemer ‘comfort’ zit de koppeling van dimmers, bewegingsmelders, touchscreen en sferen. Ook de bedieningsmogelijkheden via smartphone of tablet zit er in. Deurcommunicatie zit dan weer in de thema ‘veiligheid’. En in het thema ‘energie’ zit naast de sturing van rolluiken en zonwering ook de koppeling met HVAC. Hierbij zijn er heel specifieke functies zoals voor warmtepompen.” Eric Claus: “Wat is er mogelijk op vlak van sturing van verwarming? En wat bij innovatieve installaties, zoals een hybride toestel, met een april 2016 - ElektroVisie | 21


INSTALLATIE gascondensatieketel en warmtepomp in één, gecombineerd met een PV-installatie? Gaat het echt om sturing, of enkel om meting?” Stijn Melis: “We nemen de zaken die de verwarmingsindustrie al terdege aanpakt niet over. Zo gaan we niet zo ver dat je bijvoorbeeld stooklijnen kan gaan uitzetten, dat laten we over aan de verwarmingsspecialisten. De koppeling laat toe om heel belangrijke scenario’s aan te sturen zoals de verwarming ook een graadje verlagen bij afwezigheid, of op bepaalde momenten, en dat per dag en per ruimte. Momenteel laat de energiemodule een energiemeting toe, geen sturing. Maar de bewustwording rond energieverbruik kan al leiden tot 10 à 20% energiebesparing. Die functionaliteit zit er al in, niet alleen voor elektriciteit maar ook voor gas en water. Het ecodisplay toont het verbruik van je woning, maar bevat ook de knop waarmee je de alles-uit aanstuurt. Zo zie je meteen het effect van het uitschakelen van toestellen die anders onnodig verbruiken. Hoe meer toepassingen er zijn in je woning, hoe groter effect uiteraard. Als je je woning verlaat, duw je op de ecoknop van het display. Dan zie je het verbruik ineens zakken. Op audio en video spelen we niet in. De hele audiowereld kent om de 2 jaar belangrijke nieuwigheden, terwijl Niko lange tijd op de markt wil blijven, en stabiliteit wil bieden. Uit bevragingen bij eindklanten blijkt ook dat de nood hieraan niet zo groot is. Vaak hebben geïnteresseerden al een installatie die geconnecteerd is, en die ze kan al via een app

kunnen bedienen, alleen gaat het dan via een andere toets.”

Programmeren Stijn Melis: “De klant kan zelf kleine dingen wijzigen, zoals de timing van een actie, de kalenderfuncties enz. Aan de installatie zelf kan hij niets veranderen, we willen de installateur daarin niet passeren.” Dirk Van Steenlandt: “Kan de installateur ook bij de klant inloggen, of kan enkel de klantendienst van Niko dit? Dit zou nuttig zijn, zodat je je als installateur niet moet verplaatsen om iets te wijzigen, terwijl Niko toch controle heeft. En hoe werkt het programmeren via de smartphone?” Stijn Melis: “We denken er aan om aanpassingen aan de programmatie van op afstand in de toekomst mogelijk te maken, maar we moeten daarbij ook denken aan zaken zoals privacy. Vanaf juni zal onze klantendienst inderdaad de installateur van op afstand kunnen bijstaan als hij ter plaatse is. De app op smartphone is gemakkelijk te programmeren. Als installateur laad je het plan in, geef je de namen in van de kamers en de bediening ervan. Eens die configuratie gebeurd is, kan hij of de klant dit gemakkelijk wijzigen. Je kan gemakkelijk een overzicht vragen van de kamers of van de functies. Qua bediening volgen we de logica van IOS of Android: door lang te drukken, kan je wijzigingen aanbrengen aan tekst, pictogrammen, lichtkringen… En de configuratie wordt automatisch gegenereerd naar de app. Als installateur kan je ook bepaalde zaken zo programmeren dat klant ze niet kan wijzigen, om fouten te vermijden.”

Houdbaarheidsdatum van de installatie Stijn Melis: “Er is, zegt men, een trend binnen de consumentenelektronica dat ze ontworpen zijn om maar 5 à 6 jaar mee te gaan. Bij Niko willen we dat onze installaties meer dan 30 jaar meegaan. We bestaan binnenkort ook 100 jaar, en zullen nog lang blijven bestaan. We kunnen dan ook lange garanties bieden!” Dirk Van Steenlandt: “Meestal moet je binnen de 10 jaar toch ergens een voeding vervangen.

Katrijn Van Nieuwenhuyse: “Het feit dat je de installatie kan aanpassen en uitbreiden spreekt de klanten erg aan.” 22 | ElektroVisie - april 2016

Dany Sturtewagen:” Dat kan. Klanten verwachten terecht dat zo’n installatie even lang mee gaat als een gewone installatie. Dankzij de RF-sturing is ons systeem ook heel gemakkelijk uitbreidbaar zonder slijpen of breken.”

Sven Vanduren: “De andere installateurs binnen een project moeten er rekening mee houden als er gebouwautomatisatie voorzien is.”

Stijn Melis: “We hebben er bewust voor gekozen om onze merknaam te verbinden aan onze oplossing, en niet te werken met bijvoorbeeld KNX. We willen altijd kunnen inspelen op de noden van de consument en van de installateurs: bij vragen of opmerkingen weten we dat wij het volledig in handen hebben, en onze verantwoordelijkheid kunnen opnemen. Als een installateur over 10 jaar zou stoppen, dan is de support van Niko er nog.”

Wat bij een bestaande klassieke installatie? Stijn Melis: “Bij een bestaande installatie met teleruptoren kan Niko Home Control zonder probleem geïntegreerd worden. Qua bekabeling is er namelijk geen probleem, want je hebt net minder kabels nodig. Ook de bedieningen kan je hergebruiken, je moet de knoppen dus niet wijzigen. Alles kan in de kast en met behulp van businterfaces achter de schakelaars aangepast worden, zonder kappen of breken. Het enige beperkende is de afstand van de kabels, omwille van hun sectie. Maar je kan tot 150 m van de kast gaan, dus daarmee kom je al heel ver. Een bestaande installatie voor videofonie kan je wel niet aan een nieuwe Niko Home Control koppelen. In dat geval zou je dan ook de buitenpost moeten vervangen. ”

Gebouwautomatisatie, een zaak van velen? Stijn Melis: “Er komen alsmaar meer spelers op de markt van ‘slimme woningen’. Maar vaak hebben ze maar een ‘one-trick-pony’:


INSTALLATIE Dany Sturtewagen: “Dat probleem zien we inderdaad ook opduiken, maar we hebben daar momenteel geen oplossing voor.” Sven Vanduren: “Onlangs had ik nog een woning waarbij de installateur centrale verwarming kleppen had geïnstalleerd die niet konden gestuurd worden. Nochtans wist hij dat er gebouwautomatisatie voorzien was. Ook de andere installateurs moeten er de nodige kennis over hebben. Vaak schieten andere techniekers op ons als er iets niet werkt, maar zij hebben vaak maar met één facet te maken.”

Dany Sturtewagen: “De elektrisch installateur is het centrale punt in het hele automatisatieproces.”

een product dat één functie heeft, dat leuk is als gadget, maar meer niet. En om iets slim te laten werken, zal er ook altijd een professional nodig zijn. Een slimme lamp of een slimme thermostaat die de klant zelf installeert, zal vaak niet slim werken. Een installateur moet daarom in alle markten een belangrijke rol spelen, ook in de renovatiemarkt. Zonder professionals zal er van the Internet of Things of Smart Home niet veel in huis komen.” Eric Claus: “Verwarmingsinstallateurs en fabrikanten uit de verwarmingsindustrie gaan vaak eerder producten zoals NEST promoten, in plaats van een Home Control systeem, omdat ze dat niet kennen. Benaderen jullie ook fabrikanten of installateurs van verwarmingstoestellen om dit aan te pakken?”

Dirk Van Steenlandt: “Dat is ook zo voor rolluiken, zonwering… Maar intussen verloopt de communicatie tussen verschillende techniekers steeds slechter, terwijl er net meer afstemming nodig is. Andere installateurs of aannemers willen zich vaak niet wagen aan automatisatie op een ander systeem, en kiezen dan voor het systeem waar zij mee vertrouwd zijn. Vooral de consument moet er achter staan, en er over waken dat producten compatibel zijn. Misschien moet dat ook meegenomen worden in de communicatie naar de consument.” Sven Vanduren: “Ik raad aan andere aannemers aan om bijvoorbeeld klassieke rolluiken te zetten. Wij zorgen dan wel voor de automatisatie ervan.” Dany Sturtewagen: “De elektricien heeft een grote stap voor op de andere, of het nu gaat om systemen van Somfy, Velux, Honeywell… De elektrisch installateur is het centrale punt.” Stijn Melis: “We willen de drempel voor andere techniekers zo laag mogelijk maken. Daarom automatiseren we enkel op het niveau van ‘op, neer’ of ‘aan, uit’, zonder meer… “ Dirk Van Steenlandt: “Niko zou met andere fabrikanten moeten overleggen, zoals fabrikanten van rolluiken, hvac, deuren… Als er

Europees mandaat voor Dany Sturtewagen CECAPI, de vereniging van Europese fabrikanten van elektrisch installatiemateriaal, koos Dany Sturtewagen, director corporate communication & pr van Niko (Sint-Niklaas), uit als nieuwe voorzitter voor de komende drie jaar. Dany wil vooral inzetten op een betere communicatie tussen de verschillende sectororganisaties. Doel: wegen op de Europese besluitvorming en zo elke woning in Europa een zo veilig, energiezuinig en innovatief mogelijke elektrische installatie geven.

25 rolluiken verkeerd uitgevoerd zijn met een RF-sturing, dan heb je een groot probleem. Afstemming is dus heel belangrijk. De communicatie onder installateurs blijkt niet te werken en is ook niet eenvoudig. Hoe kan een aannemer bijvoorbeeld rolluiken testen bij problemen zonder dat hij kennis van het Home Control systeem heeft? Hoe kan hij anders weten hoe koppelingen lopen, hoe hij het moet testen….? Dat betekent ook dat je 2 installateurs over de vloer moet krijgen voor herstellingen. De architect zou een belangrijke rol kunnen spelen in de samenwerking tussen de verschillende partijen. Maar momenteel is er vaak een gebrek aan respect tussen diverse installateurs en aannemers. Terwijl we net ons werk meer op elkaar moeten afstemmen, met de huidige evoluties in het bouwen.”

Gebouwautomatisatie: overleg tussen alle betrokken installateurs is zeker nodig!

Interview: Marc Van Hove en Mieke Bonnarens (tekst) Foto’s: Dann april 2016 - ElektroVisie | 23


INSTALLATIE SMART PANELS, DE LINK MET ENERGIEBESPARING Flink wat besparingen doorvoeren, terwijl de continuïteit van je energievoorziening verzekerd blijft en de productiviteit hoog blijft. Da’s de leidraad waarmee Schneider Electric, wereldleider in energiebeheer, een nieuw concept in de bordenbouw lanceert: de Smart Panels, of slimme borden. Aan Gary Van Haudenhove en Ivan Lemaître van Schneider Electric vroeg ElektroVisie hoe de energievork aan de steel zit.

P

roblemen zijn er om opgelost te worden, een logica die elke elektro-installateur maar vanzelfsprekend vindt. Een tweede gegeven is: alles kan beter. Daarom, één: wat is eigenlijk het probleem? En twee: hoe pak je dat aan?

“Besparen en het verbruik optimaliseren” Gary Van Haudenhove, senior sales manager diffuse market (onder meer groothandels) : “Bordenbouwers of installateurs leven niet op een eiland, maar opereren net als iedereen in een almaar internationaler wordende maatschappij. Omdat stilstaan gelijk staat met ter plaatse trappelen en achteruit boeren, moet je toekomstgericht werken. De context van nu en vooral straks is er een van toenemende digitalisering en verstedelijking,

De slimme borden van Schneider Electric en het besef dat de fossiele grondstoffen gaandeweg opgebruikt raken is essentieel in de energievoorziening. Cruciaal is deze tegenstrijdigheid of paradox: de elekrische energievoorziening moet wereldwijd verdubbelen tegen pakweg 2030, terwijl de C0²-uitstoot drastisch hoort te verminderen. Hoe verzoen je die tegenstellingen op korte termijn? We staan voor grote uitdagingen: de stijging van de energieprijzen, de klimaatverandering, de wil om minder energie te verbruiken. De context is bij uitstek internationaal. Want een aantal Europese richtlijnen en normen zetten in op het optimaliseren van ons verbruik en besparen waar dat enigszins mogelijk is op het vlak van installaties, en dat in een markt die volop in beweging is, zeg maar groeit. De doorsnee eindgebruiker streeft naar een besparing van allicht zo’n 10 tot 20 procent op zijn/haar energiekost. Dat houdt in: zo zinvol en omzichtig mogelijk investeren zonder de continuïteit van zijn/ haar bedrijf in het gedrang te brengen én problemen van energie-uitval voorkomen. En als het om ondernemingen gaat, kunnen dat bijvoorbeeld restaurants zijn of ook grotere en kleine gebouwen of fabrieken, noem maar op. In die optiek lanceerde Scheider Electric de Smart Panels. Wij hebben niet de pretentie onze planeet te willen of kunnen redden, maar we dragen met deze innovatie wel sterk bij tot een oplossing”.

Gary Van Haudenhove: “Schneider heeft een uniek concept in de laagspanning op punt gezet” 24 | ElektroVisie - april 2016

“Meten, overbrengen, visualiseren, beheren” Heel concreet dan: hoe ziet die poging tot oplossing van Schneider Electric eruit, zonder dat we in àl te technisch jargon vervallen? Ivan Lemaître, verantwoordelijke operationele marketing LV normalisatie: “Vroeger werden vermogenschakelaars en andere componenten op ambachtelijke wijze ingebouwd in installaties. Vandaag gebeurt dit in functionele borden en voortaan voegen we aan die verdeelborden een intelligente functie toe. Met de basis van het hele proces zijn we vertrouwd: de vermogensapparatuur, de verdeelkasten dus. We kunnen voortbouwen op bestaande of nieuwe installaties of projecten, al dan niet goed beveiligd. Schneider Electric ontwikkelde een flexibel systeem voor energiemeting van vermogens van 2 tot 6300 ampère, waarbij de meting apart of geïntegreerd gebeurt, alvast voor alle gebouwen behalve de residentiële. Schneider Electric kan bovendien bogen op solide ervaring in de integratie van elektronica in vermogensschakelaars én op het vlak van innovatie.” “Hoe gaan we te werk? De basis is : meten en beveiligen. Maar we moeten de data ook kunnen overbrengen van de basis (LS distributiekast, vermogensapparatuur) naar een dashboard of de computer. Overbrengen noemen wij connect, aankoppelen. En die communicatie kan via displays en/of interfaces met Modbus/Ethernet communicatiebus / internet of een bussysteem of een link of via interfaces. Bij oude installaties kunnen eventueel stroomtransformatoren worden geplaatst. Na het verbinden of connecteren kan alle informatie in beeld/in kaart worden gebracht, gevisualiseerd, en dat zowel ter plekke, lokaal, als vanop afstand .De meetresultaten (historiek en real time) leggen de vinger op de wonde van (te) grote verbruiken en/of verliezen in onze installatie. Van daaruit kan je gaan kijken waar je kan besparen of selectiever in- en uitschakelen. Voorts zal het systeem ons alarmeren als een ongewenste uitschakeling dreigt te gebeuren, zodat we kunnen ingrijpen en onze bedrijfscontinuïteit verzekeren. Doet er zich een stroomonderbreking voor of is er een onderbreking door uitval of bijvoorbeeld een overbelasting van een de vermogensschakelaar, dan onderzoe-


INSTALLATIE

Ivan Lemaître: “We voegen intelligentie toe aan verdeelborden” ken we dat en komen we met een oplossing. Aan de hand van audits en rapporten bij klanten helpen we hen bij het tegemoet komen aan (Europese en andere) normen en richtlijnen en mikken we op energiebesparing. Dat is de laatste stap: het proces beheersen en beheren”.

“Continuïteit en veiligheid verzekerd” Ivan Lemaître: “Het Smart Panels systeem van Schneider Electric is een internationaal concept, en da’s nogal uniek voor elektrische installaties. Het helpt de pijnpunten op te sporen van oude en nieuwe installaties. We beheren het hele gebeuren, de hele ketting. We zetten bovendien sterk in op eindklanten/ studiebureaus en op de groothandels én op gecertifieerde installateurs/bordenbouwers. In samenwerking met elektro-groothandels zoals Cebeo, Cheyns en Rexel, hebben we studiecentra opgezet waar de verdeelborden van de klanten worden geconfigureerd. Het gaat om specialisten die zijn opgeleid bij Schneider Electric, en de studiecentra werden geauditeerd en zijn gecertificeerd. Belangrijk is immers dat de elektro-installateurs en de gecertificeerde bordenbouwers perfect op de hoogte zijn van het concept, ze moeten in staat zijn om de Smart Panels moeiteloos te ‘implementeren’, om het met

een duur woord te zeggen. De bus-communicatie wordt door ons getest met de Ecoreach-software van Schneider Electric: de aangesloten apparaten worden automatisch ‘gescreend’ op de correcte werking, de digitale aansluiting wordt grondig getest. De rol, de opdracht van de installateur is, de eindklant te overtuigen om in het systeem te stappen, wat hem/haar de nodige besparingen oplevert. De eindklant in bijvoorbeeld de banksector, de ziekenhuiswereld of bij grote warenhuizen kan het systeem ook zélf beheren. In dit hele verhaal benadrukken we dat wij van Schneider Electric op alle vlakken blijven voldoen aan de geldende normen en dat we de veiligheid van de installatie bij de eindklanten vrijwaren en verzekeren. Ook de bedrijfscontinuïteit blijft overeind en kan eventueel nog verhoogd worden. In ons concept betrekken we al onze partners: studiecentra, installateurs, bordenbouwers,…”

Plug-and-play Gary Van Haudenhove rondt af: “Wat de Smart Panels onderscheidt van andere concepten of systemen? Dankzij onze ervaring en know-how durven we beweren dat Schneider hiermee een uniek concept in de laagspanning heeft op punt gesteld. Alleen wij hebben zicht op het totale plaatje, het hele verhaal. Wereldwijd worden wij erkend

als leverancier van de meest betrouwbare en best presterende apparaten voor beveiliging, besturing en meting, en onze systemen voor het bouwen van efficiënte laagspanningsborden behoren tot de top. Dit concept werd in alle mogelijke configuraties getest door deskundigen, in degelijk uitgeruste labo’s. We hebben er ook over gewaakt dat de compatibiliteit van de apparaten omzeggens totaal is. En voorts reiken we de installateurs en bordenbouwers uitvoerige documentatie aan: gebruikershandleiding, gedetailleerde tekeningen, bekabelingsschema’s. Smart Panels vereisen geen gigantische investering, wel betaal je een prijs die op termijn een grote besparing oplevert, in overeenstemming met de internationale product- en energienormen. De verbinding of interface gebeurt haast spelenderwijs en heel eenvoudig, via plug-and-play, heel interessant dus voor bordenbouwers en installateurs. Kortom: onze intelligente gedigitaliseerde elektrische laagspanningsborden zorgen ervoor dat talloze gebouwen verbonden zijn met energiebesparing”. www.schneider-electric.com Een reportage van Marc Van Hove en Wouter Vloebergh (tekst). Foto’s: studio Dann april 2016 - ElektroVisie | 25


INSTALLATIE

EMC (12) Verspreide voedingssystemen In deze bijdrage wordt ingegaan op twee voorbeelden uit de praktijk, waarbij een zekere keuze bestaat tussen een centraal voedingsgedeelte, of een totaal verspreid voedingsgedeelte per module of component.

E

en eerste voorbeeld betreft een schakelkast met meerdere sturingen en PLC’s, waarbij de keuze kan gemaakt worden om elk onderdeel direct op de netspanning aan te sluiten, dan wel een laagspanning-DC voedingsnetwerk te voorzien, met slechts één centrale AC/DC omvormer (en eventueel een verdere verdeelbus met meerdere DC/DC omvormers naargelang de nodige spanningen).

driver, maar waarbij dan uiteraard langere verbindingskabels naar de verschillende luster dienen geïnstalleerd te worden. Precies die langere kabels met een ongefilterd stuursignaal tussen driver en LEDlampen kunnen oorzaak zijn van een EMC stoorprobleem.

Waar dient dus opgelet te worden in de praktijk? In de praktijk zal rekening dienen gehouden te worden met een aantal effecten en voorwaarden. We behandelen eerst het voorbeeld van een verdeeld DC spanningsnetwerk.

Een tweede voorbeeld betreft een geheel van LED-lampen (en als voorbeeld een kroonluster), waarbij ook de keuze kan gemaakt worden om elke LED-lamp direct aan te sluiten op het 240 Volt net, dan wel met één gemeenschappelijke driver te werken per kroonluster (of zelfs per meerdere).

Storingsproblematiek De storingsproblematiek ziet er voor de twee keuzemogelijkheden van beide voorbeelden totaal anders uit. Indien de netspanning doorgevoerd wordt tot op de verschillende bouwstenen, dan bestaat de mogelijkheid dat elke component op zichzelf gefilterd kan worden, en zo ook meteen aan de vereisten voor de CE markering voldoet. Op deze manier kan een grotere installatie ook via de bijhorende CE verklaringen en/of testrapporten conform verklaard worden. In het geval van een kroonluster is dit vrij duidelijk: ofwel wordt elke lamp op het 240 V net aangesloten, ofwel wordt er een centrale driver voorzien voor de gehele kroonluster, waarbij de LEDlampen dan op laagspanning gevoed kunnen worden. Eventueel kan bij meerdere lusters ook gedacht worden aan één gemeenschappelijke 26 | ElektroVisie - april 2016

Indien de verschillende modules of componenten opgeleverd worden als “zelfstandige” modules met een eigen EMC CE verklaring stelt zich niet direct een probleem. In de twee gevallen van bovenstaande figuur stelt zich wel een gelijkaardige situatie, namelijk dat er een gemeenschappelijk input-filter nodig is om de installatie op een EMC behoorlijke wijze op het net te koppelen. Op zichzelf is niet ook niet meteen een probleem bij een gepaste keuzen en goede montage van het filter. Het probleem situeert zich bij de tweede uitvoering bij de eerste (AC/DC) voedingsmodule. Deze voedingsmodule wordt qua EMC gespecificeerd naar de eigen productnorm IEC EN 61204-3. In de testcondities van deze norm staat dat de belasting van de voeding tijdens de testen zelf geen elektromagnetische storingen mag veroorzaken. In de praktijk wordt hiervoor een weerstand genomen, die de nominale belasting van de voedingsmodule voorstelt. Het gevolg hiervan is dat de schakelende voeding zich in een regimetoestand van constante stroom instelt. Dit is geenszins het geval in de praktijk, waar de “echte” belastingen een aantal elektronische modules zijn, met een dynamisch gedrag en waarvan de pulserende stromen (volgens klokfrequentie) de voedingsmodule in een dynamische toestand houden. Dit houdt dus in dat in een aantal gevallen een CE EMC voedingsmodule wel correct gecertificeerd is volgens de eigen productnorm IEC EN 61204-3, maar in de praktijk toch een zeker niveau van “conducted


INSTALLATIE emission” zal veroorzaken, die eventueel extra zal dienen gefilterd te worden. In het voorbeeld van een aantal LED-lampen is de situatie nog anders.

Ofwel worden de verschillende lampen direct door het 240 V net gevoed. Deze uitvoering van LED-lampen zal op zichzelf aan de eigen productnorm IEC EN 55015 voor de CE EMC verklaring voldoen. Het is duidelijk dat dit een dure oplossing is, omdat elke lamp dan zowel een eigen netfilter als een eigen driver moet hebben.

Bij een gemeenschappelijke driver komt er een extra bedrading tussen driver en LEDmodules, waarover de aansturing van de LEDmodules dus gebeurt en in wezen niet gefilterd is. Deze (langere) bekabelingen kunnen dus als antenne fungeren, met mogelijke stoorstralingen als gevolg. In elk geval is het aangewezen om deze bekabelingen als twisted pair uit te voeren, zodat de mogelijke koppeling met de omgeving tot een minimum beperkt wordt. In elk geval dienen de aanwijzingen van de fabrikant omtrent mogelijke kabellengtes in acht genomen te worden. In deze bijdrage werden twee praktijkvoorbeelden besproken, waarbij – afhankelijk van de keuze van uitvoering en montage – een andere aanpak naar EMC nodig is om tot een conform systeem te komen. Een en ander hangt daarbij af van zowel de technische eigenschappen van de verschillende onderdelen en componenten, als van de uiteindelijk kostprijs.

Prof. dr. ir. Johan Catrysse FMEC – Laboratorium voor EMC KULeuven, `KULab technologiecampus Oostende Zeedijk 101, 8400 Oostende

1 2 4 80

event dagen

locaties exposanten

REXEL THE FUTURE

VLAANDEREN Donderdag 2 juni 2016: 16 – 24u Golfclub Witbos - Herentals Ghelamco Arena - Gent

WALLONIË Donderdag 9 juni 2016: 16 – 24u Palais des Congrès - Liège Micx – Mons

www.rexelthefuture.be

april 2016 - ElektroVisie | 27


INSTALLATIE

Keuze van elektrische leidingen

V

oor wie het nog niet wist: het koninklijk besluit van 25 april 2013, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 2013, wijzigde de artikels 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200 en 207 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties en bepaalde daarbij dat die voorschriften van toepassing zijn op de belangrijke wijzigingen en uitbreidingen van installaties waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet aangevangen was op 4 september 2013.

Wat is de impact op de keuze van de elektrische leidingen? Die verschillende artikels zijn allemaal even belangrijk, maar artikel 104 heeft zeker de meeste impact gehad op de keuze van elektrische leidingen, omdat daarin heel uiteenlopende bepalingen hun intrede doen, onder andere met betrekking tot de indeling van kabels, compartimenten, ruimten met een verwaarloosbaar brandgevaar en ruimten met een bijzonder brandgevaar, enz. Op basis van artikel 104 worden de leidingen voortaan en logischerwijs gekozen op basis van de indeling van de kabels met inachtneming van de uitwendige invloeden en de bepaling van de vitale stroombanen die werden vastgelegd door de exploitant van de installatie. Artikel 19 van het AREI bepaalde al dat de plannen van de uitwendige invloeden moeten worden gevalideerd en geparafeerd door de exploitant en de vertegenwoordiger van de erkende controle-instelling, en nu bepaalt artikel 104 van het AREI dat dat ook geldt voor de plannen van de vitale stroombanen.

Wat zijn de gevolgen voor de keuze van elektrische leidingen? Als gevolg van het verschijnen van enkele specifieke bepalingen in het AREI, zoals

bijvoorbeeld « F1 » en « F2 », die enkel voorkomen in de technische voorschriften van de Belgische norm NBN C 30-004, werden verwanten aan de sector zoals exploitanten, studiebureaus, installateurs, fabrikanten en controle-instellingen heel snel geconfronteerd met een reeks interpretaties die te wijten zijn aan de veelheid van normen, soms zelfs onvergelijkbare, die worden gebruikt door de verschillende kabelfabrikanten. Er bestaat nochtans een Europese verordening, de CPR(1) 305/2011/EU, die geharmoniseerde voorschriften vastlegt voor het verhandelen van bouwproducten, waaronder elektriciteitskabels, in de Europese Unie. De door de CPR opgelegde normen delen de kabels in in 7 klassen A, B1, B2, C, D, E, F in afnemende volgorde van uitvoering. Verschillende parameters zoals het vrijkomen van warmte en de verspreiding van de vlam worden beoordeeld. Naast deze hoofdindeling hebben de Europese instanties het eventueel gebruik van bijkomende parameters («a» = acidity ; «s» = smoke ; «d» = droplets) gereglementeerd. In tegenstelling tot een «richtlijn» is een «verordening» rechtstreeks van toepassing in alle landen van de Europese Unie, zonder dat ze moet worden omgezet in de nationale wetgevingen. Deze bepaling versterkt de interne markt dus en beperkt de interpretatieverschillen tussen de verschillende Lidstaten. Op 13 november 2015 verscheen het publicatieblad van de Europese Unie 2015/C378/03, waarin werd gepreciseerd dat de norm EN 50575:2014 met betrekking tot « Elektrische leidingen voor voeding, sturing of communicatie - Elektrische leidingen voor algemeen

gebruik in bouwwerken waarvoor eisen voor brandgedrag van toepassing zijn » ten laatste op 1 juli 2016 in elke lidstaat als geharmoniseerde norm van kracht moest worden, en dat die norm niet meer naast andere normen mocht bestaan tegen 1 juli 2017! Gedaan met elektrische leidingen volgens NBN C30-004, NF C32070 of DIN VDE 0472, enz. We zullen nu eindelijk allemaal dezelfde taal spreken. De nationale overheden moeten echter nog bepalen welke uitvoeringsklassen van toepassing zullen zijn in welke soorten gebouwen. De fabrikanten van leidingen, die al vertrouwd zijn met die verordening, zullen hun catalogi en technische leidraden snel aangepast hebben, maar het blijft een feit dat de wettekst die momenteel in artikel 104 van het AREI staat niet meer zal overeenstemmen met de indelingen die worden opgelegd door de CPR. De Federale Overheidsdienst Economie is van plan een « concordantietabel » tussen de brandgedragklassen die worden opgelegd door de CPR en de voorschriften van art. 104 van het AREI te publiceren. Wij hopen dan ook dat die informatie zo snel mogelijk zal worden gepubliceerd zodat de overgang zo vlot mogelijk verloopt. (1) CPR is de Engelse afkorting van « Construction Products Regulation »

Philippe BIRON Technical Manager Electricity

Indeling van de gebouwen volgens art. 101 van het AREI

Indeling van de elektrische leidingen volgens art. 104.01.a van het AREI

Opmerkingen

Ruimten met een verwaarloosbaar brandgevaar (BE1 + CA1 + CB1) Ruimten met een verwaarloosbaar brandgevaar (BE1 + CA1 + CB1) Ruimten met een bijzonder brandgevaar (BE2 of BE3 of CA2 of CB2) Moeilijk te ontruimen ruimten (BD2 of BD3 of BD4)

F1 – niet vlamverspreidend en zelfdovend

Enkelvoudig gelegde geleiders of kabels. Uitzonderingen 104.03.a.a3

F2 – F1 in bundel en in verticale positie - niet vlamverspreidend en zelfdovend

In bundel of in laag gelegde elektrische kabels Uitzonderingen 104.03.a.a3 Geldig voor alle installatiewijzen

Vitale stroombanen

FR2 – minimaal Rf 1u

28 | ElektroVisie - april 2016

F2 of in een F2-mantel SD – doorschijnende verbrandingsgassen SA – niet corrosieve verbrandingsgassen

Deze kabels zijn ook F2 en F1. Hoge gebouwen, theaters, sportzalen, discotheken, scholen, ziekenhuizen, rusthuizen, ... Leidingen en toebehoren Weerstand geleiders => T° Deze kabels zijn ook SA, SD, F2 en F1.


PUBLITORIAL

Synergie uit automatisering en verlichting: ESYLUX op Light + Building 2016 Human Centric Lighting was een hoofdthema op Light + Building 2016. Geen wonder dat er alom aan biologisch werkzame verlichting veelbelovende toekomstperspectieven worden toegekend. Verlichting en intelligente besturingstechnologie groeien steeds meer naar elkaar toe. ESYLUX, als automatiseringsspecialist heeft dit perfect begrepen en heeft dit thema dan ook bij de presentatie van zijn innovatieve gamma industriële verlichting op Light + Building 2016 een vooraanstaande rol laten spelen.

Biologisch werkzaam licht voor standaardbureaus

In de meest geavanceerde uitvoering van de LEDpanelen integreert ESYLUX zijn SymbiLogic Technology. Dit systeem produceert een biologisch werkzaam licht, dat door de dynamische verandering van helderheid en kleurtemperatuur de vitaliteit, het concentratievermogen en de gezondheid van de gebruiker bevordert. Dankzij de geïntegreerde sensortechniek wordt ook hier het reeds aanwezige daglicht benut. Dit maakt naast de hogere energie-efficiëntie tegelijkertijd een betere helderheidsregeling en zodoende een nauwkeurigere controle van de biologische lichtinwerking mogelijk. Hierbij wordt continu een genormeerde minimale helderheid gegarandeerd. Als alternatief voor de dynamische lichtniveaus kan de gebruiker op dit uitbreidingsniveau te allen tijde traploos de kleurtemperatuur aanpassen tussen 2700 en 6500 kelvin en deze in combinatie met een gekozen helderheidswaarde in scènes opslaan.

Vitaliserend werklicht voor systeemplafonds: de NOVA Quadro-sets van ESYLUX

Als systeemoplossing met talrijke uitbreidingsmogelijkheden die in de typische 60x60cm rastermaat van systeemplafonds kan worden geplaatst, heeft ESYLUX de NOVA Quadro-sets ontwikkeld. Deze bestaan uit telkens vier armaturen in verschillende master/slave-configuraties. Omdat de drivers voor de hele set zich in de master-armaturen bevinden, kunnen de slave-armaturen van de set met behulp van RJ45-stekkers door middel van plug-and-play met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn in de master-armaturen een aanwezigheidssensor en ESYLUX Light Control geïntegreerd – de centrale aansturing voor het lichtmanagement. Zo brengt u voor de hele set een aanwezigheids- en daglichtafhankelijke constante lichtregeling tot stand. In uitgebreide uitvoering wordt elke armatuur van de set bovendien uitgerust met een eigen lichtsensor. Hierdoor kan dan voor elk verlichtingsbereik een individuele constante lichtregeling worden ingesteld.

Talloze uitbreidingsmogelijkheden via DALI

In grotere ruimten vormen de sets de basis voor een uitgebreid systeem: met behulp van de in de master-armaturen geïntegreerde DALI-interfaces kunnen ze hetzij met andere sets worden gecombineerd of met maximaal 4 x 25 extra armaturen worden uitgebreid – voor broadcast-functionaliteit in afzonderlijke kanalen. Desgewenst kan bovendien de DALI-switch van ESYLUX worden opgenomen voor het aanwezigheidsafhankelijk schakelen van conventionele eindapparatuur. Hierdoor worden de Quadro’s dan een multidisciplinaire oplossing. Voor individuele ontwerpen zijn de master/slave-

armaturen ook afzonderlijk verkrijgbaar, en als alternatief zijn er uitvoeringen met een vaste kleurtemperatuur van 3000 of 4000 kelvin beschikbaar. Zij bevatten bijzonder duurzame LED’s (50.000h L80B10). Het systeem kan worden bediend met een 230V-schakelaar, een DALI-schakelaar, per afstandsbediening of via Bluetooth en app. Deze sets zijn volledig flikkervrij met hoog rendement licht en krijgen 5 jaar garantie. Een versie met geïntegreerde KNX connector zal binnenkort ook beschikbaar zijn. Een primeur voor KNX installaties en oplossingen. Alle relevante productgegevens van het volledige verlichtingsassortiment van Esylux als automatiseringsspecialist zijn trouwens beschikbaar in de toonaangevende DIALux en Relux lichtplanningssoftware en bijhorende plug-ins.

Sterk staal Design met de PRANA+ armaturen.

Een antwoord op de uitdagingen van de toekomst heet Smart Lighting : nieuwe technologieën die in elke situatie voor de perfecte lichtsfeer zorgen. Een centraal onderdeel hiervan bij ESYLUX is de serie PRANA+. Deze serie valt bij de eerste aanblik al op door het design waarvoor het bedrijf trouwens de Red Dot designonderscheiding voor interieurinnovatie 2016 won. ESYLUX integreert zijn eigen gepatenteerde SymbiLogic Technology in deze verlichting voor kantoorruimtes. De PRANA+ serie bestaat uit een staande lamp of pendelarmatuur. De staande lamp biedt talrijke individuele besturingsmogelijkheden en Smartphone-bediening en is zelfs in staat het lichtverloop van meerdere wereldmetropolen te simuleren. Design, intelligente functionaliteit en lichtkwaliteit smelten in deze armatuur samen tot één organisch geheel. In combinatie met zeer moderne automatiseringstechnologie ontstond een vorm van intelligente verlichting die zich aan de gebruiker en zijn werk aanpast. En die ook op het gebied van de energie-efficiëntie blijvend rendeert. Productiever werken met een prettig gevoel is het gevolg. Biodynamisch licht waar iedereen het over heeft, is nu echt realiteit en beschikbaar bij ESYLUX.

april 2016 - ElektroVisie | 29


VERLICHTING

Light+Building 2016 Naar 2-jaarlijkse traditie vond van 13/03 tot 18/03 in Frankurt Light+Building plaats, de vakbeurs voor verlichting en gebouwautomatisering. Nelectra-lid en KNX-expert Pieter Feys bezocht deze vakbeurs, maar kon door het omvangrijke aanbod en een krappe agenda slechts een gedeelte van deze vakbeurs, vooral dan het stuk ‘gebouwautomatisering’ bezoeken. Wat opviel was de enorme aanwezigheid van KNX zowel bij de fabrikanten als de KNXassociatie zelf. Er was dan ook veel nieuws te verkondigen. KNX-Association had 3 belangrijke aankondigingen te maken, zijnde ETS-inside waarbij de eindklant op eenvoudige manier zelf zijn configuratie van zijn KNX installatie kan aanpassen, KNX secure communication en Internet of Things. De term ‘Internet of Things’ kwam bij heel wat fabrikanten voor, er waren echter weinig fabrikanten die reeds een uitgewerkt concept hadden. Wat regelmatig terugkomt is het koppelen van Philips Hue Lights, het koppelen van videofonie, van ramen en deuren, van huishoudapparaten en het koppelen van allerhande audio-video apparatuur. Verder viel ook op dat heel wat fabrikanten investeren in de renovatiesector. Dit, door het maken van draadloze schakelaars die kunnen geïntegreerd worden in bestaande elektrische installaties of in bestaande huisautomatiseringsinstallaties om aldus de woning toch de extra functionaliteiten te geven zonder zware investeringen of kap- en breekwerken. Ook heel wat Belgische fabrikanten waren prominent aanwezig met innovaties

weerom veel belangstelling voor Light+Building 30 | ElektroVisie - april 2016

en nieuwigheden. Basalte stelde trots hun S4 muziekserver voor als extensie van de Asano multiroom oplossingen alsook een uitbreiding in de iPad-houders voor de iPad pro. Ook CJC was aanwezig met een prototype van een nieuw type schakelaar genaamd de Lucia. Een van de innovaties die toch bijgebleven is, zijn de draadloze drukknoppen van Cherry die werken met de technologie van ‘Energy Harvesting’ met 2-weg communicatie. Uniek hierbij is dat bij het drukken op de knop, eerst de huidige status van vb. de verlichting opgevraagd wordt en daarna pas het effectieve commando gestuurd wordt zonder gebruik te maken van batterijen maar enkel van de energie opgewekt bij het drukken op de knop. Ook dit biedt voor de renovatiearkt verschillende mogelijkheden. Vanaf 2017 zijn deze knoppen verkrijgbaar voor integratie in KNX RF systemen. Noteer alvast de Light+Building-data voor 2018 – 18/03 tot 23/03.

Ook dit viel op: ESYLUX: vitaliserend werklicht voor systeemplafonds Pieter Feys Zaakvoerder DOMICA bvba / Silence Please

Een van de belangrijkste innovaties vond ik zelf dit gamma armaturen van Esylux. Als systeemoplossing met talrijke uitbreidingsmogelijkheden die in de typische rastermaat van systeemplafonds kan worden geplaatst, heeft ESYLUX de NOVA Quadro-sets ontwikkeld. De combinaties van masteren slave-armaturen met ingebouwde hightech-sensoren en intelligent lichtmanagement zorgen voor aanwezigheids- en daglichtafhankelijke LED-verlichting. Op het hoogste uitbreidingsniveau is deze oplossing bovendien voorzien van de SymbiLogic Technology van ESYLUX, die voor een biologisch werkzaam werklicht zorgt en dit met behulp van de geïntegreerde sensoren bijzonder energie-efficiënt realiseert. De armaturen kunnen met plug-and-play worden geïnstalleerd en het systeem kan desgewenst via Bluetooth en app worden bediend.


THIS SUMMER, LIGHT WILL ADVANCE Voor de verlichtingswereld breekt een nieuw tijdperk aan. Kijk op LEDVANCE.COM

PRESENTED BY


INSTALLATIE

TERUGNAMEPLICHT VOOR PV-PANELEN WETTELIJKE VERPLICHTING Sinds 1 januari 2013 is in het Vlaams Gewest de aanvaardingsplicht voor afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen van kracht. Dit is een gevolg van de Europese WEEE-directive 2012/19/EU over afgedankt elektrische en elektronisch apparaten. Deze Europese richtlijn werd in het Vlaams gewest opgenomen in het “Vlaamse reglement materialenbeheer” (afgekort VLAREMA). Op 13 november 2015 keurde het Vlaams Gewest de Milieubeleidsovereenkomst (MBO) ‘Afgedankte zonnepanelen’ die in detail de aanvaardingsplicht van PV-panelen regelt, goed.

Afgedankte zonnepanelen Onder “afgedankte zonnepanelen” verstaat men elk zonnepaneel dat defect of afgeschreven is en dus niet meer gebruikt wordt voor stroomproductie. Dat kan diverse oorzaken hebben: beschadiging tijdens transport of installatie, schade op het dak door storm, hagel of bliksem, vervanging omwille van niet optimaal functioneren, enz.

Drie soorten De Milieubeleidsovereenkomst omschrijft drie soorten van fotovoltaïsche zonnepanelen waarvoor de aanvaardingsplicht geldt: - DIY zonnepaneel: ‘‘Do it yourself’’ fotovoltaïsch zonnepaneel dat wordt geïnstalleerd door de gebruiker en niet gekoppeld is aan het elektrisch distributienet. - Regulier zonnepaneel: standaard fotovoltaïsch zonnepaneel dat wordt geïnstalleerd

door een installateur en al dan niet gekoppeld is aan het elektrisch distributienet. - BIPV zonnepaneel: bouwkundig geïntegreerde fotovoltaïsche zonnepaneel dat een vervangend bouwkundig element is in plaats van en met dezelfde bouwkundige functie als een traditioneel bouwkundig element. PV-installaties die geïntegreerd zijn in straatmeubilair of transportinfrastructuur (schuilhokjes, overkappingen voor perrons of parkings, overdekking van sportveld) worden ook beschouwd als BIPV. Worden uitgesloten van het toepassingsgebied: de apparatuur met geïntegreerde PVcellen, die als functie hebben om elektriciteit te genereren die nodig is om die apparatuur te laten werken zoals bijvoorbeeld zonnecellen geïntegreerd in airconditioning, rugzak, mobiele telefoon oplader, ventilator, toetsenbord, lamp, notebook, rekenmachine, fontein, radio, koelkast, horloge, wegmarkering en tuinverlichting.

Producent

Elke persoon of onderneming die beschouwd wordt als producent heeft de wettelijke verplichting om voor de terugname en recycling te zorgen – met inbegrip van de daarmee verbonden financiering, rapportage en administratie – van hun afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Een producent is elke natuurlijke of rechtspersoon die gevestigd is in het land en - fotovoltaïsche zonnepanelen produceert en verkoopt onder zijn eigen naam of handelsmerk (fabrikant);

- zonnepanelen uit een derde land of uit een andere lidstaat als professionele activiteit op de markt plaatst (invoerder); - onder zijn eigen naam of merk zonnepanelen verkoopt die door andere leveranciers (behalve wanneer het merk van de oorspronkelijke fabrikant op het product staat) zijn aangeleverd (distributeur of verdeler); - zonnepanelen door middel van communicatie op afstand rechtstreeks aan particuliere huishoudens of aan andere gebruikers dan particuliere huishoudens verkoopt, en is gevestigd in een andere lidstaat of in een derde land (internet/verkoop op afstand).

Collectieve oplossing Elke producent is wettelijk verplicht om te zorgen voor de registratie, rapportering, terugname en verwerking van zijn afgedankte fotovoltaïsche zonnepanelen. Dit kan ofwel via een individueel beheersplan ofwel via een collectief beheersplan dat goedgekeurd moet worden door OVAM. Nelectra wil het haar leden zo gemakkelijk mogelijk maken en is daarom volop in overleg met de diverse beroepsfederaties van elektrotechnische installateurs en PVinstallateurs om samen een collectieve oplossing te kunnen aanbieden die alle verplichtingen in de praktijk organiseert. Binnenkort zullen meer details hieromtrent bekendgemaakt kunnen worden. Nelectraleden zullen deze info uiteraard als eerste ontvangen. Info: Nelectra-adviseur Fallon Declerck, fallon.declerck@nelectra.be

Thermografie Thermografie is de techniek waarbij men op afstand een volledig warmtebeeld van een object kan vormen. Oorspronkelijk afkomstig van de ruimtevaart en militaire toepassingen zijn de voordelen en mogelijkheden ondertussen duidelijk geworden in tal van andere sectoren zoals de industrie, elektrotechniek, bouwsector en zelfs de medische sector. Thermografie is echter geen eenvoudige materie. Metingen moeten immers correct geïnterpreteerd worden.

Theorie van thermografie Alle voorwerpen met een temperatuur boven het absolute nulpunt (0K of -273,15°C) stralen 32 | ElektroVisie - april 2016

energie uit onder de vorm van elektromagnetische golven. Deze golven verplaatsen zich met de snelheid van het licht. Een goed voorbeeld hiervan is de warmte die de zon uitstraalt. De hoeveelheid elektromagnetische golven welke een voorwerp uitstraalt is onder andere een maat voor de temperatuur ervan. De wet van Planck beschrijft deze relatie. Het is met name de infraroodstraling die gemeten wordt in de thermografie. Deze straling kan opgedeeld worden in verschillende componenten namelijk: emissie, reflectie en transmissie.

Figuur 1 Emissie, reflectie en transmissie (Testo, Pocket-guide thermografie) De emissiecoëfficiënt ε is het vermogen om infraroodstraling af te geven. Deze coëfficiënt is sterk materiaalafhankelijk. Kunststoffen en organische materialen hebben typisch


INSTALLATIE een hoge emissiecoëfficiënt (0,8 – 0,95) welke onafhankelijk is van de temperatuur. Metalen hebben eerder een lage, temperatuursafhankelijke emissiecoëfficiënt. De reflectiegraad ρ bepaalt de mate waarmee een materiaal infraroodstraling reflecteert. Gladde of blinkende oppervlakken reflecteren sterker dan een mat of ruw oppervlak. De transmissiegraad τ duidt aan in welke mate het materiaal infraroodstraling doorlaat. De meeste materialen zijn in het (langegolf) infraroodgebied niet doorlaatbaar. De som van de emissiecoëfficiënt, reflectie – en transmissiegraad is steeds gelijk aan 1: ε+ρ+τ=1 Aangezien de transmissie praktisch geen invloed heeft (τ ≈ 0) kunnen we de transmissiegraad verwaarlozen. Concreet betekent dit dat voorwerpen met een lage reflectiegraad eenvoudig te meten zijn en voorwerpen met een hoge reflectiegraad moeilijker te meten zijn. Een correcte instelling van de reflectiegraad of emissiecoëfficiënt is noodzakelijk.

geeft de thermografie een onmiskenbaar voordeel, het is bovendien mogelijk om op een eenvoudige manier een compleet warmtebeeld van het object te vormen. Metingen op moeilijk bereikbare of gevaarlijke plaatsen kunnen eenvoudiger worden uitgevoerd. Het temperatuursbereik waarbinnen dergelijke metingen kunnen gebeuren is tevens zeer uitgebreid: van -20°C tot +2000°C en dit met een nauwkeurigheid van 0,06°C. De conventionele temperatuursmeting wordt in sommige gevallen gebruikt in combinatie met thermografie, bijvoorbeeld wanneer de emissiecoëfficiënt moeilijk te bepalen is. Deze meting kan als referentie gebruikt worden om de warmtebeeldcamera correct in te stellen.

Thermografie in de praktijk Meten met een warmtebeeldcamera vereist niet enkel kennis van het meetobject zelf maar ook van verschillende andere invloedsfactoren. Zo beïnvloed zichthoek, lichtinval, neerslag, luchtvochtigheid en wind de meting. Thermische beeldvorming kan het best uitgevoerd worden bij bewolkt en stabiel weer. Bij gebouwenthermografie is er bijvoorbeeld een minimaal verschil van 15°C tussen binnen – en buitentemperatuur gewenst. Daarom worden deze metingen meestal in de winter uitgevoerd.

Figuur 2 Correcte instelling van emissie - en reflectiegraad is noodzakelijk (Testo, Pocket-guide thermografie) Op de afbeelding hierboven wordt geïllustreerd welke invloed een foutief ingestelde emissiecoëfficiënt heeft op de meting.

Figuur 3 Enkele emissiecoëfficiënten Vele materialen die voor het menselijk oog doorzichtig zijn, zijn niet doorlatend in het infraroodgebied (bv glas). De conventionele temperatuursmetingen baseren zich op een heel ander meetprincipe, namelijk dat van conductie of geleiding. Een opnemer of meetsonde wordt hierbij in contact gebracht met het te meten voorwerp. Niet enkel het vermijden van fysisch contact

Figuur 4 Thermisch beeld van een appartementsgebouw (Testo, Pocket-guide thermografie) De meeste camera’s zijn toestellen om manueel, offline te meten. Er bestaan ook camera’s die speciaal ontwikkeld zijn om online metingen uit te voeren. Het grote verschil is dat deze toestellen automatisch meten en veelal zeer compact uitgevoerd zijn. Online metingen worden vooral ingezet bij preventief onderhoud. Lagerschade, onvoldoende smering, overbelasting enz. hebben immers een gemeenschappelijk kenmerk: ze veroorzaken oplopende temperaturen. Deze online systemen zijn uitgerust met verscheidene analysefuncties zoals minimum, maximum of gemiddelde temperatuuruitlezing, verschillende meetzones, isothermen, onder – en bovenalarmen, procentuele berekeningen, enz.

hoogte van de voorste lager een verhoogde temperatuur wordt gemeten.

Figuur 5 Motor met defect aan de lager (www. ir-thermografie.nl) Ook bij elektrische installaties kan men deze techniek nuttig inzetten. Hoge overgangsweerstanden, slechte kabelschoenen en overbelasting verraden zich via hun thermisch gedrag.

Figuur 6 Hoge overgangsweerstand in het distributienet (www.elektrische-anlagen.de)

Besluit Preventief onderhoud, brandpreventie, productiecontrole, bouwcontrole, opsporen verborgen leidingen en lekken, … De lijst toepassingen is eindeloos. De voordelen van thermografie zijn duidelijk. Nu steeds meer betaalbare en betrouwbare toestellen op de markt komen zal thermische beeldvorming ook steeds vaker gebruikt worden. Het is echter noodzakelijk deze materie te beheersen om een correcte diagnose stellen. Bronnen (1) Infrared Services, Hot Spot nummer 7 www.infraredservices.be. (2) Schiefer & Ercklentz Gmbh & Co Thermografie, Sehen was Sie nicht sehen. www.elektrische-anlagen.de (3) Industrie Technisch & Management, Preventief onderhoud maart 2011. www.industrie.be (4) Testo, Pocket-guide thermografie. www.testo.nl Dit artikel is geschreven door Koen Allaerts (VITO) in opdracht van Tecnolec.

Bij de elektromotor weergegeven op onderstaande figuur is duidelijk te zien dat ter april 2016 - ElektroVisie | 33


LAATSTE BLADZIJDE

Mijn gedacht ! Beste elektro fanaten ,

van een instapper afhankelijk van zijn toekomstige functie en aldus wordt hij of zij meteen in de bedrijfsfilosofie betrokken. Dit zou moeten leiden tot meer inzet , vakkennis en een degelijke motivering bij de uitvoering van de oplegde taken. Het beleid zou hiervoor een compensatie kunnen voorzien om de werkgever te vergoeden voor de inspanning en het rendementverlies dat dat hierdoor ontstaat. Vermoedelijk, maar niet wetenschappelijk bewijsbaar, is dat er ook een sterkere binding tussen bedrijf en werknemer ontstaat , waardoor de inzet niet verloren gaat bij verloop naar andere werkgevers.

Er worden de laatste tijd door onderwijs , initiatieven van technische scholen en Vormelek, ernstige inspanningen gedaan om leerlingen beter voor te bereiden op de praktijk. Zo zijn er de steeds weerkerende vragen om bereidwillige stagebedrijven te vinden die het ook ernstig nemen met de stagebegeleiding! Te veel wordt er gedacht dat de stagiair zich op de stage komt bewijzen met zijn verworven kennis op school, dat is voor een stukje zo, maar de input vanuit het bedrijf moet minstens even groot zijn. Het Laatst zei ik zelf nog op een vergadekan niet zijn dat het de intentie is ring : “We (de werkgevers) kijken de om de jongeren te demotiveren G WE MOETEN HET GEKLAA kat uit de boom”. Maar een actieve in plaats van ze te motiveren. OVER ONVOLDOENDE input zou volgens mij de zaken kunMomenteel wordt er gewerkt OPGELEIDE LEERLINGEN nen versnellen , zodat we met conaan het idee van ‘duaal leren’, E ME S ON EN EN TT ZE OP crete voorstellen en actie op korte dat de minder gemotiveerde ST E AG ST OR VO EN TT termijn ons terug kunnen verzekeleerlingen meer in de praktijk ACTIEF INZE ren van een betere en kwalitatieve plaatst en wat minder in de theinstroom in onze sectorbedrijven. Het oretische opleiding. respect tussen werknemer en werkgever zou er ook mee gebaat zijn. We hebben natuurlijk allen geschoolde elektriciens , monteurs , herstellers enz. nodig , maar maken soms ons beklag dat ze in het techWat denken jullie? nisch onderwijs niet voldoende of verkeerdelijk opgeleid worden en niet voldoende voorbereid op de reële werksituatie. Ik denk dat we Collegiale groeten. dat geklaag moeten stopzetten en ons mee actief inzetten, om ons in de toekomst te verzekeren van een instroom van betere opgeleide , geïnformeerde en gemotiveerde nieuwe werknemers. Dit kunnen we door onze bedrijven meer te openen voor stage en daarbij vooral zorgen voor een goede begeleiding en opvolging, met actieve input van onze kennis. Het vak ! Dus onze sector elektrotechnisch installateur en aanverwante is zo snel geëvolueerd , dat onderwijs sowieso moeite heeft om bij te benen en daarbovenop is de mentaliteit van de schoolgaande en in het algemeen “de jeugd” sterk veranderd. De verwachtingen van beide partijen , werkgever – nemer zijn dan soms niet reëel meer . Mijn idee is dat we meer moeten inzetten om vorming in eigen bedrijf op te zetten, om tot de competentie te komen die we nu verwachten

Dirk Van Steenlandt Nationaal ondervoorzitter Nelectra

INFO: Nelectra nodigde vorige maand uit op een aantal infomomenten , waar het project ‘Duaal leren schoolbank op de werkplek’ werd voorgesteld. Nelectra ondersteunt dit project, dat gelanceerd wordt met de steun van de Europese Unie.

34 | ElektroVisie - april 2016


NIEUWE PREMIES Vanaf 1 januari 2017 wijzigen de energiepremies van de netbeheerders. Op vraag van Nelectra en Bouwunie plant Minister Turtelboom de aangekondigde wijzigingen daarmee een half jaar later dan aanvankelijk voorzien. Dat staat althans in een ontwerpbesluit, dat begin maart voor een eerste keer werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Hoewel er nog kleine details kunnen wijzigen, liggen de grote lijnen nu vast, en dat voor de eerstkomende 3 jaar. Ook voor de premies voor installaties wijzigt er heel wat.

Nieuwe energiepremies voor installaties Ook voor de premies voor installaties wijzigt er dus heel wat. Om te beginnen zijn de premiebedragen voor hernieuwbare energie sterk vereenvoudigd en voor warmtepompen in bepaalde situaties zelfs verhoogd. Vervangt u elektrische weerstandsverwarming door een warmtepomp, dan verdubbelt de premie. Ook waar geen aardgasaansluiting is, kan uw klant genieten van een dubbele warmtepomppremie. Nieuw is wel dat er voor heel wat werken zal vereist worden dat u als installateur gecertificeerd bent. Bent u dat niet, dan zal uw klant in de toekomst geen premie genieten. De precieze details zijn hiervan nog niet bekend.

Naar alle waarschijnlijkheid zal dit in praktijk betekenen dat u als installateur Rescertgecertificeerd moet zijn, al is dat nog niet 100 % zeker. Dit is een certificatiesysteem van de 3 gewesten van ons land, voor verschillende types installaties op hernieuwbare energie. Het Rescert-certificaat is verbonden met een persoon, en niet met een bedrijf. Om het te behalen moet u als installateur een opleiding volgen aan een erkende opleidingsinstelling, slagen in een examen en een certificaat aanvragen. Verder zijn er een aantal toekenningsvoorwaarden, zodat niet om het even wie zo’n certificaat kan behalen. Zo moet de persoon in kwestie minstens 3 jaar beroepservaring hebben in een relevant basisberoep, zoals installateur cv of elektriciteit. Het certificaat is 5 jaar geldig, en het aanvragen er van kost 250 euro excl. btw. Meer info over Rescert vindt u op www.rescert.be. Vandaag zijn er zo’n 330 personen gecertificeerd voor warmtepompen, en iets meer dan 900 voor zonneboilers voor de productie van sanitair warm water.

plant in zijn woning. Het moet gaan om minstens 3 van de 7 werken uit de overzichtstabel hierbij. Ook hernieuwbare energie en ventilatie horen hier bij. De werken moeten binnen een periode van 5 jaar uitgevoerd worden (gerekend van eindfactuur van de eerste tot eindfactuur van de laatste investering). Uw klant moet hierbij aan het begin van zijn renovatie zijn ‘voucher’ activeren, die hem recht geeft op de supplementen. Dat betekent dat hij de netbeheerder vooraf laat weten welke investeringen hij plant. Met dit systeem wil de overheid uw klanten er toe aanzetten om totaalrenovaties te doen. Spreek dus zeker uw collega’s uit de buurt aan die aanvullende energiebesparende werken uitvoeren. Zo kan u klanten naar elkaar doorverwijzen en uw omzet vergroten. Ontdek hieronder het overzicht van de geplande premiewijzigingen voor installateurs.

Zodra er meer duidelijkheid is over de precieze voorwaarden inzake certificering, brengen we u hiervan op de hoogte. Nelectra volgt dit op de voet op. Daarnaast zijn er ook premiesupplementen voorzien voor wie meerdere investeringen

Mieke Bonnarens Energieconsulent voor Nelectra

Laatste update: 4 maart 2016

Zonneboiler Geothermische WP L/W-WP Hybride L/W-WP L/L-WP

Energiepremies installaties bestaande woningen 2017 - 2019 2017 2018 2019 550 €/m2 375 €/m2 max 2750 €, max 40% v.d. factuur max 1875 €, max 40% v.d. factuur 550 €/m2, max 2750 €, max 40% v.d. factuur gecertificeerd uitvoerder gecertificeerd uitvoerder 4000 € (*), max 40% factuur, vanaf 1/7/2017 gecertificeerd uitvoerder 1500 € (*), max 40% factuur, vanaf 1/7/2017 gecertificeerd uitvoerder 800 € (*), max 40% factuur, vanaf 1/7/2017 gecertificeerd uitvoerder 300 € (*), max 40% factuur, vanaf 1/7/2017 gecertificeerd uitvoerder

* Dubbele premie voor WP bij vervangen elektrische weerstandsverwarming of waar geen aardgasaansluiting is.

Premiesupplementen bij meerdere investeringen Na tijdige uitvoering van

Per woning

de derde investering

1250 euro, max 25%v.d. kost v.d. eerste 3 investeringen

de vierde investering

de vijfde investering

de zesde investering

de zevende investering

Bijkomend 500 euro, totale supplement max 25% v.d. kost v.d. eerste 4 investeringen Bijkomend 1000 euro, totale supplement max 25% v.d. kost v.d. eerste 5 investeringen Bijkomend 1000 euro, totale supplement max 25% v.d. kost v.d. eerste 6 investeringen Bijkomend 1000 euro, totale supplement max 25% v.d. kost van de 7 investeringen

Per wooneenheid

Komen in aanmerking: 625 euro, max 25% v.d. kost v.d. eerste 3 '-dak- of zoldervloerisolatie, voor min. 30 investeringen m² Bijkomend 250 euro, totale supplement -gevelisolatie langs binnen, buiten of via de max 25% v.d. kost v.d. eerste 4 spouw, voor min. 30 m² investeringen -isolatie van vloeren op volle grond of Bijkomend 500 euro, totale supplement plafonds van (kruip)kelders, voor min. 30 max 25% v.d. kost v;d. eerste 5 m² investeringen -vervangen van beglazing, voor min. 5 m² Bijkomend 500 euro, totale supplement -plaatsen van een zonneboilerinstallatie max 25% v.d. kost v.d. eerste 6 -plaatsen van een warmtepomp investeringen -plaatsen van een ventilatiesysteem Bijkomend 500 euro, totale supplement max 25% v.d. kost van de 7 investeringen


www.volkswagen.be

Even makkelijk inladen als uitladen.

De Caddy Maxi Van. De uitzonderlijke laadruimte van de Caddy Maxi Van gaat tot 4,2 m³. Daardoor verplaats je met verbazend gemak de lastigste ladingen. De Caddy Maxi Van is ook één van de langste bedrijfsvoertuigen van zijn categorie. Met plaats voor objecten van meer dan 3 meter lang. Bovendien heeft hij naast een achterdeur een zijdelingse schuifdeur. Da’s altijd handig, zowel om in als uit te laden. Afspraak bij uw Volkswagen Bedrijfsvoertuigen-verdeler of op volkswagen.be

Milieu-informatie (KB 19/03/2004) : www.volkswagen.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.