ElektroVisie 2016 nr 5 - NL

Page 1

ElektroVisie

Vakblad voor de elektrosector

Nelectra, Beroepsorganisatie voor de elektrobranche, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde / Tweemaandelijks (6 x jaar) - zevenentwintigste jaargang / Afgiftekantoor 8400 Oostende Mail / P2A9571

Een uitgave van NELECTRA

WWW.NELECTRA.BE

GEBOUWAUTOMATISERING STUDIEBUREAU BOYDENS: “HET IS MÉÉR DAN PLUG AND PLAY!”

IFA | de toptrends ELEKTRISCHE VERWARMING | heeft dit nog toekomst ? ENERGIEBESPARING | tips voor praktische toepassing

53

o kt 16


De nieuwe Niko detectoren zien alles

De nieuwe detectoren van Niko zien in elke situatie snel en efďŹ ciĂŤnt wat er gezien moet worden. Specialist in hun soort, net zoals de uil. Hiermee verruimt Niko de gekende expertise in schakelaars met de nieuwste technologie in detectoren. Een compleet assortiment van meer dan 150 detectoren en functionele verlichtingsarmaturen, ondersteund door de vertrouwde Niko kwaliteit en service. Goed gezien, toch? Ga nu naar www.niko.be/detectoren en de detector die past bij jouw project.

PA-774-01


NELECTRAVISIE

Slapeloze nachten W

Bijblijven in het vak is uiteraard ook cruciaal. Op de hoogte zijn van de nieuwigheden en van de (r)evoluties die op ons afkomen, ook dat is een troef van jewelste. Wie regelmatig onze website www.nelectra. be consulteert, ziet in de nieuwsberichten een schat aan up to date informatie. Aanvullend worden onderwerpen uitgediept in ons vaktijdschrift ElektroVisie, en uiteraard tijdens onze infoavonden en opleidingen voor zelfstandigen, al dan niet kleine of grote werkgevers. Nelectra is trouwens recent erkend als Het is steeds aangenaam om te kunnen terugblikken op een mooie opleidingsverstrekker in het kader carrière, of het nu in onze sectorfevan de kmo-portefeuille van het deratie is of in een elektro-onderVlaams Agentschap voor Innoneming. In sommige bedrijven AR SOMS LOOPT DE WEG NA veren en Ondernemen. Het logo loopt de weg naar de verdiende OVER VERDIENDE RUST NIET op de uitnodigingen geeft steeds rust niet van een leien dakje, in EEN LEIEN DAKJE aan voor welke opleidingen onze tegendeel. Dit zien we ook aan leden subsidies kunnen ontvanhet aantal faillissementen, ook gen. Als dat geen meerwaarde is? in onze sector. Over alle sectoren heen is dit aantal met 15.7% gesteNelectra probeert haar steentje bij te dragen tot de gezondheid van gen ten opzichte van een jaar geleden. Ik kan mij voorstellen dat de bedrijven, en zij houdt de vinger ook aan de pols. Dank zij onze ondernemers zich dan de vraag stellen – wellicht meestal tijdens slaelektrobarometer, die we dan vergelijken met de algemene kmo-bapeloze nachten – wat ze verkeerd gedaan hebben en vooral of ze dit rometer en deze van de bouwsector. Om snel te kunnen schakelen en hadden kunnen vermijden. Omdat zulke situaties vaak gepaard gaan ingrijpen, met weer nieuwe en aangepaste dienstverlening! met kleine maar soms ook grote menselijke drama’s, besloot Nelectra haar leden hierin bij te staan. Zij sloot een samenwerkingsovereenWie nu nog niet overtuigd is, mag mij altijd even contacteren. komst af met Dyzo, dat zelfstandigen in moeilijkheden begeleidt. In alle discretie kan er worden aangeklopt voor het redden van de zaak, voor het leefbaar maken van een faillissement en voor ondersteuning van een nieuwe start na faling. Een team van specialisten helpt het bedrijf op economisch, juridisch en psychologisch vlak. ie van onze leden heeft bij Nelectra Marleen eens niet aan de telefoon gehad? Onze “oudere” leden contacteerden haar wellicht nog voor de “roze formulieren” tijdelijke werkloosheid van het fonds voor bestaanszekerheid. Na zoveel jaren trouwe dienst is Marleen met pensioen. Wij wensen haar alvast een lang en mooi “nieuw leven” toe.

Een feilloze financiële opvolging van de facturatie mét de nodige knipperlichten kan al een grote bijdrage zijn in het vermijden van een faillissement. Gelukkig hoeven onze leden dit niet alleen te doen. Ook hier biedt onze sectorfederatie een grote steun. Voor een zeer kleine financiële bijdrage kunnen leden intekenen op een geautomatiseerd schuldinvorderingssysteem, inclusief een professionele ondersteuning vanwege onze Nelectra-dossierbeheerder. Want wij spreken dezelfde taal!

Viviane Camphyn Gedelegeerd bestuurder Nelectra viviane.camphyn@nelectra.be T 02/550.17.11

Ps : wie wel overtuigd is, mag ons ook gerust eens bellen !

oktober 2016 - ElektroVisie | 3


INHOUD

6

Elektrische verwarming, jarenlang gepromoot, maakt moeilijke tijden door. Nelectra vindt dit niet correct en had daarom een onderhoud met Vlaams minister Joke Schauvliege. Nelectra waarschuwde voor een kortzichtige visie en gaf de minister een aantal argumenten om in de regering een faire behandeling van elektrische verwarming te bepleiten.

NELECTRA-VISIE

14

In dit nummer vindt u deel 2 van ons gesprek met de experts van Studiebureau Boydens Engineering. Ditmaal hebben we het over ‘slim’ bouwen en de toenemende complexiteit van de diverse technieken. Moet de installateur nu àlles kennen en wat is de rol van de systeemintegrator?

3

NELECTRA INFO

Cogen Vlaanderen: WKK-ontmoetingsdag 27

IFA 2016: de trends

13 PV-installatie en batterijopslag

DE SECTOR

Nieuw Nelectra-ledenvoordeel: veiligheidsinstructiekaarten 5 Nelectra sprak met Vlaams minister Joke Schauvliege

6/7

Winnaar EOS scriptieprijs Robin Verschueren over zelfrijdende auto’s

8/9

Nelectra-infosessie: pak uw wanbetalers aan

Plan voor Eerlijke concurrentie

12

RSZ-kortingen voor mentoren

20

INSTALLATIE Technisch studiebureau Boydens Engineering – deel 2

14-16

BASALTE: topdesign en innovatie

18/19

10

Infosessie bij Etap

11

ABB: huisautomatisering makkelijk gemaakt 22/23

Regionaal voorzitter West-Vlaanderen

34

Interoffice slaat PV-energie op µ-WKK en aardingsschema’s

redactieraad

Viviane Camphyn, Eric Claus, Roger Coteur, Fallon Declerck, Pieter Feys, Els Heyrman, Ludo Holemans, Christophe Louage, Ronny Lannoo, Wouter Vloebergh, Rudy Van Den Bergh, Danny Hermans, Denise Weyers, Dirk Van Steenlandt

hoofdredacteur: Marc Van Hove

tel. 02/550.17.21, fax 02/550.17.29, e-mail: marc.vanhove@elektrovisie.be

4 | ElektroVisie - oktober 2016

LED verlichting: méér dan alleen levensduur 30/31 LEDverlichting en gezondheid

35

Info: Schrack

21

Info: Niko

25

DE LAATSTE BLADZIJDE Regionaal voorzitter

24 26/27

Foto cover: Boydens Engineering

reportages

Wouter Vloebergh, Mediadienst UNIZO e-mail: wouter.vloebergh@telenet.be

verantwoordelijke uitgever

TREVI, Willem Holemans, Meerlaan 9, 9620 Zottegem tel. 09/360.62.16, fax 09/367.49.88 e-mail: willem.holemans@trevi-regie.be

vertaling

drukkerij

Miles Translations Wetstraat 26/11, 1040 Brussel tel. 02/739.45.23 e-mail: translations@milesgroup.be www.milesgroup.be

Goekint Graphics, 8400 Oostende, tel. 059/51.43.43, fax 059/51.44.43 e-mail: info@goekint.be www.goekint.be

28/29

VERLICHTING

Viviane Camphyn, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde, tel. 02/550.17.11 De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers

reclameregie Beroepsorganisatie voor de elektrobranche Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde tel. 02/550.17.11, fax 02/550.17.29 www.nelectra.be

PV-installaties en microwarmtekrachtkoppelingen zijn twee belangrijke topics in dit ‘groene’ nummer. We bezochten het eerste Belgische bedrijf dat haar PV-installatie koppelde aan een rits batterijen, waardoor de zonne-energie die overdag geproduceerd wordt, ook ’s avonds en ’s nachts gebruikt kan worden.

DISTRIBUTIE

Slapeloze nachten

Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektro-sector. Elektro Visie/Electro Vision heeft een oplage van 10.070 exemplaren. Elektro Visie is een tweemaandelijkse uitgave van:

24

administratie

Françoise Martens, tel. 02/550.17.16 e-mail: francoise.martens@nelectra.be Marian Hemerijckx, tel. 02/550 17 18 e-mail: marian.hemerijckx@nelectra.be

34


NELECTRA INFO EEN NIEUW NELECTRA-LEDENVOORDEEL!

Veiligheidsinstructiekaarten of VIK’s We weten als bedrijf welke activiteiten er uitgevoerd worden. Voor deze activiteiten worden de mogelijke risico’s bepaald en zal er een risicoanalyse gemaakt worden. Bij het maken van een risicoanalyse komen we tot een risicogetal. Indien het risicogetal te groot is moeten er maatregelen genomen worden om tot een zo klein mogelijk restrisicogetal te komen. Deze maatregelen worden omschreven in de veiligheidsinstructiekaarten. Veiligheidsinstructiekaarten worden gemaakt voor de arbeidsmiddelen die de werknemers gebruiken bij het uitvoeren van hun taken. In de veiligheidsinstructiekaarten wordt het gebruik, de risico’s en hun voorkomingsmaatregelen beschreven. Voorbeelden van risico’s zijn: trillingen, stofvorming, elektrisering, lawaai, wegslingeren brandwonden, brandgevaar, straling, kwetsuren aan handen, ogen, aangezicht en voeten. De risico’s

bij normaal onderhoud, risico’s waarbij persoonlijke beschermingsmiddelen gedragen moeten worden en de specifieke risico’s worden omschreven. Om deze risico’s uit te sluiten of te beperken moeten er voorkomingsmaatregelen genomen worden die beschreven staan op die veiligheidsinstructiekaart. Ook de wettelijke verplichtingen worden opgenomen. We maken gebruik van pictogrammen: verbodsborden, gebodsborden, waarschuwingsborden, pictogrammen voor persoonlijke beschermingsmiddelen en reddingsborden om risico’s en preventiemaatregelen aan te duiden. Gevaarsymbolen voor het gebruik van gevaarlijke stoffen en preparaten alsook brandpictogrammen komen ook op de kaarten voor. Aanvullend op de risicoanalyse heeft Nelectra een zestigtal veiligheidsinstructiekaarten opgesteld in samenwerking met Provikmo. Deze hebben we gegroepeerd

naar elektrische machines en gereedschappen, elektrische voeding, ladders, werken op hoogte, persoonlijke beschermingsmiddelen en voertuigen-werktuigen. De werkgever zal de nodige opleiding voorzien om uit te leggen hoe de werknemer de kaarten moet gebruiken om het werk veilig en vlot te kunnen uitvoeren. Het is de bedoeling dat de werknemer over een set veiligheidsinstructiekaarten beschikt op de werf, die hij ten allen tijde kan raadplegen. Veiligheidsinstructiekaarten zullen veiliger werken mogelijk maken. Nelectra-leden ontvangen binnenkort via een ledenmail de nodige info opdat ze van dit voordeel kunnen genieten. Wil u ook graag Nelectra-lid worden? Contacteer dan Françoise Martens: francoise. martens@nelectra.be of via de website www.nelectra.be

Netwerkkasten Modulair Industrie

Netwerktechnologie

Kantoor Netwerkcentrum Woon- en zorgcentra ....

www.schrack.be

>32

- INSTALLATIEKABELS -

GLASVEZEL

U/UTP en S/FTP Van Cat.5 tot Cat.7A LS0H F1 of F2 PVC Outdoor

> 20 Jaar

- ACTIEF IN BELGIË -

Actief in

15

bekabeling

- EU-landen -

SCHRACK 4 HOME - Home multimedia -

TOOLLESS LINE Technische

25 JAAR

- GARANTIE -

Op ‘n door ons gecertificeerd netwerk

Koop rechtstreeks bij

- FABRIKANT via de Schrack webshop

SUPPORT voor al uw projecten


NELECTRA INFO

Wat is de toekomst van elektrische verwarming? Nelectra klaagt problematiek elektrische verwarming aan bij Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke Schauvliege

E

lektrische verwarming maakt moeilijke tijden door. Jaren nadat accumulatieverwarming zwaar gepromoot werd, wordt ze nu hard aangepakt. Eerst was er de ‘Turteltaks’, die zij die elektrisch verwarmen extra hard zou treffen. Later werd de energieheffing toch nog verlaagd bij een verbruik van 20-25 MWh. Daarnaast wordt elektrische verwarming ook enorm afgestraft in het EPC certificaat, met een hoge score tot gevolg bij verkoop of verhuur van een woning. Oneerlijk, zegt Nelectra want wat is er mis met elektrische verwarming waarvan het uitgangspunt hetzelfde is als dat van elektrische auto’s? En deze laatste wordt nu net zwaar gepromoot… “Elektrische verwarming en de toekomst ervan is een thema dat zeker besproken moet worden op de klimaattop van 1 december waar we een energiepact uitwerken. Als minister ben ik bevoegd voor het Vlaams klimaatbeleid en klimaat omvat ook energie besparen.” Zonder dat ze het gras voor de voeten wil wegmaaien van haar Vlaamse collega van energie, Bart Tommelein, staat Joke Schauvliege Nelectra te woord op haar kabinet in het Graaf De Ferraris gebouw in Brussel. Ze treedt er in gesprek met Eric Claus, voorzitter van Nelectra, Viviane Camp-

hyn, gedelegeerd bestuurder van Nelectra en Jan Dirix, installateur en zaakvoerder. Eric Claus: Onze sector is vragende partij voor een lange termijn visie. We vragen duidelijkheid over de energievormen van de toekomst. Kan deze keuze gemaakt worden? Minister Schauvliege: Uw vraag en bezorgdheid zijn terecht. Het is zeer zeker de bedoeling om een visie op lange termijn uit te werken. We stappen af van een ad hoc beleid en willen voor een energiepact gaan dat naar de toekomst kijkt. Belangrijk in dit dossier is ook dat het Vlaamse niveau samenwerkt met het federale zodat we op één lijn staan. Viviane Camphyn: We hopen dat u de collega’s kan overtuigen. Ook al is energie niet meteen uw bevoegdheid. De vrees voor een kortzichtige visie is in onze sector groot. Minister Schauvliege: Dit is duidelijk onderschreven door de Vlaamse regering. De Vlaamse regering wil dit echt. Elke minister organiseert rondetafelgesprekken en is daar ook heel nauw bij betrokken. Klimaat en energie zijn samengenomen omdat er heel veel raakvlakken zijn. Op 1 december vindt die klimaat- en energietop plaats en het is van groot belang om uw stem daarin te laten horen. Eric Claus: In het verleden is de installatie van elektrische verwarming door de over-

Minister Schauvliege: visie op lange termijn heid gepromoot als relatief goedkoop, qua installatie en energieverbruik. De laatste jaren vaart de overheid een totaal andere koers met de bestraffing van elektriciteit als verwarmingsbron. Die mensen die verwarmen op elektriciteit staan nu met hun rug tegen de muur. Dat is vandaag onder meer het geval in sociale woningen. Jan Dirix: We schatten dat nu ruim 200.000 gezinnen elektrisch verwarmen. Zij zijn mee op de kar gesprongen toen elektrische verwarming fel gepromoot werd. Er zijn 60.000 mensen die vloerverwarming hebben en in ons land zijn 150.000 elektrische boilers geplaatst. Minister Schauvliege: Er worden beslissingen genomen en in de flow zie je vaak dat deze bijwerkingen hebben. Het beleid moet dan de moed hebben om bij te sturen. Er is bereidheid om de uitwassen bij te sturen. In de besteding van het klimaatfonds zou voorzien kunnen worden dat er extra subsidies worden uitgetrokken voor dit specifieke probleem in de sociale huisvesting.

Nelectra-top in overleg met minister Schauvliege 6 | ElektroVisie - oktober 2016

Eric Claus: Sociale huisvestingsmaatschappijen hebben me laten weten dat ze bereid zijn om PV-panelen te installeren maar een wettelijke regeling hiervoor ontbreekt op dit moment. PV-panelen zouden een oplossing kunnen zijn want andere verwarmingsmogelijkheden zijn


NELECTRA INFO melein genomen hieromtrent. Nu wil ik ook wel benadrukken dat wij beslissingen collectief nemen. Als je ziet wat de consequenties zijn, is er heel wat bereidheid om te bekijken hoe we dat kunnen oplossen.

Jan Dirix: gebruiker niet bestraffen beperkt omdat een schouw, stookplaats, leidingkoker, e.d. niet aanwezig zijn. Jan Dirix: Je zou kunnen beginnen met de installatie van warmtepompboilers om de elektrische boiler te vervangen. Maar dit wordt niet gesubsidieerd. Eric Claus: Een warmtepompboiler verbruikt driemaal minder elektriciteit dan een klassieke elektrische boiler. Dus minder CO2uitstoot en je kan hem bovendien aansluiten op een zonnecollector. Joke Schauvliege: Dit zijn belangrijke gegevens die we zeker moeten meenemen in het debat. Ik denk dat we er zeker over moeten waken dat deze informatie naast elkaar gelegd wordt. Een welles-nietesspelletje brengt niet veel zoden aan de dijk. Eric Claus: Vlaanderen promoot ook elektrische voertuigen, deze gebruiken het distributienet om de batterij op te laden, liefst tijdens de daluren. Accumulatiekachels gebruiken het distributienet om elektriciteit om te zetten in warmte en deze worden bestraft. Wij hebben als sector heel veel schrik dat met deze subsidies de weg wordt ingeslagen van de subsidies van PV-panelen in het verleden met alle gevolgen van dien. Minister Schauvliege: De concrete beslissingen worden door mijn collega Bart Tom-

Viviane Camphyn: aanpassing capaciteitstarief baart sector zorgen

Eric Claus: We vragen ons ook af waarom de wetgever de elektrische verwarming in de EPB berekening benadeelt. Zo stemt in de EPB-berekening 1 kWh elektriciteit verbruik in een woning overeen met 2,5 kWh primaire energie. Maar elektrische voertuigen, zoals hierboven aangehaald, blijven buiten schot. Gaat men in een woning waar een laadpunt voor een elektrisch voertuig voorzien wordt ook bestraffen in de EPB-berekening? Jan Dirix: Ik beantwoord 100% aan uw klimaatdoelstellingen. Ik verwarm zelf elektrisch en heb ook een elektrische boiler. Ze werken helemaal op groene stroom en toch word ik bestraft, dat is moeilijk te vatten. Minister Schauvliege: Dit zijn signalen die het beleid moet meenemen. Nelectra moet zeker haar stem laat horen, voldoende aanspreekbaar zijn en aanwezig op overlegmomenten. Ik ben ervan overtuigd dat iedereen bereid is te luisteren. Viviane Camphyn: De VREG wil de capaciteitstarieven aanpassen en dat baart ons op dit moment heel wat zorgen. We stellen ons ernstige vragen en vrezen dat niemand nog een energiezuinig toestel zal kunnen aanschaffen. We vragen u, mevrouw de minister,

Eric Claus: PV-panelen kunnen oplossing bieden om dat op te volgen. Want dit heeft voor uw bevoegdheid wel consequenties. Minister Schauvliege: Geef me zeker uw aanbevelingen door. Mijn kabinet zal mee een oogje in het zeil houden. De expertise is er duidelijk in uw sector. Ik zie heel belangrijke samenwerkingsverbanden op vlak van milieu met Recupel en PV Cycle. We halen daar ook mooie resultaten. Jullie zijn een belangrijke partner en ik vraag jullie ook om actief te participeren aan de Vlaamse klimaat- en energietop op 1 december. EH Foto’s: Dann

1. Aanvulling bij het interview: Nelectra werkt actief mee aan de rondetafelgesprekken die minister Schauvliege aanhaalt in dit gesprek. In project “Stroomversnelling” van Vlaams minister van Energie Tommelein laat Nelectra expliciet haar stem horen in de werkgroep energie-efficiëntie.

2. Capaciteitstarief in een notedop Tijdens het interview met minister Schauvliege kwam ook het capaciteitstarief aan bod. De distributienetbeheerders willen het capaciteitstarief aanpassen. De VREG, de regulator van de energiemarkt, heeft een consultatieronde gestart. Het voorstel bestaat erin om af te stappen van het eigenlijke verbruik en meer te gaan richting tariefbepaling op basis van aansluiting (zware of lichte). Dit is heel nadelig voor onder meer: - Investering in energiezuinige apparaten wordt minder interessant, de terugverdientijd voor de meerprijs van een energiezuiniger apparaat wordt daardoor langer - Elektrische wagens waarvan de batterij wordt opgeladen door een snellader worden minder interessant - PV-installaties, warmtepompen en ook microWKK’s worden minder interessant voor gezinnen en KMO’s. Ook daarvoor zal de terugverdientijd van de investering langer worden - … Nelectra blijft niet bij de pakken zitten en klaagt dit niet alleen bij de minister aan maar zal ook haar bedenkingen bij dit voorstel luid en duidelijk laten horen tijdens de consultatieronde bij de VREG.

oktober 2016 - ElektroVisie | 7


NELECTRA INFO

Robin Verschueren (25) wint

EOS scriptieprijs

met zelfrijdende modelracewagens MET AUTO’S SPELEN IS VOOR MIJ PURE WISKUNDE Robin Verschueren kreeg van het populaire wetenschappelijke maandblad Eos de prijs voor de beste scriptie in de ingenieurswetenschappen voor zijn onderzoek met zelfrijdende racewagens. De 25-jarige burgerlijk ingenieur die pas afgestudeerd is, werkt intussen aan een doctoraat in Duitsland maar maakte zich graag vrij om zijn winnende masterproef uit de doeken te doen aan Nelectra-voorzitter Eric Claus. Samen delen ze de passie voor techniek, technologie en autonome voertuigen. Een jongensdroom in vervulling of de auto van de toekomst? “Ik programmeerde een regelaar die een raceauto op schaal zelfstandig laat rijden”, vertelt Robin Verschueren. “Die regelaar stuurde de testwagens op een besloten circuit volledig aan en bepaalde de snelheid van de auto en de scherpte van de bochten die de auto neemt. Daarvoor moet continu de positie, de snelheid en de rijrichting van de auto worden gemeten. Mijn modelauto’s reden het traject gebruik makend van het MPC-model. Dit staat voor model, predictive, control met andere woorden voorspellen

en beslissingen nemen. Dit is uniek aan mijn onderzoek, namelijk: vooruit kijken.” Robin Verschueren ontwikkelde hiervoor een algoritme dat al die informatie snel verwerkt om het rijgedrag van de auto te bepalen. Eric Claus: Er is veel te doen over autonome voertuigen. Grootste obstakels hier zijn foutsignalen, een voetganger die plots oversteekt bijvoorbeeld. Hoe pak je dat aan? Robin Verschueren: Er komen heel wat gegevens binnen in zo’n voertuig zowel goede signalen als foutsignalen. Wat de foutsignalen betreft, daar ligt één van de grote uitdagingen voor de toekomst van de autonome voertuigen. Ons streefdoel is dat de technologie beter is dan het gedrag van de menselijke bestuurders. Dagelijks gebeuren er ongevallen met voertuigen in het verkeer, het is een utopie te denken dat dat dankzij de technologie van de zelfrijdende voertuigen zou stoppen. Maar als we binnen 20 jaar 30% minder ongevallen hebben, is dat een heel mooi resultaat. EC: Elektronische snufjes in de auto zijn zeer prettig maar de reactie van de auto is toch soms heel verrassend.

Robin Verschueren: Als mens leer je uit bepaalde verkeerssituaties en weet je een volgende keer hoe je moet reageren. Een computer doet dat niet, die moet je dat allemaal aanleren, programmeren dus. En dat proces in volle gang. In een gecontroleerde omgeving zoals bijvoorbeeld een autosnelweg kan je op dit moment de auto autonoom laten rijden maar rij je op het platteland dan lukt minder goed. De auto’s van Google worden in Californië getest in stedelijk gebied maar rijden er veel trager. Audi en Volvo hebben al een snelwegsysteem uitgewerkt. Daar ga je niet een voetganger op het testparcours hebben. EC: En wat met regen en mist? En tegenliggers op een bochtig parcours? Robin: Volvo heeft een dergelijk systeem voor trucks al getest op de openbare weg. Vrachtwagens kunnen het verkeer voor hen visualiseren wat de veiligheid ten goede komt. Maar er zijn nog wel wat euvels. Enerzijds is de juridische kant van het verhaal nog niet in orde. Want hoe zit het dan met aansprakelijkheid? En anderzijds hoe communiceren concurrerende merken dan met elkaar? EC: Het Lidar-systeem (Light Detection and Ranging) detecteert obstakels bij de zelfrijdende auto. Zijn alle obstakels detecteerbaar door middel van laserstralen? Iedereen herinnert zich deze zomer het dodelijke ongeval met een zelfrijdende Tesla die onder een oplegger terechtkwam. Robin Verschueren: Het ongeval legt zeker een zwak punt bloot, namelijk de sensoren. De tendens is dat we in de toekomst meer verschillende sensoren zullen samenbrengen die elkaar overlappen. Er moeten betere sensoren ontwikkeld worden, dat staat als een paal boven water maar ik zie eerder toekomst in een cocktail van sensoren dan één enkele sensor die 100% betrouwbaar zal moeten zijn.

Robin Verschueren: zelfrijdende voertuigen vereisen wetgevend kader 8 | ElektroVisie - oktober 2016

EC: Kan bluetooth gebruikt worden voor positiebepaling?


NELECTRA INFO Robin: Mijn ervaring met bluetooth is niet zo positief. Tijdens de proef van mijn thesis, merkte ik een grote vertraging op en bijkomend nadeel is dat heel wat bluetooth toepassingen niet samenwerken. Ook Wifi is in deze niet de juiste keuze. De meest nauwkeurige positiebepaling is momenteel DGPS (Differential Global Positioning System) maar dat is voorlopig nog een (te) dure oplossing. EC: In de Franse stad Lyon is een proefproject opgestart met zelfrijdende bussen die een vastgestelde route van 1,3 kilometer afleggen aan een snelheid van 20 km per uur. Hebben autonome voertuigen vooral geen toekomst bij het collectief vervoer in de stad? Eric Claus: heel wat nieuws in de elektrotechnische sector Robin: Je mag ook niet onderschatten dat de efficiëntiewinst groot is bij individueel vervoer. Als de chauffeur van een privé-voertuig tijd heeft om andere zaken te doen terwijl hij zich van punt a naar punt B verplaatst, is dat een hele verbetering. Ik geloof zeker ook in een toekomst van zelfrijdende voertuigen in collectief vervoer, vooral als die telkens hetzelfde traject afleggen. Nadeel is wel dat collectief vervoer meestal in handen is van openbare vervoersmaatschappijen en laat dat nu niet altijd de meest vooruitstrevende organisaties zijn. De technologie is er maar er zijn nog wel heel wat kanttekeningen te plaatsen bij het juridische en sociologische plaatje. EC: Autonomie vraagt ook energie en dan kom je uit bij de batterijcapaciteit.

factoren een grote rol, zoals de overheid. Er ontbreekt een wetgevend kader voor autonome vragen, er zijn nog heel wat vragen over aansprakelijkheid bijvoorbeeld. Als wetenschapper is dat vrij frustrerend. EC: Op dit moment ben je aan je doctoraat bezig aan de universiteit van Freiburg. Gaat dit door op hetzelfde thema? Robin: Inderdaad. In mijn doctoraat ligt de focus meer op software en de autonome auto is één toepassing. In het Duitse Freiburg is er trouwens een ongelooflijke buzz om altijd op zoek te gaan naar nieuwe, meer duurzame technieken. De stad is een toonbeeld van milieuvriendelijke technologie.

Robin: Onderzoekers proberen de batterijen te optimaliseren en te maximaliseren en doen dat via de recuperatie van energie van de remmen. Dit is zeker nog een uitdaging. Bottom line is dat de batterij niet performant genoeg is op dit moment. De racewagens in mijn masterthesis hadden een kleine lithiumion batterij, sensoren en de communicatie gebeurde via bluetooth en dat verbruikte toch heel wat stroom. Er is natuurlijk ook nog een veiligheidsgevaar. Ik ben ervan gespaard gebleven tijdens mijn proefwerk maar een lithium-ion batterij kan ontploffen, zoals Samsung onlangs ondervond.

EC: Je bent enorm gedreven met jouw vak bezig. Wat heeft jou aangezet om dit te doen?

EC: Ik vind dat er altijd nieuwe dingen worden uitgedacht maar dat er geen rekening wordt gehouden met de risico’s in de wetenschap.

EC: Het gaat momenteel snel in de elektrotechnische sector. Heel wat nieuwe technologie wordt ontwikkeld.

Robin: Als wetenschapper ben je vooral bezig met onderzoek naar 1 bepaald thema. Je kan niet voorspellen dat de technologie zal doorbreken. Dat zou natuurlijk heel erg mooi meegenomen zijn. Dat is de droom van elke wetenschapper. Maar er spelen nog andere

Robin: We zijn volop in het tijdperk van de vierde industriële revolutie. Er gaan steeds meer mensen met kennis van zaken nodig zijn. Voor elke job die verdwijnt, wordt een nieuwe andere job gecreëerd. Het aantal jobs zal niet dalen, de invulling zal anders

Robin: Ik vind wiskunde boeiende materie. En vooral dan toegepaste wiskunde want dat krijgen jongeren nu nog te weinig. Voor mij is dit onderzoek, met modelauto’s spelen pure wiskunde. Ik ben blij dat jongeren in de toekomst in een brede eerste graad meer met technologie in contact komen. Wat ik jammer vind, is dat er zo weinig ingezet wordt op informatica. Hiermee bedoel ik niet het leren gebruiken van kantoorapplicaties, maar van ‘hands-on’ programmeren.

zijn. Het is best mogelijk dat er in de toekomst meer elektrotechnici nodig zijn. Ik ben overtuigd dat robots niet alles kunnen overnemen. Maar het mag geen verhaal worden van wetenschappers tegen elektrotechnici. We moeten allemaal mee in de vooruitgang. Tekst: Els Heyrman Foto’s: Dann

WIE IS ROBIN VERSCHUEREN? Studie: Europese School (Wetenschappen-Wiskunde), KU Leuven (Bachelor Computerwetenschappen/Elektrotechniek, Master Wiskundige Ingenieurstechnieken) Groot voorbeeld in de wetenschap & waarom: Isaac Newton! Niet alleen een briljant man, maar ook zeer eigengereid en actief in veel verschillende disciplines. Als ik geen academicus was geworden, dan… misschien muzikant? Wetenschap en Techniek voor mij is… mijn werk en mijn hobby Software ontwikkelen is… zoals een muziekstuk componeren, je bent enkel begrensd door je eigen verbeelding Elon Musk is… een gek, maar wel één met visie Grootste/belangrijkste uitvinding… de computer uiteraard :) Als kind was ik gefascineerd door… atlassen, ik las die van voor tot achter uit

oktober 2016 - ElektroVisie | 9


NELECTRA INFO

NELECTRA-Infosessie

PAK UW WANBETALERS AAN!

E

lke elektro-ondernemer krijgt wel eens te maken met klanten die hun factuur niet of slechts gedeeltelijk betalen. Nelectra biedt op deze infoavond heel wat praktische informatie die de elektro-installateur en elektrohandelaar wapenen om wanbetalers kordaat en correct aan te pakken. Zelfs als herinneringsbrieven en aanmaningen niets meer uithalen, biedt deze infoavond nog een uitweg.

Wat leert u deze avond?: - Wat kan u opnemen in uw algemene voorwaarden en wat is het belang ervan in het kader van de schuldinvordering? - Is er een verschil tussen algemene voorwaarden voor particuliere klanten en professionele klanten? - Wat zeggen de garantietermijnen over de aansprakelijkheid van de verkoper? - Wat is de relatie met de wet productaansprakelijkheid?

- Hoe kan ik wanbetalers op een betaalbare manier toch doen betalen? Hoe kan een advocaat helpen en moet een geschil altijd voor de rechtbank beslecht worden? - Hoe kan Nelectra u helpen om sneller en makkelijker uw wanbetalers aan te pakken?

Voor wie?: Handelaars en installateurs Data en locatie: Woensdag 16 november, 18u30: Syntra, Spoorwegstraat 14, 8200 Brugge Donderdag 1 december, 18u30: Educam, Brandstraat 3, 9160 Lokeren Deze infosessie is GRATIS voor Nelectra-leden, niet-leden betalen 50 euro per persoon. Inschrijven: www.nelectra.be

NIEUW

MAATWERK IN BRONS

10 | ElektroVisie - oktober 2016


NELECTRA INFO

Infosessie bij ETAP

E

ind september organiseerde Nelectra een bezoek aan het hoofkwartier van Etap Lighting in Malle.

De toepassing van LED-verlichting is de jongste jaren in een stroomversnelling gekomen. De markt van LED-verlichting neemt toe en er is veel optimisme over de groei de komende jaren. Een middag boordevol informatie over de opportuniteiten, de markt en de tendensen gekoppeld aan een bezoek aan de showrooms, labo’s en belevingsruimtes van ETAP.

Etap Lighting in Malle

Bezoek aan de applicatieruimtes: winkel, klaslokaal

In kleine groepen wordt er aandacht besteed aan het Sensorium algemene verlichting en de showroom

De technische showrooms

KNIPEX Quality – Made in Germany

KNIPEX ErgoStrip® Universeel ontmantelingsgereedschap NIEUW

Universeel ontmantelingsgereedschap voor elektrische-, coax- en STP/UTP kabels te strippen. www.knipex.de


DE SECTOR 149.01

Nelectra ondertekent Plan voor Eerlijke concurrentie in de Elektrotechnische Sector

15 MAATREGELEN TEGEN SOCIALE FRAUDE EN ONEERLIJKE CONCURRENTIE

N

electra ondertekende vorige maand het Plan voor Eerlijke Concurrentie. In dit Toekomstplan vroegen werkgevers en werknemers uit de Belgische elektrotechnische sector eensluidend een doortastende aanpak van deloyale concurrentie en sociale fraude. Het plan bevat 15 concrete maatregelen en is ondertekend door de staatssecretaris voor Bestrijding van sociale fraude Philippe De Backer, minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw Willy Borsus en de sociale partners van Volta, de paritaire koepelorganisaties van de elektrotechnische sector. De elektrotechnische sector is een zeer belangrijke sector in ons land. Alleen al in België zijn meer dan 4.600 werkgevers actief, goed voor 35.000 werknemers. Maar de

elektrosector heeft het niet gemakkelijk door de oneerlijke concurrentie. In twee jaar tijd verdwenen meer dan 1.000 banen onder de elektriciens, maar liefst vier procent van de totale tewerkstelling in de sector. Dat zijn twee jobs per dag. Dat heeft verschillende redenen: het gaat om een zeer arbeidsintensieve sector, er is zware concurrentie op de

kostprijs, er is grote instroom van (illegale) buitenlandse arbeidskrachten én de Europese detacheringsregels worden misbruikt. Het Toekomstplan bevat maatregelen op nationaal, Benelux en Europees vlak. Lees er meer over op de website van Nelectra www.nelectra.be

Buitengewoon. Ingebouwd. De Siemens iQ700 inbouwtoestellen. Met het perfecte design voor een ideaal afgewerkte keuken. siemens-home.be Een gerecht is maar zo verfijnd als de ingrediënten die u gebruikt. Hetzelfde geldt voor uw keukendesign. Met het perfecte inbouwdesign van de iQ700 inbouwtoestellen wordt uw Siemens-keuken de nieuwe referentie op het vlak van zuiver, modern en tijdloos design.

Door de perfect en harmonieus op elkaar afgestemde oven-frontpanelen heeft u alle vrijheid bij het opstellen van de toestellen. Niet alleen het design maar ook de innovaties zijn buitengewoon: bespaar tot 50 % tijd met de intelligente gecombineerde verwarmingstechnologie varioSpeed. For a life less ordinary.

Siemens. Breng de toekomst binnen.


DISTRIBUTIE

IFA 2016 Ook dit jaar was IFA, begin september in Berlijn, de aangewezen CE-beurs om de nieuwste trends en technieken te ontdekken. Hetgeen ook talrijke professionele bezoekers van over de ganse wereld deden, want op IFA beslissen ze wat er zal gepresenteerd worden in hun toonzalen tijdens de eindejaarsperiode.

I

FA is overigens een waar volksfeest met enkele honderdduizenden niet-professionele bezoekers, die met grote ogen de nieuwste technologie en gadgets komen beleven. En bij hen viel zeker het grote

OLED alom

aantal bedrijven op dat producten toonde die Virtual Reality of Augmented Reality laten ervaren. Vorig jaar een drietal, nu zowat veertig, waarbij grote spelers zoals Samsung, Sennheiser en Epson. De wachtrijen aan de demoruimten waren dan ook aanzienlijk. Maar eerst enkele cijfers: IFA 2016 was (weerom) een groot succes met 1.823 exposanten (+13%) op een oppervlakte van 158.000 m² (+5%), 240.000 bezoekers en er werd voor zowat 4,5 miljard aan bestellingen genoteerd. 64.000 bezoekers kwamen uit het buitenland!

Smart: slimmer dan ooit! Er staat nogal wat op stapel, op het vlak van Smart Homes en slimme toestellen, zo bleek tijdens de diverse keynotes op de eerste dag van IFA. Dr. Karsten Ottenberg, CEO van BSH stelde ‘Mykie’ voor, een klein (schattig) robotje bedoeld voor in de keuken, dat wellicht op zeer korte termijn de transitie zou kunnen maken van een laboratoriumomgeving naar de doordeweekse keuken. Mykie is de slimme assistent, die reageert op de ‘baasjes’, snel vertrouwd is met de andere geconnecteerde toestellen in huis en die communiceert via bewegingen, stem en ook ‘gezichtsuitdrukkingen’. De nieuwe Smart Home tentoonstelling in Hal 6 was heel populair bij de bezoekers en de media. Ruim 40 bedrijven toonden diverse producten en diensten voor intelligente huisautomatisatie, zoals sturen van verlichting, verwarming en energiebeheer. Robotjes allerhande voor huis en tuin. Daarnaast kon je elders op IFA bij 150 fabrikanten op hun stand hun nieuwste oplossingen voor Smart Home ontdekken. Het Internet of Things wordt zeer snel realiteit.

UHD en OLED Ultra HD tv’s veroveren stilletjes aan het terrein, maar de consument geraakt ook meer en meer verward door de veelheid aan benamingen voor deze technologie. Een op vier plant om een UHD tv te kopen als volgende toestel, vooral omwille van de betere beeldkwaliteit. Weliswaar voorlopig vooral te bekijken via UHD BluRay, online en via UHD satellietkanalen. Soundbars worden steeds vaker gezien als volwaardige vervanger voor complexe speakeropstellingen in de huiskamer en de tv’s worden steeds groter: 50 en 65 inch zijn nu de standaard. OLED-schermen zijn bij steeds meer fabrikanten te vinden.

Robotje in de keuken bij BSH

Tot daar de toptrends, maar uiteraard blijft de consument heel erg gefocust op energiebesparing voor zijn toestellen. Hoewel: de intelligentie van die toestellen een steeds belangrijker rol zal spelen in het aankoopproces. Maar het moet allemaal wel makkelijk zijn. En dan kan bijvoorbeeld een robotje zoals Mykie wel een grote hulp zijn. Afspraak op IFA 2017 van 1 to 6 september! mvh

Virtual Reality oktober 2016 - ElektroVisie | 13


INSTALLATIE PROFIEL VAN EEN TECHNISCH STUDIEBUREAU: BOYDENS ENGINEERING (2)

Intelligent bouwen is veel méér dan

‘plug and play’ In deze tweede (en laatste) aflevering over studiebureau Boydens hebben we het vooral over slim bouwen en de rol daarbij van de elektrotechnische installateur en het studiebureau. Deze bijdragen vormen de in verhaalvorm gegoten neerslag van de gesprekken bij het bezoek dat voorzitter Eric Claus van Nelectra en enkele installateurs brachten aan de vestiging van Boydens Engineering in Loppem, bij Brugge. Eerst vertelt Wim Boydens, technisch conceptueel manager bij het bureau én gastprofessor aan de Universiteit Gent hoe nuttig een concept als GEOTABS of een systeem als MPC kunnen zijn, ook voor de installateur. Daarna beantwoorden Boydens-deskundigen een aantal vragen vanuit de elektrosector.

Eric Claus: techniek beheersbaar houden 14 | ElektroVisie - oktober 2016

H

et ruimere kader voor dit en vorig artikel vormt de in Elektro Visie lopende reeks over ‘smart homes’ of woningautomatisering, zeg maar domotica. Energie-efficiëntie sluit daar nauw bij aan. Wim Boydens hield een uiteenzetting over : hoe je warmteopwekking en warmteafgifte efficiënt kan combineren.

GEOTABS, ‘smart grids’ en MPC Wim Boydens: “Als je het over energieefficiënte hebt, kan de combinatie van geothermische warmtepompen (GEO) met betonkernactivering (TABS als Engels vierletterwoord), samen dus GEOTABS, ertoe leiden dat je in een gebouw minder energie en bovendien met een hoger hernieuwbaar aandeel nodig hebt om te verwarmen en te koelen. Een internationaal onderzoeksteam van wetenschappers verbonden aan universiteiten en experts uit het bedrijfsleven, waarvan ook Boydens Engineering deel uitmaakte, boog zich over deze materie. We focusten vooral op kantoorgebouwen. Door te verwarmen blijkt de ondergrond af te koelen, wat een groter rendement oplevert in het daaropvolgende koelseizoen. Bij betonkernactivering wordt het beton, een dichte massa, letterlijk geactiveerd doordat ze op bepaalde goed gekozen momenten warmte of koelte opslaat of afgeeft. Zo creëer je een buffer tegen extreme buitentemperaturen en kan je zelf kiezen wanneer het systeem je gebouw verwarmt of koelt, en bovendien kan dat op een zeer gespreide en aangename manier. Deze warmteuitwisseling door middel van straling zorgt voor een comfortverhogend effect en je kan hetzelfde systeem aanwenden voor zowaar verwarming en koeling tegelijk. Betonkernactivering vraagt geen bijkomende investering, het is relatief goedkoop en er is nauwelijks onderhoud nodig. Gekoppeld aan geothermie, in GEOTABS dus, kan dat leiden tot een grote besparing op je energiekosten,

Wim Boydens: combinatie van technieken

ook al omdat de pieken worden afgezwakt. In die optiek denk ik ook aan de ‘smart grids’, wat staat voor een elektriciteitsnetwerk gebaseerd op intelligente technologieën via het op elkaar afstemmen van het aanbod (bijvoorbeeld een periode minder opbrengst van zonnepanelen) op de vraag (zoals slimme meters in het huishouden). Een efficiënte en duurzame oplossing dus die ook leidt tot meer comfort en helpt het hernieuwbare aandeel van ons energiesysteem te verhogen. Concreet kan je, in het GEOTABS-kader, in een door ons begeleid, architectonisch in het oog springend kantoorgebouw in Torhout ervaren hoe verwarming en koeling daar in evenwicht zijn.” “Een ander onderzoekdomein van de KU Leuven dat hierbij goed aansluit, had te maken met geoptimaliseerde regeltechnieken die


INSTALLATIE

Kantoorgebouw in Torhout

energetisch voordeel opleveren, maar dan moeten onder meer ook gebouwbeheerder of bouwheer (m/v) en installateur het wel heel intelligent aanpakken. Hier is de MPC- in het Nederlands staat dat voor ‘modelgebaseerde voorspellende controle’- van bijvoorbeeld het verwarmingssysteem- aan de orde, alweer om het thermische comfort en de energetische efficiëntie gezamenlijk te verhogen. Via specifieke software of rekenprogramma’s en wiskundige formules (algoritmes) kan je het energieproces sturen en voorspellingen doen voor verwarming, verlichting, en zo meer. Op dit vlak werd onlangs een Europees projectvoorstel gedaan vanuit een samenwerkingsverband van universitei-

Dirk Van Steenland: technisch beheerder is noodzakelijk

Hanne Ledure: samenwerking tussen technieken

ten en industriële partners. Boydens Engineering maakte hiervan deel uit, het tweede internationale onderzoeksteam op dit gebied geleid door Vlaamse onderzoekers. En het werd onlangs opnieuw bekroond door de Europese Commissie. Belangrijk gegeven in dit automatiseringsproject op systeemniveau is dat de tussenkomst van een installateur bij de indienstname wordt beperkt. Concrete resultaten van dit project komen er allicht tegen 2020 en we verwachten een doorbraak rond 2024. In oorsprong -we spreken van de eeuwwisseling- ging onze aandacht voor het GEOTABS-concept vooral naar kantoorgebouwen, maar ondertussen kwamen ook woonzorgcentra in de focus en gaan we na welke gebouwen hun aandeel GEOTABS ook kunnen verzilveren in het energielandschap van 2030. We willen nagaan welke invloed de geoptimaliseerde combinatie van geothermie en betonkernactivering daar kan hebben op het energiegebruik, het gebruiksprofiel, de kost voor de gebruiker en verbeterd comfort. Voorlopig houden we vrij ‘simpel’ door en tijdlang de installatie te volgen en zelfs te optimaliseren vanuit vaststellingen in de werking. Een zware tijdsinvestering midden een concurrerende markt van ingenieursbureaus. Van zodra een hybride installatie de keuze heeft welk systeem wordt ingezet, zoals bijvoorbeeld bij een concept met conventionele warmteopwekking, een WKK of warmtekrachtkoppeling, en geothermie met opslag, kan het toepassen van MPC prima resultaten opleveren”. Nelectravoorzitter Eric Claus vraagt zich af of je bij zo’n slim bouwprocédé niet met teveel meetpunten wordt geconfronteerd en of het

geheel niet onoverzichtelijk wordt door de ingewikkelde programmering. Wim Boydens: “Je kan niet àlles meten en dus moet je selecteren, en niet alle meetpunten zijn perfect. In een complex gebouw met talloze ‘actoren’ moet je, als je een grote automatisering nastreeft, een zo groot mogelijke samenwerking op het getouw zetten, al is zoiets misschien een utopie. In het hybride GEOTABS-verhaal kan je mikken op connectiviteit tussen verschillende gebouwen. Of bijvoorbeeld warmte halen uit riolen of via warmtepompen. Zo zijn wij in Luxemburg bezig met een project dat bovendien gebruikt maakt van afvalwater van het gebouwencomplex, maar dat is een hele investering in ontwerp en realisatie en het onderhoud is een heikel punt, de aansturing evenzeer; dat project is overigens een echte voorloper in de regio, volledig met elektrische warmtepompen op verschillende bronnen functionerend : lucht, bodem en afvalwater”. Hanne Ledure, projectmanager bij het studiebureau, haalt het eerder vermelde Torhoutse kantoorgebouw aan en benadrukt daarbij het belang van samenwerking in een ‘multidisciplinair’ team.

“Installateur moet kennis ‘upgraden’” Mieke Bonnarens, energiedeskundige bij Bouwunie en Nelectra, is bezorgd over de rol van de installateur in dit toch complexe verhaal. Moet hij/zij dan gewoon àlles kennen en kunnen? Wim Boydens: “De elektro-installateur moet van wanten weten en zich dus goed informeren. Maar zijn/haar kennis in praktijk brengen vraagt inderdaad meer en meer inzicht. En de oktober 2016 - ElektroVisie | 15


INSTALLATIE ‘regelfabrikanten’ moeten intelligente modellen aanmaken”. Daarbij stelt installateur Dirk Van Steenlandt dat grondige opleiding en doorgedreven informatie de producten duurder zullen maken. Opnieuw Wim Boydens: “Vergelijk het met de intrede van de elektronica en informatica in de automobielsector: de garagist en zijn/haar personeel hebben hun kennis moeten ‘upgraden’, en in de installatiebranche is dat niet anders. Kijk maar naar de cruciale rol van de domoticaintegrator “. (Glimlach bij Pieter Feys, installateur én vooral integrator, die opmerkt dat er van de integratoren en installateurs heel veel kwaliteit wordt gevraagd). Bezorgdheid, nogmaals, bij Eric Claus en Dirk Van Steenlandt: “Ook al hebben we vertrouwen in de techniek, het wordt allemaal danig complex. Zijn al die technieken nog beheersbaar? En wie gaat dat bijhouden?”. Wim Boydens:”De grote aannemers werken nu al met systeemintegratoren. Maar op het vlak van bijvoorbeeld koeling en verwarming zijn we er nog niet, er is meer kennis en inzicht nodig. Op het einde van de rit krijgt de investeerder zéker de nodige return. Uiteindelijk is het streefdoel de complexiteit goed aan te sturen met performante en zelflerende technologie. En wat de installateur betreft, die moet zich hierin blijven onderscheiden van de concurrentie in binnen- en buitenland. In het kielzog van mijn GEOTAB-uiteenzetting is er alvast een toenadering of integratie nodig met de elektro-installateur en de thermische manager. Zoals in het eerste luik (zie EV van september, WV) al aangestipt, bevindt de

Woonzorgcentrum Ter Potterie in Brugge elektricien zich in pole position, onder meer wat metingen betreft én naar de gebruiker toe. En zonder de intelligentie van onder meer de integrator redden we het niet meer in de bouw. Onze bouwwereld mag gerust meer uitstraling krijgen en verdient dat ook”.

weegt er wat ‘smart grids’ betreft al heel wat in de politiek, maar in de praktijk is die dynamiek er kennelijk nog niet. Al kan het ook sneller gaan, kijk maar naar het telecomverhaal en de versnelling die daar heeft plaatsgevonden. “

Volgens Dirk Van Steenlandt worden coördinatie en compatibiliteit dermate belangrijk dat er een algemeen verantwoordelijke, misschien een facility manager, nodig is. Zo kunnen de intelligente modules worden gecoördineerd. “En heeft zo’n coördinator wel de nodige hoogtechnologische bagage? Bovendien moet de overdracht van dossiers vlot en correct verlopen”. Wim Boydens : “In grote gebouwen is er steevast één technisch beheerder. Je moet beseffen dat regeling en aansturing het verschil maken. Meetbaarheid en herkenbaarheid zijn het probleem, maar wie beoordeelt dat in een gebouw? Uit al mijn wetenschappelijke, praktijd- of congreservaring heb ik geen korter antwoord onthouden dan dat intelligent en performant bouwen veel méér omvat dan ‘plug and play’”.

Ter afronding omschrijft Wim Boydens de opdracht van een (technisch) studiebureau als die van een ‘gebouwendokter’. En wat met de bewoner/gebruiker? Verwijzend naar een markant en zeer duurzaam gebouw in Berlijn stipt hij aan dat de gebruiker daar op gebied van mechanische ventilatie permanent de nodige ‘feedback’ krijgt, regelmatige beknopte informatie over wat hij op een bepaald moment moet doen of beter niét doet. Via een groen of een rood lichtje weet de bewoner waar hij/zij op een gegeven moment aan toe is. En in Luxemburg leidde Boydens Engineering een gebouw mee in goeie banen waar op elke verdieping een plattegrond te zien is en het energiegebruik telkens in een andere kleur in beeld wordt gebracht. Ons studiebureau, de gebouwendokter dus, pleit voor transparantie in alle mogelijke processen en toepassingen. Want met al die nieuwe technologieën wordt het in de bouw inderdaad complex. Maar boeiend is de tendens naar meer intelligentie beslist”.

“Studiebureau is gebouwendokter”

Pieter Feys: er wordt van de integratoren veel kwaliteit gevraagd 16 | ElektroVisie - oktober 2016

In vorige aflevering lichtte Wim Boydens toe dat een plichtsbewust studiebureau het geweten van de bouwheer op de proef stelt. In dezelfde sfeer zegt hij: “Er is ook het bewustzijn van de mensen (in de bouw), die almaar vaker inzien dat het beter kan. Het onderwijs moet dat bewustzijn concreter maken. Al in het secundair onderwijs mag de (bouw) praktijk volop aan bod komen En dan heb ik over het besef dat comfort en energiegebruik in de bouw vaak het verschil maken. Zo be-

Tekst: Wouter Vloebergh Foto’s: studio Dann Boydens Engineering



INSTALLATIE BASALTE: WONINGAUTOMATISATIE MET KNX ALS ‘RODE DRAAD’

Topdesign,

innovatie en groot gebruikscomfort Design enerzijds, gebruiksgemak in woningen anderzijds. Beide aspecten zijn bij het inmiddels acht jaar jonge, maar expansieve bedrijf Basalte, gevestigd in Merelbeke bij Gent, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het duo Klaas Arnout-Sandra Maes, de oprichters van Basalte, voegde zijn domotica-ervaring samen met haar specialiteit, binnenhuisinrichting. Daar groeide iets moois uit, iets stevigs en duurzaams. Niet voor niets verwijst de bedrijfsnaam immers naar het zo robuuste en pure vulkanische gesteente basalt. Ondertussen telt de Oost-Vlaamse onderneming om en bij de 30 medewerkers en is ze actief in meer dan 55 landen. Basalte heeft inmiddels kantoren in zowel Rusland als China. Doelgroep is de ‘high end’ residentiële markt, zeg maar de kwalitatief hoogstaande woningen en appartementen. Met sales manager Koen Dekyvere van Basalte gingen we praten over hoe het Merelbeekse team denkt over domotica en wat daar allemaal komt bij kijken.

Koen Dekyvere; topmateriaal bieden 18 | ElektroVisie - oktober 2016

“Toen Klaas en Sandra met Basalte startten, was het hun streefdoel om domotica in woningen mooier en gebruiksvriendelijker te maken”, vertelt Koen Dekyvere. “Een traditionele domotica-installatie is voorzien van een batterij aan schakelaars, maar je moet altijd uitvissen welke schakelaar welke functie bedient. Wij ontwikkelen design producten waarmee de belangrijkste functies gemakkelijk te bedienen zijn, zonder het onnodig gecompliceerd te maken. Het beste voorbeeld hiervan zijn onze aanraakgevoelige schakelaars. Ze worden geprogrammeerd


INSTALLATIE minium. Zo is de visualisatie steeds beschikbaar, terwijl de iPad continu opgeladen wordt. Intussen verkopen we Eve wereldwijd in allerlei types projecten: woningen met domotica, maar even goed ook showrooms, hotels, winkels… Niet alleen in Europa, maar ook in Amerika verkopen we meer en meer Eve houders.” “De moeilijkheidsgraad van een KNX-installatie is afhankelijk van de door de installateur gekozen oplossing én van zijn ervaring op dat gebied. Belangrijk is dat er tijdig over de inplanning en de uitwerking van de bekabeling wordt nagedacht. Het voordeel van domotica is dan uiteraard dat men de programmatie verder in detail kan uitwerken eenmaal het project verder vorm krijgt.”

“Energie efficiënt sturen”

KNX draagt bij aan de standaardisering van domotica door de installateur en zijn multifunctioneel: je kan er verlichting, sferen, temperatuur en zelfs muziek mee bedienen. Het weldoordachte bedienconcept maakt al deze functies echter bijzonder eenvoudig beschikbaar, met een minimum aan knoppen. Op het vlak van technologie is Basalte resoluut innovatief, en wat design betreft moeten uitzicht en materiaal gewoon top zijn. Daarom zijn alle producten ook afgewerkt in kwaliteitsmaterialen als aluminium, brons, glas en een volledig nieuwe collectie handgekraste afwerkingen: fer forgé. Om de uiteindelijke gebruiker de best mogelijke installatie te garanderen, waken we over een goede samenwerking met de integratie-partners en selectieve groothandels. Op die manier kennen ze onze producten en kunnen ze de klant goed adviseren voor zijn project.”.

“KNX is onze ‘rode draad’” Hoe vaak het begrip KNX gevallen is tijdens ons gesprek? Het was echt veelvuldig, we raakten bijna de tel kwijt. Bij Basalte dragen ze deze internationale standaard voor domotica dan ook hoog in het vaandel, alles draait er rond KNX. Koen Dekyvere: “Naast het Internet of Things, dat momenteel furore maakt, draagt vooral KNX bij aan de standaardisering van domotica. Deze wereldwijde norm opent talloze perspectieven via of dankzij de meer dan 400 fabrikanten die KNX-compatibele oplossingen ontwikkelen. Het is een open protocol dat ook bij talloze gecertificeerde KNX-installateurs ten zeerste in de smaak valt, gewoon omdat het zo flexibel, uitbreidbaar en betrouwbaar is. En je hebt geen centrale processor nodig die alles stuurt, geen ‘single point of failure’. Dat wij KNX verkiezen is dus logisch. Via dit

protocol kan je niet alleen licht en HVAC sturen, maar ook audio en video in goeie banen leiden. Via één schakelaar brengen wij met Basalte muziek in de hele woning, in elke kamer. Zo kunnen we via KNX ook een sfeer “TVkijken” oproepen: verlichting wordt gedimd, screens naar beneden gestuurd en geluid en beeld ingeschakeld in de juiste setting.

“Partnership met de oplossingsgerichte installateur” Welke rol vervult de elektro-installateur in het Basalte-verhaal? Koen Dekyvere: “Samen met de installateur, onze onmisbare partner, proberen we elk domoticasysteem zo op punt te stellen dat de gebruiker het als een vanzelfsprekendheid beschouwt en er zich nog nauwelijks vragen bij stelt. Het ligt voor de hand dat de installateur de nodige kennis en ervaring moet hebben om de eindklant oordeelkundig te informeren, adviseren en doen kiezen. We verdelen onze producten via geselecteerde groothandels met een team van opgeleide specialisten die de installateurs vlot kunnen helpen bij technische vragen of problemen. De installateur moet natuurlijk wel vertrouwd zijn met KNX en de bijhorende ETS software. De installateur kan, in overleg met de klant, zelf beslissen in hoeverre de klant gaandeweg een aantal aanpassingen moet kunnen doen, bijvoorbeeld via een ‘visualisatie’ op een touchscreen of via Deseo, onze intelligente schakelaar met display”. “Via de uiterst duidelijke en eenvoudige Basalte app kan de muziek in elke kamer gevisualiseerd en bediend worden. Bovendien ontwikkelen we ook minimalistische Eve wandhouders voor iPad en iPod touch in alu-

De voorbije acht jaar creëerde Basalte een aantal hoogwaardige producten met steevast dezelfde filosofie in het achterhoofd: de optimale integratie en ‘beleving’ van domotica in de woning, gekoppeld aan een fraaie vormgeving of design. Koen Dekyvere: “Zo is er onze Sentido aanraakschakelaar met interne temperatuursensor en geïntegreerde thermostaatlogica. Deseo is dan weer een heel intelligente thermostaat die je bovendien in staat stelt te ‘navigeren’ doorheen alle functies in een kamer, waardoor gemakkelijk lichten, sferen, screens maar ook het audiosysteem bediend worden. En ook onze bewegingsmelder Auro - klein, krachtig en bijna onzichtbaar - heeft een interne temperatuursensor. De sensoren kunnen de gemiddelde temperatuur in een kamer berekenen door de gemeten waarden te combineren; op die manier elimineer je bijvoorbeeld eventuele extreme waarden veroorzaakt door de binnenvallende zon.” *** De doelgroep van Basalte is en blijft vooral de residentiële markt, met unieke en gebruiksvriendelijke ‘high end’ oplossingen. Koen Dekyvere besluit: “Alle functies in een woning kunnen op een eenvoudige en intuïtieve manier worden gestuurd. Wij maken tijdloze producten die zowel elegant als eenvoudig in gebruik zijn. Die producten zién er niet alleen goed uit, ze voelen ook goed aan en zijn leuk om te gebruiken.” www.basalte.be Tekst: Wouter Vloebergh Foto’s: studio Dann oktober 2016 - ElektroVisie | 19


(kennis) Delen is vermenigvuldigen.

D

e afstand verkleinen tussen het elektrotechnisch onderwijs en de arbeidsmarkt is een van de opdrachten van Volta, kruispunt van elektrotechniek. Er staan al tal van initiatieven op de rails, zoals stages en duaal leren waarbij Volta nauw betrokken is. In ons vorig nummer kan men het artikel vinden over duaal leren. Niet alleen initiatieven als duaal leren zijn belangrijk om de kloof te helpen dichten tussen onderwijs en werkvloer. Volta zorgt er ook voor dat vacatures van elektrotechnische bedrijven bezorgd worden aan de scholen. Verder kunnen ook premies helpen om de nodige stappen in de goede richting te zetten. Zo zijn er opleidingspremies na aanwerving en RSZkortingen voor mentoren. Volta heeft ook een erkende mentortraining in haar opleidingsgamma.

Opleidingspremie na aanwerving Bedrijven die investeren in stages / werkplekleren en tijdens de stage een extra opleiding voorzien voor deze jongeren, hebben vanaf september 2016 recht op een opleidingspremie. Dit geldt wanneer ze de jongere na afloop aanwerven als arbeider in het bedrijf.

RSZ-kortingen voor mentoren

E e n v ol l e d i g gam m a el e k t r o- i ns t a l l at i esyst em en VBS. TBS. KTS. BSS. LFS. EGS. UFS.

Verbinding en bevestiging Transiënten- en bliksembeveiliging Kabeldraagsystemen Brandwerende systemen Wandgoten en kabelkanalen Inbouwapparatuur, Module 45 Ondervloersystemen

Werkgevers die opleidingen op de werkvloer organiseren voor jongeren of hun leerkrachten en daarvoor één of meerdere werknemers als begeleider / opleider inzetten, kunnen genieten van de doelgroepvermindering voor mentors. Het gaat bijvoorbeeld om stagiairs uit het voltijds secundair onderwijs, jongeren met een leerovereenkomst, leerkrachten uit het secundair onderwijs die een praktijkstage lopen, enz. De lastenverlaging is een korting op de RSZ-bijdrage, ten belope van 800 euro per kwartaal, voor de werknemers die ingezet worden als begeleider / opleider. Aan deze korting zijn een aantal voorwaarden verbonden i.v.m. de mentors zelf, het aantal jongeren in opleiding en het aantal opleidingsuren. Meer info? Check www.werk.be/online-diensten/doelgroepverminderingvoor-mentors/waarover-gaat-het.

Opleiding ‘mentor’ Steeds meer jongeren rekenen op de arbeidsmarkt voor hun opleiding (cfr. duaal leren). Op de werkvloer wordt elke stagiair begeleid door een mentor van het (leer)bedrijf. Vanuit onze sector vinden we het belangrijk dat deze mentor een specifieke vorming heeft genoten. Hij / zij zal de jongere namelijk niet enkel begeleiden, maar ook opleiden. Kiest een leerling voor een nieuw stagebedrijf? Dan biedt Volta een mentoropleiding aan voor een werknemer van dit bedrijf. De mentoropleiding van Volta is erkend door de Vlaamse overheid en geeft dus recht op de lastenverlaging van RSZ-bijdragen. Voor bijkomende info neem contact op met info@volta-org.be

OBO BETTERMANN nv · Bist 14 · B-2630 Aartselaar Tel. 0 3 870 74 00 · info@obo.be · www.obo.be


PUBLITORIAL

SCHRACK TECHNIK BELGIË

NETWERKBEKABELING: NOG STEEDS DE BASIS VAN UW IT-INFRASTRUCTUUR! Alles online gekoppeld! Eenvoudig toch? Tot voor een tweetal jaar had 90% van alle Belgische installaties voldoende aan een verbinding die snelheden van 1Gb/s toestaan, een Cat.6 verbinding. In ons digitaal tijdperk en drang om alles online te koppelen wordt de vraag naar extra bandbreedte dan ook steeds groter. Bij Schrack Technik merken we een stijgende vraag naar kabels die hogere snelheden toestaan en een stijgend gebruik van afgeschermde bekabeling. De verklaringen hiervoor zijn divers.

Hogere bandbreedte, meer kans op ‘Alien Crosstalk’? Meer en meer verschuift de vraag naar Cat.6A verbindingen. Deze kunnen tot 10Gb/s aan. Waar Cat.6 werkt op 300Mhz werken deze Cat.6A kabels op een frequentie van 500Mhz. Hogere frequenties houden een hogere kans op storingen in, de zogenaamde ‘Alien Crosstalk’. Bescherming en het inbouwen van barrières die deze storingen effectief afschermen zijn een absolute prioriteit. Bij een S/FTP-kabel wordt dit opgelost door het aanbrengen van een shielding waardoor de aderparen en kabels van elkaar afgeschermd worden.

Schrack Technik heeft ook Cat.7 en Cat.7A netwerkkabel in haar assortiment. We ontwikkelden een tool waarmee steeds de juiste kabel voor elk project gekozen wordt – zie www.schrack.be.

Een Cat.7 S/FTP Schrack kabel is qua opbouw heel robuust waardoor de kans op beschadiging bijna nihil is. Reken op weinig fouten bij de uitmeting en een snellere oplevering van het project.

Low Smoke Zero Halogeen niet-brandverspreidende F2 netwerkbekabeling

Power over Ethernet - nieuwe norm tot 100W in ontwikkeling -

De steeds strenger wordende eisen rond de brandweerstand van netwerkbekabeling worden neergeschreven in het AREI (artikel 104). Voor gebouwen met een moeilijke evacueerbaarheid (scholen, woonzorgcentra,…) is de eis in België een F2-kabel. Deze hebben een vlamtest in bundel doorstaan. Alle netwerkkabels die we op de Belgische markt verdelen hebben een LS0H-mantel (Low Smoke Zero Halogeen). Bij brand van deze kabel komt er geen zwarte rook vrij, zoals bij een pvc-kabel, maar witte doorschijnende rook waardoor noodverlichting in een gebouw nog steeds goed zichtbaar is. Zero Halogeen duidt dat bij het branden geen giftige verbrandingsgassen vrijkomen.

De vermogens die PoE-switchen kunnen leveren, worden groter en groter. Een nieuwe norm met PoE-vermogens tot 100W, die een stroom van ongeveer 2 ampère leveren, is dan ook in ontwikkeling. Grotere vermogens betekenen hogere temperaturen. Het spreekt voor zich dat de kabelsectie voldoende groot moet zijn voor deze stromen. De richtlijn voor dergelijke vermogens zijn AWG23-kabels. S/ FTP-kabels slagen er bovendien ook veel beter in om hun warmte af te leiden, zeker wanneer deze in bundel geplaatst zijn. In samenwerking met onze klanten pakken wij de uitdagingen aan van vandaag en morgen. We streven naar gepast advies en ondersteuning voor al uw projecten. Op elk moment!

Cat.7 S/FTP Schrack kabel - kans op beschadiging nihil! -

Maximale treksterkte, buigradius,… fabrikanten geven steeds richtlijnen mee voor de plaatsing van netwerkbekabeling. De realiteit is soms anders,… en de kabel raakt beschadigd. Meestal komt dit bij het uitmeten van de installatie naar boven. Een beschadigde kabel vervangen is tijdrovend, duur en soms zelfs onmogelijk.

Schrack Technik Twaalfapostelenstraat 14 9051 Sint-Denijs-Westrem info@schrack.be +32 9 384 79 92 oktober 2016 - ElektroVisie | 21


INSTALLATIE ABB OVER INTELLIGENTE EN EFFICIËNTE DOMOTICASYSTEMEN

“Huisautomatisering was nog nooit zo gemakkelijk”

‘Breaking nieuws’, heet van de naald dus: fabrikant ABB lanceert rond deze tijd, in oktober, een gloednieuw draadloos domoticasysteem. Daarover hebben we het even verderop in dit artikel, dat toch in hoofdzaak gaat over bekabelde systemen om een woning te bedienen. Hoe vlot dat allemaal gebeurt en welke mogelijkheden er zijn, dat verneemt u hierna van general manager Christophe Jooris en product marketing specialist Wouter van den Bos. Ze vertellen ook hoe het bedrijf ABB aankijkt tegen domotica nu en straks en benadrukken hoe belangrijk de rol van de elektrotechnische installateur is bij het op gang brengen van een ‘smart home’ systeem. ABB, voluit Asea Brown Boveri, ontstond in 1988 toen het Zweedse Asea en het Zwitserse Brown Boveri de handen in elkaar 22 | ElektroVisie - oktober 2016

sloegen. Vier jaar geleden nam ABB het Amerikaanse Thomas & Betts (onder meer noodverlichting Van Lien en Tyrap) over. De inmiddels honderd procent Zwitserse multinational telt vandaag wereldwijd ongeveer 135.000 werknemers, waarvan 1.500 in de Benelux. In België heeft de onderneming vestigingen in Zaventem (hoofdzetel), Antwerpen, Brussel, Gent, La Louvière en Jumet. “We hebben alles in huis, van aan de bron tot aan het stopcontact. We produceren niet alleen producten voor intelligente huis- en gebouwbesturing, maar zijn ook actief op het gebied van transmissie en distributie van elektriciteit, robotica- en productautomatisering”.

“Niet enkel het topsegment van de markt” Hoe evolueert domotica inmiddels? Welke trends zijn er? Christophe Jooris: “Pakweg vijftien jaar geleden verwachtte iedereen dat domotica dan volop zou doorbreken en pieken. Die door-

braak is pas nu volop aan de gang dankzij de gewijzigde instelling en leefgewoonten van de mensen. Vroeger was het allemaal high tech en ver van ons bed, vandaag maakt woningautomatisering volop deel uit van ons leven. Alles en iedereen is met elkaar verbonden, kijk maar naar het internet of things. Bovendien worden de toepassingen en oplossingen almaar toegankelijker en eenvoudiger. Bij andere fabrikanten merken we dat er steeds meer diverse toepassingen worden aangeboden. Dat houdt een vrij groot gevaar in zich: het domoticalandschap wordt er complexer op, want meer mogelijkheden betekent dat de integratie lastiger wordt. Wij zijn een paar jaar geleden, met de lancering van Busch-free@home, resoluut een andere weg ingeslagen, namelijk die van eenvoud en gebruikscomfort. ABB stond, in de tachtiger jaren mee aan de wieg van de KNXstandaard. Domotica mikte lange tijd op het topsegment van de woningbouw, met een hoog integratieniveau. Het middensegment


INSTALLATIE werd niet echt bediend. Daar brachten wij twee jaar geleden met Busch-free@home verandering in, alvast voor de nieuwbouw. In oktober lanceren we een draadloze variant die vooral voor de renovatiemarkt geschikt is. Naar de toekomst toe worden ook met eenvoudige systemen allerlei koppelingen mogelijk om energiebewust je woning te besturen. Ons domoticasyteem zorgt er bijvoorbeeld al voor dat je was op de meest prijsgunstige tijdstippen wordt uitgevoerd. Tegenwoordig is domotica niet meer high tech, maar alledaags bijna. Huisautomatisering ligt in het verlengde van je levensstijlen, meer en meer mensen zijn zich bewust van het nut en belang van comfort en energiebesparing”.

“Lage instapdrempel” Hoe compatibel is het ABB-systeem met andere? En hoe kijkt u aan tegen KNX? Wouter van den Bos: “Samen met fabrikanten als Stotze en Busch-Jaeger werd destijds de EIB (Europese Installatie Bus) opgericht, de voorloper van KNX. Vijftien fabrikanten, waarvan vijf reeds verbonden met ABB, brachten toen deze samenwerking tot stand. We hebben dus heel wat ervaring met het bus-systeem. Gaandeweg groeide het besef dat we ook het middensegment van de markt moesten bedienen en daaruit ontstond Busch-free@home. KNX biedt zoveel mogelijkheden, waardoor je een specialist nodig hebt om de integratie te voltooien. Die specialist noemen we de integrator. Hij zorgt ervoor dat alle elementen met elkaar communiceren. KNX positioneren wij als ‘gebouwautomatisatie systeem’, in de algemene context dus. Met onze ‘free at home’ verlagen wij daarentegen de instapdrempel op bijna spectaculaire wijze: je hebt geen software meer nodig en de configuratie gebeurt zeer intuïtief.” Busch-free@home is een zeer eenvoudig te bedienen en betaalbaar systeem. Met computer, smartphone of tablet kan je zowel rolluiken, licht, verwarming als airco koppelen. Ook videofonie kan je perfect integreren. Dat gebeurt dan met een centraal touchscreen in de woning. Voor smartphone of tablet werd een speciale app ontwikkeld, die de gebruikersinterface aanpast aan de mobiele bediening. Het systeem is toekomstgericht en kan altijd worden aangepast aan de gewijzigde leefsituatie. Eenvoud en gebruiksgemak zijn hier sleutelwoorden. Configureren doe je in hooguit drie stappen. Eerst maak je een plattegrond aan van de ruimtes in de woning. Daarna worden de sensoren, de toepassingen voor bijvoorbeeld verlichting of airco, naar de ruimte op de plattegrond gesleept

ABB: instapdrempel voor gebouwautomatisatie verlagen

en toegewezen in de installatie. En ten slotte verbind je alles, met een simpele klik. Dit Busch-Jaeger domoticasysteem is zeer geschikt voor nieuwbouw, waarbij de installateur niet afhankelijk is van de bouwkundige toestand. Met een gewone tweedraadse buskabel krijgt hij/zij het systeem aan de praat. Buschfree@home’ is een gesloten systeem dat enkel werkt met producten van Busch-Jaeger. Maar binnenkort kan het ook met andere systemen communiceren, dankzij de API of ‘application programming interface’”.

draadloos systeem. Wouter van de Bos: “Let op: als je een kabel kàn gebruiken, dan moet je bekabelen. Ons draadloos systeem vormt daarop een aanvulling. Je moet dan de wisselschakelaar vervangen door een draadloos communicerende sensor. Draadloos is een prima oplossing voor de renovatiemarkt. Want renovatie omvat in België alvast een groter aandeel dan de klassieke nieuwbouw, en dus komt er meer en meer vraag naar draadloze domotica.”

“Nagelnieuwe draadloze oplossing” Christophe Jooris: “De bewoner kan het systeem op eigen houtje instellen, maar we raden aan dat een installateur bijstand komt verlenen of de volledige installatie doet. Van oudsher en van nature is de installateur een technisch onderlegd vakman. Maar tot zijn/ haar taak behoort ook het uitleggen aan de huisbewoner hoe een en ander in elkaar zit. Hij is bovendien de geknipte persoon om het systeem te verkopen. De consument én de installateur zijn er uiteraard bij gebaat om zoveel mogelijk domotica-ervaringen op te doen. In De Woonindustrie in het Nederlandse Nieuwegein, bij Utrecht, hebben we verschillende demoruimtes opgesteld waar de bezoeker onze diverse domoticatoepassingen kan beleven. Er zijn vier ‘slimme ruimtes’: een woning, een hotelkamer, een serviceflat en een vergaderzaal. Daar kunnen installateurs hun licht gaan opsteken, maar ook particulieren zijn er welkom. “ Als aanvulling op het bekabelde domoticasysteem lanceert ABB rond deze tijd een

*** In de ABB-domoticashowroom in Zaventem gaan Christophe en Wouter gewillig staan of zitten voor de lens van de fotograaf, die de regie voert. Op de achtergrond telkens een gedetailleerde woningschets, met nu eens zonnepanelen en dan weer een fiets als nuttige apparaten. De ABB-woordvoerders lichten toe dat ABB mee een pilootproject op poten zette om gelijkstroom (van bijvoorbeeld de fietsdynamo of de autobatterij) in de woning als voeding toe te passen. Ook op dat gebied vervult ABB, samen met andere bedrijven, dus een pioniersrol. Dat terzijde, want het was ons in deze bijdrage vooral te doen om het gebruikscomfort dat de Zwitserse onderneming aan de installateur én de bewoner aanbiedt met haar heel eenvoudig te bedienen ‘smart home’-oplossingen. www.abb.be Tekst: Wouter Vloebergh Foto’s: studio Dann oktober 2016 - ElektroVisie | 23


INSTALLATIE

Eerste Belgische onderneming die zelf zonne-energie opslaat 3 VRAGEN AAN RUDI VANDROMME VAN ‘WE ARE SMART’ ‘We are smart’ uit Bilzen ontwikkelde in samenwerking met Th!nk E uit Oud-Heverlee een nieuw batterijsysteem om opgewekte zonne-energie op te slaan. Dankzij deze technologie kan InterOffice, industrieel toeleverancier van kantoorartikelen en schoolbenodigdheden, voortaan de zonne-energie die overdag wordt geproduceerd ook in de ochtend- en avonduren gebruiken.

1. Hoe werkt het systeem van InterOffice?

Het systeem van InterOffice bestaat uit: - 36 kWp SunTrackers (foto boven) en 58 kWp panelen op het dak - Het batterijsysteem (loodzuur batterijen) heeft een capaciteit 90 Kwh,. De opslagcapaciteit op jaarbasis is 22.995Kwh. (foto’s onder). De batterijen zijn van Engelse makelij, 1 batterij is 2 volt met 1800 Ah of 3600W. Elke batterij weegt 150 kilogram. In totaal staat er zo’n 3 ton aan batterijen met een oppervlakte van ongeveer 10 vierkante meter.

24 | ElektroVisie - oktober 2016

- Het batterijsysteem is voorzien van eigen ontwikkelde software voor het optimaliseren van de sturing (lading en ontladen) en visualisatieschermen ontwikkeld door Enervalis. - Unieke aan het systeem is dat UPS, opslag en het terug afleveren, balancing van het net, on demand leveren op de grid en peak schaving in 1 systeem geïntegreerd is.

2. Wat is de investeringskost en de terugverdientijd? De kostprijs van het batterijsysteem bij InterOffice bedraagt 32.000 euro. De terugverdientijd van het batterijconcept bedraagt slechts 7 jaar. InterOffice kan dankzij het nieuwe batterijconcept de energie die het zelf produceert ook in de ochtend- en avonduren gebruiken. Voor de onderneming heeft dat drie voordelen: • De energiekosten liggen lager, omdat InterOffice zijn nachtverbruik kan dekken door de opgeslagen energie van overdag. • Ook het injectietarief ligt lager, omdat de niet-verbruikte elektriciteit overdag naar de batterij gaat, in plaats van naar het distributienet. • De vaste kosten liggen lager. Door de energie op te slaan in de batterij, liggen de piekwaarden lager bij InterOffice. Dat heeft een gunstig effect op de factuur, die mee bepaald wordt door bereikte vermogenspieken.

3. Kan dit systeem ook toegepast worden voor andere gebruikers? Opslagsystemen zoals bij InterOffice zijn de toekomst in hernieuwbare energie. De kostprijs is voor veel ondernemingen nog een obstakel. Toch kan een perfect gedimensioneerd batterijsysteem zichzelf makkelijk terugverdienen. Vooral bedrijven (ook KMO’s en landbouwbedrijven) met een groot beschikbaar zonnevermogen op hun dak kunnen voordeel halen uit de batterij. Zo heeft InterOffice, met zijn diverse copiers en servers die ook ’s avonds draaien, een gunstige business case. De batterij kan dagelijks laden en ontladen, ook tijdens de wintermaanden, wat het economisch voordelig maakt. Ook voor landbouwbedrijven is het batterijsysteem een interessante investering: ook die bedrijven hebben ’s avonds energie nodig, onder meer voor ventilatie. Niet alleen bij bedrijven verwachten we een groeiende interesse, ook bij particulieren is er een groot potentieel. Met de huidige tariefstructuur, terugdraaiende meters en de nog hoge kostprijs van de batterijen, zijn de installaties momenteel weinig rendabel, maar daar kan snel verandering in komen als de slimme meter wordt ingevoerd en de prijzen van batterijen verder dalen. EH


Je schakelaars op je smartphone

NIKO CONNECTED SWITCH

Moeiteloos slimmer Je klant wil gaan slapen, maar er brandt nog licht in de woonkamer? Voortaan hoeft hij niet meer de hele woonkamer door, want dankzij de Niko connected switch app heeft hij zijn schakelaars gewoon op zak. Jij installeert de draadloze schakelaars volgens het Easywave protocol en koppelt ze aan de app. Je klant bedient de schakelaars vervolgens met zijn smartphone, tablet of smartwatch. Zo kan hij vanuit zijn bed het licht uitschakelen, of vanop kantoor de rolluiken neerlaten. De bijhorende gateway is niet alleen snel geĂŻnstalleerd, maar ook uiterst makkelijk in te stellen. PA-753- 01

Lees er alles over op www.niko.eu/connectedswitch


INSTALLATIE Microwarmtekrachtkoppeling en aardingsschema’s WAT IS MICROWARMTEKRACHTKOPPELING ? Warmtekrachtkoppeling is een systeem dat het mogelijk maakt zowel elektriciteit als warmte te produceren uit één brandstof. Het kan gaan om aardgas, stookolie, plantaardige olie of zelfs houtpellets.

Oorspronkelijk waren deze installaties bedoeld voor grote gebouwen met een aanzienlijke warmtebehoefte waar er voldoende ruimte is om dit soort installatie te kunnen plaatsen. Tegenwoordig bieden veel fabrikanten ook oplossingen aan voor de tertiaire of zelfs huishoudelijke installaties, die doorgaans mini- of microwarmtekrachtkoppelingsinstallaties worden genoemd, afhankelijk van het nominaal vermogen van de installaties. Net als bij warmtekrachtkoppelingsinstallaties moet de warmtebehoefte voldoende groot en stabiel zijn opdat een microwarmtekrachtkoppelingsinstallatie rendabel zou zijn. Dat is bijvoorbeeld het geval voor rusthuizen, ziekenhuizen, hotels, scholen, kantoren, winkels, winkelcentra, maar ook voor individuele woningen, dankzij de opkomst van microwarmtekrachtkoppelingsinstallaties met Sterling-motor die worden gevoed door aardgas of een brandstofcel. Microwarmtekrachtkoppelingsinstallaties zijn dus niet interessant voor heel goed geïsoleerde individuele woningen met weinig behoefte aan warmte. In dat opzicht is de evolutie naar de veralgemening van passieve woningen in de komende jaren geen goed nieuws voor de microwarmtekrachtkoppeling. Met uitzondering van warmtekrachtkoppelingsinstallaties met een vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kVA eenfasig of 10 kVA driefasig, die voorzien zijn van een automatische scheidingsinrichting zoals bedoeld in artikel 235.01.c1 van het AREI en volgens de technische voorschriften van SYNERGRID C10/11, mag geen enkele gedecentraliseerde installatie op het distributienet worden aangesloten zonder het voorafgaand akkoord van de netbeheerder.

26 | ElektroVisie - oktober 2016

Aardverbindingsschema’s en risico’s op onrechtstreekse aanraking Om de bescherming van personen tegen het risico op onrechtstreekse aanraking te wijten aan een isolatiefout tussen een fase en de massa van een toestel te verzekeren, is het belangrijk, in het geval van actieve maatregelen, dat wil zeggen maatregelen die de automatische uitschakeling van de voeding met zich meebrengen, om ervoor te zorgen dat de foutstroom terug naar de bron kan vloeien, ofwel via de grond ofwel via beschermingsgeleiders. Het AREI en verschillende internationale normen codificeren de aardingsschema’s met behulp van drie letters. De eerste letter bepaalt de positie van de nulgeleider of een fase van de generator: T : Rechtstreeks met de aarde verbonden; I : Geïsoleerd ten opzichte van de aarde of verbonden via een impedantie. De tweede letter bepaalt de positie van de massa’s van de verbruikers: T : Rechtstreeks met de aarde verbonden; N : Verbonden met het nulpunt van de bron. De derde letter bepaalt de ligging van de nulgeleider ten opzichte van de beschermingsgeleider: S : De beschermingsgeleider (PE) en de nulgeleider (N) zijn apart; C : De beschermings- (PE) en de nulgeleider (N) zijn samengebracht in één geleider (PEN).

Aandachtspunten bij een aardingsschema van het type TT

Bij een aardingsschema van het type TT moet de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking bij de eerste fout worden verzekerd door automatische differentieelschakelaars waarvan de uitschakelstromen niet hoger mogen zijn dan 300 milliampère in huishoudelijke installaties in naleving van de voorschriften van artikels 81 en 86 van het AREI en 1A in installaties die beschikken over BA4- (gewaarschuwd) of BA5-personeel (vakbekwaam) volgens de voorschriften van artikels 81 en 88 van het AREI. In installaties met een bijzonder brandrisico die worden gekenmerkt door de uitwendige invloeden BE2 (brandgevaar) of BE3 (ontploffingsgevaar) of CA2 (brandbaar materiaal) of CB2 (verspreiding van het vuur) dienen de installaties ook beveiligd te worden door automatische differentieelschakelaars waarvan de uitschakelstromen niet hoger mogen zijn dan 300 mA in naleving van de voorschriften van artikel 104 van het AREI.

Aandachtspunten bij een aardingsschema van het type TN

De mogelijke combinaties zijn dus TT, TN-C, TN-S en IT. In het geval van miniwarmtekrachtkoppelingsinstallaties, wordt heel vaak stroom geinjecteerd, op laagspanning (driefasig 3N400V-50Hz of eenfasig 230V-50Hz) en in de meeste gevallen in een aardingsschema van het type TT of TNS men dient dan gewoon de bijzonderheden eigen aan elk aardingsschema te bekijken in functie van van de voorschriften van de fabrikant van de miniwarmtekrachtkoppeling. Maar opgelet: In België worden veel plaatsen nog gevoed op 3x230 V, en als dat het geval is, zal het noodzakelijk zijn een scheidingstransformator te plaatsen om de voedingsspanning van 3x230 V te veranderen in 3N400 V, met de extra kosten die dat met zich mee kan brengen. Denk daar aan!

Bij een aardingsschema van het type TN moet de bescherming tegen onrechtstreekse aanraking bij de eerste fout worden verzekerd door hetzij overstroombeveiligingen (zekeringen/vermogenschakelaars), hetzij automatische differentieelschakelaars waarvan de uitschakelstroom en -tijd correct gedefinieerd zijn met inachtneming van de veiligheidscurve die wordt gegeven in artikel 31 van het AREI in naleving van de voorschriften van artikel 80 van het AREI. In installaties met een bijzonder brandrisico die worden gekenmerkt door de uitwendige


INSTALLATIE invloeden BE2 (brandgevaar) of BE3 (ontploffingsgevaar) of CA2 (brandbaar materiaal) of CB2 (verspreiding van het vuur) dienen de installaties ook beveiligd te worden door automatische differentieelschakelaars waarvan de uitschakelstromen niet hoger mogen zijn dan 300 mA. Dit voorschrift is echter niet bindend als een equipotentiaalverbinding van minstens 10 mm² met zorg wordt gerealiseerd met inachtneming van de voorschriften van artikel 104 van het AREI.

Gezien de vele nadelen die verbonden zijn aan een aardingsschema van het type TNC en onder andere voornamelijk het feit dat de norm NBN EN 60204-1 betreffende de veiligheid van machines het gebruik van het aardingsschema van het type TNC verbiedt voor de realisatie van de interne bekabeling van machines, zal bij dit aardingsschema noodzakelijkerwijs een scheidingstransformator moeten worden geplaatst om het aardingsschema naar believen te veranderen.

Aandachtspunten bij een aardingsschema van het type IT

Bij een aardingschema van het type IT dient de installatie te worden gemonitord door een permanente isolatiebewaking en als het noodzakelijk is het ontstaan van een eerste fout te signaleren. Bij het ontstaan van een eerste fout moeten maatregelen worden getroffen om die eerste fout op te sporen en uit te schakelen. Ingeval zich een tweede fout zou voordoen dienen de voorgeschreven beschermingsmaatregelen voor aardingsschema’s van het type TN of TT te worden getroffen, naargelang alle massa’s al dan niet onderling verbonden zijn door een beschermingsgeleider. In installaties met een bijzonder brandrisico die worden gekenmerkt door de uitwendige invloeden BE2 (brandgevaar) of BE3 (ontploffingsgevaar) of CA2 (brandbaar materiaal) of CB2 (verspreiding van het vuur) dienen de installaties ook beveiligd te worden door automatische differentieelschakelaars waarvan de uitschakelstromen niet hoger mogen zijn dan 300 mA. Dit voorschrift is echter

niet bindend als een equipotentiaalverbinding van minstens 10 mm² met zorg wordt gerealiseerd en alle massa’s onderling verbonden zijn door een beschermingsgeleider in naleving van de voorschriften van artikel 104 van het AREI. Aangezien het gebruik van dit aardingsschema soms verboden is door de fabrikanten van miniwarmtekrachtkoppelingsinstallaties zal noodzakelijkerwijs een scheidingstransformator moeten worden geplaatst om het aardingsschema naar believen te veranderen.

Andere aandachtspunten Bij toevoeging van een miniwarmtekrachtkoppelingsinstallatie mogen, naast de problematiek van het aardingsschema, de andere aspecten in verband met de verhoging van het vermogen van uw installatie niet uit het oog verloren worden. Deze zullen onvermijdelijk een impact hebben op de kortsluitstroom die uw beveiligingen altijd zullen moeten aankunnen, en op de overbelastingsstroom, die heel belangrijk is voor de dimensionering van de leidingen en/of de railstelsels van uw elektrische borden.

Philippe BIRON Technical Manager Electricity

COGEN Vlaanderen - NATIONALE WKK-ONTMOETINGSDAG COGEN Vlaanderen organiseerde op 27 september samen met de WKK-facilitatoren voor het Waalse en Brusselse Gewest de 2e editie van de “nationale WKK-ontmoetingsdag”. Deze WKK-ontmoetingsdag bood bedrijven, overheden en organisaties die hun energieverbruik willen optimaliseren, de gelegenheid om op één dag een pak bruikbare informatie in te winnen via interessante voordrachten. Daarnaast was het ook een ideaal netwerkmoment: op de bijhorende WKK-beurs kon men bedrijven rechtstreeks aanspreken voor advies betreffende een concreet project of nieuwe contacten leggen met bedrijven uit de WKK- en de bredere energiesector.

COGEN Vlaanderen? De vzw COGEN Vlaanderen werd op 4 september 2001 opgericht. De doelstelling van COGEN Vlaanderen is actief bij te dragen aan de ontwikkeling van kwaliteitsvolle WKK in Vlaanderen. COGEN Vlaanderen doet dit vanuit de overtuiging dat WKK een belangrijke rol te spelen heeft in twee deeldomeinen

van de duurzame ontwikkeling, te weten een rationele energiepolitiek en het terugdringen van de emissies van broeikasgassen. COGEN Vlaanderen is gegroeid tot het expertisecentrum en de ontmoetingsplaats voor het WKK gebeuren in Vlaanderen.

Wat is WKK? Bij warmtekrachtkoppeling (WKK) wordt tegelijk warmte en elektriciteit geproduceerd met behulp van een motor of brandstofcel. Het grote voordeel van een gecombineerde opwekking is dat er veel energie bespaard wordt t.o.v. de gescheiden opwekking van evenveel elektriciteit en warmte. Op het programma van deze nationale WKKontmoetingsdag stonden onder meer: • Wat is WKK? Technologieën, Toepassingen en Steun • Concrete case per regio • Trends in de WKK-wereld • Praktische richtlijnen bij de toepassing van kleinschalige WKK (‘micro-WKK’) (resultaten van TETRA project micro-WKK)

Workshop Innovatietrajecten Dit jaar was er nog meer te bieden: parallel met de studiedag organiseerde men ook een workshop over innovatietrajecten. In deze interactieve workshop werd dieper ingegaan op de verschillende kanalen en instanties, de soorten financieringsmogelijkheden en kwamen er ook inspirerende projecten aan bod. Met deze workshop wil COGEN de WKK-actoren informeren over de ruime subsidiemogelijkheden voor innovatieprojecten, eventueel met de mogelijkheid op een verdere begeleiding met behulp van haar expertise.

Belgische workshop ene.field Voor wie geïnteresseerd is in brandstofcelWKK’s vond tijdens de WKK-ontmoetingsdag ook de Belgische workshop van het ene. field-project plaats. Dit gebeurde op initiatief van COGEN Europe.

Info: www.CogenVlaanderen.be oktober 2016 - ElektroVisie | 27


INSTALLATIE

PV-installatie in combinatie met batterijopslag - eilandwerking. 1. Verschillende configuraties Het succes van hernieuwbare energiebronnen stelt het hedendaagse elektriciteitsnet voor een grote technische uitdaging. Het distributienet werd oorspronkelijk niet ontworpen om zo veel decentrale productie-eenheden, vooral fotovoltaïsche panelen (PV panelen), aan te sluiten. Als oplossing brengen leveranciers nu zogenaamde net-interactieve omvormers (soms hybride omvormers genoemd) op de markt. Deze omvormers zijn gekoppeld aan batterijen die elektriciteit afkomstig van PV-panelen kunnen opslaan om deze op een later tijdstip te gebruiken. Deze NI-omvormer werkt bi-directioneel. Immers, er moet stroom kunnen vloeien vanuit de batterij naar de belasting alsook vanuit het openbare net naar de batterij toe. Welk van deze twee toestanden opportuun is, kan de omvormer autonoom beslissen in functie van de omstandigheden en zijn instellingen. Is het openbare net aanwezig of niet? Is de belasting groter dan een ingestelde waarde die uit het openbare net mag betrokken worden of niet? Dit is een groot verschil met een standaard PV-omvormer. De NI-omvormers kunnen om volgende redenen ingezet worden: • Back-up : Bij uitval van het openbare net, neemt dergelijk systeem de voeding over. Het is aanbevolen om vooraf te bepalen welke verbruikers absoluut gevoed moeten worden tijdens de uitval van het openbare net. Dit is bepalend voor het vermogen van de omvormer en de capaciteit van de batterijen. • Tijdelijk extra vermogen leveren: In dit geval is men wel gekoppeld aan het openbare net maar krijgt men van dit net een beperkt vermogen. Wanneer men, met een aansluiting van 10 A monofazig, op bepaalde momenten meer dan 10 A nodig heeft, kan de batterij via de net-interactieve omvormer het extra vermogen tijdelijk aanleveren. • Op variabele tarieven inspelen: Momenteel is dit nog toekomstmuziek. Op vele conferenties en seminaries, betreffende Europese energievoorziening en slimme netten in het bijzonder, worden variabele tarieven toch in het vooruitzicht gesteld. Afname van en injectie in het openbare net kunnen dan afhankelijk van het tijdstip zowel kosten als opbren28 | ElektroVisie - oktober 2016

gen. Door zijn mogelijkheden is een netinteractieve omvormer geschikt om hierop in te spelen. Deze omvormers kunnen bijvoorbeeld bij een hoge prijs voor afname energie-opname uit het net beperken of verhinderen. En bij opbrengst voor diezelfde afname kan dergelijke omvormer bijkomend vermogen injecteren vanuit de batterij. Bovendien zal deze technologie nog verder evolueren. • Het distributienet minder belasten: Dit is onrechtstreeks van belang voor eindklanten. Door de aanwezigheid van de NI-omvormer en batterijen zal de klant in geval van overbelasting van het distributie met een afschakeling van de klassieke PVinstallatie tot gevolg in dit geval de energie kunnen opslaan in zijn batterijen.

1.1. PV-aansluiting via DCkoppeling met de batterijen Het DC-spanningsniveau van de PV-panelen wordt geconverteerd naar het DC-spanningsniveau van de set batterijen. De PV-omvormer is hier in feite een DC/DC-convertor. In een standaard scenario voedt de energie afkomstig van de PV-panelen in eerste instantie de verbruikers en laadt zij in tweede instantie via de net-interactieve omvormer de batterijen op. Als er dan nog PV-energie over is of als de batterijen volledig opgeladen zijn, wordt dit ‘overschot’, via de NI-omvormer, in het distributienet geïnjecteerd. Deze configuratie bezit de volgende specifieke eigenschappen : - rendement van het batterijsysteem is +/88 % (beste rendement omdat er tussen de PV-panelen en de batterij geen omvorming van DC naar AC gebeurt) - Eenvoudig en robuust - Laagste kostprijs - Geschikt tot ongeveer 15 kW - Vooral interessant voor nieuwe installaties

1.2. PV-aansluiting via ACkoppeling met de ingang van de net-interactieve omvormer De PV-omvormer wordt rechtstreeks verbonden met het distributienet. In een standaard scenario gaat de energie afkomstig van de PV-panelen in eerste instantie naar de verbruikers en in tweede instantie via de NIomvormer naar de batterijen. Als er dan nog PV-energie over is of als de batterijen volledig opgeladen zijn, wordt dit ‘overschot’ rechtstreeks in het distributienet geïnjecteerd.

Deze configuratie bezit de volgende specifieke eigenschappen: - rendement van het batterijsysteem is +/- 72 % - als er een netuitval optreedt, valt ook de PV-omvormer uit - de dimensionering van de PV-omvormer en de dimensionering van de net-interactieve omvormer zijn onafhankelijk van elkaar - de dimensionering van de net-interactieve omvormer gebeurt typisch op basis van het totaal vermogen van die verbruikers die tijdens een netuitval moeten gevoed blijven.

1.3. PV-aansluiting via ACkoppeling met de uitgang van de net-interactieve omvormer De PV-omvormer wordt verbonden met de AC-uitgang van de net-interactieve omvormer. De energie afkomstig van de PV-panelen gaat in eerste instantie rechtstreeks naar de verbruikers en , in tweede instantie via de NI-omvormer naar de batterijen. Bij een overschot worden de batterijen opgeladen. Als er dan nog PV-energie over is of als de batterijen volledig opgeladen zijn, wordt dit ‘overschot’, via de transfer switch van de NIomvormer, in het distributienet geïnjecteerd. Deze configuratie bezit de volgende specifieke eigenschappen: - rendement van het batterijsysteem is +/72 % - als er een netuitval optreedt, blijft de PVomvormer operationeel - In geval van energieoverschot zal de netinteractieve omvormer de netfrequentie doen stijgen waardoor het vermogen van de PV-omvormer wordt bijgeregeld. In geval dit nog onvoldoende blijkt, zal de PVomvormer vanaf 51,5 Hz in veiligheid gaan en dus uitschakelen. - de dimensionering van de PV-omvormer en de dimensionering van de NI-omvormer zijn afhankelijk van elkaar, in die zin dat het nominale vermogen van de NI-omvormer groter of gelijk moet zijn aan dat van de PV-omvormer.

2. Reglementering 2.1. Wat zeggen de distributienetbeheerders (DNBs)? Op de website “http://www.synergrid. be/index.cfm?PageID=16832&language_


INSTALLATIE code=NED” van Synergrid, de federatie van de netbeheerders elektriciteit en aardgas in België, is er tijdens de maand augustus van dit jaar een update verschenen van hun FAQ C10/11. In de ontwerptekst die momenteel beschikbaar is als antwoord op vraag 30, wordt aangegeven wat de verplichtingen zijn bij een decentrale productie installatie gecombineerd met een batterij-opslag-systeem. De volgende vier thema’s worden hierin behandeld: • de ontkoppeling tussen het openbare net en de netgebruiker • de beperking van de terug voeding • de aansluitprocedure • het streven naar een evenwichtige faseverdeling Alvorens deze thema’s verder toe te lichten is het noodzakelijk om de volgende begrippen te definiëren: DP: Het totale AC-vermogen van de zuivere decentrale productie-installatie. Dit is typisch de som van de schijnbare maximale vermogens (in kVA) van de omvormer(s), dus exclusief het vermogen van de batterij-omvormer. BATT: Het totale AC-vermogen van het batterij-opslag-systeem. Dit is typisch de som van de schijnbare maximale vermogens (in kVA) van de batterij-omvormer(s). DP+BATT: De som van DP en BATT. Cxx/yy: Technisch voorschrift elektriciteit terug te vinden op de website “http://www.synergrid.be/index. cfm?PageID=16832&language_ code=NED” van Synergrid.

2.1.1. Ontkoppelen van het openbare net Opdat de netbeheerder spanningsloos werkzaamheden aan het openbare net kan uitvoeren, moet de decentrale productie-installatie met een veiligheidsonderbreking overeenkomstig art 235 van het AREI losgekoppeld kunnen worden van het openbare net. Volgend schema geeft het keuzeproces weer om te komen tot een ontkoppeling overeenkomstig de voorschriften van Synergrid.

Als het totaal geïnstalleerde vermogen van de decentrale productie niet groter is dan 10 kVA, moet men een automatisch scheidingssysteem voorzien. Het is nu zo dat de meeste omvormers (zowel PV als batterij) met een dergelijk automatisch scheidingssysteem uitgerust zijn. In lijst 1 van het document C10/26 zijn de omvormers terug te vinden die uitgerust zijn met een automatisch scheidingssysteem erkend door Synergrid. Concreet betekent dit geen verandering in vergelijking met installaties waarbij enkel PV-omvormers betrokken zijn. Tenminste indien gewerkt wordt met omvormers (PV en nu ook batterij) uit de lijst C10/26. Als het totaal geïnstalleerde vermogen van de decentrale productie groter is dan 10 kVA dan moet er een ontkoppelrelais geplaatst worden. Een lijst met dergelijke ontkoppelrelais, erkend door Synergrid, is terug te vinden onder paragraaf 1 in het document C10/21. Concreet betekent dit ook geen verandering in vergelijking met installaties waarbij enkel PV-omvormers betrokken zijn. Hieruit blijkt dat in geval van een automatisch scheidingssysteem er geen extra ‘engineering’ nodig is en bij een ontkoppelrelais wel. Immers, dit type relais is uitgerust met een meet -en stuurinrichting. Dit betekent het correct aansluiten van de signaalbekabeling en het correct instellen van parameters om te voldoen aan de voorschriften beschreven in C10/11 Par3.3. Bovendien realiseert dit relais weliswaar een opening tussen het openbare net en de gebruiker maar geen veilige scheiding. Dus moet, in serie met dit relais, nog een stuurbare lastscheider geplaatst worden. Bij een automatisch scheidingssysteem is dat allemaal geïntegreerd.

2.1.2. Beperking van de terug voeding Dankzij het batterij-opslag-systeem kan de lokaal geproduceerde energie steeds zo veel mogelijk binnen de installatie van de netgebruiker zelf verbruikt worden, met een minimale terug voeding naar het net. Synergrid stelt daarom dat de terug voeding van vermogen naar het openbare net nooit mag hoger zijn dan het totale vermogen van de decentrale productie-installatie. Volgend schema geeft het keuzeproces weer om te komen tot een terug voeding overeenkomstig de voorschriften van Synergrid.

Als het totaal geïnstalleerde vermogen van de decentrale productie en de batterij-omvormer samen niet groter is dan 10 kVA dan dient de installatie voorzien te zijn van een zogenaamd ‘intern exportbeveiligingssysteem’. Normaliter is het batterij-opslag-systeem uitgerust met dergelijke functionaliteit. Als de gemeten waarde van het terug geleverde vermogen hoger is dan DP, moet de batterij-omvormer uitschakelen. Concreet betekent dit wel een verandering. Aan het begin van de installatie moet typisch nog een meetspoel met bijhorende bekabeling naar het batterij-opslag-systeem geplaatst worden om dit vermogen te kunnen meten. En de juiste grenswaarde van het terug geleverd vermogen moet ingesteld worden in batterij-opslag-systeem In de huidige context is het immers niet zinvol om de batterij-omvormer vermogen te laten terug leveren aan het net. Het batterij-opslagsysteem wordt ingesteld om enkel stroom te leveren in geval van eilandwerking of in geval men de afname uit het net wenst te beperken. Als het totaal geïnstalleerde vermogen van de decentrale productie en de batterij-omvormer samen wel groter is dan 10 kVA, dan moet er een exportbegrenzingsrelais, erkend door Synergrid, geplaatst worden. Een lijst met dergelijke exportbegrenzingsrelais is terug te vinden in het document C10/25. Het toegelaten terug geleverde vermogen mag niet hoger zijn dan DP indien DP kleiner of gelijk is aan 10 kVA. Indien DP groter is dan 10 kVA wordt het toegelaten terug geleverde vermogen bepaald op basis van de netstudie.

2.1.3. Aansluitprocedure Op dit vlak verandert er niets: Indien het totale vermogen van de decentrale productie (dus enkel DP) niet groter is dan 10 kVA, is er enkel een meldingsplicht. Ook blijft de eis van kracht dat er per fase niet meer dan 5 kVA aan decentraal productievermogen mag aangesloten worden. Indien dit totale vermogen groter is dan 10 kVA, moet er schriftelijke toestemming van de netbeheerder zijn om deze installatie aan te sluiten op het openbare net. Typisch gaat een netstudie vooraf aan de schriftelijke toestemming.

2.1.4. Streven naar evenwichtige faseverdeling Indien de PV-omvormer éénfasig is, moet ook de batterij-omvormer éénfasig uitgevoerd worden en uiteraard aangesloten worden op de fase waarop de PF-omvormer is aangesloten. Indien de PV-omvormer driefasig is en een vermogen groter dan 4 kVA heeft, dan moet ook de batterij-omvormer driefasig uitgevoerd worden. Auteur: Geert Verhoeven VOLTA oktober 2016 - ElektroVisie | 29


VERLICHTING

led verlichting

meer dan alleen levensduur Als we vandaag een nieuwe binnenverlichtingsinstallatie overwegen, dan wordt steevast nagedacht over de mogelijkheden die led hierin kan bieden. In een voorstudie worden dan meestal alle pro’s en contra’s ten opzichte van de traditionele lichtbronnen op een rij gezet. De parameter die steevast doorweegt op de beslissing is de levensduur van de led omdat die naar analogie met de courant gebruikte lichtbronnen (fluorescentie, hogedruk gasontlading, halogeen, …) een betere Total Cost of Ownership zou garanderen. Maar is dit wel zo? En hoe zit dat in feite met de levensduur van led? Is kiezen voor led met de grootste levensduur steeds de beste keuze?

Wat is levensduur van lichtbronnen? Levensduur is per definitie de tijdsduur waarbij er nuttige werking is. Voor gloeilampen en fluorescentielampen is dit meestal de tijdsduur tot het gemiddelde defect.

Waarom is dit verschillend voor led-verlichting? De led – de halfgeleider component die elektrische gelijkstroom omzet in lichtstroom - gaat zelden defect: de tijdsduur tot het gemiddelde defect is grootteorde 1 miljoen uur. Defecten in led-verlichtingstoestellen worden vaker veroorzaakt door andere elektronische componenten of door breuken in de elektrische verbindingen dan door de led. De lichtstroom van de led neemt af met het aantal branduren en ook de kleurtint kan lichtjes wijzigen. Afhankelijk van de toepassing zal na een zekere tijd de lichtstroom (lumen) onvoldoende zijn om de gewenste verlichtingssterkte (lux) te realiseren. Dit is dan het einde van nuttige werking en per definitie de praktische levensduur. Deze afname van de lichtstroom hangt niet alleen af van de materialen in de led maar ook van zijn temperatuur en stroom. Afhankelijk van deze keuzes kunnen enerzijds led-lampen gemaakt worden met een korte levensduur (70% van de lichtstroom na 15.000 30 | ElektroVisie - oktober 2016

u) tot anderzijds led-verlichtingstoestellen met een lange levensduur (>90% van de lichtroom na 100.000 u) en alles ertussenin. Er zijn dus meer variaties dan met traditionele verlichtingstoestellen.

Hoe wordt dit uitgedrukt? Het gemiddelde lichtstroombehoud van led-verlichtingstoestellen wordt courant beschreven met behulp van de Lx-waarde, die een tijdsduur aangeeft in functie van het gemiddelde lichtstroombehoud. Vaak wordt een L70, L80 of L90 tijdsduur opgegeven, zijnde de tijdsduur tot gemiddeld 70%, 80% of 90% behoud van de initiële lichtstroom. Deze waarde is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. De fabrikant van verlichtingstoestellen kan de verschillende Lx waardes bezorgen, vaak bij meer dan één omgevingstemperatuur.

Waarom is dit belangrijk? De maintenance factor is cruciaal. Normen zoals NBN EN 12464-1:2011 voor werkplekverlichting vermelden verlichtingssterktes die moeten toelaten om voldoende efficiënt, accuraat en comfortabel taken te verlichten. De opgegeven verlichtingssterktes moeten te allen tijde gegarandeerd zijn. Dit betekent dat de verlichtingsinstallatie initieel moet over-gedimensioneerd zijn om aan het einde van de levensduur nog een voldoende verlichtingssterkte (lux) te hebben. De inrekening (lichtstudies) hiervan gebeurt met behulp van de maintenance factor MF – ook onderhouds-, depreciatie- of behoudsfactor genaamd. De maintenance factor bevat 4 deelfactoren waaronder de LLMF: het behoud van de lichtstroom van de lichtbronnen in de tijd (Lamp Lumen Maintenance Factor). Indien gekozen wordt voor verlichtingstoestellen met een laag (slecht) lichtstroombehoud dan zal er meer over-dimensionering nodig zijn dan indien er gekozen wordt voor een hoog lichtstroombehoud. Deze grotere initiële lichtstroom betekent meestal ook een groter aantal verlichtingstoestellen, wat in eerste instantie al zal blijken uit de lichtberekening. Bij een gelijkaardig initieel rendement betekent dit ook een groter elektriciteitsverbruik (tenzij onmiddellijke dimming of een automatische lichtregeling gebeurt).

Hoe verhoudt de LLMF zich tot de Lx specificatie? Gebruiksduur is een belangrijke parameter. Bij tl-lampen vindt het overgrote deel van de terugval van de lichtstroom plaats in de eerste 5000 branduren van de lampen. Hierna blijft de lichtstroom uit de lamp bijna constant, rond 90%. Op het ogenblik van het gemiddelde defect (~ 20.000 u voor de meest gebruikte T5’s) is de lichtstroom ongeveer 90% van de initiële lichtstroom. De LLMF is dus 0,9 voor tl-lampen en aangezien de andere deelfactoren voor de ruimtevervuiling en armatuurvervuiling ook redelijk constant zijn (maar afhankelijk van de reinigingsfrequentie), wordt er voor de maintenance factor meestal een constante waarde gebruikt van 0,8. Bij led-verlichting is dit niet langer het geval. De lichtstroom van de leds neemt gestaag af over de tijd en zoals hiervoor aangegeven zijn er grote verschillen mogelijk tussen verschillende modellen led-verlichtingstoestellen. De juiste waarde voor LLMF dient gebruikt te worden die zowel groter als beduidend kleiner kan zijn dan 0,9. Hiervoor dient de juiste gebruiksduur in rekening gebracht te worden. Het is niet omdat een fabrikant een waarde van bijvoorbeeld L80 = 50.000 u specifieert, dat dit verlichtingstoestel exact 50.000 uur zal gebruikt worden en de LLMF gelijk zal zijn aan 0,8 (maintenance factor = 0,71). In klaslokalen is de brandduur ongeveer 1000 uur per jaar en indien gepland wordt met een LLMF van 0,8 dan betekent dat er gepland wordt voor voldoende lichtsterkte tot 50 jaar na de installatie, terwijl de gebruiksduur meer dan waarschijnlijk korter zal zijn, de LLMF daardoor beter zal zijn en minder over-dimensionering nodig zal zijn. Bij winkelpanden is de brandduur per jaar weliswaar langer, maar de leaseperiodes en renovatiecycli zijn vaak korter dan 10 jaar waardoor ook hier de gebruiksduur vaak minder is dan 50.000 u en een hogere waarde voor de LLMF gebruikt dient te worden. Voor productiehallen en magazijnen met meerdere shiften zal de gewenste gebruiksduur vaak langer zijn dan 50.000 u en zal


VERLICHTING met een kleinere LLMF moeten gerekend worden. Het is belangrijk voor het lichtontwerp om een juiste inschatting te hebben van de gebruiksduur en een maintenance factor te gebruiken waarvan de LLMF overeenkomt met het lichtstroombehoud voor deze gebruiksduur. Aldus kan een correct aantal verlichtingstoestellen ingepland worden en een optimalere keuze gemaakt worden uit de grote variatie aan led-verlichtingstoestellen.

Ten slotte: Vraag bij een nieuw verlichtingsproject met led verlichtingstoestellen niet enkel naar het rendement (luminaire efficacy) van de armaturen (in lm/W), maar informeer dus ook naar de levensduur en de te gebruiken MF van het toestel in functie van de gebruiksduur. De combinatie van beide bepaalt immers hoe op het eerste zicht evenwaardige led toestellen

toch kunnen verschillen in energie-efficiëntie. Het behoud van de lichtstroom is hierbij de successleutel. Een hoge MF bij projecten met led hoeft dus niet steeds als ongeloofwaardig beschouwd te worden, zoals het vroeger wel het geval was met traditionele lichtbronnen. Probeer in een project met led via de lichtstudie te streven naar een specifieke vermogensdichtheid van 1W/m². 100lux. Een verkeerde inschatting van de gebruiksduur en dus de MF kan namelijk leiden tot een over- of onder-gedimensioneerde en daardoor misschien inefficiënte verlichtingsinstallatie, wat met led zeker niet de bedoeling is. Dit gaat in tegen de logica van duurzaamheid. Houd er ook rekening mee dat een verlichtingsproject met led vaak nog steeds een iets hogere investering vergt. Bederf de pret dus

niet door teveel verlichtingstoestellen of een onaangepaste vervangtermijn voor te schrijven. Als het voordeel voor de eindklant onduidelijk is, dan zou deze hierdoor wel eens kunnen opteren voor de klassieke verlichtingstoestellen. We zouden hier dus kunnen spreken over een investering paradox die we zeker moeten en willen vermijden. Voor uitgebreide informatie: zie de informatiebrochure “MF en levensduur” op www. lichttechnologie.be/nl/laboratorium/downloads-groen-licht-vlaanderen/folders

Auteurs: Peter Bracke, Catherine Lootens, Wouter Ryckaert Laboratorium voor Lichttechnologie, KU Leuven Technologiecampus Gent Groen Licht Vlaanderen 2020, de verlichtingssector in transitie (IWT VIS-traject 100955)

Ontwerp de ideale modulaire schakelkast. Beeld u een professionele partner in, die 24/7 beschikbaar is om : • • • • • • • •

uw modulaire schakelkast te configureren erover te waken dat ze aan de geldende normen beantwoordt de componentenlijst op te stellen ervoor te zorgen dat er niets vergeten wordt een bestek te maken van het geheel uw idee te bewaren opdat u het later opnieuw zou kunnen bekijken bestellen en geleverd binnen de 10 werkdagen, via uw groothandelaar geoptimaliseerd voor Windows en Mac

www.tecoplan.be Teconex S.A./N.V. Rue de Magnée, 108 - 4610 Beyne-Heusay - Belgium - Tel.: +32 (0)4 358 85 75 - Fax: +32 (0)4 358 23 73 - www.teconex.eu - info@teconex.be

TecoPlan is gratis ! Registreer u


BEVEILIGING

Wat valt er te verwachten in de toekomst van

cameraobservatiesystemen? De beveiligingsmarkt is altijd in ontwikkeling en van oudsher is de ontwikkeling van CCTV componenten altijd de meest dynamische geweest in de beveiligingsindustrie. Voor de komende periode mogen we dan ook weer de nodige innovaties en doorontwikkelingen verwachten van Hikvision, wereldmarktleider op het gebied van cameraobservatiesystemen.

Een opmerkelijke innovatie is de PanoVu lijn van Hikvision die de mogelijkheid biedt om een 180 of 360 graden panorama beeld te produceren door gebruik te maken van meerdere beeldsensoren. 4 sensoren met resolutie van 8 MP voor de 180 graden variant en 8 sensoren met een resolutie van 16 MP voor de 360 graden variant. Een geïntegreerde FullHD PTZ module zorgt ervoor dat er actief optisch kan worden ingezoomd op de gebieden van interesse. Alle sensoren zijn samengesteld met de bekende Hikvision Darkfighter techniek, zodat er ook onder lage lichtomstandigheden haarscherpe beelden geleverd kunnen worden. Dergelijke camera’s bieden een uitstekende oplossing voor situaties waar het plaatsen van grote hoeveelheden camera’s technisch onmogelijk is of om andere redenen ongewenst. Hierdoor zijn de 32 | ElektroVisie - oktober 2016

Hikvision PanoVu camera’s uitstekend geschikt voor toepassingen in stadion, luchthaven, parkeerplaatsen en andere grootschalige terreinen. De verwachting is dat de markt voor thermische camera’s zal groeien tot ruim 3,7 miljard euro in 2020, bijna een verdubbeling ten opzichte van 2015. Thermische camera’s worden nu veelal gebruikt voor perimeterbeveiliging, maar er valt te verwachten dat de thermische camera’s ook een serieuze optie gaan worden bij brandbestrijding. Bijvoorbeeld door het gebruiken van de Hikvision thermische positioning systemen waarbij door middel van een auto-patrol een bosgebied gescand kan worden en tijdens deze activiteit in staat is om een beginnende brand te detecteren, waarna de brandweer gericht ingezet kan worden om deze brand te bestrijden. Ook zullen de resoluties toenemen. Waar nu 384 x 288 nog de standaard is, zal deze spoedig worden ingehaald door resoluties van 640 x 512 en voor meer specifieke situaties zelfs 1.024 x 768. Hiermee neemt het detectiebereik van de thermische camera’s

significant toe waardoor de ‘return of investment’ beduidend lager komt te liggen. Ook de analoge cameratechniek kent een ware opleving doordat men het oude camerasysteem kan ‘turbochargen’ met de TurboHD camera’s en recorders van Hikvision. Over de bestaande coax bekabeling is het al weer enige tijd mogelijk om hier realtime 720p en 1.080p beelden over te transporteren zonder kwaliteitsverlies door compressie of latency, maar de ontwikkeling staat niet stil en het turbochargen gaat voorlopig nog door. HikvisionTurbo 3.0 is reeds geïntroduceerd met Power over Coax en bied de mogelijkheid tot nog grotere kabellengtes tot 1.200 meter en cameraresoluties tot 3 MP. De 5 MP oplossingen staan al te trappelen en 4K monitor outputs worden de standaard. De analoge techniek is voorlopig nog niet uitontwikkeld. We gaan hier nog veel mee te maken krijgen in de toekomst. Norman Graafsma Productmanager Hikvision voor Lobeco Fire + Security


PUBLIREPORTAGE

De Niko connected switch: JE SCHAKELAARS OP JE SMARTPHONE Moeiteloos slimmer

Alvast het licht in de woonkamer aansteken met je smartphone terwijl je gezellig op restaurant zit, zo lijkt het of je thuis bent. Onderweg de tuinverlichting nog snel even aanschakelen via je smartwatch. Of bij plots onweer vanop kantoor de zonwering sluiten met je tablet… Toekomstmuziek? Helemaal niet. Met de Niko connected switch app heb je je schakelaars op zak! Deze slimme app zorgt ervoor dat je de draadloze schakelaars van Niko nu ook kan bedienen met een smartphone, tablet en smartwatch. Bestaande woningen, gebouwen en renovaties worden zo moeiteloos slimmer.

De Niko connected switch: dé oplossing voor bestaande woningen en renovaties Draadloze Niko kleefschakelaars en ontvangers volgens het Easywave-protocol zijn een slimme en gemakkelijke oplossing voor renovaties en verbouwingen. De elektro-installateur kent ze al jaren. Er zijn geen kabels nodig, kappen en breken is overbodig. Met de connected switch gaat Niko nog een stap verder. Elk van deze draadloze schakelaars, nieuw geïnstalleerd of al even in gebruik, kan voortaan bediend worden met de connected switch app. De oplossing is perfect uitbreidbaar en modulair. Ze is zowel geschikt voor één schakelaar als voor alle schakelaars in de installatie.

De connected switch app: even gemakkelijk als het licht aan- en uitknippen

Met de app schakel je elk licht dat verbonden is met een draadloze schakelaar aan en uit, waar je je ook bevindt. Ook dimmen, rolluiken/zonwering bedienen en toestellen die in het stopcontact zitten aan-/uitzetten is mogelijk. Even nakijken op het werk of thuis de verlichting nog brandt, geen probleem. Via een weekkalender schakel je lampen of rolluiken automatisch op bepaalde tijdstippen in en uit. En wie wil, krijgt een melding op de smartphone of smartwatch, zo ben je altijd op de hoogte van wat er gebeurt.

Het geheim: de gateway

Via een gateway die aangesloten is op het netwerk, worden de draadloze schakelaars verbonden met het internet en de app. De Niko gateway is compatibel met het Niko Easywave assortiment. Later kun je probleemloos extra draadloze schakelaars en ontvangers bijplaatsen.

Online configuratie

De configuratie gebeurt eenvoudig via een online account in gelijk welke browser. Door de app te koppelen met het account bedien je van waar dan ook ter wereld je draadloze schakelaars.

De connected switch: slim én mooi

Passen de draadloze schakelaars bij de andere schakelaars en stopcontacten? Natuurlijk! Er is keuze uit alle Niko kleuren en afwerkingen van de reeksen Niko Original, Niko Intense en Niko Pure. Startpakket met gateway en draadloze schakelaar (referentiecode 410-10000): 199 euro excl. btw. Verkrijgbaar vanaf 10 oktober 2016.


LAATSTE BLADZIJDE

Administratieve vereenvoudiging?

A

ls ondernemer zijn we allemaal wel eens geconfronteerd met prijsvragen en aanbestedingen. Wat ik hierbij vaststel is dat de laatste jaren de administratie en de eisen van deze lastenboeken steeds uitgebreider en complexer worden. Studieburelen en architecten goochelen met allerlei KB’s, typebestekken, AREI, ARAB, Codex, voorlichtingsnota’s , normen, regelgevingen van de TV- maatschappijen en Proximus, decreten…… Onlangs, in het laatste ontvangen dossier, waren er niet minder dan 41 van deze puntjes. Men is dan verondersteld als deelnemer aan deze aanbesteding dat men al deze zaken ten minste volgt en kent… gegarandeerd een grote stok achter de deur ……na deze 41 verschillende punten volgen nog enkele bladzijden met allerlei voorwaarden en verplichtingen ‘jegens de aannemer’…..Je zou voor minder het noorden en uw moed kwijt geraken….maar het is nog niet gedaan…. We komen dan aan het hoofdstuk ‘toe te voegen documenten’: • Attest sociale zekerheid. • Bewijsvoering dat men niet failliet is (Maar men moet eerst 35€ betalen om dit attest te ontvangen). • Uittreksel uit het strafregister (aan te vragen aan de gemeente, weer veel blablabla….) • Attest van fiscale verplichtingen • Bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s • Bewijs van erkenning • Documenten technische bekwaamheid. Als men dan al zijn moed niet heeft verloren komt men vervolgens aan het gedeelte ‘werfadministratie’! Weeral een document van meer dan 40 bladzijden met afvalverwerking, bouwplaatsreglementen, werfinrichtingen….reeds ‘verplicht’ volledig in te vullen door de betrokken aannemer ?? Hoe, wat en waar: zuig het maar uit je duim, want tot op heden staat er op die bouwplaats nog een koe in de wei te grazen.

voegen in 3 ex. kortom weer een boom die sneuvelt voor ons papier uit de printer….. Als je dan het geluk hebt (?) dat je de laagste bieder bent (wat heb ik gemist?)….en als men de werken beëindigd heeft, na het indienen van enkele vorderingsstaten - en deze maar liefst in minimum een 5 tal exemplaren heeft afgedrukt - kan de overname van de werken gebeuren. Na natuurlijk eerst de elektrische keuring, gestoffeerd met allerlei tekeningen , schema’s en berekeningsnota’s. Na deze volgt dan aansluitend het postinterventiedossier -als het een klein werk betreft van een tweehonderdtal bladzijden dik - en natuurlijk ook in 5 exemplaren. En als de klant, het studiebureel, de architect, de veiligheidscoördinator en de EPB verslaggever tevreden zijn kan men dan hopen dat de klant nog centjes over heeft om de afrekening van de werken te betalen……. Met deze korte schets wil ik meegeven dat het als klein bedrijf met enkele werknemers door al deze administratie bijna onmogelijk wordt om deel te nemen aan overheidsopdrachten. Gaan er in de toekomst nog enkel eenmanszaken, die de kleine klussen klaren en de grote bedrijven overblijven die deze administratie kunnen opvolgen ? Moeten we misschien als beroepsorganisatie niet pleiten bij de overheden dat de gevraagde documenten pas overhandigd worden nà de toewijzing, zodat bij een aanbesteding waar 10 aannemers aan deelnemen niet zoveel verloren uren en er niet een heel bos onnodig verloren gaat !!! Eens iets om bij stil te staan.

Uiteindelijk kunnen we aan het doel van onze offerte werken, namelijk onze prijsaanbieding….. Als we dan ‘scherp’ genoeg gerekend hebben, moeten we nog een boekje samenstellen met materiaallijsten, berekeningsnota’s…..bij te

: e ti a r t s i n i m Ad

Jan Develtere Provinciaal voorzitter West-Vlaanderen

n! e k a r t j i w k n e d oor n t e h r e d n i m Je zou voor

34 | ElektroVisie - oktober 2016


VERLICHTING

Ledverlichting niet schadelijker dan andere verlichtingstechnologieën De Hoge Gezondheidsraad heeft recent aanbevelingen gepubliceerd betreffende verlichtingssystemen met LED-technologie, waarbij de focus lag op de fotobiologische effecten. Vanwege de bondigheid van de tekst en door de keuze van de titel, kunnen deze aanbevelingen door niet-deskundigen foutief geïnterpreteerd worden. In de media zijn als gevolg hiervan een aantal verkeerde interpretaties verschenen. Wat helaas niet vermeld staat in het bondige advies, is dat het aandeel “blauw licht” praktisch hetzelfde is voor elk warmwit en neutraalwit kunstlicht (CCT 2700 – 4000 K) en dus vergelijkbaar is voor halogeen, fluorescentie en led lichtbronnen bij een zelfde hoeveelheid licht. De aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad betreffende de blootstelling van de bevolking aan licht zijn dus van toepassing voor alle lichtbronnen.

Wat zijn de belangrijke aanbevelingen van de Hoge Gezondheidsraad?

HID (o.a. xenon)- projectielampen die in een lagere risicogroep vallen.

1. Minder blootstelling aan “blauw licht” kort voor het slapengaan en ’s nachts, zowel door de verlichting als door schermgebruik. Dit valt te realiseren door zwakker te verlichten of door blauw-arme licht te gebruiken (amber, geel, oranje, rood); ook in beeldschermen. De Hoge Gezondheidsraad vraagt hiertoe meer producten vanuit de industrie. Met led technologie is dit perfect mogelijk. 2. Geen verkoop van risicogroep 2 (RG2 – moderate risk) led verlichtingsproducten aan particulieren. Deze RG2 producten hebben een heel heldere kleine bron en dragen een waarschuwingspictogram (rechtstreekse inkijk vermijden).

Daarnaast ondersteunen we hun aanbeveling om meer informatie te verstrekken aan het algemene publiek o.a. met betrekking tot het stroboscopische effect en flikkering van lichtbronnen en met betrekking tot de aanbevolen hoeveelheden licht in functie van het dag-nacht ritme.

Voor particulieren betreft dit vooral projectie­ lampen (stralers) voor buitentoepassingen. Met ledtechnologie is het mogelijk om vervangproducten te maken voor halogeen- en

Voor een uitgebreider document verwijzen we naar de webstek van Laboratorium voor Lichttechnologie van de KU Leuven Technologiecampus Gent www.lichttechnologie.be via de rubriek ‘nieuws’. Catherine Lootens Laboratorium voor Lichttechnologie Technologiecampus Gent Gebroeders De Smetstraat 1 9000 Gent tel. +32 9 265 87 13 (228) www.iiw.kuleuven.be/gent

oktober 2016 - ElektroVisie | 35


Berker S.1 Stijlvolle standaard

Berker S.1 staat voor "standaard", en dit op twee manieren : ten eerste omdat dit schakelaarprogramma op het vlak van bescheidenheid, functionaliteit en tijdloosheid een echte standaard heeft gezet. Ten tweede omdat het door deze kwaliteiten tot een geliefde standaard binnen de particuliere woningbouw en utiliteit is uitgegroeid. Meervoudige afdekplaten maken combinaties tot 5 apparaten mogelijk, voor verticale of horizontale montage. Berker S.1 is een compleet gamma en is verkrijgbaar in polarwit mat of glanzend, antraciet en alu mat gelakt.

www.hager.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.