ElektroVisie
Vakblad voor de elektrosector
Nelectra, Beroepsorganisatie voor de elektrobranche, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde / Tweemaandelijks (6 x jaar) - achtentwintigste jaargang / Afgiftekantoor 8400 Oostende Mail / P2A9571
Een uitgave van NELECTRA
WWW.NELECTRA.BE
DE NIEUWE WET PRIVATE VEILIGHEID RONDETAFELGESPREK | BRANDDETECTIE NBN S21-100-1 D’TRAL | BEVEILIGINGSCAMERA’S OP SCHEPEN CES – BATIBOUW | INNOVATIES
1
f e b 18
INHOUD
16
Batibouw 2018 vindt dit jaar plaats in Brussels Expo van donderdag 22 februari tot en met zondag 4 maart 2018. Ook op deze editie worden tal van nieuwe producten voorgesteld. De redactie geeft een overzicht van enkele opvallende nieuwigheden.
NELECTRA-VISIE
Twee schepen van Nederlandse origine werden op heel professionele wijze beveiligd door een Antwerpse kmo. Een uniek partnership tussen enerzijds de mondiale schepenbeheerder Vroon en anderzijds D’tral Beveiliging in Antwerpen, lid van Nelectra én van de werkgroep beveiliging bij onze federatie.
Brandbeveiliging en de installateur
6-7
De elektrobarometer
16-18
INSTALLATIE
9-10
EUROPA Heeft u zin in een buitenlands avontuur met uw bedrijf?
7
FLIR introduceert de FLIR DM91
19
De krijtlijnen van de nieuwe wet private veiligheid
20
Nelectra’s werkgroep beveiliging bij Louis Tobback
20
DE LAATSTE BLADZIJDE Wat werd bewaarheid?
Gesofisticeerd Antwerps beveiligings concept superviseert schepen 21-23
redactieraad
Viviane Camphyn, Eric Claus, Roger Coteur, Fallon Declerck, Pieter Feys, Els Heyrman, Ludo Holemans, Christophe Louage, Ronny Lannoo, Wouter Vloebergh, Rudy Van den Bergh, Danny Hermans, Denise Weyers, Dirk Van Steenlandt
reclameregie
Trevi, Maria Walgraeve, Meerlaan 9, 9620 Zottegem tel. 09/ 360.62.16 e-mail: Maria.Walgraeve@treviplus.be
vertaling
Branddetectie en brandmeldsystemen, 6 essentiële stappen 30-32 De gevaren en voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van lithium-ion-accu’s 33-34
8
De opleiding “Meten is weten”
Akira Translations Wetstraat 26/11, 1040 Brussel Tel. 02/ 739.45.23 e-mail: info@akiratranslations.be www.akiratranslations.be
27-29
15
Batibouw 2018
Nieuw in 2018
2 | ElektroVisie - februari 2018
12-14
CES 2018
4-5
tel 02/ 550.17.21 e-mail: els.heyrman@nelectra.be
Branddetectie: zorgt nieuwe norm voor meer vragen dan antwoorden? 24-26
Samenaankoopgroepering MHK
Hallo Nelectra?
hoofdredacteur: Els Heyrman
In adviezen van de brandweer en in lastenboeken wordt regelmatig verwezen naar de norm NBN S21-100-1. Deze werd eind 2015 bekrachtigd en vervangt de oude norm die al dateerde van 1986. Samen met de nieuwe norm, kwamen een reeks vragen aan de oppervlakte. ElektroVisie bracht specialisten rond de tafel.
3
NELECTRA INFO
Beroepsorganisatie voor de elektrobranche Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde tel. 02/550.17.11, fax 02/550.17.29 www.nelectra.be
24
RETAIL
De wet “Tobback” of “private veiligheid”…28 jaar later…
Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektrosector. ElektroVisie/ElectroVision heeft een oplage van 7.450 exemplaren. Elektro Visie is een tweemaandelijkse uitgave van:
21
reportages
Wouter Vloebergh, Mediadienst UNIZO e-mail: wouter.vloebergh@telenet.be Linda Claeys, e-mail: linda.claeys@nelectra.be
verantwoordelijke uitgever
Viviane Camphyn, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde, tel. 02/550.17.11 De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers
drukkerij
Goekint Graphics, 8400 Oostende, tel. 059/51.43.43, fax 059/51.44.43 e-mail: info@goekint.be www.goekint.be
administratie
Nadia Van Nuffel, tel.02/550.17.17 e-mail: nadia.vannuffel@nelectra.be Marian Hemerijckx, tel. 02/550 17 18 e-mail: marian.hemerijckx@nelectra.be
35
NELECTRAVISIE
De wet “Tobback” of “private veiligheid”… 28 jaar later….
I
n april 2018 zal het ondertussen 28 jaar geleden zijn dat de “wet Tobback” in het leven werd geroepen. De wet, genoemd naar toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback, is intussen vervangen door de nieuwe wet private veiligheid. Dit was een aanleiding voor onze werkgroep beveiliging om in december als “afsluiter” een bezoek te brengen aan de “grondlegger” van de wet die de sector beveiliging en bewaking destijds heeft gereglementeerd. Het werd een gemoedelijk gesprek in het Leuvens stadhuis, waarbij de burgervader de hoop uitsprak dat hij wel nog door meer herinnerd zou worden dan alleen deze wet …
toenmalige voorzitter van onze werkgroep beveiliging wijlen Carlo De Groote. Het is altijd fijn om af en toe even naar het verleden te kijken; maar uiteraard focussen we nu op de toekomst. De vergunde activiteit plaatsen en onderhouden van bewakingscamera’s is een nieuw gegeven. Ook algemene elektriciens die bepaalde parlofoniesystemen plaatsen, kijken best even na of ze vergunningsplichtig zijn. Bij vragen of twijfel kunnen de leden steeds bij ons terecht.
Hoewel brandactiviteiten uit de scope van de wet private In 28 jaar is er veel veranNDERD. RA VE EL VE ER IS AR veiligheid werden gehaald, JA derd. Wat niet wijzigde, is IN 28 ER IJV DE IS , DE IG blijven we deze sector en IJZ de ijver en inzet van onze WAT NIET W OR CT SE met name de wetgeving sector en onze federatie EN INZET VAN ONZE brand en ontploffing bij Neom de sérieux en kwaliteit DE EN ONZE FEDERATIE OM lectra ook opvolgen. Wie is van onze beveiligingsonderVAN ONZE SÉRIEUX EN KWALITEIT bijvoorbeeld verantwoordenemingen hoog te houden. MINGEN BEVEILIGINGSONDERNE lijk voor de opmaak van het Ondertussen richtten we HOOG TE HOUDEN plan uitwendige invloeden? enkele jaren geleden ook Mag de brandweer meer eionze koepelorganisatie Alia sen dan wat wettelijk bepaald Security op. Met vereende en is? Ons rondetafelgesprek met specialisten ter zake was vurig! gebundelde krachten worden via deze organisatie de uitvoeringsbesluiten -gelinkt aan de wet - op de Bent u geboeid door schepen? En de beveiliging ervan? Lees dan zevoet gevolgd en contacten gelegd met de administratie Binnenlandse ker de reportage en het interview met een lid van onze werkgroep Zaken. Beveiligingsondernemers worden op de hoogte gehouden van beveiliging. Een mooie case. En heeft u zelf ook een interessant prode nieuwste technologieën en wetgeving. De Security Day is steeds ject? Laat het ons weten! een groot succes. Als lid van de beroepsfederatie bent u automatisch aangesloten bij Alia. Als dat geen meerwaarde tot aansluiten is! Dat er 27 jaar geleden ook al een goede samenwerking was, bewijst de foto uit de “oude doos” geknipt uit een ElektroVisie verschenen in het jaar 1991. Alle belangrijke protagonisten waren aanwezig op de “roadshows” die we toen organiseerden om de “nieuwe wet” toe te lichten en vragen te beantwoorden : het kabinet Binnenlandse Zaken, politie & preventie, de alarmindustrie, het keuringsorganisme als medegrondlegger van de opleidingen lang voor de wet verscheen (medio jaren ’80!), het vormingsinstituut Kortrijk als eerste organisator van de opleidingen, de directeurs van de sectorfederaties en de
Viviane Camphyn Gedelegeerd bestuurder Nelectra Viviane.Camphyn@nelectra.be februari 2018 - ElektroVisie | 3
NELECTRA INFO
HALLO
NELECTRA
?
Bij Nelectra kan u als lid steeds terecht bij onze adviseurs met al uw vragen over juridische, technische, sociale, fiscale, … materies.
Moet ik als erkend beveiligingsbedrijf een vergunning aanvragen? Ik heb reeds een erkenning als beveiligingsbedrijf voor alarmsystemen, wat moet ik doen om een vergunning te bekomen conform de nieuwe wet private veiligheid? Op 10 november 2017 trad de nieuwe wet Private Veiligheid in werking die de bestaande wet van 10 april 1990 volledig vervangt. Om de continuïteit te verzekeren en de overgang tussen beide wetgevende kaders zo vlot mogelijk te laten verlopen, werd voorzien in een aantal overgangsmaatregelen.
Zo blijven de erkenningen die in uitvoering van de oude wet werden verleend aan beveiligingsondernemingen tot hun vervaldatum gelden als een vergunning voor een onderneming voor alarm systemen. Ook de identificatiekaarten die werden toegekend aan de personen werkzaam binnen de private veiligheid blijven geldig tot de vervaldatum vermeld op de identificatiekaart. Dit betekent dat ondernemingen zonder onderbreking hun activiteiten inzake alarm kunnen verderzetten. Opgelet: Erkende beveiligingsondernemingen die ook bewakingscamera’s plaatsen, moesten wel een aparte vergunning als onderneming voor camerasystemen aanvragen.
Is INCERT voor camera’s verplicht? Hoe begin ik eraan? Sedert 10 november 2017 is het wettelijk verplicht om over een vergunning als onderneming voor camerasystemen te beschikken om nog bewakingscamera’s te mogen installeren, herstellen of onderhouden. Deze vergunning wordt afgeleverd door de FOD Binnenlandse Zaken. INCERT video daarentegen is geen wettelijke verplichting maar een kwaliteitslabel naar klanten toe. Dit label zal ook uw klantentevredenheid bevorderen. INCERT video legt immers de lat hoog op het vlak van evaluatie van de noden van de klant (risicoanalyses) en garandeert een perfecte overeenkomst tussen de initiële noden en behaalde resultaten.
Hoe bekomt u een certificaat? Het is verplicht om over 2 specialisten te beschikken. Deze voorwaarde is vervuld wanneer de onderneming beschikt over 2 specialisten op de payroll of over 1 specialist op de payroll plus een overeenkomst met een andere gecertificeerde onderneming, die een specialist ter beschikking stelt indien nodig. De rol van de specialist is om de offertes te valideren en de goede werking van de installaties op te volgen.
4 | ElektroVisie - februari 2018
Neem contact op met één van de twee certificatieorganismen (Anpi of Vincotte) die erkend zijn door het BEC. Zij kunnen u informeren over de documenten die u nodig heeft.
Hoeveel kost het? Het examen kost 150 € per deelnemer. Er staat geen limiet op het aantal keer dat u mag meedoen. Inschrijven kan via de website van Volta.
U heeft al een INCERT label voor inbraak? Heeft u al minimum 3 jaar een INCERT certificatie voor inbraak? Dan heeft u enkele voordelen. Belangrijk is wel dat de aanvraag gaat over dezelfde juridische structuur (dezelfde hoofdzetel) en bij hetzelfde certificatieorganisme gevraagd wordt: • De administratieve audit inbraak en video gebeuren gezamenlijk. • Als u zich voor een tweede domein laat certificeren, dan hoeft u het eerste jaar maar één technische audit af te leggen in plaats van twee. Meer info over het examen ‘specialist INCERT video’ vindt u op de website van Volta: www.volta-org.be
NELECTRA INFO Arbeider nog maar pas in dienst en al meteen ziek, wat kost u dat als werkgever? Welk inkomen ontvangt een zieke arbeider?
Nog ziek na afloop eerste maand
Als een arbeider wegens ziekte of ongeval – andere dan beroepsziekte of arbeidsongeval – in de onmogelijkheid verkeert om zijn werk te verrichten, heeft hij voor een periode van 30 kalenderdagen recht op gewaarborgd loon ten laste van de werkgever (WG). De eerste week bedraagt dat 100% van het brutoloon en vervolgens krijgt hij gedurende 7 dagen 85,88% van het normale loon van zijn werkgever. Daarna betaalt de werkgever in principe nog 25,88%, aangevuld met 60% van het ziekenfonds (ZF).
Wordt een arbeider ziek tijdens de eerste maand van zijn tewerkstelling (hij komt bv. in dienst op 1 maart 2018 en wordt ziek op 20 maart) en is hij na afloop van de eerste maand nog altijd ziek (hij is bv. ziek van 20 maart tot 15 april), dan heeft hij daarna wel recht op gewaarborgd loon. In ons voorbeeld komt de arbeider dus vanaf 1 april 2018 in aanmerking voor gewaarborgd loon.
Vanaf de 31ste dag te rekenen van de arbeidsongeschiktheid valt hij volledig terug op een ziekte-uitkering. Arbeiders die ressorteren onder PSC 149.01 (elektriciens) kunnen daar bovenop nog een aanvullende vergoeding van het Fonds voor bestaanszekerheid (FBZ) ontvangen.
De periode waarin de werkgever het gewaarborgd loon moet betalen bedraagt evenwel ‘maar’ 30 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid/ziekte. Is de arbeider op de allereerste dag van indiensttreding al meteen ziek, dan zal de werkgever dus geen gewaarborgd loon moeten betalen en is de arbeider ook na de eerste maand meteen aangewezen op het ziekenfonds.
Een overzicht: Gewaarborgd loon dag 1-7
dag 8-14
dag 15-30
Vanaf dag 31
WG 100%
WG 85,88%
WG 25,88% (*) ZF 60%
ZF + FBZ
* De werkgever betaalt 25,88% van het brutoloon beneden de RIZIV-loongrens (vanaf 01.01.2018 = 3.633,21 euro). Van het loongedeelte boven die grens, betaalt de werkgever 85,88%.
Geldt dit ook voor een arbeider die nog maar pas in dienst is? Neen. Wanneer een arbeider in dienst treedt, heeft hij niet onmiddellijk recht op gewaarborgd loon vanwege zijn werkgever. Artikel 52 van de arbeidswet stelt daarover dat “het recht op loon (voor ziekte) pas ingaat wanneer de werkman zonder onderbreking gedurende ten minste een maand in dienst van de onderneming gebleven is”. Dat betekent dus dat u als werkgever pas een gewaarborgd loon dient te betalen van zodra een arbeider één maand anciënniteit heeft binnen uw bedrijf.
Ontvangt een arbeider die eerste maand dan helemaal niets? Gelukkig is dit niet het geval! Uw arbeider krijgt van u dan wel geen gewaarborgd loon, maar krijgt wél uitkeringen van het ziekenfonds voor de dagen arbeidsongeschiktheid. Hij zal dus nooit volledig zonder inkomen vallen.
Ik kreeg geen document voor het activiteitenverslag. Moet ik het nog indienen? Jaarlijks dienden de beveiligingsondernemingen een activiteiten rapport over te maken aan de FOD Binnenlandse Zaken op straffe van boete. Echter, in de nieuwe wet private en bijzondere veiligheid van 2 oktober 2017 werd de verplichting om dit rapport in te dienen niet meer opgenomen
U HOEFT DUS GEEN RAPPORT MEER IN TE DIENEN.
Voor meer informatie, contacteer onze Nelectra-adviseurs Christophe Louage 02/ 550.17.19 Christophe.Louage@nelectra.be
Fallon Declerck 02/550.17.14 fallon.declerck@nelectra.be
februari 2018 - ElektroVisie | 5
NIEUW IN
NELECTRA INFO
Een nieuw jaar en dat betekent dat tal van nieuwe regels in werking treden die een invloed hebben op uw werk. Nelectra-leden kregen deze in december via een ledenmail al toegestuurd. We vatten nog enkele belangrijke wijzigingen samen.
Bedrijfsvoering & Ondernemerschap
Personeel Loonindexering PSC 149.01: Op 1 januari 2018 verhogen de lonen van de arbeiders in PSC 149.01 met 1,88% ten gevolge van een indexaanpassing. Loonindexering PC 200: Op 1 januari 2018 verhogen de lonen van de bedienden in PC 200 met 1,83%.ten gevolge van een indexaanpassing.
Verlaging van de vennootschapsbelasting voor kmo’s: Het basistarief van de vennootschapsbelasting verlaagt van 33% naar 29% in 2018 (aanslagjaar 2019) en zal vervolgens verder dalen naar 25% in 2020.
Loonbonus: Tot maximaal 3313 euro wordt de toekenning van een loonbonus sociaal en fiscaal gunstig behandeld.
Extra mogelijkheden pensioenopbouw zelfstandigen: Er is een nieuw systeem om op een fiscaalvriendelijke manier een aanvullend pensioen op te bouwen vanaf 1 januari 2018.
Winstpremie: In uitvoering van het zomerakkoord doet de winstpremie op 1 januari 2018 zijn intrede. Met deze premie kunnen ondernemingen een deel van hun winst als bonus toekennen aan werknemers. Dit systeem vervangt de vroegere “deelname in de winst”.
Verkorting carensmaand voor arbeidsongeschikte zelfstandigen: De carensperiode bij ziekte voor zelfstandigen wordt ingekort van 1 maand naar 2 weken. Een zelfstandige die lang ziek is, kon normaal pas na 1 maand een beroep doen op een tussenkomst van het RIZIV. Het dagbedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering blijft hetzelfde. Inkomensdrempel in de berekening van de minimale sociale bijdrage: Vanaf 1 januari 2018 wordt de minimale sociale bijdrage voor startende zelfstandigen berekend op basis van een verlaagde inkomensdrempel. In het eerste jaar bedraagt de voorgestelde drempel 4432,08 euro. In jaar 2 bedraagt de voorgestelde drempel 8864,17 euro. 6 | ElektroVisie - februari 2018
Voordeel alle aard: Heel wat werkgevers stellen een pc, gsm of tablet ter beschikking van hun werknemers. Als deze ook voor privédoeleinden gebruikt mogen worden, ontstaat er een voordeel waarop sociale bijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn. Vanaf 1 januari 2018 is de regelgeving rond dit voordeel vernieuwd. Opleidings- en premiekrediet: Het collectief recht op vorming wordt uitgebreid tot twee dagen per arbeider per jaar en dit vanaf 1 januari 2018 (PSC 149.01). Zowel formele als informele opleidingen komen daarvoor in aanmerking. Het premiekrediet wordt eveneens verdubbeld van 8u naar 16u per arbei-
der per jaar. Voor de bedienden (PC 200) geldt eveneens een verplichting om twee dagen opleiding toe te kennen voor het jaar 2018. Nieuwe grensbedragen: Vanaf 1 januari 2018 zijn er nieuwe grensbedragen met betrekking tot loopbaanplafonds, het concurrentiebeding en het scholingsbeding. De proefperiode: Herinvoering van het principe van de proefperiode door de verlaging van de opzegtermijn naar één week tijdens de eerste drie maanden van de arbeidsovereenkomst. In geval van ontslag door de werkgever wordt de opzegtermijn tijdens de eerste 3 maanden van de arbeidsovereenkomst ingekort tot 1 week. Daarna bouwt deze verder op. Flexi-jobs worden uitgebreid naar gepensioneerden en detailhandel: Na de flexi-jobs in de horeca kunnen ook gepensioneerden vanaf 1 januari 2018 via een flexi-job aan de slag en een centje bijverdienen. Ook in de volledige handel kan dit vanaf dan. Voorwaarde is dat diegene die in de flexi-job werkt, 4/5de werkt bij een andere werkgever. Er worden geen extra belastingen betaald op de verdienste, er worden wel extra rechten opgebouwd want de werkgever betaalt 25 procent RSZ. Onbelast bijverdienen tot 500 euro per maand: In het kader van vrijetijdswerk, de deeleconomie en de activiteiten van burger tot burger zou van een fiscale en sociale vrijstelling kunnen genoten worden van 500 euro per maand of 6000 euro per jaar. Nelectra
EUROPA 689 VLAAMSE KMO’S DEDEN EEN BEROEP OP ENTERPRISE EUROPE NETWORK.
Heeft u zin in
een buitenlands avontuur met uw bedrijf?
Z
oekt u een partner in het buitenland ? Vraagt u zich af of er innovatieve technologieën bestaan die uw onderneming nieuwe groeimogelijkheden kunnen bieden? Hebt u vragen over de Europese regelgeving, intellectuele eigendomsrechten of import ? Dan kunt u terecht bij het Enterprise Europe Network Vlaanderen.
Enterprise Europe Network
vreest oneerlijke concurrentie voor onze sector en zet alles op alles om de bevoegde kabinetten te overtuigen om alsnog een aantal bijsturingen aan de teksten door te voeren. Meer informatie op www.nelectra.be.
EEN is een initiatief van de Europese Commissie (DG Growth) dat Europese kmo’s ondersteunt en adviseert. De netwerkpartners zijn stevig verankerd in de diverse Europese regio’s en goed geplaatst voor het verlenen van informatie omtrent Europese regelgeving en financiering, voor het faciliteren van bedrijvencontacten en het helpen opstarten van transnationale innovatieve projecten. Voor België is Enterprise Europe Network vertegenwoordigd in Vlaanderen door het Agentschap Innoveren en Ondernemen en Flanders Investment & Trade, in Brussel door Impulse en BECI en in Wallonië door L’Agence wallonne pour l’Entreprise et l’Innovation.
Milieu en Energie
Eén aanspreekpunt
De digitale meter: Eind 2018 starten Eandis en Infrax met de uitrol van de digitale meter. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan het besluit met de uitrolmodaliteiten en de technische reglementen. Het wordt een eenvoudige digitale meter om o.a. de energiestromen en de kwaliteit ervan te meten, te registreren en op afstand te communiceren. Bedoeling is een natuurlijke uitrol, d.w.z. in nieuwbouw en renovatie, maar voor specifieke doelgroepen wordt versneld vervangen. Meer info in de loop van 2018.
Enterprise Europe Network Vlaanderen behoort tot een netwerk van meer dan 600 partnerorganisaties in de EU, met 3.000 ervaren medewerkers. Dankzij dit netwerk krijgt u als ondernemer snel betrouwbare informatie over de Europese wetgeving en de regelgeving in andere lidstaten. Daarnaast kan dit netwerk uw bedrijf gericht in contact brengen met bedrijven uit andere landen die op zoek zijn naar samenwerking op economisch of technologisch vlak. Het netwerk heeft bovendien enkele antennes buiten Europa. Enterprise Europe Network Vlaanderen biedt u één aanspreekpunt waar u in uw zoektocht naar partners, ideeën, oplossingen tijd kan sparen en effectief geholpen wordt.
Energieheffing: In 2018 verdwijnt de Turteltaks en wordt deze vervangen door een nieuwe energieheffing die lager uitvalt.
Fiscaal
689 Vlaamse kmo’s klopten aan bij EEN In 2015-2016 deden in Vlaanderen 689 kleine en middelgrote ondernemingen een beroep op de diensten van EEN, 88 bedrijven sloten een partnerschap af of zetten andere stappen in een Europees avontuur. In Wallonië kregen 597 Waalse bedrijven individuele ondersteuning en zetten 53 bedrijven concrete stappen. In Brussel klokten ze af op 28 overeenkomsten en 23 succesvolle verwezenlijkingen. Meer informatie: www.enterpriseeuropevlaanderen.be & www.brusselsnetwork.be
Plug-in hybride: De fiscale aftrek van stekkerhybrides gaat begin 2018 omlaag. Ligt de energiecapaciteit lager dan 0,6 kilowattuur voor elke 100 kilogram wagen, dan zal de stekkerhybride belast worden zoals een model zonder batterij. Investeringsaftrek naar 20%: De gewone investeringsaftrek wordt éénmalig en tijdelijk verhoogd van 8% naar 20% met als doel de economie te stimuleren. Dit geldt voor investeringen tussen 1 januari 2018 en 31 december 2019. februari 2018 - ElektroVisie | 7
NELECTRA INFO
Elektrobarometer:
kleine daling door scherpe concurrentie, maar werkvolume zit goed De elektrobarometer daalt lichtjes in het vierde kwartaal van 2017. Met 99,6 scoort hij vier tienden lager dan in het derde kwartaal. De elektrosector is daarmee niet alleen. Ook de algemene kmo-barometer en de bouwbarometer dalen ten opzichte van het vorige kwartaal. Het begin van de winter laat zich blijkbaar voelen.
D
e lichte achteruitgang van de elektrobarometer is in eerste instantie te wijten aan de slechtere rendabiliteit, waarbij vooral de toekomstverwachtingen op dat vlak tegenvallen. Ook het personeelsbestand is bij de ondervraagde elektrobedrijven eerder afgenomen. Wellicht zit de nog altijd scherpe concurrentie hier voor iets tussen. Dat is en blijft het grootste zorgenkind voor de elektro-ondernemers. Positief is dat het werkvolume goed zit. En dat is nog altijd de belangrijkste economische parameter. Ook de tevredenheid met de algemene economische situatie en met die van het eigen bedrijf scoren hoog. Wanneer we het voorbije jaar vergelijken met de voorgaande jaren, zien we dat 2017 beduidend beter was.
Net als in het derde kwartaal, scoort de beoordeling van de rendabiliteit minder goed. 28% spreekt van een verslechtering tegenover de vorige keer, 22% laat een verbetering optekenen. Maar de toekomstverwachtingen zijn opvallend slechter. Slechts 10% denkt dat deze zal verbeteren, terwijl 26% een (verdere) achteruitgang verwacht.
Concurrentie is en blijft grootste zorgenkind De daling van de rendabiliteit is zonder enige twijfel het gevolg van de verscherpte concurrentie. 38% heeft daar meer last van. Ook het aantal slechte betalers blijft hoog. Bij 22% is dit gestegen ten opzichte van het vorige kwartaal. 14% heeft daar nu minder over te klagen. De werkgelegenheid blijft in de meeste elektrobedrijven stabiel. Opvallend, in negatieve zin dan, is dat 14% van de ondervraagde bedrijven nu minder werknemers telt, terwijl er maar 2% extra mensen hebben aangeworven. Deze parameter scoort dan ook beduidend slechter dan in de vorige kwartalen. Naar de toekomst toe trekt deze evolutie zich wel niet door. Daar houden de plussen en de minnen elkaar in evenwicht terwijl 3 op 4 elektrobedrijven geen veranderingen in het werknemersaantal verwachten.
Elektrobedrijven zijn al bij al tevreden De tevredenheid met de eigen onderneming scoort nog altijd hoog. De helft van de bedrijven is daarover echt tevreden. 18% zegt dat niet te zijn. Over de algemene toestand van de economie is 38% tevreden terwijl 22% het zwarter inziet. Diegenen die het economische klimaat optimistisch inschatten, zijn dus duidelijk met meer. De algemene economische verbetering laat zich ook zien in de jaargemiddelden van de elektrobarometer. 2017 scoort met een gemiddelde van 100,1 positief en veel beter dan de voorgaande jaren. Enkel het jaargemiddelde van 2010 steeg ook uit tot boven het evenwicht van 100,0.
Het werkvolume zit goed 28% van de elektrobedrijven heeft nu meer werk dan in september, toen ook al 1 op 3 zei meer werk te hebben dan in het vorige kwartaal. 18% heeft minder om handen. Voor de eerstvolgende weken verwachten 7 op 10 elektrobedrijven weinig tot geen schommelingen in het aantal opdrachten. 14% ziet deze toenemen.
8 | ElektroVisie - februari 2018
De elektrobarometer wordt sinds 2010 opgemaakt en is dĂŠ conjunctuurindicator voor de Vlaamse kmo bedrijven en zelfstandige ondernemers uit de elektrosector, zowel installateurs als handelaars. De barometer wordt per kwartaal samengesteld aan de hand van een bevraging bij een vast, representatief panel van ondernemers waardoor vergelijken over de kwartalen heen mogelijk is. De elektrobarometer bestaat uit verschillende deelindices. Aan de hand van de verschillende deelindices wordt de algemene elektrobarometer berekend. Waarden boven index 100 wijzen op een positief evoluerende conjunctuur, waarden onder index 100 wijzen op een negatief evoluerende conjunctuur. De jongste elektrobarometerenquĂŞte werd begin december afgenomen. Anja Larik en Fallon Declerck
NELECTRA INFO
Meten is weten,
maar weet u ook wat u meet? Het koninklijk besluit van 04/12/2012, de risicoanalyse voor de elektrische installatie levert de installateur dagelijks een aantal problemen op in verband met het aanwezige netstelsel van de elektrische installatie. Er wordt bijvoorbeeld vaak vanuit gegaan dat een huishoudelijke installatie een TT-net is. Maar wat als deze elektrische installatie zich gedraagt als een TNS-net of een IT-net?
E
ind november organiseerde Nelectra de opleiding “Meten is weten, maar weet u ook wat u meet?” in de hogeschool Howest in Kortrijk. Voor Nelectra een ideale locatie en manier om theorie en praktijk aan elkaar te koppelen. Bovendien was deze opleiding ook een unicum in de geschiedenis van Nelectra, nooit eerder was er dagopleiding of infosessie waarin de stroomspanning en weerstand werden gemeten. Howest gaf 3 individueel gevoede installaties vrij elk met eigen transformator zodat de cursisten op deze installaties een visuele controle en metingen konden uitvoeren om het netstelsel te bepalen. Deze opleiding liep in samenwerking met de merken Fluke en CCI (Metrel en Kyoritsu). Het netstelsel, de lijndraden en de spanning staan doorgaans vermeld op schakel- en verdeelborden maar controle is aangewezen. Voorbeelden zijn: TNS, TT, TNC, IT-net. Spanningen staan aangeduid als 3N,400V; 3N,230V; 3x230V; 2x230V. Wat bijna nooit vermeld is, is of de verschillende aardingen gescheiden of gecombineerd zijn.
Stel 5 vragen
Het bepalen of de nulgeleider al dan niet aanwezig is door metingen
Om het netstelsel te bepalen zochten de cursisten in deze opleiding naar een antwoord op 5 essentiële vragen: 1. Kan ik dat netstelsel visueel vaststellen, waarop moet ik letten? 2. Wat is het netstelsel of beter uitgedrukt, hoe gedraagt het netstelsel zich? 3. Kan ik dat meten, welke zijn de regels van goed vakmanschap om dat te kunnen meten? 4. Waar bevinden zich de hoogspanningsaarding, de nulpuntaarding en de laagspanningsaarding van de elektrische installatie? 5. Beïnvloeden deze mekaar, of zijn deze gescheiden?
Bepalen van de waarde van de aarding
De voorbereiding en veiligheidsaspecten van de metingen februari 2018 - ElektroVisie | 9
NELECTRA INFO
Visuele inspectie om te bepalen welk aardsysteem er is
Volg een stappenplan Er zijn vier stappen die ondernomen moeten worden. De eerste stap is het netstelsel door observatie vaststellen. Als de transformator en het ALSB (algemeen laagspanningsbord ) kan geëvalueerd worden, kan een uitspraak gedaan worden over het vermoedelijke netsysteem. Vaak komen tegenstrijdigheden naar boven en moet er door redenering een oplossing gezocht worden. Een tweede stap is het meten van de aardingen. Hierdoor kan er bepaald worden hoe de elektrische installatie zich gedraagt en van daaruit kan er afgeleid worden tot welk netstelsel ze behoort. Denk eraan dat de metingen gebeuren op een elektrische installatie in werking, onder spanning en dat de correcte veiligheidsmaatregelen moeten genomen worden. De juiste procedure moet tijdens het meten gevolgd worden. De spanning bepalen gebeurt in stap 3. De verdeling in de elektrische installatie is vast te stellen bijvoorbeeld door metingen op de wandcontactdozen uit te voeren. Door meting van de spanning tussen de lijndraden en de aarding kan door redenering vastgelegd worden of de nulgeleider aanwezig of afwezig is en of de secundaire van de transformator in ster of in driehoek geschakeld is. Zo kan er vastgesteld worden of dit een installatie met of zonder verdeelde nulgeleider is. In de laatste stap, stap vier worden volgende taken uitgevoerd: de meting van de kortsluitstromen, de werking van de automaten en de controle van de differentieelschakelaars op verschillende plaatsen in de elektrische installatie. Tijdens de opleiding werd alles ook afgetoetst met de regels van goed vakmanschap uit het AREI en met praktische informatie over beveiligingscomponenten en –oplossingen. Cursisten ontvangen een uitgebreide en praktische syllabus. Kortom, de opleiding is ook een opfrissing van de elementaire kennis. Ook geïnteresseerd om deze opleiding te volgen? Nelectra organiseert ze opnieuw in het voorjaar. Op donderdag 19 april bij Howest, Graaf Karel de Goedelaan 5, 8500 Kortrijk. Schrijf in via de website van Nelectra.
Het bepalen van de waarde van de aarding
Opleidingsaanbod Nelectra voorjaar 2018 - - - -
Opleiding kabelberekening: Wanneer? 27 & 28/03 Waar? Antwerpen Opleiding meten is weten: Wanneer? 19/04 Waar? Kortrijk Webinar kostprijsberekening: Wanneer? 5/06 Waar? Via het internet Opleiding “Veilig Werken”: Waar? Nelectra komt naar u Wanneer? maak een afspraak via info@nelectra.be
Lees het volledige programma op www.nelectra.be Tekst: Freddy Steenackers 10 | ElektroVisie - februari 2018
TOEPASSINGSADVIES
Nauwkeurige metingen verrichten met de Fluke T6 elektrische testers Wie er met elektrische testers werkt om bijvoorbeeld de spanning of stroomsterkte te meten, weet dat dit altijd een tijdrovend klusje is dat bepaalde risico's met zich meebrengt. De Fluke T6 elektrische testers bieden een snellere en veiligere methode voor het aflezen van elektrische waarden op onder andere distributiepanelen en aansluitkasten. Met dit instrument wordt in de open vork een elektrisch veld waargenomen, zodat u heel gemakkelijk de meting kunt doen.
Dankzij de nieuwe FieldSense-technologie kunt u met de T6 via de open vork veiliger spanningen meten tot maar liefst 1000 V AC. Doordat u nu de spanning en de stroomsterkte tegelijkertijd kunt meten en het bovendien niet meer nodig is om deurtjes te openen of lasdoppen te verwijderen, kunt u uw metingen sneller en efficiënter uitvoeren. Daarnaast is de open vork ook een van de meest gebruikte in de branche en kunt u er draden mee doormeten tot maximaal AWG 4/0 (120 mm2), met een belasting tot wel 200 A. Elektriciens die werkzaam zijn voor bedrijven of de lichte industrie, kunnen de T6 elektrische testers gebruiken om kleine storingen te zoeken, de spanning te controleren en de stroomdoorgang door te meten, evenals afzonderlijke stroomkringen te testen, terwijl de waarden voor de stroomsterkte en de spanning snel kunnen worden afgelezen zonder meetsnoeren. Dit instrument past gemakkelijk in uw zak, zodat u het ter plekke altijd snel bij de hand hebt, waar u ook aan het werk bent. Onder meer het volgende kan worden getest: • • • • • •
Bedradingen in lasdozen en aansluitkasten Terugkoppelcircuits in motoren (tot 200 ampère) Distributiepanelen (past rond 4/0-draad) HVAC-apparatuur Afschakelingen Lasdozen (met het zwarte meetsnoer)
ook wissel- en gelijkspanning, weerstand en stroomdoorgang meten. De T6-testers zijn voorzien van de FieldSense-technologie van Fluke, waardoor het doormeten van de spanningsbron veiliger wordt voor de elektricien of installateur die de test uitvoert. Met de FieldSense-technologie wordt de spanning gemeten door de isolatie van de kabel heen, waardoor het gevaar van blootliggende metalen geleiders voor de gebruiker wordt weggenomen en de kans op fouten of het per ongeluk contact veroorzaken tussen de verkeerde aansluitingen, wordt voorkomen. Er wordt met deze technologie een bekend signaal ingebracht om de onbekende wisselspanning op accurate wijze mee af te leiden. Zo kan een goede wisselspanning worden gemeten in plaats van dat er alleen maar een magnetisch veld wordt gemeten, zoals met de traditionele contactloze spanningsmeters gebeurt. Ga voor meer informatie naar; www.fluke.be/T6
Hoe werkt de T6? Als een elektricien een aansluitkast opent, zit deze meestal vol met allerlei draden, daardoor kan het vinden van het juiste aansluitpunt nog wel eens een uitdaging zijn. Met de T6-600 of T6-1000 kunt u metingen doen door één geleidedraad in de open vork te schuiven.De T6 elektrische testers doen meer dan alleen maar opsporen. Ze meten ook wisselspanning, stroomsterkte en frequentie zonder meetsnoeren. Met het bijgeleverde meetsnoer kunt u met dit instrument
©2017 Fluke Corporation. Alle rechten voorbehouden. Wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden. 01/2087 6010369-nl Wijziging van dit document is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van Fluke Corporation.
DISTRIBUTIE AANKOOPGROEPERINGEN ONDER DE LOEP VAN ELEKTROVISIE (7)
”Wij staan borg voor al onze leden” MHK:
Topproducten aanbieden, creativiteit aan de dag leggen, motivatie … Deze en andere eigenschappen kenmerken de leden van aankoopgroepering MHK, een Duitse organisatie die ook in ons land heel wat activiteiten op het getouw zet ten voordele van de aangesloten leden. MHK staat voor erkende keuken-en meubelvakhandelaren met een grote dynamiek. Het hoofdkwartier bevindt zich in Eupen, in de Oostkantons. Met het oog op onze uitstap daarheen blonken we ons Duits enigermate op, maar eigenlijk hoéfde dat niet, want vrijwel alle teamleden zijn er perfect drietalig. Zo ook gedelegeerd bestuurder Ronny Thyssen, die ons met veel plezier te woord stond.
I
n 1980 stichtte Hans Strothoff aankooporganisatie MHK met de bedoeling de ‘kleinere’ vakmensen uit de keukensector dezelfde slagkracht te bezorgen als de ‘grote meubelhuizen’. MHK was in den beginne synoniem voor Marketing Handel Kooperation, maar
12 | ElektroVisie - februari 2018
vandaag zijn de drie letters te begrijpen als Musterhaus Küchen Fachgeschäft, keukenspecialisten van het zuiverste water dus. De Belgische tak kwam er in 1997 op initiatief van ondernemer Jacques Mauel in Eynatten, hij lag aan de basis van MHK Belgium. De groep
DISTRIBUTIE doet het dezer dagen prima, met in 2016 een groei van ruim 12 procent; de cijfers voor 2017 liggen in dezelfde lijn. MHK mikt op het hogere marktsegment en hanteert naast de bekende Duitse merken ook enkele eigen concepten. Een aantal leden werkt bijvoorbeeld met het exclusieve MHK-label Elementa, duurzame designkeukens met hoog- efficiënte toestellen. Daarnaast patroneert MHK ook de Reddy-franchisewinkels (bij ons in onder meer Wilrijk en Waarschoot), die scherp geprijsde Duitse keukens aanbieden; ook deze formule zit in de lift.
en zorgen voor opleidingen toegespitst op hun dagelijkse praktijk. De jonge generatie ondernemers die keukenzaken overnemen kunnen bij ons terecht voor advies en ondersteuning op alle domeinen en kunnen via MHK genieten van lage investeringskosten.” “En dan is er het verkoopplatform Nearlynewkitchen.be, een virtuele plek waar keukenspecialisten en klanten elkaar ontmoeten rond een breed assortiment toonzaalkeukens aan ‘droomprijzen’. Meerdere fabrikanten stellen bovendien een exclusieve reeks elektro-apparaten ter beschikking van de MHK-leden, en dit aan zeer uitzonderlijke voorwaarden.”
“Wij helpen op élk gebied”
Duitse degelijkheid en dynamische marketing
Terwijl een doorsnee Reddy-keuken pakweg 6.000 tot 8.000 euro kost, mag je voor een gemiddelde installatie van MHK of Elementa zo’n 15.000 tot 20.000 euro rekenen. In Europa telt MHK ruim 2.600 ledenvakhandelaren, in België momenteel een 150-tal.
Om de twee jaar geeft MHK een fraai keukenmagazine uit met praktische tips en lifestyle informatie. Dit glossy magazine kan door de handelaar gepersonaliseerd worden. Daarnaast is er op geregelde tijdstippen een Reddy-folder, die zich vooral richt op de jongere keukenkoper. Nog een reclameconstante is de communicatie op het internet en de zichtbaarheid in de sociale media.
Gedelegeerd bestuurder Ronny Thyssen : “Ons ledenbestand is heel gevarieerd, van de echte keukenhandel met een kleine of grote showroom tot de zelfstandige schrijnwerker. Kandidaat-leden moeten aan een aantal criteria voldoen wat betreft service, ligging en ondernemingsfinanciën en de leden worden van nabij opgevolgd, begeleid en geadviseerd. In ruil voor deze opvolging staan wij voor al onze leden borg, zodat de leveranciers/fabrikanten op beide oren kunnen slapen. Er is heel weinig ‘verloop’ of rotatie bij onze leden, ze blijven ons jarenlang trouw. Eigenlijk kan je MHK als een keurmerk beschouwen, en dat weerspiegelt zich onder meer in de showrooms. We ondersteunen de ondernemers bij de inrichting van hun toonzaal
Ronny Thyssen : “Uiteraard zijn we bij de pinken wat marketing betreft. Met sporadische en ‘ad hoc’-acties of specifieke initiatieven voor bijzondere gelegenheden. Zo vind je ons elk jaar op Batibouw en organiseren we regelmatig acties met aantrekkelijke voordelen voor de consument: een keukenrobot, een Le Creuset-cadeauset of een Weber-barbecue. Wat de interne organisatie bij MHK aangaat, is er onze adviesraad, met vijf leden die minstens tweemaal per jaar bijeenkomen, én een nieuw concept met zes handelaren die samenwerken rond het thema marketing.”
> Het team van MHK (van links naar rechts) : Joeri Poelmans, Ronny Thyssen, Birgit Scheiff, Marta Sobolska, Leen Van Wonterghem, Christian Hamacher
februari 2018 - ElektroVisie | 13
DISTRIBUTIE
Ronny Thyssen: “Meerdere fabrikanten stellen een exclusieve reeks elektro-apparaten ter beschikking van de MHK-leden.”
De gedelegeerd bestuurder bevestigt dat de Duitse origine van zijn groepering alleszins een troef is. “De Duitse meubel- en keukenmarkt is historisch gegroeid, vooral in Westfalen, rond Bielefeld en Osnabrück. Duitse keukens stralen een grote aantrekkingskracht uit, want de Duitse Gründlichkeit is legendarisch. De Belgische klant mikt over het algemeen zelfs nog hoger dan de Duitse: een gemiddelde keuken kost in Duitsland pakweg 13.000 euro, in België ligt deze prijs ongeveer tweeduizend euro hoger.” Ronny Thyssen vertelt enthousiast verder over de vele voordelen die MHK zijn leden aanbiedt: ”Via MHK heeft de ervaren en tegelijk gemotiveerde keukenhandelaar toegang tot een ruime keuze aan topproducten van gerenommeerde fabrikanten aan de beste voorwaarden. Wij helpen ook bij de inrichting van de showroom én de financiering daarvan, via huurkoop bijvoorbeeld. Voorts kunnen onze leden bij ons inschrijven op heel interessante MHK-interne pensioenspaarplannen. De centrale, geautomatiseerde factuurafhandeling is dan weer één van de belangrijkste aspecten van onze ledenservice: de leveranciers sturen alle facturen naar onze hoofdzetel in Duitsland, de papieren facturen worden daar gescand en samen met de digitale facturen en met een wekelijks overzicht op ons intranet geplaatst. De handelaar heeft zo op elk moment onbegrensd toegang tot alle facturen en kan met één enkel formulier in één enkele overschrijving alle leveranciers betalen. Graag wijs ik ten slotte op de garantieverlenging voor elektrotoestellen. Deze extra service bieden we de keukenvakman of -vrouw om de garantietermijn van de inbouwtoestellen te verlengen van twee jaar naar vijf jaar via een online platform.” 14 | ElektroVisie - februari 2018
Voor de fotoshoot bij dit artikel wijkt het hele MHK-team van Eupen uit naar keukenzaak Mauel in het nabije Eynatten. Gekozen wordt onder meer voor een groepsfoto, die de inzet en motivatie van zowel de secretaresse en de marketingverantwoordelijke als van het hele sales-team mooi illustreert. Teamspirit, heet dat. Keukenzaak Mauel werd in 1932 gesticht als kleine schrijnwerkerij en oogt vandaag heel modern, mooi en efficiënt. De vader van huidig zaakvoerder Philippe Mauel, Herbert, is de broer van MHK-oprichter Jacques. We nemen, in vertaling, de tekst over die op het kwaliteitscertificaat in de ontvangstruimte prijkt: “Philippe en Monique Mauel hebben zich in de keukensector met hun vakmanschap bijzonder goed onderscheiden. Getekend: Hans Strofhoff”. En die laatste was, zoals bij de aanhef van deze bijdrage aangegeven, de oprichter van MHK. Mauel staat model voor de sterk betrokken, creatieve en vakbekwame MHK-handelaren in Europa en dus uiteraard ook in België. Samengevat: de groep profileert zich als een ‘krachtige service- en marketinggemeenschap’. Aan die stelling of bewering durft niemand van ElektroVisie of onze federatie Nelectra ook maar één moment te twijfelen. www.mhk-belgium.be Een reportage van Fallon Declerck, Els Heyrman en Wouter Vloebergh (tekst), met foto’s van Elias Walpot
DISTRIBUTIE EN INSTALLATIE
CES 2018
HIGHLIGHTS EN INNOVATIES OP DE CONSUMER ELECTRONICS SHOW IN LAS VEGAS
LG lanceert grootste oprolbaar scherm en introduceert artificiële intelligentie in TV’s.
Samsung onthult eerste Thunderbolt 3 QLED Curved Monitor
LG Display heeft ‘s werelds eerste grote, oprolbare, ultra-high definition scherm gemaakt. Op CES 2018 demonstreerde LG Display het nieuwe 65-inch oprolbare OLEDprototype, dat ook een UHD (of 4K)-resolutie heeft.
Samsung lanceerde op CES 2018 met de CJ791 de eerste curved monitor met Intel’s Thunderbolt 3 aansluiting. Het 34 inch scherm is ontworpen voor entertainment en zakelijk gebruik. Met Thunderbolt 3 is de gebruiker verzekerd van hoge verwerkingssnelheden en optimale beeldkwaliteit.
Verder maakte LG zich sterk dat het de home entertainment-ervaring naar een nieuw niveau tilt met de introductie van ThinQ® artificial intelligence (AI) en een geavanceerde beeldprocessor in de nieuwste Smart TVserie, waaronder LG OLED en LG SUPER UHD TV’s.
Panasonic: 4 nieuwe OLED tv’s met HDR10+ metadata technologie
Thunderbolt 3 QLED Curved Monitor
Somfy wint CES Innovation Award 2018 met outdoor camera
gebied bevindt en kan de gebruiker zelf de indringers direct aanspreken. Na een vooraf ingestelde tijdspanne wordt de sirene automatisch geactiveerd, al kan dat uiteraard ook à la minute manueel gebeuren.
Smappee gelauwerd op CES Innovation Awards Smappee, het bedrijf uit Kortrijk ging met een vermelding als CES Innovation Award “Honoree” naar huis. Dat is een eervolle vermelding als genomineerde voor een CES Innovation Award. Smappee kreeg deze erkenning voor energiemonitor Smappee Plus. Plus is het laatste nieuwe product van Smappee, en laat niet alleen toe om alle verbruik en productie van energie in huis te monitoren, de monitor kan ook als “verkeersregelaar” van de energiestromen in huis optreden. Gebruikers met zonnepanelen, batterijen, of windmolens voor huishoudelijk gebruik, kunnen zo de eigen geproduceerde energie optimaal aanwenden – en nog meer kosten besparen.
Somfy heeft in Las Vegas een uitgebreide bewakingscamera voor buiten voorgesteld én heeft er de CES Innovation Award 2018 mee gewonnen. Somfy benadrukt dat dankzij de intelligente mogelijkheden de Somfy Outdoor Camera heel precies menselijke aanwezigheid nabij de woning kan herkennen, een notificatie sturen en een krachtige sirene activeren.
Foto smappee plus
Panasonic FZ950 Panasonic viert dit jaar dat het 100 jaar geleden werd opgericht en zette het feestjaar in op CES. Het breidt in 2018 het aanbod uit met vier nieuwe OLED modellen die voorzien zijn van de HDR10+ dynamische metadata technologie die ervoor zorgt dat een realistisch en natuurlijk beeld wordt weergegeven. En ook het geluid werd verbeterd via de ‘Tuned by Technics’ Dynamic Blade Speaker.
Om indringers af te schrikken heeft de Somfy Outdoor Camera een krachtige sirene van 110 dB. Zodra iemand in de buurt van de woning komt, waarschuwt de camera via de speaker dat hij/zij zich in een beveiligd februari 2018 - ElektroVisie | 15
DISTRIBUTIE EN INSTALLATIE
BATIBOUW 2018 Novy: Flexibel koken in een open keuken met Panorama Na ‘One Pro’ lanceert Novy nu een tweede kookplaat met geïntegreerde dampkap: Panorama. Met het oog op visuele perfectie en hoogstaande kwaliteit werd gekozen voor een strakke, zwarte afzuigtoren, opgetrokken in semitransparant glas. De afzuigtoren kan op 10, 20 of 30 cm gepositioneerd worden. Novy, Paleis 11
Whirlpool: Space400: extra ruime inbouwkoelkast Met de koel/vriescombinatie SPACE400 biedt Whirlpool een gloednieuwe oplossing voor wie op zoek is naar meer ruimte bij inbouwtoestellen. Space400 biedt met zijn 70 cm bijna 40 % meer ruimte dan een doorsnee koelkast van 55/60 cm. In vrijstaande modellen is de koelkast van 70 cm al langer populair. Whirlpool introduceert deze nu voor het eerst ook voor de inbouwmarkt. Whirlpool, Paleis 11
Bauknecht: TotalFlexi – een volledig flexibele kookplaat Op het naadloze kookoppervlak van de Active Cook kan 100 % flexibel eten klaargemaakt worden. Elke pot, met eender welke vorm of formaat, kan op eender welke plek op het kookoppervlak geplaatst worden. Active Cook heeft acht onafhankelijke zones die de gebruiker precies kan controleren met maar liefst 18 mogelijke standen. Bauknecht, Paleis 11
16 | ElektroVisie - februari 2018
BATIBOUWACTIE
g e p rü f t
EN 60335-1
WAGO VOEDINGEN - COMPACT POWER
ap
prov ed
Modulair en compacte bouwvorm.
Referentie
787-1202
787-1212
787-1216
787-1226
Uitgangsvermogen
30 W
60 W
100 W
144 W
Ingangsspanning
100 V … 240 V AC
100 V … 240 V AC
100 V … 240 V AC
100 V … 240 V AC
Uitgangsspanning
24 V DC
24 V DC
24 V DC
24 V DC
Uitgangsstroom
1,3 A
2,5 A
4,2 A
6A
Afmetingen (b x h x l)
54 x 56 x 90
72 x 56 x 90
108 x 56 x 90
144 x 56 x 90
(bereik)
(22 … 26 V DC)
€ 30,96*
(22 … 26 V DC)
€ 33,21*
SUPER ACTIEPRIJZEN* geldig van 22.02.18 tot 15.04.18 bij uw WAGO groothandel.
*adviesprijzen, excl. BTW/Prijzen geldig tot zolang de voorraad strekt en onder voorbehoud van fouten en wijzigingen.
(22 … 26 V DC)
€ 44,47*
(22 … 26 V DC)
€ 56,23*
DISTRIBUTIE EN INSTALLATIE Nieuw van AEG: de Blast Chiller AEG stelt op BATIBOUW 2018 de Blast Chiller voor, een toestel dat maaltijden direct na bereiding afkoelt of bevriest, waardoor alle smaken en aroma’s behouden blijven bij het opwarmen. Het verschil tussen deze manier van invriezen en het klassieke proces ligt in de vorming van ijskristallen rond het voedsel. Bij een klassieke invriezing zijn deze kristallen groot, waardoor ze de celstructuur van de voedingsmiddelen vernietigen. Het snelle invriesproces van de Blast Chiller zorgt voor kleine ijskristallen, wat een behoud van smaak en textuur garandeert. AEG, paleis 11
BTicino: HomeTouch het nieuwe touchscreen HomeTouch is het nieuwe 7” touchscreen van BTicino. Voortaan beschikt de gebruiker over één toestel voor domotica en videofonie, intuïtief te beheren en makkelijk te personaliseren vanuit de app op smartphone en tablet. HomeTouch maakt deel uit van het MyHOME_ Up domoticasysteem en kadert volledig in het ELIOT- programma van BTicino, waarin de ontwikkeling van geconnecteerde apparaten centraal staat. HomeTouch wordt voor het eerst getoond aan de bezoekers van Batibouw. BTicino, Paleis 9
Niko: Pure dark bamboo: donker, exotisch en luxueus Niko zet in op nieuwe schakelaars en volgt daarmee een de actuele designtrend. In 2018 maken lichte tinten plaats voor donkere. Verre reizen brengen een vleugje exotisme tot in de woonkamer en met natuurlijke materialen wordt extra warmte in huis gecreëerd. Met uitgekiende details, al dan niet met een gouden randje, maken we ons interieur picture perfect voor Instagramaccounts. Niko, Paleis 9
18 | ElektroVisie - februari 2018
INSTALLATIE
FLIR
18 t/m 23. 3. 2018 Frankfurt am Main
introduceert de FLIR DM91 industriële True RMS multimeter Wereldvakbeurs voor licht en gebouwentechniek
Slim en comfortabel. In het hart van het gebouw De DM91 digitale multimeter voor industriële elektriciens en laboratoriummedewerkers heeft 18 functies, is geschikt voor datalogging en opslag van 10 sets 40K scalaire metingen, en biedt een opzoekfunctie voor het bekijken van gegevens op locatie. De FLIR DM91 is bedoeld voor het stroomlijnen van het inspectieproces en het vereenvoudigen van het verzamelen van gegevens voor elektriciens en laboratoriummedewerkers. De tool is voorzien van een intuïtieve gebruikersinterface voor effectievere en efficiëntere inspecties van uiteenlopende elektrische en elektronische toepassingen. Bluetooth-technologie zorgt voor de verbinding met de FLIR Tools app, voor het uploaden en delen van gegevens met uw team of klant en de tool is draadloos verbonden met compatibele FLIR-warmtebeeldcamera’s.
In het dagelijks leven wordt alles steeds slimmer en digitaler. Hoe intelligente gebouwen het hart zullen vormen van smart cities kunt u zelf meemaken – en aanraken – op de Light + Building. Inspiring tomorrow. www.light-building.com info@belgium.messefrankfurt.com Tel. +32 (0) 2 880 95 88
De DM91 levert contacttemperatuurmetingen tot 400°C en kan μ- en milli-A-stroommetingen uitvoeren met een 0,1 mV gevoeligheid voor uiterst nauwkeurige metingen van laagspanningsapparatuur.
februari 2018 - ElektroVisie | 19
INSTALLATIE KRIJTLIJNEN NIEUWE WET PRIVATE VEILIGHEID De nieuwe wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de Private en Bijzondere Veiligheid is op 31 oktober 2017 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad! Deze wet vervangt de vroegere wet van 10 april 1990 door een gemoderniseerde en vereenvoudigde regelgeving inzake private veiligheid. Deze vereenvoudiging wordt in de nabije toekomst nog aangevuld met een heel groot aantal koninklijke besluiten. We geven u een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.
Nieuw is de vergunning voor camera, terwijl de vergunningplicht voor brand verdwijnt
De erkenning wordt vergunning
Nieuw is dus de vergunning voor de installatie van bewakingscamera’s. Voor de definitie van bewakingscamera’s wordt er verwezen naar bewakingscamera’s in de betekenis van de wet van 21 maart 2007 (= de camerawet). Let op bij videoparlofonen die een opnamefunctie hebben en hierdoor ook als bewakingscamera kunnen gebruikt worden! U leest hierover meer in HALLO NELECTRA.
Bedrijven in elektronische beveiliging die alarmsystemen of bewakingscamera’s plaatsen, zijn door deze nieuwe wet onderworpen aan de vergunningplicht. De vergunning zal voor 5 jaar worden uitgereikt en in de nieuwe wet slechts voor een periode van 5 jaar (i.p.v. 10 jaar) hernieuwbaar zijn.
Voor de installatie van alarmsystemen voor brand, gaslekken en ontploffingen is geen vergunning meer vereist Tevens nieuw in de wet is dat de deuraan-deurverkoop van alarminstallaties wordt verboden De mogelijkheid om in onderaanneming te werken, blijft in de wet Onze sector is zeer tevreden met het behoud van het systeem van onderaanne-
ming in de wet. Art. 27 laat immers toe dat een onderneming die over een vergunning beschikt voor één van de 3 onderdelen (installatie van alarmsystemen, interventie na alarm en het beheer van een alarmcentrale) deze weliswaar alle 3 kan aanbieden. De daadwerkelijke uitoefening ervan is beperkt tot het onderdeel waarvoor men vergund is. Belangrijke overgangsbepalingen: De bestaande erkenningen die werden afgeleverd op basis van de oude wet blijven geldig tot hun vervaldag. Ook de koninklijke besluiten genomen in toepassing van de vorige Wet Private Veiligheid blijven geldig tot hun vervaldag. De FOD Binnenlandse Zaken is wel volop bezig aan de herschrijving van alle KB’s in het licht van deze nieuwe wet. Voor meer informatie, contacteer Nelectraadviseur Christophe Louage op 02/ 550.17.19 of christophe.louage@nelectra.be
NELECTRA’S WERKGROEP BEVEILIGING OP BEZOEK BIJ VOORMALIG MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN BURGEMEESTER VAN LEUVEN, LOUIS TOBBACK. Nelectra kan rekenen op actieve werkgroepen om haar werking te ondersteunen. Zoals de werkgroep beveiliging samengesteld uit beveiligingsinstallateurs die – bovenop het runnen van een bedrijf - ook hun waardevolle tijd investeren om overkoepelend mee te denken aan de toekomst van de beveiligingssector. Minstens één keer in het vooren najaar komen ze samen om de trends en evoluties in de sector te bespreken, input te geven voor politieke initiatieven en nieuwe projecten en om te netwerken in gemoedelijke sfeer. Eind 2017 had de werkgroep afspraak met voormalig minister van Binnenlandse Zaken, Louis Tobback. Een aangename babbel tussen de grondlegger van de beveiligingswetgeving - die recentelijk werd vernieuwd- en onze geëngageerde beveiligingsondernemers. De werkgroep beveiliging van Nelectra in gesprek met Louis Tobback 20 | ElektroVisie - februari 2018
INSTALLATIE D’tral Beveiliging gaat in zee met wereldwijde scheepvaartdienstverlener
Gesofisticeerd Antwerps
beveiligingsconcept superviseert twee schepen
Twee uit de kluiten gewassen schepen van Nederlandse origine werden op heel professionele wijze beveiligd door een Antwerpse kmo. Een uniek partnership tussen enerzijds de mondiale schepenbeheerder Vroon, een wereld’speler’, en anderzijds D’tral Beveiliging in Antwerpen, lid van Nelectra én van de werkgroep beveiliging bij onze federatie. Hoe beide partijen dat letterlijk aan boord leggen en D’tral meteen ook in een nichemarkt dook, u verneemt het hierna. ElektroVisie ging over deze ronduit unieke samenwerking praten met Stefano Gandolfi, ingenieur bij vlootbeheerder Vroon, en Vincent Motmans, zaakvoerder van D’tral. Een maritiem relaas in ons elektrovakblad, voor het eerst.
H
et idee kreeg gestalte na een informele ontmoeting tussen beide hoofdrolspelers in dit verhaal. Bedoeling was dat het inmiddels 45 jaar jonge Antwerpse securitybedrijf heel efficiënte camera’s zou installeren op twee schepen van Vroon, een in 1890 opgerichte familiale onderneming met hoofdkantoor in Breda: de V0S Start en de V0S Stone, twee vaartuigen die ‘walk-towork services’ leveren. Op beide schepen werken constant 27 interne Vroon-mensen en is er ruimte voor 60 externen. Vroon beheert/verhuurt in totaal ongeveer 170 schepen en verleent diensten als technische bijstand, logistiek, bemanning, en zo meer, zeg maar dat het een leverancier is van totaaloplossingen op zee. De twee Vroon Offshore Services (VOS) schepen worden ingezet voor ingebruikname en onderhoud aan een windmolenpark. D’tral, één van de oudste beveiligingsfirma’s in Antwerpen, is een kleine familiale firma met een grote know-how.
Links: zaakvoerder Vincent Motmans van D’tral. Rechts: Ingenieur Stefano Gandolfi van Vroon
Complex beveiligingsproject op zee Zaakvoerder Vincent Motmans van D’tral : “In de beginfase hadden we alle mogelijkheden en moeilijkheden uitgetest op het land, nadien verhuisden we naar zee, 70 tot 80 mijl van de kust bij Den Helder in Nederland. Vergelijk dergelijk schip gerust met een enorm gebouw dat moest worden uitgerust met een heel doordacht systeem voor beveiliging en ook toegangscontrole met Europese ‘zeewaardige’ normen en apparatuur. We dokterden een concept uit dat onder meer ook rekening hield met eventuele
ongevallen, waarbij de veiligheid van mensen, machines, toestellen,… centraal staat. Vanwege alle mogelijke kabels en kranen, doordat alles grondig kon bewegen, was dat een behoorlijke klus, een grote uitdaging. Nadat we één schip hadden geïnstalleerd, bleek de kapitein heel tevreden. Uiteraard kwam er veel overleg aan te pas om ons camerasysteem optimaal in te planten. Via een heel speciale, flexibele en toch stabiele brug kon je altijd tot bij het windmolenpark, er werd ook gewerkt met een vijftig meter hoge kraan. Indrukwekkend allemaal! Onze camera’s controleren en superviseren dat februari 2018 - ElektroVisie | 21
INSTALLATIE hele complex. De camera’s worden gestuurd door uiterst krachtige software, ze moeten bediend worden door vakmensen. Dat alles zorgt voor complete detectie en bewaking, een totaaloplossing zeg maar.”
D’tral installeerde een totaaloplossing: detectie en bewaking
Scheepsarchitect/ingenieur Stefano Gandolfi: ”Op en rond zo’n schip is de veiligheid superbelangrijk. De camera’s hebben verschillende functies, zoals het observeren van mensen die aan boord gaan, da’s het aspect security in de haven. Op het schip worden alle mogelijke bewegingen geregistreerd vanuit de vier hoeken, met vier camera’s. En dan is er de preventie tijdens het werk, het voorkomen van ongevallen. Je moet je ook realiseren dat het schip dag en nacht operationeel is. Op de vaartuigen is het een permanent komen en gaan van mensen. Dit is dus een test met twee schepen, na zes maanden bekijken we wel hoe we verder kunnen samenwerken. D’tral zorgde voor een heel gesofisticeerd systeem met camera’s, straks kan aan toegangscontrole worden gedacht.”
360 graden draaien en haarscherpe beelden Hoe D’tral erin slaagde die danig geperfectioneerde én ‘zeewaardige’ apparatuur te vinden?
De camera’s leveren haarscherpe beelden vanuit het hoogste punt van het schip 22 | ElektroVisie - februari 2018
Vincent Motmans: “Het was en is een nooit eindigende zoektocht naar geschikt materiaal, via internet, bij leveranciers, en zo meer. Een camera blijft niet beperkt tot security, hij doet veel meer, hij speurt en ontdekt almaar meer zaken, hij voorspelt, hij verstrekt ontzettend veel informatie. Voor de installatie van ons cameraproject waren drie mensen een week lang in de weer. Ons systeem levert ‘support’ op, bijstand, info over mensen en dingen op het schip. En ondertussen kén ik de schepen van Vroon en Stefano door en door. Nog een troef van ons is onze samenwerking met Honeywell, specialist in softwareoplossingen. Onze camera’s zijn van het PTZ-type -pound tube zoom - ze draaien tot 360 graden en leveren haarscherpe beelden vanuit het hoogste punt van het schip. Al bij al gaat het hier om een vrij uitzonderlijk project in een nichemarkt, een prestatie die ons door haast niemand in België is voorgedaan. Belangrijk is voorts dat we de interne keuken bij Vroon grondig hebben leren kennen, je moet weten hoe zo’n maritiem en dus echt wel speciaal bedrijf werkt, hoe de organisatie in elkaar zit. En veelvuldig overleggen natuurlijk. Beveiliging hoeft niet duur te zijn, het komt er vooral op aan om de gepaste oplossingen aan te reiken.
INSTALLATIE Stefano Gandolfi: “Bij manoeuvres van en op een schip heb je tenminste zes mensen nodig om alles te ‘monitoren’ en slechts één camera. Efficiency eerst! Ligt het schip in de haven, dan is in dat concept een nachtwaker overbodig. En ook het feit dat bij elk transport de goederen oordeelkundig worden bewaakt, is een belangrijke meerwaarde van dit systeem van D’tral. Eigenlijk moet je alle achtergronden kennen van wat er op en rond het schip gebeurt.”
“We zijn veel méér dan veredelde elektriciens” Tijdens ons gesprek vallen de begrippen ‘concept’, ‘project’ en ‘architectuur’ wel vaker. Gandolfi is tegelijk projectingenieur en scheepsarchitect, Motmans leidt een kmo die de lange weg heeft afgelegd van installateur van alarmsystemen tot maritiem expert. Vincent Motmans: ”De oorspronkelijke eenmanszaak van Jean Landmesser stond in 1972 voor ‘detection, transmission en alarm’D’tral- en was vrij uniek in haar genre omdat de firma zelf alarmsystemen bouwde; nadien kwam daar toegangscontrole bij, branddetectie en camerasystemen. Omdat we vandaag staan voor alles wat met beveiliging te maken heeft, zijn we eigenlijk architect in beveiliging. Da’s veel méér dan een soort veredelde elektricien. We zijn tegelijk IT-ers en bouwvakkers, we leveren oplossingen op maat. Programmeren is daarbij een belangrijk aspect, daar merken de klanten ternauwernood iets van. Lange tijd waren we heel actief in de diamantsector, dat is geleidelijk aan afgezwakt. Vandaag kunnen we referenties voorleggen die boekdelen spreken. Zo is Dockx Groep, transporteurs en verhuizers, één van onze klanten, ook smeermiddelenbedrijf Wolf Oil doet een beroep op onze expertise in beveiliging. Onze klanten zijn voor 70 procent particulieren, voor 30 procent kleine en grotere ondernemingen. We zijn nog altijd een familiebedrijf: vijf jaar geleden nam ik de leiding over, in de voetsporen van mijn vader Paul.” De thuisbasis van Stefano Gandolfi, die in Antwerpen woont, is Breda, waar het Vroon-hoofdkwartier gevestigd is. Vroon biedt maritieme transportdiensten aan en oplossingen op het vlak van engineering en support. Vroon verhuurt heel wat van z’n schepen aan ondernemingen en instanties. De vloot bestaat uit containerschepen, car carriers, bulk carriers, veevervoer schepen, product/chemical- en asphalt/bitumen tankers, offshore-support schepen, en vaartuigen die windmolenparken op zee installeren
Veiligheid en preventie primeren aan boord
Een camera doet meer dan beveiliging, hij speurt, voorspelt, versterkt informatie
en onderhouden, de zogeheten windturbineinstallatie schepen. De Vroon vloot vaart onder Nederlandse vlag, vanuit Den Helder, maar ook onder de vlag van landen als het Verenigd Koninkrijk, Gibraltar, Singapore en Malta.
veiligingsfirma haar creatieve en technologische vaardigheden en talenten ten dienste stelt van een mondiaal bedrijf met zo’n 3.500 medewerkers.
Markant dus hoe een maritieme wereld’speler’ en een elektro-kmo elkaar vonden en leerden appreciëren. Merkwaardig ook hoe een aanvankelijk bescheiden Belgische be-
Een reportage van Els Heyrman (foto’s) en Wouter Vloebergh (tekst)
www.dtral.be en www.vroon.nl
februari 2018 - ElektroVisie | 23
INSTALLATIE
Onze gesprekspartners van links naar rechts
Danny Hermans, coĂśrdinator technologie en regelgeving (Volta)
Dirk Van Steenlandt, ondervoorzitter Nelectra en installateur elektriciteit en domotica
Jan De Saedeleer, adviseur (FOD, Binnenlandse zaken – Directie Brandveiligheid)
Branddetectie ZORGT NIEUWE NORM VOOR MEER VRAGEN DAN ANTWOORDEN?
Koen Maes, installateur alarm en branddetectie
In adviezen van de brandweer en in lastenboeken wordt regelmatig verwezen naar de norm NBN S21-100-1. Deze werd eind 2015 bekrachtigd en vervangt de oude norm die al dateerde van 1986. Samen met de nieuwe norm, kwamen een reeks vragen aan de oppervlakte. ElektroVisie bracht daarom een paar specialisten rond de tafel. 24 | ElektroVisie - februari 2018
INSTALLATIE clerck: “Het is aangewezen om in dat geval duidelijk op papier de bezwaren en aanbevelingen aan de bouwheer mee te delen én de aansprakelijkheid van de installateur voor de schade die uit de niet-naleving hiervan zou voortvloeien, contractueel uit te sluiten. Dergelijke clausule wordt een ‘exoneratiebeding’ genoemd. Zorg er ook voor dat de bouwheer dit uitdrukkelijk aanvaardt, bij voorkeur door te ondertekenen voor akkoord. Wees u er echter van bewust dat dit nooit 100% sluitend is en een rechter, in geval van blijvende discussie, geval per geval zal beoordelen of de installateur al dan niet (gedeeltelijk) aansprakelijk is. Het is dus aangeraden om in dergelijke situatie steeds de nodige voorzichtigheid aan de dag leggen.” “Als we een appartementsblok als voorbeeld nemen, dan zien we dat de branddetectie in de gezamenlijke gedeeltes anders moet zijn dan die in de afzonderlijke flats,” verduidelijkt Jan De Saedeleer van de FOD Binnenlandse Zaken. “Daarom voorziet de nieuwe norm de mogelijkheid om het bewakingsniveau van de branddetectie-installatie aan te passen (totale bewaking, gedeeltelijk, lokaal…), mits er een risicoanalyse aan voorafgaat.”
Wie maakt de risicoanalyse? En daar wringt nu net het schoentje, want: “Wie maakt die risicoanalyse?” vraagt Koen Maes zich af. “Recent nog krijg ik een lastenboek waarin de bouwheer (de gemeente in dit geval) stelt dat de branddetectie ‘conform de norm’ moet zijn. Meer niet. Wie maakt in dit geval de risicoanalyse? De brandweer? Wij als installateur?”
“Er is voor mij als installateur toch nog wel wat onduidelijk”, opent Dirk Van Steenlandt het rondetafelgesprek. “Als installateur werk ik volgens de regels van goed vakmanschap, zijn wij verantwoordelijk voor onze installatie maar het is vaak onduidelijk welke regels best gevolgd worden en wie nu precies aansprakelijk is.” Er duiken blijkbaar nogal wat discussiepunten op vóór, maar vooral tijdens een installatie. “Klopt,” beaamt beveiligingsinstallateur Koen Maes, “de huidige regels geven aanleiding tot interpretatie waardoor het moeilijk is om een offerte te maken.”
Waarover gaat het nu precies? Een vraag waar niemand echt een duidelijk antwoord op heeft. We legden het voor aan een Nelectra’s juridisch adviseur Fallon De-
Wie is aansprakelijk? “En wat gebeurt er wanneer een bouwheer -vaak uit budgettaire overwegingen- een risicoanalyse maakt, waarmee wij het als installateur niet eens kunnen zijn, wegens onvoldoende veilig?,” vraagt Dirk Van Steenlandt, ondervoorzitter Nelectra. “Want uiteindelijk zijn wij als installateur wel zelf verantwoordelijk voor de afgeleverde installatie.” Een vraag waar niemand echt een duidelijk antwoord op heeft. “Misschien is het wel aangewezen om in dat geval duidelijk en op papier de bezwaren en aanbevelingen mee te delen, zodat de aansprakelijkheid zeker niet bij de installateur terecht komt,” klinkt het. Al is niet iedereen het erover eens dat dit rechtsgeldig is.
Wanneer kunnen aanpassingen? Wat ook vaak voorkomt: bouwheer of brandweer vragen middenin een installatie om extra aanpassingen of aanvullingen. Kan dat zomaar? “Het kan wel, als het om gemotiveerde zaken gaat die de veiligheid ten goede komen, maar het is uiteraard niet aangewezen om dat in een latere fase van de installatie te doen,” stelt Danny Hermans. “Laat dit dan ook een pleidooi zijn om zo vroeg mogelijk met alle partijen samen te zitten om op die manier heel snel een correcte behoeftebepaling en risicoanalyse te maken.
“De brandweer heeft eigenlijk enkel een adviserende functie en kan eventueel wijzen op wettelijke verplichtingen,” antwoordt Jan De Saedeleer. “De installateur kan inderdaad zelf de risicoanalyse maken, maar neemt dan zelf de verantwoordelijkheid volledig op zich. En dat is niet nodig, want eigenlijk ligt die bij de bouwheer: hij beslist uiteindelijk welk bewakingsniveau nodig is, voor zover deze minstens aan de wettelijke eisen voldoet. Het is immers best mogelijk dat volgens de wetgeving minstens een bepaald bewakingsniveau vereist is.” “De term risicoanalyse is trouwens niet echt goed gekozen,” vult Danny Hermans van Volta aan. “Het betreft eigenlijk een aantal eisen en wensen, waarin duidelijk moet worden wat de bouwheer wil. En dat moet de installateur dan vertalen in een concreet pakket met producten en oplossingen.”
Dirk Van Steenlandt: “Wij willen werken volgens de regels van goed vakmanschap, maar worden vaak geconfronteerd met vragen.” februari 2018 - ElektroVisie | 25
INSTALLATIE Hierbij zal BIM (het bouwwerkinformatiemodel) hopelijk binnenkort zijn positieve rol kunnen gaan spelen, want door alle informatie aan een digitaal model te koppelen, zullen alle partijen in een zo vroeg mogelijk stadium kunnen zien waar er zich afwijkingen en problemen voordoen.”
Wat met de eisen van de brandweer? Want de eisen van de brandweer zijn volgens de aanwezige installateurs niet altijd duidelijk en vaak kunnen die ook laat komen. Soms worden zelfs nog bijkomende aanpassingen geëist bij opgeleverde gebouwen. Aanpassingen die niet in de oorspronkelijke aanbevelingen te vinden waren. “Dat kan,” verdedigt Jan De Saedeleer van de FOD Binnenlandse Zaken de brandweer. “Op de oorspronkelijke plannen zijn niet alle technieken ingevuld en het kan gebeuren dat er een situatie ontstaat die de brandweer in eerste instantie niet kon inschatten op de onvolledige plannen. Het is hun taak om mee toe te zien op de toepassing van de regelgeving en alle gevaar zoveel mogelijk uit te sluiten.” “De brandweer mag trouwens op elk moment extra maatregelen adviseren bovenop de eisen van de bouwheer,” vult Danny Hermans (Volta) aan. “Maar die moeten ze dan wel grondig motiveren.” En hoe bindend is dat advies van de brandweer dan? “Het advies van de brandweer
Danny Hermans: “Ik pleit om met alle partijen zo vroeg mogelijk samen te zitten om op die manier heel snel tot een correcte behoeftebepaling en risicoanalyse te komen.”
Jan De Saedeleer: “Elke gemeente heeft een zekere vrijheid om bijkomende maatregelen op te leggen, zodat zij in staat is om in te spelen op de lokale behoeftes.”
is vaak een advies aan een vergunningverlenende overheid (bijvoorbeeld het college van burgemeester en schepenen voor de stedenbouwkundige vergunning). Het is pas als de vergunningverlenende overheid dit als voorwaarde verbindt aan het verlenen van de vergunning dat dit advies wettelijk bindend wordt,” stelt Jan De Saedeleer.
“De norm is vrij duidelijk. Er moet volgens mij niet zoveel geïnterpreteerd worden.” En ook Danny Hermans vindt de norm duidelijk. Wie twijfelt kan steeds terecht bij Nelectra en Volta.
Waarom verschillen de regels per regio? Eén van de belangrijkste bekommernissen van de installateur is het gebrek aan eenvormigheid in ons land. “De bevoegdheden voor het uitvaardigen van brandveiligheidsvoorschriften zijn verdeeld en dat is het gevolg van de staatsstructuur. In de specifieke domeinen waar de federale overheid of de gewesten en gemeenschappen geen brandveiligheidsvoorschriften hebben uitgevaardigd, hebben gemeentes de vrijheid om bijkomende maatregelen op te leggen,” legt Jan De Saedeleer uit. “Door de gemeentes de ruimte te geven, stellen wij hen in staat om in te spelen op de lokale behoeftes en problematieken.”
Hoe kan de installateur meer duidelijkheid krijgen? Koen Maes: “De huidige regels geven aanleiding tot interpretatie waardoor het moeilijk is om een offerte te maken.” 26 | ElektroVisie - februari 2018
“Er is veel losse informatie beschikbaar en er zijn veel zaken voor interpretatie vatbaar,” besluit Dirk Van Steenlandt. Maar daarmee is Jan De Saedeleer het niet eens:
In theorie kan de norm dan al duidelijk zijn, installateurs kampen in de praktijk toch nog met een aantal wetmatigheden, waar de norm geen vat op heeft: de prijssetting en de individuen die de wet wel toepassen, maar zich weinig zorgen maken over de daadwerkelijke veiligheid en de gegeven adviezen. Komen daarbij nog de vraagtekens bij de risicoanalyses, de verschillende eisen per regio, de niet gelijklopende adviezen van de brandweerkorpsen, de aansprakelijkheidsvragen…. Het blijft geen gemakkelijke materie. Op het einde van dit gesprek kwam dan ook een voorstel voor een stappenplan voor een eenduidige manier van werken. Misschien is een vorm van samenwerking binnen Nelectra mogelijk, waarin de installateurs die actief zijn in dit segment de koppen bij elkaar kunnen steken en kijken hoe men gezamenlijk kan werken aan een eenduidige manier van werken. Tekst: Linda Claeys Foto’s: Studio Dann
INSTALLATIE
Brandbeveiliging en de installateur Wetgeving en normen Vooreerst is er de basisnorm brand, zijnde het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Zeven bijlagen zijn in de loop van de tijd toegevoegd: • Terminologie • Lage gebouwen • Middelhoge gebouwen • Hoge gebouwen • Reactie bij brand • Industriegebouwen • Gemeenschappelijke bepalingen Afhankelijk van de hoogte van het gebouw, de compartimentering van het gebouw en het gebruik van het gebouw staan in deze wet eisen met betrekking tot de branddetectie, al dan niet automatisch, de brandmelding, de brandwaarschuwing en het evacuatiealarm. Verder wordt er opgelegd hoe de aansturing van andere technische installaties zoals liften, brandkleppen, luchtbehandelingsgroepen, ventilatie/verluchtingsopeningen in het gebouw moet gebeuren door de branddetectie.
Ook voor rust- en verzorgingstehuizen is er het KB van 21 september 2004 betreffende de normen voor de bijzondere erkenning als rusten verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels waarin een opsplitsing gemaakt is naar de 3 gewesten en waarin dan telkens verwezen wordt naar de brandbeveiliging voor ziekenhuizen. Gewestelijke wetgeving Naast de hierboven vermelde nationale wetgeving is er ook nog gewestelijke wetgeving die moet gevolgd worden. Zo heeft elke gewest wel zijn wetgeving voor rustoorden, voor toeristische logies, voor kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, enz. In deze gewestelijke wetgeving wordt er vaak verder concreet ingevuld hoe de brandbeveiliging moet uitgevoerd worden. In een aantal gevallen zal er in die wetgeving effectief naar normen, zijnde de regels van goed vakmanschap verwezen worden die dan ook integraal moeten gevolgd worden doordat ze kracht van wet krijgen door de verwijzing.
Specifiek voor arbeidsplaatsen is er artikel 52 van het ARAB, waarvan bepaalde delen opgeheven zijn door het KB van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen. In dit KB staat dat de werkgever een risicoanalyse betreffende het brandrisico moet uitvoeren en een brandpreventiebeleid moet voeren op basis van de resultaten van de risicoanalyse. Elke werkgever moet voortaan een brandbestrijdingsdienst oprichten. Het KB van 28 maart 2014 is opgenomen in de Codex: Boek III Titel 3.- Brandpreventie op de arbeidsplaatsen. In art 52 van het ARAB staat onder art “52.10-Waarschuwing en alarm. Organisatie van de brandbestrijding” de eis “De elektrische netten voor de waarschuwing en het alarm moeten verschillend zijn.” Verder is er nog het KB van 6 november 1979 tot vaststelling van de normen inzake beveiliging tegen brand en paniek waaraan ziekenhuizen moeten voldoen met Bijlage 1 die specifiek handelt over de eisen voor de brand- en paniekbeveiliging in de ziekenhuizen. februari 2018 - ElektroVisie | 27
INSTALLATIE
Verder zijn er in het verleden een aantal normen ontwikkeld die handelen over de brandbeveiliging van specifieke gebouwen. Zo zijn er de normen NBN S21-204 en NBN S21-205 die handelen over de brandpreventie in schoolgebouwen respectievelijk in hotels en soortgelijke gebouwen. Tot slot is er het advies van de plaatselijk brandweer die zich moet baseren op de bestaande reglementering inzake brandvoorkoming. In principe mag ze geen hogere eisen stellen dan wat bepaald wordt in de reglementering. Zij mag alleen maar bijkomende eisen stellen indien bepaalde brandveiligheidsaspecten niet of onvoldoende gereglementeerd zijn om een gevaarlijke toestand te vermijden.
Norm NBN S21-100-1 De titel van de norm is “Branddetectie- en brandmeldsystemen – Deel 1: Regels voor de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes, de gedetailleerde studie, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud” Deze norm is door de koning bekrachtigd door een KB dat in het BS verschenen is op 19 november 2015. Hij vervangt de norm uit 1986 en geldt dus als de huidige regel van goed vakmanschap. Wanneer deze norm expliciet opgelegd wordt in een wet dan moet hij zonder meer gevolgd worden. Wanneer hij niet expliciet wordt opgelegd in een wet dan is het vanuit juridisch oogpunt toch aan te bevelen om de norm integraal te volgen wanneer een branddetectie- en brandmeldsysteem door de wet opgelegd wordt. Hier geldt immers het principe van de omgekeerde bewijslast. Dat houdt in dat wanneer de norm niet gevolgd wordt het aan de installateur is om aan te tonen dat zijn systeem even goed is als wat er in de norm staat, zeker wanner het fout gaat. Risicoanalyse en behoeftebepaling Aangezien deze norm prestatiegericht is, begint het proces met een risicoanalyse en een behoeftebepaling door de uitbater of zijn gemachtigde. Deze risicoanalyse en behoeftebepaling vormen de basis, of beter het fundament van het branddetectie- en brandmeldsysteem. Risicoanalyse en behoeftebepaling zijn geen exacte wetenschap. Zij zijn een groepsactiviteit en dienen in overleg met alle betrokken partijen waaronder zeker de uitbater of zijn gemachtigde uitgevoerd te worden. Ook de lokale brandweer moet in dit stadium gevraagd wor28 | ElektroVisie - februari 2018
den om hun advies. Vooral het vastleggen van het bewakingsniveau is in deze processtap heel belangrijk. Dit gebeurt op basis van de van toepassing zijnde wetgeving of indien die ontbreekt op basis van de antwoorden op een aantal vragen, vermeld in de norm. Als bewakingsniveaus kent de norm • totale bewaking • gedeeltelijke bewaking • bewaking van de evacuatieroutes • lokale bewaking • bewaking van apparatuur • en niet-automatische bewaking. Het lokaal of de lokalen waar de centrale(s) (of elke andere gelijkwaardige kritische apparatuur) geïnstalleerd is(zijn), moet(en) automatisch bewaakt worden. Daarnaast vermeld de norm aan aantal volumes die onder bepaalde voorwaarden geen bewaking hoeven zoals sanitaire lokalen, sanitaire schachten en nog andere. Door een antwoord te formuleren op meerdere vragen worden de behoeften verder vastgelegd. Na deze processtap moeten de door de norm opgesomde documenten beschikbaar zijn om de volgende stap probleemloos te kunnen uitvoeren. Het gaat over de plannen van de brandcompartimenten, het plan van de eventuele ATEX zones, de resultaten van de risicoanalyse, de algemene eisen voor het geïnstalleerde systeem en nog andere Na deze belangrijke processtap volgen achtereenvolgens de gedetailleerde studie, de plaatsing, de inbedrijfstelling, de initiële controle, het gebruik van het systeem, de verificatie en het onderhoud, de periodieke controle. Al deze processtappen worden in detail beschreven in de norm alsook wordt op het einde van elke stap steeds opgesomd welke documenten er beschikbaar moeten zijn.
Addendum 1 van de norm NBN S21-100-1 Aangezien er bij toepassing van de norm uit 2015 praktische problemen en onduidelijkheden opgedoken zijn en omdat de technologie voor branddetectie snel evolueert, is er een addendum 1 bij de norm verschenen om deze tekortkomingen te verhelpen . Het publieke onderzoek van dat addendum is afgesloten op 30 november en de re-
INSTALLATIE
sultaten hiervan zijn besproken in TC72, zijnde het technisch comité dat zich bezighoudt met normalisatie over branddetectie- en brandalarmsystemen. Een ingrijpende toevoeging zijn draadloze branddetectiesystemen. De componenten van deze systemen moeten voldoen aan de norm NBN EN 54-25: Brandmeld- en brandalarmsystemen - Deel 25: Componenten die gebruik maken van radioverbindingen (+ AC:2012). In het addendum komen verder aan bod: • verhoging van de maximale hoogte van het lokaal voor lineaire optische detectoren (beams) zonder gebruik van tussenliggende niveaus. • Verhoging van de maximale hoogte van het lokaal voor aanzuigsystemen van klasse. • wanneer detectie in verhoogde vloeren of verlaagde plafonds vereist is, moeten zij beschouwd worden als lokalen. Het gebruik van een coëfficiënt voor de berekening van Amax in functie van de brandlast vervalt.
Keuze van de bekabeling m.b.t. al dan niet brandbestendigheid/ functiebehoud Met betrekking tot de brandbestendigheid/functiebehoud van de bekabeling zijn de eisen in de huidige norm zeer algemeen geformuleerd. Ze kunnen aanleiding geven tot verschillende interpretaties. Functiebehoud kost nu eenmaal veel geld want het gaat niet alleen om de kabel maar ook om het draagstel en de bevestiging. Het is dan ook belangrijk dat de interpretatieruimte in deze heel beperkt is. Vandaar dat in een werkgroep dit onderwerp meer in detail uitgewerkt is. Aan de hand van een beslissingsboom zal het in de toekomst relatief eenvoudig zijn om te beslissen of brandbestendigheid/functiebehoud van de kabel vereist is. Daarbij zal er antwoord moeten gegeven worden op volgende vragen: · Welk type van componenten (type I of type II volgens NBN EN 5413) maken deel uit van de kring? · Gaat het om een gesloten kring of een kring in lusvorm met kortsluitisolatoren of gaat het om een niet gesloten kring of niet in lusvorm? · Volgen buiten het lokaal van de centrale de kabel “heen” en de kabel “terug” gescheiden wegen (door verschillende compartimenten of volgens de risicoanalyse “voldoende” verwijderd van elkaar
om als gescheiden te beschouwen)? · Gaan de kabels door niet bewaakte ruimten? · Moet de functie van een component in de kring gedurende meer dan 1 minuut behouden blijven (bvb. evacuatiesirenes)? · Is de goede werking van de component al dan niet verzekerd volgens het principe van positieve veiligheid. Vanuit TC 72, de normencommissie die zich bezighoudt met normen voor branddetectie, zal er weldra een verduidelijkend schrijven gepubliceerd worden over de keuze van de bekabeling met betrekking tot brandbestendigheid/functiebehoud. Dit schrijven zal door alle betrokkenen via alle mogelijke kanalen verspreid worden naar alle belanghebbende zoals de installateurs.
Besluit Uit bovenstaande kan besloten worden dat het beantwoorden van de vraag hoe de brandbeveiliging van een gebouw er moet uitzien geen eenvoudige opdracht is. Vooreerst zijn er heel wat wetten. Federaal zijn er het KB Basisnormen brand met de zeven bijlagen, het KB Brandpreventie op arbeidsplaatsen, waar het ARAB en de Codex ook van toepassing zijn. Daarnaast zijn er federaal wetten voor specifieke gebouwen zoals ziekenhuizen en ouderenvoorzieningen. Ook gewestelijk zijn heel wat wetten voor specifieke gebouwen zoals ouderenvoorzieningen en toeristische logies. Daarnaast is er de lokale brandweer die een belangrijke stem heeft in het bepalen van het bewakingsniveau met respect tot de van toepassing zijnde wetgeving. Bij het verder afhandelen van het project is het juridisch met betrekking tot verantwoordelijkheden aan te bevelen om voor het branddetectie- en brandmeldsysteem de regel van goed vakmanschap, zijnde de NBN S21-100-1 te volgen. De conceptie, zijnde de risicoanalyse en de behoeften bepaling zijn in dit proces vaak een moeilijke maar heel belangrijke processtap. Via een addendum is deze norm verder uitgewerkt zodat ook draadloze systemen kunnen geïnstalleerd worden. In de toekomst zullen nog verdere aanvullingen gebeuren zodat nieuwe technologieën probleemloos kunnen toegepast worden. Ook het gebruik van bekabeling met of zonder functiebehoud zal via een beslissingsboom ervoor zorgen dat de installateur op een objectieve manier de juiste keuze kan maken. Tekst: DANNY HERMANS VOLTA
februari 2018 - ElektroVisie | 29
INSTALLATIE
Branddetectiebrandmeldsystemen
DE ESSENTIËLE STAPPEN
&
1. Overzicht
3. Voorbereiding
In september 1986 werd de eerste Belgische norm, NBN S 21-100, betreffende de opvatting van algemene installaties voor automatische brandmelding door puntmelder gepubliceerd. Tussen 1992 en 2008 werden vijf amendementen op deze eerste editie gepubliceerd. In deze periode heeft de Belgische spiegelcommissie van het CEN/TC72 de norm aangepast door zich te baseren op het document van de technische specificaties CEN/TS 54-14 en om rekening te houden met bepaalde technologische evoluties. In september 2014 leidde dit werk tot de publicatie van twee technische documenten: de normen NBN/DTD S 21-100-1 en -2, maar die hadden niet het formele statuut van norm. Uiteindelijk was het, via het Koninklijk Besluit van 9 november 2015 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 19 november 2015) dat de twee normen “NBN S 21-100-1 – Branddetectie- en brandmeldsystemen - Deel 1 : Regels voor de risicoanalyse en de evaluatie van de behoeftes, de studie en het ontwerp, de plaatsing, de indienststelling, de controle, het gebruik, het nazicht en het onderhoud” en “NBN S 21-100-2 – Branddetectie- en brandmeldsystemen - Deel 2 : Kwalificaties en competenties” gehomologeerd werden en dat de homologaties van de norm NBN S 21-100 en zijn addenda werden opgeheven. Sindsdien werkt de Belgische spiegelcommissie van het comité CEN/TC72 verder om door de sectordeskundigen, aanvaarde ontwerp- en plaatsingsregels toe te voegen rekening houdend met de laatste technologieën die op de markt verschenen. Dit ononderbroken werk heeft geleid tot een eerste ontwerp van amendement: NBN S 21-100-1: 2015/prA1:2017 waarvan het openbaar onderzoek werd afgesloten op 30 november 2017.
Een goede voorbereiding is meestal al meer dan de helft van het werk en dat geldt ook voor de branddetectie- en brandmeldsystemen. Ook de norm NBN S 21-100-1 gaat uit van dat principe aangezien de eerste fase van het proces dat wordt toegepast op de branddetectie- en brandmeldsystemen de basisstudie is, die een risicoanalyse en een evaluatie van de behoeftes omvat.
2. Toepassing Vanaf welke datum moet worden verwezen naar de normen NBN S 21-100-1 en -2 : 2015 en moeten ze worden gebruikt? Deze twee normen zijn de nieuwe door de sector erkende “regels van goed vakmanschap” op het vlak van branddetectie- en brandmeldsystemen, dewelke elke goede professional normaal zou moeten volgen. Bovendien vereist de Codex over het welzijn op het werk dat de werkgever voor het beheer van de risico’s rekening dient te houden met de stand van de evolutie van de techniek. Daardoor zouden de bestekken die werden uitgegeven sinds 19 november 2015 moeten verwijzen naar de normen NBN S 21-100-1 en -2 : 2015. Wij vestigen er ook de aandacht op dat bepaalde reglementsteksten de norm uitdrukkelijk opleggen, zoals bijvoorbeeld het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24/03/2016 betreffende het toeristische logies. 30 | ElektroVisie - februari 2018
Deze taak berust bij de klant of zijn gemachtigde. Eerst moet het doel van het branddetectie- en brandmeldsysteem bepaald worden: het beschermen van personen, goederen of van beide. Vervolgens moeten onder andere de volgende elementen in overweging genomen worden bij de bepaling van het/de toe te passen bewakingsniveau(s) in de verschillende delen van het gebouw: • de kans op gelijktijdige aanwezigheid van een brandbaar materiaal, een brandstof en een energiebron, die nodig zijn voor het uitbreken van een brand; • de kans op verspreiding van de brand; • de omvang van de te verwachten gevolgen van de brand; • het bestaan van andere brandbeveiligingssystemen; • de mogelijkheden voor een menselijke tussenkomst. Tot slot moeten de structurele, technische en organisatorische maatregelen die moeten worden genomen na de detectie van de brand gepland worden door ten minste de verschillende vragen te beantwoorden die in de paragraaf risicoanalyse van de norm NBN S 21-100-1 staan, om met name tijdverlies op D-dag te vermijden. De antwoorden op die vragen moeten het onder andere mogelijk maken de volgende punten te preciseren: • “wie doet wat en wanneer” in geval van brand, storing of ongewenst alarm; • de strategie voor het informeren en evacueren van de personen die aanwezig zijn in het gebouw in geval van brand; • de transmissiemethode(n) van het brandalarm en het storingssignaal; • het oorzaak-gevolgschema van de brandscenario’s; • de installaties waarvan de werking onaangetast moet blijven na het detecteren van de brand; • de eisen en de interventietijd van de hulpdiensten en de brandweer; • de eisen van de klant op het gebied van lokalisering van een begin van brand in het gebouw.
INSTALLATIE 4. Gedetailleerde studie De tweede fase van het proces dat wordt toegepast op de branddetectie- en brandalarmsystemen volgens de norm NBN S 21-100-1 is de gedetailleerde studie, die moet worden toevertrouwd aan een gespecialiseerde onderneming. De omgeving van de lokalen waarin het branddetectie- en brandmeldsysteem zal worden geïnstalleerd, zal een impact hebben op de keuze van de detectoren en de handbrandmelders, waarbij niet mag vergeten worden dat een begin van brand zo snel mogelijk en op een betrouwbare manier moet worden gedetecteerd. Deze invloedsfactoren kunnen worden onderverdeeld in zuiver fysische omgevingsfactoren, gebruiksfactoren en de bouwkundige layout. In het kader van de omgevingsfactoren zijn de omgevingstemperatuur, de ventilatie, de vochtigheid en stof de meest courante elementen. Wat de gebruiksfactoren betreft, zal men voornamelijk de aard van de aanwezige materialen en de risico’s op ongewenste alarmen te wijten aan de activiteiten onderzoeken. Er zal met de bouwkundige lay-out van de bewaakte ruimten rekening moeten worden gehouden om te voldoen aan de voorschriften met betrekking tot de plaatsing van de detectoren en de handmelders. We kunnen hier als voorbeeld de hoogte van het lokaal, de configuratie van het plafond en de aanwezigheid van obstakels vermelden.
De norm NBN S 21-100-1 eist dat elk nieuw branddetectie- en brandmeldsysteem (met inbegrip van de grondige aanpassingen) wordt onderworpen aan een initiële controle en daarna aan een periodieke controle ten minste om de drie jaar.
8. Gebruik en onderhoud De laatste fase van het toegepaste proces is de fase tijdens de eigenlijke exploitatieperiode van het systeem. Deze fase, onder de verantwoordelijkheid van de beheerder, is belangrijk om het systeem conform, in staat van werking en up-to-date te houden rekening houdend met de activiteit en de wijzigingen van het gebouw. Daartoe voorziet de norm NBN S 21-100-1 een programma voor dagelijkse, maandelijkse, driemaandelijkse en jaarlijkse verificaties. Enkele voorbeelden: • de dagelijkse verificatie om na te gaan of geen enkele fout wordt gemeld door het systeem ; • de maandelijkse verificatie van de werking van de controle- en signalisatie-elementen; • de driemaandelijkse verificatie om na te gaan of de opmerkingen in het register met gebeurtenissen die een actie vereisen behandeld en opgelost zijn ; • de jaarlijkse verificatie om te controleren of de handbrandmelders toegankelijk en zichtbaar blijven. Het preventief en het curatief onderhoud van het geïnstalleerde systeem dient ook te worden gedaan door een gespecialiseerde onderneming.
5. Plaatsing De plaatsing van het systeem zoals beschreven in de gedetailleerde studie door een gespecialiseerde onderneming is de derde stap van het proces dat wordt toegepast op de branddetectie- en brandmeldsystemen volgens de norm NBN S 21-100-1.
Mathieu Vandenbussche Technical Manager Safety
De componenten moeten uiteraard worden geplaatst in overeenstemming met de installatiespecificaties die worden gegeven in de documentatie van de fabrikant.
6. Inbedrijfstelling en verificatie De inbedrijfstelling en verificatie van het systeem door een gespecialiseerde onderneming is de volgende stap in het toegepast proces. Deze stap maakt het mogelijk het systeem operationeel te maken en aan te tonen dat het geïnstalleerde systeem voldoet aan de eisen welke door de exploitant werden vastgelegd tijdens de basisstudie.
7. Controle In de fase van de controle door een geaccrediteerde inspectie-instelling wordt de conformiteit van het geïnstalleerde systeem nagegaan. Tijdens deze controle zullen ook tests op het systeem worden uitgevoerd, zoals: • de activering van detectoren door simulering van het te detecteren fysisch fenomeen ; • de werking van de apparatuur voor akoestische signalering ; • de werking van elk brandscenario ; • …
februari 2018 - ElektroVisie | 31
INSTALLATIE Samsung klaar voor comeback met Galaxy S8
rij e t t a b e ij d van d
tte ul h c s types ba e d e n e d l l i amsung ersch et was t heeft S n twee v r
H
fouten i rand. Da e b ek. h n c i s i s n e h n onderzo ho tec n p r t e r e e t a x w t m e s e n te 7 rn e Vanweg alaxy No aandenlang inte G l e e v nm vlogen kt, na ee a a m e g d Ook vervangtelefoons beken
HOE VEILIG ZIJN HOVERBOARDS?
vliegen in brand
UW ELEKTRISCHE FIETS KAN IN BRAND VLIEGEN Samsung heeft oorzaak ‘explosieve’ Note7 gevonden
Samsungs n achtmerrie kent geen einde
De Samsung -smartphone ‘Galaxy Note taan in brand 7’ vloog spo . Dat was ee nn ramp. Maar vervangtoest nu doen de ellen dat óók . En dat is ee n nachtmerr ie.
Ontplofte fietsbatterij zet flat in lichterlaaie 50 BEWONERS GEËVACUEERD UIT APPARTEMENTENCOMPLEX
HP roept batterijen van laptops terug: “Er kan brand uitbreken”
Brandexperts waarschuwen voor het gevaar van hippe hoverbo ards “Zet je kind nie t op een ti jdbom”
Fietsen van postbodes kunnen ontploffen
ROORZAAKTEN E V N E IJ R E T T A B OVERVERHITTE ERHUURBEDRIJF BRAND BIJ FIERSV
32 | ElektroVisie - februari 2018
Batterij van bus vat vuur
INSTALLATIE
De gevaren en voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van lithium-ion-accu’s De gevaren van lithiumaccu’s De accu’s lijken onschuldig maar zijn in werkelijkheid zeer gevoelig voor kortsluiting. Om te begrijpen wat de ontploffingen veroorzaakt, moet je eerst weten hoe een lithium-ion-accu werkt. De accu’s bestaan uit verschillende lithium-ioncellen en enkele beveiligingscomponenten zoals temperatuursensoren en een spanningsmeter. Iedere lithiumioncel bestaat op zijn beurt uit vier elementen, namelijk een kathode, anode, elektrolyt en een afscheider.
Er gaat geen week voorbij of er is wel ergens een brand ten gevolge van het gebruik van lithiumaccu’s. Lithiumaccu’s worden tegenwoordig overal voor gebruikt. De accu’s lijken onschuldig maar in werkelijkheid zijn er toch wel een aantal risico’s.
Wanneer je een accu oplaadt, zullen lithium-ionen zich doorheen het elektrolyt begeven en vasthechten aan het koolstof aan de anodekant. Tijdens het ontladen van de accu gebeurt net het omgekeerde: de lithium-ionen begeven zich naar de kathode en vormen terug lithiumkobaltoxide. Tijdens dit proces komen eveneens elektronen vrij, welke via een elektrisch circuit naar de kathode gaan en voor stroom zorgen. Het brandbare deel van de accu is het elektrolyt. Bij sommige lithiumion accu’s is dit vervangen door een polymeer met goede geleidingseigenschappen waardoor het brandrisico wordt gereduceerd.
De kathode is de positieve elektrode en bevat lithiumkobaltoxide. De anode is daarentegen negatief geladen en bestaat uit koolstof. Tussen de elektrodes bevindt zich een elektrolyt dat meestal ether bevat en een afscheider of separator. Zoals de naam doet vermoeden, moet de afscheider ervoor zorgen dat de positieve en negatieve elektrodes elkaar niet raken.
februari 2018 - ElektroVisie | 33
INSTALLATIE
De oorzaken van ontploffingen Een van de grootste oorzaken van ontploffende lithium-ion accu’s is een kortsluiting. Bij een impedante kortsluiting zal de accu sneller ontladen. Bij een rechtstreekse kortsluiting zal er echter zoveel stroom tussen de elektrodes stromen dat de temperatuur zal stijgen en de batterij in brand kan gaan. Er zijn verschillende manieren waarop een kortsluiting kan ontstaan in een accu. In de eerste plaats kan een fabricagefout van de afscheider aan de basis van het probleem liggen, zoals contaminatie met kleine metalen deeltjes tijdens het productieproces van de accu. Deze deeltjes kunnen op een plaats samenhechten waardoor een stroom tussen de elektrodes kan ontstaan. Een andere oorzaak is het te snel opladen van de accu. Hierdoor zullen er namelijk lithiumplaten gevormd worden aan de anodekant, welke voor kortsluiting kunnen zorgen. Wanneer de warmte in de batterij toeneemt, zal eveneens de druk stijgen. Eenmaal deze druk hoog genoeg is, kan de behuizing van de accu kapot gaan en zal het elektrolyt in contact komen met de andere componenten. Een valpartij van de accu of op de accu kan eveneens de druk in de accu doen toenemen en/of een beschadiging van de behuizing tot gevolg hebben. Lithium-ion accu’s kunnen brand veroorzaken. Dit kan het gevolg zijn van een thermische overbelasting of van een mechanische beschadiging, in combinatie met een hoge energiedichtheid van de accu. De temperatuur in de accu neemt dan steeds verder toe, waardoor op een gegeven moment schadelijke gassen ontsnappen. Er ontstaan een zogenaamde “thermal runaway”. Dit fenomeen doet zich voor wanneer door de hitte gassen worden gecreëerd in de accu en oncontroleerbaar reageren met de andere materialen en het probleem zal zich naar de andere cellen verspreiden. De gassen die ontsnappen zijn niet alleen brandbaar en schadelijk voor de gezondheid, maar ze reageren ook heftig op water. Dat maakt de brandbestrijding heel moeilijk. In geval van brand werkt een bluspoging met water averechts en ontstaan er explosie effecten. Alleen een aerosol blusmiddel of afdichting met bijvoorbeeld zand kan de reactie onderbreken en een blussend effect hebben. 34 | ElektroVisie - februari 2018
Welke voorzorgsmaatregelen kunnen genomen worden? U kunt incidenten/accidenten voorkomen door zich goed te houden aan installatie- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant. Let op dat je de handleiding gebruikt die bij uw batterij hoort want er zijn verschillende soorten lithiumaccu’s die op verschillende manieren moeten worden gebruikt. Een ongeluk zit immers in een klein hoekje. Belangrijke aandachtpunten: • Gebruik de juiste lader, dit wil zeggen enkel de lader die bij het toestel geleverd is. • Zorg ervoor dat de accu niet overbelast raakt. Deze bereikt dan een te hoge temperatuur, wat kortsluitingen kan veroorzaken. • Laad de accu’s niet op in een omgeving van andere warmtebronnen. • Plaats de lader en de accu tijdens het opladen in een goed geventileerde en droge ruimte om verhoogde opwarming te voorkomen. • Zorg tijdens het opladen dat je aanwezig bent om eventueel te kunnen ingrijpen als het fout loopt. Doe geen opladingen als je van huis bent of tijdens de nacht. • Plaats de accu’s en de oplader niet op brandbare oppervlakken en in de omgeving van ontvlambaar materiaal. • Gebruikt u het apparaat een lange tijd niet, haal dan de accu uit het apparaat. • Plaats de accu en de lader buiten het bereik van kinderen. • Koop geen goedkope laders en accu’s. Kwaliteit kost nog altijd geld en meer kwaliteit wil zeggen, meer veiligheid. • Wanneer lithiumaccu’s een langere tijd niet worden gebruikt, sla ze dan op met 60 à 70% capaciteit. Hoe voller een accu wordt weggelegd, hoe sneller de batterij van binnen begint te oxideren, waardoor de levensduur sneller afneemt. Li-ion cellen oxideren van binnenuit, of je ze nu gebruikt of niet. De oxidatiegraad is het zwaarst wanneer de batterijen volledig geladen zijn, of volledig ontladen. Daarnaast neemt oxidatie toe bij een verhoogde temperatuur. • Laat de mogelijke herstelling over aan een vakman. Rudy Van den Bergh Innovation & Training Manager ELECTROTEST
LAATSTE BLADZIJDE
Wat werd bewaarheid?
H
meer dan tijd om onze grenzen te verleggen. Naast onze Europese medeburgers zijn er ook tal van inwijkelingen van andere origine die mits een degelijke basiscursus Nederlands ons tekort aan medewerkers kunnen helpen opvullen. Onze arbeidsmarkt begint duidelijk met een structureel tekort aan medewerkers te zitten. De economische heropleving maakt dat probleem nog méér zichtbaar. We zullen dus hoe dan ook als werkgevers verplicht worden om breder te rekruteren en diegenen die op het eerste gezicht niet in ons beoogd profiel passen toch een kans te geven.
et is misschien al wat laat – zo midden februari – om nog nieuwjaarswensen over te maken en toch wil ik deze eerste editie van ElektroVisie van het nieuwe jaar aangrijpen om u allen een voorspoedig en succesvol 2018 toe te wensen. Want wat is het allerbelangrijkste? U stond er misschien ook bij stil de voorbije weken zo bij de start van een nieuw jaar. Wat kunnen we meer wensen dan een gezond lichaam in een gezond bedrijf én een familie die ons, bedrijfsleidster en –leider, volledig steunt in onze opdracht. Dit geeft ons de kracht om er elke dag het beste van te maken voor onze medewerkers en klanten.
Wat betreft regelgeving hebben we nog een hele weg te gaan. We hebben op heel wat ministeriële kabinetten gesprekken gevoerd en bij sommigen ervan vonden we inderdaad gehoor en werd op onze vraag ingegaan. We begrijpen uiteraard dat men ineens geen bocht van 180° kan nemen maar een aanzet om er iets aan te doen is wel mogelijk. Zo blijven we nog altijd vragende partij om de wettelijke verplichting in verband met risico van uitbating en veiligheid nauwlettend toe te passen. Het is demotiverend voor plichtsbewuste installateurs vast te stellen dat ze aan concurrentiekracht verliezen gewoonweg omdat ze de wettelijke regels toepassen. Bovendien zou het de “technische gezondheid” van heel veel installaties ten goede komen.
Vorig jaar heb ik op deze laatste bladzijde een verlanglijstje meegegeven. Wat werd hiervan gerealiseerd? Wat de energietransitie betreft is het einde van de tunnel nog niet in zicht. Onze beleidsmensen geraken het maar niet eens of we nu al dan niet zonder kernenergie verder kunnen in 2025. Over de kostprijs van onze energie kunnen we alleen maar gissen. En wat de energievoorziening betreft, hopen we dat ze gewaarborgd zal blijven. De uitrol van de digitale meter in 2019 zal ook heel wat inspanningen vragen om deze ombouw vlot te laten verlopen en voldoende medewerkers in 2018 op te leiden om deze uitdaging tot een goed einde te brengen. De slimme meter zal zijn plaats wel vinden in de garage of kelder maar daarna is het aan de installateur om, de mogelijkheden die de slimme meter biedt, te benutten in de installatie van zijn klant.
˜ We kijken dus vol vertrouwen de toekomst tegemoet en blijven met “ons Nelectra” zeer waakzaam en assertief
De sociale onderhandelingen die begin 2017 nog moesten opstarten, hebben we in juni met een evenwichtig akkoord tussen de sociale partners kunnen afsluiten. De grenzen die de overheid ons had opgelegd, werden gerespecteerd maar een belangrijk punt was daarnaast dat er inzake vorming meer tijd is vrijgekomen om onze medewerkers de gepaste vormingen te geven. Het is ook onmiskenbaar dat er in ons land nog te weinig opleiding gegeven wordt tegenover onze buurlanden. Willen we hieraan remediëren dan zullen werkgevers en overheid een tandje moeten bijsteken.
˜
In het zopas begonnen jaar zijn de uitdagingen die op tafel liggen, naar inhoud en structuur, weer niet te onderschatten. Mogen we ook hopen met de gemeenteraads – en federale verkiezingen in het vooruitzicht dat we niet in immobilisme belanden en dat onze politieke leiders de nodige daadkracht hebben om de juiste beslissingen te nemen. We kijken dus vol vertrouwen de toekomst tegemoet en blijven met “ons Nelectra” zeer waakzaam en assertief zodat we waar en wanneer nodig op de rem te gaan staan of gas te geven.
Als sectorfederatie willen we, samen met Volta en de andere federaties, ons inzetten om de samenwerking met het onderwijs nog meer te activeren. We moeten ons, allen samen, achter een opwaardering van de technische opleidingen scharen zodat de jeugd “goesting” krijgt om in ons beroep te stappen. En gezien de schaarste op de arbeidsmarkt om voldoende gekwalificeerde medewerkers te vinden, is het ook
Eric Claus Nationaal voorzitter Nelectra eric.claus@nelectra.be
februari 2018 - ElektroVisie | 35
DAITEM DRAADLOZE ALARMSYSTEMEN
www.daitem.be
100 % DRAADLOOS INCERT VOCALE CENTRALE 5 JAAR AUTONOMIE (BATTERIJEN) BEVEILIGDE COMMUNICATIE AANSTUURBAAR VIA DE APP 5 JAAR GARANTIE
A member of Hager Group