In alle seizoenen Sneeuw
EXPEDITIE ACADEMIE III
Eerstbeklimmingen in Kirgizië
SNEEUWKITEN OVER GROENLAND
Arctisch avontuur en onderzoek
NIET DROMEN MAAR DOEN Kampeertrektocht in de Noorse sneeuw
WWW.NKBV.NL | FEBRUARI 2023 | NR 1
BERGSPORTMAGAZINE
VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
Word Buitenvriend en registreer je als NKBV-lid bij Bever met je NKBV-lidnummer.
Bekijk de actievoorwaarden op bever.nl & meld je aan op bever.nl/buitenvriend/nkbv
Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, twitter.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.
ACTUEEL
08 Op de hoogte
13 In Herinnering: Herman Plugge
88 Gespot
NKBV
07 Voorwoord Peter Valkenburg
72 NKBV voor jou
THEMA
18 Soorten sneeuw
20 Munro bagging in de winter
26 Snowkiten over Groenland
30 Kampeertrektocht Noorwegen
34 Expeditie Academie III
40 De Griekse sneeuw ontdekken
46 Basiscursus sneeuw en ijs
KLIMMEN
16 Depot: klimmen en afvinken
34 Op expeditie in Kirgizië
56 Petzl RocTrip in Manikia
82 Klimmen bij de buren: Dalle d’Engis en Rocher du Casino
84 Iconen van Europa: Matterhorn
WANDELEN
30 De sneeuw in met pulk en tent
60 Twee gezichten van Val di Fiemme
66 Het Noord-Zweedse
Padjelantaleden
EN VERDER
50 Interview David Bacci
64 De opleiding tot IML
74 Trailrunnen voor beginners
78 In vogelvlucht
79 Mijn verhaal: routebouwer
80 Naar een hut:
Brandenburger Haus
90 Vooruitblik
Bij sneeuw denken de meeste mensen aan de winter. Niet gek natuurlijk, maar ook in de andere seizoenen kom je in de bergen sneeuw tegen. In deze Hoogtelijn vind je genoeg inspiratie om het hele jaar door de sneeuw in te gaan.
26
SNEEUWKITEN
Over de Groenlandse ijskap
40
GRIEKENLAND
Oneindige mogelijkheden 34
4 | HOOGTELIJN 1-2023
18
inhoud
SNEEUW
EXPEDITIE ACADEMIE III
Afsluiting in Kirgizië
Ik moet iets bekennen, ik ben verslaafd. Niet aan drank, drugs of doping. Ik heb een digitale verslaving en die heet Delpher. De naam komt van delven, spitten, (op)graven en is ook een knipoog naar Delphi, waar het beroemde orakel huisde. Delpher.nl is een website van de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag. Het systeem ontsluit miljoenen documenten van onder andere kranten en tijdschri en, die gratis digitaal toegankelijk zijn.
In Delpher zijn De Berggids vanaf 1932 tot 1960 en De Bergvriend vanaf 1952 tot 1960 digitaal beschikbaar. In de vorige Hoogtelijn was daarover al te lezen. In die collectie misten nog twee exemplaren van De Bergvriend, maar die hebben we ondertussen ontvangen. Ze lagen op zolder bij Christine Tamminga, nota bene een bekende van de redactie, want Christine is al geruime tijd als corrector actief voor Hoogtelijn.
Naast de nummers die digitaal beschikbaar zijn, hee de KB alle uitgaven van beide bergbladen van na 1960 in het archief opgeslagen, evenals alle nummers van Hoogtelijn (1998-heden). Wie die nummers wil inzien, moet naar Den Haag, lid worden van de KB en dan de juiste nummers opvragen.
Door het online grasduinen in die oude tijdschri en gaat een voor mij onbekende bergwereld open. De materialen waarmee mensen de bergen in gingen, de advertenties voor reizen, tenten en schoenen, de enorme hoeveelheden sneeuw die op de zomerse bergen te zien zijn, het levert een prachtig inkijkje op in een wereld die velen van ons niet zelf meegemaakt hebben. Het ontbreken van indoor klimmen valt op, evenals het kleine aantal vrouwen dat actief is. Uiteraard zijn de vormgeving en de schrijfstijl veranderd, maar wat van die pagina’s afspat is de grote liefde voor de bergen. Dus pas op, zelfs het bladeren is echt verslavend!
Peter Daalder
Hoofdredacteur
peter.daalder@hoogtelijn.nl
Op de cover: Tussen de bergen in de Ötztaler Alpen lopen talloze sporen van toerskiërs. De deelnemers aan de introductiecursus toerskiën van Bergsportreizen leren hoe zij zelfstandig en veilig in die sporen kunnen treden.
Coverfoto: Chris König
HOOGTELIJN 1-2023 | 5 stand
INTERVIEW David Bacci 50 ICONEN VAN EUROPA Matterhorn 30 WINTERS SCHOTLAND Munro bagging 20 PULK EN TENT Kamperen in Noorwegen Verslaafd 84
The majestic four-thousanders not only create impressive panorama, they also provide a unique setting for winter sports experiences. The possibilities are endless and snow is guaranteed. If you love winter, you’ll love Valais!
visitvalais.ch/winter
Smeltende permafrost
Afgelopen oktober nam ik deel aan de jaarvergadering van de UIAA, de wereldwijde koepel van klim- en bergsportverenigingen. Veel tijd was ingeruimd voor gesprekken over klimaatverandering, wat wij daar als klim- en bergsporters aan kunnen doen en wat hiervoor nodig is.
Het voor mij meest sprekende voorbeeld was het verhaal over de Abbot Pass hut, een eeuw geleden neergezet door de Zwitsers, die op uitnodiging van de Canadezen de bergsport hielpen ontwikkelen. De hut werd op bijna 3000 meter hoogte gebouwd, prachtig gelegen in de Canadese Rocky Mountains. Door de smeltende permafrost verdween de grond onder de hut en stortte hij in 2021 in. Dit is geen unieke gebeurtenis; ook in Europa zijn er hutten die dit lot toevalt.
De ironie wil dat deze bijeenkomst in het Canadese Ban plaatsvond, dat voor veel UIAA-leden praktisch alleen per vliegtuig bereikbaar is. Natuurlijk kun je CO2-uitstoot compenseren, maar het blij een intercontinentale vlucht. Dit toont het dilemma van klimaataanpak in bredere zin: de vraag komt op tafel of sommige activiteiten überhaupt klimaatneutraal kunnen zijn.
De NKBV hee al een aantal jaren geleden een paar duidelijke keuzes gemaakt: geen bestemmingen in de reisprogramma’s waarvoor een vliegtuig onvermijdelijk is, stimulering van gebruik van openbaar vervoer en streven naar een klimaatneutrale organisatie. Daarbij gaan we samenwerkingen aan met partners voor onder meer hernieuwbare klimgrepen en duurzame kleding. We zijn hiermee goed onderweg ten aanzien van onze meerjarige doelstellingen en internationaal gezien zelfs vooruitstrevend – dit verwachten onze leden ook.
De UIAA-bijeenkomst hee duidelijk gemaakt dat we als bergsportverenigingen allemaal hetzelfde willen: aandacht creëren voor de gevolgen van klimaatverandering op de natuurlijke omgeving, deze gevolgen bestrijden en hierin e ectief samenwerken. Dit stemt positief.
Ook in ons bestuur hee duurzaamheid steeds meer aandacht. In december hebben we Andrea Loerts verwelkomd als bestuurslid met de portefeuilles Duurzaamheid en Inclusiviteit. Hiermee willen we lopende plannen en nieuwe initiatieven op deze gebieden versterken.
Wij reizen om onze passie te beleven. Wat ons als vereniging te doen staat, is sporten met zo min mogelijk schade voor de natuurlijke omgeving: in de voorbereiding, in de reis en in het verblijf.
Laten we allemaal onze bijdrage leveren, zodat we van de bergen kunnen blijven genieten.
Peter Valkenburg
bestuur@nkbv.nl
Opzeggen lidmaatschap
Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op mijnnkbv.nl. Je ontvangt dan per e-mail een
bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl.
Partners van de NKBV
bestuur HOOGTELIJN 1-2023 | 7
We willen als bergsportverenigingen allemaal hetzelfde
De Abbot Pass hut Foto Wikimedia Commons –andrew.jk
Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl.
Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook, Twitter en Instagram.
de hoogte
De Noorse Kristin Harila (36) is uitgeroepen tot European Adventurer of the Year 2022. Vorig jaar probeerde ze een record te vestigen door alle veertien achtduizenders in minder dan een half jaar te beklimmen, maar na twaalf toppen stokte haar reeks: ze kreeg van China geen permits voor Shishapangma en Cho Oyu. Met haar sterke wil heeft Harila volgens de organisatie achter Adventurer of the Year de wereld laten zien ‘dat vrouwen de hoogste bergen kunnen beklimmen en in dezelfde klasse spelen als mannen’. In januari deed Harila tevergeefs nog een poging op Cho Oyu. Nu China de grenzen weer heeft geopend, hoopt ze later dit jaar op een permit om beide bergen vanuit China te beklimmen.
Shawn Raboutou (24) heeft in 2022 twee nieuwe 9A boulders geopend. De eerste was Alphane, een route in Chironico, Zwitserland. Daarna klom hij ook Megatron in Eldorado Canyon in Colorado. Raboutou is de eerste boulderaar ooit die twee 9A’s heeft geklommen. Er zijn op dit moment ook slechts drie andere routes van dit niveau: Burden of Dreams in Lappnor, Finland, The Big Island assis (Soudain Seul) in Fontainebleau en Return of the Sleepwalker in Red Rock Canyon, Nevada.
De kaartverkoop is begonnen voor de IFSC Climbing World Championships 2023 (lead, boulder, speed en paraklimmen) in Bern. Het WK duurt van 1 tot en met 12 augustus. De kwalificaties en halve finales zijn gratis te bezoeken. Tickets voor de finales koop je vanaf 43 Zwitserse Frank op bern2023.org
Al sinds 1 november 2021 ben je door de zogenoemde Loi Montagne in Franse berggebieden verplicht om winterbanden onder je auto te hebben, tenzij je sneeuwkettingen bij je hebt. Maar sinds 1 november 2022 deelt de politie ook echt boetes uit als je auto niet aan dat voorschrift voldoet. Zie ‘Winterbanden en sneeuwkettingen in Frankrijk’ op anwb.nl
Poolse klimbond helpt Oekraïense klimmers
Veel Oekraïners zijn vanwege de oorlog in hun land gevlucht naar Polen. Ook klimmers. De Polish Mountaineering Association (PZA) heeft nu een programma opgezet om gevluchte Oekraïense klimmers te ondersteunen. Dat behelst onder meer de opvang van ruim dertig klimmers, inclusief noodhulp en gratis gebruik van trainingsfaciliteiten. Ook worden de klimmers gefaciliteerd in hun deelname aan internationale competi-
ties, zodat ze medailles kunnen winnen voor hun land. Daarnaast staan de Poolse klimcompetities open voor de Oekraïners, zodat ze op niveau kunnen blijven voor de Olympische Spelen in 2024. De UIAA roept andere bergsportverenigingen op om de Polen te helpen bij het project. Ook staat op de website pza4ua.pl/en een inzamelingsactie open voor iedereen die iets wil doneren voor de Oekraïense klimmers.
Pitztal en Ötztal definitief niet verbonden
De skigebieden Pitztaler Gletscher en Sölden worden definitief niet door nieuwe kabelbanen en skipistes met elkaar verbonden. De initiatiefnemers van de Pitztaler Gletscherbahnen en de Bergbahnen Sölden hebben de mogelijkheid om verbeterde milieuparagrafen bij hun eerdere plannen in te dienen voor 1 november 2022 voorbij laten gaan. In juli 2022 stemde de meerderheid van de burgers
van St. Leonhard im Pitztal al tegen de aanleg van het nieuw te ontwikkelen skigebied.
Daarmee vervalt het plan, dat in 2015 werd opgezet om het Pitztal en het Ötztal door middel van kabelbanen rondom de Linken Fernerkogel te verbinden, nu voorgoed. Door het smelten van de lokale gletsjers moest het plan tussen 2015 en 2019 al worden afgeschaald. De ÖAV, DAV en ook de NKBV hebben jarenlang actie gevoerd tegen de plannen. Het afblazen ervan wordt gezien als winst voor het milieu, de biodiversiteit en het aanzien van de omgeving.
De Linker Fernerkogel en rechts de Mittelbergferner
8 | HOOGTELIJN 1-2023
op
Onder redactie van Rien Jans
Foto UIAA
Gevluchte Oekraïense klimmers in Polen
Foto DAV/Tobias Hipp
NL Team Skimo van start bij NKBV
De NKBV hee sinds eind november een nationaal skimoteam. Skimo staat voor skimountaineering, o ewel toerskiën. Het nieuwe team werd gevormd tijdens een selectieweekend in het Franse La Chapelle-d’Abondance. Uit een groot aantal gegadigden die reageerden op een oproep van de NKBV werden zestien personen geselecteerd voor dat weekend. De vier beste kandidaten bleken
Anneloes Goetze (22), Tom van de Plassche (23), Jens van Vliet (21) en Paul van Leeuwen (28). Zij vormen het komend jaar het Nederlands Team Skimo, dat wordt begeleid door instructeur Derk Prinsen, coach Alke Staal en teammana-
ger Rogier Wouters, hoofd Sport bij de NKBV. Deze drie begeleiders werden ieder al eens of meermaals Nederlands kampioen toerskiën. De eerstkomende wedstrijd voor het skimoteam is het Nederlands Kampioenschap Toerskiën, dat op 29 januari wordt gehouden in het Zwitserse Rothwald. Het doel van de NKBV is om een trainings- en wedstrijdprogramma aan te bieden dat geselecteerde talenten naar prestaties kan brengen richting het niveau van de mondiale top. Het gewaagde doel worden de Olympische Winterspelen in 2026 in Italië. Skimountaineering staat daar voor het eerst op het programma (zie ook p. 11).
Heb je opmerkelijk expeditienieuws? Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.
Andrea Loerts nieuw bestuurslid
v.l.n.r Tom, Anneloes, Jens, Paul Andrea Loerts (49) is op 10 december benoemd als nieuw bestuurslid van de NKBV. Ze is verantwoordelijk voor de portefeuilles Duurzaamheid en Inclusiviteit. In het dagelijks leven is Andrea commissaris van Politie bij Stafafdeling Politie NoordHolland. In deze functie hee ze inclusiviteit ook in haar professionele takenpakket. Haar betrokkenheid bij duurzaamheid zit meer op het persoonlijke vlak. Andrea studeerde fysische geogra e en op haar vij iende werd ze lid van de toenmalige Nederlandse Bergsport Vereniging en later ook de USAC. Ze is mountainbiker en wandelaar, en was ooit alpinist, sportklimmer en Vreemde Voettochtleider. Tegenwoordig geniet ze het liefst van de bergen tijdens een uitdagende huttentocht, elk jaar staat minstens één solotocht op haar programma. Met de benoeming van Andrea bestaat het NKBV-bestuur voor het eerst in 120 jaar uit evenveel vrouwen als mannen.
Vijf dure minuten
‘Het is niet de allerslechtste plek’, aldus de machinist van het stoptreintje, droogjes over zijn stuurcabine. Wijzend op zijn dashboard voegt hij eraan toe: ‘Mensen betalen veel geld om dit te zien.’ Na drie dagen werken en sneeuwwandelen in Chamonix ben ik – vijf minuten te vroeg – in de verkeerde trein gestapt. ‘Nu nog naar Frankfurt? Vergeet het.’ Ik mag voorin. Of ik een trein wil leren besturen, vraagt hij, terwijl ik koortsachtig uitzoek hoe ik weer op de goede rit kom. Op bijna elk donker tussenstation toont hij zijn telefoon met mogelijke aansluitingen, terwijl ik leer waar de beste Zwitserse wijnen en kazen te koop zijn. Vier gemiste aansluitingen, een extra hotel in Basel, een nieuw treinticket én een bijzondere ontmoeting rijker. [Manon Stravens]
Heb je ook een leuk bergverhaal meegemaakt? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.
HOOGTELIJN 1-2023 | 9 en Passant
Illustratie Toon Hezemans
op de hoogte
Record Nirmal Purja bijgesteld
Het record van 189 dagen die Nirmal Purja in 2019 nodig had om alle veertien achtduizenders te beklimmen is minder scherp dan gedacht. Onderzoekers, onder wie Eberhard Jurgalski, hebben dat geconcludeerd uit de resultaten die ze in al juli 2022 publiceerden. Van zowel Dhaulagiri als Manaslu bleek Purja tijdens zijn recordpoging enkel de voortoppen te hebben beklommen. De afgelopen jaren heeft Purja van beide bergen wel de echte toppen bereikt; de laatste, Dhaulagiri, beklom hij in oktober 2021. Daarmee beslaat zijn project nu een tijdspanne van zo’n twee jaar, in plaats van zes maanden en zes dagen. Daarmee heeft Purja nog steeds een stevig – en inmiddels correct – record in handen, want de eerstvolgende recordtijd is zeven jaar, tien maanden en zes dagen, door de Koreaan Kim Chang-Ho, die zijn veertiende achtduizender beklom in 2013. De Noorse Kristin Harila doet nu een poging het snelheidsrecord van Purja te breken.
Paul Hopster overleden
Op 30 november overleed Paul Hopster, op 82-jarige leeftijd. Hopster was psycholoog en nam deel aan veel expedities, waaronder die naar de Annapurna in 1977. Over deze expeditie vertelde hij in 2021 nog eens uitgebreid in de podcast Sisyphus. Hopster was ook deelnemer aan de Invitatiecursussen van de KNAV, de voorloper van de huidige Expeditie Academie. Van 1972 tot 1983 was Hopster actief in het bestuur van de KNAV.
Paul Hopster bij kamp 4 op Annapurna
Huttennieuws Zwitserland
De Chamonna Tuoi, op 2250 hoogte in Unterengadin, is deze winter om veiligheidsredenen volledig gesloten. De hut ligt onder de Piz Buin Pitschen (3255 meter), waar op de oostflank een grote hoeveelheid rots in beweging is. Er zijn talrijke risicoscenario’s uitgerekend en in twee daarvan kan de hut in het uitloopbereik van een mogelijke rotsafbreuk liggen. Het risico dat er rots kan afbreken is in de winter groter dan in de zomer. Daarom beslist de SAC na nieuw onderzoek in april of de hut in de zomer van 2023 weer open kan.
Nieuw Lonza-bivak op de Matterhorn
Op 2975 meter hoogte op de moeilijke Zmuttgraat van de Matterhorn is een nieuw Lonza-bivak gebouwd. Het oude bivak werd in 2000 door een lawine verwoest. Het nieuwe bivak werd eind vorig jaar geopend. Het kan zes personen herbergen en heeft een kookvoorziening. Het bivak wordt gerund door Bergführerverein Zermatt en voor een overnachting moet je reserveren. De bouw is gefinancierd door de farmaceut Lonza, die onder meer het Moderna-vaccin tegen Covid-19 produceert.
SLF maakt lawineniveaus nauwkeuriger
Het Zwitserse instituut voor sneeuw- en lawineonderzoek (SLF) werkt sinds deze winter met tussenstappen in de bekende lawineniveaus: Stufe 2 tot en met 5. Zo hanteren de Zwitsers nu bijvoorbeeld niet enkel meer schaal 2, maar ook 2- en 2+. De schalen worden gebruikt vanaf niveau 2 tot en met niveau 5, en uitsluitend wanneer er gevaar bestaat op ‘droge’ lawines: plaatlawines en losse sneeuwlawines. Met de tussenstappen wordt aangegeven of het lawinegevaar aan de hoge of lage kant zit van het respectievelijke lawineni-
veau. Voorheen werd dit in de tekst bij het lawinebericht vermeld, maar met de nieuwe tussenniveaus is het lawinebericht nauwkeuriger en wordt het voor ervaren gebruikers makkelijker om gevaarlijke gebieden te vermijden.
10 | HOOGTELIJN 1-2023
Illustratie SLF
Zermatters
Foto
Foto
DAV/Daniel Hug
Foto Maarten Briët
Foto SAC-CAS
VRAAG & ANTWOORD
NKBV start NL Team Skimo
Werk maken van hilarisch dromen
Omdat de populariteit van toerskiën toeneemt, trad de NKBV in 2014 toe tot de International Ski Mountaineering Federation, de ISMF. Vanaf dat moment organiseert de NKBV jaarlijks een Nationaal Kampioenschap Toerskiën. Daarbij bestaat er nu sinds eind november een Nederlands Team Skimo, dat onderdeel is van de NKBV. De start van dat team levert vragen op, die we stellen aan teammanager Rogier Wouters, tevens hoofd Sport bij de NKBV.
Waarom juist nu een skimountaineeringteam?
‘Omdat in 2021 skimo officieel is toegelaten tot de familie van de Olympische sporten. Skimo zal bij de Olympische Winterspelen van 2026 in Italië voor het eerst op het programma staan en we willen met een serieus team aan de start verschijnen.’
Maar Nederland is toch een skidwerg?
‘Eerlijk is eerlijk: we zijn met ons huidige niveau nog ver verwijderd van Olympisch topniveau. Zeker. Maar dat wil niet zeggen dat je niet ambitieus mag zijn. Onze technisch directeur Dick Boschman noemt onze ambitie ‘hilarisch dromen’, en dromen mag je nastreven.’
Dat dringt de vergelijking op met het bobsleeteam van Jamaica: lacherigheid. Dat wil je toch niet?
‘Nee, maar ik denk ook dat die vergelijking mank gaat. Deelnemen aan de Olympische Spelen is een gewaagd doel. We hebben geen fulltime coaches of trainers, dus ons speelveld is ongelijk en lastig. Toch willen we serieus met skimo aan de slag, omdat het een prachtige sport is die ook Nederlanders beoefenen in de bergen. We willen de atleten
van ons team een mooi programma bieden van trainingen en wedstrijden, waardoor ze zich kunnen ontwikkelen in hun sport. Maar we willen ook bekendheid genereren: skimo breed onder de aandacht brengen en de sport toegankelijker maken voor iedereen.’
De vier leden van het skimoteam wonen stuk voor stuk in Alpenlanden. Wat betekent dat voor toerskiërs in Nederland?
‘Skimo is een technische sport die je op topniveau pas echt goed kunt beoefenen als je vaak in de bergen kunt zijn. Bij de selectie hebben we dus ook de logistieke mogelijkheden bekeken. We zijn nu bezig de selectiecriteria voor volgende jaren op te stellen. Uiteraard zijn er ook kansen voor Nederlanders in Nederland. Maar het betekent ook dat we de sport
regelmatig onder de aandacht van Nederlandse skiërs of bergsporters moeten brengen. We willen mensen inspireren. Daarvoor komen we in actie.’
Hoe ziet het team er nu uit?
‘Onze vier atleten (zie p. 9) worden begeleid door Alke Staal als coach en sponsor, Derk Prinsen als instructeur en ondergetekende als teammanager. We zijn alle drie ooit Nederlands Kampioen Toerskiën geweest en samen hebben we veel ervaring en kennis in huis. Derk is bijvoorbeeld ook alpien instructeur en heeft al diverse workshops lawinekunde gegeven. Onze sponsors zijn Dynafit en hotel Esprit Montagne in La Chapelle-d’Abondance. Samen werken we naar een standaardniveau dat als basis gaat dienen voor het team.’
HOOGTELIJN 1-2023 | 11
Anneloes, Tom en Paul trainen met Nienke Oostra (links, Nederlands Kampioen 2022)
Tekst Rien Jans Beeld Rogier Wouters
SPORTKLIMNIEUWS
op de hoogte
Internationaal wedstrijdseizoen 2023
De internationale wedstrijdkalender van de IFSC is bijna rond. Het WK Sportklimmen, dat dit jaar in Bern plaatsvindt van 1 tot en met 12 augustus, beloo een spannende en bovenal belangrijke wedstrijd te worden. Op de wedstrijd zijn alle disciplines vertegenwoordigd: lead, boulder, speed en paraklimmen. Boulder en lead tellen samen als één onderdeel (combined format) en speed is een losse discipline. Het WK is niet alleen
een belangrijke wedstrijd op zichzelf, maar ook een kwali catiemoment: de top 2 van speed en de top 3 van boulder en lead plaatsen zich namelijk voor de Olympische Spelen, die in 2024 in Parijs plaatsvinden. De continentale variant van de Olympische Spelen, de zogeheten Europese Spelen, vinden van 21 juni tot 2 juli 2023 plaats in Krakau. Voor het eerst zijn daar ook lead, boulder en speed vertegenwoordigd.
Nieuwe aanwinst Nederlands Team Paraklimmen
De Nederlandse ijsklimmers leveren internationaal sterke prestaties. Op de eerste Europese ijsklimcup van het seizoen, die 26 november plaatsvond in Žilina, Slowakije, klommen Dennis van Hoek en Marianne van der Steen beide naar de hoogste trede van het podium. Een week later was de tweede ijsklimcup, ditmaal in Brno, Tsjechië. Dennis van Hoek pakte daar na een spannende strijd de vierde plaats; Marianne van der Steen werd tweede. Bekijk hier de kalender voor het vervolg van het ijsklimseizoen: bit.ly/3Vtk4us
Internationale ijsklimwinst Boulder 1
Het nationale boulderseizoen is weer begonnen. Na een hal aar zonder landelijke bouldercompetitie vond op 17 december Boulder 1 plaats bij Sterk Spoor in Utrecht. Doordat het wedstrijdseizoen 2022/2023 verkort is, zijn er slechts twee kwali catiewedstrijden voor het NK Boulder op 11 maart, in plaats van de gebruikelijke vier. De spanning om een NKplek te bemachtigen was daarom hoog en dat was te merken aan de enorme opkomst: 23 vrouwen en 42 mannen streden om een plek in de nale. In die nale wisten Lisa Klem en Don van Laere beide drie van de vier boulders te toppen en pakten daarmee de winst. Amber Schi eleers en Pleun Frank werden bij de vrouwen respectievelijk tweede en derde; bij de mannen werden dat Paul Brand en Mark Brand.
Het Nederlands Team Paraklimmen hee er een nieuw lid bij: Juliëtte Janssen. De 32-jarige Tilburgse is na de selectieperiode toegelaten en enorm gemotiveerd: ‘De paraklimwereld is een geweldige en hechte community. Ik wilde daar onwijs graag actief deel van uitmaken. Dat ik dat nu ook echt mag doen in een team met kneitersterke, fijne mensen en idem trainers en bondscoach, maakt het nóg to er. Ik ben klaar om samen te vlammen!’
Petzl NK IJsklimmen en Rab OSK IJsklimmen
Op 10 december 2022 kwamen tijdens het Petzl NK IJsklimmen de sterkste ijsklimmers tezamen om hun krachten te meten op de drytoolwand bij Sportcentrum Olympos. Voorzien van een flinke dosis uithoudingsvermogen wist het onverslaanbare duo Marianne van der Steen en Dennis van Hoek wederom de winst te behalen. Bij de mannen eindigden ook Tom Phillips en Gabriël Bijleveld het podium, bij de vrouwen waren dat Line van den Berg en Annick Teepe. Tegelijk vond het Rab Open Studentenkampioenschap IJsklimmen plaats, georganiseerd door de Nederlandse Studenten Alpen Club. De winnaars waren Wouter Koks (Nederland) en Aneta Louzecka (Tsjechië).
nationale wedstrijden
12 | HOOGTELIJN 1-2023
Partners van het Nederlands Team Sportklimmen
Partners
Gort
Foto Kees
Onder redactie van Eva van Wijck
Foto
Robert Hendriksen
Foto
Linda Richter
Vincent van den Berg op Boulder 1
Marianne van der Steen tijdens het NK
Paraklimmer Juliëtte Janssen
Aimabele inspirator
Herman Plugge (1939 – 2022)
Op een warme zondag in juni 2022 verzamelt een bont gezelschap rotsklimmers en alpinisten zich in een bovenzaal van Kasteel Woerden. Het zijn winnaars van de Herman Plugge Irish Co ee Award, sinds 2000 een prestigieuze onderscheiding voor Nederlandse expeditieklimmers. Uren later, na veel foto’s, lmpjes en verhalen, komt de groep naar het zonnige terras. Niet voor een koel glas bier of wijn, maar voor een heet glas Irish co ee. Het zou de laatste keer worden dat Herman Plugge en de klimmers bij elkaar zijn. Op 22 december overleed de nestor van het Nederlandse expeditieklimmen.
HOOGTELIJN 1-2023 | 13
Tekst Peter Daalder Lees verder op pagina 14
Leopold
Foto Rob
Op een tafel staat een goud gespoten bloemenvaas waaraan wat klimattributen zijn bevestigd. Het is de bergbeklimmerstrofee met die wonderlijke naam: de Herman Plugge Irish Coffee Award. De naamgever is het stralende middelpunt van de bijeenkomst.
Ruim twintig jaar bestaat de trofee, bedacht door de klimmers Joost Ubbink en Bart Vos. Een prijs voor een opmerkelijke expeditie of beklimming van het voorgaande jaar, waarbij gekeken werd naar topprestaties, die beoordeeld werden op het avontuur, de klimtechniek en de toewijding. De prijs is tevens een eerbetoon aan Herman Plugge.
Ieder jaar op de tweede vrijdag van februari werden de prijs en de No guts no glory Engagement Award uitgereikt in de overbevolkte woonkamer van Herman en zijn vrouw Marina Scargo, in hun niet al te grote huis in Kockengen. Na twee coronajaren en geplaagd door de toenemende hinder van zijn Parkinson, draagt de 83-jarige Herman Plugge het stokje over aan de NKBV, waarvan hij erelid is en enkele jaren geleden een Lifetime Achievement Award ontving.
Plugge bood expeditieklimmers vele jaren een platform om ervaringen te delen en elkaar te inspireren. Op die manier was hij een bindende factor van verschillende generaties alpinisten, waarbij hij ook enthousiast was over kleine ondernemingen in alpiene stijl.
Alpinist
Herman Dirk Plugge, op 10 februari 1939 geboren in Utrecht, kreeg de smaak van de bergen te pakken door zijn ouders. Als elfjarige stond hij met zijn vader, broer, zus én een gids op de Piz Buin. Een jaar later gevolgd door de Schaufelspitze. Het zaadje was geplant. Toen Herman in Utrecht wis- en natuurkunde ging studeren en gevraagd werd wat hij zoal gedaan had of leuk vond, gaf hij aan dat hij wel eens op een berg had gestaan. ‘Dan ben jij alpinist’, was de conclusie en Herman werd richting de Utrechtse Studenten Alpen Club (USAC) gedirigeerd. Later verhuisde hij naar Rotterdam, waar hij als econoom afstudeerde. Op aandrin-
gen van zijn ouders volgde hij de befaamde Kaunergratcursus bij Hermann Bratschko.
Plugge was een van de actiefste alpinisten van zijn generatie en ondernam een aantal opzienbarende expedities, onder andere in 1967 met de Renault-kampeerbus van zijn ouders naar het Russische deel van de Kaukasus. Avontuurlijk, met een groep medestudenten, naar de Pik Lenin (‘een vulkaan, geen interessante berg’) en de Ushba (‘minder hoog, maar veel mooier, een soort dubbele Matterhorn’).
Expeditieleider
Plugge was niet zozeer de man van de moeilijke routes en beklimmingen, maar was gegrepen door de bergsport. Hij werd samen met Herman Demmenie eigenaar van de prominente Amsterdamse buitensportzaak Demmenie. Daar trof hij veel aspirant-klimmers en dat leidde tot vriendschappen, ook met de nieuwe generatie klimmers. Veel jonge klimmers vonden een baan in de winkel.
Met zijn geweldige rust en relativeringsvermogen en met de gave dat hij nooit van zijn stuk was te brengen, was Herman meer een organisator dan een klimmer. Hij stimuleerde mensen en liet ze hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Met die houding werd hij in 1984 expeditieleider van de tweede Nederlandse Mount Everest expeditie, nadat een onderneming twee jaar eerder niet het gewenste resultaat had gehad.
De Mount Everest expeditie van 1984 achtervolgde hem door de controverse over de al dan niet succesvolle afloop. Herman Plugge was en bleef overtuigd van het topsucces van Bart Vos. Anderen, ook mede-expeditieleden, dachten daar anders over. Zo verscheen in 2000 het boek Eén meter Everest van Mariska Mourik, die het succes aanvocht.
Oeverloos
In een interview in Hoogtelijn in juni 2010 reageerde Herman Plugge daarop: ‘Ik wist dat Mariska erg teleurgesteld was dat zij niet op de top was geweest. Als je erbij was en je leest het boek; het klopt gewoon niet, maar ik kan het allemaal niet hard maken dus ik bemoei me er verder niet mee. Het was een hartstikke leuke expeditie die we met heel veel pret hebben beleefd. Dat Mariska zo teleurgesteld is dat ze dit doet – nou ja, dat moet ze zelf weten. Het boek ligt er. Ze schrijft hartstikke leuk, het leest heel gemakkelijk weg, maar ik ben overtuigd dat Bart wel op de top is geweest.’
14 | HOOGTELIJN 1-2023
Oostwaarts rezen de heuvels op, hoger en hoger, kam achter kam, en verdwenen uit het zicht en losten op in een vermoeden; het was niet meer dan een vermoeden van blauw en een ver wit schijnsel, dat overging in de zoom van de hemel, maar het vertelde hun, uit herinnering en oude verhalen, van de hoge en verre bergen.
(Het motto van Verre bergen , citaat van J.R.R. Tolkien uit In de ban van de Ring)
In juni 2022 waren Herman en zijn vrouw Marina te gast in Kasteel Woerden samen met een groot aantal winnaars van de Herman Plugge Irish Coffee Award
Foto Robin Baks
Foto pagina 13 Herman Plugge in 2008 in de Geltenhütte in Berner Oberland, tijdens de jaarlijkse week met de Herentocht
De expeditie naar de Kaukasus in 1967: voor de kampeerbus staan vanaf links Frank Schreve, een Russische begeleider, Peter van Lookeren Campagne, tolk Ludmilla, lokale begeleider Pawel Rototajew, Herman Plugge en Allard van Melle
Expeditieleider Herman Plugge op Schiphol bij het vertrek van de Mount Everest expeditie van 1984
Ook in een recent opgenomen podcast was Plugge duidelijk: ‘Ik twijfel er niet aan, Bart stond op de top. Er zijn geen foto’s, dus het is welles-nietes. Een oeverloze discussie. Daar heb ik geen zin in.’
Verre bergen
Van de geschiedenis van het Nederlandse expeditieklimmen bestond geen goed overzicht. In Verre bergen heeft Plugge met engelengeduld een paar honderd expedities beschreven. Namen, data, bestemmingen, successen, bereikte hoogtes, publicaties, het is een indrukwekkende lijst geworden. Verre bergen is daarmee een prima naslagwerk over honderd jaar Nederlandse expedities tussen 1902 en 2002.
Herman stelde daarbij criteria op wat wel en geen expeditie was. Het overzicht vormt de basis van de NKBV-website Grensverleggers, die later dit jaar gelanceerd wordt. Bas Visscher, een van de door Plugge onderscheiden klimmers, zet samen met klimster Noor van der Veen het werk van pionier en inspirator Plugge voort.
Hooggewaardeerd
Herman Plugge was een aimabel man, hield niet van gedoe en had iets studentikoos. Hij was charmant chaotisch, kon goed relativeren, werd nooit boos, was warm, loyaal en gastvrij. Hij hield van bijzondere uitdagingen en had altijd gezelschap om zich heen. Hij was een fervent winterkampeerder en stond aan de basis van het langlaufen in Nederland. Van een tocht begin jaren 90 door de Polaire Oeral kwam Plugge bijna niet meer terug. Een plotselinge weersomslag zorgde voor temperaturen die ze niet eens meer konden meten, omdat het kwik in de thermometer niet lager wilde. ‘Ach, slecht weer kan ook zijn charme hebben’, zei
Herman Plugge op de top van de Ushba (4710 meter)
In 1967 op de top van de Elbrus (5642 meter), v.l.n.r.: Frank Schreve, Herman Plugge, Allard van Melle en Peter van Lookeren Campagne
Plugge daarover op onderkoelde toon in Trouw in 1995. ‘Het is ook leuk om, als je niets ziet door de sneeuwstorm, een route uit te zetten met kompas, kaart en hoogtemeter.’
Plugge zat in talloze groepen en clubjes. Zo was hij in 1991 voorzitter van de Nederlandse Noordpool expeditie. Vele jaren was hij lid van het Alpien Genootschap en beschermheer van het Alpien Dispuut. De Tuingroep, bijna allen klimmers en oud-Demmeniemedewerkers, verzorgt al jaren de tuin in Kockengen. Herman sloeg sinds 1998 geen bijeenkomst over van de Herentocht, een groep mannen die jaarlijks in wisselende samenstelling voor een huttentocht de Alpen in trok. In het Gasterntal was hij in 2021 voor het laatst met de groep op stap. Met het overlijden van Herman op 22 december stopt zijn tak van het Plugge-geslacht. Hij laat een betekenisvol overzicht van Nederlandse klimprestaties achter, evenals de wat ludieke maar wel degelijk waardevolle en hooggewaardeerde Herman Plugge Irish Coffee Award.
Podcast Sisyphus
Radiomaker David de Jongh maakte in samenwerking met de NKBV een tweedelige podcast over en met Herman Plugge. In de NTR-serie Sisyphus duikt De Jongh in de geschiedenis van het Nederlandse bergbeklimmen. Naast twee afleveringen over Plugge maakte hij vier afleveringen over het succes op de Annapurna in 1977, de eerste Nederlandse beklimming van een achtduizender. Beluister de podcast op nporadio1.nl/ podcasts/sisyphus.
Met medewerking van Rob Leopold, Hans Nieuwendijk, Jan Piet Starreveld, Peter Valkenburg, Noor van der Veen en Bart Vos.
HOOGTELIJN 1-2023 | 15
Foto Jan Piet Starreveld Foto Jan Piet Starreveld Foto Jan
Starreveld
Piet
Foto Rob Bogaerts
Klimmen en afvinken
Aantekeningen in topo’s
Na een lange dag klimmen, plo en de vermoeide, maar tevreden klimmers neer voor hun tent. Ze slaan de topo direct weer open om een plan voor de volgende dag te maken én om vast te leggen wat ze vandaag hebben geklommen. De routes worden voorzien van vinkjes en data. Voor veel klimmers is dit een herkenbaar ritueel. Sommigen geven de route ook nog een cijfer of tekenen er een blije of boze smiley bij. In een topo schrijven is geen heiligschennis, zoals dat in veel andere boeken wel het geval lijkt te zijn. Het hoort er juist bij. Voor een deel van de klimmers gaan die aantekeningen nog een stapje verder: ook notities over lastige passages, praktische tips en leuke anekdotes vinden hun weg de boeken in. Iedereen doet dat op een andere manier en met een ander doel, zo is te zien in de klimtopo’s van enkele Hoogtelijnredacteuren en andere klimmers.
Eigen klimgidsen
‘Deze gids staat helemaal vol met aantekeningen’, vertelt Bart van Raaij, die uiteindelijk zijn eigen topo’s 5+6 en 7+8 uitbracht. ‘Op deze pagina staat een eerste schets van een dan nieuw gebied: Rocher du Mauvais Passage. Deze aantekeningen vormden de start van mijn eigen klimgidsen over Fontainebleau.’
In Bleau: Fontainebleau bouldering, Stephen Gough, Ontheedge, 1997.
Veel details
Voor Reinoud Kotte hangt het af van het klimgebied: ‘Het ligt eraan wat voor vakantie het is, maar als het een bijzondere reis is, schrijf ik veel details op, zodat ik eraan kan terugdenken als ik weer in de topo kijk. Bij plekken waar ik vaak terugkom, schrijf ik minder op.’
In The Dolomites: Rock Climbs and Via Ferrata, James Rushforth, Rockfax, 2014.
16 | HOOGTELIJN 1-2023 DEPOT
Onder redactie van Marjolein Wols
Nergens te lezen
Voor de beklimming van de Kleine Zinne vond Florian van Olden elders de informatie die hij zocht, die hij vervolgens intekende in deze topo. Na de beklimming schreef hij erbij: ‘Mooie markante spleet’ en ‘Brokkelig!’ Florian: ‘Dat laatste was waar, want een scherp blok suisde tijdens het klimmen langs ons naar beneden en halveerde een streng van het touw. Schrikken, maar nergens te lezen, want zo ver gaan mijn beschrijvingen in topo’s niet.’
In Classic Dolomite Climbs, Anette Köhler & Norbert Memmel, Bâton Wicks, 1999.
cantharellen
Harald Swen reist graag af naar het noorden om te klimmen: ‘Klimmen in Scandinavië gaat niet alleen om de prachtige rots, maar ook om alle aspecten van het frilu sliv. De mooie zwem-plekjes en de vele paddenstoelen, bramen en bosbessen maken dat ik hier jaarlijks terugkom.’
In zijn topo verzamelt hij ook losse aantekeningen en handige knipsels.
In Klättring i Bohuslän, Hanna & Petter Restorp, Klättertorpet, 2015.
Tekeningen
Niet echt een klimtopo, meer een algemene reisgids op een klimreis, maar toch de moeite waard. Naast praktische notities maakte Frank Husslage ook tekeningetjes van de dingen die hij meemaakte in Oeganda. Van het louche wisselen van zwarte dollars en de afloop van zijn nachtelijke rit per vrachtwagen maakte hij helaas dan weer geen tekeningen.
In East Africa: a travel survival kit, rst edition, Lonely Planet Publishers, 1978.
wat schrijf jij op?
Welke tips, trucs en herinneringen staan er in de kantlijn van jouw klimgidsen en topo’s?
maak een foto en tag de NKBV op je social media!
@_NKBV
HOOGTELIJN 1-2023 | 17
en De.nkbv
18 | HOOGTELIJN 1-2023
Na een sneeuwstorm sporen aspirant-IML Tim van Helmond en berggids Roeland van Oss richting het Montafondal.
Thema: sneeuw
Aput, gana, piqsirpoq, qimuqsuq
‘De Inuit kennen honderd verschillende woorden voor sneeuw.’ Het wordt vaak gezegd, al klopt er waarschijnlijk niet veel van. Het wordt gebruikt om te laten zien dat iemands omgeving beïnvloedt hoe hij of zij denkt en spreekt. Het idee over de sneeuwwoorden van de Inuit is gestoeld op een studie die antropoloog Franz Boas in 1911 publiceerde. Boas schreef daarin dat het Inuktitut vier basiswoorden voor sneeuw kent: aput (sneeuw op de grond), gana (sneeuw in de lucht), piqsirpoq (opwaaiende sneeuw) en qimuqsuq (sneeuwjacht). Voor al deze vormen gebruikt het Engels simpelweg snow, aldus Boas. Iedereen die een woordje over de grens spreekt weet dat dit natuurlijk een stuk genuanceerder is. Desalniettemin is het sprekend dat in de Schotse dialecten maar liefst 421 woorden voor sneeuw te vinden zijn, volgens onderzoek van de Universiteit van Glasgow. Verrassend is dat niet, zo ontdekt een van onze redacteuren tijdens een winterse munrobeklimming.
En ook wijzelf kunnen er wat van: stuifsneeuw, poedersneeuw, korrelsneeuw, poolsneeuw en driftsneeuw. Een lijst die nog lang niet compleet is, maar voldoende illustreert wat ik bedoel: ook voor de Nederlander speelt sneeuw kennelijk een grote rol in het leven. Veel van die soorten sneeuw kom je tegen in dit nummer van Hoogtelijn.
Tekst Marjolein Wols Beeld Roeland van Oss
20 Munro bagging in de winter
26 Snowkiten over Groenland
30 Kampeertrektocht Noorwegen
34 Expeditie Academie III
40 De Griekse sneeuw ontdekken
46 Basiscursus sneeuw en ijs
THEMA SNEEUW HOOGTELIJN 1-2023 | 19
Munro bagging
in arctische omstandigheden
De Schotse Hooglanden, waar je neus altijd koud is en je spullen continu kletsnat. Waar de wind je onophoudelijk van de berg probeert te blazen en waar de lucht, de grond en alles daar tussenin één tint wit is. Maar wanneer de regen stopt, de wind gaat liggen en de wolken voor een minuutje openbreken, dan maken de uitzichten al deze ontberingen meer dan goed. Schotland in de winter, het is een bijna arctische ervaring in een bijzonder landschap.
20 | HOOGTELIJN 1-2023
Nog 275 te gaan
Tekst Rinske Brand Beeld Nick Platje
Ons Team Schotland, vijf mannen en één vrouw, hee één doel: Munro bagging. Een Munro is een berg hoger dan 3000 voet (914 meter). Ze zijn genoemd naar Sir Hugh T. Munro (1856 – 1919). Hij legde ze alle 282 vast en beklom ze ook bijna allemaal. Elke top die bereikt wordt, is er in eentje in de ‘zak’ (bag) en dat brengt je een stap dichter bij de begeerde compleation waarbij je alle 282 Munro’s hebt beklommen. Wie dat lukt wordt Munroist genoemd. Schotten en hun taal…
We zijn goed voorbereid en klaar voor een avontuur. Want dat zal het worden: wild, rauw, spartaans en uitdagend. We hebben gehoord dat de winter in Schotland genadeloos kan zijn, maar ook een schitterend seizoen is om eropuit te trekken. De betoverende uitzichten, de desolate landschappen en de Schotse berg- en klimcultuur maken de Hooglanden in de winter een walhalla voor bergsporters die uitgekeken zijn op hun toerski’s of sneeuwschoenen. Want in Schotland behoren stijgijzers en ijsbijlen tot de standaarduitrusting.
Arctische omstandigheden
Voor deze reis hee Boaz Pauw, UK Mountain Leader-in-opleiding, het meeste voorwerk gedaan. Hij komt er al meer dan tien jaar en is inmiddels een echte Schotlandfan. Boaz: ‘Schotland biedt enorme ruigheid en unieke uitzichten, maar is heel toegankelijk. Je bent er zo en je hoe ook niet te acclimatiseren. Maar wie in de winter gaat, hee wel een stevige dosis verantwoordelijkheidsgevoel en zelfredzaamheid nodig. De enorme wisselvalligheid van het weer en de daarbij horende extreme omstandigheden vereisen dat je doordacht en goed voorbereid op pad gaat.’
Als het tegenzit, kan het in de Hooglanden binnen de kortste keren levensbedreigend worden, vertelt Boaz. En al wordt het land steeds toeristischer, de mensen die je in de winter in de bergen tegenkomt, zijn op één hand te tellen. Maar wie je tegenkomt, is vaak met avontuurlijke zaken bezig. Schotland is een waar paradijs voor ijsklimmen en mixed climbing door een overdaad aan gully’s, o ewel couloirs.
HOOGTELIJN 1-2023 | 21 SNEEUW THEMA
De afdaling van Ben Nevis via de toeristische route
Boaz: ‘De Schotse winter wordt als bijna arctisch beschouwd. Dit komt door de noordelijke ligging. Schotland ligt op dezelfde breedtegraad als de zuidelijke delen van Alaska. In combinatie met de noordwestelijke wind zorgt dit voor poolomstandigheden. Schotland is daardoor een van de weinige plekken in Europa waar je ’s winters gebruik moet maken van ijsbijlen en stijgijzers om je te verplaatsen. Op andere plekken in Europa
volstaan veelal sneeuwschoenen of ski’s. Nog een verschil: in de Alpen kan het ook ijskoud zijn, maar daar is het wel droog. In Schotland wordt alles kletsnat en er staat vrijwel altijd een stevige wind.’
Ons ambitieuze plan om te gaan winterkamperen laten we daarom maar snel varen. Na de eerste dag in de regen begrijpen we extra goed waarom. Je kunt in dit land niet zonder een droogruimte. Die van ons hangt elke avond vol dampende kleding. We verblijven de eerste dagen in een privéhut op een sprookjesachtige locatie in Glencoe. Als lid van de Scottish Mountaineering Club kun je dit soort hutten huren. Verwar deze luxe optie niet met de bothy’s, een ander Schots fenomeen, bestaande uit niets meer dan vier muren en een dak.
Lokale gids
Boaz heeft vooraf het gebied voor ons geselecteerd: eerst een paar dagen in de vallei Glen Coe en daarna richting Ben Nevis (1345 meter). Want het ‘baggen’ van de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk mag natuurlijk niet ontbreken op onze reis. Ook al hebben wij Boaz bij ons, omwille van de potentiële risico’s boekten we ook een lokale Winter Mountain Leader.
De volgende ochtend maken we kennis met onze gids Levi. Vol enthousiasme staan we hem op te wachten, regenkleding aan, tas volledig gepakt, klaar om te gaan. Levi heeft zo’n haast niet en vraagt eerst om een kop koffie. Vervolgens begint hij zijn eigen rugtas leeg te halen: helm, stijgijzers, ijsbijl, kort touw, een extra warme laag, een noodvest van dons, een gevulde
De wiskunde van de Schotse Hooglanden
Het luistert allemaal heel nauw in Schotland. Een Munro is hoger dan 3000 voet (914 meter), het hoogste punt van een Corbett ligt tussen de 2500 en 3000 voet (762-914 meter) en een Graham is een top tussen de 2000 en 2500 voet (609-762 meter). Munro’s zijn unieke toppen, al heeft Sir Munro niet gedefinieerd vanaf welke prominentie een top uniek te noemen is. Als vuistregel geldt dat er minstens 300 voet (100 meter) tussen een zadel en een top moet zitten om als Munro aangemerkt te worden.
22 | HOOGTELIJN 1-2023
Over de magische CMD Arête
Samen met gids Levi (derde van rechts) bestuderen we de wolken
Ons sprookjesachtige onderkomen de eerste dagen
Droge voeten houden is een uitdaging in Schotland
thermosfles, een kaart en een kompas. Die laatste items zijn essentieel voor beklimmingen in Schotse winters, vertelt Levi. Je ziet soms werkelijk geen hand voor ogen. Tenslotte verschijnen er nog vijf paar handschoenen op tafel. We kijken elkaar ongelovig aan. Alles is verpakt in verschillende drybags, in een waterdichte rugzak. Levi legt uit: in Schotland wordt alles nat. Hoe waterdicht je tas ook is, aan het eind van de dag staat er een laagje water onderin. Alles wat nat is, kan je de rest van de dag als verloren beschouwen. Toch een tikje beteuterd schuifelen we terug naar boven en pakken onze tassen opnieuw in.
We zetten koers richting de bergkam Buachaille Etive Mòr, oftewel Grote Herder van Etive. Deze kam bestaat uit een aantal Munro’s, waaronder onze bestemming: de Stob Dearg (1021 meter), wat Rode Piek betekent. De namen van Schotse bergen zijn gelieerd aan mythen of zijn een letterlijke vertaling van wat je ziet. In Schotland lopen betekent overigens niet altijd dat je je over goed aangegeven paadjes richting een duidelijk piek verplaatst. Uren gaan we struikelend en strompelend voort door een Schots moeras, een bog. Dit is een heide, maar het lijkt in niets op de heides die wij in Nederland kennen. De ondergrond is een met gras begroeid maanlandschap vol met drassige kraters. Bij elke stap is het een verrassing waar je voet op of in belandt. En wie natte voeten haalt, kan in Schotland niets anders doen dan rechtsomkeert maken. Uiteraard begint het ook nog te regenen, maar met droge voeten bereiken we uiteindelijk de top. Helaas zonder uitzicht.
‘That’s me, done’
Op dag twee is het tijd voor onze tweede Munro: de Bidean nam Bian. Met zijn 1150 meter en ligging naast de Three Sisters is het één van de bekendste hoogtepunten van de Glen Coevallei. We beginnen met een aantal wolkjes aan een verder blauwe hemel en zonder al te veel hindernissen bereiken we het besneeuwde zadel. Daar spreekt gids Levi de legendarische woorden: ‘That’s me, done’. Pardon? Blijkbaar speelt een oude blessure aan Levi’s achillespees op en kan hij met geen mogelijkheid verder stijgen. En alsof het weer ook een bijrolletje opeist in deze tragedie, stapelen de wolken zich op. Als groep beslissen we om de plannen aan te passen. Met de weersomslag en de fysieke staat van onze gids is de Bidean nam Bian een onhaalbare kaart geworden. We laten Levi achter op het zadel en beklimmen wel de Stob Coire nan Lochan. Weliswaar 1115 meter hoog, maar geen officieel erkende Munro. (Hoe dat zit lees je in het kader De wiskunde van de Schotse Hooglanden.) Onze tweede ‘gebagte Munro’ laat nog even op zich wachten.
Waar we met fenomenaal weer naar boven liepen, trekt het bij de afdaling binnen vijftien minuten helemaal dicht. Alles is wit. We zien het verschil tussen de grond en de lucht niet meer. Een bizar gevoel van complete desoriëntatie. Navigeren op zicht is volkomen onmogelijk geworden. De kaart en het kompas zijn onze redding.
Stuart
Als vervanging van Levi krijgen we gids Stuart toegewezen. Tot voor kort werkzaam als IT-specialist, heeft hij zijn baan opgezegd om gekwalificeerd Mountain Leader te worden. Stuart is al achter in de vijftig, maar blijkt niet kapot te krijgen. We maken in stevig tempo een tocht naar Buachaille Etive Beag, een bergrug met twee Munro’s. Stuart besteedt onderweg veel aandacht aan de verschillende looptechnieken in de sneeuw en de onmisbare remtechnieken om jezelf na een val tot stilstand te brengen. Geen overbodige luxe op de vaak steile hellingen. We ‘baggen’ vandaag niet één, maar twee Munro’s.
Handschoenen paar 5: nat
Ons doel de volgende dag is tongbrekertje: Na Gruagaichean in de Mamores. Deze berg heeft een dubbele top, waarvan de hoogste piek met 1056 meter een officiële Munro is. Weer is het lang en
HOOGTELIJN 1-2023 | 23 SNEEUW THEMA
We ‘baggen’ vandaag niet één, maar twee Munro’s
Specialist in Bergsport Verzekeringen
Meindl heeft al menig innovaties op het gebied van schoenen teweeg gebracht. De nieuwste innovatie heet Identity. Bij de modellen uit deze nieuwe serie bieden wij een gedetailleerd herkomstbewijs van het gebruikte leer aan. Hiermee verschaft Meindl een volledig transparante kijk op de productie van de schoenen, vanaf de alpenweide waarop de koeien grazen, de leerlooierij waar het leer bewezen milieuvriendelijk wordt gelooid tot de uiteindelijke productie. Al bij de leerlooierij wordt het leer voorzien van een identificatienummer welke handmatig in het leer wordt gedrukt. Dit identificatie nummer ook Identitynummer genoemd is dan in de schoen vereeuwigd op de binnenkant van de manchet. Op deze manier kan men de afgelegde levensweg van het gebruikte bovenleer op www. identity-leder.de volgen!
Voor meer informatie: Koninklijke NKBV te Woerden www.hienfeld.nl +31 (0)20 - 5 469 469 info@hienfeld.nl NKBV_220x145_new_logo.indd 1 19/01/2022 14:41 www.identity-leder.de
LEER
HERKOMSTBEWIJS
IDENTITY –
MET
Linosa Identity ORIGINAL mei_Anz_LinosaIdentity_Hoogte_210x135_MAI14_def.indd 1 15.05.14 11:01
Tessin Identity
steil klimmen door een uiterst drassig landschap dat langzaam wit begint te kleuren. Het is nat, guur en ijskoud. De inmiddels horizontaal voorbij vliegende sneeuw verandert in water zodra hij je jas raakt. We zijn koud tot op het bot en alles is nat, zelfs het laatste paar reservehandschoenen. Om en om trappen we treden in de sneeuw en op weg naar de top zit iedereen er wel een keer flink doorheen. Stuart lijkt het minder te deren, maar wij merken voor het eerst dat de vermoeidheid toeslaat. Onze dagen zijn zeer intens. Ook al zijn ze niet extreem lang, de kou en vooral ook het continue klimmen en dalen maken dat de dagen veel langer voelen. Ongemerkt verzamel je in Schotland een indrukwekkend aantal hoogtemeters. De toppen liggen maar net boven de 1000 meter, maar je beklimt ze wel vanaf zeeniveau.
Winterbeklimmingen in Schotland
Reis
Met de ferry van DFDS vaar je van IJmuiden naar Newcastle upon Tyne. Vanaf daar is het nog ruim vijf uur rijden naar Glencoe.
Gids
Het is sterk aan te raden met een gids op pad te gaan, gezien de arctische omstandigheden. Online zijn verschillende aanbieders te vinden. Wij kozen voor Kirkhope Mountaineering.
Accommodatie
Leden van de Scottish Mountaineering Club hebben toegang tot de hutten. Je kunt ook als niet-Schot lid worden. Er zijn daarnaast online genoeg Airbnb’s en B&B’s in het gebied te vinden.
CMD Arête
Tijd voor de grote nale: Ben Nevis, de hoogste piek van GrootBrittannië en een van de Three Peaks, de hoogste bergen van Schotland, Engeland en Wales. Ben Nevis is zowel in de zomer als winter een absolute must-do. De route over de Càrn Mòr Dearg (CMD) Arête hee , zeker in de winter, een magische aantrekkingskracht. Wie deze graat online opzoekt, struikelt over superlatieven als legendary, awe-inspiring en most thrilling. We starten voor deze graatroute op de North Faceparkeerplaats. Wederom beginnen we met een lange aanloop, deze keer door het bos, maar daardoor niet minder nat. Op onze kaart staat slechts af en toe een paar centimeter pad ingetekend. De meest toeristische berg van Schotland hee op deze aanlooproute blijkbaar nog geen volwaardig pad.
We komen over verschillende voortoppen. Tussen die toppen in tonen spookachtige ijssculpturen wat de snijdende wind hier met het landschap doet. Werkelijk schitterend, maar niemand maakt er foto’s van. Te koud, te nat, te veel wind, maar vooral ook te moe.
Aan alles komt een eind, dus ook aan deze aanloop én aan het gure weer. Vlak voor we de Arête bereiken, trekt de lucht heel even open. Een adembenemend uitzicht over de Hooglanden openbaart zich. Dat hebben we al in geen dagen gezien. Vol energie beginnen we aan de Arête. De superlatieven zijn niet
overdreven, de graat is spectaculair en de sneeuw zorgt voor goede grip. Daarna volgt – naar goede Schotse traditie – nog een laatste, uiterst pittige en steile klim, maar dan staan we toch echt met zijn allen op de top van Ben Nevis.
Daar blijken we opeens niet de enigen te zijn. Verschillende touwgroepen staan op kluitjes bij elkaar. Zij namen de meer belopen normaalroute vanuit het westen. Een totaal andere beleving, want daar loop je, ook in de winter, over een duidelijk pad. Via deze toeristische ‘snelweg’ dalen wij af en lopen we richting het eind van ons kletsnatte arctische avontuur. Zeven Munro’s afgevinkt, nog 275 te gaan….
HOOGTELIJN 1-2023 | 25 SNEEUW THEMA
Nick Platje maakte een korte video over de Munrobeklimmingen. Zien hoe de Schotse Hooglanden er ’s winters uitzien? Scan de QR-code.
Te koud, te nat, te veel wind, maar vooral ook te moe
Boaz navigeert op de kaart
Via de CMD Arête naar de top van Ben Nevis
Expeditie Winds of Change
Sneeuwkiten
op Groenland
Het had iedere willekeurige locatie kunnen zijn voor de start van onze kite-expeditie van Zuid- naar Noord-Groenland, maar we kiezen voor de meest bizarre plek op de hele ijskap: DYE-2, een verlaten radarstation uit de Koude Oorlog. Vanuit de helikopter zien we in de verte een kleine zwarte stip op de horizon verschijnen, na uren staren naar een wit oppervlak. De piloot waarschuwt dat bij het uitstappen geen enkel stukje huid bloot mag zijn, ‘want dan kan je gelijk weer mee terug’. Het is -28°C maar door de wind van de wieken van de helikopter daalt het kwik naar -45°C. Onze sledes worden naar buiten gehesen en minuten later staan we moederziel alleen op de gigantische ijskap.
De enorme voetbalachtige koepel staat prominent in het midden van nergens, tenminste nu nog. Nog maar een paar jaar geleden kon je het radarstation op 2300 meter hoogte zo binnenlopen, nu moet je via het dak naar binnen kruipen, zoveel sneeuw hee zich opgehoopt tegen de buitenmuren. We zetten onze tenten op dicht bij het station en banjeren door de diepe sneeuw naar de ingang. Eenmaal binnen staat de tijd stil: drank op de bar, een opengeslagen tijdschri en de afwas opgestapeld in de keuken. In oktober 1988 vertrok iedereen hals over kop, omdat men dacht dat het station in het ijs zou zakken, maar behalve waar sneeuw en ijs zich naar binnen hebben gedrongen, staat DYE-2 nog rotsvast, onaangetast.
De hoge locatie van DYE-2 is ideaal voor kiters, want hier is de wind betrouwbaar en raast hij van het hoogste punt in het gebied over de ijskap naar beneden. De koude lucht is zwaarder en door de zwaartekracht maakt hij een neerwaartse beweging naar de kust, katabatische wind heet dat. Deze wind kan bij de kust een
snelheid bereiken van meer dan 200 kilometer per uur. We zijn dan ook gewaarschuwd dat het veiliger is om boven de 2000 meter te blijven. Bovendien is op satellietkaarten te zien hoe de gletsjerspleten zich steeds verder uitbreiden onder de sneeuwlaag, en hoe hoger, hoe kouder en dus minder kans op het smelten van de sneeuwbruggen over gletsjerspleten.
Expeditie met een doel
Er is voor mij altijd een groter doel aan een expeditie verbonden, namelijk de wetenschap ondersteunen. Voor de universiteit van Dartmouth ga ik dit keer sneeuwmetingen doen. De taak is regelmatig een kuil van een meter diep te graven, er lagen van 25 centimeter sneeuw uit te scheppen en die dan te analyseren op gewicht en temperatuur. Wetenschappers zijn verheugd over onze expeditie, omdat die veel data over een groot gebied oplevert. Normaal gaan onderzoekers steeds naar hetzelfde station op de ijskap, waar ze keer op keer dezelfde metingen doen voor hun modellen.
26 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst en beeld Bernice Notenboom
In de zomer van 2021 hee het voor het eerst geregend op de ijskap. Het was die zomer 18 graden warmer dan normaal. De regen zit nu als een harde ijslaag, ongeveer veertig centimeter diep in de sneeuw. Wetenschappers zijn nieuwsgierig of we deze laag tijdens onze metingen tegenkomen. Regen spoelt de sneeuw namelijk weg, veroorzaakt overstromingen en kan de ijsstructuur instabiel maken. De grootste vraag is of de regen bijdraagt aan het versneld smelten van de ijskap en dus aan een stijging van de zeespiegel.
Leercurve
Onze eerste nacht op het ijs is direct bitterkoud. Nauwelijks geacclimatiseerd kruip ik in mijn slaapzak. Deze slaapzak was me trouw op mijn trip naar de Zuidpool, maar nu lig ik te bibberen. Een onbehagelijk gevoel overmeestert me en ik vraag me af waar ik aan ben begonnen. Ik ben een bekwame poolreiziger, kou en bu elen zijn me niet vreemd, maar het sneeuwkiten is nieuw. Met een kite kun je enorme afstanden overbruggen: soms
wel 120 kilometer per dag. Lopend doe je maar maximaal 30 kilometer per dag. Maar bij kiten ligt ook gevaar op de loer. Plotselinge windvlagen kunnen je de lucht in trekken en je seconden later als een zak aardappelen weer laten neerplo en op het harde ijs, met het risico op een beenbreuk of nog erger. Een kite in harde wind neerleggen is ook geen feest, hij kan er plotseling weer vandoor gaan met jou er nog aan vast. Dat blij die eerste nacht maar door mijn hoofd spoken. In mijn gehele poolcarrière heb ik al duizenden kilometers afgelegd, maar ik kan me tweeduizend op één expeditie nog amper voorstellen: dat is van Groningen naar Madrid.
De nieuwe kitematerialen en -technieken geven ons de kans om naar plekken te gaan waar we twintig jaar geleden nooit naartoe zouden hebben gekund. Dat is voor mij de reden om deze expeditie te organiseren, naar het terra incognita van de Groenlandse ijskap. Mijn leercurve van kiten is steil. Mijn expeditiegenoten Eric Leegwater en Bjørn Wils zijn goede sneeuwkiters, maar ikzelf
Als de orden in zicht komen zit onze tocht er bijna op
HOOGTELIJN 1-2023 | 27 THEMA SNEEUW
kite slechts op het water. Op ijs met ski’s en met snelheden van 20 kilometer per uur is andere koek. Maar ik kan me al snel niet meer voorstellen hoe ik ooit weer wandelend een zware slee moet voorttrekken, ploeterend met vier kilometer per uur.
Ritme
We worden wakker door het geronk van de motoren van een Hercules C-130-vliegtuig dat het Amerikaanse wetenschappelijke kamp Raven komt bevoorraden. Een zacht briesje uit het zuiden maakt de eerste, wolkeloze dag perfect, en als de kites eenmaal in de lucht hangen en onze sleetjes probleemloos achter ons sporen, is de expeditie echt begonnen. DYE-2 wordt een steeds kleiner stipje op de horizon en met iedere kilometer kiten vervaagt het geronk van de motoren en het laatste teken van civilisatie.
De eerste dagen kunnen we ons ritme lastig vinden. De extreme temperaturen zorgen ervoor dat ik de tent eigenlijk niet uit wil en daar komt de wind nog eens bovenop. Rubber en plastic worden onhandelbaar stijf en breekbaar, batterijen van apparaten lopen leeg.
Als de lijnen van de kite in de klit zitten, kun je die alleen met blote vingers weer ontrafelen, met het risico op bevriezingen. Tijdens het kiten zelf ben ik voortdurend bezig mijn handen op te warmen door in mijn wanten een vuist te maken en met mijn tenen te blijven wiebelen om bevriezingen te voorkomen.
We lopen al snel een achterstand op. We hebben voor 35 dagen eten en brandstof mee en dat betekent dat we gemiddeld 60 kilometer per dag moeten afleggen. Elke dag dat we vanwege storm de tent niet uit kunnen, betekent de dubbele afstand kiten een volgende dag. Er zijn problemen met de sleetjes en het duurt af en toe uren voordat de kitelijnen weer goed liggen. Bovendien ontstaan door de harde wind hoge ijsrichels van harde sneeuw,
Onze
Op
sastrugi, op de ijskap, waar we haaks en langzaam overheen moeten skiën. Deze sastrugi liggen op duizend kilometer van onze route; alleen met veel pijnstillers is het draaglijk voor mijn knieën. Alles in mijn slee gaat kapot door het gebeuk over die ijsrichels. De Pringles zijn kruimels geworden in hun huls en mijn vitamine C-tabletten kan ik opsnuiven.
Doorgaan
Na tien dagen sukkelen steken we de koppen bij elkaar en bespreken alle opties, inclusief de expeditie opgeven. Die dag hebben we maar acht kilometer afgelegd en ik raakte gefrustreerd door alle uitdagingen die voortdurend op ons pad komen. Teruggaan is niet realistisch, want we kunnen niet tegen de wind in kiten: met temperaturen van -30°C bevriest je gezicht. We zouden opgepikt kunnen worden door een helikopter, maar dan moeten we naar plekken waar gevaarlijke gletsjerspleten zijn. We besluiten toch door te gaan. Verstand op nul, met meer discipline en een strak schema. De wekker gaat om zes uur en we kiten zeventig tot honderd kilometer per dag, ongeacht hoelang het duurt. Een paar dagen later passeren we de magische grens van duizend kilometer en begin ik al met aftellen. Ik vrees niet meer of we het gaan halen en de knoop in mijn maag verdwijnt.
Tijdens het kiten is er amper tijd om stil te staan bij de prachtige natuurkrachten van dit meedogenloze landschap. Maar als de wolken op een ochtend binnen komen rollen als pluizige bolletjes wit katoen en het diffuse zonlicht door een dun laagje bewolking de ijskristallen doet glinsteren, leg ik mijn kite neer om van dit spektakel te genieten. Alles is eventjes betoverend, kalm en perfect. Een volgende storm nadert alweer, de barometer zakt snel naar beneden en de zachte wind verandert in minuten in orkaankracht. We weten dat deze depressie een etmaal zal duren en proberen haastig vooruit te komen nu dat nog kan. Al snel
Expeditie Winds of Change
In dertig dagen legden we tweeduizend kilometer af over de Groenlandse ijskap. Naast de sneeuwmetingen voor wetenschappelijk onderzoek hadden we nog een doel: met expeditie Winds of Change willen we de aandacht vestigen op de enorme potentie van windenergie. Er is overal wind, het is goedkoop en schoon. Nu komt wereldwijd nog maar 6% van de groene stroom van wind.
28 | HOOGTELIJN 1-2023
de laatste dag kiten we in verse poedersneeuw
metingen helpen om atmosferische veranderingen in kaart te brengen
Radarstation DYE-2
worden we echter compleet overmeesterd door de wind en wordt het te gevaarlijk om verder te gaan. Nadat Eric zijn eigen kite heeft veiliggesteld met een anker van zijn ski’s en sledes, grijpt hij mijn kite uit de lucht en rolt hem op terwijl ik de lijnen om de bar draai. We zetten snel onze tent op, voordat dit een onmogelijke opgave wordt. Het sneeuwt horizontaal, de wind giert door de lijnen van de tent en minuten later zijn onze sledes al bedekt met een dik pak sneeuw. Dit is de vierde storm die ons plaagt, maar gelukkig hebben we nog maar 227 kilometer te gaan.
Grenzen
Precies om middernacht draait de wind, trekt de lucht open en staat er een waterig zonnetje. Ik steek mijn hoofd uit de tent en zie een Canadese gans voor de tentopening. Een teken om te migreren? Ik maak Eric wakker. Zonder een woord te zeggen laten we om 3 uur ’s nachts de eerste kite in de lucht, de kou snijdend in onze handen en gezicht. Zonder pauzes kiten we 200 kilometer, en zo zien we na 29 dagen de rotswanden opdoemen van het fjord rondom het dorpje Qaanaaq, ons einddoel aan het noordwestelijke puntje van de Groenlandse ijskap. Vaste grond zien doet me eindelijk ontspannen. Ik geniet van de ‘milde’ temperatuur – min 15°C – en de verse poedersneeuw onder mijn ski’s. We dalen duizend meter af naar de rand van de ijskap en hoe lager en dichter bij de kust, hoe minder wind er staat. De wind
Als we weer een storm moeten uitzitten in de tent wordt de achterstand nog groter
blijft ons goedgezind tot de allerlaatste seconde en als we de kites dan eindelijk uit de lucht laten vallen, is de expeditie geslaagd.
al snel worden we compleet overmeesterd door de wind
We zetten nog één keer onze tenten op en doen ook voor de laatste keer sneeuwmetingen. Die hebben we onderweg elke honderd kilometer gedaan en inderdaad: in iedere kuil zagen we dezelfde harde ijslaag terug. Voor conclusies daarover is het nog te vroeg, maar het is op zijn minst opvallend dat we deze laag overal op de ijskap tegenkwamen. Die avond in de tent word ik alweer bevangen door het poolvirus. ‘We kunnen volgend jaar langs de kust van het oosten naar het zuiden van Groenland kiten, dan hebben we een rondje gedaan’, opper ik. Eric en Bjørn kijken me verbaasd aan. Mijn innerlijke stem zegt me dat ik tevreden moet zijn met deze expeditie en moet genieten van ons succes. Ik weet op mijn zestigste nog steeds niet waar mijn grenzen liggen, maar ook niet of die ik wel moet opzoeken.
Meer horen over de avonturen van Bernice?
Op 2 april geeft Bernice Notenboom een inspirerende lezing op het Wandelevent.
HOOGTELIJN 1-2023 | 29 THEMA SNEEUW
We zouden alleen gaan bij goed weer, en zeker niet bij harde wind. We wisten dondersgoed dat wind de gevoelstemperatuur flink doet dalen en zekerheidsmarges verkleint. Nogmaals gooi ik al mijn gewicht in de strijd om mijzelf en de slee met bagage vooruit te krijgen. Het lukt niet. Ik schreeuw naar mijn vriend dat hij moet stoppen, maar de sterke wind voert het geluid meteen weg. Ik zie hem steeds verder van mij vandaan skiën. Hoe zijn we in deze situatie terechtgekomen?
Al sinds we naar Noorwegen verhuisden – nu 7 jaar geleden – droomden we ervan: een wintertocht diep de bergen in, door verlaten dalen en over machtige vlaktes. Niet voor een dag, maar voor veel langer. Het liefst met zo’n expeditieslee achter ons aan. De eerste winter leek dat een onhaalbaar doel: we gleden ongecontroleerd op onze langlauf-
ski’s en maakten regelmatig valpartijen. Daarnaast heb je voor meerdaagse winterse tochten heel wat kennis en materiaal nodig, iets waaraan het ons totaal ontbrak. En ondanks ruime ervaring met kampeertrektochten in de zomer en herfst, leek ons kamperen in de winter eigenlijk veel te koud. Dit type avontuur was niet voor ons weggelegd.
30 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst Anna van Yperen Beeld Anna van Yperen en Edwin Tieman
Gewoon doen
Toen kwam er voor de tweede keer een coronagolf, waardoor alle afspraken met vrienden werden afgezegd en reisjes naar Nederland niet doorgingen. De agenda was leger dan ooit. Dan is er tijd, tijd om te dromen en te fantaseren over toekomstige avonturen in de bergen. Tijd om tot het inzicht te komen dat we moeten stoppen met ‘ja maar-en’. We gaan het doen!
We hebben er inmiddels vijf Noorse winters opzitten en in de afgelopen jaren hebben we honderden kilometers op onze langlaufski’s afgelegd. In de sneeuw kamperen hebben we echter nog nooit gedaan. Wel volgden we toerskicursussen waarin we leerden lawinegevaar in te schatten en uitloopzones te herkennen en vermijden. Hoewel we zelf geen steile hellingen op willen gaan tijdens een winterse trekking, kan een tocht wel degelijk door uitloopzones gaan. Belangrijke kennis dus! Dan rest het materiaal. Wat hebben we eigenlijk allemaal nodig voor
Trektocht in Noorwegen
Van dromen naar doen
zo’n meerdaagse kampeertocht op ski’s door de bergen? Kunnen we niet gewoon op pad met de spullen die we hebben? We besluiten dat onze 3-seizoenentent goed genoeg is. We kopen geen nieuwe slaapzakken, maar wel warmere liners en een extra schuimmatje voor onder onze luchtmatjes. In plaats van sneeuwharingen zullen we de ski’s en skistokken gebruiken om scheerlijnen mee vast te zetten. Een vorstbestendig gasblikje is zo aangescha . Dan alleen nog de ski’s… Dit soort tochten maak je het best op ellski, ski’s breder dan langlaufski’s, maar smaller dan toerski’s. Ze hebben stalen kanten en andere bindingen waardoor je ook bijbehorende schoenen nodig hebt. Na heel wat wikken en wegen besluiten we het eerst maar eens met onze langlaufski’s te proberen. Één item kunnen we echt niet missen: een pulk! Een slee om achter je aan te trekken voor al je zware winterspullen. We vinden er een op de Noorse marktplaats. Nu zijn er geen excuses meer om thuis te blijven.
HOOGTELIJN 1-2023 | 31 THEMA SNEEUW
Met pulk door het stadsbos
De laaghangende winterzon piept tussen de besneeuwde bomen door. Het is zondagochtend, we gaan in de buurt van Oslo de pulk uitproberen. De parkeerplaats aan de rand van het bos is barstensvol. Gezinnen met kinderen, mannen in gestroomlijnde pakjes, pensionado’s in versleten winterkleding, allemaal zin in een dagje langlaufpret. Zo ook wij. We sjouwen de pulk naar het begin van de loipes en vullen hem met een tent en tassen vol met boeken, zodat we wat kilo’s te trekken hebben. We voelen ons erg misplaatst met onze pulk in het ‘stadsbos’ van Oslo. Maar geen Noor die ons verwonderd aankijkt. Nee, dit is helemaal niet gek. Zo doen de Noren het ook. Dit is next-level-integratie! Na een paar onwennige rukjes aan de pulk en wat aanpassingen aan het harnas, zoeven we al snel over de langlaufloipes alsof we één zijn met de pulk. Wij zijn klaar voor de volgende stap.
Proefnacht
Een aantal weken later staan we met langlaufski’s en pulk op een parkeerplaats aan de westkust van Noorwegen, in de buurt van Åndalsnes. Machtige bergen met scherpe pieken rijzen op uit de fjorden en diepe dalen leiden het binnenland in. Een prachtige omgeving voor een proefnachtje kamperen in de sneeuw.
Met de pulk glijden we een half uur over een loipe waarna we het pad verlaten en een dal in trekken. We zien geen mens, het avontuurlijke gevoel neemt toe. Helaas ligt er weinig sneeuw: we zigzaggen tussen dorre grasveldjes door. We stuiten op een hutje (einde van het avontuurlijke gevoel) en een bijbehorende Noor in versleten wollen trui. In sterk Westlands dialect maakt hij ons duidelijk dat de sneeuw niet beter wordt het dal in. We besluiten daarom nog een klein stukje van de hut af te skiën en
Wakker worden met een vers laagje sneeuw op de tent
daar een vlakke plek voor de tent zoeken, waar de sneeuw diep genoeg is om er skistokken als tentharingen in te steken. Al snel brandt het vuurtje. Dat we valsspelen door een aantal meegenomen kurkdroge houtblokken uit de supermarkt, vermelden we er eerlijk bij. Zo, zitten. Naar de bergen kijken terwijl ik op mijn gezicht de warmte van het vuur voel. Ergens stroomt water, maar verder hoor ik niets dan de stilte van de bergen. Als kers op de taart worden we de volgende ochtend wakker met een vers laagje sneeuw op de tent. We hebben de nacht overleefd, al was het wel vrij fris. Veel te snel zijn we weer terug op de parkeerplaats. Dit smaakt naar meer.
De tocht
We horen niets anders dan het knisperende vuur
Eindelijk is het zover. Bepakt en bezakt staan we klaar voor onze meerdaagse tocht. Deze keer bevat onze pulk geen kurkdroge houtblokken, maar extra eten, een extra slaapzak, dikke donsjassen en een noodbivak. We hebben een route uitgezocht over relatief vlak terrein, omringd door bergen. Op meerdere plekken zijn er hutten van Den Norske Turistforening; hier kunnen we bij nood naar uitwijken. De weersvoorspelling belooft een licht winderig begin, gevolgd door zon en rustig weer. Dit moet lukken! De tocht begint over een pad dat is aangegeven met houten stokken aan de zijkant, zonder loipes, maar wel glad gereden door sneeuwscooters. Een waterig zonnetje doet nog zijn best, maar al snel trekt de wind aan. Losse sneeuwvlokken worden in strepen over de witte vlakte gejaagd. Ik trek mijn muts verder over mijn oren. De route maakt een bocht naar links, recht tegen de wind in. Met mijn hoofd naar beneden ploeter ik verder. De pulk is zwaar en de wind werkt flink tegen. Langzaam zie ik mijn vriend Edwin– zonder pulk maar met rugtas – steeds verder van mij vandaan skiën. De wind buldert nu. Dit is storm!
32 | HOOGTELIJN 1-2023
Het dorre gras steekt boven de sneeuw uit op onze proeftocht
Door weer en wind
Hoe gaan we straks de tent opzetten, wat als we hem per ongeluk loslaten, of er een slaapzak wegwaait? Hoelang houd je het eigenlijk vol in zo’n noodbivak met temperaturen ver onder het vriespunt? Doemscenario’s nemen mijn gedachten over. De vlakte voor ons is volledig open, nergens een heuveltje om achter te schuilen. Ik roep naar mijn vriend, maar de wind draagt al mijn decibellen de verkeerde kant op. Ik gooi mijn gewicht in de strijd om de pulk sneller vooruit te krijgen. Lukt niet. Plotseling luwt de wind een paar seconden en ik roep nog eens. Ja! Contact! We besluiten de route aan te passen. Een half uur geleden gleden we nog tussen wat lage heuvels door, daar denken we kans te hebben om een plek voor de tent te vinden uit de wind. We draaien om en met de wind in de rug vliegen we opeens vooruit.
Het blijkt een gouden zet. We vinden een plek in de luwte van een kleine heuvel. Wat een opluchting! We zetten de tent snel op en maken een vuurtje. We trekken schone thermokleding en onze dikke jassen aan, en genieten van een kop warme chocomel in de zon. Want ja, die schijnt opeens weer. We vermaken ons de rest van de avond met het vuur gaande houden, in ons sas met het bijltje dat we mee hebben. Ook graven we een gat in de voortent, zo diep als onze onderbenen, zodat we een bankje creëren. Af en toe horen we de wind gieren achter het heuveltje. Maar wij zitten goed.
Vriezen en dooien
’s Nachts vormt het vocht van onze adem een dun laagje ijs tegen het binnendoek van de tent en bevriest het water in onze flessen. We zijn allebei nog naar de ‘wc’ gegaan vlak voor het slapen, maar toch moet ik er ’s nachts uit. Buiten de tent is het nog veel
Kampeertrektocht in de Noorse sneeuw
Route
Voor onze driedaagse tocht vertrekken we vanaf Finnbøle richting DNT-hutten Oskampen en Storhøliseter. De route is circa 50 kilometer en verloopt grotendeels over gemarkeerde winterpaden zonder loipes. Het terrein is relatief vlak, wat het geschikt maakt als ‘beginnerstocht’ (let op: ook als beginner heb je aardig wat kennis en zelfredzaamheid nodig).
Beste reistijd
In de bergen in Zuid-Noorwegen ligt er sneeuw van november tot en met mei. De beste tijd om winterse trektochten te maken is maart-april,
wat vooral te maken heeft met het aantal uren daglicht. Later in het seizoen wordt de sneeuwkwaliteit slechter.
Voorbereiding
Kijk voor winterse tochtinspiratie op ut.no Belangrijk: een deel van de winterroutes is alleen rondom Pasen gemarkeerd. Kijk voor de jaarlijkse update op dnt.no/vintermerking. Ook handig: via bua.no is allerlei outdoormateriaal gratis te leen.
Meer Noorse outdooravonturen van Anna en Edwin volgen kan via instagram @frilufts_life.
kouder, dus graaf ik een dieper gat in de voortent en plas daar. Hoewel Edwin en ik al jaren lief en leed delen, vind ik dit toch net even een dingetje. Ik zing een liedje om de oncharmante maar zeer nodige handeling te overstemmen. De volgende ochtend is ook mijn lenzenvloeistof bevroren. Die gaat de volgende nacht mee de slaapzak in. We besluiten nog even te blijven liggen en wachten tot de zon onze tent een beetje opwarmt. Daarmee ontdooit echter ook het laagje ijs in de binnentent en langzaam begint het te druppen op onze slaapzakken. Ik offer me op om de warme slaapzakken te verlaten en in de voortent een ontbijtje klaar te maken, Edwin krijgt ontbijt op bed. Ik steek mijn hoofd even buiten het tentdoek: strakblauw en windstil! Opeens voel ik onrust, hophop, ik wil op pad!
Om te navigeren gebruiken we kaart en kompas. Al snel zoeven we over een fantastische vlakte met in de verte aan alle kanten bergen. Het is een heerlijke dag met als enige uitdaging een steile helling. We vinden weer een mooi tentplekje, smelten wat sneeuw en genieten even later met warm avondeten en een flink vuur van de zonsondergang. De sterrenhemel is grandioos, maar wint het niet van de kou die langzaamaan weer grip op ons krijgt. Als we wakker worden, waait het opnieuw behoorlijk. Wanneer we vertrekken, jagen grijze wolken langs de hemel. We genieten van het ruige uitzicht. Dat genieten neemt langzaam af als de sneeuw steeds ijziger wordt en onze langlaufskietjes steeds minder grip hebben. Hier heb je dus die fjellski voor nodig! Het weer verandert wederom. Tijdens de laatste kilometers naar de auto skiën we in ons t-shirt en is de sneeuw pap geworden. Moe maar zeer voldaan bereiken we de parkeerplaats. Nu weten we het zeker: dit gaan we vaker doen, de fjellski gaan op het verlanglijstje!
HOOGTELIJN 1-2023 | 33 SNEEUW THEMA
afsluiting NKBV Expeditie Academie III in Kirgizië
aanpassen Proberen, keer proberen
en nog een
‘Hierna komen we op de topgraat. Nog één touwlengte.’ Ik hoor het mezelf keer op keer tegen Regien en Bas zeggen. ‘We zijn er echt bijna.’ Mijn horloge geeft een hoogte aan van 4730 meter, maar ik geloof dat ding niet. We móéten hoger zitten. We zijn al zo lang onderweg… Als we uren later in het pikdonker eindelijk de wand uitklimmen, lachen we door onze vermoeidheid heen. ‘We zijn niet meer in de Alpen!’ We zijn eindelijk op expeditie in Kirgizië. In de Min Teke-vallei om precies te zijn, een verscholen dal in het zuidwesten van het land, op de grens met Tadzjikistan.
Op deze expeditie hebben wij ons de afgelopen drie jaar voorbereid met Expeditie Academie III. En we dachten alles aan te kunnen. Maar die eerste poging in de noordoostwand van een onbeklommen berg van bijna 5300 meter loopt uit op een 27 uur durend klimspektakel. Het blijkt een voorbode van een belangrijke les, die we tijdens de expeditie nog meerdere keren gaan leren: buiten de Alpen, buiten de gebaande paden, gaan dingen vaker niet dan wel zoals je verwacht dat ze gaan. Een goede expeditieklimmer heeft het vermogen zich in het terrein aan te passen, plannen bij te stellen en het nog een keer te proberen.
Op naar het grote avontuur
We werkten er jaren naartoe, en opeens is het zover: familie en vrienden zwaaien ons uit op Schiphol en wij stappen op een vliegtuig richting Osh, de oudste stad van Kirgizië. Osh blijkt een stoffige megastad vol afbrokkelend Sovjetbeton. We zijn er nog geen 24 uur als we alweer richting de bergen vertrekken. Onderweg zit ik tegen het raam gedrukt en kijk ik mijn ogen uit. Eindeloze vlaktes vol grijs puin en dorre heuvels. Pas als de bergen opdoemen aan de horizon voel ik me weer een beetje thuis.
Met jeeps rijden we een steile onverharde bergweg op. Om de zoveel tijd gaat er een
34 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst Noor van der Veen Beeld Martin Platteschor
HOOGTELIJN 1-2023 | 35 THEMA SNEEUW
Genieten op de graat, met de top van Pik Sindre in zicht
jeep stuk, hebben we een lekke band of moeten we de motor koelen. Maar als we eindelijk bovenaan de pas zijn zien we het voor het eerst: ons massief, de plek waar we de komende weken gaan klimmen, torent glanzend wit boven de bruine toppen uit. Na nog eens drie dagen lopen staan we er opeens middenin. We bouwen een basiskamp met geweldig zicht op Min Teke, de meest prominente piek rond de vallei. Ons thuis voor de komende vier weken.
Eerst even inkomen
We beginnen met een verkenningstocht. De vallei vertakt voorbij ons basiskamp in twee gletsjerkommen. We splitsen op om in beide valleien te kijken hoe de bergen erbij liggen en mogelijke klimroutes te scouten. Ook helpt een hooggelegen bivakplaats om alvast wat te wennen aan de hoogte. Het team dat het linkerdal verkent komt terug met foto’s van een verborgen top
Lijst van beklimmingen tijdens de expeditie
• Pik Sindre (werknaam Solo Silvan, ca. 5380 meter), noord-oostwand/oostgraat, D/60°/4c, 700 meter
• Ak Too (5149), oostwand, AD
• Borborduk Çoku (4830 meter), westgraat
• Pik Luis (5015 meter), noordwand, 70°/6c
• Muhz Teke (4948 meter)
• Hidden Peak (5170 meter), oostcouloir, Diagonale du Fou, TD-/AI3/M4, 1000 meter
• Hidden Peak (5170 meter), noordwand/oostcouloir, Directe du Fou, TD+/AI5/M4, 1000 meter
• Kalkwand, Meesters-Telkamp, 6b, 700 meter
• Kalkwand, Scharff, 6a, 400 meter
• Kalkwand, Zigzag into the night, 6a+, 800 meter
• Kalkrots achter BC, (F)Eline, 6a, 150 meter
• Kalkrots achter BC, Klittenband, 6a+, 100 meter
• Kalkrots achter BC, Ritssluiting, 6a+, 50 meter
• Kalkrots achter BC, Steenbokkenpoep, 5b, 200 meter
• Basecamp Tower (ca. 3250 meter), VI/5a, 150 meter
• Overkant dal (3850 meter), westwand, Vulture Nest, 6c, 300 meter
Grote plannen
Na de verkenningstocht is het voor iedereen duidelijk wat hij of zij wil doen. Waar gaat je hart sneller van kloppen? Regien en ik vormen samen met Bas een touwgroep om een poging te doen op Hidden Peak, door het sneeuwcouloir. Dennis en Anniek hebben op de foto’s een dunne ijslijn gezien en kiezen ervoor om deze meer directe lijn te proberen. Martin, Robert, Sjoerd en Court hebben direct een groot plan voor ogen en willen een route vinden naar de top van de Voorgrondberg en daarna door naar de top van Solo Silvan. Jeffrey en Michiel, beide fanatieke rotsklimmers, richten als eerste hun pijlen op de lange kalkwanden boven het basiskamp. Enthousiast zeggen we elkaar gedag en gaan we in verschillende groepen op pad.
Diagonale du fou
die we niet eerder in expeditieverslagen zijn tegengekomen. Hidden Peak, de werknaam die we de berg geven, is voor ons een verrassing. Maar wel een hele mooie, met een duidelijke route door de noordoostwand via ijs en een groot sneeuwcouloir. In het rechterdal liggen ook een heleboel mooie projecten, hoewel de condities ook daar op het oog niet meevallen. Net als deze zomer in de Alpen, is het hier in Kirgizië hartstikke droog. Waar de foto’s van eerdere expedities naar dit gebied witte bergen met duidelijke ijslijnen tonen, kijken we nu naar grote grijze wanden, waar regelmatig enorme ladingen rots naar beneden komen zetten. Toch kunnen we ook hier een paar mooie doelen aanwijzen. We geven de bergen voor nu werknamen: Frendo Pijler (vanwege de gelijkenis met de pijler in Chamonix), Solo Silvan (vanwege de poging die de Zwitserse Silvan Schüpbach waagde op deze berg) en Voorgrondberg (uitleg lijkt me niet nodig).
Na 96 uur zien we elkaar weer in het basiskamp. Na die vier dagen lijkt het alsof we een heel leven verder zijn. Vol verhalen keert iedereen terug. Verschillende verhalen, met één rode draad: gaandeweg werden de plannen bijgeschaafd en de doelen aangepast.
Zelf bivakkeerden we eerst 24 uur onder de wand om het slechte weer uit te zitten en brachten we daarna 27 uur in de noordoostwand van Hidden Peak door. De sneeuw bleek totaal ongebonden en nauwelijks door te komen, terwijl we toch zeker 600 hoogtemeters via het couloir wilden overbruggen. Het blanke ijs eronder was keihard en er leek geen einde aan de wand te komen. Om 9 uur ’s avonds stonden we bovenaan de wand, maar niet op de top, die via een lange rotsgraat te bereiken was. Zonder bivakspullen overnachten op 5000 meter was geen optie. De afdaling heeft daarna de hele nacht geduurd. Zeker 25
36 | HOOGTELIJN 1-2023
Na die vier dagen lijkt het alsof we een heel leven verder zijn
De eerste technische meters op Pik Sindre
abalakovs moesten we indraaien, voordat we om half 6 ’s ochtends slaperig weer onderaan de wand stonden. We haalden de top van de berg niet, maar wel de top van een 1000 meter lange noordoostwand, en kwamen beneden met een gigantisch avontuur op zak. Het mooie aan het openen van een nieuwe route is dat je zelf mag beslissen waar hij ophoudt. Om toch nog een naam te geven aan ons avontuur noemen we de routes Diagonale du fou en Directe du fou.
Labyrint van ijs
Klimmen in Kirgizië is iets anders dan klimmen in de Alpen, merkten wij, maar ook Martin, Sjoerd, Robert en Court. Zij vonden via een spletendoolhof en een grimmige ijsval een route naar de top van de Voorgrondberg (die sindsdien de naam Borborduk Çoku draagt – Centrale Berg in het Kirgizisch), maar moesten de beklimming van Solo Silvan staken terwijl de top al in zicht was. Ongeacclimatiseerd was hun driedaagse uitputtingsslag nog iets te hoog gegrepen. Toch besluiten we ook hier van de lessen en successen uit te gaan: een nieuwe route openen in een onbekend gebied gaat met vallen en opstaan. Als het makkelijk en snel moet, kun je beter in de Alpen blijven. En een simpele les: neem je bivakspullen altijd mee.
Contrasten
Tijdens het voorbereidingstraject heeft coach Bas er altijd op gehamerd: ‘Expeditieklimmen gaat niet vanzelf. Factoren als het weer en de condities zijn van grote invloed op je succes en je moet je verwachtingen daarop aanpassen. Je krijgt niet altijd wat je wilt.’ Een tweede wijsheid die hij vooraf meegaf: ‘Neem genoeg boeken mee, want je zit de helft van de tijd in het basiskamp niets te doen.’
Ook daarin krijgt hij gelijk. Nadat je meer dan 24 uur in een steile wand hebt doorgebracht, en je jezelf na een kort nachtje terug naar basiskamp hebt gesleept, begeef je je daar opeens in het
paradijs. Het leven in het basiskamp kan bijna niet meer verschillen van het afzien in de wand. We lezen stapels boeken, spelen Rummikub, bouwen een enorme dam en zwembad in het beekje bij het basiskamp, en maken van een kampvuur en een klein tentje een heuse stoomcabine. Die contrasten zijn wat een expeditie zo’n bizarre ervaring maakt. Als we via de satelliettelefoon horen dat in het gebied waar wij zitten een grensconflict met Tadzjikistan is uitgebroken en honderdduizenden mensen zijn geëvacueerd, krijgt dat contrast een extra lading. We zitten er middenin, maar merken er zo hoog in de bergen helemaal niets van.
Bijschaven en opnieuw proberen
Het paradijselijke bestaan in het basiskamp laadt onze batterij helemaal op. Met de ervaringen van de eerste pogingen op zak maken we nieuwe aanvalsplannen. Regien en ik sluiten ons aan bij een tweede poging op Solo Silvan. Regien: ‘Maar waar we op Hidden Peak het klokje rond klommen, plannen we nu vier kortere dagen voor de beklimming. Door onze tenten op 5000 meter op te zetten, hopen we deze keer wel de top te bereiken.’
Na anderhalve dag omhoogploeteren mogen we ons dan eindelijk inbinden voor het technische gedeelte van de berg. Wij zijn hier nog niet eerder geweest en de eerste ijswand ziet er lang en indrukwekkend uit. We smelten wat sneeuw op de winderige col, want in de ochtend was ons stromende beekje stijf bevroren.
HOOGTELIJN 1-2023 | 37
Navigeren door de complexe ijsval blijkt tijdrovend
SNEEUW THEMA
Spelletjes spelen in het basiskamp Anniek bakt brood met kok Rupia
Vijf klimaatzones door op weg naar 5895 meter hoogte. Van regenwouden tot vulkanische vlaktes en ijzige gletsjers.
De mooiste tocht uit je leven doe je niet alleen voor jezelf…
…met jouw expeditie steun je duizenden kinderen in oorlog. Ze krijgen een veilige plek, educatie en psychosociale hulp. Samen helpen we kinderen weer dromen van een betere toekomst. warchild.nl/kili
GA JIJ DE UITDAGING AAN?
Advertentie NKBV.indd 1 12/1/2022 1:27:27 PM OP TOUR VANAF 27-03-2023 27-03 ROTTERDAM 20:00 uur | Lantaren Venster 28-03 DEN HAAG 19:30 uur | Theater de Nieuwe Regentes 29-03 AMSTERDAM 20:00 uur | Meervaart Theater 30-03 GRONINGEN 19:00 uur | Kinepolis 31-03 UTRECHT 19:00 uur | Kinepolis Jaarbeurs 02-04 EINDHOVEN 19:30 uur | Evoluon
WWW.BEVER.NL/BANFF TICKETS, TRAILER EN ALLE INFO OP: BANFF23_NBKV_Anzeige_Hoogtelijin_210x135.indd 1 06.12.22 12:29
DE KILIMANJARO, HET DAK VAN AFRIKA.
Ashlee Hendy, Elizabeth Chong © Simon Carter
Maar net als je denkt een goed plan te hebben, loopt het alweer anders dan gepland. Ik voel me niet goed. Ook bij Robert slaat de hoogte opeens in op zijn lijf: hoofdpijn, misselijkheid. We koelen snel af door de harde wind en proberen een besluit te nemen. Wat is wijsheid? We hakken een knoop door. Robert en ik gaan samen naar beneden. Voor teleurstelling is weinig tijd. We verdelen het materiaal opnieuw en omhelzen elkaar.
Regien vertelt hieronder over het verdere verloop van de beklimming van Solo Silvan.
Warme kleuren, koude wind
Gestaag bewegen we ons in twee touwgroepen voort over de steile ijswand. Het ijs is redelijk hard, maar soms vinden we wat rn. We kunnen het gelukkig goed afzekeren met ijsboren. Met het laatste licht van de dag zetten we onze tentjes op op 5000 meter. We hebben prachtig uitzicht op de laatste technische punt die we de volgende dag willen beklimmen. Het rode licht van de zonsondergang laat alle bergen warm kleuren. Helaas is ook die harde wind weer opgestoken. Hoe zou het met de andere teams gaan? Wij houden ons nog even bezig met sneeuw smelten om genoeg eten en drinken binnen te krijgen. Het tentdoek klappert luid. Veel slaap krijgen we niet.
De volgende ochtend is het ijzig koud en waait de wind nog altijd hard. We besluiten een uurtje later te vertrekken, met hoop op betere omstandigheden. Ik ben blij als we eenmaal vertrekken, al dat wachten is niet goed voor de zenuwen. Kunnen we het wel? Hopelijk word ik niet ook hoogteziek. Ik ben misselijk. Gaan we het redden? Hoe zijn de condities? Is die rotspunt naar de top niet veel te compact? Eenmaal aan touw trek ik een diep spoor richting onze top. Ik kom in een ritme en voel me weer in m’n element. We klimmen het hoekje om en hebben zicht op een prachtige ijswand. Het welbekende ‘nog één lengte’ komt weer terug. De klim lijkt eindeloos te zijn, maar het is maar 200 meter. Als we eenmaal op de graat staan ben ik blij rotsen onder mijn handen te hebben en niet meer in mijn gordel te hoeven hangen.
Na al het ploeteren worden we beloond met een prachtige topgraat! Redelijk vaste rots en leuke technische pasjes. We klimmen spectaculair tussen twee torens door en daarna moeten we voorzichtig over een grote flake klimmen. Ik kijk omhoog en opeens zie ik Sjoerd op de compacte rotstop staan. Het is gelukt! Veel tijd om te genieten van het prachtige uitzicht is er niet. Het trekt volledig dicht en begint te sneeuwen. We dalen langs dezelfde route af en komen bij het laatste licht moe en tevreden terug bij onze tentjes.
Wat is de Expeditie Academie?
De Expeditie Academie is een project van de NKBV en leidt jonge getalenteerde bergsporters op tot allround alpinisten die eerstbeklimmingen doen in ongebaand terrein. Het traject duurt twee jaar – deze lichting hee er drie jaar over gedaan vanwege de corona-reisbeperkingen. De kroon op de opleiding is een expeditie naar een aansprekend doel. Dit jaar start de selectieprocedure voor een nieuwe lichting.
Het team van Exepeditie Academie III bestaat uit Anniek Verschuur, Dennis Hendrikx, Je rey Meesters, Martin Platteschor, Michiel Telkamp, Noor van der Veen, Regien Winnubst, Robert Löwensteyn en Sjoerd Boersma. Zij werden opgeleid door coaches Boris Textor, Court Haegens, Bas Visscher en Niek de Jonge.
Scan de QR-code voor meer informatie over de opleiding, het team en eerder verschenen blogs.
Succes en tegenslag
Het succes op Pik Sindre, zoals Solo Silvan uiteindelijk is genoemd, is voor ons allemaal een mooie bevestiging van het belang van je kunnen aanpassen en de waarde van iets opnieuw proberen als het de eerste keer niet lukt. Bovendien kan de gedwongen aanpassing van je plan, zoals bij Robert en mij, ook mooie nieuwe beklimmingen opleveren. Toen wij terugkwamen in een leeg basiskamp, omdat iedereen nog op de berg zat, besloten we een hit-and-runpoging (in één keer van het basiskamp naar de top) te wagen op Muhz Teke (4948 meter), een berg die mogelijk ook nog onbeklommen was. En met succes!
Contrasten zullen er altijd zijn. Zo keerden Bas, Dennis en Anniek teleurgesteld terug van een poging op de noordgraat van Pik Elephant, die te brokkelig en gevaarlijk bleek. Maar ze hadden het wél geprobeerd en de juiste afwegingen gemaakt om niet verder te gaan. En terwijl we al deze ervaringen met elkaar delen en verhalen vertellen over omdraaien en doorgaan, zien we door de verrekijker hoe Je rey en Michiel de top van de Frendo Pijler (nu Pik Luis gedoopt) bereiken. Vijf dagen zijn ze onderweg in plaats van vier. Een dag zonder eten, een ongepland bivak in de rotswand. Maar ze passen zich aan en doen het.
HOOGTELIJN 1-2023 | 39 SNEEUW THEMA
De ijsval op de Borborduk Çoku
Foto Bas Visscher
Kriskras door het Griekse Pindosgebergte
Meer dan klassieke goden
Het is al donker wanneer de wielen van de camper de parkeerplaats op rollen. De bevroren sneeuw knispert onder het gewicht en de sneeuwkettingen helpen ons het laatste stukje tot de bosrand door te komen. Zelfs in het donker zie je de contouren van het gebergte goed. Zodra ik van de bestuurdersstoel van de camper de buitenlucht instap hoor ik een uil en voel ik de ijzige wind langs mijn wangen. Morgen gaan we hier de berg op, de met sneeuw bedekte skipistes verkennen in het winterse landschap van het doorgaans zomerse Griekenland.
Griekenland is de geboorteplaats van de democratie, westerse filosofie en diverse wetenschappen. De Grieken zijn de grondleggers van het theater en de Olympische Spelen. De rijke historie en de zonnige stranden maken Griekenland tot een populaire vakantiebestemming. Maar wij gaan op zoek naar iets wat we nog niet van dit land weten: wat heeft Griekenland ons in de winter te bieden? Onze zoektocht begint in het Pindosgebergte. Dit vrij onbekende, maar enorm indrukwekkende natuurgebied ligt in het noordwesten van de Helleense Republiek. Het gebied strekt zich uit over ongeveer 160 kilometer en ligt tevens gedeeltelijk in Zuid-Albanië. Haar toppen reiken tot ruim 2600 meter de hoogte in. Omdat dit gebergte de grens vormt tussen de Griekse periferieën Thessalië en Epirus wordt het ook wel de ruggengraat van Griekenland genoemd.
40 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst en beeld Mirte van Dijk
Weerbericht
Zodra we de kustplaats Igoemenitsa verlaten, waar we na een boottocht van tien uur vanaf Brindisi (Italië) binnenkomen, vallen ons de schaduwen van de bergketen direct op. Rijd je naar het noorden, dan schakel je meteen terug naar de tweede versnelling op de relatief steile snelweg. De wegen naar het zuiden zijn vlakker, maar kunnen net zo goed door het heuvelachtige landschap kronkelen om bij de kust te komen. Onze route wordt deze reis bepaald door het weerbericht. Sneeuw betekent de bergen in, bij storm zoeken we de golven op aan de kust. Twee weken rijden we met onze camper, surf- en snowboards kriskras door het land om Griekenland eens van de andere kant te bekijken: geen witte stranden, wel witte bergen.
Ons plan heeft als gevolg dat we al snel heel wat kilometers maken. Geeft niks, want het landschap is ontzettend gevarieerd. In slechts twee uur rijd je vanaf het strand de bergen in. De avond dat we de camper op de parkeerplaats van Vasilitsa Ski Center parkeren, is nog op dezelfde dag dat we aan de kust in het water lagen om te surfen. Ik schat dat het temperatuurverschil tussen beide locaties ongeveer vijftien graden is. Het is een bijzondere ervaring, van zoute zeelucht naar ijzige bergwind. Hoewel de golven op het water een genot zijn voor surfers, heeft Griekenland in dit winterse landschap ook bergsporters niets minder dan het complete plaatje te bieden.
HOOGTELIJN 1-2023 | 41 SNEEUW THEMA
Elena Koenz zet haar eerste verse sporen in Anilio Ski Center
Op splitboard navigeren we door onbekend terrein
Paden kruisen
In de ethos van de Griekse cultuur, staat ‘welwillendheid’ hoog op de lijst. Het valt me op dat de Grieken een welkome interactie zoeken, iets wat op toeristische locaties snel dubieus voelt. Toeristen brengen geld met zich mee, geld dat dit land wanhopig nodig heeft. Tijdens de pandemie heeft de Griekse economie – reeds in fragiele staat – opnieuw een grote tegenslag moeten verduren. De Grieken zijn echter ook trots. Trots op hun land, op hun cultuur en op zichzelf. Sommigen proberen aan de politieke problemen en het economische circus te ontsnappen. Zij zijn het die we vinden in de adembenemende natuur van dit land.
Vasilitsa Ski Center is geen groot skigebied. Het resort, met zeven liften, waarvan slechts twee stoeltjesliften, ligt weliswaar aan een doorlopende weg, maar veel verkeer rijdt er niet verder de bergen in. De parkeerplaats van het Ski Center lijkt meer op een eindbestemming voor de toeristen, die veelal uit het grote Athene of Thessaloniki komen, voor een weekendje weg van de drukte. Ik meng me met de Grieken in de rij voor de lift. Hoewel mijn twee reisgenootjes er voor gekozen hebben met hun splitboard de paden buiten de pistes te verkennen, voel ik me alles behalve alleen in het skigebied. In de stoeltjeslift ontmoet ik een softwareontwikkelaar uit het centrum van Thessaloniki en een vrije geest die een nomadenleven leidt. De een volledig uitgedost in de allerlaatste Gore-Tex wintercollectie, de ander in
een afgedragen fleecetrui op een oeroud snowboard vol met krassen en geroeste staalkanten. Ik vermoed dat hun paden nooit zouden kruisen in de stad, maar hier op de berg verkennen we als beste vrienden de hele middag de pistes en makkelijk bereikbare stukjes offpiste. De bergen verbinden ons, niet onze maatschappelijke status, ons economisch welzijn of onze politieke voorkeuren. Het is een uiterst bijzondere ervaring.
Oneindig veel mogelijkheden
Hoewel er diverse skigebieden dichterbij de grote steden liggen, hebben de bezoekers aan het Pindosgebergte goede
42 | HOOGTELIJN 1-2023
De bergen verbinden ons, niet ons economisch welzijn of onze politieke voorkeuren
Een dorpje dat niet op de kaart staat onderweg naar Vasilitsa Ski Center
Bergdorp Vigla Pisoderi
redenen om er steeds weer naar af te reizen. Er valt hier veel sneeuw, het landschap is fantastisch en de sfeer is uniek. In twee weken tijd bezoeken we drie skigebieden: we doen niet alleen Vasilitsa aan, maar ook Anilio en Vigla Pisoderi. We proberen daarnaast een splitboardtoer bij Milea, in de omgeving van het beroemde bergstadje Metsovo. Hoewel het meer op een training voor een langeafstandswandeling lijkt, ben ik ervan overtuigd dat je met splitboard oneindig veel – en betere –mogelijkheden hebt in dit deel van Griekenland. Zeker omdat de sneeuwcondities vanaf eind januari tot aan begin maart absoluut de moeite waard zijn.
Vigla Pisoderi, gelegen in de provincie West-Macedonië, is eveneens een fantastisch resort, vooral als je er meerdere dagen wil blijven. Dat is in Anilio Ski Center iets minder interessant.
Vigla Pisoderi ligt vrij afgelegen op de bergketen Verno en is met vijf liften iets groter dan Anilio. Ondanks dat de stoeltjesliften nogal langzaam gaan, is dit gebied een populaire bestemming. Dat komt mede door de enorme après-skibar, waarvan de
Met je splitboard heb je oneindig veel mogelijkheden
keiharde technomuziek door het hele gebied schalt. Het gebied bestaat eigenlijk uit twee afzonderlijke delen die met een lift en een lange bosweg aan elkaar verbonden zijn. Het ene deel, waar de après-skibar staat, is meer gericht op de beginners. Alle pistes komen onderaan op dezelfde plek uit. Op die plek, een soort plein van sneeuw, verzamelen zich alle toeristen en met een beetje pech sta je niet in de rij van de lift, maar ben je per ongeluk achteraan gesloten bij een klasje. Het andere deel is ruiger en biedt diverse mogelijkheden om tussen de bomen de verse sneeuw op te zoeken. We treffen het: er is verse sneeuw gevallen en pas met zonsondergang zijn we met een voldaan gevoel weer terug bij onze camper.
HOOGTELIJN 1-2023 | 43 SNEEUW THEMA
Elena Koenz in Vasilitsa Ski Center
Loslopende paarden worden ’s winters bijgevoerd
Lunch op de parkeerplaats
Wintersporten wisselen we af met surfen
KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING | WWW.NKBV.NL Top verzekerd voor
je vakanties In de bergen of op het strand nkbv.nl/verzekering winter_210_135.indd 1 11-1-2023 16:43:05
al
Freeride
In Anilio vind je vier li en, waarvan drie vrij nutteloos als je eenmaal bochten kan draaien. Ze staan verspreid over het resort met slechts vijf kilometer aan pistes. Maar die ene li gee je als freerider toegang tot een paar heuvels met goed gevulde kommetjes en leuke afdalingen tussen de bomen. Het is niet bepaald een resort waar je een week vakantie houdt, maar voor een weekendje ruilen de Grieken de stad graag in voor de natuur. Er is eigenlijk niemand die van de piste af gaat, maar we zien dat onze rst tracks o piste door twee enthousiastelingen gevolgd worden.
De Grieken ruilen de stad graag in voor de natuur
Zachte achtergrondmuziek klinkt uit het enige barretje hier op de berg als we op het hoogste punt van het uitzicht genieten. We proberen ons te oriënteren. In het westen vormt zich een donker wolkendek, een storm. Morgen is er dus goede surf aan de kust. We kijken elkaar aan en beslissen zonder iets te zeggen dat we vannacht aan de kust overnachten.
Griekenland laat zich niet louter de niëren door haar klassieke goden, charme en idyllische eilanden. Het onbekende achter wat we al kennen is waar je in dit land mee verrast kan worden. De mogelijkheden zijn in mijn ogen dan ook oneindig. Het land is
Griekse sneeuw
Reis
Je kunt vliegen naar Thessaloniki of met de boot vanaf Italië naar Igoemenitsa overvaren. Reizen over land is ook avontuurlijk. Houd hierbij de reisadviezen goed in de gaten. Voor de reis over land en zee moet je rekening houden met een extra reisdag.
Overnachten
In de skigebieden zelf vind je geen hotels, die liggen verderop. Ga je met de camper, dan moet je toestemming vragen aan het skigebied als je op de parkeerplaats wil overnachten. Sta je liever in de natuur? Ook dan heb je toestemming nodig van de eigenaar
van het stukje land of van de gemeente. Wildkamperen is in Griekenland niet toegestaan.
Vervoer
Je kunt alleen met een (huur)auto het Pindosgebergte in. Er is geen openbaar vervoer en de skigebieden zijn niet makkelijk te bereiken. Vergeet je sneeuwkettingen niet.
Prijzen
Skipassen kosten tussen de €12 en €20 voor een dagpas. In de kleinere dorpjes in het gebied zijn er niet veel faciliteiten, maar uit eten gaan is daar vaak voordeliger dan inkopen doen bij een supermarkt.
ieder seizoen een unieke bestemming voor cultuurlie ebbers, maar ook zeker voor buitensporters en berglie ebbers. De Grieken onthalen je warm met hun verhalen en overheerlijke eten. Ga voor Griekenland in de winter en je zult zien dat je nog heel onbekend avontuur te wachten staat.
SNEEUW THEMA HOOGTELIJN 1-2023 | 45
O piste avontuur in Vasilitsa Ski Center
Basiscursus sneeuw en ijs
Variabelen
in de formule
Alles is wit, het sneeuwt. Ik stuur een foto naar huis en grap over mijn ‘relaxte zomervakantie’. Dat ik de rest van de week in de zon voor de hut heb gezeten vertel ik er niet bij. Deze ene dag, waarop het sneeuwt, is waarvoor ik naar Oostenrijk afreisde. Ik doe mee aan de NKBV-basiscursus sneeuw en ijs vanuit de Vernagthütte, een cursus om de beginselen van het alpineren te leren.
Tekst en beeld Marjolein Wols
46 | HOOGTELIJN 1-2023
Wanneer ik aankom in bergsteigerdorf Vent ben ik zenuwachtig, maar zodra ik mijn medecursisten en gidsen ontmoet verdwijnt dat gevoel. Het spreekwoordelijke ijs is al snel gebroken en ik kan niet wachten om naar boven te vertrekken, naar de Vernagthütte.
De basiscursus sneeuw en ijs bestaat uit drie oefendagen en drie praktijkdagen. Eerst leren we de nodige technieken rondom de hut, daarna maken we langere tochten om het geleerde toe te passen. Op het programma staat een beklimming van de Wildspitze (3774 meter) en een doorsteek naar het Brandenburger Haus over de Fluchtkogel (3500 meter). Het wordt een intense week waarin ik mentaal en fysiek flink aan de bak moet. Om de basiscursus tot een succes te maken is echter meer nodig dan een beetje conditie en een goed geheugen. Volgens mij zijn er vijf variabelen in deze succesformule.
1 Groep
Een week lang ben ik op reis met negen andere cursisten en twee gidsen. Dat gegeven vind ik spannender dan het rotsklimmen dat op de planning staat. Maar de sfeer onderling is goed. Lopend, etend, klimmend en UNO-spelend leren we elkaar kennen. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten en valkuilen. Beide ontdek je in zo’n week al snel. We hebben van alles wat in de groep: twee medici, een bedreven klimmer, een marathonloper en een onervaren liefhebber (zo beschrijf ik mezelf voor het gemak). Maar we hebben ook de pessimist, de tehardloper en het blarenslachtoffer.
Het groepsgevoel zit er al snel goed in. Dat merken we ook als we op de voorlaatste dag met elkaar moeten besluiten hoe we de tocht aanpakken. Het plan voor die dag is om de oversteek naar het Brandenburger Haus te maken. Het weer is echter slecht en een van de cursisten heeft haar enkel verstuikt. Gaan of niet? Met zijn allen? Zonder haar? De gidsen laten dat besluit en de tochtplanning aan ons over. We besluiten met zijn achten te gaan lopen. Een van de anderen moet sowieso naar het dal voor verplichtingen in Nederland en de gewonde gaat met hem mee. Met de rest spreken we af dat we in ieder geval tot de graat naar de Hintere Guslarspitze lopen. Op dat punt kunnen we het verdere verloop van de route helemaal zien en moeten we de knoop doorhakken om verder te gaan of terug te keren. Uiteindelijk breekt tegen alle verwachtingen in juist op dat punt de zon door en lopen we zonder problemen over de Kesselwandferner naar de hut.
2 Gidsen
Natuurlijk zijn er naast tien deelnemers ook twee gidsen om te leren kennen. De gidsen die ons meenemen hebben beiden hun eigen specialismen: de een is vooral bedreven op ski’s, de ander stort zich volledig op rotsklimmen. Dat maakt voor de basiscursus eigenlijk weinig uit. Onze kennis staat op nul, deze twee mannen kunnen ons zo veel leren, een cursus van een maand was ook gemakkelijk gevuld.
De twee simpelste, maar belangrijkste dingen die we van de gidsen leren worden al snel de credo’s van onze groep: ‘liever twee seconden later, dan je hele leven dood’ en ‘er is altijd een kleinere stap’. Het schijnt typisch Nederlands te zijn om heel hard, met grote stappen de berg op te willen stampen. Thomas Grüner en Christoph Schranz geven veel cursussen en herkennen dit trekje direct. Ik leer van hen dat snelheid niet alleen zit in hard lopen, maar vooral in goed weten wat je doet: techniek en planning staan voorop.
3 Weer
Het is al september, maar wij treffen het met prachtig weer. Dat is mooi, want hierdoor kunnen we alle klim- en wandeltechnieken, knopen en reddingsmanoeuvres ‘in het echt’ oefenen. Behalve het remmen in sneeuw bij een val. Daarvoor is het weer té mooi geweest deze zomer. Er is geen sneeuw te vinden, de gletsjers zijn kaal en de beken uitgedijd. Door het smelten van het ijs komt er veel rots los en zijn sommige passages (voor een beginnersgroep) slecht begaanbaar. Zo vertellen de gidsen ons direct dat de route over de Fluchtkogel niet meer op ons programma staat. De condities zijn simpelweg te slecht.
Op de praktijkdagen slaat het weer om. Wanneer we een poging doen de Wildspitze te beklimmen trekt het dicht en ontnemen de wolken ons het zicht op de top en de kans die te bereiken. Op de terugweg steekt er ook nog een zuidenwind op: de föhn, vertellen de gidsen. Een van mijn doelen tijdens deze cursus is om meer te leren over het weer in de bergen. Daartoe is dit een
HOOGTELIJN 1-2023 | 47 SNEEUW THEMA
Pas aan het uiteinde van de Kesselwandferner zien we iets anders dan wit
Op de top van de Petersenspitze
Foto Christoph Schranz
Specialist in materialen voor extremen Kom langs voor het beste advies! Of bestel online, vanaf €50 geen verzendkosten! of gewoon lekkere warme sloffen voor thuis 0348-421648 DE OUTDOORSPECIALIST VAN NEDERLAND
Cursus
Bergsportreizen, de reistak van de NKBV, organiseert verschillende basiscursussen (voorheen C1-cursussen). Naast de Vernagthütte in het Ötztal kun je bijvoorbeeld ook kiezen voor een week Silvretta of Wallis. Wil je na de basiscursus verder? Dan kun je een gevorderdencursus (C2) of zelfs een specialisatiecursus (C3) volgen. Alle cursussen zijn te vinden op bergsportreizen.nl
Bestemming
Vent is goed te bereiken met het openbaar vervoer. De nachttrein brengt je in 13 uur direct van Utrecht naar Innsbruck, vanwaar je met een regionale trein en twee bussen verder reist. Vent ligt op 950 kilometer van Utrecht.
Voor de cursus vanuit de Vernagthütte is het handig om de kaart Alpenvereinskarte 30/2 Ötztaler Alpen – Weiβkugel
1:25.000 mee te nemen.
goede les. De föhn kondigt namelijk een front met slecht weer aan. En jawel, dat front bereikt ons de volgende ochtend, waardoor wij om de tafel moeten om te besluiten over onze tocht naar het Brandenburger Haus. Ik ben een beetje huiverig, maar een medecursist zegt: ‘Beter nu slecht weer met de gidsen, dan straks zelfstandig, zonder hen. Dan leer je dit ook maar vast.’ En daar hee zij gelijk in.
Nog even terug naar dat te mooie weer: ik was op zoek naar zomers winterweer, maar er is dus geen sneeuw te zien. Tot op de laatste dag: het front brengt een snijdende wind en de eerste sneeuwbui van het najaar: prachtig ‘slecht’ weer.
4 Voorbereiding
Voor vertrek bekijk ik de paklijst. Die staat vol materialen waarvan ik geen idee heb wat ik ermee moet. Ik googel het een en ander en kijk lmpjes over prusikknopen, maar wat ik eraan heb leer ik pas echt op de gletsjer. Veel van de spullen kan ik lenen. Het enige wat ik koop zijn schoenen. Reusachtige, zware D-schoenen. Maar hoe loop je die in? Ik woon in de stad en op verharde wegen lopen ze nu niet bepaald comfortabel. Niet meer dan een uurtje heb ik ze aangehad voordat ik in Vent arriveer. Het is dan ook geen verrassing dat ik na een uur omhoog lopen al stop en mijn hielen intape om blaren te voorkomen. Nou ja, mijn hielen intape? Ik laat mijn hielen intapen door een van de medici van de groep.
Dan is er nog het grootste punt, letterlijk: je rugzak. Licht maar goed inpakken is een kunst. Hoe neem je alles op die paklijst mee, zonder je een ongeluk te sjouwen? Ook dat laat gids Thomas ons zien. Hij lacht op de eerste dag al om de enorme tassen die wij meezeulen en gooit op dag twee zijn eigen bescheiden gele rugzakje op tafel om uit te pakken. De inhoud verrast me: wel een paraplu, maar geen schone sokken.
5 Verwachtingen
Deze laatste variabele is misschien wel de belangrijkste van allemaal. Hoe je er zelf in staat, bepaalt of de basiscursus sneeuw en ijs een succes zal zijn. Wat verwacht je van de cursus en wat wil je leren? Die vraag stellen de gidsen op de eerste dag aan alle deelnemers. Een vraag die ook goed is van tevoren aan jezelf te stellen: waarom wil je deze cursus volgen? Het is een basiscursus, je leert dus echt basisvaardigheden voor alpiene tochten. Dat wil niet zeggen dat je na deze week alle bergen zelfstandig kunt beklimmen. Wees dus realistisch.
Niet alle variabelen heb je zelf in de hand. Maar voor mij werd het een succes. Wij bereikten de top van de Wildspitze niet, maar ik kan daar niet rouwig om zijn. Ik heb geleerd hoe ik een tocht plan en hoe ik de wind en de wolken kan lezen. De kleine tegenslagen zijn voor mij misschien wel de beste lessen.
HOOGTELIJN 1-2023 | 49
Basiscursus sneeuw en ijs Vernagthütte
de Kleine tegenslagen zijn voor mij de beste lessen
Abseilen oefenen op vaste grond Richting de Vernagthütte
Ook rotsklimmen staat op het programma
THEMA SNEEUW
Foto Gijs Thiessens
50 | HOOGTELIJN 1-2023
Gidsen tussen de smeltende gletsjers
vind het wel leuk aan te passen, maar het moet steeds sneller’
Berggidsen staan aan het front van de klimaatverandering, omdat ze altijd buiten zijn. Het afgelopen jaar was een drama. Voor gids en winterklimmer David Bacci is het maar de vraag hoe lang hij zijn werk nog op deze manier kan doen. ‘Ik moet mijn routes aanpassen.’
‘Die rechtopstaande rand is de morene, zo gevormd door het ijs.’ Iets verderop in het nu licht besneeuwde berglandschap wijst David Bacci (38) op een gletsjer, die sinds de berggids en avonturier zich in Champoluc vestigde, nu zo’n vijf jaar geleden, een stuk is teruggetrokken. Verder naar rechts zien we een brede grijze bergwand. ‘Voorheen bedekt met een grote ijsmassa.’
Het uitzicht op het bergmassief Monte Rosa, op de grens van Italië en Zwitserland, is fantastisch. De Castor, de 4223 meter hoge top waarnaar we op weg zijn, schittert in de septemberzon onder een blauwe lucht. Het zomerseizoen is op zijn einde, er is niemand meer. De skili op zo’n 2700 meter hoogte staat stil. De verse sneeuw laat enkel sporen zien van vossen, hazen, hermelijnen en gemzen.
HOOGTELIJN 1-2023 | 51
Tekst Manon Stravens Beeld Zout Fotogra e
‘Ik
‘Deze dagen hee het eindelijk weer gesneeuwd’, vertelt Bacci. ‘Meer dan de afgelopen drie maanden. Elk jaar wordt het ietsje warmer, is het iets langer droog. Vooral 2022 was een ramp, maar ook 2013 en 2015 waren slechte jaren. In januari is het normaal winter, maar nu hadden we gewoon twintig graden. En niet een dag,’ zegt hij erbij, ‘maar een hele week. En totaal geen sneeuw.’
Winterklimmer
‘Wij berggidsen staan aan het front van de klimaatverandering’, vertelt Bacci later in de berghut, de Rifugio Quintino Sella, op 3585 meter. ‘We zien de veranderingen omdat we altijd buiten zijn.’ Bacci hee net een grote pan sneeuw gesmolten om thee te zetten. De houtkachel maakt het aangenaam warm in het winterverblijf van de hut waar we de nacht doorbrengen. De Nederlands-Italiaanse gids hee ons net een heel eind mee naar boven genomen. Of de beklimming van de Castor morgen doorgaat is nog maar de vraag. Veel wind, is de voorspelling.
Bacci, zoon van een Italiaanse vader en een Nederlandse moeder, is echt een winterklimmer. Hij werd geboren in januari 1985 in Naarden, ‘in een van de koudste en sneeuwigste winters van de afgelopen eeuw’, zo schrij hij op zijn website. ‘Sommigen zien de winter als een tijd van kou en donkerte. Ik krijg daar juist energie van. De korte dagen dwingen me om alles uit een dag te halen.’ ’s Winters klom Bacci onder meer de Inachevee Conception (5+) in Valle d’Aosta in Italië, de Beta Block Super (WI7) en de Crack Baby (WI6) in Kandersteg in Zwitserland.
Maar de kou wordt een zeldzaamheid, schrij hij ook. ‘Gletsjertochten worden steeds moeilijker. Eerder hadden we sneeuw tot juli, maar nu zijn de gletsjerspleten al in juni open. En die spleten worden steeds groter en instabieler. Voorheen liepen we over mooie gladde vlaktes, met sneeuw- en ijsbruggen, maar die worden ook steeds kwetsbaarder. Je loopt nu tussen de rivieren en watertjes.’
Polenta
‘Het werk voor de berggids verandert als gevolg van klimaatverandering’, vertelt Bacci terwijl hij een pan polenta voor zijn gasten kookt. ‘Ik moet mijn werk wel aanpassen. Als gletsjertochten gevaarlijker worden, probeer ik klanten bijvoorbeeld meer rotsroutes voor te stellen.’
Bacci gidst nog niet zo lang. Hij is vooral een avonturier, die in een aantal jaren een indrukwekkende klimcarrière opbouwde. Zijn carrière begon in 2013, toen hij in drie dagen de noordwand van de Aiguille des Grands Charmoz boven Chamonix beklom, voor hem ‘de eerste echt moeilijke noordwand.’ Daarna volgden onder meer de Matterhorn en de noordwand van de Eiger in Zwitserland, en de noordwand van de Petit Dru en de Grandes Jorasses in Chamonix.
In 2016 beklom hij via de Ragni Route de top van de Cerro Torre (3133 meter) in het zuiden van Patagonië. Een droom sinds hij als kind Scream of Stone zag, een lm uit 1991 over een expeditie naar de indrukwekkende piek. Ook beklom hij in dat jaar de Fitz Roy (3405 meter) en opende hij een jaar later een nieuwe route op de duizend meter hoge oostwand van de Cerro Murallón
Wie is David Bacci?
David Bacci (Naarden, 1985) is een alpinist en avonturier, en sinds 2020 ook berggids, uit het noorden van Italië. Hij werkt bij het gidsenbureau van Champoluc: guidechampoluc.com.
Dit zijn zijn mijlpalen:
2013: Aiguille des Grands Charmoz, noordwand
2016: Cerro Torre, Ragni Route, en de Fitz Roy
2016: BergsportAward van de NKBV
2017: Denali, via de 2800 meter hoge zuidwand, Slovak Direct
2017: Herman Plugge Irish Co ee Award
2018: Poging tot beklimming van nog onbeklommen noordwand van de Jannu East
2021: Matterhorn, noordwand, Bonatti-route
2022: Cerro Torre, nieuwe route geopend
(2656 meter) in Patagonië. In 2017 beklom Bacci in vijf dagen samen met de Italiaanse berggids Luca Moroni de route Slovak Direct op de Denali (6194 meter) in Alaska. Zijn tochten leverden hem dat jaar de Herman Plugge Irish Co ee Award op, een prestigieuze prijs voor de beste klimprestaties van Nederlandse alpinisten.
Klompen
Na zijn beklimming in Alaska vestigde Bacci zich in Champoluc, een skidorp in het Aostadal, aan de voet van de Monte Rosa. Hier trokken de eerste bergbeklimmers in de 19e eeuw op klompen, die Italiaanse migranten die in Nederland hadden gewerkt mee terug namen, de bergen in. Een foto van een lachend stel op klompen hangt aan de muur van het café waar we vlak voor vertrek ko edrinken.
Bacci gidst nu het hele jaar door. Tussen december en maart gaat hij vaak skitoeren, sneeuwwandelen of ijsklimmen. Of heliskiën (‘dat is wel een beetje decadent’). In april beginnen de lange o piste skitoeren, vooral in Chamonix en Zermatt. In mei gidst Bacci trektochten in Sicilië, onder meer op de Etna. Vanaf juni tot eind september doet hij vierduizenders in de Alpen. ‘En dan heb ik een beetje vakantie in oktober en november.’
52 | HOOGTELIJN 1-2023
‘Eerder lag er sneeuw tot juli, nu zijn de gletsjerspleten al in juni open’
Er staan nog wat avonturen op stapel, zoals Groenland en Baffin Island. Maar nu hij net vader is geworden, doet de gids het toch iets rustiger aan. Of althans, Bacci weegt de risico’s van een avontuur toch iets meer af. Hij heeft er wel over nagedacht, of een kind wel zo’n goed idee is als extreem alpinisme je hobby is. ‘Maar een echte droom is de moeite waard’, zegt hij ook. ‘Ik moet me niet laten meeslepen door anderen.’ Bacci is ‘best wel tevreden’ over zijn carrière tot nu toe. ‘Ik ben blij dat ik al veel heb gedaan. Ik heb niet alles uitgesteld, zoals mensen vaak wel doen.’
Sneeuwchampignons
De risico’s op avonturen zoals die van Bacci zijn groot. Hij verloor zeker drie klimmaten. Zo verongelukte in januari vorig jaar de Argentijnse klimmer en berggids Korra Pesce (41) op de Cerro Torre, waar hij met een vriend een route had geopend. Tegelijk klom Bacci toen met twee andere Italiaanse klimmers via een
route daarnaast omhoog. Ze hadden elkaars voortgang gedurende de klim in de gaten gehouden. Met een half uur verschil bereikten beide teams de top.
Korra en zijn maat Tommy wilden meteen naar beneden. ‘In het donker’, vertelt Bacci. ‘Hij probeerde ons over te halen mee te gaan. Maar het was warm, de zogeheten ice mushrooms begonnen alweer naar beneden te vallen.’ Deze overhellende brokken sneeuw en ijs, ‘soms zo groot als een koelkast’ ontstaan door wind en sneeuw en zijn een typisch Patagonisch fenomeen. En levensgevaarlijk bovendien, omdat ze kunnen afbreken. ‘Korra had nog geroepen “dan zien we elkaar voor bier in El Chaltén!”
Maar het liep verschrikkelijk af.’
Toen Bacci en zijn maten de volgende ochtend na een prachtige nacht op de top – ‘een ongelooflijke ervaring’ – vroeg begonnen met de afdaling en aan het begin van de avond weer op de
HOOGTELIJN 1-2023 | 53
gletsjer stonden, zagen ze een touwgroep naar boven komen. Dat was op dat uur geen goed teken, herinnert Bacci zich. ‘Er moest iets zijn gebeurd.’
Condors
En dat bleek. Korra en Tommy waren tijdens een pauze overvallen door steenslag. Korra was volledig verlamd geraakt. Tommy had meerdere breuken en een klaplong, maar wist toch nog verder af te dalen. Ze hadden veel van hun spullen verloren, maar Tommy had de satelliettelefoon teruggevonden in de sneeuw en kon een noodoproep doen. Zo vertelde het reddingsteam, dat bestond uit zo’n veertig man, onder wie de Duitser Thomas Huber. Bacci was ‘kapot’ van de zware afdaling, ‘maar we zijn met ze mee naar boven gegaan, we kenden de route.’ Met een drone wisten ze Korra’s vriend uren later te traceren. Van Korra geen spoor meer. Hij liet een dochter van dertien achter.
Het was heel heftig, herinnert Bacci zich. ‘Eenmaal beneden keken we omhoog. De Torre leek net een doodskist. Drie condors vlogen precies boven de plek waar Tommy was geweest. Dat was een eng beeld.’ Zes jaar eerder verloren twee Argentijnse klimmers ook al het leven op de Cerro Torre. Ook zij waren door steenslag geraakt. ‘Een van hen bloedde dood tijdens het abseilen, als gevolg van een slagaderlijke bloeding’, herinnert Bacci zich.
Het kan hem ook allemaal overkomen. Bacci ging al eens door het oog van de naald toen zo’n sneeuwchampignon rakelings langs hem heen viel. ‘Dit is extreem alpinisme. En het is gevaarlijk, al ben je nog zo goed.’
Een droevig mens De bergen hebben hem heel veel gebracht, ‘veel meer dan alleen risico’s’, aldus de gids. ‘Ik was een droevig mens, wist niet wat ik
wilde met mijn leven. Totdat ik het alpinisme vond.’ Na zijn studie internationale betrekkingen werkte Bacci een half jaar als beleidsmedewerker in het Europees Parlement en daarna een tijdje als tuinman. Maar hij wilde in de bergen wonen. Hij vond er zijn vrouw en zijn werk. En leerde er bovendien veel. ‘Zoals doorzetten op de moeilijke momenten waarop je je afvraagt waarom je dit doet.’ Mooie herinneringen, schitterende uitzichten, de kick van inspanning en gevaar. ‘In het normale leven is alles zo comfortabel, mooi en zonder gevaar. In de bergen is het altijd avontuur. Ze hebben me gemaakt zoals ik ben.’
Maar als de berg niet wil, dan gaat het niet. Dan kan je nog zo hard tegen jezelf zeggen dat je door moet zetten. Zo bleek de nog niet beklommen noordwand van de Jannu East (7468 meter), ten westen van de Kangchenjunga, toch een brug te ver. Bacci en zijn vriend Luca Moroni deden een poging in september 2018, maar keerden om. ‘Het was gewoon te moeilijk.’ Of die keer op de Mont Blanc. ‘We deden uren over een touwlengte. Er was superveel spindrift – door de wind opwaaiende sneeuw – en het was superkoud.’
Maar het dan nog een keer proberen, is niet Bacci’s sterkste kant. ‘Ik ben eigenlijk een beetje een moeilijke bergbeklimmer’, lacht hij.
Ook op de top zijn er soms donkere momenten. Zo voelde Bacci een moment van droefenis op de laatste meters naar de top van de Cerro Torre. ‘Dat was een raar moment. Ik was even niet blij, maar verdrietig dat de droom voorbij was. Het was zo leuk geweest, dat hele proces, dat doel dat je je hele leven hebt. Dat doel waar je al je tijd en geld in stopt, alles, alles, alles. En dan is het ineens klaar. Het is niet zo heel makkelijk om een nieuwe droom te hebben.’
Mooi kantoor
‘Ik doe dit voor mezelf. Maar als alles goed gaat, hoop ik dat mijn zoon straks zegt dat zijn vader leuke dingen heeft gedaan.’ En wat als zijn zoon in zijn voetsporen treedt? ‘Als hij voor iets anders kiest, is dat prima’, lacht Bacci. ‘Als hij dit soort dingen wil doen, en zichzelf goed voorbereidt, mij als voorbeeld ziet en het een beetje veilig doet, dan is het goed.’
Zijn eigen ouders weten echter van niets. ‘Mijn vader snapt er niets van, weet niet eens waar het allemaal is waar ik klim.’ Zijn moeder weet iets meer. ‘Die zit de hele tijd op internet te kijken waar ik dan ben. Zij had dit soort dingen ook graag willen doen, maar heeft het nooit gedaan. Ze weet niet precies wat het inhoudt, en dat is beter zo. Ignorance is a bless.’
54 | HOOGTELIJN 1-2023
‘Het is niet makkelijk om een nieuwe droom te hebben’
‘Dit is toch een leuk kantoor’, zegt Bacci terwijl hij voor ons uit door de sneeuw naar boven loopt. ‘Het mooiste kantoor dat je kan bedenken.’ Nog steeds kan hij genieten van de beklimming van de Castor, al hee hij van deze tocht, na acht keer deze zomer, wel een beetje genoeg gehad. Toch blij de berg speciaal. ‘Ik zie hem vanuit mijn huis en andersom: ik zie mijn huis vanaf de berg.’ In de verte glinsteren de daken van Champoluc in de zon.
Als alles goed loopt is het makkelijk, het gidswerk. Dat is echter niet altijd het geval. ‘Hier ken ik de bergen’, maar gidsen in voor hem minder bekende berggebieden maakt het ook spannend. ‘Dat is ook goed. Het moet geen lopendebandwerk worden.’ Bacci gidst het liefst mensen met al enige ervaring. ‘Klanten die niet t zijn, alles supereng vinden en constant zeuren, maken het werk zwaar. Maar soms onderschatten mensen zichzelf. Dan bereiken ze toch die top en zie je ze huilen. Ze konden zich niet voorstellen dat dit zou lukken. Hoe heb ik dat gedaan, vragen ze zich af. Dat maakt het werk weer wel mooi.’
Eigenwijze Nederlanders
Deze keer zal hij zijn bezoekers niet zien huilen. Het waait te hard, zo blijkt als Bacci de volgende ochtend rond zes uur naar
buiten gaat om het weer te checken. Vanaf de hut zien we de sneeuwstormen op de top van de Castor. Zelf worden we bijna van onze schoenen geblazen terwijl we de afdaling inzetten.
Lastige klanten hee hij soms ook. ‘Ze hebben natuurlijk betaald, dus willen naar die top. Ook als het hartstikke gevaarlijk is. Sommigen pushen je dan om toch naar boven te gaan.’ Vooral Nederlanders zijn eigenwijs, lacht Bacci. ‘Die denken heel vaak dat ze het beter weten, en willen overleggen. Maar in de bergen werkt dat niet. Ik bepaal.’
‘Het is ook niet zo gek’, zegt Bacci. ‘Anders dan Italianen en Duitsers kennen Nederlanders het vak van de berggids niet, want Nederland hee geen bergen. Ze weten niet waar ze het over hebben.
Tegenwoordig met internet denkt iemand al snel dat hij alles weet, maar de realiteit is toch altijd anders. Routes veranderen ook sneller door de klimaatverandering. Daar moet je gewoon de hele tijd mee bezig zijn, hoe de berg verandert. Dat is moeilijk op afstand.’
De planeet is wel een drama, zegt Bacci. Hij ziet de ‘warmtevluchtelingen’ vanuit Turijn naar Champoluc komen om op ruim 1500 meter een beetje te kunnen a oelen. ‘Ik hoop dat ik dit werk nog heel lang kan doen, maar ik heb er maar weinig invloed op.’ Gelukkig is er nog steeds veel ruimte voor ontdekking, ook in de Alpen. ‘Waar oktober voorheen te koud was, kun je nu mooie rotsroutes beklimmen. En de noordwand van de Piz Badile in Zwitserland hee nu betere condities dan ooit. Ik vind het wel leuk aan te passen, maar het moet steeds sneller. En dit jaar waren we echt verrast.’
HOOGTELIJN 1-2023 | 55
‘Dit is toch een leuk kantoor, het mooiste dat je kan bedenken’
De verborgen Griekse klimparel
Sleeping Beauty Manikia
Wie zoekt naar manieren om een vergrijsd dorpje nieuw leven in te blazen, zal waarschijnlijk niet zo snel aan klimmen denken als de meest geschikte optie. Toch is dit de perfecte uitkomst gebleken voor het Griekse dorp Manikia. In dit idyllische bergdorpje op het schiereiland Evia is door een samenwerking tussen lokale vrijwilligers, klimmers en sponsors een waar klimparadijs ontstaan, dat zeker niet onderdoet voor de bekendere Griekse klimgebieden Kalymnos en Leonidio.
56 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst Eva van Wijck Beeld Petzl Distribution, Jan Novak
Waar Frankrijk vroeger de uitvalsbasis was voor Nederlandse klimmers die bereid waren wat verder te reizen, zijn de afgelopen jaren ook andere landen steeds populairder geworden als locatie voor een klimtrip. Naast Spanje, Italië en Slovenië als bekende klimbestemmingen met een aangenaam klimaat, heeft ook Griekenland meer bekendheid verworven. Wie aldaar het echte vakantiegevoel wil combineren met prachtige rotsen – veelal aan zee – is al snel geneigd om naar Kalymnos of het net iets minder bekende Leonidio te gaan. Een nog minder bekend, maar minstens zo paradijselijk gebied is Manikia. Sinds vijf jaar is een steeds groter wordend team van vrijwilligers daar hard bezig om klimroutes te behaken en ondertussen het leeggelopen bergdorpje een nieuwe start te geven.
Locatie
Vanaf Athene is het zo’n tweeënhalf uur rijden naar Manikia. Een zeer afwisselende rit vanuit de Griekse hoofdstad, langs de uitgestrekte zee, leidt uiteindelijk naar kronkelige bergweggetjes. Een Griekse rijstijl, door de locals uitgelegd als lekker rustig, is hier op zijn plaats. Houd daarbij zeker rekening met de katten, honden en geiten die niet alleen langs, maar vaak ook over de weg wandelen. Tijdens het laatste deel van de autorit wordt de vallei van Manikia, met alle omringende bergwanden, langzaam zichtbaar. Vanuit Manikia zijn de klimgebieden met de auto goed bereikbaar. De aanlooptijd vanaf de parkeerplaats varieert van één tot veertig minuten. Vergeet tijdens de wande-
ling niet een aantal keer achterom te kijken, want het uitzicht over de weidse vallei is adembenemend.
Het Manikia Project
De economische crisis waar Griekenland al jaren mee te maken heeft, heeft ertoe geleid dat veel dorpen zijn vergrijsd. Jonge mensen zijn naar de grote steden getrokken, terwijl de ouderen achterbleven in de dorpjes waar ze vaak al hun hele leven wonen. In Manikia leidde deze leegloop ertoe dat op een gegeven moment de meerderheid van de inwoners al met pensioen was. Om in het dorp op een duurzame wijze de lokale populatie te activeren en jonge mensen aan te trekken, is een groep Franse klimmers in 2018 het Manikia Project gestart. Het doel van dit project is om de lokale bevolking te betrekken bij het behaken van nieuwe klimroutes en ze zo te verbinden met de klimmers die Manikia bezoeken. Tevens heeft het klimgebied een eigen reddingsteam dat volledig uit locals bestaat. Het project is een groeiend succes: naast dat het de lokale economie steunt door het kleinschalige toerisme, is een deel van de bewoners inmiddels ook gestart met klimmen.
Doordat de klimmende toeristen doorgaans in kleine groepjes komen, blijft het massatoerisme dat kenmerkend is voor bijvoorbeeld Kos en Chersonissos achterwege. De omringende dorpen hoeven zich niet aan te passen en de impact van het toerisme op de infrastructuur is laag. Het doel dat de oprichters van het
HOOGTELIJN 1-2023 | 57
Klimmen met een adembenemend uitzicht
Mumin Karabas in Kataramenos (7b+)
De allergrootste supporter van sport
Ja echt! Wij zijn er voor alle sporters, van vriendenteam tot TeamNL. Dus ook voor de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging
Bedankt dat jij meespeelt.
SPEEL BEWUST 18+ nederlandseloterij.nl
Manikia Project voor ogen hebben, is allesbehalve een toeristische klimhotspot worden. Manikia wordt echter steeds vaker vergeleken met klimwalhalla Kalymnos. Maar liever dan zo populair worden, zouden de vrijwilligers zien dat er een goede balans is tussen de lokale bevolking, klimmers en ander toerisme. Waar Kalymnos soms ten onder lijkt te gaan aan het succes – enige tijd wachten om een populaire route in te stappen is er niet ongebruikelijk – kan je in Manikia een hele dag klimmen zonder anderen tegen te komen. De locals noemen het daarom ook wel de ‘Sleeping Beauty’. Dankzij het harde werk van de vrijwilligers is het aantal klimroutes in Manikia in de afgelopen vijf jaar explosief toegenomen. De veertig routes die tussen 1995 en 2005 werden behaakt, zijn inmiddels aangevuld tot bijna zevenhonderd. Manikia telt meer dan twintig sectoren met routes variërend van 4a tot nog onbeklommen projecten in de negende graad.
Rustdagactiviteiten
Wie na een aantal klimdagen behoe e hee aan wat rust, kan volop genieten van de prachtige natuur rondom Manikia. Zo zijn er meerdere paden door de vallei, die het mogelijk maken om urenlang door de bergen te wandelen. Ter verkoeling kan een
Klimmen in Manikia
Gebied
Het klimgebied rondom Manikia is volop in ontwikkeling. Inmiddels zijn er in de ruim twintig sectoren meer dan zevenhonderd routes behaakt. Naast de honderden single-pitchroutes, biedt Manikia ook vij ien multi-pitchroutes, verdeeld over vier sectoren. De niveaus van de multi-pitches variëren van 6a+ tot 7b. Vanaf Manikia bereik je met de auto eenvoudig alle klimgebieden. De aanlooptijd tot de rotsen varieert vervolgens van één tot veertig minuten. Houd er rekening mee dat de noordwand van het klimgebied in ieder geval dicht is van januari tot en met juni vanwege broedende vogels.
Het Manikia Project
Het Manikia Project draait volledig op
vrijwilligers en de eenvoudigste manier om een bijdrage te leveren, is door de topo aan te scha en die zij hebben uitgebracht. Gezien de snelle ontwikkelingen van het gebied is het sowieso raadzaam om de meest actuele topo te raadplegen voor de recentste gradaties. Het is tevens mogelijk om zelf routes te openen. Neem hiervoor contact op met het Manikia Project via manikia.com.
Reis en accommodatie
Vanaf het vliegveld van Athene is Manikia binnen tweeënhalf uur met de auto te bereiken. De klimgebieden bevinden zich tussen de dorpen Manikia en Vrisi. In deze en omliggende dorpen zijn verschillende vakantiehuizen, appartementen en campings te vinden. Kijk voor tips op de website van het Manikia Project.
frisse duik in zee ook uitkomst bieden. Manikia zelf ligt niet aan zee, maar binnen een halfuur rijden ben je op het strand. Een actievere rustdag is ook mogelijk: huur een kano en vaar erop uit naar een van de verlaten stranden die alleen per boot bereikbaar zijn. De omgeving van Manikia biedt ook verschillende deep water solo-mogelijkheden, dus neem naast zwemkleding ook zeker klimschoentjes mee in de kano.
Petzl RocTrip
Al snel raakte Petzl betrokken bij het Manikia Project. Hoewel het merk voorziet in de nodige materialen en nanciële middelen, benadrukt het dat Petzl niet de initiatiefnemer of organisator is, dat is het project samen met de locals. Om meer bekendheid te geven aan het project, het klimgebied en de samenwerking, vond in mei 2022 hier de Petzl RocTrip plaats. Zo’n honderdvij ig bezoekers en de nodige pers reisden af naar het klimgebied om
het evenement, dat het best kan worden omschreven als een festival, bij te wonen. De ‘artiesten’ waren wereldberoemde, door Petzl gesponsorde atleten, onder wie Chris Sharma, Alexander Megos en Sasha DiGiulian. Gedurende drie dagen kon er uiteraard geklommen worden in alle omringende klimgebieden, uitgezonderd van enkele sectoren die vanwege broedende adelaren gesloten waren. Daarnaast gaven de atleten samen met ervaren berggidsen workshops, van single-pitchen voor beginners tot canyoning en overnachten in een portalegde. De livemuziek in de avond en de gemoedelijke en open sfeer die de klimwereld eigen is, maakten het festivalgevoel compleet. Het evenement werd op de laatste avond afgesloten met een groot feest. De variatie in artiesten – lokale volksmuziek afgewisseld met bekende klimmers achter de draaitafel – en het gemêleerde publiek van uitbundige klimmers en nieuwsgierige locals bewees dat de missie van het Manikia Project is geslaagd.
HOOGTELIJN 1-2023 | 59
een gemÊleerd publiek van uitbundige klimmers en nieuwsgierige locals
Cintia Percivati klimt Aorini (7b+)
Het ‘festivalterrein’ tijdens de Petzl RocTrip
Foto Petzl Distribution, Lafouche
Latemar en Lagorai
De twee gezichten van
In twee dagen zien we twee totaal verschillende kanten van Val di Fiemme, een van de dalen van Trentino. De ene dag lopen we tussen de ruige, kale, ruwe stenen van de Dolomieten, waar vrijwel niets groeit en het landschap gevormd wordt door grillige steenklompen. Een dag later lopen we in de groene, nauwelijks bekende bergketen Lagorai, waar je weinig mensen tegenkomt.
Val di Fiemme
60 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies
HOOGTELIJN 1-2023 | 61
Berggids Marco Bozzetta op de Torre di Pisa
In een paar minuten staat onze gids Marco Bozzetta bovenop de Torre di Pisa, 35 meter hoog en vrijwel even schuin als zijn evenknie, de grote publiekstrekker in de stad Pisa. Berggids Marco is een goede klimmer en gaat voorzichtig naar boven. De ochtendmist drijft nog tussen de grillig gevormde stenen torens. Het geeft een spookachtig beeld, zeker als opeens Aarts drone uit de wolken tevoorschijn klimt om opnames te maken van de gids bovenop de scheve toren. Geduldig wacht zowel de gids als de drone totdat de wolken oplossen tussen de rotstorens.
De Torre di Pisa is onderdeel van de Latemargroep, in 2009 uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed. Onze wandeling van tien kilometer door het imposante woud van lichte kalksteentorens begint in het skigebied van Predazzo, een van de dorpen in Val di Fiemme. Over drie jaar weet iedereen die de Olympische Winterspelen volgt waar het dorp ligt. Tijdens de Spelen van 2026 is het 80 kilometer verderop gelegen mondaine Cortina d’Ampezzo het centrum van de ski-onderdelen. In Predazzo staat de noordse combinatie op het programma: schansspringen en langlaufen. De schans, die gerenoveerd wordt, ligt direct naast de lift naar het skigebied.
Bleke bergen
Met de lift zweven we door het naaldwoud tot boven de boomgrens. Dan hebben we voor het eerst een blik op de imposante
Latemartorens, die de grens vormen tussen Trentino en ZuidTirol. Aan de andere kant van de berg is Duits de voertaal. De bleke bergen, zo werden de lichte, versteende koraalriffen vroeger genoemd. Pas nadat de Franse geoloog Déodat de Dolomieu rond 1800 een beschrijving maakte van het gesteente, kreeg het de naam van zijn beschrijver en werd het hele gebied de Dolomieten genoemd. De Latemargroep ligt in de Dolomieten, ten zuidoosten van Bolzano. De Toren van Pisa waar we naartoe lopen is een populair uitje, ook voor Italianen.
Val di Fiemme
Reis
De route van Utrecht naar Cavalese in Val di Fiemme is 1040 kilometer. Met de nachttrein reis je in 16 uur en 3 keer overstappen naar Bolzano. Vanaf daar kun je met de bus verder naar Val di Fiemme.
Tochten en kaart Het toerismebureau van Val di Fiemme heeft een
informatieve site waarop een behoorlijk aantal dagtochten staat. Er staat ook een planner op waarmee je zelf een route kunt genereren: visitfiemme.it
Gids
Wij waren op stap met berggids Marco Bozzetta, die prima Engels spreekt: guide-alpine.it
62 | HOOGTELIJN 1-2023
Harmonia door Dorota Koziara (Polen, 2016)
Een groene route van Monte Ziolera naar Pala del Becco
(VS, 2015)
Zonsondergang
Het pad slingert langzaam omhoog naar de voet van de ruwe rotsen. Al van ver is de Rifugio Torre di Pisa (of Latemarhütte, 2671 meter) bovenop het massief te zien. De hut heeft 36 slaapplaatsen en we hebben meteen spijt dat we daar geen nacht geboekt hebben. Wat een plek voor een zonsondergang!
Meteen achter de hut ligt dé toren waar het allemaal om draait: een stevige, 35 meter hoge schuine pilaar van brokkelig gesteente. Er is eigenlijk maar één plaats om de toren mooi te fotograferen en daarvoor is een drone onmisbaar, volgens Aart. Marco aarzelt geen moment als Aart vraagt naar boven te klimmen, zodat de dimensie van de toren duidelijk wordt. Het pad slingert verder tussen de losse brokken steen en hoge stenen torens, versteende koraalriffen van zo’n 250 miljoen jaar oud. Marco vertelt dat het er ieder jaar anders uitziet. Ook in het labyrint van Latemar, waar we later doorheen lopen, verandert de route ieder seizoen.
Voor de rondgang van tien kilometer moet je ruim vijf uur uittrekken, je stijgt bijna 800 meter. Na het verlaten van het indrukwekkende labyrint volgt nog een flinke boog om het gebergte, waarbij je hoog boven Obereggen en Pampeago blijft, maar waar nog de nodige klimmetjes volgen voordat je weer eindigt bij de lift naar Predazzo.
Groen en uitgestorven
Een dag later rijden we met Marco via Molina di Fiemme bijna twintig kilometer door een nauw dal naar Passo Manghen.
Kunst op de berg
Voor wie een dag niet alleen rotsen wil zien, maar ook oog heeft voor kunst in de buitenlucht, is er op de flanken van de Monte Agnello het hele jaar de kunstmanifestatie RespirArt. Elf jaar geleden werd de kunstroute bedacht door de in Zwitserland geboren kunstenaar Marco Nones en kunsthistorica Beatrice Calamari. De naam van het project is afgeleid van respirare, het Italiaanse woord voor ademhalen. Adem heb je nodig op het drie kilometer lange parcours met 200 hoogtemeters, waarop ruim dertig kunstwerken te zien zijn. Eén van
die kunstwerken, Symbiose, is van de in Zweden wonende Hannah Streefkerk uit Groningen. Zij borduurt en haakt korstmossen tot een onregelmatige lappendeken die ze bevestigt op de stammen van bomen. RespirArt is gratis te bezoeken. In de winter kan dat op ski’s. In de zomer gaat er een mooie dagtocht, eventueel vanaf het begin van de Agnello stoeltjeslift (1760 meter) in Pampeago, over route 514 naar Chalet Caserina. Over de deelnemers en de kunstwerken van RespirArt is te lezen op respirart.com
’s Ochtends vroeg een vrijwel uitgestorven weg, later op de dag vol motorrijders, die een sport maken van het rijden op deze smalle bergwegen en die we vooral horen. En er zijn fietsers die hun hand niet omdraaien voor de 1200 hoogtemeters, met een gemiddelde stijging van 7,7%, met een uitschieter naar 18,2%.
Op nogal wat plaatsen is er een enorme kaalslag, deels veroorzaakt door storm Vaia in 2018, maar deels ook door de bostrico tipografo, de letterzetter, die gangetjes graaft onder de schors van met name fijnsparren. Aangetaste bomen zijn reddeloos verloren. Veel is opgeruimd, nieuwe bomen krijgen een kans op de nog kale berghellingen.
Monte Ziolera
We komen aan in de Lagorai, een vijftig kilometer lange bergketen, een van de grootste in de provincie Trentino, met de Cima d’Asta (2847 meter) als hoogste top. Een gebied waar een paar hutten staan, en een enkele boerderij, maar geen toeristische bouwwerken zoals in de Latemar. Een ideaal gebied om een paar dagen doorheen te trekken.
Het labyrint van Latemar
ziet er ieder jaar anders uit
Ons doel voor vandaag is de Monte Ziolera. Met 2478 meter een echte top, met een kruis. Met gids Marco lopen we over weinig belopen paadjes naar boven. Het is steil en het gras is nog vochtig van de ochtenddauw. Op de winderige top wordt het al gauw te fris. We dalen af via de bergmeren Lago di Montalon en het grotere en prachtige Lago delle Buse, een geliefde plek van veel Italianen voor een picknick. En voor een duik in het frisse water. We lopen om de Pala del Becco (2423 meter) en zijn na bijna 12 kilometer en 600 hoogtemeters in goed vijf uur terug in de Rifugio Passo Manghen.
Na de lange rit terug door de vallei nemen we afscheid van Marco in de plaatselijke brouwerij Birra di Fiemme. Marco heeft morgen een pittige dag gepland met een tien uur durende klimtocht in de Marmolada. Hij houdt het dus op water, wij genieten van een lokaal Larixbier; met de wat zoetige smaak van gerookt hout verlengen we onze dag in de groene, aangename Lagorai.
HOOGTELIJN 1-2023 | 63
Mind’s Eye door Olga Ziemska
Van de Alpen naar Marokko en van Zweden tot aan Oeganda
Het leven van een aspirant-IML
Samen met tien collega-aspiranten is Tim van Helmond (42) in opleiding tot International Mountain Leader (IML). Hij beschrijft voor Hoogtelijn zijn persoonlijke ervaringen tijdens deze driejarige beroepsopleiding. Na een jaar vol reisbeperkingen werden de zomermaanden van 2021 en 2022 goed gevuld met opleidingsweken en stagereizen.
Nadat we in 2020 alleen theoriemodules konden doorlopen, stonden we in juni 2021 te popelen om vanuit Chalet AlpeLune in de Écrins een week te werken aan IML-basisvaardigheden. We oefenden met rivieren oversteken, confidence roping met angstige deelnemers in rotsblokkenterrein, navigeren met alleen een Marschskizze (een snelle schets van de route met markante punten), speednavigatie, informatieve verhalen vertellen en lesgeven. Met de opgedane kennis mocht ik die zomer, als stagereis, samen met IML-gids Allard van Lingen een tocht wildkamperen langs de meren van de Silvretta begeleiden. We sloten het opleidingsjaar 2021 in stijl af met een alpiene trektocht door het Bernina- en Valmalencogebergte. In 2022 ging de opleiding verder met een culturele trektocht rondom Ighil Mgoun (4071 meter) in het Marokkaanse Atlasgebergte, in oktober gevolgd door wildkamperen in het Zweedse bergmassief Snasahögarna. De kers op de taart werd mijn tweeweekse stagereis op en rondom de uitgedoofde vulkanen van Karamoja in Oeganda. Aan de hand van enkele van mijn dagverslagen laat ik zien wat de opleiding tot IML behelst.
ITALIË: Bernina-Valmalenco
In Cavaglia stappen we uit de Bernina Express. Iedere aspirant zal een dagtocht leiden, onder toezicht van IML-gids Pierre Looman en UIAGM-berggids Roeland van Oss. Vandaag gaan we via het bos en open blokkenterrein op weg naar Pass da Canfinal. Onophoudelijk volgt de ene regenbui de andere op. Vanaf 2400 meter hoogte lopen we in de wolken, die af en toe openbreken.
Door een hagelbui en harde wind is het guur op de col. We zoeken daarom beschutting in een bivakhut. Na de lunch dalen we af naar Alpe Gembré, een neder-
zetting bestaande uit stenen hutjes met karakteristieke stenen daken. Daarna lopen we in een sneeuwbui om het stuwmeer Lago di Gera naar Rifugio Bignami.
We genieten van echte Italiaanse koffie en hangen onze spullen te drogen. Samen evalueren we onze dagtocht. Morgen hebben we een dag rondom de hut, om touw- en zekeringstechnieken te oefenen. Buiten ligt inmiddels verse sneeuw. De herfst klopt op de deur en het zomerseizoen loopt op zijn einde, maar niet voordat wij deze alpiene opleidingsweek hebben genoten!
64 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst en beeld Tim van Helmond
MAROKKO: Ighil Mgoun
Onze Marokkaanse gidsen Mohammed en Abdou brengen ons van het drukke Marrakesh naar het bergdorp Abachkou in de Hoge Atlas. Daar ontmoeten we het team van herders en hun zeven muildieren. Zij zullen ons de komende week voorzien van ontbijt, lunch en avondeten en onze kampeeruitrusting van kamp naar kamp brengen.
Bij berberdorp Ghougoult, op 1900 meter, richten we ons eerste tentenkamp in. Als het kamp staat en de schemering invalt, genieten we van ons avondmaal. Daarna gaan de kaarsjes aan, wordt er gezongen en veel gelachen. In deze heldere nacht met duizenden sterren aan de hemel besluiten Maarten en ik om niet onder mijn tarp, maar in de openlucht te slapen. Wat gaat deze week nog meer brengen, want het kan nu al niet meer stuk...
OEGANDA: Karamoja
Vandaag mag ik de tocht der tochten van deze trektocht rond en op uitgedoofde vulkanen in Karamoja leiden. Het wordt een samenspel met National Park-ranger Maddy. Na een zonnegroet beginnen we aan de negenhonderd hoogtemeters tot aan Wagagai, met 4321 meter de hoogste van vijf toppen rondom de krater van de vulkaan Mount Elgon. Vanaf Jackson Pool klimmen we naar de kraterrand. Die volgen we een tijd, tot net voor de finale klim. De klim naar de top is prachtig. De één kletst wat, de ander wandelt in gedachten. Op de top zijn we euforisch: we zingen ‘Wa-ga-gai’, omhelzen elkaar, maken foto’s en turen door mijn verrekijker.
Terug bij Jackson Pool staat er warme lunch voor ons klaar. Zalig! Terwijl we zitten te eten slaat het weer om. Onderweg naar het tentenkamp horen we de donder en valt er een regenbui. Het maakt het plaatje compleet. Een geslaagde topdag voor iedereen!
Meer over de opleiding van Tim
Dit artikel is het tweede in een drieluik over de opleiding tot IML. In Hoogtelijn 2-2021 las je het eerste deel: Gedeelde passie voor de bergen. Wil je in meer detail lezen over de opleiding van de Nederlandse Associatie voor International Mountain Leaders? Volg Tims reizen dan op Instagram of Facebook, @timthemountaintraveler.
ZWEDEN: Snasahögarna
Vanuit accommodatie Enaforsholm Fjällgård vertrekken we in twee groepen voor vijf dagen wildkamperen. IML-gidsen Markus Nyman en Frank Rempe wisselen dagelijks van groep. De dagleiding van mijn groep is vandaag in handen van Lucas. Hij neemt ons mee door het bos, afgewisseld met veen- en mosvelden. We klimmen langs de waterval Silverfallet omhoog, waarbij Markus ieder van ons vraagt een geschikte plek te zoeken om als groep over te steken en daarbij de risico’s in te schatten. In de uren daarna blijven we stijgen en navigeert ieder voor zich langs gevraagde punten met behulp van alleen kaart en kompas.
Net onder de col, op ongeveer 1200 meter hoogte, is de andere groep begonnen het tentenkamp in te richten. Als het donker genoeg is geeft Markus het startsein voor de nachtnavigatie. Met alleen kaart, kompas en hoofdlamp oefenen we navigeren in het donker en de regen. Telkens wordt één persoon op kompaskoers vooruit gestuurd, naar een meer hoger op de berg. Voldaan komen we terug bij ons kamp en kruipen we onze tenten in. Welterusten!
HOOGTELIJN 1-2023 | 65
66 | HOOGTELIJN 1-2023
Over het meer Virihaure kijk je uit op de Noorse bergen in Rago
Het Padjelantaleden in Zweden
Het land
gebroken tongen van de
We zijn mazzelaars. Bijna de hele rit vanaf Kiruna keken we naar zwiepende ruitenwissers, maar nu, met nog een uurtje te rijden, gaan ze met steeds grotere onderbrekingen om ten slotte helemaal stil te vallen. Eindelijk zien we het enorme meer Akkajaure in volle omvang. Als dan ook de wolken nog breken en de witte toppen van Sarek tevoorschijn komen, kan onze dag niet meer stuk. We hebben net de laatste regen van heel onze nazomerse tocht gehad. Hoeveel geluk kan een wandelaar hebben?
Aan de overkant van het meer begint onze driedaagse wandeling over het Padjelantaleden, een wandelroute in het noorden van Zweden die in totaal tien etappes kent. Vanwege de stevige wind vaart het veerbootje naar de overkant niet, dus zijn we aangewezen op het andere openbaar vervoermiddel: een lijndienst met een helikopter. Het gebied waarin we gaan lopen is ontoegankelijk voor wegverkeer. ’s Winters kun je er goed uit de voeten met een sneeuwscooter, maar ’s zomers is het voor de bewoners kiezen tussen dagenlange voettochten of de dagelijkse helikoptervlucht. Een rare gedachte, met alle ellende veroorzaakt door te veel vliegverkeer in het achterhoofd.
Majestueus
Tien minuten later wordt het lawaai van de vertrekkende helikopter snel overstemd door het
enige andere geluid hier: het alomtegenwoordige ruisen van stromend water. Padjelanta is het grootste nationale park van Zweden en een aaneenschakeling van bergen, waterstromen en meren. Er zijn in het hele park niet meer dan drie Samidorpjes, al komen daar zomers wat tentendorpen op de ells bij. De naam Padjelanta komt uit het Sami en betekent Het Bovenland. In de dalen raak je soms net onder de boomgrens, op de ells en in de bergen ben je daar meteen boven. Al met al zou je dit schoolvoorbeeld van een schaars bevolkt Noord-Scandinavisch landschap bijna saai kunnen vinden, als het niet begrensd zou zijn door de majestueuze toppen van Sarek in het oosten en Noorse bergen in het westen. Nu in september komen de mooiste dagen eraan. De natuur kleurt van groen naar rood en op de bergtoppen valt de eerste poedersneeuw van de winter.
HOOGTELIJN 1-2023 | 67
Tekst en beeld Frank Husslage
Zompig
Wandelend over afwisselend veenpaden, door onhandig hobbelende keiige rivierdalen en over flora beschermende plankenpaden komen we langzaam vooruit. Stiekem klimt en daalt het pad toch best wat en de ondergrond maakt het lopen er niet altijd makkelijker op. De voorspelde zompigheid van de paden valt mee. Ik loop op stevige laarzen, maar de normale bergwandelschoenen van mijn maatje voldoen ook uitstekend. Met zo’n vier kilometer per uur worden het nog lange dagen, met steeds dik twintig kilometer tussen de hutten. We hoeven ons echter niet te haasten, want er is aangenaam lang daglicht. Hier boven de poolcirkel schelen zonsopkomst en -ondergang nu, half september, weinig met Nederland, maar de lange schemering geeft ons uren extra daglicht.
Drinkwater komt uiteraard rechtstreeks uit de beek
Zelfvoorzienend
Het is druk. Halverwege onze eerste wandeldag ontmoeten we al de derde tegenligger. Een Duitse wandelaar is solo onderweg voor een doorsteek van nationaal park Sarek. Een alleszins stoere onderneming met een dito rugzak. Nu, net na de start, met eten voor zeventien dagen erin, weegt deze nog 33 kilo. Wat we de komende dagen aan wandelaars tegenkomen, lijkt daar keer op keer hun hand niet voor om te draaien. Ze moeten ook wel, want je kunt er niet op rekenen ergens onderweg eten te kopen. De nederzetting Staloluokta heeft als enige een overdekt kraampje, waar je in de zomermaanden wat basisbehoeften kunt kopen, zoals sardientjes, chocolade, gevriesdroogde maaltijden en uiteraard alcoholica. Met veel geluk vind je in de tussenliggende hutten ook wat eetbaars, maar reken nergens op en zorg dat je zelfvoorzienend bent.
Waterval
Sjnjuvtjudisjávrásjjåhkå heet het hier. Je zou over minder je tong al breken, wat niet ongebruikelijk is in het Sami. De beek hier wordt overspannen door een metalen brug. Er is een schuilhut, een toilet en een picknickbank. Het is een mooi doel om vanaf de veerboot in een dag naar op en neer te lopen. Het geluid van water is ook hier continu hoorbaar. Onze stoere Duitse wandelcollega vult dat nog eens aan met een extra waterval. Een spraakwaterval in dit geval. Het lijkt of hij de eenzaamheid van zijn solotocht met een lange toespraak wil compenseren. Niet dat hij onvriendelijk is
of zijn verhaal saai, verre van zelfs. Hij is de vriendelijkheid zelve en heeft veel interessants te vertellen. Maar na twee kilometer verlangen we weer naar stilte. We zetten er wat steviger de pas in en lopen voor hem uit. We hopen maar dat we vannacht niet op hem aangewezen zijn als enige andere gast in de hut.
Sami
Hut is wat schamel uitgedrukt. Siguris is, net als de andere hutten hier, een complex van grotere en kleinere gebouwtjes. Een eigen huisje voor de beheerder, een opslaghok, een sanitaire hut en meerdere overnachtingshutten met bedden, verblijfsruimte en keuken. Drinkwater komt uiteraard rechtstreeks uit de beek, zoals je hier vrijwel altijd het natuurlijke water ongezuiverd kunt drinken. Als we ons willen melden is er geen beheerder te bekennen. Alleen een briefje op de deur, dat ze naar het dorp is en vanavond of morgenochtend terugkomt. De hutten in het park worden gerund door de Samigemeenschappen van de dorpen Sirges, Jåhkågasska en Duorpon. In de loop van de avond arriveert nog een handvol andere wandelaars. Allemaal overnachten ze in hun tent. Onze vriendelijke Sarekganger is daar niet bij; wij houden de hut voor onszelf. We genieten van een kraakheldere, vrieskoude avond. Na de eindeloze zomernachten beleeft het gebied nu weer de eerste echte duisternis. Er zou vannacht zomaar noorderlicht te zien kunnen zijn.
68 | HOOGTELIJN 1-2023
De toppen van Sarek torenen boven onze route uit
Rendieren
Voor mijn maatje is dit de eerste keer in arctisch gebied en afgelopen nacht zag ze voor het eerst het noorderlicht. Het blijft een bijzonder fenomeen, maar ik hoop dat ze het beter te zien krijgt dan de laatste restjes uitdovend licht die we nog net meepikten. Met vandaag een uur of acht lopen te gaan, maken we gebruik van de uitgebreide ochtendschemering en zijn we al vroeg op pad. Na het woeste beekdal achter de hut doorgestoken te zijn, wacht ons een cadeautje: een heldere blauwe lucht boven een witberijpte fjell met verspreid wat plukjes rendieren. Sami die we eerder spraken vertelden al dat de rendieren nog laat boven zijn. Meestal trekken de dieren in september de dalen van het binnenland in. Nu hebben ze echter op de fjell nog meer dan genoeg te eten met de overvloed aan paddenstoelen die er dit jaar is. Drie dagen lang zien we rendieren in alle soorten en maten. Van solitaire bokken die enorme geweien torsen, tot kleine kuddes met nog witte kalfjes. Tegen de zon lichten de fluweelachtige geweien prachtig op.
Infrastructuur
Met 24 kilometer en daar bovenop de nodige hoogtemeters komen we onze dag wel door. In eerste instantie volgen we op afstand een meer, waardoor we weinig stijgen of dalen en lekker opschieten. Helemaal ongerept is het hier niet. De alomtegenwoordige plankenpaden zijn niet het fraaiste om te zien in dit landschap, maar vele malen beter dan de kapotgelopen vijfbaanspaden die je op populaire bucketlistroutes moet trotseren. Tientallen stroompjes passeren we met droge voeten, dankzij allerlei brugconstructies. Meestal zijn dat wat planken, af en toe is het een metalen constructie en heel soms is het een enorme hangbrug. Halverwege zo’n brug vraag ik me toch steeds af hoe ik zo’n bulderende rivier anders over had moeten komen. Nadat een hangbrug het Nordkalotleden aan onze route toegevoegd heeft, verlaten we de dalbodem en stijgen stap voor stap goed driehonderd meter. Niet echt veel, maar met al de nodige kilometers in de benen en een stevige rugzak die ons de modder in probeert te duwen, is het toch een pittige anderhalf uur. We zijn
blij als na een korte maar steile afdaling Låddejåkkå in zicht komt. Terwijl ik mijn maatje op de hut wijs, vergeet ik hoe glad de rotsen hier soms zijn en ga ik keihard onderuit. Je zou met minder je botten al breken. Alweer hebben we mazzel.
Spoken
Vijf dagen geleden had iemand hier minder mazzel. In een lang gesprek vertelt de waard van Låddejåkkå me over een jonge wandelaar. Zij kreeg bij de hut een hartstilstand. Door het slechte weer duurde het anderhalf uur voordat een Noorse reddingshelikopter ter plekke was. De wandelaar overleefde het niet. De waard, die haar al die tijd poogde te reanimeren, is hier nu alleen. Al vijf dagen spookt het door haar hoofd. In wat voor hel moet zij nu leven, terwijl ze gedaan heeft wat ze kon? Ze overstelpt ons met goede raad om maar zo veilig mogelijk onderweg te zijn.
Het was een groot feest aan het firmament
Maar ze raadt ons ook aan om vanavond de wekker te zetten. Gisteren zagen we alleen de laatste restjes noorderlicht, maar de uren daarvoor moet het prachtig geweest zijn. Vannacht kan het opnieuw zo zijn. Als ik vele uren later rillend van de kou mijn bed in kruip, ben ik blij met haar goede raad: het was groot feest aan het firmament.
Hartjes
Na afscheid genomen te hebben van de waard, stijgen we over een bevroren helling langzaam de zon tegemoet. Boven de horizon groeien de bergen van Sarek hoger en hoger. We voelen ons bevoorrecht. We zijn zo vroeg dat de rendieren nog slapen. Alleen een bosje geweien en wat ademwolkjes steken boven het gras uit. Pas als we vlakbij zijn, merken ze ons op en wandelen
HOOGTELIJN 1-2023 | 69
VERBETER JE:
• Mobiliteit
• Stabiliteit
• Conditie
• Kracht
bergen in KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING | WWW.NKBV.NL
Ga deze zomer fit de
verklein de kans op blessures en heb meer plezier op vakantie nkbv.nl/fit
rustig wat verder. Een sprookje. We zijn hier in de buurt van een zomernederzetting van de Sami, maar die is al ontruimd voor de winter. De tenten liggen opgerold aan de grond verankerd en overal staan houten wc-huisjes. Die hebben een leuk detail: in de deuren zijn geen hartjes, maar hertjes gezaagd.
Picknick
Omdat we maar drie dagen hebben, lopen we vandaag een dubbel traject. Op die manier komen we morgen bij een stopplaats van de vliegende autobus. De dag brengt opnieuw 24 kilometer met wat hoogtemeters. Niet gekker dan gisteren, maar mentaal toch anders, doordat we twee trajecten lopen. Halverwege de dag zie je het dorpje, je daalt af ernaartoe en komt aan bij een hut, maar moet dan toch weer verder. Opnieuw klimmen. Gelukkig over een pracht van een helling, eerst over een pad tussen poolwilgjes en oranje kleurende berken, later geen rechttoe rechtaan pad meer, maar van rotsrug naar rotsrug met heel soms een klauterstapje. Het uitzicht wordt met iedere hoogtemeter fraaier. De oever van het meer onder ons lijkt wel de Zweedse scherenkust. Voorbij de laatste bergkam treffen we een waarachtig picknick-walhalla. Een dozijn kraakheldere meertjes met een overvloed aan windvrije zitplekjes, dit alles gelardeerd met in het water weerspiegelde rendieren. Nog sterker dan eerder deze wandeling vind ik het jammer dat we een huttentocht maken en niet met de tent onderweg zijn. Maar op zoveel geluk met het weer hadden we niet mogen rekenen.
Grijns
Ons gasbrandertje heeft zijn werk weer gedaan. Met een buik vol warme chocomelk lijkt een lange, lange afdaling door bosjes dwergberken lange tijd naar nergens te leiden. Verstopt in een hoekje aan het meer doemt dan toch ineens Staloluokta op, de grootste nederzetting in het park. Het dorp met het fameuze
Padjelantaleden
De route
Padjelantaleden is een wandelroute in Zweeds Lapland. De route is 140 kilometer lang en de hoogteverschillen komen tot maximaal zo’n 300 meter per etappe. De wandeling voert van Ritsem zuidwaarts door het Nationaal Park Padjelanta naar Kvikkjokk. De complete tocht wordt gewoonlijk in 9 tot 10 dagen gelopen. Dat kan van hut naar hut, maar uiteraard ook met de tent. Het traject van Ritsem tot aan Staloluokta wordt over het algemeen als het mooiste deel genoemd, de zuidelijker trajecten zijn minder open. Vanaf Låddejåkkå kun je ook het Nordkalottleden volgen, dat meer door open fjelllandschap voert.
De informatie dat hutten je aan eten kunnen helpen klopte niet op het moment dat wij de route liepen, net voor de wintersluiting in 2022. Wellicht is dat in het hoogseizoen anders. Over het alge-
meen wordt aangeraden met voldoende mondvoorraad op pad te gaan en wat in hutten te koop is als een extraatje te zien.
Onze tocht
Wij begonnen de tocht vanuit Camp Ripan in Kiruna, maar gebruikelijker is vanuit Gällivare. Ritsem is met een lijnbus bereikbaar vanuit Gälllivare. Kiruna en Gällivare liggen op circa 2600 autokilometers van Utrecht en zijn voor de geduldige reiziger ook per trein bereikbaar.
Meer informatie
Een betrouwbare informatiebron bleek het Duitstalige boekje Schweden: Padjelantaleden van Michael Hennemann (Conrad Stein Verlag, € 12,50). Daarnaast gebruikten wij de kaart van Lantmäteriet Fjällkartan, Skala 1:100.000, BD 10 Sareks Nationalpark. Online zijn swedishlapland.com en visitsweden.nl goede bronnen.
winkeltje, waar een plaggenhut in gebruik is als kerk en waar de hut van de Swedish Tourist Association een sauna heeft. De hut en het winkeltje zijn de enige nog bewoonde plekken. Alle andere inwoners zijn voor de winter vertrokken naar Kvikkjokk, de achterblijvers vertrekken over tien dagen. Zo’n beetje als enige geniet ik van opnieuw een kraakheldere zonsondergang over een dito meer. Het houdt maar niet op.
Toch stel ik de ochtend daarop de sympathieke huttenbaas zwaar teleur, als wij tweeën samen met een kop gloeiendhete koffie in de hand genieten van het uitzicht op het meer en de Noorse bergen daarachter. Op zijn stelling dat dit het mooiste uitzicht van de wereld is, antwoord ik met een bot ‘Nee’. Waarop hij me werkelijk geshockeerd aankijkt. Maar een brede grijns valt mij ten deel als ik hem uitleg: ‘Nee. Vannacht was het nog véél mooier, met het noorderlicht.’
HOOGTELIJN 1-2023 | 71
Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl, of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.
NKBV-Sectie Masters gaat van start
De meest actieve sectie binnen de NKBV is de NKBVSectie 50 Plus. Deze sectie richt zich op oudere leden van de NKBV, met vaak vele jaren ervaring in de bergen. Deze leden ondernemen samen activiteiten op verschillende inspanningsniveaus. Vanaf heden gaat de sectie verder onder de naam NKBV-Sectie Masters.
De nieuwe naam sluit beter aan bij de ervaring en de levensfase van de deelnemers. Op deze manier wil de NKBV-Sectie Masters meer oudere leden activeren om lid te worden en deel te nemen aan de activiteiten die zij organiseert.
De activiteiten worden georganiseerd voor en door leden van de NKBV-Sectie Masters. Of je beginner of gevorderde bent, er is voor elk niveau wat wils. Denk hierbij aan dagwandelingen door heel Nederland, een klimweekend in de Belgische Ardennen of een reis naar de Alpen in samenwerking met Bergsportreizen.nl.
Kom naar het Wandelevent op 2 april 2023
Sla je agenda open en houd 2 april vrij. Op deze zondag organiseert de NKBV samen met SNP Natuurreizen het Wandelevent. Laat je inspireren door de lezingen van avonturiers zoals Bernice Notenboom en Tim Voors, volg een van de vele workshops en ontdek nieuwe trails en tochten in de Alpen.
Het Wandelevent zal van 10.00 tot 17.00 plaatsvinden bij Papendal in Arnhem. Iedereen kan zich aanmelden, lid of geen lid. Meer informatie volgt op nkbv.nl/actueel/events/wandelevent.
FIT OP HUTTENTOCHT
Twijfel je of je fit genoeg bent om een huttentocht te volbrengen? Doe in het eerste kwartaal van 2023 mee aan de pilot Conditietocht die de NKBVSectie Masters organiseert. De tocht vindt plaats op een locatie in Nederland met een uitdagend landschap. Je loopt hierbij vier tot zes uur per dag en neemt je volledige uitrusting voor een huttentocht mee, inclusief proviand en drinken voor die dag.
Na afloop geeft de tochtleider je persoonlijk advies in welke mate je klaar bent voor een huttentocht en krijg je tips hoe je je nog beter kunt
voorbereiden. Positief advies? Meld je dan aan voor een lichte standplaats- of huttentocht voor 50+ via Bergsportreizen.nl. Uiteraard blijf je altijd zelf verantwoordelijk wanneer je daadwerkelijk op huttentocht gaat. De NKBV, NKBV-Sectie Masters en tochtleiders kunnen dus niet aansprakelijk worden gesteld.
Mocht de pilot een succes zijn, dan komt er zeker een vervolg. We houden je op de hoogte via de NKBVSectie Masters. In de nieuwsbrief van de sectie volgt ook informatie over de inschrijving.
Als je lid bent van de NKBV, is het lidmaatschap van de NKBV-Sectie Masters gratis. Elk kwartaal ontvang je een nieuwsbrief met verschillende rubrieken, aankondigingen van activiteiten en verslagen van activiteiten. Al deze informatie is natuurlijk ook terug te vinden op de website van de sectie: sectiemasters.nkbv.nl.
Lid worden? Je kunt je online via Mijn NKBV bij de NKBV-Sectie Masters aanmelden.
72 | HOOGTELIJN 1-2023 nkbv voor jou
Foto Jaap Hart
Geen top zonder vlag!
Met een NKBV-topvlag heb je iets om je beklimming mee te vieren. Wil je jezelf terugzien in de Hoogtelijn of op onze online kanalen? Bestel voor €3,95 de NKBV-topvlag via nkbvwebshop.nl/nkbvtopvlag en deel jouw hoogtepunt met ons. Mail je foto naar communicatie@nkbv.nl en vertel wie er op de foto staan en waar jullie zijn. Of plaats je foto op social media en tag ons met #topvlag, #NKBV en @_nkbv.
Topvlagfoto
Deze topvlagfoto komt van de familie Wiegerinck uit Vlissingen. Zij stonden in augustus 2022 op de top van de Golz (2004 meter). Deze top ligt boven de Weiβensee in het Gitschtal in Oostenrijk. Het gezin hee vooral genoten van de mooie weg daarnaartoe.
Duurzaamheid
Een wandeling, klimcursus of wedstrijd: de NKBV-regio’s en secties hebben je ook in 2023 weer van alles te bieden. Benieuwd wat er in jouw regio te doen is? Bekijk de kalender op regio.nkbv.nl.
Wijzigingen verzekeringen 2023
Heb jij als NKBV-lid een reis- en/of annuleringsverzekering afgesloten? Dit zijn de belangrijkste wijzigingen voor 2023:
• De verhoging van de premie voor verzekerden is, ondanks de sterke prijsstijgingen en inflatie, beperkt gebleven. Voor 2023 wordt de premie voor de reisverzekering € 39,95 (voorheen € 38,75). Alle premies voor de verzekeringen kun je vinden op nkbv.nl/ verzekeringen/reisverzekering
• Ben je van plan om een gecombineerde reis te maken, bijvoorbeeld een vakantie in combinatie met een stage of opleiding? In dat geval geldt de dekking van de reisverzeke-
ring uitsluitend tijdens je vakantieperiode. Als je tussen je werkzaamheden door of aansluitend daarop op vakantie gaat, dien je ook rekening te houden met de maximale dekkingsperiode van zestig dagen. Bekijk de polisvoorwaarden op nkbv.nl/verzekeringen/calamiteiten
• Ga je deze winter skiën in Italië? Dan ben je als toerist verplicht een aansprakelijkheidsverzekering te hebben. Geen probleem, want die zit in onze reisverzekering. Wil je hiervan een verklaring ontvangen? Vraag deze verklaring aan via nkbv.nl/ verzekeringen/reisverzekering/ duitstalige-verzekeringsverklaring.
De NKBV stree naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt verpakt in composteerbare biofolie en gedrukt op FSCpapier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds). Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier. We schenken duurzame ko e van Brandmeester en hebben een CO2-neutrale postbezorging en data-opslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl
Beter de bergen in met de NKBV
NKBV-leden pro teren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen nog meer biedt.
HOOGTELIJN 1-2023 | 73
Foto Titia Wiegerinck
Activiteiten in jouw regio
Trailrunnen voor beginners
Van asfalt naar bergpad
Wanneer we na zo’n twaalf kilometer om de Riederhorn rennen bekruipt mij een naar gevoel. Mijn benen zijn zwaar, mijn hoofd voelt warrig en ik besef dat we pas net over de hel zijn. Op het moment dat het me allemaal te veel lijkt te worden ontvouwt zich vanachter de bergen een schitterend uitzicht: ik kijk uit over de Aletschgletsjer. Dit schilderachtige landschap gee mij weer voldoende energie om door te rennen.
Na een treinreis met de nodige vertraging, komen we rond half twee ’s nachts aan in Haute-Nendaz. Vriendelijk worden we ontvangen en omdat we geen tijd hebben gehad om te dineren is er zelfs nog wat te eten geregeld. Samen met een paar andere hardlopers ben ik in Zwitserland om voor het eerst te gaan trailrunnen.
Om half tien staan we de volgende ochtend klaar in sportkleding. Speciaal voor deze reis heb ik trailrunschoenen aangescha . Ook hangt er een splinternieuwe hardlooprugzak om mijn schouders. Het tasje zit strak om je lichaam waardoor je er geen last van hebt tijdens het rennen, zo kun je makkelijk wat eten, drinken en een jas meenemen.
Thuis ga ik regelmatig hardlopen, maar over asfaltwegen, en hooguit tien kilometer. Omdat ik ook graag de bergen in ga, wil ik weleens ervaren hoe het is om daar te rennen. Onder leiding van local Emilie nemen we een kabelbaan naar boven. Op ongeveer 2220 meter hoogte stappen we uit. Emilie wijst naar het kruis bovenop het topje van de Dent de Nendaz (2463 meter) en vertelt ons dat we daarheen zullen rennen. ‘Het record is dertien minuten,’ voegt ze er lachend aan toe. Nu gaan we echt beginnen.
Even wennen
De route begint vlak en de weg is breed, dit loopt net als thuis. Al snel verandert de weg echter in grote rotsblokken. Hardlopen zoals ik gewend ben kan ik hier wel vergeten. Het is constant
74 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst en beeld Jafeth van der Wagt
puzzelen waar je je voeten plaatst. Versnellen en afremmen wisselen elkaar iedere paar passen af. Op sommige plekken moet ik zelfs over of om rotsen heen klimmen, van hardlopen is hier geen sprake meer. Op de achtergrond van deze activiteit zie ik bergen zo ver ik kan kijken. De combinatie van al deze factoren zorgt voor motivatie. Ik geniet van de bergen en ik ben aan het puzzelen, klimmen en hardlopen tegelijk. Eenmaal bij het kruis aangekomen (verre van dertien minuten) wachten we op elkaar. Iedereen is onder de indruk van de veelzijdigheid van deze sport, maar bovenal van het onvergelijkbaar mooie uitzicht.
Bovenop de berg bespreken we de rest van de route, waar we uiteindelijk nog zo’n anderhalf uur over zullen doen. Aan het
einde van de tocht lunchen we met elkaar in het vrijwel verlaten dorpje Siviez. Onder het genot van een heerlijke pasta delen we onze eerste ervaring met trailrunnen. Iedereen heeft zijn eigen favoriete onderdeel. Voor mij zijn het de stukken met afdalingen. Wanneer je je naar beneden laat gaan is het vrijwel onmogelijk om jezelf tot stilstand te brengen. Bij iedere stap moet je dus goed kijken waar je je voeten neerzet. Je wisselt grote stappen af met hele kleine. De snelheid die je maakt zorgt voor een enorme kick. Na de lunch voelen we ons weer helemaal opgeknapt en besluiten we terug te rennen naar het hotel, wederom zo’n anderhalf uur. Nu wel over een stuk beter begaanbare paden, zonder losse rotsblokken en heftige stijging.
Spa en raclette
Het hotel is van alle gemakken voorzien, waaronder een spa. Wat kan ik dat aanbevelen na een grote inspanning! Maar het hoogtepunt van de dag moet nog komen. Althans, dat zegt onze gids Emilie, die al heel de dag over niets anders kan praten: we gaan raclette eten.
Niet echt een volledige maaltijd als je het mij vraagt, maar erg lekker en ook erg vullend. Vanwege de grote hoeveelheid kaas is de maaltijd slecht verteerbaar, dus zoals de Zwitserse traditie gebiedt drinken we er witte wijn bij. En om het nog beter te verteren sluiten we af met abrikozenschnaps. De Zwitsers houden wel van een drankje. Ik leer hier meer dan alleen trailrunnen van Emilie. In mijn enthousiasme word ik uitgenodigd in de keuken en mag ik zelf ook een keer de kaas verwarmen en snijden. Dit maakt de Zwitserse ervaring wel compleet.
De Cleuson-stuwdam
De volgende dag doen we het rustig aan en besluiten we een wandeling te maken over de Cleuson-stuwdam. Het water in het stuwmeer heeft vanwege een bepaalde lichtreflectie een hele bijzondere kleur. In dit gebied heeft de kleur zelfs een eigen naam gekregen: bleu de Cleuson. Het water weerspiegelt de omliggende bergen en de lucht op een onwijs mooie manier.
’s Middags vertrekken we naar onze volgende bestemming: Bettmeralp. Halverwege de treinreis verandert de omroepstem van Frans naar Duits. Wat een opluchting, ik kan eindelijk weer iets verstaan. Ook hier worden we ontvangen door twee locals, Klaus en Madeleine, die tevens onze coaches zullen zijn. Onder het genot van het diner vertellen ze over het gebied en de tocht die ons te wachten staat: de Aletsch Halbmarathon, 21 kilometer en 1100 hoogtemeters, van Bettmeralp naar de Bettmerhorn (2872 meter). Ik schrik, dit had ik niet verwacht voor een beginnersgroep, maar kijk er tegelijk enorm naar uit.
HOOGTELIJN 1-2023 | 75
Foto Ben van Bokhoven
Bettmeralp (1950 meter)
Riederalp
Riederfurka
Moosflush
Bettmerhorn (2650 meter)
OP ZOEK NAAR EEN
EIGEN, EXCLUSIEF VAKANTIEHUIS?
IN OOSTENRIJK
LUXE Chalets & Appartementen
INTERESSANTE Investeringsobjecten
IN KROATIË/ISTRIË
LUXE vrijstaande vakantievilla`s
INVESTEER in toeristische groeiregio
Het voor onze klanten selecteren van de mooiste plekjes is waar we in gespecialiseerd zijn. Wij gaan voor locaties waar we zelf in geloven. Wij begeleiden bij uw aankoop in Oostenrijk & Kroatië van het allereerste contact tot en met de oplevering / overdracht. Wij zijn Mondi Approved: een grote extra zekerheid voor u!
SINCE 2006 WAT DOEN WIJ VOOR U... alpendreams.eu | villakroatie.eu CONTACT info@alpendreams.eu
De halve marathon van Aletsch
Om half negen vertrekken we naar de start van de halve marathon. Het hotel staat ongeveer een kilometer van de start. Ik vraag me af waarom iedereen nu al begint te joggen, we hebben straks nog 21 kilometer om op te warmen. De eerste twee kilometers zijn zwaar, ik voel de zestien kilometer van maandag nog goed zitten. Gelukkig went dit gevoel na een kwartier en vind ik het dan eigenlijk wel lekker. De route is een afwisseling van stijgen en dalen, zonder al te lange steile stukken. Het enige constante is de omgeving: bergwanden, smalle paadjes en mooie bergtoppen in de verte. Samen met reisgenoot Ben en coach Klaus ren ik in een aardig tempo door. Ik neem mezelf voor in de eerste tien kilometer niet te pauzeren.
het laatste stuk gaat voor mijn gevoel kaarsrecht omhoog
Na een korte stop zegt Klaus dat we om de Riederhorn heen moeten, zo’n vier kilometer. Daarna is het alleen nog maar bergopwaarts, dus dit stukje doen we rustig aan. Hij hee niet gelogen, na veertien kilometer zetten we een stijging in. Soms zo
Trailrunnen in de bergen
Locatie
Met de trein en bus reis je in ongeveer dertien uur van Utrecht naar Haute-Nendaz of Bettmeralp. Ook op veel andere plaatsen in Zwitserland kun je prima terecht voor je eerste keer trailrunnen. Kijk voor tips op myswitzerland.com/ nl-nl/trailrunning.
Uitrusting
Beginnen met trailrunnen is simpel, je hebt er niet veel voor nodig. Wel zijn trailrunschoenen (hardloopschoenen met pro el) en een speciaal hardlooprugzakje aan te bevelen.
Route
De 21,1 kilometer van de Aletsch Halbmarathon loopt door UNESCO Werelderfgoedgebied langs de gletsjer en de vierduizenders van Wallis. Vanuit het dorp Bettmeralp loop je naar de nish op de Bettmerhorn: een route met 1148 meter stijgen en 432 meter dalen. Meer informatie op: aletsch-halbmarathon.ch
Wil jij ook beginnen met trailrunnen?
Bekijk dan ook deze tips op nkbv.nl.
steil dat we niet meer kunnen rennen, maar slechts (snel-) wandelen. Dit is verreweg het zwaarste tot dusver. Maar toch voel ik me hier goed, onder meer dankzij het adembenemende uitzicht over de Aletschgletsjer. Drie kilometer voor het einde stoppen we nog één keer om wat te eten en drinken. Het laatste stuk gaat voor mijn gevoel kaarsrecht omhoog. Geen mogelijkheid om te rennen, wederom is snelwandelen het beste wat erin zit. Klaus (die overigens de pensioenlee ijd al gepasseerd is) gaat voorop en motiveert ons om bij te blijven. Langs het pad staan ook nog wat schapen die ons aanmoedigen. Het laatste stuk komt van diep, mijn benen willen niet meer. Een paar honderd meter voor de nish probeer ik nog te rennen, maar meer dan een dra e lukt me niet meer. Na ruim drie uur passeer ik de nishlijn. Liggend in het gras kijk ik trots naar het dorpje waar we zijn gestart, omringd door machtige bergtoppen.
Cholera
Na een minuutje uithijgen bestellen we een welverdiend biertje in het Panoramarestaurant op de Bettmerhorn. Onze reserves zijn op, dus we willen ook wat eten. Bovendien hebben we na dat harde werken wel wat luxe verdiend. Ik word gewezen op een plaatselijke lekkernij: cholera. De naam komt uit de 19e eeuw, toen cholera een groot probleem was in de regio. De bewoners moesten koken met plaatselijke producten: aardappel, ui, prei, appel, peer en kaas. Meng dit allemaal in een hartige taart en je hebt het gerecht cholera. Op de naam afgaand niet echt aantrekkelijk, maar wat geniet ik hiervan! Voldaan en vooral moe kijk ik terug op een mooie ervaring.
In mijn hoofd maak ik al plannen voor een volgende trailrun. De vermoeidheid ben ik alweer bijna vergeten, maar ik weet dat ik flink aan de bak moet voor een volgende reis. De bergen zijn verraderlijk steil en de bergpaden zijn niet te vergelijken met onze strakke asfaltwegen.
HOOGTELIJN 1-2023 | 77
Het pad naar de Dent de Nendaz
Allemaal nishen we de Aletsch Halbmarathon
In de rubriek ‘In Vogelvlucht’ vertellen medewerkers van Vogelbescherming Nederland interessante weetjes en bijzonderheden over bergvogels, in Nederland of elders.
Gespecialiseerde soorten
Bergvogels en klimaatverandering
Het klimaat verandert en berggebieden worden daar hard door getroffen. Smeltende gletsjers springen direct in het oog, maar de vergroening boven de boomgrens en het optrekken van de boomgrens zelf gaan geleidelijker en vallen daardoor minder op. Voor vogels hebben deze veranderingen echter grote gevolgen.
De schaal waarop veranderingen plaatsvinden in de Alpen is enorm. Onderzoekers hebben aangetoond dat de toename van de plantenbiomassa vooral te wijten is aan veranderingen in de neerslag en langere groeiseizoenen als gevolg van de stijgende temperaturen. De vergroening van de Alpen zorgt voor een vicieuze cirkel: groenere bergen reflecteren minder zonlicht en houden daardoor meer warmte vast, wat leidt tot verdere opwarming en verdere inkrimping van het reflecterende sneeuwdek.
Gevolgen
Alpenplanten zijn aangepast aan barre omstandigheden. Hoog in de bergen hoeven ze niet te concurreren met planten die minder kieskeurig zijn als het op hun groeiplaatsen aankomt. Iets vergelijkbaars geldt ook voor Alpenvogels. Dus als de milieuomstandigheden veranderen, verliezen deze gespecialiseerde soorten hun evolutionaire voordeel en worden ze weggeconcurreerd.
In een recente studie werd onderzocht of een aantal vogelsoorten die afhankelijk zijn van habitats op grote hoogte zullen weten te overleven in de Alpen, uitgaand van de verwachte klimaatveranderingen. De onderzoekers richtten hun aandacht op vier soorten: de alpensneeuwhoen, de waterpieper, de alpenheggenmus en de sneeuwvink. Computermodellen die keken naar de klimaatomstandigheden nu en in de toekomst, verwachten dat al deze soorten (mogelijk met uitzondering van de waterpieper) naar hoger gelegen gebieden moeten verhuizen. Dat heeft tot gevolg dat ze dan nog maar 59 tot 17% van hun huidige verspreidingsgebied kunnen bewonen. Genoemde afnames betekenen dus een enorme aderlating, want hun aantallen zullen daarmee ook afnemen. Dit zal voor verschillende andere bergvogels niet anders zijn. Het is daarom zaak om alpiene gebieden aan te wijzen als ‘toevluchtsoorden voor klimaatvluchtelingen’ en er verdere achteruitgang van de biotoop te voorkomen.
Klimaatvluchtelingen
Het woord ‘klimaatvluchtelingen’ zal de komende decennia waarschijnlijk steeds meer aan betekenis winnen. Verschillende vogelsoorten zullen naar het noorden moeten opschuiven, vaak honderden kilometers, doordat de klimaatomstandigheden in voorheen geschikte biotopen veranderen. Voor Zuid-Europese soorten zal het daar bijvoorbeeld te droog worden. Dat is nu al zichtbaar bij een mediterrane soort als de bijeneter, die langzaam maar zeker naar het noorden verhuist en inmiddels tot de vaste broedvogels in Nederland behoort. Bergvogels hebben de luxe van het zomaar verkassen echter niet. Ze kunnen niet op zoek naar de juiste, unieke omstandigheden elders. De alpensneeuwhoen en de sneeuwvink zijn daarvan goede voorbeelden. Maar ook voor vogels als de lammergier, de steenpatrijs en de rotsmus is het aanpassen (lees: vertrekken naar suboptimale gebieden) of verdwijnen. Ook voor het beschermen van vogels geldt dus: iedere graad telt!
langs het pad in vogelvlucht 78 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst Gert Ottens
Sneeuwvink
Alpensneeuwhoen
Geen bergvogel, maar klimaatvluchteling: bijeneter
Foto
Jelle de Jong
Foto Wouter Knap
Foto Shutterstock
In ‘Mijn verhaal’ vertellen leden over hun bergsportervaringen. Dit jaar lees je de verhalen van vrijwilligers van de NKBV over hun rol in de vereniging.
FAVORIETE SOORT KLIMROUTE: 25-30 graden overhang op randjes met een goede flow
Routebouwer
Meer dan grepen in de muur schroeven
Voor de meeste klimmers geldt klimmen als ontspanning, een sportieve activiteit na een lange werkdag. Voor Sam van de Vorstenbosch is dat onderscheid tussen werk en klimmen minder duidelijk, hij werkt namelijk als routebouwer in verschillende klimhallen. Daarbij is hij voor Mountain Network werkzaam als wedstrijdcoördinator, en is hij als vrijwilliger lid van de NKBV Commissie Wedstrijdsport (CWS) en zet hij de routebouwcursussen op voor de NKBV.
‘Ik ben rond mijn zestiende begonnen met klimmen. Ik woonde destijds samen met twee klimmers, dankzij wie ik meteen middenin de klimwereld terechtkwam. Na een jaar klimmen bouwde ik mijn eerste route. Bijna elke route die ik bouw, vergeet ik na een tijdje weer, maar deze route – een witte 6a – zie ik nog goed voor me.’ Met de vij ien jaar bouwervaring die Sam inmiddels hee , zou hij graag zijn routes van een aantal jaar geleden eens klimmen. ‘Omdat klimroutes na een aantal maanden weer verdwijnen, kan ik mijn routes van vijf jaar geleden niet vergelijken met die van nu. Al kan ik door mijn ervaring de klimbewegingen nu zeker beter inschatten dan een aantal jaar geleden.’
Internationale routebouwervaring
Inmiddels hee Sam al honderden, zo niet duizenden klimroutes in de wanden van hallen door het hele land geschroefd. Hij is
verantwoordelijk voor het routebouwen in alle hallen van Mountain Network, hee meegebouwd tijdens meerdere Nederlands (jeugd) kampioenschappen lead en mocht onlangs meebouwen op een internationale wedstrijd. ‘Op een European Lead Cup in Slowakije heb ik samen met Jan Zbranek gebouwd, die ook de routes op de Olympische Spelen van 2021 verzorgde. Dat was zó enorm leerzaam: er werd veel dieper ingegaan op het netunen van de routes, we bouwden vanaf een hoogwerker en elke pas werd live getest door een klimmer die naast ons hing.’
Wedstrijdroutes
Bij het bouwen van wedstrijdroutes komt een stuk meer kijken dan enkel grepen in de muur schroeven: ‘De route moet goed oplopend zijn, zodat er een duidelijk onderscheid tussen de klimmers ontstaat en de beste het hoogst komen. Daarbij moet de route leuk zijn
voor de minder sterke klimmers, maar ook uitdagend genoeg voor de beste. Dan is er nog het publiek: ook voor hen moet een route spannend zijn om naar te kijken.’
Als je al dagelijks in een klimhal aan het werk bent en beroepsmatig veel klimpassen test, kan het lastig zijn om gemotiveerd te blijven om zelf ook te klimmen. Fitheid is voor een wedstrijdroutebouwer echter wel van belang: ‘De seniorenroutes lopen op tot 8b+ en het bouwen en testen van zo’n route is fysiek erg zwaar. Omdat je vooral losse passen en secties van de routes test, is power belangrijker dan veel uithouding.’
Zelf routebouwer worden?
Om reguliere klimroutes te bouwen is een hoog klimniveau zeker geen vereiste, stelt Sam. ‘Enige klimervaring is wel nodig, maar vooral goed inzicht in bewegingen is van belang. Vanwege de snelle groei van de klimsport zijn in heel Nederland meer routebouwers nodig, zowel mannen als vrouwen. Alleen zo kunnen we de klimsport samen naar een nog hoger niveau tillen!’
Hee Sam je interesse gewekt?
Bekijk de opleidingen tot routebouwer bij de NKBV-Academie.
mijn verhaal HOOGTELIJN 1-2023 | 79
Tekst Eva van Wijck Beeld Irina Raiu
NAAM: Sam van de Vorstenbosch (34)
KLIMT AL: 17 jaar
naar een hut
Brandenburger Haus, ötztal, oostenrijk
ötzi, oorlog en meer historie
Vaak kiezen wij een thema voor onze tochten door de bergen. In de Ötztaler Alpen ligt dat voor de hand: een week lang volgen wij het spoor van der Mann aus dem Eis, beter bekend onder de koosnaam Ötzi. We vertrekken vanuit Vent en lopen in een paar dagen naar de plek waar de ijsmummie werd gevonden. Op onze derde dag doen we het Brandenburger Haus aan. Al kent de hut geen geschiedenis van 5300 jaar zoals Ötzi, hij hee toch ook een rijke historie.
Tekst en beeld Wout Kroon en Judith Wierdsma
Het Brandenburger Haus prijkt op de rotsen tussen de gletsjers Gepatschferner en Kesselwandferner. Met 3277 meter is dit een van de hoogst gelegen hutten van Oostenrijk. Het idee om hier een hut te bouwen ontstaat in 1903, er moet een standplaats voor onderzoek naar de gletsjers komen. Als locatie kiest men de zuidflank van de Dahmannspitze, vanwege de beschutting tegen lawines. De DAV-sectie Mark Brandenburg realiseert de bouw. (Dit verklaart ook de naam.) Het duurt echter nog tot 1909 voordat de hut in gebruik kan worden genomen. Op deze hoogte is het plannen en bouwen van een hut immers niet
gemakkelijk. Vanaf de start van de bouw in 1906 kan er jaarlijks slechts een paar weken in de zomer aan het gebouw worden gewerkt.
Oorlogsjaren
Enkele jaren na de opening van de hut breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Het Brandenburger Haus wordt ingenomen door het Oostenrijkse leger en gebruikt om troepen te trainen op de ski’s. Wanneer de troepen na de oorlog vertrekken blij de verwaarloosde hut achter, omgeven door rommel. Gelukkig blijkt de constructie van de hut intact en vinden bergsporters al snel weer hun weg naar boven.
Jouw hut in Hoogtelijn?
Voor velen is een hut het (eind)doel van een tocht. Een rustplaats voor een bord soep, een glas fris of een broodje. Heb je een dagtocht gemaakt naar een bijzondere hut en heb je goed fotomateriaal?
Stuur de naam van de hut en jouw idee hierover naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. ‘Naar een hut’, dan bespreken we graag de mogelijkheden voor een artikel in deze rubriek.
80 | HOOGTELIJN 1-2023
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hee de hut minder te lijden: hij staat grotendeels leeg. Aan het eind van de oorlog wordt de sectie Mark Brandenburg opgeheven en komt de hut in Oostenrijks beheer. In 1956 wordt hij weer overgenomen door de DAV, dit keer door de sectie Berlijn.
Moderniseren
Dat de hut nu van de sectie Berlijn is, is al van buiten te zien. Het rood-wit van de luiken is geïnspireerd op de kleuren van de stad. In de afgelopen decennia is de hut gerestaureerd en zijn er allerlei moderne aanpassingen gedaan. Er liggen bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak en door
Van en naar het Brandenburger Haus
Met de auto of de bus is het dichtstbijzijnde dorp, Vent, goed te bereiken. Vanaf hier loop je in circa acht uur langs het Hochjoch-Hospiz of via de Vernagthütte naar de hut. Door de hoge ligging van de hut voeren de routes er naartoe je door hoog alpien terrein. Zorg dus voor kennis van zaken en de juiste gletsjeruitrusting (touw, gordel, stijgijzers en pickel).
Het Brandenburger Haus is een goed vertrekpunt voor de beklimming van toppen als de Weißkugel, Wildspitze en Fluchtkogel. Natuurlijk kun je ook verder de Dahmannspitze op. Wie het niet zó hoog wil opzoeken kiest voor een oversteek naar een van de omringende berghutten. Het Brandenburger Haus leent zich goed als onderkomen voor een meerdaagse huttentocht.
Enkele suggesties voor wandelingen en beklimmingen (met routebeschrijvingen en GPX-tracks) vind je op de website brandenburgerhaus.at/en/galerie.
middel van een UV-behandeling wordt van smeltwater drinkwater gemaakt. Hoeveel drinkwater er gegenereerd kan worden is medebepalend voor de openstelling van de hut in de zomer. Dankzij zijn culturele en architectonische waarde is het Brandenburger Haus sinds 2013 een monument.
Wat in de lange geschiedenis van het Brandenburger Haus niet is veranderd, is het overweldigende uitzicht. Waar je ook kijkt zie je gletsjers en toppen. Voor de laatste zonnestralen op een zomeravond komt zelfs de huttenwaard nog naar buiten.
Natuurlijk zijn er meer berghutten met een rijke historie. Wij verzamelden de mooiste voor je. Scan de QR-code voor de hutten en hun verhalen.
HOOGTELIJN 1-2023 | 81
De hut op zijn rotseiland, gezien vanaf de Fluchtkogel (3479 meter)
Uitzicht vanaf het terras van de hut
In de serie Klimmen bij de buren laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer van Utrecht.
Dalle d’Engis
Klimtuin in ontwikkeling
Het Dalle d’Engis is een recent ingericht klimgebied in een oude steengroeve, op loopafstand van het bekende klimgebied Les Awirs. Je vindt hier zo’n 25 routes op een niet al te steile plaat.
De lokale klimclub SERAC, onderdeel van de Club Alpin Belge, hee er veel werk in gestoken om het Dalle d’Engis van een overgroeide wildernis naar een prachtige ‘klimtuin’ te transformeren. En doet dat nog steeds. Het werk aan de rots is namelijk nog lang niet af: momenteel (eind 2022) is men nog druk bezig het rechterdeel van de wand verder schoon te maken en in te richten. Je kan hier naast het klimmen ook je tijd doorbrengen met picknicken, een miniatuur oefenklettersteig en met een door de gemeente aangelegd tnessparcours. Stel je van de oefenklettersteig, op een rotsblok ter grootte van een zeecontainer, overigens
niet te veel voor, deze dient puur en alleen om de handelingen te oefenen.
Op de circa 30 meter hoge hellende kalkplaat waar het hier om draait, zijn inmiddels circa 25 routes ingericht, die zowel over platen als door spleten lopen. De moeilijkheid van de routes varieert van 3+ tot 6a. Daar waar de routes over vlakke platen lopen, vind je de moeilijkste passages. De spleten zijn meestal een stuk makkelijker.
Het linkerdeel van de wand is als eerste ingericht en van het eerste dozijn routes is een online topo beschikbaar, die je in de
Tochtenwiki kunt vinden. De routes in het midden van de wand zijn pas in 2021 ingericht. De namen en waarderingen van deze routes zijn nog onbekend.
SERAC is dus nog altijd bezig om het gebied verder in te richten en van meer handige faciliteiten te voorzien, maar je kunt hier al prima een dag klimmen. Bij mooi weer is de jeugdgroep van SERAC op woensdagmiddag en zaterdagochtend in het klimgebied te vinden. Voor andere klimmers is er dan helaas geen plek. À propos mooi weer – dankzij de ligging op het zuidoosten droogt de rots erg snel op na regen, ook in de winter!
Dalle d’Engis
• Aantal routes/maximale lengte: circa 25/30m
• Klimstijl/steilte: plaatklimmen en spleetklimmen, 60°
• Niveau routes: 3+ tot 6a
• Gesteente: kalksteen
• Expositie: zuidoost
• Beste jaargetijde: hele jaar
• OV: het station van Engis ligt op 1 kilometer van het klimgebied
• Voor Nederlanders alleen toegankelijk met de NKBV klimjaarkaart
Meer info over dit gebied vind je in de NKBV Tochtenwiki: tochtenwiki.nkbv.nl/nl/ poi/klimmen/ dalle-d-engis/28254481.
82 | HOOGTELIJN 1-2023 klimmen
bij de buren
Tekst en beeld Harald Swen
De oefenklettersteig tegenover de rotswand
Een klimtuin pur sang, met grasveld, kruidentuin en picknickbankjes
Rocher du Casino
Duits beheer in België
De Rocher du Casino is een klein klimgebied in een voormalige steengroeve langs de Geul. Het gebied ligt op slechts zeven kilometer van het Drielandenpunt en de Nederlandse grens.
Wist je dat je een bezoek aan ZuidLimburg prima kan combineren met een dagje klimmen? Vlak over de grens bij het stadje Kelmis ligt de Rocher du Casino. Dit vrij kleine klimgebied in een voormalige steengroeve telt ongeveer dertig routes.
Omdat de rots in dit klimgebied van nature vrij glad is, is het met name in de hogere moeilijkheidsgraden soms lastig om voldoende houvast te vinden. Het gebied is daardoor ook ideaal tijdens droge, niet al te warme dagen in het voor- en najaar. In de zomer kan het in de Rocher du Casino erg warm worden, als de zon ’s middags op de
wand schijnt. In de winter en na neerslag duurt het door de relatief beschutte ligging in het bos echter vrij lang tot de rots helemaal droog is.
Het klimgebied is de enige rots in België die beheerd wordt door een Sektion van de Deutscher Alpenverein. Gelukkig staat de Sektion Aachen toe dat de rots voor iedereen vrij toegankelijk is. Men hee bovendien alle routes erg goed ingericht met solide haken en moderne relais. Het is verboden de routes van bovenaf te naderen (bijvoorbeeld om topropes in te hangen). De reden hiervoor is dat de bovenzijde van de wand instabiel is, met alle gevaren van dien.
De Rocher du Casino ligt op een open, maar beschutte plek in het bos
Rocher du Casino
• Aantal routes/maximale lengte: 33/18m
• Klimstijl/steilte: wand 70-90°
• Niveau routes: 4 tot 7c
• Gesteente: kalksteen
• Expositie: zuidwest
• Beste jaargetijde: voorjaar, zomer en herfst
• OV: het station van Hergenrath ligt op 2,5 km afstand
• Vrij toegankelijk, geen klimjaarkaart nodig
Meer info over dit gebied vind je in de NKBV Tochtenwiki: tochtenwiki.nkbv.nl/nl/poi/klimmen/ rocher-du-casino-kelmis-/ 34024842.
Het vlakke, open terrein voor de rots en de makkelijke toegang (circa 700 meter, via een vlakke halfverharde weg) maken het gebied goed geschikt om te bezoeken met (kleine) kinderen. De topo van het gebied vind je in het klimgidsje Die Besten im Westen, dat te koop is in de webshop van de NKBV.
HOOGTELIJN 1-2023 | 83
Tekst en beeld Harald Swen
Erik van den Goor in Schildergasse (6)
Foto Collectie
Erik van den Goor
Iconen van Europa: Matterhorn
Het einde van een
tijdperk
De Matterhorn werd lange tijd beschouwd als een onbeklimbare berg en rondom de top van de ongenaakbare monoliet zouden dwalende zielen en hebzuchtige dwergen verblijven. Pas in 1857, ruim zeventig jaar na de beklimming van de Mont Blanc, richtten de eerste klimmers hun aandacht op het verkennen van de Matterhorn. Het was de Italiaanse zijde van de 4478 meter hoge berg die de meeste aandacht kreeg, maar uiteindelijk bleek de top toch ook langs de Zwitserse zijde bereikbaar te zijn.
84 | HOOGTELIJN 1-2023
Tekst en beeld Martin Fickweiler
Een belangrijk persoon op het historisch toneel van de Matterhorn is de Engelsman Edward Whymper. Whymper is een getalenteerd tekenaar en vertrekt, in opdracht van een Londense uitgeverij, in 1860 naar de Alpen om illustraties te maken. Terwijl Britse aristocraten zich laten vervoeren in postkoetsen en treinen reist de nancieel minder bedeelde Whymper veelal te voet. Met een verblu end tempo van acht kilometer per uur loopt de tte en energieke Whymper dagafstanden van soms wel tachtig kilometer. Op twintigjarige lee ijd ziet hij de Matterhorn voor het eerst, maar hij is aanvankelijk niet erg onder de indruk van de berg. Pas wanneer het tot hem doordringt dat een beklimming van de Matterhorn hem onsterfelijk zou kunnen maken raakt hij geobsedeerd door de berg. Naast vele andere beklimmingen in de Alpen doet Whymper meerdere pogingen aan de Italiaanse zijde van de Matterhorn. Hij gaat omhoog met wie er maar beschikbaar is, en is er niemand beschikbaar dan gaat hij alleen de berg op. Na verloop van tijd komt hij tot de ontdekking dat er nog een man is die net zo graag de Matterhorn op wil als hijzelf.
Jean-Antoine Carrel
Jean-Antoine Carrel, geboren en getogen aan de Italiaanse zijde van de Matterhorn, in Valtournenche, is een uitstekende klimmer en verdient zijn geld met de jacht op gemzen en marmotten. Door de toenemende stroom toeristen laat hij zich ook steeds vaker inhuren als gids. De aanwezigheid van de Matterhorn oefent op Carrel dezelfde betovering uit als de Mont Blanc ooit op Jacques Balmat deed. Het beklimmen van de berg is de reden van zijn bestaan geworden. Jean-Antoine wil de Matterhorn vanuit Italië beklimmen om zijn vaderland te eren en om toeristen naar Valtournenche te trekken. Whymper vraagt Carrel geregeld mee als gids, maar als geboren leider kan Carrel slecht verkroppen dat hij tijdens zijn klimtochten met Whymper niet de leiding hee . Hij is bevreesd dat als ze ooit samen de top zullen bereiken de Engelsman alle roem en aandacht krijgt en hij, Jean-Antoine Carrel, alleen als hulp zal worden gezien.
De Italiaanse aanval op de top
In oktober 1863 wordt in Turijn door Quintino Sella de Club Alpino Italiano opgericht. Om het ontstaan van de club te bekrachtigen stelt het nieuwe bestuur zichzelf voor een uitdaging. Ze besluiten dat de top van de Matterhorn (Italiaans: Monte Cervino, of zoals hij in Valtournenche wordt genoemd: Gran Becca) moet worden beklommen, en wel door een Italiaans team en logischerwijs via de Italiaanse zijde. Na verloop van tijd krijgt het plan steeds meer vorm en maken leden van de club in het geheim afspraken met Carrel.
Op 8 juli 1865 hebben Whymper en Carrel nog een afspraak staan om samen omhoog te gaan, maar door slecht weer kan de beklimming niet doorgaan.
Whymper is in de veronderstelling dat de afspraak stilzwijgend wordt verzet, maar Carrel hee andere plannen. In de nacht van 10 op 11 juli vertrekt hij, als leider van een Italiaanse expeditie, richting de Matterhorn. Overtuigd van zijn uitstekende klimkwaliteiten en met de illusie dat de Matterhorn alleen via ‘zijn’ Italiaanse zijde beklommen kan worden, ziet Jean-Antoine geen noodzaak om zich naar de top te haasten. Eenmaal op de berg krijgt Carrel te maken met slecht weer, waardoor de mannen slechts langzaam vorderen. Desondanks is er door de omvang van de expeditie geen gebrek aan mankracht en proviand en kunnen ze de beklimming voortzetten.
Alles of niks
Whymper is met stomheid geslagen wanneer hij in de ochtend van 11 juli hoort over de expeditie van Carrel. Hij is vastbesloten zelf ook een kans te wagen, maar alle gidsen en dragers uit Valtournenche zijn met Carrel mee omhoog. Whymper voelt zich bedrogen, maar wanneer geheel onverwacht Francis Douglas naar hem toe komt om hem uit te nodigen via de Zwitserse zijde de Matterhorn op te gaan is de afspraak snel gemaakt. De Schot Douglas is met zijn derde seizoen in de Alpen bezig en hee juist de zeer moeilijke Ober Gabelhorn (4063 meter) beklommen. Whymper en Douglas haasten zich over de Theodulpas naar Zwitserland. In het Monte Rosa Hotel in Zermatt ontmoeten de twee klimmers per toeval Charles Hudson. Hudson is ook een prominente klimmer, met onder meer de eerste gidsloze beklimming van de Mont Blanc op zijn naam. Hij wil net zelf de Matterhorn op gaan en stemt ermee in om hun krachten te bundelen. Wel staat Hudson erop dat zijn compagnon Robert Hadow ook mee zal gaan. Whymper protesteert omdat hij geen onervaren klimmer wil meenemen, maar gee uiteindelijk toch toe. Met Hudson en Hadow sluit ook hun gids Michel Croz aan, een beroemde klimmer uit Chamonix. Daarbij neemt het gezelschap twee lokale gidsen in de arm: vader en zoon Taugwalder. Al de volgende ochtend, op 13 juli, vertrekken de vier Britten en hun gidsen vanuit Zermatt.
Vanaf een afstand ziet de Zwitserse kant er steil en ongenaakbaar uit, maar de route die de klimmers volgen blijkt eenvoudiger te zijn dan die aan de Italiaanse kant. Ze winnen snel hoogte en pas wanneer de graat (nu bekend als de Hörnligraat) richting de top steeds steiler wordt moeten de klimmers uitwijken en traverseren ze de noordwand in. Het terrein is lastig en vooral Hadow begint het moeilijk te krijgen. Op geringe afstand vanaf de top knopen Whymper en Croz zich los en snellen samen naar het hoogste punt om te zien of er sporen van Carrel zijn. Whymper bereikt om 13:40 uur de top en ziet dat zo’n driehonderd meter lager aan de Italiaanse kant Carrel nog bezig is omhoog te klimmen. Jean-Antoine Carrel is verslagen en keert om. De zeven klimmers die
HOOGTELIJN 1-2023 | 85
Zicht op de Italiaanse top, die een meter lager ligt dan de Zwitserse
vanuit Zermatt omhoog zijn geklommen bereiken allemaal het hoogste punt. Whymper omschrijft hun gevoel op de top later als ‘volmaakte blijdschap.’
De tragische terugtocht
Tijdens de afdaling zijn de klimmers onderling met touwen aan elkaar verbonden. Croz, de meest ervaren klimmer van het gezelschap, gaat als eerste naar beneden, gevolgd door Hadow. Ze dalen voorzichtig af, maar Hadow voelt zich erg onzeker en Croz is genoodzaakt hem te helpen door Hadows voeten precies op de goede steunpunten te plaatsen. Op het moment dat Croz zelf een paar stappen omlaag doet glijdt Hadow uit en duwt daarbij Croz uit balans. Beide klimmers tuimelen naar beneden en trekken eerst Hudson mee en vervolgens Douglas. Het touw breekt wanneer het tussen de oude Taugwalder en Douglas strak
de triomf verandert in een oogopslag in een tragedie
komt te staan en een paar seconden lang zien Whymper en de twee Taugwalders hun medeklimmers op de rug naar beneden glijden. Ze spreiden hun armen nog in een poging zichzelf te redden, maar verdwijnen alle vier in de afgrond richting de Matterhorngletsjer, zo’n 1200 meter lager. Even zijn de drie overgebleven klimmers verstijfd, maar de pragmatische Whymper komt al snel weer bij zinnen en constateert dat het gebroken touw geen klimtouw is, maar een hulptouw dat is meegebracht om tijdens de afdaling op moeilijke stukken achter te laten op de berg. De triomf op de Matterhorn verandert in een oogopslag in de grootste bergsporttragedie van de negentiende eeuw. Whymper en de Taugwalders keren de volgende dag veilig terug in Zermatt, maar de ramp die zich heeft voltrokken zal de drie mannen de rest van hun leven blijven achtervolgen. Hoewel de oude Taugwalder wordt vrijgesproken van enige schuld, heeft hij veel last van de verwijten en beschuldigingen van andere klimmers. Hij emigreert daarom een paar jaar later naar Noord-Amerika. Whymper publiceert in 1871 zijn boek Scrambles Amongst
the Alps waarin het grote publiek voor het eerst kennismaakt met de drijfveren van de jonge gedreven klimmer. Whymper verandert in een afstandelijke, sombere man en gaat op reis naar verre oorden als Groenland en Ecuador om uiteindelijk in 1911 na een beklimming in de Alpen in alle eenzaamheid te sterven in een hotelkamer in Chamonix.
De Hörnlihütte
Na de beklimming van de Matterhorn waren de meest notabele Alpentoppen beklommen en kwam er een einde aan de Gouden Eeuw van het alpinisme. Het beklimmen van bergen werd een bezigheid voor welgestelde toeristen en de lokale gidsen deden er alles aan om hun bergen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Moeilijke passages werden voorzien van vaste touwen en op strategische plekken werden hutten gebouwd. In 1880 bouwt de Schweizer Alpen-Club aan de voet van de Matterhorn op 3260 meter de eerste Hörnlihütte met in totaal 17 bedden. Tegenwoordig is de hut voorzien van elektriciteit en warme douches en biedt hij plaats aan 130 personen.
Terwijl ik nu door het raam van de moderne Hörnlihütte naar het berglandschap kijk, denk ik aan een tekst van A.W. Moore, een van de meest prominente Britse alpinisten uit de negentiende
86 | HOOGTELIJN 1-2023
Vaste touwen zijn niet meer weg te denken
eeuw. Reeds in 1875 zag hij de impact van de bergsport op het landschap. Hij opperde tijdens een vergadering van de Alpine Club in Londen dat alle vaste touwen, ladders en hutten moesten worden verwijderd. Hij was van mening dat dit de enige manier was om de hoge Alpentoppen ruig, primitief en avontuurlijk te houden. Een ieder die daar niet van hield moest maar gaan tennissen of zandkastelen bouwen op een van de Britste stranden, zo stelde Moore. Uiteindelijk is er weinig gedaan met zijn woorden, want met name de lokale bewoners zagen een duidelijk verdienmodel in deze vorm van toerisme. Tegenwoordig zijn hutten, gondels, vaste touwen en stalen haken dan ook niet meer weg te denken uit het zorgvuldig gecultiveerde Alpenlandschap.
Naar de top
’s Morgens om vier uur wordt iedereen in de Hörnlihütte gewekt en na een kort ontbijt mogen de gidsen uit Zermatt met hun klanten als eerste de hut verlaten. Pas een kwartier later mogen de andere klimmers en gidsen de duisternis in richting de Matterhorn. Bij de eerste vaste touwen staat al gelijk een flinke rij. Rustig wacht iedereen zijn beurt af en zodra de vaste touwen achter ons liggen is er wat meer ruimte en wordt het eenvoudig om via korte variaties andere klimmers in te halen. Mijn klim-
partner Roeland van Oss voelt goed aan dat we nog wel een tandje harder kunnen, want ondanks dat ik niet heel goed geacclimatiseerd ben voel ik me sterk. Vele uren hardlopen en duizenden klimmeters op de Nederlandse replica van de Matterhorn bewijzen hun dienst. Rond zes uur wordt het licht en om zeven uur bereiken we de Solvayhütte op 4003 meter. Nog even volgen we de graat en dan komen we aan bij een flinke rij vaste touwen die in een directe lijn omhoog gaan richting de laatste sneeuwflank tot de top. In 1865 zijn Croz, Whymper, Hudson, Hadow, Douglas en de twee Taugwalders hier de noordwand in getraverseerd. Vol bewondering probeer ik me voor te stellen hoe dit voor de zeven bevlogen mannen geweest moet zijn. Maar door plotselinge consternatie boven me kom ik snel weer met mijn aandacht in het heden. De gidsen uit Zermatt zijn alweer op de terugweg en laten hun klanten langs dit gedeelte van de route zonder op of om te kijken aan hun klimtouw naar beneden zakken. Terwijl ik me stevig vastklem aan de vaste touwen moet ik uitkijken dat ik geen stijgijzers in mijn gezicht krijg van de hulpeloze klanten die aan het einde van het touw naar beneden worden gelaten. Toch is de onderlinge sfeer goed en voel ik me trots en opgelaten wanneer ik de top van deze beroemde Alpenreus bereik. Maar tegelijkertijd, zo weet iedere klimmer, is het bereiken van de top niet het einde van de klim. Voldoende energie en concentratie zijn op de terugweg minstens zo belangrijk.
Beklimming van de Matterhorn
Reis
Het autovrije Zermatt bereik je per trein in elf uur. Met de auto rijd je naar Täsch (900 kilometer van Utrecht) en stap je daar op de trein voor het laatste stuk.
Seizoen
De beste periode voor een beklimming is in juli en augustus. De Matterhorn heeft echter een microklimaat en het weer kan ook ’s zomers onverwachts omslaan.
Accommodatie
De Hörnlihütte op 3260 meter is het startpunt voor een beklimming via de Hörnligraat.
Informatie
Topo: Hochtouren Topoführer Walliser Alpen, Topo Verlag, ISBN 9783952400999
Kaart: Landeskarte der Schweiz 1:25.000, nummer: 2515, ISBN 9783302025155
Museum
In Zermatt vind je ook een museum over de geschiedenis van de berg: Zermatlantis (zermatt.ch/museum).
Inspiratie
Bekijk de foto’s van Martin Fickweiler op Instagram: @martinfickweiler, ‘Stories of my life’.
Martin Fickweiler wordt in de serie Iconen van Europa gesponsord door Edelweiss, Zwitserland Toerisme en La Sportiva.
HOOGTELIJN 1-2023 | 87
Bij de instap wachten klimmers gelaten op hun beurt
Volg @hoogtelijn op Twitter voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.
gespot
Een voet onder de sneeuw
Adelmo Farandola lee in zijn boerderij hoog in de Italiaanse bergen. Alleen om zijn voorraden aan te vullen komt hij naar beneden. Koeien hee hij niet meer, alleen een zwer ond houdt hem gezelschap. Farandola lee van de verkoop van een vallei aan een projectontwikkelaar. Hij lijkt in veel opzichten op het personage dat Paolo Cognetti in zijn boeken beschrij . Maar schrijver Claudio Morandini maakt van hem nog meer een zonderlinge kluizenaar. Een vieze oude man die zich niet meer verzorgt, mensen ontwijkt, oog hee voor de natuur, praat met zijn hond en zich in de winter laat insneeuwen in zijn domein. Het leven kabbelt voort totdat er een voet tevoorschijn komt onder de smeltende sneeuw. Morandini kreeg voor Sneeuw, hond, voet de Procida-Isola di Arturo-Elsa Morante-prijs, genoemd naar de Italiaanse schrijfster Elsa Morante. Zij maakte naam met kritiek op de denkbeelden van haar landgenoten tijdens de Tweede Wereldoorlog. [Peter Daalder]
Sneeuw, hond, voet Claudio Morandini
Koppernik (2021), koppernik.nl
ISBN 9789083089843
€19,50
De Seven Summits bezongen
In de zomer van 2021 wandelden de jonge schrijvers Max Hermens en Merlijn Huntjens over vier van de zeven toppen op de Dutch Mountain Trail. Over deze bergen en de bewoners van de regio hebben Max en Merlijn vier korte verhalen geschreven. Die verhalen werden tijdens het Dutch Mountain Film Festival 2021 door de schrijvers voorgelezen: de Hövelspröken. De overgebleven drie toppen en de hoogste berg van Nederland zijn sindsdien bestegen en beschreven door Lars Ruben en Ste Geelen. De
Vaalserberg is als achtste top toegevoegd, maar telt niet als een van de Seven Summits. De top ligt namelijk net wat zuidelijker, in het Aachener Wald. Ondertussen zijn ze, samen met enkele verhalen over de overstromingen in Limburg in de zomer van 2021, gebundeld in Hoe hoog mijn huis ligt. De auteurs van de overstromingsverhalen lieten zich inspireren door hun eigen ervaringen met het water, bezochten getro en gebieden en interviewden mensen die er ook mee te maken kregen.
[Frank Husslage]
Verzolen werkt!
Hoe hoog mijn huis ligt Ste Geelen, Lars Ruben, Merlijn Huntjens en Max Hermens
DMFF (2022), dm .eu
ISBN 9789083222325
€10,-
Je ziet het meer en meer in Nederland: aandacht voor het verzolen van klimschoenen. Het is goed vanuit een oogpunt van duurzaamheid èn het is goed voor je portemonnee. Maar is het ook goed voor de kwaliteit van je klimschoenen? Jazeker, zeggen de experts! Je schoenen zitten namelijk meteen goed. En ze hebben zelfs nog hun vertrouwde geurtje. UKClimbing laat in een korte video zien hoe verzolen in zijn werk gaat: bit.ly/3F7B8RD. Veel hallen bieden verzolen aan als service, dus wat houdt je tegen?
Het hele land
Martijn en Marita Joosse hebben hun hart verpand aan Frankrijk. Van jongs af aan komen ze er en getuige Wandelen in Frankrijk hebben ze het land in alle richtingen doorkruist. Vanaf Monthermé in de Franse Ardennen tot aan Corsica en vanaf het meest westelijke eiland Île d’Ouessant tot aan de Vanoise aan de Italiaanse grens hebben ze tientallen mooie wandelplekken bezocht, bewandeld en beschreven; waarbij de tochten vrijwel altijd bergwandelingen waren. Na een eerste introductie van de wandelcultuur in Frankrijk en een heleboel praktische tips
voor beginners, worden de gebieden stuk voor stuk globaal beschreven. Daarbij staat een overzichtskaart met de structuur van de dalen, de dorpen en de berghutten. In die kaarten staan ook steeds een paar wandelingen ingetekend, die wat uitgebreider beschreven worden. Kadertjes met overnachtingsadressen en informatie over het wandelniveau, de landkaart en het beste jaargetijde completeren het geheel. Zeker voor wandelaars voor wie ‘bergen’ niet per se een synoniem is voor ‘hoge Alpentoppen’ is dit boek een aanrader. [Frank Husslage]
Wandelen in Frankrijk Martijn Joosse Joosse Media (2022), martijnjoosse.nl
ISBN 9789083261706
€25,-
88 | HOOGTELIJN 1-2023
Onder redactie van Frank Husslage en Ico Kloppenburg
Lang wandelen bij de buren
Wie houdt van een uitdaging als het gaat om een stevige wandeling of trailrun kan goed terecht bij onze zuiderburen. Er zijn daar genoeg grote wedstrijden te doen, meestal van 100 mijl (ruim 160 kilometer), in een uitdagende omgeving. Wil je je onderdompelen in deze wereld, kijk dan eens naar de documentaire When heroes become legends via bit.ly/3gAx57e of de QR-code.
Skidroom of -nachtmerrie?
Het is weer winter en dus is het tijd om te dromen van mooie toeren door een witte wereld. Wie 45 minuten de tijd hee kan vast beginnen met de lm Wavy, the voyage to the scariest ski run of my life bekijken. Droom dus lekker weg – of moeten we zeggen griezel lekker weg – bij een aantal
steile afdalingen in het hoge, hoge noorden. Binnenkort sta je zelf weer in dat witte spul en mag je het zelf uitproberen. Kijk op bit.ly/3F572OO of scan de QR-code.
Feestgids voor starters
Navigeren langs
wandelknooppunten
De ANWB brengt in de Eropuit-app een aantal functies voor leden bij elkaar en biedt daarin ook een routeplanner die gebruikmaakt van het bekende wandelknooppuntennetwerk. Je maakt niet alleen routes, maar kunt ze ook gemakkelijk delen met anderen en je vindt de punten onderweg waar je wat kunt eten of drinken. Scan de QR-code voor meer informatie en de download, of ga naar de app- of playstore.
Je hebt als deelnemer aan een alpiene beginners- of gevorderdencursus van alles geleerd en dat wil je nu in de praktijk gaan brengen. Maar waar begin je dan? Versante Sud helpt je een eind op weg met haar gids Easy alpinism in Trentino-South Tyrol. Het boek beschrij 133 routes naar de mooiste en indrukwekkendste toppen van negentien berggroepen ten westen van de weg Innsbruck-Verona. Hoewel er een paar technisch zeer pittige routes in het boek voorkomen, ligt de nadruk op de lagere moeilijkheidsgraden: van wandelen tot hooguit PD. De routes zijn per berggroep gegroepeerd. Via pictogrammen en foto’s krijg je snel een eerste indruk van een route, waarna een uitgebreidere beschrijving volgt. Dit alles is voldoende om een route uit te zoeken. Absolute beginners raad ik aan er meer uitgebreide informatie bij te zoeken. Hoewel aan de noordkant van het beschreven gebied de nodige toppen ook vanuit Oostenrijk te beklimmen zijn, beschrij het boek alles vanuit Italiaans perspectief. Op het moment van schrijven is Volume II, dat het oostelijke deel beschrij , nog niet verkrijgbaar.
[Frank Husslage]
Easy alpinism in TrentinoSouth Tyrol, Volume I Diego Filipi, Fabrizio Rattin Edizioni Versante Sud (2022), versantesud.it
ISBN 9788855470926
€38,-
HOOGTELIJN 1-2023 | 89
THEMA ULTRA
Colofon
Hoogtelijn is het o ciële tijdschri van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht hee , zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schri elijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn
Redactie
Peter Daalder (hoofdredacteur)
Marjolein Wols (eindredacteur)
Rinske Brand, Mirte van Dijk, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Rien Jans, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Florian van Olden, Eva van Wijck
Vaste medewerkers
Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartogra e), Toon Hezemans (illustratie), Manon Stravens (interview)
Redactieadres
NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl, hoogtelijn.nl
Advertentie-exploitatie
Noor van der Veen
Postbus 225, 3440 AE Woerden 0348-409521 noor.van.der.veen@nkbv.nl
Productie en vormgeving
Studio ManagementMedia, Hilversum
Anita Baljet
Druk
Senefelder Misset, Doetinchem
Oplage: 40.290
ISSN: 1387-862X
Los abonnement
Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 32,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.
Koninklijke Nederlandse
Klim- en Bergsport Vereniging
Bellen
0348-409521
Bezoeken
Houttuinlaan 16 A, 3447 GM Woerden
Schrijven
Postbus 225, 3440 AE Woerden
Betalen
Bank: IBAN NL84RABO0161417213
BIC RABONL2U
90 | HOOGTELIJN 1-2023 vooruitblik Hoogtelijn 2-2023 verschijnt 7 april Interview Sean Villanueva O’Driscoll
Finding Ultra Trainen voor een ultramarathon 650 kilometer mountainbiken Iron Bike Roeland van Oss Climbing 4 climate Gouden Bergen 82 vierduizenders
Bergsportreizen de reisorganisatie van de NKBV
Al bijna 100 jaar brengen wij mensen met een passie voor de bergsport samen, zowel in de winter als in de zomer. Weg van huis, weg van de bewoonde wereld en samen met een kleine groep op pad. Genieten van rust, ruimte en natuur. Wandelschoenen aan en gaan! Ook kunnen we je helpen met de eerste stappen in jouw alpiene carrière.
Voor deze zomer hebben we weer een mooi programma samengesteld. Daag jezelf uit en volg een C1 cursus, loop een huttentocht of ga op basiskamp. Kijk voor het volledige aanbod op bergsportreizen.nl/zomervakanties.
Bergsportreizen staat voor:
• deskundige en professionele begeleiding
• georganiseerd voor en door NKBV-leden
• kleine groepen
• geldteruggarantie bij negatief reisadvies covid-19
AANBOD!
SCAN MET JE MOBIELE CAMERA
BEKIJK HET
Lees hier meer over zijn indrukwekkende reis:
We are the Mountain People.
De Nederlandse berggids en Rab-atleet Roeland van Oss heeft afgelopen zomer alle 82 Alpentoppen boven de 4.000 meter achter elkaar beklommen.
Hij verplaatste zich tussen de verschillende berggroepen met de fiets en gebruikte gedurende zijn Climbing4Climate-project geen kabelbanen om zodoende het bewustzijn voor klimaatverandering te vergroten.
We zijn er trots op Roeland tijdens deze reis te hebben ondersteund en hopen dat zijn grootse voorbeeld anderen inspireert om ook zelf verandering tot stand te brengen.
WWW.RAB.EQUIPMENT