Hoogtelijn 5 / 2021

Page 1

WWW.NKBV.NL | NOVEMBER 2021 | NR 5

NR 5 | NOVEMBER 2021

BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING

knappe koppen

onderzoek & wetenschap in het berglandschap

WWW.NKBV.NL

ARCHEOLOGIE

Terug naar de steentijd in de Zwitserse bergen

VERSTIKKINGSGEVAAR Hoe voorkom je koolmonoxide in de tent?

HOOGTETRAINING

Efficiënter omgaan met de beschikbare zuurstof


WORD BUITENVRIEND & ONTVANG ALS NKBV-LID 10% KORTING BIJ BEVER *

EEN BERG INSPANNING VOOR DE MOOISTE AFDALING BEZOEK ONZE WINTERSPORTWINKELS VOOR DE NIEUWSTE COLLECTIE

2

Veelzijdige wandelstokken, geschikt voor zowel heren als dames en wegen 460 gr/paar.

DYNASTAR M-PRO 90 + SPX 12 GW SKI DYNASTAR 689,95 *620,96 1

Comfortabele sneeuwschoenen voor al je avonturen in de sneeuw. Lengte: 56 cm. Breedte: 20 cm. Gewicht per paar: 1,63 kg.

3

Zeer robuuste en waterdichte pro-shell jas voor expedities en ander ruig werk.

1. EVO SNEEUWSCHOEN MSR 179.95 *161.96 2. DISTANCE FLZ WANDELSTOKKEN BLACK DIAMOND 129.95 *116.96 3. MUZTAG GTX HARDSHELL JAS DAMES RAB 499.95 *449.96 4. LEVEL MIPS SKIHELM SMITH 399.95 *359.96 5. FREE RIDER 22 AVABAG LAWINERUGZAK ORTOVOX 699.95 *629.96 6. ALU 240 LAWINESONDE ORTOVOX 39.95 *35.96 7. AVALANCHE RESCUE ZOOM+ LAWINEKIT ORTOVOX 259.95 *233,96 8. PRO MACHINE 110 SKISCHOEN NORDICA 399.95 *359.96 9. ARMY LEATHER HELI SKI 5F HANDSCHOEN DAMES HESTRA 119.95 *107.96 10. MOONLIGHT SKIBRIL JULBO 129.95 *116.96 *Niet alle producten zijn in alle Bever stores verkrijgbaar. Bekijk de actuele prijzen, voorraad en openingstijden op bever.nl

4

Lichtgewicht skihelm met MIPS voor een topbescherming op de piste.

Word Buitenvriend en registreer je als NKBV-lid bij Bever met je NKBV-lidnummer. *Bekijk de actievoorwaarden op bever.nl & meld je aan op bever.nl/buitenvriend/nkbv


KOM NAAR EEN VAN ONZE WINTERSPORTWINKELS VOOR HET BESTE ADVIES

5

Extreem lichtgewicht airbagsysteem met de hoogste mate van bescherming. De cartridge is niet inbegrepen bij de rugzak.

6

Deze lichtgewicht lawinesonde is snel en eenvoudig in gebruik en weegt slechts 200 gram.

DE WINTERSPORTWINKELS ZIJN DE BEVERWINKELS MET EEN UITGEBREIDE WINTERSPORTCOLLECTIE. WINTERSPORT XL WINKELS Amsterdam Gelderlandplein, Amsterdam Stadhouderskade, Eindhoven, Houten, Mall of the Netherlands, Rotterdam Stadionweg.

WINTERSPORTWINKELS Alkmaar, Haarlem, Hengelo, Hilversum (Hilvertshof), Tilburg.

7

Een lawinepieper, schep en sonde in één set, zodat je veilig de backcountry kunt ontdekken.

OVERIGE BEVERWINKELS Almere, Amersfoort, Amsterdam Overtoom, Apeldoorn, Arnhem, Assen, Bergen op Zoom, Breda, Den Bosch, Den Haag City, Deventer, Doetinchem, Ede, Groningen, Hoofddorp, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Rotterdam ADR, Rotterdam City, Steenwijk, Utrecht, Venlo, Zwolle.

ELECTRON PRO DONSJAS RAB 299,95 *269,96

BOOTFITTING SERVICE VOOR SKISCHOENEN MET DE PERFECTE PASVORM 8

Geavanceerde allmountain skischoen met kracht en comfort. Door de kortere, anatomisch gevormde shell en het nieuwe Tri-Force frame wordt de performance van deze skischoen verhoogd, zonder extra gewicht.

9

Een klassieke, warme ski dameshandschoen met veel bewegingsvrijheid.

In al onze wintersportwinkels vind je een Salomon Boot Fit Station. Door verhitting kunnen de skischoenen gevormd worden naar de vorm van jouw voet en onderbeen. Het resultaat is een op maat gemaakte skischoen met de perfecte pasvorm die zorgt voor de beste ski-ervaring. Benieuwd of jouw schoenen ook in het Boot Fit Station kunnen? Vraag het aan een van onze wintersportexperts in de winkel. BOOTFITTING 20.00 GRATIS BIJ AANKOOP VAN SKISCHOENEN

10

Skibril met frameloos design en sferische lens. Met 110 gram vederlicht. Prijs- en modelwijzigingen en druk- en zetfouten voorbehouden. Bekijk de actievoorwaarden op bever.nl *De 10% korting is alleen geldig voor NKBV leden.


inhoud

Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, twitter.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.

ACTUEEL 08 Op de Hoogte 14 In Memoriam Jan van der Meulen 88 Gespot

NKBV 07 Voorwoord Joachim Driessen 81 Mijn Verhaal: routes behaken op Curaçao

82 NKBV voor jou

THEMA: WETENSCHAP 20 Spoorzoeken 22 Gletsjerarcheologie in de 28 29 30 36 42 44 46

20

SPOORZOEKEN

Onderzoek en wetenschap spelen een grote rol in de bergen. De medische wetenschap helpt ons om op grote hoogte te functioneren. En om meer te snappen van de wereld, het landschap, de geschiedenis en de gevolgen van klimaatverandering kijken onderzoekers naar factoren als sedimentafzettingen, de loop van rivieren, landschapsverandering en artefacten die ze vinden in het ijs van smeltende gletsjers. Ieder zoekt in zijn eigen vakgebied naar sporen in het landschap die ons meer vertellen over vroeger, nu en de toekomst.

Zwitserse Alpen Langs het pad: overleven in barre omstandigheden Polikliniek voor bergsporters Een geoloog in de Pyreneeën Hoogtetraining Eberhard Jurgalski ordent bergtoppen Voorkom koolmonoxidevergiftiging Geomorfologie in de Alpen

KLIMMEN 54 Interview met alpinist Hans van der Meulen 64 Iconen van Europa: de Drei Zinnen 70 Klimmen bij de buren: Rocher des Béguines en Comblain-la-Tour 76 Beklimming van de Patteriol

WANDELEN

22

36

ARCHEOLOGIE

Terug naar de steentijd in de Zwitserse bergen

HOOGTETRAINING

Kun je je voorbereiden op presteren op hoogte?

52 Markt & Materiaal: het comfort van trail(run)schoenen

60 Fit & Vitaal: op leeftijd weer de bergen in 72 Huttentocht in de Rätikon 84 Vierdaagse tocht door de centrale Pyreneeën

GEOMORFOLOGIE

Klimmen in een veranderend berglandschap

EN VERDER 18 Depot: wintersport in Nederland 90 Vooruitblik

4 | HOOGTELIJN 5-2021

46


We zijn gek van wandelen en klimmen en krijgen een kick zodra we in de bergen zijn. We voelen ons er thuis, het hele jaar. Niet alleen in Europa, we houden van bergen in de hele wereld. Maar niet iedereen geniet op dezelfde manier. Voor de een kan het niet extreem en stil genoeg zijn, voor de ander is een wandeling naar een almhut voor een stuk apfelstrudel op een vol terras al voldoende bergbeleving. Wilco van Rooijen gooide in de Volkskrant van 20 september de knuppel in het hoenderhok. Hij wil restricties voor het klimmen op (hoge) bergen. Strekking: verlos de Everest van de vervuilende stroom toeristische bergbeklimmers. Klim zonder extra zuurstof, wat zorgt voor vervuiling en extra mensen, ga op stap zonder vaste touwen en de hulp van een peloton sherpa’s en zonder het comfort van een volledig ingericht basiskamp, maar klim op eigen kracht. Een sympathiek standpunt. Maar hoe reëel is het?

52

TRAIL(RUN)SCHOENEN

Comfortabel wandelen met veel grip

54

INTERVIEW

Hans van der Meulen

PATTERIOL

Solitaire berg in de Verwall

76 64

stand

Bergliefde

We gebruiken met z’n allen de bergen. Liftjes, treintjes, restaurants, berghutten, het was er vroeger allemaal niet en dat alles heeft grote invloed op de bergen. Wintersport is op veel plaatsen desastreus voor het landschap, evenals waterkrachtinstallaties, bergwegen en andere infrastructuur. Worden de Alpen een pretpark?, vroegen we ons eerder af in Hoogtelijn #4, 2014. Dankzij e-bikes komen velen op plaatsen die ze eerder niet konden bereiken. Veel skidorpen die het in de winter moeilijk krijgen door een gebrek aan sneeuw op lage hoogtes, bieden in de zomer mountainbikeparcoursen aan. Hutten zijn en worden gemoderniseerd, ze geven bezoekers het comfort waarom gevraagd wordt. Ja, we houden van de bergen. En we zijn er graag. Zoals de Everest, het is nu eenmaal de hoogste, populair blijft voor echte alpinisten én voor bucketlistreizigers, met alle commerciële belangen en invloeden van dien, zo blijft de druk op de bergwereld bestaan, omdat we het er zo mooi vinden…. “Als je het te druk vindt, ga dan naar nog niet beklommen zes- of zevenduizenders”, zegt Messner al jaren. Zoek in de Alpen plekken en routes waar je niet struikelt over bergadventureparken, maar waar het voor jou net zo goed knettert van de bergliefde.

Peter Daalder

Hoofdredacteur peter.daalder@hoogtelijn.nl

DREI ZINNEN

Icoon en geologisch wonder in de Dolomieten

Op de cover: Marcel Cornelissen is een Nederlandse archeoloog in Zwitserse dienst. Hoog in de bergen zoekt hij als gletsjer- en ijsarcheoloog naar sporen uit een ver verleden. Hij vond resten uit de middensteentijd bij de afsmeltende Brunnifirn. Je leest over zijn werk en drie vindplaatsen op pagina 22. Coverfoto: Aart Markies

HOOGTELIJN 5-2021 |

5


Explore your world in the Jungfrau Region jungfrauregion.swiss


Foto Sytse van Slooten

Met enige ontwenningsverschijnselen mochten we afgelopen zomer weer de bergen in. Sommigen wilden nog niet te ver van huis, maar velen hebben weer mooie bergtochten gemaakt. En ook in de hallen werd gelukkig weer volop geklommen.

V

oor het eerst in lange tijd kon op 28 augustus weer een klimwedstrijd worden gehouden bij Neoliet in Utrecht en was op 16 oktober voor het eerst in twee jaar weer een Nederlands kampioenschap Lead bij IVY climbing in Sittard. Het waren mooie wedstrijden en ik heb veel respect voor de klimmers die ondanks de pandemie hun vorm wisten te behouden. Het vergt veel discipline om goed te blijven trainen als de hallen dicht zijn en er geen competitie is. Het is jullie vast niet ontgaan dat afgelopen zomer de klimsport voor het eerst een olympisch onderdeel was in Tokio. Tim Reuser was goed op weg om deel te nemen aan de Spelen, maar heeft zich helaas net niet gekwalificeerd. Als bestuur vinden we het belangrijk dat het Nederlands Team de juiste begeleiding en coaching krijgt om optimaal te presteren. Daarom hebben we dit jaar Gijs Ronnes als tijdelijke adviseur aangesteld om ons te helpen met het vormen van een programma waarmee we het Nederlands Team op een hoger plan krijgen. Gijs was bondscoach van het Nederlands beachvolleybalteam bij de Spelen in Rio en Londen. Geen klimsport dus, maar we kunnen veel van hem leren, juist omdat volleybal al veel langer olympisch is. De grote transformatie gaat een andere manier van trainen en coachen worden. Als de VvA ons plan op 11 december goedkeurt, komt er per 2022 een gecen-

traliseerd coachgestuurd programma. Dat betekent meer focus op de training en atleten; klimmers trainen niet meer zonder coach, maar worden bij elke training begeleid, of dat nou in de wand is of bij krachttraining. Dat kan alleen als er een centrale locatie komt waar de klimmers trainen. Alleen zo kan het begeleidingsteam zich volledig concentreren op het trainen en coachen van het Nederlands Team. Daarom willen we in 2022 ook een technisch directeur aanstellen, zodat het begeleidingsteam zich voor de volle 100 procent kan richten op het trainen van onze topsporters. Met als hoger doel een Team NL Centrum, waar de senioren en S-1 (atleten die 1 jaar onder de seniorenleeftijd zitten) trainen én studeren op één locatie. Waar dus de studie-uren speciaal worden afgestemd op het individuele trainingsprogramma. De baanwielrenners maakten deze omslag tien jaar geleden. En zie nu de resultaten in Tokio en op de WK en EK! Het zou prachtig zijn als wij dergelijke resultaten kunnen boeken in 2024 in Parijs, en/of 2028 in Los Angeles. Voor nu verheug ik me op de eerste sneeuw en wens ik jullie een mooie winter in de bergen.

Joachim Driessen,

Joachim

Weer de hoogte in

Duurzaamheid De NKBV streeft naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt verpakt in composteerbare biofolie en drukken we op FSC-papier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds). Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier. We schenken duurzame koffie van Brandmeester en hebben een CO2-neutrale postbezorging en dataopslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl.

Beter de bergen in met de NKBV NKBV-leden profiteren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen nog meer biedt.

Opzeggen lidmaatschap

Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op MijnNKBV.nl. Je ontvangt dan per e-mail een bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl. Partners van de NKBV

voorzitter NKBV mail: voorzitter@nkbv.nl twitter: @jdriessen06

HOOGTELIJN 5-2021 |

7


De Nightjet Zürich, een dagelijkse nachttrein naar Basel en Zürich, gaat per 12 december 2021 rijden. Vanaf Amsterdam reis je via Utrecht en Arnhem naar Basel en Zürich, tickets vanaf 38 euro bij NS International. Vertrek om 20.30 uur uit Amsterdam, aankomst in Basel om 06.15 uur en in Zürich om 08.05 uur. Oud meervoudig Nederlands sportklimkampioen Mirjam Verbeek is gestopt met haar klimactiviteiten. Dertig jaar lang gaf ze klimlessen en -trainingen. Ze werkt nu aan een geïllustreerd klimtrainingsboek voor de jonge generatie. In Hoogtelijn 4 van 2019 stond een groot interview met Mirjam. De Zwitserse Alpenclub SAC heeft de landelijke Solarprijs 2021 gewonnen in de categorie Organisaties voor het gebruik van zonnepanelen op de SAC-hutten. In vrijwel alle 153 SAC-hutten is zonne-energie de primaire energiebron. Bij de jurering weegt ook energie-efficiency van gebouwen zwaar mee. In Freyr werd in oktober een longline gespannen van recordlengte voor de Benelux: 770 meter. Het wereldrecord longline werd afgelopen juli in Zweden gevestigd. Dat was een lijn van 2,1 kilometer. Janja Garnbret klom begin november met Fish Eye in Oliana als eerste vrouw een 8c-route onsight. Die prestatie wist ze twee dagen later met een onsight van American Hustle in hetzelfde gebied te herhalen. De Franse Alpenvereniging FFCAM zoekt voor komend voorjaar een beheerder voor de Refuge de l’Aigle, de een-na-hoogste hut van Frankrijk, in de Écrins. Er is geen wifi of stromend water, maar op 3450 meter, vlak onder de Meije, is het uitzicht adembenemend.

8 | HOOGTELIJN 5-2021

De 13e Piolet d’Or Lifetime Achievement Award 2021 gaat naar de Japanner Yasushi Yamanoi (56). De prestigieuze oeuvreprijs wordt sinds 2009 uitgereikt en Yamanoi is de eerste Aziaat die de prijs ontvangt. De uitreiking van de Piolets d’Or is dit jaar van 26 tot 29 november in Briançon. Speciale aandacht is er voor alle bigwallbeklimmingen van de Spaanse Silvia Vidal. De Amerikaan Ethan Berman en de Brit Uisdean Hawthorn ontvangen een Piolet d’Or voor hun beklimming van Mount Robson (3954 meter, noordwestzijde) in

Yasushi Yamanoi.

Canada en Symon Welfringer en Pierrick Fine uit Frankrijk voor hun eerstbeklimming van Sani Pakkush (6952 meter, zuidwand) in Pakistan.

Het klimaat beschermen op je bord Steeds meer hutten schakelen over op vegetarische maaltijden om te helpen de mondiale CO2-uitstoot omlaag te krijgen. Zo ook de Medelserhut in Graubünden, waar de nieuwe pachters sinds vorige zomer minimaal twee keer per week vegetarisch koken. Hun actie past in een project van Protect Our Winters Zwitserland, dat zich richt op bewustwording van bergsporters over hun voeding. Bergsporters kunnen (soms in speciale actieweekenden) ook het transport van het voedsel vanuit het dal naar de hut voor hun rekening nemen: in hun rugzak. De transportsector veroorzaakt in Zwitserland de meeste CO2-emissie, op afstand gevolgd door de sectoren industrie en wonen/bouwen. In Oostenrijk ontving de Franz Fischerhut in de Radstädter Tauern het milieukeurmerk 2021 van de Oostenrijkse Alpenvereniging ÖAV omdat de hut als eerste een volledig

Foto Bernard van Dierendonck

Matthieu Pauwels klom in oktober de moeilijkste route in België: Tatanka, in de Trou Magritte bij Anseremme. In juni klom Thomas Salakenos de route voor het eerst en waardeerde die op 9a. Inmiddels is er een cruciale greep uitgebroken, waardoor de nog moeilijkere Tatanka 2.0 ontstond. Pauwels, die nog twee 9a’s klom in België, waardeert Tatanka 2.0 op 9a/+.

Foto Yasushi Yamanoi

Piolets d’Or 2021

Vegetarisch eten in de Medelserhut.

vegetarisch aanbod heeft. De OAV beheert zijn 231 hutten allemaal zo ecologisch verantwoord en duurzaam mogelijk. Om voor het milieukeurmerk in aanmerking te komen, worden hutten beoordeeld op bedrijfsvoering, energiehuishouding, afwatering, afvalverwerking en hun (schone) omgeving. Ook het Hubertushaus in de Gutensteiner Alpen ontving het ÖAV-milieukeurmerk 2021. De Franz Fischer-Hütte.

Foto Franz Fischer-Hütte

Onder redactie van Rien Jans

op de hoogte

Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook en Twitter.


Foto Jackson Groves

Manaslu, 27 september 2021.

Peter Boogaard op Manaslu

Peter en Pemba.

Winnende films DMFF online

Foto Peter Boogaard

Op 27 september stond Peter Boogaard onder perfecte weersomstandigheden op de top van Manaslu (8163 meter) samen met Pemba Nuru Sherpa en een aantal anderen. Hij is voor zover bekend de eerste Nederlander die op de hoofdtop stond. Het is zijn tweede achtduizender, na Everest in 2016. De maanden april en mei 2022 staan al in de agenda voor de beklimming van Kangchenjunga. Op diezelfde dag in september maakte de Australische fotograaf Jackson Groves met zijn drone schitterende beelden van de top van Manaslu. Voor het stukje graat tussen de voortop en de echte top maakte Mingma G Sherpa een u-bocht, die iedereen om beurten

volgde: vanaf de wachtplek omlaag, traverseren en dan loodrecht omhoog naar de top. Zie ook journeyera.com/manaslu-mountainclimb-nepal/.

De vier prijswinnende films van het afgelopen Dutch Mountain Film Festival 2021 zijn van 1 december t/m 9 januari 2022 online te zien. De grote prijs van het festival, de Crossborder Film Award, ging naar Wall of Shadows. Brenva by Winter won zowel de Parkstad Limburg Jury Award als de Best Mountaineering Film Award. De DAV Climate Award ging naar Songs of the Water Spirits, en Cold Feet won de De Spiegel Best Newcomer Award. Kijk voor je aanmelding voor de online films en de voorwaarden op dmff.eu.

Illustratie Toon Hezemans

Met een laatste inspanning ben ik boven. Ik zie geen hand voor ogen. Mist. Gelukkig heb ik tijdens de wandeling het bergachtige landschap wel uitvoerig bewonderd. Uitzicht op grijze rotspartijen, grasgroene velden en hier en daar wat restjes sneeuw. Prachtig. Ik loop rond op de top en andere wandelaars spreken mij aan. Ze vragen mij hoe ze de weg over de top naar het dal kunnen vinden. In het Frans. We zijn dan wel in Schotland, maar Engels lijkt een brug te ver. In gebrekkig Frans probeer ik ze de route uit te leggen. Als ik mijn man vertel hoe ik de Fransen op pad heb gestuurd, begint hij te lachen: “Je hebt ze weer hun eigen heenweg terug laten lopen!” Oriënteren in de mist; het blijft opletten. Zeker in het Frans! [Naomi van Nuland]

en Passant

Verkeerde kant

Heb je ook een leuk bergverhaal meegemaakt? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.

HOOGTELIJN 5-2021 |

9


Expeditie Academie III

Het team lijkt hiermee het oude academietraject weer helemaal te hebben opgepakt. Kijk voor meer informatie op expeditieacademie.nl of volg het team op social media. [Niek de Jonge]

Foto Arjen Pieters

De tweede stage vond eind september plaats in Wallis. Hier klommen de deelnemers serieuze routes zoals de Younggrat op de Breithorn en de Cresta Signal op de Signal Kuppe.

Geslaagde tweemansexpeditie Op 11 augustus vertrokken Arjen Pieters en Joris Korevaar naar de Kaindyvallei in het Tien Shangebergte in Kirgizië voor een avontuurlijke tweemansexpeditie in een afgelegen en vergeten dal. Het duo verrichtte drie succesvolle eerstbeklimmingen: Peak Nooter 5360 m Oostgraat – AD, Peak In Libido Veritas VI 5030 m Zuidwestwand – D en Punta Margarita 4669 m – AD. [Niek de Jonge]

10 | HOOGTELIJN 5-2021

Het team op weg naar een ABC op de Vallée Blanche. Op de achtergrond de Grand Capucin.

Arjen (links) en Joris in het Tien Shangebergte.

Spin-off Expeditie Academie Afgelopen zomer zijn er een aantal aansprekende routes geklommen door oud-deelnemers van de Expeditie Academie. Zo klom Line van den Berg samen met een vriendin de Peuterey Integrale. Deze werd ook geklommen door Bas Visscher, coach van de Expeditie Academie, samen met Jeroen van Ommen. Ook klom Line samen met Jorian Bakker en Mats Wentholt de afgelegen en zelden beklommen Cresta San Catharina op de Nordend. [Niek de Jonge]

Foto Joris Korevaar

Na een noodgedwongen stop van het project zijn afgelopen zomer de negen deelnemers van de Expeditie Academie weer begonnen aan hun trainingsstages. Het was voor iedereen weer even wennen na maanden van lockdown en weinig rots- of ijsklimmen. Toch wisten de deelnemers de draad weer snel op te pakken tijdens de eerste stage aan de Italiaanse zijde van het Monte Biancomassief. Zo werden onder meer aansprekende beklimmingen gedaan als de klassieke Kuffnergraat op de Mont Maudit, de noordwand van de Tour Ronde en enkele uitdagende lijnen op de Grand Capucin.

Foto Niek de Jonge

op de hoogte

Heb je opmerkelijk expeditienieuws? Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.

Arjan op de laatste meters van Libido Veritas 6 (4800 meter), met achter zich Pik Alexander von Humboldt.


Vier nieuwe Bergsteigerdorpen Opnieuw zijn er vier nieuwe Bergsteigerdorpen te noteren. De Oostenrijkse dorpen Steinberg am Rofan (Tirol) en Göriach (Salzburg) en de Italiaanse dorpen Balme (Piëmont) en Triora (Ligurische Alpen) traden alle vier deze herfst toe. Er zijn nu 35 Bergsteigerdorpen: 22 in Oostenrijk, 5 in Italië, 4 in Duitsland, 2 in Slovenië en 2 in Zwitserland. Kijk voor meer informatie op bergsteigerdoerfer.org.

Foto Gianni Nicosia

Balme.

Triora.

Göriach im Lungau. Foto Achensee Tourismus

ook omdat het van 1978 tot 2012 een Nederlands-Nepalese joint venture was. Op de locatie wordt een nieuw Summit Hotel gebouwd, dat zal bestaan uit drie hoteltorens van elf verdiepingen.

Foto Gianni Castagneri

Het Summit Hotel in Kathmandu is gesloopt. Het iconische hotel met zijn prachtige tuinen herbergde veel Nederlandse bergbeklimmers en trekkers, vooral vanwege zijn charme en prachtige tuinen, maar

Foto Waltraud Grall

Summit Hotel gesloopt

Ellen Raijmakers (NKBV-lid sinds 1985) liep in augustus met drie bevriende stellen de Dutch Mountain Trail, omdat een huttentocht in de Alpen ze nog wat ingewikkeld leek. Omdat ze de stempels in de hutten altijd erg leuk vinden, liet Ellen haar dochter een eigen DMT-stempelkaart maken. “Samen met een kinderstempeltje van een bergwandelschoen was dit voor ons groepje een groot succes”, schrijft ze. Uiteraard hebben ze alle 7 Summits gehaald.

Foto Ellen Raijmakers

Foto Robin Marston

LEZERSREACTIE

Steinberg am Rofan.

HOOGTELIJN 5-2021 |

11


s t c e t o r Pyou and our e. climat Wandel softshell jas gemaakt van gerecycled materiaal Cyclone VI softshelljack dames | vaude.com

MFS®-VAKUUM-SYSTEM

COMFORT OP HET HOOGSTE NIVEAU MFS®-VAKUUM-SYSTEM SPEZIELLE POLSTERSCHÄUME SPECIALE SCHUIMVOERING Weiches geweven Manschettenpolster Zacht, schuimretikuliert bovenaan.

MFS®-VAKUUM-SCHAUM MFS® VACUÜMSCHUIM Exakte und druckfreie Anpassung an jede Fußform Drukverlagend, past zich perfect aan elke voet im Knöchel-, Manschetten und Laschenbereich. Bis aan; hetreichend. gebiedDer rond veter in denin Ballen Fuß de wirdenkels, weich aber enghaakjes umschlossen. en – oogjes, tot aan de bal van de voet. De voet wordt zacht, maar strak omhuld. RETIKULIERTERSCHUIM SCHAUM GEWEVEN bis in den Zehenbereich, garantiert eine perfekte Anzorgt voor een perfecte pasvorm tot aan passung. het gebied rond de tenen.

SPEZIELLE POLSTERSCHÄUME Weiches Manschettenpolster retikuliert

MFS®-VAKUUM-SCHAUM Exakte und druckfreie Anpassung an jede Fußform im Knöchel-, Manschetten und Laschenbereich. Bis in den Ballen reichend. Der Fuß wird weich aber eng umschlossen.

Vakuum Lady Ultra

Vakuum Men Ultra

mei_Anz_VakuumMen_Hoogte_210x135_MAI14.indd 1

RETIKULIERTER SCHAUM bis in den Zehenbereich, garantiert eine perfekte Anpassung.

www.meindl.de

15.05.14 11:01


Lynn van de Meer op het NK Lead.

SPORTKLIMNIEUWS EU Cup en NK IJsklimmen

Een verticaal gevecht met ijsbijlen en stijgijzers. Wedstrijdijsklimmen geeft een spannende en competitieve dimensie aan de ijsklimsport. Op 11 december komt de European Cup Ice Climbing naar Nederland! Deze internationale wedstrijd vindt plaats bij Kalymnos in Utrecht en is gecombineerd met het NK IJsklimmen, waardoor deelnemers aan het NK automatisch meedoen aan de EU Cup. Wil je meestrijden? Kijk op nkbv.nl/actueel/ events/eu-cup-ice-climbing-2021.html voor meer informatie.

Petzl NK Lead 2021

Na de leadwedstrijden in september en oktober zijn ook de boulderwedstrijden weer van start gegaan. De eerste wedstrijd vond plaats op 30 oktober in Club Monk, Amsterdam, waar Lisa Klem en Don van Laere er met de winst vandoor gingen. Boulder 2 vond op 20 november plaats in Radium, Maastricht (deze Hoogtelijn lag toen al op de drukpersen) en ook de jeugdboulderwedstrijden zijn weer begonnen. Kijk voor de volledige wedstrijdkalender op was2.shiftf5.nl/competitions.

Foto Robert Hendriksen

Boulderseizoen van start

Zaterdag 16 oktober vond na een stop van twee jaar het Nederlands kampioenschap Lead weer plaats in IVY climbing, Sittard. Onder luid gejuich van een uitgelaten publiek wist Lynn van der Meer wederom het goud te pakken. Amber Schiffeleers, Edith Savenije en Doenja Sinke vielen allen op dezelfde pas en werden, teruggerekend op tijd, respectievelijk tweede, derde en vierde. Bij de heren kwam het verschil aan op één plusje en wist Leto Cavé er nipt met de winst vandoor te gaan, gevolgd door Mark Brand en Mischa Radt. Kijk voor de volledige uitslag op was2.shiftf5.nl/competitions/3895.

Open NK Paraklimmen 2021

Op de European Youth Cup Boulder in Soure, Portugal, heeft de Nederlandse jeugd mooie prestaties geleverd. In de categorie meisjes A werd Lisa Klem knap tweede.

Het Open NK Paraklimmen, waaraan zowel Nederlanders als internationale klimmers mochten deelnemen, vond op zondag 17 oktober plaats in IVY climbing, Sittard. Alle categorieën klommen twee kwalificatieroutes en de besten per categorie klommen vervolgens de finaleroute. In de open categorie klom iedereen vier kwalificatieroutes, maar geen finale. Met deelnemers uit Nederland, Engeland, Zwitserland en Duitsland was het een zeer geslaagde wedstrijd! Lees het wedstrijdverslag via cutt.ly/FTkno3W.

Michiel Nieuwenhuijsen in Dreamtime.

Amber Schiffeleers behaalde de zesde plek, Anya van Essen werd zeventiende. Paul Brand eindigde bij de mannen junioren als zevende. Lynn van der Meer behaalde, slechts een week na haar nationale kampioenstitel, nogmaals goud toen zij de European Lead Cup wist te winnen in Laval, Frankrijk. Van de acht finalisten wisten er zeven niet voorbij de cruxpas te komen, maar Van der Meer klom met sterk zelfvertrouwen maar liefst veertien grepen verder. Naast de wedstrijdklimmers vieren ook ’s lands sterkste buitenboulderaars hoogtijdagen. In het Zwitserse Cresciano wist Michiel Nieuwenhuijsen de klassieke boulder Dreamline (8C) te klimmen. Daarnaast klom hij de 8C Der mit dem Fels tanzt. Max Deelen, die in Fontainebleau zijn tweede thuis heeft gevonden, klom daar onlangs Kheops assis (8B+).

Partners van het Nederlands Team Sportklimmen

Foto Robin Brandt

Internationale klimprestaties

op de hoogte

Onder redactie van Eva van Wijck

Rik Sollie in de finaleroute van het Open NK Paraklimmen.

Partners nationale wedstrijden

HOOGTELIJN 5-2021 |

13


Herinneringen aan Jan (Zappa) van der Meulen (1956-2021)

Über hippie & grote klimmer

Kort voor zijn dood vroeg Jan van der Meulen aan zijn vriend en klimmaat Frans Heusdens met wie hij veel avonturen beleefde, om een stuk over hem te schrijven in Hoogtelijn. Het is een zeer persoonlijke herinnering aan een uitzonderlijk begenadigd klimmer en een bijzonder mens.

Tekst Frans Heusdens Beeld Frans Heusdens en Angelique Steensma

V

oorjaar 1979. Zwierig loopt Jan van der Meulen het beroemde Belgische klimmerscafé Le Chamonix binnen, ziet me zitten achter een groot glas bier en zegt met een zware geveinsde aardappel in de keel: “Zeg kerel, kan je wel een beetje klimmen dan!” Het was onze eerste kennismaking.

Jan ‘Zappa’ van der Meulen.

14 | HOOGTELIJN 5-2021

Jan klom normaal gesproken altijd in Sy, een (toen er nog twee klimverenigingen bestonden) uitgesproken NBV-bolwerk. Volgens Jan was het Belgische Freyr, waar je mij bijna elk weekeinde kon vinden, vooral een klimgebied voor ‘KNAVkakkers’. Hij vond mij maar een hippie met veel te lange haren en tevens een opscheppertje. Ook vond hij me maar een klojo omdat ik nooit een helm droeg tijdens het klimmen. Maar er kwam al snel verandering in zijn directe en soms nogal brutale houding, nadat we samen een aantal moeilijke beklimmingen deden die middag. Ik had zijn respect gewonnen en in de jaren die volgden, vergaf hij me voortaan mijn grote mond. Om cool te zijn (zoals ik, met m’n indertijd enorme ego) moest hij voortaan verplicht luisteren naar Frank Zappa en een beetje ‘meeroken’, om bij de toen uiterst kleine self-appointed free climber elite te mogen horen. Eigenlijk was qua uiterlijk alles fout aan Jan. Zijn veel te korte haar, de kleding die hij droeg, maar vooral ook de muziek waar hij naar luisterde. Uiteindelijk is Jan mij in de jaren daarna ruim voorbij gestreefd als über


Foto Rijnmond

omdat The Nose veel te druk was. “Jezus wat een wand”, zei Jan vol ontzag. In tegenstelling tot Jan had ik toen al een redelijke verzameling wereldberoemde beklimmingen gedaan, zoals de Brown/Whillansroute op de Aiguille de Blaitière en de sinds 2005 ingestorte Bonattipijler. Ik voelde wel dezelfde awe, maar hield dat voor hem verborgen, daarbij gespeeld casual refererend aan mijn extreme alpiene projecten. Jan had na een ongeluk op de Aguille du Moine in 1977, waarbij zijn broer André na een glijpartij een dwarslaesie opliep, het alpinisme helemaal afgezworen. Nee, sneeuw en ijs vond hij sindsdien maar niks en hij deed er alles aan om het te voorkomen. De eerste Nederlandse beklimming van de Aiguille du Fou Zuidwand (samen met Janos Urai) was een echte uitzondering.

De Wand

Jan van der Meulen overleed op 26 augustus 2021.

hippie, een aangemeten lifestyle die hij tot aan zijn dood heeft weten vol te houden.

Yosemite We hadden sinds onze eerste ontmoeting het jaar daarvoor samen redelijk wat rotsbeklimmingen gedaan in België, Frankrijk maar ook in Engeland, waar volgens ons indertijd de echte helden van het vrij klimmen woonden. Een land met noeste klimmers zoals Steve Bankcroft en John Allen. Nadat ik de hand had gelegd op de eerste editie van George Meyers’ Yosemite Climber besloten we al snel tot een bezoekje aan wat voor ons het non plus ultra voor de serieuze klimmer leek te zijn: de enorme monoliet El Capitan in Yosemite National Park.

geproefd. Na een dolle rit kwamen we vroeg in de avond aan bij het huis van onze gastheer. Het was een waanzinnig mooie in terrassen opgebouwde patiobungalow die vol hing met tekeningen van (volgens hem) advanced aliens. Jan kon z’n lachen bijna niet inhouden. Hij was zo aardig ons de volgende dag af te zetten op een goede liftplaats. “Rare jongen”, zei Jan, toen Bernard langzaam wegreed in z’n kanariegele Volkswagen stationwagon.

In de tijd dat wij Yosemite bezochten, was er eigenlijk nog geen sprake van om een dergelijke beklimming totaal vrij te willen klimmen. Het leek domweg niet mogelijk. Wel hadden Mark Hudon en Max Jones de Salathé Wall in 1979 al op 90 meter na vrij geklommen, maar het duurde tot 1988 voordat Todd Skinner en Paul Pianna erin slaagden om de Salathé Wall helemaal vrij (5.13b) te klimmen. Een prestatie die resulteerde in de voor die tijd moeilijkste multipitch rotsklimroute ter wereld. We begonnen heel traag en moesten on the fly een goede methode ontwikkelen om onze haulbag een beetje handig omhoog te hijsen. Met de grootste moeite lukte het ons om The Heart ledges te bereiken, door de eerste tien lengtes van de Salathé (Freeblast, 5.11b) grotendeels vrij

Camp 4 The armpit of Yosemite Valley, de bijnaam voor de klimmerscamping Camp 4. Het zat er vol met klimmers van internationale allure en diehard Amerikaanse klimmers, zoals John Bachar en Yabo Yablonski. Omdat we merkten dat autoloos zijn in Amerika nogal onhandig was, kochten we voor 250 dollar een oude Oldsmobile Toronado. De goede man vroeg eerst 500 dollar, maar toen hij Jan vroeg waarom we maar 250 wilden betalen, zei Jan “It’s because you look desperate.” Nadat we een paar dagen later midden in de nacht zonder rijbewijs werden aangehouden, zei de politieman in kwestie dat we zo snel mogelijk ons rijbewijs moesten gaan halen in Mariposa. Van een boete was geen sprake. Dat waren nog eens tijden!

Zo gezegd zo gedaan. Jan kon zo’n zes weken blijven en ik had een enkele reis gekocht naar Los Angeles. Ieder met een grote en vooral heel zware rugzak begonnen we te liften op een ogenschijnlijk onmogelijke plek, maar werden gelukkig al snel opgepikt door Bernard, een gepensioneerde architect die op weg was naar het veel noordelijker gelegen Sausalito. “Hey jongens, jullie moeten een nachtje bij mij slapen, want Yosemite gaan jullie vandaag niet meer bereiken”, zei hij terwijl hij een enorme Cheech & Chong-stijl-joint aanstak. En halverwege de rit moest en zou er een grote fles Na twee weken inklimmen op de wat lagere rode wijn worden aangeschaft, nadat wij hem outcrops, zoals Cathedral Rock en de Royal vertelden nog nooit Californische wijn te hebben Arches besloten we de Salathé Wall te doen,

HOOGTELIJN 5-2021 |

15


Winter in

100 kilo

meter winterwandelw egen

Gastein: winterwandelen Ver van de reuring op de pistes van het Gasteiner skigebied nodigen de stille zijdalen en bossen van Gastein uit tot uitdagende sneeuwschoenwandelingen of gemoedelijke winterwandelingen op de meer dan 100 kilometer winterwandelwegen of romantische promenaden. Overtuig jezelf tijdens de culinaire winterreis met wandeling en arresleetocht of tijdens de volle maan sneeuwschoenwandeling van de ongerepte natuur.


hoofdzakelijk uit de krant en van lokale tv-zenders als hij weer eens een gebouw had beklommen onder toeziend oog van de politie. Pas 35 jaar later ontmoetten we elkaar weer. Eerst via Facebook en daarna tijdens meerdere bezoekjes bij mij hoog in de Franse Alpen.

Patslijstje In zijn laatste maanden hadden we veel contact via WhatsApp. We bespraken naast oude klimavonturen ook de zaken die op dit moment spelen. Zo zou hij nooit en te nimmer een experimentele injectie nemen en vond hij het hele idee om een Covidpaspoort te introduceren totale bullshit. “Wat waren wij vrij hé, vroeger”, herhaalde hij vaak.

te klimmen. Daar richtten we ons eerste bivak in. Wat mij nog het meest bijstaat van die dag is dat Jan met z’n helm vast kwam te zitten in The Ear, een overhangende offwidth-passage die, hoewel slechts 5.7 gewaardeerd, aanvoelde als een dikke Franse 6. Het perspectief werd steeds extremer naarmate we hoger kwamen. Wat een omgeving! Klimmen op El Cap is moeilijk te beschrijven. De beklimming bestaat eigenlijk uit een enorme collectie aaneengesloten highlights. Gigantische spleten en vaak moeilijk af te zekeren offwidthpassages. Overal sporen van klimmers die ons voorgingen, iets wat culmineerde in het ontwijken van uiterst smerige poepstrepen in een stinkende schoorsteen op weg naar de top van de El Cap Spire. Vooral hoger op de wand was de diepe leegte onder ons vaak verbijsterend. Onder zwaar watertekort bereikten we na het bivak op de Spire en de lange touwlengten daarna via de Headwall, uiteindelijk Long Ledge waar we een derde laatste bivak belegden. Nadat we de dag erna eindelijk boven kwamen, staken we die nacht een enorm vreugdevuur aan.

Met veel moeite kon ik uiteindelijk een lijstje samenstellen met daarin zijn belangrijkste beklimmingen, het zogenaamde Patslijstje volgens Jan. Te noemen zijn de eerste rope solo (‘88) van de Half Dome NW direct, een heel scala aan routes op El Cap (Nose, Zodiac, Shield) die hij in de jaren ’88, ’94, ’96 en ’98 deels solo (waaronder New Dawn in ‘98) wist uit te voeren. Ook beklom hij samen met Peter Mosch als eerste Nederlander de Trollveggen in Noorwegen waar ze Dutch Orretor openden. In hetzelfde land opende hij samen met Cristoph von Schulz onder meer Crack’in Dutch, een 1000 meter hoge route van formaat.

Jan was naast een vrijklimmer vooral een bigwallklimmer. Vooral zijn (volgens sommigen) overmatige gebruik van een boormachine heeft hem veel ‘vrienden’ gekost. Hij noemde zich daarom graag de Warren Harding van de lage landen. Echter, de meesten van deze ‘vrienden’ kunnen zijn prestaties nooit en te nimmer herhalen, dat is zeker! De echte kenners zullen hem altijd blijven zien als een van de beste klimmers die Nederland ooit heeft voortgebracht.

Epiloog Jan eindigde zijn klimcarrière in 2001 met de eerstbekliming van Cornuto Scheise no Cabron in Val di Mello, een mega-technische route naar z’n hart. Zijn zoon Karel vertelde dat hij een gekmakende hoeveelheid dia’s en tientallen uren videomateriaal heeft achtergelaten. Jan (Zappa) van der Meulen (geboren op 24 december 1956 te Rotterdam) heeft de wereld vaarwel gezegd. Het einde was voor Jan, net als zijn voorbereidingen voor extreme klimtochten, een zwaar gecontroleerd proces waarbij geen enkel detail werd overgeslagen. Na een korte lijdensweg door snel uitgezaaide kanker is hij op 26 augustus 2021 bij vol bewustzijn en in vrede uit het leven gestapt. Op mijn verjaardag notabene! Goede reis Jan, we zullen je nooit vergeten.

‘Hij was een van de beste klimmers die Nederland heeft voortgebracht’

Builderen In de jaren daarna verloren we elkaar nagenoeg volledig uit het oog, hoewel ik wel via anderen grote verhalen hoorde over zijn avonturen. Nadat Jan was vertrokken, klom ik nog bijna een half jaar door totdat het weinige geld dat ik had helemaal op was. Na Yosemite concentreerde ik me weer op zware mixed beklimmingen in de Alpen en de Andes en op mijn freesolocarrière. Jan koos voor een heel ander carrièrepad, dat zich naast het beklimmen van big walls ook uitstrekte naar het zogenaamde builderen. De meeste niet-klimmende mensen in Rotterdam kennen Jan

Bivak tijdens de solobeklimming van de NW Direct op de Half Dome.

HOOGTELIJN 5-2021 |

17


Foto Feline Pothuizen

DEPOT

On the rocks

Zeldzaam! Bij Mountain Network in Arnhem kon je ijsklimmen in de buitenlucht. Op een oude elektriciteitsmast werd met veel water een ijswand gecreëerd.

Schansje

Foto Laurens Machiel

Foto Coen Pijl

Laurens Machiel en Coen Pijl (foto rechts) op het schansje.

Coen Pijl bouwde naast de A12 bij knooppunt Lunetten samen met snowboarder Laurens Machiel een schansje. Normaal gesproken vind je Coen op zijn toerski’s in de bergen, maar in februari bleken oude toerski’s met Dynafit racebindingen prima geschikt om mee te springen. De schans bouwen was nog best lastig omdat de sneeuw niet plakte, maar het resultaat was goed voor een leuke middag.

Nederland

wintersportland Afgelopen winter mochten we de grens niet over en dus de bergen niet in. Gelukkig schoot Koning Winter in februari alle tobbende Nederlanders te hulp. Het leven in lockdown werd door de strenge vorstperiode ineens een stuk aangenamer. We zochten leuke locaties en alternatieve aandrijving voor onze winterpret. Dat leverde allerlei koudesporten op. Gaat dat er komende winter weer van komen?

Foto’s Annejet Dijkstra

Onder redactie van Rien Jans

Panzerknackers

In een weiland van boer Arens, bij Ootmarsum, verschenen in februari dit jaar diverse iglo’s. Daar leerde Annejet Dijkstra de kinderen van basisscholen De Meander uit Ootmarsum en ’n Baoken in Agelo hoe je een iglo bouwt met Panzerknackertechniek. Goed voor drie dagen dikke sneeuwpret dus, en dat allemaal coronaproof.

18 | HOOGTELIJN 5-2021

sneeuw- & ijspret in nederland wat is jouw wintersport in nederland? als we weer een mooie lading sneeuw krijgen, of een paar dagen flinke vorst en je gaat eropuit: maak een foto en tag de NKBV op je social media! @_NKBV en De.nkbv


Foto Ico Kloppenburg

Op sneeuw kun je vanaf 10 knopen, windkracht drie, wel snowkiten, stelt Feline Pothuizen. Op het water wordt het met windkracht vier tot vijf pas echt iets. Op de foto vaart ze op een grasvlakte bij Almere, met windkracht 4 tot 5 en een 10 m2 kite.

Foto Frank Husslage

Klunen

Froutje Fruithof toerlanglauft door Nederland.

Fijn altijd, dat ijs dat voor de eerste schaatsers moeilijk bereikbaar is. Hier zie je Janneke van den Bosch die druk bezig is met haar aftocht van het ijs na een eerste test op de Domburgse Watergang. Ze heeft op de foto geen schaatsen onder, dus mag dit officieel geen klunen heten, maar het ziet er – met alle respect – net zo ongemakkelijk uit als met. Het is de opmaat voor een paar dagen schaatspret.

Skatekite

Naast kitesurfen en snowkiten is er ook skatekiten, of op z’n Nederlands gezegd: schaatsvliegeren. Hier laat Douwe Jan Bokhoven zien hoe dat werkt. De prachtige plassen van Reeuwijk waren ruim genoeg om niemand tot last te zijn.

Foto Esther Leijenaar

Foto Michiel Telkamp

Recht zo die gaat

Paardplank? Horseboard?

De kleine zwarte Django maakt in het dagelijks leven lange tochten voor de kar en Sophie komt heel graag in de Dolomieten. Dus toen er afgelopen winter op de Veluwe sneeuw lag, werd de kar verruild voor het board en vlogen ze erover!

Foto Erik Sauër

Lekker lang laufen

Michiel Kropman skatend in de uiterwaarden van de Nederrijn.

Froutje Fruithof geeft ’s winters langlauflessen, bijna altijd in de Alpenlanden, maar door de combinatie van negatieve reisadviezen en strenge vorst konden we begin dit jaar bij uitzondering eens in Nederland langlaufen. Negen dagen maar liefst, wanneer kon dat hier nog voor het laatst? Haar langlaufleraardiploma behaalde ze ooit in het Engadin in Zwitserland. Klassiek, toerlanglaufen (oftewel backcountry skiën) en skating, het kon dit jaar allemaal in de buurt van haar woonplaats Wageningen.

Foto Ayla Dosso

Foto Froutje Fruithof

Bergpaard

Dat Mila niet terugdeinst voor een dik pak sneeuw, ligt wellicht aan haar ras. Ze is een van de weinige Murgesepaarden in Nederland, een ras afkomstig uit het rotsachtige Murge-gebergte in Zuid-Italië. Ayla kocht een tuig, zadelde Mila op en trok Paula op ski’s de bossen door.

HOOGTELIJN 5-2021 |

19


Spoorzoeken Thema: wetenschap

Zonder wetenschap geen expedities. Om onderzoek te doen (hoogtemetingen, geologie, biologie) trokken al in de vroege 18e eeuw teams met wetenschappers, dragers en koks de bergen in. Zo waren het geen alpinisten die klommen om het klimmen, maar biologen, geologen, morfologen, of cartografen die – vaak bijgestaan door alpinisten – als eersten op de hoogste toppen stonden. En nog steeds spelen onderzoek en wetenschap een grote rol in de bergen. De medische wetenschap helpt ons om op grote hoogte te functioneren. En om meer te snappen van de wereld, het landschap, de geschiedenis en de gevolgen van klimaatverandering kijken onderzoekers naar factoren als sedimentafzettingen, de loop van rivieren, landschapsverandering en artefacten die ze vinden in het ijs van smeltende gletsjers. Hoogtelijn doet een greep uit het onderzoek dat we vandaag de dag in de bergen doen. Zo zoeken een geoloog, geomorfoloog en een ijs- en gletsjerarcheoloog ieder in hun eigen vakgebied naar sporen in het landschap die ons meer vertellen over vroeger, nu en de te voorspellen toekomst. Tekst Femke Welvaart Beeld Anna van Yperen

22 28 29 30 36 42 44 46

Gletsjerarcheologie in de Zwitserse Alpen Langs het pad: overleven in barre omstandigheden Polikliniek voor bergsporters Een geoloog in de Pyreneeën Kun je jezelf voorbereiden op presteren op hoogte? Eberhard Jurgalski ordent bergtoppen Voorkom koolmonoxidevergiftiging in de tent Geomorfologie in de Alpen

20 | HOOGTELIJN 5-2021


THEMA

WETENSCHAP

Tijdens een langeafstandswandeling in de Pyreneeën laat geoloog Anna van Yperen haar onderzoeksmateriaal thuis. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan....

HOOGTELIJN 5-2021 |

21


Gletsjerarcheologie

Wedloop

tegen de tijd

Marcel Cornelissen, geboren in Venlo, woont al 17 jaar in Zwitserland waar hij en zijn vrouw Regula Gubler werken als archeologen. Regula werkt voor de Archeologische Dienst van het kanton Bern, Marcel is freelancer en probeert instanties te interesseren voor projecten. Zo werkt hij nu al enkele jaren aan een opmerkelijk onderzoek op de grens van Uri en Graubünden, op 2830 meter, waarbij gletsjers een cruciale rol spelen. Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies

22 | HOOGTELIJN 5-2021


THEMA

WETENSCHAP

O

p de Brunnifirn bukt Marcel Cornelissen zich ineens en hij raapt een stok op. Gewoon een stok, met een soort handvat. Hij behandelt de stok voorzichtig, legt hem op een steen, bepaalt de exacte vindplaats met de gps, beschrijft de stok, legt er een plastic pijl bij die naar het noorden wijst en maakt een paar foto’s. Stelt die stok nu echt iets voor, vragen we Marcel en zijn vrouw Regula. “Het kan 50 jaar oud zijn of uit de dertiende eeuw komen”, zegt Marcel. “Je weet het niet. Wij pakken dit stuk hout netjes in en dan gaat het naar het laboratorium. Daar beslissen we of we een onderzoek met de radiokoolstofmethode laten uitvoeren. Dan weet je de leeftijd precies. En ja, dat is spannend.”

IJsmummie Ötzi

De vindplaats bij de Untere Stremlücke.

Vrijwel alle gletsjers smelten af en worden kleiner door de verandering van het klimaat. Daarmee geven ze geheimen prijs die soms al eeuwen in het ijs verborgen én goed geconserveerd zijn. Beroemd is Ötzi de ijsmummie uit de kopertijd, 5300 jaar geleden, die in september dertig jaar geleden gevonden werd. Het lichaam is zo goed bewaard gebleven dat ze een schat aan gegevens hebben vastgesteld van de man. In het Ötzimuseum in Bolzano wordt dat heel fraai gepresenteerd. Is de stok van Marcel van een bijl zoals die bij Ötzi is gevonden? “Nee, dat zeker niet”, zegt Marcel. “Dan zou er een uitsparing in zitten voor de bijl. Helaas.” Even verder raapt Marcel een zakmes op waarvan de kunststof buitenkant behoorlijk is aangetast. In het mes staat het cijfer 55: het jaartal dat het is gemaakt? Opnieuw leggen ze de gegevens vast. Geen steentijd, maar wel interessant. Over het mes gaat hij de producent bellen.

Marcel en Regula leggen de gegevens van een gevonden stok vast.

HOOGTELIJN 5-2021 |

23


Vindplaats Lötschenpas (2677 meter)

De wandeling naar de archeologische vindplaats op de Lötschenpas tussen de Berner en Walliser bergen begint in het gehucht Selden in het onbekende Gasterntal, negen kilometer van Kandersteg. Alleen te bereiken via een krappe steile weg, waarop je met de auto maar een kwartier per uur naar boven en naar beneden mag. Na een rit door het ‘wildromantische’ Gasterndal zoals Kandersteg Toerisme het graag noemt, komen we bij Berghotel Steinbock tegelijk aan met drie jagers die bezweet een net geschoten gems naar beneden dragen. De familie Künzi bouwde in 1914 een berghut bijna aan het einde van het dal, dat inderdaad wild is en waar de rivier de Kander grote hoeveelheden stenen meevoert en achteloos in de bedding achterlaat. Het dal is mooi en stil. In de met veel jachttrofeeën opgesierde gelagkamer maakt een knappend haardvuur het midden september aangenaam warm. Een nieuwe grote hangbrug wijst de weg naar de imposante waterval tegenover het berghotel. Ons doel ligt een uur of vier verder. Via een steil pad lopen we op grond waar al 4000 jaar mensen overheen trekken. Wij nu om te wandelen, destijds was het zeker een handelsroute, maar waren er ook jagers en veeboeren op zoek naar weidegrond in het woeste, ruige dal.

Zwart ijs Het pad is steil, er moet vroeger heel veel meer ijs hebben gelegen, de zijmorenen zijn hoog en brokkelig. Toch ligt er nog ijs, de Lötschegletsjer, die bijna geheel zwart is van het afbrokkelende gesteente. Diep onder ons in de berg loopt de Lötschbergtunnel voor de (auto)trein als snelle verbinding tussen de kantons Bern en Wallis. Plotseling zie ik een windmolen, het eerste teken van de moderne tijd in dit dal dat beschermd is als Unesco Werelderfgoed. De hut is daarna snel in zicht, in een kaal landschap vlak naast een gladde witte afgesleten steenmassa. De Lötschenpasshütte (2690 meter) is niet alleen een privéhut, maar ook de eerste Minergiehütte in Zwitserland. Minergie is de standaard voor nieuwe gebouwen op het gebied van energiegebruik en -hergebruik. Het grootste deel van het energieverbruik in de hut wordt opgewekt door de twee windmolens en zonnepanelen. De hut is ’s avonds wel spaarzaam verlicht, maar ook dat went.

Rommel

De route naar de Lötschenpas loopt over de deels met stenen bedekte gletsjer.

Huttenwaard Beat Dietrich loopt mee naar de vindplaats iets onder de hut, waar Regula Gubler en haar collega’s van de Archeologische Dienst van het kanton Bern talloze vondsten deden. Ook hier zorgt het verdwijnen van een permanente ijsbedekking ervoor dat deze vondsten aan de oppervlakte komen. De meeste vondsten stammen uit de bronstijd (2200-800 voor Christus). Het lijkt alsof er een uitrusting van een jager, handelaar of herder is achtergebleven. Het zijn zeker zes bogen, een bogenpees, drie pijlpunten, een tasje uit berkenschors, een bewerkte koehoorn en een houten doos met daarin de resten van een soort pap van grof gemalen meel. En verder lagen er

Marcel studeerde archeologie in Leicester en Reading, waar hij zijn Zwitserse vrouw ontmoette. En is later toevallig gletsjer- of ijsarcheoloog geworden. Het is een specialisme dat nog maar relatief kort bestaat. Door het toenemende afsmelten van het ijs is het mogelijk steeds meer te ontrafelen van de geschiedenis van een gebied. De Zwitserse overheid wil graag weten hoe het leven er vroeger uitzag en waar het zich afspeelde. Maar de gletsjerarcheologie is evengoed een wedloop tegen de tijd. Veel materiaal vergaat zodra het aan de buitenlucht wordt blootgesteld en ontdooit.

24 | HOOGTELIJN 5-2021

Steenbokken storen zich niet aan de drukte rondom de Lötschenpasshütte.

De Lötschenpasshütte met een van de windmolens.

skivormige stukken hout, bronzen en zilveren munten uit de Romeinse tijd en stukken leer van schoenen van rond het jaar 1000. Beat, die bij de opgravingen hielp grote stenen met een hydraulische pomp omhoog te krikken, ziet wel parallellen tussen toen en nu. “Het blijkt dat de mensen 4000 jaar geleden net zoveel rommel weggooiden als nu”, zegt hij met een glimlach.

Steenbokken Tegen de avond krijgen we als verrassing steenbokken te zien. In de buurt is een kudde van zo’n dertig dieren. De mannetjes trekken zich weinig aan van de hut en de mensen die daar rondlopen. Ze hebben geen natuurlijke vijanden en lopen rustig het groen tussen de rotsen uit te eten. Vrijwel elke dag zijn ze er en even rustig als ze gekomen zijn, maken ze zich weer onzichtbaar tussen de steenmassa’s. Kijk voor informatie over de archeologische vindplaats Lötschenpas op loetschenpass.ch, steinbock-gasterntal.ch, kandersteg.ch en myswitzerland.com/nl. Wie iets vindt, kan dat melden aan de Archeologische Dienst van het Kanton Bern: +41 316339898 of via adb.bauen@be.ch.

Bergkristal We zijn op stap vanaf de Cavardirashütte in Graubünden voor een tocht van twee uur over de Brunnifirn. Aan het einde, op 2830 meter, vlak onder de Untere Stremlücke, is een stukje steentijd blootgelegd. Een beschutte plaats waar tussen de 6000 en 7500 jaar voor Christus mensen pijlpuntjes, boortjes en messen maakten van het bergkristal. In de tijd dat Engeland nog aan Nederland vastzat, liepen er al mensen over deze pas. Op jacht, voor de handel of op zoek naar grondstoffen. Het is onbekend wat ze er deden, maar ze hebben wel hun sporen achtergelaten.


THEMA

WETENSCHAP

Het begon bij de Untere Stremlücke (Fuorcla da Strem Sut in het Reto-Romaans) met een Strahler, een alpiene mineralenzoeker. Zij zoeken mineralen, bergkristal is daarvan de bekendste. Mooie stukken die in miljoenen jaren zijn gevormd en vaak veel waard zijn. Een Strahler werkt het liefst alleen en vertelt zeker niet waar hij, het zijn meestal mannen, bezig is. Een Strahler zet bij een vindplaats vaak zijn initialen en een jaartal op de rots. Als een soort herenakkoord dat anderen daar niet verder gaan snuffelen. In een gat, een kleine grot vlak boven de gletsjer, vond

Heinz Infanger in 2013 kristallen. Onwaarschijnlijk veel, in alle soorten, kleuren en maten. In het mineralenmuseum in Sedrun staat een 4 centimeter hoge geelgroene zeldzame Milaritkristal, die voor 180.000 Zwitserse frank is aangekocht en veiliggesteld voor het museum in Sedrun.

Gewei van een edelhert Toen Infanger in de grot boven de Brunnifirn aan het werk was, vond hij een grote berg kristalafval met daarin een deel van het

Vindplaats Schnidejoch (2755 meter)

Naast de Lötschenpas was ook het Schnidejoch een gewilde overgang tussen Wallis en het Berner Oberland. Hoog boven Lenk kreeg de overgang in de Middeleeuwen de naam Rawilpas, waar goederen overheen werden getransporteerd, evenals het vee dat in de zomer op de Iffigenalp verbleef. Vanaf de Iffigenalp begint de tocht naar de Wildhornhütte, daarboven ligt het Schnidejoch. Hoe romantisch wil je het hebben? Berghaus Iffigenalp, op 1600 meter als eindstation in het Simmental boven Lenk, heeft geen verwarming, de kamers in de dependance komen alle uit op een prachtige veranda. Overal liggen dekens en in de centrale wasruimte staan kruiken. Een paar keer per dag komt er een bus uit Lenk over de bergweg die maar een kwartier per uur in elke richting open is, omdat passeren op een aantal gedeeltes niet mogelijk is. In de vroege ochtendnevel na een ontbijt in het Berghaus lopen we meteen in de stilte van het dal tussen bergen als de Mittaghore en de Iffighore. Iets hoger staat een racletteboerderij waar de geurige rook al lokkend uit de schoorsteen kringelt. Het is onze laatste klim van deze zomer en we worden ruimschoots beloond. De natuur laat ons genieten van de Iffigsee op 2065 meter. Wat een lieflijkheid tussen de oneindige puinhellingen. Een helikopter, op weg naar de Wildhornhütte (2303 meter), verstoort de rust maar is wel mooi om te zien. Wie extra meters wil lopen, neemt de route via de Hohberg en de Iffighore, een gebied waar veel edelweiss groeit.

De Wildhornhütte, een uurtje onder het Schnidejoch.

6000 hoogtemeters De wolken worden onheilspellender als we over een grote vlakte lopen, honderd meter onder de hut die flink is gemoderniseerd. De jonge beheerders Monika en David Schmid zijn zowel ’s zomers als ’s winters in de hut. Dan is het een aantrekkelijk steunpunt voor toerskiërs. De volgende dag komen een paar honderd trailrunners net onder de hut langs, tijdens de driedaagse Swiss Trail Tour van Lenk. Totaal 103 kilometer, 6000 hoogtemeters. De trailrunners laten de hut rechtsboven liggen, want willen snel verder in hun jacht op eremetaal.

Regenbui De vindplaats Schnidejoch ligt nog een uur boven de hut. Vol enthousiasme vertrekken we daarheen, maar een urenlange regenbui houdt ons tegen. Hoewel de vindplaats ook nog onder de sneeuw ligt, hadden we toch willen kijken waar al minstens 6500 jaar lang mensen en vee overheen zijn getrokken. We moeten het nu doen in de hut met het vuistdikke boek over de vindplaats waarin minutieus is beschreven wat er waar en wanneer is gevonden. De eerste vondst werd gedaan in 2003 toen een wandelaar een foedraal voor een boog van berkenschors met pees en een pijlpunt uit de jonge steentijd vond. Sindsdien zijn er meer dan 300 voorwerpen onder het ijs vandaan gekomen. Een bronzen speld uit de vroege bronstijd (2200-1600 voor Christus) is een van de meest aansprekende vondsten. Een houten doos uit die periode leek een unicum, totdat op de Lötschenpas eenzelfde voorwerp uit vrijwel dezelfde tijd werd gevonden.

Boven de ochtendnevel bij de Iffigsee.

Bittere noodzaak Uit de periode rond het begin van onze jaartelling werden op de pas en bij de Iffigsee veel schoennagels gevonden. En Romeinse dakpannen die doen vermoeden dat bij de Iffigsee rond die tijd een gebouw heeft gestaan, of wellicht een heiligdom. Regula Gubler en haar collega’s hebben ook op het Schnidejoch dit jaar niet veel kunnen doen. De volgende dag dalen we af naar de Iffigenalp en zien een prachtig wolkendek in het dal. Wij lopen boven de wolken in een septemberzonnetje en genieten van een spiegelglad bergmeer. Wat een fascinerende gedachte dat op dit pad 6500 jaar geleden mensen hebben gelopen. Met hun handelswaar, pas geschoten buit, met hun vee en hun familie. Toen was het bittere noodzaak op weg naar kopers, of naar een groen stukje gras voor de koeien. Nu lopen en rennen we hier voor ons plezier. Kijk voor meer informatie over deze archeologische vindplaats op iffigenalp.ch; wildhornhuette.ch; lenk-simmental.ch en myswitzerland.com/nl. Wie iets vindt, kan dat melden aan de Archeologische Dienst van het Kanton Bern: +41 31 633 98 98 of via adb.bauen@be.ch.

HOOGTELIJN 5-2021 |

25


TOP VERZEKERD VOOR AL JE VAKANTIES IN DE SNEEUW, DE BERGEN OF OP HET STRAND

S SLECHT ER P 5 7 , 8 €3 JAAR

Kijk voor meer informatie op nkbv.nl/reisverzekering

KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING I WWW.NKBV.NL


THEMA

WETENSCHAP

De vindplaats bij de Untere Stremlücke.

Iets gevonden?

Wie iets vindt dat de moeite waard lijkt, doet er goed aan het voorwerp te fotograferen, de exacte plaats te noteren en zo mogelijk te laten liggen en de vondst meteen te melden via alparch.ch. Hier vind je bovendien veel extra informatie over (gletsjer)archeologie.

gewei van een edelhert, zo bleek later. Hij waarschuwde de archeologische dienst van Uri. Die namen contact op met Marcel Cornelissen. Zijn project bij de Untere Stremlücke was geboren. De berg afval bleek inderdaad afval. Stukjes kristal van grote stukken waarvan de mensen destijds pijlpunten, bijlen en messen maakten. Het stuk van het gewei werd zeer waarschijnlijk gebruikt als steel, mogelijk als een soort breekijzer. “Aan de stenen kun je de tijd niet aflezen, maar aan zoiets als een gewei wel. Het is onderzocht en het komt uit de middensteentijd, het mesolithicum. Nu dus acht- tot tienduizend jaar oud”, zegt Marcel Cornelissen. “De mensen die hier destijds waren, zijn waarschijnlijk jagers geweest die rondtrokken in het gebied en vaak bij een pas te vinden waren, de laagste overgang in een bergketen. We hebben hier vorig jaar 1000 kilo materiaal verzameld. Dat onderzoeken we nu. Het is monnikenwerk, want een pijlpuntje is vaak maar een paar centimeter groot.”

Een unicum De huttenwaard van de Cavardirashütte, Manuela Fischer, noemt deze vondst sensationeel. Marcel reageert wat meer bescheiden. “Het is een hele mooie ontdekking en een prachtige toevoeging aan wat wij als archeologen weten over het mesolithicum in de Alpen. Het is leuk, fantastisch en heel zeldzaam. Het stuk gewei dat we vonden, is een unicum. We kijken met moderne wetenschappelijke ogen naar de vondsten en proberen de samenleving van toen een beetje beter te begrijpen.” Naarmate Marcel meer vertelt, wordt hij steeds enthousiaster. “Het is heel mooi en heel bijzonder en het is fantastisch om het

De Cavardirashütte is het uitgangspunt voor de vindplaats op de Brunnifirn.

te doen en ik beleef er heel veel plezier aan. Maar dit gaat niet mijn carrière maken, daarvoor is de gletsjerarcheologie te klein. We hebben meer vondsten nodig! Regula heeft op het Schnidejoch en de Lötschenpas veel gevonden dat minstens zo waardevol is. Er is daar veel meer gevonden. Je moet daarmee een beetje geluk hebben. Ik vind erfgoed belangrijk en opgravingen kun je maar eenmalig doen. Ik loop hier met veel plezier een week rond. Het is voor mij een mooie combinatie van twee dingen die ik erg leuk vind. Mijn werk is altijd spannend en de bergwereld is fascinerend. Het is exotisch om hier dit werk te doen.”

Disentis – Cavardirashütte

Wij liepen naar de Cavardirashütte (2649 meter, cavardiras.ch) vanuit Disentis (Graubünden). Eerst een stukje met de cabinelift naar Caischavedra op 1863 meter. Vanaf daar via de Brunnipas (2739 meter) over de Brunnifirn naar de hut. De route is grotendeels blauw-wit (alpien) en wordt als T4 gewaardeerd. Er zit nogal wat klauterwerk in. De route over de gletsjer is gemarkeerd. In september was de sneeuw op de vrij vlakke gletsjer vrijwel helemaal weg. Kijk voor meer informatie op disentis-sedrun.ch/en en myswitzerland.com/nl. Voor vondsten in Uri kijk je op archaeologie@ur.ch en in Graubünden op info@adg.gr.ch. Van de route en de vindplaats boven de Brunnifirn heeft fotograaf Aart Markies een video gemaakt met de app Relive: ga om die te bekijken naar hoogtelijn.nl en klik op de cover van deze editie.

HOOGTELIJN 5-2021 |

27


langs het pad

In de rubriek Langs het Pad vertellen biologen en IVN-natuurgidsen Marian Kathmann en Ton Gordijn ons meer over flora in de bergen.

Overleven in barre omstandigheden

Weerbarstige dwergen De temperatuur in de bergen neemt af met de hoogte. Ook de (uitdrogende) wind is hoog in de bergen sterker, zeker bij passen en kammen. Op hoogte, vooral op zuidhellingen, is het temperatuurverschil gedurende één dag ook groter. Wij mensen weten dat en kleden ons daarop. Hoe ‘kleden’ planten zich om bar weer te doorstaan? Tekst Ton Gordijn en Marian Kathmann Beeld Marian Kathmann en Tommi Nyman (NIBIO Svanhovd)

P

lanten staan hun hele leven op één plek en kunnen niet snel een warmer of luwer plekje zoeken, of een extra laagje aandoen. Om zich te beschermen, hebben ze vaak een ‘vacht’. Ze zijn dan dichter behaard, wat warmte en vocht vasthoudt. Hun bladeren hebben een kleiner oppervlak, zijn opgerold, of van een waslaagje voorzien – allemaal eigenschappen die ze beschermen tegen uitdroging. Ook gebruiken ze ‘antivries’; hun cellen bevatten meer suikers dan planten in warmere streken.

Dwerggroei Een simpeler techniek om te overleven, is dwerggroei. Hoe dichter bij het oppervlak, des te luwer en warmer het is. Het verschil tussen grondoppervlak en 20 centimeter

erboven is al duidelijk meetbaar. Naast dwerggroei helpt compacte groei: net zoals dieren dicht tegen elkaar gaan staan, houden plantenstengels elkaar uit de wind en warm. De ideale combinatie is compacte dwerggroei. Kijk maar eens hoeveel lage kussen- en polvormige planten er hoog in de bergen groeien!

Vegetatiezones Bergen kennen vegetatiezones. Laag in de bergen zijn er bossen, daarboven de zone met struiken, vervolgens de alpiene zone met ogenschijnlijk alleen kruiden en tot slot de zone boven de sneeuwgrens waar geen plantengroei mogelijk is. Bij de alpiene zone schrijven we ‘ogenschijnlijk’, omdat er wel struiken groeien. Zelfs veel. Ze vallen alleen niet op als struiken, want de takken groeien plat tegen de grond, soms zelfs ondergronds, onzichtbaar door de bladeren erboven. En ze groeien héél langzaam, zodat ze geen dikke takken hebben.

Concurrentievoordeel

Alpenazalea (Loiseleuria procumbens).

28 | HOOGTELIJN 5-2021

De achtster (Dryas octopetala) is een van de meest bekende dwergstruiken. Met zijn grote bloemen en vruchtpluis is hij een schoonheid. De bloem met acht kroonbladen draait mee met de zon, wordt daardoor warmer dan de omgeving, waardoor de schaarse insecten er langer op blijven zitten en zo de bloem beter bestuiven. De achtster verliest zijn bladeren gedurende de winter, op de jongste na. Daarmee beperkt hij het vochtverlies.

Kruidwilg met mannelijke katjes.

Netwilg met vrouwelijke katjes.

De alpenazalea (Loiseleuria procumbens) daarentegen houdt zijn bladeren de hele winter. Ook groeit hij nog op de meest winderige plekken zonder sneeuwbedekking. Weinig planten kunnen daar overleven. Daarmee heeft de alpenazalea een groot concurrentievoordeel. De meeste mensen lopen langs de alpenazalea zonder dat het ministruikje hen opvalt. Zonde, want zeker de bloempjes zijn heel mooi. De naaldvormige blaadjes zijn leerachtig, bij de rand omgekruld. Daarmee beperken ze vochtverlies bij harde wind. De takjes groeien over de grond, zeer langzaam. Een stammetje van 56 jaar oud had een doorsnede van 7,6 millimeter.

Isolatiedeken Wilgen benutten weer een andere overlevingstechniek. Ingesneeuwd liggen ze lekker warm onder die isolatiedeken. Na het smelten van de sneeuw zijn zij in staat om meteen bladeren en bloemen te vormen. Zo benutten zij het korte groeiseizoen van twee tot drie maanden optimaal, beter dan veel andere plantensoorten dat kunnen. De Kruidwilg (Salix herbacea) lijkt een schattig piepklein struikje. Tussen de twee tot drie blaadjes van de plant zit een wilgenkatje dat niet lijkt op ‘onze’ wilgenkatjes. Al die takjes met een paar blaadjes zijn net boven de grond en soms ondergronds met elkaar verbonden tot een uitgebreide platte struik. Deze struik groeit overal in de hoge bergen van Europa en ook op de toendra’s. Bekijk die kleine kussentjes maar eens goed en bewonder en respecteer ze. Deze weerbarstige dwergen zijn soms (veel) ouder dan jij bent!


THEMA

WETENSCHAP

Polikliniek voor bergsporters

Beweging Marieke van Vessem op de poli Sportgeneeskunde van het Máxima Medisch Centrum.

Foto Tineke Lammens

als medicijn Op de reguliere poli van Marieke van Vessem, sportarts in opleiding, zijn alle bergsporters met lichamelijke klachten welkom. “Denk aan iemand die een hartinfarct heeft doorgemaakt en weer naar hoogte wil gaan. Die belandt met zijn vragen vaak bij de huisarts of behandelend specialist, maar de meeste artsen kennen de hoogterichtlijnen niet.” Marieke heeft wel veel ervaring op dit gebied. Zij kan zieke bergsporters helpen hun doelen te behalen of bij te stellen. Tekst Lineke Eerdmans

M

arieke van Vessem combineert haar passie voor de bergen met haar vak: bergsportgeneeskunde. Ze deed onderzoek op hoogte, behaalde het internationale Diploma in Mountain Medicine (Leicester University, Engeland), is lid van de Medische Commissie van de NKBV en gaat mee als docent op de Mountain Medicine cursus. In het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven is ze werkzaam als sportarts in opleiding. Ze ziet op de poli patiënten met onder meer klachten na covid, hartfalen, longziekte of kanker, waarbij beweging als medicijn wordt ingezet. Daarnaast houdt ze blessureconsulten en doet ze sportmedische screening voor sporters die willen weten hoe ze ervoor staan qua conditie. “Naar aanleiding van een inspanningstest kunnen we hun specifieke trainingsadviezen meegeven.” Marieke wil er bovenal zijn voor bergsporters en daarom ruchtbaarheid geven aan ‘haar’ poli.

Ziek de hoogte in

Foto Feico Halbertsma

Marieke houdt zich zowel met preventie als met nazorg bezig. “Ik zie bijvoorbeeld patiënten die problemen hebben gehad op hoogte en daar nog vragen over hebben, zoals mensen met restklachten na hoogtehersenoedeem. Dus dat is nazorg. Maar het merendeel van mijn consulten is preventief. Iemand is al ziek, maar wil de hoogte in. Hoe pak je het aan? Hoe plan je het? Is

het veilig om de hoogte in te gaan? Zijn er alternatieven? Dit zijn vragen die spelen bij bergsporters met hart- of longproblemen.” Ook zijn er mensen die eerder hoogteziekte hebben gehad, zoals Hoogtelijnredacteur Rinske Brand. Zij startte daarom een zogenaamde hypoxietraining ter voorbereiding op een volgende beklimming. Hiervoor wordt op zeeniveau, met een zuurstofmasker en een speciaal apparaat, ijle lucht gesimuleerd. Ze klopte aan bij de Medische Commissie voor extra begeleiding en advies. (Je leest haar reportage op pagina 36.) “Rinske werd na deze training niet ziek tijdens haar beklimmingen, dat is heel mooi. Maar voordat we deze manier van trainen aan een breed publiek kunnen aanraden, moet er nog veel meer onderzoek naar worden gedaan.”

Drijfveer Een grote groep mensen is zich niet bewust van de effecten van hoogte en op welke manier de ziekte die ze hebben doorgemaakt daar effect op kan hebben. “Sporters die op zeeniveau in de sportschool al klachten hebben die passen bij problemen van het hart, kunnen flink in de problemen komen als ze naar hoogte willen.” Marieke wil mensen in beweging krijgen en houden, en dat ze er een gezonde levensstijl op na houden. “Daar gaat mijn vak over. Bergsporters vinden geluk in de bergen en willen er niet over nadenken hun sport nooit meer te kunnen beoefenen. Vroeger deed men na een hartinfarct niets meer. Tegenwoordig kijken we juist naar wat nog wel kan. Sommigen moeten juist teruggefloten worden, dan zoeken we naar alternatieven. Mensen de hoogte in helpen met handvatten, zodat ze hun passie kunnen naleven, dat is wat mij drijft.”

Bezoek aan de bergsportpoli

Marieke in de bergen.

Vraag je je af of je met jouw vraagstuk op de poli van Marieke van Vessem op de juiste plek bent? Stuur dan een mail naar sportartsen.secr@mmc.nl. Wil je een verwijzing naar de poli dan kun je daar om vragen bij je huisarts.

HOOGTELIJN 5-2021 |

29


Een geoloog in de Pyreneeën

Ontzagwekkende indrukken Hamer, kompas, opschrijfboekje, meetlat, vergrootglas en een setje geologische kaarten: mijn standaardgereedschap voor geologisch onderzoek in afgelegen gebieden. Maar deze keer kon het allemaal niet mee. Light is right was het motto van onze tocht van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee, dwars door de Pyreneeën. Wandelen en kamperen. Niet urenlang stilstaan bij elke rotspartij. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan… Tekst en beeld Anna van Yperen

D

e Pyreneeën zijn prachtig. Ruig, hoog, imposant. Tijdens vele veldwerken, als onderdeel van mijn studie Aardwetenschappen en mijn huidige onderzoeksbaan in de geologie, leerde ik dat het gebied een ontzettend complexe geologische geschiedenis heeft. Natuurlijk, “Spanje botste met Europa en zo ontstonden de Pyreneeën.” Maar zo simpel is het helemaal niet. Er is al miljoenen jaren aan geschiedenis voordat deze botsing plaatsvindt; het oudste gesteente in de Pyreneeën is zo’n 500 miljoen jaar geleden gevormd. En de Pyreneeën zelf ontstonden pas zo’n 80 miljoen jaar geleden! In de miljoenen jaren ertussen ontstonden gebergten, zeeën, vulkanen, en verschoven continenten. De verschillende gesteenten, gevormd in al die jaren, beïnvloedden de latere ontwikkeling van het gebergte. Daarnaast botste Spanje eerder in het oosten dan in

het westen op Europa. Tezamen zorgt dit voor grote lokale verschillen. Oftewel, te complex om allemaal te overzien. Maar ideaal voor een aantal ontzagwekkende indrukken onderweg, of vanuit een comfortabele stoel met dit artikel in je hand.

Spanje op rood

Ondanks het enorme geweld en verfrommelingen tijdens de vorming van de Pyreneeën is de oeroude vulkaan nog steeds te herkennen in het landschap.

30 | HOOGTELIJN 5-2021

Om half acht ontbijten we op het strand bij Hendaye, het beginpunt van onze tocht. Enigszins onvoorbereid en ietwat gespannen. We hadden ons van tevoren verdiept in de Haute Route Pyrénéenne (HRP), maar aangezien deze voor een groot deel door Spanje loopt en onze Noorse reisverzekering daar ineens niet meer geldig is (het is coronazomer 2020 en Spanje is zojuist ‘op rood gesprongen’), zullen we nu vooral de GR10 door Frankrijk volgen en waar mogelijk stukjes HRP, indien deze in Frankrijk blijft. Maar


THEMA

WETENSCHAP

In Baskenland bestaan de spectaculaire kliffen vaak uit op elkaar gestapelde lagen van conglomeraat, zand- en kleisediment.

wellicht maakt het niet zoveel uit. We zullen lopen tot we moe zijn en daar de tent opzetten. En de volgende dag weer. We hebben een kaart en we zijn al heel veel vaker met ons tentje op meerdaagse trekkingen geweest, dit gaat goedkomen!

Vingerafdruk van het verleden Hé, conglomeraat! Dag drie van onze wandeltocht en we staan er bovenop. Eerder zag ik het al in de verte, ver van het pad af, maar nu kunnen we het van dichtbij bekijken. Steenfragmenten zo groot als aardappels met daartussen een fijne matrix van zanden siltkorreltjes die fungeert als een soort lijm die de boel bij elkaar houdt. Ik zie dat de grove fragmenten mooi zijn afgerond en verschillende kleuren hebben. Gretig pak ik mijn gedownloade geologische kaart erbij, op zoek naar meer informatie. Helaas is

de kaart niet gedetailleerd genoeg, dan maar varen op mijn eigen kennis. Conglomeraat is een fantastische steensoort omdat iedereen (ook de leek!) er ontzettend veel informatie uit kan halen. Het grove sediment brokkelde miljoenen jaren geleden af in een gebergte waar het werd meegenomen door ontelbare stroompjes die bij elkaar kwamen en een rivier vormden. Deze rivier fungeert als een sorteermachine; het grofste sediment wordt als eerste afgezet en dit vinden we dan ook het dichtst bij de bron. In de Rijn kom je bijvoorbeeld niet zo snel dit soort grote stenen tegen, maar in een idyllisch Alpenriviertje wel. Hoe ronder de grove steenfragmenten, des te langer de weg die ze aflegden van brongebied tot het punt waar het wordt afgezet, want hoekige stenen worden nou eenmaal ronder naarmate ze langer over de rivierbodem rollen en stuiteren. Als het brongebied bestaat uit

HOOGTELIJN 5-2021 |

31


In dit landschap is het puur genieten van de bergen, de leegte, de frisse lucht en de prachtige route.

ontstonden stroomribbels of duinen in de rivier: zandhoopjes voortgestuwd over de rivierbodem door een langdurig proces van erosie en afzetting, en uiteindelijk bewaard en versteend te herkennen aan schuin gevormde zandlaagjes. Mijn vriend staat er bovenop terwijl hij het groene Baskenland in tuurt. Mijn geologenogen zien vooral nog meer kenmerken van miljoenen jaren oude rivierafzettingen en dit alles in roodbruine kleurtinten, typisch voor sediment afgezet op land.

Zee in de Pyreneeën Na het verlaten van het Baskenland lopen we dagenlang door kalkgesteente. Kalkgesteente is meestal grijzig van kleur en verweert vaak zo, dat er allemaal scherpe randjes ontstaan. Een aanslag op de zolen van onze wandelschoenen! Dit kalkgesteente is zo’n 125 miljoen jaar oud en komt dus uit een tijdperk waarin veel dinosauriërs rondliepen. Maar niet op deze plek, want hier bevond zich een warme, heldere en ondiepe zee, ideaal om uiteindelijk kalkgesteente van te maken. De Iberische microplaat met ‘daarop’ Spanje draaide weg van Europa. Het gebied dat vandaag de Pyreneeën vormt, werd onderdeel van een zeestraat: de Neothetys. Deze zeestraat heeft vele miljoenen jaren bestaan, ruim genoeg tijd voor veel kalkafzetting.

Een vallei met een klein riviertje, een gigantische rotswand en verfrommelde lagen van gemetamorfoseerd gesteente.

één steensoort, dan zijn die afgebrokkelde steenfragmenten allemaal van datzelfde materiaal, vaak te herkennen aan dezelfde kleur. Zie je verschillende steenfragmenten, dan stroomde er water uit verschillende brongebieden door deze rivier. Conglomeraat is een soort vingerafdruk van het verleden. Na deze uitleg is ook mijn vriend enthousiast. Samen speuren we meerdere blokken conglomeraat af, op zoek naar overeenkomsten en verschillen. Zo gaat het wel even duren voor we bij de Middellandse Zee aankomen…

Rivieren in een woestijnklimaat Waar kwam dit sediment vandaan? De aardkorst bestaat uit platen die ten opzichte van elkaar bewegen. Hierdoor ontstaan gebergten en zeeën. Spanje heeft zijn eigen ‘microplaat’, en lag ooit ver van de rest van Europa vandaan. Zo’n 250 tot 300 miljoen jaar geleden lag deze Iberische microplaat een stuk dichter bij de evenaar en heerste er een woestijnklimaat. Er was een gigantisch gebergte (niet de Pyreneeën) en dit zorgde voor bergrivieren die veel grof gesteente meevoerden en afzetten. Ook heerste er een droog, bijna woestijnachtig klimaat. Tijdens onze eerste week wandelen, in Baskenland, bestaan de spectaculaire kliffen uit op elkaar gestapelde lagen van conglomeraat, zand- en kleisediment, gevormd door dit soort processen. Wanneer het water in deze rivieren langzamer stroomde of minder grof sediment vervoerde,

32 | HOOGTELIJN 5-2021

In de verte begint het te rommelen. Dat is niet de eerste keer tijdens deze tocht. Vandaag komt het onstuimige weer al vroeg het dal in rollen. We moeten nog een pas over voor we kunnen afdalen. Haastige spoed is zelden goed, maar toch zetten we de vaart erin. Op de top zit een Franse familie in alle rust te pauzeren met stokbrood en verschillende kaassoorten. “Voulez-vous un peu de fromage de chèvre?” Dat kunnen we niet weigeren. Daarna zetten we er toch weer flink de pas in. Op naar de veiligheid! Maar dan zie ik plotseling iets in het kalkgesteente: fossielen! En hé, kijk daar, stylolieten! Ondanks de druk van het naderende onweer kan ik het niet laten om te stoppen voor een paar foto’s.

Zigzaglijntje Stylolieten komen vaak voor in kalksteen en als je ze eenmaal hebt gezien, zijn ze makkelijk te herkennen: een zigzaglijntje dat zich duidelijk aftekent tegen de rest van het gesteente. Dit lijntje ontstaat wanneer mineralen oplossen onder hoge druk. Dit kan komen door het gewicht van bovenliggend gesteente. Maar stylolieten worden ook vaak gezien als teken van compressiespanning. Dit soort spanning zou een heel logisch gevolg zijn van de botsing van de Iberische plaat met Europa, ná de vorming van het kalkgesteente. Toch fascinerend, zo’n klein zigzaglijntje als een aanknopingspunt voor het ontrafelen van het ontstaan van een gigantische bergketen. Genoeg gegeoloogd. We dalen nu echt af en zetten net boven de boomgrens ons tentje op. Omringd door een half amfitheater aan kalkrotsen wanen we ons veilig voor de overtrekkende onweersbui. Na elf wandeldagen en zo’n 230 kilometer in de benen bereiken we eindelijk het Pyrénées National Park, het hart van de Pyreneeën, waar het terrein bestaat uit hoge bergen, scherpe bergkammen, steile wanden en uitdagende blokkenvelden. Hier gaat ons hart sneller van kloppen, dit is waar we zo van houden! We kiezen


THEMA

WETENSCHAP

Dag drie van onze wandeltocht. We staan boven op conglomeraat. De kleur zegt iets over de steensoort en het brongebied.

Vaak is vulkanische gesteente te herkennen aan spikkels: mineralen die groeiden tijdens het afkoelen van magma of lava.

Stylolieten komen voor in kalksteen, te herkennen aan een zigzaglijntje.

In de achtergrond zie je duidelijk dat de gesteentelagen verticaal staan. Oorspronkelijk lagen deze horizontaal, maar door de grote krachten van de gebergtevorming zijn ze recht overeind geduwd.

voor een paar afwijkingen van de originele route: per dag minder kilometers maar meer uren vanwege het lastige terrein. In deze afgelegen uithoeken hebben we de Pyreneeën voor onszelf.

Metamorf gesteente We klauteren ons een weg door dalen vol blokken en onherkenbare paden. Gelukkig ligt het meeste puin erg stabiel, maar het blijft oppassen. Ook hier kan de wandelaar de tekenen van extreme krachten zien: plooien in het gesteente, zowel klein als groot. Deze gesteentelagen begonnen hun leven als horizontale lagen sediment. Maar ongeveer 80 miljoen jaar geleden begon de botsing tussen de Iberische microplaat en de Europese plaat – het ontstaan van de Pyreneeën – en dit had een enorme impact: eerder gevormd gesteente raakte gevouwen en boven op elkaar geduwd. Dit soort deformatie zorgt vaak voor toename in temperatuur en druk en dit verandert oorspronkelijke mineraalstructuren. Het resultaat noemen we metamorf gesteente. Afhankelijk van de hoeveelheid druk en temperatuur zijn de originele kenmerken van dit gesteente niet altijd meer goed te herkennen.

Vulkanen in het hart van de Pyreneeën Wat we wel met een beetje geluk kunnen herkennen, is vulkanisch gesteente! De valleien waar we doorheen klauteren liggen er vol

Hoelang blijft die rotspilaar daar boven ons nog rechtop staan?

mee: gespikkelde rotsblokken. Deze spikkels zijn mineralen. Hoe groter, hoe meer tijd ze hadden om te groeien. Dit spikkelige patroon is kenmerkend voor veel (niet alle) vulkanische steensoorten, ook wel stollingsgesteente. Wanneer heet, gesmolten magma – in de ondergrond, of lava – bovengronds afkoelt, beginnen kristallen te groeien. Ondergronds koelt magma maar langzaam af, dus hebben kristallen alle tijd om te groeien en kunnen we ze makkelijk met het blote oog zien. Maar bij een vulkaanuitbarsting spuit de lava door kieren en gaten in het aardoppervlak naar buiten en koelt dit bovengronds een stuk sneller af, dus blijven de kristallen klein. De verschillende spikkelkleuren zijn verschillende mineralen, afgekoeld en gestold

De spikkels in het vulkanisch gesteente zijn mineralen bij verschillende temperaturen. We klimmen en klauteren door meerdere valleien en zien duidelijk variatie in het stollingsgesteente. Maar het meest indrukwekkend is toch wel de Pic du Midi d’Ossau waar we tijdens zonsopkomst op aflopen: een vulkaan die zo’n 275 miljoen jaar geleden actief was. Ondanks het enorme geweld en verfrommelingen tijdens de vorming van de Pyreneeën bijna 200 miljoen jaar later, is deze oeroude vulkaan nog steeds te herkennen in het landschap. We lopen er vlak langs. Blij dat hij het niet meer doet.

Steil, steiler, steilst Zo scheef lagen we nog nooit. Gisteren zetten we in alle haast onze tent op het enige semi-rechte stukje op een lange helling. De zon verdween achter grijze wolken. Onze energie was op en de eerste dikke druppels begonnen te vallen. Het begin van een aantal dagen regen, mist en onweersbuien. Eigenlijk best een welkome afwisseling na de zinderende temperaturen van de eerste weken. Inmiddels zijn we aangekomen in de Ariège, een gebied dat wordt gekenmerkt door diepe valleien met steile hellingen. Deze valleien zijn uitgesleten door gletsjers en rivieren waardoor typische U- en V-dalen ontstonden. Prachtig, die dalen. Maar iedereen die deze letters eens goed bestudeert, ziet meteen de uitdaging voor de wandelaar: erg steile wanden. Geen probleem als je door het dal kunt blijven lopen, maar deze dalen zijn noord-zuid georiënteerd en wij zijn op weg naar het oosten… Oftewel: heel veel op en neer. In acht wandeldagen maken we meer dan elfduizend hoogtemeters, genoeg om minstens een keer Mount Everest op te gaan!

HOOGTELIJN 5-2021 |

33


Bergsportreizen de reisorganisatie van de NKBV Al bijna 100 jaar brengen wij mensen met een passie voor de bergsport samen, ook in de winter. Weg van huis, weg van de bewoonde wereld en in een kleine groep op pad. Genieten van rust, ruimte en natuur. Sneeuwschoenen onder je bergschoenen en gaan! Ook kunnen we je helpen om je eerste meters buiten de piste te skiën. Deze winter organiseren wij cursussen en tochten op gebied van sneeuwschoenwandelen, toerskiën,

BEKIJK HET AANBOD!

off-piste en ijsklimmen. Nieuw in het programma is de winterspecial: Toerski en Freeride winterweek. Kijk op bergsportreizen.nl/wintervakanties SCAN MET JE MOBIELE CAMERA

Bergsportreizen staat voor: • deskundige en professionele begeleiding • georganiseerd voor en door NKBV-leden • kleine groepen • geldteruggarantie bij negatief reisadvies covid-19


THEMA

WETENSCHAP

Onderzoeker Anna van Yperen Toen het water in de rivier langzamer stroomde of minder grof sediment vervoerde, ontstonden stroomribbels of duinen die je in de rotsen terugziet.

Anna van Yperen werkt als onderzoeker aan de universiteit van Oslo, waar ze als sedimentoloog de invloed van getij op rivierkarakteristieken onderzoekt. Tijdens haar promotietraject bestudeerde ze welke omstandigheden zorgen voor extreem

Het wandelpad als sneak-peak Overal waar ik kijk, zie ik geologie. Rotsen met verschillende kleuren, erosiepatronen, steenlagen, verfrommelingen, afbrokkelingen, fossielen. En zelfs als ik vooral recht voor mijn voeten kijk, omdat ik moe ben of het pad moeilijk is, zie ik vaak een uitgesleten paadje, omzoomd door vegetatie. En waar een pad is, is een inkijkje in de geologie. Rode stoffige paadjes in het Baskenland, zwarte splinterige paadjes in de Ariège en rechtopstekende steenlaagjes tijdens onze laatste kilometers voor de Middellandse Zee. Is het je wel eens opgevallen? Ik kan er in elk geval niet omheen (letterlijk en figuurlijk), het pad is als een trailer voor een goede (geologische) film. Meer, meer, meer...

Twee uur wandelen, 400 miljoen jaar geschiedenis Op een ochtend worden we wakker in een vallei vlak bij de Mont Valier. We zijn inmiddels al ruim vier weken en ongeveer 460 kilometer onderweg. Routines voor het spullen inpakken en ontbijten zijn inmiddels ingesleten en binnen een uurtje zijn we op pad. Op naar het einde van de vallei. Een steile wand doemt voor ons op. Ik zie prachtige gekreukelde aardlagen. Een kleine twee uur later staan we druppend van het zweet boven aan de pas die onze doorgang is naar de volgende vallei. Dit fascineert mij mateloos: deze vallei met zijn kleine riviertje, deze gigantische rotswand, de verfrommelde gesteentelagen en het enigszins gemetamorfoseerde gesteente zelf. Je loopt er zo voorbij, maar de tijd en krachten die nodig zijn om deze ene vallei met zijn prachtige uitzicht te vormen, zijn bijna niet te bevatten. De aanwijzingen zitten in de rotswand, het is aan de voorbijganger ze te lezen en tot zich door te laten dringen. Het begint allemaal met de samenstelling van het gesteente. Dit sediment ontstond ongeveer 410 miljoen jaar geleden in een oceaan. Het is een belangrijk principe in de geologie dat sediment oorspronkelijk horizontaal in lagen wordt afgezet. Maar vandaag de dag zijn deze lagen gevouwen en bevinden ze zich op een hoogte van 2400 meter. Maar de zeespiegel was niet 2400 meter hoger dan nu. De rotsen bereikten deze hoogte door de vorming van de Pyreneeën, een gebeurtenis die eerder gevormde rotslagen optilde, vouwde en verfrommelde. En uiteindelijk sleten ‘recente’ ijstijden

zandrijke afzettingen in miljoenen jaren oude delta-en-rivier-systemen. Tijdens dit promotietraject deed ze onderzoek in New Mexico en Spitsbergen. Je kunt haar wandel- en onderzoeksavonturen volgen op Instagram: @thehikinggeologist.

deze vallei uit tot de vorm die ze vandaag heeft. En het kleine riviertje dat er doorheen stroomt, zal blijven eroderen en afzetten en daarmee de vorm van de vallei blijven veranderen. Vandaag, morgen en in de verre toekomst.

Blijven de Pyreneeën voor altijd? Mother nature hates topography - Moeder natuur houdt niet zo van hoogte, vrij vertaald. Een favoriet gezegde van een van mijn collega’s. Ik kan niet anders dan hieraan denken terwijl we het laatste stuk naar de top van de Canigó in de oostelijke Pyreneeën klauteren. Elk hobbeltje, elke uitstekende rotspartij is overgeleverd aan verwering en erosie. Ooit brokkelt het af. Als een steenlawine, als een eenzaam stuk rots, of korreltje voor korreltje tijdens een regenbui of windvlaag, jaar in jaar uit. Gebergten zijn groots, indrukwekkend, majestueus, overweldigend, genadeloos. Toch hebben ze niet het eeuwige leven. Hoe lang duurt het eigenlijk voordat de Pyreneeën volledig zijn weggeërodeerd? Laten we een gemiddelde erosiesnelheid van 12 meter per miljoen jaar nemen, zoals een aantal geologen ooit vaststelde voor rotsachtige terrein. Het resultaat: de Canigó brokkelt volledig af in ongeveer 230 miljoen jaar. Uiteraard zijn er veel meer factoren die we mee moeten nemen in zo’n berekening. Erosiesnelheden hangen af van het type gesteente, vegetatie, klimaat en tektoniek. En al deze factoren veranderen gedurende die miljoenen jaren en kunnen elkaar weer beïnvloeden. Evengoed is de slotsom: ruimschoots de tijd om door de Pyreneeën te wandelen. Maar let op, alles rolt of stuitert een keer naar beneden… Ooit, ja ooit zullen er geen Pyreneeën meer zijn. En voor ons houdt het avontuur binnenkort ook op. Nog een paar dagen wandelen en dan zal het water van de Middellandse Zee na ruim 940 kilometer wandelen ons tegemoet flonkeren. We hebben nog geen genoeg van de croissants. We hebben al helemaal nog geen genoeg van de bergen, de leegte, de frisse lucht, het wassen in beekjes, het genieten van zonsopkomsten en -ondergangen, de routines, het ons alleen maar druk maken over het weer, het eten, de route en een slaapplek. We lopen nog een klein stukje om.

HOOGTELIJN 5-2021 |

35


Kun je je voorbereiden op presteren op hoogte?

Ademnood Ik houd enorm van de bergen, maar zij niet altijd van mij. De bergen maken me ziek. Vanaf 2500 meter gooit acute hoogteziekte voor mij regelmatig roet in het eten. Het stijgingsprotocol van 300 meter per dag en om de 1000 meter een rustdag, is voor mij heilig. Maar dat maakt zelfs de beklimming van een bescheiden drieduizender een behoorlijke tijdsinvestering. Tijd die ik niet altijd heb. Kan dat nou niet anders? Tekst Rinske Brand

O

p de digitale Bergsportdag begin dit jaar hoor ik alpinist Sofie Lenaerts spreken over haar voorbereiding op expedities: hypoxietraining. Dit betekent je lichaam gedurende korte periodes blootstellen aan een trainingsprikkel in zuurstofarme lucht. Zo kan het wennen aan presteren op hoogte, terwijl je je op zeeniveau bevindt. Voor Sofie en haar vriend Stef Maginelle van Fisiotics speelt hypoxietraining een essentiële rol in de voorbereidingen voor hun expeditie naar Broad Peak in Pakistan, een stevige achtduizender die zij zonder zuurstof willen beklimmen. Ik ben geïntrigeerd door haar verhaal en neem contact op. Zou ik ook iets aan deze specifieke vorm van hoogtetraining kunnen hebben en zo ja, hoe doe ik dat dan? In Stef vind ik een enthousiaste verteller en toegewijde hoogtecoach. Hij begeleidt me de komende weken ter voorbereiding op de beklimming van een Zwitserse vierduizender.

Gebrek aan zuurstof Het lichaam heeft zuurstof nodig om te kunnen functioneren. Die benodigde hoeveelheid is op elke hoogte hetzelfde. Maar op hoogte neemt de lucht- en dus ook de zuurstofdruk af. Het lichaam moet zich aanpassen aan deze ijlere lucht om toch voldoende zuurstof te krijgen. Als deze aanpassing, acclimatisatie genoemd, niet goed verloopt, kan hoogteziekte ontstaan. Acute hoogteziekte treft de een erger dan de ander en dit berust meer op aanleg dan op conditie. Al kun je acute hoogteziekte niet geheel

36 | HOOGTELIJN 5-2021


THEMA

Foto Hylke Knot

WETENSCHAP

Jur Rademakers met extra zuurstof op Mount Everest.

HOOGTELIJN 5-2021 |

37


voorkomen, je kunt het risico erop wel verlagen. Door in de bergen een stijgingsprotocol te volgen bijvoorbeeld, en de eerste dagen heel rustig aan te doen. Maar waarschijnlijk dus ook door je lichaam alvast op zeeniveau voor te bereiden op hoogte.

Sleutelen aan systemen Hoe werkt acclimatisatie precies? De meest merkbare aanpassing van het lichaam betreft een snellere en diepere ademhaling en een verhoogde hartslag. Die zorgen ervoor dat er meer zuurstof kan worden opgenomen. Dit systeem gaat al binnen een paar minuten ‘aan’. Een ander bekend mechanisme is de toename van de concentratie van rode bloedcellen. Hierdoor kan meer zuurstof zich binden in het bloed en zo worden getransporteerd naar de weefsels. De eerste dagen op hoogte gebeurt dit doordat je meer gaat plassen. Hierdoor wordt het bloed dikker en de concentratie rode bloedcellen automatisch hoger. Pas na verloop van tijd, dagen tot weken, zal het lichaam werkelijk meer rode bloedcellen gaan aanmaken.

Hypoxietraining vermindert de kans op acute hoogteziekte

Met hypoxietraining train je je longen en lichaam om efficiënter met de beschikbare zuurstof om te gaan. Maar Stef noemt ook een mogelijk effect op een ander systeem, namelijk dat van de mitochondriën. Dit zijn de energiefabriekjes in onze cellen. “De mitochondriën kunnen met behulp van zuurstof suiker en vetten omzetten in energie. Al is hier nog geen wetenschappelijke onderbouwing voor, ervaringen uit de praktijk lijken erop te wijzen dat door regelmatig zuurstofarme lucht in te ademen deze mitochondriën beter en efficiënter gaan functioneren.”

Efficiënter trainen Om veranderingen in het lichaam teweeg te brengen, is een stimulus nodig. Dat werkt zo bij spieropbouw, maar ook bij pre-acclimatisatie. Training in een hoogtekamer of door middel van een speciaal apparaat en masker creëert tijdelijk een toestand van hypoxie. Hypoxie betekent een tekort aan zuurstof dat de weefsels en cellen bereikt. Deze trainingsprikkel moet leiden tot een aanpassing en verbetering van het systeem. Hypoxietraining zou zorgen voor een beter zuurstoftransport binnen het lichaam, waardoor de prestaties verbeteren, maar ook de kans op acute hoogteziekte vermindert. Stef belooft dat ik met hypoxietraining straks efficiënter, langer en met minder vermoeidheid kan presteren op hoogte. Maar bovenal, dat ik geen symptomen van acute hoogteziekte zal ervaren.

Per ongeluk ontdekt Rinske op de loopband bij Fysiotics.

Omdat er bij mij in de buurt geen publiek toegankelijke hoogtekamer te vinden is, mag ik een apparaat en masker van de producent B-cat gebruiken. René Luyten van B-cat vertelt me hoe het bedrijf eigenlijk per ongeluk in deze business terechtkwam. B-cat is namelijk gespecialiseerd in het langer vers houden van groente en fruit. Zuurstofarme lucht, in combinatie met een lage temperatuur, vertraagt het rottingsproces. Een professor uit Slovenië benaderde René al in de jaren 90 van de vorige eeuw met de vraag of die techniek ook kon worden ingezet in de sportwereld en dan specifiek voor hoogtetrainingen. Dat bleek een schot in de roos. Inmiddels verkoopt en verhuurt René compacte hoogteapparaten voor thuisgebruik. Een apparaat, inclusief masker, saturatiemeter en andere toebehoren, kost rond de 2700 euro. Maar het bedrijf bouwt op verzoek ook complete hoogtekamers en zelfs speciale hoogtehotels, waar mensen slapen in kamers met zuurstofarme lucht. Ook werkt B-cat samen met NASA, waar men interesse heeft in de langetermijneffecten van zuurstofarme lucht op mensen.

Foto José van Adrichem

TIPS bij hypoxietraining

38 | HOOGTELIJN 5-2021

• Train niet te zwaar en niet te vaak; 2 à 3 keer per week is voldoende. • Houd dit minimaal 3 weken vol. Langer is beter; 6 tot 8 weken is ideaal. • Let tijdens de training goed op je zuurstofsaturatiepercentage. Dat is nu de belangrijkste trainingsvariabele in plaats van hartslag of vermogen. Zorg dat je niet lager komt dan 82-85%. • Leg de nadruk op duurvermogen en voeg slechts een klein beetje interval toe. Doe dit alleen door te spelen met de hoogte, de snelheid, de hellingshoek of het gewicht van de bepakking. • Zorg voor voldoende herstel tussen de trainingen door.


THEMA

Het high altitude apparaat.

Rinskes hoogtekamer thuis: loopband, hoogteapparaat, racefiets in de thuistrainer en een grote ventilator.

Dat het een opkomende discipline is, bewijst het gestaag groeiend aantal hoogtekamers in Nederland. In Londen is er zelfs een Altitude Centre dat zich volledig heeft toegelegd op deze trainingsvorm. Ook is bekend dat verschillende bekende topsporters en klimmers gebruikmaken van deze vorm van training. Naast Sofie Lenaerts ook Jur Rademakers, die hoogtetraining gebruikte ter voorbereiding voor zijn 7 Summits in 1 Year-project.

Foto’s José van Adrichem

WETENSCHAP

Saturatiemeters houden het percentage zuurstof in het bloed bij.

Ook wil Stef weten wat mijn algemene conditie is en neemt hij daags nadien een inspanningstest met lactaatmeting af. Op basis hiervan kan hij exact mijn hartslagzones bepalen en een trainingsschema opstellen. Dat schema is even schrikken voor me. Weg intervaltrainingen. De nadruk komt de komende weken te liggen op functionele trainingen in een lage hartslagzone. Dat betekent op een loopband met een stevige hellingshoek een uur bergop lopen met een rugzak van 12 kilo. Want precies dat is de belasting die ik ook in de bergen zal voelen. Ik doe er voor de vorm ook maar mijn C-schoenen bij aan. En dat dan twee à drie keer per week. Het zijn verreweg de saaiste trainingen die ik ooit heb gedaan. De eerste training begin ik enthousiast op 3500 meter hoogte, maar al binnen een kwartier moet ik terugschakelen. Ik krijg het benauwd, mijn spieren verzuren en ik word duizelig. 2900 meter is voor de eerste hypoxietrainingen blijkbaar al meer dan voldoende.

de komende weken ligt de nadruk op training in een lage hartslagzone

Sleep low, train high Trainen op hoogte kan op verschillende manieren. Voor duursporters geldt het sleep high, train low-principe. Voor hen is het belangrijk dat zij op 100 procent van hun vermogen kunnen blijven trainen en dat gaat niet op hoogte. Zij hebben ’s nachts meer profijt van de hoogte, slapend in een hoogtetent of -kamer. Voor explosieve sporters en bergsporters geldt juist het omgekeerde: sleep low, train high. Zij trainen op minder vermogen, maar hebben in de nacht wel optimaal herstel op zeeniveau.

Saai schema Met Stef bespreek ik hoe de training in zijn werk gaat. Hij wil eerst weten hoe ik reageer op hoogte. Voor die hoogtegevoeligheidstest word ik op een loopband gezet met een zuurstofmasker op. Het apparaat, dat nog het meeste wegheeft van een airconditioningunit, perst lucht met een verlaagd zuurstofpercentage door het masker. Stef stelt het apparaat in op 4000 meter hoogte. De opdracht is simpel: een half uur lopen en de snelheid mag ik zelf bepalen, al moet ik daarin wel de grens opzoeken. Al vrij snel voel ik lichte duizeligheid en beginnen de spieren in mijn kuiten en bovenbenen te verzuren. Raar, want zo zwaar is de inspanning niet. Maar dat doet een gebrek aan zuurstof dus met het lichaam. Deze test is ook meteen de nulmeting. Over zes weken zullen we deze oefening herhalen en zien of er een verbetering is.

Stef vertelt me dat minimaal drie trainingsweken nodig zijn voor een positief effect, maar dat langer trainen beter is. Ik heb nog zeven weken te gaan voor mijn vertrek naar Zwitserland. In de laatste weken mag ik van Stef de intensiteit van de trainingen opvoeren en verruil ik de loopband voor mijn racefiets in de Tacx. Inmiddels heb ik mijn zuurstofapparaat op de allerhoogste stand: 6000 meter. Op die hoogte lukt het me nu ook af en toe iets aan te zetten en daarna te herstellen. Wat een verschil met het begin. Het voelt ook alsof mijn longinhoud is toegenomen en ik per ademhaling veel meer lucht in mijn longen krijg. Om nog beter te wennen aan de hoogte raadt Stef me aan ook regelmatig het masker op te zetten terwijl ik werk, lees of televisiekijk. Een paar minuten masker op en een paar minuten het masker weer af. Zo leert het lichaam snel te reageren op een zuurstoftekort.

Het resultaat Na zes weken meld ik me opnieuw bij Stef. We gaan de hoogtegevoeligheidstest opnieuw uitvoeren. Kan ik meer hoogtemeters afleggen na anderhalve maand hypoxietraining? In plaats van 370 hoogtemeters maak ik er 425. Daarnaast is de spierverzuring grotendeels verdwenen, word ik niet duizelig en ben ik veel beter in staat een constant tempo aan te houden. Stef is enthousiast: “Met dit tempo loop je je gids er nog uit!”

HOOGTELIJN 5-2021 |

39


NKBV-LEDEN KRIJGEN STANDAARD 10% KORTING BIJ BEVER

ZOEK HET AVONTUUR IN DE WINTER DE 10 ESSENTIALS 1 Altijd warme handen en altijd je smartphone of tablet kunnen bedienen. Ideaal tijdens woon-werk verkeer of op wintersport.

3 De Fjällräven Abisko Friluft is een vrouwelijke rugzak (45 liter) die lichtgewicht en duurzaam is en een maximaal draagcomfort biedt.

2 Zacht, warm en veelzijdig hoogpolig fleecevest van 100% gerecycled polyester met een hoge kraag.

6 Een waterdichte winterlaars die je voeten lekker warm en droog houdt.

7 De Smartwool Classic Mountaineer Maximum Cushion Crew is een extra warme expeditieen wandelsok met goede demping.

4

Lichtgewicht donzen slaapzak die alpinisten, wereldfietsers en hikers warm houdt bij ongeveer -1 graden Celsius. Afmetingen (cm): Lengte 215, schouder 70, heup 52, voet 41. Isolatie: dons.

9

5 Duurzame en warme outdoorbroek voor winterse omstandigheden.

8 Zachte, comfortabele gebreide muts van gerecycled polyester.

1. APEX + ETIP HANDSCHOEN THE NORTH FACE 54.95 *49.96 2. LOS GATOS FLEECEVEST DAMES PATAGONIA 129.95 *116.96 3. ABISKO FRILUFT 45W RUGZAK DAMES FJÄLLRÄVEN 199.95 *179.96 4. NEUTRINO 400 MUMMY DONS SLAAPZAK RAB 399.95 *359.95 5. BARENTS PRO WINTER BROEK FJÄLLRÄVEN 199.95 *179.96 6. CARIBOU WINTERLAARS SOREL 169.95 *152.96 7. CLASSIC MOUNTAINEER MAXIMUM CUSHION CREW OUTDOORSOK SMARTWOOL 25.95 *23.36 8. TAB HAT MUTS FJÄLLRÄVEN 29.95 *26.96 9. BASECAMP 4-PERSOONS ALPINE TENT SAMAYA 1999.95 *1799.96 10. ISLAND MFS ACTIVE SCHOEN DAMES MEINDL 294.95 *265.46

De geodetische structuur kan worden verdubbeld om elke hoeveelheid sneeuwval te weerstaan en de 55 m reflecterende scheerlijnen garanderen een onberispelijke stabiliteit. Aantal personen: 4. Gewicht: 5625 gr.

Bekijk de actuele prijzen en promo's op bever.nl Prijs- en modelwijzigingen en druk- en zetfouten voorbehouden. Bekijk de actievoorwaarden op bever.nl *De 10% korting is alleen geldig voor NKBV leden.

Ga je naar buiten? Denk aan de veiligheid en gezondheid van jou en anderen.

10 Robuuste wandelschoen die je probleemloos door ruig terrein loodst.


THEMA

WETENSCHAP

Rinske in topvorm met Johanna op de top van Breithorn.

Of mijn zeven weken hypoxietraining écht heeft gewerkt, kan ik natuurlijk maar op één manier testen. De bergen in en wel op zo’n manier dat ik zeker weet dat ik normaal gesproken hoogteziek zou worden. Mijn gids Johanna Stalnacke helpt daarbij met het voorstel de dag na mijn aankomst in Zermatt een acclimatisatietocht te maken naar de top van de Breithorn. Op dag twee al naar ruim 4000 meter klinkt mij veel te ambitieus in de oren, maar Stef garandeert me dat ik door mijn training tot 4000 meter geen aanpassingsmoeilijkheden zal hebben. Ik stem in, maar helemaal gerust ben ik er niet op. Het is een gok die ik normaal gesproken nooit zou nemen.

achteraf spreekt gids johanna van een beklimming in recordtempo Het resultaat overtreft mijn stoutste verwachtingen. De eerste nacht in een hotel op 3100 meter kom ik ongeschonden door. De ochtend erna gaan Johanna en ik op weg naar de top van de Zwitserse Breithorn op ruim 4150 meter. De ene na de andere touwgroep halen we in. Mensen voorovergebogen, snakkend naar adem. Alsof we in een speelfilm zitten waarin wij immuun zijn voor een ziekte die verder iedereen treft. Amper 48 uur geleden zat ik nog op zeeniveau. Ik verwachtte hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid. Maar… Niets! Johanna spreekt na afloop van “een beklimming in recordtempo.” Ik ben blij, maar vooral opgelucht. Het werkt echt!

Wat zegt de wetenschap? Enthousiast over mijn eigen ervaringen ben ik ook heel benieuwd wat in de wetenschap inmiddels bekend is. Al is er steeds meer onderzoek over acute hoogteziekte voorhanden, naar het voorkómen ervan door middel van hypoxietraining is nog amper wetenschappelijk onderzoek gedaan. Ik vraag het aan Marieke

van Vessem, sportarts in opleiding en lid van de Medische Commissie van de NKBV. Zij vertelt: “Op dit vlak ken ik eigenlijk maar één kwalitatief goed onderzoek. In 2008 is er een studie uitgevoerd door Schommer en collega’s. Hierbij hebben ze 40 deelnemers willekeurig ingedeeld over twee groepen, waarbij de ene groep werd blootgesteld aan hypoxie tijdens hun trainingen en de andere helft gewone zuurstofconcentraties inademde. Deelnemers en betrokken wetenschappers wisten niet wie in welke groep zat. Hun conclusie was dat het gevolgde hypoxietrainingsprogramma geen effect had op het al dan niet optreden van acute hoogteziekte op 4559 meter. Wel gaven ze aan dat er mogelijk wel een effect is op lagere hoogtes.” Volgens Marieke zal, om harde conclusies te kunnen trekken over de effectiviteit van hypoxietraining bij het voorkomen van acute hoogteziekte, meer onderzoek moeten worden uitgevoerd. Daarnaast is ook nog niet onderzocht hoe zo’n hypoxietrainingsprogramma er precies uit zou moeten zien. Wat is de duur, de optimale timing ten opzichte van de tocht, de hoogte, de intensiteit en frequentie van de trainingen? Marieke wijst me nog op een ander punt. “Wat interessant is mee te nemen in jouw eigen ervaring, is het effect van het zevenweekse trainingsprogramma an sich. Daarin lag de focus op duurtrainingen in de lage hartslagzones. Trainen op deze manier zorgt ervoor dat je motor efficiënter wordt. Zeker bij sporters die normaal veel in de hoge hartslagzones trainen, zoals jij aangaf te doen, kan dit leiden tot een verbetering in het uithoudingsvermogen. Dit zal ook zeker hebben bijgedragen aan het betere uithoudingsvermogen tijdens de beklimming.”

Praktijkervaringen Wegens gebrek aan wetenschappelijk onderzoek is een positief effect nog niet onomstotelijk bewezen. Maar ervaringen van anderen en die van mij zijn hoopvol. Zo beklommen Stef en Sofie in juli 2021 inderdaad Broad Peak (8047 meter) met succes en zonder extra zuurstof. Ook Jur is enthousiast: “Hypoxietraining heeft mij zeker geholpen tot 6000 à 7000 meter hoogte. Ik zie het niet als vervanging van de normale acclimatisatie, maar het maakt het proces op de berg wel veel makkelijker.” Deze ervaringen zijn natuurlijk strikt persoonlijk en zeggen niets over mogelijke effecten bij anderen. Maar voor mij is glashelder dat ik geen enkele beklimming boven de 3000 meter meer doe zonder een hoogtetraining als voorbereiding. Mijn klimplezier neemt aanmerkelijk toe als de symptomen van acute hoogteziekte wegblijven. Alleen dat al maakt het voor mij de moeite meer dan waard.

Referenties

Schommer K, Wiesegart N, Menold E, Haas U, Lahr K, Buhl H, Bärtsch P, Dehnert C. Training in normobaric hypoxia and its effects on acute mountain sickness after rapid ascent to 4559 m. High Alt Med Biol. 2010 Spring;11(1):19-25. doi:10.1089/ ham.2009.1019. PMID: 20367484.

HOOGTELIJN 5-2021 |

41


Bergen

Eberhard Jurgalski ordent bergtoppen

cijfers Eberhard Jurgalski (69) heeft van het beklimmen van bergen zijn levenswerk gemaakt. Niet fysiek, hij beklom maar eenmaal een flinke heuvel, maar al ruim veertig jaar registreert de Duitser beklimmingen en sinds 2008 is hij de drijvende kracht achter de website 8000ers.com. Daarin staat een ongekende hoeveelheid statistische en geologische data van de hoogste bergen ter wereld. Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies

A

l meteen bij de kennismaking laat Jurgalski iets zien van zijn opmerkelijke geheugen. “Je bent toch geboren op 11 september?”, is zijn eerste vraag. “De dag van nine eleven en de verjaardag van Franz Beckenbauer. En de dag waarop Salvador Allende werd vermoord.” Hij vraagt Aart naar zijn geboortedag. “8 februari. Ah, dan ben je verwant met mij, ik op 8 november.’’ De hele middag spuit Eberhard Jurgalski data, eerst in zijn woonkamer, later achter de pc. In zijn woonkamer staat een enorme collectie videobanden en cd’s en er hangen twee posters van John Lennon en Peter Hammill. Jurgalski heeft een vriendelijk gezicht, praat zacht, heeft een grijze baard en lange haren in een staart. Hij kent Nederland uit zijn hippietijd toen hij zes weken bivakkeerde in het Vondelpark en leefde op gele vla: “Elke dag een pak”.

Bibliotheken In 1980 werd het voor Eberhard, toen 28 jaar, duidelijk dat de reguliere arbeidsmarkt niets voor hem was. Hij wilde het over een andere boeg gooien en herinnerde zich toen dat hij van zijn opa een boek had gekregen over de hoogste bergen van de wereld, Gipfelstürmer. Buch der Erstbesteigungen. “Dat fascineerde me, ik wilde me daarin verdiepen. Ik heb toen in antiquariaten en in de bibliotheken van Freiburg en Basel boeken gezocht over de bergen. En ik begon gegevens te verzamelen over beklimmingen. Ik kwam in contact met Anders Bolinder, een Zweedse Zwitser, die daar ook mee bezig was. Het klikte en we hebben vijf jaar samengewerkt.” Na de dood van Bolinder werkte Eberhard een tijdje samen met de British Alpine Club die de Himalayan Index had opgezet.

Computer In 1988 leasede Jurgalski een computer waar hij al zijn gegevens invoerde en hij maakte specifiek voor de veertien 8000’ers tabellen over beklimmingen. Namen, data, nationaliteiten, routes, met of

42 | HOOGTELIJN 5-2021

zonder zuurstof. Hij merkte dat er lacunes waren in zijn gegevens en kwam via via terecht bij de grote Miss Elizabeth Hawley. Zij hield vanuit Kathmandu alle beklimmingen in Nepal nauwgezet bij en was zeer streng voor de klimmers. Wie geen bewijs had, kwam niet op de lijst. Omdat Hawley alleen beklimmingen in Nepal bijhield in haar Himalayan Database, kwam Jurgalski in 1997 terecht bij de Bask Xavier Eguskitza, die ook de Himalaya buiten Nepal bijhield. Het klikte tussen de twee mannen die op dezelfde manier met hun statistische gegevens omgingen. En in Japan maakte hij contact met de Japanese Alpine Club van wie hij, handgeschreven, alle gegevens kreeg over Japanse klimmers. De hoeveelheid gegevens was inmiddels zeer omvangrijk geworden, waarop Explorersweb gebruik ging maken van zijn materiaal. En hij maakte een almanak met geboorte- en overlijdensdata van klimmers, evenals van hun successen. Ook de uitgever van de Guinnessjaarboeken wist de kroniekschrijver van het hoog alpiene klimmen te vinden. Toen die samenwerking minder werd, had Eberhard het lastig en moest hij met hulp van zijn tante en zijn vriendin de eindjes aan elkaar knopen. Jurgalski’s werk kreeg een positieve impuls door de Duitse meidenband Monrose. In 2007 hoorde hij de drie popzangeressen, kwam op hun internetforum terecht en werd daar herkend als de man van de almanak. Zo kwam hij in contact met een IT-bedrijf dat aanbood een website voor hem te bouwen. Uiteraard weet hij nog de datum van de fandag waarop alles werd geregeld en 25 april 2008 als de dag waarop de site 8000ers.com de lucht in ging. De liefde voor de bergen werd alleen maar groter. Kaarten, liefst van 1:25.000, hielpen hem bij het zoeken naar gegevens, evenals de 80.000 gescande topografische kaarten waartoe hij toegang


THEMA

WETENSCHAP

Eberhard Jurgalski is blij met de recente beelden van Manaslu. In zijn werkkamer is het een en al berg.

kreeg van de Engelsman Jonathan de Ferranti. Hij had ook nog de beschikking over digitale Russische stafkaarten van de hele wereld waarop tot detailniveau van 90 x 90 meter hoogtes staan vermeld.

Orografische dominantie Eberhard Jurgalski ontwikkelde vervolgens een methode waarvan hij hoopt dat die nog eens wordt erkend. Hij noemt het de orografische dominantie. Het is een meeteenheid die aangeeft hoe vrij een berg of een top in het landschap staat. Op zijn site heeft Jurgalski 3600 woorden nodig om het idee uit te leggen. Hij heeft ook alle bergen ter wereld ingedeeld in groepen, van Lage Alpen tot de Zone des doods. “Volledig logisch”, aldus de bedenker. Jurgalski is een precies man. Vijf meter lager dan de top en 100 meter er vanaf is géén top. “Met name op de Dhaulagiri, de Annapurna en de Manaslu was het niet altijd duidelijk wat de echte top was. Er werd maar wat gezegd en bewijs ontbrak vaak. Tobias Pantel en Rodolphe Popier werkten daar hard aan. Nu we weten hoe het werkelijk is, blijkt dat veel klimmers nooit op die toppen hebben gestaan. Op een gegeven moment heb ik de tolerantiezone bedacht. Dat gaf ze wat speling. Maar dat is gewoon quatsch. Je staat op de top of niet, 1 + 1 = 2, moeilijker is het niet.”

Manaslu De Manaslu is een van de bergen waarvan Eberhard Jurgalski en de mensen die hem ondersteunen een uitgebreide documentatie maakte over de topgraat. Daar is sprake van een voortop en een tussentop, lager en op enige afstand van de moeilijk bereikbare en vanaf de voortop onzichtbare hoofdtop. Jurgalski berekende dat op basis van spaarzaam fotomateriaal. Hij werd in september bevestigd door de dronebeelden van Jackson Groves die onomstotelijk vastlegden dat de afgelopen jaren vrijwel niemand op de echte top stond. “Sensationeel zijn die beelden, echt fantastisch. En mooi dat Mingma G de spectaculaire route van de voortop naar de hoofdtop heeft gemaakt, want eerder was ook hij niet verder dan de voortop gekomen.”

Toetsenbordstrijder Jurgalski maakt niet alleen maar vrienden met zijn werk. Ook bekende klimmers blijken niet altijd op de top te hebben gestaan. “Natuurlijk zijn ze dan boos of teleurgesteld. Het is voor hen belangrijk, ze leven van het klimmen. Ze noemen me schrijftafelbergbeklimmer of toetsenbordstrijder. Ach, ik lach erom. Bij Miss Hawley kregen ze ook geen poot aan de grond. Het zou mooi zijn als de UIAA, de internationale bergsportfederatie, zich hierover duidelijk uitspreekt. Niet voor mij, maar voor de alpiene historie.”

HOOGTELIJN 5-2021 |

43


Koolmonoxidevergiftiging

Verstikking

gevaar in de tent

Het adagium is: de tent moet altijd open blijven tijdens het koken. Maar wat als het erg koud is, regent, sneeuwt of stormt? Voor je je brander aansteekt, is het belangrijk te weten welke risico’s bepaalde beslissingen met zich meebrengen en welke maatregelen je kunt treffen om die risico’s te beperken. Tekst Remco Berendsen en Sander van der Plas (beiden lid NKBV Medische Commissie) Beeld Zout Fotografie

D

oor een ongelukkige samenloop van omstandigheden stierven in maart 2020 twee mannen in een tent aan de gevolgen van koolmonoxidevergiftiging. De mannen waren onderdeel van een gezelschap dat in tenten op een gletsjer bivakkeerde. Niemand van het gezelschap heeft iets gemerkt van wat zich vlak naast hen afspeelde en ook de mannen zelf zullen niets hebben gemerkt. De lichamen werden de volgende ochtend gevonden in een dichte tent die met een klein laagje sneeuw was bedekt. Bij het forensisch onderzoek hadden beide overledenen een COHb-gehalte van respectievelijk 48 en 59 procent: koolmonoxidevergiftiging.

Zuurstofgebrek Koolmonoxide (CO) is een kleurloos, geurloos, niet-irriterend en smaakloos gas dat aanwezig is in de atmosfeer en zelfs door ons lichaam in zeer kleine mate wordt geproduceerd. Het komt vrij bij de onvolledige verbranding van koolstofhoudende producten, zoals brandstoffen voor branders. Wanneer je een brander gebruikt in een zeer slecht geventileerde ruimte kan dit aanleiding zijn tot het ophopen van dit onmerkbare giftige gas. Koolmonoxide heeft effect op het celmetabolisme. De cellen krijgen onvoldoende zuurstof aangeboden, omdat koolmonoxide zich veel makkelijker en sterker aan hemoglobine (Hb) bindt. Hemoglobine is het eiwit dat voor het zuurstoftransport zorgt en geeft de rode kleur aan het bloed. De bindingsaffiniteit van koolmonoxide voor hemoglobine is meer dan 200-250 maal groter dan dat van zuurstof voor hemoglobine. Wanneer koolmonoxide zich bindt aan hemoglobine ontstaat carboxyhemoglobine (COHb) en dit vermindert de zuurstofdraagkracht

44 | HOOGTELIJN 5-2021

van het bloed en belemmert het loskomen van zuurstof van hemoglobine voor gebruik in de weefsels. Via soortgelijke mechanismen vermindert koolmonoxide ook de opslag van zuurstof in spiercellen, door zich te binden aan het zuurstofdragende eiwit in de spieren. Hoewel alle weefsels kwetsbaar zijn voor het door koolmonoxide veroorzaakte zuurstofgebrek, zijn de weefsels met de hoogste zuurstofvraag bijzonder kwetsbaar, zoals de hersenen en het hart.

Binnen koken Fabrikanten van tenten en kooktoestellen waarschuwen altijd om niet binnen te koken, vanwege brandgevaar en de kans op koolmonoxidevergiftiging. In de praktijk wordt dit advies geregeld genegeerd: winterse omstandigheden met zeer lage temperaturen of harde wind, met name op hoogte, maken het soms noodzakelijk in een tent sneeuw te smelten, water te koken en voedsel te bereiden. Buiten koken is dan onmogelijk of gevaarlijk vanwege het risico op onderkoeling en/of bevriezing. Vaak wordt een kooktoestel op butaan, loodvrije benzine of Coleman fuel gebruikt. Het voordeel is dat bij gebruik in de tent het kooktoestel niet alleen je eten kookt, maar ook de tent wordt opegwarmd. Er is een belangrijke literatuurstudie bekend die keek naar de effecten van een werkend kooktoestel in een dichte tent en het carboxyhemoglobinegehalte in het bloed van vrijwilligers. Het doel van deze studie was om te onderzoeken of het gebruik van een kooktoestel in een tent een potentieel gevaar vormt voor de gezondheid. De testopstelling was vergelijkbaar met normale


THEMA

Symptomen

WETENSCHAP

Classificatie van de ernst van koolmonoxidevergiftiging op basis van klinische symptomen. Mild: hoofdpijn, misselijk, braken en hartkloppingen. Matig: verstoring van het bewustzijn, zonder andere neurologische verschijnselen en hartkloppingen. Ernstig: bewustzijnsverlies, spierkrampen, neurologische verschijnselen, hartkloppingen en benauwdheid. Zeer ernstig: bewustzijnsverlies, centrale zenuwstelsel schade, circulatie- en ademhalingsverstoringen.

Figuur 1 laat de CO-concentratie ([CO] ppm) zien in de drie tenten tegen de tijd (gekleurde lijnen). Al na 15 minuten is de CO-concentratie meer dan 150 deeltjes per miljoen (ppm) en na 30 minuten is de concentratie tussen de 350 en 500 ppm. Normaal is de CO in de atmosfeer onder 3-5 ppm (erg afhankelijk van de locatie). De dip in de blauwe curve komt door het herplaatsen van een infuus voor bloedafname.

omstandigheden voor soldaten, klimmers en wandelaars in de winter. De proefpersonen (n=7) waren verdeeld over drie tenten. De tenten boden plaats aan drie personen en stonden op de sneeuw, maar waren niet ingegraven. De ventilatieopeningen stonden open, maar de ritssluitingen waren gesloten. Tijdens het onderzoek, dat plaatsvond op een heldere, windarme dag in april (5 tot 6°C) op 200 meter boven de zeespiegel, verbleven de proefpersonen 120 minuten in de tenten. Deze tijd komt ongeveer overeen met de tijd die het kost om sneeuw te smelten en eten te bereiden. De resultaten waren schrikbarend en gaven aanleiding tot discussie over de ethische verantwoordelijkheid van het onderzoek. Zoals ook uit figuur 1 valt af te lezen, heeft iedereen vóór het experiment een kleine hoeveelheid carboxyhemoglobine in het bloed (COHb = 2,9%), maar door het gebruik van de brander in de tent gedurende twee uur steeg het carboxyhemoglobinegehalte naar 21,5%. De ernst van de blootstelling (CO in het bloed) wordt beïnvloed door de concentratie van koolmonoxide (ppm) in de omgeving, de mate van inspanning (ademhalingsfrequentie en hartfrequentie), en de duur van de blootstelling. Ook op welke hoogte de persoon zich bevindt, telt mee. De omgevingsconcentratie koolmonoxide wordt bepaald door de mate van productie en de mate van afvoeren (het ventileren van de ruimte waar het wordt geproduceerd, bijvoorbeeld in de tent met de rits en/of ventilatievoorzieningen open). Verder speelt de maat van de pan in relatie tot de brander een rol: een grotere pan produceert meer koolmonoxide dan een kleinere. Wat opvalt is dat de ernst van de blootstelling (COHb) niet correleert met de klinische kenmerken van de intoxicatie (zie het kader en figuur 2). Dat betekent dat de klinische verschijnselen erger kunnen zijn bij een persoon met een lagere carboxyhemoglobineconcentratie.

Koolmonoxidevergiftiging herkennen Het adagium dat Lipman beschrijft in zijn editorial, “Alle ziekte op hoogte is hoogteziekte tot het tegendeel is bewezen”, is niet altijd waar. Klinisch gezien is koolmonoxide een imitator van hoogteziekte, met aspecifieke symptomen die iedereen kent die wel eens op hoogte is geweest. Door deze overeenkomst worden

Figuur 2: Classificatie van de ernst van koolmonoxidevergiftiging.

CO-vergiftigingen waarschijnlijk onder-gerapporteerd, mede omdat er geen diagnostische tests zijn en er weinig mensen op reis gaan met een koolmonoxidedetector. Daarnaast blijft aandacht voor het slachtoffer een belangrijk punt. Een slachtoffer met koolmonoxidevergiftiging op hoogte die uit de ziekmakende omgeving wordt gehaald, maar op hoogte blijft, zal beter worden, een slachtoffer met hoogteziekte wordt niet beter. Blootstelling aan koolmonoxide is niet altijd te voorkomen. Het is belangrijk dat avonturiers begrijpen en weten dat ze door hun handelen extra kunnen worden blootgesteld aan dit geurloze giftige gas, maar dat herkenning van de symptomen die zijn ontstaan tijdens deze risicovolle handelingen, cruciaal is. Er bestaat een individuele variabiliteit waardoor niet iedereen dezelfde klachten krijgt op hetzelfde tijdstip. Op hoogte zal een koolmonoxidevergiftiging door koken in een gesloten tent sneller verlopen dan op zeeniveau. Door de snellere ademhaling als onderdeel van de acclimatisatie en doordat de verbranding door het lagere zuurstofgehalte onvollediger is. Wanneer je tijdens een reis risicovolle handelingen niet kunt uitsluiten, is het erg verstandig een CO-detector mee te nemen, die een toegenomen CO-concentratie in de omgeving aangeeft.

Hoe voorkom je koolmonoxidevergiftiging? • Zorg voor voldoende ventilatie tijdens en na het koken. • Zet de brander zo kort mogelijk aan. • Zorg voor een zo volledig mogelijke verbranding (blauwe vlam). • Gebruik pannen met een kleine diameter. • Zorg dat het tentdoek vrij is van sneeuw. • Onderneem actie bij symptomen. • Ga niet slapen wanneer de brander nog aan is. • Neem in voorkomende gevallen een CO-melder mee.

HOOGTELIJN 5-2021 |

45


Geomorfologie in de Alpen

Extreem oude

liefde

Ik ben de kleinzoon van een schaapsherder, een politieagent en twee huisvrouwen die succesvol veertien kinderen opvoedden. Een mix dus van buitenmens, gezagsgetrouw en bijna onverstoorbaar. Dat maakt me toch feitelijk een Zwitser of Oostenrijker, een Alpenlander dus? Niet echt – ik ben een trotse Limburger die sinds een paar jaar met vrouw en jonge kinderen aan de andere kant van de oceaan woont. Maar de Alpen zijn wel altijd belangrijk voor me geweest, persoonlijk en professioneel. Tekst en beeld Arnaud Temme

I

46 | HOOGTELIJN 5-2021

k ontmoette er mijn eerste vriendinnetje, vroeg er iemand ten huwelijk, maakte tientallen vrienden en verloor er helaas ook een paar. De bergen waren een deel van mijn identiteit. Nu, ex-middelmatig alpinist, ex-legendarisch slechte skiër, ex-hoofdinstructeur, ex-jong, maar wel professor in de geomorfologie en bodemkunde, ben ik een week lang onderweg om de vraag te beantwoorden of de liefde voor de Alpen er misschien nog is en waar ze ooit vandaan kwam. Ondanks dat de huidige Alpen zo’n twee miljoen jaar ouder zijn dan ik, maakte ons leeftijdsverschil eerder niets uit. Is dat nog steeds zo, nu we beiden één à twee decennia ouder zijn, en ik er mede professioneel naar kijk?

Tijdens de afdaling kom ik er veel tegen en verval ik met grote liefde weer in een instructeursrol. “Is het nog ver?”, “Hoe zijn de condities?”, “Zijn we op de goede weg?” Ik bedien graag, in vier talen, en voel me nuttig, succesvol en twintig jaar jonger dan ik ben. Prompt ga ik in mijn overmoed door mijn enkel, maar ik kan gelukkig doorstrompelen.

Schesaplana (Rätikon)

Piz Linard (Silvretta)

Vroeg op de dag na een prachtig opkomende volle maan loop ik op een pad horizontaal door de imposante Schesaplana Zuidwand. De plooien en lagen van zwak metamorf gesteente vormen een rode loper naar het plateau waar de Schesaplana bovenuit steekt. Vanaf dat bijna 3000 meter hoge uitsteeksel heb ik een prachtig uitzicht, over terugtrekkende gletsjers, maar ook over de grote groepen mensen die uit Oostenrijk omhoogkomen.

De volgende dag ben ik opnieuw in een zuidwand, iets lastiger ditmaal, met afwisselend gruis, klauteren met steenslag en harde sneeuw. Het eerste half uur loop ik rustig achter een duo aan en bewonder ik een prachtige inversiewolk in het dal. Daarna klauter ik alleen verder, richting een volgende wolkenlaag, blij met de afwisseling die de route biedt. Heerlijk om weer stijgijzers aan te hebben en een pickel te gebruiken.

Na een kleine vijf uur ben ik terug bij de hut en suis ik omlaag op een huurstep. Wat volgt is een tocht in frisse regen omhoog, naar de Linardhut in de Silvretta waar ik ruim op tijd voor het eten aankom.


THEMA

WETENSCHAP

Op pad in het Mont Blancgebied, waar het effect van gletsjerterugtrekking op huttoegangen enorm is.

Iets minder mooi is het dat klimmers van eerder in de week hun grote boodschap deden, precies waar een van de sneeuwvelden erg smal is… Netto gaat het toch nog snel en na tweeëneenhalf uur sta ik op de winderige top zonder uitzicht. De beklimming en het vinden van de route waren iets lastiger dan beschreven in het gidsje, maar mijn comfort onderweg zorgt ervoor dat ik me meteen weer heerlijk gevorderd voel. Net zoals in de jaren dat ik twee maanden per zomer rondklom. Als je echt goed bij elkaar past, kun je die vriendschap blijkbaar ook na een pauze zo weer oppakken.

Steenslag Er was onderweg veel steenslag, vooral door het krimpen van het ooit grote sneeuwveld in de wand. Het herinnert me sterk aan eerdere steenslagervaringen, maar ook aan een van mijn onderzoeken een paar jaar terug, waar ik steenslag en ander gevaar relateerde aan opwarming van de Alpen. Het kostte me toen twee weken in de atoomkelder van de Universiteit van Zürich om klimgidsjes tot 150 jaar oud te lezen en de verandering in objectieve gevaren over die periode te karakteriseren voor een

In de atoomkelder las ik klimgidsjes van 150 jaar oud flink aantal routes in het Berner Oberland. Het lijkt me heerlijk om dat voor meer gebieden te doen, zoals de Silvretta – of laten doen door studenten. Is het ook hier structureel gevaarlijker geworden? En hoe kunnen we daar vervolgens samen beter mee omgaan? Ik laat een stroopwafel achter voor de mensen die na me komen en ga snel weer naar beneden om slecht weer te vermijden. Dat lukt prima: ik ben precies acht seconden voor het onweer met stortregen terug in het dal. Wel jammer dat het me twintig seconden kost om de autosleutel te vinden: ik word doornat. Gezien de slechte weersvoorspelling voor de rest van de week pas ik mijn programma aan en ga ik terug naar waar mijn bergliefde begon: het Ötztal.

HOOGTELIJN 5-2021 |

47


zo. Ik ren de rest van de weg als Bambi naar beneden, neusgaten wijd open. Ik houd hier nog steeds heel erg van!

Schrankogel (Stubai) Met iets betere voorspelling ga ik eindelijk op pad met klimvrienden. Vanuit Gries lopen we 2000 hoogtemeters omhoog naar de Schrankogel, in de Stubaier Alpen. De grappen van vroeger zijn nog steeds grappig, al worden ze afgewisseld met blessurenieuws en kinderupdates. Dat helpt vooral tijdens de lange puinhelling onder het echte geklauter bij de top – de tijd gaat sneller als je af en toe kunt lachen. Opnieuw een koude top, met de dreiging van slecht weer, en dus weinig foto’s.

Ideale plek voor onderzoek Peter Schoch in de steenslagzone op de Jungfrau Rottalgrat.

Het Sulzdal is een ideale plek voor bodemonderzoek Hahlkogel (Ötztal) In de paar ochtenduren dat er geen regen is voorspeld, loop ik naar de relatief lage Hahlkogel, in een mij onbekend deel van het Ötztal. Ik begin vroeg, diep in het dal, en ga dan van steil bos naar vlakkere alm. Rustig kauwende rotsen met oogjes kijken me aan alsof ik hier hoor, alsof ik verwacht werd. Een ouderwetse herder met vilten hoed komt me tegemoet, op weg om zijn koeien te controleren. Een groepje schapen klingelt mijn kant op en snuift mijn geur op. Geen herder. Of toch?

Vlak en breed De top heeft een enorm kruis en ik lijk wel recht mijn tent in te kijken, 1700 meter lager. Ook valt op dat de dalbodem ongebruikelijk vlak en breed is van Huben tot Winklen. De goed zichtbare reden daarvoor: een grote blokkade in het dal, tussen Winklen en Umhausen, waar inmiddels de Ötztaler Ache diep is ingesneden, maar die vroeger een groot meer moet hebben gevormd waarin de vlakke dalbodem is gevormd. (Later vertelt Google me dat de blokkade is gevormd door een instorting van de westelijke dalwand ter waarde van acht miljard kubieke meter rots, een paar duizend jaar geleden). Er zijn meer van dit soort instortingen in het Ötztal, met ongebruikelijk brede en vlakke valleibodems als resultaat – bijvoorbeeld bij Ötztal Bahnhof en bij Tumpen. Het is uiteindelijk allemaal te wijten aan het einde van de laatste ijstijd, toen de gigantische Alpenbedekkende gletsjers zich terugtrokken en steile bergwanden ongesteund achterlieten. De zon komt door als ik omlaag loop en meteen komt de opwarmende lucht ook omhoog uit het dal. Het is de lucht van mijn beginnerscursus, vol gras, bloemen, dennennaalden en zuurstof. Een lucht vol kracht en belofte. Dat was het lang geleden toen ik begon met klimmen en het voelt nog steeds

48 | HOOGTELIJN 5-2021

Maar ik ga niet naar beneden voordat ik een lange blik werp op de gletsjers die te zien zijn. Allemaal duidelijke voorbeelden van terugtrekkende gletsjers, waarbij dus nieuw land aan de lucht wordt blootgesteld. Een van mijn grootste interesses is om bij te dragen aan onze kennis over dat nieuwe zich ontwikkelende land, door middel van bodemonderzoek. Hier, in het Sulztal, zou een ideale plek zijn voor dergelijk onderzoek, omdat er diverse gletsjers terugtrekken in verschillende richtingen en we dus mogelijk de invloed van de terugtrekkingsrichting kunnen vaststellen. Ik maak snel een filmpje voor mijn onderzoeksgroep. Misschien kan ik hier komende zomer terugkomen met een paar studenten. Op weg omlaag is het grappenrepertoire gelukkig nog niet leeg, maar er vallen iets meer stiltes naarmate de vermoeidheid toeslaat. Dat maakt niet uit – als je elkaar zo goed kent, kun je ook samen stil zijn. Een hapje in de Ambergerhut zorgt voor de energie om ook het laatste stukje terug naar de auto te lopen. Het slechte weer blijft correct voorspeld, zodat ik er niet van schrik als ik later door dichte mist en regen naar het zuiden rijd. Omhoog naar de Lodnerhut in de Texelgruppe, boven chaotisch Merano, waar palmen en appelbomen concurreren met sparren en eiken, het Duits al een eeuw concurreert met het Italiaans en het verkeer afwisselend Dante en Goethe is.

Op mijn plek Na een tijdje lopen zit ik in dichte mist bij een bronnetje. Ik kauw rustig op mijn boterham met kaas, begeleid door het geklater dat weerkaatst in de mist en ben volstrekt gelukkig. Hier wint Goethe

Veel losse steen op de Gspaltenhorn, de dag voor de Jungfraubeklimming.


THEMA

WETENSCHAP

Geo.mor.fo.lo.gie (de; v)

1. (wetenschap) een aardkunde die is gericht op de bestudering van de vormen van het landschap en de processen die daarbij een rol spelen of hebben gespeeld.

Nog meer losse steen, te zien in het dal.

het van Dante. Ik weet niet hoever ik ben gekomen of hoever ik nog moet, maar ik weet dat ik hier op mijn plek ben en dat is genoeg. Volledig doorweekt en doorwaaid, maar met een brede lach bereik ik later de hut, veel te laat voor het eten dat men desondanks voor me heeft warmgehouden. In Italië gaat liefde door de maag, ook in de bergen. Dat lekkere eten met daarbij veel warme thee is genoeg om snel in slaap te vallen terwijl mijn kleren drogen.

Lazinser Rotelspitze (Texelgruppe) Als geowetenschapper wilde ik graag de marmeren Lodner beklimmen met zijn karakteristieke vlakke top, maar het weer laat dat niet toe. Een korter alternatief biedt de Lazinser Rotelspitze, met onderweg als bonus verse instortingen en hellingbewegingen die het wetenschapshart evengoed doen versnellen. De huttenwaard vertelt me later dat de tientallen puinstromen zijn gevormd tijdens flinke regenval aan het eind van vorige winter. Nog zo’n voorbeeld van hoe het klimaat (en verandering daarin) het landschap in de bergen sterk beïnvloedt. Gaan we toe naar kalere Alpen met minder bodems en begroeiing als instortingen vaker voorkomen? Een vraag waarop het antwoord niet nu al te meten is, maar waarvoor mijn team vaak computersimulaties gebruikt. Digitale Alpen die veranderen door de digitale eeuwen heen. Heerlijk werk!

Knipoog van de bergen Het graatpad naar de top is door de Bergstürze iets lastiger geworden, maar de mist verstopt de afgronden prima en voor ik het weet sta ik boven. En hier krijg ik een cadeautje van de Alpen: midden op de top is een mensgrote marmerader, eenzaam verstopt tussen donkerder metamorf gesteente. Een knipoog van de bergen, vandaag voor mij alleen, misschien als

cadeau voor het doorzetten in slecht weer. Bergliefde is duidelijk wederzijds en die paar decennia maken kennelijk niets uit!

Epiloog (Luxemburg) Op mijn weg terug om de oceaan weer over te steken naar mijn gezin, stop ik waar sommige van mijn vroegste familievakanties waren, in het plateaulandschap rond Echternach en Berdorf in Luxemburg. De prachtige zandsteenrotsen waar nu sportklimmers rondbungelen, waren voor mij de achtergrond van lange wandelingen, pauzes bij stroompjes of kloven en klimpartijen op steile trappen. Ik verbind zo veel mogelijk herinneringen met een hardloopje totdat de voeten beginnen te klagen.

Limiterende factor Wandelend is het bijna net zo mooi. Ik denk aan de duizenden jaren landschapsontwikkeling die dit landschap vormden. We bestuderen een vergelijkbaar landschap in de Verenigde Staten. Een grote vraag is wat de limiterende factor is: de kracht van de rotsblokken om ondermijning te weerstaan en instorting te voorkomen, of juist de snelheid waarmee eenmaal ingestorte miniblokken worden afgevoerd en de helling opnieuw wordt ondermijnd? Het zal de sportklimmers een zorg zijn, zolang het maar niet vandaag gebeurt, maar ik kan daar uren over mijmeren. Maar ik denk ook aan mijn eigen bergliefde. Misschien is het hier in Berdorf allemaal begonnen, zoals het voor iedereen ergens begint – dankzij ouders en grootouders, andere familie of vrienden. En misschien gaat het door zolang we het zelf weer doorgeven. Het gaat niet helemaal vanzelf, maar zodra het begonnen is, is het gelukkig heel moeilijk te stoppen!

Arnaud Temme op de top van de Monte Viso, waar de ‘ontgletsjering’ vrijwel compleet is.

Dr. Arnaud Temme werkt op het Department of Geography and Geospatial Sciences van de Kansas State University in de VS.

HOOGTELIJN 5-2021 |

49


Foto credits: Fjällräven - OutdoorXL is an official Fjällräven reseller


WELKOM BIJ OUTDOORXL Al ruim 15 jaar proberen we bij OutdoorXL dé winkel te zijn voor iedereen die er graag op uit trekt. Met de rugzak, fiets of gewoon dagelijks met de hond. Of de trip nu naar de bergen gaat, de fjorden, het einde van de wereld of gewoon bij jou om de hoek. Wij staan klaar om je op weg te helpen. Zeven dagen per week kan je in de winkel terecht. Ons deskundige team van meer dan 100 enthousiaste kampeerders, wandelaars, vakantiefietsers, klimmers, toerskiërs, lawineexperts, ski en snowboard leraren, suppers, kanoërs, voetexperts, globetrotters en natuurliefhebbers helpt je om de goede keuzes te maken in ons grote assortiment dat altijd op voorraad is. En dat proberen we zo duurzaam mogelijk te doen. De 660 zonnepanelen op ons eigen pand produceren al meer elektriciteit dan we in de winkel gebruiken. En in de winkel zoeken we zoveel mogelijk naar duurzame oplossingen. Je bent van harte welkom in Barendrecht, onder de rook van Rotterdam. Én natuurlijk op outdoorxl.nl Wij zijn OutdoorXL en we vinden het leuk je deze zomer eens te ontmoeten!

DE GROOTSTE OUTDOOR, TENTEN EN SKI COLLECTIE De outdoor- en ski specialist van Nederland - 8000m2 Tenten & outdoor - Aalborg 1 Barendrecht (naast IKEA)


markt & materiaal

TRAIL(RUN)SCHOENEN Je zag ze al bij langeafstandslopers, maar ziet ze nu ook steeds meer in de bergen: wandelaars op trailrunschoenen. Deze soort schoenen is veel lichter van gewicht dan de gemiddelde bergschoen, heeft vaak een hele goede grip en zit bijzonder comfortabel. De schoenen zijn gemaakt voor lange afstanden op ongebaand terrein. Pas wel op als je een wandeling maakt in oneffen, rotsachtig terrein. Zoek dan een schoen met stevig materiaal rond de voorvoet, zodat je tenen voldoende worden beschermd tegen stoten of ander ongemak. Tekst Femke Welvaart

Voor lange afstanden

De Dynafit Ultra 100 GTX is een waterdichte, comfortabele en stabiele lichtgewicht trailrunschoen die je voeten beschermt tijdens het lopen. Het model past mooi rond de voet, waardoor het bloed goed blijft circuleren en je voeten niet gaan zwellen. Met de demping in de middenzool heeft het merk zich gericht op lopers van lange afstanden. De schoen is voorzien van stretchmateriaal over de veters, waardoor water, steentjes of ander gruis niet in je schoen belanden. De Ultra 100 GTX weegt 330 gram.

€ 180 | Dynafit.com

2.0

La Sportiva had al de Ultra Raptor, maar komt nu met een 2.0-versie, de Ultra Raptor II Leather GTX, die is gemaakt voor wandelaars die lange afstanden op ongebaande paden lopen en een beetje vies weer of natte omstandigheden niet schuwen. De schoen is stevig, stabiel en waterdicht, hij ademt en heeft een zacht ‘kraagje’ bij de enkel dat voorkomt dat er steentjes of andere viezigheid in je schoen terechtkomen. De Ultra Raptor II weegt 420 gram en is verkrijgbaar in een ‘wide-fit’ voor brede voeten.

€ 179 | lasportiva.com

52 | HOOGTELIJN 5-2021

Solide

Wie liever op stevigere lage wandelschoen loopt, kan bij Hanwag terecht. Bij de ontwikkeling van de Banks Low GTX richtte het merk zich op maximaal wandelcomfort en betrouwbaar materiaal. Hierbij koos ze voor Gore-Tex en nubuck leer, een gripvaste zool van 100% gerecycled rubber, een PU (polyurethaan kunstleer) tussenzool, een fijne inlegzool en een extra soepele versteviging bij de hiel, waardoor de schoen goed dempt en de voet soepel afrolt. De tongconstructie laat je eenvoudig in de schoen glijden en vormt zich naar je voet. Deze schoen is geschikt voor tochten door het bos, in het middelgebergte en voor lange wandelingen. De Banks heeft een specifieke dames- en herenleest en is ook verkrijgbaar voor mensen met een hallux valgus (vergroeiing van de grote teen). De Banks Low GTX weegt 880 gram.

€ 189,95 | hanwag.com

Stootrand

De Meindl Lite Trail Lady GTX is een lichtgewicht en waterdichte wandelschoen, geschikt voor bergwandelingen. De torsiestijve zool geeft stabiliteit en de EVA-tussenzool geeft veel demping. De ver doorlopende stootrand beschermt je tenen in rotsachtig terrein. De Air-Active inlegzool is een losse binnenzool die veel vocht opneemt en die je er na je wandeling uit kunt halen om te laten drogen, of kunt vervangen door een steunzool. Doordat de veters ver doorlopen naar voren, kun je je voervoet goed stabiliseren. Met het extra veteroog kun je bovendien de hiel nog beter stabiliseren en fixeren. De schoen weegt 300 gram en is er ook voor heren en in grote maten verkrijgbaar.

€ 189,90 | meindl.de

Stevig en stabiel

De waterdichte herenschoen XA PRO 3D v8 GTX van Salomon is licht en soepel als een runningschoen, maar voelt voldoende stabiel en gripvast tijdens het wandelen. De lichtgewicht schoen is gemaakt van dun en zacht materiaal dat naast comfort toch ook de nodige bescherming biedt voor je tenen. De Contagrip zool houdt je op het pad, ook in natte en gladde omstandigheden. De XA PRO 3D v8 GTX weegt 370 gram.

€ 159,95 (€ 129,95 zonder Gore-Tex) | salomon.com


€ 160 | thenorthface.nl

Slijtvaste grip

Met de Trailfly Ultra G 300 Max van Inov-8 kun je lange afstanden lopen. In de zool is grafeen verwerkt, een zeer sterk, flexibel en ultradun materiaal. Waar lopers vaak moeten kiezen tussen een zachte zool met veel grip, of een hard rubberen zool met minder grip, krijgen ze dankzij dit grafeen een slijtvaste zool met veel grip. De schoen scoort hoog op pasvorm, demping en ademend vermogen en geeft de beste grip op paden en trails, meer dan op hard en rotsachtig terrein. De Trailfly Ultra weegt 300 gram.

€ 195 | inov-8.com

Bewolkt

De Cloudventureschoen van het Zwitserse merk On is al een paar jaar een begrip in de trailwereld. De technologie in de schoen, CloudTec, doet het goed op technische trails, steile beklimmingen en in rotsachtig terrein. Hiermee is de schoen zeker ook goed te gebruiken door wandelaars. De Cloudventure heeft een fijne demping en een zogenaamd ‘Speedboard’ dat het afwikkelen van de voet extra ondersteunt en de voet beschermt tegen rotsen en losse stenen. Het zogenaamde Missiongriprubber zorgt voor zeer goede grip op steile klimmetjes of afdalingen. De Cloudventure voor heren weegt 310 gram.

€ 159,95 | on-running.com

Schoenen testen op de Bergsportdag

Veel van deze schoenenmerken staan in februari op de Bergsportdag. Wil je ook eens zo’n schoen aan je voet voelen, of meer informatie inwinnen over de toepassingsmogelijkheden van de verschillende modellen, kom dan op 6 februari naar het NBC in Nieuwegein. Kijk voor meer informatie over het lezingen- en workshopprogramma en de aanwezige merken en standhouders op bergsportdag.nkbv.nl.

Hoka One One Anacapa Mid Gore-Tex

Dagwandeling op wolken In het trail(run)schoenensegment komt Hoka One One (spreek uit: Hooka Oonee Oonee) met de Anacapa, die er in een lage en hoge variant is. Met dit hoge model kun je de ‘run’ uit trail(run)schoenen halen en er ‘wandel’ voor in de plaats zetten. Ik testte deze trailwandelschoen tijdens een pittige meerdaagse huttentocht in de Franse Pyreneeën. Specificaties De Anacapa is waterdicht dankzij de nubuck leren delen (gecertificeerd door de Leather Working Group), een Gore-Tex voering en een tong die aan de schoen vastzit. De veterhaken zijn stevig en hebben geweldige grip, waardoor je je veters per deel van je voet losser of vaster kunt strikken. De schoen is deels gemaakt van gerecycled polyester, heeft een zachte en flexibele EVA tussenzool en is voorzien van een zogenaamde Late Stage Meta Rocker, wat een licht schommelend gevoel geeft bij het lopen, alsof je na de landing als vanzelf naar je voorvoelt rolt. Zie het als de onderkant van een schommelstoel (rocking chair). De schoen weegt 362 gram in maat 39 en heeft een Vibram Megagrip zool. Wat belooft het merk? Hoka belooft een lichtgewicht wandelschoen waarmee je soepel over de paden loopt. De stabiliteit wordt geclassificeerd als neutraal en de demping als ‘pluche’; super zacht dus. Worden de beloftes waargemaakt? Ondanks de afmeting, de enorme zool en het hoge model zijn de schoenen inderdaad licht van gewicht. Als je ze aantrekt, lijkt het alsof je in een sok schuift, wat een stabiel gevoel geeft. Echter, zoals aangegeven door Hoka, is het geen stabiele schoen,

Diepgang

De damesschoen Vectiv Futurelight Escape is een waterdichte en ademende wandelschoen van The North Face. De voetplaat is ultradun en daarmee heel licht van gewicht, en toch goed stabiel. In de tussenzool is rocker verwerkt, een lichte bolling, waardoor je een schommelend effect voelt dat ervoor zorgt dat het afwikkelen van de voet bijna als vanzelf gaat. In het bovenwerk heeft de schoen gesealde naden, dus geen vervelende randjes die kunnen schuren. De Vectiv Futurelight Escape weegt 272 gram.

Tekst en beeld Femke Welvaart

Geseald

mede door de slappe stof. Hij is daarmee wel extreem comfortabel. En de zool is een roze wolk. Het ‘rockende’ gevoel dat je krijgt door de lichte bolling onder de voet maakt dat je bijna als vanzelf loopt en de demping is fantastisch. En ook de beloofde megagrip is niet gelogen: in een afdaling met kleine rollende steentjes gleed ik niet weg en ook op natte rotsen hield ik grip. Wel is het nadeel van deze comfortabele schoenen de slappe stof: die biedt geen bescherming in rotsachtig terrein, waardoor je tenen, zeker in een steile afdaling, heel wat te verduren krijgen. Ik zou de schoen daarom aanraden voor dagwandelingen met niet te veel gewicht op de rug. De achter iets uitstekende zool tenslotte, zit niet in de weg, maar is wel even wennen in oneffen terrein. Je voeten zijn zo twee maten groter, wat je merkt bij korte treetjes. Conclusie Waarom wel: fantastisch comfortabel, waterdicht en licht van gewicht. Waarom niet: de tenen worden onvoldoende beschermd tijdens steile afdalingen in rotsachtig terrein. Eindconclusie: heerlijke schoenen voor lange wandelingen op gebaande paden.

€ 170 hokaoneone.com

HOOGTELIJN 5-2021 |

53


54 | HOOGTELIJN 5-2021


Leven op de toppen Alpinist Hans van der Meulen

van je kunnen

Zijn expeditiespullen liggen inmiddels in de verkoop, maar voormalig expeditieleider en alpinist Hans van der Meulen avonturiert nog steeds. Hij blikt terug op zijn leven op (weg naar) de hoogste toppen. “De dood ligt constant op de loer en daarom leef je volop.” Tekst Manon Stravens Beeld Zout Fotografie

“I

k ben al een half jaar bezig, maar de romp is bijna klaar. Zelf een boot bouwen is nog best ingewikkeld, ook als het een bouwpakket is.” Voormalig bergbeklimmer Hans van der Meulen (1953) moet iets te doen hebben, nu hij met pensioen is. Als hij niet aan het fietsen, varen of hardlopen is, bouwt hij aan zijn zeilroeiboot, in een ruimte naast zijn woning in Maarsbergen. Op tafel liggen de tekeningen uitgestald. “Ik ben wel een knutselaar.”

Besluit om te stoppen Drie jaar geleden zei Van der Meulen de zeven- en achtduizenders voorgoed vaarwel. Zijn vingers werkten niet meer mee. Hij heeft ze, net als al zijn tenen, weliswaar nog allemaal, maar ze zijn te vaak bevroren geweest. “De haarvaten zijn kapot, de doorbloeding gaat tot een centimeter onder het vingertopje. Ik voel veel minder. En,” wijzend naar zijn rechtermiddelvinger, “deze is pijnlijk. Als die nog een keer bevriest, moet ’ie eraf. En dat heb ik er niet voor over.” Het besluit te stoppen, viel een jaar na zijn laatste beklimming van de Khan Tengri in 2017, een zevenduizender op het drielandenpunt van Kirgizië, Tadzjikistan en China. Van der Meulen had er wel een paar nachten over moeten slapen, zo vertelt hij op zijn terras, waar we zitten met gevulde koeken en zelfgemaakte soda. De zon schijnt. Door het raam van zijn woning zie ik kasten vol boeken over filosofie, natuur, klimverhalen en multomappen met informatie, verslagen en krantenartikelen over zijn expedities en de reizen die hij organiseerde. Aan de muur hangen foto’s, uit zijn “glorieuze jaren”, aldus Hans. “De laatste beklimming was een keerpunt”, zegt hij. “Het ging allemaal niet zo gemakkelijk meer. Mijn vingers waren zo stijf en gevoelloos, dat ik een andere

klimmer moest vragen mijn tent open te ritsen. Ik was alleen en het was een crime om overeind te blijven op die berg.” De Khan Tengri was de afsluiting van een indrukwekkende klimcarrière die hij bijna veertig jaar geleden in de Alpen begon. Eigenlijk al als kind, dat dol was op boompje klimmen, geen hoogtevrees had en tijdens vakanties in Frankrijk elke berg op wilde rennen. “Ik moest erop, naar het hoogste punt.” Hij was al vroeg met allerlei sporten bezig; judo, atletiek, windsurfen, tennissen, skiën en nog veel meer. Als 19-jarige volgde hij zijn eerste basiscursus rots- en ijsklimmen in Oostenrijk. Later werd hij instructeur van van alles; van bergsport- en wildwaterinstructeur tot tennis- en skileraar. Toen een vriend begin jaren tachtig een berghut in de Franse Alpen kocht, in Les Fonts de Cervières, is hij die gaan verbouwen om er vervolgens jarenlang met zijn sledehonden te verblijven en onder meer toerlanglaufcursussen te geven.

Trots In de Alpen leerde hij de inmiddels overleden alpinist Ronald Naar kennen, die hem als assistent-expeditieleider meenam naar de Himalaya. Zo stond Hans in 1988 als eerste Nederlander op de top van de Gasherbrum II in Pakistan. En hij werd vaker ‘de eerste Nederlander’. Op de beruchte K2 in Pakistan in 1995 bijvoorbeeld, als beklimmer van de Shishapangma Central (8008 meter) en de Cho Oyu (8201 meter) in Tibet – tijdens één expeditie in 1998 en van nog eens twee zevenduizenders tijdens één expeditie in 2010. In 2002, na de beklimming van de Mount Everest zonder extra zuurstof – eveneens als eerste Nederlander – ontving Hans een lintje voor zijn klimprestaties. Hij is niet zonder trots. “Ik ben toch een van de beste expeditieklimmers die Nederland heeft voorgebracht.”

HOOGTELIJN 5-2021 |

55


Wie is Hans van der Meulen? 1988 1992 1995 1997 1998 1998 2000 2002 2010 2016 2017

Eerste Nederlander op de Gasherbrum II (Pakistan, 8035 meter). Eerste poging Mount Everest, vier bevroren vingers. Eerste Nederlander op de K2 (Pakistan, 8611 meter). Teamlid van het eerste Nederlandse team dat de geografische Noordpool op eigen kracht (2 bevoorradingen) weet te bereiken. Shishapangma Central (Tibet, 8008 meter) en Cho Oyu (grens Tibet en Nepal, 8201 meter) tijdens één expeditie. Start zijn onderneming Adventure Food. Tweede poging Mount Everest (expeditieleider). Eerste Nederlander op Mount Everest zonder extra zuurstof. Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Korshenevskaya (Tadzjikistan, 7105 meter) en de Ismail Samanipiek (Tadzjikistan, 7495 meter) tijdens één expeditie. Pik Lenin (Kirgizië, 7134 meter). Khan Tengri (Kirgizië, 7010 meter).

Overwinningen en tragedies De terugblik op zijn carrière op deze zonnige juniochtend in Maarsbergen luistert als een lange spannende thriller, met overwinningen en tragedies, ruzies en geluksmomenten op onvoorstelbare hoogten. Meermaals keek hij de dood in de ogen. Honderden meters meezwemmend in lawines in de Alpen en op de afdaling van de Mount Everest, toen hij in een gletsjerspleet viel en bijna bezweek van de uitputting (“Ik heb veel engeltjes om me heen”). In 1995 sleepten hij en Cas van de Gevel een bloedende Wilco van Rooijen, “dronken van de morfine”, van de steile hellingen van de K2. Wilco was door steenslag op hoofd en schouder levensgevaarlijk gewond geraakt.

‘Het is heel intensief, dat maakt het zo verslavend’ Hij zocht het ook op. “Het is het mooie van klimmen. Omdat de dood constant op de loer ligt, leef je ook volop. Je bent heel alert en je tart je angsten. Je mag geen fouten maken, leeft op de toppen van je kunnen. Het is heel intensief, dat maakt het zo verslavend. Het zijn ervaringen die je nooit meer vergeet.” En dan, droogjes: “Maar je moet het niet elke dag doen.” Zijn Everestbeklimming in 2002 kostte hem drie maanden herstel. “Heel veel bijeten en middagslaapjes doen. Ik was totaal uitgeput.”

Tegen extra zuurstof Van der Meulen staat bekend om zijn klimprestaties met zo min mogelijk hulp van dragers en zonder extra zuurstof. Hij heeft er, net als Reinhold Messner, de eerste man die alle achtduizenders zonder extra zuurstof beklom, vaak wat over gezegd. Na de eerste en mislukte poging tot het beklimmen van de Mount Everest in 1992 zwoer hij het gebruik van zuurstof af. “Het hele expeditieklimmen draait in wezen om het kunnen presteren in zeer ijle lucht. Het gebruik van zuurstofflessen zie ik als een vorm van doping. Tegenwoordig kun je met geld sherpa’s inhuren, die

56 | HOOGTELIJN 5-2021

de flessen voor je omhoog slepen. Commerciële bergsportorganisaties verdienen er goud geld aan. Zonder dat zou het een stuk rustiger worden in Nepal. Dan pas houd je de echte bergsporters over, die goed getraind zijn, luisteren naar hun lichaam en omkeren als de risico’s te groot worden.” Want de expedities zijn uitputtingsslagen van formaat. “Ik heb tijdens de Everestafdaling in 2002 doodsangsten uitgestaan. Wilco van Rooijen was boven kamp drie afgehaakt door allerlei tegenslagen. Ik besloot door te gaan. Maar mijn brander was stuk, lawines hadden alle touwen weggeslagen en sneeuw had gletsjerspleten toegedekt. Ik kon twee dagen geen sneeuw smelten en niet eten. Op die hoogtes heb je nauwelijks honger, maar ik ging kapot van de dorst. Ik was tien tot vijftien kilo kwijt en dan moet je met zo’n lijf naar beneden. Ik ben kruipend, vallend en glijdend afgedaald tot het basiskamp waar ik Wilco weer terugzag. We hebben het succes met de kok gevierd!”

Bewijs Aanvankelijk werd de beklimming “door een enkeling” betwist. Een pijnpunt. “Ik had geen bewijs, het was slecht weer en ik wilde, bang voor bevriezingen, mijn wanten niet uitdoen om een foto te maken. Ik had het ook niet goed voorbereid, want ik dacht met Wilco op de top te staan. Ik had natuurlijk iets mee moeten nemen om aan de vlaggetjes vast te binden ofzo.” Het heeft hem lang achtervolgd, ondanks vermelding in de Mount Everestannalen, gedaan door Elizabeth Hawley, de inmiddels overleden Amerikaanse journalist en expeditiechroniqueur, die elke Himalayabeklimming destijds als een Sherlock Holmes onderzocht. “Op dat moment was ik bezig met overleven, maar achteraf schaamde ik me diep. Temeer omdat ik altijd liep te verkondigen dat je je topbeklimmingen moet bewijzen. De meeste klimmers weten wel dat ik die expedities puur voor mezelf doe, maar zo’n topprestatie achteraf niet kunnen bewijzen, is een blunder.”

Drama in de sneeuw Hans haalt nog meer drama’s naar boven. Zoals de keer dat hij te veel risico nam, toerskiënd met een groep in lawinegevaarlijk terrein. “Een deelnemer kwam onder een lawine terecht en we vonden hem te laat. Na een poging tot mond-op-mondbeademing, waarbij mijn Groenlandse sledehond toekeek, skiede ik uiteindelijk met de groep naar beneden om hulp te halen. Achteraf bleek dat de hond aan het gezicht van het slachtoffer had zitten trekken, wat ik alleen kan verklaren door de mond-op-mondbeademing. Een afschuwelijk ongeluk met dramatische afloop, vooral voor de ouders. Ik ben direct naar Nederland gegaan om hen het verhaal te vertellen. Ik kon mijn zeer geliefde hond niets kwalijk nemen, maar uit respect voor de ouders besloot ik hem, in overleg met de dierenarts, toch te laten inslapen. Ik ben niet schuldig verklaard, maar zo voelde ik me natuurlijk wel. Met de ouders heb ik nog een aantal jaren contact gehad en de vader is een paar keer bij mij in de berghut geweest om te voelen waar zijn zoon de laatste dagen van zijn leven was. Het was traumatisch, ook voor mij. Ik heb ook op het punt gestaan om te stoppen met gidsen. Uiteindelijk ben ik verhuisd naar een berghut in een minder gevaarlijk dal, in Fontcouverte, om een nieuwe start te maken.”


‘Extra zuurstof zie ik als een vorm van doping’

Deze extreme en gevaarlijke sport in de ongerepte natuur was voor Hans een antwoord op sombere periodes. “Ik zit in de winter nog wel eens tegen een depressie aan en kan me behoorlijk alleen voelen. Dan vraag ik me af wat ik doe op de wereld.” Het leven heeft volgens hem “niet bijster veel zin, maar zo concreet en intensief bezig zijn, dat heeft waarde voor mij. Je leert jezelf kennen, levert een prestatie. Je bent gezond en fit en een beetje beroemd, want je komt op tv en in de krant. Dat geeft je ego een zetje.”

Geen spijt Maar die bezetenheid, zoals hij het zelf noemt, heeft ook zijn tol geëist. “Ik had graag vader willen worden. Ik had vaak vriendinnen, maar heb eigenlijk nooit de juiste ontmoet om een gezin mee te stichten.” Een huwelijk uit 1993 strandde. “We wilden kinderen en ik had gezegd dat ik voorlopig niet meer op expeditie zou gaan.” Totdat hij werd gebeld met de vraag of hij mee wilde op de eerste Nederlandse Noordpoolexpeditie. “Ik zei spontaan ja, zonder overleg. En toen had ik het verbruid.” De 70 dagen durende Noordpoolexpeditie in 1997 was een succes, maar het huwelijk ging uiteindelijk stuk. Hij was toen 47. Spijt heeft hij niet. “Het is nu eenmaal zo gelopen. Ik was fanatiek en het expeditieklimmen kwam op de eerste plaats. De expeditie

was geweldig, maar als ik het niet had gedaan, had ik misschien wel een gezin gehad. Dat mis ik nu toch wel. Je geeft niets door, het stopt bij jou.” Zijn fanatisme maakte ook dat Hans veel “noodgedwongen” solo klom. “Het mooiste is als je deze ervaringen met anderen kunt delen. Door mijn gedrevenheid heb ik veel niet kunnen delen, omdat ik nogal eens doorging als anderen afhaakten. Ik wilde de top halen, maar uiteindelijk doe ik dat liever met anderen.”

Sterke karakters Echte vriendschappen heeft hij niet overgehouden aan de bergen. “Je vindt elkaar in het klimmen, samen presteren en problemen oplossen. Niet om met elkaar op vakantie te gaan. Klimmers zijn eigengereide figuren. Het is best een kunst om met elkaar samen te leven op die berg, ook als het minder goed gaat. Het gaat namelijk vaak minder goed, er is altijd wel wat. Als een expeditie niet wil vlotten, of het weer slecht is, is het moeilijk om een goed humeur te behouden. Dan zijn het de sterke karakters die op 8000 meter nog een kop thee kunnen zetten voor de ander. Er zijn altijd klimmers die vooral voor zichzelf gaan.” Hoe ver gaat solidariteit op de berg? “In de gevarenzone, op 7000 meter, blijf je zoveel mogelijk bij elkaar, dat is min of meer de afspraak. Ik ga alleen door als ik zeker weet dat iemand veilig naar beneden kan.” Een gewonde medeklimmer naar beneden helpen, zoals Wilco met zijn schouderbreuk, “dat doe je gewoon.” Dit soort situaties leidde ook wel eens tot heibel, herinnert Hans zich. Tijdens de Everestexpeditie in 2002 stuitte het team met Ronald Naar als expeditieleider op een stervende Indiër. “Ik wilde de tent uitgaan om nog even zijn hand vast te houden, als

HOOGTELIJN 5-2021 |

57


Voorbereiding op jouw expeditie

expeditietraining

Heb jij plannen om op expeditie te gaan? Ga dan mee op deze mini-expeditie in de alpen ter voorbereiding op een expeditie naar denali, peak Lenin of een grote reus in de Himalaya. Bepakt en bezakt met al je materiaal in je rugzak en in je pulka vertrek je 5 dagen de bergen in. je leert hier met name de vaardigheden die je bij een beklimming in de alpen of bij een technisch of logistiek makkelijkere berg (zoals de elbrus of de aconcagua) niet nodig hebt of leert.

Meer weten over deze en andere reizen? KijK dan op

mountain-network.nL/traVeL

BOULDERHAL BEGINNEN? TOTAALOPLOSSING van ontwerp tot ingebruikname keuring

ZELFBOUW-SERVICE UNIEK! monteer zelf, bespaar kosten

3D ONTWERP | ENGINEERING | PRODUCTIE | TRANSPORT | MONTAGETEKENING | TECHNICAL SUPPORT | KEURING | CERTIFICERING EN 12572-2

INFO@KLIMWANDSPECIALIST.NL

TEL +31(0)43 450 60 04

WWW.KLIMWANDSPECIALIST.NL


een soort stervensbegeleiding. Ronald vond dat ik dat niet moest doen, het bracht onze eigen expeditie in gevaar meende hij. Daarover kregen we in ons tentje op 8000 meter flinke ruzie. Later had ik veel spijt dat ik niet toch ben gegaan.” Hij brak met Ronald Naar, na de K2-expeditie. “We hadden vaker ruzie, ik was het niet eens met de manier waarop hij met andere klimmers en dragers omging. En hij vond mij maar een koppige brombeer. Ronald had last van artrose en om hem te helpen met zijn zuurstofmasker heb ik tijdens onze Everestexpeditie in 1992 ’s morgens vroeg in de ijskoude wind op 8000 meter mijn wanten uitgedaan. Toen liep ik een serieuze eerstegraads bevriezing op.

‘Ronald vond mij maar een koppige brombeer’ Later beweerde hij tijdens een persconferentie dat ik de volgende keer maar betere wanten moest aantrekken. Dat kwam keihard aan natuurlijk, want ik had hem geholpen. Was hij dat vergeten?” Op de vraag wat de dood van Naar heeft betekend, laat hij een lange stilte vallen. “Het ontneemt me de kans om nog eens terug te komen op wat er is gebeurd, maar ik beschouw het nu maar als een afgesloten hoofdstuk.”

Hele gewone jongen Van Himalayareuzen beklimmen tot bootjes bouwen in Maarsbergen. Ook de bergen zijn nu een afgesloten hoofdstuk, al had Hans nog heel graag de Pobeda – pobeda betekent overwinning in het Russisch, dus de Overwinningspiek – getrotseerd. “Dan had ik de Snow Leopard Award als eerste Europeaan kunnen binnenhalen.” Dat is een Russische prijs voor degenen die de vijf Russische giganten hebben beklommen. Maar zijn expeditiespullen liggen in de verkoop, al ligt de zolder nog vol slaapzakken, rugzakken en andere kampeerspullen.

Verkoopt hij ze gesigneerd? “Neuh”, zegt hij droogjes. “Niemand kent mij hoor. Ik ben maar een hele gewone jongen, die aandacht vind ik niet zo belangrijk.” Anders dan Ronald Naar of Wilco van Rooijen, die al zijn tenen verloor, is er over Hans van der Meulen inderdaad maar weinig te vinden. Het bedrijfspand waar hij de gevriesdroogde maaltijden van Adventure Food van “niet te vreten” omtoverde tot smakelijk instant bergvoer, is onlangs verkocht. Er staan nog een paar fietsen, kano’s en aanhangers, aan de muur hangt een plaat van de machtige K2. Hij gaat verhuizen naar Drenthe, waar hij is geboren. Af en toe doet hij nog een huttentocht of een trekking. “Maar Nepal was de laatste keer. Al dat vliegen, dat moet minder.”

Tol “Ik word ook een dagje ouder”, lacht Hans. “Blessures blijven hangen, ik doe langer over hardlopen. Woog ik vroeger 75 kilo, nu nog maar 63. Ik ben al flink gekrompen en sta ook een beetje krom. Al die jaren hebben hun tol geëist.” Hij beweegt zich nog steeds het liefst voort op eigen kracht, op de fiets, in de kano, een zeilboot of met een tent. “Dat houdt me fit.” Hij maakt er filmpjes van voor op zijn YouTubekanaal. “Maar je grenzen opzoeken, de hoogte en ongerepte natuur, de echte winters, dat mis ik wel. Het zal wel slijten. Af en toe vlucht ik naar de Alpen.” Aan het einde van het gesprek komt hij nog even terug op Ronald Naar. “Ik heb ook veel aan hem gehad, vooral in de beginjaren. Hij heeft me – door me als assistent-expeditieleider naar de Gasherbrum II mee te nemen – een enorme kans gegeven.” Omdat Naar door een val moest worden geëvacueerd, werd Van der Meulen expeditieleider. “Ronald was vaak vrolijk, had gevoel voor humor en was altijd een enorm goeie organisator. Ik zat dan lekker duurloopjes op 3000 meter hoogte in Frankrijk te doen en was dus beter getraind. Maar we waren fysiek wel echt aan elkaar gewaagd.” Het is jammer hoe het uiteindelijk allemaal is gelopen, vindt hij. “Moet je voorstellen, we hebben samen op de K2 gestaan!”

HOOGTELIJN 5-2021 |

59


Huttentocht voor ouderen onder begeleiding van de NKBV

Fit & Vitaal

weer de bergen in Je bent 60+ en om allerlei redenen kwam het er niet meer van op stap te gaan, terwijl de liefde voor de bergen wel nog volop aanwezig is. Voor die groep ontwikkelde de NKBV het project Fit & Vitaal. Onder medische en fysieke begeleiding van de Medische Commissie en de Sectie 50 Plus kregen vijf zestigplussers de mogelijkheid gezamenlijk een huttentocht te maken in Zwitserland. Tekst Nanny van der Velden en Irene van Pelt Beeld Jaap Hart en Guusje van der Eijk

E

r was veel animo voor de Fit & Vitaal-tocht. Na een oproep in de septembereditie van Hoogtelijn in 2019 kwamen veel reacties binnen van zestigplussers die graag onder begeleiding weer fit werden voor een huttentocht in Zwitserland. Na een eerste selectie werden dertig leden in november 2019 uitgenodigd voor een bijeenkomst en wandeling in Buitenplaats Kameryck, waarna eind november twaalf mensen zijn geselecteerd. Door de pandemie is de uiteindelijke tocht met een jaar uitgesteld, maar afgelopen september is het dan eindelijk zover: Alexandra, Maria, Jaap, Irene en Nanny lopen van Lauterbrunnen naar

60 | HOOGTELIJN 5-2021

Kandersteg, onder begeleiding van tochtleiders Guusje en Pieter-Jan van der Eijk, fysiotherapeut Otto Laureijs en sportarts Dieke Kok.

Voorbereidingen Aan de start van het traject krijgen de deelnemers een medische keuring, een sportmedische keuring onder leiding van de Medische Commissie en ze ontvangen een trainingsschema op maat van personal trainer Jonas Föllmi. Na flink veel wandelen in de coronaperiode komen begin juli negen deelnemers bij elkaar


Klim naar de Lobhornhütte.

Teegelbeckers weet ons met wat extra overstappen een dag eerder in het Zwitserse Lauterbrunnen te krijgen. We zijn weer in de bergen! Heerlijk op het terras met wat eten en drinken in de frisse berglucht. Wat heb ik dat gemist. Wel is het voor veel deelnemers weer even wennen om op een slaapzaal te slapen. Dat is lang geleden! Maar na de eerste nacht mogen we op pad; het is onze inloopdag. Een groepje gaat naar de Trümmelbachfälle, de beroemde waterval die maar liefst 140 meter naar beneden stort, de andere groep gaat via Wengen naar de Kleine Scheidegg, waar je een magnifiek zicht hebt op de Eiger, Mönch en Jungfrau. Het is weer helemaal als vanouds: we staan vroeg op, genieten van het prachtige wandelweer, sluiten af op het terras en koken ‘s avonds voor elkaar, wat heel gezellig is en veel voordeliger dan dineren in een restaurant. Irene werpt zich op als de kok, Pieter-Jan, Guusje en Nanny zijn haar hulpjes en de rest wast af. Dan duiken we bijtijds onze bedden in, want morgen begint de huttentocht en we willen wel fit aan de start verschijnen.

Frisse start De afdaling van de Blüemlisalphutte naar Kandersteg.

om samen in de bossen van Zeist en Driebergen te wandelen, onder begeleiding van Otto Laureijs en Sander van der Plas, lid van de Medische Commissie. Een maand later wandelen zes deelnemers de N70 bij Nijmegen, een prachtige wandeling met veel stijgen en dalen. De bergen komen zo steeds dichterbij.

Veel overstappen Het is 5 september. Na alle uitstel zijn we onderweg! Een treinstaking van machinisten van de Deutsche Bahn dreigt nog even roet in het eten te gooien, maar Fit & Vitaal-projectleider Elmar

Als we in de ochtend klaar zijn voor vertrek checkt Pieter-Jan nog even of alle rugzakken goed op de rug zitten. Heel handig, want bij de meesten kan er nog wel een riempje strakker worden aangetrokken. Na het eerste stukje van Lauterbrunnen naar Isenfluh dat we met de bus doen, lopen we in een constante klim naar de Lobhornhütte op 1955 meter. Eerst door het bos, dan voorbij de boomgrens door de weitjes langs een kaasboerderij met mooie koeienbellen en kaasdoeken die er te drogen hangen. Na het mooie meertje Sulsseeli arriveren we om 14:00 uur bij de hut. Het eerste stuk zit erop! Dieke checkt meteen hoe het met ons gaat. Ze meet bij iedereen de saturatie, het zuurstofgehalte in het bloed, en onze hartslag. We doen het goed.

Tochtvoorbereiding De Lobhornhütte is een kleine, knusse hut met een apart slaapgebouwtje waar we slapen in twee ruimtes. Buiten zijn er twee

HOOGTELIJN 5-2021 |

61


Foto Nanny van der Velden

Irene en Jaap bestuderen de route voor de volgende dag.

Afdaling van de Sefinenfurgge naar Griesalp in de regen.

kraantjes met ijskoud water en een spiegel. Iets hoger staat een klein houten huisje, het toilet, ofwel een gat naar beneden. In de avond maakt een Nepalese kok een lekkere curry voor ons klaar. Het uitzicht is fenomenaal en het Abendglühen is sprookjesachtig. Ronduit genieten dus, maar er moet ook huiswerk worden gemaakt: we krijgen uitleg hoe we de tocht van morgen moeten voorbereiden. We leren hoe je de kaart leest, hoe je kunt berekenen hoelang je over de tocht doet en wat je onderweg tegenkomt. Irene en Jaap zijn morgen de tochtleiders en hebben zich er goed op voorbereid.

Langste dag Om 7 uur is alles ingepakt. Er wacht een heerlijk ontbijt en een uur later staat iedereen al buiten voor Otto’s warming-up. Het wordt de langste wandeldag vandaag, van de Lobhornhütte via de lagergelegen kaasboerderij naar Grütschalp. Daar nemen we het treintje naar Mürren, over een smalspoorbaan met een lengte van iets meer dan vier kilometer. We lunchen in dit traditionele en autovrije bergdorp op 1650 meter. Het is heerlijk uitrusten op een terras in het zonnetje met uitzicht op de Eiger, Mönch en Jungfrau. Wat een genot om weer in de bergen te zijn.

Dieke meet bij iedereen de saturatie en de hartslag Na de lunch lopen we verder richting de Rotstockhütte. Eerst door het dorp en dan volgt een stuk steil omhoog, door het bos en via een zigzagpaadje. Een mooi moment voor Dieke om boven aan de klim weer onze saturatie en hartslag te meten.

IJsregen Vandaag is er slecht weer voorspeld, maar zoals altijd in de bergen weten we niet precies waar en wanneer. Het antwoord krijgen we boven op de Sefinenfurgge (2612 meter) waar ijsregen, mist, harde wind en lage temperaturen ons toch nog overvallen. Met dit weer en een lastig deel voor de boeg besluiten we 1100 meter af te dalen richting Griesalp. Daar houdt de regen op en komt de zon weer tevoorschijn. Tijd voor rust en lunch. Uiteindelijk komen we bij Pension Golderli in Reichenbach im Kandertal, waar we mogen overnachten. In het lager onderin het pension zijn tien slaapplaatsen en een heerlijke douche. De schoenen kunnen drogen en er is plaats om alle natte spullen uit te hangen. Een ongeplande nacht in een gezellig pension met ’s avonds een heerlijk diner. Pieter-Jan vertelt over de weersvoorspellingen en we bereiden de tocht van morgen voor, waar we de oorspronkelijke route weer oppakken.

Helmen op Na een fantastisch uitgebreid ontbijtbuffet wordt de groep in tweeën gesplitst om naar de Blüemlisalphütte te gaan, op 2840 meter. Groep 1 neemt de eerste 500 hoogtemeters een taxi en loopt voorop. De tweede groep klimt ruim 1400 meter in het druilerige weer. Op de kruising waar we onze oorspronkelijke route oppikken, komen we alle kinderen van de Steinerschool weer tegen, het is een gezellig weerzien. De laatste 300 hoogtemeters gaan de helmen op tegen vallende stenen. In de hut ontmoeten we onze tochtgenoten van groep 1,

Na nog een laatste stuk over een prima pad door rotsachtig gebied, het is een stukje van de Via Alpina, komen we na negen uur wandelen en pauzeren bij de Rotstockhütte aan, op 2040 meter. De hut zit mudjevol, onder anderen met een schoolklas van 11-jarige leerlingen van een Rudolf Steinerschool uit Bern en hun begeleiders. Wat een geweldige manier om het schooljaar te beginnen! Na wat gesprekken komen we erachter dat ze de komende dagen dezelfde route lopen en in dezelfde hutten slapen als wij. Help! Wat volgt is een onrustige nacht waarin het lijkt alsof alle 45 mensen die in de hut verblijven die nacht naar het toilet moeten. Het is warm, maar er mag maar één raampje open – een groep Fransen wil verder alles dicht. Ook dat is het leven op een slaapzaal in de hut. Je zou het bijna vergeten.

62 | HOOGTELIJN 5-2021

Sportarts Dieke Kok doet diverse metingen tijdens de tocht.


Onderzoeksresultaten

Dieke Kok, begeleider en lid van de Medische Commissie en werkzaam als sportarts in het Alrijne Ziekenhuis Leiderdorp, deed voor en tijdens de tocht diverse metingen bij de deelnemers. “Een aantal deelnemers deed een zeer lange inlooptocht, met een lange daling. Voor sommigen was dit iets te vroeg pieken. Dag 4 was de langste klim met 1400 hoogtemeters. Twee deelnemers namen een taxi voor de eerste 400 meter, omdat deze stijging hen conditioneel mogelijk te veel zou worden. De hele groep haalde de Blüemlisalphütte op 2840 meter. Ik controleerde onderweg, direct na een steil traject van 300 hoogtemeters, de saturatie op 1900 en 2700 meter. Deze was bij iedereen adequaat. De

hartslag bepaalde ik ook met pulse oxymetrie en deze was bij vier deelnemers onder het omslagpunt ‘verzuringsdrempel’ en bij één erboven. Die liep dus in de verzuring tijdens de wat langere klim. Het omslagpunt is het moment dat aerobe inspanning overgaat in anaerobe inspanning. Dit had ik voorafgaand aan de tocht op zeeniveau gemeten, met een inspanningstest met ademgasanalyse en inspannings-ECG. Dag 5 had een afdaling van 1200 meter, wat conditioneel voor iedereen goed te doen was.”

Metingen na thuiskomst

Direct na terugkomst in Nederland testte Dieke drie van de vijf deelnemers op zeeniveau op de polikliniek

de chagrijnige Fransen zijn er ook weer en de Steinerschool heeft gelukkig een eigen Stube. De hut is bomvol met ons, luidruchtige Nederlanders, de Zwitserse kinderen, de Fransen en nog wat los gezelschap. Het eten is niet best en de slaapzaal krap. Ach ja, ook dat heb je in de bergen.

Nazomers Ochtend in de Blüemlisalphütte. Het heeft vrijwel de hele nacht geregend en de ochtend begint met dichte mist. De Steinerklas staat al om half acht klaar voor vertrek, maar wij schuiven nog even aan voor een lekker stevig ontbijt. Het plan om nog een stukje te klimmen om van het uitzicht te genieten, laten we varen. Het weer is er niet naar en de stemming over het algemeen ook niet. Er wacht een laatste dag die lang genoeg is met een daling van 1200 of 1700 meter, afhankelijk van of we de kabelbaan nemen of helemaal naar beneden lopen. We beginnen voor de laatste keer met de ochtendgymnastiek van Otto, een kort programma met dynamische oefeningen om onze spieren op te warmen. Belangrijkste les: ‘shine up’ om mooi rechtop te blijven. We zijn nog niet vertrokken, stipt om acht uur zoals elke dag, of de zon breekt door en de laatste dag wordt een prachtige nazomerse dag met volop zon. The shine is up! Eerst lopen we een puinhelling af en daarna een mooi bergpad met volop tegenliggers die dagtochten maken vanuit Kandersteg en deels met de kabelbaan omhoog komen. We maken ineens deel uit van een enorm toeristisch gebeuren. Er is een route bovenlangs en een route onder langs de Oeschinensee. Wij kiezen voor de route bovenlangs met prachtige uitzichten. Via makkelijke wandelpaden komt het eindpunt in zicht, de gondel naar Kandersteg. Daar blijkt dat niemand nog zin heeft om de laatste 500 meter via een saaie geasfalteerde weg naar beneden te lopen, dus nemen we de gondel. Beneden wacht een zonovergoten terras, koel bier en fris, warme douches en zowel de voldoening dat we het gehaald hebben als het feit dat het voorbij is. We zijn allemaal met onze eigen verwachtingen aan deze reis begonnen en die zijn (deels) uitgekomen.

Warming-up voor vertrek bij de Blüemlisalphütte. Sportgeneeskunde door middel van een inspanningstest met ademgasanalyse en inspannings-ECG. “Ze hadden allemaal een minder hoge hartslag bij het bereikte maximale wattage. Dit wijst op enige toename van de fitheid. Bij twee deelnemers was het maximale wattage niet toegenomen, maar trad de verzuring wel later op. Bij één deelnemer was de wattage toegenomen en kwam de verzuring later.” Ze concludeert: “Terugkijkend was de inspanningstest en de vooraf vastgestelde conditie bij

alle deelnemers voldoende voor een niet te zware of te lange huttentocht. Het wattage vooraf was tussen de 2 en 3 Watt per kilogram lichaamsgewicht. De toename in het inspanningsvermogen was niet noemenswaardig, ondanks een redelijk intensieve voorbereiding. Wel was de duurconditie wat verbeterd. Dit bleek uit de gemeten hartslag bij de test bij terugkomst. Op gematigde hoogte (tussen 1900 en 2700 meter) hadden alle deelnemers een fraaie saturatie na inspanning.”

Geluk en pech Terugkijkend kunnen we ieder voor zich bedenken of deze tocht een nostalgisch verlangen of reëel perspectief was. We hebben geluk en pech meegemaakt. Eén van de deelnemers maakte een lelijke smak en werd opgelapt door Dieke. We hebben het moeilijk gehad en makkelijk aangekund. Het was een achtbaan waar we veel voor moesten trainen en het bleef theorie tot we eraan begonnen. Op de laatste avond in het Rendez Vous Hostel in Kandersteg maakten we de balans op. De liefde voor de bergen dreef ons om aan de Fit & Vitaal-huttentocht deel te nemen en die liefde blijft ons binden. Of en hoe we hierna de bergen ingaan, is voor iedereen verschillend. Maar dat we allemaal plannen hebben om dit te vervolgen, is overduidelijk.

Na de ijsregen wandelen we het laatste stuk naar Griesalp in de zon.

Fit & Vitaal en de Bergsportdag

Ben je 60+, zoek je tochtgenoten en heb je zin gekregen om ook zo’n tocht te maken? In 2022 gaat de NKBV opnieuw met een Fit & Vitaal-tocht voor zestigplussers de bergen in. Kijk voor meer informatie op bergsportreizen.nl en kom op 6 februari 2022 naar de Bergsportdag in het NBC Nieuwegein, waar de Medische Commissie een lezing geeft over Fit & Vitaal.

HOOGTELIJN 5-2021 |

63


64 | HOOGTELIJN 5-2021


Iconen van Europa: Drei Zinnen

Geologisch wonder in de Dolomieten De Drei Zinnen zijn misschien wel het grootste geologische wonder van de Dolomieten. De drie kolossale rotstorens reiken tot bijna drieduizend meter hoog en zijn door de eeuwen heen uitgegroeid tot het icoon van de toeristenindustrie in de Dolomieten. Tekst en beeld Martin Fickweiler

De zuidkant van de Drei Zinnen, met van links naar rechts de Westliche (2973 meter), de Grosse (2999 meter) en de Kleine Zinne (2856 meter) HOOGTELIJN 5-2021 |

65


De normaalroute op de Kleine Zinne (2856 meter) traverseert door steil terrein en is zonder twijfel de mooiste van de drie.

Dolomietenkoning

Halverwege de negentiende eeuw zag de familie Innerkofler uit Sexten dat de schoonheid van de Drei Zinnen door steeds meer mensen werd gezien. Ze pasten hun werkzaamheden aan en stimuleerden het bergtoerisme in de regio door het uitbaten van de Drei Zinnen Hütte en het bouwen van hotels zoals de Dolomitenhof. Ook gidsten leden van de familie steeds meer toeristen naar de indrukwekkende bergen met hun moeilijk bereikbare toppen. Maar als klimmer en als gids werd eer en aanzien in die tijd vooral verworven door als eerste op een onbeklommen bergtop te staan.

Door de succesvolle beklimming in 1869 en door de voltooiing van de Val Pusteria treinbaan in 1871 wordt het steeds drukker in de Sextener Dolomieten. Toch zal het, tot op de dag precies tien jaar duren voordat de Westliche Zinne wordt beklommen. Tijdens een poging in augustus 1879 klimt Gustav Gröger met de Italiaanse gids Luigi Orsolina in dichte mist tot hoog op de Westliche Zinne. Door het slechte zicht denkt het tweetal op de top te zijn en bouwt daar een steenman. Maar als enkele dagen later, op 21 augustus 1879, berggids Michael Innerkofler met zijn klant Georg Plonder de werkelijke top van de Westliche Zinne beklimt, ontdekken zij de fout van hun voorgangers en strijken met de eer van de eerste beklimming. Dankzij deze en vele andere beklimmingen die hij op zijn naam zet, wordt Michael Innerkofler al snel de meest gevraagde gids van Sexten en krijgt hij de bijnaam Dolomietenkoning.

Paul Grohmann

Kleine duivel

De Drei Zinnen bestaan uit drie hoofdtoppen: de Kleine Zinne (2856 meter), de Grosse Zinne (2999 meter) en de Westliche Zinne (2973 meter). De Grosse Zinne had als hoogste top van het drietal als eerste de aandacht van de vroege pioniers. De initiatiefnemer van de eerste succesvolle beklimming was Paul Grohmann, een Oostenrijkse alpinist die ook veel andere bergen

De Kleine Zinne is de laagste van het beroemde trio, maar de slanke toren is aan alle kanten steil en geldt als moeilijkste om te beklimmen. Lang werd de Kleine Zinne zelfs als onbeklimbaar gezien. Als de vooraanstaande alpinist Emil Zsigmondy in 1879 bij de Dolomietenkoning te rade gaat en vraagt naar de kans om op de top van de Kleine Zinne te staan, antwoordt deze kortaf dat het alleen mogelijk is als je vleugels hebt. Toch duurt het slechts twee jaar voordat de Dolomietenkoning samen met zijn broer Johann Jakob (Hans) Innerkofler als eerste de top van de Kleine Zinne beklimt. Hans is het ongemanierde en dranklustige buitenbeentje van de familie. Tijdens het gidsen slaat hij grove taal uit naar zijn klanten en soms deelt hij zelfs een klap uit. Toch is hij ondanks zijn slechte manieren en Boheemse levensstijl zonder twijfel de beste klimmer van de familie. Zijn bijnaam Gemzenman is even eervol als vreemd te noemen.

H

als bewijs bouwen de drie klimmers een steenman op het hoogste punt in de Oost-Alpen en de Dolomieten als eerste beklom. Samen met zijn trouwe gidsen Franz Innerkofler en Peter Salcher vertrekt Grohmann met paard en wagen vanuit de Rienztalvallei om uiteindelijk te voet de berg te bereiken. Na een comfortabele nacht in het stro van een herdershut is het drietal de volgende dag alweer vroeg op pad. Door een eerdere verkenningstocht weten ze precies waar ze aan de klim willen beginnen. Na anderhalf uur lopen bereiken ze de kloof tussen de Grosse en de Kleine Zinne. Op de plek waar het wandelen overgaat in klimmen, wisselt Grohmann zijn bergschoenen met spijkerzolen om voor lichte, soepele schoenen die hij speciaal voor de gelegenheid heeft laten maken.

Een belangrijke berg Terwijl Grohmann de klim voortzet op zijn speciale klimschoenen gaan de gidsen Innerkofler en Salcher verder op hun wollen sokken. Franz Innerkofler neemt hierbij het voortouw en leidt de touwgroep op een veilige en snelle manier door het vaak

66 | HOOGTELIJN 5-2021

onoverzichtelijke terrein van de zuidwand. Rond het middaguur op 21 augustus 1869 bereikt het drietal als eersten de top van de Grosse Zinne. De hele klim blijkt minder moeilijk dan gedacht en slechts enkele passages worden kort beschreven in Grohmanns boek Wanderungen in die Dolomiten. Als bewijs van hun prestatie bouwen de drie klimmers een steenman op het hoogste punt. In de film Die Grosse Zinne van Reinhold Messner spreekt Grohmann vanaf de top treffende woorden tot zijn kameraden: “Het is niet de hoogste, maar wel de belangrijkste berg die ik ooit heb beklommen!”

Michael Innerkofler plant de klim met zijn broer en op 25 juli 1881 slagen de Dolomietenkoning en de Gemzenman erin om als eersten de top van de Kleine Zinne te bereiken. De beklimming krijgt een waardering IV en wordt gezien als de moeilijkste beklimming van dat moment. Eenmaal terug in het dal doet Michael het woord en spreekt tot zijn publiek: “Het is onmogelijk dat er wildere bergen bestaan dan die kleine berg. De Kleine Zinne is een duivel!”

Parkeerplaats XL Na een lange autorit van ruim duizend kilometer zit ik plotseling weer op het puntje van mijn stoel. Het laatste deel van onze route gaat over de Drei Zinnen Strasse richting de Auronzo Hütte (2330 meter). Het uitzicht op de zuidkant van de Westliche en Grosse Zinne is indrukwekkend en ik kan niet wachten tot we op


Delen van de route worden aangeduid als gehen, dit zijn stukken waar je ‘gewoon’ kunt wandelen.

ons eindpunt zijn en buiten de auto de frisse berglucht in kunnen ademen. Zodra we de laatste bochten tot de parkeerplaats nemen, lukt het me niet meer om mijn blik op de bergen te houden. Na mijn laatste bezoek aan deze kant van de Drei Zinnen, zo’n twintig jaar geleden, was deze parkeerplaats in mijn herinnering blijven hangen als een mooie, haast idyllische plek. In twintig jaar tijd is er veel veranderd. Over honderden meters is de berghelling afgegraven om zo op vier verschillende niveaus vlakke stukken te creëren waarop honderden auto’s kunnen staan. Het onderste niveau heeft het beste uitzicht en staat reeds vol met campers. Op de andere niveaus staan verspreid nog enkele auto’s. In lichte shock parkeren wij op een plek waar we nog net een klein stukje vlak gras vinden voor onze tent.

Alpiene omgeving De volgende ochtend word ik gewekt door een knarsend geluid van autobanden op de onverharde ondergrond naast de tent. Nog wat slaperig door een eerste nacht ‘op hoogte’ maak ik onder een heldere hemel koffie. Auto na auto komt naar boven gereden en tot mijn grote verbazing zie ik dat het grote aanbod aan parkeerplaatsen vandaag nog nodig gaat zijn ook! We drinken snel onze koffie en nemen de rest van ons ontbijt mee in de hand. De reeds gepakte rugzakken snoeren we op de rug en zo verdwijnen we snel richting de berg. De aanlooproute naar de Westliche Zinne begint vanaf de bovenste parkeerplaatsen als een duidelijk paadje dat in een strakke lijn

Vanaf de top van de Kleine Zinne (2856 meter) is het mogelijk om met acht abseils weer beneden in de kloof tussen de Grosse en Kleine Zinne te komen.

om de onderzijde van de berg draait. Vervolgens moeten we een puinveld trotseren om uiteindelijk in een kloof tussen de Westliche en Grosse Zinne verder omhoog te klimmen. Door een uitzonderlijk sneeuwrijke periode zijn de kloof en de eerste twee touwlengtes van de route voorzien van een dik pak harde sneeuw. Het lukt ons om grote delen langs de afgesleten rotsen naast de sneeuw te klimmen. Maar één ding wordt duidelijk: op de rest van onze klimdagen gaat de pickel mee.

Enigen op de top De Westliche Zinne is vooral beroemd om zijn sterk overhangende noordwand, waar een aantal opzienbarende routes doorheen lopen. De normaalroute uit 1879 aan de zuidkant van de berg heeft een moeilijkheidsgraad III+ en is een leuke tocht. Om de route veilig te klimmen, moet je wel voldoende ervaring hebben met alpiene touwtechnieken. Delen van de route worden in de beschrijving aangeduid als gehen, dit zijn stukken waar je ‘gewoon’ kunt wandelen. Maar omdat het terrein steeds wisselt tussen gehen, klauteren en klimmen is het belangrijk om even zo vaak te wisselen tussen de verschillende touwtechnieken. Het vinden van de juiste route is niet moeilijk, omdat deze klim ook als afdaalroute wordt gebruikt en op cruciale plekken is voorzien van (vage) oranje verfstrepen. Het is prachtig weer en het verbaast me dat we de hele dag niemand anders in de route tegenkomen. Ik vraag me af waar al die andere klimmers zijn. Vanaf de top wordt het me duidelijk: hoewel het met de Westliche Zinne maar weinig scheelt, is de Grosse Zinne de hoogste berg van het drietal en dus het ultieme doel voor het gros van de klimmers. Terwijl het op de Grosse Zinne druk is, zitten Yves en ik samen op de top te genieten van het schitterende uitzicht en de rust. We weten allebei dat morgen de Grosse aan de beurt is en dat belooft met zo veel andere klimmers een hele andere dag te worden.

Gemoedelijke sfeer De volgende dag lopen we al vroeg met de pickel in de hand het sneeuwveld tussen de Grosse en Kleine Zinne omhoog. Tenminste één touwgroep is al begonnen in de route en vier klimmers staan zich onderaan voor te bereiden. Onder ons komen nog eens vier klimmers omhooggelopen, daarachter lijkt het pad voorlopig leeg. De weersvoorspelling ziet er voor de hele dag gunstig uit en omdat we er weinig voor voelen om tussen iedereen in te klimmen nemen wij voorlopig plaats op een klein plateau met uitzicht op de route. Op de meegebrachte brander maken we koffie en pas wanneer de onderste tweehonderd meter van de

HOOGTELIJN 5-2021 |

67


Specialist in Bergsport Verzekeringen Voor meer informatie: Koninklijke NKBV te Woerden

www.hienfeld.nl +31 (0)20 - 5 469 469 info@hienfeld.nl

ERGONOMIC PROTECTION ENHANCED CUSHONING DOUBLE HEEL™ CONSTRUCTION VIBRAM SPRINGLUG TECH

SHOP NOW ON WWW.LASPORTIVA.COM


Op de top van Grosse Zinne (2999 meter) vliegen geconditioneerde alpenkraaien af en aan om te zien of er nog wat voedsel achterblijft.

route leeg is, beginnen we aan de klim. Het onderste stuk is eenvoudig en klimmen we zonder touw. Hogerop, vlak onder de ringband, komen we de klimmers tegen die we aan het begin van de ochtend een ruime voorsprong hadden gegeven. Dit gedeelte van de klim is het moeilijkst en zorgt voor de nodige vertraging. Toch is de sfeer gemoedelijk en probeert iedereen elkaar te helpen. Ook de gidsen zijn aardig en moedigen hun klanten aan door ze rustig te laten klimmen en te zeggen dat ze de hele dag tot hun beschikking staan. Het is druk op de top, maar iedereen is vrolijk en blij met het behaalde succes. Topfoto’s worden gemaakt en geconditioneerde alpenkraaien vliegen af en aan om te zien of er nog ergens wat voedsel achterblijft. Tijdens de afdaling zien we dat er nog meer mensen omhoog komen. Het zal nog lang druk blijven op deze felbegeerde Dolomietentop.

Werelderfgoed Een heel ander tafereel treffen we op de Kleine Zinne. We ontmoeten daar slechts één gids met twee klanten, verder is er niemand. De route is in veel opzichten mooier en indrukwekkender dan de

normaalroutes op de Grosse en Westliche Zinne. Zo is er nauwelijks terrein waar je moet gehen en zijn er veel mooie klimpassages op solide rots. De route traverseert door steil terrein en vanaf de top is het mogelijk om met acht abseils weer beneden in de kloof tussen de Grosse en Kleine Zinne te komen. Het uitzicht vanaf de top is wel minder indrukwekkend, vergeleken met dat van de andere twee torens, maar de beperkte ruimte geeft duidelijk het gevoel op een spitse berg te staan. Aan het begin van de middag bereiken we weer de Auronzo Hütte. De gigantische parkeerplaats is volledig gevuld met auto’s. Op het brede pad richting de Paternsattel (2454 meter) is het filelopen, honderden mensen zijn onderweg om naar de indrukwekkende noordwanden te kijken. De Drei Zinnen behoren sinds 2009 tot het Unesco Werelderfgoed en blijkbaar koesteren veel mensen de wens dit geologische wonder eens met eigen ogen te zien. Mijn gedachten gaan uit naar de Innerkoflers uit de negentiende eeuw. Nooit hebben zij kunnen vermoeden dat de toeristische groei waaraan hun acties ten grondslag lagen, zich zo exponentieel zou ontwikkelen. De Drei Zinnen zijn ondertussen wereldberoemd en dat is niet zonder reden!

Beklimming van de Drei Zinnen Reis

Met de auto is het vanaf Utrecht 1000 kilometer rijden naar de Auronzo Hütte (2330 meter).

Seizoen

Het beste seizoen voor het beklimmen van de zuidwanden van de Drei Zinnen is van mei tot en met september. Vroeg in het seizoen kan er tijdens de aanloop en afdaling nog sneeuw liggen.

Accommodatie

Overnachten kan in de Auronzo Hütte of op de parkeerplaats.

Informatie

Veel kun je online vinden als je op zoek gaat naar de normaalroutes

van de Drei Zinnen. Bijvoorbeeld op bergsteigen.com. Een topo met bijbehorende app is Klettern im leichten Fels van uitgeverij Alpinverlag. ISBN 978-3-902656292. Kaart: Kompass wandelkaart 047, Naturpark Drei Zinnen. ISBN 978-3-990442753.

Inspiratie

Bekijk de foto’s van Martin Fickweiler op Instagram: @martinfickweiler, ‘Stories of my life’. Martin Fickweiler wordt in de serie Iconen van Europa gesponsord door Rab, Edelweiss en Tonke Campers.

Klimmers op de top van de Grosse Zinne (2999 meter), de normaalroute komt via de achterkant boven.

HOOGTELIJN 5-2021 |

69


klimmen bij de buren

In de serie Klimmen bij de Buren laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer rijden van Utrecht.

Rocher des Béguines • Aantal routes/maximale lengte: 22/20 meter. • Klimstijl/steilte: 75-90°. • Niveau routes: 5 tot 7a+. • Gesteente: kalksteen. • Expositie: west. • Beste jaargetijde: voorjaar, zomer en herfst. • OV: 1,9 km van station Lustin. • Dit is een NKBV klimjaarkaartgebied.

er ongeveer 1000 mensuren aan noeste arbeid in investeerde om het gebied toegankelijk te krijgen en de routes in te richten.

Aanraders De Rocher des Béguines is een klein rotsmassief met 25 routes en varianten die maximaal 20 meter hoog zijn. Omdat het massief op het westen ligt, op een helling in het bos, blijft het er op zomerdagen in de ochtend aangenaam koel. De rots van dit massief kent weinig natuurlijke lijnen en in de meeste routes moet je flink zoeken naar grepen en treden. Omdat de routes vooralsnog relatief weinig beklommen zijn, zal er af en toe nog een greep of tree kunnen uitbreken. Het is daarom opletten tijdens het klimmen en zekeren. De moeilijkheidswaardering van de routes is vrij streng en het ligt zeker niet (alleen) aan je niveau van de dag als je een route niet doorkomt. Tel gerust een plusje of hele (letter)graad op bij de moeilijkheidswaardering in de topo.

Rocher des Béguines

Nieuw klimgebied Komend jaar worden twee nieuwe gebieden aan de klimjaarkaartregeling toegevoegd, een daarvan is Rocher des Béguines. Dit door de Vlaamse KBF volledig nieuw ingerichte klimgebied ligt in een rustig zijdal van de Maas tussen Dave en Yvoir in. Het andere gebied is Chokier, een door de Waalse CAB ingerichte steengroeve ten westen van Luik. Chokier laten we je in de volgende Hoogtelijn zien. Tekst Harald Swen en Florian van Olden Beeld Harald Swen

A

ls je ook van wandelen houdt, ken je misschien wel de gemeente Profondeville, geliefd vanwege de talrijke uitzichtpunten over de Maasvallei, waar je ook zicht hebt op mooie rotsmassieven.

70 | HOOGTELIJN 5-2021

Tot voor kort bleef het bij kijken, want het was niet toegestaan om op een van de massieven in deze gemeente te klimmen. Maar daar kwam verandering in. Rocher des Béguines werd geopend nadat de KBF

Aanraders zijn The Millennials Were Here 5c, La Danse des Canards 6c, de verrassend lastige Sans Faille 6a en Manuela 7a, waar je diverse opties hebt om de grote onderhandse greep te bereiken, de ene nog meer morpho dan de andere.

Goede gast Vanwege de expositie op het westen en de ligging op een noordhelling in een bosrijk dal kan het een paar dagen duren voor de rots droog is na zware regenval. Omdat het gebied vlak bij bebouwing ligt en de toegang tot het massief langs woonhuizen loopt, is het heel belangrijk dat je je als een goede gast gedraagt. De weg langs het klimgebied mag je niet met de auto inrijden. Je parkeert daarom langs de N92 en gaat vervolgens lopend de Rue des Béguines in, tot je na 600 meter bij de rots komt. Houd bij de rots het geluidsniveau laag omwille van de aanwonenden.


Topo en Tochtenwiki

Comblain-la-Tour

Technisch klimmen op microgreepjes

De topo’s van beide gebieden zijn te koop in de webshop van de NKBV: nkbvwebshop.nl. Meer informatie over de gebieden vind je in de NKBV Tochtenwiki. Ga naar hoogtelijn.nl, klik op de cover van deze editie en vervolgens op een van deze klimgebieden.

De Rochers de la Vièrge, beter bekend als Comblain-la-Tour, liggen in een rustig deel van de Ourthevallei. Liefhebbers van technisch klimmen op microgreepjes kunnen hun hart ophalen in een van de 30 routes op de loodrechte zuidwand van de Arête de Chirmont.

T

en zuiden van Comblain-la-Tour staan de karakteristieke rotsen van de Rochers de la Vièrge als trotse rechtopstaande schollen langs de Ourthe. De rots ziet er onmogelijk glad uit, maar maak je geen zorgen. Je kunt op deze zonnige zuidwanden zeker een vijftigtal routes klimmen.

Tweede leven Van oudsher werd er in Comblain al veel geklommen door klimmers uit Luik. Maar

eind jaren 80 raakte het gebied in de vergetelheid. Totdat de KBF in 2008 besloot om de rotsen een tweede leven te geven. Het Belgian Rebolting Team ging aan de slag om paden en trappen aan te leggen, nieuwe routes te behaken en bomen te kappen. Dat het nog zo lang duurde voordat op de rotsen mocht worden geklommen, kwam doordat de benodigde milieuvergunning op zich liet wachten. Uiteindelijk zijn ter bescherming van een aantal plantensoorten enkele van

Kees Breek probeert Hot Rats, 7c+

Comblain-la-Tour • Aantal routes/maximale lengte: 50/20 meter. • Klimstijl/steilte: wand 80-90°. • Niveau routes: 4-8a+. • Gesteente: kalksteen en dolomiet. • Expositie: voornamelijk zuidzuidoost. • Beste jaargetijde: herfst, winter en voorjaar. • OV: station Comblain-la-Tour op slechts 150 meter van de parkeerplaats. • Dit is een NKBV klimjaarkaartgebied.

de oorspronkelijke sectoren waarop werd geklommen, gesloten. Van de oorspronkelijk 150 routes zijn nu nog slechts vijftig routes beklimbaar, wat nog genoeg is voor flink wat dagen klimplezier!

Zuidwand van de Arête de Chirmont Alle routes zijn zonder uitzondering goed behaakt met ingecementeerde haken en moderne standplaatsen. Van de vijf deelmassieven is de zuidwand van de Arête de Chirmont het belangrijkst. Je klimt hier op het gegolfde oppervlak van een verticaal gestelde rotslaag. Van een afstandje lijkt het wel op een plak van een reuzenspekkoek. De routes op deze wand zijn technisch lastig. Dat houdt vooral in dat je je eigen weg naar boven moet zien te vinden door de ‘overdaad’ aan minuscule grepen en treetjes. Het voordeel hiervan is dat er voor iedereen, ongeacht lichaamslengte, een passende oplossing is te vinden. Zoals vaak met dergelijke routes, vind je de beste condities op een zonnige winterdag. De aanraders op de Arête de Chirmont zijn March of the Pigs 7b en Trout Mask Replica 7b+. Die laatste is een continue route die misschien wel de mooiste is van de wand. Mon Nom est Personne 7c+/8a vraagt zowel in de start als in de finish alles van je vingerkracht en je balans. Op de Arête de la Rigolade en de Grand Ressaut zijn Izquierda en Rigolade lonende vierdegraadsroutes. Parkeer je auto op de Place du Wez of neem de trein naar het naastgelegen station. Loop vanaf hier verder tot aan het einde van de Rue du Wez, ga onder het spoor door en loop parallel aan de spoorlijn weer terug naar de rots. Het spoor oversteken is streng verboden. De parkeerplaatsen aan het einde van de Rue du Wez zijn enkel bestemd voor de aanwonenden.

HOOGTELIJN 5-2021 |

71


Alpendistel met op de achtergrond Chlei & Gross Furgga.

In de ochtend op weg naar het Salarueljoch.

Na het warmteonweer kijkt Frank of de kust veilig is voor een avondwandeling.

Juli 1995: zwemmen in de Hirschsee.

72 | HOOGTELIJN 5-2021

Onderweg naar de Totalphütte hebben we uitzicht op de Lünersee.


Huttentocht naar een toekomst als International Mountain Leader

Rätikon 40/25 Vijfentwintig jaar geleden ging ik als vijftienjarige jongen samen met mijn vader Wiet op huttentocht naar de Rätikon. Wiet was toen veertig jaar en het werd een bijzondere vader-zoon-vakantie waaraan ik dierbare herinneringen heb. In 2020 begon ik op mijn 40ste met de Nederlandse opleiding tot International Mountain Leader (IML). Om ervaring op te doen met het leiden van groepen in de bergen, en om herinneringen op te halen aan mijn vader, organiseerde ik dezelfde huttentocht. Juist hier wil ik het startpunt markeren voor mijn opleiding tot IML. Tekst en beeld Tim van Helmond

D

De Rätikon ligt op de grens van Vorarlberg in Oostenrijk, Graubünden in Zwitserland en Liechtenstein. Op deze warme middag in augustus ontmoet ik tochtgenoten Felicia (34), Frank (38) en John (59) tijdens de lunch in bergdorp Brand in het Brandnertal. Felicia is mijn collega geweest, Frank en ik studeerden samen Bouwkunde aan de TU/e en John ken ik zakelijk via zijn autobedrijf in Veldhoven. Bij de Lünerseebahn controleer ik de bepakking van mijn tochtgenoten. Onze huttentocht kan beginnen. Via de Böser Tritt-Steig stijgen we tussen pijnboomstruiken door richting de Douglasshütte. Vijfhonderd hoogtemeters verder worden we beloond met een adembenemend mooi uitzicht over het Lünerseestuwmeer. Op het terras van de Douglasshütte proosten we op een mooie klim. Voor het avondeten maken Felicia, Frank en ik nog een wandeling rondom de Lünersee.

Gamsluggen Na een goede nacht wandelen we via de Lünersee en een stevige klim in ruim een uur naar de herbouwde Totalphütte op 2385 meter. Een verwoestende lawine vanaf de Zirmenkopf had de hut platgewalst. Bij rotsplateau Tote Alpe oefenen we loop- en remtechnieken op een sneeuwveld. Daarna klimmen we door een gruishelling naar de Gamsluggenscharte op de grens van Oostenrijk met Zwitserland. Oorspronkelijk een oude gemzenwissel met sporen van een smokkelaarspad. De steile afdaling vraagt Trittsicherheit en Schwindelfreiheit. In het bovenste deel zijn staalkabels bevestigd voor extra houvast. Op de col zegt Felicia dat ze de steile afdaling héél spannend vindt. Na enkele praktische instructies begint ze geconcentreerd aan de afdaling en ga ik voor haar lopen. ’s Middags worden we verwelkomd door de waard bij de Schesaplanahütte. . De namiddag genieten we op het zonneterras en borrelen met bergkaas en Drentse worst die Frank heeft meegenomen. Het avondeten wordt door de huttenwaard op het terras opgeschept en uitgeserveerd terwijl we kijken naar de zonsondergang. Iedereen is voldaan, heerlijk!

Drie landen en vier jochs op één dag De volgende ochtend laten we de fijne hut achter ons en gaan op weg naar het eerste joch, van in totaal vier vandaag, het Kleine Furgga-Salarueljoch (2243 meter). De weg ernaartoe is een traverse door bloemenweiden en door lage bergdennen, waarvan de hars wordt gebruikt voor etherische oliën. Vanaf het joch hebben we uitzicht over het Salaruel, een dal waar gemzen en steenbokken zich thuisvoelen en waar vroeger smokkelaars hun weg zochten. We klimmen door naar Gross Furgga-Hochjoch (2358 meter). Aan de andere kant dalen we af en stijgen vervolgens naar het Barthümeljoch. In 1995 liepen we hier door dichte mist en aan touw over steile sneeuwvelden. Mijn vader en ik vonden dat spectaculair, net als het rotsklimmen en prusiken ’s avonds bij de hut. De Liechtensteinerweg leidt ons naar de Pfälzerhütte op het Bettlerjoch. Na een lunch van rode biet met zeezout en brood hebben we nog energie om de in Liechtenstein gelegen Augstenberg te beklimmen. In het westen hangt zichtbaar onweer, maar het zet niet door. “Morgen schön!”, zegt Oskar de huttenwaard.

Zwemmen in de Hirschsee We dalen af tot 1370 meter naar de idyllische bergkolonie Nenzinger Himmel. Via alpenweiden vol bloemen komen we onder de boomgrens uit en hebben we aandacht voor spelende bergmarmotten, koeien, mierenhopen, vlinders en de gele gentiaan, waarvan de wortels worden gebruikt voor enzianschnaps. We kopen nieuwe bergkaas en worst en vullen onze waterflessen. Mijn vader was gek op worst en kaas. Het liefst met een glas wijn erbij en Charles Aznavour of Andrea Bocelli op de achtergrond. Een echte Bourgondiër en een levensgenieter. De appel is niet ver van de boom gevallen… Vanuit Nenzinger Himmel beginnen we aan de lange klim naar de Oberzalimscharte. Na een uur bereiken we de Hirschsee. Mijn herinneringen aan deze plek van vijfentwintig jaar geleden stroken nog met de werkelijkheid. De weerspiegeling van de

HOOGTELIJN 5-2021 |

73


Op weg naar het Hochjoch, op de achtergrond de top van de Tschingel.

Na een lange dag komen we aan bij de Oberzalimhütte.

Traverse door de kalkrotsen op de Leibersteig.

bergen in het turquoisekleurige water, omgeven met bergdennen en daarboven de overgang van naaldbomen naar de grijze Salaruelkalkrotsen. Toen zwom ik met mijn vader en tochtleider Leon in dit bergmeer. Zo bijzonder dat ik deze plek nu mag delen met Frank, John en Felicia! Zoals verwacht ijskoud, maar een welkome verfrissing en een gevoel van vrijheid. Net na het middaguur beginnen we aan de Spusagang, een pittige lange klim met diepe afgronden en uitdagende passages voor beginnende bergwandelaars. We gebruiken de staalkabels terwijl we gestaag hoogtemeters winnen. Iets na tweeën staan we op de Oberzalimscharte (2240 meter) en zijn trots op onze teamprestatie. Aan de andere kant van de pas, in het Zalimtal, zien we de Oberzalimhütte al liggen.

Schesaplana Op onze vierde dag klimmen we via de Leibersteig naar de Brandnergletsjer om daarna Rätikons pareltje, de Schesaplana

De Spusagang is een lange klim met diepe afgronden Onderweg naar de Tilisunahütte oefenen we navigeren bij slecht zicht.

(2964 meter) te beklimmen. Een lange traverse verbindt steile serpentines aan het begin en einde van de Leibersteig, met voortdurend uitzicht op het Zalimtal. Stap voor stap over een uitgehakt smal bergpad van tachtig centimeter breed, de kalkrotswand van de Panüeler Kopf torent boven ons uit. Voor en na de apere Brandnergletsjer oefenen we om dynamisch en daarmee soepel en snel door het blokkenterrein te bewegen. Het smeltwater vormt kleine kanaaltjes in het ijs en bij elke stap die we zetten volgt een knisperend geluid onder onze bergschoenen. Het Schesaplanasattel biedt een spectaculair uitzicht op de Schesaplana. De donkergrijze rotspiramide van koraalkalk met karakteristieke plooiingen steekt indrukwekkend omhoog uit het witte gletsjerveld. We maken ons op voor de toppoging. Het venijnig steil traverserende bergpad laat onze kuiten en achillespezen branden. Het zijn spreekwoordelijk de laatste loodjes. Even later staan met z’n vieren op de top, we zijn euforisch! Het uitzicht over Oostenrijk, Zwitserland en even verderop Liechtenstein laten we op ons inwerken. Vanaf de top kijk ik op de Brandnergletsjer, mijn herinnering gaat terug naar 1995, ik voel een lach en een traan opkomen. In gedachten sta ik arm in arm met mijn vader op de gletsjer, beiden met een grote grijns op het gezicht. Als trotse organisator van deze week trakteer ik mijn tochtgenoten na het diner in de Totalphütte op Marillenschnaps. Buiten barst het onweer los, wat gepaard gaat met hagelbuien, slagregens en windstoten.

Warmteonweer Op onze vijfde dag wandelen we bij bewolkt weer glooiend omhoog en omlaag rondom hoogtelijn 2100. Vanaf de Totalphütte dalen we af naar Lünersee Alpe, waar we onszelf trakteren op verse (vanille)karnemelk. Terwijl wij vanaf het Gafalljoch aan de zuidzijde van de imponerende kalkrotsmassieven Kirchlispitzen en Drusenfluh koers zetten richting Carschinahütte (2236 meter), klaart het op en wordt het warm. De Rätikon Höhenweg Süd is één lange groene loper door subalpien terrein met kalkrotswanden van honderden meters hoog. Tijdens onze picknick onder het indrukwekkende Drusenfluhkalkmassief ontstaan in korte tijd grote cumuluswolken. We zijn

74 | HOOGTELIJN 5-2021


Juli 1995: mijn vader en ik op de besneeuwde Brandnergletsjer met de Mannheimerhütte op de achtergrond.

nog geen twintig minuten in de hut wanneer het warmteonweer losbarst. Wat een timing! Bij een zevendaagse huttentocht zit er altijd wel een dag tussen met slecht weer. Slalommend langs de vele alpensalamanders wandelen we door de motregen via Tilisunafürggli naar de Tilisunahütte (2208 meter). Boven de Partnunsee voeren we bij slecht zicht een oriëntatieoefening uit met de wandelkaart. Na warme chocolademelk en strudel met vanillesaus lopen Frank en ik naar de top van ‘de groene berg’, de Montedona (2298 meter). We genieten van de route door het natte graslandschap. Vanaf de top hebben we tussen de regenwolken door uitzicht op de Schwarzhorn, Tilisunasee en de Sulzfluh (2818 meter), waarvan de top in de wolken ligt. Na het diner ben ik in onze slaapzaal in gedachten vijfentwintig jaar terug, waar we met onze groep in dezelfde slaapzaal de week afsloten met een bonte avond. Mijn vader had op het refrein ‘Daar aan de Costa del Sol, tingelingeling’ een tekst geschreven. Tranen van het lachen rolden over onze wangen. Bij mij komen, 25 jaar na dato, opnieuw de herinneringen aan mijn vader…

Het maanlandschap van de Sulzfluh Markus maakt een vorstelijk ontbijt met roerei en spek. Om zeven uur beginnen we op onze laatste dag aan de klim van zeshonderd hoogtemeters. Eerst steil door grasweiden omhoog, daarna snel overgaand in kalkgesteente. De komende anderhalf uur lopen we door het maanlandschap van de Sulzfluh, waarbij steenmannetjes de route markeren. Bij nevel of laaghangende bewolking is navigeren hier voor gevorderden. We zijn trots als we iets na negenen onder het Gipfelkreuz van de Sulzfluh staan.

De dalwind veegt dunne wolken langs de Sulzfluh omhoog, wat een sprookjesachtig beeld oplevert. In het Brandnertal nemen we afscheid van elkaar. Wat een prachtige tocht met bijzondere mensen met warme karakters. Wat ben ik weer een ervaring rijker geworden in ‘mijn’ Rätikon. Voor mezelf wederom een bevestiging dat ik met de opleiding tot International Mountain Leader het juiste pad ben ingeslagen. Wat zou mijn vader ervan hebben gevonden dat ik IML wil worden? Hij zou zeggen dat hij het bij mij als persoon vindt passen en hij zou mij aanmoedigen om van mijn hobby mijn werk te maken. Bovenal zou hij heel trots op mij zijn en dat delen met zijn familie en vrienden. Precies die gevoelens wil ik doorgeven aan mijn dochters Annelijn en Liselotte.

Wandelen in de Rätikon Reis

Per trein bereik je Bludenz in 10 uur en 2-3 keer overstappen. Vanaf Utrecht is het 850 kilometer rijden naar het Brandnertal.

Het gebied

De Rätikon ligt in zowel het Oostenrijkse Vorarlberg, het Zwitserse Graubünden als Liechtenstein.

Het gebergte wordt gedomineerd door sedimentgesteenten. In deze huttentocht zitten enkele moeilijkere wit-blauw-witgemarkeerde stukken (onder meer Gamsluggen, Spusagang, Leibersteig en Brandnergletsjer).

Douglass-, Schesaplana-, Pfälzer-, Oberzalim-, Totalp-, Carschina- en Tilisunahütte. De Carschinahütte kun je vervangen door de Lindauerhütte. De hutten zijn geopend van juni tot en met september. Houd in juni en juli rekening met sneeuwvelden.

Accommodatie & Seizoen

Kaarten en gids

We liepen van bergdorp Brand naar Tschagguns. We overnachtten in de

Kaarten: 1156 Schesaplana Falknis – Jenins – Fanas

en 1157 Sulzfluh Schijenflue – Schruns – St. Gallenkirch. Gids: Weiter Himmel, wilder Fels. Bergwandern im Rätikon van Hermann Braendle, Rätikon Reader, eerste uitgave 2009. Tim van Helmond is IML in opleiding, kijk voor meer informatie over Tim op timvanhelmond.nl.

Tim, Felicia, Frank en John (v.l.n.r.) op de top van de 2964 meter hoge Schesaplana.

De Tilisunasee is een spiegel bij zonsopkomst. HOOGTELIJN 5-2021 |

75


De Patteriol

solitaire berg in de Verwall Het is oktober 2012. Paul en ik hebben er een hele mooie week op zitten in het Oostenrijkse Vorarlberg. Het is tijd om naar huis te gaan, maar zoals zo vaak is de buik nog maar net volgegeten, begint de honger naar nieuwe routes alweer! Bladerend door het klimgidsje valt mijn oog op de Patteriol. De noordoostroute met 26 touwlengtes en weinig haken grijpt onze aandacht. Nu niet, volgende keer! Tekst en beeld Wilco Alblas

Henk in de oostwand van de Patteriol.

76 | HOOGTELIJN 5-2021


A

cht jaar na het ‘ontdekken’ van de route op de Patteriol ben ik samen met vrouw en dochters onderweg van de Darmstädter Hütte naar de Konstanzer Hütte in de Verwall. Op het Kuchenjoch roept Olivia, onze jongste dochter: “Kijk papa, dat is een grote berg! Wanneer ga je die beklimmen?” Ik zie de noordoostgraat van de Patteriol en ben onder de indruk. Wat een berg en wat een mooie lijn. Het is nu echt duidelijk. Ik wil de Patteriol beklimmen.

De Patteriol is niet te missen tijdens de aanloop naar Konstanzer Hütte.

Inklimmen Vier weken later zijn Henk Preesman en ik op weg naar Oostenrijk voor onze jaarlijkse afspraak met de bergen. Het weerbericht geeft grand beau aan voor de hele week, dus dat zit goed! In Schruns beginnen we onze week vanuit de Heinrich Hueter Hütte met de oost-westoverschrijding van de Zimba. De Zimba, ook wel de Matterhorn van het Montafon genoemd, is een markante top in het Rätikongebied. Hierna is St. Anton am Arlberg aan de beurt, waarvandaan we de zuidpijler van de Roggspitze beklimmen: een mooie en markante rotstoren in het Vallugagebied. Na een vlotte beklimming dalen we af door het schitterende Pazüeldal naar Zürs en nemen de bus terug naar St. Anton. We zijn ingeklommen, onze snelheid is goed en het weer stabiel. Vol vertrouwen richten we ons op ons hoofddoel van de week, de noordoostgraat van de Patteriol.

Solitair In de Konstanzer Hütte is plek voor één nacht. We zijn allang blij dat we in ieder geval een plekje hebben en zien wel hoe laat we terugkomen van de beklimming en of een extra nacht nodig is, desnoods buiten de hut. We nemen de bus in St. Anton naar de Verwallsee en lopen vanaf daar naar de Konstanzer Hütte. Tijdens de wandeling door het Verwalldal doemt de grote donkere gestalte van de Patteriol op. De berg splijt als een boeg van een schip het dal in tweeën, met het Fasuldal links en het Schönverwalldal rechts. Henk ziet de berg voor het eerst en ondanks dat hij in zijn lange klimcarrière al veel heeft gezien en beklommen, is ook hij onder de indruk van deze mooie solitaire berg. De waard van de Konstanzer Hütte laat ons weten dat we vanavond exact om 17:45 uur eten en geen minuut later. Zo hebben we nog net een paar uur de tijd om het onderste deel van de route te verkennen. Vanaf het brede pad door het Fasuldal is de afslag naar de route heel goed aangegeven met een niet te missen geel bordje. Toch maken we ook diverse steenmannetjes, zodat we in de vroege ochtend snel hoogte kunnen winnen.

Twijfel of vertrouwen ’s Avonds geeft de huttenwaard ons een A4’tje van bergsteigen.com met een zeer gedetailleerde topo van onze route. Fijn, want onze topo geeft eigenlijk alleen de globale route aan. De beschrijving van Bergsteigen geeft aan dat het ondanks de geringe moeilijk-

heidsgraad (4+, of volgens het gidsje 5-) een grote alpiene onder-neming is, waarbij het vinden van de route en de lengte veel ervaring en snelheid vragen, en daarom alleen door zeer ervaren alpinisten moet worden ondernomen. Twee Duitse dames die genieten van een laatste drankje voor het slapengaan, spreken ons aan en vragen of zij de topo ook even mogen zien. Een van hen vraagt of we echt de noordoostgraat van de Patteriol willen beklimmen. Haar echtgenoot werkt bij de reddingsdienst en is ooit onder zeer hachelijke omstandigheden ternauwernood uit deze route ontsnapt. De onderste grashellingen zijn namelijk steil en het pad stelt niet veel voor. Als het regent, worden deze hellingen een ideale glijbaan. Dit overkwam de lokale reddingsdienst tijdens een oefening, aldus de dame. Zoals zo vaak bekruipt ons het gevoel dat deze route en berg misschien iets te hoog gegrepen zijn voor ons. Onderschatten wij deze route, of laten we ons angst aanpraten? We besluiten het van ons af te zetten, te gaan slapen en er morgen voor te gaan.

Ochtendnevel Als we wakker worden, ligt de Patteriol nog in de ochtendnevel. Het is 7:00 uur en tijd om te vertrekken. Na een uur stevig doorstappen, komen we bij de start van de route op 1900 meter. Het gele bordje wijst naar rechts. Dankzij onze steenmannetjes en hier en daar een witte verfmarkering vinden we snel onze weg omhoog door de steile grashellingen. Om 10:00 uur bereiken we Torstahlbügel op 2350 meter. Het touw gaat uit de rugzak, hier begint de eerste officiële touwlengte. Na een paar stappen in de rots vliegen de stenen ons om de oren… Wat is dit nu! Dan zie ik twee steenbokken pal boven ons staan. Ze snuiven luidruchtig en zijn totaal niet onder de indruk van dit stelletje klimmers uit de Lage Landen. We naderen de grote beesten tot op 20 meter voor ze soepel opzij springen naar een wand met een moeilijkheidsgraad ver boven die van ons. Tot de schouder van de noordoostgraat komt de moeilijkheid niet boven de 3e graad en we besluiten om met een lopende zekering de snelheid erin te houden. Het is mooi weer, we zijn alleen in de grote oostwand en we liggen goed op schema. We krijgen nu steeds meer vertrouwen en genieten van het fantastische uitzicht.

HOOGTELIJN 5-2021 |

77


Specialist in materialen voor extremen of gewoon lekkere warme sloffen voor thuis Kom langs voor het beste advies! Of bestel online, vanaf €50 geen verzendkosten!

DE OUTDOORSPECIALIST

VAN NEDERLAND 0348-421648


We blijven wat langer op de top om te genieten van het panorama.

De Patteriol gezien vanaf het Kuchenjoch.

Vertrouwen

Zum Wohl!

Op de noordoostgraat op 2600 meter nemen we een korte pauze. We kijken achter ons en zien het Kuchenjoch waar ik niet eens zo heel lang geleden nog met mijn dochter stond. Onder ons gaapt een diep gat van 700 meter, waar we ons startpunt van de route zien liggen.

De afdaling naar de Konstanzer Hütte is lang en verloopt via de normaalroute aan de achterkant (zuidzijde) van de Patteriol. Vanaf de hoofdtop dalen we af naar de zuidtop en daarvandaan gaat het over stijgsporen geflankeerd door steenmannetjes snel naar beneden. We steken nog een paar sneeuwvelden over en komen aan bij de Bruckmannweg: een mooi pad dat de dalen met elkaar verbindt via de achterzijde van de Patteriol. Zo komen we weer terug in het Fasuldal, waar we eenvoudig afdalen naar de hut.

Vanaf de noordoostgraat klimmen we de lange touwlengtes netjes gezekerd uit. De graat wordt steeds smaller, maar de kwaliteit van het Urgestein is goed en dat geeft vertrouwen. De routinematige touwhandelingen gaan lekker snel en we winnen vlot hoogte op een steeds mooier en smaller wordende graat. Nadat we onze namen in het wandboek hebben genoteerd, begint de moeilijkste passage, een dakje gevolgd door een paar touwlengtes die beschreven zijn als steil und griffig. Het redelijk vaste Urgestein zorgt voor Genusskletterei en voordat we het in de gaten hebben, kijken we al naar de torens die het einde van de noordoostgraat markeren. Het is 15:00 uur als we de top van de Patteriol bereiken. We zijn er! Het uitzicht is waanzinnig mooi en we blijven wat langer dan gewoonlijk op de top om te genieten van het 360 gradenpanorama.

Om even voor half zeven bestellen we een welverdiende Weizen en kijken terug op een mooi avontuur en geslaagde beklimming van deze grote klassieker in het Verwall. Zum Wohl!

Beklimming van de Patteriol Reis

Met de auto is het 880 kilometer naar de Verwallsee. Verblijf je in St. Anton dan is er een gratis bus die je vanaf het station in 20 minuten naar de Verwallsee brengt, het eindpunt van de buslijn.

Uitrusting

Naast een dubbeltouw van 60 meter, een set cams en een kleine set nuts gebruikten we onze standaard alpiene rotsklimuitrusting. Vanwege de lengte van de noordoostgraat van de Patteriol mag de bivakzak zeker niet ontbreken, evenals regen- en warme kleding, en natuurlijk voldoende te eten en drinken.

Gids en gebiedsinformatie

De Kletterführer Vorarlberg van Panico Alpinverlag is een prima gids voor de globale beschrijving. De beschrijving en vooral de topo van bergsteigen.com is veel uitgebreider, en zeker aan te raden. Natuurlijk hadden we de kaart van het gebied bij ons (Arlberg Verwallgruppe Kompass 1:50.000), maar we maakten het meest gebruik van de Bergfex-app. De betaalde versie van Bergfex trackt ook nog eens de volledige route, wat je weer leuk kunt delen met je klimvrienden.

Accommodatie

Wilco op de noordoostgraat van de Patteriol.

De Heinrich Hueter Hütte is een mooie en luxe hut, die je als uitgangspunt voor diverse touren in het Rätikonmassief kunt gebruiken. De wandeling naar de hut kun je bijvoorbeeld combineren met een klettersteig op de Saulakopf. Kijk op hueterhuette.at voor meer informatie. De Konstanzer Hütte is makkelijk te bereiken voor wandelaars en mountainbikers, waardoor het er in het hoogseizoen druk kan zijn. Voor de beklimming van de noordoostgraat van de Patteriol is het wel de ideale uitvalsbasis. Kijk op konstanzerhuette.com voor meer informatie.

HOOGTELIJN 5-2021 |

79


© Schmittenhöhebahn AG

www.alpendreams.eu

RUST, RUIMTE, EEN EIGEN PLEK IN DE NATUUR.

Meer dan ooit is daar behoefte aan. En waar zit u dan beter dan in Oostenrijk?

DAAROM ALPENDREAMS Wij kennen Oostenrijk als geen ander. Het voor onze klanten selecteren van de mooiste plekjes in Oostenrijk is waar we in gespecialiseerd zijn. Wij gaan voor locaties waar we zelf in geloven, in bekende en (nog) minder bekende dorpen; met vele partners waar we inmiddels jaren prima mee samenwerken. Dat geeft rust en zekerheid. Wij begeleiden bij uw aankoop in Oostenrijk van het allereerste contact tot en met de oplevering/overdracht. Onze dienstverlening ter plaatste ontzorgt en brengt geen extra kosten met zich mee. Tot slot zijn wij als enige aanbieder in Oostenrijk Mondi Approved: een grote extra zekerheid voor u!

ALPENDREAMS info@alpendreams.eu www.alpendreams.eu

Tel NL: +31 (0)6 52 06 61 70 Tel AT: +43 (0)6 991 0658 625

Tel BE: +32 (0)497 47 41 46

RENDEMENT. EXCLUSIVITEIT. ONTSPANNING. (SNEEUW)ZEKERHEID.


In Mijn Verhaal vertellen wandelaars, klimmers en alpinisten over hun bergsportervaringen. Heb jij ook een leuk verhaal? Stuur dan een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl. ai160380297851_NKBV - Ledenpas 2021 DEF DRUKWERK DEF CERT.pdf

1

27-10-2020

13:49

mijn verhaal

C

M

2021

Y

CM

MY

CY

CMY

K

Naam: Stefan van der Leede Leeftijd: 49 Beroep: trainer in de consultancy

Woonplaats: Julianadorp, Curaçao Lid sinds: 1976 Favoriete klimgebieden: te veel om op te noemen! Mooiste bergsportboek: Het voeren van de rat, van Al Alvarez

Stefan van der Leede behaakt routes op Curaçao

Tropische droom Je eigen klimgebieden ontsluiten op een tropisch eiland? Het lijkt een droom, maar Stefan van der Leede leeft hem. “Noodgedwongen”, vertelt hij, “want emigreren naar een plek waar je niet kunt klimmen, is geen optie”. Tekst Ico Kloppenburg Beeld Stefan van der Leede

“V

an huis uit ben ik alpinist en ik was actief bij de NKBV-regio Rijnland. Toen de optie om voor mijn werk naar Curaçao te verhuizen langskwam, was ik enthousiast. Maar voorwaarde was wel dat ik daar kon klimmen.” Klimhallen bleken er niet te zijn, maar het eiland heeft wel degelijk rotsen, toen nog vrijwel zonder routes.

Schenking Toen Stefan wist dat zijn vertrek doorging, nam hij zich voor dan maar zelf nieuwe klimmassieven in te richten. Hij moest daarvoor wel veel leren. Twee dagen mocht hij meelopen met het Belgian Rebolting Team. “Ik heb die lessen meteen vastgelegd in een uitgebreid verslag en alles gefotografeerd. Ik heb nog steeds contact met hen als ik advies nodig heb.” Maar ook de NKBV sprong bij, want haken zijn best prijzig. “Ik was begonnen op eigen initiatief, maar kwam in contact met de NKBV die een schenking van haken deed. Met die haken kon ik aardig wat korte routes maken.” Stefan begon bij Fort Beekenburg, een plek die hij in 2019 ontdekte. “Dat ging vrij gemakkelijk, omdat het publiek terrein is, beheerd door een stichting die het gebruik promoot. Er kwamen in die periode een paar klimmende vrienden op bezoek en ik wilde ze graag verrassen met een eigen klimgebied.” Intussen kent Stefan de meeste klimmers op het eiland. “Dankzij de klimscene leerde ik mensen van het eiland kennen. Het klimmen is dus echt belangrijk gebleken voor mijn sociale leven op Curaçao, omdat ik verder vooral veel online werk voor Nederlandse opdrachtgevers.”

Een nieuwe passie De spanning van het maken van nieuwe routes bleek de grote verrassing van dit avontuur. “Na de eerste routes wilde ik pauzeren, want het is allemaal best veel werk: een lijn vinden, toegankelijk maken, schoonmaken en behaken. En soms ben je halverwege een route en kom je erachter dat het toch niks wordt. Maar ik besefte al snel dat ik het werk in de rotsen miste!“ Hij ontwikkelde een nieuw gebied op Seru Kabritu, waar een aantal multipitches zitten en kreeg daarbij hulp van andere klimmers. “Dan gaat het om schoonmaken,

paden aanleggen, een topo maken, bewegwijzering, enzovoorts.” En er volgde een tweede schenking van de NKBV. “Iedereen die op bezoek komt, neemt daarvan een stuk of tien haken mee. Dan doet de douane niet lastig.” Stefan heeft er dus een passie bij naast het klimmen. “Als je vraagt, wat doe je liever, klimmen of behaken, dan zou ik het niet weten. Laatst hoorde ik via via, dat mensen mijn route op Seru Kabritu hadden geklommen. Dat gaf toch wel een kick!”

Blog en topo’s

Nieuwsgierig? Bekijk Stefans blog op stefaban.blogspot.com. Je vindt daar ook de meest recente topo’s van de klimgebieden. Op nkbv.nl/sport/sportklimmen/ buiten vind je meer informatie over de klimmogelijkheden op Curaçao en Aruba.

Seru Kabritu, ‘Via Rijnland’, in de eerste touwlengte.

Via Rijnland aan het einde van de tweede touwlengte.

HOOGTELIJN 5-2021 |

81


De winter staat voor de deur en hopelijk kunnen we dit jaar weer genieten van besneeuwde bergen. Weg van de bewoonde wereld en drukke pistes. Het winterreisaanbod van Bergsportreizen staat al een tijdje online en we kunnen goed

merken dat jullie ook graag weer weg willen. Wacht dus niet te lang met boeken en ga tussen januari en april 2022 mee sneeuwschoenwandelen, toerskiën, of ijsklimmen. Kijk op bergsportreizen.nl voor meer informatie.

Foto Celestine de Jong

We mogen weer!

Foto Rogier van Rijn

nkbv voor jou

Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl, of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.

Topvlagfoto Van Celestine de Jong kregen we deze omgekeerde-topvlagfoto. “Op 26 augustus waren wij op de Sustenhorn (3502 meter) in het kanton Uri, in Zwitserland. Voor Niels was het de eerste keer dat hij op stijgijzers een gletsjer op ging. Gelukkig vond hij het erg leuk en voor herhaling vatbaar! Volgend jaar op cursus dus!” Heb jij ook een mooie NKBV-topvlagfoto die je met ons wilt delen? Stuur hem naar communicatie@nkbv.nl o.v.v. Topvlagfoto. Vertel in je mail wie er op de foto staan en waar jullie zijn en wie weet zie jij jezelf terug in Hoogtelijn of op Facebook! Heb je nog geen topvlag? Bestel hem voor € 3,95 (excl. verzendkosten) in de webshop: nkbvwebshop.nl/nkbvtopvlag.

De ingrijpende coronapandemie heeft toch ook iets moois opgeleverd: er zijn veel meer mensen gaan wandelen. Ook jongeren trokken massaal de wandelschoenen aan. Maar de stap van wandelen in Nederland naar een tocht in de bergen is voor sommigen nog groot. Met onze partner Zwitserland hebben we een aantal reizen ontwikkeld

Fit de sneeuw in

voor wandelaars tussen de 18 en 40 jaar. Zo komen er een huttentocht in Ticino en een basiskamp in Wallis, beide speciaal voor deze leeftijdsgroep. In de volgende editie van Hoogtelijn lees je meer over de Ticino Trail. Wil je mee naar Zwitserland en ben je tussen de 18 en 40 jaar? De reizen zijn vanaf half december te boeken op bergsportreizen.nl.

Bergsport in de winter is een aanslag op je spieren, of je nu gaat pisteskiën, sneeuwschoenwandelen, snowboarden of toerskiën. Vaak ga je maar één of twee weken per jaar de sneeuw in. Die plotselinge vier tot tien uur per dag actief bezig zijn, vraagt veel van je lichaam. Samen met Jonas Föllmi stelden we een serie oefeningen samen waarmee je je thuis al goed kunt voorbereiden op je wintersportvakantie. Zodat je meer plezier kunt hebben en minder risico loopt op blessures of ongevallen. Kijk op nkbv.nl/fit voor alle oefeningen en een optimale voorbereiding.

82 | HOOGTELIJN 5-2021

Nieuwe ledenpas Op Facebook, Twitter en Instagram vroeg de NKBV welke van vier foto’s volgens jullie zich het best leent voor de nieuwe ledenpas. Er is massaal gestemd en deze foto van Chris Koning is de winnaar. Chris maakte de foto in augustus, tijdens zijn alpiene gevorderdencursus in de Bernina, georganiseerd door Bergsportreizen. Bij het stemmen vroeg een aantal leden waarom je elk jaar een nieuwe pas moet ontvangen. Het antwoord is, omdat je de pas moet laten zien in de hutten waar je als NKBV-lid korting krijgt. Om te bewijzen dat je nog steeds lid bent, is de pas jaargebonden. Maar wist je dat de pas ook digitaal in de NKBV-app staat? Als je uit duurzaamheidsoogpunt liever geen pas ontvangt, kun je dat aanpassen op mijnnkbv.nl. Log in, ga naar ‘mijn gegevens’ en wijzig het bij je communicatievoorkeuren. Als je wel een ledenpas wilt blijven ontvangen, hoef je niets te doen. Hij ligt dan voor de kerstdagen op je mat. De facturatie voor je lidmaatschap in 2022 vindt overigens ook rond kerst plaats. Dan is dat maar vast geregeld, mocht je met de feestdagen op vakantie gaan.

Foto Chris Koning

Mooie ontwikkelingen


Eenvoudig een incasso afgeven in mijnnkbv.nl

praat mee met de NKBV

De NKBV wil het graag makkelijk voor je maken en biedt daarom de mogelijkheid om via mijnnkbv.nl een incassomachtiging af te geven. Hiermee geef je de NKBV toestemming om bijvoorbeeld je contributie en verzekering van je betaalrekening af te schrijven. Zo ben je altijd op tijd met betalen en hoef je daar verder niets voor te doen. Uiteraard melden we van tevoren op welke datum we het bedrag van je rekening afschrijven.

Foto Robin Baks

Wil je dit voor de facturatie van 2022 al doorvoeren? Geef je incassomachtiging dan uiterlijk 10 december af. Hoe? • Log in op mijnnkbv.nl. (Nog niet eerder ingelogd? Vraag een wachtwoord aan via mijnnkbv.nl.) • Klik in de blauwe menubalk op ‘mijn gegevens’. • Klik op de knop ‘wijzig’ bij je persoonlijke gegevens. • Scroll naar beneden, tot je bij ‘betalingsvoorkeur’ komt. • Selecteer ‘automatische incasso’ en vul de naam van de rekeninghouder en het rekeningnummer in. • Klik op ‘opslaan’.

Goed verzekerd in de winter Heb je een reisverzekering afgesloten via de NKBV en weet je niet precies waarvoor je verzekerd bent? Dan kun je de details terugvinden in de polisvoorwaarden. Deze vind je op nkbv.nl/verzekering/reisverzekering. In het kort komt het erop neer dat de verzekering het klim- en bergsportrisico dekt, maar dat het ook een ‘gewone’ reisverzekering is met werelddekking. Je bent dus ook goed verzekerd als je op een sportieve rondreis gaat, of een relaxte strandvakantie hebt geboekt. Off-pisteafdalingen en -tochten zijn ook verzekerd. Daarbij maakt het niet uit of je zelfstandig gaat, of onder begeleiding van een professional. Ga je off-piste, zorg er dan wel voor dat je goed geïnformeerd bent over de lokale beperkingen en verboden, dat je de regels van het gebied in acht neemt, dat je de gevaren kent en weet hoe je risico’s kunt vermijden. Neem je bewust of onbewust toch een risico waarbij de kans op schade aanmerkelijk is, dan kan dat van invloed zijn op de verzekeringsdekking. Kijk op nkbv.nl/verzekering/reisverzekering voor alle details.

Volg de NKBV op social media, tag ons en praat mee! De leukste posts of reacties plaatsen we in deze rubriek.

Marcel Besemer Was 6 jaar, lag met koorts in bed, keek vanuit bed naar de wolken en zag daar bergen in. Vanaf dat moment wilde ik bergbeklimmer worden. Mijn ouders steunden dit idee niet maar ben op mijn 15e (1975) begonnen: Alpen, Schotland, Himalaya, Pakistan, Kazachstan, Patagonië, Nieuw-Zeeland, USA. Mooie avonturen maar m’n knieën willen niet meer naar beneden…

Renate van den Bragt Mijn ouders hebben hun bergenliefde aan mij doorgegeven! Als kind in de zomer altijd ruim 3 weken op huttentocht, wat een avontuur! Fantastisch om dezelfde hutten nu met onze eigen kinderen te bezoeken én, zoals deze zomer, ook weer een paar tochten met mijn ouders er bij.

#NKBV Martin de Bie Sy… Tukhut. Lang geleden. 1980 voor het eerst geklommen daar op bergschoenen en een staalborstel.

Jacqueline Keuning Heerlijk. NKBV basiskamp. Jammer dat het volgens het weerbericht vanaf dinsdag veel gaat regenen. Moest verboden worden! Dus nu heel veel genieten van mooie wandelingen en eind van de week stadjes bezoeken.

Pirmin Olde Weghuis Wellicht wel de reden om lid te worden van de @NKBV. Jaarlijks draagt de vereniging bijna een half miljoen euro bij aan een fonds voor onderhoud en verduurzaming van berghutten en paden in de Alpen.

Lodi Super leuk! Ik klim al zo’n 40 jaar met mijn vader en heb mijn man in de klimhal ontmoet. Nu klimmen onze kinderen ook. Ook echt een familiehobby.

@ _ NKBV @Leon Huijsmans Dag 14: München -> Venetië #münchen-venedig #traumpfad #traumpfadmünchenvenedig #alps #mountainadventures #nkbv #ochtendgloren

@guus_schuur Pizaatje en weer door voor etappe 2! #nkbv #entreves #bijzondergoed #powderguides #jouwzomercursusbeginthier

@ik wil meer hiken

ALTAVIA1-DAG5 Rifugio Città di Fiume - Rifugio Tissi Afstand: 14.6 km Hoogtemeters: 1019 m Meters dalen: 687 m Wandeltijd: 07:30 u Moeilijkheid: 2/5

tag ons op social media #hoogtelijn #NKBV

HOOGTELIJN 5-2021 |

83


Vierdaagse tocht door de centrale Pyreneeën

Oude sporen Het is nog juni, maar de zon brandt al alsof het augustus is. De laatste winterse sneeuw smelt in hoog tempo en vult de beekjes tot de rand. De seizoenen kruipen steeds sneller tegen de hellingen omhoog en we zijn blij dat we de snikhete vallei verlaten. Tekst en beeld Frank Husslage

W

e lopen in de voorjaarszon tussen eindeloze bloemenvelden. Monnikskap en alpenroosje schilderen de beekoever blauw en roze, felgele narcissen staan overal op de almen en we hebben het geluk dat we zelfs de spectaculaire Turkse lelie zien. Het is een van de bijzondere dingen van de bergen in de vroege zomer: je kunt drie seizoenen op één dag beleven. We wandelen vanuit Lurgues in de Aulonvallei in de centrale Pyreneeën, voor een vierdaagse tocht over oude sporen. Om precies te zijn: over onze eigen sporen die we hier in 1988 achterlieten, tijdens onze eerste bergvakantie ooit. Destijds wisten we niets van bergwandelen, buitensportkleding of alpiene veiligheid. Als behoeftige studenten hadden we vrijwel alle schamele uitrusting geleend. We leefden vijf weken boven, wildkamperend in een klein tentje. Eens per week gunden we onszelf een camping, die we ons eigenlijk niet konden veroorloven, om boodschappen te doen en een keer warm te douchen. De leercurve was soms erg steil, maar nog vaak heb ik plezier van ervaringen die ik toen opdeed. We waren hier eerder, maar ik ontdek dat mijn geheugen niet zo betrouwbaar is als ik altijd dacht. Of hoopte. De vallei ziet er grotendeels niet uit zoals ik me die herinner. Een van de verschillen is echter als verwacht. Waar het landschap destijds in augustus dor en bruin was, wandelen we nu in een weelderig groene voorjaarsvallei. Terwijl we stijgen, komt ons hoogste punt voor

84 | HOOGTELIJN 5-2021

Er ligt 30 jaar tussen deze foto en de foto hieronder, maar het boompje staat nog steeds.


Alpenroosjes kleuren de beekoever roze.

Aan het eind van de dag wacht onze beloning: een droombivak met prachtig uitzicht.

vandaag in zicht. En ik zie iets anders dat bekend is: de Col de Bastan herken ik al van verre aan de kleine boom naast de pas. Alsof de tijd dertig jaar heeft stilgestaan, is er nog steeds dat accent dat een plaatje erg fotogeniek maakt.

Zoals het hoort De laatste meters naar de pas zijn nu niet zo eenvoudig als ze over een paar dagen zullen zijn. Een forse sneeuwluifel blokkeert nu nog de laatste meters. Een pickel zou niet alleen erg nuttig zijn geweest, maar zou deze passage ook een stuk veiliger hebben gemaakt. Vanaf de pas betreden we een andere wereld, een wereld bespikkeld met veel kleine meertjes en paar giga-grote stuwmeren. Col de Bastan is een van de toegangspoorten tot het nationaal park van de Néouvielle-meren, een van de meest bezochte streken van de Pyreneeën. In de zomer is het gebied erg druk, maar in andere seizoenen kun je nog steeds al het moois van een onbewoonde bergwereld tegenkomen. De enige families die we ontmoeten, zijn grote gemzenfamilies. Na een korte afdaling parkeren we ons tentje op een nog winters bruine alm. Vandaag is onze tijdelijke woonplaats de enige. Twintig minuten verderop, bij Refuge de Bastan, zijn wat wandelaars die de voorkeur geven aan de luxe van een bed, een geserveerde maaltijd en een duur glas wijn. Wij genieten van de stilte voor de storm. Over twee weken zal deze alm drukbelopen zijn door

Col de Bastan is een van de toegangspoorten tot de meren van Néouvielle.

wandelaars die in een niet aflatende processie de GR10 volgen, het beroemde langeafstandspad tussen de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Nu is het leven zoals het voor mij hoort te zijn. Stilte alom, een late gier zweeft met zacht fluitende vleugels boven ons, een sprookjesachtige nevel stijgt op uit het meertje naast ons en ontelbaar veel sterren prikken een voor een de vallende nacht aan de hemel vast.

We leefden vijf weken boven, wildkamperend in een tentje Het opstaan de volgende ochtend is bijna perfect, als ons roerloze meertje een koude, heldere lucht weerspiegelt. Het zou echt perfect zijn geweest, als we hadden geslapen tot de zon boven de bergen was opgekomen, vóór onze eerste kop koffie. In de schaduw is het nu vrieskoud. Vandaag lopen we rondom Pic de Bastan. Niets bijzonders, gewoon om van de omgeving te genieten. Om het wandelen lichter te maken, hadden we de meeste van onze spullen bij de hut kunnen achterlaten. Maar in de afgelopen dertig jaar

HOOGTELIJN 5-2021 |

85


Foto links Vochtige oevers zijn bezaaid met talloze vlinders. Foto onder De enige families die je tegenkomt, zijn grote gemzenfamilies.

De Hourquette de Caderolles is een probleemloze bergpas.

hebben we onszelf leren kennen. Bij ongeveer de helft van onze bergwandelingen veranderden onderweg onze plannen en eindigden we op een plek die we niet hadden gepland. En dan is het geen goed idee als je spullen aan de andere kant van een berg liggen.

Sneeuw Een gemakkelijke wandeling over een weinig bezocht pad leidt door een klein dennenbos. Later passeren we een heel stel idyllische kampeerplekken aan prachtige oevers, die ook nog eens bezaaid zijn met tientallen vlinders. En eindelijk brengt de route ons terug naar de sneeuw. Terug naar veel sneeuw. De Hourquette de Caderolles levert nog geen problemen op. Maar na afdaling naar Lac de la Hourquette ziet de sneeuw in de Col de Port-Bieilh boven ons er serieus uit. Het is echter al laat in de middag. De sneeuw is boterzacht en het enige risico is dat onze voeten nat worden. En dat is precies wat er het komende half uur gebeurt. En niet alleen mijn voeten. De sneeuw is zo zacht, dat ik af en toe heupdiep tussen rotsen beland. Het grootste gevaar is om onze enkels te verzwikken. De klim en afdaling zijn verder wat ongemakkelijk, maar niet bijzonder. De beloning is een droombivak in dezelfde vallei van waaruit we vanochtend vertrokken.

Ervaring De volgende ochtend had perfect kunnen zijn, met onze tent zo opgezet dat de zon hem twee uur eerder dan gisteren zou hebben bereikt. Dat wil zeggen: als er vandaag geen wolken waren geweest. Na weer een ontbijt-in-donsjas-en-muts verlaten we vandaag de grotere paden en gaan richting het hart van het

Een adder haast zich weg, net voordat we gaan zitten 86 | HOOGTELIJN 5-2021

Réserve naturelle nationale du Néouvielle. Je mag hier vrijuit wandelen, maar bivakkeren is ten strengste verboden, behalve op een daarvoor bestemde plek naast een parkeerplaats. Nadat we de Lacs de Bastanet en Laquet de Coste Oueillère zijn gepasseerd, waar we gisteren al waren, komt de zon terug. De sporen in de richting die we willen gaan, verdwijnen in het puin. Ons doel is echter duidelijk zichtbaar, we willen naar de bergkam zuidoostelijk onder de Pic d’Estibère. Onze langdurige ervaring biedt een goed alternatief voor de in het puin verdwenen sporen. Langzaam diagonaal stijgend bereiken we de kam en daarmee het volgende prachtige uitzicht op tientallen bergen, schaars gekleed in de laatste restjes wintersneeuw. Tweehonderd meter lager nodigen spiegelende meertjes ons uit om onze nacht aan hun oevers door te brengen. In de afgelopen drie decennia is de wereld veranderd. Toen we dertig jaar geleden in deze regio waren, sloegen we onze tent op waar we maar wilden en maakten we ons niet druk over ge- of verboden. Als we een uitnodigende plek vonden, kampeerden we daar gewoon. We lieten hem toch net zo schoon achter als we hem vonden? Nu zien we een perfect plekje, pal naast het meer met een paar mooie rotsen om tegenaan te zitten en dat alles midden in een prachtig berglandschap. Ik weet dat we het ook, net als vroeger, zullen achterlaten alsof er nooit iemand was. En toch mag het niet…

Plaag We zijn in het gezelschap van duizenden en duizenden muggen. Meestal verpesten ze de avonden van mijn maatje. Maar nu zijn ze niet tevreden met alleen haar gek te maken, ze hebben zelfs trek gekregen in mijn slecht smakende bloed. Dit is niet de superplek die het leek. Het noemen van deze muggenplaag bij de ingang van het reservaat is wellicht effectiever in het voorkomen van illegale bivakken dan alle verbodsborden tezamen.


Eenmaal onderweg is het leven al snel weer goed.

Gebiedsinformatie Bereikbaarheid

De volgende dag in de wind is het goed om weer op pad te zijn. De muggen zijn terug naar waar ze horen en wij genieten van een onbewolkte ochtend. Het leven is weer goed. En dit goede leven brengt ons simpel bij Col d’Aumar. Tegenover ons is Pic de Néouvielle een indrukwekkende reus, met zijn markante oostgraat die recht op ons lijkt af te komen. Al snel maakt Lac d’Aumar een perfecte spiegel voor deze indrukwekkende berg. Naar dit meer pendelen autobussen vanaf Refuge d’Orédon. Dagjesmensen kunnen zich hier laten afzetten om terug te lopen via wat ooit een prachtige, ongerepte vallei was. Wat blijft er over van dat ‘ongerepte’, met de duizenden mensen die dit elke zomer doen?

Skihellingen We volgen voorlopig de GR10. In iets meer dan een uur brengt deze ons over een bijna horizontaal pad naar Col d’Estoudou, waarna een bezoek aan het 400 meter lager gelegen Lac de l’Oule ons naar de tegenovergelegen kam brengt. Daar loopt de GR een uur lang over afgeragde skihellingen naar de parking op Col de Portet. Dat laatste uur is meteen ook deel van een beroemde, min of meer vlakke dagwandeling naar Refuge de Bastan, dus verwacht hier niet alleen te zijn.

Ons startpunt is niet met openbaar vervoer bereikbaar. Je kunt wel goed beginnen vanuit Saint-Lary-Soulan, een wintersportdorp met alle nodige voorzieningen. Saint-Lary-Soulan ligt op zo’n 1400 kilometer rijden vanaf Utrecht. Met openbaar vervoer is het bereikbaar met de trein via Toulouse naar Lannemezan en vanaf daar verder met de bus, een reis van zo’n 18 uur.

Kaarten

IGN Rando éditions Pyrénées 04, Bigorre, 1:50.000. IGN 1748ET, Néouvielle, 1:25.000

Gidsje

Walks and climbs in the Pyrenees door Kev Reynolds, Cicerone, editie 2019, ISBN 9781786310538.

laatste mokken koffie overzien we het hele resterende traject naar de auto. Vanaf nu gaat het alleen nog naar beneden. De rugzakken zijn nu leeggegeten en we zijn lekker ingelopen, een snelle afdaling van driehonderd meter brengt ons dus vlot terug naar onze eigen sporen van drie dagen geleden. Nog maar twee uur naar onze auto en een warme douche. We lopen weer recht onder de Col de Bastan. Het kleine boompje staat nog steeds op de top, klaar voor de komende dertig jaar.

De Col de Bstan is van verre te herkennen aan de kleine boom naast de pas.

Al snel na Col de Portet zijn we weer helemaal op onszelf. We kunnen nu rechtsreeks tussen de koeien door afdalen naar onze auto, maar we geven de voorkeur aan een uitdagender en veel mooiere route. Van Col de Portet gaan we eerst naar Fontaine de l’Avacys en van daaruit horizontaal naar Crête de Hours. Lopend via schapenpaden is de helling onder ons steil, maar hij wordt nooit gevaarlijk. Het is een lange helling die op een leuke manier vertekent. De schapen pal onder ons lijken écht veel groter dan de koeien een paar honderd meter lager. Vanaf het einde van de Crête is er weer een duidelijk gemarkeerd pad, waarlangs we nog een prima picknickplek vinden. Een adder haast zich weg, net voordat we gaan zitten. Oeps! Bij de

HOOGTELIJN 5-2021 |

87


Onder redactie van Frank Husslage en Ico Kloppenburg

gespot

Volg @hoogtelijn op Twitter voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.

Tramily Na het lezen van The Great Alone, de Engelstalige versie van Tim Voors’ boek Alleen, over de Pacific Crest Trail (gerecenseerd in Hoogtelijn 5, 2019), keek ik uit naar zijn volgende boek. Dit keer las ik de Nederlandse versie, Niet Alleen, uitgegeven door Fontaine Uitgevers. Hoezeer ik ook probeerde beide titels niet met elkaar te vergelijken, ontkwam ik daar niet aan. Ik had genoten van The Great Alone, prachtig uitgegeven door Gestalten. Een lust voor het oog en fantastisch om te lezen. In Niet Alleen, Voors’ reisverslag van de ruim 3000 kilometer lange tocht dwars door Nieuw-Zeeland, de Te Araroa Trail, neemt hij ons opnieuw mee op pad, maar dit keer werd ik minder overweldigd. Is het omdat ik zijn Engels fijner vind lezen? De uitgave mooier vond? Of is het omdat we in The Great Alone meer worden meegenomen in het hoofd van Voors die de 4000 kilometer van de PCT grotendeels in zijn eentje aflegde? Toen kreeg ik een inkijk in zijn ziel, in zijn angsten en onzekerheden. Dat miste ik nu. Niet Alleen is bovenal een reisverslag, van dag tot dag lopen we met hem mee, we zien het ruige landschap en ruiken de geur van ongewassen oksels en sokken. Een monstertocht door modder, kolkende rivieren en hevige regenbuien. Dit keer vormt Voors al snel een tramily, een trail family met de Nederlandse Sunny en Duitse Unicorn. Met hen leert hij het voordeel van samen lopen, of alleen lopen maar weten dat je elkaar snel weer treft. Er ontstaat een waardevolle en hechte vriendschap die een belangrijke stempel drukt op zijn Te Araroaervaring. Niet Alleen pakte mij minder, maar het is vast een feest van herkenning voor wie de trail heeft gelopen, en een vlot lezende informatie- en inspiratiebron voor wie overweegt dat te doen. [Femke Welvaart]

Niet Alleen – Een avontuurlijke voettocht door Nieuw-Zeeland, Tim Voors Fontaine Uitevers (2021), fontaineuitgevers.nl ISBN 9789464040647 € 22

Uitgezworven Het Bivacco Chentre Bionaz is bij veel Nederlandse bergsporters beter bekend als het Bivacco Valpelline; een van de schaarse van oorsprong Nederlandse berghutten in de Alpen. Geestelijk vader van dit onderkomen, Arjen Bakermans, schreef een boek over het ontstaan van het bivak: Als een kind wil zwerven. Open en persoonlijk schetst hij hoe een goed afgelopen bergsportongeluk een scherpe wending geeft aan zijn leven. Bakermans verruilt zijn leraarschap voor een succesvol kunstenaarsbestaan, waarbinnen hij nog steeds zo veel mogelijk avontuurlijke berg-

tochten onderneemt. Deze combinatie van kunstenaarschap en bergsport culmineert uiteindelijk in de genoemde hut. Hoewel de vertelling soms ver uitgesponnen is en zijpaden niet schuwt, krijgt de lezer uiteindelijk een goed beeld van de ontstaansgeschiedenis van het bivak. En ook van de tijd daarna, als Bakermans de pelgrimstocht beschrijft, die hem van zijn huis in Nederland naar zijn thuis in Noord-Italië brengt. [Frank Husslage] Als een kind wil zwerven, Arjen Bakermans Uitgeverij Mooi Mens (2021), schrijverijmooimens.nl ISBN 9789080547605 € 22,50

Klimplezier en meer De klimgids Dolomiti new age draagt als ondertitel 130 bolted routes up to 7a. Wie denkt met dit boek 130 volgeboorde plaisirroutes in de rugzak te steken, komt echter van een koude kermis thuis. Een klein deel van de beschreven routes is inderdaad als zodanig te betitelen, maar het grootste deel bestaat uit terrein waar je tussen de geboorde standplaatsen zelf inventief moet kunnen omgaan met eigen protectie. Uiteindelijk zitten er zelfs een paar ronduit alpiene routes bij. Wat geen reden is om als enthousiaste Dolomietenaspirant het boek maar te laten liggen. Naast goede informatie over hutten en toegankelijkheid van de routes in de Brenta, Catinaccio, Marmolada, Sella, Falzarego, Tofane, Cinque Torri en nog wat kleinere

gebieden, informeert auteur Alessio Conz per route over de technische moeilijkheid, commitment en het alpiene gehalte ervan. Dit alles uiteraard aangevuld met foto’s en routeschetsen. Voor de dagen dat je vingers mogen herstellen van het ruwe dolomiet heeft hij ook nog de nodige verhalen over lokale klimhelden en prachtige, inspirerende klimfoto’s opgenomen. [Frank Husslage]

Dolomiti new age, Alessio Conz Versante Sud (2020), versantesud.it ISBN 9788855470179 € 35

In de voetsporen van Grandma Gatewood Tim Voors op de Bergsportdag

Wil je Tim Voors horen vertellen over de Te Araroa Trail en hoe hij zich heeft voorbereid? Kom op 6 februari naar de Bergsportdag in het NBC in Nieuwegein en luister naar zijn verhaal. Kijk voor het volledige programma op bergsportdag.nkbv.nl.

88 | HOOGTELIJN 5-2021

Jessica ‘Dixie’ Mills is een vlogger uit Alabama met een YouTubekanaal onder de naam Homemade Wanderlust. Ze raakte gefascineerd door het verhaal van Grandma Gatewood. Deze moeder van 11 kinderen was al 67 toen ze in de jaren 50 als eerste vrouw de Appalachian Trail liep. En dat niet één, maar drie keer. Op internet is veel over haar te vinden, maar Dixie wilde weten hoe het zou zijn om met het materiaal van Grandma de wandeling te maken. Scan de QR-code of ga naar bit.ly/3ub65gJ en zie hoe dat ging.


Kijk voor meer informatie over Sy en een video van het gebied op de NKBV Tochtenwiki: nkbv.nl/sy.

Het bitter van de eenzaamheid Na het enorme succes van de Italiaanse schrijver Paolo Cognetti met De acht bergen, waarvan meer dan 250.000 exemplaren zijn verkocht, viel De buitenjongen, dat hij al eerder had geschreven, niet mee. Zijn Nepalese reisboek Zonder de top te bereiken, losjes gebaseerd op De sneeuwluipaard van Peter Matthiessen, beloofde ook meer dan de Italiaan waarmaakte. In Het geluk van de wolf is de ’oude’ Cognetti weer terug. Aantrekkelijk geschreven, beeldend, ook voor wie de bergen niet kent. Hij strooit met mooie zinnen als “Genietend van het zout van de vrijheid en kauwend op het bitter van de eenzaamheid”, in een verhaal waarin de hoofdpersoon Fausto, ook hij is schrijver, in de bergen een nieuw bestaan zoekt. Cognetti situeert zijn verhaal in en rond de Monte Rosagroep, waar hij goed zijn ogen de kost heeft gegeven. Fausto is uitgekocht na een scheiding en leeft in het bergdorp Fontana Fredda. Daar ontmoet hij onder anderen de vrijdenker Babette van het restaurant De tafel

van Babette, die hem zonder enige ervaring aanneemt als kok. En hij raakt verliefd op serveerster Silvia die haar stadse bestaan verruilde voor haar droom, een hut hoog in de bergen. De eerste stap is een slopende zomer in de hooggelegen Refugio Quintino Sela al Felik. Fausto zoekt haar daar vaak op, nadat hij het middagmaal heeft gekookt voor houthakkers die ver van de bewoonde wereld werken. Hij geniet van de natuur, de bergen, de beesten en hij leeft op als hij droomt over een toekomst voor hem en Silvia. Hij bedenkt een plan… [Peter Daalder]

Het geluk van de wolf, Paolo Cognetti De Bezige Bij (2021), debezigebij.nl ISBN 9789403149011 € 21,99

Zijn topklimmers bang om te vallen? Je ziet het vaak in filmpjes: topklimmers die setjes overslaan en flinke voorklimvallen maken alsof het niks is. Zijn ze dan echt niet bang? Het YouTubekanaal Hard is easy vraagt het Stefano, David, Miho en een aantal andere pro-klimmers. De antwoorden verschillen, maar ze zijn het over twee dingen eens: oefen en heb geduld. Zoek via bit.ly/2ZyIF9X of scan de QR-code.

Nieuwe topo Sy

De rotsen van Sy waren vroeger voor Nederlanders de plek bij uitstek om de eerste stappen in de rots te zetten. Door sluiting 15 jaar geleden, raakte het gebied in de vergetelheid, maar sinds vorig jaar kun je er weer volop klimmen. De meeste routes zijn herbehaakt en er zijn zelfs nieuwe routes ingericht. Harald Swen en Tim van der Linden schreven een nieuwe topo van het gebied. Klimgids Sy, Tim van der Linden en Harald Swen NKBV (2021), nkbvwebshop.nl/WebwinkelProduct-796692959/Topo-Sy.html € 19,95

Ode aan een alpinist Marc-André Leclerc verdween op 5 maart 2018, samen met zijn klimpartner in Alaska. Ze hadden net een nieuwe route geopend in de noordwand van de Mendenhall Towers en hun lichamen zijn niet gevonden. De documentaire The Alpinist gaat over zijn leven en is al vanaf 10 september in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk te zien en vanaf 13 januari 2022 in Nederland. De trailer bekijk je via bit.ly/3i3WlAf (of scan de QR-code) en belooft veel goeds, maar het is dus nog even wachten tot de volledige film in Nederland te zien is.

Wandelzelfhulpboek voor beginners Back to Nature, Avontuurlijk wandelen in Nederland. Terug naar je eigen natuur is eerder een zelfhulpboek dan een wandelgids. Ook omdat de prachtige uitgave met harde kaft en veel foto’s het boek niet echt tot een handzaam zakgidsje voor onderweg maakt. De auteurs, Eva Spigt en Nicola Dow, zijn twee jonge meiden die na een burnout van de een en een ziekbed van de ander het wandelen hebben ontdekt. En dat willen ze overdragen. Ze beschrijven hoe goed wandelen is, waar je kunt beginnen, wat je mee moet nemen en waar je kunt slapen. De wandelingen van 0,8 tot 22 kilometer zijn relatief

kort, met door Nivon gedoneerde wandelkaarten, die je kunt downloaden. Verder worden de pagina’s vooral gevuld met overpeinzingen en verhalen over persoonlijke ontwikkeling, recepten en meditatieoefeningen. Dat is ook het doel, schrijven de auteurs. Maar daar moet je wel van houden. Back to Nature is vooral geschikt voor de jonge hippe beginnende wandelaar die het lopen in de natuur nog moet ontdekken en dat graag wil combineren met persoonlijke ontwikkelmissies, wildplukken en het leren maken van brandnetelpesto en berkenbastpleisters.

Het boek probeert ook informatief te zijn, maar dan is het jammer dat er fouten in staan. Zo behoort wel de Waddenzee, maar niet het eiland Texel – of elk ander eiland – tot het UNESCO Werelderfgoed. [Manon Stravens ] Back to Nature – Avontuurlijk wandelen in Nederland. Terug naar je eigen natuur, Eva Spigt en Nicola Dow Spectrum (2021), unieboekspectrum.nl ISBN 9789000376445 € 20,99

HOOGTELIJN 5-2021 |

89


vooruitblik

Hoogtelijn 1-2022 verschijnt 11 februari

Colofon Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.

Redactie

Peter Daalder (hoofdredacteur) Femke Welvaart (eindredacteur) Rinske Brand, Mirte van Dijk, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Rien Jans, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Florian van Olden, Manon Stravens, Eva van Wijck.

everest 2021 is de hele waarheid goed genoeg?

Vaste medewerkers

winter

dol op sneeuw

Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (illustraties).

Redactieadres

NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl, hoogtelijn.nl

Advertentie-exploitatie

Patrick Baars Postbus 225, 3440 AE Woerden 0348-484066/06-18653645 patrick.baars@nkbv.nl

Productie en vormgeving

Studio ManagementMedia, Hilversum Anita Baljet, Johanna Baptist

Druk

Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 41.000 ISSN: 1387-862X

Los abonnement

Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 29,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.

Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging

gedachtes

duik in het hoofd van een alpinist

interview

arnold coster

90 | HOOGTELIJN 5-2021

Bellen 0348-409521 Bezoeken Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Schrijven Postbus 225, 3440 AE Woerden Fax 0348-409534, info@nkbv.nl Betalen Bank: IBAN NL84RABO0161417213 BIC RABONL2U


BERGSPORTDAG 6 FEBRUARI 2022

Save the date De Bergsportdag is de start van je volgende bergsportvakantie. Of je nu wilt bergwandelen, klimmen, trailen, of bergbeklimmen: er is voor iedere bergsporter genoeg te beleven. Spijker je kennis bij, laat je inspireren, wissel verhalen en ideeën uit en plan je volgende vakantie. Vanwege de coronamaatregelen is er een registratieplicht. Ga voor meer informatie over de Bergsportdag en om je te registreren naar bergsportdag.nkbv.nl bergsportdag.nkbv.nl..

KONINKLIJKE KLIM- EN BERGSPORTVERENIGING | NKBV.NL


INFINITY ALPINE JACKET

MASTERS OF INSULATION De zwaarste dagen zijn vaak de meest lonende. Als de weersvoorspelling somber is, kun je dus maar beter je Infinity Alpine-jack inpakken. Dit winddichte donsjack beschermt je tegen barre weersomstandigheden dankzij de combinatie van het nieuwe GORE-TEX INFINIUM™ WINDSTOPPER® materiaal met ethisch verantwoord ganzendons. WWW.RAB.EQUIPMENT


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.