Hoogtelijn nummer 1 februari 2010

Page 1

W W W. N K B V. N L | F E B R U A R I 2 0 1 0 | N R 1

HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging

Programma

Bergsportdag 14 maart

Toerskiën op en om de Lautaret Rondje Osttirol te voet Interview: mijnwerker en klimmer Andy Cave




4

|

HOOGTELIJN 1-2010

d de boer

Inhoud De Vereniging

6

Op de Hoogte

7

Bergsportdag

12

Parelketting Osttirol

14

Check?Check!

19

Klimmen op Kebab

20

Gesteentequiz

24

wordt altijd het centrale punt. De naklimmer 3 Het lusje in de voorbereide bandlus vormt mastworp in de back-uphaak De bandlus wordt met een backover deze centrale lus gezekerd. achter de mastworp in de inhangen van de ‘losse lus’ zo dat de gefixeerd. Belangrijk is het gaat slippen, voorkom je mastworp bij extreme belasting afgebeeld) upkarabiner. Wanneer de voor de zelfzekering (niet uit de karabiner. De mastworp losschiet direct in de ook geheel bandlus worden, maar iner in het centrale lusje ingehangen kan met een schroefkarab iner linksboven). Dit schroefkarab de geval dit haak (in schroefkarabiner in de belaste iner. schroefkarab een bespaart

E BANDLUS RIJVERANKERING MET VOORBEREID de rijverankering met de voorbereide In afbeelding 3 is te zien hoe haak die het In de onderste haak (of de bandlus wordt opgebouwd. schroefkarabelasting zit) wordt met een meest in de richting van de van de rijverankeringsbandlus biner het voorgeknoopte lusje schroefkamastworp kan ook in deze ingehangen. De zelfzekerings de worden beide strengen van Vervolgens worden. gelegd rabiner De lus afgeknoopt met een mastworp. bandlus in de back-uphaak iback-upkarab dezelfde in óók komt die achter de knoop overblijft, ner te hangen. in lengte omdat deze zich gemakkelijk De mastworp is erg praktisch, belastinkan een mastworp bij extreme laat verstellen. Bovendien de backer minder kracht komt op gen doorslippen, waardoor strak staan, de back-up moet enigszins uphaak. De bandlus naar systeem ontstaat. De gebruikte zodat er geen speling in het te zijn, hoeft geen schroefkarabiner karabiner in de back-up haak de karabiner is. omdat het geen levensdragen

VAN HOOFDTOUW RIJVERANKERING MET GEBRUIK opgemet gebruik van het hoofdtouw De rijverankering kan ook is dan niet 4). De voorbereide bandlus bouwd worden (afbeelding nadelen: en veilig, maar heeft twee nodig. Deze techniek is snel noodgevallen van het zekersysteem. In • De zekeraar is onderdeel systeem zekeraar moeilijker uit het kan dit lastig zijn, omdat de kan ‘ontsnappen’. één van erg omslachtig wanneer slechts • De standplaatswissel is hebt, Wanneer je te weinig materiaal beide klimmers voorklimt. uitkomst bieden. kan deze techniek echter de op te bouwen, wordt achter Om het systeem met het hoofdtouw mastworp in hoofdtouw met een tweede zelfzekeringsmastworp het rijverankede aan gelijk is principe Het de back-uphaak bevestigd. ring met voorbereide bandlus.

6 Voor beginnende de klimmers is het beter om voorklimmer over het centrale de punt te zekeren. Wanneer rijverankering met het is het klimtouw is opgebouwd, belangrijk dat de voorklimzekering aan de dichte kant van de schroefkarabiner ingehangen wordt. Bij gebruik van een voorbereide bandlus in komt de voorklimzekering ING BIJ GEBRUIK VAN DE RIJVERANKER punt (geknoopte VOORKLIMMER ZEKEREN vertrekt, zijn er het centrale weer vanaf een standplaats lus) te hangen. Wanneer de voorklimmer twee opties: voor de zekeringsmethode

BOORHAAK STANDPLAATS MET ÉÉN is, zekerpunt (boorhaak) voorhanden Ook als er maar één solide De standplaats moet hiervoor wordt de rijverankering toegepast. extra zekering, tenzij de aanwezige uitgebreid worden met een dienen. Wanneer deze alleen als stand kan boorhaak zó solide is dat bóven de of friend is, is het beter deze de extra zekering een nut wordt de boorhaak als geval dat In brengen. te boorhaak aan belast, en dient de zelfgeplaatste onderste punt honderd procent geslagen naast de boorhaak nog een zekering als back-up. Is er deze in de rijverankering betrokken. haak aanwezig, dan wordt

• zekeren over het lichaam over beter niet vanaf een standplaats Beginnende klimmers kunnen moet ervaren zijn in het houden het lichaam zekeren. De zekeraar moet in ouding van beide klimmers van vallen, en de gewichtsverh is dan meer dan 20 kg zwaarder orde zijn. Wanneer de voorklimmer belang af te raden. Verder is het van de zekeraar, is deze techniek de vertrekt de back-uphaak van om vóórdat de voorklimmer g in te hangen (de zogenaamde standplaats als eerste tussenzekerin grote, bij een val een eventuele dummy runner). Dit voorkomt het lichaam van de zekeraar. gevaarlijke kracht direct op een iets kan de zekeraar het beste Bij zekering over het lichaam gaan en direct onder de standplaats langere zelfzekering hebben stand zal tussen de zekeraar en de hangen. Door de grotere afstand g worden tegen de eerste tussenzekerin de zekeraar zo minder snel 5). (afbeelding val voorklimmers getrokken bij een punt in de standplaats • zekeren over het centrale punt in de is zekeren over het centrale Voor beginnende klimmers techniek. Ook bij groot gewichtsverstandplaats de aan te bevelen beter voorklimmer is deze techniek schil tussen de zekeraar en (afbeelding 6).

vormt het de rijverankeringsbandlus Het voorgeknoopte lusje in waaraan de na- en de voorklimmer centrale punt van de standplaats gezekerd kunnen worden. l in een bandlus het bandmateriaa Er wordt wel gezegd dat knopen is verwaarloosbaar. Ook met verzwakken, maar die verzwakking (› 15 kN) om veilig genoeg sterk dan meer knopen is een bandlus ingezet te worden.

27

Kinderen motiveren

28

Focus

34

Interview: Andy Cave

36

Sleefietsen

42

Toerskiën op de Col du Lautaret

44

Veiligheid in de bergsport

49

Lawinegevaar

50

Gemarkeerd

54

En Route

56

Hoog boven de Königssee

58

Markt & Material

62

Recensies & Signalementen

64

Vooruitblik

66

• het geven van een blok of gemakkelijk

4 Rijverankering met gebruik van het hoofdtouw. De zekering de voor de naklimmer moet bij karabiner van de zelfzekerings mastworp ingehangen worden, aan de ‘dichte’ kant van de

5 Wanneer bij een rijverankering over het lichaam zekert moet de zelfzekering langer en gespannen zijn. In de backuphaak wordt direct de

touwsteun

er gekozen van de gebruikte punten kan Afhankelijk van de soliditeit 8) met krachtendriehoek (afbeelding worden voor een gefixeerde geen richel Ook op standplaatsen waar meer dan twee vaste punten. hangen en de zekeraar volledig moet voorhanden is om op te staan is deze methode aan te bevelen. in de standplaats (hangrelais), cm of wel voldoende lang zijn, 180 De gebruikte bandlus moet 240 cm. COMBINEREN VAN TECHNIEKEN mogelijk om meer vaste punten is het ook Bij het gebruik van drie of er mag Hierbij gelden twee grondregels; technieken te combineren. bandlus of touw) in het systeem geen speling (slap hangende dat direct in een centraal punt gecreëerd ontstaan en er wordt altijd punten (afbeelding 9). contact staat met de vaste

ook of bij een hangrelais kunnen 8 Bij dubieuze vaste punten krachtendriemiddel van een gefixeerde drie of meer punten door (180Hiertoe wordt een lange bandlus hoek verbonden worden. mm) kevlar- of dyneematouw (6-7 240 cm) of een lang stuk punten besparen kunnen in de vaste gebruikt. Om materiaal te stuk kevlarworden. Wanneer een lang snappers (setjes) gebruikt zekerpunten de wordt, kan dit direct door of dyneematouw gebruikt afbeelding). geknoopt worden (linker

7 De ‘gefixeerde krachtendriehoek’. afgebeeld) Zowel de zelfzekering (niet in het als de partnerzekering wordt de bandlus geknoopte lusje onderin gehangen.

• touwhandeling moeilijker • moeilijk om de voorklimmer touwsteun te geven

een blok of

• minder dynamische zekering

• dynamische zekering • bij voorklimmersval kan wand getrokken worden

is 90 graden.

zekering over centraal punt

lichaamszekering • touwhandeling gemakkelijk

Balanceren op het slappe koord

HAKEN OF EIGEN ZEKERING STANDPLAATS OP GESLAGEN nuts en louter geslagen haken en/of Omdat bij het gebruik van kan de verschillende punten uiteen friends de breeksterkte van In dat andere techniek toe te passen. lopen, is het van belang een over de verschillende vaste geval is het wenselijk de krachten Deze bandlus van 120 of 180 cm. punten te verdelen met een (afbeelkrachtendriehoek genoemd techniek wordt de gefixeerde klassieke krachtenachterhaalde inmiddels ding 7) . Hij lijkt op de de gebruikte als groot verschil dat onderin driehoek (Ausgleich), met heeft als wordt gelegd. Deze knoop bandlus een knoop (zaksteek) punten te uitbreken van één van de functie de krachten bij het

van de een centraal punt in de vorm beperken en creëert direct groot lus moet ongeveer drie vingers ontstane lus. De geknoopte de zelf- als karabiners in passen. Zowel zijn, er moeten drie tot vier De hoek in deze centrale lus ingehangen. de partnerzekering wordt gelegde knoop mag maken onderin bij de die de bandlus maximaal

zekeraar tegen de

• zekeraar is onderdeel van

de zekeringsketen

• zekeraar kan niet tegen worden

de wand getrokken

• zekeraar is geen onderdeel keten

van de zekerings-

9 Soms kan het praktisch zijn technieken in de linker te combineren. De standplaats van een afbeelding is een combinatie oek en een gefixeerde krachtendrieh setje. Rechts rijverankering met een verlengd sbandlus is de voorbereide rijverankering te verdelen in gebruikt om de krachten back-up met een combinatie met een extra afspannen is setje. Ook het naar beneden alle gevallen is het met een setje gedaan. In het systeem te belangrijk om speling in punt te creëren. voorkomen, en een centraal

eerste zekering ingehangen (dummy runner).

schroefkarabiner.

HL0110-r20 Uitklapper.indd

Extra:

4

handig uitneembaar katern over standplaatsbouw

24 Wie is de wijze der stenen? Doe mee aan de quiz!

62

De leukste nieuwtjes over uitrusting

Toerskiën op de Glacier des Améthystes in het Mont-Blancgebied. Foto: Rogier van Rijn

Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl of www.hoogtelijn.nl


HOOGTELIJN 1-2010

VOORBEREIDE KRACHTEN VERDELEN MET S RIJVERANKERINGSBANDLU gebruikt voor de rijverankering kan Ook de voorbereide bandlus (zie meerdere punten te verdelen worden om de krachten over punt in de geknoopte lus als centraal afbeelding 10). Hierbij blijft vaste punten wordt een mastworp verschillende de In gebruik. gelegd.

BERGSPORTDAG

BIJ GEBRUIK VAN DE GEFIXEERDE VOORKLIMMER ZEKEREN KRACHTENDRIEHOEK kun je de xeerde krachtendriehoek Bij het gebruik van de gefi het het lichaam zekeren, omdat voorklimmer beter niet over tussenzebeide vaste punten als eerste onverstandig is om één van val lopen de te hangen. Bij een eventuele kering (dummy runner) in de hoog op. Omdat in deze situatie krachten op dit punt dan te kan worden, het centrale punt gezekerd voorklimmer het beste over zelfzekering gespannen korte, een is het belangrijk dat de zekeraar recht mogelijk Ook moet de zekeraar zo aanlegt in het centrale punt. af. Dit voorkomt staan, en niet te ver ervan onder beide vaste punten voorklimmer valt en de wanneer wand, de een pijnlijke smak tegen klapt. de gehele zekering naar boven AFSPANNEN STANDPLAATS NAAR BENEDEN oek dat de gefixeerde krachtendrieh Omdat de mogelijkheid bestaat 11), boven belast wordt (zie afbeelding bij een voorklimmersval naar of de vaste punten van de is het belangrijk om te controleren Vooral bij naar boven kunnen weerstaan. standplaats een belasting

rijverankeringsbandlus om 10 Het inzetten van de voorbereide één van punten te verdelen. Wanneer krachten over verschillende voorbereide kan de centrale lus van de de vaste punten laag zit, worden (rechter afbeelding). bandlus hier direct ingehangen

kan de zekeraar de wand getrokken te worden, n. 11 Om bij een voorklimmersval niet tegen de standhaken staan/hange zelfzekering recht onder het beste met gespannen

20

26-01-2010 10:31:11

Twee Hollandse dames maken de Noord-Spaanse klimrotsen onveilig

28

Vrolijk kroost in de bergen

36

Expeditieklimmer Interview met Andy Cave

De vrije dagen rond de jaarwisseling zijn traditioneel het moment om de bestemming voor de komende zomervakantie te kiezen. Begin januari is al even traditioneel de Vakantiebeurs in Utrecht geweest, die ondanks de crisis toch weer vele tienduizenden mensen heeft getrokken. De NKBV houdt begin maart de eigen Bergsportdag. In deze eerste Hoogtelijn van het nieuwe jaar proberen we de lezers warm te maken voor die dag. Onder andere met een uitgebreid interview met topalpinist Andy Cave, die tijdens de Bergsportdag een voordracht houdt. Verder is er informatie hoe je kinderen kunt motiveren om in de bergen te lopen. Daaraan en aan het slacklinen, dat je kunt proberen in Nieuwegein, besteden we aandacht in deze Hoogtelijn. Veel succes met het puzzelen over de komende vakantie en tot ziens op 14 maart bij de Bergsportdag. De afgelopen maanden is binnen de NKBV in allerlei commissies, regio’s en secties met elkaar teruggeblikt en vooruitgekeken, waarbij vaak het onderwerp ’communicatie’ ter tafel kwam. Vooral in een organisatie waarin zo veel vrijwilligers actief zijn, is het belangrijk om elkaar te informeren, leren van ieders ervaring, opmerkingen en wensen, vertellen waarmee iedereen bezig is. Ook de redactie van Hoogtelijn bestaat, met uitzondering van eindredacteur Mieke Scharloo, uit vrijwilligers. En ook wij willen niet alleen graag weten wat u van ons vindt, zowel opbouwend als kritisch, maar zijn eveneens dankbaar voor tips en ideeën. Daarvoor kunt u mij voortaan rechtstreeks benaderen op onderstaand webadres. Ik hoor graag van u! Peter Daalder Hoofdredacteur Hoogtelijn peter.daalder@hoogtelijn.nl

50

Lawinegevaar: reduceer je risico

|

5


©Regio Rijnland

6

|

HOOGTELIJN 1-2010

De vereniging UITGELICHT Rotsklimmen voor beginners De krokussen komen de grond weer uit. Het voorjaar zit in de lucht! Veel regio’s van de NKBV haken daarop in en organiseren een cursus Rotsklimmen voor Beginners. De eerste stap op weg naar het grote werk. In de Regio Rijnland wordt deze cursus in de maand maart verzorgd. Drie theorieavonden en een zaterdag buiten klimmen in Klimcentrum Monte Cervino leggen een goede basis voor veilig en verantwoord klimmen. En het echte klimwerk volgt op 20 en 21 maart als de deelnemers de praktijk ervaren op het rotsmassief van Hotton in de Belgische Ardennen. Daar wordt voor het eerst met de klimmers-kick kennisgemaakt: klimmen, zekeren, abseilen, en dat alles onder deskundige leiding. Voor de meeste deelnemers een indrukwekkende ervaring die ze de rest van hun klimmend bestaan niet meer vergeten! Opgeven bij cursus.regiorijnland@gmail.com. Bijna elke regio biedt een beginnerscursus. Kijk daarvoor op de regiowebsite.

TUKHUT De Tukhut in de Belgische Ardennen is het trainingscentrum van de NKBV. Net als in een berghut kun je er in de weekends en schoolvakanties tegen schappelijke prijzen overnachten op slaapzalen. In de buurt van de hut zijn diverse klimmassieven, honderden kilometers gemarkeerde wandel- en mountainbikeroutes. Adres: 4 Rue de Luins , B 4190 Sy/ Ferrières sur Ourthe, België. Reserveren via het NKBV-bureau: 0348-409521.

BIBLIOTHEKEN Verspreid over het land telt de NKBV acht infocentra/bilbiotheken: in Woerden, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen, Paterswolde, Rijswijk, Einighausen (Sittard) en in Dalfsen. Leden kunnen hier kostenloos bergsportdocumentatie lenen. Kijk voor de openingstijden en adresgegevens op www.nkbv.nl/vereniging/voorlichting/bibliotheken.

KLIM- EN BERGSPORT IN DE BUURT De Koninklijke NKBV kent 15 regio’s die voor jong en oud activiteiten organiseren in hun regio, maar ook daarbuiten, zoals lezingen, cursussen, workshops, wandel- en mountainbiketochten, klimweekends, bivaktochten enzovoorts. Als er maar een linkje is met de klim- of bergsport. Nieuwsgierig? Kijk op www.nkbv.nl/vereniging/regio’s voor hun programma’s. Deelname is niet beperkt tot de regio waar u woont.

De regio’s Amsterdam Gelderland Haaglanden Limburg Maashoek Midden-Brabant Midden-Nederland Noord Noord-Holland Oost Oost-Brabant Rijnland Rivierenland Rotterdam West-Brabant / Zeeland

http://amsterdam.nkbv.nl http://gelderland.nkbv.nl www.nkbvhaaglanden.nl http://limburg.nkbv.nl http://maashoek.nkbv.nl http://midden-brabant.nkbv.nl www.nkbv-mn.nl http://noord.nkbv.nl http://noord-holland.nkbv.nl www.oostwand.nl www.nkbv-oostbrabant.eu http://rijnland.nkbv.nl http://rivierenland.nkbv.nl www.nkbv-rotterdam.nl www.nkbv-brab-zeeland.nl

SPECIFIEKE DOELGROEPEN • Sectie 50+ Speciaal voor leden die ouder zijn dan 50. De sectie organiseert bijna wekelijks wandelingen in Nederland, maar ook alpiene cursussen en tochten in de bergen. • Sectie Studenten / Nederlandse Studenten Alpen Club (NSAC) De NSAC is de overkoepelende organisatie van alle Studenten Alpen Clubs in Nederland. In bijna elke studentenstad is er wel een. De NSAC verzorgt zowel een alpien zomer- als een winteropleidingsprogramma. Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl/vereniging/secties

LIDMAATSCHAP Hoofdlid Senior Juniorlid (18 t/m 24 jaar) Gezinslid Jeugd(gezins)lid Abonnement Hoogtelijn

€ 47,10 € 47,10 € 44,50 € 39,00 € 15,50 € 22,50

Lid worden? Meld je online aan via www.nkbv.nl. Hier vind je ook de algemene voorwaarden voor het lidmaatschap, waaronder de regels voor het opzeggen van het lidmaatschap.


O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

Op de hoogte Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar opdehoogte@hoogtelijn.nl Alle links die in deze rubriek worden genoemd kun je ook vinden op www.hoogtelijn.nl onder Hoogtelijn 1/2008 door in de inhoudsopgave op ‘Op de Hoogte’ te klikken. Meer bergnieuws op www.nkbv.nl

CARTOON

LAWINES OP JE IPHONE Het Zwitserse lawineonderzoeksinstituut SLF heeft een speciale iPhoneapplicatie ontwikkeld waarmee winterse bergsporters actuele informatie over lawinegevaar in Zwitserland kunnen krijgen. Met het programma kunnen regionale en landelijke lawinebulletins en gevarenkaarten geraadpleegd worden. De applicatie, beschikbaar in het Duits en het Frans, is gratis, maar wie een jaarabonnement van CHF 15,- afsluit, kan behalve de recente bulletins ook de actuele waarnemingen van SLF-meetstations raadplegen. Het programma weet via de in het toestel ingebouwde GPS waar de gebruiker is en laadt dan automatisch recente lokale gegevens over wind, sneeuwval en sneeuwconditie. Dankzij een in het toestel geïntegreerde sensor is het bovendien mogelijk de telefoon te gebruiken om de hellingshoek van een afdaling te meten; de hellingshoek kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het inschatten van het gevaar. Het SLF benadrukt dat het programma geen vervanging is voor een gedegen lawinecursus. Het is eerder een handig hulpje dat toerskiërs, winteralpinisten en sneeuwschoenwandelaars een klein beetje extra kan helpen bij het maken van een goede inschatting van het lawinegevaar. De applicatie, onder de naam White Risk Mobile, maakt deel uit van een groter project om de kennis over lawinegevaar bij winterbergsporters te vergroten. Naast het programma voor de iPhone heeft het SLF een instructie-cd gemaakt die via de website besteld of gedownload kan worden. Ga voor meer informatie naar www.whiterisk.org

OPHEF OVER GEBRUIK VARKENS BIJ LAWINEONDERZOEK In een verklaring op de website van de universiteit schrijven de betrokken wetenschappers dat ze voorafgaand aan het lawineonderzoek zeer zorgvuldige afwegingen hebben gemaakt over het gebruik van de proefdieren. “Het onderzoeksteam heeft de afgelopen acht jaar geprobeerd om de verwachte winst door het medisch-wetenschappelijk onderzoek, in de vorm van een verdere afname van het aantal dodelijke lawineongelukken door de ontwikkeling van betere eerste hulp en nieuwe veiligheidsuitrusting, af te wegen tegen het lijden van de proefdieren.” De onderzoekers benadrukken dat de dieren voorafgaand aan het transport naar de onderzoekslocatie werden verdoofd en dat zij tijdens het onderzoek niet bij bewustzijn waren. “Terwijl bijvoorbeeld het verdoven van varkens voor ze naar het slachthuis worden getransporteerd verboden is.” Lees de hele verklaring van de onderzoekers op tinyurl.com/yhwof5o

NEDERLANDERS OPENEN WATERVAL De Nederlandse klimmers Rogier van Rijn en Rick de Leeuw hebben samen met de Engelse Giles Cornah een tot nu toe onbeklommen waterval geopend in Freissinières in de Franse Écrins. De waterval – door het drietal Le Dracula gedoopt – bevindt zich op de zuidhelling van de vallei en is zelden bevroren. De route is alleen in conditie bij extreme koude – zonneschijn kan de beklimming levensgevaarlijk maken, aldus Van Rijn. Een periode van aanhoudende strenge vorst maakte het uiteindelijk mogelijk de waterval te beklimmen. De lijn bestaat uit honderd meter eenvoudig ijsklauteren gevolgd door zestig meter steil en zeer technisch klimwerk tot 85 graden steil. De drie klimmers waarderen de klim op WI 5. In de beide lengtes zijn geen goede boren te leggen. Enkele nutjes of kleine cams zijn daarom aan te raden, aldus Van Rijn.

©Rogier van Rijn

In Oostenrijk is een rel ontstaan over een onderzoek waarbij varkens levend werden begraven om zo nieuwe kennis te vergaren over hoe het mensen vergaat die onder een lawine bedolven raken. Het onderzoek, dat werd uitgevoerd bij Vent in het Ötztal, is inmiddels op initiatief van de onderzoekers van de Medizinische Universität Innsbruck stilgelegd. Dat gebeurde nadat de sociaal-democratische SPÖ en de Groenen een spoeddebat over de zaak hadden aangevraagd in het Oostenrijkse parlement. Het was de bedoeling om voor het onderzoek 29 varkens onder een kunstmatige lawine te begraven. De dieren zouden daarbij worden aangesloten op medische apparatuur. Na afloop zou bij de varkens sectie worden verricht. Op het moment dat het onderzoek werd gestaakt, waren al tien varkens begraven.

7


8

|

HOOGTELIJN 1-2010

Op de hoogte NEDERLANDSE IJSKLIMMER VERONGELUKT De 52-jarige Dick van Gemerden uit het Brabantse Helvoirt is 8 januari verongelukt toen hij bij het ijsklimmen werd meegesleurd door een lawine. Van Gemerden was als vrijwilliger zeer actief binnen NKBV-regio OostBrabant, waar hij onder meer lid was van de Veiligheids- en Opleidingscommissie. “Hij heeft zich altijd fantastisch ingezet voor de vereniging, klimmen was zijn passie en leven,” zegt regiobestuurslid Mark Stoop. Van Gemerden was met zijn klimmaat bezig met de afdaling van de Sentiero dei Troll, een bevroren waterval in de buurt van Cogne in het Aostadal in Italië. Terwijl hij zijn klimpartner vanaf een standplaats liet zakken, werd het tweetal overvallen door een lawine. Door de kracht van de

lawine werd hij van de standplaats gerukt en meegesleurd naar de voet van de waterval, ongeveer zestig meter lager. Zijn klimpartner werd ook een aantal meter meegesleurd, maar bleef uiteindelijk hangen in het klimtouw. Hij wist zich zelfstandig te bevrijden uit de sneeuw en heeft direct de bergredding gealarmeerd. Daarna is hij afgedaald om Van Gemerden te zoeken. Dat bleek helaas tevergeefs. De NKBV regio Oost Brabant heeft ter nagedachtenis aan Van Gemerden een online condoleanceregister geopend. Daarnaast is het de bedoeling dat onder de waterval een gedenkplaat komt. Bezoek het condoleanceregister op www.condoleanceregister.com/Dick-van-Gemerden.html

NKBV-KORTING OP ALPENWIJN

BERGEN OP JE IPHONE

Wijnliefhebbers weten dat in de Alpen meer te halen valt dan alleen maar sneeuw en ijs en kaasfondue. De wijngebieden in de Alpen horen tot de oudste van Europa en nergens ter wereld hebben de verschillen in bodemgesteldheid, klimaatsinvloeden en het grote aantal druivenrassen zo’n invloed op de wijncultuur als in de Alpen. Fijnproevers kunnen nu met korting Alpenwijn bestellen bij Wine from the Alps, een Nederlandse specialist met een wijnaanbod uit Zwitserland, Noord-Italië, de Franse Savoie, Zuid-Duitsland en Oostenrijk. NKBV-leden krijgen vanaf 1 januari 2010 7,5 procent korting op de normale verkoopprijs. Het enige wat je daarvoor hoeft te doen is een besteling plaatsen via de webwinkel van het bedrijf. Schrijf bij de opmerkingen dat je NKBV-lid bent en vermeld je lidmaatschapsnummer. De kortingsregeling geldt niet in combinatie met andere verkoopacties. Ga voor meer informatie naar www.winefromthealps.nl of kom naar de Bergsportdag in Nieuwegein op 14 maart.

Ondertussen heeft de technische universiteit ETH Zurich een iPhone Apllicatie ontwikkeld om bergtoppen te identificeren. Het programmaatje maakt gebruik van het in de telefoon ingebouwde kompas, de GPS en de hellingshoekmeter. Om de applicatie te gebruiken moet je de ingebouwde camera op de horizon richten. Op het beeldscherm verschijnt dan een afbeelding van het panorama waarop van iedere zichtbare bergtop de naam, de hoogte en de afstand vanaf de huidige positie wordt weergegeven. Meer informatie over de applicatie is te vinden op www.peaks-app.ch

TWEE BELGISCHE KLIMGEBIEDEN DICHT De massieven “La Vièrge” in Comblain-la-Tour en “Vignobles” in Sy-Hamoir zijn voorlopig gesloten voor klimmers. Het klimverbod voor de twee gebieden is uitgeroepen door de Belgische overheid wegens het ontbreken van een geldige milieuvergunning.

EXPEDITIENIEUWS Antonio Vicedomini bereikte op 22 oktober van het vorig jaar de top van de Baruntse (7129 m) via de normaalroute langs de zuidoostgraat. Hij was in gezelschap van Rinzing en Ngima, de twee sherpa’s die de expeditie ondersteunden. De tochtgenoten van Antonio, Otto Sluiter en Marja Beukers, hadden al in een eerder stadium moeten opgeven. Otto Sluiter kampte met slaap- en ademhalingsproblemen en zag zich gedwongen terug te keren. Kijk voor het verslag op http://expeditionexperience.blogspot.com. Roland Bekendam, Jefta Smit en Sjors Verbrugge doen in juli en augustus 2010 een poging om als eerste Nederlanders de 6250 meter hoge Trango Tower in te beklimmen. De Trango Tower, in het hart van de Karakorum in Pakistan, werd in 1976 voor het eerst beklommen door een Brits team met onder meer Joe Brown en Mo Anthoine. De drie Nederlanders willen de berg beklimmen via de zogeheten Sloveense route op de duizend meter hoge zuidwand. Daarbij hopen ze de wand grotendeels vrij te klimmen, tot een niveau van 7a. De voorbereidingen en het verloop van de expeditie zijn online te volgen op trangoexpeditie. blogspot.com.

Beroepsavonturier Wilco van Rooijen is ondertussen druk bezig met het afronden van de Seven Summits, de hoogste toppen van de zeven continenten. Van Rooijen, die in 2008 bij de beklimming van de K2 ernstige bevriezingen opliep, vertrekt in mei richting de Carstensz Pyramide (4884 meter) in de Indonesische provincie Papoea. In december reist hij af naar Antarctica voor een expeditie naar Mount Vinson. Als Van Rooijen beide bergen succesvol beklimt, is hij de vijfde Nederlander die de Seven Summits volTrango Tower. brengt. Ronald Naar (1992), Frits Vrijlandt (2003), Harry Kikstra (2006) en Kiek Stam (2006) gingen hem voor. De verrichtingen van Van Rooijen zijn te volgen op www.expeditienet.nl en op twitter.com/wilcovanrooijen. Op zijn Twitter schrijft de expeditieklimmer trouwens dat er een bioscoopfilm komt over de K2-expeditie. “[…]we zijn het budget aan het bepalen. Dus die K2-film komt!” aldus Van Rooijen.


©Ernst Kuntz

HOOGTELIJN 1-2010

|

9

Weer of geen weer; de Regio Noord trok er 9 januari op uit voor de traditionele snertwandeling.

LEKKER BANJEREN IN WHITE-OUT De radio waarschuwde voor sneeuwjacht en stuifduinen, de gevoelstemperatuur daalde tot min vijftien en voor het Noorden werd zelfs een heus weeralarm afgekondigd. Toch – of misschien wel juist daarom – gingen elf fanatieke wandelaars van de Regio Noord van de NKBV op 9 januari op stap voor de jaarlijkse nieuwjaars- of snertwandeling. “Lekker door het landschap banjeren,” aldus regiovoorzitter en organisator Han de Wildt.

Na zo’n tocht door de barre sneeuw kan het volgend jaar toch eigenlijk alleen maar tegenvallen? Ja, de kans bestaat dat je volgend jaar door de miezerregen loopt. Of misschien wordt het wel plus tien. Als je buiten bent, in de natuur, dan kun je dat allemaal tegenkomen en het heeft wat mij betreft allemaal z’n charme. Volgend jaar zijn we sowieso op een andere plek ergens in het Noorden. In een ander landschap, dus het wordt sowieso heel anders.

Ben je al weer een beetje opgewarmd, Han? Jawel hoor. Dat kostte eigenlijk geen moeite, want toen we na 4,5 uur wandelen terugkwamen in het Veenpark in Barger Compascuum, stond er een uitgebreide wintermaaltijd op ons te wachten. Snert – het heet niet voor niets de snertwandeling, bonensoep voor de vegetariërs, roggebrood, zuur spek, worst, noem het allemaal maar op. Een beetje overdadig misschien, maar een stevige maaltijd is ze hier in Drenthe wel toevertrouwd.

Wat hebben de thuisblijvers precies gemist? Het is een heel mooie rondwandeling, eerst over de open vlakte, daarna in de beschutting van het Oosterbos. Onder normale omstandigheden hadden we twee tochten gehouden, een korte, comfortabele tocht en een iets langere, uitdagende route. Nu zijn we gewoon met de hele groep gegaan en hebben we afgesproken dat we zouden afsteken als het echt te gek zou worden met het weer. Maar ja, als je het veengebied in Zuid-Oost Drenthe kent, dan weet je dat het nogal open is. Iedereen was goed aangekleed en alles was goed dichtgeritst, maar we waren nauwelijks op pad of we liepen al snel recht tegen de sneeuw en de wind in. Lekker door het landschap banjeren. In de nieuwsbrief van jullie regio schrijf je over ‘een comfortabele wandeling door het bos.’ De tweede helft van de wandeling ging voor het grootste deel door het Oosterbos, hier bij Emmen, een natuurreconstructieproject waar ze proberen het hoogveen te herstellen. Dat is een smalle, lange strook bos waar we wat minder last hadden van het weer.

©Mieke Scharloo

Maar goed, noordoosten wind kracht zeven, sneeuwjacht, stuifduinen, weeralarm en jullie dachten: lekker weer voor een wandeling? Nou, zo ging het niet helemaal. Deze tocht was voor de kerst al gepland en afgesproken. Toen vrijdagmiddag duidelijk werd dat het nogal streng winterweer zou worden, met een weeralarm voor het noorden, hebben we nog wel even overleg gehad om te kijken wat we zouden doen, maar we vonden het wel erg lastig om het af te zeggen. Toen ik zaterdagochtend naar Barger Compascuum reed, begon de wind al stevig aan te trekken en begonnen er al sneeuwduintjes te ontstaan op de weg. Ik was eigenlijk wel verrast dat er toch nog elf mensen waren gekomen.

FRIS JE BERGWANDELKENNIS OP Hoe zat het ook al weer met het plannen van een wandeltocht, het weer of de oriëntatie onderweg? De succesvolle NKBV-bergwandelworkshop geeft onder meer antwoord op deze vragen. Dit voorjaar gaat hij weer van start in diverse NKBV-regio’s. De workshop is bedoeld voor beginnende bergwandelaars en degenen die hun bergwandelkennis en - kunde willen opfrissen. Een lange wandeltocht in de bergen is nu eenmaal anders dan een wandeling in Nederland. Je bent meer op jezelf aangewezen. Dan komt een goede voorbereiding van pas. In enkele avonden passeren de relevante thema’s de revue en tijdens een praktijkochtend in de regio oefen je wandeltechniek en oriëntatie in het landschap. Bij de workshop hoort een handig zakboekje. Er zijn dit voorjaar workshops in de regio’s Noord, Oost, Gelderland, Noord-Holland, Amsterdam, Midden-Nederland, Haaglanden, Rotterdam en Midden-Brabant. Laat je verder informeren tijdens de Bergsportdag in Nieuwegein op 14 maart dag of kijk op www.Bergwandelworkshop.nl.


10

|

HOOGTELIJN 1-2010

SPORTKLIMNIEUWS Het is al weer even geleden, maar toch: Casper ten Sijthoff en Rachel Nilwik werden op 28 november Nederlands kampioen boulderen tijdens ht NK in Monk Bouldergym in Eindhoven. Bij de dames was Nilwik de gedoodverfde favoriet voor de eindoverwinning nadat zij eerder in de halve finales de maximale score had gehaald. In de finale wist zij haar directe

Ondertussen is wedstrijdseizoen 2010 alweer begonnen, en wel met de allereerste nationale jeugd bouldercompetitie ooit. De competitie bestaat uit drie wedstrijden die vroeg in het wedstrijdseizoen plaatsvinden. Er wordt geboulderd in drie leeftijdscategorieën: Junioren (geboortejaar 1991 en 1992), Jeugd A (1993 en 1994) en Jeugd B+C (1995 t/m 1998). De wedstrijdformule kan bijna niet eenvoudiger: klim zes moeilijke boulders en lever aan het eind van de wedstrijd je scorekaart in bij de jury. Deelnemers mogen iedere boulder zo vaak proberen als ze willen. De twee beste wedstrijdresultaten tellen mee voor de eindstand van de competitie. Inschrijving voor de competitie is inmiddels gesloten.

©Melvin Redeker

Vergeet vooral niet de Nationale Wedstrijdkalender online te raadplegen via tinyurl.com/yjrcmlg. Schrijf alvast in je agenda: Boulderen aan Zee NK Boulderen.

Mountain Network Amsterdam (voorheen THEA) is op donderdag 18 maart het toneel van een wel heel interessante wedstrijd. Wereldkampioenen Kilian Fischhuber, Anna Stöhr, David Lama en Angela Eiter en wereldbekerwinnaar Jorg Verhoeven vormen tijdens de wedstrijd teams met lokale klimmers en nemen het vervolgens tegen elkaar op. le Vijf Nederlandse klimmers en klimsters kunnen Loka en Held zich kwalificeren door het klimmen van twee speciale routes. Die routes, op de indrukwekkende overhangende wanden van de klimhal, kunnen vanaf 1 februari geprobeerd worden. Drie dames en twee heren kunnen zich plaatsen voor deelname. Zij klimmen op de wedstrijddag dus twee routes die ze anderhalve maand hebben kunnen uitwerken, terwijl de wereldkampioenen de routes onsight moeten klimmen. Ook leuk: het Oostenrijkse Verkeersbureau verloot een klimtrip onder het publiek. Deelname kost € 5,- voor en p o NKBV-leden (alleen op vertoon van n re ijd : Deu 19:00 tart wedstr 0: S k ledenpas). Niet-leden betalen € 7,-. :0 r 0 o 2 t etw : Fees 22:30 tain N m Ga voor meer informatie naar Moun a d er AmstRoodestraat 16 www.mountain-network.eu/ctw. de 09

l

20

Bul

ter

Red

mas

: ASP

ck

Foto

vs.

Ro

winnaar 2009

ASP

Red

Bull

Boulder Worldcup

all

Wo

rld

cup

winn

aar

2008

Foto:

R. Ficht

inger

Foto: R. Fichtinger

Foto: ASP Red

Bull

Over

Boulderen 2007 07 7

Wo

rld

cup

winn

aar

2008

EU WORK.

-NET NTAIN .MOU WWW

Erik

erdag

Dond

1

0 rt 201 8 maa

euro BV lede EE: 7 voor NK 5 euro

ENTR

/CTW

n

.at

Lead

© www.die

Wereldkampioen

NEDERLANDS IJSKLIM TEAM 2010 Nederland wordt deze winter bij ijsklimwedstrijden vertegenwoordigd door vier klimmers: Dennis van Hoek (22), Corné Brouwer (30), Jurgen Mesman (23) en Marianne van der Steen (25). Afgelopen jaar deed alleen Dennis van Hoek namens Nederland mee aan internationale wedstrijden. Hij haalde daarbij tijdens de World Cup in Val Daone (Italië) de vierde plek bij de discipline Speed. Afgelopen najaar besloot hij op zoek te gaan naar andere ijsklimmers om samen een nationale afvaardiging te vormen. Inmiddels heeft het team zijn vuurdoop gehad bij Ice Master World Cup in Val Daone op 16 en 17 januari. De weekends daarna waren wedstrijden in Saas Fee (Zwitserland) en Rabenstein (Italië). De uitslagen van die wedstrijden zijn te vinden op www.nkbv.nl. De verrichtingen van het team zijn onder meer te volgen op het weblog van Van der Steen (www.lavinia-marianne.blogspot. com) en op het blog van Van Hoek Marianne van der Steen. (www.dennisvanhoek.nl).

©Collectie Marinanne van der Steen

KLIMMEN MET WERELDTOPPERS

Foto:

ten e Besreld r We

concurrent Channah Brandsema voor te blijven door als enige deelnemer de derde boulder te toppen. Brandsema eindigde uiteindelijk op de tweede plaats. Het brons ging naar Marianne Verhage. Bij de heren was de finale een nek-aan-nekrace tussen Ten Sijthoff en Wouter Jongeneelen. Uiteindelijk werd de wedstrijd in de laatste boulder beslist in het voordeel van Ten Sijthoff, die daarmee bewees dat hij terug is op topniveau na zijn elleboogoperatie begin 2009. De derde plaats bij de heren ging naar Ferdinand Schulte.


HOOGTELIJN 1-2010

|

Op de hoogte NIEUW NEOLIET (28 & 29 augustus), NK Lead (6 november) en NK Boulderen (9 oktober ) en de Landelijke Bouldernacht (13 november, Haarlem). En onder het kopje ‘mutaties’: de voorlopige selectie van het Nederlands Team Sportklimmen 2010 is bekend. Nieuwe gezichten in het team zijn Truong Ngo en Michiel Nieuwenhuijsen. Ngo zal zich met name richten op lead terwijl Nieuwenhuijzen uitkomt in de discipline boulderen. Nikki van Bergen maakt dit jaar niet alleen deel uit van Jong Oranje, maar zit daarnaast ook in het Nederlands Team. Zij heeft wel aangegeven dat haar prioriteit nog ligt bij de internationale jeugdcompetitie (EYS). Ook Channah Brandsema maakt dit jaar de overstap naar het Nederlands Team. Zij maakte afgelopen jaren deel uit van de jeugdselectie. Timo Tak en Jesse van de Werf verlaten het team. Tak heeft aangegeven dat hij in 2010 geen deel meer wil uitmaken van het Nederlands Team. Van der Werf heeft al langere tijd last van een chronische blessure en heeft nu besloten het iets rustiger aan te doen. Nederlands Teamlid Nicky de Leeuw is ondertussen verhuisd naar Innsbruck en woont nu (dus) om de hoek bij collega Jorg Verhoeven.

De klimhal van Neoliet aan de Goirlese Weg in Tilburg was al jaren uit zijn krachten gegroeid. Het was daar niet ongewoon in de rij te moeten staan voor een route. Met de opening van een splinternieuwe klimhal in Topsportcentrum T kwadraat is daar verandering in gekomen. Eric Jacobs, oprichter van Neoliet, heeft een fantastische hal neergezet. Bijzonder is dat niet alleen klimmers aan hun trekken komen, maar dat ook bezoekers en toeschouwers overal goed zicht hebben op de routes. Neoliet heeft een naam hoog te houden als het op de kwaliteit van routes aankomt, en daar zijn ze in Tilburg vast van plan mee door te gaan. Met driehonderd vierkante meter boulderwand, veertienhonderd vierkante meter klimwand tot twintig meter hoog en een enorme overhang moet de routekeuze in elk geval groot genoeg zijn. Door het open karakter lijkt de klimhal zich goed te lenen voor wedstrijden, maar tot nu toe staan alleen enkele jeugdwedstrijden op de planning. Ondertussen timmert Neoliet verder aan de weg: op dit moment wordt in Duitsland, net over de grens, nog een nieuw klimcentrum gebouwd, mét buitenklimgelegenheid. De voor-klimmers-door-klimmersformule blijkt goed te werken. Adres: Marathonpromenade 1, Tilburg.

AAN DE LIJN MET TIMO TAK ... Timo Tak uit Breda zit al 5 jaar bij het Nederlands Team. Hij werd afgelopen jaar tweede op het NK Lead, vierde bij het NK Boulderen en eindigde op een 16de plaats bij de Boulder World Cup in Eindhoven. Aankomend seizoen is de 23-jarige student werktuigbouwkunde geen Nederlands Teamlid meer. Hij stopt met het klimmen van internationale wedstrijden en gaat misschien een half jaar in Spanje studeren (en veel buitenklimmen).

jaren was om halve-finaleplaatsen te halen bij de Lead World Cups, en dat is niet gelukt. Daarnaast merkte ik dat ik geen progressie boekte tijdens de trainingen. Hierdoor ontstond er druk; druk om te presteren tijdens wedstrijden, druk om te presteren voor tussentijdse trainingsdoelen. Als ik nu terugdenk aan het streven naar die doelen dan wordt ik meteen weer chagrijnig, ha ha.

Waarom stop je Timo? Ik ben gestopt omdat ik geen motivatie meer heb om voor wedstrijden te trainen.

Nu dus even lekker doen waar je zin in hebt zonder wedstrijddruk? Ja, na het goede resultaat in Eindhoven begon ik weer sterk te twijfelen of ik niet gewoon door moest gaan met wedstrijdklimmen. Ik heb er toen weer goed over na gedacht en een weloverwogen beslissing genomen. Ik ga me even richten op mijn studie, en vriendin natuurlijk… even de balans weer terugvinden. Het is eigenlijk raar dat je je zo kunt laten kennen door de wedstrijdsport.

Wedstrijden zijn stom? Nee, wedstrijden zijn vet. Maar ik vind dat ik de afgelopen jaren, mede door fysieke tegenslagen, te weinig progressie heb geboekt waardoor ik mijn motivatie kwijt ben. Maar… afgelopen jaar was misschien wel je beste wedstrijdseizoen?! Ja. Ik had voor de Boulder World Cup in Eindhoven al besloten dat ik ermee zou ophouden. Door deze beslissing viel alle druk weg… gek eigenlijk, het lijkt er op dat ik door de beslissing te nemen om te stoppen het spelletje ben gaan begrijpen en de juiste mindset heb gevonden. Eigenlijk stop je dus op je hoogtepunt? Ha ha, zo zou je het ook kunnen bekijken ja. Nee, mijn doel in de afgelopen

Toch jammer dat je die nieuw ontdekte mindset nu niet meer gaat gebruiken. Ik sluit niet uit dat ik ooit weer bij het Nederlands Team probeer te komen wanneer ik mijn motivatie hervind. Ergens borrelt het nog wel. Maar dan ga ik me wel echt weer comitten voor een aantal jaren. Ik ben altijd fanatiek. Als ik ergens aan meedoe dan doe ik niet half mee.

11


LEZINGEN

©Laurens Aaij

©Boudewijn Bollmann

De Bergsportdag kent een gevarieerd programma aan lezingen en workshops; van voeding voor bergsporters tot canyoning, van milieu tot bergtochten in het Valle d’Aosta, van oriëntatie tot bergsportkampen. Te veel om op te noemen. Kijk voor het complete programma op de site.

VAN MIJNWERKER TOT EXPEDITIEKLIMMER Andy Cave Als broekie ging hij werken in Noord-Engelse mijnen, ver onder de grond; door een samenloop van omstandigheden slaagde hij erin van klimmen zijn beroep te maken, ver boven de grond. Berggids en expeditieklimmer Andy Cave is de Engelse humor niet vreemd.

TRAINEN VOOR SPORTKLIMMEN Jorg Verhoeven Niemand minder dan de Nederlandse wereldbekerwinnaar 2008, Jorg Verhoeven, wijdt je in in de kneepjes van een goede sportklimtraining. Ook vertelt hij over zijn klimleven in Oostenrijk.

VALLE DI CÓCHAMO Jorg Verhoeven Een rotsroute openen in Chili is andere koek dan sportklimmen in de hal. ‘s Lands beste sportklimmer Jorg Verhoeven vertelt over zijn nieuwe routes in Valle di Cóchamo en wat daar allemaal bij kwam kijken.

Kijk voor een overzicht van alle lezingen op www.nkbvbergsportdag.nl

©Menno Boermans

KOM NAAR DE BERGSPORTDAG

voor wandelaars, sportklimmers en alpinisten


MAAK KENNIS MET HET NEDERLANDS TEAM SPORTKLIMMEN

©Tanja Merkelbach

Tijdens de Bergsportdag stellen we de beste sportklimmers van Nederland aan je voor. Zij verdedigen dit jaar met verve onze driekleur. Doel van het Nederlands Team Sportklimmen in 2010 is weer mee te draaien in de wereldtop.

ANOTHER DAY IN PARADISE Robert Eckhardt Eigenlijk had Robert Eckhardt in de Alpen moeten zijn geboren. Elk jaar, elk seizoen keert hij terug naar zijn geliefde speeltuin om er te wandelen, te klimmen en te skiën... er te zijn. Hij maakte er een prachtige multimediapresentatie over.

DEMO SPORTKLIMMEN Een buitenkansje! Het Nederlands Team geeft een demonstratie in de naastgelegen klimhal. Kijk de techniek af van de echte cracks.

OP HET SLAPPE KOORD Hoe is het met jouw evenwichtsgevoel gesteld? Test je balans op de slacklines.

BEURS Zoek je een leuke bestemming, wil je meer informatie over de reizen van de NKBV of ben je geïnteresseerd in de nieuwste materialen? Kom naar het beursplein waar winkels, importeurs, NKBV-commissies en verkeersbureaus je graag verder helpen.

GPS-PROEFTUIN De Satmap is een uiterst gebruiksvriendelijke gps. Zelfs de grootste dummies kunnen ermee over weg. Probeer hem zelf in de GPS-proeftuin.

Datum: zondag 14 maart 2010 Toegang: Gratis Van 11.00 uur tot 17.00 uur Locatie: NBC de Blokhoeve, Blokhoeve 1 te Nieuwegein. www.nkbvbergsportdag.nl

14 MAART NIEUWEGEIN

Beter de bergen in met de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging. Kijk ook op www.nkbv.nl


14

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E O O S T E N R I J K

PARELKETTING IN

De eerste etappe vanaf Lienz voert over enkele houten trappen.


TEKST PETER DA ALDER

|

FOTO’S PETER DA ALDER EN RUUT DA ALDER

OSTTIROL

|

HOOGTELIJN 1-2010

345 KILOMETER ‘NATURPUR’ Osttirol heeft een nieuwe, aaneengesloten wandel- en klimroute gemaakt waarbij alle berggebieden van de regio aan bod komen. De 360˚-hooggebergtetocht is ongeveer 345 kilometer lang en is zowel voor bergwandelaars als voor alpinisten geschikt. Gernot Madritsch is een bevlogen Osttiroler. Zijn leven lang is de belastingexpert actief als bergsporter op zijn geboortegrond. Samen met een aantal andere deskundigen bedacht hij voor de regio een toeristisch project dat voor iedereen bereikbaar moest zijn. Het is de Osttirol 360 Grad, een tocht die ongeveer dertig bestaande historisch gegroeide routes met elkaar verbindt. Ze noemen het de parelketting van Osttirol. “De tocht loopt door alle berggebieden van de regio. Voorheen was er een tocht aan de buitenkant, de grenzen van het gebied. Dat was een extreme tocht die het liefst non-stop afgelegd moest worden,” vertelt Gernot. “Wij wilden iets voor een veel grotere groep mensen. We hebben de extreme stukken niet weggelaten, maar voor de wandelaars vervangen door mooie alternatieven. Het idee is dat de mensen die de tocht lopen op hoogte kunnen blijven en niet iedere dag omhoog en naar beneden hoeven. Hier zijn ook veel minder liften dan in Tirol. Wij hebben de route opgedeeld in negen delen met ieder hun eigen specifieke eigenschappen, bestaande uit een aantal dagetappes. Het is het mooiste om die delen aaneengesloten te lopen.” FAVORIETEN Madritsch geeft aan dat er nog twee lastige stukken in de route zitten waar ze voor de komende zomer een bivak moeten maken omdat de dagetappe anders te groot wordt: “In het westen is een etappe van 34 kilometer, dat is veel te lang. Daar bouwen we twee bivaks. Het idee is om er twee te maken met plaats voor acht mensen. Mijn idee is om het ene bivak een raam op het oosten te geven voor de zonsopgang en het andere op het westen voor de zonsondergang. We gaan ervan uit dat die bivaks er komende zomer staan, maar wie daar wil lopen, doet er goed aan van tevoren te informeren.” Madritsch kent zowat elke steen van het gebied. Toch heeft hij zijn favoriete plekken in de tocht. “De route van Kals naar Lienz is mooi. Het is er relatief rustig. Het is ook aardig dat dit stuk van de bekendste berg van Oostenrijk, de Grossglockner, naar een heel onbekende berg loopt, de Zielenkopf.” “Mijn lievelingsstuk gaat van de Bonnerhütte naar de Clarahütte, omdat het een nieuw gedeelte is door het oudste gesteente van Osttirol. Dat interesseert me het meest. En het loopt helemaal door natuurbeschermingsgebieden, onder andere door het Nationalpark Hohe Tauern. Daar gaat trouwens een groot gedeelte van de tocht doorheen,” zegt de Osttiroler, die de route meter voor meter in zijn hoofd heeft. WANDELGIDS Bij de verkenning van een deel van de 360˚-route, in het onder Nederlanders relatief minder bekende zuidelijke gedeelte van

Osttirol, sloegen de weergoden nogal hard toe. Dertig centimeter nieuwe sneeuw in september maakte de route onbegaanbaar. Wandelgids Eva Oberhauser, perfect Nederlands sprekend na een verblijf van tien jaar in ons land, is opgeleid om toeristen te begeleiden in de bergen. Als gediplomeerd wandelgids mag dat overigens alleen op de ‘rode’ wegen, niet op de zwarte alpine routes. Daarvoor moet een berggids ingehuurd worden. “Een wandelgids moet weten hoe om te gaan met kaart en kompas en heeft weerkunde gehad. In de winter gaan we wandelen met sneeuwschoenen, leren we bivakkeren en voor die periode hebben

Osttirol ligt niet bij Wenen VVV-baas Bernhard Pichler van Osttirol merkt dat veel mensen niet precies weten waar Osttirol ligt. ”Iedereen kent Tirol en veel mensen denken dat Oostenrijk niet veel meer is dan Tirol. Wij merken nogal eens dat mensen denken dat Osttirol oostelijk van Tirol ligt bij Wenen,” zegt Pichler. ”Het aardige van Osttirol is dat al het water in het gebied naar één punt stroomt. Dat is via de Isel en de Drau naar Lienz, de hoofdstad van het gebied. Op dat laagste punt begint de 360˚-route met de Dreitörlweg, een van de bekendste bestaande routes die in de aaneengeschakelde route is opgenomen.

Op een typische Dolomietenpas.

|

15


16

|

HOOGTELIJN 1-2010

In cijfers Op de 360˚-route liggen maar liefst 44 berghutten (waaronder de voormalige NKBV-hut aan de Wangenitzsee) met in totaal 1000 bedden in kamers en 1500 op slaapzalen. De route bestaat uit negen delen, ieder met een eigen flora en fauna. In totaal zijn er 33 dagetappes. De route omvat een gebied met 980 bergen, waarvan een kwart boven de 3000 meter.

we lawinekunde gehad. Verder weten we alles over geologie, planten en dieren en over het weer.” Eva ziet sporen in de sneeuw van een vos, die erg dicht bij de hut durft te komen. Huttenbaas Rupert Temler, tevens berggids, maakt ons onderweg opmerkzaam op verstijfde salamanders, kennelijk overvallen door de plotselinge kou. Wandelgids Eva weet dat deze beesten vier jaren dragen voordat de jongen geboren worden. En vertelt over de diepblauwe Herbstenzian, over de giftige herfsttijloos en over het Drüsiges Springkraut, de reuzenbalsemien, die geïmporteerd is uit de Himalaya en nu in bepaalde delen van Oostenrijk alle bermen en het groen onder de bomen volkomen overwoekert. Een prachtige plant, maar wel heel erg overheersend. LIEFHEBBERS Gernot, Oswald – Ossi – Fürhapter, uit het dal van Villgraten, Eva, Rupert, het zijn allemaal echte berg- en natuurliefhebbers. Als Rupert vertelt over de verbouwingen en uitbreidingen aan zijn Karlsbaderhütte, de nieuwe milieuregels waaraan hij zich moet houden en de Klettersteige in de bergen boven zijn hut die bijna allemaal vernieuwd zijn, blijkt zijn enthousiasme.

In de Schober.

Ossi legt uit waarom hij zo weg is van de Villgrater Berge met een hut net over de grens met Italië waar de Italiaanse militairen lang hebben gezeten. Ossi die de geschiedenis van zijn dal op zijn duimpje kent. Die de verhalen opsomt van de smokkel van vee, suiker, tabak en wijn over de smalle paadjes van de Bonnerweg. Er leven interessante mensen in de bergwereld. Zoals in de Kerschbaumeralm waar Hans Widmer afgelopen najaar afscheid heeft genomen van het huttenleven. Een hartelijk welkom in de motregen met een zelfgestookte schnaps. Mooie verhalen over mannelijke toeristen die ‘oben ohne’ van zijn terras gestuurd worden. Een levensgenieter die zijn doorweekte gasten met een Plenta (polenta met een plak gesmolten kaas in een pannetje) en een glas rode wijn weer opvrolijkt en opwarmt. Het zijn van die ontmoetingen die het rondtrekken in de bergen zo verrassend en plezierig maken. Het laatste woord is voor de bedenker van de 360˚-route, Gernot Madritsch: “Dit is nog echt Naturpur. Er zijn nauwelijks liften en er zijn vrijwel geen bouwwerken. Dat onderscheidt ons van de concurrentie. En daarbij is de geologie zeer belangrijk voor het landschapsbeeld. Dit is echt een aanwinst voor Osttirol.” ▲

OSTTIROL Route

Gernot Madritsch en wandelgids Eva Oberhauser bekijken de 360˚-kaart.

Op het kaartje is de route in grote lijnen aangegeven. In totaal is de route 345 kilometer (337 voor de alpiene route) lang, verdeeld in 33 dagetappes. Niet alleen de bekende drukkere gebieden als de Venediger, het gebied van de Grossglockner en de Lienzer Dolomieten worden aangedaan, maar ook veel minder bekende gebieden als de Karnische Kamm, de Villgrater en Deferegger bergen en de Schobergruppe met de – voorheen Nederlandse – Wangenitzseehütte. In het noorden zijn enkele alpiene routes door wandelaars te omzeilen met alternatieven. Hoewel iedereen zelf zijn etappes kan samenstellen, gaan de makers van de tocht uit van een vertrek bij Lienz, met 636 meter het laagste punt van de tocht. Ruim 3000 meter hoger ligt met 3798 meter het hoogste punt, de Grossglockner. Die is alleen voor de klimmers, de wandelaars lopen aan de westkant om het massief heen. In totaal stijgt en daalt de route voor bergwandelaars ruim 26.000 meter.


De route is opgedeeld in negen delen met ieder hun eigen specifieke eigenschappen

Hoog boven het dal aan de zuidkant van de Grossvenediger.

Reis Osttirol is per trein bereikbaar via Lienz. Dat betekent vanuit Utrecht wel minstens vier keer overstappen. Info en tickets: www.treinreiswinkel.nl. Voor de dienstregeling kijk je op www.bahn.com. Met de auto is het 1015 kilometer.

Verblijf Kijk voor berghutten op www.osttirol.com/de/huetten of klik op de site van Osttirol op Unterkünfte waar je kunt doorklikken op gewenste vorm van onderdak: van camping tot vijfsterrenhotel en van Gesundheitsbauernhof tot chalet.

Documentatie • www.osttirol.com • www.osttirol.com/de/osttirol360 • Topografische kaarten van Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen ÖK50, schaal 1:50.000, kaartbladen 3101-3103, 3107-3109, 3225-3227 • De kaart van de 360˚-tocht wordt op aanvraag toegezonden door Osttirol Werbung. Aanvragen via info@osttirol.com.Hij is ook te downloaden: www.osttirol.com/de/osttirol360, maar is behoorlijk groot (enkele tientallen Mb’s). Tijdens de Bergsportdag (14 maart) is de kaart verkrijgbaar.


Anna Stöhr, Boulder World Champion

Urban life. Climbers are discovering a whole new arena right on their doorstep. Out of the climbing gym, away from the mountains and into the pulsating city. Anything – facades, walls, bridge supports, you name it – is fair game as an urban climbing route. Spontaneous bouldering sessions with friends or slacklining between house fronts is what urban climbing is all about. Urban Climbing – Mammut bringing the mountains to the city. www.mammut.ch

mammut.indd 1

14-04-2009 15:53:43


TEK ST EN FOTO’S MIEKE SCHARLOO

|

VEILIGHEID

|

HOOGTELIJN 1-2010

CHECK? CHECK! NKBV-VEILIGHEIDSCAMPAGNE VAN START De NKBV is een veiligheidscampagne gestart die zich richt op alle klim- en bergsporters: Check? Check! Aanleiding voor de campagne is een brandbrief van de veiligheidscommissie. Deze heeft uit ongevallenanalyses geconcludeerd dat Nederlanders zowel indoor als outdoor te weinig risicobesef hebben.

“En dan gaat het niet alleen om klimmers,” vertelt projectleider Mirjam Jansens van de NKBV. Ook wandelaars realiseren zich vaak niet welke risico’s ze nemen en zolang het goed gaat, lijken zij het gelijk natuurlijk aan hun zijde te hebben. “Denk maar aan uitspraken als ‘een jack heb ik niet nodig, het is toch mooi weer’, of ‘ik ben toch geen alpinist’,” vult veiligheidsexpert van de NKBV Harald Swen aan. “Tja, als ze dan in een weeromslag belanden of de weg kwijtraken, dan was het best handig geweest als ze zich beter hadden voorbereid.” De nieuwe veiligheidscampagne, die meerdere jaren gaat duren, is erop gericht dat Nederlanders zich beter bewust zijn van de risico’s als ze binnen of buiten gaan sportklimmen of erop uit trekken in de bergen, zomer en winter. Doel is het aantal (dodelijke) ongevallen terug te dringen.

Spatwatervast De eerste acties van de campagne zijn inmiddels zichtbaar. Bij deze Hoogtelijn tref je een Veiligheidswijzer aan met de belangrijkste alpiene nood- en informatienummers. Haal hem uit deze Hoogtelijn en neem hem mee als je naar de Alpen gaat. Een goede voorbereiding is namelijk het halve werk. “Check bijvoorbeeld altijd het weerbericht en check ‘s winters altijd het lawinebericht voordat je op pad gaat,” stelt Harald Swen. De telefoonnummers en websites vind je op de Veiligheidswijzer die opgevouwen in je portemonnee past en spatwatervast is. “Checken, daar draait het bij veiligheid altijd om,” vult Jansens aan. “Daarom is het motto van de campagne Check? Check! Het staat groot op de rode ‘gevarendriehoek’ die je de komende tijd op veel plaatsen zult terugzien.” Bijvoorbeeld bij artikelen in Hoogtelijn, op de website en in de klimhallen onderaan de routes. In de klimhallen wordt al langer met ‘check and climb’ aandacht gevraagd voor veiligheid. Check? Check! is hier een uitgebreider vervolg op. “Check elkaar, heb je je goed ingebonden, zit het zekeringsapparaat goed, ben je er met je hoofd bij? Je kunt beter een keer te vaak controleren, Check? Check! Kijk, hier staan dan die ene keer te weinig,” we nu. vinden Swen en Jansens.

In Klimhal Yosemite in Zwolle schroeft Onno Kuiper de eerste bordjes op de wand.

Fit Die raad wil hij ook de meer ervaren en oudere klimmers en bergsporters op het hart drukken. Als mensen iets al vaak hebben gedaan, sluipt de routine erin en dus het risico van de nonchalance. “Dat is het moment dat ongelukken gemakkelijk kunnen gebeuren. Mensen denken dat ze heel ervaren zijn en dat hen daarom niet veel kan gebeuren. Maar wat is ervaren voor ons Nederlanders? Vergeleken met bergbewoners zijn we dat gewoon niet. Dat moeten we ons realiseren. Ons risicobesef moet groter worden.” Swen ziet een opmerkelijke trend in de ongevallencijfers van de laatste jaren. Het draait vooral om mensen tussen de 20 en de 25 en tussen de 50 en de 55. Over de eerste groep zal niemand verrast zijn. Kort door de bocht: ze zijn jong, onervaren en ambitieus; net als in het verkeer lopen zij in de bergsport meer risico dan anderen. De oudere groep is vooral te vinden onder de mensen die vroeger hebben geklommen, het een tijdje rustig aan hebben gedaan toen zij een gezin kregen en er vervolgens weer tegenaan gaan. “Deze mensen denken dat ze heel ervaren zijn, maar eigenlijk is dat niet zo. Ze hebben jarenlang weinig gedaan in de Alpen - dus geen nieuwe ervaring opgedaan noch de kennis en vaardigheden bijgehouden. En ondertussen zijn ze ook niet meer zo fit als toen ze 20 waren. Het is belangrijk dat zij een reëel beeld hebben van de risico’s die ze lopen. En dat geldt natuurlijk voor ons allemaal,” besluit Swen. ▲

MEER WETEN OVER CHECK? CHECK! KIJK OP: WWW.NKBV.NL/VERENIGING/VOORLICHTING/VEILIGHEID/

|

19


20

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E S P A N J E

●● ●

|

T E K S T A N N E VA N G A L E N

KLIMMEN OP

TWEE ESCALADORES IN SPANJE Als de dagen langer worden en witte mensen op terrasjes voorzichtig uit hun winterslaap ontwaken, wordt de klimhal steeds meer een ondraaglijk donker hol. Naar buiten! En voor ik het weet ben ik koortsachtig bezig met het bellen van klimmaatjes, het lezen van gidsjes en het surfen voor cheapy vluchten naar warmere oorden. Het zijn de bekende rituelen van een klimjunkie. Irina voelt voor Noord-Spanje. Ons doel wordt routes van meerdere touwlengtes en een beetje alpien karakter klimmen. Vlak voor vertrek nog wat gebel: Welk touw? Welke brander? Wel of niet een tentje mee? De keuze valt op ‘lui en licht’. De gebiedjes waar we heen willen hebben niet voor niets allemaal een refugio in de buurt. Slaapzak, matje en tent blijven dus thuis. Alleen een brander en één pan gaan mee om thee te kunnen zetten. Barcelona: palmen, bloemen, een briesje van zee. Met een gehuurde Ford Ka gidst Irina mij naar het gehucht Granen, vlakbij Huesca. In de wijde omtrek is geen beklimbare rots of boulderblok te bekennen, maar wel het hotel van Antonio, een oude bekende van Irina. Zij komt namelijk al jaren in dit deel van de Pyreneeën om veldwerk te begeleiden van Delftse geologiestudenten. We genieten van de Spaanse keuken en lachen om het ongegeneerde geflirt van de 50-jarige Spanjaard. Twee blonde escaladores, dan vraag je er ook om. De volgende ochtend worden we gewekt door de zwaluwen onder het dak en de scooters in de steeg. De klimwinkel in het nabijgelegen Huesca is nog maar net open. We bladeren door gidsjes en horen het personeel in ons beste Spaans uit over de mogelijkheden

Klimmen op conglomeraat van Mallos.

in het gebied. De feestvreugde wordt echter licht verstoord als we horen dat al de refugio’s die we hadden ingepland, nog dicht zijn. We kijken verlangend naar de comfortabele donsslaapzakken in het rek en de zon die buiten aanlokkelijk schijnt. Niet veel later zijn we in de Eroski (een Spaanse Super Supermarkt) op zoek naar de ‘kampeerafdeling’. En nog iets later staan we weer buiten. Voor 80 euro zijn we een piepklein koepeltentje, drie matjes en twee slaapzakken rijker. VADIELLO Het thema van onze klimtrip is conglomeraat; rots gevormd door afgeronde kiezels ingebed in een matrix van zand, verhard tot een natuurlijk beton. Miljoenen jaren geleden was dit het grind dat door rivieren vanuit de Pyreneeën naar lager gelegen gebied werd getransporteerd. Nu vormt het conglomeraat markante rotstorens. In Vadiello liggen de conglomeraatmassieven ingebed tussen de kalkrotsen. Het smaragdgroene water van een stuwmeer zorgt voor een sprookjesachtige spiegeling. Vanaf scherpe kammen kijken vale gieren op ons neer. In de jaren ’80 was klimmen hier erg populair en zijn er veel routes ingeboord. Deze zijn nog lang niet allemaal gesaneerd. Sommige haakjes zijn als gevolg erg dun en roestig. Wel avontuurlijk, maar niet de meest ideale kick off voor het seizoen. Lichtelijk geïmponeerd stappen we tijdelijk over op nieuw geboorde routes, direct naast de parkeerplaats. We kennen de precieze waardering niet, maar dit ziet er in ieder geval wel lekker veilig uit. Keerzijde van deze tactiek is dat ik bijna mijn vingers kapot trek aan die mini-kiezels en een paar keer moet hangen. Na een gesprekje met een paar lokale klimmers blijkt waarom: we zijn blind een 7a in gestapt. We klimmen twee dagen op deze torens van kebab. Voor Irina a dream come true: jarenlang kon ze tijdens veldwerk alleen verlangend kijken naar de hoge torens in dit gebied. Nu heeft ze eindelijk een maatje om ze te beklimmen. ’s Nachts slapen we onder de sterren en moeten we het opnemen tegen een vosje dat met zijn brutale snuit in onze bagage komt rommelen en er twee keer vandoor dreigt te gaan met een slaapzak. Het is alweer even geleden dat ik zo minimalistisch heb gekampeerd. Verfrissend: in de loop van de jaren heb ik steeds meer en duurdere spullen verzameld die ‘comfortabel’ zijn bij het klimmen en kamperen. Als gevolg hiervan zit ook bij een weekendje Freyr de hele auto volgestouwd met handige dingen ‘waar je echt niet zonder kunt’. Nog even en dan moet zelfs de elektrische melkschuimer en


F O T O ’ S A N N E VA N G A L E N E N I R I N A O V E R E E M

|

HOOGTELIJN 1-2010

KEBAB Pas ’s morgens zien we hoe imposant de torens in dit gebied zijn.

Irina klimt na op de Cavall Bernet in Montserrat.

|

21


Montserrat vóór de storm.

Vadiello.

het grote keukenmes mee... Hier in Spanje blijkt gelukkig opnieuw dat één pan, een zakmes en een beetje creativiteit ook prima werken. MALLOS DE RIGLOS Na deze opwarmbewegingen wordt het tijd voor echte lange routes. We rijden door de uitlopers van de Spaanse Pyreneeën. Buizerds, valken en onhandig flapperende ooievaars doorkruisen de blauwe lucht. En plotseling staan ze er dan: brede rode torens tussen het frisse voorjaarsgroen. Het dorpje Riglos aan de voet van deze giganten slaapt nog. Op de parkeerplaats zetten we onze huur-Ford tussen de hippiebusjes van andere klimmers. Dit is the place to be, dat is wel duidelijk. We kiezen ervoor om als eerste de Via Normal op El Puro te beklimmen. Dit is het beste te beschrijven als een markante zijpiek van een veel hoger massief, de Pisòn. De meest makkelijke route is een markante versnijding. Gemiddeld vijfdegraads met drie keer een stapje 6a/b. Volgens het gidsje een viersterren klassieker, van tien korte lengtes. Het conglomeraat is compleet anders dan in Vadiello. Hier zijn de kiezels veel groter, tot misschien wel de maat van een flinke voetbal, en is het cement zanderiger van opbouw. Wederom even wennen. En dat geldt ook zeker voor de luchtige schoorsteenpassages. Ervaring met het leggen van eigen tussenzekeringen is onmisbaar, en creativiteit is zelfs dan nog nodig. Dit zijn geen keurige parallelle granietspleten, er moet geïmproviseerd worden met bandlusjes om zandlopers, nutjes of door tricams in rare holletjes te proppen. Na zes lange touwlengtes zijn we al boven. De top is een niet al te stabiel plateautje van 1,5 bij 1,5 meter. Aragon ligt aan onze voeten en naast ons strijken de grote vale gieren met veel gesuis door het luchtruim. Wat een prachtig gebied! BOSWACHTERS De volgende morgen worden we wakker tussen de olijfbomen. Zoals meestal is Irina fris en fruitig uit de veren. Zelf zou ik nog rustig een half uur kunnen doordoezelen, maar een gevoel van ‘niet onder willen doen’ jaagt me mijn slaapzak uit. Het is precies deze dynamiek die ook heel goed werkt tijdens het klimmen. We zijn gretig. Hierdoor is het ook nooit een vraag wie het spits moet afbijten of de moeilijke lengte gaat voorklimmen. Daar hebben we allebei wel zin in! Het is echt nog vroeg als we onder de wand staan te trappelen.

Precies op tijd om vóór drie Franse klimmers de instap te vinden. Via een combi van de ‘Espolon de Adamelon’ en het laatste stuk van de normaalroute willen we op de top van de Pisòn uitkomen. Het gaat vlot. Althans, dat gevoel hebben we totdat we twee in het boswachtersgroen geklede mannetjes pijlsnel door de overhangende hoofdwand omhoog zien gaan. “Ik dacht dat daar alleen maar artificiële routes liepen!” Later in het café, blijkt dat het geen boswachters zijn maar mannen van de bergpolitie. Wat een baan! De mannen kunnen meteen dienen als ideale informatiebron voor ons derde project: de Via Galletas dwars over de toren, El Fire. Op de top van de Pisòn werd ons namelijk duidelijk dat dit toch echt de hoogste toren is van het gebied. En ja, size does count. Het wordt een avontuur met grasbanden, luchtige en overhangende traverses (6a/b), schoorstenen vol met spinnenwebben en een omslachtige afdaling. MONTSERRAT Hoewel de torens nog lang niet op zijn, wordt het tijd om door te gaan. Het fameuze Montserrat is ons derde doel. We rijden eerst 250 kilometer terug richting Barcelona. Daarna volgen we in de schemering een kronkelweggetje en rollen we naast de Refugio Bartomeu Puiggròs (dicht!) nog een keer onze matjes uit. Pas de volgende ochtend zien we hoe imposant de torens en wanden in dit gebied zijn. Op aanraden van twee Spaanse klimmers (ze wilden met ons op de foto) klimmen we een prachtige route van vijf lengtes op de Cavall Bernat. In de moeilijke lengtes (6c+) is het struikelen over de haken. De gedachte is hier waarschijnlijk om te artifen, maar aangezien we geen ladders meegenomen hebben, gaan we voor een vrije beklimming. En dan merken we het zelf ook: na vijf dagen buiten slapen op onze spartaanse matjes, wordt het tijd voor een bed en een douche. Een naderend slechtweerfront vormt een goed excuus om af te dalen naar de bewoonde wereld. In het dorpje Monestir worden we heel snel weer beschaafde meiskes. Vanuit het raam van onze albergo hebben we prima zicht op de kiezelmassieven van Montserrat. Nog een keer willen we onze grenzen testen en de imposante ‘Duivelswand’ lijkt hiervoor zeer geschikt. Bijna alle routes die hier doorheen lopen, hebben een artificieel karakter. Dat wil zeggen: je moet er werken met nuts, friends en zelfgeslagen haken en touwladders die we dus niet bij ons hebben.


Wildkamperen bij Vadiello.

Mallos de Riglos.

SEX APPEAL We gaan voor een beklimming van de ‘Sanchez-Martinez’, een route die als A1 of 7a gewaardeerd staat. Het Catalaanse gidsje raadt ‘algunos plaquatos recuperablos’ aan, maar we denken er wel doorheen te kunnen worstelen. Enthousiast sorteren we ons rack, terwijl we hard ons best doen om de voortrazende onweersbuien met slagregens te negeren. Morgen wordt het beter, misschien… Het is droog als de laatste klimdag van de vakantie begint. Maar de voorspellingen zijn niet goed en de lucht ziet er onheilspellend uit. Plan B, El Projectil, komt uit de rugzak, maar zodra de zon doorkomt zien we dat dat een topje van niks is. Geen enkele sex appeal. We kunnen ons niet motiveren voor deze magere drieënhalve touwleng-

te. We bladeren door het gidsje op zoek naar een mooier project. En dat is nog niet eenvoudig, want bijna alle routes aan deze kant van het gebied kunnen niet worden abgeseild, maar hebben een afdaling te voet door steile couloirs. Niet zo’n goed idee met een naderend koufront. Uiteindelijk vinden we het perfecte plan C: naast onze vorige route in dit gebied, op de Cavall Bernat, liep nog een steile lijn. Hieruit kunnen we ongetwijfeld abseilen. Niet veel later hangen we alweer aan de stevige kiezels van de ‘Gran Illusio’. Ik ben zo bezig met balans en ‘klimmen tussen de haken’ dat ik het niet eens door heb dat het heel zacht is gaan regenen. Even later seilen we in de striemende regen ab. ▲

DE KLIMGEBIEDEN De drie klimgebieden in dit artikel liggen in de voorlopers van de Spaanse Pyreneeën. Embalse de Vadiello in de Sierra de Guara ligt net ten noordoosten van Huesca in de Spaanse provincie Aragon. Mallos de Riglos is zo’n 50 kilometer ten noordwesten van Huesca te vinden, en langs de N240 naar Jaca. Onder de conglomeraattorens heeft het piepkleine dorpje Riglos zich genesteld. Montserrat ligt ongeveer 35 kilometer ten noordwesten van Barcelona. Het beste klimseizoen is maart-mei en september-november. In de zomermaanden is het erg warm, in de winter ben je meer afhankelijk van het weer, en mag je er niet op rekenen dat het warm genoeg zal zijn om te klimmen. Alle drie deze gebiedjes hebben een alpien rotsklimkarakter. Er zijn weliswaar (boor)haken en standplaatsen, en ook wel een paar echt goed behaakte routes, maar veel klassieke routes vereisen daarnaast ook het zelf leggen van tussenzekeringen en het bouwen van standplaatsen. Wij klommen overal met dubbeltouw. De beschreven klimrotsen liggen in natuurbeschermingsgebieden: de Sierra de Guara, de Mallos de Riglos en Montserrat. Het zijn ook prachtige wandelgebieden en de Sierra de Guara staat bovendien bekend om de fantastische canyoningmogelijkheden. Er zijn heel goede wandelkaarten en kleine boekjes met gebiedsbeschrijvingen. De boekjes met gebiedsbeschrijvingen hebben ook tips voor culturele uitjes; de steden Barcelona en Huesca hebben veel te bieden voor een regendag, daarnaast is het klooster van Montserrat een wereldberoemd pelgrimsoord. Alle hier beschreven informatie is in het Spaans.

Documentatie • Vias de escalada de la Sierra de Guara. Editorial Pirineo, J. Olivan & J.J. Vicente, 1993. • Parque de la Sierra y canyones de Guara. Mapa Excursista de los Pirineos, no 7. 2006. schaal 1:40.000. • Escalades en los Mallos de Riglos, Mallos de Aguero, Foz de Escalete, F.G. Polo, 1993. Prames S.A. Zaragoza • El Reino de los Mallos. Mapa Excursista de los Pirineos, no 8. 2006. schaal 1:40.000. • Montserrat Guía d’Escalades del vessant Nord, D. Sanchez, 2003. Desnivel Ediciones (in het Catalaans). • Montserrat Parque Natural de la Muntanya de Montserrat, Editorial Alpina, GeoEstel, schaal 1:5.000 / 1:10.000. • http://riglos.chez-alice.fr/riglos.htm - Topo van Riglos

Hutten • Refugio de Pena Guara, niet vaak open gezien, op afspraak mogelijk open. Contact: Bergsportvereniging van Huesca Pena Guara, +34 974 21 24 50 of mail naar p-guara@p-guara.com • Refugio Gomez Laguna, Riglos. + 34 974 383 051, www.refugioderiglos.es (ook in het Engels). Gerenoveerd in 2007, gehele jaar geopend. • Refugio Santa Cecilia Bartomeu Puiggròs, vlakbij Hermita Cecilia, Montserrat. Geopend in weekends en vakanties. Contact: Salvador Gonzalez, +34 646 492 436 (mobiel) of +34 938 350 566 (vast).


|

24

HOOGTELIJN 1-2010

|

TEKST EN FOTO’S HAR ALD SWEN

WIE IS DE WIJZE

1

TEST JE KENNIS Ben jij de wijze der stenen? Weet jij waarop je klimt of wandelt als je in de bergen bent? Best handig om te weten. Het kan nogal wat uitmaken. Test je kennis van gesteenten en gebieden in deze fotoquiz. Graniet of kalk? Elk gesteente heeft specifieke eigenschappen die grote invloed hebben op de manier waarop je er het best op kunt klimmen. Zo vind je in graniet vaak spleten of extreem gladde platen. In kalk vind je juist vaak overhangen en de meest vreemde druipsteenformaties. Als je weet met welk gesteente je te maken hebt, kun je je voorstellen wat je te wachten staat en welk materiaal je moet meenemen. Maar hoe goed ken je eigenlijk de rots waar je op klimt of langs wandelt? Om dit te testen hebben we een kleine quiz gemaakt. De zes foto’s tonen elk een ander gesteente. Weet jij om welk gesteente het gaat en weet je ook nog in welk gebied de foto is gemaakt? Vul vóór 1 maart 2010 je antwoorden in op het formulier op www.nkbvbergsportdag.nl. Onder de goede inzenders wordt een superlichte Zepton rugzak van Lowe Alpine verloot. Deze 50-liter rugzak weegt net iets meer dan een kilo. De uitslag wordt bekend gemaakt op 14 maart tijdens de Bergsportdag. ▲

2

3


FOTOQUIZ

|

HOOGTELIJN 1-2010

DER STENEN? 4

5

6

Win! Meer weten over gesteenten en hun eigenschappen? De hele collectie superlichte rugzakken van Lowe Alpine zien? Kom naar de Bergsportdag in Nieuwegein op 14 maart.

|

25


Duitsland

Mountainbiken Italië België Oostenrijk

Voordelen van de MTB-reizen met SNP - Bagagevervoer - Alle tochten op GPS vastgelegd en tracks meegeleverd - Keuze tussen eigen of gehuurd materiaal - Verschillende niveaus van één tot vier sterren - Comfortabele accommodaties SNP en mountainbiken De MTB-reizen van SNP variëren van lichte dagtochten tot zware beklimmingen, altijd met je eigen reisgezelschap. De ene keer vanuit één accommodatie, dan weer langs verschillende hotels en berghutten. Tijdens de trektochten zorgt SNP voor het vervoer van de bagage. Omdat wij de tochten zelf hebben gefietst, leveren wij de GPS tracks mee. Jij leeft je uit in de natuur, SNP verzorgt de rest.

Op de hoogte blijven van het aanbod SNP reizen? Ons inspirerende gratis SNP.NL magazine verschijnt vijf keer per jaar en staat vol prachtige foto’s en boeiende reportages over onze reisbestemmingen. Inschrijven kan op www.snp.nl/magazine.

Kijk op www.snp.nl/mtb voor alle mountainbikereizen of bel de SNP Reiswinkel 024 3277000 ad Hoogtelijnen SNP MTB.indd 1

18-01-10 15:13


T E K S T E S T E R VA N V E E N

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

EVENWICHT OP HET SLAPPE KOORD

Slacklinen is overgewaaid uit de Verenigde Staten. De-letterlijke vertaling is: slap, doorhangend (slack) koord (line). Ontstaan in de jaren 70 van de vorige eeuw in Yosemite Valley in Californië. Klimmers balanceerden daar als tijdverdrijf op kettingen die tussen de paaltjes op de parkeerplaatsen bij Campground 4 waren gespannen. Al snel vulden zij hun avonden en rustdagen met dit evenwichtsspelletje, dat ze overigens overal waar het maar kon op speelden. Het bleek al snel dat dat spelletje voordeel opleverde bij het klimmen. De oefening in balans vertaalde zich in beter klimpres-

taties. De klimmers vervingen op den duur de stalen kettingen door bandlussen die onderdeel waren van hun klimuitrusting. Zo is het slacklinen geboren. Slacklinen heeft op het eerste gezicht veel weg van koorddansen. Het grote verschil zit in het materiaal waarvan het koord is gemaakt. De nylon vezels maken de lijn elastisch, waardoor de lijn doorzakt en beweegt. Hierin zit ook de uitdaging! Een bewegende lijn geeft enerzijds meer dynamiek die je kunt gebruiken bij het uitvoeren van bepaalde trucs. Maar wil je dat de lijn helemaal tot stilstand komt, bijvoorbeeld voor het oversteken van een grote hoogte, dan wordt dat moeilijker door de elasticiteit van het koord. Voordelen van het slacklinen zijn dat iedereen ermee kan beginnen en je het vrijwel overal kunt doen. Je hebt niet veel meer nodig dan een slackline-set en een achtertuin met twee bomen of een paar stevige waspalen. Heb je geen slackline-set in de schuur liggen of kan je wel wat tips gebruiken, kom dan 14 maart naar de Bergsportdag. Daar kan je onder begeleiding het slacklinen proberen of je niveau verbeteren. Slacklinen is niet alleen plezier en pure ontspanning, het wordt steeds vaker gebruikt als ondersteuning bij sporten als skiën, mountainbiken, surfen en, natuurlijk, klimmen. Het is goed voor je balans en concentratie. Een van de goeroes van de slackline is de Tiroler Heinz Zak, enkele jaren geleden gast op de Bergsportdag. De 51-jarige extreemklimmer, schrijver, fotograaf en filmer, is helemaal gek op het slacklinen. In november vorig jaar liep hij nog, ongezekerd over een koord gespannen op de Zugspitze boven een 400 meter diepe afgrond. Geen wonder dat de Tiroler als motto heeft: Mijn leven is een opwindende zoektocht naar lichamelijk en geestelijk evenwicht ▲

PRAKTISCHE TIPS Voor het eerst staan op een slackline is moeilijk. Je merkt snel dat de lijn erg beweeglijk is en lastig te controleren. Zoek in het begin steun op iemands schouder. Dan geleidelijk aan een arm, hand en vinger tot je er alleen op staat. Een aantal praktische tips: • Kijk nooit naar je voeten; • Ga rechtop staan met één voet op de lijn; • Zorg dat je zwaartepunt boven de voet is die op de lijn staat; • Strek je armen zijwaarts uit; • Zoek voor je ogen een punt aan het einde van de lijn; • Probeer zoveel mogelijk je lichaam te ontspannen; • Ga staan, maar strek je been niet helemaal uit, zet je knieën niet op slot.ot.

Probeer de slackline op de Bergsportdag op 14 maart

27


28

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

TIPS

|

TEK S T M A A R TEN FA A S

©Swiss-image

10 MANIEREN

OM KINDEREN TE MOTIVEREN Volwassenen hebben ieder zo hun eigen motivatie om de bergen in te trekken. Als ze eenmaal kinderen hebben, gaan die mee op sleeptouw. Of ze willen of niet. Tien tips om kinderen te motiveren en ze de liefde voor de bergen bij te brengen. ‘Because it’s there’. Beroemde woorden. In maart 1923 uitgesproken door de Britse bergbeklimmer George Mallory tijdens een interview met The New York Times. Hij antwoordde op de vraag waarom hij Mount Everest wilde beklimmen. Waarom gaan we bergen beklimmen? Waarom werken we ons in het zweet om op een top te staan? Waarom uren zwoegen met een zware rugzak op? Waarom onszelf zonder noodzaak in gevaar brengen? Waarom slapen op een rumoerige slaapzaal in een stoffige berghut? We hebben daarvoor allemaal mooie redeneringen. Genieten van de prachtige natuur. Een sportieve uitdaging aangaan. Je eigen grenzen verkennen. Onder de indruk raken van de grootsheid van het

landschap. De gletsjers, de toppen, de dalen. Maar dat zijn allemaal wel grote-mensen-redeneringen. Het is maar de vraag of kinderen dat ook zo beleven. Die zien dat vaak heel anders. Gaan liever spelen of zwemmen. Hebben helemaal geen zin in een zware dagtocht, terwijl hun ‘vriendjes en vriendinnetjes’ op de camping lekker ijsjes eten. Hoe dan ook, het is van belang om bergtochten goed af te stemmen op de lichamelijke mogelijkheden van kinderen en zorg te dragen voor een kindvriendelijke tochtenplanning. Maar misschien nog wel veel belangrijker is het om bergtochten met kinderen leuk en aantrekkelijk te maken.


HOOGTELIJN 1-2010

|

29

1 Dagboekje Koop voor de kinderen, of beter nog: samen met de kinderen, een mooi schriftje of boekje om een bergdagboek te maken. Basis voor de vulling ervan zijn kaarten die je bij hutten kunt kopen. Mooi staan ook de stempels die je bij hutten en bergstations kunt krijgen. Laat kinderen er tekeningen in maken. Schrijf er zelf als ouder leuke teksten bij over hoe goed je kind een tocht maakt. Knip plaatjes uit folders en brochures van de toeristenbureaus. Schets eventueel zelf de routekaart of hoe een bergmassief in elkaar zit. Leuk om te doen tijdens de vakantie, maar ook leuk voor later. Thuis kun je er nog mooie foto’s inplakken. Het kan mee naar school om daar te laten zien. Of het vormt de basis voor een spreekbeurt over vakantie in de bergen.

2 Samen met andere kinderen Tochten maken met andere kinderen gaat gemakkelijker dan alleen met het eigen gezin. Kinderen stimuleren elkaar. In elkaars bijzijn gaan ze veel minder snel zeuren. Ze vinden het leuk om samen wat te ondernemen. Daarom hebben wij heel veel bergsportvakanties gedaan met vrienden die kinderen in dezelfde leeftijd hebben als wij. Je hoeft niet alles samen te doen en je hoeft ook niet de hele vakantie met elkaar op te trekken. Maar spreek bijvoorbeeld voor een week samen af op een camping en doe samen een aantal activiteiten. Ook biedt dit de mogelijkheid om op te splitsen. Vaders samen, moeders samen al dan niet met een paar kinderen. Bovendien biedt deze constructie ook de mogelijkheid dat je als ouders een dag iets onderneemt, terwijl op je kinderen wordt gepast. Laat elkaar wel vrij en doe alleen dingen samen als je het leuk vindt en het de kinderen extra stimuleert. Daarom zijn de bergsportkampen van de NKBV ook vrijwel altijd een succes.

3 Alternatief vervoer De meeste dagtochten kennen het patroon van autorijden, parkeerplaats, lopen, parkeerplaats, autorijden. Maar het kan ook anders. Plan een rondtocht in combinatie met openbaar vervoer, zoals bus,

trein, kabelbaan of groepstaxi. Op sommige plekken in de Alpen kun je met paard en wagen worden gereden, ook altijd boeiend, maar combineer het slim met een mooie tocht (en let op je portemonnee).

4 Picknicken Onderweg je eigen lunch bereiden maakt een tocht extra leuk. Bij ons is lange tijd het stokbroodje tonijn een tophit geweest. We namen dan stokbrood, tomaten, een blikje tonijn en soms zelfs een tubetje mayonaise mee. Nog leuker wordt het als je een brander en een pannetje hebt om soep te maken. Lekker warm en een aanvulling van de zoutvoorraad is nooit slecht tijdens een lange tocht in de zomer. Het mooist is het als de kinderen het water zelf uit een beekje kunnen halen of het pannetje mogen volstampen met sneeuw. Wel goed doorkoken! Top of the bill is een vuurtje stoken en er de meegebrachte worstjes op roosteren. In Zwitserland zijn er langs veel wandelroutes officiële vuurplaatsen waar het hout voor je klaar ligt.

5 Spelen Zorg ervoor dat je bij de planning van de tocht tijd reserveert om te spelen. Kinderen spelen liever van A naar B dan dat ze alleen maar moeten lopen. Onderweg kun je bijvoorbeeld wedstrijdjes beek oversteken organiseren, een potje jeu de boules met stenen spelen, dammen bouwen en in het bos verstoppertje doen. Als je een saai stuk moet overbruggen, doe dan een rijm- of zingspelletje.

6 Oog voor natuur Een natuurgids in de rugzak geeft de mogelijkheid om eens uit te zoeken wat voor soort bloemetjes je om je heen ziet. Er zijn zo veel bijzondere soorten planten in de Alpen. Sommige soorten zijn beschermd, die mag je niet plukken. Maar andere zou je kunnen plukken en drogen in een mooi schriftje om te bewaren. Of welke roofvogel zweeft hoog in bergen? Een steenarend, havik, torenvalk? Er zijn altijd dieren te spotten in de Alpen zoals marmotten, steenbokken, gemzen. Wie goed kijkt kan ook fraaie vlinders zien.

©Mieke Scharloo

©Mieke Scharloo

Tips


|

HOOGTELIJN 1-2010

©Swiss-image

30

Of neem informatie mee over de geologie van de Alpen en ga op zoek naar verschillende soorten gesteente: graniet, kalk, leisteen, dolomiet.

7 Medaille Een medaille of een diploma is een mooie manier om kinderen te stimuleren. Koop ze in Nederland en laat er een toepasselijke inscriptie in zetten. Overleg van tevoren met je kinderen hoe ze deze kunnen verdienen, door bijvoorbeeld een aantal tochten te maken. Laat de medaille uitreiken door de baas van de camping of een huttenwaard. Je kunt ook zelf een diploma ontwerpen waarop je met sierlijke letters de naam van je kind en de datum laat schrijven. Apetrots zijn ze. Veel toeristenbureaus in de Alpenlanden hanteren een stempelkaart of wandelpas. Als je een bepaalde hoeveelheid stempels hebt verzameld, krijg je een wandelspeld of een medaille.

Mont Joly We zijn in de buurt van St.Gervais-les-Bains in het Franse Mont Blancgebied. De kinderen zijn nog klein, Marieke 8, Irene 6 en Renate 3. We hebben een leuk plan. Ik ga met Marieke en Irene vanuit Les Contamines de Mont Joly beklimmen, een tocht van vier uur. De Mont Joly is 2525 meter hoog en geeft een schitterend uitzicht op de westelijke hellingen van de Mont Blanc: de Dôme de Miage en Tré-la-Tête. Het laatste deel van de tocht gaat over een bergkam en is als wandelroute pittig. Afien zet ons met de auto af bij het begin van de route. Zelf rijdt ze met Renate terug naar Les Bettex. Daar gaan ze samen met de skilift naar Mont d’Arbois. Vandaar wandelen ze naar het Pavillion du Mont Joly waar ze op ons wachten. Na een uur lopen begint Irene te klagen. Ze heeft pijn in haar buik. In eerste instantie denk je dan: ze stelt zich aan. Het is warm en Irene is ‘nou niet altijd even enthousiast’ voor bergwandelen. Als ouder haal je dan achtereenvolgens het hele repertoire aan motivatietechnieken uit de kast: begrip, een slokje water, voorzichtig aandringen, stimuleren, wijzen op het enorme stuk dat we al gedaan hebben, prijzen, even extra uitrusten, uitleggen dat we niet terug kunnen gaan, boos worden, opnieuw weer begrip, een extra snoepje, heel

8 Naar gletsjer of sneeuwveld Heel bijzonder is dat je in de bergen midden in de zomer sneeuwballen kunt gooien. Vooral in het eerste deel van de zomer zijn er op tal van plaatsen nog sneeuwvelden te vinden. Proberen over een sneeuwveld naar beneden te skiën op je bergschoenen. Of doe een regenbroek aan en roetsj op je kont naar beneden. Doe dat alleen op plekken die echt veilig zijn. Gletsjers zijn ook interessant om naartoe te lopen. De enorme ijsmassa’s zijn een apart natuurfenomeen. Drie klassiekers: • Aletschgletsjer in Wallis in Zwitserland: vanuit Fiesch am Eggishorn kun je met twee liften omhoog. • Mer de Glace bij Chamonix in Frankrijk: met een treintje hobbel je naar Montenvers waarvandaan een kabelbaantje je verder in de ijzige wereld brengt. Je kunt zelfs in de gletsjer kijken in een uitgehakt gangenstelsel met ijssculpturen.

boos worden. Het helpt allemaal niks. Het eind van het liedje en een uur verder; ze moet overgeven. Na een heel lange rust, gaat het allemaal weer goed, maar ondertussen hebben we wel een uur vertraging opgelopen. Het uitzicht op de top is schitterend. We zitten goed en wel op de top, komt een helikopter boven ons rond cirkelen en laat een man langs een touw abseilen. Een spectaculair gezicht. Op hetzelfde moment zit Afien zich beneden al een uur ongerust te maken; ‘waar blijven Maarten en de meiden?’. Het zien van die helikopter versterkte haar ongerustheid behoorlijk. Al met al waren we veel en veel later dan verwacht weer bij elkaar. Maar de ijsje zijn lekker op het terras van het Pavillion du Mont Joly. De kinderen krijgen van de huttenwaard, “Namens het hoofdbestuur van de Club Alpin Français”, een medaille omgehangen met de inscriptie ‘Petit Tour Mont Blanc 1992’. Voor hun wandelprestaties deze zomervakantie. De medailles heb ik weliswaar zelf gekocht in een sportprijzenwinkel aan het Westeinde in Den Haag en Afien heeft geregeld dat de huttenwaard de medailles uitreikt. Marieke, Irene en Renate weten dat natuurlijk niet en zijn reuze trots.


©Mieke Scharloo

Routevoorbereiding • Tegenover de brug een pad dat omhoog loopt zoeken. • Pad oplopen tot een paar oude stallen. • Hierna nog verder het pad oplopen tot opnieuw een paar almen. • Van de almen over een bergkam. • Op de col van de bergkam kun je beneden een meertje zien liggen.

• Grossglockner: met de bus of de auto naar de Franz-Josefs-Höhe via de Hochalpenstrasse, super toeristisch, maar wel een fantastisch uitzicht op de Grossglockner en de Pasterzegletsjer. Langs een mooi hoogtepad, door verschillende tunnels kun je met de kinderen naar het einde van het dal lopen, waar de Wasserfallwinkel begint, een andere gletsjer, waar je overheen moet naar de Oberwalderhütte.

9 Zelf een route zoeken Teken met je kinderen op een A4-tje de route uit. Zet aan de hand van de kaart op een rij wat herkenbare punten onderweg zijn. Op die manier kun je kinderen voorop laten lopen en zelf de route laten zoeken. Bovendien leren ze zo kaart lezen. Je zou ook steeds de globale looptijd van punt tot punt kunnen inschatten. Hierdoor krijgen kinderen nog meer houvast. Je kunt ze ook de markering uitleggen en ze telkens de volgende markering laten zoeken. Houd ze wel in de gaten en laat ze niet te ver vooruit gaan.

10 Naar een echte top met kruis Niks is stoerder in de bergen dan op een top arriveren met een mooi kruis. Trotse foto’s maken. Genieten van het uitzicht. Schroom niet om bij een toeristenbureau of een gidsenbureau te vragen of zij tips hebben. Bestudeer de kaarten, kijk in wandelgidsjes over de omgeving. Combineer de beklimming met een overnachting in een hut. Twee willekeurige voorbeelden: • Punta del Tuf (3394 m) in de Gran Paradiso in het noorden van Italië: vanuit Valnontey naar de Rifugio Vittorio Sella; via de Col de Lauson naar de Punta del Tuf met mooi zicht op de Gran Paradiso en in de verte de Matterhorn. Dezelfde dag retour met een lange stop bij de hut.

|

31

©Germa Zeldenthuis

HOOGTELIJN 1 -2010

• Schwarzhorn (3147 m) bij de Fluelapass in het oosten van Zwitserland: vanuit Davos met de bus naar Dürrboden aan het einde van het Dischmatal, vanaf daar naar de Chamanna Grialetsch; via de Fuorcla Radönt naar de Schwarzhorn; vanaf de top naar de Flüelapas en met de bus naar Davos. COMBINEER MEER Met deze tien tips kun je bergtochten voor kinderen leuk laten zijn. Het is eigenlijk vrij eenvoudig: als kinderen het leuk vinden, hebben ouders ook een prettige tocht. Helaas is het andersom ook zo: als kinderen er niks aan vinden, wordt het voor ouders ook geen pretje. Kinderen kunnen nu eenmaal ook heel vervelend zijn: zeuren, drammen en dreinen, niet willen, huilen en noem maar op. Daarom ten slotte nog één praktische tip; combineer een bergtocht ook altijd met een leuke afsluiting. Je gaat in de vakantie vast wel een keer een pizza eten. Doe het dan na een dag- of een huttentocht. Je gaat toch vaak een keer barbecuen; plak het als afsluiting aan een activiteit. Terug van een zware tocht, dan is het tijd voor een grote sorbet. Spreek dit van tevoren af met je kinderen, dan is de beloning een stimulans. Maar gebruik het nooit als straf; “als je niet doorloopt, vanavond geen pizza”, dat draagt niet bij aan motivatie of plezier. Probeer altijd positief te stimuleren en te belonen. ▲

Documentatie Frankrijk • Pierre Pardon heeft in Frankrijk een serie boekjes uitgegeven onder de titel: 50 Sommets sans corde (50 toppen zonder touw). Er zijn uitgaven over de Hautes Alpes, de Mercantour, de Haut-Verdon, de Pyreneeën. Een schat aan ideeën voor de Franse Alpen en Pyreneeën en ook al ben je de Franse taal nauwelijks machtig, de inhoud van dit soort gidsjes laat zich makkelijk begrijpen.

Zwitserland • Remo Kundert en Werner Hochrein hebben al drie boekjes onder de titel Bergfloh geschreven met leuke twee- en driedaagse kinderbergtochten in Zwitserland. Ze hebben veel aandacht voor de omgeving en elke tocht krijgt een thema van ze mee.


Advertorial

Nepal:

Avontuur in het kw a Nepal is synoniem voor bergen, heel hoge bergen, trekkings en expedities. Maar dit bergstaatje in de Himalaya heeft veel meer te bieden: alle denkbare buitensporten, safari’s en culturele highlights.

Wie aan Nepal denkt, denkt al snel aan expedities naar de hoogste toppen van de wereld: Everest, Manaslu, Anapurna, Cho Oyu, Kanchenjunga, Dhaulagiri, Lhotse. Maar liefst zeven van de veertien toppen boven de achtduizend meter liggen binnen of op de landsgrenzen. De meeste klimmers die deze toppen willen beklimmen, starten hun avontuur in de hoofdstad Kathmandu. Daar regelen ze hun zaken voordat ze afreizen naar de imponerende wereld van rots en ijs. Meestal gaan ze een groot deel te voet naar hun

basiskampen om te acclimatiseren, zowel fysiek als mentaal. Langzaam winnen ze hoogte vanuit de subtropische valleien naar de ijzige gletsjers waar ze hun basiskamp opbouwen. Kathmandu is een van de drie koningssteden en telt talloze tempels, kloosters en markten. Durbar Square, ofwel het Koningsplein, bijvoorbeeld telt al meer dan vijftig religieuze bouwwerken. Een groot aantal is enkele eeuwen oud. Doordat het oorspronkelijke stratenpatroon van het centrum en veel gebouwen behouden zijn gebleven, ademt de stad nog een middeleeuwse sfeer. Het gekrioel en geroezemoes van toeristen, straatverkopers, bedelaars en al die andere Nepalezen dragen daar toe bij. In de buurten rondom het plein met hun smalle straatjes kun je eindeloos rondzwerven, net als in de rest van de stad. Op elke hoek van de straat is wel weer iets nieuws te zien. In Kathmandu vind je ook het beroemde Summit Hotel waar bekende klimmers zich voorbereiden op en uitrusten van hun expedities. Natuur, cultuur en avontuur komen samen als je een trekking maakt in Nepal. Te voet kom je in afgelegen bergdorpjes waar je vriendelijk wordt ontvangen door de plaatselijke bevolking. Behalve de tochten in het hooggebergte zijn er ook trekkings waarbij je onder de drieduizend hoogtemeters blijft. In plaats van ijzige

Singapore hoogtelijn def.indd 4

26-01-2010 16:24:02


Advertorial

w adraat Vliegen naar Nepal passen tref je er tropische junglepaadjes aan. Of iets daar tussenin. In Kathmandu wemelt het van de trekkingbureautjes waar je een tocht naar je gading kunt regelen: van drie dagen relaxed trekken tot 22 dagen buffelen door technisch moeilijk terrein. Natuurlijk kun je ook vanuit Nederland al een trekking regelen. De andere, minder bekende kant van Nepal vind je in de nationale parken Chitwan en Royal Bardia. Hier waan je je echt in de tropen. Je kunt er op safari op de rug van een olifant op zoek naar krokodillen, neushoorns en een van de laatste Bengaalse tijgers. Liever niet op een olifantenrug, neem dan een jeep. Voordeel van de olifant is wel dat hij zo’n sterke lichaamsgeur heeft dat andere dieren jou niet ruiken en je ze dus heel dicht kunt naderen. Waar hoge bergen zijn, zijn ook wildkolkende rivieren waarop je prachtig kunt raften. Wat is er mooier dan omringd door imposante besneeuwde bergreuzen in duizelingwekkende vaart een rivier af te denderen. Of beleef je adrenalinekick met canyoning of kayakken. Op de Setirivier is het geen ramp als je omslaat; het water wordt gevoed door warmwaterbronnen. Nepal is meer dan hoge bergen waarop je kunt klimmen. Ontdek zelf de veelzijdigheid van deze prachtige bergstaat in het hart van de Himalaya.

Singapore hoogtelijn def.indd 5

Singapore Airlines vliegt dagelijks nonstop van Amsterdam naar Singapore met een directe aansluiting van Singapore naar Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Singapore Airlines is een van de meest bekroonde luchtvaartmaatschappijen ter wereld en biedt haar passagiers een uitstekende service. Aan boord genieten passagiers van keuzemaaltijden, gratis (alcoholische) drankjes en het meest uitgebreide inflight entertainment systeem met maar liefst meer dan vijfhonderd mogelijkheden, variërend van de nieuwste films en TV-series tot spelletjes. Passagiers kunnen al vanaf 48 uur voor vertrek inchecken via singaporeair.nl en hun instapkaart printen. Bagage kan worden afgegeven bij incheckbalie 24 in Terminal 3. Voor aantrekkelijke vliegtarieven, reserveringen en meer informatie over Singapore Airlines en de speciale overbagageregeling kijk op www.singaporeair.nl. Er is een speciaal aktietarief vanaf € 888. Dit speciale tarief is geldig voor reserveringen gemaakt in de periode 12 tot en met 28 februari en voor reizen vanaf 1 april tot en met 24 juni 2010. Singapore Airlines www.singaporeair.nl tel: 0900-1618618 (€ 0,25 per minuut)

26-01-2010 16:24:18



HOOGTELIJN 1-2010

|

Focus

Steven Heybroek fotografeert al vanaf zijn zevende jaar. “Vroeger veel zwartwit; ik heb dagenlang in de doka doorgebracht. “De laatste jaren - hij is inmiddels 51 - was de Nikon Coolpix 4300 zijn vaste cameraatje omdat het zo gemakkelijk in je zak past en de kwaliteit best goed is Sinds kort is hij de trotse bezitter van een digitale spiegelreflexcamera waarmee hij graag experimenteert. “Dit voorjaar heb ik voor het eerst meegedaan aan een sneeuwschoenwandelweek van de NKBV. We maakten tochten vanuit de Vernagthütte in de Ötztaler Alpen. Het was een prachtige week. We hadden veel geluk met het weer; alleen de laatste dag was het behoorlijk koud. We vertrokken ’s ochtends bij -4 graden Celsius voor een tocht over de Kleine Vernagtferner om tot aan de Petersen Spitze (3472 m) te lopen. Gedurende de ochtend drong de zon steeds sterker door de wolken heen, wat prachtig licht gaf om mooie foto’s te maken. Het was zo koud dat ik de accu van mijn toestel in mijn hand warm moest houden omdat hij anders geen stroom meer gaf en ik niet zou kunnen fotograferen. Vanaf de Petersen Spitze hadden we een erg mooi uitzicht over de Wildspitze. Een top waar we de hele week over hebben gesproken, maar, zoals zo vaak, niet bovenop hebben gestaan.”

Heb jij ook een mooie foto die in Focus past? Stuur hem naar Hoogtelijn. Redactie Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden, hoogtelijn@nkbv.nl

35


36

|

HOOGTELIJN 1-2010


TEKST ERNST ARBOUW

|

FOTO L AURENS A AIJ

|

INTERVIEW

|

HOOGTELIJN 1-2010

ANDY CAVE Klimmen van - 1000 tot + 6864 meter Er zijn niet veel expeditieklimmers die kunnen zeggen dat ze hun loopbaan duizend meter onder de grond begonnen zijn. De Britse mijnwerkerszoon Andy Cave wel. Op 14 maart komt hij naar de Bergsportdag in Nieuwegein om te vertellen over zijn opmerkelijke klimcarrière. Alvast een voorproefje.

Andy Cave groeide op in het Noord-Engelse industriestadje Barnsley en ging op zijn zestiende aan het werk in een van de plaatselijke kolenmijnen. Net als vóór hem zijn vader en daarvoor zijn grootvader. Dat hij vervolgens uitgroeide tot een succesvolle expeditieklimmer en bergsportauteur ligt aan twee min of meer toevallige omstandigheden, vertelt hij: een kennis nam hem voor het eerst mee naar een uitstapje van de lokale klimclub en kort daarop besloot de Britse premier Margaret Thatcher de kolenmijnen te sluiten, waarna een grote mijnstaking uitbrak. “In het begin, voor de staking, klom ik alleen in de weekends. Dat voelde fantastisch: doordeweeks leefde ik ondergronds in het donker, tussen het stof en de blubber terwijl ik op zaterdag en zondag in de buitenlucht was, op de rotsen.” En toen, in maart 1984, kwam de mijnstaking, een van de grootste en vooral bitterste arbeidsconflicten uit de Britse geschiedenis. “Opeens had ik geen werk om naartoe te gaan en had ik een

heleboel tijd om te gaan klimmen. Alsof ik een professionele, fulltime klimmer was, maar dan zonder de sponsors en zonder het geld.” Cave en een paar van zijn vrienden – stakende mijnwerkers, werkeloze staalarbeiders – kwamen tijdens de staking bij elkaar op de gritstonerotsen rond Sheffield. Af en toe organiseerden ze no-budgettripjes naar Noord-Wales. Slapen deden ze in de open lucht. In de tussentijd verslond hij alle klimboeken uit de openbare bibliotheek van Barnsley. “Ze hadden daar een enorme voorraad bergsportliteratuur. Vraag me niet waarom…” Nadat de staking in maart 1985 eindigde met een nederlaag voor de mijnwerkers, besloot Cave zijn baan op te geven. “Een enorme gok,” vertelt hij. Hij verkocht z’n motor en gebruikte het geld voor een trip naar de Alpen. “Tijdens de staking was m’n klimniveau met sprongen vooruit gegaan. Ik begon met een solobeklimming van de Col de Plan, daarna de Bonattipijler, de directe

route op de Freneypijler – m’n derde grote Alpenroute, waanzin!” Diezelfde zomer beklom hij ook nog de Walkerpijler, de noordwand van de Grand Jorasses en de noordwand van de Eiger. Maar, zegt hij: “Dat bewaar ik allemaal nog voor een volgend boek. Het was niet de bedoeling om een soort boodschappenlijstje te schrijven van wat ik geklommen heb.” WORKING CLASS Groot-Brittannië heeft een lange traditie van working-class climbers, vertelt Cave. “En dan heb ik het niet alleen over legendarische figuren als Joe Brown en Don Whillans. Het is een gelukkig toeval dat de grote Engelse industriesteden allemaal aan de rand van de Pennines liggen. Bijna alle gritstoneroutes rond Sheffield zijn geopend door klimmers uit de working class, omdat ze geen transport en geen geld hadden om ergens anders te klimmen. De gritstone edges zijn misschien niet hoog, maar geloof me: je leert er wél klimmen.”

|

37


38

|

HOOGTELIJN 1-2010

Over de vraag of hij zichzelf ziet als onderdeel van die working-classtraditie is hij kort. “It’s not something you choose. You just are…” “We waren trots dat we mijnwerkers waren. Na het werk zat er een soort vettig kolenstof rond je ogen; smerig spul, moeilijk om schoon te maken. Dat was een statussymbool. Als we op vrijdagavond met vrienden wat gingen drinken in Barnsley, dan kon je aan die zwarte randjes rond de ogen zien wie er allemaal in de mijn werkten. Alsof het mascara was, een beetje gothic. Dat vonden we enorm cool. Dan was je zestien en dan dacht je dat je een hele vent was – onzin natuurlijk, we waren gewoon een stel jongens. Maar trots waren we wel. Er zit een vreemd soort paradox in het werk in de mijn. De meeste mannen zullen zeggen dat ze houden van de kameraadschap en de solidariteit en dat ze trots zijn dat ze diep in

de aarde afdalen om waardevolle grondstoffen te delven. Aan de andere kant, als je dan vraagt zou je willen dat je eigen kinderen mijnwerker worden, dan is het antwoord ‘nee’. Het is eigenlijk nogal shit om mijnwerker te zijn. Het is vies, het is gevaarlijk, het is donker en alle oude mijnwerkers zijn fysiek helemaal geruïneerd.” Bergsport was voor Cave een manier om te ontsnappen aan een leven dat hij eigenlijk niet wilde. “In 1987, een jaar nadat ik in de Alpen was geweest, werd ik uitgenodigd om mee te gaan naar de Himalaya. Ik woonde op dat moment in Sheffield, waar ik in de pub Joe Simpson tegen het lijf liep. Dus hij zegt: ‘Hé, Andy, ik heb gehoord dat je een sterke klimmer bent en dat je goed bent op hoogte. Ga je mee op expeditie?’ Andere avond, andere pub, gebeurt hetzelfde, maar nu met Simon Yates: ‘Ga je volgend jaar mee naar de

Himalaya?’ En op weer een andere avond in weer een andere pub iemand die zegt: ‘Ik ga volgend jaar naar Nepal, ga je mee?’ Dus ik heb ja gezegd tegen drie expedities in één seizoen. Terwijl ik nog nooit buiten de Alpen was geweest.” Die eerste expedities voerden onder meer naar de Gasherbrum IV en Laila Peak in de Karokoram. “Echt een supermooie berg, maar wel illegaal. We hadden geen toestemming om hem te beklimmen.” Een jaar later – nauwelijks 22 jaar oud – vertrok hij opnieuw naar de Himalaya, dit keer als gids voor tochten naar trekkingpeaks van rond de 6500 meter. “En in de tussentijd ging ik elke winter naar Chamonix. Winterklimmen is goed om jezelf discipline bij te brengen. Het is technisch, het is koud, je leert hoe je moet bivakkeren en je leert heel zorgvuldig werken omdat je bijvoorbeeld heel voorzichtig moet zijn opdat je geen bevriezingen oploopt.”

‘Dan was je zestien en dan dacht je dat je een hele vent was’


‘Ik zei ja tegen drie expedities terwijl ik nog nooit buiten de Alpen was geweest’

NAÏVITEIT Scheelt het bij het klimmen dat hij mijnwerker is geweest? “Natuurlijk. Het werk ondergronds is fysiek en mentaal zwaar, vooral als je nog een jong broekie bent. Je went aan lange dagen, ongemak, nachtwerk, werken in een team. Verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. In de mijn bestaat traditioneel een heel sterke gemeenschapszin; er heerst enorme solidariteit. Mensen worden gebonden door het gevaar – we’re all in this together, dat gevoel. Het ergste wat er kan gebeuren, kan ons allemaal gebeuren.” “Toen ik naar de Eiger ging had ik ook een beetje het gevoel: oké, het is afzien, maar dat is waar ik goed in ben. Kou, vermoeidheid: dat is wat ik doe op m’n werk. Ik ging niet naar de sportschool of zo, ik ging naar de mijn.” Hoewel Cave in zijn eerste boek, Learning to Breathe, heel duidelijk speelt met de overeenkomsten tussen de mijn en de bergen én met het contrast, vonden sommige critici dat hij dat nog wel wat meer had mogen benadrukken. “Maar dat wilde ik niet. Het moest geen academische verhandeling worden. De overeenkomsten en tegenstellingen zijn er voor de lezers om

zelf te vinden. Je moet het ze niet door de strot duwen. Ik wilde ook niet de oude Andy Cave zijn die als een soort alwetende verteller terugblikt op zijn leven. Toen ik het schreef vond ik het vooral leuk om weer terug te zijn op m’n tochten. Toen ik een jonge gast was, wist ik ook niet wat er gebeurde en wat er nog zou gaan gebeuren. Die naïviteit of - zo je wilt - onschuld heb ik geprobeerd vast te houden tijdens het schrijven. Je leest het zoals het was en dat is ook de lol van het schrijven. De luxe dat je nog een keer terug kan naar de mooie of de bijzondere momenten in je leven.” CHANGABANG De climax van Learning to breathe is de eerstbeklimming via de noordwand van de Changabang (6864 meter) in de Garhwal Himalaya in India. Die tocht, met Brendan Murphy, Mick Fowler en Steve Sustad, eindigt met een epische afdaling over de zuidzijde van de berg. Terwijl de vier klimmer bevroren en hongerig hun weg zoeken door de mist en de sneeuw de flank van de berg teistert, wordt Murphy door een lawine van de wand gesleurd. Cave’s tweede boek, Thin White Line, gaat verder waar

Learning to Breathe ophoudt, bij de nasleep van het ongeluk. “Sommige mensen lijken het prima te verwerken terwijl anderen, eh… De avond dat Brendan was verongelukt kwam Steve bij me in de tent. Hij heeft zelf twee of drie keer een klimpartner zien verongelukken. Op een bepaald soort manier voelde het erg goed om tegen iemand te kunnen praten die alles wat ik op dat moment voelde ook al een keer had doorgemaakt. Toen ik thuiskwam stond ik echt niet te springen om een nieuwe expeditie op touw te zetten. Ik was intussen begonnen met promotieonderzoek aan de universiteit in Sheffield; ik was blij dat ik daar m’n energie in kon steken. Maar goed, op een bepaald moment moest ik wel. M’n beurs op de universiteit was niet genoeg om mezelf te onderhouden, dus ik moest de bergen wel weer in om m’n geld te verdienen als gids. Makkelijke dingen met klanten in Schotland om het ijs te breken – sorry voor de woordspeling. Daardoor had ik de mogelijkheid om weer een beetje controle te vinden en om te reflecteren op wat er gebeurd was.” “Als je met zo’n moeilijke beklimming bezig bent, dan heb je het gevoel dat je onover-


A 40

|

HOOGTELIJN 1-2010

BOEKEN VAN CAVE Learning to Breathe begint in Barnsley, het Noord-Engelse industriestadje waar Andy Cave opgroeide, en het eindigt op de noordwand van de 6864 meter hoge Changabang in de Garhwal Himalaya. Cave beschrijft niet alleen zijn ontwikkeling als klimmer, maar vertelt ook over de grauwe dagelijkse werkelijkheid in de kolenmijn en over de armoede tijdens de mijnstaking van 1984-85. Het boek werd in 2005 bekroond met de Boardman Tasker Prize voor bergsportliteratuur en het won de Adventure Travel Award van het Banff Festival in Canada. Andy Cave, Learning to Breathe, Arrow Books, Londen, 2005 Cave’s tweede boek, Thin White Line begint met de nasleep van de Changabang, waar zijn klimmaat Brendan Murphy door een lawine wordt meegesleurd. Hij beschrijft hoe hij na het dramatische einde van de expeditie probeert weer plezier te krijgen in het klimmen en hoe hij uiteindelijk klimtochten maakt in Patagonië, Noorwegen en Alaska. Andy Cave, Thin White Line, Arrow Books, Londen, 2008

winnelijk bent. We waren ook, eh, behoorlijk goed. We waren goed voorbereid, zorgvuldig… Als klimmer wil je naar extreme plaatsen maar als je daar bent, dan wil je vervolgens wel de zaak helemaal onder controle houden. Daar tussenin ligt een grijs gebied en dat is waar je klimt. Als er dan zoiets gebeurt, dan kun je achteraf tegen jezelf zeggen: we hadden aan touw moeten gaan. Aan de andere kant: dan waren we er nu waarschijnlijk alle vier niet meer geweest. De lawine die Brendan meesleurde was zo ontzettend groot. Monsterlijk. We wisten dat het gevaarlijk was, maar we stonden onder druk om door te gaan omdat we zo weinig voedsel hadden. We konden nauwelijks wat zien, maar je kon gewoon voelen dat we in een gevaarlijke omgeving waren. Je kon het bijna ruiken. Very, very serious. Maar we waren zo dichtbij, we hadden het bijna geflikt. Uiteindelijk is het allemaal what if. Wat als die lawine iets later was geweest? Dan waren we waarschijnlijk allemaal dood geweest. Maar ja, misschien hadden we dan wel gezekerd en was er juist niemand verongelukt. Wat je achteraf gezien kunt zeggen is dat het ongeluk, het feit dat ik tijdens een tocht een vriend ben verloren, het vertrouwen in m’n eigen beoordelingsvermogen heeft aangetast. Ik dacht altijd dat m’n inschattin-

gen uitstekend waren – impeccable. Als dat zelfvertrouwen weg is, dan word je bang om naar de bergen te gaan. Je moet durven vertrouwen op je eigen beslissingen.” COMPARTIMENTEN Goede klimmers moeten kunnen compartimenteren, zegt Cave. Bij een gevaarlijke eerstbeklimming moet je niet in je hoofd nog bezig zijn met je vorige tocht. Of met verantwoordelijkheden thuis. “Het is niet altijd goed, want je wordt er ook behoorlijk egoïstisch van, maar je moet je leven in hokjes kunnen opdelen. Hoe zou je anders naar de bergen kunnen gaan als je iemands zoon bent. Nu ik wat ouder word, zie ik beter hoeveel stress ik m’n vader en m’n moeder bezorgd moet hebben. Toen mijn vader zestig werd, heb ik m’n ouders meegenomen naar Chamonix. Als cadeautje, om ze een beetje

mijn wereld te laten zien. Op een bepaald moment zaten we in het treintje van de Montenvers en m’n moeder zat een beetje naar de Dru en de Grande Jorasses te kijken. Zegt ze: ‘Andrew…’, en als ze me vroeger Andrew noemde, dan wist ik dat ik in de problemen zat en dat ik behoorlijk op m’n kop zou krijgen. ‘Andrew, ben je daar echt boven geweest?’ Je kon zien dat ze het niet leuk vond.” Cave is net zelf vader geworden, vertelt hij. “Onze dochter lijkt wel een beetje een buitenkind dus ik verheug me erop om allemaal dingen samen te gaan doen en om met haar te gaan klimmen. De belangrijkste vraag is natuurlijk hoe ik reageer als ze op een dag zegt: ‘Pap, ik ga naar de Himalaya.’ Aan de andere kant: ik zou pas echt ongerust worden als ze ineens enorme belangstelling krijgt voor winkelen.” ▲

Andy Cave op de Bergsportdag 2010 Andy Cave is de hoofdgast tijdens de NKBV Bergsportdag op 14 maart in Nieuwegein. Cave, die wordt gesponsord door Lowe Alpine, houdt tijdens de bergsportdag een lezing over de weg van de kolenmijnen in Yorkshire naar de hoge toppen van de Himalaya. KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN EEN COMPLEET PROGRAMMA OP WWW.NKBV.NL/BERGSPORTDAG.


VOORDELIG NAAR GROTE HOOGTES

BIJ DE KAMPEER SPECIALIST DE KAMPEERMARKT ALLES VOOR DE WANDELAAR EN BUITEN- EN BERGSPORTER VA. 19.95

VA. 24.95

RUIME KEUZE BROEKEN MET VEEL VOORDEEL

17 MERKEN KLEDING MET VEEL VOORDEEL

VA. 59.95

ALLE TOP MERKEN FLEECE KLEDING

VA. 19.95 NU. 54,95

NU. 50,00

SETJES NU 5 STUKS DIVERSE MERKEN

LICHTGEWICHT TREKKERS TENTEN ALLE KLIMSCHOENEN NU VASTE PRIJS OP=OP

VA. 24.95

SPECIALE AANBIEDING GORDEL SWIFT MAMMUT

NU. 34.95

RUIME KEUZE SLAAAPMATTEN EN LUCHTBEDDEN

NU. 95,00

KLIMTOUWEN 70 MTR 10.1 MM

VA. 19.95 250 MODELLEN RUGZAKKEN

VA. 35,00

RUIME KEUZE BERGWANDELSCHOENEN EN SANDALEN

VA. 19.95

RUIME KEUZE LAMPEN EN BRANDERS

PRIJZEN-KLEUREN-VOORRAAD-AFMETINGEN EN AFBEELDINGEN ONDER VOORBEHOUD!

WEBWINKEL

www.kampeermarkt.com Naamloos-1 5 112_BR_010_Adv. Kampeermarkt.indd 3

15.000 m2 funshopping 70.000 artikelen

voor caravan, camper,

LODEWIJKSTRAAT 4 EINDHOVEN ( nl ) 040-2513392

kampeerder en buitensporter.

26-01-2010 16:15:01 11:45:30 03-12-2009


42

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E Z W I T S E R L A N D

|

T E K S T C H R I S TA S L O O T M A N

|

FOTO’S MIEKE SCHARLOO

VELOGEMEL

SIMPELE UITVINDING, NOG STEEDS POPULAIR Stel je bent timmerman in het Zwitserse Grindelwald, er ligt een dik pak sneeuw op de wegen en je bent niet goed ter been. Hoe ga jij naar je klanten toe? Christian Bühlmann (1872-1953) wist hier in 1911 het antwoord op: hij vond de velogemel uit. Anno 2010 is de uitvinding nog steeds populair en heeft het middel zelfs een eigen wereldkampioenschap. De velogemel - spreek uit: velogemmel - is een houten fietsslee, bestaande uit een frame, stuur, zadel en twee glij-ijzers. Het idee voor deze uitvinding is simpel. In de zomer gebruikte Bühlmann een gewone fiets voor een bezoek aan zijn klanten. Hij veranderde het concept in een slee en de velogemel was geboren. Zijn naam dankt het vervoermiddel aan het lokale dialect van Grindelwald. ‘Gemel’ is het woord voor slee en de lokale bevolking noemde de fietsslee al snel velogemel. Vandaag de dag is het vervoermiddel uitgegroeid tot een typisch Grindelwaldse curiositeit die erg in trek bij toeristen. Op diverse plaatsen in het dorp kun je ze huren. Ze mogen mee in de treintjes omhoog. Voor de afdaling kun je het best een sleeroute kiezen. 1-APRILGRAP Zo gemakkelijk als de velogemel het voortbewegen door de sneeuw maakte, zo lastig was het voor Christian Bühlmann om patent aan te vragen voor zijn uitvinding. De kantoorbedienden dachten namelijk dat hij een grapje maakte. Precies op de ongelukkige datum 1 april 1911, reisde de timmerman af naar het patentenbureau in Bern. Toen

hij duidelijk maakte dat het toch echt geen grap was, gaf hij zijn uitvinding op onder de naam Einspuriger lenkbarer Sportschlitten, oftewel enkelsporige bestuurbare sportslee. De uitvinding van Christian Bühlmann bleek een groot succes onder de inwoners van zijn dorp. In zijn timmerwerkplaats in Schwendi, dichtbij Grindelwald, begon hij met de productie van de velogemel. In de jaren vijftig van de twintigste eeuw, voegde zijn neef en timmerman Rudolf Rubi zich bij de zaak. Rudolfs broer Werner volgde zijn voorbeeld en na de dood van Christian Bühlmann op 19 mei 1953, namen de broers de timmerwerkplaats en de productie van de velogemel over. Zij deden dat met succes, want momenteel wordt de fietsslee nog steeds gemaakt in hun werkplaats Rubi Holzbau + Sägerei AG in Grindelwald. Dit bedrijf is de enige producent van de velogemel ter wereld. Gemiddeld maakt het vijftig tot zestig fietssleeën per jaar. De bestellingen beperken zich niet tot Grindelwald, maar gaan de hele wereld over. Tot de klantenkring van Rubi Holzbau + Sägerei AG behoren onder meer Australiërs, Japanners, Amerikanen en Nieuw-Zeelanders.


Zelf velogemelen Wil je de velogemel liever een keer op je dooie gemak proberen? Huur er een bij het treinstation in Grindelwald en neem de trein naar de verschillende sleeroutes, die zijn aangegeven in het dal. Heb je de smaak daarna te pakken en wil je thuis ook zo’n fietsslee, dan kun je er een bestellen bij Rubi Holzbau + Sägerei AG. Op de site www.velogemel.ch vind je een bestelformulier. Voor 490 Zwitserse franken, exclusief verzendkosten, wordt het unieke Grindelwaldse vervoermiddel na ongeveer drie weken afgeleverd bij jou op de stoep. Meer informatie: www.velogemel.ch Filmpje op www.youtube.com/watch?v=8aCTmSmzGgg

WERELDKAMPIOENSCHAP Veel inwoners van Grindelwald hebben de slee in het bezit. Zij gebruiken het vervoermiddel voor hetzelfde doeleinde als Bühlmann of gewoon voor de lol. In tijden van veel sneeuw gaan kinderen ermee naar school. Tijdens de jubileumviering van 850 jaar Grindelwald in 1996, is het wereldkampioenschap Velogemel in het leven geroepen. De locatie is altijd, hoe kan het anders, Grindelwald. Iedereen die wil, ongeacht leeftijd en nationaliteit, kan rond februari meedoen met deze jaarlijkse winterwedstrijd. Voel je je geroepen mee te doen, houd dan wel in je achterhoofd dat het vooral de Grindelwalders zelf zijn die winnen. ▲


44

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E F R A N K R I J K

|

T E K S T E N F O T O ’ S R O G I E R VA N R I J N

COL DU LAUTARET ALTIJD GUUR MAAR SUPERSNEEUW Als de winter nadert en de omliggende bergtoppen steeds witter worden, nemen de toerskiërs bezit van de Col du Lautaret. Dit poeder-eldorado op de grens van de noordelijke en de zuidelijke Alpen biedt tochten op elk niveau.

De Col du Lautaret is met zijn 2056 meter een van de hoogste passen in de Alpen die de gehele winter open blijven. Het is de ideale startplaats voor skitochten vroeg in het seizoen. Vanaf de col kun je negen maanden per jaar skiën. De eerste sporen zijn meestal al vanaf half oktober te trekken en fanatieke skiërs vinden zelfs in juni vaak nog goed skibare sneeuwtongen. Vanaf de col zijn meer

dan twintig toerskitochten mogelijk. Van kort en relatief eenvoudig skiën tot lange en extreem steile lijnen skiën - en alles wat daar tussen zit. Door de hoge ligging is de Lautaret buitengewoon sneeuwzeker. Deze col is letterlijk de grens tussen de noordelijke en de zuidelijke Alpen. Zodoende pakken de bergen rondom de col altijd sneeuw


HOOGTELIJN 1-2010

De normaalroute slingert sierlijk over de flanken van de berg

Combeynot Ouest is sneeuwzeker.

mee; of het slechte weer nu uit het noorden of uit het zuiden komt. De ligging nabij de enorme gletsjers van de Oisans zorgen voor extra koeling. Het is er zodoende relatief koud waardoor de sneeuw goed geconserveerd blijft. Maar dat heeft ook zo zijn keerzijde: de combinatie met de immer aanhoudende wind zorgt ervoor dat het ’s winters altijd guur is op de Lautaret. En die wind veroorzaakt

bovendien vaak de vorming van zogenaamde windslabs, plaques a vent. Oppassen geblazen dus. Aan de noordzijde van de Col du Lautaret ligt de Combeynot Ouest die met zijn 3155 meter hoge top toerskiërs veel te bieden heeft. De Combeynot is een uitgestrekte berg met veel secundaire toppen. Alle hellingen van deze berg zijn skibaar. De ‘normaalroute’ is tot

|

45


Col des Clochettes.

Uitzicht op de reuzen van de Oisans.

veertig graden steil en slingert sierlijk over de flanken van de berg. Op deze ruim elfhonderd meter lange afdaling kunnen freeriders zich helemaal uitleven. Voor de ervaren cracks zijn er diverse steile couloirs. Wie dit te heftig vindt kan in de richting van de Col du Laurichard gaan. Dat is een mooie glooiende vallei onder de dreigende noordwand van de Roc Noir Combeynot die uitkomt op een col met een oogverblindend uitzicht. De reuzen van de Écrins tonen zich in vol ornaat: de Meije, de Gaspard en de Pave steken hoog boven de indrukwekkende gletsjers en ijsvallen uit. Voor de afdaling zijn vele varianten. De vallei is een waar poederjuweel, zelfs als de meeste hellingen van de Combeynot keihard zijn geworden door stormachtige winden, is er vaak nog prima poeder te vinden onder de Pyramide de Laurichard.

De zuidzijde is zonovergoten.

Combeynot Ouest.

Wie liever veel skiet en weinig omhoog toert doet er goed aan om richting de Col des Clochettes te vertrekken. Vijfhonderd meter stijgen voor bijna achthonderd meter dalen. Landschappelijk een fantastische tocht, met bijna een honderd procent garantie dat je gemzen ziet. Eenmaal beneden moet je wel terugliften naar je auto die op de col staat. Midden in de winter is de noordzijde van de col een extreem koude en gure plek, maar er ligt wel bijna altijd poeder. Aan de zuidkant lokken de klassiekers als de Pic Blanc du Galibier en de Pic des Trois Évêchés zijn vaak zonovergoten en bedekt met perfecte voorjaarssneeuw. Deze twee toppen zijn goede opwarmers; de tochten zijn niet al te lang, minder dan duizend hoogtemeters. De te skiën hellingen zijn glooiend en bieden voldoende variatie om mooie en lekker speelse afdalingen te maken. In het voorjaar is de kans groot dat je oog in oog komt te staan met een kudde steenbokken. ▲


Een mooie glooiende vallei die uitkomt op een col met een oogverblindend uitzicht

COL DU LAUTARET Reis

Berggidsen

Met de trein reis je van Utrecht naar Grenoble in 12 tot 15 uur. Voor het station in Grenoble vertrekken twee keer per dag de bussen naar La Grave/Briançon. Voor informatie en tickets: www.treinreiswinkel.nl of 071 513 70 08. Voor autorijders: het is ruim 1100 kilometer naar Briançon.

Wil je op pad onder leiding van een berggids, kijk op: • www.guidelagrave.com • www.martijnschell.nl

Accommodatie In La Grave en Briançon zijn volop overnachtingsmogelijkheden. Kijk voor accommodatie op: • www.la-grave.com • www.ot-briancon.fr

Vellen verwijderen.

Col du Laurichard.

Documentatie • Toponeige Ecrins Est, Louis Volle, Lionel Tassan, Volopress, 2002 • IGN-kaart • http://france.meteofrance.com - lawinbericht en weerbericht

Reddingsdienst • + 33 (0)4 92 22 22 22 • 112


48

|

HOOGTELIJN

NKBV ledeninformatie BERGSPORTREIZEN

.nl

K O N I N K L I J K E

N E D E R L A N D S E

K L I M -

E N

B E R G S P O R T

V E R E N I G I N G

* alpiene cursussen * sportklimmen * alpiene trektochten * bergsportkampen * bergwandelen + * vreemde voettochten * jeugd * gezinsreizen * 50

2010 BR_010_00_cover.indd 2

Voordelen van het lidmaatschap • Kortingen in hutten, bergsportzaken en klimhallen • Doorlopende reis- en [bergsport] ongevallenverzekering voor € 23,50 per kalenderjaar • Doorlopende annuleringsverzekering vanaf € 40,- per jaar • Bergsportreizen.nl met cursussen en tochten • Opleidingen • Regionaal activiteitenprogramma • 5 keer per jaar hèt enige Nederlandse allround bergsportmagazine ‘Hoogtelijn’ • 7 gespecialiseerde klim- en bergsportbibliotheken en infocentra verspreid in het land • Klimjaarkaart voor buitenmassieven in België • Deelname aan sportklimwedstrijden • Gratis kennismakingsles sportklimmen ter waarde van € 12,50 • 20% korting op het sportklimtijdschrift Blok • Online ledenadministratie, wijzig je gegevens online via nkbv.nl

03-12-2009 13:57:07

WIJ VERZETTEN BERGEN VOOR U Specialist in bergsportverzekeringen

Lidmaatschap 2010 Hoofdlid Senior Juniorlid (18 t/m 24 jaar) Gezinslid Jeugd(gezins)lid Abonnement Hoogtelijn

€ 47,10 € 47,10 € 44,50 € 39,00 € 15,50 € 22,50

Lid worden? Meld je online aan via www.nkbv.nl. Hier vind je ook de algemene voorwaarden voor het lidmaatschap, waaronder de regels voor het opzeggen van het lidmaatschap.

W.A. HIENFELD B.V. Postbus 75133

1070 AC Amsterdam

Telefoon Telefax E-mail

0031(0)20 - 5 469 469 0031(0)20 - 6 427 701 info@hienfeld.nl

Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden.


TEKST PETER DA ALDER

|

FOTO MIEKE SCHARLOO

|

HOOGTELIJN 1-2010

BERGSPORT POPULAIRDER, MINDER ONGELUKKEN De populariteit van de klim- en bergsport is de afgelopen jaren gegroeid. Het aantal bergsportongelukken is echter niet in dezelfde mate toegenomen. Dit is de belangrijkste conclusie uit het eerste jaarverslag ’Veiligheid in de klim- en bergsport’ dat de NKBV over 2009 heeft gepresenteerd. Toch blijft veiligheid één van de speerpunten in het beleid van de NKBV. De vereniging heeft daarvoor een veiligheidscampagne ontwikkeld die als eerste in klimhallen en bij klimwanden met opvallende rode bordjes ’Check? Check!’ de aandacht trekt. Later dit jaar volgt het deel van de campagne voor de ’alpengangers’. KENNISCENTRUM De NKBV wil, aldus directeur Stan Stolwerk, kenniscentrum zijn voor alles dat met de bergsport te maken heeft. ”Intern doen we daaraan veel, onder andere met het geven van opleidingen. Extern willen we ons ook richten op de mensen die nog geen lid van de NKBV. Zo tonen we onze publieke en maatschappelijke verantwoordelijkheid,” aldus Stolwerk. ”Het publiceren van dit jaarverslag is tevens een manier om ons nadrukkelijker te positioneren als aanspreekpunt voor de pers. Het overzicht met de rapportage is er niet voor het spektakel, maar geeft achtergronden en een analyse over ongevallen. We houden nu ook cijfers bij van ongevallen met niet-leden.” Hiermee kan de NKBV volgens Stolwerk een bredere rol spelen als veiligheidsexpert bergsport en klimsport: ”Daarmee willen en kunnen we bijdragen aan het terugdringen van vermijdbare ongevallen.” OPLEIDING ”Aanleiding voor het overzicht was een aantal ongevallen dat de afgelopen jaren vrij uitgebreid in het nieuws is geweest,” aldus de NKBV-directeur. ”In het bijzonder hebben twee ernstige ongelukken met Nederlandse klim- en bergsporters in 2008 en de gebeurtenissen rond de K2-expeditie veel aandacht gekregen in de media. Daaruit kan gemakkelijk het beeld ontstaan dat de klimsport uitzonderlijk gevaarlijk is. Uit de cijfers blijkt echt iets anders.” ”Uiteraard is er bij de klimsport een zeker risico. Maar met een adequate opleiding, goed materiaal en een juiste instelling, kan dat risico teruggedrongen worden,” legt Stan Stolwerk uit. ”Gemiddeld overlijden er per jaar vijf Nederlanders bij bergsportactiviteiten. Dat zijn er nog steeds vijf te veel, maar in relatie tot de toenemende populariteit van allerlei vormen van bergsport, stijgt dat aantal gelukkig niet evenredig mee.” Bij de presentatie van het jaarverslag heeft de NKBV tegelijk haar nieuwe veiligheidscampagne gepresenteerd. Deze richt zich vooral op de veiligheid in klimhallen. Posters, een ’veiligheidsreminder’ onderaan de klimroutes, en een samenwerking met de klimhallen in de Werkgroep Veiligheid Indoor Klimsport, moet alle betrokkenen bewustmaken van de risico’s en daarnaast de veiligheid in brede zin verhogen.

Het opvallend rode driehoekje dat bij het begin van de routes in de klimhallen geplaatst wordt.

VIER DODEN In 2009 zijn vier Nederlanders verongelukt voor zover de gegevens bekend zijn. Daarbij was één lid van de NKBV. Twee doden vielen tijdens een normale wandeling op gebaande paden van wie er één werd getroffen door de bliksem. Twee klimmers overleden doordat er één uitgleed op een sneeuwveld en de vierde overleed door een val na een touwbreuk. Om ongevallen zo goed mogelijk in kaart te brengen, wordt van alle ongevallen een registratie opgezet. Zo nodig wordt in de opleidingen extra aandacht aan bepaalde zaken besteed. Het indoorklimmen is recent ook in het nieuws geweest door enkele fatale ongelukken en de – gerechtelijke - nasleep daarvan. De Stichting Consument en Veiligheid heeft op basis van een schatting van het aantal klimuren in de Nederlandse hallen berekend dat indoorklimmen wat veiligheid en risico betreft te vergelijken is met sporten als tennis, wielrennen en zwemmen. Als er echter iets gebeurt, is het gevolg vaak groter dan bij andere sporten. Bij ongelukken ligt de oorzaak vaak in het onvoldoende goed zekeren, het niet controleren van elkaar, foutief inbinden, afgeleid worden en een slechte onderlinge communicatie. Het zijn daarbij niet alleen de beginnende klimmers, maar juist ervaren klimmers blijken slordiger te worden en minder alert te reageren. Ongevalpreventie richt zich daarom juist op die laatste groep. ▲

|

49


LAWINEGEVAAR: REDUCEER JE RISICO

Gehoord: Twee toerskiërs midden op een helling in gesprek: ‘Oh, dit jaar neem ik geen schep meer mee, als er iets gebeurt, graaf ik wel met mijn ski’s… Enne, ik ski al 20 jaar en er is nog nooit iets gebeurd.’


TEK ST EN FOTO’S JOCHEM BA SELMANS

|

HOOGTELIJN 1-2010

BERGSPORT IN DE WINTER Elk jaar komen mensen om in lawines. Vroeger waren dat voornamelijk alpenbewoners. Sinds de jaren ’60 van de vorige eeuw zijn het voornamelijk buitensporters zoals toerskiërs, watervalklimmers, freeriders en sneeuwschoenlopers. Een kind beschrijft een lawine als iets wat klein begint, bijvoorbeeld één sneeuwbal die langzaam groter en groter wordt als hij de berg afraast. Eenmaal bij het dal aangekomen is de kleine sneeuwbal veranderd in een kolkende sneeuwmassa die mensen, wegen en hele dorpen kan wegvagen. Dit is het klassieke beeld van een lawine; dit type wordt lossesneeuwlawine of puntvormige lawine genoemd. Dit type lawine komt bijna uitsluitend voor bij twee specifieke weersituaties: • Hartje winter tijdens of vlak na sterke sneeuwval bij temperaturen onder het vriespunt. In dit geval is het de losse nieuwe sneeuw die gaat schuiven, en dan vooral op (extreem) steile hellingen. • Tijdens een snelle opwarming tot boven het vriespunt, zoals vaak in het voorjaar en bij föhn het geval is. Nu is het de smeltende, natte sneeuw die naar beneden glijdt, dit kan al op bijna vlakke hellingen (tot 20 graden) gebeuren, maar het grootste gevaar komt opnieuw van zeer steil terrein. Beide typen lossesneeuwlawines zijn goed voorspelbaar en dus vermijdbaar. Ze hebben bovendien een kleine trefkans: je moet je maar net in de baan van die ene lawine bevinden. Het gevaar van lossesneeuwlawines is goed te herkennen aan meerdere waarschuwingssignalen: • Er is veel nieuwe sneeuw gevallen in de laatste drie dagen (meer dan 30 cm). • De temperatuur ligt boven het vriespunt. • Er zijn spontane lawines te zien in het terrein. SCHNEEBRETTLAWINES Toch komen veel buitensporters om in lawines; niet in lossesneeuwlawines, maar meestal in schneebrettlawines. Een schneebrettlawine bestaat uit een grote plak gebonden sneeuw die als één geheel de berg afglijdt. Brett betekent plaat of bord in het Duits. Dit gebeurt alleen als: - de bovenste sneeuwlaag gebonden is en zich als één geheel gedraagt; - deze gebonden laag zich bovenop een zwakke laag bevindt, terwijl beide lagen niet aan elkaar gehecht zijn; - de helling ergens steiler is dan 28 graden. Als aan deze drie voorwaarden is voldaan, dan kan een verstoring door één skiër voldoende zijn om een schneebrettlawine te veroorza-

ken. Wat er gebeurt, is goed te zien op de foto op de volgende pagina. Een skiër veroorzaakt een initieelbreuk in een zwakke laag ergens in het sneeuwdek. Deze initieelbreuk plant zich meteen razendsnel voort in alle richtingen. Dit proces kun je soms horen door een dof geluid dat klinkt als Whummm. In een oogwenk is de skiër het middelpunt van een grote plak sneeuw die in razende vaart naar beneden glijdt en tegelijkertijd in brokken uiteenbarst. In dit geval is het net goed gegaan, de meeste mensen hebben minder geluk en denderen samen met de lawine naar beneden. Bij groter lawinegevaar is het zelfs mogelijk dat de breukvoortplanting over honderden meters doorgaat. Je kunt dus een lawine veroorzaken op een helling waarop je niet eens staat. Dit fenomeen wordt in het Duits een Fernauslösung genoemd, en verklaart waarom het niet alleen op, maar ook onder een steile helling gevaarlijk kan zijn. VERVELENDE EIGENSCHAPPEN De schneebrettlawine combineert dus een aantal vervelende eigenschappen: • Je veroorzaakt je eigen lawine, dus de trefkans is groot. • Bijna alle sneeuw is gebonden sneeuw, dus in terrein steiler dan 30 graden wordt automatisch aan twee van de drie voorwaarden voor een schneebrettlawine voldaan. • Schneebrettgevaar is lastig te voorspellen of te herkennen. De zwakke laag (of glijlaag) bevindt zich in de sneeuw en is niet te herkennen aan de bovenkant van de sneeuw. Bovendien kan een zwakke laag bij koud weer (onder de -8°C) weken lang zwak blijven. Zo kunnen sommige hellingen lang gevaarlijk blijven zonder dat er nieuwe sneeuw valt en zonder dat dit goed te zien is. • Schneebrettgevaar kan lokaal extreem variabel zijn. Het gevaar op identieke hellingen vlak bij elkaar kan sterk verschillen. Dit betekent dat lokale testen van het sneeuwdek, zoals een sneeuwprofiel of een Rutschblock slechts zeer beperkt extrapoleerbaar zijn. ZELF OP PAD Hoe kun je nu op een verantwoorde manier zelfstandig de bergen ingaan in de winter? In de jaren ‘90 van de vorige eeuw heeft Werner Munter een nieuwe methode ontwikkeld: de 3x3-methode, een reductiemethode. Alle huidige methodes (stop or go, snowcard en nog enkele andere) zijn een bewerking of uitbreiding op het pionierswerk van Munter. De reductiemethode van Munter is sterk gebaseerd op het lawinebericht en gaat uit van het principe van

Gezien: Een groep van 18(!) man allemaal op nog geen meter afstand van elkaar door een 30 graden steile noordhelling klimmend, Spitzkehre na Spitzkehre…

|

51


risicomanagement: een honderd procent veilige tocht in de bergen maken is niet mogelijk en er zijn geen simpele testjes om uit te vinden of een bepaalde helling veilig is. Het idee is dus om zoveel mogelijk informatie te vergaren en die op een zo effectief mogelijke manier te gebruiken, zodat we met een minimaal restrisico onderweg kunnen zijn in de winterse bergen. LAWINEBERICHT In de alpenlanden en sommige berggebieden buiten Europa wordt in de winter dagelijks een lawinebericht uitgegeven. Hierin wordt een beschrijving van de sneeuwsituatie en het weer gegeven, evenals de verwachting van het lawinegevaar voor de volgende dag in een schaal van 1 tot 5. Daarbij staat 1 voor gering lawinegevaar en 5 voor zeer groot lawinegevaar, waarbij dorpen en wegen risico lopen. Voor buitensporters zijn de lagere gevarengraden van belang, want bij

Gezien: Twee toerskiërs die een couloir al springend ‘testen’, terwijl eronder hen in het couloir zeker vijf skiërs naar boven komen.

lawinegevaar 4 en 5 moet je echt op de piste blijven (als die al open is) en wachten tot het veiliger wordt. Lawinegevaar 1 betekent dat lawines alleen te verwachten zijn op extreem steile hellingen van meer dan 40 graden met veel extra belasting, zoals een hele groep skiërs of een skiër die valt. Lawinegevaar 2 betekent dat lawines mogelijk zijn in extreem steil terrein met weinig extra belasting van bijvoorbeeld één persoon, en in steil terrein (› 30°) met grote extra belasting. Lawinegevaar 3 betekent dat spontane lawines heel onwaarschijnlijk zijn, maar dat een enkele persoon eenvoudig een lawine kan veroorzaken. Lawinegevaar 3 is voor buitensporters als heel gevaarlijk te bestempelen, de helft van de lawineslachtoffers valt bij dit lawinegevaar. Dit percentage is bij lawinegevaar 4 en 5 veel lager. HOE PLAN JE EEN TOCHT? Net als de Duitse Alpen Vereniging (DAV) gebruikt de NKBV de snowcardmethode en factorencheck om mensen op te leiden om ‘s winters zelfstandig de bergen in te gaan. Uitgangspunt is dat we geen veilige tocht moeten willen maken. Een veilige tocht bestaat namelijk niet. In plaats daarvan moeten we het risico minimaliseren door efficiënt risicomanagement. Hierbij wordt niet alleen het risico zo klein mogelijk gemaakt, maar waar mogelijk ook gekwantificeerd, zodat je in zekere zin beter weet waar je mee bezig bent. In de praktijk wordt er bij de tochtenplanning en uitvoering onderscheid gemaakt tussen drie fases:


HOOGTELIJN 1 -2010

GEVARENGRAAD

SITUATIE Gunstige omstandigheden. Lawines alleen mogelijk bij grote extra belasting (groep, val) in extreem steil terrein (› 40˚).

1 gering

Redelijk gunstige omstandigheden. Lawines alleen mogelijk door grote extra belasting in steile hellingen (› 30˚) met de in het lawinebericht genoemde exposities.

2 matig

3 beduidend

Matige omstandigheden. Lawines bij slechts een beetje belasting (bv. 1 skiër) mogelijk in steile hellingen (› 30˚) met de in het lawinebericht genoemde exposities. Spontane lawines zijn ook mogelijk, net als Fernauslösungen. Zeer ongunstige omstandigheden, lawines in veel steile hellingen door extra belasting waarschijnlijk. Meerdere spontane lawines en Fernauslösungen over grote afstanden.

4 groot

5 zeer groot

Catastrofale situatie.

1 planning ‘thuis’, met kaart, gidsje, lawinebericht; 2 planning in het terrein, zoals het goed aanleggen van het spoor, kijken of het lawinebericht en landschap kloppen met wat je gepland hebt; 3 beslissingen in het terrein. Op elk van deze drie momenten kijk je naar drie aspecten: 1 condities; 2 terrein; 3 mens. Condities bestaan uit het weer en de sneeuwsituatie. In fase 1 haal je deze informatie uit het lawinebericht en het weerbericht. De factor terrein beschrijft hoe het landschap eruit ziet; hiervoor baseer je je in fase 1 op de kaart en foto’s uit gidsjes. De factor mens beschrijft de groep waarmee je onderweg bent. Door nu bewust 3 maal op 3 punten een goede beslissing te nemen kun je het risico op een foute beoordeling, en dus een gevaarlijke situatie, heel klein maken. Fase 1, de planning thuis, kan heel goed geoefend worden in Nederland. De NKBV biedt een aantal cursussen van twee dagen waarbij deze planning thuis in detail wordt uitgelegd en geoefend. Voor een goede zelfstandige beoordeling is dit slechts een van de drie aspecten die je moet beheersen. De planning en beslissing in het terrein kun je alleen leren door toerskicursussen of lawinecursussen te volgen en veel te oefenen in de praktijk.

|

Gehoord: Drie toerskiërs die aan een 35° steile helling beginnen: ‘Nou, gaan jullie maar voorop; ik heb mijn pieps vandaag niet mee.’

Documentatie • www.slf.ch - website van het Zwitserse lawine-instituut, met lawineberichten maar ook heel veel extra informatie. • http://download.whiterisk.org – White Risk is een interactief programma met veel informatie en testjes. Erg de moeite waard. • www.slf.ch/dienstleistungen/merkblaetter/Achtung_Lawinen.pdf korte samenvatting voor onderweg. • 3 x 3 LAWINEN - Risikomanagement im Wintersport, Werner Munter, 2003, derde druk, Bergverlag Rother - het standaardwerk van Werner Munter dat niet heel geschikt is als eerste boek over lawines. • Die weisse Gefahr - Schnee und Lawinen. Erfahrungen-Mechanismen-Risikomanagement , Martin Engler, Jan Mersch, 2001, Eigenverlag - het boek dat de NKBV in navolging van de DAV gebruikt. • www.av-snowcard.de/ • Lawinengefahr, Michael Hoffmann, 2000, BLV Verlag - kort leuk boekje. • Lawinen, Walter Ammann, Othar Buser, Usch Vollenwyder, Birkhäuser Verlag, 1997

NIET LEUK Veel buitensporters kennen de 3x3-methode, lezen lawineberichten en zijn over het algemeen veel verstandiger onderweg dan enkele jaren geleden. Maar nog steeds gebeuren er veel ongelukken, en niet zelden met gidsen of ervaren skiërs. De reden hiervoor is onze menselijke aard. Het is niet leuk om een mooie afdaling niet te doen omdat het wat gevaarlijk lijkt, helemaal als anderen wel naar beneden gaan. Het is ook heel moeilijk voor mensen om van een bestaand plan af te wijken; dit heet ballistisch denken. Bij de tochtenplanning thuis plannen we daarom tegenwoordig op elke toer een aantal checkpoints in, met een aantal keuzes op elk checkpoint: omdraaien, doorlopen of alternatief plan uitvoeren. Dit doen we om ons een beetje tegen onszelf te beschermen. Het is dus uiteindelijk niet mogelijk om honderd procent veilig in de bergen onderweg te zijn, maar de kans op een ernstig lawineongeluk is niet veel groter dan de kans op een ernstig auto-ongeluk. Door gebruik te leren maken van lawineberichten, kaarten, gidsjes en het leren lezen van de sneeuw in het terrein, kun je ook als Nederlander genoeg ervaring opdoen om veilig zelfstandig in de winter de bergen in te trekken. Hiervoor is het wel noodzakelijk om meerdere theorieen praktijkcursussen te volgen. ▲

KIJK OP WWW.BERGSPORTREIZEN.NL VOOR LAWINECURSUSSEN.

53


54

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

FR ANKRIJK

|

T E K S T C H R I S TA S L O O T M A N

|

F OTO ’ S M I E K E S C H A R L O O

Gemarkeerd

Uitzicht op de Eiger Boven de steile rotswanden van het Lauterbrunnental ligt Mürren op een soort terras. De hevige sneeuwval van de afgelopen dagen heeft het autovrije dorp en de omgeving omgetoverd in een sprookjeswereld waar het heerlijk sneeuwschoenlopen is. Met de imposante Eiger in de rug, lopen we via de North Face Trail over de nog smetteloze witte donsdeken naar Gimmeln. We horen enkel het knisperen van de sneeuw onder onze sneeuwschoenen en zo nu en dan het gedonder van de lawines ver in de bergen achter ons. De zon breekt dapper door het wolkendek en wordt weerkaatst door talloze kristallen. Terwijl onze sneeuwschoenen diep wegzakken in het zachte poederwit, vervolgen wij onze weg langs sprookjesachtig besneeuwde bomen. Het decor van het pad verandert geregeld, soms zitten we in het bos, soms hebben we vrij zicht op het

wereldberoemde trio Eiger, Mönch, Jungfrau. Door de versgevallen sneeuw ogen ze sereen, zelfs vriendelijk, maar schijn bedriegt. Twee dagen geleden zijn in het noodweer twee klimmers op de Eiger omgekomen. Hun lichamen moeten nog geborgen worden. Zo te horen is de helikopter eindelijk onderweg. Op het juiste moment dient zich een almhutje met houten bankje in de zon zich aan. Tijd voor een rustpauze. Met de handen om de bekers met warme zoete thee laten we het imposante landschap op ons inwerken. Doris, onze gids, doorbreekt de stilte. Ze pakt haar stapel met

afbeeldingen. “Weet je hoe je het spoor van een mannetjeskonijn kunt herkennen in de sneeuw? En hoe de sporen van gems eruit zien? En, en, en…?” Na deze leerzame pauze maken wij ons op voor de laatste klim, kort maar steil, naar Gimmeln. Vanaf hier zien wij in de verte de Schilthorn liggen, bekend van de James Bondfilm On Her Majesty’s Secret Service. Dus hier tussen die bomen door is hij naar beneden gesjeesd. Een groot contrast met ons relaxte sneeuwschoentempo. ▲

Met de Eiger op de achtergrond.


HOOGTELIJN 1-2010

EIGER Route De dagtocht voert over een afstand van acht kilometer. Startpunt is station Winteregg (1582 m). Via Chänelegg (1833 m) naar Mürren (1638 m), waar je iets kunt eten en drinken. De route gaat via de North Face Trail verder naar Gimmeln (1815 m), om je daarna weer terug te voeren naar Mürren. Met flinke sneeuwval is lawinegevaar aanwezig in het gebied. Controleer daarom altijd het lawinegevaar voordat je op pad gaat en/of neem een gids in de hand. Wij kozen voor het laatste en gingen op pad met Doris Schmied (www.doris-hike.ch).

Andere wandelingen Mürren en nabijgelegen plaatsen in de Jungfrau Region, zoals Lauterbrunnen en Grindelwald, hebben een uitgebreid netwerk van winterwandelpaden. Grindelwald biedt daarnaast ook een aantal gemarkeerde sneeuwschoentochten. Kijk voor de wandelpaden en sneeuwschoentochten op www.myswitzerland.com en www.globaltrail.net.

de auto ongeveer 860 kilometers. Rijd vanaf Bern naar Interlaken en vervolgens naar Lauterbrunnen. Hier parkeer je de auto en neem je, ook als je met de trein bent gekomen, de kabelbaan naar Grütschalp. Van dit station vertrekt de trein naar Winteregg. Op de terugweg neem je vanuit Mürren de trein terug naar Grütschalp en daarna de kabelbaan naar Lauterbrunnen. In plaats van de trein, kun je voor het stuk Mürren – Grütschalp ook een winterwandelpad nemen (1 uur en 15 minuten).

Verblijf In de omgeving van Lauterbrunnen en Mürren zijn hotels, backpackers hostels en appartementen. Kijk op www.myjungfrau.ch of www.myswitzerland.com.

Uitrusting Stevige wandelschoenen, warme en waterdichte kleding, sneeuwschoenen, wandelstokken, zonnebril en handschoenen.

Reis

Documentatie

Met het openbaar vervoer kun je vanaf Utrecht binnen negen en een half uur in Lauterbrunnen zijn. Kijk op www.bahn.com voor een dienstregeling. Tickets zijn te boeken via www.treinreiswinkel.nl. Vanaf Utrecht is het met

• 5 Schneeschuhtouren in der Schweiz, Reinhard Lutz, Lutz-Tour-Verlag, winter 2006/2007. Duitstalig boekje met lichte en middelzware tochten verspreid door Zwitserland. Vijftig uitgebreid beschreven tochten en vijfentwintig in

beknopte vorm. Bevat ook algemene informatie. • Schneeschuhgehen, Christian Schneeweiß, Bruckmann Verlag GmbH, 2003. • Landeskarte der Schweiz, Lauterbrunnen blad 1228, 1:25000. • Landeskarte der Schweiz, Mürren blad 1248, 1:25000.

|

55


56

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E F R A N K R I J K

|

T E K S T E N F OTO ’ S B A S V I S S C H E R

En route

Gabarrou-Albinonicouloir Een van de bekendste ijsklimroutes in het Mont-Blancgebied is het Gabarrou-Albinonicouloir op de Mont Blanc du Tacul. Een mooie lijn in de nabijheid van de kabelbaan naar de Aiguille du Midi. Het technische venijn zit ’m in de staart.

Nadat de kabelbaan ons ’s morgens om negen uur op de top van de Aiguille du Midi heeft afgeleverd, dalen we in hoog tempo af richting de oostwand van de Mont Blanc du Tacul. We koesteren namelijk een sprankje hoop om vandaag het Gabarrou-Albinonicouloir uit te klimmen én weer op tijd terug te zijn voor de laatste lift naar Chamonix van half vijf. Pas eergisteren zijn we uit Nederland overgekomen, dus een nacht op hoogte zal door ons gebrek aan acclimatisatie niet bepaald comfortabel zijn. We gaan daarom extra ons best doen om de tocht snel te voltooien. Na ruim een uur afdalen staan we bij de instap. De eerste tweehonderd meter soleren we via een eenvoudige sneeuwgeul omhoog. Eenmaal bij de steilere ijslengtes aangekomen pakken we het touw en de ijsboren erbij. Het ijs heeft een piepschuimachtige structuur, waardoor we in hoog tempo kunnen klimmen en zonder stress van de lengtes kunnen genieten. Als we niet ver meer van het einde zijn, klimt Jurgen zelfs zo snel dat ik al mijn aandacht nodig heb om het touw snel genoeg door het zekerapparaat heen te krijgen. Terwijl ik aan het zekeren ben zie ik dat het touw angstvallig dicht onder het handvat van mijn ingeslagen bijl komt te zitten. Maar omdat

ik hang in mijn zelfzekering en ondertussen aan het zekeren ben, is de bijl buiten mijn bereik. Nog voordat ik heb kunnen handelen, zie ik mijn ijsbijl naar beneden stuiteren. Balen! Het klimmen met één bijl gaat gelukkig ook prima. Ik klim zelfs nog een gemakkelijke lengte voor en dan is de laatste lengte, tevens de sleutellengte, voor Jurgen. Door de smalle ijsbaan en de mogelijkheid om ook in de rots houvast te zoeken is het mooi en technisch klimmen. We seilen vervolgens zo snel mogelijk ab door het couloir en vinden mijn ijsbijl eenvoudig weer terug. Dan wacht nog het vermoeiendste gedeelte van de dag, het omhoog lopen naar de kabelbaan. Als we beseffen dat we het niet op tijd gaan halen, nemen we een pauze. Het gevolg is dat we pas om half zes boven zijn in het kabelbaanstation, te laat voor de laatste cabine. Gelukkig hebben we een bivakzak achtergelaten met warme slaapzakken, matjes en een brander. Met de verwarmde toiletten zouden we ons zelfs bijna in een hotel kunnen wanen, maar door de hoogte wordt het helaas toch geen comfortabele nacht. Denkend aan de prachtige route die we hebben geklommen komen we hem wel door. ▲

GABARROU-ALBINONICOULOIR In de nacht van 4-5 juli 1974 deden Patrick Gabarrou en Jean-Pierre Albinoni de eerstbeklimming van deze ijsgeul. Sindsdien wordt het couloir jaarlijks door vele touwgroepen beklommen. De Gabarrou-Albinoni wordt daarom in de ijsklimbijbel Snow, ice and mixed beschreven als dé ijsklimklassieker van de oostwand van de Mont Blanc du Tacul. De waardering is III (commitment), 4+ (technisch) en 500m. Het ijscouloir is alleen beklimbaar buiten de zomermaanden om, meestal van oktober tot en met mei. Het beschreven verhaal speelt zich af in het midden van oktober. De meest aangename temperatuur en vaak ook de beste omstandighe-


den tref je in de periode maart tot en met mei. Het is mogelijk om de route ab te seilen na het klimmen van de sleutellengte, maar het is ook mogelijk om door te klimmen naar de graat van de Mont Blanc du Tacul. Zorg in het laatste geval wel dat je op de hoogte bent van de toestand van de séracs op de normaalroute van de Tacul, omdat de afdaalroute hierlangs loopt.

Aanloop en afdaling Vanaf het topstation van de Aiguille du Midi (3842 m) volg je het smalle graatje en daal je af in de richting van de Vallée Blanche. Je vindt het couloir aan de rechterzijde. Meestal is de route

alleen beklimbaar in de periode dat er nog zoveel sneeuw ligt dat sneeuwschoenen of ski’s noodzakelijk zijn om bij de instap te komen. Het is mogelijk om weer terug te lopen naar het Midistation of om de hele Vallée Blanche af te skiën naar Chamonix.

Materiaal en afzekering Na elke lengte is een standplaats en abseilpunt ingericht met mephaken en oude touwtjes. De hoeveelheid benodigde ijsboren is afhankelijk van de condities. Over het algemeen zullen zes tot tien stuks voldoen. Neem een camelot mee voor de laatste lengte.

Verblijf Het beste overnachtingspunt is de Refuge des Cosmiques (3613 m). Ook is het mogelijk om met een tent onderaan de route te bivakkeren.

Documentatie • Snow, ice and mixed. Volume 2 from the Envers des Aiguilles to the Tré-la-Tête Basin, Francois Damilano • IGN-kaart 3630 OT, Chamonix, Massif du Mont Blanc, schaal 1:25.000


58

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

L O C AT I E D U I T S L A N D

|

T E K S T E N F O T O ’ S H E N K VA N K A M P E N

HOOG BOVEN ●

De bootsman is vrolijk en vermaakt ons met enkele kwinkslagen


HOOGTELIJN 1-2010

DE KÖNIGSSEE HUTTENTOCHTJE Haast in de vakantie? Vandaag wel. Over een uur gaat de eerste boot en die willen we pakken, want we zijn van plan een fikse tocht te maken. De boot moet ons naar Sankt Bartholomä aan de overkant van de Königssee in de Berchtesgadener Alpen brengen. Het is vochtig, de nevel hangt tussen de bergen en boven de Königssee. Wij zijn niet de enigen die vroeg op pad zijn. Er zijn twee dagen goed weer voorspeld. De boot is vol als wij vertrekken. De laaghangende nevel onttrekt alle omliggende bergen aan het zicht, waaronder de 2700 meter hoge Watzmann. De bootsman is vrolijk deze ochtend en weet ons met een aantal kwinkslagen te vermaken. Even stopt de boot en speelt hij een deuntje op zijn trompet. De echo klinkt over het meer. Het is een gewoonte uit vroeger tijd toen de echo van een kanonschot wel zeven keer rondging. Hij gaat rond voor een fooi voor dit vrolijke intermezzo. Aangekomen bij Sankt Bartholomä (618 meter) onder de oostwand van de Watzmann nemen wij nog een kop koffie in het vroegere jachtslot. Met zijn 2000 meter hoge oostwand is de Watzmann een imposante berg.

Sankt Bartholomä.

©Istockphoto.com

BAK KALKROTS De route voert langs de Königssee en buigt al na twintig minuten in zuidwestelijke richting in het dal van de Schrainbach en stijgt daarbij geleidelijk. Omkijkend zie ik hoe de nevel is opgelost en de Königssee in al zijn glorie verschijnt. Liselot is verrukt van prachtige planten en bloemen in dit dal en vooral de vele soorten vlinders die hier fourageren. Het is weldadig om hier te lopen temeer daar de zon niet eerder dan tegen het middaguur over de kam komt. De Saugasse, een nauwe kloof, overwinnen we in een zig-zag en tegen een uur bereiken wij het keteldal van de Funtensee (1600 meter) en het daarbij gelegen Kärlingerhaus. Een hut met maar liefst 160 slaapplaatsen die voor dit weekend allemaal zijn geboekt. Wij laven ons op het terras en bereiden ons voor op het tweede deel van het traject. Het landschap verandert geleidelijk naarmate we hoger komen en het pad volgen dat onder de Hirschwand door loopt. Vanuit onze positie op 1950 meter hoogte is onze bestemming al te zien. Daartussen in ligt het Steinernes Meer. Een bak van kalkrots met hier een daar een plukje groen. Het zijn grillige formaties vol met gaten en gleuven die door langdurige erosie zijn gevormd. Een vervreemdende omgeving. PRACHTIG KLEURENSPEL Helaas kunnen wij niet recht oversteken maar moeten we de rand van dit stenen meer volgen. Het gaat op en af, hoewel de trend omhoog is. Even voor de hut ligt een sneeuwveld. Ook deze barrière is snel genomen en dan bereiken wij de hut om dankbaar neer te storten op een van de banken. Het is er druk, maar we kunnen nog een kamer voor ons tweeën krijgen.

|

59


Naar de Alpen vanaf 39 euro enkele reis

Met de trein reis je voordelig, comfortabel en milieuvriendelijk naar de bergen. Met de Europa-Spezial tarieven van DB Bahn is élk station in Duitsland, inclusief grensplaatsen als Salzburg en Basel, bereikbaar vanaf 39 euro enkele reis (1e klas vanaf 69 euro). Evenals dynamische steden als Berlijn, Hamburg en München. Informatie en boekingen: www.bahn.com/nl of Treinreiswinkel, telefoon 071 5137008. DB Bahn. Razendsnel.

�����������������������������

����������������

Fiere bergen – lieijke dalen Weekaanbieding (5 nachten): ■ ■

5 overnachtingen/halfpension in een hotel*** 2 wandelingen met een berggids (waaronder 1 thematocht, bijv. water, bloemen …)

1 Tiroler Almjause in Gschnitztal

De aanbieding is geldig van juni tot half oktober 2010, andere verblijfsaccommodaties op aanvraag, te boeken onder ‘Wandelen 2010’.

€199,per persoon

Vanuit het Wipptal voeren vijf prachtige dalen naar de gletsjerwereld van de Stubaier en Zilltertaler Alpen. Een eldorado voor wandelaars! 500 km gemarkeerde wandelpaden 3x per week wandelen met een gids (thema’s) ■ Thema-tochten, bijv. bronnen, mijnen, etc. ■ Genieten van specialiteiten uit Tirol in oude berghutten ■ Freizeitarena Bergeralm met kabelbanen en ‘Bärenbachl’, een speciaal avonturenpad voor kinderen ■ klimhallen ■ ■

Aanvragen en boeken: Tourismusverband Wipptal • A6150 Steinach in Tirol

Lid van

Tel. + 43 5272 6270 • Fax + 43 5272 2110 • tourismus@wipptal.at

Wipptal-210x135.indd 1

26-01-2010 11:27:23


Zicht op watzman.

’s Avonds, op het terras, genieten wij met de andere gasten van het prachtige kleurenspel van zon en wolken. De volgende ochtend is het al snel warm. De hut stroomt leeg naar nagenoeg alle windstreken. De route naar de Wimbachgries, die we gisteren reeds hebben gezien, gaat over de Hundstodgatterl (2188 meter). Dit keer geen duidelijk pad, maar klauteren waarbij ook de handen moeten worden gebruikt. Dit is niet Liselots favoriete terrein. Hoewel wij door anderen worden aangemoedigd door te gaan, besluiten wij om te draaien en langs dezelfde route naar ons

Ingolstädterhaus..

startpunt, St. Bartholomä, terug te keren. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Zo zien wij de route vanuit een ander perspectief. De stapelwolken verschijnen vandaag vroeg en zien er dreigend uit. Daarom gunnen we ons niet meer dan een kwartier bij het Kärlingerhaus om weer op adem te komen. Als wij tegen vieren bij de steiger op de boot staan te wachten breekt het onweer los. Net als op de heenweg onttrekt de Watzmann zich aan ons zicht, alleen dit keer door een dicht grijs regengordijn. ▲

BERCHTESGADENER ALPEN De Berchtesgadener Alpen liggen in het zuidoosten van Duitsland tegen de Oostenrijkse grens aan. Dit kalkgebergte is sinds 1978 een nationaal park. De pieken reiken over het algemeen boven de 2000 meter met als uitschieter de Watzmann (2712 meter). Daartussen liggen meren, waaronder de schitterende Königssee. De overgebleven kleine Blaueisgletsjer onder de Blaueisspitze (2481 meter) is de meest noordelijke gletsjer van het Alpengebied. In het zuiden, aan de Oostenrijkse kant van de grens, ligt het Steinernes Meer en in het oosten het Salzburgerland. Naast de Watzmann zijn de Jenner (1807 meter), de Grosser Hundstod (2594 meter) en de Teufelhorn (2363 meter) de bekende pieken. Een trekpleister is het Kehlsteinhaus (1834 meter) het voormalig adelaarsnest van Hitler. Vanuit dit punt heb je een prachtig uitzicht op de omringende toppen en het Salzburgerland. Salzburg ligt op een steenworp afstand; de stad van Mozart is een uitstekend slechtweeralternatief.

• Kärlingerhaus, +49 (0)8652 609 101 0, info@kaerlingerhaus.de, www.kaerlingerhaus.de • Ingolstädter Haus, +43 65 82 83 53, info@ingolstaedter-haus.de, www.ingolstaedter-haus.de • Wimbachgrieshütte, +49 (0)8657 344, www.wimbachgrieshuette.de, • Camping Winkl Landthal in Bischofswiesen, +49 8652 8164, Camping-Winkl@t-online.de, www.camping-winkl.de

Actief Het gebied is uitstekend ontwikkeld met veel kindvriendelijke wandelpaden, liften voor het bereiken van de hoog gelegen toppen, almen en hutten voor een overnachting. Er zijn veel klimroutes voor het genüskletteren (vanaf moeilijkheidsgraad 3) en enkele mooie klettersteigroutes zoals de Hochthronsteig bij Unterberg. In de omgeving kun je raften en kanoën. Mountainbiken kan op speciaal aangelegde parcoursen.

Route Vanaf het informatiecentrum van het nationale park Schönau am Königssee neem je de boot naar Sankt Bartholomä aan de voet van de Watzmann (half uur). Via de Saugasse en Bärengraben loop je naar het Kärlingerhaus (4 uur). Van daar langs de noordkant van het Steinernes Meer over de Hundstodscharte naar het Ingolstädter Haus (tweeëneenhalf uur). De volgende dag weer terug over de Hundstodscharte en de Hundstodgatterl naar de Wimbachgrieshütte (4 uur) en vervolgens het Wimbachtal uitlopen (2 uur).

Reis Met de trein kun je in tien uur vanuit Utrecht naar Bischofswiesen reizen. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com; meer info en tickets: www.treinreiswinkel.nl. Met de auto is het 975 kilometer.

Documentatie • Freytag & Berndt WK 102 Untersberg – Eisriesenwelt- Königssee, schaal 1:50.000 • Freytag & Berndt WK 104 Chiemgaur Alpen- Lofer – Leogang – Steinberge, schaal 1:50.000 • Alpenvereinskarte 10/1 Steinernes Meer, schaal 1:25.000 • Berchtesgadener Alpen 60 Gipfeltouren, Höhenwege Klettersteige, Mark Zahel, Bruckmann Verlag, 2006 • Wanderbuch Berchtesgadener und Chiemgaur Wanderberge 50 Touren, Sepp Brandtl, Bergverlag Rother, 3de druk 2010 • Wanderführer Berchtesgadener Land Die schönsten Tal- und Höhenwanderungen 51 Touren, Heinrich Bauregger, Bergverlag Rother, 10de druk 2009 • Alm- und Hüttenwanderungen, Andrea & Andreas Strauss, Bergverlag Rother, 2008

Verblijf • St. Bartholomä, www.sankt-bartholomae.de, info@sankt-bartholomae.de, reservieren@sankt-bartholomae.de, +49 8652 964937

Met de NKBV naar de Berchtesgadener Alpen • Bergsportkamp Berchtesgadener Alpen, 24/7-7/8


62

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

M AT E R I A A L

|

T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N M I E K E S C H A R L O O

MARKT & HIPPE ZAK KLEIN MAAR FIJN “Crux is een heel klein merkje voor alpiene materiaal,” schrijft Jakob de Proft van Crux naar de redactie van Hoogtelijn. “We maken extreem functioneel materiaal voor alpinisten die hoge eisen stellen en niet meegaan met de grote markt. We hebben rugzakken, tenten, donsjassen..., en slaapzakken.” En op die slaapzakken wil Jakob onze aandacht vestigen. De donzen Torpedo’s zijn het neusje van de zalm; ze zijn waterdicht. De buitenkant is van het uitstekend ademende en waterdichte eVent-membraan en wordt gesloten met een waterdichte RiRiritssluiting. Het is de bedoeling om het dons zo optimaal mogelijk te beschermen voor wie in een sneeuwhol slaapt, in een druppende tent of onder een vochtige rots ligt, om zo lekker warm te blijven. De Torpedo slaapzakken zijn er met verschillende donsvullingen, waarbij de 500 voldoet voor een comforttemperatuur van -6˙C en de 900 een comforttemperatuur van -18˙C. Informatie: outdoordreams.be, +32 16920043 Prijs: € 499,- (Torpedo 500)

Columbia heeft in Nederland niet bepaald het imago van toffe producten. De Mobex, een rugzak in de vorm van een pop-up minitent, bewijst het tegendeel. Deze rugzak is ontworpen voor adventureracers en mountainrunners. Dat zie je onder andere terug in het lichte en aërodynamische ontwerp. Verschillende opbergnetjes aan de binnenkant moeten de inhoud min of meer fixeren. Omdat je zo’n hippe zak niet in de kast laat hangen tot je weer gaat hardlopen, of de bergen in gaat, is het natuurlijk ook belangrijk voor de Nederlandse bergsporter of je er lekker boodschappen mee kunt doen. Dat kan. Het draagcomfort is goed, mede door de stevige heupband. Bij de kassa laad je de Mobex vol door het rugpand los te ritsen. Zo kun je overal gemakkelijk bij. Let er op dat het lichte buitenmateriaal van de rugzak enigszins doorzichtig is. Heb je net je opvallende rugzak gevuld met toiletpapier met roze vlinders, dan zal dat niet onopgemerkt blijven. Informatie: www.columbia.com Prijs: € 89,95

EXPEDITIEKLIMMEN IS SAMENWERKEN Bij Zonnespel hebben ze het door: expedities naar hoge bergen hebben alleen kans van slagen als je goed samenwerkt. Vanaf nu kunnen expeditiegangers vast thuis oefenen met het coöperatieve gezelschapsspel Mount Everest. “In coöperatieve spellen ervaren spelers de kracht van samenwerking, legt Steven Michiel Rijsdijk van Zonnespel uit. “Er is een gezamenlijk doel dat bereikt wordt door samen creatief te denken en strategische beslissingen te nemen. Er zijn geen tegenstanders; het spel zélf zorgt voor de uitdaging. De spelers proberen samen te winnen, maar ze kunnen ook allemaal verliezen!” Vreemd hoor, om maar één pionnetje te vinden in de speldoos. Daarmee ging de redactie van Hoogtelijn gezamenlijk op weg. Tijdens de klim kreeg het team te maken met allerlei hindernissen: moeilijk begaanbare plekken, zware weersomstandigheden en kleine ongelukken. De redactie vermaakte zich goed, maar vroeg zich na afloop wel vertwijfeld af: ‘zijn wij raar dat we het wedstrijdelement missen?’ Probeer het spel zelf op 14 maart tijdens de Bergsportdag in Nieuwegein. Informatie: www.zonnespel.nl, 072-5747825 Prijs: € 19,95


|

MATERIAAL JE BESTE VRIEND De beste vriend van freeriders... Zo wordt het Diamond jack gepresenteerd door het Zwitserse kwaliteitsmerk Mammut. Er zit niet alleen een afneembare sneeuwvang in het softshell jack, maar het kan ook aan de Alagna-broek van Mammut worden geritst. Zo krijgt sneeuw geen kans om in je kleren te kruipen. De comfortmappingtechnologie van Gore-Tex met drie verschillende materialen moet ervoor zorgen dat elk lichaamsdeel op de juiste temperatuur blijft. Daar waar het lichaam extra isolatie kan gebruiken, is het jack uitgerust met warm wafelfleece; daar waar je wat meer transpireert bij inspanning is lichtgewicht snel drogend materiaal gebruikt. Dit diamantje kost wel wat. Informatie: www.mammut.ch Prijs: € 750,-

ALLES IN ÉÉN Een beetje ouder van vandaag de dag komt om in de helmen voor zijn kroost: eentje voor het skiën, eentje voor het fietsen, een voor het skaten en eentje voor het klimmen. Als je dan vier kinderen hebt... mag je wel een aparte kast aanschaffen voor alle hoofdbeschermers. Petzl bedacht dat je daar een oplossing voor. Nee, geen handige kast of kapstok, maar gewoon één kinderhelm voor verschillende doeleinden. De Picchu is geschikt om mee te skaten, te fietsen en te klimmen. Hij is bedoeld voor kinderen vanaf vijf jaar. Voor wie de frisse kleuren (lime en tomaatrood) niet vrolijk genoeg zijn, wordt een stickervel bijgevoegd. Hij is bovendien leverbaar met een rood knipperlicht zodat de kleine in het donker extra opvalt. Informatie: www.petzl.com Prijs: € 44,95

GPS VOOR DUMMIES De Satmap Active 10 plus is een verrassend handige GPS, zelfs voor mensen met een fobie voor technische gadgets. Eindelijk een apparaat met een simpele programmastructuur dat intuïtief werkt. Routes uitzetten en volgen zijn een fluitje van een cent met deze GPS die een fors kleurenscherm biedt waarop de topografische kaarten glashelder zijn te zien. Die topografische kaarten moet je er wel zelf bijkopen. Ze staan - voor zover verkrijgbaar op losse geheugenkaarten. Vooralsnog zijn de topografische kaarten van Oostenrijk, Groot-Brittannië en Nederland beschikbaar, maar er wordt gewerkt aan een uitbreiding van het aanbod. Groot voordeel van de Satmap is dat je in tegenstelling tot bij andere GPS’en geen computer nodig hebt om routes in te voeren. En een ander groot voordeel: hij rekent snel, zodat hij - ook als je in beweging bent - voortdurend de goede richting aangeeft. De Satmap kan tegen een flink stootje en is waterbestendig. Hij is wel wat zwaarder dan de gemiddelde GPS. Zelf ervaren hoe de Satmap presteert? Kom op 14 maart naar de Bergsportdag in Nieuwegein en probeer hem uit. Informatie: www.satmap.com, 055- 5400850 Prijs voor NKBV-leden via de NKBV-webwinkel: € 399,incl de Oostenrijkse Alpenvereinskarten

VOOR SNEEUWSCHOENERS Sneeuwschoenlopen - hartstikke leuk, maar niet als je die onhandige sneeuwschoenen het eerste stuk van de tocht onder je arm mee moet nemen. Bij Lowe Alpine snappen ze dat. Ze hebben de AirZone Snow 28 zo gemaakt dat je ze in een handomdraai aan je rugzak bevestigt met de zogenaamde Ebcatcher gesp. En ook dan is het draagcomfort nog dik in orde. Zoals het een goede zak betaamt, is de Airzone Snow uitgerust met handige features als een pickel- en stokkengesp, buitenvakken in gaas, handschoenvriendelijke ritstrekkers en voor wie dat wenst, bevestigingsmogelijkheden voor zijn ski’s. Informatie: www.rugzak.nl, 033-4340454 Prijs: € 129,95

63


64

|

HOOGTELIJN 1-2010

|

T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N P I E T E R D I R K S Z

Recensies & signalementen

Mooi én ergerniswekkend

Gezond blijven

Zwitserse trekkings

Met De top bereikt presenteert de Britse topklimmer Stephen Venables een overzicht van de belangrijke eerste beklimmingen. Beginnend in de Bijbelse tijd komt hij al gauw bij het ontstaan van de hedendaagse bergsport. Venables volgt de ontsluiting van de Alpen en de buiten-Europese bergen. Hoewel veel ontwikkelingen in de vroege bergsport inderdaad hun oorsprong vinden in Groot-Brittanië, legt Venables soms wat te veel nadruk op zijn thuisland. Ik klim zelf graag in Engeland - dus vind ik dat niet onoverkomelijk - maar als een chauvinistische Elbsandsteinkletterer zijn gebied tekort gedaan vindt, heb ik daar begrip voor. Als alle belangrijke toppen eenmaal beklommen zijn, verlegt Venables zijn aandacht naar het klimmen van bijzondere routes en naar de nieuwe klimstijlen als boulderen en drytoolen. De verhalen zijn geïllustreerd met goed gedrukte, vaak grote en nog onbekende foto’s. Dit maakt het boek een plezier om door te nemen. Helaas kent De Top Bereikt ook een steeds terugkerende ergernis. De oorspronkelijk Engelse tekst is erg slecht vertaald, waarschijnlijk met het woordenboek op tafel, door iemand die niet thuis is in de gangbare Nederlandse klimterminologie. Termen als ‘bouten’ (= bolts, boorhaken), ‘klimmen met kunstgrepen’ (= artificieel klimmen) en ‘schroefstrop’ (= ?) doen de tenen heftig krullen. De vertaler had bij mij definitief afgedaan toen ik de las dat hij van ‘…The Austrian climber Peter Habeler…’ heeft gemaakt ‘…de Australische klimmer Peter Habeler…’ De levende Oostenrijkse klimlegende Habeler zal hier niet van gecharmeerd zijn. [Frank Husslage]

Thomas Küpper is een van de drijvende krachten van de medische commissie van de UIAA, de overkoepelende unie van bergsportfederaties. Hij heeft samen met een aantal deskundigen een handboek gemaakt met de laatste inzichten over berg- en hoogtegeneeskunde. Niet alleen voor artsen, maar heel toegankelijk geschreven voor opleiders, gidsen en bergbeklimmers. Het boek beschrijft niet alleen wat je moet doen bij ziekte en ongevallen, maar ook hoe je fysiek of psychisch ongemak kunt voorkomen op een plaats waar een dokter of een ziekenauto nauwelijks kan komen. Met Duitse grondigheid worden beweringen onderbouwd met foto’s, tekeningen, statistieken en onderzoeken. In het lijvige, 750 pagina’s dikke boekwerk is een bijdrage opgenomen van Heleen Meijer, lid van de Medische Commissies van de NKBV en de UIAA. Zij schrijft over klimmende vrouwen en over specifiek vrouwelijke problemen zoals (invloeden van) de maandcyclus en de veranderende hormoonhuishouding. Ook zwanger zijn in het hooggebergte en de risico’s die daarbij kunnen optreden komen aan bod. Het is een uitputtend boek met een veelheid aan medische onderwerpen: van de invloed van roken tot het aanleggen van een drukverband. Van hoe je gewonde klimmers vervoert tot klimmen met kinderen. Van giftige planten tot psychologische veranderingen in het hooggebergte. Het boek sluit af met een lijst van begrippen uit de berggeneeskunde. Zo kun je in vijf talen vertellen dat je een wond, dan wel Wunde, wound, flessure, ferita of derida hebt. Maar maak dan wel een kopie van die pagina’s want het boek weegt liefst anderhalve kilo. [Peter Daalder]

Mark Zahel geeft in zijn boek Hüttentreks Schweiz aan dat het fenomeen trekking in Zwitserland naar zijn mening later tot wasdom is gekomen dan in omringende landen. Er komen in totaal 34 meerdaagse tochten van zo’n vier tot zes dagen aan bod in dit boek. Er wordt een inschaling gebruikt met drie waarderingen (licht – matig – moeilijk). Slechts vier van de beschreven tochten worden ingeschaald als licht. Naast zijn eigen moeilijkheidswaardering gebruikt de auteur de Zwitserse moeilijkheidswaardering (T1-T6) zonder de samenhang dan wel noodzaak van twee systemen te verhelderen. Het komt erop neer dat de tochten die als licht zijn ingeschaald, geschikt zijn voor beginners en dat de overige tochten bedoeld zijn voor wandelaars met ervaring in het hooggebergte. Sommige tochten uit het segment moeilijk zijn nauwelijks meer als wandeltochten te kwalificeren omdat er klimpassages en/of gletsjeroverschrijdingen in voorkomen. Het boek richt zich dus vooral op de doelgroep ervaren bergwandelaar of alpinist. Een vergelijkbaar boek van Rother als Hüttentrekking Westalpen heeft een evenwichtiger indeling tussen licht en moeilijk ingeschaalde tochten en er worden gletsjerpassages gemeden. Dat is daardoor meer geschikt voor de beginnende bergwandelaar of bergwandelaars die het wat rustiger aan willen doen. Dit alles neemt niet weg dat Hüttentreks Schweiz een aantal aantrekkelijke trektochten presenteert dat veel wandelplezier (en dus soms ook klimplezier) in zich bergt. De keuze van Zahel voor de vele – waaronder ook de minder bekende – hoeken van de Zwitserse bergwereld draagt daar zeker toe bij. [Pieter Dirksz]

De top bereikt Stephen Venables Atrium, 2009 ISBN 978 90 5947 265 5 Prijs: € 24,95

Moderne Berg- und Höhenmedizin Thomas Küpper, Klaas Ebel en Ulf Gieseler Gentner, 2009 ISBN 978-3-87247-690-6 Prijs: ca € 50,-

Hüttentreks Schweiz Mark Zahel Bruckmann Verlag, 2009, ISBN 978-3-7654-4860-7 Prijs: € 32,95


|

Sidarta Zimski Vzponi, www.sidarta.si/gornistvo/ zimski-vzponi-v-slovenskih-gorah.html, ISBN 978-9-616027-47-2, € 33,Een complete winterklimgids voor het OostenrijksSloveense grensgebied. Vierhonderdzestig pagina’s met alpiene winterroutes, watervallen en mixed routes. Met zwartwitfoto’s, goed bruikbare landkaarten en situatieschetsen en, waar nodig, handgetekende topo’s. Via Alpina (Gelber Weg) Evamaria Wecker, Bruckmann Verlag, 2009, ISBN 978-3-7654-4858-4 De Via Alpina is een initiatief van de vereniging Grande Traversée des Alpes uit het jaar 1999. De oorspronkelijke versie voerde de wandelaar van Monaco naar Triëst. Inmiddels zijn er ook varianten ontwikkeld. Dit gidsje beschrijft de zogenaamde gele variant van Triëst naar Oberstdorf. De eerste tien van de in totaal veertig etappes lopen parallel met de Italiaans-Sloveense grens. Huttentrekking Westalpen Iris Kürschner, Bergverlag Rother, 2009, ISBN 978-3-7633-3040-9 Een gids die alleen al aanstekelijk werkt door de vele mooie foto’s. Zou het in de West-Alpen altijd mooi (onbewolkt) weer zijn? De nadruk ligt op trektochten met een duur van vier tot zes dagen. De geografische spreiding is groot: van de sentiero Roma in het oosten tot een trektocht door de Vercors in het westen. De meeste van de geselecteerde trektochten liggen in het grensgebied van Italië en Frankrijk. Ze zijn summier beschreven. Gletsjerpassages worden gemeden. Kletterführer Bayerische Alpen-Nordtirol Richard Goedeke, Bergverlag Rother, 2009 (2de druk), ISBN 978-3-7633-3016-4 In deze gids staan ruim 100 “Genusstouren” van UIAA III-VII in een gebied tussen Lermoos en Salzburg beschreven. Elke tocht is voorzien van korte info en een topo. Goedeke hanteert de richtlijnen van de UIAA voor de topo’s en heeft er een eigen waardering voor het commitment (afhankelijk van onder andere rotskwaliteit, mogelijk plaatsen mobiele zekeringen, kwaliteit haken, behendigheid oriëntatie) aan toegevoegd. Berg 2010 Walter Theil, DAV-OeAV-AVS, 2009, ISBN 978-3-937530-50-5 De editie 2010 van het Alpenvereinsjahrbuch heeft als hoofdthema de veranderingen in de Alpen als leefgebied voor de mens. Daarnaast is er ruimte voor onderwerpen als bergsport vandaag (onder meer met een bijdrage van de gebroeders Huber), alpiene geschiedenis, de Tuxer Alpen (de AV-kaart van dit gebied is de bijlage) en een aantal losse bijdragen.

HOOGTELIJN 1-2010

|

Une belle histoire: Compagnies des guides de Chamonix Mario Colonel, Mario Colonel Editions, 2009, ISBN 978-2-953190-08-3 De geschiedenis van de legendarische gidsenclub van Chamonix wordt hier voor het eerst compleet beschreven in één boek. Het is een kroniek van ontdekkingen, tragedies, grote namen, vroege ontdekkers en van het gidsenberoep. Dank zij vijf jaar onderzoek door de schrijver en het vele voorheen onbekende materiaal dat hem beschikbaar gesteld is door de bevolking van Chamonix, werpt het boek een helder licht op het dorp en de gidsenvereniging. Met driehonderd landschapsfoto’s en honderd portretten is het boek een aanrader voor eenieder die geïnteresseerd is in het Mont-Blancgebied. Classic hill runs & races in Scotland Steven Fallon, Pocket Mountains,2009, ISBN 978-1-907025-06-8 Een van de mooiste plaatsen om vanuit Nederland te ‘bergrennen’ is natuurlijk Schotland. Ieder jaar weer is dit ruige stuk wereld ook het decor van inmiddels legendarische bergmarathons als de KIMM en de LAMM. Met het populairder worden van deze tak van bergsport verdient de jongste uitgave van Pocket Mountains een plaats in de bergsportschappen van de boekwinkels. De gids beschrijft zeventig routes verspreid door heel Schotland (waarvan 35 hillrunning and 35 hill-racing routes). Beyond the mountain Steve House, Patagonia inc, 2009, ISBN 978-0-979065-95-8 De oude rot Reinold Messner noemde Steve House ooit ’s werelds beste hedendaagse expeditieklimmer, een opmerking waar House zich wat ongemakkelijk bij zei te voelen. Ondanks deze bescheidenheid is het een feit dat House’s palmares getooid is met vele indrukwekkende eerstbeklimmingen in alpiene stijl in alle toonaangevende gebergten over de hele wereld. In dit boek relateert House bergsportonderwerpen aan het dagelijkse leven: vertrouwen, mislukkingen, het stellen van doelen, heldendom, vriendschappen, risicobewustzijn en de dood van vrienden.

INTERNET Kijk voor meer recensies en signalementen op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 1/2010 en kies Recensies & Signalementen.

65


66

|

HOOGTELIJN 1-2010

Vooruitblik Hoogtelijn 2-2010 verschijnt 9 april

Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) Het verschijnt vijf keer per jaar, in februari, april, juni, september en november. Artikelen en bijdragen in Hoogtelijn zijn op persoonlijke titel geschreven tenzij anders vermeld. Niet elk(e) artikel of bijdrage van een redacteur of andere schrijver geeft per definitie de mening of het standpunt van de Koninklijke NKBV weer. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn.

Vernieuwde NKBV-opleidingen

PRAKTIJKWEEKEND IN DE ALPEN Tips voor veilig bergwandelen

Interview Robert Steenmeijer, een van de eerste Nederlandse berggidsen

Kunst met een grote K

REDACTIE Peter Daalder (hoofdredacteur), Mieke Scharloo (eindredacteur), Ernst Arbouw, Pieter Dirksz (penningmeester), Frank Husslage, Moniek Janssen, Sjors Kurvers, Ivar Schute. MEDEWERKERS Jody Hagenbeek, Peter uijt de Haag, Christine Tamminga, Arnold Tang, Milka van der Valk Bouman (correctie); Saskia Gottenbos (cartografie); Toon Hezemans (cartoon); Martijn Schell REDACTIE-ADRES NKBV-Bureau, t.a.v. Secretariaat Hoogtelijn Postbus 225, 3440 AE Woerden E-mail redactie Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl NKBV-BUREAU Open ma t/m vrij 9.00-12.30 uur en 13.00-16.00 uur. Telefonisch bereikbaar: ma 13.00- 16.00 uur di t/m vrij 10.00 – 12.30 uur en 13.00 –16.00 uur Bezoekadres: Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Postadres: postbus 225, 3440 AE Woerden Tel: 0348-409521 / Fax: 0348-409534 E-mail: info@nkbv.nl Homepage: http://www.nkbv.nl TOPPERS € 3,- per 30 tekens, min € 9,- per Topper. Download het opgaveformulier van de website: www.nkbv.nl/tijdschrift/toppers of vraag het aan via 0348-409534 Sluitingsdata Katern Verenigingsinformatie nr 2010/2: 18 maart 10.00 uur nr 2010/3: 20 mei 10.00 uur ADVERTENTIE EXPLOITATIE ManagementMedia BV, Emmastraat 61, postbus 1932, 1200 BX Hilversum tel: 035-6232756, fax: 035 6232401 Olger Kooring & Peter Dierdorp olger.kooring@managementmedia.nl peter.dierdorp@managementmedia.nl VORMGEVING Studio ManagementMedia, Edith van de Giessen (art director), Meta Pols DRUK: Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 36.500 ISSN: 1387-862X

Schilders, fotografen, cineasten en schrijvers laten zich inspireren door De Bergen.

Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.


3 Het lusje in de voorbereide bandlus vormt het centrale punt. De naklimmer wordt altijd over deze centrale lus gezekerd. De bandlus wordt met een mastworp in de back-uphaak gefixeerd. Belangrijk is het inhangen van de ‘losse lus’ achter de mastworp in de backupkarabiner. Wanneer de mastworp bij extreme belasting gaat slippen, voorkom je zo dat de bandlus geheel losschiet uit de karabiner. De mastworp voor de zelfzekering (niet afgebeeld) kan met een schroefkarabiner in het centrale lusje ingehangen worden, maar ook direct in de schroefkarabiner in de belaste haak (in dit geval de schroefkarabiner linksboven). Dit bespaart een schroefkarabiner.

RIJVERANKERING MET VOORBEREIDE BANDLUS In afbeelding 3 is te zien hoe de rijverankering met de voorbereide bandlus wordt opgebouwd. In de onderste haak (of de haak die het meest in de richting van de belasting zit) wordt met een schroefkarabiner het voorgeknoopte lusje van de rijverankeringsbandlus ingehangen. De zelfzekeringsmastworp kan ook in deze schroefkarabiner gelegd worden. Vervolgens worden beide strengen van de bandlus in de back-uphaak afgeknoopt met een mastworp. De lus die achter de knoop overblijft, komt óók in dezelfde back-upkarabiner te hangen. De mastworp is erg praktisch, omdat deze zich gemakkelijk in lengte laat verstellen. Bovendien kan een mastworp bij extreme belastingen doorslippen, waardoor er minder kracht komt op de backuphaak. De bandlus naar de back-up moet enigszins strak staan, zodat er geen speling in het systeem ontstaat. De gebruikte karabiner in de back-up haak hoeft geen schroefkarabiner te zijn, omdat het geen levensdragende karabiner is.

RIJVERANKERING MET GEBRUIK VAN HOOFDTOUW De rijverankering kan ook met gebruik van het hoofdtouw opgebouwd worden (afbeelding 4). De voorbereide bandlus is dan niet nodig. Deze techniek is snel en veilig, maar heeft twee nadelen: • De zekeraar is onderdeel van het zekersysteem. In noodgevallen kan dit lastig zijn, omdat de zekeraar moeilijker uit het systeem kan ‘ontsnappen’. • De standplaatswissel is erg omslachtig wanneer slechts één van beide klimmers voorklimt. Wanneer je te weinig materiaal hebt, kan deze techniek echter uitkomst bieden. Om het systeem met het hoofdtouw op te bouwen, wordt achter de zelfzekeringsmastworp het hoofdtouw met een tweede mastworp in de back-uphaak bevestigd. Het principe is gelijk aan de rijverankering met voorbereide bandlus.

Het voorgeknoopte lusje in de rijverankeringsbandlus vormt het centrale punt van de standplaats waaraan de na- en de voorklimmer gezekerd kunnen worden. Er wordt wel gezegd dat knopen in een bandlus het bandmateriaal verzwakken, maar die verzwakking is verwaarloosbaar. Ook met knopen is een bandlus meer dan sterk genoeg (› 15 kN) om veilig ingezet te worden.

STANDPLAATS MET ÉÉN BOORHAAK Ook als er maar één solide zekerpunt (boorhaak) voorhanden is, wordt de rijverankering toegepast. De standplaats moet hiervoor uitgebreid worden met een extra zekering, tenzij de aanwezige boorhaak zó solide is dat deze alleen als stand kan dienen. Wanneer de extra zekering een nut of friend is, is het beter deze bóven de boorhaak aan te brengen. In dat geval wordt de boorhaak als onderste punt honderd procent belast, en dient de zelfgeplaatste zekering als back-up. Is er naast de boorhaak nog een geslagen haak aanwezig, dan wordt deze in de rijverankering betrokken. VOORKLIMMER ZEKEREN BIJ GEBRUIK VAN DE RIJVERANKERING Wanneer de voorklimmer weer vanaf een standplaats vertrekt, zijn er voor de zekeringsmethode twee opties: • zekeren over het lichaam Beginnende klimmers kunnen beter niet vanaf een standplaats over het lichaam zekeren. De zekeraar moet ervaren zijn in het houden van vallen, en de gewichtsverhouding van beide klimmers moet in orde zijn. Wanneer de voorklimmer meer dan 20 kg zwaarder is dan de zekeraar, is deze techniek af te raden. Verder is het van belang om vóórdat de voorklimmer vertrekt de back-uphaak van de standplaats als eerste tussenzekering in te hangen (de zogenaamde dummy runner). Dit voorkomt bij een val een eventuele grote, gevaarlijke kracht direct op het lichaam van de zekeraar. Bij zekering over het lichaam kan de zekeraar het beste een iets langere zelfzekering hebben en direct onder de standplaats gaan hangen. Door de grotere afstand tussen de zekeraar en de stand zal de zekeraar zo minder snel tegen de eerste tussenzekering worden getrokken bij een voorklimmersval (afbeelding 5).

STANDPLAATS OP GESLAGEN HAKEN OF EIGEN ZEKERING Omdat bij het gebruik van louter geslagen haken en/of nuts en friends de breeksterkte van de verschillende punten uiteen kan lopen, is het van belang een andere techniek toe te passen. In dat geval is het wenselijk de krachten over de verschillende vaste punten te verdelen met een bandlus van 120 of 180 cm. Deze techniek wordt de gefixeerde krachtendriehoek genoemd (afbeelding 7) . Hij lijkt op de inmiddels achterhaalde klassieke krachtendriehoek (Ausgleich), met als groot verschil dat onderin de gebruikte bandlus een knoop (zaksteek) wordt gelegd. Deze knoop heeft als functie de krachten bij het uitbreken van één van de punten te

• zekeren over het centrale punt in de standplaats Voor beginnende klimmers is zekeren over het centrale punt in de standplaats de aan te bevelen techniek. Ook bij groot gewichtsverschil tussen de zekeraar en voorklimmer is deze techniek beter (afbeelding 6).

7 De ‘gefixeerde krachtendriehoek’. Zowel de zelfzekering (niet afgebeeld) als de partnerzekering wordt in het geknoopte lusje onderin de bandlus gehangen.

lichaamszekering

4 Rijverankering met gebruik van het hoofdtouw. De zekering voor de naklimmer moet bij de karabiner van de zelfzekeringsmastworp ingehangen worden, aan de ‘dichte’ kant van de schroefkarabiner.

5 Wanneer bij een rijverankering over het lichaam zekert moet de zelfzekering langer en gespannen zijn. In de backuphaak wordt direct de eerste zekering ingehangen (dummy runner).

6 Voor beginnende klimmers is het beter om de voorklimmer over het centrale punt te zekeren. Wanneer de rijverankering met het klimtouw is opgebouwd, is het belangrijk dat de voorklimzekering aan de dichte kant van de schroefkarabiner ingehangen wordt. Bij gebruik van een voorbereide bandlus komt de voorklimzekering in het centrale punt (geknoopte lus) te hangen.

KRACHTEN VERDELEN MET VOORBEREIDE RIJVERANKERINGSBANDLUS Ook de voorbereide bandlus voor de rijverankering kan gebruikt worden om de krachten over meerdere punten te verdelen (zie afbeelding 10). Hierbij blijft de geknoopte lus als centraal punt in gebruik. In de verschillende vaste punten wordt een mastworp gelegd.

beperken en creëert direct een centraal punt in de vorm van de ontstane lus. De geknoopte lus moet ongeveer drie vingers groot zijn, er moeten drie tot vier karabiners in passen. Zowel de zelf- als de partnerzekering wordt in deze centrale lus ingehangen. De hoek die de bandlus maximaal mag maken onderin bij de gelegde knoop is 90 graden. Afhankelijk van de soliditeit van de gebruikte punten kan er gekozen worden voor een gefixeerde krachtendriehoek (afbeelding 8) met meer dan twee vaste punten. Ook op standplaatsen waar geen richel voorhanden is om op te staan en de zekeraar volledig moet hangen in de standplaats (hangrelais), is deze methode aan te bevelen. De gebruikte bandlus moet wel voldoende lang zijn, 180 cm of 240 cm. COMBINEREN VAN TECHNIEKEN Bij het gebruik van drie of meer vaste punten is het ook mogelijk om technieken te combineren. Hierbij gelden twee grondregels; er mag geen speling (slap hangende bandlus of touw) in het systeem ontstaan en er wordt altijd een centraal punt gecreëerd dat direct in contact staat met de vaste punten (afbeelding 9).

8 Bij dubieuze vaste punten of bij een hangrelais kunnen ook drie of meer punten door middel van een gefixeerde krachtendriehoek verbonden worden. Hiertoe wordt een lange bandlus (180240 cm) of een lang stuk kevlar- of dyneematouw (6-7 mm) gebruikt. Om materiaal te besparen kunnen in de vaste punten snappers (setjes) gebruikt worden. Wanneer een lang stuk kevlarof dyneematouw gebruikt wordt, kan dit direct door de zekerpunten geknoopt worden (linker afbeelding).

VOORKLIMMER ZEKEREN BIJ GEBRUIK VAN DE GEFIXEERDE KRACHTENDRIEHOEK Bij het gebruik van de gefixeerde krachtendriehoek kun je de voorklimmer beter niet over het lichaam zekeren, omdat het onverstandig is om één van beide vaste punten als eerste tussenzekering (dummy runner) in te hangen. Bij een eventuele val lopen de krachten op dit punt dan te hoog op. Omdat in deze situatie de voorklimmer het beste over het centrale punt gezekerd kan worden, is het belangrijk dat de zekeraar een korte, gespannen zelfzekering aanlegt in het centrale punt. Ook moet de zekeraar zo recht mogelijk onder beide vaste punten staan, en niet te ver ervan af. Dit voorkomt een pijnlijke smak tegen de wand, wanneer de voorklimmer valt en de gehele zekering naar boven klapt. STANDPLAATS NAAR BENEDEN AFSPANNEN Omdat de mogelijkheid bestaat dat de gefixeerde krachtendriehoek bij een voorklimmersval naar boven belast wordt (zie afbeelding 11), is het belangrijk om te controleren of de vaste punten van de standplaats een belasting naar boven kunnen weerstaan. Vooral bij

10 Het inzetten van de voorbereide rijverankeringsbandlus om krachten over verschillende punten te verdelen. Wanneer één van de vaste punten laag zit, kan de centrale lus van de voorbereide bandlus hier direct ingehangen worden (rechter afbeelding).

zekering over centraal punt

• touwhandeling gemakkelijk

• touwhandeling moeilijker

• het geven van een blok of touwsteun gemakkelijk

• moeilijk om de voorklimmer een blok of touwsteun te geven

• dynamische zekering

• minder dynamische zekering

• bij voorklimmersval kan zekeraar tegen de wand getrokken worden

• zekeraar kan niet tegen de wand getrokken worden

• zekeraar is onderdeel van de zekeringsketen

• zekeraar is geen onderdeel van de zekeringsketen

9 Soms kan het praktisch zijn technieken te combineren. De standplaats in de linker afbeelding is een combinatie van een gefixeerde krachtendriehoek en een rijverankering met een verlengd setje. Rechts is de voorbereide rijverankeringsbandlus gebruikt om de krachten te verdelen in combinatie met een extra back-up met een setje. Ook het naar beneden afspannen is met een setje gedaan. In alle gevallen is het belangrijk om speling in het systeem te voorkomen, en een centraal punt te creëren.

11 Om bij een voorklimmersval niet tegen de wand getrokken te worden, kan de zekeraar het beste met gespannen zelfzekering recht onder de standhaken staan/hangen.


5

DE VASTE PUNTEN KUNNEN GEEN KRACHT NAAR BOVEN WEERSTAAN, MAAR NAAR BENEDEN AFSPANNEN IS NIET MOGELIJK Wanneer afspannen zou moeten, maar dit niet mogelijk is, kan het beste naar een betere standplaats gezocht worden. Het is belangrijk dat de voorklimmer bij aankomst op een nieuwe standplaats al overweegt of deze naar beneden af te spannen is, zodat de touwgroep niet gedwongen wordt bij aankomst van de naklimmer een andere standplaats te zoeken. Wanneer er geen betere voorhanden is, dan kan als noodoplossing de volgende techniek toegepast worden. Wanneer vlak na vertrek van de standplaats een solide tussenzekering geplaatst kan worden, kun je kiezen toch over het lichaam te zekeren. De zekeraar moet een lange zelfzekering aanleggen, en hierin hangen. (Hij spant dan met zijn gewicht als het ware de punten naar onderen af ). De centrale lus van de standplaats wordt als eerste ‘tussenzekering’ (dummy runner) ingehangen (zie afbeelding 13). Belangrijk is dat er slechts een miniem risico mag bestaan op een voorklimmersval vóór het aanbrengen van de eerste

HOOGTELIJN 1-2010

|

TEK ST MICHIEL ENGEL SMAN EN MENNO BOERMANS

|

TEKENINGEN GEORG SOJER

DE STANDPLAATS

Bij het beoordelen van de belastbaarheid van een vast punt gaan we ervan uit dat een boorhaak tot de stevigste categorie behoort. Geslagen haken zijn twijfelachtiger. De breeksterkte kan sterk variëren, afhankelijk van de manier van plaatsen en de ouderdom van de haak. Ook bij het gebruik van nuts en friends varieert de breeksterkte. Deze is afhankelijk van de manier van plaatsen én de consistentie van de rots. Daarom moet op standplaatsen die met geslagen haken of nuts en friends opgebouwd worden, een andere techniek toegepast worden dan bij standplaatsen waar één of meerdere boorhaken voorhanden zijn.

KLASSIEKE ‘AUSGLEICH’ De jarenlang gedoceerde klassieke krachtendriehoek (Ausgleich) wordt inmiddels niet meer aanbevolen. Weliswaar worden de krachten op de vaste punten goed verdeeld, maar bij falen van één van de vaste punten lopen de krachten op het tweede punt enorm op. Dit komt doordat de bandlus doorslipt, en er een aanzienlijke hoeveelheid speling ontstaat in het systeem voordat de klap door het tweede punt opgevangen wordt. Dit kan een uitbraak van het tweede punt veroorzaken, met fatale gevolgen. Bij de gefixeerde krachtendriehoek wordt dit probleem verholpen door een knoop onderin de gebruikte bandlus te leggen.

ALTIJD CENTRAAL PUNT CREËREN Onafhankelijk van de techniek wordt altijd een centraal punt gecreëerd dat in direct contact staat met één of meerdere vaste punten. Aan dit centrale punt (Zentralring in het Duits) dient zowel de zelfzekering als de partnerzekering te worden bevestigd. Een centraal punt kan een schroefkarabiner zijn of een geknoopt lusje in een (meestal 120 cm) voorgestikte bandlus. Het gebruik van een centraal punt heeft een aantal duidelijke voordelen. De overzichtelijkheid en grotere snelheid bij het ombouwen van de standplaats zijn de belangrijkste. Ook wordt in een centraal punt een grotere ‘werkruimte’ gecreëerd, wat het inhangen van meerdere karabiners gemakkelijker maakt. De naklimmer wordt altijd over dit centrale punt gezekerd, dus nooit over het lichaam.

14 Vaak kan een standplaats op één vast punt gemaakt worden. Het is erg belangrijk het vaste punt goed op soliditeit te controleren!

nieuwe tussenzekering na de standplaats. (goede kwaliteit rots, ruim onder klimniveau van de voorklimmer). Omdat de centrale lus van de standplaats nu tijdelijk als eerste tussenzekering dient, lopen de krachten extreem hoog op bij een val direct in de standplaats! Deze techniek is in veel situaties bruikbaar, maar minder veilig. EEN STANDPLAATS OP ÉÉN SOLIDE PUNT (Afbeelding 14) In veel gevallen is het mogelijk een standplaats te maken op slechts één zekerpunt. Het vaste punt moet natuurlijk zeer solide zijn, denk hierbij aan: • een levende boom van voldoende dikte • een groot blok of een zandloper • een chemisch anker (gecementeerde haak of ring) speciaal bedoeld als standhaak

In alle gevallen is het belangrijk de soliditeit van het punt te controleren. Bijvoorbeeld of een boom nog leeft, en of het gebruikte blok niet hol klinkt en stevig vastzit. Gecementeerde haken en ringen zijn in het algemeen stevig genoeg. Toch is het raadzaam om bij oud ogende exemplaren een extra zekering te plaatsen en een rijverankering op te bouwen. Ook moet overwogen worden of de zekering bij een kracht naar boven (voorklimmersval) belastbaar is. Dit is bijvoorbeeld bij een bandlus om een blok vaak een probleem.▲

13 In het geval dat de vaste punten niet naar boven belastbaar zijn, verdient het aanbeveling de standplaats naar beneden af te spannen met het hoofdtouw van de zekeraar (afbeelding 12). Is het afspannen niet mogelijk, dan kan het probleem ook opgelost worden zoals in afbeelding 13, met een zekering over het lichaam, een lange zelfzekering en de eerste ‘tussenzekering’ direct in het centrale punt. Dit is echter een minder veilige optie.

12

Michiel Engelsman is gediplomeerd UIAGM berg- en skigids, eigenaar van mountainguide.nl en stagebegeleider bij de Duitse gidsenbond. Menno Boermans werkt bij de reddingsdienst Air Zermatt in Zwitserland, is opleider bij het Alpine Rescue Center en fervent alpinist.

©Menno Boermans

het gebruik van nuts is dit vaak niet het geval. Als de vaste punten een belasting naar boven niet kunnen weerstaan, is het verstandig de standplaats naar beneden af te spannen. Dit kun je het best doen met het hoofdtouw van de zekeraar door een mastworp in een lager gelegen punt op te spannen (afbeelding 12). Afspannen is echter niet altijd mogelijk en vergt soms veel tijd, en is hierdoor in de praktijk niet altijd bruikbaar.

|

Kijk voor informatie over standplaatsbouw op www.nkbv.nl/vereniging/voorlichting/veiligheid Heb je vragen over materiaal, techniek of veiligheid? Stel ze aan de NKBV-commissie MTV: veiligheid@nkbv.nl

IN HET KORT Voor het maken van een standplaats gelden de volgende regels: • Wanneer op een standplaats één of meer boorhaken voorhanden zijn, wordt een rijverankering aangelegd. • Bij een rijverankering wordt het onderste punt honderd procent belast, het bovenste dient als back-up. Wanneer de punten naast elkaar liggen, wordt het punt dat het meest in de richting van de belasting van de standplaats ligt, honderd procent belast. De naklimmer wordt altijd over het

centrale punt van de standplaats gezekerd. Bij een rijverankering is het geknoopte lusje het centrale punt. • Wanneer slechts één normale boorhaak aanwezig is, moet de standplaats verstevigd worden. Het is gunstig de extra zekering boven de boorhaak te leggen, zodat in de rijverankering de boorhaak het te belasten punt is. In sommige gevallen volstaat één boorhaak voor een standplaats. Gecementeerde ankers zijn hier een voorbeeld van.

• Zijn er geen boorhaken aanwezig, dan wordt de ‘gefixeerde krachtendriehoek’ toegepast, zodat de krachten over de verschillende vaste punten verdeeld worden. • Bij een gefixeerde krachtendriehoek kan de voorklimmer het beste over het centrale punt gezekerd worden. Kunnen de vaste punten géén belasting naar boven weerstaan, dan de standplaats naar beneden afspannen.

Hoe bouw je een standplaats op een snelle en veilige manier? Daarover lopen de meningen sterk uiteen. Dat is begrijpelijk want per land verschillen de gangbare technieken. Bovendien is niet elke techniek op elke standplaats goed toepasbaar. Een overzicht van de meest gangbare en breed inzetbare technieken. ELKE SITUATIE VRAAGT OM EEN AANGEPASTE TECHNIEK Helaas bestaat er niet één techniek, die in elke situatie toepasbaar is. Op elke standplaats moet gekeken worden welke techniek voor die situatie het meest gunstig is. Over het algemeen wordt er op een standplaats één van de onderstaande situaties aangetroffen: • Er zitten twee boorhaken. • Er zit één boorhaak, met daarnaast een geslagen haak of de mogelijkheid tot het plaatsen van een mobiele zekering in de buurt.

• Er zitten louter geslagen haken. • Er zijn geen vaste punten voorhanden, deze moeten zelf aangebracht worden. • Er is één vast punt voorhanden, dat voldoende sterk is om de standplaats van te maken, zoals een boom, gecementeerde haak/ring of een rotsblok.

SCHROEFKARABINER OF SNAPPER? Zogenaamde levensdragende karabiners moeten altijd schroefkarabiners zijn. Dit zijn de karabiners waarbij een eventueel uitklikken direct tot gevolg heeft dat iemand van de touwgroep naar beneden valt. Het gaat om de zelfzekering, de partnerzekering en het centrale punt. Je kunt bijvoorbeeld een Ball-Lock (safebiner) of een normale schroefkarabiner gebruiken. Is een back-up voorhanden, dan is het gebruik van een schroefkarabiner niet noodzakelijk. Dit is het geval wanneer er meerdere punten in de standplaats betrokken worden. De kans dat een karabiner zonder schroefsluiting (snapper) zichzelf uithangt is erg klein; het risico op spontaan uithangen van meerdere snappers tegelijk, is te verwaarlozen.

1 Bij alle methodes om een standplaats te maken wordt geprobeerd een centraal punt te vormen waar de zekeringen in worden bevestigd. Wanneer de boorhaak groot genoeg is, kan de haak zelf als centraal punt dienen. Anders wordt een centraal punt gecreëerd met een schroefkarabiner. Dit vergroot de werkruimte en maakt het inhangen van meerdere karabiners mogelijk. Hier wordt één enkele boorhaak als standplaats gebruikt. Dit mag alleen als het een gecementeerde haak (chemisch anker) betreft.

STANDPLAATS OP TWEE BOORHAKEN Bij het aanleggen van een standplaats op twee boorhaken volstaat het om de beide haken onderling met elkaar te verbinden. Omdat elke haak op zich een grote breeksterkte heeft (≥10Kn) kan één van beide punten honderd procent van de belasting dragen, terwijl de tweede haak als extra zekering dient voor het geval het belaste punt het toch begeeft. Belangrijk is dat deze back-up zó wordt aangelegd, dat er geen speling in het systeem ontstaat. Daarmee voorkom je een zware schokbelasting op de back-uphaak als de belaste boorhaak faalt. Bij gebruik van deze methode zal de onderste haak honderd procent van de kracht dragen, terwijl de bovenste haak als back-up dient. Wanneer beide boorhaken horizontaal naast elkaar liggen, wordt als eerste haak de haak gekozen die het meest in de richting van de belasting op de standplaats (naklimmer) ligt. Dit principe wordt de rijverankering genoemd en is tegenwoordig algemeen gangbaar bij standplaatsen waar één of meerdere boorhaken voorhanden zijn. Om de techniek juist toe te passen, wordt een voorbereide bandlus (120 cm, eventueel 180 cm) gemaakt zoals in afbeelding 2. De geknoopte lus is klein (drie vingers) en ligt direct tegen het stiksel van de bandlus aan. Je gebruikt hiervoor een zaksteek of een bulinknoop.

2 Als knoop kan zowel de zaksteek als bulinknoop worden gebruikt. Het losmaken van de knoop gaat bij de bulin gemakkelijker dan bij de zaksteek. De bulinknoop is echter moeilijker te leggen, en gevoeliger voor fouten.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.