13 minute read

Interview: Arnold Coster

Next Article
Depot: emblemen

Depot: emblemen

Expeditieleider Arnold Coster Verbreek nooit je eigen regels

Praat je over Arnold Coster, dan kom je onherroepelijk in de superlatieven terecht. Hij was – en is – vaker boven de achtduizend meter dan welke Nederlander ook, topte meer achtduizenders en deed meer expedities. Praat je mét Arnold Coster, dan spreek je een kampioen-Gewone Jongen, die zijn vak verstaat en zich met succes buiten de schijnwerpers houdt.

Advertisement

Tekst Rien Jans Beeld Hylke Knot

Zeker, er stond eerder een groot interview met Arnold in Hoogtelijn, eind 2012. Maar op een carrière van bijna 20 jaar als expeditieleider is dat, deze meegerekend, eens in de tien jaar, en dat is niet overdadig. Dit jaar is Coster tien jaar onderweg met zijn bedrijf Arnold Coster Expeditions. Dat is het tweede decennium van zijn carrière als expeditieleider. De eerste tien jaar, vanaf 2003, werkte hij voor Summit Climb, dat nu een Amerikaanse collega is. Zijn loopbaan als werktuigbouwkundig ingenieur wisselde Arnold met plezier in voor werken in de bergen.

Out tten

Formeel is het bedrijf Arnold Coster Expeditions een out tter. Je belt hem als je op expeditie gaat en hardware nodig hebt, ondersteuning en kennis. Je stelt dan in overleg een pakket samen dat kan variëren van ‘basecamp only’ tot ‘full service’. Basecamp only is bijvoorbeeld wat Roeland van Oss bij Arnold inkocht voor zijn Manaslubeklimming in 2018. Het toppunt van full service is wat een Bahreins team deed op Manaslu, eind 2020. Liquide middelen waren voor de Bahreini’s geen probleem, maar hun ervaring in het hooggebergte was nul. “Die gaven hun maten door en lieten ons alles voor ze inkopen, tot hun sokken en onderbroeken aan toe,” grijnst Arnold.

Arnold hee vijf mensen in vaste dienst. De logistieke puzzel voor de hardware zoals tenten, veiligheidsmaterialen, kooktenten en toiletten zorgt voor veel werk. Vaak wordt dat ingekocht bij Nepalese collega’s, maar Arnold hee ook eigen spullen geparkeerd staan op allerlei plekken in de wereld, zoals Aconcagua en Denali. De belangrijkste meerwaarde die Arnold zelf toevoegt, is zijn expertise op het gebied van communicatie, medische hulp, veiligheidsvoorzieningen en vooral zijn enorme ervaring in het hooggebergte. “De Nepali missen nu nog de nesse in de communicatie met de klant en daarom ben ik vaak de schakel tussen de westerse klant en Nepalese bedrijven, maar het is een kwestie van tijd voor de sherpa’s alles zelf doen. De ontwikkelingen gaan snel en de concurrentie is he ig, hoewel ik mijn vaste waarde wel heb gevonden. Als ik een redelijk bedrag vraag voor een expeditie met een afgesproken serviceniveau is er altijd wel een bedrijf dat daar qua prijs onder duikt, maar die beknibbelen dan net iets op hun service. Vaak gaat het daar fout, omdat klanten er niet van weten, of de waarde van de service niet goed kunnen beoor-

Vertrek uit Everest kamp 3 (7300 meter) op weg naar de South Col.

Onderweg naar kamp 2 op Denali, op 3500 meter.

delen. Als jij je been breekt op de berg, is het wel fijn dat je medische hulp krijgt en er een spalk is voor je been.”

Succes is niet de top

“You have to stay happy and comfortable”, zegt Arnold steevast tegen zijn klanten op de eerste briefing voor een expeditie. “Dat klinkt heel eenvoudig, maar dat is voor mij precies de grootste uitdaging van het vak: klanten tevreden stellen. De crux voor mij is de groep, niet de berg. Hoe bijzonderder de mensen in de groep, hoe uitdagender voor mij de expeditie. De top halen is voor mij niet belangrijk vanwege de top, maar omdat mijn klanten daar graag terechtkomen. Succes meet ik af aan de voldoening bij mijn klanten. Ik kan helemaal gelukkig zijn als ik niet meega naar de top, en dat doe ik tegenwoordig dan ook steeds vaker. Ik zorg dat ik ben waar ik het meest voor mijn klanten kan betekenen.” En dus bleef Arnold op 1 juni afgelopen jaar bij de toppoging van zijn team op Everest achter in kamp 4, wachtend met eten en drinken voor zijn team. Al zijn acht klanten, onder wie Jur Rademakers en fotograaf Hylke Knot, haalden de top en keerden veilig weer terug: mission accomplished.

Wie is Arnold Coster

Arnold Coster (Schiedam, 1976) is expeditieleider/outfitter. Met zijn bedrijf is hij vooral actief op de hoogste bergen in de Himalaya, maar overal ter wereld inzetbaar. Coster begeleidde 65 expedities en stond tientallen keren op de toppen van achtduizenders. Een korte greep uit een lange lijst van prestaties:

1991 Begint met klimmen, voorklimcursus in de Verdon. 1993 Mont Blanc. 2003 Manaslu, zijn eerste achtduizender, tijdens de maoïstische revolutie. 2004 Mount Everest (Tibet) eerste keer op de top, krijgt ‘proeve van bekwaamheid’ bij Summit Climb. 2004-2013 Senior expeditieleider voor Summit Climb. 2010 Makalu (“Beest van een berg”), eerste Nederlander op de top. 2013 Start Arnold Coster Expeditions.

Coster woont sinds 2004 in Kathmandu en is getrouwd met Maya Sherpa. Samen hebben ze een dochter, Roos Dawa Coster (2010). Het vorige interview met Coster stond in Hoogtelijn 5, 2012 en is online te vinden via nkbv.nl/hoogtelijn.

Geen foutmarges

Hoe anders luidt de kop in de Kathmandu Post, eind december 2020, als mogelijk de laatste grote uitdaging van het alpinisme kan worden bewaarheid: de winterexpeditie naar de K2. “Mission Impossible” sombert de krant over de meer-dan-dertigste poging om voor het eerst mensen op de top te brengen van de laatste achtduizender die nog nooit in de winter is bedwongen. In februari 2021 moet het gebeuren. De fine fleur van de hedendaagse expeditieklimmers staat klaar: Nimal Purja, Mingma G, Sergi Mingote en Tamara Lunger om maar een paar namen uit het bonte gezelschap te noemen, en ook Coster is erbij. Arnold begeleidt een team namens Seven Summit Treks en werkt dus niet onder eigen vlag. “Dat verandert voor mij al veel”, zegt Arnold maanden na dato, als hij weer even in Nederland is. “Ik selecteer de klanten niet, dus ik ben op een andere manier verantwoordelijk voor mijn klanten en het verloop van de expeditie. Bovendien staat de reputatie van mijn bedrijf niet op het spel en dus liggen ook daar de risico’s voor mij anders. Ik kan in betrekkelijke anonimiteit mijn opdracht uitvoeren. Voor K2 was dat vooral medische ondersteuning en de communicatie in goede banen leiden.”

Vooruitblikkend op K2 heeft Arnold al uitgesproken dat de mix van professionele en niet-professionele klimmers hem zorgen baart. Achteraf blijkt die zorg helaas terecht. Zeker, de top is gehaald en er moet weer een nieuwe grote uitdaging worden bedacht, maar de prijs is hoog: er komen twee klimmers om en kort daarna raken er drie vermist. Iedereen weet wat dat betekent. “De vriendin van Atanas Skatov, die verongelukte in de afdaling van kamp 3 naar kamp 2, zat in het basecamp. Ik mocht haar vertellen wat er met haar vriend was gebeurd. Probeer je de sfeer eens voor te stellen. Sommigen gaan door, anderen stoppen. Eigenlijk merkte ik op de eerste dag al dat het fout zou gaan. De temperaturen maken de foutmarges minimaal. Ik ben wel wat kou gewend, maar min dertig in basecamp, min veertig in kamp twee al, op 6400 meter… Het was eigenlijk krankzinnig wat we daar aan het doen waren.”

Trouw aan jezelf

“Op zo’n moeilijke berg moet je perfect samenwerken en dat gebeurde te weinig. Je merkte dat er mensen waren die te veel tijd nodig hadden voor het bereiken van een volgend kamp. Dat wordt dan weggewuifd, zo van ‘komt goed’, maar dat kan niet op de K2. De berg was ook droog, ondanks de winter, waardoor er

veel steenslag was. Op de eerste dag hadden we al een sherpa met een enorm gat in zijn hoofd…” Hij pauzeert even en kijkt in de verte. “Soms zégt een berg iets tegen je. Dan moet je het niet doen. Ik ben nog mee geweest naar kamp 2 en ben daarna in basecamp gebleven. Ik ben tot veel bereid, maar ik klim me niet dood voor iemand anders. Elke bergsporter hee een set condities in zijn hoofd, die het voor hem acceptabel maken. Verbreek die regels nooit, zeg ik altijd en dat heb ik ook tegen deze groep gezegd, maar als mensen niet luisteren houdt het op.” De emotie borrelt weer naar het oppervlak. “Ik heb in basecamp speeches gehouden over timeframes, over alles. Ik ben adviseur, maar als mensen je advies niet opvolgen, moeten ze het zelf weten. Dit is een expeditie, geen guided tour in de Alpen. Iedereen weet wat er op het spel staat.”

Corona

Los van alle drama op de berg was de K2-expeditie ook keihard nodig voor brood op de plank, en niet alleen voor zijn eigen gezin. Arnold hee personeel en is – en voelt zich – daar verantwoordelijk voor. Corona houdt in 2020 zwaar huis in Nepal en het land wordt afgesloten van de rest van de wereld. “Ik was met een Turkse vriend aan het klimmen in de Khumbu regio toen het nieuws over de corona-uitbraak kwam, ik weet het nog goed.” Zijn vriend kan nog net halsoverkop het land verlaten voordat Nepal compleet op slot gaat. De trekkingindustrie komt keihard tot stilstand, sociale voorzieningen in Nepal zijn nihil en er sterven duizenden mensen, niet zozeer door corona, maar door honger, omdat er ineens geen werk meer is. “Het was echt ernstig. Je kunt je die situatie niet voorstellen in Nederland.” Zijn personeel kan Arnold nog wel wat bieden, maar de spaarcenten gaan er hard doorheen en ergens gaat het ophouden. Een van zijn Sherpa’s koopt kippen en start een kippenfarm om wat inkomsten te genereren, mensen moeten echt zien te overleven. Eind 2020 is Arnold in Nederland om hier wat geld te verdienen. Met het

De crux voor mij is de groep, niet de berg

ingenieursbureau waar hij ooit werkte hee hij nog steeds contact, maar in die sector stap je niet zomaar even weer in. Dus klust Arnold als bouwvakker, doet verbouwingen. Er zit Rotterdams bloed in zijn aderen: niet lullen maar poetsen.

Onzekerheid

In 2020 is die expeditie van de Bahreini’s dus meer dan welkom en in december beginnen de voorbereidingen voor de K2. Tonnen materiaal verschepen vanuit Kathmandu naar Islamabad; er zijn zo’n 750 dragers nodig om alles naar basecamp te dragen. Ook voor Arnolds personeel is er weer werk, er is licht aan het eind van de tunnel. In 2021 volgen na de K2 ook expedities naar de Everest, Denali, Manaslu en aan het einde van het jaar de Ama Dablam. Sommige expedities komen met stoom en kokend water tot stand, maar ze zijn er. Maar de situatie in de internationale expeditiewereld is nog steeds erg onzeker. In augustus 2021 is Arnold opnieuw even in Nederland. Morgen moet hij naar Naaldwijk om kennis te maken met een klant voor Manaslu. “Het is klanten sprokkelen. Voor het nieuwe jaar hebben zich nog niet veel mensen gemeld en de mensen die wel boeken, betalen nog niet. Dat begrijp ik wel.” Stapje voor stapje de agenda voor 2022 vullen: het is reden voor Arnold om de contacten in de werktuigbouwkunde weer op te poetsen en hier en daar een sollicitatiebrief naar binnen te schuiven. Allerlei werkgevers in de sector zijn wereldwijd actief en voeren projecten uit die vragen om hard werken. Een maand op en een maand af, dat is Arnold op het lijf geschreven en goed te combineren met expedities.

Op de top van Lobuche East (6119 meter), als acclimatisatie voor Everest. Van links naar rechts: Arnold Coster (NL), Jur Rademakers (NL), Hylke Knot (NL), Miao Zhong (China) en Kudam bir Tamang (Nepal).

Arnold met Jur Rademakers op 4900 meter, tijdens een acclimatisatiewandeling boven Dingboche. Op de achtergrond de Ama Dablam hoofdtop (met wolk) en rechts daarvoor de Ama Dablam westtop. Heel ver weg zie je Makalu.

Randvoorwaarden

Het simpele feit dat Arnold zich al twintig jaar in de top van de expeditiewereld beweegt, legt natuurlijk bloot waar de man goed in is. Als je al zo lang gemiddeld vijf expedities per jaar leidt, kan dat alleen betekenen dat je je hart volgt, dat je van je hobby je werk hebt gemaakt en – bij dit type werk – dat je werk ook je leven is. Gemiddeld is Arnold 250 dagen per jaar in de bergen. Lezingen, media, hij heeft het allemaal gedaan, maar ook weer achter zich gelaten om buiten te kunnen zijn. Ferme randvoorwaarden om zo te kunnen leven, zijn wonen in Kathmandu, met alle achtduizenders binnen handbereik, en zijn huwelijk met Maya Sherpa, misschien wel de beroemdste klimster van Nepal. Het laat zich raden waar de twee elkaar leerden kennen: in een tentje, op Cho Oyu.

Afgelopen zomer bereikte Maya de top van Annapurna in een team van voornamelijk vrouwen, en ook in 2021 deed ze twee pogingen om Dhaulagiri te bedwingen. In tegenstelling tot Arnold houdt Maya namelijk wel van lijstjes afvinken: alle 14 achtduizenders zijn voor haar een reële optie, want Annapurna was nummer zeven. Ze heeft nog tijd genoeg, en alle steun van Arnold.

Er is nog een tegenstelling met Arnold. Terwijl Arnold zich overal ter wereld zou kunnen vestigen, is Maya niet los te denken van haar land en haar familie. “In Nepal ís Maya ook iemand. Naast voorzitter van de Everest Summiteers Association is ze vicevoorzitter van de Nepalese Mountaineering Association en de beroemdste klimster van haar land.” Maar dat betekent nog niet dat Arnold zich daardoor volledig aan Nepal gebonden voelt. Die denkt niet in grenzen.

Ik word onrustig als ik ergens langer ben dan een maand

Andere bergen

Arnold denkt inmiddels voorzichtig aan andere bergen, weg van de rijtjes achtduizenders of Seven Summits. Inderdaad, minder hoog dus. “Het is me nooit per se te doen geweest om achtduizenders, maar om het avontuur.” Maar marketingtechnisch zijn de achtduizenders natuurlijk wel de cash cows van Nepal. Grijnzend: “Mijn probleem is dat mensen hun avonturen uitkiezen op Insta, Facebook of Google; zo avontuurlijk zijn we inmiddels wel geworden met z’n allen. Als je niet iets aanbiedt waarop je honderden hits krijgt, komen de mensen niet. Mensen willen precies weten waar ze aan toe zijn, zelfs bij een expeditie, wat natuurlijk helemaal haaks staat op het uitgangspunt van een expeditie! Ik zoek een groep klimmers die ook echt iets avontuurlijks willen doen, onbeklommen zesduizenders, overal ter wereld, expedities doen of trekkings. Het moet korter en dus lichter dan wat ik nu doe, want een normale tocht (lees: achtduizender) kost me zeker 30 dagen en Everest 60.” En dan mijmerend: “Misschien moet ik eerst maar eens met vrienden op pad, om een begin te maken. Als de foto’s eenmaal op Insta staan, bestaat het pas echt.”

Huisje boompje…

Arnold moet dus allerlei bordjes in de lucht houden. Werkgeverschap, toekomstbestendig denken en als het kan dat combineren met het waarmaken van zijn eigen dromen. Daarom is hij met wat vrienden aan het bekijken hoe hij “iets op Antarctica” kan vormgeven, inderdaad een heel oude droom. Een zeiltocht ernaartoe, Mount Vinson beklimmen van Sea to Summit op eigen kracht is nog nooit gedaan… Ondanks de onzekerheid in de branche en zijn vorderende leeftijd (“Je kunt dit natuurlijk niet eeuwig blijven doen”), of juist dankzij, zit Arnold vol plannen voor de toekomst. “Iedereen wil gelukkig zijn met zijn gezin, ik ook, maar dat moet voor mij wel met een avontuurlijke levensstijl. Ik zie mezelf niet settelen. Zodra ik ergens langer ben dan een maand, word ik onrustig. Ik moet op pad, zo zit in elkaar, dus dat moet ook na mijn vijfenzestigste. De wereld is zo mooi en er is zoveel te verkennen, daar wil ik niet mee stoppen.”

This article is from: