W W W. N K B V. N L | A P R I L
HOOGTELIJN tijdschrif t van de koninklijke nederl andse klim- en bergsport vereniging
Klassiekers: • Haute Route te voet • Vinatzer-Messner op de Marmolada • Zwerven in Noord-Zweden
Interview met Bart van Raaij
2011
| NR
2
Bever is dĂŠ specialist voor iedereen die actief buiten wil genieten. De bergen in, de hellingen af of de wandelpaden op? Bij ons kun je niet alleen terecht voor schoenen, rugzakken en kleding, maar ook voor klimmaterialen en artikelen voor het toerskiĂŤn.
ww.bever.nl Kijk vanaf 9 april op w der voor onze voorjaarsfol
4
|
HOOGTELIJN 2-2011
d de boer
Inhoud De Vereniging
6
Op de Hoogte
7
Mijn berghut, jouw berghut!
15
Klassieker der klassiekers
16
Haute Route te voet
22
Klassieke reisboekhandel
27
Kungsledentrekking
30
Vinatzer-Messner
36
Nostalgie in je rugzak
41
Focus
42
Interview
44
Klimvaardigheidsbewijs
48
Basiskamp
50
Fontainebleau
56
Schladminger Tauern
60
En Route
64
Gemarkeerd
66
16 Klassieker der klassiekers 5 klimmers geven hun top 3 Mont-Blancgebied
Voorbereiding op trekking of expeditie
69
Van het Materiaalfront
74
Markt & Materiaal
77
Recensies & Signalementen
78
Ledeninformatie
81
Vooruitblik
82
44 ‘Alpinisme draait niet om klimmen’
Interview met Bart van Raaij
69 Commerciële trekkings en expedities
Wat je moet weten
Wandelaars bij Lac de Louvie in Wallis Foto: Christof Sonderegger
Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl of www.hoogtelijn.nl en www.twitter.com/nkbv
HOOGTELIJN 2-2011
|
BOER JULIEN
27 Fjällräven Classic
Kungsledentrekking in Noord-Zweden
36 In de voetsporen van Vinatzer en Messner Marmolada
50
74
Basiskamp Andermatt
Nieuwe materialen gezien op de ISPO
Klimmen en koersen rondom het epicentrum van de Alpen
De Hoogtelijnredactie is een weekeinde op stap geweest naar de Ardennen, waar we in een prachtig onderkomen het nuttige met het aangename gecombineerd hebben. In het stille dal van Royompré verblijven we bij boer Julien en zijn vrouw. Zij hebben een boerderij met 80 melkkoeien (helpen mag altijd) en een paar juweeltjes van vakantiehuizen in de oude boerderijen van de familie. Voor ons uitstapje zijn ook de correctoren van Hoogtelijn en onze cartoonist uitgenodigd. De activiteit bestaat uit wandelen op het besneeuwde plateau van Spa. En we maken een tocht op een mountainbike. Met zoveel ervaren kaart- en kompaslezers kan er niets misgaan, totdat iemand besluit dat je met mountainbikes ’overal’ doorheen kunt, dus dwars door een bos, een beek (drie maal) en oeps…. een moeras. We zoeken de weg langs een stuwmeer, maar komen alleen maar hoger op de berg. We houden er in de gestaag neervallende sneeuw en regen nog wel een ontmoeting met een ree aan over. En een leuke afdaling, gevolgd door een ellenlang stuk vals plat. Het nuttige is een gesprek/brainstorm over Hoogtelijn, over onderwerpen die we anders kunnen benaderen, over nieuwe rubrieken, over de aanpak van artikelen en de presentatie. Terwijl de vuurtjesstoker zorgt dat de houtkachel lekker snort en met Belgische biertjes en nootjes bij de hand, wordt het een hele goede, leerzame middag. De relatieve buitenstaanders, onze correctoren en cartoonist, houden de redactie een spiegel voor, hebben vanuit hun eigen bergervaring en –belevenis veel vragen over Hoogtelijn en de keuzes van de redactie. Een aantal veranderingen, voortgekomen uit het ’Beraad van Royompré’, wordt in de komende maanden zichtbaar. In dit nummer begint een nieuwe rubriek, die overigens al eerder bedacht is. Onder de titel 3D schrijft Ivar Schute een column waarin hij op zijn eigen wijze de bergwereld in perspectief zet.
Peter Daalder Hoofdredacteur Hoogtelijn peter.daalder@hoogtelijn.nl
5
|
hoogtelijn 2-2011
De vereniging Klim- en bergsport in de buurt De Koninklijke NKBV kent 15 regio’s die voor jong en oud activiteiten organiseren in hun regio, maar ook daarbuiten, zoals lezingen, cursussen, workshops, wandel- en mountainbiketochten, klimweekends, bivaktochten enzovoorts. Als er maar een linkje is met de klim- of bergsport. Nieuwsgierig? Kijk op www.nkbv.nl/vereniging/regio’s voor hun programma’s. Deelname is niet beperkt tot de regio waar u woont. © Rinse en Carla Zijlstra
6
Uitgelicht Zwerftocht om te leren Met regelmaat staan ze in de NKBV-agenda: de zwerftochten. Er is van 8-10 april een kennismakingsweekeinde voor iedereen die dit een leuke activiteit lijkt maar nog niet zo veel ervaring heeft. Rinse en Carla Zijlstra hebben het weekeinde georganiseerd tussen Stoumont en Stavelot, iets ten zuiden van Luik in de Belgische Ardennen. Het is dus iets voor snelle beslissers. Tent en kampeerspullen in de rugzak en lopen. Volgens Rinse en Carla is het weekeinde geen cursus, maar krijgen de deelnemers ruim de gelegenheid van ervaren lopers te leren hoe in het terrein om te gaan met kaart en kompas. Het is ook een goede gelegenheid een keer met bepakking te lopen in heuvelachtig gebied (20 kilometer). En mooi om ervaringen te horen met kampeer- en buitensportspullen. Wie gegrepen is door de zwerftochten vindt een behoorlijk aanbod: eens per maand een (kampeer)weekeinde in België of Duitsland en vaak een dagtocht in Nederland. Het aantal deelnemers varieert van 8 tot 15. Informatie over het kennismakingsweekeinde: rinsez@xs4all.nl, tel: 0416 363450.
De regio’s Amsterdam Gelderland Haaglanden Limburg Maashoek Midden-Brabant Midden-Nederland Noord Noord-Holland Oost Oost-Brabant Rijnland Rivierenland Rotterdam West-Brabant / Zeeland
http://amsterdam.nkbv.nl http://gelderland.nkbv.nl www.nkbvhaaglanden.nl http://limburg.nkbv.nl http://maashoek.nkbv.nl http://midden-brabant.nkbv.nl www.nkbv-mn.nl http://noord.nkbv.nl http://noord-holland.nkbv.nl www.oostwand.nl www.nkbv-oostbrabant.eu http://rijnland.nkbv.nl http://rivierenland.nkbv.nl www.nkbv-rotterdam.nl www.nkbv-brab-zeeland.nl
Specifieke doelgroepen • Sectie 50+ Speciaal voor leden die ouder zijn dan 50. De sectie organiseert bijna wekelijks wandelingen in Nederland, maar ook alpiene cursussen en tochten in de bergen. • Sectie Studenten / Nederlandse Studenten Alpen Club (NSAC) De NSAC is de overkoepelende organisatie van alle Studenten Alpen Clubs in Nederland. In bijna elke studentenstad is er wel een. De NSAC verzorgt zowel een alpien zomer- als een winteropleidingsprogramma. Kijk voor meer informatie op www.nkbv.nl/NKBV/secties
Tukhut
Ettringen en Ith Tijdelijk dicht
De Tukhut in de Belgische Ardennen is het trainingscentrum van de NKBV. Net als in een berghut kun je er in de weekends en schoolvakanties tegen schappelijke prijzen overnachten op slaapzalen. In de buurt van de hut zijn diverse klimmassieven en honderden kilometers gemarkeerde wandel- en mountainbikeroutes. Adres: 4 Rue de Luins , B 4190 Sy/ Ferrières sur Ourthe, België. Reserveren via het NKBV-bureau: 0348-409521.
Een aantal massieven in de Duitse klimgebieden Ettringen en Ith is dit voorjaar niet toegankelijk door de aanwezigheid van broedende vogels. In Ettringen zijn vanaf 1 februari de deelgebieden Mordor en Lonnenloch gesloten vanwege een broedpaartje van de oehoe. Het Lonnenloch mag de komende tijd in het geheel niet betreden worden. In Mordor gaat het om de sectoren Solarium, Pumpgun, Lago di Mordor en Tolkien. In de Grotten en de Bierkeller kan nog steeds worden geklommen, maar de toegang tot die sectoren is gewijzigd. In Ith zijn vanwege de jaarlijkse broedperiode van de oehoe en de slechtvalk de sectoren Lüerdissen, Holzen en Kanstein tijdelijk afgesloten. Naar verwachting duurt de sluiting van de massieven tot eind juli 2011. Als de vogels eerder uitvliegen, worden de massieven mogelijk eerder heropend. Kijk voor actuele informatie over de toegankelijkheid van de klimgebieden op www.nkbv.nl.
Bibliotheken Verspreid over het land telt de NKBV zeven infocentra/blibiotheken: in Woerden, Amsterdam, Eindhoven, Nijmegen, Paterswolde, Rijswijk en Nijverdal. Leden kunnen hier kostenloos bergsportdocumentatie lenen. Kijk voor de openingstijden en adresgegevens op www.nkbv.nl
T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N E R N S T A R B O U W
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
Op de hoogte
©Amelie Sulak
©Amelie Sulak
Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar opdehoogte@hoogtelijn.nl Alle links die in deze rubriek worden genoemd kun je ook vinden op www.hoogtelijn.nl onder Hoogtelijn 2/2011 door in de inhoudsopgave op ‘Op de Hoogte’ te klikken. Meer bergnieuws op www.nkbv.nl
Nikki van Bergen (rechts) en Mirjam Verbeek.
Trotse medewerkers van Zwitserland Toerisme.
BERGSPORTAWARD VOOR VERHOEVEN EN VAN BERGEN
Jorg Verhoeven en Tom de Booij.
sportklimprestatie voor een aantal 8b+ en 8c beklimmingen in de Frankenjura. Nikki van Bergen kreeg de BergsportAward voor de meest getalenteerde jeugdklimmer. Zij klom afgelopen jaar als enige Nederlandse vrouw 8a+/b. Daarnaast boekte ze bij de Nederlandse jeugd de beste internationale wedstrijdresultaten. Als leukste klimhal en beste bergsportbestemming koos het publiek respectievelijk Ayers Rock in Zoetermeer en het Zwitserse Saasdal onder aanvoering van Saas Fee.
©Amelie Sulak
©Amelie Sulak
De NKBV BergsportAwards 2011 zijn gewonnen door sportklimmers Jorg Verhoeven, Roman van der Werf en Nikki van Bergen, klimhal Ayers Rock en vakantiebestemming Saas Fee in Zwitserland. De kandidaten voor de BergsportAwards werden geselecteerd door een vakjury. Daarna kon het publiek stemmen de NKBV-website. Verhoeven kreeg zijn award voor de beklimming van de meer dan duizend meter hoge Brento Centro (8b), die door het publiek werd beoordeeld als de meest spraakmakende alpiene beklimming. Zijn collegaklimmer Roman van der Werf kreeg de prijs voor de meest spraakmakende
Op de eerste rij van links naar rechts: Ad van der Horst, Edward Bekker en NKBV-voorzitter Frits Vrijlandt.
7
8
|
HOOGTELIJN 2-2011
Op de hoogte KWALITEITSWANDELEN IN DUITSLAND De Duitse wandelbond heeft dit voorjaar maar liefst zeven nieuwe wandelpaden het predikaat Kwaliteitspad verleend. Het gaat om routes die variëren van 28 tot 425 kilometer. Acht andere paden zagen hun kwaliteitsonderscheiding verlengd worden. In totaal zijn er 65 wandelroutes in ons buurland die deze waardering van de Duitse wandelbond hebben. Om het predicaat Kwaliteitspad te verkrijgen dienen routes aan een reeks van criteria te voldoen. Belangrijke zijn onder andere begaanbaarheid, bewegwijzering, natuurschoon en afwisseling. Kijk voor meer informatie op www.wanderbares-deutschland.de
VERVOLG OP BERGWANDELWORKSHOP IN ALPEN De bergwandelworkshop, waarin bergwandelaars in spe worden ingewijd, heeft nu een vervolg in de Alpen. De workshop wakkert bij velen de honger naar meer kennis en ervaring aan. Daarvoor moet je naar de echte bergen, vindt de NKBV. Vanuit een berghut in het ruige Silvrettagebergte op de grens van Zwitserland en Oostenrijk worden wandeltochten gemaakt waarbij behalve de praktijk veel theorie aan bod komt. Na afloop ben je voldoende toegerust om zelfstandig (meerdaagse) bergwandeltochten te maken. Ook nieuw in het Bergsportreizenprogramma zijn een alpiene beginnerscursus vanuit een luxe hotel en een intensieve klettersteigcursus van vier dagen. Kijk verder op www.bergsportreizen.nl
Weer Winterbergsportkamp in 2012 De zomer moet nog beginnen en toch zijn de medewerkers van het NKBV-bureau al weer bezig met de volgende winter. Om precies te zijn: met het op poten zetten van een Winterbergsportkamp in Kandersteg. Net als in 2010 wordt een grote villa gehuurd, waarin diverse gezinnen gedurende de voorjaarsvakantie onderdak kunnen vinden. De deelnemers maken zelf afspraken over gezamenlijke activiteiten als sneeuwschoenlopen, ijsklimmen, (piste)skiën en langlaufen. Er staan twee reizen gepland: van 18 tot 25 februari en van 25 februari tot 3 maart 2012. Meer info over de reizen op www.bergsportreizen.nl. Wie een impressie wil krijgen van de mogelijkheden leest het artikel in Hoogtelijn 2011/1 nog eens na. Kijk op www.hoogtelijn.nl.
TERUGROEPACTIES DMM Dragon Cam, maat 4 en 5 vanwege een productiefout. Een actueel overzicht van terugroepacties van fabrikanten van bergsportartikelen is te vinden op www.nkbv.nl voorlichting MTterugroepacties.
WORLD CUP BOULDER IN CENTRUM EINDHOVEN De beste boulderaars van de wereld kun je op 17 en 18 juni in Eindhoven in actie zien. Dit jaar niet in het Klokgebouw op het Strijp-S-terrein, maar op het 18 Septemberplein in het centrum van Eindhoven. Dit plein ligt naast het station en is vrij toegankelijk voor iedereen. De entree is dus gratis! Wil je er met je neus bovenop staan en meehelpen om de worldcup een succes te maken, wordt dan vrijwilliger. De NKBV zoekt vrijwilligers voor de opbouw, de isolatiebewaking, het grepen poetsen en het filmen voor de livestream. Geinteresseerd? Mail dan naar Sportondersteuning@nkbv.nl
Vervalste Petzl-producten in omloop Als het kan met een Louis Vuitton-tas of met een paar Nikes, dan kan het kennelijk ook met karabiners. Het is bijna niet te geloven, maar hardwarefabrikant Petzl waarschuwde half februari voor nagemaakt zekeringsmateriaal met het logo van het bedrijf. Het zou volgens Petzl gaan om Chinese vervalsingen die voor gewone gebruikers niet van echt te onderscheiden zijn. Petzl waarschuwt dat de namaakproducten niet voldoen aan de UIAA- en CE-veiligheidnormen en dat ze daarom levensgevaarlijk zijn. Tot dusverre zijn nagemaakte versies gevonden van de Croll en Ascensionstijgklem, van de Rescue reddingskatrol en van de Attache HMS-karabiner. Meer informatie over de vervalsingen is te vinden op de Petzl website, via tinyurl.com/6y74pbm.
©Khrizmo
Bergsportdag 2011 druk bezocht De nationale Bergsportdag die op zondag 13 februari plaatsvond, was een groot succes. Weer meer bezoekers dan het voorgaande jaar vonden hun weg naar Nieuwegein om lezingen en workshops te volgen en zich te oriënteren op hun bergsportvakantie. Ruim drieduizend bergliefhebbers vermaakten zich opperbest in de Blokhoeve en de naastgelegen klimhal van Mountain Network. Het Nederlands Team werd gepresenteerd, er waren diverse activiteiten als slacklining en klimmen op een ‘lopende band’. Sprekers als Jolanda Linschooten en Leo Houlding gaven extra cachet aan de dag. Foto’s: Amelie Sulak
NIEUWE BERGWANDELSITE VOOR GROOT-BRITTANNIË Bergsporters heb je in twee soorten: mensen die niet naar GrootBrittannië gaan en mensen die dat wel doen. Voor die tweede soort bergsporters opende NKBV-zusterorganisatie BMC begin maart bergwandelsite ukhillwalking.com, een site die volgens de makers gewijd is aan ‘all things hillwalking’. Wandelaars kunnen op UKhillwalking ondermeer terecht voor nieuws en achtergronden, routebeschrijvingen, foto’s, een uitgebreid forum en kleine advertenties. Rotsklimmers die naar Groot-Brittannië gaan, kunnen al langer terecht op de zusterwebsite ukclimbing.com.
© Amelie Sulak
IPHONE STUURT COÖRDINATEN NAAR REDDINGSDIENST Een opvallend groot gedeelte van de bergsportongelukken begint met een navigatiefout. Maar ja: hoe moet de bergredding je vinden als je zelf niet eens weet waar je bent? Dat probleem is nu opgelost dankzij de Mammut Safety App v3.0. De SOS-functie van de onlangs gelanceerde iPhone applicatie stuurt met één druk op de knop een sms’je met je GPS coördinaten naar de bergredding – of naar ieder willekeurig ander telefoonnummer. De app beschikt daarnaast over een kompas en een hoogtemeter en heeft een ingebouwde hellingshoekmeter om te helpen bij het inschatten van lawinegevaar. De applicatie bevat bovendien links naar lawinebulletins van over de hele wereld. Gebruikers van Android of andere smartphones hebben voorlopig pech. De Mammut Safety App is alleen beschikbaar voor iPhone. Downloaden kan gratis via: www.mammut.ch/download_safetyapp.
photo: damiano leVati iker and eneko pou, dolomites, italY
lightweight. durable. compressible. from 26 liters down to 1, the Verto pack stows inside its own zippered pouch, making it the ultimate summit pack. thenorthface.com
the north face速 trailhead app
©Heiko Wilhelm
EXPEDITIENIEUWS Michael van Geemen en Niek de Jonge vertrekken in mei naar Nepal voor een expeditie naar de 6186 meter hoge Kyajo Ri. Het hoofddoel van de twee klimmers is de eerstbeklimming van de ruim duizend meter hoge oostwand van de berg. Van Geemen en De Jonge willen de wand te lijf in zogeheten alpiene stijl, zonder hulp van vaste touwen en andere vorm van ondersteuning. Van Geemen deed in 2003 ook al een poging op de oostwand van de Kyajo Ri. Het team, dat naast Van Geemen bestond uit Andreas Amons, Paul Bielen en Peter Valkenburg, was destijds na negen touwlengtes en één bivak gedwongen om te keren. De voorbereiding en het verloop van de expeditie is online te volgen via nepal.verticald.net. Bas van der Smeede, Saskia Groen, Vincent van Beek en Bas Visscher vertrekken in juli naar het Pamir Alai gebergte in zuidwest Kirgizië. Het team wil zich daar in de Oibala-vallei richten op het maken van eerstbeklimmingen van wanden tot duizend meter hoog. Volgens de expeditieleden zijn er nog niet eerder klimmers actief geweest in het gebied. Van der Smeede, Groen en Van Beek waren vorig jaar, samen met Jorg Vegter en Remy Klaassen, actief op de Arwa Tower in het noorden van India. Als gevolg van de weersomstandigheden was die expeditie niet succesvol. De aankomende expeditie is te volgen op www.pamiralai2011.nl. NKBV-leden Jan-Willem Dee, Jeroen van der Veen en Daniel Voerman bereikten vrijdag 18 januari op de top van de Aconcagua (6962 meter) in Argentinië. Zij beklommen de berg vanaf de noordoost zijde, via de False Polish Route. Het drietal maakte deel uit van een commerciële expeditie. Nog een nieuwtje uit de Alpen: Vincent van Beek en Bas van der Smeede (zie boven) beklommen 26 februari de klassieker Hängende Gärten. Deze
GRENSVERLEGGEND: BRENTO CENTRO Jorg Verhoeven sleepte de eerste Bergsport Award voor de meest spraakmakende alpiene beklimming in 2010 in de wacht. Met David Lama klom hij Brento Centro, een lijn door de enorme overhangende westwand van Mt. Brento. Het is de eerste vrijgeklommen lijn, meer dan 1000 klimmeters en een moeilijkheidsgraad die oploopt tot 8b. In totaal brachten Verhoeven en Lama elf dagen door in de wand om de route uit te werken. Ze slaagden erin om de route vervolgens in één dag en meer dan dertien uur te klimmen.
160 meter hoge waterval heeft een waardering van WI6 en gold voor lange tijd als moeilijkste ijsklim in Tirol. Een impressie van de beklimming is te zien op www.vimeo.com/20494172. De zogeheten Herman Plugge Irish Coffee Award gaat dit jaar naar Bart Klein, Daniel Kuipers, Roeland Bom en Marian Michielsen voor hun expeditie naar de Wakhan vallei in noordoost Afghanistan. De uitreiking van de award is een jaarlijkse traditie waarbij expeditieklimmend Nederland zich op de derde vrijdag van februari verzamelt in het huis van Herman Plugge, oud-expeditieleider en medeeigenaar van de buitensportwinkel Demmenie Sport. De prijs is bedoeld voor de beste, meest gewaagde of meest baanbrekende expeditie van het afgelopen jaar. De leden van de Wakhan expeditie bedwongen drie onbeklommen toppen tussen de 5300 en 5500 meter. De Wakhan vallei ligt in een zeer geïsoleerd, maar relatief veilig gedeelte van Afghanistan. Over het gebied is slechts beperkt informatie beschikbaar. Daardoor had het team van tevoren geen idee wat ze zouden aantreffen. Juist dit avontuurlijke karakter van de expeditie wist de jury te waarderen.
|
HOOGTELIJN 2-2011
Op de hoogte SPORTKLIMNIEUWS NEDERLAND ORGANISEERT EK SPORTKLIMMEN 2013 De Europese Kampioenschappen sportklimmen worden in 2013 gehouden in Nederland. Dat heeft de internationale sportklimfederatie IFSC begin februari besloten. De definitieve locatie voor de wedstrijden staat nog niet vast, maar het kampioenschap wordt waarschijnlijk gehouden in Eindhoven. NKBV-voorzitter Frits Vrijlandt is zeer enthousiast over het besluit van de IFSC: “Het EK gaat toegankelijk worden voor een groot publiek, met dit internationale topsportevenement zetten we het sportklimmen in Nederland definitief op de kaart,” zegt hij. Het is de eerste keer dat de NKBV een Europees Kampioenschap organiseert. De belangrijkste concurrent voor de Nederlandse kandidatuur was het Russische Sotchi, de locatie van de Olympische Winterspelen van 2014. De toezegging van het EK komt op het moment waarop het hoogste aantal sportklimmers ooit de beschikking heeft over een topsportstatus van het NOC*NSF. Aankomend jaar zijn dit vier sportklimmers van het Nederlands Team: Voormalig wereldbekerwinnaar Jorg Verhoeven, bondscoach Wouter Jongeneelen, Casper ten Sijthoff en Vera Zijlstra. Nederlands team: nieuwe namen in Jong Oranje De selectie voor Jong Oranje bevat komend wedstrijdseizoen niet minder dan zes nieuwe namen. Sportklimtalenten Bob Schubert, Daan Groskamp, Teun Keusters en Eva Vink, die vorig jaar deel uitmaakten van een zogeheten ‘proefselectie’, treden dit seizoen alle vier toe tot het reguliere team. Daarnaast bestaat Jong Oranje uit Nikki van Bergen, Tabitha Buma,
Liza Berends – ook nieuw toegetreden – en Tim Reuser. Voor Reuser is het een terugkeer in de selectie; hij maakte vorig jaar op eigen verzoek geen deel uit van het team. Bij de senioren is de belangrijkste wijziging het vertrekt van Ferdinand Schulte uit de boulderselectie. Schulte maakte elf jaar deel uit van het team. De boulderselectie 2011 bestaat uit Wouter Jongeneelen, Casper ten Sijthoff, Nicky de Leeuw, Michiel Nieuwenhuijsen, Vera Zijlstra en Channah Brandsema. De leadselectie betaat aankomend seizoen uit Jorg Verhoeven, Elko Schellingerhout, Truong Ngo en Nikki van Bergen. Het Nederlands Team Sportklimmen wordt gesponsord door Berghaus, het Nationaal Trainingscentrum Monk Bouldergym en het CTO Eindhoven. Meld je nu aan voor de nationale wedstrijden 2011 De inschrijving voor de nationale lead- en boulderwedstrijden in 2011 is officieel geopend. Kijk snel op de wedstrijdkalender op de NKBV website en schrijf je online in. De belangrijkste wijziging ten opzichte van vorig jaar is dat vanaf 2011 alle wedstrijden uit de competitie meetellen voor de competitie-eindstand. Verder is het aantal startplaatsen voor het NK Lead die via de leadcompetitie bemachtigd kunnen worden, verhoogd van zes naar acht. Een opvallende toevoeging aan de kalender is de drytoolwedstrijd op 20 november in Rock Steady Bussum. Je vindt de wedstrijdkalender op de NKBV-site www.sportklimmen.nl Online inschrijven kan ook op de site via: http://wedstrijden.nkbv.nl
NEOLIET OPENT KLIMHAL IN MÜLHEIM ®
Partners van het Nederlands Team:
Met een klimoppervlak van meer dan 2700 vierkante meter is het één van de grootste hallen van Duitsland: Neoliet Mülheim, net over de grens bij Venlo. De hal in Mülheim, die 12 maart is geopend, is de vijfde klimhal van het oorspronkelijk Nederlandse recreatiebedrijf Neoliet. Eerder opende de onderneming al een hal in het Duitse Bochum. Een hal in Essen is op dit moment in aanbouw. In de loop van dit jaar zal Mülheim bovendien worden uitgebreid met een rotsechte buitenwand van spuitbeton die grenst aan een natuurgebied. Om het buitenklimgevoel te versterken worden in de omringende tuin picknick- en BBQ-plekken ingericht. Neoliet Mülheim is een uurtje rijden vanaf Eindhoven en Arnhem. Kijk voor meer informatie, foto’s en openingstijden op www.neoliet.de
©Neoliet
12
TEKST X X X X X X X
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
13
Op de hoogte Steeds meer Nederlandse klimhallen bieden buitenklimmogelijkheden of maken er plannen voor zoals Yosemite in Zwolle. Ook Klimhal Amsterdam maakt zich op voor een zinderende zomer met veel buitenklimmen. Al langer heeft de hal een buitenmuur van zo’n twintig meter hoog en een bouldertuin met zo’n tweehonderd boulders. In mei komt er nog een spectaculaire boulder met een zware overhang bij. Kijk voor alle Nederlandse klimhalen en hun mogelijkheden op www.sportklimmen.nl.
©Klimhal Amsterdam
LEKKER IN DE BUITENLUCHT
AAN DE LIJN MET FERDINAND SCHULTE
Waarom stap je uit het Nederlands Team? Ik had nog hoge ambities in het wedstrijdklimmen. Na mijn afstuderen werd het echter steeds moeilijker om er vol voor te gaan. Ik twijfelde eind 2009 al, maar ik besloot toen om nog vol voor 2010 én 2011 te gaan. Ik heb voorafgaand aan het Europees Kampioenschap 2010 twee maanden onbetaald verlof genomen om me helemaal te focussen. Eind Na het EK heb ik tegen mijzelf gezegd: “Het is voor mij niet mogelijk om topprestaties te leveren en daarnaast geld te verdienen.” Dat ik heb besloten om te stoppen betekent dat ik geen prestatieverplichtingen meer heb en me dus kan concentreren op mijn carrière. Ga je helemaal stoppen met wedstrijdklimmen, ook nationaal? Nee, wedstrijden klimmen zal ik nog zeker blijven doen, maar daar ligt niet meer de prioriteit. Deze beslissing geeft ruimte voor andere dingen. Ik vind lead klimmen leuk, buiten klimmen, trainingen geven en zelfs ijsklimmen... dit heb ik de afgelopen jaren allemaal een stuk minder gedaan. Ik kan me nu weer bezig houden met bijvoorbeeld de organisatie van wedstrijden. Dit jaar kunnen we Ferdinand niet meer aanmoedigen tijdens de World Cup Boulder in Eindhoven? Dat zeg ik niet... ik kan natuurlijk nog altijd een wildcard verdienen tijdens de eerste twee nationale boulderwedstrijden. Stiekem hoop ik nog wel mee te kunnen doen, maar daar zet ik niet meer alles voor aan de kant. Ik ben momenteel erg druk bezig met het zoeken naar een nieuwe baan. Ik werk nu bij jeugdzorg voor justitie en daar gaat fors ingekrompen worden. Als iemand nog een functie weet voor een sportieve therapeut?! Welke ontwikkelingen heb je de afgelopen jaren gezien in het sportklimmen en bij het Nederlands Team? Boulderen is een veel zelfstandigere discipline geworden. Sporters maken nu ook een keuze voor het boulderen. Toen ik begon met klimmen, bestond
boulderen nog niet eens echt als wedstrijdsport. Er waren in het land een paar kleine boulderhokjes om een beetje in te kunnen trainen. Nu is boulderen gelijkwaardig aan lead en zijn ook de mogelijkheden en faciliteiten een stuk verbeterd. Ik zie echter wel dat de meeste jeugd nog steeds opgroeit met het routeklimmen. Het Nederlands Team is professioneler geworden, er is een heel grote slag geslagen met de samenwerking met het CTO Eindhoven (Centrum voor Topsport en Onderwijs) en Monk. Het niveau is internationaal enorm gestegen. Dit soort ontwikkelingen is daarom zeer belangrijk. Het team traint nu gestructureerd en op professionele wijze; hierdoor is ook het niveau van het team gestegen. Laatst deed je aan een ijsklimworldcup mee... het is niet zo dat je een stiekeme disciplineswitch aan het voorbereiden bent? Haha, nee. Ik heb ook in 2006 al eens aan een ijsklimworldcup mee gedaan Koud, maar een fantastische ervaring. Afgelopen winter was er de mogelijkheid om aan twee wedstrijden mee te doen. Die heb ik gegrepen. En zo blijf je toch enorm druk bezig met de klimsport... Ja, ik heb ook nog interesse getoond in een internationale routebouwcursus vanuit de IFSC. Ik ben samen met Sven Verhoeven voorgedragen door de NKBV; nu maar hopen dat we worden uitgenodigd door Jacky Godoffe. Het zou mooi zijn als er Nederlanders komen die ook op internationaal niveau kunnen bouwen en zo weer andere routebouwers kunnen opleiden. Op deze manier kan ik, naast mijn inzet in de NKBV-commissie Wedstrijdsport iets bijdragen aan de sport... dat is wel afhankelijk van de beschikbare tijd natuurlijk.
©Joost Hofman
Na elf jaar lidmaatschap van het Nederlands Team stopt Ferdinand Schulte ermee. De Nederlands Kampioen Boulderen van 2006 eindigde in 2005 als 23ste bij de Jeugd Wereldkampioenschappen Lead, en sloot zijn internationale wedstrijdcarrière af met een 25ste plaats op het Europees Kampioenschap Boulder 2010. De twijfel tussen doorgaan of stoppen was er al enkele jaren. Nu heeft Schulte voor zijn maatschappelijke carrière gekozen.
|
HOOGTELIJN 2-2011
3D ©Remco Berendsen
14
NEDERLANDER ONDERZOEKT HAPE Anesthesioloog en lid van de Medische Commissie van de NKBV Remco Berendsen (38) is op zoek naar wandelaars en klimmers die ooit longoedeem (high altitude pulmonary oedema, HAPE) hebben gehad. Onderzoek naar de aandoening helpt bergsporters èn intensivecarepatiënten, legt hij uit. Je bent op zoek naar bergsporters die ooit HAPE hebben gehad – vertel… Het is een heel interessante ziekte. Waarom krijgt de ene bergsporter het wel en de ander niet? Daar wil ik de komende tijd onderzoek naar doen, en daarvoor ben ik op zoek naar vrijwilligers. Wat verwacht je precies van je vrijwilligers? Vrijwilligers doen een test waarbij ze kunstmatig op hoogte worden gebracht. Dat doen we door mensen te laten ademen door een mondkapje waarbij ze net iets minder zuurstof krijgen dan normaal. Vervolgens kijken we met een echo naar de bloedcirculatie in het hart en de longen en nemen we bloed af. Deelnemers worden van tevoren uitgebreid geïnformeerd over het verloop van het onderzoek en voorafgaand aan het onderzoek krijgen ze eerst een uitgebreide gezondheidscheck. Is het onderzoek alleen voor bergsporters interessant of zijn er nog andere toepassingen? HAPE is een aandoening die te maken heeft met hoe je lichaam het zuurstofgehalte in de lucht registreert. Als we daar meer inzicht in krijgen, kan dat ook van belang zijn voor bijvoorbeeld mensen met slaapapneu of intensive-carepatiënten met een longaandoening. Hoe weet je als bergsporter eigenlijk of je ooit longoedeem hebt gehad? Ja, dat is een lastige. In de Himalaya, bijvoorbeeld in de Khumbu-vallei en in Everest Base Camp heb je klinieken waar trekkers met gezondheidsklachten worden behandeld. Als daar door een arts HAPE is vatgesteld, dan is het verder helder. Anders moeten we retrospectief gaan kijken of iemand klinische verschijnselen heeft gehad zoals kortademigheid in rust, en eventueel het ophoesten van roze slijm. Voor de duidelijkheid: ik zoek ook gezonde deelnemers, dus mensen die juist géén HAPE hebben gehad. Voor de goede orde: HAPE is dus niet wat in de volksmond hoogteziekte wordt genoemd? Nee, het is echt iets anders. Hoogteziekte wordt in de medische literatuur meestal aangeduid als AMS, Acute Mountain Sickness, en is voornamelijk cerebraal. Anders gezegd: je krijgt last van enorme hoofdpijn en misselijkheid.
Rookworsten Naar aanleiding van de invoering van de final e dopingtest in het nieuwe wielrenne n besloot de UCI in 201 8 naast de Tour de France ook de wielerklassiekers dra sti sch in te korten. Het bleek onv erantwoord de wielrenne rs wed str ijden boven de 200 kilome ter te laten rijden zon der een stevige portie epo. Nad at bij de laatste kla ssieker enkele dodelijke slacht offers waren te betreu ren was de UCI genoodzaakt in te grijpen. Parijs-Rouba ix werd ingekort tot 120 kilome ter en alle kasseiens tro ken op één na werden van een dikke laag asfalt voo rzi en. Stel nu dat de oudste klimroutes in Freyr om de meter worden behaakt, of dat de Matterhorn van vas t touw wordt voorzien waarlangs roo kworsten worden verkoc ht, doet dit dan afbreuk aan het kla ssieke karakter? En wat is dat dan eigenlijk? Iedere en lijkt dat zeker te weten, of het nu de TT van Assen, de marathon van Boston of de beklimming van de Eiger-noo rdwand betreft. Die zij n all emaal klassiek. Dat is even zeker als de voorspell ing dat er na 2018 geen wielerkla ssiekers meer zullen bes taa n. Iets wat we als klassi ek herkennen is niet van jou of van mij, maar een gem eengoed, breed herken d en gedragen. Een klassieker beklij ft in de tijd, is een icoon in onze herinnering. Erachter schuilt een voortdure nde legendeen mythevorming waaraa n het asfalteren van kasseistroken absoluut afbreuk zal doen. In de mythe sch uilt gevaar, of liever: romantiek. Dus wee degene die roo kworsten gaat verkopen langs het wandelpad. Dan hoeft het niet meer.
Ivar Schute
Hoeveel vrijwilligers heb je eigenlijk nodig voor je onderzoek? Als zich vijftien mensen melden, zou het al heel mooi zijn. Er lopen in Nederland natuurlijk veel meer mensen rond die ooit hoogteproblemen hebben gehad. Ik schat dat we er al met al toch wel vijftig moeten kunnen vinden; er gaan tegenwoordig zoveel mensen naar de Himalaya, de Kili of de Aconcagua… Je hebt in 2006 de Cho Oyu beklommen. Had je zelf last van de hoogte eigenlijk? Geen enkel probleem. Ik schaam me bijna om het te zeggen, maar ik heb het ontzettend makkelijk gehad. Meer over het onderzoek van Berendsen is te lezen op www. hoogtegeneeskunde.nl. Belangstellenden kunnen zich via de website melden voor deelname aan het onderzoek.
TEK ST ICO KLOPPENBURG
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
MIJN BERGHUT, JOUW BERGHUT! ‘ETEN IN DE HUT ALTIJD BETER DAN IN HET DAL’
Buiten koken bij de hut.
Over smaak valt niet te twisten. Dat geldt ook voor het eten in de hut. Daar komen de cultuurverschillen bij. Houd je meer van de Franse of Italiaanse keuken, of ga je voor de stevige kost die in Oostenrijk op het menu staat? Opvallend vaak worden Italiaanse hutten geroemd om hun culinaire niveau. En volgens Gerard Ritter is het eten in de Cabane de Vélan iets héél bijzonders. “Een viergangendiner met verschillende soorten zelfgeschoten wild, gepureerde kastanjes en diverse groenten uit de oven. Buitencategorie! Ik zou er zo weer vier uur voor omhooglopen en zelfs de Vélan nog eens ophobbelen.” Fans van de Oostenrijkse keuken zijn er zeker ook. Zoals Agnes de Boer: “In de Tilisunahütte werden we ná een driegangenmaaltijd nog verrast met een enorme pan met Kaisers Schmarrn.” Of Lies Janse: “Na een zware tocht van de Bremer- naar de Innsbruckerhütte heb je honger als een paard. Nou dan is het aanvalleh! Onze schoonzoon Bart is gek op die Oostenrijkse schnitzel en dochter Sandra heeft er ook zin in. Ikzelf ben dol op de Oostenrijkse Sauerkraut mit Wurst. Heeerlijk!” HORS SAC En dan kun je natuurlijk ook zelf je eten klaarmaken. Uit zuinigheid of omdat je aan het eind van de dag graag in een potje staat te roeren. Op dit punt verschillen de culturen aanzienlijk: terwijl het in Frankrijk heel normaal is om zelf te koken (dat kan in de ‘salle hors sac’) is dat in Oostenrijk hoogst ongebruikelijk. In Zwitserland kun je je eten afgeven aan de huttenwaard die er dan wat van brouwt. Blij is ie er niet mee en jij waarschijnlijk ook niet. Zelf koken in een hut: het is maar een kleine minderheid die de moeite neemt. “De Wirt moet ook wat verdienen in het korte seizoen dat hij meestal heeft,” aldus Gerard Ritter. Zelf koken is toch iets voor in een bivakhut of tent. In de woorden van Anneke de Vries: “Er gaat weinig boven een zelf klaargemaakte maaltijd in een onbemande hut of voor mijn tentje in het wild. En dat ligt zeker niet
©Yvette van der Putte
©Hans Koopstra
Altijd gezellig: je buurvrouw voeren.
Höllentalangerhütte.
aan de kwaliteit van het eten, maar aan de kwaliteit van de locatie ;-).” Iedereen lijkt het eens: je eet goed in de hut! Ook de poll laat het zien: bij 59% van de stemmers smaakt het eten in de hut altijd beter dan in het dal. Toch bekent 31% dat de gezonde eetlust hierbij wel een handje helpt. Slechts twee personen vinden het eten in de hut helemaal niks. Marjan van Aken-Grimberg vat het algemene gevoel goed samen als ze op Linkedin zegt: “Het eten in de hut wordt steeds uitgebreider en gevarieerder. Het liefst eet ik in Italiaanse hutten. De tijd van de vriesdroogmaaltijden is eigenlijk wel voorbij.” Volgens Mels Kroon is het eten in een hut is niet beter of smaakvoller dan in het dal. “Wel gezelliger!” Een mooi ‘bruggetje’ naar de volgende aflevering van deze serie. Dan nemen we de gastvrijheid en gezelligheid Innsbruckerhütte. onder de loep! ▲ ©Maarten Janse
Tilisunahütte.
©Frans Blank
©Agnes de Boer
In het UIAA-jaar van de berghut vind je in elke Hoogtelijn de mening van je clubgenoten over een aspect van de berghut. De afgelopen weken vroegen we naar culinaire hoogte- en dieptepunten. Natuurlijk maakt honger rauwe bonen zoet, maar wat verwacht de verwende bergsporter anno 2011 van eten in de berghut?
Volgende poll: Gast of nummer? Een hut kan mooi zijn, het eten kan goed zijn, maar het zijn de mensen die bepalen of het goed toeven is. Hoe welkom voel je in een berghut? Staat gastvrijheid op één of ben je een nummer? Ga naar www.hoogtelijn.nl en vul de poll in. En geef je mening over gastvrijheid in de hut via Linkedin, de Summitclub of via Twitter @nkbv (#hut). De gezelligste foto’s van het huttenleven, liefst met huttenwaard, zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl en krijgen een plekje in de volgende aflevering. ▲
15
16
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
L O C AT I E F R A N K R I J K , M O N T- B L A N C G E B I E D
|
TEK ST BR AM MUNNICHS EN MIEKE SCHARLOO
KLASSIEKER DER MONT-BLANCMASSIEF ●
Chamonix is de klassieker der klassiekers onder bergsportbestemmingen. Al eeuwen is dit dorp aan de voet van de Mont-Blanc dé uitvalsbasis voor de internationale klimelite. Ze komen er om mooie lijnen te klimmen in bomvast graniet, graten te traverseren en loeisteile wanden te slechten. Veel routes bestaan al even en hebben nog steeds een grote aantrekkingskracht. Het zijn met recht klassiekers te noemen. Vijf Nederlandse klimmers geven hun top 3 klassieke routes in het Mont-Blancgebied prijs.
Het hadden ook anderen kunnen zijn, maar we vroegen het Tom de Booij, Edward Bekker, Rogier van Rijn, Niels van Veen en Robert Eckhardt. Alle vijf hebben ze heel wat dagen gesleten in het Mont-Blancgebied, alle vijf hebben ze er talrijke routes geklommen, waaronder vele klassiekers. De Booij (1924) is inmiddels met klimpensioen - hij nadert de 80. Zoals hij zelf zegt is hij de aanstichter geweest van de Nederlandse traditie in Chamonix. Samen met zijn vriend Lionel Terray organiseerde hij er in de jaren ‘50 alpiene
Waarde van de waardering Over de waarderingen van de routes kun je een boek schrijven. Voor de routes in Chamonix zijn er algemene richtlijnen op te stellen. Voor iedere alpiene route geldt sowieso: • Soort route: rots, ijs of mixed. Met een specificatie als graat, traverse, geul of wand • Alpiene waardering (F t/m ED6, ED7 en steeds hoger). Dan, afhankelijk van het soort route, volgen specificaties. IJs • Steilheid in graden (0 tot 90) en lengte in meters. • IJsklimwaardering (Schots WI 1 t/m 7) Rots • Rotsklimwaardering (van I t/m X+). De Romeinse cijfers stammen uit de tijd dat de Alpen ontsloten werden, eind 19de, begin 20ste eeuw. • Toen aan het eind van de 20ste eeuw met nieuwe materialen (klimschoentjes) moeilijkere routes te doen werden, kwam daar een nieuwe, technische sportklimwaardering bij: (van 3 tot 9b) • Artificieel klimmen (A0 t/m A5). In hoeverre een route ‘vrij’ te klimmen is (dus zonder A) of dat je ‘setjes trekt’ (A0) tot slechte onbetrouwbare lussen aan onzekere minuscule haakjes (A5). Mixed • Bovenop de waarderingen voor het rots- en het ijsdeel, komt nog een mixedklimwaardering (M3 t/m M7+) Klimdisciplines als boulderen hebben een eigen waardering. Daarnaast heb je ook nog verschillen per land en zelfs per gebied (de ene 4 is de andere niet).
cursussen; de deelnemers werden uitgenodigd; de zogenaamde invitatiecursus - aanvankelijk initiatiecursus - was geboren. Doel was de deelnemers te leren klimmen zonder gids. Nu klinkt dat misschien merkwaardig, maar destijds was dat niet gebruikelijk. De andere vier klimmers zijn exponenten van dat gidsloos klimmen. Edward Bekker (1961) is al bijna 25 jaar zelf berggids; als eerste Nederlander behaalde hij het UIAGM-speldje. Zijn uitvalsbasis lag jarenlang aan de voet van de Mont Blanc; nu opereert hij vanuit Zwitserland. Rogier van Rijn (1980) is een liefhebber die van het skiën en de berg- en buitensportfotografie zijn werk heeft gemaakt. Daarvoor woont hij in het L’Argentière-la-Bessée en zwerft hij bijna elke dag in de bergen. Niels van Veen (1976) is één van die topklimmers die weinig op de voorgrond treden, maar ondertussen een indrukwekkende tochtenlijst op hun naam hebben staan. Als brandweerman werkt hij bij CERN, bekend van de deeltjesversneller net buiten Genève. Zo woont hij lekker dicht bij de bergen. Zijn antwoord toen we hem vroegen mee te werken aan dit artikel, zegt genoeg: “Ik een staat van dienst? Ik vind het gewoon leuk om op vakantie te gaan.” Robert Eckhardt (1952) is een alpinist in hart en nieren. Als het even kan, zit hij in de bergen om mooie, uitdagende klim- en trektochten te maken. Hij heeft drie boeken over zijn sport geschreven, geeft lezingen en publiceert geregeld in alpiene en buitensporttijdschriften.
NIELS VAN VEEN
Couloir Terray-Rébuffat of
Carrington-Rousse Een prachtige lijn die een couloir volgt van het sneeuwveld onder de Aiguille du Plan noordwand naar de Col des Pélerins. De waarderingen lopen uiteen. Het ene gidsje zegt ED2, de ander M5 & watervalijs 5 (V 5), het is slechts een indicatie. Afhankelijk van de condities is het in werkelijkheid makkelijker of
NIELS VAN VEEN
Aiguille des Pélerins, couloir Terray-Rébuffat / Carrington-Rousse, 550 m ED2 (mixed) L’Arrêt de l’Aiguille de Plan, overschrijding ,TD Grandes Jorasses, Walkerpijler, 1200 m ED1 (rots/mixed)
F O T O ’ S N I E L S VA N V E E N , R O G I E R VA N R I J N , R O B E R T E C K H A R D T, T O M D E B O O I J
|
HOOGTELIJN 2 -2011
|
17
Grand Jorasses, Walkerpijler, twee keer favoriet.
© Niels van Veen
KLASSIEKERS
Robert Eckhardt op de Peuterey.
Mont Blanc, Peutereygraat, twee keer favoriet.
Robert Eckhardt
Mont Blanc, Peutereygraat, TD+/ ED1 (mixed) Aiguille Verte, Sans-Nomgraat, D+ Dent du Géant en Grandes Jorasses, traverse incl Rochefortgraat, D-, AD, IV / IV+ mixed traverse AD/D- IV/IV+
Grandes Jorasses vanaf de Dru gezien.
moeilijker, maar over het algemeen kan je rekenen op een potje stevig mixed klimmen, een dikke ijslaag als in een normale waterval zul je hier zelden vinden… Het grote voordeel is dat je in het graniet goed kunt afzekeren: elke vijftien meter kun je wel wat kwijt als je een goede set zekermateriaal hebt (nuts, friends en haken). Er zijn ook stukken waar je soms zelfs elke meter een zekering zou kunnen plaatsen. Na twee lengtes houdt het ijs plots op. Op dat moment draaien veel klimmers om, maar als je goed zoekt zie je hier en daar dunne rotsspleetjes omhoog lopen. Goed afgezekerd kan je hier omhoog drytoolen, M5 of M6. Als je dan bezweet boven komt (het is niet overal goed af te zekeren), denk je het moeilijkste gehad te hebben, maar in feite gaat datzelfde terrein nog vijf lengtes door. Als je dol bent op mixed klimmen, is dit zeker de mooiste route van het Mont-Blancmassief…
©Robert Eckhardt
hoogtelijn 2-2011
©Robert Eckhardt
|
Foto Rudolf de Koning
© Rudolf de Koning
18
L ‘Arrêt de l’ Aiguille de Plan, overschrijding Dit is na de Aiguille du Rochefort waarschijnlijk een van de bekendste graten in het Mont Blanc-massief. Hij is ongeveer drieënhalve kilometer lang, blijft tussen de 3200-3500m en volgt de grillige toppen van de Aiguilles de Chamonix, de Aiguille du Plan, Dent du Caiman, Aiguille du Fou en de Blatière. Moeilijk wordt het pas de laatste kilometer, voorbij de Aiguille du Plan. Mocht je nog niet zo snel je touw kunnen opschieten? Geen zorgen, een spoedcursus onderga je all inclusive op deze tour. Abseilen, kort touw, abseilen, uitzekeren, lopende zekering, abseilen, en dat dan twee dagen lang. Het is nergens echt moeilijk, maar het is ook nergens gemakkelijk. Echt een lange aanloop heb je niet, de graat begint direct als je het
Aiguille sans Nom.
midi station uitstapt. Wat deze tour zo leuk maakt, zijn de prachtige uitzichten, de aangename bivakmogelijkheden vlak voor de Aiguille du Fou en enkele adembenemende abseils door loodrechte wanden.
Grandes Jorasses, Walkerpijler
Dit is nou een echte klassieker, zou ik zeggen, geopend in de competitieve jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Een prachtige steile rotspijler waar je de makkelijkste lijn door de wand klimt. Typisch een route waar je achteraf pas van kunt genieten, of… als je een goed klimniveau hebt èn goede omstandigheden hebt, ook tijdens de beklimming.
Edward Bekker
Dru, Bonattipijler
We bivakkeerden op de Flammes de Pierres waar we werden overvallen door een onverwacht heftig onweer met grote hagelstenen en een zware regenbui. Het water liep onze bivakzak binnen, waarbij de touwen doorweekt raakten. Het klimmen was prachtig, zwaarder en meer continue dan gedacht, vooral bovenin, Edward Bekker waar we best een touwladdertje hadden kunnen gebruiken. Dru, Bonattipijler, TD+ V+ A1 (rots) randes Jorasses, Walkerpijler, 1200 m ED1 Tegenwoordig zie ik Les G (rots/mixed) Drus vrijwel dagelijks. Vaak ‘rookt’ hij als je Mont Blanc, Peutereygraat, TD+/ED1 (mixed) vanuit Les Praz omhoog
hoogtelijn 2 -2011
kijkt. In the pocket, denk ik dan, deze legendarische route bestaat niet meer. Hij is door steenslag verwoest.
Grandes Jorasses, Walkerpijler
We waren vrij snel, de condities waren optimaal, we konden de volle route op wrijvingsschoentjes doen. Rond 1990 waren het droge jaren. Om vier uur ‘s morgens vertrokken we van de Refuge de Leschaux, om zes uur ‘s avonds stonden we op de top om daarna te overnachten in de Refuge Boccalatte. We klommen gelijk op met twee Italiaanse gidsen uit de Dolomieten met wie we de volgende middag fantastisch hebben gelunched in het restaurant van Filippo in Entrèves.
Mont Blanc, Peutereygraat
De beklimming van de 45 touwlengtes van de Aiguille Noir de Peuterey ging vlot, het lukte nog om ab te seilen naar de brèche. Mijn MSR Whisperlite brandertje had ik thuis nog getest maar na één kopje thee deed het ding niks meer, Oeps! De volgende dag wilden we eigenlijk door naar de top, maar vanwege vochtgebrek zijn we naar het bivak bij de Dames Anglaises gegaan. Het was een droge zomer en er was geen water. Ik liet Jorg vijftig meter zakken aan het touw, daar liep een klein riviertje van smeltwater. Hij vulde onze helmen en de pannetjes ermee en ik hees het water op. Op de top zagen we ‘s avonds een prachtig schouwspel van de schaduw van de Mont-Blanc over het Aostadal.
Robert Eckhardt Als je onbevangen naar het Mont-Blancgebied kijkt, zie je maar drie écht grote bergen: de Mont Blanc (4810 m), de Grandes Jorasses (4208 m) en de Aiguille Verte (4121 m). En al die andere toppen dan?
|
Goed beschouwd zijn dat stuk voor stuk satellieten van deze drie reuzen. Op elk daarvan heb ik een super-klassieke graattocht gekozen.
Mont Blanc, Peutereygraat
De Peutereygraat is de mooiste graat op de hoogste alpentop. Daarbij kom je tevens op de moeilijkste vierduizender van de Alpen, de Aiguille Blanche de Peuterey (4104 m). Welke klimmer – die dit soort routes doet – kent niet de namen van minstens drie van de vier eerstbeklimmers van de Aiguille Blanche en het laatste stuk Peutereygraat naar de Mont Blanc: Paul Güssfeld, Emile Rey en Christian Klucker? Superklassieke klimmers! Dat ze niet de echte klassieke overschrijding via de Aiguille Blanche de Peuterey deden (vanaf de ‘Monzinokant’) doet niets af van hun prestatie in 1893. Ook nu nog is hun route vanaf de Brenvagletsjer een hele kluif. Aan de eerste, echt klassieke overschrijding van de Peutereygraat via de Aiguille Blanche – in 1927 – zijn helaas minder klinkende namen verbonden: L. Obersteiner en K. Schreiner. De route die ze toen namen naar de zuidoostgraat van de Aiguille Blanche, wordt allang niet meer gedaan. Tegenwoordig beklim je vanaf de wilde Freneygletsjer het Y-vormige couloir naar de Brèche des Dames Anglaises. Rudolf de Koning en ik hebben in 1985 de graat op onze eigen, klassieke wijze gedaan: een bivak onder de top van de Aiguille Blanche en vervolgens een bivak, in een infernaal onweer, ongeveer op de top van Mont Blanc.
Aiguille Verte, Sans-Nomgraat
De Sans-Nomgraat is de mooiste graat op één van de lastigste vierduizenders van de Alpen. Het moeilijke zit hem vooral in de
Rogier van Rijn
Aiguille du Midi, Eugster Direct 1000 m TD, IV (mixed)
L es Courtes, Swiss Route, 800m TD- (ijs)
A iguille des Pélerins, Beyond the good
Les Courtes.
© Rogier van Rijn
©Rogier van Rijn
and the evil, 550m ED, V (mixed)
Aiguille du Midi, Eugster Direct.
19
©Tom de Booij ©Niels van Veen
Aiguille des Pélerins, couloir Terray-Rébuffat.
Mont Blanc, Brenva.
Tom de Booij afdaling. Voor deze graat heb je zomerse condities nodig, en juist dan is de makkelijkste afdaling, het Whympercouloir (AD), levensgevaarlijk. Niemand minder dan Armand Charlet (‘Monsieur Aiguille Verte’) is de eerste beklimmer van deze route (1926). 3 Traverse Dent du Géant, Rochefortgraat, en de zes toppen van de Grandes Jorasses Dit zijn twaalf toppen, waaronder acht vierduizenders in twee dagen. De crux van deze traverse zit hem in de koude ochtenduren. De eerste dag moet je immers direct de Dent du Géant op. En meteen na vertrek uit Bivacco Ganzio heb je de lastigste lengtes op de Jorasses. Beide keren klim je in de schaduw.
Rogier van Rijn
Aiguille du Midi, Eugster Direct
Wat een route! Toen ik nog in mijn busje woonde en door de Alpen trok, zag ik vaak de zon onder gaan over deze lijn vanaf het sportklim- en ‘chill’ gebiedje Les Gaillands in Chamonix. Ik moest en zou deze lijn klimmen. De beklimming is nog steeds een van mijn mooiste herinneringen in het Mont-Blancmassief. Ik begrijp niet dat deze lijn niet beroemder is, of vaker wordt gedaan. De lijn is esthetisch mooi, het klimmen is technisch zonder dat het extreem is en de de Aiguille du Midi blijft toch een bijzondere top. Voor snelle touwgroepen is het recept voor een heerlijke dag als volgt: eerste lift van de kabelbaan, een snelle aanloop en klim door de eerste vijfhonderd meter van het couloir. Daarna begint de moeilijkheid. Mixed klimmen en ijsklimmen door een smal couloir met zelfs een mooi vastgeklemd blok in het midden. Het afzekeren is zoals altijd in Chamonix relatief eenvoudig en het klimmen fantastisch. Eenmaal boven het couloir wacht de uitklim om het ijsvlak van de Aiguille du Midi: Publiek verzekerd en ondanks de nabijheid van de lift blijft het een zeer wilde omgeving!
Les Courtes, Swiss Route
Les Courtes is mooi om op te klimmen, maar ook om vanaf te skiën. De Swiss Route met een complete en grote ijsbeklimming; volgens mij een van de meest onderschatte ijslijnen in het hele Mont-Blancmassief. Ik herinner mij de Swiss lijn als een lange pure ijsbeklimming, die meerdere keren verrassend steil was. Een route vol verrassingen en een stuk langer dan dat je denkt. Een echt alpiene avontuur: heerlijk!
A iguille des Pélerins, Beyond
Mont Blanc, Brenva, 900 m AD/D (ijs)
the Good and the Evil Triolet, noordwand, 800 m TD- (ijs) Als er één route in het Chamonix Aiguille du Midi, noordwand, 1100 m D+ (ijs en rots) massief is die ik nog eens graag zou willen klimmen is het de Beyond the Good and the Evil. Deze route op de Aiguille des Pélerins volgt een dunne lap ijs in een technische hoekversnijding. Elke foto die ik van deze route heb gezien doet me het water in de mond lopen. Door de foto’s die ik van de crux heb gezien lijkt mij deze heel heftig en technisch. Doordat de route lang niet altijd in klimbare conditie verkeert, wordt de droom alleen maar mooier. Elke keer als ik ‘s winters in Chamonix ben, kijk ik stiekem even omhoog om te zien of er ijs in hangt.
Tom de Booij
Mont Blanc, Brenva
Het was een mooie zomer in 1954, heel succesvol. Ik heb toen prachtige tochten gemaakt met Lionel Terray, Kees Egeler, Maurice Kieffer, De Goederen en Van Lookeren Campagne. Als sluitstuk heb ik toen met gids Lionel Terray de noordwand van de Aiguille du Midi en de Brenvaroute van de Mont Blanc gedaan. Het waren zeer zware en moeilijke tochten. Ik kijk er nog steeds met veel plezier en enige trots op terug. Klimmen in het Mont-Blancgebied was voor mij fantastisch; het vaste graniet, de geweldige uitzichten. Ik genoot.
Triolet, noordwand
Met Lionel Terray heb ik in 1955 een heel zware tocht gemaakt: de noordwand van de Triolet. We begonnen met de wand om twaalf uur ’s nachts en waren boven om zes uur ’s ochtends. Het werd een van mijn zwaarste klimtochten: steil ijs van 60 graden cramponeren. Soms klommen we tegelijkertijd, zo groot was het wederzijds vertrouwen.
Aiguille du Midi, noordwand
Deze tocht maakte ik ook met Lionel Terray aan het einde van de zomer van 1954. De verbondenheid met mijn vriend was zo groot tijdens onze tochten. We konden blindelings op elkaar vertrouwen. Toen hij in 1965 tijdens een klimtocht in de Vercors overleed, ben ik ook gestopt met klimmen. Klimmen in het Mont-Blancgebied is voor mij onlosmakelijk verbonden met Lionel. ▲
Ga klimmen in de nationale Sportweek!!
In diverse klimhallen in Nederland zijn er tijdens de Nationale Sportweek (16 t/m 23 april) verschillende acties en aanbiedingen om kennis te maken met sportklimmen. In het openingsweekend van de Sportweek op 16 en 17 april vinden de Nationale Open Dagen Klimsport plaats. Dit is een initiatief van de branchevereniging klimsport waaraan bijna alle hallen in Nederland deelnemen. Tijdens dit weekend kun je in veel hallen gratis of tegen een kleine vergoeding vrijklimmen of een introductieles volgen. Kijk op www.nok2011.nl voor het aanbod in de klimhal bij jou in de buurt.
Ook schoolklassen kunnen kennis maken met de klimsport. Er kan een voucher aangevraagd worden bij de NKBV waarmee groep 7 en 8 een klimles kunnen volgen in een klimhal in de buurt. Daarnaast rijdt de mobiele klimrots van Mountain Network ĂŠĂŠn week lang door het land en kun je klimmen op locatie. Kijk voor meer informatie en een overzicht alle actie s in klimhallen op
www.nKbv.nl/ sportweeK
22
|
hoogtelijn 2-2011
|
l o c at i e Z w i t s e r l a n d , W a l l i s
|
Tek st en foto’s Br am Munnichs
Haute Route
Van Chamonix naar Zermatt loopt dé Haute Route. Het is een klassieke meerdaagse tocht door het hooggebergte voor toerskiërs én voor wandelaars. Omringd door imposante vierduizenders word je dagelijks getrakteerd op de mooiste uitzichten. Tuuut ... tuuut ... - “Alô?” - “Bonjour, je m’appelle Bram et je suis de Hollande. C’est l’Hotel de Poste?” - “Oui.” - “Je vous téléphone parce que je voudrais réserver demi-pension pour six personnes pour demain soir.” - “C’est bien monsieur, pas de problème.” -”Ah, merci. C’est combien?” - “Nonante par personne monsieur.” - “Nonante? Uuu ..., ok?” - “Ok. Jusqu’au demain monsieur Bras.” - “Au revoir madame Poste.”
Zaterdagmiddag pik ik Maarten op van Kloten, het vliegveld van Zürich met zijn ongelukkige naam. Hij neemt plaats achter het stuur zodat ik mijn handen vrij heb om voor zes personen vier nachten halfpension op de wereldberoemde Haute Route te reserveren. Mijn vwo-kennis van het Frans voorziet echter niet in nonante. “Het zal toch geen negentig zijn?’” vraag ik Maarten vertwijfeld. Even terugbellen en het blijkt inderdaad negentig te zijn. Dan maar iets anders zoeken. Als Limburger heb ik geleerd om ook het immer omringende Vlaams en Duits te begrijpen en zo nodig te spreken. Maar in Wallis, een gebied waar taal en identiteit zo sterk met elkaar zijn verbonden, is zoiets niet haalbaar voor mij. In mijn beste Frans en Duits reserveer ik uiteindelijk twee hutten en twee berghotelletjes. Ik hoop maar dat alles goed is doorgekomen.
KL A SSIEKERS
TE VOET
|
●
HOOGTELIJN 2-2011
|
●
Op de achtergrond imposante bergen als de Weisshorn (l) en de Bishorn.
CINQ PERSONNES ‘s Ochtends op de camping van Randa neemt Maarten de taak van kok op zich. Terwijl ik probeer mijn ochtendhumeur in de slaapzak achter te laten, stroomt de geur van een heerlijk ontbijt de tent binnen: vers brood, straffe koffie en een eitje met spek. Een uurtje later breken we ons kamp op en stappen we met z’n zessen in één auto. Een beetje proppen. Twee uur later parkeren we in La Sage (1667m) in het Val d’Hérens en om precies twaalf uur vertrekken we voor de eerste etappe naar de Cabane de Moiry (2825m). Druk keuvelend steken we de weg over, lopen het bergpad op en klimmen in korte slingers steil omhoog. Al snel wordt het stil in ons groepje. Nadat we vlak onder de Col du Tsaté (2868m) door het wolkendak heen prikken, krijgen we zicht op het wolkenvrije Val de Moiry voor ons. Recht onder ons het turquoise Lac de Moiry (2249m), gevoed door de gelijknamige gletsjer. Daarachter een brede bergrug met aan het eind, als een middeleeuwse uitzichtstoren bovenop het rotsbastion, de Cabane de Moiry. De afdaling vanaf de pas komt uit bij de voet van de gletsjer. Enkele
Klassieker Chamonix – Zermatt De klassieke wandeltocht van Chamonix naar Zermatt voert veelvuldig door het hooggebergte en wordt daarom aangeduid met de term Haute Route. Het is in de winter een populaire tocht voor toerskiërs maar ook in de zomer is het een van Europa’s drukst bezochte wandeltochten. Diepe, groene valleien met turquoise stuwmeren worden van elkaar gescheiden door hoge bergpassen met een steeds wisselende blik op de witte gletsjers en besneeuwde pieken van West-Europa’s hoogste bergen. De route voert het grootste deel over duidelijke paden en is uitstekend gemarkeerd. Overnachten kan in prachtig gesitueerde berghutten of in pittoreske bergdorpjes. Ons gidsje kwam superlatieven tekort om alle hoogtepunten te beschrijven en het leek wel of iedere dag the most beautiful stage of all was. Wij wandelden het tweede deel van de Haute Route vanaf La Sage naar Zermatt en hadden onderweg tijd genoeg om zelf te beoordelen wat nou echt het allermooiste was. Het kon minder!
23
Zicht op de Matterhorn vanaf de Europaweg.
In een van de vele blokkenvelden.
slimmeriken lopen over de uitlopers van de gletsjer naar de overkant van het riviertje. De avonturiers trekken de schoenen uit en waden onverschrokken door het koude smeltwater. Bij aankomst blijkt de reservering goed te zijn doorgekomen. Alhoewel, cinq personnes? Dat is net één te weinig. Maar met een beetje inschikken krijgt iedereen toch een slaapplekje. En zelfs een toetje.
Langharige peper-en-zout-geiten wachten ons op.
Boven over - Zeg, welke weg neem jij? Ga je buitenom of pak je een route binnendoor? - Pff, binnendoor is mij veel te lastig; ik ga wel gewoon via de grote weg. Bij ons in de Lage Landen is dit een bekende discussie. In een bergland klinkt het net even iets anders: - Zeg, hoe ga jij? Neem je de route door het dal of pak je de korte weg boven over? - Boven over? Nee, dat is mij veel te steil. Ik ga wel gewoon via het dal.
Frans-Italiaans De tweede dag voert ons gidsje ons hoog boven het stuwmeer van Moiry langs. Van bovenaf zien we bij de barrage een gezellig terrasje lonken. De zon schijnt, we hebben allemaal trek en dus dalen we af naar cappuccino, friet en gebak. Met een volle buik vervolgen we onze trip over de Col de Sorebois (2847 m) en voor de tweede keer schiet het gidsje superlatieven tekort om het uitzicht te beschrijven. Het bergdorpje Zinal, met 1675m ons doel voor vandaag, ligt in het dal diep onder ons. Daarachter steken de zwarte en witte pieken van de Weisshorn (4506 m), Zinalrothorn (4221 m) en Dent Blanche (4357 m) scherp af tegen de immer blauwe lucht. ‘s Avonds raken we in gesprek met de uitbater van ons berghotelletje. Zinal, centraal gelegen in de oostelijke uitloper van het Val d’Anniviers, ligt in de uiterwaarden van het Franse taalgebied. Tijdens ons ‘gesprek’ wordt het me maar niet duidelijk welke taal deze man zelf spreekt. Het lijkt het meeste op Frans maar met een sterke Italiaanse invloed. Duits spreekt hij sowieso niet graag. Als ik echter zijn taal als Frans bestempel, spreekt zijn verongelijkte gezicht boekdelen.
Boven over. Afhankelijk van de plek in de Alpen spreken we over Höhenweg, Alta Via of Haute Route. Allemaal evenknieën van onze eigen weg binnendoor. Korter maar zelden sneller. Maar hij is er altijd. Waar de route door het dal zich inmiddels heeft verbreed tot een asfaltweg, is de route boven over vaak een heerlijk wandelpad met mooie vergezichten gebleven. De meest bekende van alle ‘binnendoortjes’ is wel de Haute Route van Chamonix naar Zermatt. Daarvan is er een winterse variant voor de ervaren toerskiër en de hier – deels – beschreven zomerse variant voor de sportieve wandelaar.
Stotende geweien De volgende dag vertrekken we een uur vroeger dan gepland. Er staat voor vanmiddag regen op het programma. Bij het passeren van het laatste almhutje stuiten we op een vreemde verzameling objecten. Zo maar, in het gras, liggen een vishengel, een oranje pruik, groezelige sloffen en stukken gewei. “Er gebeuren rare dingen hier op die almen,” zeggen we tegen elkaar en lopen verder. Vlak na dit stilleven dienen de onvermijdelijke slingers zich weer aan. In grote lussen stijgen we in het dorre landschap met hier en daar een poederlaagje verse sneeuw richting La Forcletta (2874 m).
hoogtelijn 2 -2011
Turqoise Lac de Moiry onder ons.
Bovenop de pas absorberen we onder het genot van stukjes kaas en worst het ‘spiky panorama’ zoals het gidsje het noemt. In de diepte zien we het nog niet door skitoerisme aangetaste Turtmanntal, eindelijk Duitstalig grondgebied. In de afdaling wijken we af van de beschreven route die naar Gruben voert. We nemen het pad naar rechts en zetten koers naar de Turtmannhütte (2519 m) die aan het einde van het dal ter hoogte van de voet van de Turtmanngletsjer ligt. De voorspelde regen blijft gelukkig uit. Vlak onder de hut worden we opgewacht door langharige peper-en-zout-geiten. Ze zijn allemaal van voren zwart en van achter wit. Niet eens een uitzondering die de regel bevestigt. De fauna roert zich sowieso goed op onze tocht. Maar liefst drie keer zagen we al een groep steenbokken. Bij de tweede groep werden we zelfs getrakteerd op een heus gevecht tussen twee mannetjes. Het duurde even voordat we zagen - en begrepen - waar dat geluid vandaan kwam: stotende geweien, fantastisch! Op de almen zien we koeien en schapen en telkens weer hoor je het gefluit van de marmotten.
allure: achter ons de immer imposante Bietschhorn (3934 m) met rechts daarvan het Berner Oberland en de Aletschgletsjer. Voor ons rechts de keten waarin de Weisshorn met 4506 meter het hoogste woord voert. Links kijken we op de Riedgletsjer die naar de Mischabelketen voert met bergen met klinkende namen als Dom (4545 m) en Täschhorn (4490 m). Maar de winnaar staat recht voor ons. Daar, aan het eind van het Mattertal, staat de fotogenieke nummer één van de Alpen: de 4478 meter hoge Matterhorn. De route loopt deze dag vaak door blokkenterrein waar een onervaren wandelaar zich ongemakkelijk in kan voelen. Hoppend van de ene naar de andere steen baan je jezelf een weg door het terrein. Meestal liggen de blokken vast, soms heb je pech; dat is het spel. Ook de waarschuwing van de luchtige passages blijkt niet overdreven te zijn. Gelukkig zijn we in Zwitserland: op diverse plaatsen zijn kabels en touwen bevestigd waardoor we zonder kleerscheuren op het terras van de Europahut neerstrijken. Nagenietend van het ijsje op het terras van deze specifieke wandelaarshut dalen we de laatste meters af naar de camping in Randa. ▲
Haute Route De Haute Route is een meerdaagse hoogalpiene wandeltocht van het Franse Chamonix aan de voet van de Mont Blanc naar Zermatt aan de voet van de Matterhorn. De tocht kent vele varianten en is naar gelang de gekozen variant - in zeven tot veertien dagetappes te lopen. De Haute route is wereldberoemd en trekt wandelaars uit alle windstreken. Houd in het hoogseizoen dus rekening met drukte onderweg en vooral in de hutten.
Reis Chamonix en Zermatt zijn beide goed bereikbaar met openbaar vervoer. Kijk voor de dienstregeling van de trein op www.bahn.com; voor tickets en meer reisinfo kun je terecht bij www.treinreiswinkel.nl. Kijk voor reisinformatie tussen de verschillende begin- en eindpunten van dagetappes op www.sbb.ch of op www.postauto.ch.
Documentatie Europaweg Onze lange vierde dag kunnen we in Jungen (1998 m) gelukkig iets inkorten. We laten ons ruim 800 meter mechanisch zakken tot in St. Niklaus (1110 m). De herinnering aan de onverwacht lange klim daarna naar Gasenried (1659m) wordt door de daar aanwezige douches gelukkig snel uitgewist. De vijfde en laatste dag voert ons over de zogenaamde Europaweg terug naar de camping in Randa. Deze weg, door de Zwitsers vol trots aangeduid als ein Höhepunkt im Leben aller Naturfreunde und Wanderer, is de spreekwoordelijke slagroom op de taart. Vanuit Gasenried klimmen we in twee uur naar – alweer – het mooiste uitzicht van de Haute Route. Dit keer moet ik de schrijver echter gelijk geven. We worden omringd door indrukwekkende bergen van
• Chamonix to Zermatt, the classic walker’s haute route, Kev Reynolds, Cicerone, 2007. • Landeskarte der Schweiz, blad 5028 T Monte Rosa en Matterhorn. Dit is een speciale wandelkaart met schaal 1: 50 000. Zie ook www.swisstopo.ch • www.europaweg.ch
Kosten Gidsje en kaart kosten samen 50 euro. Voor het overnachten op basis van half pension en Lager betaalden we zo’n 35-40 euro per nacht. Het liftje van Jungen naar St Niklaus kost 8 euro per persoon. De biertjes, drankjes, ijsjes en taartjes onderweg kunnen deze rekening gemakkelijk verdubbelen.
|
25
26
|
hoogtelijn 2-2011
Accommodatie Wij verzamelden en sliepen de eerste en laatste nacht op de camping in Randa in het Mattertal, 10 kilometer v贸贸r Zermatt: www.camping-randa.ch Onderweg overnachtten we in hutten en berghotelletjes. Kijk op www.sac-cas.ch voor de contactinfo van de hutten. Die van de
hotelletjes vind je in het gidsje en op de sites van de desbetreffende dalen. Reserveren - zeker in het hoogseizoen - is zeer wenselijk.
Meenemen en thuis laten Voor het slapen in het lager is een lakenzak verplicht. Oordopjes en een hoofdlampje zijn erg handig. Hoewel de hutten over huttensloffen beschikken, zijn slippers in het kader van hygi毛ne en comfort aan te raden. Voor onderweg stevige wandelschoenen, goede wandelkleding, zonnebrand en een waterdichte jas. Pickel, stijgijzers, touw en gordel zijn op deze trip niet nodig. Ook kampeeruitrusting is overbodig. Neem voldoende snacks voor de pauzes mee. Onderweg kun je in de dorpjes en hutten wel makkelijk aanvulling kopen. Meer info? Mail naar bram@dutchmountaineer.com
Haute Route met de NKBV Hoogalpiene gletsjertrektocht van Chamonix naar Zermatt: 22/7-31/7 Kijk voor deze en andere Alpentraverses op www.bergsportreizen.nl Een verslag van de gletsjertrektocht kun je lezen op www.hoogtelijn.nl
Wellness voor uw voeten
Matrei Lady GTX
m ei _ A nz_ 2 1 0 x 1 4 0 _ CF_ Hol l and_ def . i ndd 1
1 3 . 1 2 . 2 0 0 71 5 : 5 0 : 4 5 Uhr
TEK ST MONIEK JANSSEN EN BR AM MUNNICHS
|
FOTO’S L AURENS A AIJ
|
HOOGTELIJN 2-2011
KLASSIEKER ONDER DE REISBOEKHANDELS VAN BOEKENKAST TOT WINKEL “Een klassieker onder de boeken moet gezag hebben én nog springlevend zijn,” zeggen Fokko Bos en Ankie Szlapka van reisboekhandel Pied à Terre in Amsterdam. Zij kunnen het weten want hun boekhandel kunnen we gerust zelf een klassieker noemen. Welke klim- en wandelboeken vinden zij dan klassiekers? En hoe komt een boekhandel aan dit predicaat? ER WAS EENS EEN BOEKENKAST ... “Maar waar staat die kast dan?” Een veelgehoorde vraag in de jaren ’70 van de vorige eeuw in het Amsterdamse café Hoppe. In die tijd de vaste verzamelplaats voor alpinisten en eenieder die dergelijke ambities nastreefde – of van de verhalen genoot. Met de kast werden vijf legplanken vol klimboeken en – kaarten bedoeld die
waren ondergebracht bij een boekhandel op de Keizersgracht. Toen deze failliet ging, nam een klant van Hoppe de verzameling over en bracht ze onder in het pied-à-terre van de kroegbaas aan het Singel. De vraag naar deze kast bleef maar komen en door de vele klimmers groeiden de planken gestaag. Toen de eerste wandelboeken en
|
27
28
|
hoogtelijn 2-2011
-kaarten van de Franse GR’s verschenen, was het hek van de dam. Boekhandel Pied à Terre was een feit en Fokko Bos de eerste – betaalde – medewerker. Door de jaren heen kwamen er fiets- en autokaarten bij, gevolgd door reisboeken. Maar de kern, de oorsprong, bleef het wandelen en klimmen. … en een autorijschool Als fanatiek watersporter verdiende Jacob van Wijngaarden zijn geld met een autorijschool op de Amsterdamse Overtoom. Geslaagde kandidaten kregen van hem steevast een kaart van Nederland cadeau. Toen de jonge automobilisten meer en meer kaarten gingen vragen, ruimde hij in 1975 de kolen uit zijn souterrain en begon er een kaartenhandeltje. Door de bijkomende vraag naar reisboeken
Van Hütte zu Hütte is echt een oerboek voor de wandelaar en de klimmer groeide dit al snel uit tot Geografische Boekhandel Jacob van Wijngaarden. Jaren later deelde hij Maud, zijn vaste zaterdagkracht, mede, dat hij er de brui aan wilde geven. Mauds moeder, Ankie Szlapka, vond dit een doodzonde; een maand daarna nam ze de winkel over en zowel Maud als zij werkt er nog steeds. Paleis Olympus Veertig jaar later zijn Ankie Szlapka en Fokko Bos uitgegroeid tot het dubbelgezicht van Reisboekhandel Pied à Terre aan de Amsterdamse Overtoom. Ze zijn pas in 2008 samengegaan in het nieuwe pand: een voormalige bioscoop uit 1912 met de illustere benaming Paleis Olympus. De orkestbak en oplopende zaalvloer zijn vervangen door respectievelijk een kijkdoos voor kinderen en een houten vloer vol
met boekenkasten; boven loopt driekwart rond een galerij waar je alle mogelijke wandel- en fietskaarten kunt vinden. Pied à Terre is begonnen als een echte klimmerswinkel en daar ligt nog steeds Bos’ hart. De grote vriendelijke reus met het grijs-zwart krullend haar zit het liefst boven in zijn hoekkamer, gebogen over een boek of een kaart, op zoek naar de dingen die hij toch al weet. Boven zijn werkplek staat met grote letters ‘informatie’ geschreven. Toch aarzelt menig bezoeker of deze man wel gestoord mag worden. Maar als de twijfelaar naar beneden loopt, wordt hij door Ankie Szlapka vriendelijk doch resoluut terug naar boven gedirigeerd. Szlapka, geboren en getogen in Amsterdam Oud-Zuid, bestiert de benedenverdieping. Geen enkele bezoeker ontsnapt aan haar aandacht; iedereen moet zich thuis voelen in voormalig Paleis Olympus. Aan het tafeltje naast ons drinkt een dame haar cappuccino met een stapeltje boeken voor haar neus. Haar zoontje tuurt ondertussen in de kijkdoos onder ons. Als de dame wat verveeld rondkijkt, vraagt Szlapka of ze gevonden heeft wat ze zocht. Even later ligt er een nieuw stapeltje voor haar neus en komt ze weer bij ons zitten. Haar strenge blik krult tot een grote lach als we ons hardop afvragen hoe het toch mogelijk is dat de nette dame uit Oud-Zuid met de – uiterlijk – warrige klimmer een winkel kan runnen? “Fokko is van het klimmen, ik ben van het reizen. We vinden elkaar in de kaarten.” Europa’s grootste Pied à Terre is de breedst én diepst gesorteerde reisboekhandel van Europa. Via de mail krijgen ze verzoeken uit heel Europa binnen. “Wij Nederlanders zijn reislustig en spreken bovendien een woordje over de grens. De winkel is in de loop der jaren volgestroomd met titels van over de hele wereld in verschillende talen. Boekhandelaren in bijvoorbeeld Duitsland, bestrijken voornamelijk de Duitstalige gebieden. Hetzelfde geldt voor onze Franse, Britse en Italiaanse collega’s.” Nog voor we de vraag kunnen stellen welk boek nou echt een klassieker is, laat Fokko Bos al twee keer een titel vallen: Von Hütte zu Hütte van Walter Pause. “Echt een oerboek voor de klimmer en wandelaar. Maar het is géén klassieker voor mij. Dat moet namelijk niet alleen een oerboek zijn, het moet ook nog verkrijgbaar én bruikbaar zijn.” Von Hütte zu Hütte is weliswaar nog bruikbaar maar niet meer verkrijgbaar. In de loop der jaren, van vader op zoon, is het toch ergens in de vergetelheid geraakt. “Neem dan Coast to coast van Charles Wainwright, dat is pas écht een klassieker.” Bos loopt naar boven en komt met een gebonden zakboekje terug. Bij het openslaan begrijpen we meteen wat hij bedoelt: tekst in handschrift en met de pen gemaakte kaartjes en tekeningen. “Dit boekje is de coast to coast zelf, door Wainwright bedacht en beschreven. Het is nog steeds geen officiële wandeling; vrijwilligers onderhouden het pad en stellen ieder jaar weer het right-of-way het recht van overpad bij de diverse eigenaren en instanties veilig.” Zoveel anders is het prachtige boek Viertausender der Alpen van Helmut Dumler en Willi P. Burkhardt. Ze staan er niet allemaal in, die vierduizenders, maar de heldere routebeschrijvingen, de kammenkaarten en – oorspronkelijk alleen zwart-wit – foto’s geven voldoen-
HOOGTELIJN 2 -2011
de informatie en inspiratie. Het boek bestond al in de begintijd van Pied à Terre, veertig jaar geleden dus. En is nog steeds verkrijgbaar. En bruikbaar? We bladeren door het massieve boek en de grote platen doen ons direct verlangen om daar te mogen zijn, al was het maar voor heel even. “Of neem Kev Reynolds; die man is zelf een klassieker. Walks and Climbs in the Pyrenees uit 1978 bijvoorbeeld. Dat boekje heeft bijgedragen aan de ontsluiting van deze grensketen. Zijn gidsjes dichten het gat tussen de dalwandelaar en de alpinist. Zijn tochten voeren vanaf de rand van het dorp, via de hut naar een pas en vanaf daar, over de top en nog een pas naar de volgende hut. En dat dagen achtereen.” De boegbeelden van Pied discussiëren ondertussen waar die kast nou eigenlijk gebleven is. “Maar Fokko, hij heeft toch een tijdje daar in de hoek gestaan, met de Frankrijk-boeken erin?” “Nee, nee, daar is hij alweer weg. Staat hij niet in de kelder?” “Nee, daar staat hij zeker niet. Ik denk dat we hem gewoon weggegooid hebben.” PELGRIMEREN Voor Bos begon het allemaal met Santiago de Compostella. “Maar dat doe ik nu niet meer hoor. Nu het zo’n hausse geworden is, nou ja, nu vind ik het eigenlijk niet meer zo leuk. Nee, de laatste jaren richt ik me veel meer op Rome. Bertus Aafjes heeft er lang geleden een beroemd gedicht over geschreven; in 1936 is hij er geweest.” Vorig jaar is er een nieuw pelgrimsboekje uitgekomen, Alle wegen
We vinden elkaar in de kaarten leiden naar Rome. De bescheiden stuurman aan wal geeft aarzelend trots toe dat de schrijver, Jan Blokker jr., de eerste uitgave van dat boekje aan hem heeft opgedragen. Wellicht een klassieker in wording? VERGANE GLORIE Ankie Szlapka gaat regelmatig op pad met haar kleindochter. Ook tijdens het interview zit zij dicht bij haar oma. “Ik ben helemaal fan van de Cleveland Way; in de herfst langs de kalkrotsen van de Britse kust struinen. Flarden mist in een stilstaande wereld waar huizen zo dicht op de rand staan dat je je afvraagt of ze er over vijf jaar nog staan. Overnachten in een hotel waar je voelt dat het al honderd jaar over zijn top is. Waar de schapenfokkers nu een leuke bijverdienste hebben terwijl ze zich bij het haardvuur vol laten lopen met diep donker bier. Engeland is voor mij echt een klassieke bestemming, heerlijk om daar het gevoel van vergane glorie te proeven. En weet je wat het leuke is? Je bent er zo.” “Ik zal nooit met een Lonely Planet op pad gaan. Nee, een reisboek
moet voor mij een gevoel weten te beschrijven. Als ik dan mijn bestemming ga bepalen, zoek ik iets waar ik dat gevoel kan vinden. Begin maart op de Canarische Eilanden het voorjaar ophalen, ook zo’n klassieker. En dan telkens opnieuw verrast worden dat het dit jaar wéér gelukt is; dat de bomen en struiken wéér in bloei zijn gekomen. Prachtig vind ik dat. Aan het eind van de vakantie stop ik het voorjaar gewoon in mijn rugzak en neem het mee terug naar huis.” 80 ‘Als ik aan klassiek denk, denk ik ook aan treinreizen. Recent reisde ik nog per trein, naar de Frankfurter Buchmesse. Zo comfortabel. Lekker wegdromen terwijl het weidse landschap langs de Rijn en Mainz zich opnieuw en opnieuw aan jou blijft tonen. Boekje mee, kaart erbij en genieten maar. Het is helemáál een feest als er een bijzondere trein rijdt, de Alpen Expres bijvoorbeeld. Nee, de Trans-Siberië Expres schuif ik steeds voor me uit; daar dien je minstens 80 voor te zijn.” Tot slot lopen we nog even naar boven om Fokko Bos gedag te zeggen. We zien hem zitten, achteraan in de hoek, verzonken in een boek. Ook wij vallen ten prooi aan de twijfel. Beneden hoort Ankie Szlapka ons schuifelen. “Gewoon doen hoor, hij bijt niet.” ▲
Kijk op www.hoogtelijn.nl voor de literatuurlijst van Fokko Bos en Ankie Szlapka
|
29
30
|
hoogtelijn 2-2011
|
l o c at i e Z w e d e n , K u n g s l e d e n
|
Tekst en foto’s Ernst Arbouw
Honderdtien wil d Ik ben niet ongevoelig voor de betovering van het moment
Kungsleden De Fjällräven Classic is een klassieke trektocht door de uitgestrekte wildernis van Noord-Zweden. Iedereen is er op zichzelf aangewezen. Ernst Arbouw trok de wandelschoenen aan en ging met een rugzak van 28 kilo op pad. Hij behaalde een bronzen medaille. Voor me op de grond ligt een allemachtig zware rugzak: vijftien vriesdroogmaaltijden, twee pakken ongerezen brood, zakken vol met chocolaatjes, rozijnen en pinda’s, knäckebröd (wie heeft dat verzonnen?), tubes met kabeljauwkaviaar en een stuk vacuüm verpakt rendiervlees. Plus nog een paar dingen voor als ik onderweg ècht honger krijg: Snickers, stroopwafels, nog meer chocola, borrelnootjes, bitterkoekjes. En dan nog voor vijf dagen gas, een
thermosfles met theewater, een slaapzak en een halve tent. Hier staat, kortom, een man met een missie: de Fjällräven Classic, een trektocht van 110 kilometer door de wildernis van Noord-Zweden, georganiseerd door de Zweedse buitensportfabrikant Fjällräven. De bedoeling, vertelt racemanager (“It’s actually not a race…”) Andreas Josefson, is dat wandelaars tijdens de Classic op een laagdrempelige manier kennis maken met de Arctische
KL A SSIEKERS
|
HOOGTELIJN 2-2011
DE KILOMETERS
wildernis. “Veel mensen willen wel heel graag wandelen in Lapland, maar voelen zich geïntimideerd door de enorm uitgestrekte natuur. Op deze manier maken we het mogelijk.” Andreas – hippe kaalgeschoren kop, bijpassende hoodie – overziet de drukte bij de start met de blik van een tevreden generaal, z’n hoofd een héél klein beetje in z’n nek en een tevreden lachje rond z’n mondhoek. “Ben je zenuwachtig?” vraag ik. Als racemanager is hij verantwoordelijk voor het goede verloop van de tocht, van de eerste online inschrijving tot het moment dat de laatste deelnemer over de finish komt. “Ben jij zenuwachtig?” antwoordt hij terwijl hij lachend naar m’n rugzak wijst. “Reden genoeg.” NIET ONGEVOELIG Zo’n tweeduizend wandelaars vallen stil als een paar minuten voor de start een Samische vrouw op het geïmproviseerde podium stapt.
Er klinkt alleen nog wat gestommel en gemompel. In de lage wilgenstruiken kwettert een vogel. De vrouw – ravenzwart haar, nachtblauwe jurk, bijpassende ogen – zegt en paar korte dingen in de microfoon. Zweedse woorden waaien langs de hellingen. Dan begint ze te zingen, in het Sami. Ik ben niet helemaal ongevoelig voor de betovering van het moment. “Het landschap lijkt gemaakt voor de muziek”, schrijf ik in m’n notitieblokje. Dan streep ik de regel door. Meer waarschijnlijk is dat de muziek is gemaakt voor het landschap. Naast me staat Andreas ook niet helemaal ongevoelig te zijn. “Ze zingt over alle plaatsen waar de wandelaars straks langskomen,” fluistert hij. Een vraag nog: als je met tweeduizend wandelaars de uitgestrekte en verlaten wildernis intrekt, hoe uitgestrekt en verlaten is die wildernis dan nog? “Bij de start en de controleposten is het misschien wat drukker, maar onderweg valt het wel mee,” zegt
●
|
31
GLITTERTIND JACKET A very lightweight functional shell jacket, ideal for active outdoor enthusiasts. The flexible 3-layer Dermizax™EV stretch material is waterproof and windproof and also breathes very well. Available with separate models for men and women.
Foto: Asgeir Helgestad
Visit www.bergans.com to see the product range that covers your needs.
Bergans of Norway has contributed to set the standard for the world’s most advanced outdoor equipment for more than a 100 years.
HOOGTELIJN 2 -2011
Het is alsof we vanaf dit moment de wildernis uitwandelen voorbij avontuur
Andreas. Hij heeft gelijk. Dat wil zeggen: bij de start is het inderdaad druk. Hoewel er in deze eerste startgroep maar 250 wandelaars vertrekken, ontstaat er direct een file. In de eerste kilometers wurmt het pad zich via smalle planken door een moeras. Er wordt mannetje aan mannetje, rugzak aan rugzak gelopen. Op ieder rotsblok zit een wandelaar te rusten; langs elk stroompje staan minstens drie mensen hun fles te vullen. Pas voorbij Kebnekaise Mountain Lodge, achttien kilometer na de start, wordt de drukte minder. Maar dan nog staan overal waar je kijkt groene en rode tentjes tussen de rotsen.
worden afgewisseld door enorme, roestbruine rotsblokken. Hoog boven een bergkam krijst een visarend. Overal ruist stromend water.
VISAREND De stroom wandelaars gaat de hele nacht door. Hoewel de Fjällräven Classic (“Remember, it’s not a race…”) geen wedstrijd is, is er wel tijdregistratie. Afhankelijk van je eindtijd, krijg je een gouden (drie dagen), zilveren (vier dagen) of bronzen (vijf dagen) medaille. Vooral de Zweedse deelnemers komen voor de gouden medaille. Zo kan het gebeuren dat je na drie dagen wandelen iemand spreekt die de vorige avond uit Nikkaluokta is vertrokken. En die het hele traject dus drie keer zo snel heeft afgelegd als jijzelf. Ik tel minstens vijftig wandelaars voor het moment dat ik m’n nog steeds allemachtig zware rugzak ophijs. We volgen een route gemarkeerd met hoge palen met een knalrood Andreaskruis. Stroompjes worden afgewisseld door soppende veenbulten die
M’n knieën kraken. Heb ik ooit zo’n afstand afgelegd met zo’n rugzak? vraag ik me af. Mijn gedachten dwalen af naar het Eddingtonnummer. Dan is x is het aantal dagen dat je x kilometer hebt gewandeld met een rugzak die x kilo woog. Hoeveel zou x in mijn geval zijn, vraag ik me af . M’n rugzak woog bij vertrek ongeveer 28 kilo en we lopen vandaag – helemaal toevallig – ook ongeveer 28 kilometer. Dan is de vraag dus of ik dit al 27 keer eerder heb gedaan. Of anders: zou ik dit nog 27 keer willen doen? Het simpele antwoord: nee, liever niet. In de loop van de middag begint alles pijn te doen: schouders, rug, voeten, heupen. M’n rugzak en ik gaan langzamer en langzamer. Iedere rots op het pad – en er liggen hier veel rotsen – wordt een hindernis om binnensmonds vloekend over te struikelen. De rest van de groep is inmiddels mijlenver uit zicht als ik neerplof in het gras. Ik graaf in m’n rugzak naar een stroopwafel. En dan nog een, en dan nog een. En dan gebeurt er iets magisch: als ik opkijk, drentelt op nauwelijks tien meter afstand een rendier voorbij. Het beest stopt even en kijkt m’n kant op terwijl ik m’n camera pak. Dan lijkt het z’n hoofd te schudden, en voor ik een foto kan maken, sjokt het verder. Ik kijk om me heen: ik ben helemaal in m’n eentje, van waar ik zit, is nergens een wandelaar te zien. Ik neem nog een stroopwafel.
Het Eddingtonnummer Het idee voor deze som is gebaseerd op het zogeheten Eddingtonnummer: E is het aantal dagen van je leven dat je E mijl heb gefietst, bedacht door de Britse fysicus en fietsliefhebber Arthur Eddington (1882-1944). De truc is dat het steeds moeilijker wordt om je E-nummer te verhogen. Stel dat je een E-score van 80 hebt (80 dagen van je leven 80 mijl gefietst), dan moet je toch echt 81 keer 81 mijl fietsen voor één punt extra. En 82 keer 82 voor je volgende punt. Het Eddingtonnummer is weliswaar bedacht voor fietsers, maar het is net zo goed te gebruiken door wandelaars. Aan Eddington danken we trouwens ook het bewijs voor Einsteins relativiteitstheorie.
WANDELAARSVOETEN De derde dag begint zoals de tweede is geëindigd: met spierpijn en een vriesdroogmaaltijd en laaghangende zon die de hellingen kleurt. Welke kant je ook opkijkt, overal staan kleine tentjes verstopt tussen de rotsblokken en het veen. Vijftig meter van ons kampje komen de eerste groepjes alweer voorbij. Bij sommige wandelaars is de eerste slijtage zichtbaar als ze stram van rotsblok naar rotsblok stappen. Terwijl ik de gevriesdroogde havermout-appel verstop onder een kei, maak ik een snelle rekensom: vijftig kilometer gelopen, nog zestig kilometer te gaan. Dat betekent dat we a) de komende dagen gemiddeld nog maar twintig kilometer per dag hoeven te lopen, en dat is te overzien. Het betekent ook b) dat er nog meer dan de helft van de route te gaan is.
|
33
34
|
hoogtelijn 2-2011
We zijn gisteravond lang doorgelopen naar de voet van de onuitsprekelijke Tjäktjapas, met 1140 meter het hoogste punt van de route. Niet echt een Alpenreus: de klim naar Tjätkja begint op ongeveer 900 meter. In de routebeschrijving wordt er nogal veel van gemaakt (‘one of the more strenuous parts of the trek’) maar uiteindelijk is het niet meer dan een bescheiden hobbel. Het is wel een hobbel waar het landschap verandert. Boomloze arctische toendra maakt plaats voor grasloze Arctische toendra en nog meer roestbruine rotsblokken. Het dal waar we lopen wordt doorsneden met kilometers en nog eens kilometers houten plankier, bedoeld om wandelaarsvoeten droog te houden. Lemmingen schieten weg tussen de stenen als ik over de zachtjes verende planken klos. Eigenlijk loop ik best lekker. De stroopwafels zijn op, de bitterkoekjes zijn op en (goddank) de helft van de vriesdroogmaaltijden is op. Ik heb zowaar het gevoel dat de finish in de buurt komt. Dat gevoel is misschien een beetje optimistisch, blijkt bij een blik op de kaart: er is nog ruim 45 kilometer te gaan, veertig procent van de tocht. Het gevoel is niet alleen optimistisch, het is ook een beetje weemoedig: we moeten nog tweeënhalve dag lopen, maar het is net alsof we vanaf dit moment de wildernis uitwandelen – voorbij avontuur. De Argentijnse hardloper die ons in de loop van de middag voorbij
draaft (‘Remember: it’s a mountain trek, not a competition.’) kan ’s avonds zijn tentje opzetten in Abisko. De finish ligt vanaf hier binnen handbereik. Pannenkoeken Lage nevelflarden boven het water van Alisjávri geven het licht een zachte kleur. Het is eigenlijk te warm voor de tijd van het jaar, klagen de Zweden. Twintig graden! Absurd! Ik strek me uit op een rotsplaat in de zon. Hoe zou het zijn als je hier loopt in de kou en de regen? Het Zweedse antwoord is van een verbluffende simpelheid: “Dan zweet je minder.” Naarmate we afdalen, maakt de net-iets-te-warme Arctische toendra plaats voor wilgenbos. En op een open plek aan de rand van dat wilgenbos, op de grens van het Abisko Nationalpark, staan een paar grote, hemelsblauwe tenten met poolvoslogo. Dit is Kieron checkpoint, de laatste stempelplaats voor de finish. In een van de tenten staan vrijwilligers pannenkoeken te bakken. “Er zijn er maximaal vier per persoon,” zegt een meisje met blonde vlechten terwijl ze m’n pannenkoek rijkelijk voorziet van kersensaus en slagroom. “Dus jullie bakken hier in een paar dagen tijd achtduizend pannenkoeken?”, vraag ik. “We draaien ploegendiensten,” zegt ze geruststellend. En dan: “We gaan 24 uur per dag door.” In het Nationalpark mag je niet overal je tent opzetten. Dat betekent
Fjällräven Classic Kungsledentrekking
Fjällräven Classic
Het grootste deel van de Fjällräven Classic loopt over de Kungsleden, een van Europa’s oudste en bekendste langeafstandswandelpaden. De tocht volgt het pad in noordelijke richting, dat wil zeggen: richting het gehuchtje Abisko. De Kungsleden loopt dwars door de Arctische wildernis van NoordScandinavië. Er zijn onderweg géén dorpen en géén wegen en er is géén mobiele-telefoonontvangst. Langs de route staan wel hutten die worden geëxploiteerd door de Zweedse bergsportfederatie STF. Voorzieningen zijn meestal basaal. De route is hier en daar, maar lang niet overal, gemarkeerd. Het pad is over het algemeen goed onderhouden en de infrastructuur is goed: over moerassen liggen (soms eindeloze) plankieren, de meeste stroompjes en rivieren zijn overbrugd. De Kungsleden is geen pad voor beginnende wandelaars. De wildernis van Lapland is een èchte wildernis. Als je onderweg om wat voor reden dan ook niet verder kunt of wilt, heb je een probleem. In de tochtinformatie van de Fjällräven Classic staan twee mogelijke oplossingen voor wat je in zo’n geval kunt doen: a) toch verder gaan, b) omkeren en terugwandelen. Bottom line: je bent op jezelf aangewezen.
Sinds een aantal jaren organiseert de Zweedse rugzakken-, kledingen tentenfabrikant Fjällräven de zogeheten Fjällräven Classic, een 110 kilometer lange tocht van Nikkaluokta in het zuiden naar Abisko in het Noorden. Een van de doelstellingen is om mensen die anders niet zo snel – of helemaal niet – een tocht zouden maken door de Arctische wildernis, kennis te laten maken met het gebied. Onderweg en bij de finish wordt de tijd van de deelnemers geregistreerd, maar de Fjällräven Classic is nadrukkelijk geen wedstrijd. De organisatie probeert ultralopers en fjellrunners te ontmoedigen, onder meer door de invoering van een verplichte minimumuitrusting. Aan de tocht kunnen maximaal tweeduizend wandelaars meedoen. Er wordt gestart in acht groepen, verspreid over drie dagen. Onderweg zijn er verschillende stempelposten, EHBO-posten met artsen en verpleegkundigen, er zijn bevoorradingsposten waar je brandstof en eten kunt krijgen en er zijn tentjes waar vrijwilligers koffie schenken en pannenkoeken (en rendiervlees) bakken. Op het eerste gezicht lijkt de Fjällräven Classic een enorm circus, maar als je alle drukte uitsmeert over de enorme leegte van Noord-Zweden, dan valt het
hoogtelijn 2 -2011
dat we vanaf de pannenkoeken drie mogelijkheden hebben: drie kilometer lopen en dan kamperen bij Abiskojaure, tien kilometer doorlopen en dan kamperen of zeventien kilometer door naar de finish. “Waarom lopen we niet door naar de finish,” stelt achtereenvolgens bijna iedereen in de groep voor. Toch gebeurt het niet. Drie kilometer verderop zetten we onze tentjes bij Abiskojaure en besteden we de middag aan zonnebaden en bier drinken. En discussiëren of we niet tóch verder kunnen naar de finish. Finishfoto Ineens, door een opening tussen de bomen, zie ik een spoorbrug over de rivier. En hé, hoor ik daar het geluid van 52 spoorwagons met ijzererts die onderweg zijn van Kiruna naar Narvik? Een houten poort markeert het eind – eigenlijk het begin – van de Kungsleden. En dan sta je zomaar ineens langs een asfaltweg. Welkom terug in de beschaving. De finish is een tentendorpje op het gras voor het Abisko Fjellstation. Er wordt geapplaudisseerd als we aan komen lopen, er is een finishfoto, een welkomstdrankje en een (jazeker wel!) bronzen medaille. Onze eindtijd (“It’s not a race!”) is 98 uur en 40 minuten. Niet ontevreden en niet helemaal onaangedaan door het moment sjok ik naar een van de lange houten tafels. We heffen het glas, en dan nog een glas en dan nog een glas. Het zonnetje schijnt; iedere keer als een groepje wandelaars over de finish komt, wordt er geklapt. ▲
eigenlijk wel mee. Er zijn onderweg voldoende momenten om helemaal alleen te lopen of om van het verlaten landschap te genieten. Inschrijven voor de Fjällräven Classic kan online (www.fjallraven. com/classic). Deelname kost SEK 1600 (180 euro); de Fjällräven Classic 2011 is inmiddels helemaal volgeboekt.
Uitrusting Je minimumuitrusting: tent, brander en brandstof, slaapzak en slaapmat, kaart en kompas, muts, handschoenen, warme trui, lang ondergoed, winddichte broek, wind- en waterdicht jack, EHBO-kit. Deelnemers aan de Fjällräven Classic zijn verplicht deze spullen mee te nemen. Daarnaast zijn raadzaam: muggenolie (hoge concentratie DEET), zonnebrand en een extra paar droge sokken.
Accommodatie Kamperen is overal langs de route toegestaan, met uitzondering van Abisko Nationalpark, waar alleen gekampeerd mag worden bij de hut bij Abiskojaure en op een aangewezen kampeerplaats vlak voor de finish. Gebruik van de STF-hutten langs de route is voor deelnemers
aan de Fjällräven Classic niet toegestaan. Het is wel mogelijk om proviand te kopen in de winkeltjes van de hutten.
Reis De beste (lees: snelste) manier om naar Lapland te reizen, is per vliegtuig. Er zijn dagelijks verschillende directe vluchten van Schiphol naar Stockholm en van daar naar Kiruna. Vanaf de finish in Abisko kun je met de trein terug naar Kiruna.
Adressen • www.fjallraven.com/classic: uitgebreide tochtinformatie, inschrijving en startlijsten. • www.svenskaturistforeningen.se/en: informatie van de Zweedse bergsportvereniging STF, onder meer over de Kungsleden. • www.flysas.com/en/nl: vliegtickets naar Stockholm en Kiruna. • www.sj.se: treinkaartjes en reisinformatie van de Zweedse spoorwegen.
|
35
36
|
hoogtelijn 2-2011
|
T e k s t Ni e k d e J o n g e
|
f o t o ’ s Ni e k d e J o n g e & M i c h a e l va n G e e m e n
In de voetsporen van Vinatzer en Messner
Marmo lada De laatste steile rotspassage; dan zie ik Michael verderop in schril contrast tegen de blauwe horizon afsteken. Rustig haalt hij het touw in en bost hij het op terwijl hij met een grote grijns op zijn gelaat het uitzicht in zich opneemt. Achter hem verschijnt een weids panorama van de Dolomieten, het gebied waar we de afgelopen drie weken doorheen zijn getrokken.
●
In het panorama tekenen zich de machtige massieven van de Langkofel, de Sella en de Tofana di Rozes af met daarachter een magnifiek zicht op de besneeuwde Alpenhoofdkam. Als ik naast mijn klimmaat sta en hem de hand schud, staat de grijns op mijn gezicht in dezelfde plooi van aardse gelukzaligheid. We genieten even volledig van het moment; we staan op de top van de 3309 m hoge Punta Rocca, de op een-na-hoogste top van het Marmoladamassief en van de Dolomieten. Morgen rijden we al weer terug naar huis waardoor dit moment haast een soort filmische climax vormt waar we deze vakantie naartoe hebben geleefd. Niet alleen vanwege de top en het prachtige uitzicht, maar vooral vanwege de route die we zojuist hebben geklommen: de klassieke Vinatzer-Messner op de Marmolada-zuidwand. Echte klassieker De Vinatzer-Messner is een echte klassieker en bestaat eigenlijk uit een combinatie van twee routes. Het onderste deel ofwel het Vinatzer-deel, loopt tot de grote horizontale band en bestaat uit zo’n achttien touwlengtes. Toen deze route in 1936 door Giovanni Battista Vinatzer en Ettore Castiglioni werd geopend, gold deze als een van de zwaarste in de Dolomieten. De originele Vinatzer-route loopt vervolgens, na een lange traverse over de horizontale band, naar rechts vanwaar verder omhoog geklommen wordt naar de top over een pijler met weinig technische moeilijkheden en slechte rotskwaliteit. Daarom klimmen de meesten tegenwoordig verder via een route die in augustus 1969 is geopend door Reinhold Messner. Dit deel bestaat uit zo’n vijftien touwlengtes. Het is verbazingwekkend dat Messner deze route solo heeft geopend, zeker gezien het compacte platenterrein waar het zeer lastig is je weg te vinden en de afzekeringsmogelijkheden minimaal zijn. Het Vinatzer-deel daarentegen is zeer steil en volgt een systeem van schoorstenen. Al met al biedt de combinatie van beide routes een uitdagende variëteit aan klimpassages en een mooi dagvullend programma waarbij je niks cadeau krijgt. Kou Jakkes, het duurt te lang, we schieten niet op en we moeten nog 32 lengtes! Deze ergernis gaat mij door mijn hoofd als Michael pas de tweede lengte aan het voorklimmen is. Die begint direct vanaf de
standplaats met een loodrechte wand met kleine positieve randjes. Normaliter prima te doen. Het is alleen koud, erg koud hier in de schaduw en in de snijdende wind. Onze gevoelloze handen hebben moeite met de greepjes. Ik vertel mezelf dat ik moet stoppen met die ergernis; logisch toch dat we met ijskoude handen wat langzamer zijn dan normaal. Toch verlang ik naar de zon. Spanning op het touw, Michael klimt voorbij de lastige passage uit beeld. De richting van het touw verraadt dat hij ver naar rechts traverseert. Ik weet dat de volgende standplaats niet ver meer kan zijn, doe mijn rugzak om en begin de standplaats af te breken. Even later klim ik vol nieuwe positieve energie het touw achterna, op weg naar de zon.
KL A SSIEKERS
VINATZER Als ik me in de zesdegraads versnijding omhoog probeer te werken, zie ik boven me een blank stuk rots zonder noemenswaardige grepen en treden. Boven me is een zooi mephaken in de compacte en massieve hoekversnijding geslagen. De ene mephaak nog roestiger dan de andere en sommige ver uit de rots stekend alsof ze door de bergreus uitgespuugd worden. Als ik een hamer bij me had, dan zou ik ze een paar flinke meppen geven, maar helaas. Ik kijk eens goed naar mijn mogelijkheden om verder te klimmen ... mmm … weinig. Na nog wat getreuzel neem ik een besluit. Ik klip een setje in de bovenste mephaak en trek me aan het setje omhoog. Jammer dan. Ik had het graag vrij geklommen maar dit duurt te lang. Die mephaken zijn er toch niet voor niets ingeslagen.
|
HOOGTELIJN 2-2011
Als ik eindelijk op de standplaats aankom, zie ik boven me een gigantische schoorsteen in de vorm van een grote holle pijp. In de schoorsteen lopen organisch gevormde watergeulen in allerlei maten. Even later heb ik een spectaculair zicht op de schaduw van Michael die scherp afsteekt tegen de felblauwe lucht. Tak… tak… tak… in een reflex buk ik. Stukken ijs vliegen rakelings langs me heen. Gelukkig staat Michael net buiten het bereik van het vallende ijs tegen de rechterwand van de schoorsteen aangeleund, met een bos nuts in zijn mond rustig een volgende tussenzekering te plaatsen. Als we twee touwlengtes later op de horizontale band aankomen, gunnen we onszelf een korte pauze. Vinatzer zit erop en het is heerlijk in de zon. Boven ons steekt de horizontale band op
|
37
38
|
hoogtelijn 2-2011
Uitzicht vanaf de top van de Marmolada.
sommige plekken als een gigantisch dak een paar meter uit. Onder het dak zie ik in de zon een aantal grote ijspegels schitteren. Aha, dat verklaart het vallende ijs! Honderden meters onder ons zien we het kleine stipje van de Rifugio Falier vanwaar we vanmorgen in het donker en de vrieskou vertrokken zijn. Als ik mijn mobiel aan zet om de tijd te checken schrik ik. “Yo Michael, het is al half twee, laten we kijken wat het middagprogramma ons brengt!” Koraalriffen De Dolomieten vormen een uniek natuurlijke berglandschap ten zuidoosten van de Alpenhoofdkam. Uniek in die zin dat het gesteente een unieke chemische samenstelling heeft. Het is moeilijk te bevatten dat de spectaculaire hoge wanden met grillige vormen ooit zijn gevormd in een oceaan. Ongeveer 250 miljoen jaar geleden heerste er een tropisch klimaat dat zorgde voor de groei van algenkolonies en de opbouw van koraalriffen. Doordat de oceaanbo dem langzaam daalde, moesten de koralen snel groeien om de daling te compenseren en zo in leven te blijven. De hoge wanden van de Dolomieten zijn dus het resultaat van een jarenlange gigantische samenwerking van levende organismen. Circa 60 miljoen jaar geleden drukte Afrika tegen Europa aan waardoor de gebergtevorming van de Alpen begon. De koraalriffen werden als één blok omhoog geduwd en de jongere sedimenten werden vervolgens geërodeerd waardoor de Dolomieten ontstonden zoals we die nu kennen. Verdwaald Het is half zeven’s avonds en dus hebben we nog genoeg daglicht om naar beneden te lopen. Na een korte pauze klauteren we vanaf de top het eerste stuk over gemakkelijk derdegraads terrein af tot we aan de noordkant op de ijzige gletsjer komen. De Marmolada gletsjer is de enige nog overgebleven gletsjer in de Dolomieten en ligt tegen de flauwe noordhelling van het Marmoladamassief geplakt. Beneden in de diepte zie ik Lago di Fedaia liggen met daaronder de weg over de Passo di Fedaia. Verderop over de kam komt het liftstation in beeld, het ligt er verlaten en stilletjes bij. Eigenlijk ben ik daar wel blij om. Ethisch gezien is een afdaling op
hoogtelijn 2 -2011
Het is verbazingwekkend dat Messner deze route solo heeft geopend
eigen krachten de beklimming van de Marmolada-zuidwand meer dan waard. En als we even doorstappen dan kunnen we net voor het donker terug zijn op de camping in Malga di Ciapela. Bij het verlaten liftstation besluiten we de afdaling door het oostelijke dal te nemen dat direct naar Malga di Ciapela loopt. Hierdoor hoeven we niet meer op onze sportschoenen over de glibberige gletsjer te banjeren en zijn we ook niet afhankelijk van een lift met een auto op de pas. Het eerste stuk is behoorlijk steil; gelukkig kunnen we gebruik maken van de enigszins verrotte kabels van een oude via ferrata. Als we na een klein uur de ruïne aan staalkabels achter ons laten, zie ik in de verte de alpenweide al liggen. Uitgelaten grappen we over de Duitse jongens die de hele dag een paar lengtes achter ons hebben geklommen. Die zullen wel meer moeite gaan hebben met de afdaling in de snel opkomende duisternis. Aan het eind van de Alpenweide zien we plots over de gehele breedte van het dal de voor de Dolomieten kenmerkende Lätschen opdoemen, een zeer dichtbegroeid struikgewas van een soort dikke coniferentakken. Het maakt ons wat nerveus. Het is nu zaak het pad naar beneden te vinden. We volgen een smal paadje, vertrappingssporen en ... dan stap ik op een stronk die opeens helemaal doorbuigt waardoor ik me met beide handen stevig aan de takken moet vastgrijpen. Whooooww…..in het halfduister heb ik nog net genoeg licht om een diepe afgrond waar te nemen. Ik kan het bijna niet geloven, maar realiseer me opeens dat we nu toch echt verdwaald zijn.
Duitse klimvrienden Met halsbrekende toeren worstelen we ons verder door de Lätschen en uiteindelijk glijden we op onze kont een grashelling naar beneden en staan dan pardoes op een brede grasband. “Niek, zullen we nu toch maar onze hoofdlampen erbij pakken?” Tien minuten later stuiten we bij stom toeval op een rotsblok met een vage witrode markering die ons naar beneden loodst. Opgelucht lachen we om onze zeer vermakelijke afdaling. “Nou ik denk dat die Duitsers de nacht buiten moeten doorbrengen want die gaan dit pad echt niet vinden.” Als we twee uur later de camping op strompelen zijn de eersten die we tegenkomen onze Duitse klimvrienden. De afdaling over de gletsjer bleek toch sneller te zijn geweest. ▲
Messner Na een korte lastige passage over het dakje van de horizontale band komt een enorme zee aan dolomietgesteente in beeld; hier loopt de Messner-route. Het eerste deel van de plaat is gemakkelijk. Tijdens het voorklimmen besluit ik daarom maar door te klimmen zodat Michael aan een lopende zekering achter me aan moet. Het is flink zoeken naar de juiste weg en af en toe wordt het zicht ontnomen door wolken die vanuit het dal tegen de bergwand omhoog stuwen. Tussen de wolken door spot ik hogerop een aantal felgekleurde schlinges van een standplaats. Daar moet ik dus heen. Af en toe lijken we maar gewoon te klimmen op gevoel aangezien we geen
enkel herkenningspunt hebben. In dit lastige alpiene terrein is het vaak handig je af te vragen waar je zelf naar toe zou klimmen als eerstbeklimmer. Als we uiteindelijk onder aan de sleutellengte staan, vraag ik me pas echt goed af waar Reinhold Messner, in z’n eentje, naartoe zou zijn geklommen. Rechts door een vaag spletensysteem lijkt het meest logisch, links zien we echter een mephaak uit de rots steken waardoor we besluiten toch die kant op te gaan. De sleutellengte is steil met allemaal kleine holle pockets en kleine randjes. Af en toe moet ik weer een paar passen terugklimmen omdat ik de verkeerde sequentie aan grepen heb gevolgd. De lengte is een heuse puzzel waarbij je goed moet opletten met welke hand je welke greep vasthoudt om jezelf niet vast te klimmen. Het eerste stuk kan ik nog een paar kleine cams plaatsen tot aan de mephaak, die zeker tien centimeter uit de rots steekt. Tsja, altijd nog beter dan géén haak. Het volgende stuk boven de mephaak spot ik geen enkele barst of pocket waar ik een nut of cam in kwijt kan. Als ik een aantal meters boven de haak sta, flitsen nare beelden van vallen en brekende haken door mijn hoofd. Kom op! Concentreren en doorklimmen. Ik prent mezelf in dat er geen tussenzekering te leggen is en dat met wachten de grepen er niet beter op worden. Netjes en beheerst klimmen is de enige oplossing. Even later sta ik met bijna al het klimmateriaal nog aan mijn gordel op de standplaats ... sjongejonge zeg ... die Messner.
|
39
Messner
Klassieker op de Marmolada Route De Vinatzer-Messner-route wordt in de meeste gidsjes UIAA 6+ gewaardeerd. Ondanks deze waardering denk ik dat soepel 6b op eigen protectie kunnen voorklimmen een goede maatstaf is. Zorg dat je als touwgroep goed op elkaar bent ingespeeld. De route is lang en zelfs de makkelijke lengtes krijg je niet cadeau. Ook moet je rekening houden met soms lange run-outs. Probeer bij de afdaling de gletsjer direct naar de Passo di Fedaia te nemen.
Meer routes Het Marmoladamassief is een oceaan van dolomietgesteente, dus je raakt er je leven lang niet uitgeklommen. Veruit de populairste route op de Marmolada-zuidwand is de iets kortere Don Quichote. Andere klassiekers zijn de Moderne Zeiten, Weg durch den Fish en Gogna.
Reis De Dolomieten zijn toch wel het beste te bereiken met een auto. Hierdoor ben je flexibel en kun je ook eens gaan klimmen op de andere schitterende bergen die de Dolomieten rijk is. Voorbeelden zijn de Civetta, Agnèr, Drei Zinnen, Tofana di Rozes, Sella.
huttenwaard die over veel kennis van de zuidwand beschikt.
Materiaal De gehele route moet zelf afgezekerd worden. Slechts hier en daar vind je een mephaak. Ook de standplaatsen zijn vaak op eigen protectie, of kunnen in ieder geval een back-up goed gebruiken. Het is aan te bevelen om met een dubbeltouw te klimmen. Voor de rest volstaat een set nuts en een normale set cams (ca. van Black Diamond .3 t/m 3). Een optie is om een hamer en een paar mephaken mee te nemen in de rugzak. Nadeel is het gewicht. Hoe lichter je bent, hoe sneller je door het terrein gaat.
Documentatie Er is sinds kort een nieuwe topo uit met over de 100 routes op de Marmolada zuidwand: • Marmolada, Parete Sud South Face, Maurizio Giordani De topo die wij gebruikt hebben is een absolute aanrader om aan te schaffen. De gids beschrijft routes door de gehele Alpen met accurate en duidelijke tekeningen: • Topoguide.de, Kletterführer Alpen V bis VIII, Nicole Luzar & Volker Roth
Klimmerstaal Accommodatie In Malga Ciapela ligt net voorbij het liftstation een camping met prima douches. Net voorbij de camping kan de auto geparkeerd worden om naar de voet van de Marmoladazuidwand te lopen (ca. 1hr15). De Rifugio Falier ligt op 2074 m van waaruit alle routes op de zuidwand binnen 20 minuten te bereiken zijn. De hut is erg gezellig met een
cam = / camming unit / spring loaded camming device = klemveer die geplaatst wordt in een spleet en die de klimmer moet opvangen bij een eventuele val. mephaak = haak die je in een spleet in de rots mept, voorloper van de cam en ook wel piton genoemd. nuts = klemblokjes die in vaak onevenwijdige spleten en barsten in de rots verklemd kunnen worden.
Vinatzer
KL A SSIEKERS
|
M AT E R I A A L
|
HOOGTELIJN 2-2011
Hiker
Optimus, sinds 1899
Keron
Hilleberg, sinds 1980
Knifeblades
Groenlandbroek
Black Diamond, sinds 1958
Fj채llr채ven, sinds 1972
Perfekt
Meindl, sinds 1981
Pocketfilter
Katadyn, sinds 1976
NOSTALGIE IN JE RUGZAK Vorig jaar hartstikke hip, nu zooooooooooooo 2010! Dat is het lot van veel producten die op de markt worden gebracht; het zijn geen blijvertjes. Maar er zijn uitzonderingen. Hoogtelijn verzamelde een aantal klassiekers die al even meedraaien aan de top in de berg- en buitensport. De oudste dateert van het jaar 0: Hartkeks. Het Romeinse leger ging al op pad met deze voedzame onverwoestbare koeken.
Classic 07
Wenger, sinds 1988
Hartkeks
Bever e.a., sinds 0
VE25
The North Face, sinds 1986
Grigri
DP-kompas
Petzl, sinds 1991
Recta, sinds 1941
Wollen wanten
VAUDE e.a., sinds 1880
|
41
hoogtelijn 2-2011
|
Focus Vrijdagavond 4 juli 2008 op de Blümlis alphütte. We waren ’s ochtends uit Kandersteg omhoog gekomen. Maar wacht, laat ik verder teruggaan in de tijd. Tien jaar daarvoor gingen we voor het eerst met elkaar op stap, acht man, die vroeger betrekkelijk serieus aan alpinisme hadden gedaan, getrouwd waren geraakt, kinderen hadden gekregen, door werk in beslag waren genomen, enfin u herkent het wel: het oude touw en de geroeste pickel lagen op zolder te wachten op betere tijden. Die betere tijden braken aan, toen we op een zondag in juni 1998 in Rosenlaui uit de bus stapten, de veel te zware rugzakken op de schouders namen, de eerste slingers van het pad naar de Engelhornhütte opliepen en in het bos verdwenen voor een week door het oostelijke deel van het Berner Oberland. Die avond op de Blümlisalphütte was dus tien jaar daarna, tien jaar waarin we iedere zomer een week met elkaar op stap waren, niet à la recherche du temps perdu, wél à la recherche du temps passé: om nog weer eens ’s middags met een verveld gezicht en gesprongen lippen het terras van de Topalihütte op te klossen, ’s nachts onder de dekens de storm om de Cabane de l’A Neuve te horen razen, ’s ochtends voor de Rifugio Allievi oog in oog te staan met grote grijze wanden. En nu op die vrijdagavond op de Blümlisalphütte stond ik in het laatste zonlicht en keek eindeloos naar wat zich voor mij afspeelde, ik kon er geen genoeg van krijgen. Zo gaat dat met oude alpinisten: ze krijgen er nooit genoeg van. Rob Leopold
Focus als bureaublad? Dat kan! Download deze of een andere Focus. Je kunt ze vinden onder de groep Hoogtelijn op Summitclub van de NKBV. Heb jij ook een mooie foto voor Focus? Stuur hem naar Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl
43
44
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
INTERVIEW
‘Alpinisme draait niet om klimmen’
Bart van Raaij
‘BOULDEREN IS HET Een tijdje geleden mailde een klimmaatje hem een filmpje: ‘Moet je hier eens naar kijken Bart…’ “Dat was een boulder van drie passen in een Amerikaans gebiedje: Horse Pens 40 in Alabama. Drie passen, maar wel drie heel mooie passen. Diezelfde middag hebben we onze creditcardnummers ingetypt en gingen we voor tien dagen naar de VS. Maar we hebben hem allebei niet geklommen. Hij was te moeilijk.” Bart van Raaij zit in zijn werkkamer op de bovenverdieping van zijn huis in Rotterdam Overschie. Zijn tas staat ingepakt klaar in de hoek: een map met aantekeningen en schetsen en een fototoestel. Buiten regent het onophoudelijk; de weersverwachting
voor de komende dagen is ronduit slecht. Toch staat hij op het punt om te vertrekken naar Fontainebleau om daar veldwerk te doen voor zijn tweede klimgidsje van het Franse bouldergebied. Klinkt leuk, maar het blijft werk, zegt hij. “Om nou met dit weer naar een klimgebied waar je, tot je knieën zeiknat, door de halfdode varens aan het struinen bent, met natte papiertjes en pennen die het niet doen… Dat is gewoon werk.” Van Raaij is, in willekeurige volgorde, uitgever, vormgever, fotograaf en boulderaar. Hij maakt sinds eind 2008 het sportklimtijdschrift BLOK (‘BLad Over Klimmen’), daarvoor verzorgde hij
jarenlang de vormgeving van het inmiddels verdwenen klimblad Limits. En hij maakt topo’s. In 2003 verscheen zijn gids 7+8, 1115 Straight Ups in Fontainebleau, een strak uitgevoerd boekje met 1115 van de moeilijkste boulders in het klimgebied bij Parijs. Vier jaar later kwam hij met een herziene versie, dit maal met 1789 boulders. Naar verwachting verschijnt dit voorjaar zijn tweede gids: 5 + 6 Fontainebleau met meer toegankelijke routes. LIJSTJES Van Raaij vertelt dat hij midden jaren tachtig begon met klimmen, al ging hij voor die tijd wel met zijn ouders naar de Alpen. “In
TEKST ERNST ARBOUW
|
FOTO’S L AURENS A AIJ
|
HOOGTELIJN 2-2011
Bart van Raaij is boulderaar, fotograaf en grafisch vormgever. Werk en hobby zijn voor de maker van de bouldergids Fontainebleau 7+ 8 niet te scheiden. Voor de één een ramp, voor Van Raaij een zegen: “Ik word er gelukkig van als ik een steen in m’n schriftje heb geschreven.”
PURE KLIMMEN’ Eindhoven, waar ik op de grafische school zat, had je de Boulderburcht, de eerste artificiële klimwand van Nederland,” zegt hij. Vier, vijf keer per week zat hij op de wand, zomer en winter. “Zelfs als het vroor, zat ik op de muur. Daar ben ik echt fanatiek geworden.” Van het een kwam het ander. Begin jaren negentig – hij studeerde inmiddels aan de kunstacademie St. Joost in Breda – werd hij gevraagd foto’s te leveren voor een nieuw klimblad: Limits. “Dus ik vroeg: hebben jullie al een vormgever?” En zo geschiedde. Ondertussen verschoof zijn aandacht steeds meer van sportklimmen naar boulderen. En hij begon lijstjes te maken. Welke routes
had hij geklommen? Hoeveel zevendegraads boulders zijn er in Fontainebleau? “Gewoon voor mezelf. Ik wilde weten wat er te klimmen was. Nou ja, ik vind het gewoon leuk om lijstjes te maken. Doordat ik het zo nauwkeurig bijhoud weet ik bijvoorbeeld dat ik nu bijna zevenhonderd boulders vanaf 7a heb geklommen.” Dat zijn, benadrukt hij, zevenhonderd boulders in Fontainebleau. “Als je alle sportklimroutes en alle boulders buiten Fontainebleau meetelt, dan zijn het er vijftienhonderd vanaf 7a.” “Het geeft me ook een stimulans, want het zijn er nu niet precies zevenhonderd. Het zijn er zeshonderd-zoveel-en-negentig. Het is natuurlijk hartstikke leuk om daar straks
zevenhonderd van te maken. Het zijn kleine dingetjes die je stimuleren om er nog nèt eentje uit te persen. ‘Als ik er vandaag vier doe, zit ik op de zevenhonderd.’ En dan vind ik het ook leuk als die zevenhonderdste een mooi blok is. Dat het niet een of andere lullige – nou ja, vul zelf maar in.” De lijst met boulders vormden de aanzet tot de eerste klimgids. “Mensen vroegen me of ze m’n lijst mochten hebben. Daar had ik eigenlijk niet zo’n zin in. Toen zeiden ze: ‘Dan moet je er een boek van maken, dan kopen we het wel.’ Nou ja: ik ben grafisch ontwerper, ik vind het leuk om te fotograferen, ik vind het leuk om lijstjes te maken. Dan is het vrij logisch dat je een gids gaat
|
45
46
|
hoogtelijn 3-2010
‘Je maakt passen die misschien nog nooit door iemand zijn gemaakt’
maken van het gebied waar je het liefste klimt. Ik ben eens gaan kijken of dat haalbaar was en toen ben ik het gewoon maar gaan doen.” Het gidsje, uitgevoerd in het Engels, was een instantsucces. Dankzij Van Raaijs minutieuze arbeid (“Ik heb er vier jaar over gedaan…”) werden onbekende en moeilijk te vinden stukken van het bos ineens ook toegankelijk voor niet-locals. Voor Van Raaij voelde het misschien als een logische stap om een topo van Fontainebleau te maken, voor buitenstaanders is het niet direct heel logisch dat een Nederlander een internationale gids voor het gebied maakt. Was hij niet bang voor negatieve reacties van lokale klimmers? “Ja natuurlijk. Ik vond het in het begin ook best eng. Ik was bang dat de Fransen commentaar zouden hebben: ‘Wat gaat die Nederlander er nou met ons bos vandoor?’ Maar dat bleek helemaal niet het geval te zijn. Ze waren juist erg enthousiast…” Hij had nog een zorg: “Ik ken het bos natuurlijk niet uit m’n hoofd, dus een groot gedeelte van de informatie in het boekje komt uit andere bronnen. Mensen vertellen
me dingen, ik haal dingen uit andere gidsjes, je komt dingen tegen op internet. Ik was bang dat mensen zouden zeggen: ‘Je hebt alles bij elkaar gejat.’” Zo werkt het nou eenmaal bij het maken van klimgidsen, vertelt hij. “Het bos is groot. Er is niemand meer die alles uit z’n hoofd kan opschrijven. Ik zie ook dat als er nu gidsen uitkomen, mensen informatie uit mijn gids halen.” Er was nog een probleem. Een maand voor publicatie van 7 + 8 Fontainebleau kwam – helemaal toevallig en vooral voor Van Raaij totaal onverwacht – lokale klimmer Sébastien Frigault met een gids: alle blokken in Fontainebleau vanaf 7a. “Dus ik dacht: nou ben ik echt de lul. Het hele huis stond vol met dozen – tweeduizend gidsen. Vier jaar en duizenden euros geïnvesteerd – uit eigen zak betaald. Ja, wat doe je dan?” Toen er ook nog eens een groot aantal verschillen bleek te zijn tussen de Franse gids en het boekje van Van Raaij (“Acht handgeschreven A4-tjes, en ik heb een erg klein handschrift…”) werd het er niet beter op. Maar, zegt hij: “Gelukkig bleek dit een bizar slechte gids te zijn. Niemand kocht dit ding.”
En de verschillen? “Ik weet gelukkig vrij zeker dat ik het bij het rechte eind heb. Mijn gids bevat waarschijnlijk best een aantal fouten, maar niet acht A4-tjes vol.” Puur De gidsjes van Van Raaij zijn strak en herkenbaar vormgegeven: zwart-wit en zonder opsmuk. Kaartjes van bouldergebieden zijn tot hun absolute essentie teruggebracht: zwarte lijnen voor de omtrek van de blokken, kleine nummertjes op de plaats van de routes. Geen overbodige tierelantijnen en frutsels. “Van mij hoeft het niet spectaculair ingekleurd met een verlooptintje of met een schaduw. De schoonheid van dit boek zit hem in de puurheid van de informatie,” zegt hij. Die zoektocht naar puurheid en essentie lijkt een overeenkomst tussen Bart van Raaij de vormgever en Bart van Raaij de klimmer. Hij zegt het tijdens het gesprek een paar keer: boulderen draait puur en alleen om het klimmen. “Dat gedoe met een gordel, en dan setjes inhangen…” Hij maakt een beweging alsof hij met z’n vingertoppen aan een greepje hangt, terwijl hij met z’n andere
HOOGTELIJN 2 -2011
hand trillend een setje inhangt. Met bibberende stem: “Huhuhu… Dat is voor mij geen klimmen.” Bij boulderen draait het allemaal om die ene beeldschone en bloedmoeilijke pas, legt hij uit. “Als ik naar Berdorf ga en ik ga een heel moeilijke route uitwerken, dan weet ik dat die moeilijke pas op driekwart zit. Dan weet ik: daar ga ik vallen – of toevallig vandaag een keertje niet. Maar ik moet elke keer weer die eerste vijftien meter klimmen. En die eerste vijftien meter is op een bepaald moment niet zo interessant meer, want die heb ik dus al twintig keer gedaan. Bij boulderen zit je meteen op die moeilijke pas.” Hij maakt een vergelijking met het verschil tussen 100 meter sprint en de marathon. “Sportklimmen is eigenlijk als het lopen van een marathon: je gaat je eerst veertig kilometer helemaal kapot lopen, en dan ga je kijken of je een sprintje kan winnen van je tegenstander. Ik vind het niet zo interessant om eerst heel hard te beulen.” Om te voorkomen dat er misverstand over ontstaat, benadrukt Van Raaij dat hij beslist niks tegen sportklimmen en alpinisme heeft. Het enige is dat boulderen beter bij hem past. SOCIALER “Als je naar de klimhal gaat, zijn er hooguit twintig of dertig routes die voor jouw niveau interessant zijn. En routes in de klimhal blijven tegenwoordig vrij lang zitten, wat betekent dat je eigenlijk altijd dezelfde dingen aan het klimmen bent. Als je gaat boulderen, doe je altijd nieuwe dingen. Je maakt passen die misschien nog nooit door iemand gemaakt zijn. We staan soms te springen: ‘Wow, een nieuwe pas!’ Heb je een routeklimmer dat ooit horen zeggen, denk ik dan? Ik heb ook nog nooit een alpinist horen zeggen: ‘Die drie meter die ik dáár heb geklommen, die zijn zo mooi. ‘Dat is zúlke mooie rots, daar zit zó’n mooi randje. Dan moet je een heelhook maken – dat kun je je niet voorstellen, zo’n pas...’” En dan, eigenlijk zonder dat hij het zelf doorheeft: “Alpinisme draait eigenlijk niet om klimmen.” “Voordat het verkeerd begrepen wordt: alpinisme draait om een heleboel dingen. Je bent moe en je stijgijzer schiet los en je hebt zware rugzakken en het gaat bijna onweren en tóch kom je boven. Ik denk dat het fantastisch is als je met je maatje terugkomt in de hut en dat je denkt: wow, het is tóch
|
gelukt. Maar het draait niet om klimmen. Snap je een beetje wat ik bedoel?” Vooruit, nog ééntje dan: “Ik vind boulderen ook socialer. De één probeert het, de ander probeert het; jij hebt een tip, iemand anders heeft een tip; je gaat eens een broodje eten en je loopt een beetje rond. Je bent veel vrijer. Als je geen zin hebt, doe je een keertje niks. Als je gaat routeklimmen, sta je meestal de helft van de tijd iets te doen wat misschien helemaal niet zo leuk is. Belangrijk, maar niet leuk.” PLEZIER Hoe is het eigenlijk om als gidsjesschrijverschuine-streep-klimbladenmaker op pad te zijn? Klim je dan nog wel voor je plezier of ben je stiekem altijd met je werk bezig? Soms lopen hobby en werk wel erg ver in elkaar over, beaamt hij, maar, zegt hij er geruststellend achteraan: “Ik heb niet het idee dat ik er heel erg last van heb. Als ik in de zomervakantie op pad ben, moet ik wel eens bedenken: Bart, je gaat nu gewoon klimmen. Je gaat hier niet over schrijven, je gaat geen foto’s voor BLOK maken. Anders sta ik toch weer de halve dag met een camera om m’n nek. Kijk, het is ook heel leuk. Ik kom doordat ik dit werk doe ook op plekken waar ik anders niet zou komen. Het brengt me uiteindelijk ook heel veel.” “In Fontainebleau voel ik me wel eens schuldig als ik niet aan m’n gids heb gewerkt. Tegenwoordig los ik het op door in de rustpauzes te werken. Op een gegeven moment heb je met z’n allen toch een uurtje rust nodig. Terwijl de rest dan een beetje zit te kletsen, loop ik rond. Dan kom ik na een uur terug en dan ben ik helemaal trots dat ik m’n aantekeningen van die-en-die hoek van een gebied helemaal heb bijgewerkt. Ik kan echt met plezier door het bos rennen. Dan zijn we met een groepje mensen ergens aan het klimmen en dan bedenk ik ineens: hier driehonderd meter verderop zit een boulder die ik moet vinden voor m’n gids. Als ik er dan heen loop, ben ik zo enthousiast dat ik vanzelf ga rennen. Als ik dat blok dan vind, ben ik helemaal gelukkig. Dan hoef ik niet eens te klimmen. En dan loop je terug en dan zie je ineens een hert door het bos scharrelen – dat soort dingen zie je als je alleen bent. Dan denk je: wat heb ik nou eigenlijk helemaal gedaan? Ik heb een steen in m’n schriftje geschreven. Maar ja, van dat soort dingen word ik gelukkig.” ▲
WIE IS… BART VAN RAAIJ (1969) 1983 1984 1986
1988 1991 1992 1992
1998 2002 2002
2004 2011
Huttentocht in de Alpen Beginnerscursus sportklimmen in de Eifel Regelmatig klimmen op de Boulderburcht in Eindhoven “Als mensen het vragen, zeg ik altijd dat ik in ’86 begon met klimmen. Eén keer een cursus doen, is toch iets anders dan regelmatig klimmen.” Eerste bezoek aan Fontainebleau Publicatie Klimgids van Nederland Vormgeving klimblad Limits (tot 2007) Eerste 7a-boulder, Petit Tour, Fontainebleau “Een mijlpaal, niet alleen vanwege de moeilijkheid, maar ook vanwege de ontdekking dat Fontainebleau geen gesloten wereld is voor schimmige Franse helden. Fontainebleau is iets waar je zelf ook deel van kunt uitmaken.” Eerste 8a-route, Le Crime était presque parfait, Mont Dauphin Eerste editie topo 7 + 8 Fontainebleau Tweede plaats NK Boulderen “Het jaar daarna werd ik derde en het jaar daarna vierde, en in 2009 eindigde ik al zevende. Het is niet dat ik slechter ben geworden; het niveau van andere boulderaars is enorm vooruit gegaan.” Moeilijkste boulder, Big Dragon, 8a+, Fontainebleau Werk aan topo 5 + 6 Fontainebleau “Ik wil hem graag nog dit jaar afmaken. En als ik hem dit jaar afmaak, dan het liefst vóór Hemelvaart en Pinksteren.”
47
w 48
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
ACHTERGROND
|
TEKST PETER DA ALDER
eidsbe
Indoor Voorkl im
men
n e m m i l k t r o p s g li
ardigh
wijs
r Outdoo men Voorklim
vei
veilig
ortkli mm
e m m i l k t r o sp
ture n e v d A en m m i l K
Klimva
veilig sp
ewijs
n
sb gheid i d r a a Klimv
en
sbewijs
rdigheid Klimvaa
10 VRAGEN OVER HET KLIMVAARDIGHEIDSBEWIJS Het Klimvaardigheidsbewijs (KVB) bestaat sinds 2007. Wie een cursus klimmen met goed gevolg afsluit, ontvangt sindsdien een KVB. Wie vóór die datum al heeft leren klimmen, heeft dat papiertje meestal nog niet. Wat betekent dat? De tien meest gestelde vragen over het Klimvaardigheidsbewijs én de antwoorden van Ralf van der Rijst en Eveline van Tuinen van de NKBV.
1
Waarom heb je een KVB nodig? Heeft een automobilist een rijbewijs nodig om te kunnen autorijden? Strikt genomen niet. Het gaat erom dat hij kan autorijden en dat papiertje dient als bewijs dat hij dat goed heeft geleerd. Zo moet je het Klimvaardigheidsbewijs ook zien. Het doel is dus dat klimmers ‘goed’ klimmen; het KVB dient als controlemiddel, bijvoorbeeld als je nieuw in een klimhal komt. Met je KVB kun je dan aantonen dat je weet hoe je moet klimmen. Op het moment van examineren kun je in principe veilig voor jezelf én voor je omgeving klimmen. Dit neemt niet weg dat je nog steeds goed moet oefenen om je vaardigheden te onderhouden en verder te
ontwikkelen. Net zoals een rijbewijs geen garantie is dat iemand veilig rijdt, is het KVB geen garantie dat iemand veilig klimt. Daarvoor is de bestuurder dan wel de klimmer altijd zelf verantwoordelijk. Maar je kunt er redelijkerwijs wél van uitgaan dat de klimmer weet hoe hij veilig moet klimmen. Hij heeft immers een KVB.
2
Is een KVB verplicht? In Nederland is het KVB nog nergens verplicht, sommige hallen vragen er wel naar. Buiten Nederland zijn er wel hallen waar je verplicht een bewijs moet tonen om te mogen klimmen. Het Nederlandse KVB wordt dan geaccepteerd.
limme
n
HOOGTELIJN 2-2011
Klimv aardi
sbewi
js
veilig s
portk
Indoo r Topro pe
gheid
Er zijn diverse opvolgende cursussen die opleiden voor een klimvaardigheidsbewijs: • Indoor Toprope • Indoor Voorklimmen • Outdoor Voorklimmen • Adventure Klimmen
Het gaat immers niet om het papiertje, maar om het feit dat klimmers veilig moeten kunnen klimmen, zich bewust zijn van de risico’s en daar naar handelen. Het KVB is een middel en geen doel op zich. Natuurlijk is het wel handig als iedereen dezelfde normen hanteert. Dan hoeft elke klimmer maar één keer te bewijzen dat hij veilig kan klimmen en niet elke keer als hij in een andere hal komt. Voordeel van het KVB is bovendien dat het in het buitenland erkend wordt. Het maakt het allemaal een stuk overzichtelijker.
6
7 3
Hoe zit het in andere landen? In België wordt hetzelfde KVB gebruikt als in Nederland. Bij de Belgen heeft de overheid bij Koninklijk Besluit bepaald dat voor alle risicosporten een risico-evaluatie gemaakt moet worden. Bovendien moeten er acties ondernomen worden om het risico terug te dringen. De Belgische Klim en Bergsport Federatie (KBF) heeft ervoor gekozen het KVB te gebruiken als middel om de risico’s te verminderen. Zij stellen het zelf (nog) niet verplicht, maar een aantal hallen in België al wel. Ook in Duitsland zijn diverse hallen waar je alleen mag klimmen als je een KVB of Kletterschein hebt. De KBF heeft al haar leden die al langer klimmen via een evaluatieen toetsingssysteem de mogelijkheid geboden een KBF te verkrijgen. Die actie is vergelijkbaar met onze inschalingsactie KVB. KBF en NKBV zorgen er beide voor dat instructeurs voldoende kennis hebben voor de beoordeling van cursisten.
4
Wat gebeurt er als je geen KVB hebt?
5
Zijn hallen die niet met het KVB werken per definitie minder veilig?
Dan kun je niet aantonen dat je kunt klimmen. Dat wil niet zeggen dat je werkelijk niet kunt klimmen! Een aantal klimhallen onderzoekt de haalbaarheid van het verplicht stellen van het KVB, zowel organisatorisch als financieel. Dit is een initiatief van de klimhallen. Het komt niet zomaar uit de lucht vallen. De (Europese) regels worden steeds strenger. Mocht er een ongeluk gebeuren in een klimhal, dan zal een rechter altijd vragen welke maatregelen de uitbater heeft genomen om de risico’s op ongelukken te reduceren. Het verplicht stellen van een KVB kan bijdragen aan de risicoreductie. Voor diverse Duitse en Belgische klimhallen is dat de reden geweest om de verplichting in te voeren.
Hallen die het KVB (nog) niet als middel hanteren, hebben hun eigen middelen om controle uit te voeren. Die zijn niet beter of slechter.
|
Wat moet je doen om een KVB te krijgen? Je kunt een cursus volgen of - als je al goed kunt klimmen - een toets doen bij een instructeur. Deze bepaalt of je voldoet aan de gestelde eisen. De instructeur kan dat checken door een echte toets af te nemen, waarbij je een aantal routes moet klimmen, zekeren, etc. Als de instructeur jou al jaren kent en weet dat je de competenties hebt die vereist zijn, kan hij een KVB voor jou aanvragen bij de NKBV. Instructeurs weten hoe dat werkt. Als een instructeur niet overtuigd is van je capaciteiten, biedt hij je een cursus aan om je kennis en kunde te vergroten, zodat je met een latere toets wél je KVB haalt.
Waar kun je het KVB krijgen? Je kunt je daarvoor melden bij een instructeur. Deze zijn bekend bij de regio’s van de NKBV en bij de door de NKBV erkende opleidingscentra. Kijk op www.nkbv.nl
8
Waarom moet je betalen voor een KVB?
9
Wordt er centraal in Nederland bijgehouden wie een KVB heeft?
10
Er zijn nu eenmaal kosten verbonden aan de productie, registratie en administratie. De cursus wordt door veel verschillende partijen aangeboden, die mogen zelf bepalen wat zij voor de cursus rekenen. Een regio met vrijwilligers kan de cursus goedkoper aanbieden dan commerciële partijen die met betaalde krachten werken. Bij de NKBV ben je dus goedkoper uit.
Klimmers met een KVB worden bij de NKBV geregistreerd. Als zij hun pasje kwijt zijn kunnen zij tegen een onkostenvergoeding een nieuwe pas aanvragen.
Het KVB lijkt vooral een belangrijk middel voor nieuwe klimmers? Dat klopt niet, het KVB is voor iedereen. De cursussen zijn wél vooral voor beginners in de klimsport. We zitten nu in een overgangsperiode waarbij nog niet alle ervaren klimmers een KVB hebben. Als in de toekomst alle klimmers een KVB hebben, vindt iedereen het logisch dat een nieuwe klimmer dat ook moet behalen. Een vergelijking is te maken met het golfvaardigheidsbewijs (GVB). In de golfwereld werd daar in het begin ook raar naar gekeken, maar nu is het geen discussie meer dat nieuwe golfers een GVB moeten halen. Bij een commerciële golfbaan kom je zonder GVB de baan niet op. Het GVB is volledig geaccepteerd. ▲ Ralf van der Rijst is Coördinator Sportaanbod bij de NKBV. De afdeling Sportaanbod biedt sportklimcursussen en daarmee het KVB aan. Eveline van Tuinen is bij de NKBV medewerker Sportondersteuning, de afdeling die instructeurs- en trainersopleidingen verzorgt.
49
50
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
●
L O C AT I E Z W I T S E R L A N D , U R I
KLIMMEN
Klimmen op de Bergseeschijen.
TEK ST SJORS KURVERS
|
F O T O ’ S N I E L S VA N E L D I K E N S J O R S K U R V E R S
De bergen zijn uitermate geschikt voor klassieke bergsport zoals klimmen, wandelen en toerskiën. Dat weten wij NKBV’ers al heel lang. Maar er is veel meer te doen. In de serie Basiskamp combineert Hoogtelijn telkens een traditionele bergsport met een andere sport die je in de bergen kunt beoefenen.
|
HOOGTELIJN 2-2011
BASISKAMP tt
a m r e And
EN KOERSEN RONDOM HET EPICENTRUM VAN DE ALPEN Wie Zentralschweiz zegt, zegt Andermatt: er ontspringen maar liefst vier rivieren en de eerste Zwitserse file stond er. De schier oneindige mogelijkheden om te klimmen en te fietsen maken Andermatt tot het epicentrum van de Alpen. Neem een keer de laatste afslag vóór je de Gotthardtunnel induikt en ontdek het prachtige graniet, de vriendelijke Uri’s en de uitdagende Alpenpassen. Toegegeven: de eerste keer dat ik Andermatt beleefde, was ik zoals velen slechts op doorreis. Er moesten hoge, aansprekende bergen beklommen worden en zo was ik onderweg van de Bernina naar Wallis. Het kleine dorpje met 1500 inwoners aan de voet van de Oberalppas vormde niet meer dan de zoveelste liftplek. Wie de hoofdweg van Göschenen richting Furkapas niet verlaat, zal het hele dorp misschien zelfs ontgaan. De aanblik van wat ooit legerkazernes waren, maken dat je het gaspedaal alleen maar verder intrapt. Inmiddels weet ik beter. Als ik na een ontspannende rit per nachttrein ’s ochtends uitstap, voelt het bijna als thuiskomen. In ieder seizoen kan je in deze regio van de bergen genieten. Nu is het augustus en staan een paar klim- en fietstochten op het programma. De eerste bestemming is de Göscheneralp; onder Nederlanders een geliefde kampeerplek. Het steile, bochtige weggetje ernaartoe schrikt de meeste caravanners af, dus hier is kamperen nog ouderwets eingeschränkt tot tentjes en kampvuurplaatsen. Wie zijn tent is vergeten, kan de nacht doorbrengen in een tipi.
gadegeslagen, mijn kleine rugzakje lijkt hij echter wel te waarderen. Maar bij een gids doe je het als Flachländer natuurlijk nooit helemaal goed; niet veel later loop ik met een touw als extra bagage richting hut... “Musst du schon richtig kampfen, oder?” Grijnzend staat Christian op de standplaats boven mij. Cadeau kreeg ik deze touwlengte zeker niet. Volgens het vodje papier waarop onze gids de minimaal benodigde informatie over de route heeft staan, zou de lengte 5c moeten zijn. Maar zag ik hem daar in die kleine traverse niet ook op een haak staan? “Ist ja auch relativ schwer, gell.” Einverstanden. Christian weet van geen ophouden, en we klimmen de ene prachtige lengte na de andere. Het graniet is zoals je er vaak in gidsjes over leest: bombenfest. Wie hier eenmaal het vertrouwen heeft dat z’n voeten vrijwel overal blijven staan, kan hier dagen achterelkaar routes klimmen tot er geen vel meer op z’n vingers zit.
FLACHLÄNDER De stuwdam boven de camping is uitgangspunt voor de aanloop naar een aantal hutten, van waaruit je enkele alpiene, en vele rotstoeren kan maken. Wij treffen hier berggids Christian, die ons vandaag meeneemt naar de Bergseeschijen (2815 m): een fraaie graniettop, op een kwartier lopen van de Bergseehütte. Zoals gebruikelijk worden we met de nodige scepsis door hem
MIJN BIDONS! Dan is het tijd voor een fietsrondje Susten-Grimsel-Furka. De drie passen zijn ook opgenomen in het Alpenbrevet, een cyclosportive die jaarlijks in augustus georganiseerd wordt. Wij zijn wat later in het seizoen en bovendien op een doordeweekse dag. Zo hopen we te voorkomen dat we happend naar zuurstof slechts uitlaatgassen binnenkrijgen.
|
51
Ontdek de spectaculaire wereld van canyoning!
Basecamp: groepsreizen (20-35j) Family Adventure: familiereizen (kids va. 6j) Juniorcamps: jongerenreizen (13-18j)
www.x-adventure.be
Tatra Wide GTX
Omaha GTX
Canyon II
Door zijn comfort en stabiliteit is de Tatra GTX een van de best verkochte hoge trekkingschoenen van Hanwag, daarom heeft Hanwag dit model nog verder ontwikkeld en voorzien van een extra brede leest. De Vibram AW Integral zoolconstructie waarborgt een optimale grip en afrolbeweging op alle ondergronden. Ook verkrijgbaar met een leren binnenvoering. Categorie B.
De Omaha GTX is geschikt als lichte trekkingschoen voor lange dagmarsen en lichte bergwandelingen. Dankzij de Vibram Endurance zool en de daarop aangebrachte kunststof binnenzool geeft de schoen ook op een oneffen ondergrond een stabiel gevoel bij het lopen. Ook verkrijgbaar met een leren binnenvoering. Categorie B/A.
Dit model scoort niet alleen vanwege de perfecte pasvorm, maar ook vanwege de voering van chroomvrij gelooid leer, waardoor u met deze schoen geen last meer hebt van allergieĂŤn. Dankzij deze voering ervaart u een ongeĂŤvenaarde en comfortabele pasvorm. De Vibram Ultra Grip zool zorgt voor veel stabiliteit tijdens de afrolbeweging van de voet. Categorie A/B.
info@hanwag.nl
tel. 0318 - 51 85 75
www.hanwag.nl
Globevents Lic A5735
X-ADVENTURE PRESENTS:
hoogtelijn 2 -2011
Nog fris aan het begin van de dag.
Derde en laatste pas van de dag gehaald.
Zodra de zon op is, verlaten we na flink bunkeren de behaaglijkheid van ons hotel. Het eerste stuk is bepaald geen opwarmertje: we rollen met de benen stil in de koude ochtendlucht een kilometer of vijf omlaag naar Göschenen. Bijna beneden knijpt Niels ineens vol in de remmen. “Ik vrees dat mijn bidons nog in het hotel staan,” meldt hij met een verontschuldigende blik. Het belooft een warme dag te worden, dus bij voorbaat onze watervoorraad rantsoeneren lijkt geen goed plan. Terug omhoog hebben we zo toch onze warming-up te pakken. Vanuit het minidorpje Wassen baant de weg zich een route omhoog richting Sustenpass. Het eerste stuk is steil en je krijgt meteen een paar haarspelden voor je kiezen, maar zodra je de eerste honderd hoogtemeters achter de rug hebt, vlakt het dal af en is het stijgingspercentage zodanig dat je een lekker tempo kan blijven rijden. Het is schitterend weer en we hebben mooi zicht op de pasweg die het laatste stuk weer flink steiler wordt. Bij de plek waar je je auto achterlaat als je naar de Sustlihütte loopt, halen de eerste auto’s ons in, maar tot we boven zijn, zijn ze gelukkig op één hand te tellen. Samen bereiken we soepeltjes het hoogste punt en na een foto gaan we snel weer verder. Reserves De Grimselpas begint kalmpjes. We stoppen nog even voor een amandelstaaf en dan moet het maar gebeuren. Óf deze pas is serieus steiler, óf mijn benen hebben er toch last van dat ze al een pas hebben moeten nemen vandaag. Vlak onder de stuwdam gaat het fietsen langzaam over in harken. Eindelijk boven krijg ik zicht op de volgende stuwdam. Dat is waar ook, die verrekte pas heeft twee dammen! Met de auto scheur je er zo overheen, maar nu moet ik helaas al mijn reserves aanspreken. Een ook niet meer helemaal frisse Niels staat mij boven op te wachten. Hij ziet mijn grauwe gelaat en het lijkt hem beter eerst wat eten naar binnen te schuiven voor we ons richting Gletsch naar beneden storten. Hier heb ik uiteraard niks tegen in te brengen. Naar beneden koersend ziet de Furkapass er erg steil uit, en hoewel het zeker geen flauw pasje is, valt die laatste uiteindelijk alles mee.
Het laatste stuk terug naar Andermatt kent gelukkig geen stijgingen meer. Niet veel later ploffen we neer op ons dakterras en doen ons tegoed aan chips, kaas en natuurlijk Rivella. Dat hebben we verdiend! Zuid-Europese sfeer Een koufront maakt het de dag erop onmogelijk iets leuks in de bergen rondom Andermatt te doen. Het mooie van Andermatt is echter dat alles dichtbij is, zo ook het doorgaans zonovergoten Ticino. Een snelle blik op internet maakt het niet moeilijk de plannen om te gooien. Locarno, aan de zuidkant van de Gotthardpas is maar een uurtje rijden. Terwijl in Andermatt de regen met bakken uit de hemel komt en de temperatuur rond de tien graden schommelt, is het Vallemaggia zonovergoten en warm. Het is moeilijk kiezen: gaan we hier sportklimmen, fietsen of mountainbiken? Of gewoon een heerlijke pasta eten en genieten van de Zuid-Europese sfeer? Stugge mensen Nog één keer hebben we afgesproken met Christian. Met een mooie alpiene toer willen we onze week afsluiten. De aanloop naar de Chelenalphütte is stevig, maar goed te doen. Het is echter bloedheet en de afgelopen dagen beginnen hun tol te eisen: echt soepel gaat het niet. Geeft niks, ons enige doel is op tijd zijn voor het avondeten. De hut wordt gerund door het opgewekte tweetal Roman en Rusina en alleen zij maken de hut al de moeite van het bezoeken waard. Probeer de sfeer die hier hangt maar eens te vinden in een van de overvolle hutten in Wallis! Daarnaast schotelt het krasse huttenduo ons een overheerlijk driegangendiner voor. Hoewel Christian het echt niet altijd leuk vindt om zoveel van huis te zijn, lijkt ook hij het hier uitstekend naar zijn zin te hebben. Wie zegt dat Zwitsers altijd van die stugge mensen zijn? Van de volle maan kunnen we door de bewolking helaas niet profiteren als we omhoog lopen richting Chelengletsjer. Op de col aan de voet van de gletsjer gaan de stijgijzers onder voor het laatste stuk naar de top van de Gwächtenhorn (3375 m). Moeilijk is het allemaal niet, maar voor wie een leuke alpiene uitzichttoer zoekt, is
|
53
54
|
hoogtelijn 2-2011
dit een aanrader. Tijdens de terugweg hebben we nog maar net het touw weggedaan, of het begint te regenen. Eerst een beetje, maar al snel plenst het. Christian heeft geen medelijden als hij hoort dat ik geen regenbroek bij me heb. Nu snapt hij hoe ik mijn rugzak zo compact kon houden. “Aber ‘ne Regenhose musst du doch immer unbedingt dabei haben!” Een espresso van Rusina en Roman is precies de opkikker die we nodig hebben om het laatste stuk naar beneden te lopen. Terug op de Göscheneralp springt Christian meteen in zijn pick-up: voor hem zit het werk erop en hij gaat genieten van zijn Feierabend. Wij stoppen bij de eerste de beste Rivellaparasol. Niels is overtuigd: “Andermatt is werkelijk het epicentrum van de Alpen!” ▲
Stopwatch aan voor de aanloop naar de hut.
Basiskamp Andermatt Reis De nachttrein is verreweg de meest comfortabele manier van reizen. Overstappen in Basel. Alternatief is de nachttrein naar Bellinzona en dan de trein terug naar het noorden. Plek voor fietsen is beperkt; wil je je fiets meenemen, dan is tijdig reserveren aan te raden. Kijk voor de dienstregeling op www.bahn.com; meer info en tickets bij www.treinreiswinkel.nl. Autorijders moeten vanaf Utrecht rekenen op 900 kilometer.
Accommodatie Wij sliepen in Hotel Bergidyll: eenvoudig, maar prima. Sommige kamers hebben een groot dakterras. Beneden is plek voor je fiets. De keuken is eerder Oostenrijks dan verfijnd Zwitsers. Er zijn genoeg
alternatieven, voor ieders wensen en portemonnee. Kamperen kan in Andermatt, maar is af te raden: de camping heeft geen schaduw en privacy, en ligt direct langs de weg. Wil je je tent dicht bij Andermatt opslaan, ga dan naar de camping in Realp, richting Furkapas. Deze is al een stuk beter. De camping op de Göscheneralp is het mooist, maar op een half uur rijden van Andermatt en de voorzieningen zijn er beperkt. Deze camping vormt een goed uitgangspunt voor tochten. Rondom Andermatt zijn veel berghutten: je kunt ze aan elkaar rijgen tot een mooie huttentocht van ongeveer een week. De Bergseehütte en Chelenalphütte waar wij verbleven, zijn ook opgenomen in deze route.
Fietsen Bergsport en fietsen is een mooie combi: fietsen is een prima training om fit de Alpen in te gaan, en als er geen vel meer op je vingers zit van het klimmen, maar de benen nog vers zijn, kan het een leuke afwisseling vormen. Bovendien kun je vaak wel fietsen als toerskiën of klimtochten niet (meer) mogelijk is. Rotsklimmen na een flinke fietstocht kan echter tegenvallen. Vanuit Andermatt zijn de volgende passen te fietsen: Sustenpas, Grimselpas, Furkapas, Gotthardpas, Oberalppas, Lukmanierpas en Nufenenpas. Voor de getrainde fietsers zijn hier twee grote lussen van te maken. Heb je minder sterke benen, dan kun je er ook voor kiezen een half rondje te fietsen en de trein terug te nemen. De passen zijn serieus, maar nooit absurd steil. Zorg voor een extra laagje kleding in de afdaling, neem genoeg eten en drinken of veel geld mee. Met name voor de afdalingen moet je 100 procent kunnen vertrouwen op je fiets: dat rafelende bandje waar je in Nederland het seizoen nog wel mee uit kon zingen, kun je beter preventief vervangen. Vanuit Meiringen wordt ieder jaar het Alpenbrevet georganiseerd: een uitgezette tocht in verschillende afstanden waarin de passen rondom Andermatt zijn opgenomen. Wij fietsten de passen in het naseizoen op een doordeweekse dag, dan heb je weinig last van autoverkeer. In
hoogtelijn 2 -2011
|
Het graniet is zoals je er in gidsjes vaak over leest: bombenfest!
Bergseehütte..
de zomer kan het op de paswegen erg heet en druk zijn. Begin juni kun je pech hebben met sneeuw.
Wandelen Rondom Andermatt zijn de wandelmogelijkheden zeer gevarieerd. Twee bijzondere dagwandelingen voeren naar de bron van de Rijn en naar de plek waar twee waterscheidingen elkaar kruisen. Het lot bepaalt in welke van de vier rivieren een regendruppel zijn weg vervolgt: de Reuss, Rijn, Rhône of Ticino. Wil je je knieën ontzien dan zijn wandelingen richting Gemsstock en Oberalppas aanraders: als alternatief kun je dan met een liftje respectievelijk de trein terug naar Andermatt. De Alpenkranz Fernwanderung, een meerdaagse huttentocht, verbindt alle berghutten van Kanton Uri met elkaar. Wandelinformatie is uitgebreid verkrijgbaar bij het toeristenbureau in Andermatt en via www.uri.ch. • Wanderfitzig, Talein, Talaus durchs Göschenertal, Thomas Bachman, SAC-Verlag, 1999
Blokkenzee onderaan de Bergseeschijen.
alleen van een deskundige begeleider, hij staat bovendien garant voor de complete ‘bergbeleving’. • Zentralschweizer Alpen, Ausgewählte Touren zwischen Dammastock und Tödi, Bruno Müller, SAC-Verlag, 2010
Slecht weer Het weer aan de zuidkant van de Gotthardpas kan compleet anders zijn dan in Andermatt. Vaak schijnt in Ticino de zon, terwijl het in Andermatt regent! Met een uurtje rijden hoef je zo geen dag ‘weg te gooien’. Het kan leuk zijn om bij wijze van afwisseling een dagje de zuidelijke sfeer van Locarno op te snuiven. Met het openbaar vervoer kun je voor niet al te veel geld een rondrit maken over de grote passen. Voor treinliefhebbers zijn de kleinere trajecten van de Schweizerische Bundesbahnen ook zeker de moeite waard. In Göschenen kan je een bezoek brengen aan ‘Wasserwelten’, waar je alles kan leren over de aanwezigheid en het belang van water in de Gotthardregio.
Klimtochten
Waardoor is Andermatt nog meer bijzonder?
Vanuit de Albert-Heim-hütte, Salbithütte en Sustlihütte zijn veel plaisirtoeren in graniet te maken. Routes zijn over het algemeen goed ingericht, maar houd er rekening mee dat je niet zomaar een tocht halverwege kunt afbreken en dat je tijdens de afdaling soms sneeuwveldjes moet oversteken. Een rugzak met daarin warme kleding en genoeg eten en drinken om het een dag vol te houden is onmisbaar, ook voor de eenvoudige en korte routes. Raadpleeg: • Schweiz Plaisir Ost, Jurg van Känel, Filidor, 2007 Voor alpiene routes vormen de Chelenalphütte en Albert-Heim-hütte goede uitvalsbases. Tochten zijn nooit heel lang, maar de gletsjers hebben zich de afgelopen tien jaar rap teruggetrokken, wat sommige routes een stuk gecompliceerder en soms onveiliger maakt. Op de hoogste toppen heb je bij mooi weer fraai zicht op Wallis. Raadpleeg de huttenwaard of ga op pad met een berggids. Je verzekert je niet
De overheerlijke pizza’s van restaurant Spycher, traumhafte off-piste afdalingen in het winterseizoen, tankstation Aurora waar Sean Connery na een wilde rit over de Furkapas in de film Goldfinger zijn Aston Martin volgooide, de kristalgrotten bij het Lochbergjoch, de Dampfbahn Furka-Bergstrecke en de spectaculaire hangbrug op het Alpinpfad tussen Voralp- en de Salbithutte.
Internet reis: www.treinreiswinkel.nl verblijf/voorzieningen/activiteiten: www.andermatt.ch berghutten/eenvoudige alpiene toeren: www.sac-cas.ch/Huette-suchen.971.0.html gidsenbureau Christian Cavaletti: www.alpina-sport.ch algemeen: myswitzerland.com
55
56
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
TEKST NANS KRUSEMAN
|
FOTO’S LOEK TIMMERMANS
CIRCUIT VAN
L O C AT I E F R A N K R I J K , F O N TA I N E B L E A U
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
ZANDSTEENROTSEN BOULDEREN MET BLEAUGEVOEL ●
Lekker buiten boulderen begint voor velen met het traditionele (hemelvaarts)weekeinde in Fontainebleau. Diverse regio’s organiseren een tocht naar dit luilekkerland voor boulderaars. Boulderen met Hemelvaart. Je kunt het treffen met stralend weer, soms al te warm om te klimmen, of je kunt pech hebben met vier dagen regen. Dit keer zaten de voorspellingen er een beetje tussenin. Regio Haaglanden heeft het lange boulderweekeinde al jaren op haar activiteitenkalender staan, net als veel andere regio’s. We vormen ook dit jaar weer een gemêleerd gezelschap; oude rotten mengen zich met klimmers die nog maar net bij de regio aangesloten zijn, fanatieke boulderaars zitten naast rustig-aan-klimmers. Donderdag. Deze eerste middag kiezen we voor een gebiedje op wandelafstand van de camping, met allerlei moeilijkheidsgraden door elkaar heen. Daardoor kunnen we als groep min of meer bij elkaar blijven, een beetje op elkaar ingespeeld raken en rustig weer wennen aan de rots. Voor de nieuwe mensen wordt dit de eerste kennismaking en we maken ze zo goed mogelijk wegwijs in de gewoontes van het bos. Er is geen bewegwijzering in het bos. Bordjes geven wel perceelnummers en namen van paden aan, maar geen bouldergebieden of boulders. Het is daarom handig om de IGN-stafkaart van het bos bij je te hebben wanneer je naar een onbekend gebiedje op weg bent. Zelfs voor degenen die hier wat vaker zijn geweest, is het soms nog zoeken. In Fontainebleau zijn de boulders vaak aan elkaar geregen tot een ’circuit’. Dit is een reeks van boulders met een vergelijkbare moeilijkheidsgraad. De boulders zijn met gekleurde nummertjes aangegeven op de rotsen. Je kunt ze in volgorde afwerken en zo een circuit voltooien. Soms vind je het begin van het circuit niet, maar val je er middenin. Dat maakt niks uit, er zit geen speciale volgorde in en je kunt ook van achter naar voren werken, of alleen die boulders doen die jou leuk lijken. Om een gebiedje te vinden dat aansluit bij jouw
wensen en mogelijkheden zijn er diverse topo’s beschikbaar. Het is nog lastig kiezen welke je wilt hebben, geen enkele topo is uitputtend. Dat wordt een onhanteerbaar boekwerk, zo uitgebreid zijn de mogelijkheden. Tijdens onze hemelvaartsweekeinden worden de ’Paarse topo’ en de ’Jingo Wobbly-topo’ veel gebruikt, deze zijn vooral gericht op de minder moeilijke boulders. Voor goede boulderaars is er bijvoorbeeld de 7+8-gids, met boulders vanaf de zevende graad. De groep verspreidt zich al snel een beetje over de nabijgelegen rotsblokken. Er ontstaan vanzelf kleinere groepjes en dat is ook wel zo prettig. Met zijn drieën of vieren kun je elkaar goed helpen en stimuleren. Een van de klimmers die dit jaar voor het eerst mee is, blijkt het staan op de voeten te beheersen alsof hij hier al jaren komt. Boulderen in Bleau is leren vertrouwen op je voeten. Veel boulders zijn loodrechte of iets liggende wrijvingsboulders en de grepen zijn zelden lekkere bakken. Je moet het meestal doen met richeltjes, bobbeltjes en aflopers en hetzelfde geldt voor de voeten. Als die richeltjes en bobbeltjes erg glad zijn geworden, moet je goed op je voeten gaan staan, dan geven ze voldoende wrijving, maar zodra je gaat twijfelen, glijd je naar beneden. Het is voor mij altijd weer even wennen aan deze ’Bleaustijl’ van klimmen. De rotsen in Bleau zijn niet hoog, maar een val uit een boulder kan toch naar uitpakken. Een val betekent altijd een landing op de grond, want je klimt zonder touw. Het is daarom gebruikelijk bij het boulderen dat er mensen onder je staan, die je in de gaten houden en zorgen dat je beheerst en zo veilig mogelijk neerkomt, mocht je de top niet halen. Dit heet ’spotten’. Ook wanneer je een crashpad gebruikt, is het spotten meestal nodig en begeleid je iemand die uit de boulder valt zo
57
Reis, beleef en ontdek
SNP Natuurreizen: de specialist in actieve en avontuurlijke reizen over de hele wereld
www.snp.nl
HOOGTELIJN 2 -2011
couscous op uit de enorme wok op de gasvlam. Vrijdag. Het is regenachtig. Er ontstaan drie groepen, die op drie verschillende plekken activiteiten willen ondernemen. Twee deelnemers stappen vandaag op de fiets, één groepje gaat in Fontainebleau beter weer afwachten en één groep gaat boulderen in de buurt van Barbizon. Ik hoor bij de groep die Fontainebleau onveilig gaat maken en in de middag de boodschappen voor het eten haalt. Later blijkt dat de regen vooral in Fontainebleau viel, de rest heeft na de ochtend droog kunnen boulderen! Gelukkig kunnen we voor het eten nog wat doen vlakbij de camping, want de anderen ontfermen zich over het klaarmaken van de maaltijd.
goed mogelijk naar de bodem. Het is wel zaak om daarbij een paar dingen in de gaten te houden. Zorg dat je duimen langs je wijsvinger blijven liggen en volg met je handen de heupen van de klimmer. Als de klimmer valt, probeer hem dan niet in de lucht op te vangen, maar breek zijn val door zijn heupen (zwaartepunt) te begeleiden naar de veiligste plek, dus weg van keien en boomwortels en zo mogelijk op het crashpad. Blijf naar de klimmer kijken en probeer met meerdere mensen te spotten, dat is meestal beter. Om zeven uur keren we terug naar de camping. Er moet gekookt worden! Je merkt meteen dat er een regiogewoonte bestaat rondom het koken, waar de nieuwe mensen zich naadloos in lijken te voegen. De snijploeg vormt zich spontaan en krijgt instructies van de ’chef de cuisine’. Met een zak chips tegen de ergste honger en een biertje of een glaasje wijn of sap is het goed toeven in onze veldkeuken en even later stijgen de geuren van een lekkere
Bij regen hoef je je niet te vervelen. In Fontainebleau vind je het beroemde paleis, dat je kunt bezichtigen. Een ander stadje dat de moeite waard is om te bezoeken is Barbizon (overigens niet alleen als het regent) en als je van wandelen houdt en regenkleding mee hebt, kun je een mooie lange wandelroute volgen bij Trois Pignons, de Randonnée des 25 Bosses. Deze staat ingetekend op de kaart en is met blauwe strepen gemarkeerd. Natuurlijk kun je ook een bezoek brengen aan Parijs. Zaterdag. Ik word door zonnestralen uit mijn tentje gelokt! Een van ons is al vroeg opgestaan en heeft koffie gezet. Met mijn mok in de hand loop ik naar de ingang. Daar komt de bakker juist aanrijden, met verse croissants en brood. Het is wonderbaarlijk hoeveel croissants en broden er in zo een kleine bestelwagen passen! Het is fijn dat de zon schijnt, vandaag zal ik weer dat echte ’Bleaugevoel’ krijgen. Voor mij is dat: met een groep aan het werk in een paar boulders, lukt het wel of lukt het niet? Komen we er uit met gezamenlijke inspanning? En als iemand de passen te pakken heeft, sluiten ze dan aan bij wat ik kan? Of ben ik net te klein, of niet lenig of sterk genoeg, moet er weer een andere oplossing verzonnen worden? Samenwerken, samen spotten, samen zonnen, samen klimmen, samen lol hebben: dat is voor mij boulderen in Bleau. ▲
WEEKENDJE BLEAU Met de NKBV naar Fontainebleau Diverse regio’s en SAC’s organiseren klimweekends in Bleau. Kijk voor data onder meer op www.nkbv.nl/nkbv/regio’s.
Reis Fontainebleau ligt ongeveer 70 kilometer ten zuiden van Parijs en is met de auto en met de trein bereikbaar. Met een auto heb je meer vrijheid wat betreft overnachtingsplaatsen en bouldergebieden.
Boulderen De bouldergebieden liggen verspreid in het uitgestrekte bos rondom Fontainebleau. De steensoort waarop je klimt is zandsteen. Vanaf de diverse parkeerplaatsen, campings en stations moet je rekening houden met aanlopen naar de boulders variërend van vijftien minuten tot een uur.
Benodigd materiaal Klimschoentjes en een matje of doek om het zand van je schoenen te vegen voor je de boulder instapt zijn feitelijk het enige dat je nodig
hebt, een crashpad is prettig, maar niet strikt noodzakelijk. Poederhars wordt aangeraden in plaats van magnesiumpof. Het is een goed gebruik om pofresten weg te halen nadat je geklommen hebt.
Accommodatie Er zijn diverse campings, gîtes en hotels. Camping La Musardière in Milly-la-Forêt en Camping Les Prés in Grez-sur-Loing zijn bekende bouldercampings.
Documentatie • IGN kaart 2417 OT, Forêt de Fontainebleau, schaal 1:25.000 • De paarse gids: Fontainebleau Climbs, Jo & Françoise Montchaussé en Jacky Godoffe, Baton Wicks / The Mountaineers, 2001 • Jingo Wobbly: Fontainebleau Magique, 50 Orange and Blue circuits, Jingo Wobbly • 7 + 8, 1789 straight ups in Fontainebleau, Bart van Raaij
|
59
60
|
hoogtelijn 2-2011
|
Tek st Wendy Jansen
|
foto’s Annelies Vl a sblom
Hier gibt’s kein
●
Schladminger Tauern en
Een dun laagje sneeuw knerpt onder onze voeten als we langs de helling richting de top van de Sauberg (2520 m) wandelen. Boven ons schittert de zon aan een felblauwe hemel, onder ons zien we de Buckelkarseen en, een stuk lager, de Duisitzkarsee glinsteren. Wandelen in de Schladminger Tauern kan bijzonder aangenaam zijn.
Onze tocht is die ochtend begonnen bij Eschachalm, de laatste busstop aan het einde van het groene Obertal. De bus zit vol kranige 50-plussers voorzien van wandelstokken, en een groepje kinderen. Het is vandaag Wandertag, de dag aan het begin van het schoolseizoen waarop Oostenrijkse lagere schoolkinderen de gezonde buitenlucht in worden gestuurd. Vóór het startpunt van onze tocht zijn zowel jong als oud al uitgestapt, zodat we in alle rust aan onze klim beginnen. De eerste
berghut en tevens koffiepunt de Keinprechthütte (1872 m) ligt boven de boomgrens, aan het einde van het dal. Natuurlijk wordt het terras bevolkt door bierdrinkende Oostenrijkers in Lederhosen, waaronder een lokale beroemdheid. De huttenbaas zet zijn cd met jodelmuziek op, wij houden het op koffie. We hebben ongekende mazzel met het weer. De afgelopen weken heeft het geregend en zelfs, hoger in de bergen, al gesneeuwd maar
hoogtelijn 2-2011
Halli-Galli is de noordelijk gelegen Dachstein de boze stiefmoeder. Een enorme grijze klomp keihard graniet rijst meer dan tweeduizend meter steil omhoog uit het dal en vormt een groot plateau. Omdat het water direct wegzakt in de stenen bodem is er geen of nauwelijks begroeiing. Het is een indrukwekkend gezicht, overdag maar ook ’s avonds of bij zonsopgang wanneer de grijze rotsen in het zonlicht roze en oranje kleuren.
Dachsteingruppe wanneer wij uit de trein rollen, breekt de zon door om de rest van de week niet meer te verdwijnen. De beginnende herfstkleuren, strakblauwe berglucht en geuren van bos en paddenstoelen zorgen voor het gevoel dat we in een waar wandelparadijs zijn beland. Op de top van de Sauberg kunnen we wolkenloos dus eindeloos uitkijken over het noordelijk gelegen Dachsteinmassief en, rondom ons, de Schladminger bergen. Lieve prinses De Dachsteingruppe en de Schladminger Tauern zijn gebergten die, hoewel slechts gescheiden door het Ennstal, hemelsbreed van elkaar verschillen. Het Schladminger deel, ten zuiden van het oude mijnstadje Schladming, is een kalk- en mineraalrijk gebergte. Watervallen, bergmeren en wilde stroompjes zijn er in overvloed, de hellingen zijn bosrijk en groen. Als dit gebergte een lieve prinses is,
Mijnwerkers Na onze geslaagde ‘toppoging’ (waar volgens goede Oostenrijkse traditie het logboek met stempel klaar staat, met de groeten van Corrie en Hans uit Dalfsen), lopen we in straf tempo door naar beneden. We kiezen de snelste variant voor onze lange afdaling om de laatste bus te halen. Dat betekent dat we het mijnmuseum in Hopfriesen, met wandeling door een oude mijngang compleet met helm en carbidlamp, helaas moeten overslaan. Het Schladminger gebergte kende vanaf de Middeleeuwen een intensieve mijnbouw. Het gebied was rijk aan verschillende metalen; al in de Romeinse tijd werd er koper gedolven. In de vijftiende eeuw beleefde Schladming een bloeiperiode door het vele zilver dat gevonden werd in de dalen boven het stadje. De regio telde wel zo’n 1600 mijnwerkers. Een opstand van boeren en mijnwerkers tegen de adellijke machthebbers in 1525 werd hardhandig neergeslagen. Onze Schladmingers waren aanvankelijk aan de winnende hand en hadden zelfs de Steiermarker Landeshauptmann Siegmund von Dietrichstein in een toren gevangen gezet. Graaf Niklas Salm, die vier jaar later nog een glansrol zou spelen bij het tegenhouden van de Turken bij Wenen, kwam echter met verse huurtroepen de plaatselijke adel te hulp, executeerde een flink aantal Schladmingers en verwoestte het stadje. De stadrechten kreeg Schladming pas in 1925 retour. Voor de welvaart in het gebiedje was het een flinke klap. Na het zilver werd in de achttiende eeuw vooral kobalt gedolven, in de negentiende eeuw nikkel. Van het oude Schladming is, mede door een brand in de negentiende eeuw, weinig meer over. Het kleine centrum is echter niet onaardig. Tegenwoordig leeft men van het toerisme. De streek is bekend als familienfreundlich wintersportgebied. In Schladming is weliswaar één van Oostenrijks twee ‘super’skischolen voor toptalent gevestigd, maar mondaine après-ski of disco is hier niet. In de woorden van onze gastvrouw in Rohrmoos, ‘Hier gibt’s kein Halli Galli’. Ze kijkt er een heel klein beetje spijtig bij. Wilde Wasser De zomer-topattractie voor families is de Riesach waterval in het idyllische Untertal. Slimme marketing, een uitgebreide foldercampagne en een bewegwijzering waarmee een blind paard nog niet kan verdwalen zorgen ervoor dat dit de niet te missen familiedagtocht van het gebied is. De waterval stort zich zo’n driehonderd meter door een kloof naar beneden. Langs de wanden van de kloof is een pad van metalen trappen en bruggen geconstrueerd waardoor je oog in oog met de waterval omhoog wandelt. Hoewel iets minder spectaculair dan de plaatjes in de folder, is ‘das Wilde Wasser’ een leuke tocht van ongeveer anderhalf uur. Voor jongere kinderen (4-6)
|
61
Klein istie, he?
GA VOOR HET ECHTE AVONTUUR LOBO LOCO EXPEDITIONS - organiseert expedities en avontuurlijke reizen naar onherbergzame gebieden. We zijn actief in de jungle van het Amazonegebied, de Yukon in Canada en in de Spaanse Pyreneeën. Lobo Loco biedt ook mogelijkheden voor private guiding in andere gebieden. JUNGLE EXPEDITIE - Onder leiding van een Nederlandse en een plaatselijke gids baan je je een weg door het hart van het Amazonegebied. Je verdwijnt een week in het primaire hoge regenwoud bij de de Braziliaanse grens. De eerste dag is er nog een pad, daarna lopen we op kompas. Na een week gaat de reis verder per kano. Onderweg maak je kennis met de fantastische flora en fauna die dit gebied herbergt. 17 juli t/m 7 augustus 2011, uitstekende conditie vereist. OUTDOORCURSUS - Tijdens theorielessen, praktijkoefeningen en een zevendaagse tocht door de Spaanse Pyreneeën leer je onder meer te navigeren aan de hand van kaart, kompas en gps, een routeplan te maken, een goed en veilig kamp te bouwen, hoeveel voedsel je precies nodig hebt en omgaan met verschillende weersomstandigheden. Vanaf 8 oktober 2011, goede conditie vereist. meer informatie op www.lobo-loco.com SUSTAINABLE TRAVEL Duurzaam reizen met liefde voor mens en dier is wat ons betreft vanzelfsprekend. Lobo Loco is een klein bedrijf en maakt gebruik van lokale voorzieningen en gidsen. Zo proberen we bij te dragen aan de lokale ontwikkeling van ecotoerisme.
Een klein matje met grote slaapeigenschappen, comfortabel en goed isolerend. Een typisch voorbeeld van een innovatief Exped product. Naast slaapmatjes maakt Exped tenten, slaapzakken en rugzakken voor de veeleisende gebruiker. Van grammenjager tot fietser, van bergbeklimmer tot avonturier, Exped levert het juiste materiaal. Op www.exped.com vind je al onze producten en demonstratie filmpjes.
Y URAdventure.nl De winkel voor jouw outdoor avontuur!
De eigenschappen van de Synmat 7 UL M: Afmetingen 183 x 52 x 7 cm Gewicht: 460g, Packsack 9g Pakmaat: 24 x 9.5 cm Vulling: 60g/m2 Texpedloft Microfiber Isolatie: R-waarde 3,1 / -4 °C
Goud! Categorie Slaapzakken- en matten
Goud! Categorie Innovatie
De Lezersaward
Meer informatie: Jongejans Trading 0172-586280
Koop nu je klim- en bergsport uitrusting met korting op www.youradventure.nl Jouw outdoor avontuur begint hier! (kortingscode 0401)
is het ongetwijfeld nog een hele klim- en klauterpartij, maar de trappen en uitzichten zijn spannend en afwisselend. Voor de allerkleinsten is er een alternatief pad, geschikt voor kinderwagens. De beloning boven bestaat uit de Riesachsee en meerdere hutten waar uitgebreid gegeten en gedronken kan worden. Wie de onvermijdelijke drukte in het hoogseizoen wil vermijden kan het beste vroeg vertrekken. Wij lopen nog een uurtje verder tot de Preintaler Hütte bovenin het dal (1657 m), een uitstekend startpunt voor een meerdaagse huttentocht. Hoogtevrees De top van de Dachsteingruppe, op bijna 3000 meter hoogte, wordt bekroond door een gletsjer waar ’s zomers geskied en gelanglauft wordt. Wie energie kwijt moet kan vanuit het dal naar boven wandelen, maar een prima alternatief voor de lange en steile klim is de kabinelift. Na een snelle en spectaculaire klim van bijna 1000 meter loodrecht omhoog spuugt de lift boven de mix van gezinnen, Japanners, wandelaars, klimmers en flitsende skipakdragers uit. Hoewel niet geheel gespeend van hoogtevrees maken we een uitstapje over de Skywalker, een loopbrug die boven de duizelingwekkende afgrond zweeft. Door de glazen bodem kijk je langs de rotswanden recht naar beneden. Een korte wandeling van drie kwartier langs de rand van de
gletsjer voert de meeste bezoekers naar de koffie, Apfelstrudel en meer in de Seethalerhütte. Wij geven de voorkeur aan de vergezichten buiten en steken in het voetspoor van de langlaufers de gletsjer over waar we wandelroute 674, de Dachsteiner Rundwanderweg, oppikken. Dat is het eerste uur nog helemaal niet eenvoudig. De markering is vaag en het klim- en klautergehalte van de route is hoger dan verwacht. Voor jonge kinderen of ongeoefende bergwandelaars minder geschikt dus. Wanneer we uit het gletsjergebied de hoogvlakte op lopen wordt een pad zichtbaar en kunnen we verder kijken dan de volgende loszittende steen. En dat uitzicht is zeer de moeite waard. De volgende uren lopen we over een weidse, stenen vlakte in grijs- en bruintinten zover het oog reikt, met af en toe een wandelaar. Om het plateau af te komen stap je bijna letterlijk ‘over de rand’. Na een laatste klauterpartij ploffen we op het terras van het Guttenberghaus (2147 m) en genieten van een grosse gespritzte Apfelsaft. De afdaling naar Ramsau is eenvoudig en vooral warm. Bijna in het dal vullen we onze waterflessen in een berghut die zo uit een sprookje lijkt te komen, vol houtsnijwerk, aaibare pony’s en geiten, en de onvermijdelijke Oostenrijkers in plaatselijke dracht met bierpul. Het idyllische kapelletje achter de hut slaan we over - de laatste bus roept... ▲
Schladming Gezinsvriendelijk Het gebied is zeer geschikt om een wandelvakantie met kinderen door te brengen. De hutten in de Schladminger Tauern zijn goed bereikbaar vanuit de dalen en liggen niet ver van elkaar (3 à 4 uur lopen) zodat je ook met jongere kinderen prima dagtochten en een paar ‘echte’ huttentochten kunt maken. Accommodatie Wij sliepen zeer aangenaam bij Villa Castelli (www.castelli.at) in Rohrmoos, enkele honderden meters boven Schladming. Rohrmoos is eerder een verzameling hotels en pensions verspreid over de hellingen dan een echt dorp. Er zijn diverse restaurants: van pizza en spaghetti (Omniwelt) tot de betere Oostenrijkse keuken in restaurant Bauernhofer. Een kleine, goed geoutilleerde supermarkt is dagelijks geopend. Reis Wij namen de nachttrein van 20.30 uur uit Amsterdam, en arriveerden na een overstap in München via Salzburg om 12 uur de volgende dag in Schladming. Bussen brengen je ’s zomers naar verschillende startpunten van wandelingen, maar rijden beperkt. Vanuit Rohrmoos zijn er drie lijnen: Untertal, Obertal of de bus naar Schladming en vandaar overstappen op de bus naar Dachstein. De eerste bussen vertrekken om 9 uur, rond 13 uur rijdt een volgende shift en tussen 17 en 18 uur wordt het laatste rondje gereden. Liften
is een goed alternatief, zeker als je aan het einde van een dal staat. Vanuit Utrecht is het met de auto 950 kilometer naar Schladming. Sommercard Bij de meeste hotels en pensions krijg je de Schladming-DachsteinSommercard. Met de kaart heb je gratis toegang tot, of een flinke korting op heel veel attracties en activiteiten (musea, zwembaden, klimparken, hikes, talloze kinderactiviteiten etc.). Ook de wandelbussen en zomerkabelbanen zijn gratis. www.sommercard.info. Mountainbiken Behalve veel goed gemarkeerde wandelroutes heeft Schladming een uitgebreid netwerk van mountainbikepaden. Luilakken kunnen met de twee zomerliften aan de Schladminger bergzijde met fiets en al naar boven om zich vervolgens van de helling af te storten. Vooral leuk voor oudere kinderen. Je kunt natuurlijk ook zelf naar boven fietsen. Voor wie het wat rustiger aan wil doen, zijn er verschillende mooie (ook onverharde) paden en routes in het dal. Documentatie • www.schladming.at • www.schladming-dachstein.at • Kompass Radstadt Schladming-Flachau nr 31, schaal 1:50.000 • Dachstein-Tauern, Rother Wanderführer, Sepp Brandl, Bergverlag Rother, 2009
64
|
hoogtelijn 2-2011
|
L o c at i e Z u i d - F r a n k r i j k
|
T e k s t e n Foto ’ s F r a n k H u s s l a g e
En route
Le Jardin Enchanté De dag is nog jong als ik in mijn standplaats hoog boven een zilveren zwemriviertje hang. De zon die nu nog aangenaam warm is, zal me straks genadeloos uit deze rotsen branden. Een zacht, hoog gefluit wekt me abrupt uit mijn overpeinzingen. Onder me, net boven mijn naklimmer en pal langs de rotsen, zweeft een vale gier. Met zijn meters brede vleugels profiteert hij van de thermiek die de opwarmende rotsen produceren. Een paar honderd meter verderop in het dal is een bezoekerscentrum waar mensen door grote verrekijkers de gieren kunnen bestuderen. Mooi dat wij hier logeplaatsen hebben: de indrukwekkende vogels zweven op nog geen twintig meter afstand boven en onder ons langs.
Langs het pad dat onderlangs de rotsen loopt, zijn de diverse sectoren goed aangegeven.
Na een schoolvoorbeeld van onbeschoft voordringgedrag, zijn we uit een andere route abgeseild en klimmen nu in de route Le Jardin Enchanté: vier touwlengtes maximaal 5C. Waar de overige routes in deze wand Zuid-Frans zijn volgeboord met bomvaste haken, vraagt deze route wat meer van de voorklimmer. Een garantie voor meer rust, zullen we maar zeggen. Slechts af en toe treffen we een Petzl-plaatje, soms een bandlus door een zandloper en vooral
hoogtelijn 2-2011
Overzichtsfoto van het hele klimgebied boven de Jonte met de route ingetekend en de relevante namen erbij.
veel plaats voor eigen inbreng in de vorm van nutjes. In terrein dat aan de bovengrens van mijn klimniveau is, biedt dergelijke behaking de prettige zekerheid dat ik niet te ver van de route afdwaal. De vier standplaatsen zijn prima geboord, dus ook over de afdaling hoef ik me geen zorgen te maken. De instap van de vierde touwlengte is de sleutelpassage: een dakje dat eroverheen klimmend 6B zou zijn, maar dat je
ook rechtsom kunt passeren: zwaarder dan 5C is deze route nergens. Kort na de sleutelpassage houden we het voor gezien: in de laatste meters van deze route verrommelt het terrein en de zon heeft ondertussen de stand genadeloos branden bereikt. De lokroep van het zwemriviertje beneden is onweerstaanbaar geworden. ▲
● Route De route Le Jardin Enchanté in het klimgebied boven de rivier de Jonte is 120 meter lang, verdeeld over vier touwlengtes en is gewaardeerd als 5C. De topo van deze kalkrotsen kent 317 routes van 4A tot 8A, waarbij de meeste routes rond de zesde graad zijn. De rotsen zijn ruim honderd meter hoog en veel van de beschreven routes zijn vier touwlengtes lang. Een 2x50-meter-touw is de handigste optie voor vrijwel het hele gebied. De zwaardere routes zijn allemaal goed behaakt, van de makkelijker routes zijn er veel omschreven als ‘terrain d’aventure’: wel betrouwbare standplaatsen, maar onderweg weinig of geen haken. Nog geen twee kilometer van de rotsen vandaan, bij het dorpje Le Rozier, stroomt de Jonte in de Tarn. Boven de Tarn zijn vergelijkbare rotsen, maar de topo van dat gebied beschrijft hoofdzakelijk routes vanaf 7A tot en met 9B.
Beide topo’s zijn te koop in de toeristenwinkel aan het centrale kruispunt in Le Rozier, bij het gidsenbureau in dezelfde straat, dat overdag meestal gesloten is, en in de klimhal van Millau. De rotsen boven de Jonte zijn op het zuiden georiënteerd. In de Zuid-Franse zomerzon is klimmen overdag dus geen pretje, voor het vooren naseizoen zijn ze echter ideaal.
Accommodatie In de zomervakantie is de hele regio volledig overlopen door (vaak Nederlandse) toeristen. Buiten deze acht weken is het echter onverwacht rustig in het gebied. Er is een overvloed aan campings en pensions, met de camping in Le Rozier op loopafstand van de rotsen. Voor liefhebbers is er voldoende te wandelen langs en boven de kloven van Tarn en Jonte en over de causses (hoogvlakten), fietsers kunnen er hun hart volledig ophalen, het gebied is een mustgo voor speleologen en kanoverhuur is langs de Tarn kennelijk dé lokale vorm van broodwinning. In Le
Rozier biedt een supermarktje voldoende voor de dagelijkse inkopen. Twintig kilometer stroomafwaarts ligt Millau, een grote stad die alles biedt wat Le Rozier niet heeft.
Reis Vanuit Nederland de TGV naar Montpellier. Vandaar de bus naar Millau en dan de bus (vier keer per dag) of taxi naar Le Rozier. Met de auto is het vanaf Utrecht 1100 kilometer rijden via Parijs, Clermont-Ferrand over de A75 richting Mont Pellier. Afslag 43 naar Le Massegros en dan volgen tot Le Rozier.
Documentatie • IGN 2641OT, schaal 1: 25.000, Millau, Gorges de la Dourbie, Causse Noir • Topo La Jonte, Club Alpin Francais, 1, rue de la prise d’eau, 121000 Millau • C AF Millau: www.multimania.com/cafmillau
|
65
●
Alpien met tropisch tintje Vanuit Arolla in het Zwitserse Wallis kun je een prachtig rondje lopen. Onderweg kom je langs de Cabane des Aiguilles Rouges op ruim 2800 meter en het tropisch aandoende Lac Bleu op bijna 2100 meter. De steile hellingen aan mijn linkerkant zijn bezaaid met grote stukken steen. Terwijl ik mezelf over een doorgerold rotsblok werk, rijst de vraag waar die blokken toch altijd vandaan komen. Boven mij zijn geen rotswanden te aanschouwen en desondanks zie ik om mij heen
al die grote stenen. Tijd om lang bij mijn verwondering stil te staan, heb ik niet. Het smalle pad eist al mijn concentratie op. Want waar ik aan één kant overschaduwd word door een steile wand, siert er aan mijn linkerkant een flinke afgrond.
De route brengt verder weinig moeilijkheden met zich mee, terwijl ik mij overduidelijk in een alpien landschap bevind. Sneeuw schittert in de bergen verderop en een verscheidenheid aan stenen kleurt het landschap om mij heen. Iets roods in dit kleurenpalet trekt mijn aandacht: de luiken van Cabane des Aiguilles Rouges (2810 m). Het is gezellig druk bij de hut. Buiten zitten mensen in de zon uit te rusten en te genieten van de prachtige omgeving. Uit de goed onder houden cabane stijgen de geuren van worst en rösti op. Mijn maag begint spontaan te knorren bij het ruiken van die smakelijke geur. Daar heb ik zin in! In de knusse hut doe ik nieuwe energie op. Dat zal van pas komen, want ik ben pas op de helft van mijn dagtocht. Volgende stop: Lac Bleu, trekpleister voor veel dagtoeristen. De afdaling naar het Lac Bleu gaat over een gemakkelijker pad dan mijn heenweg naar Cabane des Aiguilles Rouges. Via grashellingen en zanderige paadjes kom ik uit bij de natuur lijke attractie. Het water ziet er heerlijk uit met zijn tropisch blauwe kleur. Uitnodigend voor een verfrissende duik op zo´n hete dag als vandaag. Voor ik me in het water waag, voel ik even met mijn hand. Brrr… schijn bedriegt, de lust vergaat. De watertemperatuur is duidelijk niet zo tropisch als het uiterlijk van Lac Bleu doet vermoeden! ▲
L o c at i e Z w i t s e r l a n d , W a ll i s
|
T e k s t e n f oto ’ s C h r i s ta Sl o o t m a n
|
hoogtelijn 2-2011
|
©Swiss-Image, Wallis
Gemarkeerd
Voor de afdaling volg je de weg langs de hut over de grashellingen van Les Crosayes naar Louché. Hier vind je op 2090 meter hoogte het mooie Lac Bleu. Het pad gaat aan de zuidkant van het meer verder. Na wat klimmen en dalen, leidt het pad via het bos en over een kort gedeelte verharde weg weer terug naar de parkeerplaats. De hele route is goed gemarkeerd en bewegwijzerd.
Andere wandelingen
Route De dagtocht neemt in totaal ongeveer vijf en een half uur in beslag. De weg naar boven kost twee en een half uur. De route begint op de parkeerplaats in Arolla op 1998 meter hoogte. Volg de verharde weg, die langs appartementen leidt. De weg gaat vervolgens over in een onverhard pad dat in het bos verdwijnt. Kort daarna kom je uit in een alpien berglandschap. Volg de wegwijzers naar de hoogste hutten van de Pra Gra (2479 m) voor een mooi panorama. Het pad leidt verder over het stroomgebied van Les Ignes. Ga omhoog en neem het smalle pad langs de steile berghelling. Aan het einde zie je op 2810 meter hoogte Cabane des Aiguilles Rouges.
Vanuit Arolla lopen veel routes. De meeste leiden naar een berghut. Sommige routes zijn voor een deel hoogalpien te noemen. Houd hier rekening mee. Een voorbeeld van een route die alleen uit bergwandelen bestaat, is die naar Cabane de la Tsa.
Reis Met het openbaar vervoer kun je vanaf Utrecht in elf uur in Arolla zijn. Kijk op www.bahn.com voor de dienstregeling. Tickets zijn te boeken via www.treinreiswinkel.nl. Met de auto is het vanaf Utrecht 990 kilometer.
Accommodatie Arolla is voorzien van hotels en groepshuizen. Kijk op myswitzerland.com voor het aanbod. Het dorp heeft ook een camping (www.camping-arolla.com).
Documentatie •V alais West, Waeber Steinbichler, Bergverlag Rother, 2002. De dagtocht Cabane des Aiguilles Rouges is routenummer 21 en staat beschreven op bladzijde 76 en 77. Het boekje is in het Engels. • Carte d´Excursions, Arolla blad 283 T, schaal 1:50000 • www.arolla.com
67
mountain-equipment.co.uk
WIJ Wij VERZETTEN verzetten BERGEN bergen VOOR u U voor ist in SpecialSpecialist ineringen k e z r e rgsportv bebergsportverzekeringen
ABOVE & BEYOND SINCE 1961
Stu McAleese fulfills a life-long dream of climbing the rarely formed Central Icefall Direct (VI), Craig y Rhaeadr, Llanberis Pass, North Wales. Ray Wood
As one of the Mountain Equipment team of Pro Partners, a qualified International Mountain Guide and a Plas y Brenin Instructor, Stu puts our gear to the test on a daily basis, from year-round climbing in North Wales to arctic big wall epics on Baffin Island.
W.A. HIENFELD B.V.
W.A. Hienfeld b.v.
Postbus 75133
1070 AC Amsterdam
Postbus 75133, 1070 AC Amsterdam T 0031 (0)20 - 5 469 469 Telefoon 0031(0)20 - 5 469 469 F 0031 (0)20 - 6 427 701 Telefax 0031(0)20 - 6 427 701 E info@hienfeld.nl
info@hienfeld.nl
Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden
Voor informatie: Koninklijke NKBV te Woerden.
TEK ST NOES L AUTIER
|
C ARTOONS TOON HEZEMANS
|
HOOGTELIJN 2-2011
VAN DROOM TOT WERKELIJKHEID GOED VOORBEREID DE HOOGTE IN Op trektochten en expedities naar hoge gebieden buiten Europa loop je meer risico’s dan tijdens een tocht of beklimming in de Alpen. Niet alleen komt hoogteziekte om de hoek kijken, maar ook een grotere kans op bevriezing, uitputting of onderkoeling, om maar eens een paar gevaren te noemen. Je kunt zelf veel doen om de risico’s te beperken, óók als je meegaat met een georganiseerde trekking of expeditie. Dit is geen lekker leesverhaal over witbesneeuwde ijsreuzen of zonbeschenen bergpassen met een 360-graden uitzicht, maar een artikel met een missie: de lezer kennis verschaffen om de kans op succes te vergroten. Want of een tocht of beklimming lukt, is afhankelijk van een scala aan factoren. Er zijn veel valkuilen waar je niet direct aan denkt als je een reis naar de
bestemming van je dromen boekt. Op de sites van reisorganisaties staan mooie verhalen over succesvolle beklimmingen en tochten en zelf heb je meestal ook al een beeld van hoe het zal zijn. Helaas zit er tussen werkelijkheid en droom soms een gapend gat. De tekst is toegespitst op Nepal, zodat de lezer vergelijkingsmateriaal heeft. Maar de
inhoud is van toepassing op alle hoge bergen en gebieden op aarde. DIKKE PECH “Vanuit het hoogtekamp van de Kongde Nup (6011 m) vertrokken Lhakpa Sherpa en ik in het holst van de nacht. Lhakpa treuzelde, ik ging alvast. Na een poos een schaduw onder mij: “Zonnebril vergeten.” De schaduw
|
69
70
|
hoogtelijn 2-2011
verdween weer in de diepte. Het was al licht toen Lhakpa me eindelijk bereikte. Een verticale ijsmuur. Wat nu? Lhakpa had – tegen de afspraak in – de sneeuwstaken om mee te zekeren in de tent laten liggen. Gedesillusioneerd keerde ik om.” Met een reisorganisatie De meeste mensen gaan niet zelfstandig een berg in Nepal beklimmen of een trektocht in Ladakh maken, maar boeken bij een reisorganisatie. Verstandig? Ja en nee. Ja als je een trekking of beklimming uitzoekt die past bij je niveau en boekt bij de juiste reisorganisatie. Nee als je je zonder noemenswaardige bergervaring inschrijft voor de beklimming van de Everest, of ongetraind voor een pittige trektocht boven de 4000 meter. Want bij een reisorganisatie boeken betekent niet automatisch dat de gevaren waar mogelijk geminimaliseerd zijn. Kiek Stam beklimt graag hoge bergen. Zijn
René de Bos, Snow Leopard Adventures
beklimming, kunnen reisorganisaties hun tochten probleemloos door Nederlandse reisleiders laten begeleiden, samen met lokale mensen. Gert Nieuwboer van SNP Natuurreizen meldt heet van de naald: “De ANVR, de Algemene Nederlandse Vereniging van Reisondernemingen, is al een eind op weg met een certificering van reisleiders. Dit jaar moet de eerste organisatie gecertificeerd zijn.” Sommige reisorganisaties onderscheiden zich al langer door interne opleidingen. Het gaat niet om een opleiding op berggidsniveau, maar het is wel een stap in de goede richting voor trekkings.
ervaring van de lokale gidsen, hoogtedragers etcetera van zeer uiteenlopende kwaliteit, met de daarbij behorende risico’s. Nederlandse reisorganisaties laten hun reizen over het algemeen uitvoeren door lokale reisbureaus. Omdat een UIAGM-berggids niet vereist is voor een buiten-Europese
Succes of mislukking Te weinig tijd, verkeerde uitrusting, onvoldoende getraind, te moeilijke tocht, zelfoverschatting en een verkeerd beeld van de tocht zijn eersteklas ingrediënten voor een mislukte trekking of beklimming. Nepalkenner en klimmer Robert Eckhardt:
advies luidt: “Vind uit met wie je in zee gaat.” Berggidsen en wandelgidsen in de Alpen zijn goed opgeleid en moeten voldoen aan de hoge eisen van de UIAGM, het Internationale verbond van berggidsenverenigingen. Maar buiten Europa zijn er geen UIAGM-opleidingen voor berggidsen en geen strenge regels. Daarom zijn kennis, vaardigheden en
Mensen willen avontuur van 9 tot 5
hoogtelijn 2 -2011
“Succes of mislukking begint bij extra tijd uittrekken, want de allerbelangrijkste voorwaarde voor elke trektocht of expeditie is: Neem genoeg tijd voor acclimatisatie en slechtweerdagen. Hieraan wordt zelden voldaan.” Dat is niet alleen de schuld van de reisorganisaties, want de klant wil immers voor een minimumbedrag een maximum aan klim- en wandelgenot, in zo min mogelijk dagen. Al vóór vertrek weet je dat de kans om op Mera Peak (6476 m) te staan gering is, als er in het reisschema maar één dag voor de beklimming van die trekkingberg gepland is. Toch geven mensen massaal grote sommen geld uit aan reizen die geen enkele dag ‘onvoorzien’ hebben gepland. Het aantal acclimatisatiedagen bij trekkings is gebaseerd op mensen die snel acclimatiseren, terwijl veel anderen met slechts één dag extra eveneens prima over de hoogste pas lopen. Gek genoeg zijn er ook organisa-
ties die een rustdag plannen ná de hoogste pas in plaats van ervoor. Het bijzonder nuttige medische advies om maximaal 400 meter hoger te slapen dan de dag ervoor, wordt aan ieders laars gelapt. Met als gevolg dat mensen, ondanks dat ze tegenwoordig goed op de hoogte zijn van de
richting berg, want een extra acclimatisatiedag was in het schema niet voorzien. Tanja Lith, ervaren Nepal-reizigster, boekt altijd bij dezelfde organisatie: “Als die organisatie zijn reizen inkort, boek ik ergens anders. Ik vind voldoende tijd voor acclimatisatie heel belangrijk.”
Op mijn volgende expeditie zorg ik dat ik op alle gebieden selfsupporting ben Marlies Neefjes, deelneemster Cho Oyu-expeditie grote risico’s, tóch hoogteziek worden en er soms zelfs aan overlijden. Zelf heb ik in Nepal meegemaakt dat een Duitse expeditie pas op 4200 meter hoogte de eerste acclimatisatiedag had. De volgende morgen ging één hoogtezieke deelnemer rechtsomkeert, zonder begeleiding. De rest ging
Nog een voorbeeld: Van de drie groepen Nederlanders die naar dezelfde zesduizender vertrokken, waren de twee groepen die extra tijd hadden uitgetrokken succesvol. De tocht die het schema van de reisorganisatie volgde, bereikte de top niet omdat er geen slechtweerdagen waren gepland.
Trekkings en trekkingpeaks Zelfoverschatting Zelfoverschatting komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Maar vrouwen laten zich vaker door hun partner overhalen om een tocht te maken die ze eigenlijk niet aankunnen. Het is jouw verantwoordelijkheid om kritisch naar je eigen kunnen te kijken en de juiste keuze te maken. Je brengt immers niet alleen jezelf maar ook alle andere groepsleden in gevaar als je niet bent opgewassen tegen het tempo, het alpiene terrein en de technische moeilijkheden. De indeling in moeilijkheidsgraden die veel reisorganisaties hanteren geeft inzicht in het niveau van de tocht. Bij de meeste reisorganisaties kun je een moeilijke tocht
boeken zonder ooit telefonisch contact te hebben gehad, laat staan een voorbespreking; die organisaties houden geen rekening met het fenomeen zelfoverschatting. Iedereen kan dus mee, ongeacht zijn conditie en ervaring. Gelukkig pakken de meeste mensen de telefoon en stellen vragen. Reisorganisaties zeggen dat het nauwelijks voorkomt dat een deelnemer een te moeilijke of te zware tocht boekt. Dat beeld klopt echter niet met wat ik heb gehoord van deelnemers aan trekkings en expedities, en met mijn eigen ervaringen. Ook Yvonne Mens kreeg een ander beeld tijdens een trektocht in de Nepalese Rolwaling: “Van de vier overige deelnemers
Niet waar • Reisorganisaties plannen tijdens een trekking of een beklimming voldoende acclimatisatiedagen om hoogteziekte te voorkomen. • Je kunt best ongetraind en zonder bergwandelervaring de Everest-trail lopen. • Als je goed getraind bent, word je minder snel hoogteziek. • Als je je aansluit bij een commerciële expeditie, is alles goed geregeld. • Eén alpiene cursus is voldoende voorbereiding voor een zesduizender. Er gaan immers sherpa’s mee. • Gewone bergwandelschoenen zijn warm genoeg voor een zesduizender. • Je bent met gelijkgestemden onderweg, dus ontstaat er al snel een hechte band.
waren er drie in slechte conditie en leden er twee aan schromelijke zelfoverschatting. Van de uitrustingslijst hebben ze niets begrepen, want ze hadden slechts katoenen kleding bij zich en leden voortdurend kou. Resultaat: de mooie terugtocht op hoogte werd omgezet in een wandeling door het dal.” Sommige organisaties nemen altijd contact op als een klant wil inschrijven voor de zwaarste trekkings, de trekkingbergen en de expedities. Een klant weigeren wegens gebrek aan ervaring komt ook voor. Dat wordt een organisatie niet altijd in dank afgenomen, weet René de Bos van Snow Leopard Adventures: “Ik heb twee vrouwen zonder enige alpiene achtergrond geweigerd voor de Mera Peak (6476 m), met als argument dat klimervaring voor zo’n hoge berg vereist is. Ze stuurden me een mailtje: Een andere organisatie zag ons wél zitten, we hebben zonder problemen bijna de top gehaald.” Medische zaken Op tochten in onherbergzame gebieden is medische hulp regelmatig nodig. De EHBO-set van de meeste organisaties is uitgebreider naarmate de tocht extremer wordt. Maar weet de leiding wel wat te doen met al die pleisters, smeersels en pillen? Charles Halberstad van HT Wandelreizen:
|
71
72
|
hoogtelijn 2-2011
Handige sites • w ww.nkbv.nl - Onder ‘voorlichting’ veel medische en veiligheidsinfo. • theuiaa.org/ - UIAA, internationale klim- en bergsportfederatie • UIAGM: www.ivbv.info/en/ - het internationale verbond van berggidsenverenigingen
“Onze reisleiders krijgen regelmatig scholing, ook over medische zaken. In de wet staat onvoldoende over het door leken toedienen van medicijnen in onherbergzame gebieden zonder medische hulp. Onderweg geven we zieke deelnemers wel eens
medicijnen, en bij twijfel kunnen we een arts bellen met de satelliettelefoon.” Niet alle reisorganisaties vinden dat de reisleiding gerechtigd is om medicijnen te verstrekken. Die hebben dan wel EHBO-spullen bij zich, maar bijvoorbeeld geen diamox tegen hoogteziekte of antibiotica. Wat de succesvolle beklimmer van achtduizenders Hans van der Meulen (o.a. Everest en K2 zonder zuurstof ) verbaast, is: “Er wordt terecht gefocust op hoogteziekte, maar bevriezing is een ondergeschoven kindje. De leiding weet doorgaans niets van de behandeling, terwijl bevriezingen ook op trekkingpeaks en trekkings kunnen voorkomen.” Helen Anema beaamt dat: “Tijdens de beklimming van Mera Peak zijn delen van mijn grote tenen ernstig bevroren
omdat ik niet goed op mezelf heb gelet. Mijn stijgijzers zaten te strak en ik had onderweg moeten drinken. Gevolg: slechte bloedcirculatie. De kou tijdens het wachten tot de vaste touwen waren aangelegd hielp ook niet mee. Ik had écht niet in de gaten dat mijn tenen aan het bevriezen waren.” Gerard Jansen, anesthesist en gespecialiseerd in hoogtefysiologie: “Mannen willen een prestatie neerzetten en gaan vaak door, ook al vertonen ze ernstige symptomen van hoogteziekte. Vrouwen zijn meestal verstandiger. In de twee maanden dat ik op 4300 meter in de medische hulppost in Pheriche zat (Everestgebied, Nepal), overleden er twee trekkers aan hoogteziekte. Gelukkig hebben we ook veel mensen gered en behandeld.”
Schell, die in de Franse Écrins woont en werkt, legt uit: “Ik mag pas in de hoedanigheid van berggids en expeditieleider klanten gidsen op een 8000-er als ik vooraf ervaring heb opgedaan op bergen van die hoogte. De regels zijn zeer specifiek. Hoe hoger en moeilijker een berg, des te hoger zijn de eisen. Het aantal klanten dat ik mee mag nemen op expeditie is ook bepaald door de UIAGM. Voor bijvoorbeeld de Cho Oyu (8201 m) is dat twee klanten per berggids als ik die klanten ook daadwerkelijk naar de top begeleid en niet slechts coach vanuit het basiskamp. Gek maar waar, een Nederlandse reisleider mag zo’n tocht ook leiden, maar hij mag zich uiteraard geen berggids noemen. Dat komt doordat de desbetreffende landen hiervoor geen regels hebben. Een UIAGM-berggids vertegenwoordigt de UIAGM overal ter wereld en gaat dus níet in tegen de regels van het land, maar wél tegen die van de UIAGM als hij vier klanten naar de top begeleidt.”
luxe en privédragers. Voor geld koop je wel een bepaalde mate van veiligheid, maar geen klimervaring of een uitstekende lichamelijke conditie, die moet je zelf opbouwen. Hoe meer vaste touwen er zijn, hoe veiliger de beklimming. De Everest is daarom tegenwoordig een van de veiligste achtduizenders. En hoe meer ondersteuning er is, zoals sherpa’s die je tent opzetten, je spullen dragen, met thee klaarstaan, je eten koken en je de berg opslepen, hoe makkelijker de beklimming wordt. Helaas trekt dat onervaren mensen aan die niet in staat zijn zich zelfstandig op de berg te verplaatsen, zelfs niet op de eenvoudigste stukken. Dat vergroot het gevaar voor ongelukken voor de betrokkene, maar ook voor medeklimmers. Duidelijk hanteert niet iedereen het motto van Marianne IJnsen die met haar partner Angelique Toonen naar de Gasherbrum II in de Pakistaanse Karakoram ging: “Onze Duitse berggids bood aan ons te helpen om een ijswand op 6300 meter te beklimmen. We hebben nee gezegd, want als we niet zelfstandig omhoog kunnen, kunnen we ook niet zelfstandig afdalen. Ons motto is: als we het niet zelf kunnen, gaan we terug.”
Expedities Heeft teambuilding zin? De heersende gedachte is dat je tijdens een expeditie een hechte band met je teamgenoten creëert, omdat de omstandigheden extreem zijn en je van elkaar afhankelijk bent. Natuurlijk kunnen er tijdens klimexpedities vriendschappen ontstaan, maar de keerzijde gaat ook op: dat je op de berg een hartgrondige hekel aan sommige teamgenoten krijgt. Want op hoogte loop je eerder tegen je grenzen aan, waardoor je minder tolerant bent. En juist op hoogte gaan dingen anders dan gepland. Het ideale recept voor irritaties en fikse ruzies. Tijdens een dagje teambuilding op de Loonse en Drunense Duinen komt de ware aard van jezelf en je teamgenoten zelden aan het licht. Toch is het nuttig om in Nederland gezamenlijk op stap te gaan. Je leert elkaar een beetje kennen en het zorgt er voor dat je je mentaal beter voorbereidt op de beklimming, simpelweg doordat je ermee bezig bent. Op een commerciële expeditie deel je enkele weken lief en vooral leed met mensen die je tot voor kort niet kende. Het is een illusie te denken dat die daarna plotseling tot je intiemste vrienden behoren. Met een berggids op pad Enkele Nederlandse berggidsen hebben een eigen reisorganisatie en leiden uiteraard ook klimexpedities naar buiten-Europese bestemmingen. De UIAGM-regels voor beklimmingen van hoge bergen buiten Europa zijn heel streng. Berggids Martijn
Koelkast en espressoapparaat Mensen verwachten steeds meer luxe, óók in het Everest-basiskamp waar op ruim 5500 meter al koelkasten en espressoapparaten gesignaleerd zijn. De hang naar luxe is absurd en héél slecht voor het milieu. Maar minstens even erg is dat mensen steeds vaker denken dat ze de succesvolle beklimming van de Mount Everest kunnen ‘kopen’ door zich te voorzien van meerdere klimsherpa’s, extra zuurstofflessen, absurde
Uitrusting De uitrusting is cruciaal, zowel tijdens een trekking als op een berg. Dat vindt ook Erik van Zwol van Sawadee: “De reisleider controleert de uitrusting ter plekke. Als de slaapmat van een deelnemer te dun is, kan hij een nieuwe kopen. In Kathmandu is alles te koop.”
HOOGTELIJN 2 -2011
Slechte uitrusting kan een regelrecht gevaar zijn en ervoor zorgen dat je vóór je goed en wel begonnen bent, alweer moet omkeren. Bijvoorbeeld als je met leren in plaats van kunststof schoenen aan komt zetten op Mera Peak. Op 6000 meter kan het zó koud zijn, dat je voeten direct bevriezen in te koude schoenen. Charles Halberstad van HT Wandelreizen is op dat punt streng: “Boven een bepaalde hoogte op trekkingbergen zijn kunststof schoenen vereist. Als je die niet hebt, ga je niet mee naar de top.” Met dank aan Florian van Olden, Harald Swen, Katja Staartjes en Peter Valkenburg (Commissies Veiligheid en Expedities & Alpiene Topsport)
Kijk op www.hoogtelijn.nl voor extra checklists voor de voorbereiding op deelname aan een commerciële trekking of expeditie.
TIPS • Accepteer geen te kort reisschema. Stel zelf een groepje samen en boek een reis op maat. Sommige reisorganisaties zijn daarin gespecialiseerd. • Het niveau van de begeleiding kan tegenvallen. Zorg dat je technische niveau zo hoog is, dat je de tocht/route zelfstandig aan kunt. • Zorg dat je selfsupporting bent voor wat betreft de bediening van de zuurstofapparatuur. • Houd in je achterhoofd: Nepalezen en Pakistani hebben een andere denkwijze dan wij en lossen dingen soms ook anders op. • Luister naar succesvol expedititeklimster Katja Staartjes: • Dwing jezelf voldoende te drinken ook al heb je geen dorst (het advies is 1 liter per 1000 meter per dag!). • Besteed veel aandacht aan je materiaal. Dat is het enige wat je zelf volledig in de hand hebt. ‘Weetjes’ zijn handig, bijvoorbeeld dat je voeten opzwellen door de hoogte (neem ruime schoenen) en dat het fijn is om je tent niet uit te hoeven om te plassen (neem een Nalgene-plasfles mee, als vrouw evt. met plastuitje). • Het is een voordeel om al enigszins geacclimatiseerd uit Nederland te vertrekken als je een echt hoge berg gaat beklimmen. Beklim pal voor vertrek een berg in de Alpen of maak ter plekke een trektocht. Dat vergroot je topkansen aanzienlijk.
|
73
74
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
M AT E R I A A L
|
T E K S T C O R N É B R O U W E R E N D I C K VA N H O O G E N
VAN HET One night stand VAUDE’s One Night Stand is de perfecte aanvulling op de welbekende zelfopzettende wegwerptent. Slaapzak en matje zijn één geheel, dus binnen enkele seconden is je slaapplek gereed. Om de naam echt eer aan te doen is het alleen nog wachten op de tweepersoons versie. www.vaude.nl
De ISPO is een jaarlijkse sportbeurs in München, waar alle buitensportmerken van de partij zijn. Zij presenteren er hun nieuwe producten voor het komende najaar en de volgende winter. Doorgewinterde bergsporters Corné Brouwer en Dick van Hoogen speurden voor Hoogtelijn de beurs af naar interessante spulletjes. Jammer genoeg zijn ze pas vanaf het najaar 2011 verkrijgbaar.
Superlicht en rugzakbestendig Berghaus verwerkt als een van de eersten de nieuwe GORE-TEX Active Shell in zijn kleding. Deze kleding is ontworpen in samenspraak met onder anderen Leo Houlding, een van de sprekers op de Bergsportdag die een bomvolle zaal trok. Zijn ervaringen tijdens de expeditie naar Mount Asgard waren van grote waarde voor het ontwerpteam. De nieuwe shell heeft nog meer ademend vermogen dan GORE-TEX Pro Shell, maar doet geen concessies aan duurzaamheid. Waar Paclite lijdt onder zware rugzakken, heeft dit nieuwe materiaal er veel minder last van. De rugzakbestendige jassen, zoals dit zeer betaalbare Velum Jacket liggen dit najaar in klassieke Berghaus-kleuren in de winkels. www.berghaus.com
Elastisch, licht en waterdicht Het Snæfell Jacket van 66° North won op de ISPO in de categorie softgoods. De jas is gemaakt van elastisch, lichtgewicht Polartec Neo Shell. De uiterst ergonomisch pasvorm van zowel de damesals de herenversie maakte indruk op de jury. De jas heeft voorgevormde ellebogen en naadloze schouders, voor optimale bewegingsvrijheid. Dankzij de Polartec Neo Shell is de jas waterdicht en ademend. www.66north.com
Lekker licht Klein maar fijn: ATK Race maakt prachtige, superlichtgewicht skimaterialen. In eerste instantie zijn ze bedoeld voor wedstrijdtoerskiërs, maar ook prestatiegerichte toerskiërs en winteralpinisten zullen het gewicht op prijs stellen. Bijvoorbeeld de RTbindingen, die slechts 170 gram wegen. La Sportiva gebruikt deze bindingen ook op haar nieuwe vederlichte ski’s. www.atkrace.com
Spring-loaded Screwing Device Comfortabel klettersteigen Edelrid won met de Cable Comfort via-ferrata set een award in de categorie hardgoods. De nieuwe klettersteigset is ontworpen met het comfort en de veiligheid van klimmers in het achterhoofd. Overtuigende detailoplossingen en hoge kwaliteit vakmanschap bewoog de jury om de Cable Comfort te kiezen als een ‘well-made product in alle opzichten’. Met de gepatenteerde ontgrendeling kan de Edelrid OneTouch karabiner snel worden geopend door simpelweg druk uit te oefenen op de palm. De lasergevormde, extreem platte vorm zorgt voor maximale veiligheid en flexibiliteit, en voorkomt dat de karabiner breekt bij dwarsbelasting. www.edelrid.nl
Als variant op de SLCDs (Springloaded Camming Devices), komt er nu ook een ijsboor met een spring-loaded lever arm, waardoor je nu dus kunt spreken van een SLSD (Springloaded Screwing Device). Alle gekheid op een stokje; het komt er op neer dat de de hendel met koffiemolen uitgetrokken kan worden. Na het indraaien laat je eenvoudigweg de hendel los en veert deze terug. Het idee is goed, maar de functionaliteit laat nog wat te wensen over. www.camp.it
HOOGTELIJN 2-2011
MATERIAALFRONT Onmisbare metgezel
Sneeuwkettingen Ezyshoes van Easy Grip zijn lichtgewicht, simpel en doeltreffend. Ze zijn vooral bedoeld voor wandelaars en trailrunners die wat extra grip nodig hebben op modder, sneeuw of ijs. Alsof je een paar sneeuwkettingen onder je schoenen bindt. Niet zo’n gekke vergelijking; Easy Grip maakt ook lichtgewicht sneeuwkettingen voor de auto. www.easy-grip.eu
Ook Mammut is aan de slag gegaan met het nieuwe GORE-TEX Active Shell en met succes, want de Zwitsers wonnen op de ISPO in de categorie softgoods . Het Felsturm Jacket is ontwikkeld voor lange en uitdagende klimtoeren, waar gewicht en ademend vermogen van het hoogste belang zijn. “De buitengewone eigenschap van de Mammut Felsturm Jacket is de onweerlegbare afstemming van de Gore Active Shell gecombineerd met innovatieve ritsen en een weldoordacht ontwerp. Dankzij het minimale pakvolume en het lage gewicht wordt de Felsturm de onmisbare metgezel van actieve buitensporters,” oordeelde de jury. www.mammut.ch
Uitgekleed De Mammut Element Barryvox kan gezien worden als een uitgeklede Pulse Barryox. Alle essentiële functies om veilig buiten de piste te skiën of boarden zijn nog aanwezig. De Element Barryvox heeft een gemakkelijke bediening en geeft duidelijke aanwijzingen. Snel en precies zoeken is zo ook voor minder ervarenen gegarandeerd. www.mammut.ch
Slim setje Een innovatie op het gebied van zelfblokkerende apparaten is de nieuwe Mammut Smart Alpine. Het combineert de zelfblokkerende eigenschappen van de Smart met de mogelijkheid om met dubbeltouw te zekeren en twee naklimmers te zekeren. Net als met de oude Smart, kan met de Smart Alpine enigszins dynamisch gezekerd worden. Ook kan de Smart Alpine gebruikt worden om te abseilen. Er zijn twee versies, een voor touwen van 7,5 tot 9,5 milimeter dik en een van 8,9 tot 10,5 milimeter. Goed te combineren met je nieuwe Smart Alpine zekerapparaat is de Mammut Element Smart. Deze ultieme safebiner heeft zowel een twistlockopening als een plastic sluitklepje. Alleen een karabiner met een cijferslot is veiliger. www.mammut.ch
Fleece zonder luchtjes Je kende Icebreaker waarschijnlijk al van hun thermo-onderkleding, maar dit najaar komt Icebreaker met een lijn voor bovenkleding. Onder andere Real Fleece: echte fleece, maar dan zonder een luchtje. Zoals altijd worden de Icebreakerproducten van de duurzame merinowol uit NieuwZeeland gemaakt. www.icebreaker.com
|
75
76
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
M AT E R I A A L
Nooit meer discussie Heb je ook zo genoeg van de discussie over welke knoop nou het beste is voor in je prusiktouwtje? Sterling werkt aan de oplossing: de gestikte prusik. In de VS wordt dit hulptouwtje al gebruikt door reddingsdiensten, maar in Europa heeft het nog geen CE-keurmerk. Wordt vervolgd. www.sterlingrope.com
Mega-SLCD’s Kong werkt aan de ontwikkeling van een SLCD voor wijde spleten. Mocht je bij een flinke offwidth in Ettringen verlegen zitten om zekeringen, dan zouden deze apparaten wel eens goed van pas kunnen komen. www.kong.it
Klimtechnologie Het relatief onbekende Italiaanse merk Climbing Technology produceert al jarenlang voor andere merken, maar komt nu met producten onder eigen naam op de markt. Bijvoorbeeld de Revolve. Het hendeltje is geïntegreerd in het handvat, wat lekker in de hand ligt bij de eerste aanzet in het ijs. De schlinge is direct aan de schroef bevestigd. Voor de grammen jagende toerskiër komt CT met een ultieme all-in-one kit: pickel, sneeuwschep en sneeuwanker in één. Samen wegen ze slechts 820 gram. www.climbingtechnology.it
Nog beter zoeken De Vector van Pieps is het eerste onderhoudsvrije vierantenne-lawinezoekapparaat met GPS. De ISPO-jury ziet de Vector als een enorme sprong vooruit: “Perfect geïmplementeerde technische innovaties combineren een aanzienlijke toename in veiligheid met een intuïtieve bediening en weldoordacht productontwerp, gericht op de almaar groeiende groep off-piste wintersportliefhebbers.” www.pieps.com
Moderne kunst We dachten even verdwaald te zijn in een museum voor moderne kunst, maar het bleken freerideski’s van Black Diamond te zijn. Deze rasechte poederski’s lijken net halve snowboards, zo breed zijn ze. Ze zullen zich zeker thuis voelen in heupdiepe poeder. De vernieuwde Zealot is het neusje van de zalm, ook in harde sneeuw. www.blackdiamondequipment.com
Supersnel koken Jetboil komt met een nieuw alles-in-een kooksysteem, de Sol Titanium. Hiermee won het merk in de categorie accessoires. De Sol Titanium weegt slechts 225 gram en maakt gebruik van Jetboil’s nieuwe Thermo-Regulate technologie, voor een constante en betrouwbare verhitting bij buiten-temperaturen tot -10°C. “De Jetboil Sol Titanium biedt ambitieuze outdoorsporters een maximum aan prestatie in extreme omstandigheden, met een minimum aan gewicht,” aldus de jury. www.jetboil.com
Voor verticale klettersteig Austria Alpin heeft een oplossing bedacht voor de beveiliging van verticale stukken in klettersteigs. Dit apparaat vervangt de klettersteigset niet, maar minimaliseert de valhoogte in verticale passages. www.austriaalpin.at
Eén in voor- en tegenspoed Het nieuwste touw van Beal, de Diablo 10.2 Unicore, won de ISPO Outdoor Award in de categorie hardgoods. Dit is het eerste sportklimtouw dat gemaakt is met het Beal Unicore proces. De mantel en kern van het touw zijn met elkaar verweven, waardoor bij een mantelbeschadiging kern en mantel bij elkaar blijven. Hierdoor wordt het touw veel duurzamer. Ook blijft het compact en soepel, ondanks de klassieke diameter van 10,2 millimeter. De grotere veiligheid van dit touw met behoud van het moderne comfort, zou zomaar een hit kunnen worden onder klimmers – van sportklimmers tot alpinisten. De ISPO-jury concludeerde dat Beal is gestart met een baanbrekend productieproces voor klimtouwen met zijn Diablo 10.2 Unicore. www.beal-planet.com
T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N M I E K E S C H A R L O O
|
HOOGTELIJN 2-2011
Wat zien ik?
Ook voor hondenweer
Niet zulke beste ogen, maar toch een goede bergsportbril willen dragen? Daar heeft Adidas Eyewear een oplossing voor. De Evil Eye serie biedt topbrillen die geschikt zijn voor diverse buitensporten. Met het clip-in system kun je lenzen op sterkte achter de ‘normale’ lenzen van de sportzonnebril plaatsen. Ook kun je corrigerende lenzen direct in het montuur van de Adidasbrillen laten plaatsen, of – tussenweg – ze via het Adapter System aan je sportbril toevoegen. Het clip-in system laat zich gemakkelijk uitwisselen met andere Adidas monturen; de andere twee opties zijn iets comfortabeler. De Evil Eyes halfrim pro zijn superlichte brillen met sterk gebogen lenzen die zodoende goed op je gezicht aansluiten en tegelijkertijd een optimaal zicht bieden. Elke bril wordt met een afneembare sweatblocker en een set lenzen voor verschillende lichtomstandigheden geleverd. Deze lenzen zijn eenvoudig te verwisselen. Prijs: basisbril vanaf € 207,-; lenzen op sterkte op aanvraag. Informatie: Sihouette Benelux, 076 5410201, www.adidas.com/eyewear
Het Britse Mountain Equipment produceert no-nonsense buitensportmateriaal van een hoge kwaliteit. Het waterdichte ademende Kalanka Jacket, dat is gemaakt van drielaags GORE-TEX Pro Shell stretchmateriaal heeft een aantal handige snufjes voor Nederlandse bergsporters. Zo vallen de relatief lange mouwen hier in goede aarde, net als de borstzakken die oneindig groot lijken. De waterdichte Riri Aquazips lopen lekker soepel, en de capuchon is zo geconstrueerd dat ie zowel met als zonder helm goed zit. Zelfs met een wat grotere helm behoud je je bewegingsvrijheid én – heel belangrijk als het hondenweer is – je gezicht wordt nog steeds tot over je neus afgeschermd. Prijs: € 500,Mountain Equipment
MARKT & MATERIAAL Singing in the rain I’m singing in the rain! Tenminste ... nádat ik mijn softshelletje heb ingespoten met Granger’s XT Waterproofer. Met deze spray herstel en/of verbeter je de waterafstotendheid van al je buitensportkleding en je slaapzak. Na behandeling parelt de regen weer netjes af. Geen gedoe in de wasmachine, gewoon sprayen en klaar is Kees. Voor een optimaal resultaat kun je het kledingstuk nog een kwartiertje in de droogtrommel gooien - uiteraard alleen als dat mag volgens het ingenaaide etiket! XT Waterproofer is ook te gebruiken op GORE-TEX en eVent. Prijs: € 14,95 Informatie: Matterhorn BV
|
Trysil Jacket Bergans maakt hippe functionele buitensportkleding. De buitenstof van het Trysil Jacket is van Dermizax: waterdicht, goed ademend en een beetje stretch. Ingeritst vind je een superlicht primaloft-achtig jackje voor de isolatie. Buiten- en binnenlaag vormen een uitstekende combinatie voor koude dagen; afzonderlijk bewijzen ze ook hun dienst. Het Trysil Jacket is gemaakt voor gure omstandigheden. De kraag reikt - zo je wilt - tot je neus, het achterpand is iets langer, net als de ‘bovenkant’ van de mouwen die overigens prettig lang zijn. De bewegingsvrijheid in het jack is geweldig met dank aan de uitstekende snit voor de sportieve Nederlandse vrouw. Er is overigens ook een mannenmodel, ook gesneden op niet te dikke lange soortgenoot. Prijs: € 530,Informatie: www.bergans.nl
77
78
|
HOOGTELIJN 2-2011
|
T E K S T O N D E R R E D A C T I E VA N P I E T E R D I R K S Z
Recensies & signalementen
Früh los
Jakobsladders
Franse rots voor Britten
De titel van dit boek - vrij vertaald Vroeg op pad - doet zijn naam vooral eer aan in de overdrachtelijke betekenis. Dertien (ex-)klimsters op leeftijd, tussen de zeventig en honderd jaar, zijn door de schrijfster Patricia Putschert geïnterviewd in een makkelijk te lezen boek. Alleen al het bekijken van de sprekende portretfoto’s van de vrouwen, met hun soms verweerde huid en met tegelijk hun zo sterke en open oogopslag is de aanschaf van dit boek dubbel en dwars waard. Althans voor degene die geïnteresseerd is in (de geschiedenis van) vrouwelijke alpinisten. De schrijfster heeft, behalve aan de beschrijving van ieders individuele verhaal, veel aandacht besteed aan het doorzettingsvermogen dat deze vrouwen ieder op hun eigen manier hebben getoond in de sterk masculiene Zwitserse maatschappij van de vorige eeuw. Vrouwen werden niet toegelaten tot de (in de 19de eeuw opgerichte) SAC en richtten daarom in 1918 hun eigen Zwitserse vrouwenalpenclub, de SFAC, op. Door het hele land ontstonden SFAC-sektionen. De meeste vrouwen klommen met elkaar, anderen klommen met mannen (gidsen waren uitsluitend man) en vonden die vrouwenclubs maar niets. Om die laatste reden is één geïnterviewde tot haar 62ste lid gebleven van de wèl gemengde jeugdorganisatie! Pas in 1971 kregen vrouwen in Zwitserland kiesrecht en eerst in 1980 mochten ook vrouwen van de SAC lid worden. Heel bijzonder is dat de geïnterviewden zich openhartig uitlaten over hun relatie met hun vrouwelijke en mannelijke klimpartners. [Frederike Bloemers]
De Duitse uitgever Rother is enige jaren geleden begonnen met het uitgeven van een serie fotoboeken over hetzij één gebied, hetzij zogenaamde hit- of receptboeken, met toplijsten van een bepaald type bergtochten. Er is al een aantal schitterende boeken in de reeks verschenen: Patagonien van Rolf Gantzhorn en Traumtreks Alpen, eveneens van Rolf Gantzhorn, en ditmaal als co-auteur Iris Kürschner. Bevat dit laatste boek de dertig mooiste huttentochten van de Alpen, in het zojuist verschene Himmelsleitern laten Gantzhorn en Attenberger de vijftig mooiste rots- en ijskammen de revue passeren. Over hun keuze valt erg weinig te discussiëren. Zo staan er voor de hand liggende tochten in zoals de beroemde Rothorngraat en de nog beroemdere Duivelsgraat op de Mont Blanc de Tacul. Rots- en ijstochten prijken naast elkaar: behalve de granieten noordkant van de Piz Badile staat de ijzige Biancograat op de Piz Bernina in het boek vermeld. Er staat ook een enkele minder bekende graattocht in het boek vermeld zoals de naar de Ostegg, een kalkstenen voortop van de Zwitserse Eiger. De fotografie in het boek is soms van hoog niveau. Aan elke tocht worden een paar pagina’s besteed: veel foto’s een korte tekst, een kaartje en algemene route-informatie. Een aanrader voor liefhebbers van grote, maar zeker niet eenvoudige graatbeklimmingen. [Ronald Naar]
Stel je bent een Brit en je wilt graag in de Côte d’ Azur klimmen maar je durft het met je brakke Frans niet aan ... dan komt deze Engelse gids van Chris Craggs als geroepen. Craggs vond dat de Côte d’Azur ten onrechte uit de gratie was geraakt bij de Engelsen. Van tien wereldberoemde klimgebieden waaronder Sainte Victoire, Calanques, Gorges du Verdon en Saint-Jeannet maakte hij een selectie van representatieve routes. Welke criteria hij gebruikte, wordt niet zo duidelijk maar dat kan Craggs zich permitteren. De gidsen van Rockfax staan in Groot-Brittannië, en niet alleen daar, voor kwaliteit. De Fransen denken daar anders over: zij verweten Rockfax in het verleden dat de uitgeverij hen brodeloos maakt met een stroom Engelse gidsen van ‘hun’ Franse klimgebieden. ‘Nooit de bedoeling geweest’, zegt Craggs in zijn voorwoord. En: “Als een gebied uit mijn gids je aanstaat, koop dan een lokale (Franse) topo.” Maar welke Brit volgt niet liever het ‘recept’ van hun eigen landgenoot die de krenten al voor hem uit de pap heeft gezocht? Toch blijft het een beetje gek om te klimmen in de ‘Verdon Gorge’ in plaats van de ‘Gorges du Verdon’. Alle routes en wanden zijn goed gefotografeerd in deze bijna letterlijk oogverblindende gids. Misschien hebben Rockfax en Craggs iets te goed hun best gedaan deze keer, sommige pagina’s zijn zo bont dat het pijn doet aan je ogen. Gelukkig heeft de schrijver hele sectoren uitgelicht en niet losse routes, zo is het allemaal wel overzichtelijk gebleven. Een nuttige gids als je van plan bent om meerdere klimgebieden in het azuurblauwe deel van Frankrijk te bezoeken. [Moniek Janssen]
Früh Los: Im Gespräch Mit Bergsteigerinnen über Siebzig Patricia Purtschert en Véronique Hoegger (foto’s) Hier und Jetzt Verlag, 2010 ISBN 978-3039191536 Prijs: € 29,80
Himmelsleitern – 50 Fels-und Eisgrate in den Alpen Rolf Gantzhorn en Moritz Attenberger Bergverlag Rother, 2011 ISBN 978 3 7633 7057 3 Prijs: € 49,95
France, Côte d’Azur Chris Craggs Rockfax, december 2010 ISBN 978 1 87334 132 2 Prijs:€ 36,95
HOOGTELIJN 2-2011
|
Engadin – Gipfelziele zwischen Samnaun und Bergell Sabine en Fredy Joss, SAC-verlag, 2010, ISBN 978 3 85902 327 7 In deze wandelgids worden 40 bergtochten beschreven in het Engadin. Een aanstekelijk boekje met veel achtergrondinformatie en mooie foto’s. De bergtochten zijn ingedeeld naar de Zwitserse (moeilijkheids) wandelscala. Een aantal tochten (waardering T5-T6) neigt meer naar alpinistische ondernemingen dan bergwandelen.
Grimper en Provence verte Philippe Bugada, La Corditelle, 2010, ISBN 978 2 95104 095 3 Philippe Bugada stelt klimgebieden voor in het departement Var in Zuid-Frankrijk. Het belangrijkste klimgebied is Vallon Sourn met 236 routes. Een derde is gewaardeerd met een 5 of minder. Er is informatie over de toegang, soort behaking en of er al of niet top-rope moet worden geklommen. De routes zijn ingetekend op foto’s.
Wanderungen zu historischen Berghotels Jochen Ihle, Werd Verlag, 2010, ISBN 978 3 85932 635 4 Weer eens een andere invalshoek: wandeltochten naar klassieke berghotels. In de voetsporen lopen van onder anderen Mark Twain en Edward Whymper naar bekende en minder bekende berghotels.
Mallorca Rolf Goetz, Rother Verlag, 2011, ISBN 978 3 733 3049 2 In deze wandelgids stelt Rolf Goetz 35 wandeltochten voor net om de hoek van de bekende stranden van Mallorca. Op deze manier is een zonvakantie te combineren met (verantwoorde) wandelingen.
Entdeckertouren Meraner Land Mark Zahel, Bruckmann Verlag, 2010, ISBN 978 3 76545 326 7 Mark Zahel beschrijft 40 tochten rond een ruim gebied om Meran in Zuid-Tirol. Ook de Meraner Höhenweg komt aan bod. De foto’s ondersteunen de tekst voortreffelijk.
Tirol – Oberinntal Mark Zahel, Rother verlag, 2011, ISBN 978 3 7633 30560 Een selectie van 50 tochten in het uitgestrekte gebied tussen de Arlberg en Innsbruck is de oogst van deze wandelgids. Het gaat om zowel dagwandelingen als een enkele meerdaagse tocht.
Wanderatlas Paznaun Diverse auteurs, Esterbauer Verlag, 2010, ISBN 978 3 85000 529 6 Deze praktisch ogende wandelgids is uitgevoerd in waterbestendig papier. Handig mocht het een keer regenen in het Paznauntal. Opvallend: bij elke wandeling staat op welke ondergrond je loopt (asfalt, onverharde wegen of paden).
Climbing – philosophy for everyone Stephen E. Schmid (samenstelling), Wiley-Blackwell, 2010, ISBN 978 1 4443 3486 9 In dit boek wordt gefilosofeerd over uiteenlopende vragen als waarom klimmers risico’s nemen en de ethiek rond klimmen. Geschikt voor wie wil reflecteren op zijn sport.
Rätikon Reader Hermann Braendle, Bucher Verlag, 2009, ISBN 978 3 90267 915 4 In dit boek wordt veel achtergrondinformatie gegeven over onder andere bouwwerken en de geschiedenis van het Rätikon. Naast deze gevarieerde achtergrondinformatie worden er ook 18 wandeltochten beschreven. Patagonien Rolf Gantzhorn en Thomas Wilken, Rother Verlag, 2011, ISBN 978 3 76334 396 6 Gantzhorn en Wilken beschrijven 50 wandel- en trektochten in een heel uitgestrekt deel van de Andes. Van ruwweg de hoogte van Concepción in Chili tot het zuiden van Vuurland zijn trektochten opgenomen. De klassiekers zoals de Torre del Paines en het basiskamp van Cerro Torre en Fitzroy komen uiteraard aan bod.
127 uur Aron Ralston, Uitgeverij Carrera, 2011, ISBN 9789048809400 127 uur is een heruitgave van het boek Klem, dat in 2003 is verschenen. Het gaat over een jonge multisporter die een canyon in Utah verkent, valt en in zijn val raakt zijn arm bekneld. In de wetenschap dat niemand weet waar hij is, realiseert hij zich dat de enige optie om te overleven is zijn arm af te snijden. Ralston is geen begenadigd schrijver; je kunt beter de gelijknamige film bekijken die nu in diverse filmhuizen draait.
INTERNET Kijk voor meer recensies en signalementen op www.hoogtelijn.nl. Klik op de cover van Hoogtelijn 2/2011 en kies Recensies & Signalementen.
79
Ontdek het échte Marokko! aktieve (rond-) reizen vanuit Marrakech • Wandeltochten met bagagevervoer Hoge Atlas, Saghro, Aït Bouguemez
• Beklimmen Toubkal 4.167m (min. 3 dagen)
• Rotsklimmen en/of wandelen “de mooiste plekken”
• Jeepsafari’s & rondreizen woestijn en Hoge Atlas
• Ski & tourski Atlas gebergte
Alle programma’s ook individueel mogelijk en... met kinderen! Groepsreizen met NL reisleiding
Dagen Jaar
Wandelen Hoge Atlas - nationaal park Toubkal
8
2011
Verblijf in Berberhuizen / gîtes
Reisdata di 3 mei. - di 10 mei
Vertrek
Prijs
Gegarandeerd
€ 465
Gegarandeerd
€ 685
excl. vlucht
zo 16 okt - zo 23 okt
Cultuur en natuur; ook voor kinderen en 50+ Wandelen Hoge Atlas mét Toubkal
15
2011
Verblijf in Berberhuizen + kamperen
di 31 mei - di 14 juni zo 11 sep - zo 25 sep
Cultuur en natuur; ook voor kinderen en 50+ Wandelen Atlas gebergte - Aït Bouguemez vallei
15
2011
za 16 juli - za 30 juli
€ 785
za 3 sep - za 17 sep
€ 895
Verblijf in Berberhuizen + kamperen. Speciale ‘ontspannen’ wandelreis - lichte wandelingen Rotsklimmen en/of wandelen Todra gorge + Amellago 10
2011
vr 14 okt - zo 23 okt
Verblijf in hotels / gîte. Inclusief dagwandelingen
2012
vr 17 feb - zo 26 feb
2011
2012
Gegarandeerd
€ 785
di 27 dec - di 10 jan
Gegarandeerd
€ 975
vr 17 feb - zo 26 feb
Gegarandeerd
€ 750
met UIAGM gids
€ 1.050
met lokale gids of zelfstandig (rots) klimmen Jeeprondreis Zuid Marokko met klimmen of wandelen 15 Verblijf in hotels / gîte. Inclusief dagwandelingen met lokale gids of zelfstandig (rots) klimmen én bijzondere rondreis door Hoge Atlas naar de woestijn Tourski Hoge Atlas
10
Verblijf in berghutten / gîtes Inclusief Jebel Toubkal (4.167m) en andere toppen
www.reisbureaumaroctravel.nl Prunuslaan 8, 2191 BX De Zilk
tel: 0252 86 18 74 / 06 232 66 519
info@maroctravel.info
hoogtelijn 2-2011
Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging
NKBV ledeninformatie
Daarom bent u lid van de NKBV • Tot 50 procent korting in hutten • Voordelige verzekeringen • Gratis 5 keer per jaar Hoogtelijn • Uitgebreid aanbod bergsportreizen • Bergsportcursussen op alle niveaus • A antrekkelijke ledenkortingen bij onder meer klimhallen Contact tel.: 0348-409521 Ma 13.00-16.00 u. Di t/m vrij 10.00- 12.30 u en 13.00-16.00 u. Bezoeken Houttuinlaan 16-A, 3447 GM Woerden Schrijven Postbus 225, 3440 AE Woerden Fax: 0348-409534 E-mail: info@nkbv.nl Betalen Giro: 534744 Banknr.: 22.53.37.274 IBAN: NL35FVLB0225337274 BIC: FVLBNL22 Contributie 2011 Hoofdlid € 48,Gezinslid € 39,50 Juniorlid € 45,Jeugdlid € 16,Opzeggen lidmaatschap Het verenigingsjaar van de NKBV loopt van 1 januari tot en met 31 december. Opzeggen van het lidmaatschap kan schriftelijk met het opzegformulier dat u kunt downloaden van www.nkbv.nl. U ontvangt binnen 14 dagen nadat de NKBV uw opzegging heeft ontvangen een schriftelijke bevestiging. Uw opzegging dient uiterlijk twee maanden voor aanvang van het nieuwe verenigingsjaar - 31 oktober - binnen te zijn bij de NKBV.
|
Bureau gesloten Het NKBV-bureau is gesloten op: Goede Vrijdag: 22 april Tweede Paasdag: 25 april Hemelvaart: 2-3 juni Tweede Pinksterdag: 13 juni
Voorbereid, verantwoord en fit de bergen in! Een handig pocketboekje om de (beginnende) bergwandelaar goed en veilig op weg te helpen. Het geeft informatie over voorbereiding en tochtplanning, gezondheid, veiligheid, weer, alpiene gevaren, milieu en je uitrusting. Bestel het boekje nu in de webwinkel (www.nkbv.nl/ webwinkel) voor slechts € 3,- (excl. porto).
Beverbon cadeau! Wie leden werft voor de NKBV, ontvangt een Bevercadeaubon ter waarde van € 10,-, € 25,- of € 40,-! Ga naar nkbv.nl/actie voor de voorwaarden en de actieperiode.
Maak gebruik van MijnNKBV MijnNKBV is een persoonlijke omgeving waar uw actuele gegevens zichtbaar zijn. Het is mogelijk om hier uw e-mailadres of verhuizing door te geven. Ook kunt u er gezinsleden aanmelden voor het lidmaatschap en uw abonnementen op NKBVnieuwsbrieven beheren. Een groot voordeel van MijnNKBV is dat u dit kunt doen wanneer het u uitkomt, namelijk 24 uur per dag, 7 dagen per week. Uiteraard beschermt de NKBV uw privacy. U krijgt alleen toegang tot MijnNKBV na het intypen van uw lidnummer en wachtwoord. Aanmelden voor MijnNKBV is eenvoudig. Ga naar www.nkbv.nl/MijnNKBV en vraag daar uw wachtwoord aan per e-mail.
Kies de verzekering die bij u past
La Vanoise, Les Allues, 1125m Gerestaureerd, meer dan 200 jaar oud huis, met tuin op zuiden, terassen, balkons en 2 garages. Vlak bij 17e eeuwse kerk. Mooi wandelgebied, 100 hutten. Direct vanuit het huis wandelingen tot 2700m. Ook prachtig in voor- en najaar. 18 holes golf op 15 minuten. Mooie zwembaden nabij. Te huur: 2 zeer comfortabele appartementen, 4-6 en 6 pers., 60 rep. 67 m2. Telefoon 0610561222 en www.vanoise.nl. Bij Crans-Montana (CH) te huur: knus, zonnig chalet, 3 slaapkamers, 2 badkamers, tuin. Rustige ligging, prachtig uitzicht. Skiën, wandelen, alle niveaus. 065376786, info@mrookhuizen.nl Eenvoudige, afgelegen berghut te huur in Tessin, Zwitserland, bij Lugano, 900 meter hoog. Tot 8 personen. €525,- per week. Voor meer informatie 0612788312 Agricamp Picobello: bergtochten & sportklimmen. Alleen of onder begeleiding. Het adres voor een sportieve vakantie onder de Italiaanse zon. www.agricamppicobello.com
Voordelen en acties ontvangen? Het NKBV-bureau verstuurt maandelijks een digitale nieuwsbrief boordevol interessante informatie en leuke ledenvoordelen naar leden die hier een abonnement op hebben. Ook diverse regio’s en de Bergsportreizen bieden deze service. U kunt uw abonnementen beheren via MijnNKBV. Ga naar www.nkbv.nl/MijnNKBV en meldt u aan voor de diverse nieuwsbrieven.
Bent u alweer plannen aan het maken voor een nieuwe vakantie of een weekendje weg? Ga dan eens na of uw reisverzekering aansluit op uw situatie. De NKBV heeft speciaal voor haar leden een voordelige reisverzekering met werelddekking, die zowel bergsport, skiën, duiken als strandvakanties dekt. De NKBV wil dat u met de verzekering altijd verzekerd bent, welke klim- of bergsport u ook beoefent; binnen, buiten, in klimhallen, in zomer en winter, wanneer en waar ook ter wereld. Dat geldt ook voor skiën, toerskiën en langlaufen, zowel op geprepareerde pistes als daarbuiten. De NKBV biedt ook een voordelige doorlopende annuleringsverzekering. Voordelen op een rij • eenvoudig online af te sluiten • scherpe premie/uitgebreide polis • wereldwijde hulpverlening • alles online na te lezen op www.bergsportverzekering.nl
81
82
|
HOOGTELIJN 2-2011
Vooruitblik Hoogtelijn 3-2011 verschijnt 10 juni.
Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV) Het verschijnt vijf keer per jaar, in februari, april, juni, september en november. Artikelen en bijdragen in Hoogtelijn zijn op persoonlijke titel geschreven tenzij anders vermeld. Niet elk(e) artikel of bijdrage van een redacteur of andere schrijver geeft per definitie de mening of het standpunt van de Koninklijke NKBV weer. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn.
ZWERVEN OM DE GROSSGLOCKNER Bergsportbestemming van het jaar: Saas Fee
REDACTIE Peter Daalder (hoofdredacteur), Mieke Scharloo (eindredacteur), Ernst Arbouw, Pieter Dirksz (penning meester), Frank Husslage, Moniek Janssen, Ico Kloppenburg, Bram Munnichs, Ivar Schute, Christa Slootman. MEDEWERKERS Jody Hagenbeek, Peter uijt de Haag, Christine Tamminga, Arnold Tang, Milka van der Valk Bouman (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (cartoon); Martijn Schell. REDACTIE-ADRES NKBV-Bureau, t.a.v. Secretariaat Hoogtelijn Postbus 225, 3440 AE Woerden E-mail redactie Hoogtelijn: hoogtelijn@nkbv.nl www.hoogtelijn.nl TOPPERS € 3,- per 30 tekens, min € 9,- per Topper. Download het opgaveformulier van de website: www.nkbv.nl/tijdschrift/toppers of vraag het aan via 0348-409521 Sluitingsdata Toppers nr 2011/3: 17 mei nr 2011/4 : 9 augustus
Geologisch spoorzoeken in Zwitserland
ADVERTENTIE EXPLOITATIE ManagementMedia BV, Emmastraat 61, postbus 1932, 1200 BX Hilversum tel: 035-6232756, fax: 035 6232401 Olger Kooring & Peter Dierdorp olger.kooring@managementmedia.nl peter.dierdorp@managementmedia.nl
Klimaatverandering voor bergsporters
VORMGEVING Studio ManagementMedia, Meta Pols, Edith van de Giessen (art director). DRUK: Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 35.500 ISSN: 1387-862X Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.
Duiken, springen, glijden:
canyoning
Wat staat er op het menu?
Droogvoertest
Een stap dichter bij god
Fascinerende Großglockner rondtocht Krachtplek en mystiek. Eenzaamheid zoeken en krachtbronnen vinden. Stap voor stap komt u dichter bij de uitdaging van de legendarische natuur. Het avontuur Großglockner is dichter bij dan u denkt. In het internationale jaar van de bergen 2002 heeft de Oostenrijkse Alpenvereniging in samenwerking met het Nationale Park Hohe Tauern de condities geschapen om in zeven dagen rond Oostenrijks hoogste berg, de Großglockner (3.798 m), te wandelen. In het hart van het 1.835 km² grote Nationale Park Hohe Tauern vindt u een indrukwekkend landschap in het hooggebergte die vol is met gletsjers en een cultuurlandschap die is ontstaan door het werk van boeren. Dit juweel van de natuur biedt alles voor een unieke berg-, natuur- en wandelbelevenis. Na elke etappe bestaat de mogelijkheid de Großglockner rondtocht te beëindigen en naar de Nationale Park dorpen Kaprun, Uttendorf, Kals, Heiligenblut en Fusch af te dalen en daar in speciale wandelaccommodaties te overnachten.
Großglockner rondtocht aanbieding 8 overnachtingen met halfpension, dagelijks lunchpakket 1 rit met de lift naar de stuwmeren Kaprun Brochure „Rondtocht Großglockner“
Packageprijs per persoon vanaf EUR 366,00
Informatie en Reserveringen:
Hohe Tauern - Die Nationalpark-Region glocknerrunde@hohetauern.info Tel. +43.(0)6562.40939
www.hohetauern.info
VAST & ZEKER.
Met ons prijswinnende HeadLocker™-systeem kun je elk soort ijsklimgereedschap voortaan vast en zeker op je rugzak bevestigen en veilig en stabiel meedragen. Bovendien blijft het altijd snel en gemakkelijk bereikbaar. De slim ontworpen Alpine Attack weegt dankzij het gebruik van Dyneema® nauwelijks een kilo (en je kunt hem nog strippen), maar is toch oersterk en zeer duurzaam. Daarbij biedt dit topmodel dankzij ons Adaptive-Fit-draagsysteem met de handig wegvouwbare gepolsterde heupband een superieur draagcomfort aan zowel alpiene klimmers als toerskiërs.
Scan deze tag met je smartphone en bekijk alle slimme details
Uitgebreide technische productinformatie op video vind je op www.rugzak.nl/klimrugzakken
Alpine Attack 45:55
Afgebeeld is de Alpine Attack 45:55 (ook leverbaar met inhoud 35:45 en in verschillende ruglengten)